Stagelogboek Leerjaar 3 Oriëntatie op Leren en Werken Afdeling Commercie Dienstverlening
Naam: Stageplaats: Stagebegeleidende docent:
Klas:
Inhoud:
Inleiding algemene informatie beroepsoriënterende stage pag. 3 Tips voor de stage
pag. 4
Hoe ziet je logboek eruit?
Pag. 6
Opdracht 1: Het kennismakingsgesprek
pag. 7
Opdracht 2: Ergonomie en Arbo-wet
pag. 8
Opdracht 3: Interview
pag. 9
Opdracht 4: Dagverslag (van elke dag één)
pag. 10
Opdracht 5: Eindverslag
pag. 12
Bijlge 1: Presentielijst
pag. 13
Bijlage 2: Zelfbeoordeling
pag. 14
Bijlage 3: Beoordeling door de stagebegeleider
pag. 17
2
Inleiding In het 3 e leerjaar volg je 6 lesperiodes van 5 tot 6 weken op het leerplein. Tijdens twee van deze lesperiodes ga je op stage. Een leerzame periode waarin je kunt zien en ervaren hoe het er in de dagelijkse praktijk aan toe gaat, in de sector waarin jij eventueel interesse hebt. Het doel van de stage is: -
-
dat je een beeld krijgt van het werk in de sector waar je voor gekozen. hebt, zodat je aan het eind van je VMBO opleiding een goede keuze kunt maken voor het vervolgonderwijs. wat het is om te werken in een bedrijf/instelling. dat je een beeld krijgt wat er van een werknemer verwacht wordt. dat je ziet wat samenwerken betekent in de praktijk. dat je dat wat je op school geleerd hebt of nog leert, kunt toepassen in de praktijk. dat je leert om opdrachten en ervaringen uit de praktijk uit te werken in een verslag.
Dit stagelogboek helpt je om het laatste punt van deze doelstelling uit te werken. Je vindt in dit stageboek informatie, gegevens, tips, opdrachten en vooral veel ruimte voor het maken van aantekeningen. Algemene tips:
Werk elke stagedag aan je verslagen, thuis of op je stageplek. Neem je stageboek iedere dag mee en bespreek zo nodig de opdrachten met je stagebegeleider. (Voor een aantal opdrachten is het belangrijk dat je vragen stelt aan je stagebegeleider of een van je collega’s.)
Maak op tijd afspraken om informatie in te winnen, de laatste dag is daar meestal geen tijd meer voor.
Zorg dat dit logboek er keurig uitziet, verslagen en opdrachten werk je uit op de computer.
Maak op tijd een afspraak met je stagebegeleider voor het eind-(evaluatie)gesprek. (Bij het eindgesprek moet het stagelogboek af zijn, Laat dit regelmatig aan je stagebegeleider zien. Dan weet je begeleider bij de ondertekening, wat er in stagelogboek staat.)
Voor de verzorging en de inhoud van het stageboek wordt een beoordeling gegeven die samen met de stagebeoordeling meetelt in het PTA.
3
Tips voor de stage “do’s en dont’s”
Wees actief Niet doen (don’t)
Wel doen (do) Vraag voor taakjes. Initiatief nemen (werk zien) bij dingen die je mag en kan doen Opruimen In/aan je stagelogboek werken
Wel doen (do)
Vraag om duidelijkheid Niet doen (don’t)
Om hulp vragen als je iets niet weet Vragen waarom je iets op een andere manier moet uitvoeren dan dat het op school geleerd is
Wel doen (do)
Niets vragen, omdat je denkt dat het stom is Aan klanten/patienten vragen hoe je iets moet doen
Wees beleefd en behulpzaam Niet doen (don’t)
Je voorstellen en een hand geven Anderen met u aanspreken Mensen aankijken als je met ze praat Duidelijk spreken Groeten en vragen of je kunt helpen Aanwijzingen opvolgen
Wel doen (do)
Rondhangen Wachten tot je iets opgedragen krijgt Met je handen in je broekzakken staan Met je armen over elkaar staan Elk vrij moment gaan roken of appen Vrijpostig gedragen
Meteen je of jou zeggen Ongeïnteresseerd overkomen Kauwgum kauwen Wachten totdat je iets gevraagd wordt Ga over aanwijzingen niet in discussie
Houd je aan de afspraken van het bedrijf /instelling Niet doen (don’t)
Ruim op tijd aanwezig zijn De opdrachten uit het stagelogboek met de stagebegeleider bespreken
Te laat komen Op eigen houtje het stagelogboek doorwerken
4
Zorg voor een goede uitstraling Wel doen (do) Niet doen (don’t) Je haar en uiterlijk goed Het douchen en het wassen verzorgen overslaan Verzorgde en schone handen en Zwaar opmaken of aftershave nagels gebruiken Een goede deodorant gebruiken Opvallende schoenen dragen Schoenen dragen die goed lopen Topjes of blote kleding dragen Zichtbare piercings uit of Moe of uitgeblust op je stage afplakken verschijnen Te veel ‘ hooi op je vork’ nemen Zorg voor een goede conditie Goed eten en slapen
Wel doen (do)
Gedraag je verstandig Niet doen (don’t)
Respect voor de ander Interesse tonen in mensen en werk Zorgvuldig je woorden kiezen Je mobiele telefoon uitzetten Denk aan het beroepsgeheim
Wel doen (do)
Roddelen over anderen Vertrouwelijke informatie door vertellen Schuttingtaal gebruiken en vloeken Privé gesprekken voeren waar anderen bij zijn Dure spullen meenemen, bijv. een GSM
Afscheid nemen Niet doen (don’t)
Afscheid nemen en bedanken
De inspanningen die voor jou gedaan zijn normaal vinden
BIJ ZIEKTE MELD JE DIT OP HET STAGEADRES EN OP SCHOOL !!!!
