18 januari 2013 | Project: Veranderende buurten en ervaringen van zittende bewoners
Sociale huur in Middenmeer
Anke Rolsma |6068804 Bachelor Sociale Geografie en Planologie Universiteit van Amsterdam Begeleider: Lia Karsten Tweede lezer: Marco Bontje
Inhoudsopgave Abstract
Pagina 5
Hoofdstuk 1: Inleiding
Pagina 6
1.1
Aanleiding
1.2
Probleemstelling
1.3
Opbouw scriptie
Hoofdstuk 2: Theoretisch kader
Pagina 9
Hoofdstuk 3: Onderzoeksopzet & onderzoeksgebied
Pagina 16
2.1
Inleiding
2.2
opwaardering en gentrification
2.3
Thuisgevoel
2.4
Thuisgevoel: Fysieke dimensie
2.5
Thuisgevoel: Sociale dimensie
2.6
Coping tactics
2.7
Samenvatting
3.1
Inleiding
3.2
Onderzoeksvraag en deelvragen
3.3
Conceptueel schema
3.4
Onderzoekseenheden
3.5
Onderzoeksmethoden
3.6
Onderzoeksgebied & buurtomschrijving
3.8
Verloop van het onderzoek
3.7
Samenvatting
2 Sociale Huur in Middenmeer
Hoofdstuk 4: Thuisgevoel en veranderingen in Middenmeer 4.1
Inleiding
4.2
Thuisvoelen in Middenmeer
4.3
Definiëren van het thuisgevoel
4.4
Veranderingen in Middenmeer
4.5
Conclusie
Pagina 25
Pagina 35
Pagina 42
Pagina 45
Hoofdstuk 5: Fysieke dimensie van het thuisgevoel 5.1
Inleiding
5.2
Gebouwde omgeving
5.3
Voorzieningenaanbod
5.4
Conclusie
Hoofdstuk 6: Sociale dimensie van het thuisgevoel 6.1
Inleiding
6.2
Verenigingen
6.3
Verantwoordelijkheidsgevoel voor de buurt
6.4
Sociale contacten
6.5
Conclusie
Hoofdstuk 7: Coping tactics
7.1
Inleiding
7.2
Tactiek 1: Terugtrekken of verhuizen
7.3
Tactiek 2: Accepteren en aanpassen
7.4
Tactiek 3: Actief reageren op veranderingen
7.5
Conclusie
3 Sociale Huur in Middenmeer
Hoofdstuk 8: Conclusie
8.1
Inleiding
8.2
Conclusie
8.3
Onderzoeksbeperkingen
8.4
Aanbevelingen voor beleid
8.5
Aanbevelingen voor verder onderzoek
8.6
Reflectie
Pagina 50
Literatuurlijst
Pagina 59
Pagina 62
Bijlagen
4 Sociale Huur in Middenmeer
ABSTRACT Middenmeer kent de afgelopen jaren een proces van opwaardering. De buurt is erg populair bij middenklassers geworden en dit is terug te zien in veranderingen in het voorzieningenaanbod, stijging van de woningprijzen en afname in de sociale verhuur, toename van het gemiddelde inkomen en ook de fysieke omgeving is verbeterd. De middenklassers en hun wensen en behoeften zijn gaan domineren in Middenmeer. Maar de buurt heeft nog steeds ruim achttien procent sociale huurwoningen. In dit onderzoek wordt gekeken of deze sociale huurders zich nog wel thuisvoelen in een buurt die wordt bevolkt door steeds hogere inkomensklassen. Hoe is de sociale binding (binding met andere bewoners) en hoe is de fysieke binding (binding met de fysieke omgeving) van deze bewoners met Middenmeer? En hoe gaan zij om met de veranderingen in hun buurt; trekken ze zich terug, accepteren ze het en passen ze zich aan of staan ze op om hun mening, wensen en behoeften te laten horen?
5 Sociale Huur in Middenmeer
Hoofdstuk 1: INLEIDING 1.1 Aanleiding Al vanaf begin jaar tachtig is er een proces van gentrification gaande in de oude binnenstadsbuurten van Amsterdam. Deze herwaardering van de sociale woonomgeving gaat vaak samen met de fysieke en sociale upgrading van een buurt (Musterd,2008). Deze buurten zijn meestal oude lagere klassen buurten en voormalige haven of industriebuurten, waarbij de Jordaan en de Pijp de bekendste voorbeelden zijn. De gentrifiers die zich vestigen in deze buurten worden vaak gedefinieerd als yuppen: young urban professionals. Dit zijn stellen of singles met een middenklasse inkomen. Het proces is zich in de afgelopen jaren ook gaan verspreiden naar buurten buiten het centrum (Karsten, 2003). Ook de buurt Middenmeer, gelegen in het stadsdeel Oost, kent een proces van upgrading. Uit gegevens van het O en S Amsterdam is gebleken dat in de afgelopen jaren de sociale huur is afgenomen en dat het aandeel eigenwoningbezit, particuliere huur en ook het inkomen en de woningwaarde is toegenomen (O+S Amsterdam, 2012b+c). Hieruit en ook uit eigen observaties is gebleken dat Middenmeer opwaarderingsproces doormaakt. Het voorzieningenaanbod en de fysieke omgeving duiden op groot aandeel yuppen en middenklassers in de buurt. Maar ondanks het groeiende aandeel middenklassers in Middenmeer, kent de buurt nog steeds ruim 18 procent sociale huurders. (O+S Amsterdam, 2012c) Veel onderzoek over upgrading is gericht op de middenklassers die naar de wijken toetrekken, en de zittende bewoners worden vaak over het hoofd gezien. Enerzijds wordt er beweerd dat de opwaardering van de buurt een positief effect heeft op de oorspronkelijke, lage klasse, inwoners