NEDERLANDSE BOND VAN POELIERS EN WILDHANDELAREN
ADVIES- EN BELANGENORGANISATIE VOOR AMBACHTELIJKE PLUIMVEE- EN WILDBEDRIJVEN
Spotter Vakblad van de NBPW
De successtory van pluimveeslachterij Esbro p10
nr. 1 - maart 2014
(advertentie)
Wildplaza.com geeft uitgebreide, open en laagdrempelige informatie over wild aan iedereen die iets over wild wil weten.
Wildplaza.com is een initiatief van ondernemers en organisaties uit de wild- en pluimveesector.
Alles over wild vinden, kopen en bereiden Koop een vermelding en wordt beter vindbaar! Bel voor informatie 0172 – 490490, of kijk op de website bij ‘adverteren’
voorwoord
“
Door Jan Willem de Jong
NEDERLANDSE BOND VAN POELIERS EN WILDHANDELAREN
Inhoud Inhoud
Pagina
Bedrijfsreportage: De Marktpoelier
4
80 jaar NBPW
5
Poelier.nl eigendom van NBPW
6
Levensmiddelen online kopen
7
Wild meenemen uit het buitenland
7
Toezicht NVWA op voedsel scherper
8
Stichting Natuurlijk Gans
9
Aan toezending van dit vakblad zijn geen kosten
Bedrijfsreportage: Esbro
10
verbonden.
Voor elke klant een unieke verkoopbenadering
13
Scholman wordt Poeliersbedrijf van Loon
14
werd geboren tijdens het uitschrijven van het
De Raad: voor zowel werkgevers als werknemers
14
Visiedocument, waarin NBPW uitgangspunten heeft
Qlip stopt met pluimveewerkzaamheden
15
DNA van tam varken in wild zwijn
15
informeren over ontwikkelingen in de branche en over
Voorkom boete en geef achterstallige btw op!
15
haar eigen (nieuwe) activiteiten. Ondernemers zullen
Bedrijfsreportage: Slagerij G. ter Weele & Zn
16
bij NBPW gaan thuisvoelen. Naast dit vakblad zal
Column: Ad Berkelmans
19
NBPW ook blijven communiceren via haar website
Recepten
20
nbpw.nl, digitale nieuwsbrieven en social media
Activiteitenverslag: CAO practicum
22
Leverings- en betalingsvoorwaarden
26
Vakblad NBPW is terug….! Met enige trots presenteert NBPW hierbij de eerste uitgave van haar nieuwe Vakblad ‘de Spotter’.
Met dit vakblad zal NBPW haar leden en relaties informeren over ontwikkelingen en actualiteiten in de branche, die door NBPW worden ‘gespot’.
Het idee voor het opnieuw uitgeven van een vakblad
geformuleerd voor toekomstig beleid en activiteiten. NBPW probeert op deze wijze ondernemers beter te
zich ook meer in NBPW gaan herkennen en daarnaast
(Facebook en Twitter).
Vooralsnog verschijnt Spotter 3x per jaar in een
oplage van 850 stuks. De volgende uitgave is voorzien voor eind juni en de derde uitgave van dit jaar staat voor eind oktober op het programma.
Nieuws uit uw regio, kan ook nieuws zijn voor
NBPW en de rest van de branche. Maak daarom
van de gelegenheid gebruik om relevante feiten en gebeurtenissen uit uw omgeving te melden bij het
secretariaat. Daar zal vervolgens gekeken worden op welke wijze het nieuws zal worden doorgeplaatst. NBPW vertrouwt erop dat leden en relaties een actieve bijdragen gaan leveren aan dit nieuwe vakblad. Wij wensen u met deze uitgave veel leesplezier….!
Bedrijfsreportage
De dames achter de marktpoelier, één grote familie! Wie wel eens bij de Marktpoelier (uit Hedel) komt, kan haast niet weggaan zonder een glimlach en natuurlijk een heerlijk kipproduct. Hoe komt dit? Wie zit daarachter? Het is maandagochtend en Anoeska van Tuyl zit met haar dochtertje op schoot. Anoeska is, samen met haar oudere zus Simone, de eigenaar van De Marktpoelier B.V. te Hedel. Lenie, hun moeder is ook even binnen komen lopen en vertelt hoe zij en haar man in 1982 de stap hebben gezet om voor zichzelf te beginnen. “Eerst ging hij langs de deur, zes jaar later kwam er één kraam op de markt. Wéér later kochten we een wagen en konden verder uitbreiden en moet je nu eens kijken! Ik heb altijd meegewerkt, ook toen de kinderen klein waren. Het is hard werken maar dat hoort er bij. Dat en plezier in je werk”, vertelt Lenie. Even werpt Lenie een trotse blik op Anoeska en Simone en vervolgt: “Het is geweldig om te zien hoe de meiden het samen doen. Veertien markten en dertien man personeel, en zij hebben net zoveel liefde voor het vak als wij. Wij zijn echter super trots op hen!” Simone lacht: “En dan te bedenken dat ik in eerste instantie niet in het vak wilde! Pa zei altijd, maakt niet uit dat je niet kunt leren (maar wij konden heel goed leren), je kunt altijd nog kippenboer worden. Ik heb eerst ergens anders gewerkt maar je merkt toch dat het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Nu hebben we een fan-
Pagina 4
tastische verdeling. Anoeska is verantwoordelijk voor het inpakken en ik voor de verkoop. Wij zijn onze ouders wel heel dankbaar voor het feit dat wij vrij waren in onze keuze. Als je dan de keuze maakt, ga je er ook helemaal voor. Nu gaan we elke morgen met heel veel plezier vroeg aan het werk.” Terwijl Lenie luistert naar Simone gaan haar ogen naar haar kleindochter, de anderhalf jaar oude Jazlynn. “Ik pas regelmatig op en dat vind ik heerlijk. We gaan dan ook met elkaar op vakantie, lekker skiën. Het is echt genieten om die kleintjes in de sneeuw bezig te zien”, lacht Anoeska met haar aanstekelijke lach. “Ik heb sowieso sport nodig. Daarom tennis ik. Niet zo vaak als ik zou willen, maar ik laat mijn tennisavondje niet snel schieten. Mijn vader tennist ook en we spelen vaak samen. Het is voor ons allebei een goede uitlaatklep. Simone gaat regelmatig naar de sportschool en loopt hard. Zij is ook de kok van onze familie. Zij komt vaak met nieuwe recepten en probeert die dan uit om, als het in onze kraam past, deze ook in het assortiment op te nemen. Op deze manier kunnen we de klanten goed adviseren over het bereiden van onze producten en hen natuurlijk daar kennis mee laten maken.”
“Wij proberen ook zo veel mogelijke nieuwe producten te laten proeven. Want proeven is verkopen. Simone is ook degene die de administratie en de verkoop bijhoudt. Bovendien heeft zij een enorm goed geheugen. Het is wel eens gebeurt dat een klant heel lang niet geweest was en ze nog precies wist wat hij gekocht had! Ze is heel spontaan en zij heeft een bijzonder persoonlijke manier van benaderen. Daar leer ik en het verkopend personeel veel van.” Simone knikt en vertelt op haar beurt: “Anoeska en ik zijn heel verschillend qua uiterlijk en karakter, wij noemen onszelf wel eens Duo Penotti. Ik denk vaak te moeilijk, bij mij moeten alle puntjes op de i. Anoeska is daarentegen te makkelijk, wat vandaag niet komt, komt morgen wel. Hierin kunnen we van elkaar leren. Ik geef de meiden vaak extra tips, zodat ze nog beter worden in de verkoop dan ze al zijn. Ik ben soms gewoon iets te perfectionistisch. Ik bewonder het hoe Anoeska alles regelt. Ze werkt en heeft twee schatten van kinderen. Daar krijgt ze veel liefde van. Die twee vinden het heerlijk om haar mee te helpen. Maar ze bezorgen haar ook slapeloze nachten. Toch staat ze iedere ochtend weer vroeg op en gaat ervoor. Ze staat met een lach op de markt en stuurt de inpakafdeling aan.”
“...want proeven is verkopen” “Wij zijn als zussen heel close”, vertelt Anoeska. “Natuurlijk hebben we wel eens ruzie, maar na vijf minuten is dat uitgesproken en dat is altijd zo geweest. Dat moet ook wel als je zo nauw samenwerkt. Ik denk dat het ook de sfeer in het bedrijf ten goede komt. Wij staan met plezier achter de kraam en dat willen we samen met ons personeel ook uitstralen. De kwaliteit van de producten staat bij ons hoog in het vaandel. Het meeste komt van Hollandse bodem maar ook elders halen we mooie producten vandaan. Onze Franse kippen bijvoorbeeld hebben een grote ruimte om te scharrelen. Ons wild kopen wij voor een groot deel van een jager uit de Bommelerwaard. Het is goed om te weten waar je producten vandaan komen. Ook al is mijn vader met het bedrijf begonnen, nu is het een vrouwenbolwerk. Pa is de enige haan in het kippenhok. Wij zijn wel de eigenaren achter de marktpoelier, maar we doen het met z’n allen. Onze ouders werken nog hard mee en samen met ons personeel zijn we één grote familie. In feite is het één grote cirkel. Als we geen goede inpakkers hebben dan kunnen de marktverkoopsters niets verkopen en als we niets verkopen hebben de inpakkers geen werk. We komen binnenkort ook weer bij elkaar met een hapje en een drankje. Er wordt dan van alles besproken, maar het is vooral gezellig. Het is voor ons heel belangrijk dat het personeel met plezier werkt, verstand heeft van ons product en een goede service kan verlenen. Het moet voor de klant niet alleen lekker zijn om iets te kopen maar ook gezellig.” Bron: Facebook Marktpoelier Hedel
80 jaar NBPW….! Kom naar de jubileumbijeenkomst op maandag 12 mei in Nunspeet. Op 1 mei a.s. bestaat NBPW 80 jaar. Het bestuur wil dit graag op feestelijke wijze met u vieren. Als locatie is de keuze gemaakt voor Villa Vennendal in Nunspeet. Naar verwachting zal de bijeenkomst vanaf 15.00 uur worden gehouden. Houd uw brievenbus in de gaten voor de uitnodiging….! Tijdens een informele netwerkbijeenkomst zult u kennis kunnen maken met innovatieve producten van uw collega’s….! Iedere ondernemer probeert steeds weer iets nieuws te verzinnen om klanten te boeien en te behouden. Het is echter bijna ondoenlijk om als specialist in alle segmenten thuis te zijn. Waarom geen samenwerking met collega’s? De meesten zijn geen echte concurrenten van elkaar, waarom zult u elkaar daarom niet versterken en kennis, ervaring en producten met elkaar delen? Inmiddels hebben een aantal collega’s positief op een verzoek van NBPW gereageerd. Het ligt in ons voornemen om niet meer dan 6 tot 8 bedrijven te vragen zich met hun producten te presenteren. De keuken van Vennendal zal de proeverijen waar nodig faciliteren. De bijeenkomst wordt rond 18.00 uur afgesloten met een feestelijk dessertbuffet. In vervolg op het Visiedocument onderzoekt NBPW bovendien de mogelijkheden om één of meerdere nieuwe activiteiten op 12 mei te presenteren. Bestuur en secretariaat zijn druk doende zaken uit te werken. Van verdere ontwikkelingen houden wij u op de hoogte.
