STAAT VAN DE INSTELLING MBO Helicon Opleidingen Juli 2012
Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd in: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Utrecht op:
BOXTEL 26CC 27824 maart 2012 30 mei 2012 24 juli 2012
Inhoudsopgave 1 Inleiding .................................................................................................1 2 Conclusie en vervolgtoezicht ..................................................................3 2.1 Conclusie .......................................................................................... 3 2.2 Vervolgtoezicht naar aanleiding van de onderzochte opleidingen................. 3 3 Instellingsbrede resultaten.....................................................................7 3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau ........................................ 7 3.2 Risico's op relevante indicatoren .......................................................... 8 4 Opleidingspecifieke resultaten..............................................................13 4.1 Opleiding 97590, Dierenartsassistent paraveterinair .............................. 13 4.2 Opleiding 97541, Voedingsmanagement (Voedingsspecialist) .................. 17 4.3 Opleiding 97660, Teelt 2/3 (Medewerker teelt) ..................................... 21 4.4 Opleiding 97670, Teelt 2/3 (Vakbekwaam medewerker teelt) .................. 25 Bijlagen ....................................................................................................29 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden .................................................. 29 Bijlage II Overzicht cp-codes .................................................................. 31 Bijlage III Beoordeling indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied.......... 32 Bijlage IV Beoordeling indicatoren opleiding Dierenartsassistent paraveterinair, crebo 97590 ......................................................................................... 33 Bijlage V Beoordeling indicatoren opleiding Voedingsmanagement (Voedingsspecialist), crebo 97541 ............................................................ 35 Bijlage VI Beoordeling indicatoren opleiding Teelt 2/3 (Medewerker teelt), crebo 97660 ......................................................................................... 37 Bijlage VII Beoordeling indicatoren opleiding Teelt 2/3 (Vakbekwaam medewerker teelt), crebo 97670 .......................................... 39
1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs voerde in maart 2012 een onderzoek uit naar de Staat van de instelling bij Helicon Opleidingen. Dit onderzoek heeft betrekking op het mbo-onderwijs. Helicon Opleidingen is een aoc met ongeveer 8.500 mbo-studenten en ongeveer 40 opleidingen. De instelling heeft 9 mbo-onderwijslocaties. Het onderzoek heeft tot doel het bepalen van de stand van de kwaliteitsborging van de instelling en het inschatten van de risico's voor de onderwijskwaliteit. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het jaarverslag, financiële gegevens, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidsonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op de instelling. Tijdens het onderzoek bij de instelling zijn gesprekken gevoerd met studenten, docenten en management, zijn aanvullend documenten onderzocht en zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met het college van bestuur deel uit van het onderzoek. De volgende vier opleidingen zijn onderzocht: CPcode aeq04
Gebied Onderwijsproces Dierenartsassistent paraveterinair, 97590
Gebied Examinering en diplomering Dierenartsassistent paraveterinair, 97590
aeq31
Voedingsmanagement (Voedingsspecialist), 97541 Teelt 2/3 (Medewerker teelt), 97660
Voedingsmanagement (Voedingsspecialist), 97541 Teelt 2/3 (Medewerker teelt), 97660
Teelt 2/3 (Vakbekwaam medewerker teelt), 97670
Teelt 2/3 (Vakbekwaam medewerker teelt), 97670
aeq33
aeq33
Leerweg, niveau, locatie bol, 4, NHB Deurne, Bruggenseweg 11a, Deurne bol, 4, Vlijmenseweg 1a, 's-Hertogenbosch bbl, 2, Burg. Roozenveld van de Venlaan 7, Geldermalsen bol, 3, De Groene Campus, Scheepsboulevard 1, Helmond
De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico's en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor de instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 1 van 40
In hoofdstuk 2 leest u de conclusies waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het instellingsbrede onderzoek naar kwaliteitsborging en de resultaten van de analyse kunt u lezen in hoofdstuk 3. De resultaten van de kwaliteitsonderzoeken van de opleidingen vindt u in hoofdstuk 4. De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON, schooljaar 2010-2011. In bijlage II zijn de opleidingen van de onderzochte cpcodes opgenomen.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 2 van 40
2 Conclusie en vervolgtoezicht In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor Helicon Opleidingen inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de kwaliteitsonderzoeken en de analyse van risico's. In de hoofdstukken 3 en 4 volgt een nadere beschouwing van de oordelen.
2.1 Conclusie In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven wij een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven wij aan in welke mate er risico's zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico's, enkele risico's of veel risico's. Naar aanleiding van het onderzoek naar de Staat van de instelling concluderen wij dat de kwaliteitsborging bij Helicon Opleidingen slecht is. Voorts concluderen we dat er enkele risico's zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Deze risico's komen naar voren bij de kwaliteit van het onderwijsproces, de naleving van wettelijke vereisten en het niveau van de opbrengsten. Het oordeel dat de kwaliteitsborging slecht is, gecombineerd met de constatering dat er enkele risico's zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, leidt ertoe dat we uitgebreid vervolgtoezicht uitvoeren bij Helicon Opleidingen. In paragraaf 2.2 wordt de aard van dit vervolgtoezicht nader uitgewerkt. De geconstateerde lacunes ten aanzien van de kwaliteitsborging zijn overigens niet bij alle opleidingen geconstateerd. Bij een van de vier onderzochte opleidingen wordt in voldoende mate uitvoering gegeven aan kwaliteitszorg en daarom is de kwaliteitsborging hier voldoende.
2.2 Vervolgtoezicht naar aanleiding van de onderzochte opleidingen Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed De kwaliteitsborging bij Helicon Opleidingen is slecht. Daarmee wordt niet voldaan aan de naleving van de wet (WEB, art. 1.3.6) en is er sprake van vervolgtoezicht vanwege niet naleving van de wettelijke vereisten. Helicon Opleidingen krijgt de gelegenheid de kwaliteitsborging te verbeteren. Het vervolgtoezicht bestaat hieruit dat we over een jaar de kwaliteitsborging opnieuw zullen beoordelen. De instelling zal consequenter de sturing in de vorm van SMART geformuleerde (verbeter)plannen op vestigingsniveau moeten doorvoeren. Bovendien zal instellingsbreed een meer zichtbare systematiek in de monitoring en evaluatie van de voortgang en realisatie van de gestelde doelen moeten worden ingevoerd. Daarnaast zal de verankering en de verbeteraanpak beter vastgelegd moeten worden. De verbetering van de kwaliteitsborging en de feitelijke uitvoering ervan zullen we in het vervolgtoezicht verifiëren bij enkele opleidingen en op centraal niveau.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 3 van 40
Vervolgtoezicht naar aanleiding van de onderzochte opleidingen In onderstaand schema is het vervolgtoezicht per onderzochte opleiding te lezen. Dierenartsassistent paraveterinair, 97590, Deurne Beoordeling
Toezichtvorm
Vervolgtoezicht
Kwaliteitsborging is slecht.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 1.3.6 van de WEB.
Naleving wet- en regelgeving is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 7.2.8, 7.2.9 (beroepspraktijkvorming) en 8.1.4. van de WEB (onderwijsbijdrage). Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 8.1.3 van de WEB (onderwijsovereenkomst).
• De instelling herstelt de tekortkoming. • Na een jaar beoordelen wij opnieuw de kwaliteitsborging. • De instelling herstelt de tekortkoming. • Na 6 maanden onderzoekt de inspectie het herstel.
Naleving wet- en regelgeving is onvoldoende
• De instelling herstelt de tekortkoming. • Na 6 maanden onderzoekt de inspectie of het format van de onderwijsovereenkomst is aangepast.
Voedingsmanagement (Voedingsspecialist), 97541, Den Bosch Beoordeling
Toezichtvorm
Vervolgtoezicht
Kwaliteit onderwijsproces is onvoldoende (zwak onderwijs). Kwaliteitsborging is slecht.
Aangepast toezicht vanwege zwak onderwijs.
• Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 1.3.6 van de WEB.
Naleving wet- en regelgeving is onvoldoende
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 8.1.3 van de WEB (onderwijsovereenkomst)
Naleving wet- en regelgeving is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 8.1.8a van de WEB (voortijdig schoolverlaten) en artikel 21a Leerplichtwet 1969.
• De instelling herstelt de tekortkoming. • Na een jaar beoordelen wij opnieuw de kwaliteitsborging. • De instelling herstelt de tekortkoming • Na 6 maanden onderzoekt de inspectie of het format van de onderwijsovereenkomst is aangepast. • De instelling herstelt de tekortkoming. • Na 6 maanden onderzoekt de inspectie het herstel.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 4 van 40
Teelt 2/3 Medewerker teelt, 97660, Geldermalsen Beoordeling
Toezichtvorm
Vervolgtoezicht
Niveau opbrengsten is onvoldoende*.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende opbrengsten*. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 8.1.3 van de WEB (onderwijsovereenkomst).
• Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering*.
Naleving wet- en regelgeving is onvoldoende.
• De instelling herstelt de tekortkoming. • Na 6 maanden onderzoekt de inspectie of het format van de onderwijsovereenkomst is aangepast.
Teelt 2/3 Vakbekwaam medewerker teelt, 97670, Helmond Beoordeling
Toezichtvorm
Vervolgtoezicht
Kwaliteitsborging is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 1.3.6 van de WEB.
Naleving wet- en regelgeving is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 8.1.3 van de WEB (onderwijsovereenkomst).
• De instelling herstelt de tekortkoming. • Na een jaar beoordelen wij opnieuw de kwaliteitsborging. • De instelling herstelt de tekortkoming. • Na 6 maanden onderzoekt de inspectie of het format van de onderwijsovereenkomst is aangepast.
* Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de cp-code, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken. Bij alle vier de opleidingen is geconstateerd dat niet voldaan wordt aan de Wet educatie en beroepsopleidingen op het punt van de onderwijsovereenkomst. Er vindt aangepast toezicht plaats vanwege niet naleving van artikel 8.1.3 van de WEB (onderwijsovereenkomst). Wij zullen over 6 maanden nagaan of het format van de onderwijsovereenkomst is aangepast en gaan er daarbij vanuit dat de instelling de wijzigingen vervolgens doorvoert bij alle opleidingen.
Nader onderzoek Onderzoek door de inspectie De Staat van de instelling is voor de inspectie aanleiding om naast het onderzoek naar de kwaliteitsborging en de in de tabel vermelde onderzoeken, onderzoek te doen bij de opleiding Vakbekwaam medewerker logistiek, 97170 (97750 volgens kwalificatiestructuur 2011-2012).
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 5 van 40
De opbrengsten bij deze opleiding zijn in 2009-2010 sterk gedaald tot een zeer laag niveau zonder dat daarvoor door het aoc een duidelijke oorzaak kon worden aangegeven. In 2010-2011 zijn de opbrengsten behoorlijk gestegen, maar zijn nog onvoldoende. Dit onderzoek wordt uitgevoerd volgens het gehele waarderingskader. De examenkwaliteit is als voldoende beoordeeld, maar er zijn wel onvolkomenheden als risico's voor de kwaliteit geconstateerd. Bij alle vier de opleidingen is namelijk vastgesteld dat de, in eerdere inspectieonderzoeken naar de kwaliteit van examinering vermelde, kritische kanttekeningen ten aanzien van de afname en de beoordeling van het exameninstrumentarium, nog niet zichtbaar zijn opgepakt. De inspectie stelt Helicon Opleidingen in staat om binnen een jaar deze onvolkomenheden te herstellen. De inspectie zal de verbetering over een jaar onderzoeken bij nader te bepalen opleidingen. Indien de eerder gemaakte kanttekeningen dan (nog) niet zijn opgepakt, kan dit consequenties hebben voor het oordeel over de examinering. De inspectie integreert dit onderzoek met het onderzoek naar kwaliteitsverbetering dat over een jaar wordt uitgevoerd op het punt van kwaliteitsborging. De wijze waarop de onvolkomenheden zijn opgepakt geeft immers ook inzicht in de werking van de kwaliteitsborging. Onderzoek door de instelling In 2010-2011 blijken de opbrengsten voor de opleiding Allround operator (Allround operator voedingsindustrie) 97340 onder de norm te liggen. De opbrengsten zijn vergeleken met 2009-2010 sterk gedaald. Wij vragen de instelling een nadere analyse te maken van de oorzaken daarvan, en tevens aan te geven of de tekortkomingen die de inspectie heeft vastgesteld bij de opleiding Voedingsmanagement (Voedingsspecialist), 97541 ook van toepassing zijn op deze opleiding. Wij ontvangen de analyse graag voor 1 november 2012.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 6 van 40
3 Instellingsbrede resultaten In dit hoofdstuk geven we de oordelen over de kwaliteitsborging op instellingsniveau weer. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico's zijn bij de instelling.
3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied 4. Kwaliteitsborging
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Slecht ●
Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage III. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende Aspect 4.1 Sturing * ● 4.2 Beoordeling * ● 4.3 Verbetering en verankering * ● 4.4 Dialoog en verantwoording ● De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied.
Beschouwing Helicon Opleidingen geeft blijk van ondernemerschap en creativiteit met name bij het ontwikkelen van nieuwe opleidingen. Daarbij krijgen de individuele vestigingen veel ruimte om zelf dergelijke ontwikkelingen te initiëren en uit te voeren. Dat beeld is er ook voor de ruimte die individuele docenten hebben bij het vormgeven van de lessen. De docenten geven blijk van grote betrokkenheid bij het onderwijs. Voor de sturing heeft Helicon een 'Koersplan 2015' ontwikkeld, waarin de ambities en de beoogde resultaten voor de komende jaren zijn vastgelegd. Dit document is in samenspraak met de Raad van Toezicht tot stand gekomen. Het college van bestuur (cvb) stelt de kaders en specifieke aandachtsgebieden vast voor de hele instelling. De input voor de jaarlijkse aandachtsvelden komt onder andere uit zowel regelingen van de overheid, externe ontwikkelingen, landelijke overlegstructuren waarin het cvb participeert, alsook uit gerichte contacten met het bedrijfsleven en informatie van de locaties. De vestigingen hebben op hun beurt ook een richtinggevend (koers)plan ontwikkeld. De vertaling van speerpunten van de aandachtsgebieden in een activiteitenplan is onderwerp van de jaarlijks, door het cvb en de locatiedirecteur opgestelde managementafspraak, waarbij een taakstellende begroting wordt afgegeven. De sturing is onvoldoende omdat niet alle locaties beschikken over een (activiteiten)plan met 'SMART' geformuleerde doelen. Hierdoor is gerichte sturing op de kwaliteit niet mogelijk.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 7 van 40
Er is een teneur om vooral vooruit te kijken en te weinig terug te kijken naar de gerealiseerde kwaliteit. Een sluitend systeem, waarin evaluaties, verbetering en monitoring inzichtelijk bijdragen aan kwaliteit, ontbreekt. Het aspect beoordeling is onvoldoende omdat evaluatieve gegevens van het onderwijs als geheel ontbreken. Op onderdelen zijn wel evaluatiegegevens beschikbaar, maar een systematische aanpak om de kwaliteit van het onderwijs als geheel regelmatig te beoordelen ontbreekt. Hierdoor is er geen zicht op de kwaliteit van de onderdelen van het onderwijsproces en eventuele risico's. Het college van bestuur wordt door middel van de managementrapportages geïnformeerd over de voortgang van de activiteiten per locatie. Door het ontbreken van SMART geformuleerde doelen in de (activiteiten)plannen is adequate monitoring van deze acties niet mogelijk. De verbetering en verankering voldoen niet door het ontbreken van een cyclisch en systematisch (verbeter)proces. De procesgroep 'Integrale kwaliteitszorg', die de regie voert over de kwaliteitszorg per locatie en voor het hele aoc is onlangs gestart met het gebruik van de business scorecard manager. Met dit instrument kan onder andere het verloop en de tijdigheid van de ingezette activiteiten gevolgd worden en kunnen prestaties gemeten worden. Het is nog te prematuur om nu al te kunnen beschikken over betrouwbare informatie uit dit instrument. De focus voor kwaliteitszorg is nu nog gericht op de meer op zichzelf staande onderwerpen en niet op het onderwijsproces als zodanig. Daarentegen wordt behoorlijk aandacht besteed aan de deskundigheidsbevordering van docenten. Er zijn diverse scholingsmogelijkheden. Er is ingezet op het certificeren van alle examinatoren, ook voor de taalexamens. Alle bpv-docenten volgen een verplichte scholing en er is een start gemaakt met het afnemen van een competentiescan bij de medewerkers. Bijzonder is de docentenstage die het bestuur mogelijk heeft gemaakt. Docenten kunnen onder voorwaarden een aantal maanden ervaring op doen in het bedrijfsleven. Zij stellen de mogelijkheden voor deskundigheidsbevordering die hen geboden worden op prijs. De kerngroep onderwijs draagt zorg voor de interne dialoog. Momenteel wordt door deze groep een ombuiging gemaakt van kwantitatieve (zoals bpv-uren, onderwijstijd) naar kwalitatieve aspecten (bijvoorbeeld differentiëren vanwege een beperkt aantal studenten voor een bepaalde opleiding). De externe dialoog vindt plaats via de diverse platforms, klankbordgroepen, de OR en ouder- en studentenraad.
