2005-2006
Status: Goedgekeurd Dit kwalificatiedossier is opgesteld op basis van de formats en handleidingen, zoals deze bekend waren op 1 juni 2004. Dit kwalificatiedossier is ontwikkeld onder de verantwoordelijkheid van de paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven van het kenniscentrum ECABO. Het bestuur van het kenniscentrum ECABO heeft op 1 juli 2005 de goedkeuring van het ministerie van OCW ontvangen. De delen 1 en 2 (blz. 1 t/m 70) geven de kern en de nadere uitwerking van het kwalificatieprofiel weer evenals het bijbehorende verantwoordingsdocument, waarin de keuzes van de paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven zijn toegelicht en verantwoord. In deel 3 (vanaf blz. 71) zijn de onderliggende brondocumenten opgenomen.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
Inhoudsopgave DEEL 1
DE DOOR HET MINISTERIE VAN OCW/LNV VAST TE STELLEN KERN VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL .............................................................................................................. 1
1
ALGEMENE INFORMATIE ............................................................................................................ 1
2
SPECIFIEKE INFORMATIE ........................................................................................................... 2
3
KERNTAKEN ..................................................................................................................................... 4
4
KERNOPGAVEN ............................................................................................................................... 5
5
COMPETENTIEMATRIX ................................................................................................................ 6
DEEL 2
DE DOOR HET BESTUUR VAN HET KENNISCENTRUM OP ADVIES VAN DE PARITAIRE COMMISSIE BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN VAST TE STELLEN NADERE UITWERKING .............................................................................................. 7
6
VERRIJKTE KERNTAKEN VAN HET TOTALE KWALIFICATIEPROFIEL ....................... 7
7
EVENTUELE KERNOPGAVEN BEHOREND BIJ UITSTROOMDIFFERENTIATIES....... 13
8
BEROEPSCOMPETENTIES MET BEHEERSINGSCRITERIA............................................... 14
9
OPBOUW KWALIFICATIEPROFIEL ......................................................................................... 29
9.1 9.2
Kern............................................................................................................................. 29 Uitstroomdifferentiaties .............................................................................................. 29
10
CERTIFICEERBARE EENHEDEN............................................................................................... 31
11
COMPETENTIEMATRIX .............................................................................................................. 32
12
VERANTWOORDINGSDOCUMENT........................................................................................... 34
12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.6 12.7
De onderliggende beroepscompetentieprofielen ......................................................... 35 Structuur van het kwalificatieprofiel........................................................................... 37 Van beroepscompetentieprofiel naar kwalificatieprofiel ............................................ 39 Leer- en burgerschapscompetenties ............................................................................ 40 Borging van de kwaliteit van examinering.................................................................. 42 Doorstroomrechten...................................................................................................... 43 Het proces van totstandkoming van het kwalificatiedossier ....................................... 44
BIJLAGEN .......................................................................................................................................................... 47 DEEL 3
BRONDOCUMENTEN .................................................................................................................... 71
Er bestaat in het Nederlands een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als mannelijk en vrouwelijk geïnterpreteerd kunnen worden. We zouden consequent kunnen werken met 'hij/zij' en 'zijn/haar', maar dat geeft een gedwongenheid die wij stilistisch niet verantwoord vinden. De personen die in dit stuk de handelingen verrichten of beschreven worden, kunnen in onze optiek net zo goed mannen zijn als vrouwen. Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
DEEL 1 DE DOOR HET MINISTERIE VAN OCW/LNV VAST TE STELLEN KERN VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL
Kwalificatieprofiel Medewerker informatiedienstverlening (crebo-code: 90520) 1
ALGEMENE INFORMATIE
datum: 1 juli 2005
versie: 1
Onder regie van
Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO
Ontwikkeld door
ECABO, afdeling Ontwikkeling en Innovatie in samenwerking met vertegenwoordigers van de branche en het middelbaar beroepsonderwijs
Brondocumenten en referentiedocumenten
Beroepscompetentieprofielen: - Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum (15 december 2003) - Bibliotheekmedewerker (15 december 2003) - Informatieverzorger (15 december 2003) Het door de Stuurgroep kwalificatiestructuur vastgestelde brondocument Leren en Burgerschap (juni 2004) Raamwerk moderne vreemde talen in het secundair beroepsonderwijs, gebaseerd op de standaard voor Europese taalniveaus (Common European Framework of Reference of Languages; Learning, teaching, assessment, Council of Europe, 2001)
Verantwoording door/op
Bestuur ECABO d.d. 15 december 2004
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
1
2
SPECIFIEKE INFORMATIE
Korte typering van het kwalificatieprofiel
De medewerker informatiedienstverlening is werkzaam in een historisch archief, bibliotheek, mediatheek, documentatiecentrum, informatiecentrum en op een afdeling post en archief etc. (die/dat onderdeel vormt van een organisatie of zelfstandig is). Binnen sommige organisaties of afdelingen vindt specialisatie van functie plaats. Dit heeft meestal te maken met de grootte van de afdeling of organisatie. De diversiteit van de organisaties is groot, daardoor zijn er verschillen in de functies. Overeenkomst in alle functies is dat de medewerker informatiedienstverlening het inlichtingenwerk verzorgt, klanten of collega’s wegwijs maakt in systemen, presentaties en promotieactiviteiten verzorgt, het digitale of fysieke informatieaanbod beheert en fysieke of digitale geselecteerde informatie verwerkt tot toegankelijke informatie. De taken van de medewerker informatiedienstverlening liggen vooral op operationeel niveau. De loopbaanmogelijkheden voor de diverse uitstroomdifferentiaties van de medewerker informatiedienstverlening. Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum: De markt- en technologische ontwikkelingen zorgen ervoor dat de functies binnen de informatiedienstverleningssector naar elkaar toe groeien. De archieffuncties in de verschillende fasen van archivering gaan geleidelijk in elkaar over. Daarnaast vindt functieverbreding plaats. De overstap naar een andere functie binnen de sector wordt daardoor gemakkelijker; de employability van medewerkers neemt toe. Bibliotheekmedewerker: Een bibliotheekmedewerker kan zich, na een opleiding, specialiseren of horizontaal doorstromen. Na de opleiding op mbo-niveau kan hij een opleiding op hbo-niveau volgen of zich specialiseren d.m.v. korte cursussen. Ook kan hij, na een korte cursus, doorstromen naar andere functies in de informatiedienstverleningssector. Hij kan (met name in een openbare bibliotheek) doorstromen naar de functie van leidinggevende van een klein team. Het beroepsprofiel van de bibliotheekmedewerker verandert. Verdere professionalisering van het vak door middel van interne opleiding en functie-innovatie is noodzakelijk. Informatieverzorger: De markt- en technologische ontwikkelingen zorgen ervoor dat de functies binnen de sector naar elkaar toegroeien. De informatie- en archieffunctie gaan geleidelijk in elkaar over. Daarnaast vindt functieverbreding plaats. De overstap naar een andere functie binnen de sector wordt daardoor gemakkelijker; de employability van medewerkers neemt toe.
Kwalificatiestructuur
ECABO, zie bijlage 1
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
2
Typering en niveau van de kwalificatie
0 assistent ● vakman/vakvrouw
0 0 0 ● 0 middenkaderfunctionaris 0
Uitstroomdifferentiaties
De uitstroomdifferentiaties en bijbehorende competentiematrix zijn vastgesteld door het bestuur van het kenniscentrum ECABO op advies van de paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven op basis van het mandaat van het ministerie van OCW/LNV. De uitstroomdifferentiaties zijn daarmee integraal onderdeel van het door het ministerie van OCW/LNV vastgestelde kwalificatieprofiel.
Vrije ruimte
De inhoud van de vrije ruimte wordt vastgesteld en onderhouden door het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling.
Examinering
De onderwijsinstellingen bieden via de bedrijfstakgroepen (BTG’s) van de Bve Raad de paritaire commissie inzicht in de wijze waarop de examinering van dit kwalificatieprofiel wordt vormgegeven. De paritaire commissie kan hierover haar mening geven, maar heeft geen bevoegdheden inzake examinering.
Diploma
Ten bewijze dat is voldaan aan de eisen uit dit kwalificatieprofiel wordt het diploma Medewerker informatiedienstverlening toegekend, indien de examinering van de kern met tenminste één van de onderstaande uitstroomdifferentiaties met een voldoende resultaat is afgerond: - Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum (crebo-code: 90521) - Bibliotheekmedewerker (crebo-code: 90522) - Informatieverzorger (crebo-code: 90523).
Certificeerbare eenheden
Niet van toepassing
Wettelijke vereisten
Niet van toepassing
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4 niveau 4
3
3
KERNTAKEN
De volgende kerntaken maken deel uit van de kern van het kwalificatieprofiel: 1. Verzorgt het inlichtingenwerk en klantencontact 2. Verzorgt presentatie- en promotieactiviteiten 3. Beheert het informatieaanbod 4. Maakt het informatieaanbod toegankelijk
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
4
4
KERNOPGAVEN
De volgende kernopgaven maken deel uit van de kern van het kwalificatieprofiel: Kernopgave 1: Zelf handelen versus doorspelen De medewerker informatiedienstverlening staat voor de opgave om tijdens situaties die zich voordoen in de dienstverlening zelf te handelen dan wel dit handelen over te laten aan een collega of een leidinggevende. Hij moet een beslissing nemen om de situatie door te spelen of direct zelf op te lossen. Dit komt bijvoorbeeld voor bij het signaleren van lacunes in de dienstverlening. Het risico van het niet doorspelen of het niet zelf oplossen is dat klanten ontevreden kunnen zijn en dat de kwaliteit van de dienstverlening in het algemeen in gevaar komt. Kernopgave 2: Procedures en richtlijnen volgen versus daarvan afwijken De medewerker informatiedienstverlening staat voor de opgave om procedures en richtlijnen te volgen of daarvan af te wijken. Hij moet uiterst zorgvuldig en accuraat zijn bij het hanteren van richtlijnen, procedures en voorschriften, maar daarnaast keuzes maken indien de richtlijnen en procedures niet volstaan. Indien hij niet goed kan bepalen of het gerechtvaardigd is om af te wijken van de regels, kan het diverse gevolgen hebben voor de medewerker zelf of voor de klant, afhankelijk van op welk terrein de regel betrekking heeft. De klant kan bijvoorbeeld de dienstverlening bestempelen als star. Kernopgave 3: Tijd versus kwaliteit De medewerker informatiedienstverlening staat voor de opgave om de kwaliteitseisen af te wegen tegen de tijdsdruk die de hoeveelheid werk met zich meebrengt. Hij moet een juiste afweging kunnen maken tussen dienstverlening aan de klant en het uitvoeren van zijn taken. Hij moet dus prioriteiten kunnen stellen bij zijn taakuitoefening. Het risico van het niet maken van een juiste afweging is dat klanten niet goed worden geholpen. Dit kan gevolgen hebben voor deze klanten, voor het imago van de organisatie en/of de kwaliteit van de informatievoorziening. Kernopgave 4: Ondernemend zijn De medewerker informatiedienstverlening staat voor de opgave een afweging te maken of activiteiten afgestemd moeten worden op de huidige gebruikers of dat er nieuwe doelgroepen benaderd moeten worden. Van hem wordt verwacht dat hij kansen onderzoekt, signaleert en zo mogelijk benut. Hij moet het initiatief nemen om diensten en producten af te zetten en alert zijn op mogelijkheden. Indien hij geen initiatief neemt of niet alert is op mogelijkheden voor de toekomst, laat hij kansen liggen voor zijn organisatie en daarmee voor de klant.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
5
5
COMPETENTIEMATRIX
In de competentiematrix zijn ten behoeve van de overzichtelijkheid de competenties opgenomen die bij de kern van dit kwalificatieprofiel een rol spelen. De matrix is een hulpmiddel en brengt in beeld welke competenties nodig zijn bij welke kerntaken en kernopgaven. Voor de nadere detaillering wordt geadviseerd het betreffende onderdeel in deel 2 van het kwalificatieprofiel te bekijken. Kerntaak 1: Verzorgt het inlichtingenwerk en klantencontact 2: Verzorgt presentatie- en promotieactiviteiten 3: Beheert het informatieaanbod 4: Maakt het informatieaanbod toegankelijk
Kernopgave 1: Zelf handelen versus doorspelen 2: Procedures en richtlijnen volgen versus daarvan afwijken 3: Tijd versus kwaliteit 4: Ondernemend zijn
Competenties De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze 1. informatie te verstrekken 2. klanten te instrueren 3. promotieactiviteiten te verzorgen 4. presentaties te verzorgen 5. de inrichting te verzorgen 6. informatie te selecteren 7. informatieaanbod te beheren 8. informatie formeel te ontsluiten 9. informatie inhoudelijk te ontsluiten 10. zorg te dragen voor kwaliteit 11. eigen werkzaamheden te plannen 12. om te gaan met problemen 13. te communiceren tijdens werkzaamheden 14. klantgericht te handelen 15. te rapporteren over de werkzaamheden 16. samen te werken 17. projecten te coördineren 18. werkzaamheden te coördineren 19. beroepscompetenties te ontwikkelen 20. veilig en milieubewust te werken
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
Kerntaak 1
2
3
4
1
2
3
4
X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X
Kernopgave
6
DEEL 2 DE DOOR HET BESTUUR VAN HET KENNISCENTRUM OP ADVIES VAN DE PARITAIRE COMMISSIE BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN VAST TE STELLEN NADERE UITWERKING 6
VERRIJKTE KERNTAKEN VAN HET TOTALE KWALIFICATIEPROFIEL
Kerntaak 1: Verzorgt het inlichtingenwerk en klantencontact Proces De vragen, behoeften en wensen van de klant en het omgaan met de klant(groep) staan centraal in de kerntaak. De medewerker informatiedienstverlening stelt op methodische wijze vast hoe een voorgelegde vraag beantwoord kan worden. Hij draagt de informatie over of stelt deze beschikbaar. Hij maakt de klant wegwijs in de systemen en bronnen. Wanneer de vraag niet beantwoord kan worden, omdat de vraag te complex is of de bron niet beschikbaar is, verwijst de medewerker de klant naar een collega met de juiste expertise, een andere instelling of een relevante externe bron. Zo nodig zorgt hij voor registratie en administratie van uit te lenen of in te nemen materialen. Rol/verantwoordelijkheden Communicatie en de klantvraag staan centraal in de kerntaak. Van de medewerker informatiedienstverlening wordt dan ook een actief luisterende, dienstverlenende en communicatief sterke rol verwacht. Hij wacht niet op een aanwijzing van een collega of leidinggevende, maar handelt zelfstandig en pro-actief. Daarnaast heeft de medewerker informatiedienstverlening coördinerende taken bij projecten of bij werkzaamheden in het inlichtingenwerk. Complexiteit De medewerker informatiedienstverlening is verantwoordelijk voor het juiste antwoord op een vraag. Ook met een verwijzing naar andere instellingen of een andere informatiebron kan de klant tevreden zijn. De vragen of klachten kunnen variëren van minder complex tot zeer complex, afhankelijk van het onderwerp en de taal waarin gezocht moet worden. Bij complexe vragen moet de medewerker informatiedienstverlening tijdig verwijzen naar een collega met de juiste expertise. Hoewel de informatiebemiddeling min of meer via een vast stramien verloopt, zal de medewerker informatiedienstverlening zoekvaardig, adviesvaardig en algemeen ontwikkeld moeten zijn en zo nodig moeten beschikken over domeinkennis van het vakgebied van de organisatie. Naarmate via digitalisering meer informatie beschikbaar komt zal de medewerker steeds zoekvaardiger moeten worden. Hij zal steeds meer een afweging moeten maken bij het gebruik van bronnen en de informatie moeten controleren op herkomst, betrouwbaarheid en kwaliteit. Betrokkenen Klanten, collega’s en de (direct) leidinggevende. Hulpmiddelen De medewerker informatiedienstverlening maakt gebruik van diverse bibliotheek- en/of archiefapplicaties, digitale middelen, bronnen, zoekmethodieken en het vragenregistratiesysteem.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
7
Kwaliteit van proces en resultaat
Keuzes en dilemma’s
De medewerker informatiedienstverlening verstrekt informatie in de juiste vorm, de juiste taal, met de gewenste inhoud en op tijd. Hij evalueert de kwaliteit door na het leveren van het product naar de tevredenheid van de klant te vragen. Hij levert managementinformatie aan, zodat de algehele kwaliteit van de dienstverlening beoordeeld kan worden. Informatie verstrekken of alleen aanwijzingen geven De medewerker informatiedienstverlening moet regelmatig bepalen of hij de klant direct de gevraagde informatie verstrekt of dat hij alleen aanwijzingen geeft over mogelijke vindplaatsen. Verder moet hij bepalen of hij bepaalde informatie aanbiedt aan de klant of niet. Afwerken taken versus pro-activiteit De medewerker informatiedienstverlening moet regelmatig bepalen of hij (alleen) de opdrachten die hij krijgt strikt uitvoert of dat hij ook mogelijke dienstverleningsverhogende activiteiten uitvoert of initieert. Bronnenkennis De medewerker informatiedienstverlening moet regelmatig bepalen of hij bij het beantwoorden van de vragen de juiste bronnen gebruikt.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
8