Pagina 5
Poelier.nl eigendom van NBPW Per 1 januari 2014 is branche-organisatie NBPW volledig eigenaar van consumentenwebsite Poelier.nl Het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) heeft het eigendom van de website www.poelier.nl per 1 januari 2014 overgedragen aan NBPW. Dit geldt evenzo voor het campagne-logo ‘Proef het Echt. De Poelier’. De afgelopen jaren voerde NBPW in opdracht van het HBD het beheer over de website en verrichtte werkzaamheden ten behoeve van het campagne-secretariaat.
Het lidmaatschap van NBPW verwerft hiermee een grotere toegevoegde waarde en wordt daarmee voor niet-leden het overwegen waard.
Bedrijfsvermeldingen van poeliers vonden plaats ingevolge verplichte registratie en daarbij behorende betaling van heffingsgelden aan het HBD, dit gegeven komt te vervallen doordat het HBD per 1 januari is opgeheven.
Voordeel voor leden NBPW Met het HBD is afgesproken, dat alle vermeldingen op de website voor de duur van het komende jaar, gratis gehandhaafd blijven. Vanaf 1 januari 2015 worden andere voorwaarden voor vermelding overwogen. Zo denkt NBPW aan betaalde vermeldingen, waarbij leden van NBPW de vermelding gratis of met een korting kunnen voortzetten, of verwerven indien zij nog niet zijn vermeld. Voor bedrijven die momenteel zijn vermeld en geen lid zijn van NBPW zal er per 1 januari 2015 wel iets veranderen. Indien wijzigingen moet worden doorgevoerd aan de bedrijfspagina, zal hier een vergoeding voor berekend worden. Hoe hoog deze vergoeding zal zijn is nog niet bekend. Daarnaast ontstaan er vanaf 1 januari mogelijkheden voor bannering op de home- en volgpagina’s van de site.
Pagina 6
Toegevoegde waarde website Poelier.nl bevat relevante informatie over het poeliersbedrijf en over de bereiding van kip, wild en gevogelte met 550 recepten. De laatste jaren is veel geinvesteerd in zoekmachine-optimalisatie, waardoor de website op zich en ook de bedrijfspagina’s beter vindbaar en meer populair zijn geworden. Naar verwachting groeit Poelier.nl in 2014 naar 400.000 bezoekers! Ondernemers die nog geen vermelding hebben, maar deze wel wensen, kunnen dit per e-mail melden aan
[email protected]. NBPW zal belangstellenden daarna zo spoedig als mogelijk informeren over de voorwaarden.
Levensmiddelen online kopen Het aantal Nederlanders dat online en offline kopen combineert, stijgt. In 2011 was dit nog 35%, maar de verwachting is dat bijna de helft van de consumenten in 2014 cross channel aankopen doet en dat dit in 2020 zelfs 64% is. Opvallend is dat vooral de foodsector populairder wordt. Nu koopt nog maar 10% cross channel, maar in 2020 verwacht 37% dit te doen. Dit concludeert ABN AMRO in de Cross Channel Retail Update, waarin 5.500 consumenten over hun cross channelkoopgedrag zijn ondervraagd. Op dit moment koopt 91% van de Nederlandse consumenten nog puur fysiek in de foodretail. Toch geeft bijna 10% aan de afgelopen 12 maanden één of meerdere keren cross channel te hebben gekocht. Voorbeelden van retailers die anticiperen op deze behoefte zijn Hoogvliet en Albert Heijn. Zij geven cross channel kopers de mogelijkheid online producten te bestellen, maar af te halen in de fysieke winkel. Een vergelijking met het Verenigd Koninkrijk – waar de omzet food via het online kanaal al aanzienlijk groter is – biedt wellicht inzicht in de toekomst. Hier zijn supermarkten als Sainsbury’s en Tesco zeer succesvol met Click & Collect-voorzieningen. Britse retailers spelen bij het uitrollen hiervan zeer goed in op het dagelijkse leven van consumenten, bijvoorbeeld door afhaalpunten te openen bij scholen of in metrostations. De verwachtingen richting 2020 bevatten een duidelijke boodschap aan de food retailer. Zo verwacht 37% van de consumenten dan eten en drinken zowel in de supermarkt als online te kopen.
Wild meenemen uit het buitenland Met enige regelmaat krijgt het secretariaat van NBPW vragen over het meenemen van wild in de huid en veren uit het buitenland. Daarom nog eens de regels op een rijtje. Meenemen van wild is niet toegestaan vanuit gebieden waar veterinairrechtelijke beperkingen gelden (bij verdenking of uitbraak van besmettelijke dierziekten zoals Afrikaanse en/of klassieke varkenspest, mond-en-klauwzeer, etc.).
Voor het meenemen van wild voor eigen consumptie hanteert de NVWA als regel dat een jager één stuk grof vrij (dus uit de vrije wildbaan) wild of enkele stuks klein vrij wild vanuit het jachtveld in de auto mee mag nemen naar huis. De jager mag dit wild niet naar de poelier brengen om het wild voor hem te laten slachten, tenzij de poelier een EU-erkend bedrijf is. In dat geval moeten de juiste papieren het dier vergezellen. lees meer
Pagina 7
Voor wild dat de jager in Nederland in de handel wil brengen, gelden onderstaande regels: Na het schot moet binnen een redelijke tijd met koeling van het wild worden begonnen. De wet stelt dat gekoeld moet worden tot een temperatuur die overal in het vlees ten hoogste 7 graden Celsius bedraagt. Om deze temperatuur tijdig te bereiken is het noodzakelijk dat de koelcel op 1-2 graden Celsius is afgesteld. De koelketen mag niet meer onderbroken worden tijdens het transport naar Nederland. Wild moet dus gekoeld worden vervoerd. Uit het buitenland afkomstig grof- en klein vrij wild in de huid of veren mag in Nederland alleen aan een EU-erkend bedrijf worden verkocht.
Grofwild moet voorzien zijn van een wildmerk. Indien een wildmerk niet verplicht is, moet een andere unieke nummering worden aangebracht. Koppeling tussen het wildmerk dan wel de eigen unieke nummering en de GP-verklaring moet gewaarborgd zijn. Voor wild uit Duitsland geldt dat een volledig ingevuld ‘Wildursprungschein’) (ingevuld door jager en ‘Kundige Person’) moet worden meegeleverd. In Duitsland moet ieder wild zwijn op trichine worden onderzocht (dit onderzoek moet in Duitsland plaatsvinden). Voor alle buitenlandse wilde zwijnen die in Nederland in de handel worden gebracht moet de uitslag van het trichinenonderzoek bij verkoop worden bijgeleverd. Bron: KNJV, De Nederlandse Jager
Toezicht NVWA op voedsel scherper Om de slagkracht van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) te vergroten worden structureel meer mensen ingezet voor toezicht en handhaving. Het gaat dan met name om inspecteurs en dierenartsen. Ook is er extra capaciteit beschikbaar voor incidenten die zich onvermijdelijk voordoen. Door de inzet van deze interventieteams kunnen de reguliere controles ook gewoon doorgaan. In totaal komen er 100 structurele en 60 tijdelijke arbeidsplaatsen bij. De NVWA krijgt structureel 33 miljoen euro extra per jaar. Daar bovenop wordt de komende 4 jaar in totaal nog eens 34 miljoen euro geïnvesteerd. De tarieven voor het bedrijfsleven gaan omhoog, waardoor een jaarlijkse bijdrage van 10 miljoen euro worden gerealiseerd. Dat staat in het Plan van Aanpak NVWA dat staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken en minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. Doel is de taak als toezichthouder toekomstbestendig te maken en het toezicht structureel te verbeteren. De nieuwe aanpak is nodig omdat de opstapeling van verschillende taakstellingen, de fusietrajecten van de afgelopen jaren en de diverse incidenten de NVWA als toezichthouder van onder meer voedselveiligheid onder druk heeft gezet. Dijksma: “De afgelopen tijd is er te vaak wat misgegaan met ons voedsel. De consument moet erop kunnen vertrouwen dat zijn voedsel veilig is en wat hij koopt, klopt. Fraudeurs worden keihard aangepakt, met hogere boeters. De NVWA kan met meer slagkracht en een nieuw keuringssysteem beter en gerichter controleren op misstanden. Bedrijven zijn verantwoordelijk voor eerlijk en veilig voedsel, met een toezichthouder die hier bovenop zit en handhaaft.”
Pagina 8
Investeren in kennis en kwaliteit Om de capaciteit van de NVWA zo goed mogelijk in te zetten wordt geïnvesteerd in de kennis en kwaliteit van de medewerkers. Het doel is risico’s en onregelmatighedenvroeg te signaleren en risicoanalyses te verbeteren. Om het werk van inspecteurs sneller en makkelijker te maken is het daarnaast noodzakelijk het verouderde ICT-systeem te moderniseren.
Systeem keuring en toezicht herzien Het huidige systeem van keuring en toezicht wordt herzien. Het is nu kwetsbaar omdat zowel de keuring als het toezicht gebundeld is en private instanties een grote rol hebben. De Onderzoeksraad voor de Veiligheid onderzoekt mede op verzoek van Dijksma momenteel de risico’s voor de voedselveiligheid bij de productie en verwerking van en handel in vlees. Dit rapport wordt binnenkort verwacht. De uitkomsten worden meegenomen bij het herzien van een nieuw systeem van keuring en toezicht.