3.2 Risico's op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico's in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers, de stabiliteit van organisatie en management en de financiële continuïteit. Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: Geen Mate van risico's
Enkele ●
Veel
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 8 van 40
Onderwijsproces Het risico voor de onderwijskwaliteit schatten we in als gering tot matig. Bij één van de vier onderzochte opleidingen blijkt dat de kwaliteit van het onderwijsproces onvoldoende is doordat in het didactisch handelen, de feedback en ondersteuning tijdens de leeractiviteiten onvoldoende zijn. Examinering Voor wat betreft het risico van de examenkwaliteit schatten we het risico in als matig tot hoog. De examenkwaliteit is weliswaar als voldoende beoordeeld, maar er zijn wel onvolkomheden als risico's voor de kwaliteit geconstateerd. Bij alle vier de opleidingen is namelijk vastgesteld dat de, in eerdere inspectieonderzoeken naar de kwaliteit van examinering vermelde kritische kanttekeningen ten aanzien van de afname en de beoordeling van het exameninstrumentarium, nog niet zichtbaar zijn opgepakt. Opbrengsten De opbrengsten geven over het geheel genomen een beperkt risico. Over een reeks van drie jaren laten de opbrengsten een wisselend beeld zien, van neutrale tot licht stijgende tendens, maar ook uitschieters in positieve en negatieve zin. Per branche zijn er wel verschillen te constateren. Er is een aantal branches waarbij de opbrengsten bij Helicon Opleidingen op of rond het gemiddelde liggen. In de branches Bloemen en tuincentra en Voedingsindustrie scoren de opleidingen bij Helicon beter dan het branchegemiddelde. Daarentegen liggen de opbrengsten in de branche Groene ruimte lager dan het branchegemiddelde. In de branche Plantenteelt (cp-code aeq 13) is sprake van een forse daling zonder dat daar een aanwijsbare reden voor is. Dat levert een risico op. Tevredenheid Om zicht te krijgen op de tevredenheid van de studenten participeert Helicon in de JOB monitor. Afgezet tegen het landelijke gemiddelde scoort Helicon net iets onder of op het gemiddelde. De tevredenheid op het item 'veiligheid en sfeer' scoort boven het landelijke gemiddelde. Er is momenteel geen actuele informatie beschikbaar over de tevredenheid van de medewerkers binnen Helicon Opleidingen. Voor wat betreft de tevredenheid van de bpv-bedrijven heeft Helicon Opleidingen door een extern bureau eind vorig jaar een onderzoek laten uitvoeren. De conceptrapportage wordt op korte termijn verwacht. Stabiliteit organisatie en management Ten aanzien van de stabiliteit van organisatie en management zien we momenteel geen risico's. Zowel op het niveau van het college van bestuur als op het niveau van de directie en middenmanagement doen zich momenteel geen knelpunten in personele bezetting voor. Financiële continuïteit De Inspectie voert elk jaar een financiële risicoanalyse uit voor alle bekostigde onderwijsinstellingen op basis van de meest recente jaarrekeningen. Daarbij wordt gekeken naar drie kengetallen, liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 9 van 40
Voor het onderzoek van de Staat van de Instelling, die in het jaar 2012 is opgemaakt voor de Stichting Helicon Opleidingen, is gebruikgemaakt van de jaarrekening 2010 van deze stichting. De financiële kengetallen uit deze jaarrekening gaven geen aanwijzing voor verhoogde financiële risico's. De financiële kengetallen van de Stichting Helicon Opleidingen waren voor 2010 als volgt: Kengetal
Liquiditeit
Helicon Opleidingen (obv. JR 2010) 0,87
Solvabiliteit
0,47
Rentabiliteit
0,0 %
Doel
Signalering in risicogericht toezicht
Inzicht in de mate waarin instellingen op korte termijn (< 1 jaar) kunnen voldoen aan hun verplichtingen. Inzicht in de mate waarin instellingen op langere termijn kunnen voldoen aan hun verplichtingen. Inzicht in de mate waarin baten en lasten elkaar in evenwicht houden.
Waarde lager dan 0,5
Waarde lager dan 0,2 of hoger dan 0,6 Meerjarige waarde onder nul
Alle drie de kengetallen uit de jaarrekening 2010 lagen bij de Stichting Helicon Opleidingen boven de ondergrenzen van de signaleringswaarde. Wettelijke vereisten Er zijn bij de onderzoeken enkele tekortkomingen bij de wettelijke vereisten geconstateerd. De student loopt daarmee het risico onvoldoende beschermd te zijn in zijn rechten. Het gaat hierbij om het tijdig tekenen van de bpv-overeenkomst en het in rekening brengen van kosten bij de opleiding Dierenartsassistent paraveterinair. Bij de opleiding Voedingsmanagement (Voedingsspecialist), wordt niet voldaan aan de meldingsplicht bij ongeoorloofd verzuim. Instellingsbreed zijn de bepalingen bij de onderwijsovereenkomst niet correct. Op de achterzijde van de onderwijsovereenkomst is namelijk een aantal bepalingen opgenomen die niet in overeenstemming zijn met (de geest van) de WEB: • De onderwijsovereenkomst kan niet voorlopig van karakter zijn, ook niet tijdelijk voorlopig. De inschrijving komt pas tot stand als aan de voorwaarden voor inschrijving is voldaan. De inschrijving kan achteraf wel ontbonden worden als achteraf blijkt dat niet aan de voorwaarden is voldaan. • Het tweede artikel van de Algemene bepalingen lijkt niet te stroken met artikel 7.2.4, zevende lid, van de WEB. Het is op zichzelf goed dat de student input heeft en de opleiding op maat wordt gemaakt maar het gaat te ver om de student daar op verzoek in tegemoet te komen. • De term mandaat hoort niet thuis in artikel 3. Een student kan niet iets mandateren. Het eenzijdig kunnen aanpassen van de onderwijsovereenkomst is niet wenselijk, de overeenkomst regelt juist de rechten en plichten van beide partijen.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 10 van 40
•
De student moet wel vooraf gekend worden in een wijziging van de overeenkomst, alleen achteraf informeren is te weinig. Artikel 5 is te vaag geformuleerd, het is niet duidelijk wat valt onder 'overige consequenties'.
We komen uit op enkele risico's op basis van de combinatie van de hiervoor genoemde risico's.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 11 van 40
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 12 van 40
4 Opleidingspecifieke resultaten In dit hoofdstuk vermelden we per opleiding de oordelen over de vijf kwaliteitsgebieden. Tevens geven we per opleiding een beschouwing.
4.1 Opleiding 97590, Dierenartsassistent paraveterinair Het kwaliteitsonderzoek bij Dierenartsassistent paraveterinair, 97590, niveau 4, locatie Deurne heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1. Onderwijsproces 2. Examinering en diplomering 3. Opbrengsten 4. Kwaliteitsborging
Goed
Voldoende ● ● ●
Onvoldoende
Slecht
● Voldoet
5. Naleving wettelijke vereisten
Voldoet niet ●
De kwaliteitsborging is slecht en de naleving wettelijke vereisten voldoet niet. Er vindt aangepast toezicht plaats vanwege slechte kwaliteitsborging en niet naleving van de wettelijke vereisten.
Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel op de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Voldoende Kwaliteitsgebied Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang ● 1.2 Maatwerk ● Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* ● 1.4 Leertijd ● 1.5 Leeromgeving ● Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing ● 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* ● 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* ● Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* ● 2.2 Afname en beoordeling* ● 2.3 Diplomering* ●
Onvoldoende
●
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 13 van 40
Voldoende Kwaliteitsgebied Aspect Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement ● Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* 4.3 Verbetering en verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording ● Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1 Naleving wettelijke vereisten
Onvoldoende
● ● ●
●
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen beeld De opleiding is kleinschalig en kenmerkt zich door betrokken teamleden en korte lijnen. Het teammanagement heeft nog te weinig zicht op de kwaliteit van het onderwijs als geheel. Het inzetten van instrumenten om monitoring, evaluatie en verbeteraanpak systematisch vorm te kunnen geven is nog beperkt. Onderwijsproces Het docententeam licht jaarlijks de opleiding door om na te gaan of de afstemming tussen theorie en praktijk nog voldoet. Zo wordt bijvoorbeeld komend schooljaar het aantal uren voor practicum uitgebreid, mede op verzoek van studenten. De opleidingsduur is vier jaar, maar studenten die hiervoor zijn toegerust, krijgen de mogelijkheid om de opleiding in drie jaar af te ronden. Snuffelstage en meeloopdagen zijn mogelijkheden die potentiële studenten geboden worden om een beeld te krijgen van de opleiding. Om toegelaten te worden tot de opleiding legt de student enkele testen af. Het leren in de onderwijsinstelling is op orde. De lessen worden zoveel mogelijk volgens de roosters uitgevoerd. Er is wel een probleem met het verzorgen van de lessen voor taal door een groot verloop in taaldocenten. De opleiding onderkent dit probleem en doet haar best om de continuïteit te garanderen en voor de studenten worden bijspijkerlesuren ingeroosterd. De studenten melden dat de, voor de opleiding aangeschafte boeken, nagenoeg niet gebruikt worden en er veel met 'losse opdrachten' gewerkt wordt wat niet altijd als prettig wordt ervaren. Volgens de docenten zijn de boeken bedoeld als naslagwerk. Dit is blijkbaar voor de studenten niet duidelijk. Gedurende de opleiding ontvangt de student regelmatig een overzicht van de tot dan toe behaalde studieresultaten. De coach maakt bij de begeleiding gebruik van POP-, PAP- en PEP-dossiers (persoonlijk ontwikkelings-, activiteiten- en evaluatieplan) van de student.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 14 van 40
