st.
Twaalf overpeinzingen bij het afscheid van Jelle Beijen, commercieel directeur van Coöperatief Koninklijk Tuinbouwcentrum Lent
(…)
(…) (…)
(…)
(…) (…) (…)
(…)
(…)
Hier mag ik niks over zeggen
(…)
(…)
(…) (…)
(…)
(…)
(…)
(…) (…)
(…)
(…) (…)
(…)
Tijdens mijn sollicitatieprocedure was een gesprek gepland met het managementteam van het tuin bouwcentrum. Jelle kwam binnen als aanvoerder van de club. Hij had als enige een blocnootje bij zich met daarop een aantal vragen. Inmiddels weet ik dat Jelle zich bij belangrijke zaken altijd serieus voorbereidt. Dan komt hij geen praatje pot houden. Tegelijkertijd weet hij makkelijk het ijs te breken en een goede sfeer te creëren, met die pretoogjes boven dat halve brilletje uit. En maar vragen stellen hè. Dan zegtie: ‘Het kan zijn dat ik niet goed heb opgelet, of het al eerder heb gevraagd, maar…’. Na zo’n gesprek weet hij altijd precies wat hij wil weten. Jelle ziet continu kansen en mogelijkheden. Héél veel mogelijkheden. Hij wil vooruit! Maar wil daarbij ook wel eens over de harde realiteit heenstappen. Ik geloof niet dat ik op de rem trap, maar ik heb wat meer oog voor de zwakke plekken en probeer de lekken te dichten. We hebben de laatste periode heel veel strategisch overleg gehad met elkaar. Iedere week wel een paar keer, vaak ’s ochtends vroeg met een bekertje koffie. Dat was voor mij van grote waarde. Want als je belangrijke beslissingen moet nemen – denk aan het verplaatsen van de potgrondfabriek – moet je wel weten hoe de toekomst eruit ziet. Althans, zo goed mogelijk. En Jelle kent de sector natuurlijk als geen ander. Uiteindelijk kwam Cuijk als nieuwe vestigingsplaats voorbij. Ik dacht: dit moet het worden! Het voldoet aan al onze criteria en meer dan dat. Het grappige was dat Jelle aanvankelijk licht terughoudend was. Hij voelde meer dan ik de verbondenheid met 100 jaar Lent.
Toen ik binnenkwam bij het tuinbouwcentrum, had Jelle effe geen goeie zin meer. Hij tobde ook wat met zijn gezondheid. Maar hij kon gewoon niet wegblijven van de zaak. Daar bofte ik mee, want ik heb daardoor veel aan hem gehad. Hij kende de organisatie op zijn duimpje. De bestuurders en commissarissen, de medewerkers, de leden, de gevoeligheden. Heel plezierig dat je een vent naast je hebt, die je kunt vertrouwen. De relatie is ook vrij vlot gegroeid. Dat heeft me verbaasd. Hij is een senior en dan komt er ineens een juniorachtige directeur binnen. Je moet het er maar mee zien te redden. Eerlijk is eerlijk: ik zou er zelf moeite mee hebben. Maar Jelle stelde zich dienstbaar op. Hup, daar ging hij weer. In de laatste jaren van zijn loopbaan heeft hij zich weer volop in de strijd geworpen. Daar heb ik grote bewondering voor. Hij zit niet vastgeroest in oude patronen. Zijn verande-ringsgezindheid is bijzonder groot, een toonbeeld van hoe het zou moeten. Hij komt met ideeën voor veranderingen en hij is bereid zelf dingen anders te doen. Jelle is voor mij de man van: hier mag ik niks over zeggen. Dan zegt hij het op zo’n manier dat je ook niet meer doorvraagt, hoe graag je het ook wilt weten. Het is eerlijk, sympathiek en iedereen blijft elkaar aardig vinden. Maar je hebt nog steeds niks gehoord! Wat hij nu gaat doen? Een hele leuke opa zijn voor zijn kleinkinderen, denk ik. Lekker winkeltjes kijken met zijn vrouw Thecla. We hebben hem kunnen strikken om betrokken te blijven bij het tuinbouwcentrum, als adviseur op afstand. Daar zijn we heel blij mee.