Kerntaak 2: Verzorgt presentatie- en promotieactiviteiten Proces Centraal in de kerntaak staat het denken vanuit de behoeften van de interne en externe klant en het daarop afstemmen van producten en dienstverlening. Of het nu gaat om het ondersteunen bij het organiseren van activiteiten (zoals culturele, educatieve activiteiten of exposities/tentoonstellingen), het geven van een presentatie of het zorgen voor een aantrekkelijke publieksruimte, de medewerker informatiedienstverlening houdt steeds het doel voor ogen, namelijk het laten zien welke functie de eigen organisatie heeft en wat zij aan de klanten te bieden heeft. De medewerker verzorgt de publiciteit en/of hij voert een gedeelte van de presentatie of activiteit uit of ondersteunt een collega hierbij. De medewerker houdt hierbij rekening met financiële mogelijkheden en fysieke voorzieningen. In samenwerking met anderen evalueert hij de activiteiten. Rol/verantwoordelijkheden De medewerker informatiedienstverlening heeft een zelfstandige of ondersteunende rol bij de organisatie van activiteiten, van presentaties en bij de verzorging van de publiciteit. Daarnaast heeft hij coördinerende taken bij projecten of bij pr-activiteiten. Complexiteit De complexiteit is beperkt. Hij moet wel goed kunnen plannen en organiseren en een vraaggerichte houding en inzicht in de vraag van klanten hebben. Betrokkenen Klanten, collega's, en de (direct) leidinggevende. Hulpmiddelen De medewerker informatiedienstverlening maakt bij de presentatieen promotieactiviteiten gebruik van educatie-, voorlichtings- en prmaterialen en van informatie- en communicatietechnologie. Kwaliteit van proces en Bij de presentatie- en promotiewerkzaamheden is het van groot resultaat belang dat de medewerker informatiedienstverlening het aanbod aan informatie en de presentatie daarvan afstemt op de klant. Hiervoor zijn communicatieve vaardigheden en kennis van marketingprincipes belangrijk. Om te meten hoe hoog de kwaliteit van de promotieactiviteit is, moet hij deze na afloop in samenwerking met anderen kunnen evalueren. Keuzes en dilemma’s Keuzes maken uit presentatiewijzen De medewerker informatiedienstverlening moet steeds afwegen wat -gezien de doelstelling, het budget en de fysieke voorzieningen- de beste presentatiewijze is; dat geldt zowel indien hij zelf voorstellen moet doen als wanneer hij meehelpt aan het uitwerken van de voorstellen van anderen.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
9
Kerntaak 3: Beheert het informatieaanbod Proces De medewerker informatiedienstverlening verwerft informatie en doet voorstellen voor vernietiging van informatie, verwerkt voorstellen en legt zo nodig metadata vast in systemen. Hij zorgt er eventueel voor dat informatie, zo nodig elders, (in de toekomst) goed wordt behouden. De medewerker informatiedienstverlening onderhoudt en beheert fysieke of digitale informatie. Hij zorgt voor goede bewaaromstandigheden en verzorgt materialen, zo nodig volgens wettelijke eisen t.a.v. bewaaromstandigheden. Hij zorgt voor registratie en administratie van uit te lenen of in te nemen materialen en voor de tijdschriftcirculatie. Rol/verantwoordelijkheden De medewerker informatiedienstverlening heeft een adviserende en uitvoerende rol ten opzichte van de selectie en de vernietiging van het informatieaanbod. Zijn verantwoordelijkheid is de uitvoering van het eigen takenpakket. Daarnaast onderhoudt hij zelfstandig en actief contacten met de leveranciers van de informatie. De medewerker informatiedienstverlening vervult een zelfstandige en adviserende rol t.a.v. het behoud van de informatie. Daarnaast heeft hij coördinerende taken bij projecten of bij het beheren. Complexiteit Om een informatieaanbod te vormen conform de beleidsuitgangspunten moet de medewerker informatiedienstverlening de juiste afwegingen maken t.a.v. de selectie en de vernietiging. Meestal doet hij voorstellen tot aanschaf of vernietiging en neemt een collega de beslissingen. Hij moet bij de selectie inzicht hebben in de (potentiële) klantvraag, het informatieaanbod of de juiste interne procedures of richtlijnen. Deze afwegingen maken dat de kerntaak redelijk complex is. Betrokkenen De medewerker informatiedienstverlening selecteert en beheert het informatieaanbod voor klanten en collega’s. Contacten zijn er met de leveranciers van informatie. Deze leveranciers kunnen collega’s zijn of externen. Zo nodig onderhoudt de medewerker informatiedienstverlening intensieve contacten met externe partijen, bijvoorbeeld bij het overdragen en overbrengen van informatie. De medewerker informatiedienstverlening heeft soms contacten met restaurateurs en/of binders. Hulpmiddelen De medewerker informatiedienstverlening maakt bij het beheren van het informatieaanbod gebruik van relevante communicatie-, registratie- en selectiemiddelen. Hij heeft te maken met wet- en regelgeving en beleidsuitgangspunten. Bij de materiële verzorging van materialen maakt hij gebruik van diverse relevante materialen en hulpmiddelen. Kwaliteit van proces en Bij het beheren van het informatieaanbod wordt van de medewerker resultaat informatiedienstverlening een planmatige, nauwgezette en tijdige aanpak verwacht. De kwaliteit van zijn werk is af te meten aan de mate waarin de aanbieders en afnemers van informatie tevreden zijn over het beheer, de mate waarin de vindbaarheid ook op lange termijn gewaarborgd is, de mate waarin bij calamiteiten adequaat is gehandeld en de mate waarin is gehandeld volgens wet- en regelgeving en/of beleidsuitgangspunten.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
10
Keuzes en dilemma’s
Service en beheer De medewerker informatiedienstverlening moet gezien de beperkte tijd die beschikbaar is in concrete gevallen bepalen of directe dienstverlening noodzakelijk is of dat de tijd beter aan het zorgvuldig beheren van het informatieaanbod besteed kan worden. Bewaren of vernietigen Niet alle informatie kan bewaard worden. Vernietigen is een onomkeerbaar proces en de toekomstige vraag is niet goed in te schatten. Dus zal de medewerker informatiedienstverlening altijd een goede afweging moeten maken. Wet- en regelgeving tegenover eigen speelruimte De medewerker informatiedienstverlening heeft te maken met wet- en regelgeving en beleidsuitgangspunten, maar heeft ook een eigen speelruimte. Daarom moet hij regelmatig in concrete gevallen bepalen wat zijn speelruimte is.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
11
Kerntaak 4: Maakt het informatieaanbod toegankelijk Proces De medewerker informatiedienstverlening verwerkt, analyseert, ontsluit, structureert en ordent (documentaire) informatie tot toegankelijke informatie. Rol/verantwoordelijkheden De taak is uitvoerend van aard. De medewerker informatiedienstverlening heeft een bepalende rol in de toegankelijkheid van informatie. Nauwgezetheid is daarom van groot belang. Met het oog op de informatiebehoefte van de (toekomstige) klant is de werkwijze vraaggericht. Daarnaast heeft hij coördinerende taken bij projecten of bij het toegankelijk maken. Complexiteit Het hangt van de keuze van de organisatie en het vakgebied van de organisatie af hoe complex de ontsluiting is. Dit kan variëren van zeer eenvoudig tot zeer complex. De medewerker informatiedienstverlening houdt zich alleen bezig met minder complexe ontsluiting. De ontsluiting is gebonden aan bestaande (logische) structuren. De te ontsluiten informatie past niet altijd binnen die bestaande structuren. Het vereist een goed inzicht in de structuren en de aard van de informatie om het optimale moment te kiezen voor het doen van voorstellen tot actualiseren van de structuur. De vragen van klanten stemmen niet altijd overeen met de gewenste of bestaande structurering en ordening. Bij het toegankelijk maken van informatie wordt van de medewerker een grote vaardigheid verwacht in het ‘vertalen’ van de klantvraag naar de bestaande structuren of het doen van voorstellen voor de aanpassing daarvan. Betrokkenen In het dagelijkse proces van toegankelijk maken van informatie werkt de medewerker informatiedienstverlening voornamelijk alleen. Communicatie zal voornamelijk plaats vinden met collega’s en de direct leidinggevende. Hulpmiddelen Bij het formeel en inhoudelijk ontsluiten van informatie maakt de medewerker informatiedienstverlening gebruik van diverse geëigende hulpmiddelen, regels en applicaties t.b.v. het toegankelijk maken. Kwaliteit van proces en Bij toegankelijk maken is het van groot belang dat de medewerker resultaat informatiedienstverlening nauwgezet is. Een juist, nauwgezet en effectief gebruik van methoden, technieken en richtlijnen en een goede toepassing van de (Nederlandse) taal bepalen de kwaliteit van de toegankelijkheid. De kwaliteit is af te meten aan de mate van vindbaarheid van informatie op korte en lange termijn. Keuzes en dilemma’s Keuzes maken ten aanzien van de ontsluiting van informatie De medewerker informatiedienstverlening moet steeds afwegen wat de beste manier van ontsluiten is, gezien de informatiebehoefte van de (toekomstige) klant en de door de eigen organisatie gehanteerde wijze van structurering en ordening. Voorstellen voor aanpassing van de ordeningsstructuur doen of niet De medewerker informatiedienstverlening moet steeds afwegen of het noodzakelijk is een voorstel tot aanpassing van de ordeningsstructuur te doen of dat het mogelijk is de informatie binnen de bestaande structuur goed toegankelijk te maken.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
12
7
EVENTUELE KERNOPGAVEN BEHOREND BIJ UITSTROOMDIFFERENTIATIES
Niet van toepassing
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
13
8
BEROEPSCOMPETENTIES MET BEHEERSINGSCRITERIA
Verklaring van de gebruikte coderingen: L E N S C O P
leercompetentie economische burgerschapscompetentie normatieve burgerschapscompetentie sociale burgerschapscompetentie culturele burgerschapscompetentie organisatorische burgerschapscompetentie politieke burgerschapscompetentie
Beroepscompetentie 1 (VM)
Informatie verstrekken De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze, gebruik makend van diverse zoekmethodieken, bronnen en hulpmiddelen, informatie te verstrekken ten behoeve van een optimale informatievoorziening van de klant.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Analyseert een vraag van de klant d.m.v. een methodische vraagstelling en evalueert kritisch of de klant tevreden is met de aangeboden informatie of oplossing Stemt stijl en taalgebruik af op de klant(-groep) en past daarbij zo nodig de kennis over de klantgroep toe Communiceert effectief en correct in de Nederlandse taal en in een moderne vreemde taal (bij voorkeur Engels) Zoekt met de juiste ingang(en) naar informatie in een bruikbare informatiebron, gebruik makend van relevante informatie- en communicatietechnologie Verwijst indien nodig tijdig naar een andere bruikbare (externe) informatiebron of een collega met de juiste expertise Biedt informatie tijdig en in de juiste vorm aan Biedt een weloverwogen oplossing aan voor klachten of speelt deze door aan zijn leidinggevende/collega Attendeert ongevraagd op aanvullende bruikbare informatie Gaat in op signalen t.a.v. de dienstverlening of constateert ontwikkelingen in klantvragen en beslist of hij deze zelf oppakt of doorspeelt aan zijn collega/leidinggevende Past zo nodig procedures, richtlijnen en reglementen toe Verzorgt alle facetten van de registratie van gegevens bij beschikbaar stellen De klant is naar zijn tevredenheid geïnformeerd en tijdig en juist verwezen
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
14
Beroepscompetentie 2 (VM)
Klanten instrueren De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze, gebruikmakend van relevante hulpmiddelen, klanten te instrueren ten behoeve van het vergroten van de kennis over de dienstverlening en bronnen.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 3 (VM)
Communiceert effectief en correct in de Nederlandse taal en in een moderne vreemde taal (bij voorkeur Engels) Bereidt de instructie(-hulpmiddelen) voor Biedt, zo nodig op didactische wijze, een instructie aan die voldoet aan de wens van de klant of klantgroep of ondersteunt zijn collega hierbij Evalueert kritisch of de klant tevreden is met de instructie De klant kan zijn weg vinden en is op de hoogte van de vindplaats van de informatie De klant kan zelfstandig gebruik maken van informatiesystemen en bronnen De klant is op de hoogte van de dienstverlening en het reglement De informatievaardigheid van de klant is vergroot Promotieactiviteiten verzorgen De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze promotieactiviteiten te organiseren zodat de bibliotheek/het archief en de activiteiten van de bibliotheek/het archief bekend zijn bij (potentiële) klanten.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Verzorgt tijdig, op verzorgde wijze en zorgvuldig geformuleerd de publiciteit betreffende de promotieactiviteit Assisteert bij het organiseren en inrichten van exposities en tentoonstellingen Verzorgt het (voorraad)beheer van materiaal en apparatuur voor educatie-, voorlichtings- en pr-doeleinden Analyseert en evalueert kritisch of de doelgroep met de publiciteit of activiteit op de gewenste wijze is bereikt De promotieactiviteit is op de juiste wijze en met de juiste middelen uitgevoerd De publiciteit is zorgvuldig geformuleerd De promotieactiviteit heeft zijn doel bereikt
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
15
Beroepscompetentie 4 (VM)
Presentaties verzorgen De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze presentaties te verzorgen, gebruikmakend van basisprincipes op het gebied van presenteren en van relevante hulpmiddelen, ten behoeve van het vergroten van de kennis over de dienstverlening.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 5 (VM)
Verzorgt voorlichtingsbijeenkomsten en educatieve activiteiten Bereidt de presentatie voor en zet eventueel de hulpmiddelen gebruiksgereed Assisteert bij het gebruik van hulpmiddelen bij presentaties van collega’s Stemt presentatie qua vorm, taal en inhoud af op de voorkennis en belevingswereld van de doelgroep Bouwt de presentatie op een duidelijke manier op en beargumenteert keuzes Brengt de informatie helder en begrijpelijk over Geeft zelf doelmatige presentaties, gebruik makend van relevante hulpmiddelen en relevante informatie- en communicatietechnologie Verzorgt het (voorraad)beheer van materiaal en apparatuur voor educatie-, voorlichtings- en pr-doeleinden Evalueert kritisch of de klant tevreden is met de presentatie Een goede presentatie van de dienstverlening, conform de eisen ten aanzien van vormgeving en inhoud Een presentatie die is afgestemd op doel en doelgroep De inrichting verzorgen De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze zorg te dragen voor een aantrekkelijke inrichting van de publieksruimte zodat materialen vindbaar zijn en de ruimte er aantrekkelijk uitziet.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Ruimt nauwgezet materialen op die terug komen van de uitlening, die nieuw zijn of die kennelijk verkeerd geplaatst zijn Controleert regelmatig of materialen op de juiste plaats staan Verzorgt een aantrekkelijke en adequate bewegwijzering van de publieksruimte Presenteert een aantrekkelijk aanbod van media Reageert adequaat op wensen en signalen van klanten t.a.v. de inrichting en adviseert het management pro-actief over mogelijkheden Adviseert de leidinggevende adequaat over de systeemkeuze voor inrichting van de publieksruimte en de plaatsing van materialen De publieksruimte is goed ingericht en geordend, zodat materialen vindbaar zijn en de ruimte er aantrekkelijk uitziet Het management is correct geïnformeerd over zaken m.b.t. de inrichting en plaatsing van materialen
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
16
Beroepscompetentie 6 (VM)
Informatie selecteren De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze, rekening houdend met het aanbod en de beleidsuitgangspunten van de organisatie, voorstellen te doen voor opname of vernietiging van informatie.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 7 (VM)
Oriënteert zich op het aanbod van informatie Oriënteert zich op mogelijk te vernietigen informatie Selecteert informatie uit het aanbod die voldoet aan profielen, beleidsuitgangspunten en/of verzoeken Verzorgt zo nodig de registratie van op te nemen of te vernietigen informatie, gebruik makend van relevante informatie- en communicatietechnologie De relevante voorstellen tot opname of vernietiging zijn verstrekt De informatie is correct geregistreerd Informatieaanbod beheren De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze het digitale of fysieke informatieaanbod te beheren volgens beleidsuitgangspunten en interne procedures.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Zoekt bescheiden op en plaatst ze terug Verzorgt zorgvuldig de circulatie van tijdschriften onder de interne klanten Houdt de administratie en/of inventaris bij Verzorgt op aanvraag alle facetten van de fysieke vernietiging van documenten volgens voorgeschreven richtlijnen Maakt (nieuwe) documenten fysiek gereed voor opname Voert de materiële verzorging uit van documenten Voert functioneel applicatiebeheer uit Het informatieaanbod is duurzaam beheerd en bewaard Het informatieaanbod is geconserveerd en materieel verzorgd conform beleidsuitgangspunten en interne procedures
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
17
Beroepscompetentie 8 (VM)
Informatie formeel ontsluiten De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze het informatieaanbod formeel te ontsluiten en te ordenen, conform de procedures en richtlijnen binnen het vakgebied en de eigen organisatie, zodat informatie bijeengebracht is en de vindbaarheid gewaarborgd is.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 9 (VM)
Analyseert informatie, documenten of objecten, bepaalt kenmerken voor formele toegankelijkheid en brengt deze aan en/of voert deze in, gebruik makend van relevante informatie- en communicatietechnologie Past ordeningsprincipes toe Doet zo nodig verbetervoorstellen voor toegankelijkheid aan zijn collega of leidinggevende Informatie is formeel ontsloten volgens (internationale/nationale/eigen) regels en/of standaarden De formele ingangen zijn juist weergegeven en doorzoekbaar Het bezit van de organisatie is juist weergegeven Informatie inhoudelijk ontsluiten De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze het informatieaanbod inhoudelijk te ontsluiten, gebruik makend van woordsystemen of classificaties zodat de vindbaarheid voor de klant gewaarborgd en informatie bijeengebracht is.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Analyseert informatie, documenten of objecten, bepaalt kenmerken voor inhoudelijke toegankelijkheid en brengt deze aan en/of voert deze in, gebruik makend van relevante informatie- en communicatietechnologie Doet voorstellen voor complexere kenmerken voor inhoudelijke toegankelijkheid aan zijn collega Vat informatie kort inhoudelijk en taaltechnisch correct samen Past ordeningsprincipes toe Doet zo nodig verbetervoorstellen voor toegankelijkheid aan zijn collega of leidinggevende Informatie is inhoudelijk ontsloten met behulp van (internationale/nationale/eigen) woordsystemen en/of classificaties De inhoud van de informatie (documenten, objecten) is kort samengevat zodat derden weten waar de informatie over gaat De inhoud van de informatie is juist en zo specifiek mogelijk weergegeven
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
18
Beroepscompetentie 10 (BOS)
Zorgdragen voor kwaliteit De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze zorg te dragen voor een goede werkuitvoering en een goede kwaliteit van het af te leveren werk, zodat zowel aan de belangen van de klant als die van het eigen bedrijf tegemoet gekomen wordt.