van de wijk en dat dit proces zich kan voordoen zonder dat deze bewoners vertrekken (Freeman, 2004). Anderzijds wordt er beargumenteerd dat upgrading een nadelig effect heeft op de oorspronkelijke bewoners. Volgens Atkinson (2000) kan dit namelijk leiden tot displacement. Displacement houdt in dat de woningen te duur worden voor de oorspronkelijke bewoners en dat zij genoodzaakt zijn om te vertrekken uit de buurt. Ten slotte argumenteren Duyvendak en Van de Graaf (2008) dat veranderingen in de buurt van invloed kunnen zijn op het thuisgevoel in de buurt. Thuisvoelen is een zeer belangrijke emotie voor mensen; “we willen ons ergens kunnen thuis voelen en we zullen er alles aan doen om het thuisgevoel te behouden of weer verwerven”. (Duyvendak, 2009, p. 258) Volgens Duyvendak heeft ‘thuis’ veel verschillende betekenissen; het kan het huis zijn waarin mensen wonen, of de stad of het dorp, maar ook een bankje of winkel kan aanvoelen als thuis. Al deze betekenissen hebben een ding gemeen en dat is dat ‘thuis’ altijd verbonden is met een bepaalde plek. Thuis voelen is een moeilijk te omschrijven 6 Sociale Huur in Middenmeer
emotie, die we vaak pas voelen als we een bepaalde plek verlaten of als deze plek verandert. Door upgrading verandert de buurt, het woning‐ en voorzieningenaanbod en de bevolkingssamenstelling. Een gevolg hiervan zouden veranderingen zijn in het thuisgevoel van de oude, lage klasse, bewoners. “Het thuisvoelen van de een zal al snel ten koste gaan van het thuisgevoel van de ander” (Duyvendak en Van de Graaf, 2008, p. 14). Het thuisgevoel kan worden geoperationaliseerd als place attachment, oftewel de buurthechting door bewoners, “dat de relatie tussen fysiek (plekken) en sociaal (personen) definieert als een affectieve band tussen personen en plekken” (Duyvendak en Van de Graaf, 2008, p. 17). Er wordt hierin onderscheid gemaakt tussen een fysieke dimensie (de gebouwde omgeving) en een sociale dimensie (andere bewoners van de buurt) (Duyvendak en Van de Graaf, 2008). Ik wil onderzoeken hoe de sociale huurders in Middenmeer de upgrading van de buurt ervaren en hoe deze veranderingen hun thuisgevoel in de buurt beïnvloeden. Tenslotte wil ik ook nog kijken hoe zij hiermee om gaan. Wat zijn dus de coping tactics van de bewoners? Van der Land en Doff (2009) onderscheiden drie verschillende soorten, namelijk; terugtrekken of verhuizen, accepteren en aanpassen of actief reageren op de veranderingen in de buurt. Welke tactiek men kiest hangt mede af van het thuisgevoel. (Van der Land en Doff, 2009) 1.2 Probleemstelling De volgende onderzoeksvraag staat daarom centraal in dit onderzoek Wat is de invloed van het opwaarderingsproces in Middenmeer op het thuisgevoel van de sociale huurbewoners, en wat zijn hun coping tactics? 1.3 Opbouw scriptie Mijn scriptie is opgebouwd uit negen hoofdstukken. Eerst wordt een korte samenvatting gegeven in “abstract”. Het volgende hoofdstuk is de inleiding. Het tweede hoofdstuk is het theoretisch kader. In dit hoofdstuk worden de centrale begrippen van dit onderzoek beschreven, namelijk opwaardering, thuisgevoel en coping tactics. Uit deze begrippen zijn mijn deelvragen voortgekomen om antwoord te kunnen geven op mijn onderzoeksvraag. Het derde hoofdstuk beschrijft de onderzoeksopzet en het onderzoeksgebied. Hier wordt aandacht besteed aan de methoden en technieken en de onderzoekslocatie Middenmeer wordt omschreven. Tenslotte wordt in de laatste paragraaf laten zien hoe het onderzoek is verlopen. Het vierde, vijfde, zesde en zevende hoofdstukken laten de onderzoeksresultaten zien. Hoofdstuk 4 gaat in op percepties van de bewoners op het begrip thuisgevoel in het algemeen en de veranderingen in hun buurt. Het vijfde hoofdstuk beschrijft de onderzoeksresultaten van de fysieke dimensie van het
7 Sociale Huur in Middenmeer
thuisgevoel en het zesde hoofdstuk beschrijft de sociale dimensie van het thuisgevoel van de bewoners. Tenslotte gaat hoofdstuk 7 in op de coping tactics die de sociale huurbewoners hanteren al reactie op de veranderingen in hun buurt. Daarna volgt in hoofdstuk 8 een conclusie naar aanleiding van mijn onderzoeksresultaten en wordt er teruggekoppeld naar de literatuur. Daarnaast worden er aanbevelingen gedaan voor verder onderzoek en voor het beleid van Middenmeer. Ook worden in dit hoofdstuk de beperkingen van mijn onderzoek besproken. Tenslotte volgt nog een reflectie op mijn scriptieonderzoek. Deze scriptie wordt uiteindelijk afgesloten met een literatuurlijst en de bijlagen.