Igo Janssen, algemeen directeur
Van praot komt praot
✿ ❂
Een pater familias. Dat is het woord waar ik aan moet denken bij Jelle. Het is iemand die de boel bij elkaar houdt. Ook als het even wat minder gaat. Hij is streng, maar rechtvaardig en liefdevol. Hij kan allemachtig duidelijk zijn in wat hij ergens van vindt. Dan is het: strak plan, gaan we doen. Of: ik vind het helemaal niks. Maar als hij dat zegt, zit je er niet mee. Je wordt er niet boos om. Je denkt alleen maar: oh, dan moet het anders. Hij speelt de bal, nooit de man. Met zijn positieve houding en zijn no-nonsense aanpak heeft hij veel ruimte gecreëerd om dingen te doen en te veran deren. Zijn positie in de laatste periode van zijn werkende leven was uniek. Hij had weinig directe taken meer, maar hij werd bij van alles en nog wat betrokken. Als deskundig raadgever, positief mee denker, gewiekst onderhandelaar. Ik heb dankbaar gebruik van Jelle gemaakt als sparringpartner, en velen met mij. Ik vind Jelle commercieel aan alle kanten deugen. Het is bij hem nooit: het kan niet, maar altijd: hoe dan wel? Het verzinnen van een nieuwe naam of formule? Laat dat maar aan Jelle over. Hij denkt vanuit de kansen, nooit vanuit bedreigingen. Jelle is een commerciële boef, net als ik. We kunnen samen heel makkelijk over zaken praten. Als je iets wilt bereiken, hoe doe je dat dan? Wanneer zeg je iets wel, wanneer niet, en op welk moment? Succes zoeken en vinden. Dat is bij hem een automatisme. Het was heel plezierig om iemand in de buurt te hebben met een overdosis aan praktisch toepasbare kennis. Je moest trouwens van goeden huize komen om Jelle af te brengen
van een ingenomen standpunt of idee. Hij kan daar lang aan vast-houden. Hij is geen windvaantje. Maar als je hem er eenmaal van overtuigd hebt dat een ander plan beter is, is hij de eerste om dat te omarmen en daarvoor te gaan. Dan kan hij snel schakelen. Hij had het er altijd over. De tent in Bemmel ver kopen. Een eigen huis bouwen in zijn geboorte plaats Hengelo, dichtbij zijn kleinkinderen. Lekker opa zijn. Uiteindelijk heeft hij er een tijdje terug een appartement gekocht. Binnen een week was de zaak beklonken. Typisch Jelle. Er dient zich op de route een geweldig alternatief aan – een woning op de juiste plek met het juiste uitzicht – en hij laat zijn oorspronkelijke plannen los. Het klinkt wat oneerbiedig, maar ik heb grote bewondering voor het feit dat iemand op zijn leeftijd nog zo f lexibel is in zijn denken. Dat is van onschatbare waarde geweest voor het bedrijf. Want wat zijn wij de laatste jaren veranderd! Jelle dacht daarin volop mee, trok veranderingen, ondersteunde ze. Nou ja, behalve met de laptop. Hij weet inmiddels hoe die aanmoet, dat is winst. Hij kan zijn email openen en stukken lezen, maar waar die vervolgens blijven? Dat weet hij niet. Mobiele telefoon? Zelfde verhaal. Van praot komt praot. Dat is Jelle ten voeten uit. Hij weet ineens dat er ergens een mooi bedrijfs pand te koop is. Of hij heeft gehoord dat iemand van plan is een grote investering te doen. Jelle heeft de contacten. Hij deelt dingen met mensen en op die manier komt hem van alles ter ore. Is dat bedrijf te koop? Vraag het aan Jelle en hij komt binnen afzienbare tijd met het antwoord
Sjouke Schilstra, manager Alf lora
Een la a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a
Het wordt vandaag een mooie dag, een hele mooie dag!
aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa
Begin jaren negentig werkte ik als vertegenwoor diger bij een coöperatie in Aalsmeer. We hadden in het oosten van het land een aantal snijbloemen kwekers als klant. Ik had daar net niet mijn wijkje vol. Dus ik dacht: ik ga ook eens kijken of we zaken kunnen doen met potplantenkwekers in die buurt. Bij een aantal heb ik vervolgens keurig wat prijzen afgegeven. Bleek ik op visite te zijn geweest bij de voorzitter van de coöperatie... Nog voordat ik terug was in Aalsmeer, had Jelle al gebeld met mijn directeur. Het moest afgelopen zijn met dat klantje pik. Dat was ongeveer de strekking van zijn betoog. Uiteindelijk stuurden ze me op pad met de mededeling: maak een afspraak met meneer Beijen en regel het maar. Het was geen fijn gesprek, maar we zijn er samen wel uitgekomen. Nadien kwamen we elkaar nog wel eens tegen op beurzen en shows. Dronken we altijd een bakkie koffie met elkaar. Vier jaar geleden belde Jelle me opeens op. Hij zei: ‘Johannes, we moesten maar weer eens een keer koffie drinken.’ Wat bleek? Hij zocht een verkoop leider voor het tuinbouwcentrum. Daar had hij uitgerekend mij voor in gedachten. Ik denk dat hij iets van zichzelf herkende in het doorzettings vermogen, de bravoure en eerlijkheid die ik had getoond in die potplantenkwestie van jaren ervoor. Toen hij me belde was ik directeur van een importbedrijf van rozen. Leuke baan, maar erg hectisch. Hij wist het mooi te verkopen: uitdagend werk, goed salaris, wat meer tijd voor mijn gezin. Zo heeft hij me overgehaald in Lent te komen werken. We hebben wel even nodig gehad om als team op elkaar ingespeeld te raken. Jelle bleek de echte verkoper, ik was meer de manager. We zijn
gegroeid in die rolverdeling en hebben vier jaar lang heerlijk samengewerkt, met ruimte voor elkaar en respect voor elkaars ideeën en inzichten. Dat heeft voor mij grote waarde. Ik heb heel veel van ‘meester’ Jelle geleerd. Bijvoorbeeld hoe je omgaat met klachten. Ontevreden klanten leggen soms wel heel gemakkelijk de bal neer bij hun leveranciers. Jelle legt in zo’n geval de bal terug bij de klant. Als een kweker tien jaar lang goede resultaten heeft behaald met een potgrondmengsel en dan ineens niet meer, dan is het wel erg makkelijk om de fout direct bij een ander te leggen. Maar als wij in gebreke zijn gebleven, is Jelle de eerste om het toe te geven en actie te ondernemen. Hij heeft me ook geleerd een dag in de week vrij plannen voor het vastknopen van losse eindjes, het oplossen van acute knelpunten en calamiteiten. Nog eentje: Jelle heeft me bijgebracht dat je keuzes moet maken in het leven. Zowel zakelijk als privé. Als je het ene wilt doen, moet je iets anders laten schieten. Anders loop je jezelf op zeker moment voorbij. Het wordt vandaag een mooie dag, een hele mooie dag. Hij zei het vaak. Jelle maakte er altijd een feestje van, ook al was er soms niets te vieren. Het karakteriseert zijn positivisme, maar ook onze samenwerking. Wij hebben er samen altijd het mooiste van willen maken. Voor het bedrijf, voor onszelf en voor elkaar. We hebben elkaar daarbij veel ruimte gelaten. Dat heeft Jelle in het begin wel moeite gekost. Hij heeft moeten leren dat je dingen ook anders kunt regelen. Maar het is hem gelukt. Wat mij betreft zijn het vier mooie jaren
Johannes Tuinhof, commercieel manager tuinbouw
Een lang verhaal kort
Jelle is altijd attent en vriendelijk. Hij maakt snel en makkelijk contact met anderen. Kortom: de ideale man voor het tuinbouwcentrum om eens in Zoeterwoude te gaan praten met die jongens van Slingerland. Nou, een praatje maken kan natuur lijk altijd. Hoe loopt het? Gaat het allemaal goed? Ineens f lapte hij eruit: ‘Maar weten jullie wel zeker dat je doorgaat, willen jullie niet verkopen? Willen jullie niet samen met ons wat gaan doen?’ Mart Slingerland en ik zaten uitgerekend op dat moment te dubben over de toekomst van ons pot grondbedrijf. Wij waren kort daarvoor zelfs in gesprek geweest met een andere partij. Dat wist hij vast en zeker. Jelle heeft voor dat soort zaken een geweldig goeie neus.