Beheersingscriteria gericht op het proces N N N N N N N N O
Resultaat
Beroepscompetentie 11 (BOS)
Werkt volgens het kwaliteitssysteem van de werkgever Gaat efficiënt en kostenbewust om met materialen, materieel en tijd Werkt volgens procedures, protocollen, normen, wet- en regelgeving Doet voorstellen voor verbetering van de kwaliteit van het werk Stelt richtlijnen op voor verbetering van de kwaliteit van het werk Signaleert fouten, verstoringen en afwijkingen in het eigen werkproces en dat van anderen en onderneemt actie binnen het eigen werkproces en dat van anderen Gebruikt protocollen en/of handboek kwaliteitszorg Rapporteert fouten, verstoringen en afwijkingen aan betreffende functionaris Spreekt anderen aan op fouten, verstoringen en afwijkingen Plant en regelt de eigen activiteiten Controleert tijdens de uitvoer van het werk de juistheid van de door hem en anderen gehanteerde werkwijze Controleert na afloop het resultaat van het eigen werk en dat van anderen Evalueert het eigen werkproces en dat van anderen Oriënteert zich op de externe markt om de eigen producten en diensten te kunnen verbeteren en onderneemt hierop actie Een goede kwaliteit van het afgeleverde werk Een positieve bijdrage aan het goed verlopen van werkprocessen en projecten Relevante voorstellen voor de verbetering van de kwaliteit van het werk Plannen eigen werkzaamheden De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze zijn werk te plannen, zodat dit efficiënt kan worden uitgevoerd.
Beheersingscriteria gericht op het proces
O N O N Resultaat
Interpreteert relevante informatie Beoordeelt de werksituatie Schat in hoelang de werkzaamheden gaan duren Bepaalt de werkvolgorde en stelt hierbij prioriteiten Houdt rekening met mogelijke knelpunten Plant en regelt eigen activiteiten Verdeelt zo nodig de werkzaamheden en let daarbij op de kwaliteiten van de medewerkers Toont overtuigingskracht, besluitvaardigheid en verantwoordelijkheid Stemt de aanpak van werken zo nodig af met de leidinggevende en/of andere betrokkenen De werkzaamheden zijn zo gepland en voorbereid dat zij tijdig, nauwgezet en in de juiste volgorde kunnen worden verricht
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
19
Beroepscompetentie 12 (BOS)
Omgaan met problemen De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze met problemen om te gaan, zodat deze verholpen en indien mogelijk in de toekomst voorkomen worden.
Beheersingscriteria gericht op het proces N
N
Resultaat
Beroepscompetentie 13 (BOS/SC/ON)
Signaleert het probleem Analyseert het probleem (of brengt het probleem in kaart) Onderzoekt mogelijke oorzaken Maakt de juiste overweging om het probleem zelf te verhelpen of het te melden bij leidinggevende en/of andere belanghebbenden Raadpleegt zo nodig collega’s, leidinggevende(n) en/of deskundige(n) Verwijst zo nodig door naar collega(’s), leidinggevende(n) en/of deskundige(n) Blijft kalm in moeilijke situaties Weegt mogelijke oplossingen af rekening houdend met belangen en normen van anderen en kiest de meest geschikte oplossing Verhelpt indien mogelijk het probleem Biedt hulp bij het verhelpen van het probleem Registreert gegevens over het probleem Evalueert resultaat van werkzaamheden Neemt maatregelen ter voorkoming van het probleem Het probleem is verminderd, beheersbaar gemaakt of verholpen Indien mogelijk zijn maatregelen ter preventie van verdere problemen opgenomen Communiceren tijdens werkzaamheden De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze met alle betrokkenen in het werkproces te communiceren, opdat de werkzaamheden effectief en efficiënt verlopen.
Beheersingscriteria gericht op het proces N/C N C N
O O Resultaat
Hanteert correcte omgangsvormen Stemt de communicatiestijl af op de ander en op de situatie Luistert aandachtig en toont geduld Spreekt helder en duidelijk (Nederlands en Engels) Stelt gerichte vragen om relevante informatie te achterhalen Let op non verbale communicatie (intercultureel) Schrijft begrijpelijke teksten/instructies Legt op een duidelijke en begrijpelijke manier een complex onderwerp uit en combineert daarbij zo nodig informatie uit verschillende bronnen Vat samen wat anderen zeggen en wat hij zelf heeft willen overbrengen en vraagt naar overeenstemming Deelt relevante informatie tijdig mee en stemt waar nodig af met anderen Zorgt voor een goede overdracht van het werk Gaat beheerst om met eigen gevoelens Respecteert eigen grenzen en grenzen van anderen Een goede bijdrage aan het verloop van het werkproces Tijdig en volledig geïnformeerde betrokkenen Levert een positieve bijdrage aan de onderlinge werkverhoudingen
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
20
Beroepscompetentie 14 (SC)
Klantgericht handelen De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze klantgericht te handelen, zodat de werkzaamheden naar tevredenheid van de klant worden uitgevoerd.
Beheersingscriteria gericht op het proces N N
N N Resultaat
Beroepscompetentie 15 (SC)
Treedt representatief op en stemt zijn handelen af op de klant Vraagt naar wensen en behoeften van de klant Vertaalt de wens(en) van de klant naar het uit te voeren werk Is de klant van dienst, ook bij ongeplande werkzaamheden, maar houdt het bedrijfsbelang in de gaten Wijst klant op rechten/regelgeving Past verschillende gesprekstechnieken en gedragsstijlen toe, afgestemd op de situatie en de klant Komt afspraken na De klant is tevreden over - de gegeven adviezen - de wijze waarop hij behandeld is - de manier waarop de werkzaamheden zijn uitgevoerd - het eindresultaat Rapporteren over de werkzaamheden De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze mondeling en schriftelijk te rapporteren, zodat alle belanghebbenden doelmatig worden geïnformeerd.
Beheersingscriteria gericht op het proces N N
Resultaat
Bepaalt welke informatie relevant is voor degene aan wie hij rapporteert en stemt taalgebruik daarop af Geeft duidelijke en complete informatie, die ook fraude voorkomt Gebruikt de gebruikelijke (éénduidige) vaktermen Legt verbetervoorstellen vast Schrijft begrijpelijke teksten Gebruikt duidelijk en foutloos Nederlands Alle belanghebbenden zijn geïnformeerd
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
21
Beroepscompetentie 16 (BOS/SC)
Samenwerken De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze samen te werken, zodat het werk zo goed mogelijk kan worden uitgevoerd.
Beheersingscriteria gericht op het proces N S O/N O/N O N N C/N Resultaat
Beroepscompetentie 17 (SC)
Past zich aan de bedrijfscultuur aan Komt gemaakte werkafspraken na Geeft feedback aan collega’s Vraagt om feedback van collega’s en wijzigt werkwijze indien nodig Vraagt collega’s om hulp als hij er zelf niet uitkomt Stimuleert en helpt collega’s als de situatie daarom vraagt Geeft aan wanneer de werkdruk te hoog is Neemt actief deel aan werkbesprekingen Stelt het gemeenschappelijke resultaat van het team centraal Gaat flexibel om met wisselende taken Gaat in goede harmonie om met collega’s en leidinggevende Spreekt anderen aan op hun handelen Draagt bij aan een positieve werksfeer en toont interesse in het werk van anderen Gaat respectvol om met mensen van andere disciplines, houdt rekening met de werkzaamheden van derden en overlegt bij eventuele problemen Zorgt voor een duidelijke werkoverdracht naar collega’s De medewerker informatiedienstverlening functioneert effectief en efficiënt binnen een team De medewerker informatiedienstverlening levert in een prettige werksfeer met anderen een gezamenlijke prestatie om doelen te realiseren Projecten coördineren De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze kleine projecten te coördineren.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Stelt een plan van aanpak op Beheert een (deel)budget Voorziet medewerkers van de noodzakelijke informatie Geeft duidelijk aan wat er van mensen verwacht wordt Bewaakt de voortgang van de werkzaamheden Onderneemt actie als de situatie daarom vraagt Evalueert de werkzaamheden Levert een pro-actieve bijdrage aan het project Werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens geldende procedures en regels Projectuitvoering is op juiste wijze gecoördineerd
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
22
Beroepscompetentie 18 (SC)
Werkzaamheden coördineren De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze de dagelijkse werkzaamheden binnen de eigen afdeling te coördineren en zorg te dragen voor de interne communicatie.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 19 (ON)
Verdeelt de werkzaamheden over de medewerkers, maakt een planning Bewaakt de voortgang, manier van werken en continuïteit van de dienstverlening en onderneemt zo nodig actie Informeert medewerkers en voert werkoverleg Voorziet medewerkers van de noodzakelijke informatie Geeft duidelijk aan wat er van mensen verwacht wordt Bewaakt de voortgang van de werkzaamheden Onderneemt actie als de situatie daarom vraagt Tevreden en goed geïnformeerde medewerkers Een goede voortgang van de werkzaamheden en de dienstverlening Beroepscompetenties ontwikkelen De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze zijn beroepscompetenties gedurende de loopbaan te ontwikkelen om goed te blijven functioneren in zijn beroep.
Beheersingscriteria gericht op het proces
L L O Resultaat
Beroepscompetentie 20 (BOS/SC)
Reflecteert op het beroepsmatig handelen Onderhoudt zijn beroepscompetenties optimaal Evalueert de eigen werkzaamheden Bepaalt welke beroepscompetenties hij verder moet ontwikkelen Bepaalt welke activiteiten hij daartoe moet ondernemen Houdt zich op de hoogte van ontwikkelingen in de branche Leest regelmatig vakliteratuur Bezoekt vakbeurzen, trainingen, cursussen en seminars Toont motivatie en initiatieven om zich te ontwikkelen Stuurt eigen leerproces Deelt kennis en ervaring met anderen Constante ontwikkeling en toepassing van de eigen beroepscompetenties Heldere verbeterpunten voor het eigen functioneren Veilig en milieubewust werken De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze volgens voorschriften voor veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden te werken zodat het werk verantwoord wordt uitgevoerd.