De beroepspraktijkvorming is als voldoende beoordeeld, maar er zijn wel twee aandachtspunten. De bpv-docent dient de student tweemaal gedurende de bpv te bezoeken, maar dit gebeurt niet altijd. De studenten geven aan tevreden te zijn over de begeleiding door de praktijkbegeleider van het leerbedrijf. Voor de stageperiode beschikken de studenten weliswaar over een studentenmap met opdrachten maar meer op de praktijk toegespitste opdrachten vergroot het leerrendement van de bpv. De bpv-bedrijven worden jaarlijks uitgenodigd om geïnformeerd te worden over het doel en inhoud van de stage van de studenten. De opkomst van de bedrijven laat echter nog te wensen over. De zorg is niet geheel op orde. Begeleiding van studenten met specifieke zorgbehoeften wordt in de eerste- en tweedelijnszorg uitgevoerd door het zorgadviesteam. Dit team komt zes keer per jaar bij elkaar om de ingezette begeleiding en de voortgang per student te bespreken. Het is niet helder wanneer de derdelijnszorg ingezet wordt. Deze zorg heeft nog geen duidelijke plek in het gehele zorgsysteem. Examinering en diplomering De examensystematiek is centraal ontwikkeld en wordt Heliconbreed toegepast. De kwaliteitseisen voor de examinering zijn vastgelegd in een handboek. De examenlocaties worden vooraf gekeurd, er is geïnvesteerd in de deskundigheid van de assessoren en de student kan pas aan het examen deelnemen als hij aan de voorwaardelijke eisen heeft voldaan. De wijze waarop de beoordeling plaatsvindt, is een belangrijk aandachtspunt ter verbetering. Zo is het voor de buitenstaander, i.c. de examencommissie, niet inzichtelijk met welke opdrachten wordt geëxamineerd en onder welke afnamecondities het examen plaatsvindt. Het bpv-examendossier vormt, evenals het eindgesprek een van de drie onderdelen van het examen. Het is niet duidelijk op grond van welke beoordelingscriteria de examinator en gecommitteerde het examendossier beoordelen en welke cesuur hierbij van toepassing is voor de genoemde onderdelen. De hantering van de beoordelingscriteria van het praktijkexamen is onvoldoende inzichtelijk. Het exameninstrumentarium voor Nederlands lezen en luisteren is ingekocht bij ICE. Dit materiaal hebben we op een eerder moment onderzocht en voldoende bevonden. Het exameninstrumentarium voor schrijven, spreken en gesprekken voeren is Heliconbreed ontwikkeld door een speciaal hiervoor samengesteld team van constructeurs en vaststellers. Hoewel het oordeel over talen niet meeweegt in het oordeel over het exameninstrumentarium, maken we hierbij wel enkele belangrijke kanttekeningen. Het onderdeel schrijven voldoet namelijk niet aan de vereisten. De beoordelingcriteria van het domein Taalverzorging zijn onvoldoende. Hierdoor kan niet worden beoordeeld of de student aan de vereisten voldoet. In de examendossiers valt bij de beoordeling op dat als essentiële (randvoorwaardelijke) criteria niet behaald zijn (score 0), de student toch een voldoende kan halen. Daarnaast worden in veel gevallen de scores foutief opgeteld en het gemiddelde verkeerd berekend.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 15 van 40
Het exameninstrumentarium voor Engels is voor alle taalvaardigheden zelf ontwikkeld. Voor alle taalvaardigheden geldt dat de beoordelingscriteria onvoldoende duidelijk zijn om te kunnen beoordelen of de student de vaardigheid beheerst. Daarnaast past de toetsvorm van luisteren niet bij de vaardigheid. Luisteren wordt namelijk alleen in een gespreksvorm getoetst. In het kader van transparant beoordelen is het een positief punt dat de taalvaardigheden spreken en gesprekken voeren door een examinator en een gecommitteerde worden afgenomen. Om vast te stellen of een student gediplomeerd kan worden, beschikt de examencommissie over overzichtslijsten van behaalde examenresultaten op grond waarvan de examencommissie besluit om over te gaan tot diplomering. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 68,1 procent en een diplomaresultaat van 68,9 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRONgegevens 2010-2011 zijn de resultaten van de cp-code aeq04, niveau 4 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. In bijlage I is de normering voor de opbrengsten vermeld. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging op opleidingsniveau is niet voldoende. Het teammanagement gebruikt de instellingsbrede systematiek voor de kwaliteitsborging en wordt daarbij door de procesgroep kwaliteitszorg ondersteund. De sturing, beoordeling, verbetering en verankering zijn echter niet op orde. Op onderdelen vinden er evaluaties plaats. Zo participeert de opleiding in de JOB-enquête, heeft de examencommissie een aanzet gemaakt om steekproefsgewijs aanwezig te zijn bij een examenafname en is er input over de kwaliteit van de examens door evaluaties van studenten en examinatoren. Het ontbreekt echter aan een systeem waarin periodiek de kwaliteit van de opleiding wordt doorgelicht op alle relevante terreinen. Bij deze opleiding hebben wij geen samenhangende SMART geformuleerde team- of verbeterplannen aangetroffen, waaruit duidelijk wordt welke activiteit wanneer en door wie wordt uitgevoerd, wat het te behalen resultaat moet zijn en hoe monitoring plaatsvindt. Er is voldoende aandacht voor deskundigheidsbevordering van docenten. Naleving wettelijke vereisten De opleiding voldoet niet aan alle onderzochte wettelijke eisen. De praktijkovereenkomsten worden namelijk niet tijdig getekend (oplopend tot meer dan twee maanden na aanvang van de bpv). Daarnaast worden oneigenlijke kosten bij de student in rekening gebracht voor zowel de intake als de opleiding. Tevens is er de Heliconbreed vermelde tekortkoming met betrekking tot enkele bepalingen in de onderwijsovereenkomst.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 16 van 40
4.2 Opleiding 97541, Voedingsmanagement (Voedingsspecialist) Het kwaliteitsonderzoek bij Voedingsmanagement (Voedingsspecialist), 97541, niveau 4, locatie Den Bosch heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1. Onderwijsproces 2. Examinering en diplomering 3. Opbrengsten 4. Kwaliteitsborging
Goed
Voldoende
Onvoldoende ●
Slecht
● ● ● Voldoet
5.Naleving wettelijke vereisten
Voldoet niet ●
De kwaliteitsgebieden onderwijsproces, kwaliteitsborging en naleving wettelijke vereisten zijn niet voldoende. Hierdoor vindt aangepast toezicht plaats vanwege zwak onderwijs, slechte kwaliteitsborging en niet naleving van de wettelijke vereisten.
Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel op de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage V is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Voldoende Kwaliteitsgebied Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang ● 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving ● Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing ● 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* ● 1.8 Zorg ● Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* ● Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* ● 2.2 Afname en beoordeling* ● 2.3 Diplomering* ● Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement ●
Onvoldoende
● ● ●
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 17 van 40
Voldoende Kwaliteitsgebied Aspect Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* Verbetering en 4.3 verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording ● Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Naleving wettelijke 5.1 vereisten
Onvoldoende
● ● ●
●
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen beeld De opleiding is kleinschalig en kenmerkt zich door betrokken teamleden, een informele sfeer en korte lijnen. Echter gestructureerd werken, het vastleggen van teamafspraken of andere maatregelen ten behoeve van het onderwijs hebben tot nog toe weinig prioriteit gehad. Het onderwijs vertoont tekortkomingen, onder andere op het gebied van het didactisch handelen. Daarnaast is de inzet van instrumenten om de uitvoering en kwaliteit van de opleiding te monitoren en te bestendigen te beperkt. Hiermee is de kwaliteitsborging onvoldoende. Onderwijsproces Het onderwijsproces is als onvoldoende beoordeeld omdat het didactisch handelen onvoldoende is. Daarnaast is er te weinig maatwerk en wordt de leertijd onvoldoende benut. De opleiding heeft te weinig oog voor verschillen in leerbehoeften tussen de studenten. Wel is het zo dat de opleiding bij Nederlands en rekenen remediërende lessen inzet voor studenten die hier behoefte aan hebben. De docenten richten zich tijdens de lessen te beperkt op het leerproces van de individuele student om hier vervolgens effectief op te sturen. Dit heeft mogelijk te maken met de vele wisselingen van docenten in het afgelopen jaar en met het gehanteerde onderwijsconcept waarin studenten moeten leren van zelfreflectie of door de feedback van medestudenten. De begeleiding door docenten vindt onregelmatig en te weinig plaats, vooral met het oog op de overgangssituatie naar dit, ook voor de studenten, nieuwe concept. De feedback op de leeractiviteiten wordt te laat gegeven en niet consequent geregistreerd zodat de student inzicht heeft in zijn prestaties. De leertijd is als onvoldoende beoordeeld omdat de lestijd onderbenut wordt. Lessen beginnen vaak te laat en houden te vroeg op of de les wordt afgelast als blijkt dat meerdere studenten hun opdracht niet uitgevoerd hebben. Dit gegeven wordt versterkt door het niet consequent registeren van absentie en het handhaven van de regels voor te laat komen.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 18 van 40