aan om klanten binnen te halen en binnen te houden. Daar gaat hij heel ver in. Tot op het punt dat het je als bedrijf echt geld kan gaan kosten. In het begin had ik daar moeite mee. Slingerland moest van hem ergens potgrond gaan leveren, tegen een prijs die eigenlijk niet kon. Ik zei: ‘Jelle, dat kan helemaal niet.’ Maar het moest en zou gebeuren. Ik dacht: met zo’n vent kan ik niet werken. Een hoge omzet is goed, maar het rendement en de marges moeten ook goed zijn. Er moet uiteindelijk wel wat over blijven onder de streep. Je moet hem daar wel eens bewust van maken. Omgekeerd houdt hij je scherp om commercieel te blijven denken. En zo hebben we elkaar de afgelopen jaren mooi in balans weten te houden.
Jelle zei het luchtig, met een grap en een grol. Hij opperde het als mogelijkheid, als iets waar we maar eens over na moesten denken. Ik weet inmiddels dat hij nooit zomaar wat roept. Hij zegt het alleen als hij echt denkt dat het wat kan worden. Uiteindelijk was het de solide organisatie in Lent die voor Slingerland de doorslag gaf om met het tuinbouwcentrum in zee te gaan. Jelle heeft een belangrijke rol gespeeld als initiator. Dat heeft hij geweldig gedaan, want ik denk dat ergens binnenkomen altijd het lastigst is. De eerste gesprekken zijn enorm belangrijk om een goede basis te leggen voor wat er verder mogelijk nog komt.
In Lent hadden ze op zeker moment een nieuwe shovel nodig. Jelle kreeg een leverancier op bezoek. Die dacht dat hij de order al binnen had. Maar dan ben je bij Jelle aan het verkeerde adres. ‘Kijk maar hoe je het doet, maar er moet nog tienduizend euro vanaf,’ zei hij. Daarna pakte hij de krant en ging rustig zitten lezen, terwijl die man driftig zat te rekenen. Uiteindelijk ging hij overstag. Dat commerciële van hem gaat dus twee kanten op. Hij heeft enerzijds soms de neiging iets te gemakkelijk weg te geven, maar hij knokt er hard voor om het aan de andere kant weer terug te pakken.
Jelle was geknipt voor zijn functie als commercieel directeur. Hij doet er werkelijk alles
Een lang verhaal kort. Dat is Jelle op zijn best. Er komt een heel verhaal en dan zegt hij ‘een lang
Ben van der Geest, manager potgrondbedrijven
-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+Het maakt niet uit hoe je het regelt, als je het maar regelt
+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-++-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+
In 1997 ben ik komen werken bij de binnendienst van Colent, als ondersteuning voor Jelle. Hij deed destijds nog het leeuwendeel van de in- en verkoop. Ik had aanvankelijk geen f lauw idee wat ik met hem aan moest. Hij was aanwezig bij mijn tweede sollicitatiegesprek. Op zeker moment legt hij een potlood op tafel en vraagt: ‘Christiaan, voor hoeveel kun jij mij dat verkopen?’ Het leek even of ik in de verkeerde film zat. Uiteindelijk hebben we nog een heel gesprek gehad over dat potlood van hem. Hoe kun je zoiets simpels goed in de markt zetten? Hoe kun je er meerwaarde aan toevoegen? Blijkbaar heb ik toen een paar verstandige dingen gezegd, want ze hebben me kort daarna wel aangenomen. Jelle zal voor mij de geschiedenis ingaan als de man van de potjes en de traytjes. Hij was er altijd mee bezig. Waar kunnen we ze kopen tegen de beste condities, voor het bedrijf en voor de klan ten? Inkopen voor net iets minder en verkopen voor net iets meer. Daar is hij buitengewoon bedreven in. En als er wat moest gebeuren, werd er niet eindeloos over gesteggeld. Dan gingen we het gewoon doen. Jelle heeft heel veel kennis van producten en van de markt, dat vormt de basis voor zijn beslissingen. Maar daarbovenop komt zijn zakelijk instinct. Hij heeft een neus voor de handel. Dat eerste kun je leren, dat laatste moet je in je hebben. Als Jelle op vakantie ging, sprak hij me altijd ver manend toe. ‘Het maakt niet uit hoe je het regelt, als je het maar regelt,’ zei hij dan. Hij accepteert het feit dat er iets mis kan gaan. Maar daarna moet je wel alles in het werk stellen om het op te lossen. Hij was zelf altijd op zoek naar oplossingen en hij verwachtte dat ook van anderen. Hij gaf je