Beheersingscriteria gericht op het proces N N Resultaat
Handelt conform de richtlijnen/relevante voorschriften op het gebied van veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden Doet voorstellen voor het op- en bijstellen van richtlijnen/voorschriften op het gebied van veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden Het werk is conform de richtlijnen/voorschriften voor veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden uitgevoerd
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
23
Beroepscompetentie 21 (VM)
Klanten begeleiden bij onderzoek (Uitstroomdifferentiatie Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum) De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze klanten te begeleiden bij (historisch) onderzoek opdat zij de informatie voor hun onderzoek zelfstandig kunnen vinden.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 22 (VM)
Bepaalt de behoefte van de klant aan begeleiding d.m.v. methodische vraagstelling Begeleidt de klant bij het gebruik van de collectie, de toegangen en overige hulpmiddelen Verwijst indien nodig tijdig naar een andere instelling of een collega met de juiste expertise Analyseert en evalueert de klanttevredenheid en onderneemt zo nodig actie De klant is tevreden met de begeleiding en is juist, tijdig en volledig geïnformeerd Archiefdepot/archiefbewaarplaats beheren (Uitstroomdifferentiatie Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum) De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze het archiefdepot/de archiefbewaarplaats conform wet- en regelgeving te beheren ten behoeve van een duurzame bewaring.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 23 (VM)
Controleert bewaaromstandigheden (klimaat en veiligheid) Voert materiële verzorging uit van archieven en archiefbescheiden Houdt de (digitale) depotadministratie bij Het informatieaanbod is duurzaam beheerd en bewaard, zodat cultuurhistorische informatie wordt behouden Archivistisch ontsluiten (Uitstroomdifferentiatie Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum) De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze het informatieaanbod formeel te ontsluiten en te ordenen, conform archivistische procedures en richtlijnen.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Voert onder leiding van de archivaris de analyse uit van informatie, documenten of objecten, bepaalt mede kenmerken voor formele toegankelijkheid en brengt deze aan en/of voert deze in, gebruik makend van relevante informatie- en communicatietechnologie Past onder leiding van de archivaris ordeningsprincipes toe Doet zo nodig verbetervoorstellen voor toegankelijkheid aan de archivaris Informatie is formeel ontsloten volgens (internationale/nationale/eigen) regels en/of standaarden De formele ingangen zijn juist weergegeven en doorzoekbaar Het bezit van de organisatie is juist weergegeven
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
24
Beroepscompetentie 24 (SC)
Leiding geven (Uitstroomdifferentiatie Bibliotheekmedewerker) De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze leiding te geven aan de afdeling.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 25 (SC)
Maakt aan werknemers het beleid en de werkzaamheden bekend van de organisatie of de afdeling Stemt interne communicatie af tussen werknemers binnen de afdeling en/of tussen afdelingen, met het oog op een efficiënte uitvoering van de werkzaamheden Beheert een (deel)budget Stelt een (deel)begroting op Levert een bijdrage aan de totstandkoming van een beleidsplan of werkplan Genereert managementinformatie en adviseert het management Ziet toe op correcte uitvoering werkzaamheden Bewaakt de voortgang van de werkzaamheden Stuurt medewerkers indien nodig bij Voert functioneringsgesprekken Voert beoordelingsgesprekken Werkt mee aan de verdere ontwikkeling van medewerkers Administreert zaken m.b.t. personeel (verlof, ziekte) Medewerkers weten wat zij moeten doen en de werkzaamheden van de afdeling zijn efficiënt uitgevoerd Het budget is niet overschreden Communiceren met doelgroepen (Uitstroomdifferentiatie Bibliotheekmedewerker) De medewerker informatiedienstverlening is in staat om in verschillende situaties op adequate wijze te communiceren met diverse doelgroepen van de bibliotheek en deze doelgroepen te ondersteunen.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Benadert de specifieke doelgroepen op gepaste wijze, rekening houdend met hun specifieke achtergrond Stemt zijn communicatie af op de specifieke doelgroep (spreekt zo nodig Engels of een andere moderne vreemde taal) Stemt het aanbod van materialen en hulpmiddelen af op de specifieke doelgroep Verwijst zo nodig naar collega’s Doelgroepen zijn correct benaderd en voorzien van de juiste informatie, materialen en/of hulpmiddelen
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
25
Beroepscompetentie 26 (VM)
Acquisitie verzorgen (Uitstroomdifferentiatie Bibliotheekmedewerker) De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze de acquisitie van materialen te verzorgen zodat deze kunnen worden opgenomen in het informatieaanbod van de bibliotheek.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 27 (SC)
Verzorgt nauwkeurig en volgens procedures alle facetten van de besteladministratie Zorgt voor financiële afwikkeling van de bestellingen Verzorgt nauwkeurig de administratie van (abonnementen van) tijdschriften en andere seriële publicaties Zorgt op de meest effectieve wijze voor de publicatie van een aanwinstenlijst van nieuwe materialen Materialen zijn volgens de correcte procedure en via de meest passende kanalen besteld, geregistreerd en ontvangen Financiën zijn correct afgewikkeld Een aanwinstenlijst is gepubliceerd Interne klanten adviseren (Uitstroomdifferentiatie Informatieverzorger) De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze belanghebbenden te adviseren over zorgvuldige archivering van informatie.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Instrueert en ondersteunt schriftelijk of mondeling belanghebbenden op het gebied van (digitale) archivering en ontsluiting Analyseert de situatie van de belanghebbende Inventariseert de wensen van de belanghebbende Put voor het advies uit eigen deskundigheid Brengt mogelijkheden helder onder woorden Betrekt de nieuwste ontwikkelingen in zijn advies Stemt advies qua vorm, taal en inhoud af op de voorkennis en belevingswereld van de gesprekspartner(s) Informeert de gesprekspartner(s) over de verschillende mogelijkheden, uitgaande van diens situatie en wensen Geeft zo volledig mogelijk voor- en nadelen aan bij de verschillende mogelijkheden die de gesprekspartner(s) heeft Stelt vragen ter verduidelijking Beantwoordt vragen van de gesprekspartner(s) Vat het gezegde samen en vraagt of het advies door de gesprekspartner(s) begrepen is Denkt actief mee over oplossingen Stelt zich klantvriendelijk op Toont betrokkenheid Belanghebbenden zijn juist, volledig en tijdig geïnformeerd over de archivering van informatie
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
26
Beroepscompetentie 28 (VM)
Informatieaanbod registreren (Uitstroomdifferentiatie Informatieverzorger) De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze relevante informatie te registreren, metadata eraan toe te kennen en de juiste bestemming te bepalen ten behoeve van afhandeling en afdoening.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Controleert inkomende en uitgaande post op volledigheid, juistheid en betrouwbaarheid; onderneemt bij onvolkomenheden actie Ontvangt en opent fysieke en digitale documenten, bepaalt bestemming, zorgt eventueel voor reproductie en verspreiding naar de juiste personen Onderscheidt soorten materiaal en geeft speciale behandeling aan daarvoor in aanmerking komend materiaal (spoedeisend, vertrouwelijk, aangetekend etc.) Beheert elektronische postbussen Analyseert formele en inhoudelijke kenmerken van documenten en legt deze vast in daarvoor bestemde (elektronische) systemen Levert managementinformatie aan uit registratiesystemen (zoals rappellijsten) Het informatieaanbod heeft de juiste bestemming gekregen, voldoet aan de informatiewens van de gebruikers en is afgehandeld/afgedaan conform richtlijnen en procedures
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
27
Beroepscompetentie 29 (VM)
Informatie beheren conform wet- en/of regelgeving (Uitstroomdifferentiatie Informatieverzorger) De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze documenten en dossiers te beheren (registreren, archiveren en bewaren) met behulp van relevante hulpmiddelen en informatie- en communicatietechnologie en conform wet- en regelgeving.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 30 (VM)
Registreert en archiveert documenten en bepaalt welke documenten tot een dossier behoren Controleert de documenten en dossiers op volledigheid en legt relevante context- en procesinformatie vast Schoont dossiers zo nodig Zorgt voor beveiliging van de digitale documenten en dossiers en maakt hiertoe zo nodig afspraken met de afdeling automatisering Stelt aan de hand van relevante hulpmiddelen (zoals een documentair structuurplan of een basisselectiedocument) vast welke documenten en dossiers omgezet moeten worden naar een read only versie en verzorgt de omzetting Zorgt voor duurzame bewaring van digitale documenten in een record management applicatie Bepaalt in overleg welke digitale documenten of dossiers voor verder duurzame bewaring in aanmerking komen en verricht de duurzame bewaring afhankelijk van de beschikbare mogelijkheden Controleert bewaaromstandigheden (klimaat en veiligheid) Voert materiële verzorging uit van documenten of besteedt deze uit Zorgt voor substitutie, door bijvoorbeeld te scannen en te digitaliseren Documenten en dossiers zijn in digitale vorm (records) beschikbaar en duurzaam digitaal opgeslagen Het informatieaanbod is duurzaam beheerd en bewaard, zodat (cultuurhistorische) informatie wordt behouden Selecteren en eindbestemming bepalen (Uitstroomdifferentiatie Informatieverzorger) De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze informatie te selecteren en de eindbestemming te bepalen t.b.v. bewaring/vernietiging of vervreemding/overdracht.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Neemt selectiebeslissingen m.b.v. selectie-instrumenten Stelt verklaring van vernietiging op en voert vernietiging van archiefbescheiden uit volgens de voorgeschreven richtlijnen Voert overdracht uit van archiefbescheiden aan het semi-statisch archief of een ander orgaan conform een voorgeschreven procedure Voert overbrenging uit van archiefbescheiden aan statisch archief/archiefbewaarplaats conform voorgeschreven procedure Voert vervreemding uit van archiefbescheiden aan een andere instelling conform voorgeschreven procedure De vastgelegde informatie is geselecteerd en gewaardeerd conform richtlijnen, procedures en door gebruik te maken van instrumenten voor selectie en vernietiging
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
28
9
OPBOUW KWALIFICATIEPROFIEL
9.1 KERN Voor het kwalificatieprofiel Medewerker informatiedienstverlening is de volgende kern vastgesteld. Kern De volgende kerntaken, kernopgaven en competenties maken deel uit van de kern: 1, 2, 3, 4 Kerntaken Kernopgaven
1, 2, 3, 4
Competenties
1 t/m 20
9.2 UITSTROOMDIFFERENTIATIES Voor het kwalificatieprofiel Medewerker informatiedienstverlening zijn de volgende uitstroomdifferentiaties vastgesteld. Uitstroomdifferentiatie 1
Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum (crebo-code: 90521)
Korte typering van de uitstroomdifferentiatie: Deze medewerker informatiedienstverlening is werkzaam in een organisatie waar sprake is van een archiefdepot/archiefbewaarplaats. Zijn verdere taken in deze context, behalve genoemd zijn in de korte typering van het kerndeel, zijn: hulp bieden aan onderzoekers in de studiezaal bij hun onderzoek, het beheren van een archiefdepot of een archiefbewaarplaats en onder leiding van een archivaris het ontsluiten van het informatieaanbod conform archivistische procedures en richtlijnen. De volgende kerntaken, kernopgaven en competenties maken deel uit van deze uitstroomdifferentiatie: 1, 2, 3, 4 Kerntaken Kernopgaven
1, 2, 3, 4
Competenties
1 t/m 23
Uitstroomdifferentiatie 2
Bibliotheekmedewerker (crebo-code: 90522)
Korte typering van de uitstroomdifferentiatie: Deze medewerker informatiedienstverlening werkt in een bibliotheek of in een mediatheek (of andere benamingen). Zijn verdere taken in deze context, behalve die genoemd zijn in de korte typering van het kerndeel, zijn: acquisitie van het informatieaanbod, leiding geven en ondersteunen van doelgroepen. De volgende kerntaken, kernopgaven en competenties maken deel uit van deze uitstroomdifferentiatie: 1, 2, 3, 4 Kerntaken Kernopgaven
1, 2, 3, 4
Competenties
1 t/m 20 en 24, 25, 26
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
29
Uitstroomdifferentiatie 3
Informatieverzorger (crebo-code: 90523)
Korte typering van de uitstroomdifferentiatie: Deze medewerker informatiedienstverlening werkt in een organisatie waar sprake is van documentaire informatievoorziening. Zijn verdere taken in deze context, behalve die genoemd zijn in de korte typering van het kerndeel, zijn: informatie verder toegankelijk maken, het archief beheren en adviezen geven over archivering. De volgende kerntaken, kernopgaven en competenties maken deel uit van deze uitstroomdifferentiatie: 1, 2, 3, 4 Kerntaken Kernopgaven
1, 2, 3, 4
Competenties
1 t/m 20 en 27 t/m 30
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
30
10 CERTIFICEERBARE EENHEDEN Niet van toepassing
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
31
11 COMPETENTIEMATRIX In de competentiematrix zijn ten behoeve van de overzichtelijkheid alle competenties opgenomen die bij de kern en de uitstroomdifferentiaties van dit kwalificatieprofiel een rol spelen. De matrix is een hulpmiddel en brengt in beeld welke competenties nodig zijn bij welke kerntaken en kernopgaven en in welke uitstroomdifferentiaties. Voor de nadere detaillering wordt geadviseerd het betreffende onderdeel in deel 2 van het kwalificatieprofiel te bekijken. Kerntaak 1: Verzorgt het inlichtingenwerk en klantencontact 2: Verzorgt presentatie- en promotieactiviteiten 3: Beheert het informatieaanbod 4: Maakt het informatieaanbod toegankelijk
Competenties De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze 1. informatie te verstrekken 2. klanten te instrueren 3. promotieactiviteiten te verzorgen 4. presentaties te verzorgen 5. de inrichting te verzorgen 6. informatie te selecteren 7. informatieaanbod te beheren 8. informatie formeel te ontsluiten 9. informatie inhoudelijk te ontsluiten 10. zorg te dragen voor kwaliteit 11. de eigen werkzaamheden te plannen 12. om te gaan met problemen 13. te communiceren tijdens werkzaamheden 14. klantgericht te handelen 15. te rapporteren over de werkzaamheden 16. samen te werken 17. projecten te coördineren 18. werkzaamheden te coördineren
Kernopgave 1: Zelf handelen versus doorspelen 2: Procedures en richtlijnen volgen versus daarvan afwijken 3: Tijd versus kwaliteit 4: Ondernemend zijn
Kern KT KT 1 2 X X X X X
KT 3
KT 4
X X X X X X
X X X X
X X X X