Stichting Natuurlijk Gans:
Gans moet weer terug in de voedselketen Initiator voor logistiek plan om de wilde gans weer terug op het bord te krijgen. Als we over wilde ganzen praten dan gaat het steevast over schade. Schade aan de gewassen van boeren en aan heerlijk grasland dat eigenlijk voor de melkkoeien is. Piloten staan doodsangsten uit als wilde ganzen over start- en landingsbanen vliegen. En dat doen ze. Bovendien dreigt een ander probleem te ontstaan, namelijk de volksgezondheid. De hoeveelheid poep die ganzen produceren in zwemwater maakt dat gevaarlijk blauwalg in ontwikkeling gestimuleerd wordt. En wilde ganzen dragen ook een irritante bacterie bij zich die zwemmersjeuk veroorzaakt. Jagers geven hun medewerking om de doelstand te halen Er zijn veel te veel ganzen en daar hebben we dus last van. Het aantal moet teruggebracht worden. Aanzienlijk terug. 100.000 exemplaren wilde ganzen is het maximum dat Nederland in de zomer wil hebben. Dat is het doel. Belanghebbende partijen als de provincie, de terreinbeherende organisaties, landbouworganisaties (LTO) en Federatie Particulier Grondbezit en nu ook de jagersverenigingen zullen in actie moeten komen om dat doel te realiseren. Om dat aantal te bereiken is in de komende vijf jaar een reductie per jaar nodig van meer dan 250.000 wilde ganzen. Jagers komen in actie om dat doel te bereiken.
Opeten of naar destructie De wilde gans willen we weer op het bord brengen. Dit natuurlijke en pure wild waren we vergeten. Er zit geen handel in en de waarde, economisch gezien, is zwaar gereduceerd. Dat heeft kwalijke bijwerkingen. Is het aanbod groot en de vraag laag (en dat zal het zijn in de zomer) dan dreigt een effect dat we niet willen. Er gebeurt dan wat de maatschappij absoluut niet wil en dat is goed voedsel weggooien.
Door samenwerking met TBO’s, provincies en Landschappen slaagt het plan Aldus zet de Stichting Natuurlijk Gans zich in om de wilde gans weer in de voedselketen te brengen. De Stichting neemt het initiatief. We weten dat het haalbaar is. Het kan! Alle belanghebbende partijen zullen zich er voor moeten inzetten. En dat zijn niet alleen de deelnemers in de niet gebonden Stichting Natuurlijk Gans. Dat zijn niet alleen de jagers. De grote terrein beherende organisaties
(Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de Landschappen), de organisaties die de schade lijdende boeren vertegenwoordigen en de provincies. Die hebben zeker een verantwoordelijkheid om de geschoten ganzen een goede bestemming te geven.
Logistiek plan van de Stichting Natuurlijk Gans Overzomerende wilde ganzen zijn de grootste bedreiging voor schade aan belangen. De belangrijkste periode om de stand van deze ganzen terug te dringen is juli, augustus en september. Midden zomer, een periode met gemiddeld hoge temperaturen. Vlees van wild moet volgens de hygiënevoorschriften na het schot binnen een uur in de koeling liggen met een maximum temperatuur van 7 graden. Wil je een kwalitatief goed product aan de consument leveren dan zul je aan die voorschiften moeten voldoen. Het logistieke plan van de Stichting maakt dat mogelijk. De Tracking & Tracing is daarbij in orde en de registratie is gewaarborgd door het Faunaregistratie Systeem van NatuurNetwerk.
Niet één iemand mag voor de kosten opdraaien Met de medewerking en de kracht van de TBO’s, de vertegenwoordigers van de boeren en niet te vergeten de faunaverantwoordelijke provincies is het initiatiefplan van de Stichting Natuurlijk Gans snel te implementeren. Met medewerking en kracht wordt ondersteuning bedoeld, niet alleen in woord maar ook in daad en geld. Het probleem is van ons allen, laten we het dan ook met z n allen oplossen. Het mag niet zo zijn dat één de schade lijdt en dat één de financiering van doelgerichte oplossingen op zich neemt. Eerlijk, wild en duurzaam is de wilde gans. Het is goed voedsel. Het mag niet weggegooid worden. Stichting Natuurlijk Gans i.o. Donald Buijtendorp Tel: 06 - 53391575 e-mail:
[email protected] In de Stichting Natuurlijk Gans hebben zitting: Nederlandse Bond van Poeliers en Wildhandelaren, De jagersverenigingen KNJV en NOJG, HAS Hogeschool (food packaging) Den Bosch, de Gastronomie met Peter Klosse als vertegenwoordiger en Donald Buijtendorp.
Pagina 9
Bedrijfsreportage
De successtory van Esbro Esbro is een familiebedrijf met een lange historie. Dit jaar bestaat deze pluimveeslachterij 50 jaar. Het bedrijf is in 1964 aan de Rembrandtweg in Doetinchem opgericht door Joop Eskes. Vader en zoon hebben dezelfde naam aangehouden, net als het bedrijf. De naam ‘ESBRO’ is in het verleden opgebouwd uit de 2 namen van de oprichters, ESkes en BROckmeier. Beiden sloegen dat jaar de handen ineen en een slachterij met vrieshuis was het succesvolle resultaat. Brockmeier werd na enkele jaren al uitgekocht, waarna Joop alleen verder ging en de groei van het bedrijf sterk toenam. Het uitventen van slecht leggende kippen op markten in Apeldoorn en Barneveld en de verkoop van slachtkippen aan Ruardy in Alphen aan den Rijn en Moorman in Goor, in de jaren 50-60 door Joop senior, is nu door Joop junior uitgebouwd tot de modernste pluimveeslachterij van Europa, waar het familiegevoel niet is verdwenen, de kwaliteit altijd voorop is blijven staan en innovaties altijd leidend zijn geweest bij de ontwikkeling van het bedrijf, zo ook bij deze laatste stap.
De nieuwe slachterij De huidige Joop Eskes (net 55 jaar jong) kwam in de jaren 80 aan het roer en koos toen meteen voor vers in plaats van diepvries. In zijn visie moest het bedrijf toen ook al gaan verhuizen, desnoods uit Doetinchem weg, maar bij de Gemeente kreeg hij daar toen geen gehoor en gronden waren er niet beschikbaar. Waar in de voorbije 25 jaar veel bedrijven zijn verdwenen en de sterkste zijn overgebleven, borgt ESBRO zijn toekomst door te investeren. In 2013 is de huidige pluimveeslachterij in gebruik genomen en na diverse ‘fine tuningen’ in de productie draait de slachterij nu op 100%. Deze hypermoderne slachterij die met bijbehorende kantoren etc., een gezamenlijke bebouwde oppervlakte beslaat van 14.000m²,
Pagina 10
op een perceel 5 hectare groot is, is een miljoeneninvestering. Hier worden nu op duurzame wijze met 120 medewerkers rond de 125 tot 130.000 kuikens per dag geslacht aan high speed lijnen en dat zijn er 13.500 per uur. Er is nu al met een groei rekening gehouden, waardoor de slachtcapaciteit in maart/april van dit jaar al tot rond de 145.000 kuikens kan gaan oplopen. Het volledig afgebakende en elektronisch beveiligde terrein, met achter deze hekwerken, de slachterij, roept door de strakke afwerking en uitstraling van het gebouw en de ruime inrichting van het terrein geen enkele associatie meer op met een pluimveevleesbedrijf. De aangrenzende 4000 m², die reeds zijn aangekocht door ESBRO, waarborgen nu al de mogelijkheden om op gelijke wijze nog verder te kunnen expanderen. Een bedrijf met visie en de ware ondernemersgeest!
Duurzaamheid in alles Bij het verdovingssysteem is meteen gekozen voor CAS (verdoving met eerst zuurstof en daarna met CO²). Hierdoor krijgt het slachtproces niet alleen het predicaat ‘diervriendelijk’, maar is het eindproduct van een hogere kwaliteit en dus niet alleen beter voor de portemonnee, maar ook zichtbaar beter voor het te slachten dier. Bij deze methode hebben de kippen minder stress, waardoor er minder bloedingen terug te vinden zijn in het eindproduct. Aansluitend worden de kuikens ook niet meer traditioneel gebroeid in een waterbad, maarvan de veren ontdaanmet de nieuwste techniek in de Aeroscalder van Marel Stork Poultry: verzadigde vochtige lucht. De kans op onderlinge besmetting wordt daardoor nog verder teruggebracht, wat de houdbaarheid weer ten goede komt. Op diverse andere belangrijke basis plaatsen in het bedrijf is ook gekozen voor duurzaamheid in zowel bouw- en materiaalkeuze. Met meer ruimte, meer technische snufjes, efficiënte geautomatiseerde bedrijfsprocessen, gecombineerd met duurzaam ondernemen; daar
draait het tenslotte allemaal om bij ESBRO. De forse investeringen liggen hierdoor wel beduidend hoger, maar richting toekomst maak je als bedrijf ook een grote stap voorwaarts en je laat iedereen zien dat je toekomstgericht bezig bent. Met alle koelingen op basis van het natuurlijke koudemiddel ammoniak, een hogere isolatiewaarde van vloeren, daken en wanden door toepassing van de nieuwste isolatieproducten en een terugwin installatie voor hergebruik van de warmte uit deze koelmachines, wordt een verlaging van de energie behoefte van het bedrijf gerealiseerd. Een eigen moderne ondergrondse waterzuiveringsinstallatie vermindert de waterlasten aanzienlijk en een bovengrondse groene luchtwasser op basis van een natuurlijke afbreukproces van de hinderlijke pluimvee luchtjes, is letterlijk een groene aankleding van het bedrijfspand geworden, waarbij de vrijkomende lucht eerder aan herfstbladeren doet denken dan aan de weeïge lucht van kippen. Niet alleen voor mogelijke omwonenden, maar ook voor de eigen mensen is de werkomgeving hiermee een stuk vriendelijker geworden. Bij het benaderen van het gebouw ontstaat, mede dankzij al deze toepassingen, geen enkele associatie meer met een slachterij.
Toekomstvisie Joop vertelt met gepaste trots gepassioneerd over zijn nieuwe bedrijf en zijn visie voor de toekomst. Hij is blij dat zijn vasthoudende constructieve bijdrage aan de diverse overlegstadia met de steeds wisselende lokale overheid, uiteindelijk toch heeft geleid tot dit eindresultaat, ondanks alle bulten op de weg ernaartoe. ”Wij hebben een bijzonder hygiënisch en efficiënt bedrijf gebouwd, waardoor wij nu in staat zijn sneller te kunnen koelen en te leveren.” “De groei in volume zit in Nederland momenteel wel aan zijn grens”, aldus Joop Eskes. “Ik verwacht eerder dat er een afname in volume gaat plaatsvinden, dan een verdere groei. De afzet van onze groei in het volume moet dus in het buitenland worden gerealiseerd. Door te investeren in verdere automatisering in delensnijders en verpakkingstechnieken en deze direct op te stellen achter de slachtlijn, kunnen wij op deze locatie meteen een logistieke stap winnen in het gehele leveringsverhaal. Met de houdbaarheid van de producten, door deze ‘in house operations’, is niet alleen een dag winst te boeken bij aflevering, maar het verhoogt ook de marge op deze stroom goederen. Deze extra marge is meer dan welkom, ten opzichte van de huidige investering.” lees meer
Pagina 11
Bedrijfsreportage
De kip van morgen Beleidsbepalers, supermarkten en de grote pluimveeslachterijen proberen gezamenlijk afspraken te maken over de “kip van morgen.” Ook ESBRO is betrokken bij dit overleg. In 2015 moet deze duurzame kip verkrijgbaar zijn. “Verantwoordelijkheid nemen en produceren wat de markt vraagt, dat is het doel”, aldus Joop Eskes. “Met het Gildehoen lopen wij daarmee al op de muziek vooruit. Een goede vierkantverwaarding van elke duurdere alternatieve kip, wordt de uitdaging. Het kleinere prijsverschil met de speciaalzaken biedt dan ook weer meer mogelijkheden voor de speciaalzaak.”