daarmee geen carte blanche, maar wel een grote mate van verantwoordelijkheid. Dat vond ik heel plezierig, want het geeft je extra voldoening in je werk. Ik heb van Jelle geleerd dat je mensen in hun waarde moet laten. Dat je elkaar recht van leven moet geven. Op die manier bouw je relaties op met je klanten en leveranciers die tegen een stootje kunnen. Maar in onderhandelingen gaat hij wel tot het uiterste. Ik ben regelmatig met hem meegeweest om te praten over een leveringsvoorstel. Jelle viel altijd met de deur in huis. ‘Dat kan,’ zei hij dan: ‘Maar zo gaan we het niet doen.’ Of: ‘Ik vind het helemaal niks.’ Daarmee was het gesprek overigens nooit afgelopen. Integendeel, dan begon het voor Jelle pas. Eerst even de piketpalen zetten, even bedenkelijk kijken. En vervolgens gaan werken aan een beter voorstel voor jezelf en je klanten. Dat onderhandelingsspel van Jelle, hij kan het als geen ander. En verder? Jelle en zijn onafscheidelijke pakje Drum. Hij kon de lastigste telefoongesprekken voeren, en tegelijkertijd rustig een shaggie draaien, dichtlikken, aansteken en oproken. Jelle die liever geen gebak wil, maar wel graag een saucijzenbroodje. Zijn luide beraadslagingen aan de telefoon, zodat je al lang wist dat je iets moest gaan doen – en het vaak al gedaan had – voordat hij het je vroeg. De gele memobriefjes op zijn bureau, volgekalkt met allerhande berekeningetjes. En natuurlijk de koffie. Bij hem kreeg iedere bezoeker nog koffie uit een plastic bekertje, zonder aanzien des persoons. De rest van het bedrijf drinkt de koffie al jaren uit een kopje. Er is leven na Jelle, ongetwijfeld, maar ik ga hem
Christiaan Besselink, inkoper Colent
Korting verkopen we niet
Ik werkte al bij het tuinbouwcentrum toen Jelle hier binnenstapte. Mijn eerste indruk? Hij kwam vlot en ongedwongen over. Iemand die klip-enklaar kon zeggen wat hij ergens van vond. Ook een beetje een heer van stand, met zijn leren koffer en zijn nette pak. Dat was anders dan we gewend waren. Maar wel in de goeie zin. Indertijd – een jaar of twintig geleden – gingen we in de volksmond nog door het leven als ‘de bond’. Maar Jelle kleedde zich als iemand van een bedrijf en zo opereerde hij ook. Het is mede daaraan te danken dat we ons van dat bond-imago hebben verlost en de omslag hebben gemaakt van een traditionele coöperatie naar een moderne coöperatieve onderneming. Als het lastig werd, keken we met z’n allen vaak naar Jelle. Iedereen binnen het bedrijf maakte dankbaar gebruik van zijn scherpe inzichten. ‘Jelle, wat denk jij ervan?’ was het dan. Hij heeft de uitnemende kwaliteit om een lastig probleem in twee zinnen neer te zetten. Hij weet haarscherp aan te geven waar de bottleneck van een probleem ligt, waar de pijn zit. En dat verpakt hij dan in een paar snedige oneliners. Ik herinner me nog goed dat we bij Alf lora zouden gaan leveren aan een nieuwe klant. Het probleem was dat die enorm gefixeerd bleek te zijn op prijzen en het bedingen van kortingen. Ze hadden nauwelijks oog voor de producten en de toegevoegde waarde die we hun konden bieden. Toen we daar met Jelle over spra ken, zei hij: ‘Korting verkopen we niet. Toegevoeg de waarde wel. Vertel ze dat maar.’ Daarmee zette hij ook de bedrijfsfilosofie van Alf lora prachtig neer. Jelle weet als geen ander dat een korting
snel vergeten is, maar dat wat je toevoegt veel langer beklijft. Rokers waren we. Partners in crime. Jelle en ik. Hij heeft regelmatig geprobeerd te stoppen, maar echt lukken wilde het nooit. Ik heb heel wat keren met hem in dat koude, stinkende hok in Lent een shaggie staan roken, want op kantoor mag dat niet. Achteraf heb ik bedacht dat het roken vaak maar bijzaak was. Het ging er vooral om dat we even konden sparren over waar we mee bezig waren, over de zaken die op dat ogenblik speelden. Naar zakenrecepties. Voor velen is het een ver plicht nummer. Maar Jelle vond het leuk. Hij kon er netwerken, klanten en leveranciers ontmoeten. Hij maakte gebruik van de mogelijkheden die er zich op dat moment voordeden. Hij knoopte er lijntjes aan elkaar: wie doet het met welke partij en hoe kunnen we daar zelf ook plezier aan beleven? Jelle voelde zich er als zakenman pur sang als een vis in het water. Je ziet het ook direct als hij over zaken praat. Dan krijgt hij pretoogjes. En als er gefileerd moet worden, als er stevig moet worden onderhandeld over prijzen en contracten, dan moet je Jelle erbij hebben. Hij weet vaak de beste deal te krijgen. Maar zonder er een dubbele agenda op na te houden of dingen achter te houden. Hij is geslepen, maar met een goede inborst. Een Reintje de Vos. Ik denk niet dat hij het zakendoen kan laten. Ik zie hem nog wel iets met onroerend goed doen, of een commissariaat bekleden. We zullen hem missen.