X X X X X X
X X X X X
X X X X X
X X X X X
X X X X X
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
Uitstroomdiff. 1 Uitstroomdiff. 2 KT KT KT KT KT KT KT 1 3 4 1 2 3 4
Uitstroomdifferentiatie 1: Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum 2: Bibliotheekmedewerker 3: Informatieverzorger
Uitstroomdiff. 3 KT KT KT KT 1 2 3 4
Kernopgave KO KO KO 1 2 3 X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
KO 4 X X X X X X X X X X X X X
X X X X X
X X X X X
X X X X X
X X X X X
32
Competenties De medewerker informatiedienstverlening is in staat om op adequate wijze 19. beroepscompetenties te ontwikkelen 20. veilig en milieubewust te werken 21. klanten te begeleiden bij onderzoek 22. het archiefdepot/de archiefbewaarplaats te beheren 23. archivistisch te ontsluiten 24. leiding te geven 25. te communiceren met doelgroepen 26. de acquisitie van materialen te verzorgen 27. interne klanten te adviseren 28. het informatieaanbod te registreren 29. informatie te beheren conform weten/of regelgeving 30. te selecteren en de eindbestemming te bepalen
Kern KT KT 1 2 X X X X
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
KT 3 X X
KT 4 X X
Uitstroomdiff. 1 Uitstroomdiff. 2 KT KT KT KT KT KT KT 1 3 4 1 2 3 4
Uitstroomdiff. 3 KT KT KT KT 1 2 3 4
X X X X X
X X
X
X
X X
X
X X X X
X
Kernopgave KO KO KO 1 2 3 X X X X X X X X X X X X
KO 4 X X X X
X X X X
X X X X
X X X X
X X X X
X X X
X X X
X X X
X X X
X
X
X
X
33
12 VERANTWOORDINGSDOCUMENT De verantwoording bij het kwalificatieprofiel heeft tot doel de opbouw van het kwalificatieprofiel en de wijze van totstandkoming toe te lichten en te verantwoorden. Het Verantwoordingsdocument heeft twee functies: - het is een verantwoording van de stappen die zijn gezet bij het opstellen van het kwalificatieprofiel zodanig dat een toetsing door derden mogelijk is; - het is een toelichting op de keuzes die zijn gemaakt bij het opstellen van het kwalificatieprofiel zodanig dat voor gebruikers inzichtelijk wordt wat er wel en niet in het kwalificatieprofiel is opgenomen en waarom die keuzes zijn gemaakt. In de verantwoording worden zeven onderdelen behandeld: 12.1 De onderliggende beroepscompetentieprofielen 12.2 Naam en structuur van het kwalificatieprofiel 12.3 Van beroepscompetentieprofielen naar kwalificatieprofiel 12.4 Leer- en burgerschapscompetenties 12.5 Borging van de kwaliteit van examinering 12.6 Doorstroomrechten 12.7 Het proces van totstandkoming van het kwalificatiedossier. De zeven onderdelen worden in de navolgende paragrafen verder uitgewerkt.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
34
12.1 DE ONDERLIGGENDE BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN Namen van de gebruikte beroepscompetentieprofielen De verwantschap tussen de gebruikte beroepscompetentieprofielen Afbakening ten opzichte van andere beroepscompetentieprofielen Consequenties verwantverklaring voor de beroepspraktijkvorming Beschikbaarheid BPV-plaatsen
Beroepscompetentieprofielen Bij het opstellen van het kwalificatieprofiel Medewerker informatiedienstverlening is uitgegaan van de beroepscompetentieprofielen Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum, Bibliotheekmedewerker en Informatieverzorger. Verwantschap tussen de gebruikte beroepscompetentieprofielen De kerntaken van deze beroepscompetentieprofielen zijn: Kerntaken Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum: - Organiseert en beheert het informatieaanbod - Verzorgt het inlichtingenwerk - Verzorgt presentaties en promotieactiviteiten Kerntaken Bibliotheekmedewerker: - Verzorgt het inlichtingenwerk en het klantencontact - Verzorgt presentaties en promotieactiviteiten - Organiseert en beheert het informatieaanbod - Maakt het informatieaanbod toegankelijk Kerntaken Informatieverzorger: - Organiseert en beheert het informatieaanbod - Maakt het informatieaanbod toegankelijk - Verzorgt het inlichtingenwerk en klantencontact - Verzorgt presentaties Uit een vergelijking tussen deze drie beroepscompetentieprofielen bleek dat deze onderlinge verwantschap vertonen op het niveau van kerntaken, kernopgaven en competenties. De beroepscompententieprofielen zijn uniek ten opzichte van andere beroepscompententieprofielen. Een landelijke projectgroep kwalificatiestructuur heeft in september 2003 een vergelijking gemaakt tussen voorgenomen kwalificatieprofielen van de landelijke kenniscentra. Uit deze vergelijking kwam naar voren dat het kwalificatieprofiel Medewerker informatiedienstverlening uniek is. Consequenties voor de beroepspraktijkvorming Afhankelijk van de keuze voor een (of meerdere) uitstroomdifferentiatie(s) kan men kiezen voor beroepspraktijkvorming in een historisch archief/historisch documentatiecentrum, een bibliotheek of een dynamisch of bedrijfsarchief. Dit betekent niet dat alle beroepsprakijkvorming in het soort leerbedrijf van de uitstroomdifferentiatie plaats moet vinden. Voor de jonge deelnemer is het wenselijk dat hij zich oriënteert op het brede veld van informatiedienstverlening, om zijn loopbaanmogelijkheden te vergroten.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
35
Beschikbaarheid BPV-plaatsen De beschikbaarheid van BPV-plaatsen heeft betrekking op zowel de kwantiteit als de kwaliteit. Sinds de invoering van de WEB zijn de activiteiten er vooral op gericht te zorgen voor voldoende BPV-plaatsen. Deze zijn opgenomen in het bedrijvenregister. Het bedrijvenregister is te raadplegen via www.ecabo.nl. Volgens het laatste arbeidsmarktonderzoek, Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 2004 - 2005 van 1 oktober 2004 zijn er in kwantitatieve zin voldoende bedrijven beschikbaar. Door de invoering van competentiegericht onderwijs zal in kwalitatieve zin meer van het bedrijfsleven verwacht worden. In de examenpraktijk zal de betrokkenheid van het bedrijfsleven toenemen bij de beoordeling van de deelnemer. Voor ECABO zal dan ook de komende jaren de kwaliteit centraal staan in de accreditatie en beoordeling van leerbedrijven.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
36
12.2 STRUCTUUR VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL Korte omschrijving van het kwalificatieprofiel, naam van het diploma, typering en niveau van de kwalificatie Relatie tussen de competenties, de kerntaken, kernopgaven en beroepscontext Eventuele uitstroomdifferentiaties Eventuele certificeerbare eenheden
Kern van het kwalificatieprofiel De medewerker informatiedienstverlening verzorgt het inlichtingenwerk. Hij maakt klanten of collega’s wegwijs in systemen. Hij verzorgt presentaties en promotieactiviteiten. De medewerker informatiedienstverlening beheert het digitale of fysieke informatieaanbod. Hij verwerkt fysieke of digitale informatie verder tot toegankelijke informatie. De medewerker informatiedienstverlening is werkzaam in een bibliotheek, mediatheek, documentatiecentrum, informatiecentrum, een afdeling post en archief, een historisch archief etc. Deze/dit vormt een onderdeel van een organisatie of is zelfstandig. Het hangt meestal van de grootte van de afdeling of de organisatie af of specialisatie van functies plaats vindt. De taken van de medewerker informatiedienstverlening hangen af van het type organisatie waarin hij werkt. Zijn taken liggen vooral op operationeel niveau. De diversiteit van de organisaties is groot, daardoor zijn er verschillen in de functies. Bij sommige instanties is er een spanningsveld tussen de kerntaken in het kwalificatieprofiel en de taken die de medewerker op mbo-niveau kan uitvoeren. In deze instanties wordt vakinhoudelijke kennis verwacht en daarom vaak een hbo- of universitaire opleiding. Het niveau van het kwalificatieprofiel Medewerker informatiedienstverlening is niveau 4. Het is een opleiding tot vakman/vakvrouw met een grote verantwoordelijkheid en een scala aan taken met een grote complexiteit. Uit de beroepscompetentieprofielen die aan dit kwalificatieprofiel ten grondslag liggen, blijkt ook dat dit beroepen zijn die te vergelijken zijn met het niveau 4 binnen het mbo. Dit wordt bepaald door de vakspecialistische kennis en vaardigheden die worden gevraagd, met name ten aanzien van het toepassen van methodieken, regels, procedures, richtlijnen etc. De medewerker informatiedienstverlening werkt zelfstandig en draagt een eigen verantwoordelijkheid. Van hem hangt (mede) af of de informatievoorziening goed geordend is, de klant tevreden is en informatie ook in de toekomst goed wordt behouden. Als beginnend beroepsbeoefenaar heeft hij een inwerkperiode nodig. In sommige organisaties kan de medewerker zelfs een leidinggevende functie hebben. Wat betreft het vereiste instroomniveau en de duur van de opleiding verwijzen wij naar dat wat hierover is vastgelegd in de WEB en in de wettelijke doorstroomregeling vmbo-beroepsonderwijs. Indien een deelnemer over relevante werkervaring beschikt of een hogere vooropleiding heeft zal hij de opleiding versneld kunnen doorlopen. Op basis van de inhoudelijke bespreking (en conclusies daarover) van de verschillende onderdelen van het kwalificatieprofiel in de expertmeetings en de Adviescommissie Bestuur IDV, is de Paritaire commissie van mening dat het kwalificatieprofiel binnen de voor het betreffende diplomaniveau nominale studieduur van 4 leerjaren in een onderwijsprogramma kan worden uitgevoerd. Beschrijving van de relatie tussen kerntaken, kernopgaven en beroepscompetenties Het kwalificatieprofiel Medewerker informatiedienstverlening bestaat uit een kerndeel met vier kerntaken en vier kernopgaven. Kerntaken Medewerker informatiedienstverlening: - Verzorgt het inlichtingenwerk en klantencontact - Verzorgt presentatie- en promotieactiviteiten - Beheert het informatieaanbod - Maakt het informatieaanbod toegankelijk Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
37
Kernopgaven Medewerker informatiedienstverlening: - Zelf handelen versus doorspelen - Procedures en richtlijnen volgen versus daarvan afwijken - Tijd versus kwaliteit - Ondernemend zijn Verbreding De kerntaken en de kernopgaven zijn afkomstig uit de onderliggende beroepscompetentieprofielen. Zoals uit vergelijking blijkt, vertonen de kerntaken en kernopgaven veel identieke elementen. Er is gekozen voor de meest brede en neutrale formulering. De competenties komen voort uit de onderliggende beroepscompetentieprofielen. Ook zijn competenties en beheersingscriteria aangepast, zodat de inhoud uit de beroepscompetentieprofielen tot zijn recht komen. De ACB IDV onderschrijft het belang van onderwijsdeelnemers, bedrijfsleven en maatschappij bij breed gekwalificeerde en daardoor weerbare, wendbare en flexibele beginnende beroepsbeoefenaars. Door de ACB IDV is daarom besloten om voor de drie voorliggende beroepscompetentieprofielen één duurzaam kwalificatieprofiel te construeren. De beschrijving ervan leidt tot een door en voor alle betrokken partijen erkend resp. herkenbaar en betekenisvol, samenhangend geheel van competenties. De beschrijving van eventuele uitstroomdifferentiaties Binnen het kwalificatieprofiel Medewerker informatiedienstverlening worden drie uitstroomdifferentiaties onderscheiden met extra competenties die zijn toegevoegd aan de competenties uit het kerndeel. Deze competenties zijn noodzakelijk gezien de mogelijke contexten waarbinnen medewerkers kunnen werken. Eventuele certificeerbare eenheden Niet van toepassing
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
38
12.3 VAN BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL NAAR KWALIFICATIEPROFIEL Toelichting op de vertaling van de beroepsbeschrijving, (verrijkte) kerntaken, kernopgaven en beroepscompetenties Toelichting op de vertaling van de succescriteria
Vertaling van beroepscompetentieprofiel naar kwalificatieprofiel Voor de formulering van de kerntaken en competenties is gebruikt gemaakt van de onderliggende beroepscompetentieprofielen Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum, Bibliotheekmedewerker en Informatieverzorger. Alle kerntaken, kernopgaven, competenties en succescriteria uit de beroepscompetentieprofielen zijn onderling vergeleken. (zie de tabellen in de bijlagen). In de tabel in bijlage 2 staan de overeenkomsten en verschillen per beroepscompetentie. Daarna volgt in bijlage 2 een tabel met kernprocessen per BCP (als check). Er is in deze tabel met name gekeken naar methodische overeenkomsten in kernprocessen, bijvoorbeeld Selectie voor opname of vernietiging. Uit de vergelijking kwam al snel naar voren dat de verwantschap erg groot is. De conclusie is dat er een kerndeel met competenties kan worden geformuleerd waarin de methodische overeenkomsten tot uitdrukking komen en differentiaties waarin vakspecifieke verschillen tot uitdrukking komen. De competenties uit de beroepscompetentieprofielen zijn grotendeels overgenomen in het kwalificatieprofiel. Dezelfde of nagenoeg dezelfde competenties en kernopgaven zijn samengevoegd. Bij kleine verschillen is gekozen voor de beste beschrijving. Ten behoeve van de differentiaties zijn extra competenties opgenomen, maar deze hebben elk een directe relatie met de kerntaken uit het kerndeel. De kerntaken en de differentiaties werden in de expertmeeting herkend als relevant voor de arbeidsmarkt. Voorlopige conclusies wijzen uit dat er voor twee van de drie differentiaties zekerheid bestaat over de vraag naar medewerkers op de arbeidsmarkt in kwantitatieve zin. Voor de differentiatie Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum wordt geconcludeerd dat door de ontwikkelingen binnen de archiefbranche er in principe wel behoefte bestaat aan deze medewerker, maar dat aanvullend onderzoek wenselijk is. De deskundigen in de expertmeeting van 19 mei 2004 gaven aan dat zij aan de Engelse taal als moderne vreemde taal de voorkeur geven, omdat de medewerker informatiedienstverlening vaak met de Engelse taal in aanraking komt, bijvoorbeeld bij het gebruik van informatiesystemen, internet en ICT in het algemeen. Vertaling van ervaren naar beginnend beroepsbeoefenaar Er heeft een vertaalslag plaatsgevonden van succescriteria naar beheersingscriteria (van vakvolwassen naar beginnend beroepsbeoefenaar). De vertaalslag van een vakvolwassen beroepsbeoefenaar naar een beginnende beroepsbeoefenaar of de vertaalslag van de beroepscompetentieprofielen naar het kwalificatieprofiel is besproken in een expertmeeting op 13 februari 2004 met vertegenwoordigers uit bibliotheken, archieven, div-afdelingen en onderwijsinstellingen. Tijdens de expertmeeting van 19 mei 2004 is bepaald dat met de beroepscompetenties en de beheersingscriteria de lat op de juiste hoogte is gelegd voor een beginnende beroepsbeoefenaar. De beginnende beroepsbeoefenaar moet worden ingewerkt, tijdens deze inwerkperiode moet hij opdrachten ontvangen. Na de inwerkperiode hangt het van zijn persoonlijkheid af of hij bepaalde taken wel of niet uitvoert en of hij bijvoorbeeld leiding kan geven. Het kwalificatieprofiel Medewerker informatiedienstverlening is op 4 juni 2004 gevalideerd door de ACB IDV.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
39