De sector ESBRO slacht zowel de reguliere kip, de ‘Bio kip’ als het ‘Gildehoen’, maar ervaart dat de agrarische sector te weinig krediet krijgt van de huidige gemiddelde klant, voor de taak die deze sector heeft. Agrarisch Nederland moet veilig voedsel produceren, dat is een basisvoorwaarde. De sector heeft het meest optimale resultaat bereikt door een goede selectie, de beste voeding en een optimale huisvesting te realiseren. Het resultaat is een duurzaam stukje kip op tafel, met een geringe footprint. Uitloop, ander voer, langer leven en ruimere huisvesting dragen per saldo altijd bij aan een grotere footprint en dat is ook als onwenselijk betiteld. Er zijn al veel verbeteringen bereikt, door de sector zelf. Bij het huidige kuiken is er al geen streven meer naar meer voor minder, maar wil de sector nu eerder proberen een stapje terug te doen, om voor de huidige consument ook een vriendelijker eindproduct te maken, dat betaalbaar blijft en in gelijke hoeveelheden wordt afgenomen. Medicatie wordt
Pagina 12
alleen nog verstrekt als het niet anders kan en niet meer preventief. Het dieren welzijn is er immers niet mee gebaad als zieke dieren in zijn geheel niet meer behandeld zouden mogen worden. Ook bij de stalbezetting en de voedersamenstelling wordt goed gekeken wat er nu wel en niet haalbaar is en wat de veranderingen aan extra kosten met zich meebrengen.
Reële afwegingen De sector heeft al veel gedaan, doet nog steeds erg veel en is ook niet te beroerd om nog vooruitstrevender te worden, maar wel in een eerlijke dialoog. Om een geslachte kip van een “ster” te kunnen voorzien, moet er nog aanzienlijk meer worden gedaan en wordt er door mesters ook aantoonbaar meer bedrijfsrisico gelopen, dan voor het verkrijgen van dezelfde ‘ster’ bij het varkensvlees. Vlees en ook Kip is niet sexy, dat is bekend, maar nu is er te weinig respect vanuit klant en overheid voor de sector, terwijl de agrarische sector juist bewezen heeft een erg economisch stabiele sector te zijn, die voor haar verantwoording niet wegloopt. Over voedselproductie is bij consumenten nog maar weinig kennis meer aanwezig. Gedurende opvoeding en scholing, wordt er te weinig aandacht aan dit onderwerp besteed door ouders en overheid, waardoor de afstand tussen consument en producent blijft toenemen. De “boer” moet eigenlijk een geuzennaam zijn, in plaats van een scheldnaam, omdat de sector al veel aanvallen heeft overleefd en er telkens beter is uitgekomen, met meer respect voor het product. De sector en al haar schakels mogen immers best trots zijn op het fantastische product dat ze nu maken.
Voor elke klant een unieke verkoopbenadering Klanten komen niet alleen naar de poelier voor een kwalitatief goed stuk wild of gevogelte. Ze komen ook omdat ze de sfeer in de winkel prettig vinden, oprecht klantvriendelijk behandeld worden en medewerkers duidelijk plezier in hun werk hebben. Door je verkoopaanpak af te stemmen op de individuele klant, zorg je dat klanten terug blijven komen.
Klanten die bij de poelier kopen, rekenen erop dat de productkwaliteit goed is. Maar dat alleen is niet genoeg. Om te zorgen dat klanten terug blijven komen, is het belangrijk dat ze graag in de winkel komen. Sjoerd Kaljee, trainer/docent SVO vakopleiding food: “Het zijn de uitstraling en sfeer van de winkel, het persoonlijke contact en de inhoudelijke kennis waar de poelier zich mee onderscheidt. Het draait om klantgericht verkopen. En dat is in deze economisch lastige tijden belangrijker dan ooit.”
Elke klant is anders Klantgericht verkopen begint bij de benaderingswijze van de klant. Elke klant is anders en heeft een eigen benadering nodig. “Je hoeft niet bij elke klant automatisch ‘goedemorgen’ te roepen”, weet Sjoerd. “Als je dat alleen doet omdat het moet, kan het voor de klant contactvermijdend werken. Denk maar aan de kledingzaak: veel mensen vinden het vervelend als ze meteen aangesproken worden. Het is belangrijk om de klant centraal te zetten in het contact. Elke klant komt anders binnen, en het is zaak om die verschillende klanttypen te herkennen.” Is het een haastige klant, een onzekere klant, mondig of nieuwsgierig? Daar stem je je aanpak op af. Is een gemeend ‘goedemorgen’ voldoende, is een ijsbreker nodig, is er ruimte om te vertellen over je producten, zijn er kansen om bijproducten te verkopen?
Spontaniteit Door de verkoopaanpak af te stemmen op de klant, bouwen medewerkers aan het klantvertrouwen. Met trouwe klanten als resultaat. Sjoerd: “Goede communicatie is daarin essentieel, zowel verbaal als non-verbaal. Neem een vriendelijke houding aan, maak oogcontact en toon oprechte interesse. Stel open vragen en heb het lef om de bijverkoop te stimuleren.” Ook laten proeven is een goede tip. Niet zomaar van een schaaltje, maar kijk hoe het gesprek loopt. “Heeft de klant nog nooit een bepaald soort wild of gevogelte geproefd? Snijd dan spontaan een stukje af. Zo maak je het verschil.”
Extra service Klantgericht verkopen betekent ook goede service bieden. Verras klanten bijvoorbeeld regelmatig met iets extra’s. Dat zit niet in kortingen, maar vooral in houding en gedrag. Houd de deur open als een klant met volle tassen naar buiten loopt, of vraag of je mee kunt lopen naar de auto. “Leg de klant in de watten”, adviseert Sjoerd. “En zorg dat je het meent. Dan voelt de klant zich gewaardeerd. Dat is onderscheidend vermogen.”
Training klantgericht verkopen Voor meer informatie over de training Klantgericht verkopen van SVO vakopleiding food: www.svo.nl.
Pagina 13
Scholman wordt Poeliersbedrijf van Loon Poeliersbedrijf Scholman zal tegelijk met het verzelfstandigen van het bedrijf, ook haar bedrijfsnaam aanpassen naar de naam van de nieuwe eigenaar Van Loon. Gedurende het 4e kwartaal van 2013 zijn er gesprekken gevoerd tussen de heer Rene van Loon en Plukon Food Group inzake het loskoppelen van het ambachtelijk onderdeel ‘Scholman Poeliers’ en de management buy-out, welke eind 2013 heeft geresulteerd in een gezamenlijke overeenkomst. Vanaf 8 februari 2014 zal de naam Poeliersbedrijf Scholman definitief van het toneel verdwijnen en worden omgezet naar Poeliersbedrijf Van Loon. Per 24 februari 2014 zal Poeliersbedrijf van Loon met haar vaste groep ervaren medewerkers, de activiteiten verhuizen naar de nieuwe productielocatie in Waddinxveen.
Poeliersbedrijf van Loon B.V. Coenecoop 550 2741 PT Waddinxveen Telefoon: 0182-644644 Fax: 0182-644655 E-mail:
[email protected] Website: www.vanloonkip.nl
De Raad: voor zowel werkgevers als werknemers De Raad geeft nadere uitwerking aan de afspraken die in de CAO ambachtelijke pluimveeen wildbedrijven zijn gemaakt, bijvoorbeeld ten aanzien van functiewaardering en regelingen ten aanzien van ziekteverzuim. Natuurlijk zorgt zij er ook voor dat alle werkgevers en werknemers geïnformeerd worden en blijven over wat er in de CAO is afgesproken. Ook kunnen zowel werkgevers als werknemers bij De Raad aankloppen als zij hulp nodig hebben bij de toepassing van de CAO, bijvoorbeeld als er vragen zijn over de uitleg of toepassing van een artikel uit de CAO. Als het nodig is kan De Raad hierover zelfs een bindend advies uitbrengen. Werkgevers en werknemers hebben even veel te vertellen in De Raad. Werkgevers hebben dat via de NBPW en werknemers via hun vakbond. Werkgevers en werknemers dragen met een premieafdracht, die in de CAO wordt afgesproken, de kosten voor De Raad. Zodra de CAO Algemeen Verbindend (AVV) is verklaard, dragen ook niet leden uit de branche, dezelfde premies af. Zo kan De Raad haar werk blijven doen. Dit alles met als doel: werkgevers en werknemers steunen, die samen werken aan de verbetering en professionalisering van hun branche.
Pagina 14
De Raad Stephensonweg 14 4207 HB Gorinchem Postbus 693 4200 AR Gorinchem telefoon : 0183-822949 e-mail:
[email protected]
Qlip stopt met pluimveewerkzaamheden Qlip is vanaf 1 januari 2014 gestopt met de controle- en certificeringswerkzaamheden in de pluimveesector. Qlip was één van de Certificerende Instanties (CI’s) die erkend was voor het uitvoeren van controles en certificering voor het Actieplan Salmonella (de Hygiëneverordeningen van het PPE) en het certificatieschema IKB Kip en IKB Ei. Qlip heeft echter besloten om met ingang van 1 januari jl. te stoppen met deze werkzaamheden. De IKB-bedrijven die een contract hebben met Qlip, zijn of worden hierover op korte termijn door Qlip geïnformeerd. Het besluit van Qlip betekent dat er nu nog twee erkende CI’s overblijven, namelijk ISACert en VERIN. Het klantenbestand van Qlip is overgenomen door ISACert. Het is uiteraard aan de bedrijven zelf om te besluiten of zij met ISACert of de andere erkende CI (VERIN) een contract willen afsluiten.