Frans van Stiphout, internationaal inkoper voor Alf lora
moet kan Bij tegenwind moet je harder trappen
moet
kan niet
kan niet
moet
kan niet
kan niet moet
kan niet
moet
kan niet moet
Jelle had slaatjes en worsten verkocht. Ik dacht: wat moet zo’n man bij ons?! Maar ik merkte direct dat het een echte verkoper was. Hij kan uitstekend met mensen opschieten, weet altijd direct wat voor vlees hij in de kuip heeft. En hij speelt daar perfect op in. Hij had het vaak over whisper marketing. Je loopt op een open dag, een beurs of een tentoonstelling. En dan f luister je zachtjes in iemands oor: ‘Ze staan hier met Lentse potgrond. Goed spul. Dat kunnen we jou ook leveren.’ Dat f luisteren geeft het iets geheimzinnigs en speciaals. Ik heb het hem echt zien doen! Ongelofelijk! Onze f luisterende verkoper! En hij vond natuurlijk dat wij het ook zouden moeten doen. Prachtig. Jelle zit altijd vol met ideeën, maar ze zijn niet allemaal even realistisch. Ik herinner me dat we in een overleg een keer zaten te discussiëren over de vraag hoe we de waterbufferende capaciteit van potgrond verder konden vergroten. Jelle zei niks, maar de week erna kwam hij erop terug. Hij had iets gelezen over het geweldige absorberende ver mogen van Pampers. Hij zei: ‘Wij moeten Pampers in onze potgrond stoppen. Dat heeft niemand. Dan vallen we op.’ Hij had soms de gekste dingen. En wij maar lachen, maar dat interesseerde hem niks.’
Jelle is een heel prettige man. Altijd goeie zin. Altijd een luisterend oor. Je kunt ook altijd bij hem aankloppen. Hij maakt tijd voor iedereen. Klanten gaan heel erg graag met hem om. Hij loopt hard voor ze. En het is een echte probleemoplosser. Bij klachten kon ik altijd een beroep op Jelle doen. Hij ging daar zo gemakkelijk mee om. Binnen vijf minuten wist hij een prettig klimaat te scheppen, zodat er zich al snel een oplossing aandiende voor het probleem dat er was. Tja, we zullen het vanaf nu echt zelf moeten rooien. Ik vind het heel jam mer dat hij weggaat. Bij tegenwind moet je harder trappen. Dat riep hij vaak. Je haalt je omzet niet, er gaat een klant bij je weg. Hij stopt of gaat failliet. Dan zoek je gewoon een nieuwe klant! Niet lang gaan zitten zeuren, maar gewoon opnieuw aan de slag. Dat is Jelle ten voeten uit. Hij heeft een superpositieve instelling. Hij is niet uit het veld te slaan. Hij zal best wel eens ergens mee zitten, maar je merkt het nooit aan hem. Oh ja, Jelle met zijn onafscheidelijke potlood en gummetje. Hij schreef nooit met een balpen. En Jelle die voor zijn klanten altijd wel een contactje wist om hun spullen te verkopen. Dan zei hij: je moet die of die eens bellen, misschien dat het dan lukt. En het lukte bijna altijd. Zo was
Gerry van Ekeren, accountmanager potgrond
Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan
morgen
Jelle is er niet de man naar half werk te doen. Hij doet iets goed, of hij doet het niet. Zelfs tussen Kerst en Oud & Nieuw heeft hij het laatste jaar nog gewerkt. Ik zei: ‘Neem in ieder geval in die periode een paar vrije dagen.’ Daar piekerde hij niet over. Igo, de algemeen directeur, had al vrij gepland. Dus vond hij dat hij op de zaak moest zijn, als aanspreekpunt voor medewerkers en klanten. Hij vond het ook niet erg hoor. De zaak gaat bij Jelle in zo’n geval voor het meisje! ‘Hoe was jouw dag?’ vroeg hij vaak aan mij. Maar in de wedervraag had hij geen zin. Niet omdat hij niets kwijt wilde over zijn werk, maar omdat hij er dan direct weer door in beslag werd genomen. Noem het zelfbescherming. Jelle kwam thuis, zette zijn zwarte koffer onder de kapstok en daarmee was het werk gedaan. Dan zei hij: ‘Ik ben blij dat ik er weer ben.’ We aten samen, daarna ging hij even op de bank liggen en rond een uur of acht was hij er weer helemaal. Voor mij, voor de kinderen en voor de kleinkinderen. Hij had er een hekel aan als mensen hem ’s avonds nog belden over het werk. Niet als het om noodgevallen ging. Maar ze moesten hem niet lastig vallen met dingen die de volgende ochtend ook opgelost konden worden. Daarom gaf hij ook maar hoogst zelden zijn 06-nummer aan andere mensen. Vaak had hij zijn mobiele telefoon uitstaan. Hij had er gewoon geen zin in. Ja, de kerstshows van Alf lora… Ik vond het altijd heel leuk om ernaar toe te gaan. Jelle ook. ‘Het is werk, maar dan net even anders,’ zei hij. Het wer