8 Sociale Huur in Middenmeer
Hoofdstuk 2: THEORETISCH KADER 2.1
Inleiding
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste concepten van mijn onderzoek op basis van de bestaande academische literatuur beschreven. Deze concepten zijn al naar voren gekomen in mijn onderzoeksvraag: “Wat is de invloed van het opwaarderingsproces in Middenmeer op het thuisgevoel van de sociale huurbewoners, en wat zijn hun coping tactics?” Als eerste worden in paragraaf 3.2 de begrippen opwaardering en gentrification toegelicht. Paragraaf 3.3 gaat in op het begrip thuisvoelen in het algemeen. Paragraaf 3.4 en paragraaf 3.5 gaan in op de fysieke en de sociale dimensie van het thuisvoelen. In de zesde paragraaf worden vervolgens de mogelijke coping tactics van de bewoners besproken. Ten slotte wordt in paragraaf 3.7 een korte samenvatting gegeven. 2.2
Opwaardering en gentrification
Middenmeer kent de afgelopen jaren een proces van opwaardering. In tegenstelling tot andere buurten in Amsterdam, zoals de Pijp en de Jordaan, kan dit proces geen gentrification worden genoemd. Gentrification is namelijk de opwaardering van voormalige lagere klassen buurten of haven of industriebuurten en Middenmeer is nooit een buurt geweest, die werd gedomineerd door lagere klassen en heeft ook geen haven of industriefunctie gekend (O+ S Amsterdam, 2012). Upgrading is een breder begrip dan gentrification, omdat het meer processen en buurten omvat (Teernstra en Van Gent, 2012). Het proces in Middenmeer en de gevolgen van dit proces en het gentrificationproces in andere buurten tonen verder wel veel gelijkenissen en over gentrification is er meer bestaande literatuur beschikbaar. Daarom wordt in dit hoofdstuk eerst het begrip gentrification verder uitgewerkt. Definitie gentrification Volgens Cloke et al. (2009) wordt onder gentrification een stadsgeografisch proces verstaan, wat bestaat uit twee onderdelen. Het eerste deel is de invasie (of vervanging) van de traditionele, stedelijke, arbeidersklassen in buurten door de middenklasse huishoudens. Het tweede deel is de opwaardering, verbetering en de renovatie van de bestaande woningen, zowel door de nieuwe bewoners als door ontwikkelaars. De oude, traditionele kleinhandelaren worden vervangen door nieuwe, moderne boetiekjes, cafés en andere ondernemingen (Cloke et al., 2009). 9 Sociale Huur in Middenmeer
Geschiedenis opwaardering en gentrification De economische achteruitgang van oudere, industriële steden in de vorige eeuw zoals Detroit, Manchester, Glasgow, Lille en steden in het roergebied gingen gepaard met de opkomst van nieuwe grote wereldsteden, zoals Londen en New York. Deze nieuwe wereldsteden werden kenmerkt door zowel een sterke controlerende functie als wel een sterke economische functie in het financiële systeem. Zowel de economische sector als een levendige, creatieve sector groeide zichtbaar in deze steden. Dit liep parallel met de groei van de creatieve middenklassers, die vaak hoogopgeleid zijn en een hoog inkomen hebben. Deze groep is grotendeels verantwoordelijk voor de groei van de gentrification in de binnensteden. De middenklassers werken meestal in de creatieve of business sector in de stad en willen dicht bij hun werk en de culturele en entertainment faciliteiten die de binnenstad biedt wonen. Maar de hooggewaardeerde binnenstadsbuurten zijn vaak onbetaalbaar en er is een beperkt woningaanbod. Daarom moest de middenklasse opzoek gaan naar nieuwe leefmogelijkheden in de binnenstad, gestimuleerd door projectontwikkelaars en makelaars. Vaak werden negentiende‐eeuwse sociale huurwoningen vervangen voor koopwoningen en appartementen. Daarnaast was er ook een trend zichtbaar waarbij oude industriële gebouwen en havenpanden werden omgetoverd in nieuwe, ruimtelijke en dure appartementen (Cloke et al., 2009). Naast deze fysieke veranderingen, veranderen de buurten ook op sociaal vlak. Het sociale netwerk van de sociale huurder viel weg. Daarnaast investeerden de nieuwe middenklassers in de woningen en de openbare ruimte, hierdoor stegen de woningprijzen. Deze processen hebben er toe bijgedragen dat de oorspronkelijke bewoners, vaak uit een lagere klasse, zich genoodzaakt voelden om te vertrekken uit de buurt en hierdoor werden de middenklassers dominant in de buurten (Atkinson, 2004). Proces van gentrification en opwaardering naar Nederland Dit proces van gentrification en opwaardering komt sinds een aantal decennia ook voor in Amsterdam. Buurten als de Pijp en de Jordaan zijn klassieke schoolvoorbeelden van gentrification en zijn vandaag de dag erg populair bij yuppen en middenklasse huishoudens (Karsten, 2003). In de afgelopen jaren is het proces zich ook verder gaan verspreiden naar andere buurten verder van het centrum af (Lees, 2008), zoals Middenmeer. Uit de statistieken blijkt dat de buurt steeds populairder geworden bij de middenklassers. Het aandeel sociale huurwoningen is sterk afgenomen en de huizenprijzen zijn in de afgelopen jaren ook omhoog gegaan (O + S Amsterdam, 2012). Academisch debat
10 Sociale Huur in Middenmeer
De term gentrification werd voor het eerst gebruikt door de geograaf Ruth Glass in de jaren 60 en er is sindsdien een aanhoudend debat over de gevolgen van gentrification. (Atkinson, 2004) Terwijl er wordt verondersteld dat gentrification kan leiden tot displacement, segregatie en sociale polarisatie, wordt het proces bij de Europese en Noord‐Amerikaanse overheden nog steeds volop gepromoot en gestimuleerd. Gentrification zal volgens de overheden bijdragen aan het verhogen van de sociale menging in wijken en daarmee ook aan het verbeteren van het sociale kapitaal en sociale cohesie binnen deze wijken. Toch is er nauwelijks positief bewijs voor dit beleid (Lees, 2008). Displacement als gevolg van gentrification Het gentrificationproces kent ook veel kritiek. Een al eerder genoemd negatief gevolg van gentrification en de komst van middenklassers naar een buurt, is displacement van de oorspronkelijke bewoners. Er zijn vier soorten displacement te onderscheiden, namelijk direct last‐resident displacement, direct chain displacement, exclusionary displacement en displacement pressure (Davidson en Lees, 2009). Het eerste type displacement, direct last‐resident displacement, houdt de directe verplaatsing in van de oorspronkelijke bewoners uit hun woning. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren doordat de huurprijzen snel stijgen of doordat bijvoorbeeld gas of elektriciteit wordt afgesloten. Het tweede soort displacement, direct chain displacement, houdt kettingverplaatsingen van de oorspronkelijke bewoners in. De reden van de verplaatsing kan bijvoorbeeld de verpaupering van het huis of snelle huurprijsstijgingen zijn. Ten derde wordt exclusionary displacement als soort displacement onderscheiden. Bij dit type displacement kunnen de lagere klasse bewoners door gentrification geen betaalbare woningen meer vinden in de buurt. Ten vierde wordt displacement pressure onderscheiden. Dit type houdt in dat door gentrification de buurt of wijk is veranderd. Hierdoor kunnen de oorspronkelijke bewoners zich niet meer thuis gaan voelen in hun buurt en willen verhuizen (Davidson en Lees, 2009). 2.3