DNA van tam varken in wild zwijn Daniël Goedbloed, als AIO verbonden aan de Leerstoel Faunabeheer (Wageningen Universiteit) vergeleek het DNA van 88 wilde zwijnen uit Nederland, Duitsland en Luxemburg met het genoom van het tamme varken. Tien procent van de zwijnen had DNA-fragmenten van het gedomesticeerde varken in zijn genoom, meldde hij in het tijdschrift Molecular Ecology. Het binnendringen van de varkensgenen is de afgelopen tien jaar gebeurd. De uitkomst is verrassend, zegt mede-onderzoeker Pim van Hooft. ‘De Nederlandse varkensstapel zit in een afgesloten omgeving en kan niet in contact komen met wilde zwijnen in het bos’. Van Hooft vermoedt dat de vermenging van het DNA plaatsvindt op wilde zwijnenfarms waar zwijnen worden gehouden voor de vleesconsumptie. Deze zwijnen worden vaak gekruist met tamme varkens om worpgrootte en groeisnelheid te verhogen. Hij vermoedt dat er zwijnen ontsnappen of worden losgelaten, waarna ze paren met de wilde soortgenoten in het bos.
Voorkom boete en geef achterstallige btw op! Heeft u nog openstaande btw-schulden over voorgaande jaren, geef deze dan zo snel mogelijk door. Waarom? Vanaf heden intensiveert de Belastingdienst de controles op btw-balansschulden. Het gaat om btw-schulden over de periode 2008 tot en met 2012. Eerder dit jaar startte de Belastingdienst met een landelijk project voor het innen van btw-balansschulden. Ondernemers kregen tot 1 juni 2013 de tijd om hun btw-schulden over voorgaande jaren, met een suppletieaangifte te melden. De afgelopen twee maanden heeft de Belastingdienst hierdoor voor ruim euro 76 miljoen aan achterstallig btw opgehaald.
Extra controles Naar schatting hebben enkele tienduizenden ondernemers hun achterstallige btw nog niet gemeld. Daarom intensiveert de Belastingdienst vanaf heden de controles op btw-balansschulden. Een btw-balansschuld is het verschil tussen de reeds afgedragen btw en de btw die had moeten worden afgedragen. De controle gebeurt door uw aangifte inkomstenbelasting of de aangifte vennootschapsbelasting van uw bedrijf te vergelijken met
de btw-aangiften. Blijkt hieruit een btw-schuld over voorgaande jaren, dan ontvangt u binnenkort van de Belastingdienst een brief waarmee u de aangiftegegevens kunt controleren, vóórdat een aanslag zal worden opgelegd.
Suppletie omzetbelasting Heeft u nog een btw-balansschuld over voorgaande jaren dan bent u wettelijk verplicht om dit te melden en af te dragen aan de Belastingdienst. Melden kan met een zogeheten ‘suppletie omzetbelasting’.
Tip Wie zelf een btw-betaling schuld aangeeft, betaalt bij een bedrag tot euro 20.000 geen boete. Daarna 5% met een plafond van euro 4.920. Geeft u uw btw achterstand niet zelf op, dan is uw boete 2% van het achterstallige bedrag, met een plafond van euro 4.920.
Pagina 15
Bedrijfsreportage
Slagerij G. ter Weele & Zn: Slagerij en Wildverwerker Slagerij G. ter Weele & Zn is met het moederbedrijf gevestigd in Oene, aan de Houtweg 8 en in Emst aan de Hoofdweg 55 is nog een tweede verkooppunt gevestigd, beide winkels liggen binnen de gemeentegrenzen van Epe. Het diploma voor de vrijwillige brandweer had hij toen al op zak. Met een jagende vader, die zijn leven lang al onder de jagers verkeerde, kan het soms snel gaan met de ontwikkelingen, als men het besluit neemt om zich in de wildbranche te gaan verdiepen.
Hoe het allemaal begon Vader Gerrit nam in 1970 de winkel, met slachterij, over van familie Hup. Hij had goede contacten met de juiste mensen van het Park de Hoge Veluwe en deze organisaties wilden enkele jaren geleden het aldaar geschoten grofwild zelf gaan verkopen, maar dit bleek lastig te organiseren. Vervolgens kwam de slachterij van Gerrit ter Weele in beeld, om het geschoten wild panklaar te maken. In eerste instantie zag Herman dat hele ‘wildgebeuren’ niet zo zitten, maar vader dacht er duidelijk anders over. Niet geheel tot zijn spijt is Herman toch bijgedraaid. Staatsbosbeheer en het Gelders Landschap klopten met wild bij Ter Weele aan en ook het aantal jagers dat de weg naar de wildverwerker wist te vinden, bleef gestaag groeien. Met diverse bedrijfsfilmpjes op YouTube, waarin Herman een rondleiding geeft door zijn bedrijf, het slachten van een koe demonstreert en vader Gerrit een demo verzorgt voor SVO leerlingen in het fileren en biefstuk snijden van een MRIJ rund, is meteen duidelijk dat hier een moderne ondernemer is gevestigd, die de publiciteit niet schuwt en specialisme hoog in het vaandel heeft staan. Met het motto van Herman “alles wat wij doen, mag gezien worden” geeft hij zelf al duidelijk aan hoe transparant hij met zijn bedrijf wil zijn. Vanuit de winkel heeft de klant zicht op koelcellen, waarin het vlees hangt te rijpen. Herman is nu 38 en had in zijn jeugd 3 wensen: brandweerman, slager en jager worden. Alle drie de wensen zijn inmiddels uitgekomen. Na het volgen van de 7 jarige opleiding aan de slagers vakopleiding tot chefslager heeft hij op zijn 29e samen met zijn vrouw in 2004 de zaak over genomen van zijn vader en pas in 2009 wist hij tijd vrij te maken voor het behalen van het jachtdiploma.
Pagina 16
Herman: “Ik doorliep na het behalen van het jachtdiploma meteen de cursus Gekwalificeerd Persoon, wat het mogelijk maakte dat ik de Trichinemonsters van de (wilde) varkens nu zelf mocht nemen.”
“Na een grondige verbouwing werd de erkenning als ‘wildverwerkingsinrichting’ snel afgegeven”
Apparatuur Gemakkelijk kunnen werken is een eerste vereiste om de productiesnelheid erin te kunnen houden. De meeste machines voor rund- en varkensproducten gebruiken we ook voor hert, ree en wild zwijn. Op deze wijze proberen wij onderscheidend bezig te zijn en de klanten naast de bekende dikbillen, de MRIJ verbeterd roodbont koe en het Mangalica en Bonte Bentheimer varken te laten kennismaken met het meest natuurlijke scharrelvlees van Nederland.” “Slagers en poeliers kunnen beiden hun assortiment uitbreiden door bij elkaar in de toonbank te kijken en hun kennis te delen. De vele soorten patés , een breed assortiment van gerookte producten, als metworstjes in alle soorten en maten, droge worst aangevuld met diverse hammen, panklare stoofpotjes, producten voor barbecue, gourmet specialiteiten, diverse soepen en fonds uit eigen keuken, geven het ambacht een extra boost. Al deze producten worden nu ook van wild gemaakt. Van het aangevoerde grofwild verwerken wij alles zelf. Klein wild, daar doen wij niet zo veel in. Hazen en konijnen worden nog wel zelf de jas uitgetrokken, maar het plukken doen we zelf niet. Vogeltjes kopen we bij”, aldus Herman. “Met wilde ganzen kan ik nog wel weg. Droge en verse worstjes van de dijen en de filets roken, maar het plukken en grote aantallen zie ik niet zitten. Past gewoon niet in ons bedrijf.”
“He “Het et a assortiment ssorttime entt van va an de slager en poelier sluiten sluiten naadloos naadloos bij bij elkaar aan” Hoe ga je om met tracking en tracing van het wild? “Eerst hadden we dozen vol met papier, waar vaak het bloed nog aan zat, maar steeds vaker gaat alles via het FRS (Fauna Registratie Systeem). Dit systeem wordt nog niet overal toegepast en dat is jammer. In sommige provincies is het FRS nog niet operationeel en dat maakt het soms nog moeilijker. Het werken met het FRS scheelt namelijk veel papierwerk en gaat veel gemakkelijker en sneller. Na het schot vult de jager (de schutter) de eerste verklaring in over de toestand van het dier, voor en na het schot. De Gekwalificeerde Persoon (de GP) vult vervolgens een GP-verklaring in over het ontweidsel en neemt de Trichinemonsters (wilde varkens). Daarna wordt er een loodje aan het dier bevestigd en dit wordt aangemeld in het Fauna Registratie Systeem, waarna het wild de koeling ingaat met de bijbehorende verklaring van de schutter. lees meer
Pagina 17
Herman in de jachtkamer van zijn vader
Deze service kan ik als GP nu ook aan de jagers verlenen, want er zijn ook nog genoeg oudere jagers die het FRS te moeilijk vinden. Na het digitaal invoeren kun je deze gegevens éénvoudig met een klik doorzetten naar de afnemer die het ‘papierwerk’ dan al binnen heeft voordat het wild is aangekomen. Jagers kunnen in het FRS zelf het wild al bij ons aanmelden, met de kilo’s en het nummer op het loodje en onder ‘opmerking’ kunnen ze dan aangeven of het voor eigen consumptie is of voor de verkoop. Gemakkelijker kunnen ze het de jagers en ons niet maken. De nVWA kan nu ook digitaal zicht houden op de geschoten aantallen en de verspreiding en gebruik ervan. Bij een bedrijfsbezoek weet de nVWA vaak al wat men aan zal treffen, omdat alle meldingen via het FRS al inzichtelijk zijn gemaakt.
Slagerij en poelier “Historisch zijn wij altijd lid geweest van de KNS (belangenvereniging voor slagers), maar doordat wij nu ook actief zijn in het poeliers gebeuren, vind ik dat we ook lid moeten zijn van de brancheorganisatie voor poeliers en wildhandelaren, wil je ten minste een beetje op de hoogte gehouden worden en blijven van de zaken die er toe doen. Net zoals ik collega-slagers heb, wil ik ook collega-poeliers om me heen hebben. Samen kun je immers meer en ben je sterker. Met diverse wildverwerkers heb ik al aan tafel gezeten en wat de één niet heeft, daar kan de ander mee helpen. De tent draait hier de hele week door, dus ik ben altijd druk. Er worden veel workshops voor jagers en slagersleerlingen gegeven op het bedrijf en er buiten.
Pagina 18
We cateren veel partijen en leveren ook aan horeca. Ik heb gehoord van de kadergroep waar de NBPW mee wil gaan werken. Dat is herkenbaar, want bij de KNS wordt ook op die manier gewerkt. Als ik voor jagen tijd vrij kan maken, dan moet dat ook voor een paar vergaderingen per jaar lukken in de kadergroep, dus laat maar horen wanneer de eerste is.”