5
Hoe ziet je stagelogboek eruit?
Maak een voorpagina waarop je je naam, klas, stageplaats en stagedocent vermeldt. Maak een inhoudsopgave Voeg daarna het stagecontract toe Opdracht 1 Opdracht 2 Opdracht 3 Opdracht 4 Opdracht 5 Voeg de ingevulde bijlage 1 bij Voeg de ingevulde bijlage 2 bij Voeg de ingevulde bijlage 3 bij
Werk alle opdrachten naar behoren uit op de computer. Veel succes!
6
Opdracht 1: “Het kennismakingsgesprek”
Het is belangrijk is dat de eerste indruk goed is, bereid je dus voor op dit gesprek. Zorg ervoor dat je er verzorgd uitziet en dat je goed gemotiveerd bent. Denk eraan dat je telefonisch de afspraak voor het gesprek op tijd maakt en op het afgesproken tijdstip aanwezig bent. Stel jezelf netjes voor.
Neem dit stagelogboek mee en laat twee stageovereenkomsten ondertekenen. De stagebegeleider zal iets van jou willen weten, bereid je voor op enkele vragen, zoals:
Waarom wil je graag stage lopen bij dit bedrijf/ instelling?
Wat weet je al van dit bedrijf / instelling?
Heb je voorkeur voor een beroep in deze richting, zo ja,welk?
Wat verwacht je te gaan zien in deze stageweek?
Als voorbereiding op het kennismakingsgesprek heb je ten minste zes vragen bedacht die je tijdens het gesprek aan je stagebegeleider gaat stellen. Denk daarbij aan bijv. - wie is je begeleider, - waar moet je je melden - op welke afdeling kom je, - zijn er speciale regels voor kleding en schoenen, - welke leefregels of afspraken gelden er?
Maak eigen vragen ! Let op, vraag niet alleen naar werktijden enz. Denk ook aan vragen over de inhoudelijke kant van je stage! Schrijf deze vragen op. Noteer de antwoorden erachter.
7
Opdracht 2: Ergonomie en Arbo-wet
Bij Ergonomie worden de arbeidsomstandigheden aangepast aan de mens. Het gaat dus om voorzieningen die op een werkplek zijn. Hierdoor kan een werknemer zo goed en vooral zo veilig mogelijk werken. Maak een verslag van 1 A4 waarin je voor het stagebedrijf / instelling een aantal punten beschrijft die met veiligheid te maken hebben door antwoord te geven op de volgende vragen.
- Zijn er algemene voorschriften/regels met betrekking tot de veiligheid? - Heb je zelf te maken gehad met deze veiligheidsvoorschriften? - Zijn er speciale ergonomische voorzieningen voor de werknemers in je stagebedrijf/ instelling, welke? Bijvoorbeeld aangepaste stoelen. Zo ja, beschrijf deze voorzieningen en leg uit waarvoor ze dienen. - Welke voorzieningen/ maatregelen zijn er voor:
Ventilatie?
Verlichting?
Brandgevaar?
Opslag schoonmaakartikelen?
Welk EHBO materiaal is er aanwezig?
- Wat kun je zeggen van de werkomgeving/werkruimte ? (bijv. koud - heet, stof, gassen, vochtig - nat - droog, vuil - hygiëne, lawaai - rust, enzovoort) - Is het dragen van bepaalde kleding in verband met de veiligheid verplicht?
8
Opdracht 3: Interview
Je eigen ervaringen zijn in deze korte stageperiode maar beperkt. Het is daarom goed om met een collega te spreken over zijn/haar ervaringen, en zo meer over de taken en het werk te weten te komen. Vraag aan je stagebegeleider welke collega je mag interviewen.