Thuisgevoel
Ook Duyvendak en Van der Graaf (2008) laten zien dat veranderingen in de buurt het thuisgevoel van de bewoners kunnen beïnvloeden. Volgens hen heeft ‘thuis’ veel verschillende betekenissen; het kan het huis zijn waarin mensen wonen, of de stad of het dorp, maar ook een bankje of winkel kan aanvoelen als thuis. Al deze betekenissen hebben een ding gemeen en dat is ‘thuis’ altijd verbonden is met een bepaalde plek. Thuis voelen is een moeilijk te omschrijven emotie, die we vaak pas voelen als we een bepaalde plek verlaten of als deze plek verandert. Dit is precies wat er gebeurd bij het proces van gentrification en de opwaardering van een buurt. Hierdoor verandert de buurt in zowel sociale als fysieke zin. De bevolkingssamenstelling van een buurt verandert, maar ook het uiterlijk en het voorzieningen en woningaanbod. Een gevolg 11 Sociale Huur in Middenmeer
hiervan zouden veranderingen kunnen zijn in het thuisgevoel van de oude, lagere klasse, bewoners. “Het thuisvoelen van de een zal al snel ten koste gaan van het thuisgevoel van de ander” (Duyvendak en Van de Graaf, 2008, p. 14). Het thuisgevoel kan worden geoperationaliseerd als buurthechting door bewoners, “dat de relatie tussen fysiek (plekken) en sociaal (personen) definieert als een affectieve band tussen personen en plekken” (Duyvendak en Van de Graaf, 2008, p. 17). Er wordt hierin onderscheid gemaakt tussen een fysieke dimensie (de gebouwde omgeving) en een sociale dimensie (andere bewoners van de buurt). (Duyvendak en Van de Graaf, 2008). De fysieke dimensie van het thuisvoelen wordt verder toegelicht in paragraaf 2.4 en de sociale dimensie van het thuisvoelen in paragraaf 2.5 2.4
Fysieke dimensie
Door de komst van een nieuwe groep bewoners, namelijk de middenklasse huishoudens, verandert de buurt ook in fysieke zin. De herwaardering van de buurt gaat gepaard met fysieke veranderingen in de buurt (Musterd, 2008). Het woningaanbod en de woonkwaliteit veranderen, maar ook de openbare ruimte en het voorzieningenaanbod (Cloke et al, 2009). De verbetering van de woonomgeving door gentrification wordt door lokale overheden als positief ervaren, doordat de nieuwe bewoners investeren in hun woningen en de buurt en dit een positief effect op het straatbeeld en de buurt. Als reactie op de verbeteringen van de woonkwaliteit, investeren de lokale overheden in de openbare ruimtes, zoals parken en pleinen, in buurten die een opwaarderingsproces doorgaan (Atkinson, 2004). Deze investeringen zijn gunstig voor het imago van de wijk (Lees, 2008). De opwaardering van de woningen en het uiterlijk van de buurt kan door de oorspronkelijke bewoners ook als positief worden ervaren (Atkinson, 2004). Maar deze veranderingen in de buurt zouden ook kunnen leiden tot displacement. De oorspronkelijke bewoners kunnen zich een vreemdeling gaan voelen in hun buurt en willen verhuizen (Davidson en Lees, 2009). Daarnaast zullen de huizenprijzen gaan stijgen door de investeringen in de woningen en de openbare ruimte en ook door de verkoop van sociale huurwoningen zal het aantal betaalbare woningen gaan afnemen in de buurt en zullen sociale huurders moeten vertrekken (Uitermarkt et al., 2007). Bij sociale huurders die in eerste instantie niet vertrekken, kan de verkoop of sloop van andere voormalige sociale huurwoningen als bedreigend worden ervaren, waardoor zij het gevoel krijgen dat zij zelf moeten vertrekken uit de buurt (Freeman, 2006). Naast de veranderingen in de gebouwde omgeving, verandert ook het voorzieningenaanbod door de komst van de nieuwe bewoners. De oude, traditionele kleinhandelaren worden vervangen door nieuwe, moderne en luxe boetiekjes, cafés en andere ondernemingen in de 12 Sociale Huur in Middenmeer
buurt (Cloke et al., 2007). Volgens Lees (2008) zorgt de nieuwe groep middenklassers voor economische groei voor lokale ondernemingen in de buurt. Dit heeft dus een positief effect op de oorspronkelijke bewoners. Maar aan de andere kant suggereert Freeman (2006) dat het nieuwe winkelaanbod vaak niet aansluit bij de wensen van de lagere klassen of ze kunnen het niet betalen en worden deze veranderingen als negatief ervaren. 2.5
Sociale dimensie
Naast fysieke veranderingen, maakt een buurt door gentrification en opwaardering ook sociale veranderingen door. Door de verkoop en sloop van voormalige sociale huurwoningen, maken sociale huurders in een buurt plaats voor de nieuwe groep bewoners, namelijk de middenklassers. Hierdoor verandert de samenstelling van een buurt. Doordat veel oorspronkelijke bewoners vertrekken uit de buurt, wordt het sociale netwerk van de blijvende bewoners verstoord (Lees, 2008). Ook hierdoor kunnen zij zich niet meer gaan thuis gaan voelen in hun buurt en is er sprake van het al eerder genoemde displacement pressure (Davidson en Lees, 2010). Anderzijds wordt er verondersteld, onder andere door lokale overheden, dat de komst van de middenklassers juist zou moeten leiden tot meer sociale mening en dus ook tot meer sociale cohesie in een buurt (Lees, 2008). Freeman (2006) zegt dat de komst van meer middenklassers ook zou kunnen leiden tot de afname van de criminaliteit in buurten. Ten slotte zouden kopers zich meer inzetten voor hun buurt dan huurders, bijvoorbeeld door het schoonhouden van hun eigen stoep, en daarmee de andere bewoners ook kunnen stimuleren. Dit zou een positief effect kunnen hebben op de buurt (Lees, 2008). 2.6
Coping tactics
De fysieke als de sociale veranderingen in buurten door gentrification en opwaardering kunnen door de oorspronkelijke sociale huurbewoners zowel als positief of als negatief worden ervaren. Van der Land en Doff (2009) onderscheiden drie tactieken die bewoners hanteren om met veranderingen in hun buurt om te gaan. Deze tactieken zijn exit, accept and adapt of voice als reactie op de veranderingen in de buurt. Buurtloyaliteit kan gedeeltelijk verklaren welke tactiek wordt gekozen. Deze loyaliteit hangt weer af van de binding met de buurt en lokale sociale contacten. Maar soms hebben bewoners geen keuze wegens gebrek aan mogelijkheden om bijvoorbeeld de buurt te verlaten (Van der Land en Doff, 2009). Voice verwijst naar een actieve tactiek, zowel individueel of collectief, waarbij ontevredenheden worden betuigd. Het omvat actief in beroep gaan of protesteren of een poging om omstandigheden te veranderen in plaats van er van weglopen. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen een verticale stem en een horizontale stem. Met een verticale stem wordt bedoeld dat het plaatsvindt tussen bewoners en formele instituties, terwijl een horizontale stem plaatsvindt 13 Sociale Huur in Middenmeer