De overige onderdelen van het onderwijsproces zijn positief beoordeeld. Het programma kent onderlinge samenhang door de verschillende pijlers, de projecten rond de '9 beroepen van Food' en is afgestemd op het beroepenveld. De relatie met de kerntaken en werkprocessen uit het kwalificatiedossier is er wel, maar is impliciet. De intake en plaatsing van studenten verlopen zorgvuldig, evenals de studieloopbaanbegeleiding. Ook de begeleiding tijdens de beroepspraktijkvorming en de plaatsing voldoet aan de eisen. De zorg voor de studenten is goed belegd. Examinering en diplomering De examensystematiek is centraal ontwikkeld en wordt Heliconbreed toegepast. De kwaliteitseisen voor de examinering zijn vastgelegd in een handboek. De examenlocaties worden vooraf gekeurd, er is geïnvesteerd in de deskundigheid van de assessoren en de student kan pas aan het examen deelnemen als hij aan de voorwaardelijke eisen heeft voldaan. De wijze waarop de beoordeling plaatsvindt, is een belangrijk aandachtspunt ter verbetering. Zo is het voor de buitenstaander, i.c. de examencommissie, niet inzichtelijk met welke opdrachten wordt geëxamineerd en onder welke afnamecondities het examen plaatsvindt. Het bpv-examendossier vormt, evenals het eindgesprek een van de drie onderdelen van het examen. Het is niet duidelijk op grond van welke beoordelingscriteria de examinator en gecommitteerde het examendossier beoordelen en welke cesuur hierbij van toepassing is voor de genoemde onderdelen. De hantering van de beoordelingscriteria van het praktijkexamen is onvoldoende inzichtelijk. Het exameninstrumentarium voor Nederlands lezen en luisteren is ingekocht bij ICE. Dit materiaal hebben we op een eerder moment onderzocht en voldoende bevonden. Het exameninstrumentarium voor schrijven, spreken en gesprekken voeren is ook Heliconbreed ontwikkeld door een speciaal hiervoor samengesteld team van constructeurs en vaststellers. Hoewel het oordeel over talen niet meeweegt in het oordeel over het exameninstrumentarium, maken we hierbij wel enkele belangrijke kanttekeningen. Het onderdeel schrijven voldoet niet aan de vereisten. De beoordelingcriteria van het domein Taalverzorging zijn onvoldoende. Hierdoor kan niet worden beoordeeld of de student aan de vereisten voldoet. In de examendossiers valt bij de beoordeling op dat als essentiële (randvoorwaardelijke) criteria niet behaald zijn (score 0), de student toch een voldoende kan halen. Daarnaast worden in veel gevallen de scores foutief opgeteld en het gemiddelde verkeerd berekend. Het exameninstrumentarium voor Engels is voor alle taalvaardigheden zelf ontwikkeld. Voor alle taalvaardigheden geldt dat de beoordelingscriteria onvoldoende duidelijk zijn om te kunnen beoordelen of de student de vaardigheid beheerst. Daarnaast past de toetsvorm van luisteren niet bij de vaardigheid. Luisteren wordt namelijk alleen in een gespreksvorm getoetst. In het kader van transparant beoordelen is het een positief punt dat de taalvaardigheden spreken en gesprekken voeren door een examinator en een gecommitteerde worden afgenomen. Om vast te stellen of een student gediplomeerd kan worden, beschikt de examencommissie over overzichtslijsten van behaalde examenresultaten op grond waarvan de examencommissie besluit om over te gaan tot diplomering.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 19 van 40
Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 73,1 procent en een diplomaresultaat van 73,1 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2010-2011 zijn de resultaten van de cp-code aeq 31, niveau 4 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. In bijlage I is de normering voor de opbrengsten vermeld. Kwaliteitsborging Het teammanagement gebruikt de instellingsbrede systematiek voor de kwaliteitsborging en wordt daarbij door de procesgroep kwaliteitszorg adequaat ondersteund. De onderwijskwaliteit van de opleiding wordt echter niet regelmatig gemeten en afgezet tegen vastgestelde kwaliteitseisen (normen). Wij hebben geen samenhangende verbeterplannen aangetroffen, waaruit duidelijk wordt welke activiteit wanneer en door wie wordt uitgevoerd. De sturing op de verbeteringen gebeurt ad hoc. Daarnaast is het een aandachtspunt dat de teamplannen niet smart zijn geformuleerd, wat eveneens de sturing bemoeilijkt. Positief is dat er bij de opleiding veel aandacht is voor deskundigheidsbevordering van docenten en management. Naleving wettelijke vereisten De opleiding voldoet niet aan de onderzochte wettelijke eisen met betrekking tot het ongeoorloofd verzuim. Bij het onderzoek is gebleken dat: • Niet voldaan wordt aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden van 16 uur gedurende een periode van vier opeenvolgende lesweken voor studenten waarop de Leerplichtwet 1969 van toepassing is. Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 21a Leerplichtwet 1969. • Niet voldaan wordt aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden van een aaneengesloten periode van vier weken voor studenten van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie. Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 8.1.8a van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Zoals tijdens het onderzoek bleek heeft de opleiding in het cursusjaar 2011-2012 nog geen meldingen van ongeoorloofd verzuim hoeven te doen, maar het systeem dat de opleiding hanteert voor het melden van ongeoorloofd verzuim en vsv is niet dekkend. Dit wordt veroorzaakt doordat het protocol niet dekkend is: coaches dienen na 1-3 dagen afwezigheid contact op te nemen met de studenten. Hierdoor is de kans groot dat bij 3 dagen ongeoorloofde afwezigheid de wettelijke termijn voor meldingen aan de leerplichtambtenaar overschreden wordt. Daarnaast wordt de afwezigheid van studenten op losse briefjes geregistreerd. Hierdoor ontstaat het risico dat de gegevens onvolledig en niet tijdig verzameld worden en ongeoorloofd verzuim niet tijdig wordt gemeld. Voorts is het niet duidelijk bij wie de verantwoordelijkheid is belegd voor het aggregeren van de informatie uit deze briefjes. Iedere woensdag worden klassenoverzichten van afwezigheid van de voorafgaande schoolweek uitgedraaid. Dit kan betekenen dat meldingen niet onverwijld (binnen 5 werkdagen) gedaan worden.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 20 van 40
Op grond van de bevindingen tijdens het onderzoek concludeert de inspectie dat niet voldaan wordt aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht, zoals neergelegd in de artikelen 8.1.8 en 8.1.8a van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) en artikel 21a Leerplichtwet 1969. bpv-overeenkomst Bij dit onderzoek is de inspectie gebleken dat voldaan wordt aan de wettelijk voorgeschreven eisen, zoals neergelegd in de artikelen 7.2.8, 7.2.9 en 7.2.10 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Wel is er de Heliconbreed vermelde tekortkoming met betrekking tot enkele bepalingen in de onderwijsovereenkomst.
4.3 Opleiding 97660, Teelt 2/3 (Medewerker teelt) Het kwaliteitsonderzoek bij Teelt 2/3 (medewerker Teelt), 97660, niveau 2, locatie Geldermalsen, heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1. Onderwijsproces 2. Examinering en diplomering 3. Opbrengsten 4. Kwaliteitsborging
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Slecht
● ● ● ● Voldoet
5. Naleving wettelijke vereisten
Voldoet niet
●
Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot het oordeel voldoende voor vier kwaliteitsgebieden, echter de opbrengsten zijn onvoldoende. Er vindt aangepast toezicht plaats vanwege de opbrengsten.
Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel op de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage VI is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebieden opgenomen. Kwaliteitsgebied
Voldoende
Onvoldoende
Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen*1 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1
● ● ● ● ●
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 21 van 40
Voldoende
Onvoldoende
1.6 Intake & plaatsing ● 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* ● 1.8 Zorg ● Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* ● Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* ● 2.2 Afname en beoordeling* ● 2.3 Diplomering* ● Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement Voldoende Kwaliteitsgebied
● Onvoldoende
Kwaliteitsgebied Aspect
Aspect Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* Verbetering en 4.3 verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Naleving wettelijke 5.1 vereisten 1
● ● ● ● ●
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen beeld De opleiding is kleinschalig en kenmerkt zich door betrokken teamleden, een informele sfeer en korte lijnen. Hoewel de instelling een duidelijke visie heeft op het gewenste onderwijsconcept, is hiervan op het moment van onderzoek nog weinig te zien. Docenten geven in belangrijke mate een eigen invulling aan de wijze waarop zij hun onderwijs verzorgen. Onderlinge teamcohesie is nauwelijks zichtbaar. Desondanks heeft het teammanagement zicht op de kwaliteit van het onderwijs en werkt, samen met het team aan de verdere ontwikkeling van de opleiding. Onderwijsproces Het onderwijsprogramma is seizoensgebonden en de inhoud van het programma is afgestemd met het bedrijfsleven. Hoewel een ideale afstemming van het programma niet altijd mogelijk is, vanwege de verschillen die bestaan tussen fruitteelt enerzijds en boomteelt anderzijds, vinden wij de samenhang binnen het programma voldoende. Die seizoensgebondenheid geeft zowel kansen als beperkingen voor het bieden van maatwerk. Toch zijn er ook andere mogelijkheden om maatwerk te realiseren. Wij
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 22 van 40