den er wel steeds meer. Vorig jaar hadden we er drie op één zondag. Toen reden we op één dag zelfs door negen provincies heen. Toch wilde Jelle overal zijn gezicht laten zien. Ik heb weleens tegen hem gezegd: ‘Als we nou het ene jaar die doen en het ander jaar die.’ Niks hoor. Hij was eraan begonnen en dan deed hij het ook helemaal. Hij zei: ‘Die mensen doen hun stinkende best en iedereen vindt het leuk als de baas ook zijn gezicht eens laat zien.’ Jelle werkte bij een vleesverwerkend bedrijf. Hij was helemaal niet op zoek naar ander werk, toen de toenmalige directeur van het tuinbouwcentrum hem opbelde. Ze kenden elkaar van vroeger. Hij had een baan voor Jelle. Eerst voelde hij er weinig voor. Maar het begon toch te kriebelen. De tuinbouw leek hem een mooie sector. Uiteindelijk heeft hij de overstap gemaakt. Ik weet nog goed dat hij mij zijn nieuwe bedrijf aan de Laauwikstraat liet zien. Ik schrok toen ik zijn kantoortje zag. Een kaal hok met een bureau en een stoel. Dat was het. Geen raam, geen verwarming. Het deerde hem niet. Hij zag het helemaal zitten. De tuinders lagen hem. Hij voelde zich direct als een vis in het water. Jelle ging er wat moois van maken! Jelle is een superoptimist. Hij zit nooit bij de pak ken neer. Als het even lastig is, dan roept hij: ‘Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.’ Als het zus niet lukt, doen we het gewoon zo. Maar hij stopt zijn energie alleen in de dingen waarvan hij weet dat hij er iets aan kan veranderen. Als dat niet het geval is, dan laat hij
Thecla Beijen, echtgenote
Je kunt niet zeilen op de wind van gisteren
i v ij
wr n
g
De relatie met Jelle gaat terug naar 1995, toen ik als verkoper bij Modiform in dienst kwam. Ik ging bij alle wederverkopers langs, kwam ook bij Jelle. Ik vertelde hem dat we zochten naar partners. Mensen die honderd procent voor Modiform wil den gaan. Die term ‘100 procent’ is later trouwens nog heel vaak tussen ons gevallen! Wij zijn kort daarna met het tuinbouwcentrum en een potten fabrikant een project gestart in Nordrhein West falen. Er is geen enkele andere partij waar we dat later mee hebben gedaan. Dat zegt heel veel over het vertrouwen dat wij in hem hadden. Het project in Duitsland was het begin van een innige samenwerking. Een samenwerking die voor beide partijen loont. Maar het is niet zonder slag of stoot gegaan. Jelle en ik hebben soms pittige besprekingen gehad. Jelle kon hard zijn, maar hij gaf mij altijd de ruimte om er tegenin te gaan. En we konden van tafel zonder dat we het met elkaar eens waren. Dan kwamen we er een week later – na wat water in de wijn over en weer – meestal wel uit. Je kunt namelijk altijd met hem verder praten. Vandaag heb je een verschil van mening, maar morgen komt de wind uit een andere hoek en die brengt je weer ergens anders. Je kunt – om met Jelle te spreken – niet zeilen op de wind van gisteren. Je moet niet terugkijken, maar naar voren om een bedrijf goed te runnen. Veel inkopers kijken alleen naar hun eigen toko. Maar ik zei altijd tegen Jelle: ‘Het is win-win. Wij zorgen voor een goed product en jij zet dat goed weg bij de klanten.’ Jelle kon zich inleven in de positie van de ander. En dat is voor mij een voor waarde om ergens te komen. Het tuinbouwcen trum is een verlengstuk van ons bedrijf geworden. Hoe beter zij hun werk doen, hoe makkelijker het
voor ons is. Hij begrijpt heel goed dat producent en leverancier elkaar nodig hebben en dat samen werking je ver kan brengen. Jelle heeft een bedrijf mee opgebouwd dat een aanwinst is gebleken voor kwekers en bloemisten. De pijlers eronder zijn kwaliteit, service en niet te vergeten: relaties met klanten. Want zaken doen is uiteindelijk mensenwerk, en dat begrijpt Jelle als geen ander. Ik vind hem een monument voor de tuinbouw. Maar je hoeft geen standbeeld voor hem op te richten, want daar houdt hij niet van. Jelle is een puur mens. Je weet gewoon wat je aan hem hebt. Een beetje theater maken in het zaken doen. Dat vindt hij wel wat. Ik kon altijd aan zijn lichaams taal zien hoe de vlag erbij hing. Hoe harder hij met zijn lepeltje tegen een kopje zat te tikken, hoe meer hij zich ergens aan zat te ergeren. Soms gooide hij zijn stoel theatraal achteruit en liep hij een rondje om de tafel. Dan riep hij met grote gebaren: ‘Leo, wat moet ik nou met jou?! Om eraan toe te voegen: ‘Zullen we dan nog maar een bakkie koffie inschenken?’ En dan ging hij weer zitten. Maar als hij achterover in zijn stoel ging hangen, dan wist ik: dit komt goed. Oh ja, Jelle is de enige persoon die nooit vreemd gaat tijdens het eten. Van de vijftien keer dat we met elkaar uit eten zijn geweest, hebben we vijf tien keer bij hetzelfde restaurant gegeten en heeft hij vijftien keer hetzelfde besteld: ossenhaas met champignons. Typisch Jelle! Daarom heeft hij waarschijnlijk zo lang bij het tuinbouwcentrum gezeten. Want voor hem geldt: wat goed is, is goed.