Column
Ad Berkelmans Relatiebeheerder NBPW
“Communiceren is een vak apart” Op de vraag of ik een column wil schrijven voor het nieuwe vakblad, heb ik niet veel tijd nodig voor een antwoord: “Ja, heel graag zelfs.” Columns en reportages over leden zijn immers de best gelezen items in een vakblad. Een column biedt de unieke gelegenheid om meteen bij de meeste poeliers een luisterend oor te krijgen. Iets waar het bestuur de afgelopen jaren veel mee heeft geworsteld, wordt mij zomaar in de schoot geworpen……of toch niet helemaal? Ik denk dat het bestuur gewoon slimmer is dan ik! Leden die in het verleden afscheid van de NBPW hebben genomen, zijn door mij allemaal gebeld met de vraag waarom zij ons verlaten. Vaak heeft het er dan veel van weg dat leden niet altijd weten waar het bestuur en de vereniging mee bezig zijn. Het lukt mij dan eenvoudigweg niet om tijdens een telefoontje alles over de bühne te krijgen. Communiceren is een vak apart en daarvoor is tijd nodig. Iets waar ondernemers een chronisch tekort aan hebben. De gehanteerde communicatie hoeft niet altijd de beste te zijn en men moet ook altijd open blijven staan voor verbeteringen. Ook zonder een studie communicatiewetenschappen was redelijk te voorspellen dat te ‘droge informatie’ die voorheen via het blad de leden bereikte, gedeeltelijk verloren zou gaan op de digitale snelweg. Er zijn studies gedaan naar het ‘gedrag op internet’ en ‘het lezen van digitale nieuwsbrieven’ en daarbij blijkt al snel dat niet alles wordt gelezen. Digitale nieuwsbrieven worden gescand op inhoud en men is daarbij op zoek naar iets wat plezierig leesbaar is of hoge nieuwswaarde heeft. Waar in het oude vakblad de teksten eindeloos terug bleven komen, waarin werd aangehaald wat er allemaal door de NBPW was gerealiseerd en onderhanden was genomen, kwam er daarna te weinig tastbaars meer door de brievenbus. Dit betekent dat er tijdens het toiletbezoek en andere pauzes, niets meer werd gelezen vanuit de branche vereniging. Het ‘wij-gevoel’ neemt hierdoor af en leden kunnen zich mede daardoor van de NBPW gaan vervreemden. Dat is een slechte ontwikkeling. Op internet en via mailingen/nieuwsbrieven worden de leden optimaal bestookt met de laatste nieuwtjes vanuit Alphen aan den Rijn. De algemeen secretaris is terug in de schoolbanken gegaan en heeft zich alle technieken snel meester gemaakt, zodat goed willende leden, die zich soms in wanhoop tot hem wenden, toch
goed konden worden geholpen. Diverse website’s zijn er de lucht in geslingerd en sommige ondernemers hebben nog steeds geen idee wie dat allemaal doet, wat dat aan werk met zich mee brengt en wie dat allemaal bijhoudt. Voor de digitale consument is er voor wild en gevogelte op het internet veel verschenen en zijn de poeliers goed vindbaar gebleven. Iedereen is het er ook wel over eens dat de NBPW digitaal moet blijven, maar intussen is ook het besef doorgedrongen dat niet alles goed genoeg wordt gelezen en de onderlinge bindende sfeer dreigt te gaan vervagen. Het visiedocument, dat vorig jaar door het bestuur en secretariaat is opgesteld, is de leidraad voor de komende drie jaar. Een document trouwens, dat het lezen meer dan waard is. Het is een helder verhaal voor de leden en biedt houvast en richting voor het bestuur. Visie is immers vooruit zien, dus geeft het puntsgewijs aan waar wij heen moeten en langs welke weg. Duidelijk is ook dat wij elkaar daarbij hard nodig hebben. De NBPW is een branche organisatie waar je niet alleen bij wilt horen omdat je weet wat ze voor je doet, maar ook omdat zij constant zal blijven proberen een collectief te zijn voor haar achterban. Niet leden moeten zich door de acties aangesproken voelen om zich (weer) aan te sluiten bij de club, omdat naast de collectieve belangenbehartiging er ook financiële voordelen zijn te behalen, wat de financiële drempel aanzienlijk kan verlagen. Collectief zijn betekent een eigen CAO hebben, een eigen RIE, een eigen hygiënecode, een eigen opleiding kunnen aanbieden, over eigen ledenservice kunnen beschikken, maar ook een goede samenwerking weten te realiseren met aanpalende versorganisaties op die gebieden waarin wij elkaar kunnen versterken. Dit alles met behoud van onze eigen identiteit als ambachtelijke pluimvee- en wildbedrijven. Kadergroepen moeten de afstand bestuur-leden gaan dichten en een leuk feestje is het beste begin om weer nieuw leven in de brouwerij te brengen. 12 Mei wordt het eerste feest gegeven en ik ben alvast op de locatie gaan kijken en die is er prima voor geschikt. Het 80 jarig bestaan van de NBPW laten wij natuurlijk niet ongemerkt voorbij gaan. Deze dag wordt geheel in stijl van het visie document aangekleed met innovaties en het wordt weer als van ouds een gezellig dagje samen zijn. U bent bij deze alvast allemaal uitgenodigd.
Pagina 19
Recepten Kippenstoof met gekonfijte citroen en citroenolijven
Gevulde kipfilets, omwikkeld met pancetta
Ingrediënten
Ingrediënten
10 kippenpoten, 2 tl saffraan, 4 tenen knoflook fijngesneden, 8 banaansjalotten fijngesneden, 20 g verse gember in stukken gesneden, peper en zout, sap van 2 citroenen, 2 handjes bladpeterselie fijngesneden, schil van 6 ingemaakte gekonfijte citroenen in reepjes gesneden, 250 g groene citroenolijven, 3 Spaanse pepers zonder zaad, wat bloem, 4 el olijfolie, 750 ml witte wijn, ½ l kippenbouillon, 1 kg trostomaten gewassen en van de kroontjes ontdaan
4 kipfilets, 200 g pancetta, 250 g ricotta, 2 tenen knoflook uitgeperst, sap van 1 citroen, zest van een ½ citroen, 6 salieblaadjesfijngesneden, peper en zout, olijfolie, 16 cherry-trostomaatjes geroosterd, 1 el citroentijm, fijngesneden
Bereiding 1.
Maak eerst de vulling. Doe de ricotta in een kom en voeg de fijngesneden salie, zest en sap van de citroen en de uitgeperste knoflooktenen eraan toe. Meng alles goed door elkaar en breng op smaak met peper en zout.
2.
Snij nu de kipfilets aan de zijkant open en wrijf ze goed in met peper zout. Leg dan je vulling op elke kipfilet en klap die vervolgens dicht.
3.
Leg de gevulde kipfilet nu op 3 plakken pancetta en rol hem daarin.
4.
Doe dit met alle kipfilets en bak ze vervolgens op zacht vuur langzaam om en om, tot ze gaar zijn. Dit duurt ongeveer 15 minuten.
5.
Ondertussen heb je de trostomaten bestrooid met olijfolie, peper & zout en citroentijm; dan laat je die 8 minuten roosteren in een voorverwarmde oven op 200 °C.
6.
Snij de kipfilets in schuine plakken en serveer ze met je geroosterde cherry-trostomaten.
Bereiding 1. Wrijf de poten in met peper en zout en bestuif ze lichtjes met bloem. Bak ze daarna in een koekenpan even aan. 2. Fruit de sjalot, Spaanse peper, knoflook, saffraan en gember in dezelfde koekenpan, met de kipresten er nog in. 3. Kook de tomaten en pureer ze met een staafmixer. Doe deze massa dan in een bolzeef en druk aan met een pollepel. Zo krijg je heerlijk verse tomatensaus. (Maar als je dat te veel tijd kost, kun je ook gewoon 2 blikjes gepelde tomaten gebruiken). 4. Doe het mengsel samen met de kip, de kruiden en de sjalot in een zware braadpan en zet die nog even op een hoog vuur; blus het daarna af met witte wijn. 5. Voeg nu kippenbouillon, citroensap en de schil van de ingemaakte citroen toe. Laat het minimaal een uur op zacht vuur staan en doe dan de groene olijven erbij. Laat het geheel daarna nog 15 minuten verder sudderen.
Tip 6. Maak af met de versgesneden bladpeterselie.
Heerlijk met bijvoorbeeld een linzensalade!
Tip Heerlijk met maïs, geblancheerde bosui en aardappelsalade. Eet smakelijk! kippenstoof met gekonfijte citroen en citroenolijven
Pagina 20
gevulde kipfilets, omwikkeld met pancetta
Recepten Salade rustique met gesauteerde kipfilets & roquefort
Ingrediënten 2 kipfilets, 1 el madeira, 1 rode ui in ringen gesneden, 1 el verse tijm fijngesneden, 1 teen knoflook geplet, peper en zout, 1 el sojasaus, 3 el olijfolie
Bereiding 1. Doe de madeira, tijm, knoflook, sojasaus, rode ui, peper en zout en 2 el olijfolie in een kom en meng het met een garde tot een emulsie. Let op: het beste is om langzaam en druppelsgewijs de olijfolie toe te voegen - anders kan het gaan schiften. 2. Snij de kipfilets in lange, dunne slierten, wrijf ze in met peper en zout en leg ze dan voor minimaal een uur in de marinade in de koelkast.
6. Ondertussen maak je de dressing voor de salade. Doe de zure room, wittewijnazijn, sap en zest van 1 limoen, olijfolie, 30 g roquefort en peper & zout in een kom en maal dit met een staafmixer fijn tot een emulsie. Als de dressing erg dik is, voeg je een beetje water toe. 7. Doe nu de waterkers, little gem, tomaatjes en roquefort in een kom. Haal dan de kip uit de marinade en bak hem om en om gaar in een hete koekenpan met olijfolie. Blus af met de marinade. Als de marinade kookt en is ingedikt, is het klaar. Doe de kip met de marinade ook in de kom en meng dit voorzichtig met je vingers door elkaar.
Tip 3. Intussen was je de waterkers en de little gem. Laat ze uitlekken; snij dan de little gem in de lengte in vieren en de waterkers in grove stukken. 4. Zet de grillplaat op het vuur en vet hem in met olie. Als hij warm is, zet je de grillplaat lager en rooster je de little gem op je gemak om en om. 5. Terwijl je aan het grillen bent, pof je de cherry-trostomaatjes 7 minuten lang in een voorverwarmde oven op 200°C. Leg de tomaatjes op een ovenschaal of plaat, nadat je ze met olijfolie, peper en zout en tijm hebt bestrooid.