12.4 LEER- EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIES De leer- en burgerschapscompetenties uit het brondocument Leren en Burgerschap zijn geïntegreerd in de beroepscompetenties van dit kwalificatieprofiel. Bij het integreren van leer- en burgerschapscompetenties in beroepscompetenties zijn de volgende stappen genomen: - Voor zover mogelijk is gebruik gemaakt van de landelijke set van niet vakmatige beroepscompetenties (Sets van beroepscompetenties, 2 juni 2004) waarin middels de methodiek van schering en inslag de leer- en burgerschapscompetenties zijn opgenomen. De leer- en burgerschapscompetenties zijn hierbij reeds vertaald naar beroepssituaties. In een schema wordt duidelijk gemaakt hoe deze vertaalde criteria gerelateerd zijn aan de succescriteria uit het brondocument Leren en Burgerschap. Zo wordt optimaal voldaan aan het integreren van het brondocument in de kwalificatieprofielen. Een bijkomend voordeel is dat op deze wijze de transparantie van de ECABO-kwalificatieprofielen wordt vergroot aangezien de niet vakmatige competenties; daar waar ze dezelfde strekking hebben, overeenkomstig geformuleerd zijn. Wel kunnen beroepsspecifieke verschillen bestaan die zich uiten in de beheersingscriteria. - De succescriteria die ten behoeve van de leer- en burgerschapscompetenties zijn ontwikkeld, zijn vergeleken met de beheersingscriteria van de beroepscompetenties. - Het beroepshandelen vormt het uitgangspunt om te bepalen of de succescriteria uit het brondocument Leren en Burgerschap de beroepscompetenties kunnen verrijken. Proces en resultaat van een beroepscompetentie vormen een samenhangend geheel. Integratie van succescriteria uit het brondocument in de beroepscompetentie is gewenst wanneer het past in de samenhang van proces en resultaat en daar waar mogelijk een versterking van is. Elk kwalificatieprofiel is hierop gescreend. - Vervolgens is vastgesteld welke succescriteria uit het brondocument niet geïntegreerd kunnen worden in de beroepscompetenties. - De succescriteria uit het brondocument die niet volgens de methodiek van schering en inslag kunnen worden geïntegreerd in de beroepscompetenties zijn apart benoemd en in categorieën ondergebracht. Een overzicht hiervan is als bijlage in dit kwalificatiedossier opgenomen. De beheersingscriteria van de burgerschapscompetenties zijn niet altijd inpasbaar in de beroepscompetenties. De waarde van de burgerschapscompetenties is echter evident en deze competenties zullen derhalve op een andere wijze vorm moeten krijgen in het onderwijs. Het brondocument Leren en Burgerschap is onderdeel van dit kwalificatiedossier. In juni 2005 heeft het Colo coördinatiepunt te kennen gegeven eraan te hechten dat alle succescriteria uit het brondocument Leren en Burgerschap in de kwalificatiedossiers worden opgenomen. ECABO zal deze wens van het coördinatiepunt voor 15 december 2005 uitvoeren en daarbij inzichtelijk maken hoe de competenties uit Leren en Burgerschap verweven zijn met de competenties in de kwalificatiedossiers en tevens voor het coördinatiepunt controleerbaar en transparant maken dat alle succescriteria zijn verwerkt. Taalcompetenties Voor wat betreft het benoemen van de taalcompetenties is ook gekozen voor een beroepsmatige invalshoek. Beoordeeld is hoe taalvaardigheden, zoals beschreven in de beroepscompetenties, zich verhouden tot de niveaubeschrijvingen in het ‘Raamwerk moderne vreemde talen in het secundaire beroepsonderwijs 2001’ gebaseerd op de standaard voor Europese taalniveaus (‘Common European Framework of Reference of Languages; Learning, teaching, assessment, Council of Europe, 2001’) De medewerker informatiedienstverlening is, met betrekking tot de Engelse taal, in staat te luisteren, te lezen, gesprekken te voeren, te spreken en te schrijven op niveau B1 (Raamwerk MVT). Luisteren en lezen zijn gekoppeld aan beroepscompetentie 1. Gesprekken voeren is gekoppeld aan de
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
40
beroepscompetenties 1, 2, 13, 14, 15 en 25. Spreken is gekoppeld aan beroepscompetenties 2 en 15. Schrijven is gekoppeld aan de beroepscompetenties 1, 2, 13 en 15. Gekozen is voor één moderne vreemde taal (Engels) omdat de beroepspraktijk niet meer talenkennis vereist en om de doorstroom vanuit lagere niveaus van het mbo niet te blokkeren. Voor de doorstroom naar het hbo levert dit geen complicaties op. De vertegenwoordigers van onderwijs en beroepenveld hebben tijdens de expertmeetings en de vergaderingen van de Adviescommissie Bestuur Informatiedienstverlening aangegeven dat voor dit kwalificatieprofiel één moderne vreemde taal volstaat.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
41
12.5 BORGING VAN DE KWALITEIT VAN EXAMINERING Wanneer de samenhang tussen kerntaak (beschrijving van werkprocessen), kernopgave (kritische beroepssituatie) en competentie (in het werkproces doelbewust en resultaatgericht handelen) in het kwalificatieprofiel juist is weergegeven, kan op basis daarvan competentiegericht getoetst worden. Competentiegericht opleiden vraagt een wijze van toetsen waarbij de deelnemer de benodigde vaardigheden, attitudes, kennis en inzicht combineert. Om van competenties en beheersingscriteria te komen tot praktijkgerichte contextrijke toetsen zullen nieuwe instrumenten voor toetsing en examinering ontwikkeld moeten worden. Essentieel is de integrale beoordeling van competenties waarbij de deelnemer kan aantonen dat hij in staat is beroepscompetenties geïntegreerd in te zetten bij het adequaat uitvoeren van de (deel)taak. Tijdens de expertmeetings hebben de vertegenwoordigers van het onderwijsveld en toetsontwikkelaars op die wijze de concept kwalificatieprofielen beoordeeld en toetsbaar bevonden.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
42
12.6 DOORSTROOMRECHTEN Doorstroming binnen het kwalificatieprofiel Doorstroming binnen het mbo Doorstroming naar het hbo Doorstroming op basis van een niet volledig verworven kwalificatieprofiel
Doorstroomrechten van niveau 4 naar het hbo Voor de toelating naar het hbo wordt in de eerste plaats verwezen naar de wettelijke doorstroomrechten. Landelijke sectorale overlegorganen binnen het hbo treden op dit moment in beperkte mate op als gesprekspartner bij het vaststellen van doorstroomprofielen. Er zijn voor het hbo namelijk geen, met de kenniscentra (mbo-)beroepsonderwijs bedrijfsleven vergelijkbare instellingen, waarmee centraal afspraken kunnen worden gemaakt over doorstroomrechten. Hbo-instellingen opereren vaak autonoom op het gebied van inhoudelijk aanbod, toelating en vrijstelling en in de praktijk maken ROC’s vaak individuele afspraken met hbo’s in de regio. Het Landelijk Opleidingsoverleg Informatiedienstverlening en -Management heeft aangegeven te willen meedenken en adviseren over de doorstroom van mbo naar hbo. Gezien de overlap tussen de competenties van mbo-IDV en hbo-IDM zal de doorstroming tot verkorting van de hbo-studie leiden.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
43
12.7 HET PROCES VAN TOTSTANDKOMING VAN HET KWALIFICATIEDOSSIER Wie het kwalificatieprofiel hebben ontwikkeld Met wie overleg is gepleegd De wijze van besluitvorming Het beheer van het kwalificatiedossier
Inleiding Het kwalificatieprofiel Medewerker informatiedienstverlening is ontwikkeld door en onder verantwoordelijkheid van het Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO. Bij het ontwikkelen van het kwalificatieprofiel zijn deskundigen uit het beroepenveld en het onderwijsveld betrokken. Gehanteerde overlegstructuur Dit kwalificatieprofiel is achtereenvolgens besproken in: - expertmeetings met werkvelddeskundigen (zowel uit het bedrijfsleven als het scholenveld) - de Adviescommissie Bestuur Informatiedienstverlening (een permanent adviesorgaan van ECABO) - de Paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO (een permanent adviesorgaan van ECABO). Besproken onderwerpen Zowel met de werkvelddeskundigen als met de Adviescommissie Bestuur Informatiedienstverlening zijn naast de sector- en kwalificatieprofielspecifieke onderwerpen, de duurzaamheid en betekenisvolheid van het kwalificatieprofiel en de ruimte voor innovatieve ontwikkelingen en daarmee flexibiliteit besproken. Laatstgenoemde aspecten hebben ook de volle aandacht van de Paritaire commissie gehad. Proces Het proces van de totstandkoming verliep in details als volgt: - vergelijking verwantschap beroepscompetentieprofielen en consultatie van de Adviescommissie Bestuur Informatiedienstverlening op 8 mei 2003; inhoudelijke validering - totstandkoming voorlopig kwalificatieprofiel en voorlegging aan Adviescommissie Bestuur Informatiedienstverlening op 8 mei 2003 en 17 september 2003; inhoudelijke validering - 39 interviews door ECABO met praktijkdeskundigen uit het beroepenveld, najaar 2003; verslaglegging. Onderwerpen: ontwikkelingen binnen de beroepen (in de bibliotheekbranche, de documentaire informatievoorziening en het (bedrijfs- en historisch) archiefwezen), herkenbaarheid van kerntaken en de te verwachten vacatures - voorlegging aan eerste expertmeeting van praktijkdeskundigen uit het beroepenveld, bij ECABO op 13 februari 2004. Onderwerpen: de omslag/vertaling van BCP’s naar KP en verschillen/overeenkomsten in de drie bcp’s, herkenbaarheid van het concept-kwalificatieprofiel, het niveau van het profiel en het dilemma ‘(groot/klein) kerndeel versus eventuele (grote/kleine) uitstroomdifferentiaties’. De voornaamste conclusie is: de deelnemers herkennen zich voor een groot deel goed in het profiel. Voorgestelde wijzigingen zijn verwerkt in het kwalificatieprofiel - aanpassing conceptversie en voorlegging aan tweede expertmeeting van deskundigen uit een evenredige vertegenwoordiging van het beroepenveld en onderwijsveld (gesubsidieerde en particuliere opleidingen) bij ECABO op 19 mei 2004. Onderwerpen: relatie BCP’s en KP en de vertaling in een kerndeel met drie uitstroomdifferentiaties, de verhouding kern versus uitstroom, het te behalen niveau, de uitvoerbaarheid in het onderwijs w.o. toetsing en examinering en de startpositie van beginnende beroepsbeoefenaren. De voornaamste conclusies zijn: - het kwalificatieprofiel is herkenbaar voor de arbeidsmarkt, wel zal er binnen de archiefsector nog bekendheid aan moeten worden gegeven Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
44
-
-
het kwalificatieprofiel is genoeg gericht op toekomstige ontwikkelingen in het vakgebied. voor het kwalificatieprofiel kan onderwijs worden ontwikkeld op basis van het kwalificatieprofiel kan men toetsen en examineren; wel zal men rekening moeten houden met de verschillende bedrijfscontexten in verband met het gemeenschappelijke kerndeel en de verschillende uitstroomdifferentiaties - de uitstroomdifferentiaties zijn in het concept-kwalificatieprofiel te groot opgesteld; voorgesteld wordt om het gemeenschappelijke kerndeel te vergroten en van de uitstroomdifferentiaties verdiepingen van het kerndeel te maken. De competenties in de uitstroomdifferentiaties zijn dan verbijzonderingen van competenties in het kerndeel, gericht op een bepaalde praktijkcontext - de lat is op de juiste hoogte gelegd voor een beginnende beroepsbeoefenaar, maar er moet in een verantwoordingsdocument worden toegevoegd dat een inwerkperiode vereist is voor de beginnende beroepsbeoefenaar Voorgestelde wijzigingen zijn verwerkt in het kwalificatieprofiel aanpassing conceptversie en validering door Adviescommissie Bestuur Informatiedienstverlening op 4 juni 2004; verslaglegging spiegeling conceptversie aan algemene set van beroepscompetenties, begin juli 2004; aanpassing conceptversie positief advies door Adviescommissie Bestuur Informatiedienstverlening op 17 september 2004; verslaglegging voorlegging conceptversie aan Landelijk Opleidingsoverleg Informatiedienstverlening en -Management op 15 september 2004 in verband met doorstroom naar hbo voorlegging aan de Paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO, in oktober 2004.
De Paritaire commissie heeft het kwalificatiedossier en het daarin gehanteerde detailleringsniveau van de verrijkte kerntaken, kernopgaven en competenties met beheersingscriteria op 13 december 2004 akkoord bevonden. De Paritaire commissie van ECABO verwacht dat onderwijsinstellingen op basis van dit kwalificatieprofiel een competentiegericht leertraject met bijbehorend examen kunnen organiseren en het diplomaniveau in het onderwijsprogramma kunnen realiseren. Op basis van ervaringen met dit kwalificatieprofiel zullen deze verwachtingen worden geverifieerd. De Paritaire commissie van ECABO is van mening dat het kerndeel zodanig is geformuleerd dat nieuwe, relatief beperkte ontwikkelingen verwerkt kunnen worden in verrijkte kerntaken en omschrijvingen van competenties zonder dat de essentie van de kerntaken en competenties opnieuw vastgesteld moet worden door OCW/LNV. De kerntaken, kernopgaven en competenties zijn op een juist aggregatieniveau beschreven waardoor het kwalificatieprofiel duurzaam is en flexibiliteit en herkenbaarheid in evenwicht zijn. Nieuwe ontwikkelingen in het beroepenveld kunnen vorm krijgen in het onderwijs zonder dat de teksten van het kwalificatieprofiel gewijzigd hoeven te worden. Om de snelle veroudering van de kwalificatieprofielen verder tegen te gaan is vermeden om aan demodage onderhevige termen te gebruiken zoals specifieke hulpmiddelen, methoden, etc. Softwarespecifieke termen bijvoorbeeld zijn veralgemeniseerd zodat bij innovaties in de informatietechnologie de gehanteerde termen bruikbaar blijven. Het algemeen bestuur ECABO heeft op 15 december 2004 het positieve advies van de paritaire commissie overgenomen en het kwalificatiedossier ter beoordeling voorgelegd aan het Colo Coördinatiepunt en ACOA. Naar aanleiding van de toetsing door het Colo Coördinatiepunt is het kwalificatiedossier in het voorjaar van 2005 op diverse punten aangepast. Daar de wijzigingen met name betrekking hebben op tekst, redactie en aanscherping van de verantwoording en niet op de inhoud van het kwalificatieprofiel, heeft de Paritaire commissie in haar bijeenkomst van 3 maart 2005 besloten het kwalificatiedossier niet opnieuw te beoordelen. Het kwalificatiedossier is 13 mei 2005 ter beoordeling voorgelegd aan het Colo Coördinatiepunt en ACOA. Na goedkeuring is het kwalificatiedossier aan het ministerie van OCW aangeboden.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
45
Overzicht documenten In de onderstaande stukken is gedetailleerde informatie te vinden over o.a. de totstandkoming van het kwalificatieprofiel. Deze stukken zijn op te vragen bij het Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO: - Structuuronderzoek IDV ECABO en aanvullende interviews, 2003 - Verslag expertmeeting ECABO 13-02-04 - Verslag expertmeeting ECABO 19-05-04 en aanvullende commentaren - Notulen ACB IDV d.d. 08-05-03, 17-09-03, 20-02-04 en 04-06-04. Verslagen, correspondentie e.d. zijn bewaard volgens het archiefplan kwalificatieontwikkeling. De notulen van de vergaderingen van de Paritaire commissie en het algemeen bestuur ECABO zijn opvraagbaar bij het directiesecretariaat van ECABO. Het beheer van het kwalificatieprofiel Het kwalificatiedossier wordt beheerd door het Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO conform het archiefplan kwalificatieontwikkeling.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
46
BIJLAGEN Bijlage 1 Overzicht kwalificatieprofielen ECABO Niv.