tussen bewoners en hun buren, vrienden en familieleden. Het kan variëren tussen rustig mompelen tussen buren en collectieve acties. Tegenover voice staat exit. Bewoners kunnen voor deze tactiek kiezen en uit de buurt wegtrekken als reactie op de voor hun negatieve veranderingen. Onder deze tactiek vallen ook de bewoners die wel zouden willen verhuizen, maar niet de mogelijkheden hiertoe hebben. Deze bewoners trekken zich zo veel mogelijk terug uit de buurt. Tussen deze twee tactieken in zit de tactiek accept en adapt, daarbij passen de bewoners zich aan de veranderingen in de buurt aan, of worden de veranderingen tenminste geaccepteerd (Van der Land en Doff, 2009). 2.7
Samenvatting
Gentrification, de komst van middenklasse huishoudens en de opwaardering van buurten, wordt heel erg gestimuleerd door lokale overheden, omdat het zou leiden tot sociale menging in buurten en dit zou een positief effect kan hebben op de wijk en de bewoners. Maar er wordt ook kritisch naar gentrification gekeken. De oorspronkelijke, sociale huur, bewoners van de buurten worden vaak vergeten. Zij kunnen het opwaarderingsproces als negatief ervaren en zich een vreemdeling gaan voelen in hun eigen buurt. De buurt verandert door gentrification zowel in fysieke als in sociale zin en beide dimensies hebben invloed op het thuisgevoel van de bewoners. Daarom luidt mijn eerste deelvraag: “In hoeverre voelen de sociale huurbewoners van Middenmeer zich thuis in de buurt?” Hoe reageren de bewoners op deze veranderingen in de buurt? Wel coping tactic is voor hen van toepassing? Kiezen ze ervoor om zich terug te trekken uit de buurt of willen zij gaan verhuizen? Of gaan ze in protest of doen een andere poging om de verandering in de buurt tegen te gaan? Of kiezen zij er tenslotte voor om de veranderingen te accepteren en zich aan de omstandigheden aan te passen? Om inzicht te krijgen in hoe de bewoners met de veranderingen in de buurt omgaan, luidt mijn tweede vraag: “Wat zijn de coping tactics van de sociale huurbewoners van Middenmeer?”
14 Sociale Huur in Middenmeer
Hoofdstuk 3: ONDERZOEKSOPZET & ONDERZOEKSGEBIED
3.1
Inleiding
Dit hoofdstuk gaat in op de onderzoeksopzet en het onderzoeksgebied, namelijk Middenmeer. De tweede paragraaf beschrijft de onderzoeksvraag en de deelvragen. Daarna volgt een conceptueel schema dat de centrale begrippen van mijn onderzoek weergeeft. In de vierde paragraaf worden mijn onderzoekseenheden beschreven. Paragraaf 4.5 beschrijft de onderzoeksmethoden van mijn onderzoek. Daarop volgt een paragraaf waarin mijn onderzoekslocatie, Middenmeer, en de veranderingen in Middenmeer worden omschreven. De zevende paragraaf laat zien hoe het onderzoek is verlopen. Ten slotte volgt in paragraaf 4.8 nog een samenvatting van dit hoofdstuk 3.2
Onderzoeksvraag en deelvragen
De onderzoeksvraag van mijn scriptie luidt: Wat is de invloed van het opwaarderingsproces in Middenmeer op het thuisgevoel van de sociale huurbewoners, en wat zijn hun coping tactics? Om antwoord te kunnen geven op deze onderzoeksvraag, heb ik de volgende twee deelvragen opgesteld: In hoeverre voelen de sociale huurbewoners van Middenmeer zich thuis in de buurt? Wat zijn de coping tactics van de sociale huurbewoners van Middenmeer? 3.3
Conceptueel schema Kenmerken van Sociale huurbewoners
‐ leeftijd
‐ Huishoudensamenstelling ‐ locatie / aantal uren werk ‐ Woonduur
‐ Opleidingsniveau ‐ Etniciteit
Thuisgevoel: ‐ Fysieke dimensie ‐ Sociale dimensie
Sociale Huur in Middenmeer
Coping tactics : ‐ Terugtrekken of verhuizen ‐ Accepteren en aanpassen ‐ Actief reageren
15
Op de vorige pagina is een conceptueel schema weergegeven waarin de belangrijkste begrippen van onderzoek zijn uiteengezet en de verbanden tussen deze begrippen in staan weergegeven. 3.4
Onderzoekseenheden
Mijn onderzoekseenheden zijn sociale huurbewoners in Middenmeer. Dit zijn mijn onderzoekseenheden, omdat ik in dit onderzoek er achter wil komen of juist deze groep mensen zich thuis voelt in Middenmeer en niet de middenklassers, die dominant zijn in de buurt. Het aandeel sociale huurwoningen is gedaald in de afgelopen jaren en nu woont nog ongeveer 18 procent van de bevolking van Middenmeer in een sociale huurwoning. De sociale huurbewoners zijn geselecteerd aan de hand van een kaart van de Atlas Sociale Woningbouw uit 2007. Deze kaart is te zien om figuur 1. Het grootste deel van de sociale huur valt onder Eigen Haard (roze) en De Alliantie Amsterdam (rood) en een klein valt onder Ymere (blauw). (AFWS, 2007) Figuur 1. Kaart sociale huur Middenmeer, bron: AFWS, 2007
3.5
Onderzoeksmethoden
Ik wil mijn hoofdvraag en deelvragen beantwoorden aan de hand van semigestructureerde interviews met de sociale huurbewoners in Middenmeer. Volgens Bryman (2008) omvat deze methode een groot aantal gevallen. Deze methode verwijst vaak naar een context waarin de interviewer een aantal gestructureerde vragen heeft maar kan afwijken van de volgorde hiervan. Dit geeft de interviewer de mogelijkheid om op bepaalde antwoorden door te vragen. Ik heb hiervoor gekozen omdat ik in ieder geval een aantal gegevens wil hebben van de respondenten, zoals woonduur, leeftijd en opleidingsniveau. Maar anderzijds is thuisgevoel een abstract begrip wat voor iedereen wat anders betekent. Door verder te kunnen vragen, geeft mij dit de
16 Sociale Huur in Middenmeer
mogelijkheid om een goed beeld te scheppen van het thuisgevoel en de binding met de buurt van de respondenten. Maar het kan ook inzicht geven in wat de percepties van de sociale huurbewoners zijn ten opzichte van de veranderingen in hun buurt en hoe zij met deze veranderingen omgaan. 3.6
Onderzoeksgebied & buurtomschrijving
Mijn onderzoeksgebied omvat de buurt Middenmeer (zie figuur 2). Daarnaast heb ik voor mijn onderzoek het sportpark (zie pijl in figuur 2) ook tot de buurt gerekend, omdat deze voorzieningen mogelijk een rol spelen in het thuisgevoel van de bewoners. Figuur 2. Kaart Middenmeer, bron: Stadsdeel Oost, 2010
3.6.1 Buurtomschrijving Middenmeer is een buurt gelegen in het stadsdeel Amsterdam‐Oost. Het gebied is gelegen tussen de Middenweg, de Ringvaart, het spoor van de NS en de Kruislaan (zie ook figuur 2). De buurt beslaat een gebied van ongeveer 76 hectare, waarvan 68 hectare bewoond gebied is in 2010. Het uiterlijk van de buurt is vrij divers; het meeste zuidelijke stamt uit de tijd van AUP en doet denken aan een tuindorp, het middelste deel behoort tot de bouw uit de jaren ’20 tot de jaren ’40 en het meest noordelijke deel kent een negentiende‐eeuws uiterlijk (Stadsdeel Oost, 2010). Ook is uit eigen observaties gebleken dat Middenmeer een nette en goed onderhouden buurt is. De openbare ruimte, de stoepen en de woningen zien er erg verzorgd uit. Daarnaast is ook duidelijk 17 Sociale Huur in Middenmeer
te zien dat het een kinderrijke buurt is. Ook heeft Middenmeer een heel erg rustig en zelfs bijna dorps karakter vergeleken met de rest van Amsterdam. Dit is ook terug te zien in figuur 3 en 4. Figuur 3: Zandbak in het publieke domein.