Leo Swart, commercieel directeur Modiform
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10 10
10
10
10
10
10
10 10
10 10
10 10
10 10
10 10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10 10
10
10
10
10
10
10
10
10 10
10
10
10
10
10
10
10
10 10
10
10
10
10
10
10
10
10
glans
10
10
geen
10
10
wrijving
10
10
Zonder
10
10
Jelle is een rots. Hij is héél stabiel. Je kunt je eraan vastklampen, erop klimmen. Je kunt op hem bou wen. En zoals aan iedere rots, zitten ook aan Jelle scherpe kantjes. Zo ken ik hem al meer dan vijftien jaar. We hebben elkaar altijd eerlijk verteld wat we wilden. Hij zegt precies wat hij denkt. Hij maakt dingen niet mooier dan ze zijn, maar hij is nooit hard of kwetsend. En hij heeft naast zich een andere rots, zijn vrouw Thecla. Daar kan Jelle zich op zijn beurt heerlijk aan vasthouden. Ik kwam bij een groot chemisch concern vandaan en ging werken bij Desch Plantpak, destijds een piepklein bedrijf. Eén directeur, een paar produc tiemedewerkers, een grote nieuwe machine en ik. Dat was het. We brachten een heel nieuw product op de markt, een thermoform pot. Die woog nog geen tiende van wat andere potten wogen. Je kon ze in elkaar knijpen zonder dat ze kapot gingen. We moesten vanuit het niets de markt zien te ver overen. Ze hebben die potten in het begin regel matig naar mijn hoofd geslingerd. Niks vonden ze het. Flut. Het was vreselijk moeilijk, echt. Jelle was een van de weinigen die er wel wat in zag. Daar heb ik me aan vast kunnen houden. Zonder zijn vertrouwen in het product had ik het waarschijnlijk niet volgehouden. Jelle en ik. We waren partners voor elkaar. We stonden allebei voor ons bedrijf. We gaven elkaar een hand, maar onze vingers verstrikten zich nooit in elkaar. Er was wederzijds vertrouwen. Als
het eens een keer niet lukte, konden we dat gewoon tegen elkaar zeggen. En soms kwamen we er echt niet uit. Want ik moest terug naar mijn directeur, en hij naar zijn leden. Want vergis je niet. Jelle heeft zich altijd geweldig verantwoordelijk gevoeld voor de leden. Daarom stelde hij ook hoge eisen. Aan anderen, maar ook aan zichzelf. Soms leek het net of het allemaal zijn kassen waren, waarvoor hij inkocht. Hij is echt een coöperatiemens! In 2005 heb ik zelf afscheid genomen. Hij heeft me al vaak gevraagd hoe het is, het ‘werkloze’ leven. Ik heb hem steeds verteld hoe geweldig het is. Ik zag er verschrikkelijk tegenop om te stoppen. Heb vanaf mijn zeventiende altijd gewerkt. Maar ik geniet nu volop. Van mijn man, mijn kinderen en kleinkinderen. Je loopt de eerste weken achter jezelf aan, weet ik uit ervaring. Maar dat veran dert, echt! En je hebt angst: loopt alles wel goed door? Ik weet nu: er zijn andere mensen die je werk kunnen overnemen. Ze doen het misschien anders dan je gewend bent, maar niet minder goed. Daar moet je vertrouwen in hebben. Dat heeft Jelle diep in zijn hart wel. Johannes en Christiaan verdienen dat ook. Zonder wrijving geen glans? Oh ja, dat past zeker bij Jelle en mij. Dat zeiden wij vaak tegen elkaar. We konden precies zeggen wat we van elkaar vonden. Het mag best eens botsen en een beetje stroef lopen. Want dat brengt je verder en daar
Manon Hermans, oud-verkoopmanager bij Desch Plantpak
‘
Hoe gaat het met je?
Heel goed!
’
Cyclamino Frangiato. Mooi hè! Ik ben altijd op zoek naar bijzondere, kleurige soorten. Op één van mijn reizen kwam ik deze schitterende gefranjerde minicyclaam tegen. Die moest natuurlijk een Italiaanse naam krijgen. Ik heb iets met Italië. Jelle ook. We hebben er allebei ons hart aan ver pand. Het eten, de wijn, de mensen, het landschap. We gaan in dezelfde streek op vakantie. Als wij een afspraak met elkaar hebben, gaat het nooit alleen over zaken. Vroeg of laat valt het woord Italië. Ik heb er zelf een onderkomen. Nou, hij is van harte welkom! Ik bouw op kwaliteit en op afspraken. Dat kan met Jelle. Ik heb hem ervaren als een eerlijke en betrouwbare partner. Hij is een karaktervol mens met een heldere kijk op zaken. Hij is ruimhartig in zijn denken. Niet rechtlijnig. Altijd bereid tot het sluiten van compromissen. Ik heb met hem in de loop der jaren een echt wij-gevoel opgebouwd. Dan kom je er altijd uit, al is de berg nog zo hoog. Het zal mij best moeite kosten om zaken te doen met het tuinbouwcentrum zonder Jelle. Waarmee ik overigens niks afdoe aan de kwaliteiten van zijn opvolgers. Maar het zal wennen zijn. Jelle is een uniek mens. Hij denkt met zijn hart en hij voelt met zijn verstand. Dat kunnen maar weinig mensen hem nazeggen. Eind vorig jaar had ik nog een afspraak met hem. Ik was er keurig om drie uur. Na een paar minuten komt Jelle binnen. We gaan zitten, pakken een kop koffie. ‘Zo Nico,’ zegt hij: ‘Waar zouden we het over hebben?’ We kijken elkaar