hebben daarvan echter tijdens ons onderzoek nagenoeg niets gevonden. De opleiding heeft te weinig oog voor verschillen in leerbehoeften tussen de onderscheiden studenten. De kwaliteit van het didactisch handelen is voldoende. Wij merken daarbij wel op dat het toepassen van verschillende werkvormen meer afwisseling in de lessen zou kunnen geven. Het didactisch concept van Helicon Opleidingen omvat een ook mix aan werkvormen. Het blijkt dat docenten zelf de didactische aanpak voor hun lessen bepalen en kiezen voor hoofdzakelijk frontale lessen. Verder valt op dat afspraken (zoals jassen aan, petten op en dergelijke) niet consequent worden doorgevoerd. Mede daardoor is de sfeer in de klassen rommelig. Dit gegeven wordt versterkt door een onderbenutting van de lestijd. Lessen beginnen vaak te laat en houden te vroeg op. Na een ingelaste pauze komen studenten pas terug wanneer zij worden gehaald. Wij hebben de benutting van de onderwijstijd dan ook als onvoldoende beoordeeld. De begeleiding van studenten is zorgvuldig. Zowel de intake en plaatsing van studenten alsook de studieloopbaanbegeleiding voldoen. Ook de begeleiding tijdens de beroepspraktijkvorming voldoet aan de eisen. De zorg voor de studenten is goed belegd, ook voor wat betreft de derdelijn. Er is een ZAT en een schoolmaatschappelijk werker die een duidelijke rol vervullen in de begeleiding van studenten. Ondanks onze positieve beoordeling passen twee aantekeningen voor wat betreft de organisatie van de begeleiding. In de eerste plaats zien wij geen link met instellingsbeleid op dit punt en in de tweede plaats is het vreemd dat de docenten niet goed op de hoogte zijn van de inrichting van de zorgstructuur. Examinering en diplomering De examensystematiek is centraal ontwikkeld en wordt Heliconbreed toegepast. De kwaliteitseisen voor de examinering zijn vastgelegd in een handboek. De examenlocaties worden vooraf gekeurd, er is geïnvesteerd in de deskundigheid van de assessoren en de student kan pas aan het examen deelnemen als hij aan de voorwaardelijke eisen heeft voldaan. De wijze waarop de beoordeling plaatsvindt, is een belangrijk aandachtspunt ter verbetering. Zo is het voor de buitenstaander, i.c. de examencommissie, niet inzichtelijk met welke opdrachten wordt geëxamineerd en onder welke afnamecondities het examen plaatsvindt. Het bpv-examendossier vormt, evenals het eindgesprek een van de drie onderdelen van het examen. Het is niet duidelijk op grond van welke beoordelingscriteria de examinator en gecommitteerde het examendossier beoordelen en welke cesuur hierbij van toepassing is voor de genoemde onderdelen. De hantering van de beoordelingscriteria van het praktijkexamen is onvoldoende inzichtelijk. Het exameninstrumentarium voor Nederlands lezen en luisteren is ingekocht bij ICE. Dit materiaal hebben we op een eerder moment onderzocht en voldoende bevonden. Het exameninstrumentarium voor schrijven, spreken en gesprekken voeren is ook Heliconbreed ontwikkeld door een speciaal hiervoor samengesteld team van constructeurs en vaststellers. Hoewel het oordeel over talen niet meeweegt in het oordeel over het exameninstrumentarium, maken we hierbij wel enkele belangrijke kanttekeningen.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 23 van 40
Het onderdeel schrijven voldoet niet aan de vereisten. De beoordelingcriteria van het domein Taalverzorging zijn onvoldoende. Hierdoor kan niet worden beoordeeld of de student aan de vereisten voldoet. In de examendossiers valt bij de beoordeling op dat als essentiële (randvoorwaardelijke) criteria niet behaald zijn (score 0), de student toch een voldoende kan halen. Daarnaast worden in veel gevallen de scores foutief opgeteld en het gemiddelde verkeerd berekend. Het exameninstrumentarium voor Engels is voor alle taalvaardigheden zelf ontwikkeld. Voor alle taalvaardigheden geldt dat de beoordelingscriteria onvoldoende duidelijk zijn om te kunnen beoordelen of de student de vaardigheid beheerst. Daarnaast past de toetsvorm van luisteren niet bij de vaardigheid. Luisteren wordt namelijk alleen in een gespreksvorm getoetst. In het kader van transparant beoordelen is het een positief punt dat de taalvaardigheden spreken en gesprekken voeren door een examinator en een gecommitteerde worden afgenomen. Om vast te stellen of een student gediplomeerd kan worden, beschikt de examencommissie over overzichtslijsten van behaalde examenresultaten op grond waarvan de examencommissie besluit om over te gaan tot diplomering. Opbrengsten Hoewel de opbrengsten in 2009-2010 nog ruim boven de norm lagen, zijn deze nu met een jaarresultaat van 36,0 procent en een diplomaresultaat van 40,8 procent onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRONgegevens 2010-2011 zijn de resultaten van de cp-code aeq 33, niveau 2 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. In bijlage I is de normering voor de opbrengsten vermeld. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging op de locatie draagt duidelijk bij aan de kwaliteit van de opleiding. Het teammanagement gebruikt de instellingsbrede systematiek voor de kwaliteitsborging en wordt daarbij vanuit de instelling door de procesgroep kwaliteitszorg adequaat ondersteund. De kwaliteitskalender op instellingsniveau is leidend voor wat betreft de daarin genoemde speerpunten die op opleidingsniveau moeten worden uitgewerkt. De kwaliteitskalender wordt onderhouden door middel van bijlagen waarop ruimte is om terug te kijken en een toekomstperspectief te formuleren. Voor de beoordeling van teamplannen zijn externen ingehuurd. Verantwoording van acties vindt plaats door middel van managementgesprekken tussen directie en het college van bestuur. Deze systematiek voorziet in onderbouwde oordelen op alle relevante aspecten van de kwaliteit van het onderwijs. Op basis van de prestatiescores en aanvullend onderzoek maakt het teammanagement een analyse en stelt het heldere en specifiek geformuleerde teamplannen vast. De betrokken doelgroepen zoals het studentenpanel en de werkveldcommissie zijn in dit proces goed gehoord. Door adequate onderwijskundige sturing vanuit het teammanagement en de leerplancommissie resulteert de kwaliteitszorg ook in voldoende mate in kwaliteitsdenken bij de docenten.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 24 van 40
Naleving wettelijke vereisten Voor zover onderzocht worden de wettelijke vereisten correct nageleefd, met uitzondering van de Heliconbreed vermelde tekortkoming met betrekking tot enkele bepalingen in de onderwijsovereenkomst.
4.4 Opleiding 97670, Teelt 2/3 (Vakbekwaam medewerker teelt) Het kwaliteitsonderzoek bij Teelt 2/3 (Vakbekwaam medewerker teelt), 97670, niveau 3, locatie Helmond heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1. Onderwijsproces 2. Examinering en diplomering 3. Opbrengsten 4. Kwaliteitsborging
Goed
Voldoende ● ● ●
Onvoldoende
Slecht
● Voldoet
5.Naleving wettelijke vereisten
Voldoet niet ●
De kwaliteitsborging is slecht. Hierdoor vindt aangepast toezicht plaats vanwege slechte kwaliteitsborging.
Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel op de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage VII is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebieden opgenomen. Voldoende Kwaliteitsgebied Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang ● 1.2 Maatwerk ● Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* ● 1.4 Leertijd ● 1.5 Leeromgeving ● Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing ● 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* ● 1.8 Zorg ● Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* ● Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* ● 2.2 Afname en beoordeling* ● 2.3 Diplomering* ● Gebied 3: Opbrengsten
Onvoldoende
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 25 van 40
Voldoende Kwaliteitsgebied Aspect 3.1 Rendement ● Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* Verbetering en 4.3 verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording ● Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Naleving wettelijke 5.1 vereisten
Onvoldoende
● ● ●
●
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen beeld De opleiding is zeer kleinschalig en kenmerkt zich door een grote diversiteit in teelten voor zowel binnen als buiten. Hierdoor kan niet optimaal tegemoet worden gekomen aan de verwachtingen van de student indien hij voor een specifieke richting in de teelt kiest. De kwaliteit van het onderwijs is nog onvoldoende geborgd. De situering van de opleiding op de Groene Campus, in een gebouw waarin ook bedrijfsleven en andere instellingen zijn gehuisvest draagt bij aan een intensief contact en afstemming met de beroepspraktijk. Onderwijsproces Het onderwijsprogramma is seizoensgebonden en via studiedagen stelt het team jaarlijks het onderwijsprogramma vast. De opleiding kent een opbouw in studiejaren en de inhoud is beknopt in documenten vastgelegd. Het bewaken van de afstemming en samenhang tussen de verschillende vakgroepen is een aandachtspunt. Door het beperkte aantal studenten kan de opleiding redelijkerwijs tegemoetkomen aan de individuele wensen van de studenten ten aanzien van het specifieke karakter van de diverse teelten. Voor zover mogelijk is er maatwerk en kunnen studenten keuzes maken bij de projecten en volgen ze lessen in combinatie met studenten van andere opleidingen. Door de grote diversiteit in de binnen- en buitenteelt worden onderwerpen die niet binnen de school aan bod kunnen komen, doorgesluisd naar de bpv. Studenten geven aan dat er behoefte is om ook binnen de school hierover lessen te volgen. Om toegelaten te worden tot de opleiding legt de student enkele testen af en om een beeld te krijgen over de studie is er de mogelijkheid voor 'meeloopdagen'. Gedurende de bpv wordt de student begeleid door een praktijkbegeleider van het betreffende leerbedrijf. De studenten geven aan tevreden te zijn over deze begeleiding. Het is de bedoeling dat de bpv-docent de student twee maal gedurende de bpv bezoekt maar studenten geven aan dat dit niet altijd gebeurt. Dit is een aandachtspunt. Voor de stageperiode beschikken de studenten weliswaar
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 26 van 40