Figuur 4: Bankje en fietsjes in het publieke domein.
Bron: Anke Rolsma, 2012.
Bron: Anke Rolsma, 2012. Bevolkingssamenstelling: Volgens het CBS telt de buurt 13.760 inwoners, waarvan 6.575 vrouwen en 7.180 mannen (CBS statline, 2012). Middenmeer kenmerkt zich door een hoog percentage stellen met kinderen (namelijk 24 procent tegenover 18 procent van Amsterdam als geheel), een hoog percentage hoogopgeleide bewoners (namelijk 42 procent tegenover 32 procent van Amsterdam als geheel) en een vrij autochtone samenstelling van de bevolking (namelijk 74 procent tegenover 50 procent van Amsterdam als geheel). Een ander opvallend gegeven is dat Middenmeer een relatief lange woonduur op één adres kent, namelijk een gemiddelde van 10,2 jaar tegenover 8,1 jaar als gemiddelde van de hele gemeente (Stadsdeel Oost, 2010). Huishoudeninkomen: Daarnaast kent Middenmeer een groot aantal huishoudens met een hoog inkomen (Namelijk 17,5 procent tegenover 30 procent van Amsterdam als geheel) en is het aantal lage inkomens ondervertegenwoordigd. Middenmeer heeft relatief gezien bijna het dubbele aantal hoge huishoudinkomens (31 procent) ten opzichte van Amsterdam als geheel (16 procent). Een laag inkomen is een besteedbaar huishoudeninkomen van minder dan 17.900 euro per jaar en een 18 Sociale Huur in Middenmeer
hoog inkomen is een besteedbaar huishoudeninkomen van 47.100 euro of meer per jaar. Het aantal huishoudens met een inkomen van 47.100 euro per jaar of meer omvat de grootste groep in Middenmeer (O+S Amsterdam, 2012a) Woningvoorraad: Middenmeer kenmerkt zich ook door een hoog aantal koop en particuliere huurwoningen ten opzichte van sociale huurwoningen vergeleken met Amsterdam. In 2011 is in Amsterdam als geheel het grootste deel van de woningvoorraad een sociale huurwoning en in Middenmeer is het grootste deel een koopwoning. Ook ligt de WOZ‐waarde van de woningen in Middenmeer gemiddeld 60.000 euro hoger dan de gemiddelde waarde van woningen in Amsterdam als geheel (314.000 euro tegenover 250.000 euro) (O+S Amsterdam, 2012b). Veiligheid en properheid: Middenmeer is ook een relatief veilige en schone buurt ten opzichte van Amsterdam. Op zowel het vlak van de objectieve veiligheid (de daadwerkelijk gepleegde misdaad) als de subjectieve veiligheid (veiligheidsgevoel van de bewoners) scoort Middenmeer beter dan het Amsterdamse gemiddelde (O+S Amsterdam, 2012f+g). De bewoners van Middenmeer beoordelen de properheid van hun buurt ook beter dan het Amsterdamse gemiddelde. Middenmeer scoort gemiddeld een 7,0 in 2011 tegenover een 6,3 van geheel Amsterdam (O+S Amsterdam, 2012e). Voorzieningenaanbod: Middenmeer heeft 5 basisscholen, waarvan vier “witte scholen” en een relatief “zwarte school”. De gemiddelde CITO score van deze basisscholen ligt ruim boven het Amsterdamse gemiddelde. Daarnaast heeft Middenmeer 3 middelbare scholen (Stadsdeel Oost, 2010). Bedrijvigheid: De bedrijvigheid in Middenmeer ligt ver onder het Amsterdamse gemiddelde. Namelijk 217 banen per 1.000 inwoners in Middenmeer tegenover 601 banen per 1.000 inwoners in geheel Amsterdam (Stadsdeel Oost, 2012). 3.6.2 Ontwikkelingen Middenmeer Middenmeer is de afgelopen jaren veranderd. Dit is ook gebleken uit de statistieken. Hieronder zullen deze ontwikkelingen worden toegelicht. Als eerste zullen de sociale ontwikkelingen aan bod komen, gevolgd door de ontwikkelingen met betrekking tot de woningen, daarna volgen de ontwikkelingen met betrekking tot de woonomgeving en tenslotte worden de ontwikkelingen op het gebied van de voorzieningen in Middenmeer nog aangehaald. 19 Sociale Huur in Middenmeer
Sociale ontwikkelingen: Middenmeer kent in de afgelopen tien jaar een aantal ontwikkelingen op sociaal vlak. De belangrijkste ontwikkelingen op dit vlak zijn is een afname van het aantal 65plussers, een toename van bewoners tot 18 jaar, een toename van het aantal huishoudens met kinderen en een toename van het aantal allochtonen tussen 2000 en 2010 (Stadsdeel Oost, 2010). De ontwikkelingen met betrekking tot de leeftijdssamenstelling en huishoudensamenstelling zijn ook terug te zien in figuur 5 en 6.