een hele tijd aan en schieten dan in de lach. We wisten het niet meer! We hebben uiteindelijk heerlijk zitten praten. Over koetjes en kalfjes, politiek, economie, Italië. Pas geleden had ik de laatste afspraak met hem. Toen wisten we gelukkig wel waar het over moest gaan! Hoe gaat het met je? Heel goed. Dat zei hij vaak en hij meende het altijd. Met hem ging het goed. Ook al waren er problemen op de zaak, liep niet alles in het bedrijf even lekker. Maar dan loste hij het op. Vandaag of anders morgen. Zijn gemoedstoestand laat Jelle niet bepalen door dingen die er om hem heen gebeuren. En hij laat de problemen nooit over zich heen komen. Hij pakt ze aan, linksom of rechtsom. Jelle moet zijn hart gaan volgen. En hij moet vooral niet te veel hooi op de vork nemen, uit angst dat hij anders te weinig om handen heeft. Ik heb tegen hem gezegd: dwing jezelf om echt afscheid te nemen. Doe je dat niet, dan blijven ze je aan je stropdas grijpen. Ik weet zelf hoe lastig het is om na een intensieve periode af te bouwen. Jelle moet leren om baas te worden over zijn eigen leven. Hij moet wennen aan het idee: ik mag nu beslissen. Is het vandaag mooi weer? Dan ga ik lekker met Thecla fietsen. Dus zijn we er niet! Volgende week als het regent, dan ben ik weer present. Het zal moeilijk voor hem zijn, maar ik weet dat hij het kan. Jelle kan heel erg genieten van heel weinig. Een lekker glas wijn. Misschien met een goed boek op de bank. En verder niks. Weet je wat? Ik zal hem eens een paar aardige
Nico Jansen, kweker in Huissen
het is mie woat
Ja mien jong,
Ik heb de afgelopen jaren regelmatig met Jelle om de tafel gezeten. Vaak in Lent, maar soms ook op de kwekerij. Jelle is voor dit bedrijf altijd een soort stille manager geweest. Iemand die me met raad en daad terzijde stond. Hoe is de handel? Wat doen de prijzen? Hoe ga je om met je werknemers? Moeten we uitbreiden, gronden aankopen? Jelle heeft zelf vaak belangrijke beslissingen moeten nemen, dus hij weet wat het betekent. Als hij me ziet, dan is het steevast: ‘Ja mien jong, het is mie wat.’ Jelle weet donders goed ik dit bedrijf helemaal zelf ben gestart. Ik had geen vader of oudere broer waar ik de kunst een beetje vanaf kon kijken. Dan is het heerlijk dat je iemand in de buurt hebt waarmee je dingen door kunt spreken, die je om raad kunt vragen. Hij geeft altijd goede adviezen. Hij zou het zus of zo doen. En als hij het niet weet, dan zegtie: geef me wat tijd om erover na te denken. Dan komt hij er altijd de week erna op terug. We zitten compleet bij het tuinbouwcentrum. Van potgrond, potten en trays tot bestrijdings middelen, schaartjes en touw. Ik hou van korte lijnen. Lent zit dichtbij. Dat werkt goed. En ik ben geen springer. Ik stap niet voor een beetje geld direct naar een ander over. Zo bouw je niks met elkaar op. Want Jelle is voor mij veel meer dan een leverancier. Onze relatie? Tja, we praten allebei een beetje plat, dat schiep vanaf het begin direct een band. Hij is een normale man, rookt een sigaretje, drinkt een biertje. Ik beschouw hem als een… ehh, oudere vriend. Met Jelle weet je meteen waar je aan toe bent. Ja is ja en nee is nee. Als er iets niet naar het zin is,
dan maakt hij er direct werk van. Hij zorgt ervoor dat er snel een monteur langs komt, of dat je dezelfde dag het bestrijdingsmiddel krijgt dat je nodig hebt. Je kunt alle kanten met hem op. Behalve als je dwars gaat liggen, want dan doet hij het ook. Dan heb je geen gemakkelijke aan hem. En als je Jelle iets belooft, moet je dat nakomen. Lukt dat niet, dan moet je hem tijdig een berichtje geven. Niet via via, met een mailtje of een faxje. Nee, zelf bellen. Want als hij jou moet opbellen, dan heb je de poppen aan het dansen. We zijn een familiebedrijf. Er werken hier twee jongere broers van mij. Dat geeft wel eens strubbelingen en dan kun je ook bij Jelle terecht. Een zus van mij heeft hier ook gewerkt. Die heeft zelfs een zoontje die ze zo heeft genoemd. Als Jelle een rotvent was geweest, had ze dat natuurlijk nooit gedaan. Zo werkt dat nou eenmaal. Een tijdje geleden belde hij me op. ‘Gerard,’ zei hij: ‘Voordat ik afscheid ga nemen, wil ik graag langskomen om mijn opvolger voor te stellen.’ Kijk, je kunt het ook omdraaien en zeggen: we houden een keer een middag in Lent, we zetten een paar tafels in de winkel, er is koffie en koek en we regelen het zo. Maar hij rijdt belangrijke klanten wel allemaal af. Ik hoop dat ik hem na zijn afscheid nog eens spreek. Weet je, ik denk dat ik op een zondagochtend gewoon eens met de kinderen naar Hengelo rij om te kijken of hij thuis is. Effe een bakkie doen. Want koffie, dat is Jelle. Ieder gesprek met hem begon met koffie. En meestal liet hij dan wel wat vallen. Of de melk, of
Gerard Eikholt, kweker in Groesbeek