over een studentenmap met opdrachten maar meer op de specifieke teelt toegespitste opdrachten vergroot het leerrendement van de bpv. De bpv-bedrijven worden jaarlijks uitgenodigd om geïnformeerd te worden over het doel en inhoud van de stage van de student. De lessen worden zoveel mogelijk volgens de roosters uitgevoerd. Voor de taallessen Engels is er dit jaar minder uitval dan vorig schooljaar. Studenten die daar behoefte aan hebben kunnen na de schooldag bijlessen Engels volgen. De studenten melden dat de, voor de opleiding aangeschafte boeken, nagenoeg niet gebruikt worden en er veel met 'losse opdrachten' gewerkt wordt. Volgens de docenten zijn de boeken bedoeld als naslagwerk. Dit is blijkbaar voor de studenten niet duidelijk. De studenten zijn tevreden over de begeleiding tijdens de opleiding. De mentor voert wekelijks gesprekken met hen en zij ontvangen 4 keer per jaar een resultatenoverzicht. Daarnaast is er ook de mogelijkheid om via het internet resultaten in te zien maar dit systeem functioneert nog niet geheel naar wens. Begeleiding van studenten met specifieke zorgbehoeften wordt in de eerste en tweedelijnszorg georganiseerd door het zorgadviesteam en de zorgcoördinator. Ook in de derdelijnszorg is voorzien. Examinering en diplomering De examensystematiek is centraal ontwikkeld en wordt Heliconbreed toegepast. De kwaliteitseisen voor de examinering zijn vastgelegd in een handboek. De examenlocaties worden vooraf gekeurd, er is geïnvesteerd in de deskundigheid van de assessoren en de student kan pas aan het examen deelnemen als hij aan de voorwaardelijke eisen heeft voldaan. De wijze waarop de beoordeling plaatsvindt, is een belangrijk aandachtspunt ter verbetering. Zo is het voor de buitenstaander, i.c. de examencommissie, niet inzichtelijk met welke opdrachten wordt geëxamineerd en onder welke afnamecondities het examen plaatsvindt. Het bpv-examendossier vormt, evenals het eindgesprek een van de drie onderdelen van het examen. Het is niet duidelijk op grond van welke beoordelingscriteria de examinator en gecommitteerde het examendossier beoordelen en welke cesuur hierbij van toepassing is voor de genoemde onderdelen. De hantering van de beoordelingscriteria van het praktijkexamen is onvoldoende inzichtelijk. Het exameninstrumentarium voor Nederlands lezen en luisteren is ingekocht bij ICE. Dit materiaal hebben we op een eerder moment onderzocht en voldoende bevonden. Het exameninstrumentarium voor schrijven, spreken en gesprekken voeren is ook Heliconbreed ontwikkeld door een speciaal hiervoor samengesteld team van constructeurs en vaststellers. Hoewel het oordeel over talen niet meeweegt in het oordeel over het exameninstrumentarium, maken we hierbij wel enkele belangrijke kanttekeningen. Het onderdeel schrijven voldoet niet aan de vereisten. De beoordelingcriteria van het domein Taalverzorging zijn onvoldoende. Hierdoor kan niet worden beoordeeld of de student aan de vereisten voldoet. In de examendossiers valt bij de beoordeling op dat als essentiële (randvoorwaardelijke) criteria niet behaald zijn (score 0), de student toch een voldoende kan halen. Daarnaast worden in veel gevallen de scores foutief opgeteld en het gemiddelde verkeerd berekend.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 27 van 40
Het exameninstrumentarium voor Engels is voor alle taalvaardigheden zelf ontwikkeld. Voor alle taalvaardigheden geldt dat de beoordelingscriteria onvoldoende duidelijk zijn om te kunnen beoordelen of de student de vaardigheid beheerst. Daarnaast past de toetsvorm van luisteren niet bij de vaardigheid. Luisteren wordt namelijk alleen in een gespreksvorm getoetst. In het kader van transparant beoordelen is het een positief punt dat de taalvaardigheden spreken en gesprekken voeren door een examinator en een gecommitteerde worden afgenomen. Om vast te stellen of een student gediplomeerd kan worden, beschikt de examencommissie over overzichtslijsten van behaalde examenresultaten op grond waarvan de examencommissie besluit om over te gaan tot diplomering. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 71,2 procent en een diplomaresultaat van 77,1 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2010-2011 zijn de resultaten van de cp-code aeq 33, niveau 3 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. In bijlage I is de normering voor de opbrengsten vermeld. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging op opleidingsniveau is nog niet geheel op orde. Het teammanagement gebruikt de instellingsbrede systematiek voor de kwaliteitsborging en wordt daarbij door de procesgroep kwaliteitszorg adequaat ondersteund. De sturing, beoordeling, verbetering en verankering zijn echter niet voldoende. De sturing op de verbeteringen gebeurt veelal nog ad hoc. Er zijn lijsten met acties en activiteiten en informatie over de uitvoering, maar deze zijn niet SMART geformuleerd. Het is ook niet helder hoe deze acties worden gemonitord, wat eveneens de sturing bemoeilijkt. Evaluaties vinden incidenteel plaats op onderdelen of onderwerpen en zijn nog niet ingebed in een systeem. Met betrekking tot deskundigheidsbevordering volgen docenten scholing. Om zicht te krijgen op de deskundigheid van de docenten heeft de teamleider een start gemaakt met lesobservaties. Dit vindt echter nog niet gestructureerd plaats. Daarnaast is er door de examencommissie een start gemaakt met het steekproefsgewijs bijwonen van examens en wordt er bij de komende examenperiode gestart met intervisiebijeenkomsten voor de assessoren. De opleiding neemt deel aan en initieert overleg met externe betrokkenen om zo de opleiding vakinhoudelijk en praktijkgericht te optimaliseren. Binnen de Groene Campus vervult het management daarin een sterke rol. Naleving wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen, met uitzondering van de Heliconbreed vermelde tekortkoming met betrekking tot enkele bepalingen in de onderwijsovereenkomst.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 28 van 40
Bijlagen Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1.
2. 3.
Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. Een normering per aspect. Een normering per kwaliteitsgebied.
Voor de normering van het onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. Normering onderwijsproces Goed • Aan acht van de negen aspecten is voldaan. • Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. • De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende • Aan zeven van de negen aspecten is voldaan • Aan alle kernaspecten is voldaan. • Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. • Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende • Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. • Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan. Slecht • Aan geen van de kernaspecten is voldaan. • Aan zes of meer aspecten is niet voldaan. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van onderstaande norm. Voor een oordeel voldoende moet tenminste aan één van de twee normen zijn voldaan. Niveau 1 2 3 4
Jaarresultaat 60,7 56,5 65,3 64,2
Diplomaresultaat 45,1 45,2 67,3 67,3
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 29 van 40
Bij de examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering examinering en diplomering Goed • Aan alle standaarden is voldaan; • De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Voldoende • Aan alle standaarden is voldaan; • Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende • Aan één standaard is niet voldaan. Slecht • Aan twee of drie standaarden is niet voldaan.
Voor de normering van kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd (zie *). Deze moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de examinering dient voldoende te zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen. Normering kwaliteitsborging Goed • Aan alle aspecten is voldaan; • Aan alle indicatoren is voldaan; • De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze • uitgevoerd. Voldoende • Aan alle kernaspecten is voldaan; • Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan; • Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. Onvoldoende • Aan twee aspecten is niet voldaan. Slecht • Aan drie of vier aspecten is niet voldaan.
Normering naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bv onderwijstijd). Afwijkingen Voor alle beoordelingen geldt dat in bijzondere omstandigheden de inspectie onderbouwd van de normering af kan wijken.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 30 van 40
Bijlage II Overzicht cp-codes Hieronder is per onderzochte cp-code aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten.
Overzicht cp-codes Cp-code: aeq04
Niveau: 4
Crebo:
Opleiding:
11014
Dierenartsassistent paraveterinair
97040
Dierenartsassistent paraveterinair
97590
Dierenartsassistent paraveterinair
Cp-code: aeq31
Niveau: 4
Crebo:
Opleiding:
97541
Voedingsmanagement (Voedingsspecialist)
97542
Voedingsmanagement (Manager voeding)
Cp-code: aeq33
Niveau: 2
Crebo:
Opleiding:
11044
Medewerker plantenteelt
97100
Vakfunctionaris bedekte teelt (Medewerker bedekte teelt)
97190
Vakfunctionaris open teelt (Medewerker open teelt)
Cp-code: aeq33
Niveau: 3
Crebo:
Opleiding:
97110
Vakfunctionaris bedekte teelt (Vakbekwaam medewerker bedekte teelt)
97200
Vakfunctionaris open teelt (Vakbekwaam medewerker open teelt)
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 31 van 40
Bijlage III Beoordeling indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied Gebied 4: Kwaliteitsborging Aspecten Indicatoren 4.1 Sturing * 4.1.1 Plannen 4.1.2 Informatie 4.1.3 Continuïteit 4.2 Beoordeling * 4.2.1 Monitoring 4.2.2 Evaluatie 4.3 Verbetering en 4.3.1 Verbeteraanpak verankering * 4.3.2 Deskundigheidsbevorde ring 4.3.3 Verankering 4.3 Dialoog en 4.4.1 Intern verantwoording 4.4.2 Extern
Voldoende
Onvoldoende ●
● ● ● ● ● ● ● ● ●
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied.