Deze salade is ook perfect voor de barbecue. Alleen laat je dan de kipfilets heel. De little gem en cherrytrostomaatjes kun je ook prima grillen en poffen op de barbecue. Leg in dat geval de tomaatjes in een zelfgemaakt ‘bootje’ van aluminiumfolie. De marinade van de kipfilets kun je eveneens in zo’n ‘bootje’ doen en dan aan de kook brengen.
Serveertip Verdeel de salade over de borden en besprenkel die als laatste met de dressing en de tuinkers.
salade rustique met gesauteerde kipfilets & roquefort
De recepten zijn bestemd voor 4 personen. Betekenis afkortingen: g
=
gram
l
=
liter (1000 cc)
dl
=
deciliter (100 cc)
el
=
eetlepel
tl
=
theelepel
© KIP - Uitgeverij Becht - Claartje Lindhout
Pagina 21
Activiteitenverslag Wie Jan van Zundert, voorzitter NBPW
Wat CAO practicum, ambachtelijke pluimvee- en wildbedrijven
Waar Hotel Leusden
Wanneer 3 februari 2014
Verslag CAO-practicum De NBPW heeft haar leden uitgenodigd voor een practicum over de nieuwe branche CAO. De heer Jan van Zundert, voorzitter van NBPW heet een zaal vol leden van harte welkom en opent het practicum. De heer Van Zundert geeft kort weer wat het programma zal zijn. Eerst zal aan de orde komen wat een CAO eigenlijk is. Daarna zal het hoe en waarom van de CAO besproken worden. En natuurlijk zullen de belangrijkste punten van de CAO aan de orde komen. De heer Van Zundert nodigt de aanwezigen uit om vooral deel te nemen aan discussies tijdens deze avond. De heer Van Zundert start met de vraag of iedereen weet wat een CAO is. Het is een collectieve arbeidsovereenkomst. We spreken over een CAO als het gaat om een afspraak over arbeidsvoorwaarden tussen werkgeversvertegenwoordigers en werknemersvertegenwoordigers (vakbonden). Onze CAO is voor het eerst in 2013 gesloten met CNV Vakmensen namens werknemers en NBPW namens werkgevers. Voor wie geldt de CAO? Hij geldt voor de leden van de NBPW. Als de partijen bij de CAO representatief zijn voor de branche, dan kan een algemeen verbindend verklaring worden gevraagd bij het
Pagina 22
Ministerie van Sociale Zaken. Als het ministerie akkoord gaat, volgt er een algemeen verbindend verklaring (AVV). Dit betekent dat de CAO niet alleen geldt voor leden van NBPW, maar voor alle branchegenoten die onder de werkingssfeer van de CAO vallen. We hebben nu een eerste CAO afgesloten. Deze is afgelopen januari afgelopen. We gaan binnenkort opnieuw onderhandelen. Tegelijkertijd gaat het onderzoek naar representativiteit van NBPW van start omdat de NBPW een AVV wil realiseren. De resultaten van dit onderzoek moeten worden ingediend bij de aanvraag van de algemeen verbindend verklaring. Op die manier proberen we ervoor te zorgen dat als de CAO opnieuw wordt afgesloten, er meteen een AVV kan worden aangevraagd. Zo’n AVV procedure is een zware procedure. Er kan door belanghebbende partijen bezwaar worden aangetekend. Wie zouden dat kunnen zijn? Dat zouden bijvoorbeeld de Nepluvi (Sociale Zaken Pluimvee Industrie) en de KNS (Slagers) kunnen zijn. Inderdaad, de aanpalende branches, waar een gedeeltelijke overlap en vermenging bestaat.
Uit de zaal komt de vraag wat het belang van zo’n bezwaar kan zijn? Daar zijn meerdere redenen voor, maar het zit hem met name in het potentiële verlies van volume van fondsen voor bijvoorbeeld pensioen bij die andere branches.
Waarom hebben nu eigenlijk een CAO afgesloten voor de leden van de NBPW? Waarom hebben we het niet gewoon gelaten zoals het was? Dat was het slechtste wat we voor u hadden kunnen doen, aldus de heer Van Zundert. Zonder een CAO voor NBPW had u onder de CAO en de fondsen van bijvoorbeeld de KNS of Nepluvi komen te vallen. Vanuit de CAO pluimvee-industrie worden al werkingssfeeronderzoeken uitgevoerd bij NBPW-bedrijven. Dus NBPW moest schakelen.
Waarom wilden we dat niet? Het kosten niveau bij die CAO’s is aanzienlijk hoger dan in onze huidige CAO. Zo’n twintig tot vijfentwintig procent. Wanneer een ondernemer de helft van zijn of haar kosten heeft zitten in personeel en de arbeidsmarkt krap blijft, waar halen we dan met de huidige arbeidsvoorwaarden het personeel vandaan? Dus de arbeidsmarkt gaat van ons vragen om hier wat aan te doen. Maar doordat we nu deze weg zijn ingeslaan kunnen we in ons tempo meegroeien in de loonstijging en daarnaast ook goed werk doen bij het positief in de kijker spelen van onze branche bij de potentiële werknemers. Dus aan de slag gaan met het het verbeteren van ons imago als branche! Werknemersorganisaties waren hier in eerste instantie niet gelukkig mee, immers zij waren er bij gebaat om niet nog een CAO te hoeven uit onderhandelen. Dat werkt voor hun eigen organisatie namelijk kosten verhogend. Vanuit de zaal wordt gevraagd of de loonkosten zullen stijgen? Het antwoord is: ja. Het is geen leuke boodschap om te brengen, maar de zaken staan niet anders. We zagen aankomen dat een stijging in loonkosten onvermijdelijk was. Met het afsluiten van de eigen CAO hebben we voorkomen dat we van de ene op andere
dag tegen een haast onmogelijk ingroei in loonkosten moesten doen binnen een andere CAO. Nu kunnen we zelf ons tempo bepalen en kunnen we zelf bepalen waar het geld binnen onze fondsen naar toe gaat. We weten allemaal dat we een euro maar een keer kunnen uitgeven. Een ondernemer loopt niet direct leeg op een verschil met vakantiedagen of vergoeding bij arbeidsongeschiktheid. Waar je wel op leeg loopt is als die euro naar zaken moet gaan waar je niets aan hebt, weggegooid is, en dat de zaken waar je echt wat aan hebt uit een extra bedrag, boven die euro, moet worden betaald. Daarnaast speelt het volgende. Arbeidsomstandigheden bepalen de arbeidsvoorwaarden. Onze aanpalende sectoren verschillen van ons in de arbeidsomstandigheden. Die sectoren zouden het niet vervelend vinden om een toeslag voor aspecten of zaken die bij heb toch niet voorkomen (immers 0x200% blijft), maar als diezelfde zaken bij ons wel voorkomen dan gaat het natuurlijk fout. Als een kleine club binnen een dergelijke grote vereniging, zouden we onvoldoende invloed hebben om dit tegen te houden.
Vanuit de zaal volgt een vraag: “Volgens mij zijn mijn werknemers geen lid van de vakbond, dus wat stellen die vakbonden nou eigenlijk voor in dit verhaal?” Het antwoord ligt in het volgende; De vakbonden hoeven niet representatief te zijn in de AVV procedure. Je zou kunnen zeggen: dat is krom. Aan de andere kant, als vakbonden wel representatief zouden moeten zijn om een AVV te krijgen, dan zou er nooit een AVV tot stand komen. De heer Van Zundert heeft een wedervraag voor de aanwezigen:
Heeft u er belang bij dat uw werknemers lid zijn van de vakbond? Het antwoord is ”ja”. Vakbonden hebben leden nodig uit de branche. Op die manier zijn ze in staat om bij CAO onderhandelingen branche specifieke eisen te formuleren Dus op die manier komen vanuit de vakbonden eisen die betrekking hebben op onze branche in plaats van dat vakbonden hun eisen moeten halen bij andere branches of uit hun algemene beleidsuitgangspunten. lees meer
Pagina 23
Activiteitenverslag Vanuit de zaal wordt gevraagd waarom met CNV Vakmensen de CAO is gesloten?
Een aanwezige vraagt: ”U noemt als voorbeeld KNS, de slagers.”
De heer Van Zundert reageert als volgt. We kennen in Nederland drie grote vakbonden, FNV, CNV en de Unie. De Unie begeeft zich meer op het gebied van midden -en hoogopgeleid personeel. CNV ziet hetzelfde belang als wij. FNV twijfelt nog of zij met ons willen meedoen, wij zijn nog met hen in overleg.
Checken jullie of zo’n organisatie onafhankelijk en degelijk is?” Uiteraard. Het gaat bij de keuze daarnaast met name over of de inleg zoveel mogelijk naar de mensen gaat.
C A O
Een volgende vraag is: “Kan het voor een lastenverlichting zorgen als we in een fonds stappen waar veel deelnemers zijn?” Dat is een moeilijk te beantwoorden vraag. De markt is onvoorspelbaar en de overheid is bezig met nieuwe wetgeving waarvan we niet weten hoe dat uitpakt. Het is koffiedik kijken op dit moment. Het volgende kan er wel over gezegd worden. Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn we gewend om pensioen per branche op te bouwen. Nu zien we dat men dan kwetsbaar kan zijn. Er komt op dit moment regelgeving wat een multipensioenfonds, waar verschillende branches in een fonds treden, mogelijk maakt. Dat hadden we een half jaar geleden niet kunnen denken. Het is dus enorm in beweging. Het is een razend moeilijk dossier. Bij het kijken naar het pensioenvraagstuk voor onze branche gelden twee belangrijke zaken. Op de eerste plaats is volume van belang en op de tweede plaats moeten we nastreven om zoveel mogelijk van de inleg naar de medewerker te laten gaan.
“Kunnen we bij overgang naar een pensioenfonds een afspraak maken dat we van bestaande pensioenafspraken afblijven?” Wanneer u als ondernemer door een verplichtstelling onder een nieuw fonds komt te vallen dan mag u uw eigen pensioen voortzetten als je eigen pensioen vergelijkbaar niveau heeft als van het verplicht gestelde fonds. Dan krijg je een zogenaamde ontheffing.