Figuur 5: Leeftijdssamenstelling tussen 2000 en 2010.
Figuur 6: Ontwikkeling van huishoudens naar type, 2000‐ 2010.
Bron: Stadsdeel Oost, 2010. Bron: Stadsdeel Oost, 2010. Daarnaast is tussen de periode 2004 – 2010 het percentage huishoudens met een laag inkomen gedaald, en het percentage huishoudens met een hoog inkomen gestegen. Deze veranderingen zijn echter bescheiden van omvang (CBS statline, 2012). Er is wel een lichte stijging van het aantal werklozen te zien in de afgelopen jaren, namelijk van 3,4 procent in 2007 naar 3,7 procent in 2010. Maar dit percentage is nog steeds de helft minder dan het Amsterdamse gemiddelde (Stadsdeel Oost, 2010). Ontwikkelingen met betrekking tot de woningen: Een belangrijke ontwikkeling met betrekking tot de woningen is de toename van de WOZ‐ waarde. Die is gegroeid van gemiddeld 177.000 euro in 2003 naar gemiddeld 314.000 euro in 2010. Deze toename is wel ongeveer gelijk aan de toename van de WOZ‐waarde van de woningen het Amsterdamse gemiddelde. Opvallend hierbij is dat de gemiddelde WOZ‐waarde over de jaren heen in Middenmeer altijd ongeveer 60.000 euro hoger ligt dan in het Amsterdam als geheel (O+S Amsterdam, 2012b). Daarnaast kent Middenmeer een stijging van het aantal koopwoningen (van 37,2 procent in 2009 naar 42,9 procent in 2011) en een toename van percentage particuliere verhuur (van 36 procent in 2009 naar 38,8 procent in 2011). Een grote 20 Sociale Huur in Middenmeer
verandering die terug te zien is de grote afname van het aantal sociale huurwoningen in Middenmeer van bijna 10 procent tussen 2009 en 2011 (O+S Amsterdam, 2012c). Ontwikkelingen met betrekking tot de woonomgeving: Tussen 2003 en 2011 is zowel de objectieve als de subjectieve veiligheid in Middenmeer toegenomen. Criminaliteit die daadwerkelijk gepleegd wordt noemen we objectief, en als het gaat om het veiligheidsgevoel van de bewoners is dat subjectief (O+S Amsterdam, 2012f+g). Ook de properheid van de buurt is verbeterd tussen 2009 en 2011. In 2009 gaven de bewoners van de Middenmeer gemiddeld een 6,7 als oordeel over het schoonhouden van de straten en stoepen en in 2011 is dit een 7,0 (O+S Amsterdam, 2012h). Ontwikkelingen met betrekking tot de voorzieningen: Middenmeer kent in de afgelopen jaren een zeer sterke stijging, namelijk een verdubbeling, van het aantal eerste‐ en tweedelijnsvoorzieningen. Eerstelijnvoorzieningen zijn voorzieningen waar men zonder verwijzing naar toe kan gaan zoals een tandarts of huisarts. Voor tweedelijnvoorzieningen is altijd een verwijzing nodig, bijvoorbeeld medische specialisten. Ook het aantal welzijnsvoorzieningen (bijvoorbeeld kinderopvang of thuiszorg), sportvoorzieningen en culturele voorzieningen is gestegen sinds 2005 (Stadsdeel Oost, 2010). Vooral het aantal kinderdagverblijven stijgt fors (CBS statline, 2012). Het aantal basisscholen, binnen een straal van 3 km, laat een lichte daling zien en het aantal middelbare scholen, binnen een straal van 5 km, blijft ongeveer gelijk (CBS statline, 2012). Tenslotte is het aantal bedrijfsvestigingen, ZZP’ers en banen in Middenmeer sinds 2005 gestegen, maar dit kan deels worden verklaard doordat vrije beroepen sinds toen ook staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (Stadsdeel Oost, 2010). 3.6.3 Samenvatting buurtomschrijving Middenmeer is een kinderrijke buurt. Het aantal kinderen is toegenomen, het aantal 65plussers is afgenomen en ook het aantal kinderdagverblijven laat een sterke stijging zien. Vergeleken Amsterdam kent de buurt een hoog percentage autochtonen, hoogopgeleiden en hoge inkomens. Het percentage hoge inkomens neemt ook in de afgelopen jaren ook toe. Het aantal sociale huurwoningen is veel lager dan het Amsterdamse gemiddelde en dit laat ook een sterke daling zien. Middenmeer wordt gezien als een veilige en schone buurt. Ten slotte is de bedrijvigheid erg laag vergeleken met Amsterdam. 21 Sociale Huur in Middenmeer
3.7
Verloop van het onderzoek
Mijn veldwerk is goed verlopen. Veel mensen wilden graag meewerken aan mijn interviews. Ik heb in totaal twaalf interviews gehouden op vier verschillende dagen. Ik merkte wel verschil tussen het noordelijke deel van Middenmeer (ten noorden van de Wethouder Frankeweg en het Galileiplantsoen) en het zuidelijke deel. In het noorden, vooral aan het Galileiplantsoen, de Pythagorasstraat en de Newtonstraat, waren mensen vaker bereid om mee te werken dan in het zuidelijke deel. Aan de Aragohof en de Ehrlichtstraat stonden veel voormalige sociale huurwoningen te koop. Ik vermoed dus dat deze sociale huurwoningen zijn omgezet in koopwoningen. Uiteindelijk waren er zesenvijftig mensen niet thuis, hebben tweeëndertig mensen geweigerd om mee te werken (vaak zonder reden of geen tijd) en heb ik 12 mensen wel geïnterviewd. Negen van de twaalf geïnterviewde hadden een Nederlandse nationaliteit. Ik heb zeven vrouwen geïnterviewd en vijf mannen, van verschillende leeftijden, variërend van 18 tot 70 jaar. Ook de woonduur van de bewoners varieerden heel erg van een paar jaar tot 50 jaar. Twee mensen wilden meewerken aan mijn onderzoek, maar ik mocht niet binnenkomen. Daardoor heb ik twee interviews afgenomen bij de deur. Eén interview daarvan mocht ik ook niet opnemen met de voice recorder. Mijn algemene indruk van de sociale huurbewoners Middenmeer is dat de zogenaamde scheefwoners (of mensen die indruk wekte dat zij scheef woonden) vaker meewerkten of wilde meewerken, dan bijvoorbeeld allochtone sociale huurbewoners. De mensen aan de Newtonstraat waren heel erg enthousiast en die straat en mensen wekten bij mij ook de indruk dat het om scheefwoners ging. Eigenlijk zagen alle woningen en straten er goed verzorgd uit, al zag je wel duidelijk dat de kopers meer de openbare stoep “claimen” dan de sociale huurders. De sociale huurders onderhouden de straat ook gewoon goed en hebben af en toe ook een bankje of planten staan. Ik voelde me ook op mijn gemak en veilig bij de mensen thuis en op straat. Veel mensen waren ook erg geïnteresseerd in mijn onderzoek, en wilde na het interview er meer over horen. 