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 32 van 40
Bijlage IV Beoordeling indicatoren opleiding Dierenartsassistent paraveterinair, crebo 97590
Gebied 1: Onderwijsproces Aspecten Indicatoren Programma 1.1 Samenhang 1.1.1 Inhoud 1.1.2 Programmering 1.2 Maatwerk 1.2.1 Differentiatie Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch 1.3.1 Interactie handelen* 1.3.2 Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten 1.3.3 Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten 1.4 Leertijd 1.4.1 Benutting 1.4.2 Werkdruk 1.5 Leeromgeving 1.5.1 Schoolklimaat 1.5.2 Materiële voorzieningen Begeleiding 1.6 Intake & 1.6.1 Voorlichting plaatsing 1.6.2 Intake en plaatsing 1.7 Studieloopbaan 1.7.1 Informatievoorziening begeleiding* 1.7.2 Studieloopbaanbegeleid ing 1.8 Zorg 1.8.1 Eerste- en tweedelijnszorg 1.8.2 Derdelijnszorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijk 1.9.1 Voorbereiding -vorming* studenten en bedrijven 1.9.2 Plaatsing 1.9.3 Begeleiding door de opleiding
Voldoende
Onvoldoende
● ● ● ● ●
●
● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 33 van 40
Gebied 2: Examinering en diplomering Aspecten Indicatoren 2.1 Examen2.1.1 Onderscheid tussen Instrumenontwikkelgerichte tarium* toetsen en examinering 2.1.2 Dekking van het kwalificatiedossier 2.1.3 Cesuur 2.1.4 Beoordelingswijze 2.1.5 Transparantie 2.2 Afname en 2.2.1 Authentieke afname beoordeling* 2.2.2 Betrouwbaarheid 2.3 Diplomering* 2.3.1 Besluitvorming diplomering 2.3.2 Verantwoordelijkheid examencommissie
Voldoende
Gebied 3: Opbrengsten Aspecten Indicatoren 3.1 Rendement 3.1.1 Jaarresultaat en/of Diplomaresultaat
Voldoende
Gebied 4: Kwaliteitsborging Aspecten Indicatoren 4.1 Sturing * 4.1.1 Plannen 4.1.2 Informatie 4.1.3 Continuïteit 4.2 Beoordeling * 4.2.1 Monitoring 4.2.2 Evaluatie 4.3 Verbetering en 4.3.1 Verbeteraanpak verankering * 4.3.2 Deskundigheidsbevorde ring 4.3.3 Verankering 4.4 Dialoog en 4.4.1 Intern verantwoording 4.4.2 Extern
Voldoende
Onvoldoende
●
● ● ● ● ● ● ● ●
Onvoldoende
●
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Aspecten Indicatoren 5.1 Naleving 5.1.1 Naleving wettelijke wettelijke vereisten vereisten
Onvoldoende ●
● ● ● ● ● ● ● ● ● Voldoet
Voldoet niet ●
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 34 van 40
Bijlage V Beoordeling indicatoren opleiding Voedingsmanagement (Voedingsspecialist), crebo 97541
Gebied 1: Onderwijsproces Aspecten Indicatoren Programma 1.1 Samenhang 1.1.1 Inhoud 1.1.2 Programmering 1.2 Maatwerk 1.2.1 Differentiatie Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch 1.3.1 Interactie handelen* 1.3.2 Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten 1.3.3 Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten 1.4 Leertijd 1.4.1 Benutting 1.4.2 Werkdruk 1.5 Leeromgeving 1.5.1 Schoolklimaat 1.5.2 Materiële voorzieningen Begeleiding 1.6 Intake & 1.6.1 Voorlichting plaatsing 1.6.2 Intake en plaatsing 1.7 Studieloopbaan 1.7.1 Informatievoorziening begeleiding* 1.7.2 Studieloopbaanbegeleid ing 1.8 Zorg 1.8.1 Eerste- en tweedelijnszorg 1.8.2 Derdelijnszorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijk 1.9.1 Voorbereiding -vorming* studenten en bedrijven 1.9.2 Plaatsing 1.9.3 Begeleiding door de opleiding
Voldoende
Onvoldoende
● ● ● ● ●
●
● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 35 van 40
Gebied 2: Examinering en diplomering Aspecten Indicatoren 2.1 Examen2.1.1 Onderscheid tussen Instrumenontwikkelgerichte tarium* toetsen en examinering 2.1.2 Dekking van het kwalificatiedossier 2.1.3 Cesuur 2.1.4 Beoordelingswijze 2.1.5 Transparantie 2.2 Afname en 2.2.1 Authentieke afname beoordeling* 2.2.2 Betrouwbaarheid 2.3 Diplomering* 2.3.1 Besluitvorming diplomering 2.3.2 Verantwoordelijkheid examencommissie
Voldoende
Gebied 3: Opbrengsten Aspecten Indicatoren 3.1 Rendement 3.1.1 Jaarresultaat en/of Diplomaresultaat
Voldoende
Gebied 4: Kwaliteitsborging Aspecten Indicatoren 4.1 Sturing * 4.1.1 Plannen 4.1.2 Informatie 4.1.3 Continuïteit 4.2 Beoordeling * 4.2.1 Monitoring 4.2.2 Evaluatie 4.3 Verbetering en 4.3.1 Verbeteraanpak verankering * 4.3.2 Deskundigheidsbevorde ring 4.3.3 Verankering 4.4 Dialoog en 4.4.1 Intern verantwoording 4.4.2 Extern
Voldoende
Onvoldoende
●
● ● ● ● ● ● ● ●
Onvoldoende
●
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Aspecten Indicatoren 5.1 Naleving 5.1.1 Naleving wettelijke wettelijke vereisten vereisten
Onvoldoende ●
● ● ● ● ● ● ● ● ● Voldoet
Voldoet niet ●
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 36 van 40
Bijlage VI Beoordeling indicatoren opleiding Teelt 2/3 (Medewerker teelt), crebo 97660
Gebied 1: Onderwijsproces Aspecten Indicatoren Programma 1.1 Samenhang 1.1.1 Inhoud 1.1.2 Programmering 1.2 Maatwerk 1.2.1 Differentiatie Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch 1.3.1 Interactie handelen* 1.3.2 Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten 1.3.3 Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten 1.4 Leertijd 1.4.1 Benutting 1.4.2 Werkdruk 1.5 Leeromgeving 1.5.1 Schoolklimaat 1.5.2 Materiële voorzieningen Begeleiding 1.6 Intake & 1.6.1 Voorlichting plaatsing 1.6.2 Intake en plaatsing 1.7 Studieloopbaan 1.7.1 Informatievoorziening begeleiding* 1.7.2 Studieloopbaanbegeleid ing 1.8 Zorg 1.8.1 Eerste- en tweedelijnszorg 1.8.2 Derdelijnszorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijk 1.9.1 Voorbereiding -vorming* studenten en bedrijven 1.9.2 Plaatsing 1.9.3 Begeleiding door de opleiding
Voldoende
Onvoldoende
● ● ● ● ●
●
● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 37 van 40
Gebied 2: Examinering en diplomering Aspecten Indicatoren 2.1 Examen2.1.1 Onderscheid tussen Instrumenontwikkelgerichte tarium* toetsen en examinering 2.1.2 Dekking van het kwalificatiedossier 2.1.3 Cesuur 2.1.4 Beoordelingswijze 2.1.5 Transparantie 2.2 Afname en 2.2.1 Authentieke afname beoordeling* 2.2.2 Betrouwbaarheid 2.3 Diplomering* 2.3.1 Besluitvorming diplomering 2.3.2 Verantwoordelijkheid examencommissie
Voldoende
Gebied 3: Opbrengsten Aspecten Indicatoren 3.1 Rendement 3.1.1 Jaarresultaat en/of Diplomaresultaat
Voldoende
Gebied 4: Kwaliteitsborging Aspecten Indicatoren 4.1 Sturing * 4.1.1 Plannen 4.1.2 Informatie 4.1.3 Continuïteit 4.2 Beoordeling * 4.2.1 Monitoring 4.2.2 Evaluatie 4.3 Verbetering en 4.3.1 Verbeteraanpak verankering * 4.3.2 Deskundigheidsbevorde ring 4.3.3 Verankering 4.4 Dialoog en 4.4.1 Intern verantwoording 4.4.2 Extern
Voldoende
Onvoldoende
●
● ● ● ● ● ● ● ●
Onvoldoende ●
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Aspecten Indicatoren 5.1 Naleving 5.1.1 Naleving wettelijke wettelijke vereisten vereisten
Onvoldoende
● ● ● ● ● ● ● ● ● ● Voldoet
Voldoet niet ●
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 38 van 40
Bijlage VII Beoordeling indicatoren opleiding Teelt 2/3 (Vakbekwaam medewerker teelt), crebo 97670 Gebied 1: Onderwijsproces Aspecten Indicatoren Programma 1.1 Samenhang 1.1.1 Inhoud 1.1.2 Programmering 1.2 Maatwerk 1.2.1 Differentiatie Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch 1.3.1 Interactie handelen* 1.3.2 Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten 1.3.3 Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten 1.4 Leertijd 1.4.1 Benutting 1.4.2 Werkdruk 1.5 Leeromgeving 1.5.1 Schoolklimaat 1.5.2 Materiële voorzieningen Begeleiding 1.6 Intake & 1.6.1 Voorlichting plaatsing 1.6.2 Intake en plaatsing 1.7 Studieloopbaan 1.7.1 Informatievoorziening begeleiding* 1.7.2 Studieloopbaanbegeleid ing 1.8 Zorg 1.8.1 Eerste- en tweedelijnszorg 1.8.2 Derdelijnszorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijk 1.9.1 Voorbereiding -vorming* studenten en bedrijven 1.9.2 Plaatsing 1.9.3 Begeleiding door de opleiding
Voldoende
Onvoldoende
● ● ● ● ●
●
● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 39 van 40
Gebied 2: Examinering en diplomering Aspecten Indicatoren 2.1 Examen2.1.1 Onderscheid tussen Instrumenontwikkelgerichte tarium* toetsen en examinering 2.1.2 Dekking van het kwalificatiedossier 2.1.3 Cesuur 2.1.4 Beoordelingswijze 2.1.5 Transparantie 2.2 Afname en 2.2.1 Authentieke afname beoordeling* 2.2.2 Betrouwbaarheid 2.3 Diplomering* 2.3.1 Besluitvorming diplomering 2.3.2 Verantwoordelijkheid examencommissie
Voldoende
Gebied 3: Opbrengsten Aspecten Indicatoren 3.1 Rendement 3.1.1 Jaarresultaat en/of Diplomaresultaat
Voldoende
Gebied 4: Kwaliteitsborging Aspecten Indicatoren 4.1 Sturing * 4.1.1 Plannen 4.1.2 Informatie 4.1.3 Continuïteit 4.2 Beoordeling * 4.2.1 Monitoring 4.2.2 Evaluatie 4.3 Verbetering en 4.3.1 Verbeteraanpak verankering * 4.3.2 Deskundigheidsbevorde ring 4.3.3 Verankering 4.4 Dialoog en 4.4.1 Intern verantwoording 4.4.2 Extern
Voldoende
Onvoldoende
●
● ● ● ● ● ● ● ●
Onvoldoende
●
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Aspecten Indicatoren 5.1 Naleving 5.1.1 Naleving wettelijke wettelijke vereisten vereisten
Onvoldoende ●
● ● ● ● ● ● ● ● ● Voldoet
Voldoet niet ●
Definitief rapport onderzoek naar de Staat van de instelling mbo 2012 Helicon Opleidingen pagina 40 van 40