Waar moet je aan denken bij het afnemen van het intervieuw?
Vertel waarom je dit interview afneemt Stel duidelijke vragen Als iets niet duidelijk is, stel je bv. de vraag: Kunt u een voorbeeld geven? Laat de ander uitpraten Luister aandachtig en kijk de geïnterviewde regelmatig aan. Schrijf de antwoorden met een paar woorden op. Bedank de collega voor de medewerking.
Vragen, die je kunt stellen: 1. Welke functie heeft u? 2. Hoeveel dagen werkt u? 3. Welke vooropleiding heeft u gehad? 4. Moet u ook nog bijscholing volgen? 5. Wat vindt u het leukste aan het werk? 6. Zouden er zaken veranderd kunnen worden, waardoor het werk plezieriger wordt? 7. Is contact met collega’s erg belangrijk voor u? 8. Bent u tevreden over de beloning en de waardering die u voor uw werk krijgt? 9. Kent uw beroep een typische beroepsziekte? 10. Hoe zijn de vooruitzichten in de arbeidsmarkt voor dit beroep? Maak zelf ook een aantal vragen (in totaal 15). Werk het interview op de computer netjes uit. Schrijf daarbij de vragen en de antwoorden op.
9
Opdracht 4: Dagverslag
Elke dag gebeuren er andere dingen op je stageplek. Daar kun je telkens van leren. Er zijn prettige werkzaamheden, maar ook minder prettige dingen moeten gebeuren. Het is belangrijk je ervaringen kort op te schrijven in een dagverslag. Wat kun je zoal in je dagverslagen vermelden? (Denk erom nooit persoonsnamen gebruiken, in verband met de privacy!)
Door wie ben je deze dag ontvangen? (dit is vooral de eerste dag belangrijk) Wie zijn je collega’s? Wat heb je gezien? Wat heb je gedaan? Hoe voelde je je tijdens de werkzaamheden? Heb je zelf werk aangepakt/gezien? Is er iets bijzonders gebeurd vandaag? Zijn er grappige dingen gebeurd? Was het een drukke dag? Veroorzaakt het werk spanning bij je? Welke mensen heb je vandaag op je stageplek ontmoet? Laten de stagebegeleider en andere personeelsleden merken dat ze tevreden zijn over je?
Maak van elke stagedag een dagversag door in te vullen wat je elk uur gedaan hebt (Je kunt de tijden aanpassen aan je werktijden)
Hier een voorbeeld: Dag 1: 08:00 uur
…………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………...
09:00 uur
…………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………...
10:00 uur
…………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………...
11:00 uur
…………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………...
12:00 uur
…………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………...
10
Nadat je al je werkzaamheden / ervaringen op een rijtje gezet hebt, kun je antwoord geven op de volgende vragen:
1.
Ik leerde vandaag…………………………………………………………
2.
Iets wat ik nog nooit eerder had gedaan……………………………….
3.
Ik verbaasde me erover dat……………………………………………..
4.
Wat ik moeilijk vond………………………………………………………
5.
Het hoogtepunt van deze dag was………………………………………
6.
Het dieptepunt van deze dag was………………………………………
7.
Ik zou graag willen…………………………………………………………
8.
Ik zou mezelf een compliment willen geven…………………………….
9.
Ik vond het jammer dat……………………………………………………
10.
Ik vond het prettig dat………………………………………………….....
Heel belangrijk is het om elke dag minimaal één leerpunt op te schrijven! Zorg ervoor dat je de dagverslagen direct aan het einde van je stagedag maakt. Zo weet je nog goed wat er allemaal gebeurt is die dag. Werk ze netjes uit op de compter!
Aan het einde van je laatste stagedag komt er nog een belangrijke vraag bij:
11.
Vandaag de laatste dag………Gelukkig of Jammer?.................
Omdat: ………………………………………………………………………………………
11
Opdracht 5: Eindverslag
Nu je stageperiode voorbij is, lees je je dagverslagen nog eens door en maak je een eindverslag. De volgende vragen helpen je om een goed verslag in elkaar te steken:
Was de stage zoals je verwacht had?
Waarom wel of waarom niet?
Spreekt het beroep dat je in gedachten hebt bij deze stageplek je nog steeds aan?
Wat is meegevallen? Wat is tegengevallen?
Hoe heb je het (mee)werken ervaren?
Vond je de stage zwaar? Lichamelijk of geestelijk? Leg dit uit.
Welke leerstof van school heb je goed kunnen gebruiken tijdens de stage?
Is de aanpak van de vaardigheden zoals je deze op school hebt geleerd, anders dan die op de stageplek?