Kwalificatieprofielen
Intersectoraal Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent 1 (Alle sectoren) 2 Administratief medewerker (Sector Secretarieel en Bedrijfsadministratie) Secretarieel 3 Secretaresse 4
Managementassistent
Bedrijfsadministratie 3 Boekhoudkundig medewerker 4 Administrateur Commercieel 3 Commercieel medewerker 4
Medewerker marketing en communicatie
Uitstroomdifferentiaties
Beroepscompetentieprofielen
Economie en handel
Administratief assistent
Telefonist/receptionist Secretarieel medewerker Bedrijfsadministratief medewerker
Telefoniste/receptioniste Secretarieel medewerker Bedrijfsadministratief medewerker
Algemeen secretaresse Juridisch secretaresse Medisch secretaresse Directiesecretaresse Projectsecretaresse
Secretaresse Juridisch secretaresse Medisch secretaresse Directiesecretaresse/managementassistent Projectsecretaresse
Bedrijfsadministrateur Assistent accountant Salarisadministrateur
Boekhoudkundig medewerker Administrateur Assistent accountant Salarisadministrateur
Commercieel medewerker binnendienst Contactcenter medewerker Marketing medewerker Assistent communicatiemedewerker Organisatorisch publicitair medewerker kunst, cultuur en media
Bank- en verzekeringswezen 4 Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen ICT 2 Medewerker ICT 3 Medewerker beheer ICT 4
ICT-beheerder
4
Applicatieontwikkelaar
4
Netwerkbeheerder
4 Digitaal rechercheur (In ontwikkeling) Juridisch 4 Juridisch medewerker
Orde en veiligheid 1 Assistent toezicht en veiligheid 1 en 2 Vrede en veiligheid 2 en 3
Beveiliger
2
Medewerker toezicht en veiligheid
Contactcenter medewerker Marketing medewerker Assistent communicatiemedewerker Organisatorisch publicitair medewerker kunst, cultuur en media Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen
Real-time systemen Servicedesk
Arbeidsvoorziening en personeelswerk Openbaar bestuur Sociale zekerheid Zakelijke dienstverlening
Informatiedienstverlening 4 Medewerker informatiedienstverlening
Commercieel medewerker binnendienst
Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum Bibliotheekmedewerker Informatieverzorger
Assistent vrede en veiligheid (=kern) Medewerker vrede en veiligheid Beveiliger (=kern) Evenementenbeveiliger Mobiel surveillant Persoonsbeveiliger Winkelsurveillant Coördinator beveiliging
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
ICT-medewerker ICT-medewerker Medewerker telecom ICT-beheerder Applicatiebeheerder Telecom/ICT engineer Embedded systems engineer Applicatieontwikkelaar Media-IT’er Netwerkbeheerder Telecom/ICT engineer Digitaal rechercheur Intercedent Sociaal juridisch medewerker personeelswerk Administratief juridisch medewerker openbaar bestuur Juridisch medewerker sociale zekerheid Administratief juridisch medewerker zakelijke dienstverlening Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum Bibliotheekmedewerker Informatieverzorger Assistent toezichthouder Assistent vrede en veiligheid Medewerker vrede en veiligheid Beveiliger Evenementenbeveiliger Mobiel beveiliger Persoonsbeveiliger Winkelsurveillant Coördinator beveiliging Medewerker stadstoezicht Doorstroom politie
47
Kunst 4
Artiest
Drama Musical Muziek Sounddesign Dans
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
Acteur Musicalartiest Muzikant/Sounddesigner Danser
48
Bijlage 2
Schematisch overzicht vergelijking BCP Bibliotheekmedewerker, Informatieverzorger en Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum
Vergelijking van beroepscompetenties Verkorte weergave competentie Vakmatig/methodisch (VM) Selecteert informatieaanbod voor opname
BM
AM
IV
Overeenkomst
Verschil
X
X
X
Principes van selectie, de criteria en keuzes volgens beleidsuitgangspunten
AM: ontvangen informatie, daarna selecteren informatieaanbod volgens beleidsuitgangspunten
Competenties: BM: B7, B8
IV: bevorderen ontvangst informatieaanbod, ontvangen informatie, daarna selecteren informatieaanbod volgens beleidsuitgangspunten
AM: A1
BM: vergelijken marktaanbod met beleidsuitgangspunten, daarna selecteren informatieaanbod (c.q. tijdelijk aanwezig informatieaanbod) volgens beleidsuitgangspunten en budget, acquisitie, afwikkelen financiële gegevens
IV: IV1
Selecteert aanwezige informatie voor vernietiging
X
X
Principe van sanering of vernietiging, de criteria en keuzes volgens beleidsuitgangspunten
Competenties: BM: B7
AM: meer passieve dan actieve acquisitie IV: nemen van selectiebeslissing op basis van basis selectie documenten, bepalen juiste bestemming, uitvoeren overdracht, overbrenging en vervreemding en in geval van vernietiging: opstellen verklaring van vernietiging BM: aanwezige informatie vergelijken met beleidsuitgangspunten, daarna selecteren informatie voor sanering
AM: n.v.t. IV: IV2 Ontsluit informatieaanbod formeel
X
X
X
Competenties: BM: B10 AM: A1
Analyseren van informatieaanbod, bepalen formele kenmerken
BM: maken van bibliografische beschrijvingen, plaatsen bibliografische beschrijvingen uit ander bestand
Formele ontsluiting/formele metadata/toekennen kenmerkende formele gegevens
AM: registreren metadata IV: registreren metadata, bepalen bestemming, verspreiden
IV: IV1
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
49
Verkorte weergave competentie Vakmatig/methodisch (VM) Ontsluit informatieaanbod inhoudelijk
BM
AM
IV
Overeenkomst
Verschil
X
X
X
Analyseren van informatieaanbod, bepalen inhoudelijke kenmerken
BM: maken samenvattingen, IV: (semi-statisch), dossiervorming, dossieromschrijving, bijhouden dossierinventaris en plaatsingslijst, beschrijvende inventaris toepassen registratuurplan toepassen ordeningsprincipes (ondersteuning managementondersteuners, bijvoorbeeld secretariaat, bij ontsluiting) toekomst: adviseren richting medewerkers organisatie m.b.t. archivering digitale informatie in de organisatie
Competenties: BM: B11
Inhoudelijke- en onderwerpsontsluiting/inhoudelijke metadata
AM: n.v.t. IV: IV4
Beheert (informatieaanbod) Verzorgt inrichting
X
X
X
Opzoeken en terugplaatsen Voldoen aan eisen met betrekking tot bewaren en verzorgen Materiële verzorging
X
X
X
Invoeren van informatie Wijzigen/verwijderen van informatie Controleren op correctheid van informatie Downloaden van informatie Aanleveren sturingsinformatie (bijv. rappellijsten) Overleg voeren met interne ICT-afdeling
Competenties: BM: B6, B9
AM: door de bijzondere collectie van het oud archief (oude handschriften, noodzaak van historische kennis) zal de archiefmedewerker de archivaris doorgaans alleen assisteren bij de ontsluiting Eisen t.a.v. plaatsing en inrichting: BM: (veelal) open opstelling, ruimte moet aantrekkelijk zijn ingericht, verzorgen bewegwijzering, reageren op wensen ten aanzien van inrichting IV en AM: (veelal) opstelling in depot, wettelijke eisen t.a.v. duurzame bewaring, checken bewaaromstandigheden
AM: A2 IV: IV3 Onderhoudt het informatiesysteem Competenties: BM: B12 AM: n.v.t. IV: n.v.t. Informatie beschikbaar stellen en verstrekken
X
X
X
Competenties: BM: B1 AM: A3, A5
Actief benaderen (potentiële) klanten Vraagafhandeling op methodische wijze Klachtafhandeling Zoeken in bronnen Informatie (ongevraagd) aanbieden Verwijzen naar collega of externe Evaluatie zoekresultaat en/of klanttevredenheid
IV: IV5 Verzorgt de uitleen
X
X
X
Voornaamste verschil: Voor de BM is het informatiesysteem (meestal) de catalogus BM: opdracht geven tot/zorgdragen voor een back-up van het systeem, invoeren of wijzigen authority files t.b.v. ontsluiting, downloaden t.b.v. klantvraag of t.b.v. de catalogus. IV/AM: coördineren autorisatie en beveiliging van het systeem, gebruiken zoektalen m.h.o.o. (automatische) ontsluiting, downloaden t.b.v. klantvraag Voornaamste verschil: Voor de BM is dit het hart van het vak. Staat boven de beheersmatige kant van het werk. Verder kan hij een leidinggevende functie hebben in het inlichtingenwerk voor een klein team Kennis t.b.v. inlichtingenwerk: BM: algemene ontwikkeling en/of onderwerpskennis v.d. organisatie. AM: praktische kennis van collectie en historie toepassen. IV: enige kennis m.b.t. onderwerpen v.d. organisatie
Toepassen procedures m.b.t. beschikbaarstelling Alle facetten rondom uitleenadministratie
Competenties: BM: B3
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
50
Verkorte weergave competentie Vakmatig/methodisch (VM)
BM
AM
IV
Overeenkomst
Verschil
BM
AM
IV
Overeenkomst
Verschil
X
X
X
Verstrekken algemene informatie over de dienst, ontvangen en begeleiden groepen bezoekers
Competenties: BM: B2
IV: (Toekomst: adviseren richting medewerkers organisatie m.b.t. archivering digitale informatie in de organisatie. (Heden: begeleiden managementondersteuners (bijv. secretariaat) bij ontsluiting van informatie.)
AM: A4
AM/BM: hulp bij aanwezige bronnen en apparatuur
IV: IV6
BM: Analyseren behoefte klant d.m.v. methodische vraagstelling, bepalen gewenste instructie en hulpmiddelen, instructie, evaluatie van klanttevredenheid. Naast het verstrekken algemene informatie over de dienst, ook over de vindplaats van informatie en over (het zoeken in) informatiesystemen, op maat gemaakte instructie AM: verzorgen voorraadbeheer van materiaal en apparatuur voor educatie, voorlichting en PR. IV: verzorgen voorraadbeheer van materiaal en apparatuur. Opmerking taak van inferieur belang
AM: A3 IV: IV5 Verkorte weergave competentie Vakmatig/methodisch (VM) Begeleidt klanten
Verzorgt promotie-activiteiten
X
X
X
Competenties: BM: B4
Voorlichting Educatieve / culturele activiteiten Organisatie en inrichting exposities / tentoonstellingen Etc.
BM: Bepalen doel, doelgroep, behoefte, hulpmiddelen, wijze van presenteren, plannen van de activiteit, verzorgen publiciteit (bijv. persberichten, brochures), (mede) uitvoeren activiteit, evaluatie van klanttevredenheid
AM: A4 IV: IV6 Verzorgt introducties / cursussen t.b.v. media-educatie
X
Bepalen doel, behoefte doelgroep, didactische benadering, materiaal/hulpmiddelen, (mede) uitvoeren activiteit, evalueren klanttevredenheid
Competenties: BM: B5 AM: n.v.t. IV: n.v.t.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
51
BM
AM
IV
Overeenkomst
Verschil
Verkorte weergave competentie Bestuurlijk-organisatorisch en strategische (BOS) X
Deskundigheid in taakdomein Competenties: BM: n.v.t. AM: n.v.t. IV: IV8 Collegiaal samen werken
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Competenties: BM: B17 AM: A9 IV: IV11 (SC-comp) Knelpunten in klantvragen/dienstverlening Competenties: BM: B13 AM: A6 IV: IV8 Werkzaamheden plannen Competenties: BM: B14 AM:A7 IV: IV9 Oplossen onvoorziene situaties Competenties: BM: B15 AM: A8 IV: IV10 Leiding geven
X
(X)
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
52
BM
AM
IV
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Overeenkomst
Verschil
Verkorte weergave competentie Bestuurlijk-organisatorisch en strategische (BOS) Competenties: BM: B18 AM: n.v.t. IV: n.v.t. Sociaal communicatieve (SC) Klanten te woord staan Competenties: BM: B16 AM: A10 IV: IV12 Ontwikkelings (ON) Feedback Competenties: BM: B19 AM: A11 IV: IV13 Vakkennis Competenties: BM: B20 AM: A12 IV: IV14
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
53
Tabel differentiaties Verkorte weergave competentie Selecteert informatieaanbod voor opname
BM -
AM bepalen informatiebehoefte vergelijken marktaanbod met beleidsuitgangspunten selecteren informatieaanbod volgens beleidsuitgangspunten t.a.v. budget, acquisitie en keuze voor leveranciers bestelproces uitvoeren en bestelmethoden toepassen ontvangst- en financiële administratie
Selecteert aanwezige informatie voor vernietiging
aanwezige informatie vergelijken met beleidsuitgangspunten, - selecteren informatie voor sanering
Ontsluit informatieaanbod formeel
-
Ontsluit informatieaanbod inhoudelijk
-
-
-
-
Onderhoudt catalogi
-
ontvangen informatie selecteren informatieaanbod volgens beleidsuitgangspunten.
-
opsporen en selecteren van relevante informatie documentverwerving selecteren informatieaanbod volgens beleidsuitgangspunten.
-
nemen van selectiebeslissing op basis van basis selectie documenten bepalen juiste bestemming, uitvoeren overdracht, overbrenging en vervreemding opstellen verklaring van vernietiging.
maken van bibliografische beschrijvingen overnemen bibliografische beschrijvingen uit ander bestand
-
registreren metadata
-
registreren metadata, bepalen bestemming, verspreiden
maken samenvattingen toepassen inhoudsanalyse toepassen ontsluitingssytemen toepassen woordsystemen toepassen classificaties toepassen catalogusonderhoud
-
(statisch ) dossiervorming dossieromschrijving, bijhouden dossierinventaris en plaatsingslijst, beschrijvende inventaris. toepassen ordeningsprincipes, woordsystemen, classificaties i.v.m. de bijzondere collectie van het oud archief (oude handschriften, noodzaak van historische kennis) zal de archiefmedewerker doorgaans de archivaris assisteren bij de ontsluiting. opstelling in depot wettelijke eisen t.a.v. duurzame bewaring, checken bewaaromstandigheden
-
-
(semi-statisch), dossiervorming, dossieromschrijving, bijhouden dossierinventaris en plaatsingslijst, beschrijvende inventaris. toepassen ordeningsprincipes, woordsystemen, classificaties ondersteuning bijvoorbeeld secretariaat, bij ontsluiting). toekomst: adviseren richting medewerkers organisatie
-
opstelling in depot wettelijke eisen t.a.v. duurzame bewaring, checken bewaaromstandigheden
-
Beheert informatieaanbod Verzorgt inrichting
IV
open opstelling ruimte moet aantrekkelijk zijn ingericht verzorgen bewegwijzering, reageren op wensen ten aanzien van inrichting downloaden beschikbare titelbeschrijvingen t.b.v. lokale plaatsing corrigeren (incorrecte) gegevens in records zorg dragen voor een back-up van het systeem
-
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
-
54
Verkorte weergave competentie Stelt informatie beschikbaar en verstrekt informatie
BM -
Verzorgt uitleen
-
Begeleidt klanten
-
Verzorgt promotieactiviteiten
-
Verzorgt introducties/ cursussen t.b.v. informatie-/mediaeducatie
-
AM informatiebemiddelen is de start van het gehele werkproces selecteren van bibliografische bronnen en bibliografieën zoeken in bibliografische bronnen en bibliografieën zoekstrategieën en zoekmethoden gebruik maken van het internet website onderhouden informatie overdragen leidinggeven aan een klein team algemene kennis over de organisatie toepassen procedures m.b.t. beschikbaarstelling alle facetten rondom uitleenadministratie verzorgen bepalen gewenste instructie en hulpmiddelen, instructie, evaluatie van klanttevredenheid. naast het verstrekken algemene informatie over de dienst, ook over de vindplaats van informatie en over (het zoeken in) informatiesystemen, op maat gemaakte instructie bepalen doel, doelgroep, behoefte, hulpmiddelen wijze van presenteren, plannen van de activiteit, verzorgen publiciteit (bijv. persberichten, brochures) (mede) uitvoeren activiteit, evaluatie van klanttevredenheid bepalen doel, behoefte doelgroep didactische benadering, materiaal/hulpmiddelen (mede) uitvoeren activiteit evalueren klanttevredenheid
IV
-
informatiebemiddeling informatieoverdracht gebruikersinstructies en uitleg van systemen rondleidingen algemene kennis van collectie en historie toepassen
-
informatiebemiddeling informatieoverdracht gebruikersinstructies en uitleg van systemen rondleidingen algemene kennis over de organisatie
-
bepalen gewenste instructie en hulpmiddelen, instructie, evaluatie van klanttevredenheid. naast het verstrekken algemene informatie over de dienst, ook over de vindplaats van informatie en over (het zoeken in) informatiesystemen, op maat gemaakte instructie
-
toekomst: adviseren richting medewerkers organisatie m.b.t. archivering digitale informatie in de organisatie. heden: begeleiden managementondersteuners (bijv. secretariaat) bij ontsluiting van informatie
verzorgen voorraadbeheer van materiaal en apparatuur voor educatie, voorlichting en pr
-
verzorgen voorraadbeheer van materiaal en apparatuur voor educatie, voorlichting en pr
-
samenhang van de taakdomeinen bedrijfsvoering en informatiehuishouding relevante informatie van het taakdomein helder en op het juiste moment overbrengen
-
-
Brengt deskundigheid in taakdomein over
-
Werkt collegiaal samen Knelpunten in klantvragen/dienstverlening Plant werkzaamheden
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
55
Verkorte weergave competentie Lost onvoorziene situaties op
BM
Geeft leiding
(In openbare bibliotheken)
AM
IV Binnen taakdomeinen en in aanpalende vakgebieden, wordt de informatie juist en volledig overgedragen zodat de kwaliteit van het records continuüm gewaarborgd is en de noodzakelijke bijdrage aan aanpalende vakgebieden is geleverd
Staat klanten te woord Geeft feedback
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
56
Bijlage 3
Leer- en burgerschapscriteria
Van brondocument L&B naar kwalificatieprofiel Medewerker informatiedienstverlening Geïntegreerd in competentie
Leren Competentie Succescriteria Proces
Resultaat
Niet inpasbaar
De leerling is in staat om op adequate wijze leeractiviteiten uit te voeren. -