De volgende vraag uit de zaal: “Hoe zit het met pensioenen? Heeft dat ook te maken met de aanpalende en overlappende werkingssferen?” Dat is een goede vraag. In een CAO staan een aantal onderwerpen. Grof geschetst zijn dat : arbeidsvoorwaarden, maatschappelijke doelen, fondsen en pensioenen. De eerste drie punten worden voor een totale branche geldend gemaakt via een AVV. Een pensioenregeling kan ook voor de totale branche gelden. Dat noemen we dan een verplichtstelling. In onze huidige CAO staat dat we een pensioenregeling voor onze mensen zullen maken. Dat hebben we opgeschreven, omdat je niet zomaar van de ene op de andere dag een collectief pensioen kunt maken. Ons probleem is dat we veel te weinig volume hebben. We kunnen daarmee de risico’s niet opvangen. Bovendien legt DNB (De Nederlandse Bank) zodanige eisen op aan pensioenfondsen dat de kosten erg hoog komen te liggen. Dat gaat ten laste van het fonds en dus ten koste van het pensioen van de deelnemers, onze mensen. Dat willen we niet en dat moeten we ook niet willen. We moeten dus op zoek naar partners. Bijvoorbeeld bij het pensioenfonds van de KNS. Zoals er nu naar gekeken wordt, wordt het waarschijnlijk een regeling binnen een ander fonds.
Pagina 24
Dan zijn we aangekomen bij het bespreken van de CAO op een aantal belangrijke punten. In het verleden hebben we een sociaal handboek opgesteld voor de branche. Toen was de druk van de aanpalende branches nog niet zo groot en hebben we een vrijblijvende regeling gemaakt. Het handboek kon worden gevolgd, als een voorbeeldregeling. Deze CAO is in grote lijnen hetzelfde als het handboek. Een paar regelingen wijken af. Bijvoorbeeld de ouderen regeling, wat voor vakbonden een belangrijk maatschappelijk onderwerp is. Dat geldt ook voor de regeling rondom part-timers. Sommige werknemers hebben twee parttime banen en werken dus totaal fulltime. Daarnaast komen we een protocol-bepaling tegen over functiewaardering. Bij het samenstellen van het sociaal handboek hebben we het functiegebouw en het loongebouw zelf vorm gegeven. We hebben in de CAO afgesproken dat we de gemaakte gebouwen via een standaard methode gaan bereiken, via het Orba systeem. Aan de hand van wat er uit het functiewaarderingsonderzoek komt, gaan we onderhandelen over de samenstelling van het functie -en
loongebouw. Bij het onderzoek gaan uit van een tachtig-twintig regel. Dat betekent dat we de meest voorkomende functies gaan omschrijven. Dit noemen we referentiefuncties. Het is dus niet de bedoeling om alle functies in de branche te omschrijven. Het is wel de bedoeling om de functies zo precies mogelijk te omschrijven, maar daarbij is het niet mogelijk om dat zo te doen dat het op elke individu in elk bedrijf past. Dat is niet haalbaar. Het doel is om de functie zwaarte te bepalen, dan ontstaat er een functielijn.
opgenomen, het zogenaamde anti-cumulatiebeding, Die bepaling regelt dat ORT en overwerk toeslagen niet bij elkaar op hoeven worden geteld. Men betaalt de hoogste toeslag, maar geen dubbele toeslag. Er zijn al verschillende opmerkingen gekomen over de bepaling inzake loonbetaling bij ziekte. Men zou er in kunnen lezen dat er geen doorbetalingsplicht bestaat als de medewerker door iets wat in zijn of haar risicosfeer ligt, maar dat is onjuist. Dat staat er niet.
C A O
Vervolgens functiegroepen en vervolgens loon van de functie en daarmee de loongroep en daarmee weer het loon. Het kan in enkele gevallen voorkomen dat de tekst van de functieomschrijving niet voldoende duidelijkheid biedt of dat werkgever en werknemer daar verschillend over denken. Dan kun je je wenden tot de Raad, het permanente overlegorgaan van de branche. Die zal daar onderzoek naar doen en doet een uitspraak. Doelstelling daarbij is dat het niet kostenverhogend moet werken. Dit zal waarschijnlijk ingaan per 2015.
In de CAO is een keuze mogelijk voor ATV of verkorting van de werkweek. Ten aanzien daarvan merkt de heer Van Zundert op dat elke ondernemer voor zich moet bepalen wat voor hem of haar het beste werkt. In het algemeen is het zo dat als seizoenswerk leidt tot leegloop, is de keuze voor ATV dagen voor de hand liggend. Daarmee besluit de heer Van Zundert de onderwerpen die hij wilde bespreken uit de nieuwe CAO. Zijn er vragen?
Het volgende onderwerp betreft reiskosten. Reiskosten is een zeer lastig onderwerp in branches waar werknemers moeten reizen in het kader van hun werk, zoals bij ons de marktpoelier. Dit zal in de komende tijd naar verwachting herhaaldelijk aan de orde komen.
Vanuit de zaal komt de volgende vraag: “We zien steeds meer het ontstaan van een 24-uurs economie. Dat zou in de toekomst misschien wel kunnen leiden tot het afschaffen van de toeslagen. Wat is uw verwachting?”
Er komt een vraag uit de zaal: “Ik betaal al meer dan de CAO lonen. Moet ik dan toch een loonsverhoging toepassen?” In dat geval verhoog je het feitelijke loon met het bedrag van de procentuele stijging over het CAO loon.
Ten aanzien van pensioen volgt een vraag uit de zaal: “Is het altijd duidelijk onder welke pensioenfonds je valt?” Dat is een vraagstuk van werkingssfeer. Je zou in grote lijnen kunnen zeggen: Ambachtelijk valt onder ons en industrieel valt onder Nepluvi. Dat zijn echter geen objectieve termen, dus hebben we er getalsmatige grenzen aan gekoppeld. Die getallen hebben we gehaald uit oude Europese regels om tot een verdedigbaar getal te komen. Daarbij moeten we ons echter realiseren dat geen enkel getal gaat kloppen. Er wordt bij de bepaling van onder welke werkingssfeer je valt niet alleen naar de cijfers gekeken, maar ook naar de aard van het bedrijf. Als het bedrijf in hoofdzaak ambachtelijk is en net buiten de opgeschreven normen vallen, dan moet dat geval apart bekeken worden. Deze discussie hebben we nog niet met de aanpalende branches kunnen voeren, dus de zienswijze hierop moet zich nog ontwikkelen. Kort gezegd kijken wij er zo naar: Karakteristiek van een bedrijf bepaalt de scheidslijn tussen de branches en de getallen helpen daarbij. Een ander onderwerp is verzuimaanpak. Bij een aantal lidbedrijven is het aan de hoge kant. Dat is niet op te lossen met het invoeren of afschaffen van een wachtdag. Dat werkt alleen met een integrale verzuimaanpak. Bij de toeslagen is een bijzondere bepaling
De heer Van Zundert geeft aan dat er een maatschappelijke beweging gaande is. De toekomstige werknemer is als het ware zuiniger op zijn of haar tijd. De afweging om buiten de reguliere arbeidstijden te werken is niet meer alleen een kwestie van beloning. Steeds vaker kiezen medewerkers voor bijvoorbeeld tijd met hun gezin. Er moet een steeds hogere vergoeding tegenover staan om de medewerker te motiveren om bijvoorbeeld over te werken. Dat maakt overwerken dus steeds duurder. Aan de andere kant verwacht ik dat de onregelmatigheidstoeslag (ORT), voor het werken buiten de “normale” arbeidstijden indien dat geen overwerk is, steeds lager zal worden of zelfs gedeeltelijk zal verdwijnen. Als die verwachting uitkomt, dan zal de zondagstoeslag naar mijn idee als laatste verdwijnen. Deze ontwikkelingen spelen ook een rol bij het inrichtten van bepalingen van duurzame inzetbaarheid. Ook dit onderwerp zal in de CAO aandacht krijgen. Tot slot wil de heer Van Zundert een korte blik in de toekomst werpen. De NBPW is een kleine vereniging en we hebben een betrekkelijk kleine branche met weinig werknemers. We hebben een nieuwe CAO afgesloten, maar de kleinschaligheid van onze branche werpt meteen de vraag op: Kan onze CAO over twintig jaar nog bestaan? We kunnen dus niet anders dan nu al nadenken over de toekomst. We zouden kunnen nadenken over het scenario dat we een segment worden in een andere CAO. Onze branche zou passen in een vers CAO. Voor nu kiezen we echter een richting en op dit moment is dat de richting van de slagers. We hebben ons voorgenomen om vijf jaar uit te trekken voor dit proces. Op dat moment steken we de peilstok in de olie en kijken we wat onze afstand is ten opzichte van de vers CAO’s.
Pagina 25
Leverings- en betalingsvoorwaarden De NBPW heeft voor haar leden leverings- en betalingsvoorwaarden beschikbaar. Er zijn een aantal belangrijke randvoorwaarden voor het gebruik van Leveringsvoorwaarden. De voorwaarden behoeven niet gedeponeerd te worden bij KvK of Rechtbank. Dit werd voorheen nog wel eens toegepast zodat debiteuren buiten de leverancier om de voorwaarden konden opvragen. Voor wat betreft de werking maakt het niet uit of deze wel of niet gedeponeerd zijn.
Veel belangrijker zijn de volgende punten. 1. De afnemer moet (inhoudelijk) in kennis gesteld zijn van de voorwaarden, dus een exemplaar hebben ontvangen; 2. Feitelijk om iedere discussie later de voorkomen, moet de afnemer een exemplaar van de leveringsvoorwaarden ondertekenen. Als je vanwege een geschil later moet gaan rechten en de handtekening is niet aanwezig, heb je een probleem. 3. Makkelijk zou het zijn om de voorwaarden voor te drukken op factuur- en briefpapier. De voorwaarden zijn opvraagbaar bij het secretariaat en beschikbaar in het Engels, Duits en Nederlands.
Colofon
Contactgegevens: NBPW (opgericht op 1 mei 1934) Advies- en belangenorganisatie voor ambachtelijke pluimvee- en wildbedrijven Raoul Wallenbergplein 5 Postbus 350, 2400 AJ Alphen aan den Rijn T [0172] 490 490 F [0172] 42 42 30 E
[email protected] I www.nbpw.nl
Partners van NBPW
TrendSetzer in smaak!
Pagina 26
NEDERL ANDSE BOND VAN POELIERS EN WILDHANDEL AREN
Volgende editie Volgende uitgave (2) verschijnt eind juni 2014
Nieuwsbrief ontvangen? Kent u de nieuwsbrieven van Wildplaza, Wildkopen en Poelier nog niet, en wilt u deze ontvangen? Stuur dan een e-mail met dit verzoek aan
[email protected]. Volg ons op:
(advertentie)
NEDERL ANDSE BOND VAN POELIERS EN WILDHANDEL AREN
19 3 4
- 20 14
8 0 jaar
ADVIES- EN BELANGENORGANISATIE VOOR AMBACHTELIJKE PLUIMVEE- EN WILDBEDRIJVEN