Is de voorkeur voor je latere opleiding veranderd? Zo ja geef in het verslag aan waarom?
N.B. verwerk een bedankje aan je stagebedrijf in dit eindverslag.
12
Bijlage 1:
Presentielijst Stage
Omschrijving stage: Naam stagiair: Stagebegeleider:
telefoon:
Naam instelling:
telefoon:
Datum
Werktijden
Aantal uren
Handtekening begeleider
13
Bijlage 2 Zelfbeoordeling Deze lijst vul je in VÓÓR je eindgesprek. Je kunt deze gebruiken bij het eindgesprek met de stagebegeleider. 1. Het werk dat mij werd opgedragen heb ik …….gedaan. 0 goed 0 redelijk goed 0 matig 2. Bij het uitvoeren van de opdrachten 0 werkte ik vrij zelfstandig 0 had ik veel begeleiding nodig 0 kon ik het werk niet aan 3. Het werk heb ik met ……. gedaan. 0 veel plezier 0 met plezier 0 met weinig plezier 4. Ik vind zelf dat ik 0 veel initiatief getoond heb 0 soms wel initiatief getoond heb 0 weinig initiatief getoond heb 5. Ik was 0 keurig op tijd 0 soms te laat 0 vaak te laat 6. Verzuim 0 geen 0 gering 0 vaak 7. Ik heb mijn werk 0 keurig netjes uitgevoerd 0 voldoende netjes uitgevoerd 0 slordig uitgevoerd 8. Ik zag er ieder dag 0 keurig netjes uit 0 gewoon uit 0 slordig uit
14
9. Ik vond, dat ik 0 vanaf het begin goed meedraaide in het bedrijf/ instelling 0 gaandeweg steeds beter ging meedraaien 0 niet leuk meedraaide in het bedrijf/ instelling 10. Met de collega’s kon ik 0 heel goed opschieten 0 aardig overweg 0 niet best opschieten 11. Met de leidinggevenden kon ik 0 heel goed opschieten 0 aardig overweg 0 niet best opschieten 12. Als er problemen waren dan werd ik door de collega’s 0 goed opgevangen 0 redelijk opgevangen 0 niet goed opgevangen 13. Ik vind dat ik door deze stage 0 een goed beeld heb gekregen van enkele beroepen 0 nog geen goed beeld heb gekregen van enkele beroepen 0 helemaal geen beeld gekregen heb van enkele beroepen. 14. Ik vind dat ik van kritiek op mijn functioneren 0 Accepteer en er van leer 0 wel aanneem, maar moeite heb met verwerking 0 moeilijk kan verdragen en negatief erop reageer 15. Ik heb mijn stagebegeleider en de collega’s 0 allemaal persoonlijk bedankt voor de tijd die zij aan mij besteed hebben 0 in een aparte brief of kaart bedankt voor de tijd die zij aan mij besteed hebben
15
Geef jezelf een punt en vertel waarom je jezelf dit punt gegeven hebt. (geef voorbeelden!) a.
Je werkhouding: Waarom?……………………………………………………………
pt:
…………………………………………………………………….. b.
Je inzet: Waarom?…………………………………………………………..
pt:
…………………………………………………………………… c.
Je omgang met collega’s: Waarom?………………………………………………………….
pt:
……………………………………………………………………. d.
Je omgang met cliënten/klanten: Waarom?…………………………………………………………
pt:
…………………………………………………………………… e.
Werken aan het verslag en het verwerken van opdrachten: Waarom?………………………………………………………..
pt:
…………………………………………………………………..
Heeft deze stage je geholpen bij het maken van een keuze voor je vervolgopleiding? Leg dit uit! ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
16
Bijlage 3 Beoordeling door de stagebegeleider Stageplaats: ……………………………………………………………………………………………….
Beschrijving van de werkzaamheden: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………..................................................
Opmerkingen over: a. de werkhouding/motivatie/initiatief nemen: ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… b. inzicht hebben in de werkzaamheden ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… c. de omgang/samenwerken met collega’s: ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… d. de omgang met cliënten/klanten/kinderen:
………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… e. levert wekelijks het dag-verslag in ter inzage en goedkeuring: ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………
17
f. Naam leerling ……………………………………… is naar onze mening in de toekomst wel geschikt / niet geschikt / geen mening voor een beroep in deze sector.
Omdat………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………............
Eindbeoordeling: ZG – G – RV – V- T – O Datum:……………………………… Ingevuld door:………………………….Functie:………………………………
Ondergetekende heeft het stagelogboek ingezien en is akkoord. Handtekening:
Stagiair gaat akkoord met dit evaluatieverslag en beoordeling.
Handtekening:
18