is gemotiveerd heeft vertrouwen in eigen kunnen creëert mogelijkheden tot leren kiest leeractiviteiten weet wanneer externe sturing/zelfsturing noodzakelijk/mogelijk is hanteert cognitieve leeractiviteiten hanteert affectieve leeractiviteiten hanteert regulatieve leeractiviteiten combineert cognitieve leeractiviteiten met affectieve en regulatieve leeractiviteiten doorloopt de volledige leercyclus stuurt in toenemende mate het leerproces zelf beschikt over een repertoire aan leeractiviteiten zet leeractiviteiten in passend bij de situatie in de leeromgeving en bij zichzelf
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
19 x 19 19 x x x x x x 19
57
Economische burgerschapscompetentie Competentie
Succescriteria Proces
Geïntegreerd in competentie
Niet inpasbaar
De burger is in staat om op adequate wijze: - zijn/haar employability te ontwikkelen, - als burger te participeren in beroeps- en bedrijfscontexten, - te handelen als kritisch consument. Employability: - zelfreflectie (beschouwing van capaciteiten en motivaties die van belang zijn voor de loopbaan) - werkexploratie (onderzoek van werk en mobiliteit in de loopbaan; inschatting eigen mogelijkheden in relatie tot eisen en mogelijkheden van bepaald werk); raadpleegt bronnen en gebruikt hulpmiddelen om zelfinzicht te vergroten - loopbaansturing: loopbaangerichte planning en beïnvloeding van leer- en werkproces. Gebruikt zoekstrategieën om werk te vinden. Zoekt ondersteuning indien nodig - zelfprofilering (presentatie op de interne en externe arbeidsmarkt gericht op loopbaanontwikkeling) - solliciteren - netwerken en mobiliseren hulp Werknemersrechten: - arbeidscontract afsluiten en beëindigen - verwoordt de eigen situatie; kent rechten en plichten - respecteert regels en uitvoerders - behartigt eigen belangen - zoekt ondersteuning indien nodig Participatie: - respecteert meningen van anderen - handelt integer Beroepsethische keuzen: - reflecteert op ethische aspecten van eigen (beroeps)handelen - respecteert meningen van anderen Kritisch consument: - formuleert en beargumenteert overwegingen en criteria
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
x x x x x x x x x x x x x x x x
58
Resultaat
- raadpleegt bronnen - zoekt ondersteuning indien nodig Employability: - heeft duidelijk zicht op eigen capaciteiten en mogelijkheden; kan loopbaankoers voor zichzelf uitzetten - heeft inzicht in de mogelijkheden en ontwikkelingen in de markt - bepaalt welke witte vlekken er zijn/welke competenties verder moeten worden ontwikkeld met het oog op de eigen loopbaan - onderneemt passende activiteiten om werk te vinden - hanteert wet- en regelgeving Werknemersrechten: - maakt gebruik van rechten - hanteert wet- en regelgeving Participatie: - onderbouwt keuzen - brengt eigen mening naar voren - hanteert wet- en regelgeving Beroepsethische keuzen: - onderbouwt keuzen - houdt zich aan bestaande regels - hanteert wet- en regelgeving Kritisch consument: - onderbouwt keuzen - onderneemt actie bij klachten
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
x x
59
Sociale burgerschapscompetentie Competentie
Succescriteria Proces
Geïntegreerd in competentie
Niet inpasbaar
De burger is in staat om op adequate wijze te functioneren op het publiek/private raakvlak: - in de eigen woon- en leefomgeving om te gaan (samen te leven) met anderen (in buurt, verkeer, uitgaansleven, op school, werk) - bij de organisatie van zorg (publiek-private arrangementen, instellingen) Centraal staat het vermogen bij te dragen aan een gewenste ontwikkeling vanuit het perspectief van kwaliteit, persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden, en maatschappelijke waarden, normen en verantwoordelijkheden. Samenleven/omgaan: - neemt eigen verantwoordelijkheid - respecteert anderen - houdt zich aan regels Gebruik maken van voorzieningen en activiteiten: - houdt zich aan regels van voorzieningen en activiteiten - plant en regelt zelf activiteiten m.b.t. gebruik van de zorginstelling of schakelt hulp in om deze activiteiten te regelen (informatie inwinnen, afspraken maken, deskundige raadplegen e.d.) - neemt initiatieven om vereiste procedures te doorlopen; houdt eventuele termijnen in acht - coördineren, organiseren, overtuigen, besluiten, belangen afwegen, respectvol kritiek geven en ontvangen, plannen Levensterreinen afstemmen: - onderzoekt alternatieven - is in staat ethische vragen en dilemma’s te herkennen die zich kunnen voordoen bij de afstemming
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
x x 16 x x x x x x
60
Resultaat
Samenleven/omgaan: - levert een positieve bijdrage aan sociale klimaat in diverse levenssituaties - hanteert wet- en regelgeving Gebruik maken van voorzieningen en activiteiten: - maakt gebruik van voor eigen situatie passende voorzieningen en activiteiten - stelt de juiste vragen, vraagt door, luistert goed, vat gesprek samen en koppelt terug; evalueert achteraf hoe het ging en wat er van te leren valt - hanteert wet- en regelgeving Levensterreinen afstemmen: - geeft overwegingen voor keuzen - hanteert wet- en regelgeving
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
61
Culturele burgerschapscompetentie Competentie Succescriteria Proces
Resultaat
Geïntegreerd in competentie
Niet inpasbaar
De burger is in staat om op adequate wijze te participeren in de pluriforme en multiculturele samenleving op nationaal en Europees niveau. -
reflecteert op eigen maatschappelijk-culturele identiteit (belangrijke kenmerken; overwegingen, normen, waarden) toont respect voor andere gewoonten reflecteert op interactieprocessen acceptatie van verschillen respect voor eigenheid van culturele verbanden normen en waarden delen of beheerst van mening verschillen over de normen en waarden, dan wel de juiste uitleg ervan dan wel de adequate toepassing in het werkelijke leven. receptief (lezen en luisteren) en productief (spreken en schrijven) gebruik van Nederlands op adequaat niveau voor de eigen situatie gebruikt twee vreemde talen in voorkomende situaties op adequate wijze kennis van belangrijke aspecten van de eigen en andere culturen kennis en inzicht in ontwikkelingen in de multiculturele samenleving (‘Nederland immigratieland’); mening geven over multiculturele vraagstukken succesvolle interactie tussen burgers met andere culturele achtergrond succesvolle interactie met burgers van andere landen houdt zich aan algemeen aanvaarde normen en waarden m.b.t. vrijheid, gelijkwaardigheid en verantwoordelijkheid in de omgang met anderen hanteert wet- en regelgeving
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
x 13 16
62
Politieke burgerschapscompetentie Competentie
Succescriteria Proces
Resultaat
Geïntegreerd in competentie
Niet inpasbaar
De burger is in staat om op adequate wijze effectief om te gaan met de opgaven van het politieke domein: - zich een mening vormen over politiek relevante issues en daarmee actief of passief deel te nemen aan verkiezingen - te participeren op formele en informele wijze in politieke besluitvorming en beleidsbeïnvloeding om te gaan met instanties en regelingen en deze te benutten. Deelnemen aan verkiezingen: - raadpleegt uiteenlopende bronnen - verwoordt eigen standpunt Participeren in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding: - inventariseert en respecteert meningen - verwoordt eigen standpunt Omgaan met instanties en regelingen: - verwoordt de eigen situatie/vraag/behoefte - respecteert anderen - schakelt indien nodig derden in Deelnemen aan verkiezingen: - onderbouwt keuze - hanteert wet- en regelgeving Participeren in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding: - onderbouwt keuze tot participatie - brengt eigen mening in - hanteert wet- en regelgeving Omgaan met instanties en regelingen: - benut regels en instanties - verkrijgt gevraagde ondersteuning - hanteert wet- en regelgeving
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
x x x x x x x
63
Normatieve burgerschapscompetentie Competentie Succescriteria Proces
Resultaat
Geïntegreerd in competentie
Niet inpasbaar
De burger is in staat om op adequate wijze zelfstandig, sociaal betrokken en verantwoordelijk te handelen op basis van maatschappelijk geaccepteerde basiswaarden. -
stemt eigen handelen af op handelen van anderen
-
respecteert andere meningen (binnen basisnormen en -waarden) accepteert ander gedrag (binnen basisnormen en -waarden) hanteert breed geaccepteerde sociale omgangsvormen hanteert milieunormen gaat kritisch om met eigen normen (cultuur, subgroep) oriënteert zich op verschillende opvattingen en vormt zich daarover een mening wordt gerespecteerd voor zijn/haar mening en handelen in de samenleving handelt sociaal betrokken spreekt anderen aan op handelen ontwikkelt eigen normen met betrekking tot duurzaamheid, gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid, geweld, solidariteit, tolerantie, veiligheid, verantwoordelijkheid, zorg. handelt van uit overwegingen rond normatieve aspecten van het beroep (ethiek, fraude, milieu) hanteert wet- en regelgeving
-
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
11, 12, 13, 14, 15, 16 12, 14, 16 12, 14, 16 13, 14, 16 10, 20 x 12, 14, 16
64
Organisatorische burgerschapscompetentie Competentie Succescriteria Proces
Niet inpasbaar
De burger is in staat om op adequate wijze om te gaan met publieke organisatorische context(en) en daarbij behorende problemen binnen de relevante maatschappelijke domeinen en situaties. -
Resultaat
Geïntegreerd in competentie
-
plant en regelt de eigen activiteiten in de context van een maatschappelijk verband. Kan het eigen handelen situeren in het grotere geheel kan samenwerken, coördineren en organiseren toont overtuigingskracht, besluitvaardigheid, verantwoordelijkheidsgevoel, leidinggevend vermogen hanteert eigen gevoelens respecteert eigen grenzen en grenzen van anderen doorloopt keuzeprocessen brengt eigen inzichten overtuigend in komt afspraken na deelt kennis en ervaring levert een bijdrage aan relevante maatschappelijke verbanden lost problemen op plant en organiseert activiteiten past zich op een zakelijke manier aan veranderingen aan maakt keuzen hanteert wet- en regelgeving
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
10, 11 x 11 13 13 x x x 19
65
De volgende criteria zijn uit het kwalificatiedossier verwijderd of herschreven om de volgende reden: Competentie Competentie 10. Zorgdragen voor kwaliteit
11.
Plannen eigen werkzaamheden
Criteria Gaat efficiënt en kostenbewust om met materialen, gereedschappen, materieel, tijd en energie Signaleert fouten, verstoringen en afwijkingen in het eigen werk- of productieproces en dat van anderen en onderneemt actie binnen het eigen werk- of productieproces en dat van anderen Situeert het eigen handelen in het grotere geheel In het werk streeft de beroepsbeoefenaar naar een hoge kwaliteit en naar voortdurende verbetering daarvan Zijn werkopdracht voor te bereiden Gaat efficiënt en zorgzaam om met materialen, gereedschap/instrumenten Handelt binnen het raamwerk van de wet- en regelgeving rondom veiligheid, arbeidsomstandigheden, duurzaamheid en milieu Een goed voorbereide werkopdracht
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
Verwijderd/herschreven Verwijderd: gereedschappen en energie
Reden Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd: productieproces
Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Vervangen door: zijn werk te plannen Verwijderd
Beter inpasbaar
Verwijderd
Zit in competentie 20
Herschreven: De werkzaamheden zijn zo voorbereid dat zij tijdig, nauwgezet en in de juiste volgorde kunnen worden verricht
Beter inpasbaar
Niet inpasbaar in de competenties
66
Competentie Competentie 12. Omgaan met problemen
13.
14.
Communiceren tijdens werkzaamheden
Klantgericht handelen
Criteria Gebruikt protocollen en/of handboek kwaliteitszorg Plant en regelt eigen activiteiten Situeert het eigen handelen in het groter geheel Toont respect voor andere gewoonten Legt een probleem op duidelijke wijze voor aan de leidinggevende Formuleert eigen mening/standpunt m.b.t. normatieve aspecten van het beroep Probeert beheerst om te gaan met eigen gevoelens Adequaat geïnformeerde betrokkenen Speelt in op de veranderde situatie en past werkwijze hierop aan Toont overtuigingskracht, besluitvaardigheid en verantwoordelijkheid Beperkt hinder tengevolge van de werkzaamheden tot een minimum Zorgt na afloop van de werkzaamheden voor een opgeruimde werkplek Vraagt aan de klant of alles naar wens (verlopen) is Respecteert de mening van de klant en neemt elke klacht serieus en zorgt dat de klacht wordt geregistreerd en afgehandeld Respecteert eigen grenzen en die van anderen
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
Verwijderd/herschreven Verwijderd
Reden Verplaatst naar competentie 10
Verwijderd Verwijderd
Verplaatst naar competentie 10 Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd
Reeds verwoord in competentie 1
Verwijderd
Reeds verwoord in competentie 12
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Zin herschreven: Gaat beheerst om met eigen gevoelens Verwijderd: adequaat
Beter inpasbaar
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd
Te hoog niveau
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd Verwijderd
Reeds verwoord in competentie 1, 2, 3, 4 Reeds verwoord in competentie 1
Verwijderd
Zit in competentie 13
Overbodig
67
Competentie Competentie 15. Rapporteren over de werkzaamheden 16.
19.
Samenwerken
Beroepscompetenties ontwikkelen
Criteria Alle belanghebbenden zijn adequaat geïnformeerd over de werkopdracht of het project Respecteert eigen grenzen en die van anderen Houdt rekening met verschillen tussen mensen en hun manier van werken Vraagt om feedback van collega’s Organiseert en coördineert activiteiten Toont motivatie om te leren Toont overtuigingskracht, besluitvaardigheid en verantwoordelijkheid Toont inzicht in eigen capaciteiten en mogelijkheden Verwoordt de eigen situatie en mening Behartigt eigen belangen Raadpleegt bronnen en gebruikt hulpmiddelen om zelfinzicht te vergroten Respecteert de mening van anderen Zoekt ondersteuning indien nodig Creëert mogelijkheden tot het uitvoeren van leeractiviteiten Sluit en beëindigt (desgewenst) arbeidscontract Gebruikt zoekstrategieën om werk te
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
Verwijderd/herschreven Verwijderd: adequaat
Reden Overbodig
Verwijderd
Zit in competentie 13
Verwijderd
Reeds verwoord in competentie 12
Samen met: Wijzigt werkwijze indien nodig naar aanleiding van verkregen feedback Verwijderd
Heeft meer betekenis
Herschreven: om zich te ontwikkelen Verwijderd
Beter inpasbaar
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd
Reeds verwoord in competentie 15
Verwijderd Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd Verwijderd Herschreven: Benut mogelijkheden om eigen capaciteiten te vergroten Verwijderd
Reeds verwoord in competentie 13 Niet inpasbaar in de competenties Beter inpasbaar
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Reeds verwoord in competentie 18
Te hoog niveau
Niet inpasbaar in de competenties
68
Competentie Competentie
Criteria vinden en zoekt ondersteuning Onderneemt passende activiteiten om werk te vinden Toont inzicht in de ontwikkelingen in en mogelijkheden op de arbeidsmarkt Is in staat om te solliciteren Maakt gebruik van rechten en plichten. Maakt gebruik van personeelsvoorzieningen Neemt initiatieven m.b.t. personeelsvoorzieningen Onderzoekt alternatieven in de balans tussen werk en privé Geeft overwegingen voor keuzen m.b.t. balans werk en privé Respecteert eigen grenzen en grenzen van anderen Handelt uit normatieve aspecten van het beroep Houdt ontwikkelingen bij m.b.t. weten regelgeving en handelt binnen dit raamwerk Participeert in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding Onderbouwt keuze tot participatie Neemt deel aan verkiezingen van de Ondernemingsraad Zet een loopbaankoers uit Zet leeractiviteiten in passend bij situatie en leeromgeving
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
Verwijderd/herschreven
Reden
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd
Reeds verwoord in competentie 13
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties Niet inpasbaar in de competenties
69
Competentie Competentie 20. Veilig en milieubewust werken
Criteria Zorgt dat de voorschriften op het gebied van veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden bekend zijn bij de medewerkers Ziet erop toe, dat gewerkt wordt volgens de relevante voorschriften op het gebied van veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden Spreekt anderen aan op racistisch, seksistisch of tendentieus taalgebruik
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
Verwijderd/herschreven Verwijderd
Reden Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
Verwijderd
Niet inpasbaar in de competenties
70
DEEL 3 BRONDOCUMENTEN De op pagina 1 genoemde bron- en referentiedocumenten zijn te downloaden van de website www.ecabo.nl.
Kwalificatiedossier Medewerker informatiedienstverlening
71