9 van de 12 respondenten willen ook op de hoogte worden gehouden van mijn onderzoek en gaven hun e‐mailadres. Op de volgende pagina volgt een overzicht (tabel 1) van de huishoudenkenmerken van mijn respondenten. 22 Sociale Huur in Middenmeer
Tabel 1. Overzicht huishoudenkenmerken geïnterviewden
23 Sociale Huur in Middenmeer
Uit deze gegevens van de respondenten blijkt het volgende: Ten eerste zijn veel respondenten hoogopgeleid (HBO/WO), namelijk de helft. Dit kan duiden op scheefwoners. Ze wonen in een woning met een woonlast die eigenlijk te laag is voor hun inkomen. Alle bewoners van de Newtonstraat waren hoogopgeleid en die indruk wekte het uiterlijk van de straat ook al. Daarnaast wonen vijf van de twaalf respondenten korter dan vijf jaar in Middenmeer. De rest van de respondenten woont er langer, variërend van negen tot vijftig jaar. Alle respondenten, op een 70jarige mevrouw, na werken parttime of fulltime. Een meerderheid, namelijk zes respondenten, werkt niet in Middenmeer. Twee respondenten (met een eigen bedrijf) werken deels in Middenmeer en drie werken er wel in Middenmeer. Negen van de twaalf respondenten zijn van Nederlandse afkomst. Ook de respondenten die weigerden waren vaker Nederlands dan niet‐Nederlands. Dit wekte bij mij de indruk dat de sociale huurwoningen in Middenmeer voor een groot deel worden bewoond door autochtonen. Drie van de twaalf respondenten hadden geen partner, hiervan hebben twee respondenten wel thuiswonende kinderen. Een meerderheid van de respondenten (acht van de twaalf) hebben thuiswonende kinderen. Waarvan vijf respondenten een of meerdere kinderen hebben in de leeftijd jonger dan 12 jaar. Van de vier huishoudens zonder thuiswonende kinderen hebben er drie wel kinderen, maar die wonen niet meer thuis, zo bleek uit de interviews. Dit wijst voor mij op een kinderrijke buurt 3.8
Samenvatting
Hieronder (tabel 2) is in een overzicht kort weergegeven welke deelvragen ik heb onderzocht, welke methoden ik hiervoor heb toegepast en een aantal die het kort samenvatten. Tabel 2. Deelvragen, toegepaste methoden en steekwoorden
Deelvraag 1.
In hoeverre voelen de sociale huurbewoners van Middenmeer zich thuis in de buurt?
Deelvraag 2.
Wat zijn de coping Semigestructureerd tactics van de interview: open sociale vragen huurbewoners van Middenmeer?
Methoden Semigestructureerd interview: Stellingen en open vragen
Steekwoorden Thuisgevoel Fysieke dimensie: gebouwde omgeving voorzieningen Sociale dimensie: Verenigingen Verantwoordelijkheidsgevoel Sociale contacten Terugtrekken of verhuizen: Verhuisplannen Accepteren en aanpassen: Voorzieningen/sociale contacten/verenigingen in andere buurten Actief reageren: Actief gereageerd op problemen
24
Sociale Huur in Middenmeer
Hoofdstuk 4: THUISGEVOEL EN VERANDERINGEN IN MIDDENMEER 4.1
Inleiding
In de volgende hoofdstukken worden de belangrijkste bevindingen uit mijn onderzoek beschreven. Aan de hand van interviews met sociale huurbewoners in Middenmeer is er antwoord gegeven op de deelvragen van mijn onderzoek. Dit eerste hoofdstuk gaat in op resultaten die gericht zijn op het thuisvoelen in algemene zin. Deze resultaten vallen onder de eerste deelvraag: “In hoeverre voelen de sociale huurbewoners van Middenmeer zich thuis in de buurt?” Daarnaast beschrijft dit hoofdstuk ook of de sociale huurders het opwaarderingsproces in Middenmeer hebben waargenomen en wat zij vinden van deze veranderingen in hun buurt. Kenmerken
van
de
respondenten,
zoals
opleidingsniveau,
woonduur
en
huishoudensamenstelling, zijn terug te vinden in tabel 1 in hoofdstuk 3. Om deze reden zijn de respondenten genummerd en zijn de respondentennummers ook terug te vinden in onderzoeksresultaten. In de volgende paragraaf wordt beschreven wat de bewoners verstaan onder de definitie thuisgevoel en welke aspecten een buurt nodig heeft om zich daar thuis te kunnen voelen. Paragraaf 4.3 gaat in op of de sociale huurders zich wel of niet thuisvoelen in Middenmeer en hoe zij Middenmeer beoordelen. De vierde paragraaf beschrijft welke veranderingen in de afgelopen jaren de sociale huurbewoners in Middenmeer hebben waargenomen en wat zij hiervan vinden. Tenslotte volgt in de vijfde paragraaf een korte conclusie die de resultaten van dit hoofdstuk kort samenvat. 4.2
Definiëren van het thuisgevoel
Definitie thuisgevoel Thuisgevoel is niet eenvoudig te definiëren. Het betekent voor iedereen wat anders en iedereen vindt andere aspecten van het thuisgevoel belangrijk om zich thuis te kunnen voelen in een buurt. Daarom zijn er een aantal vragen aan de respondenten voorgelegd om te zien wat zij verstaan onder thuisvoelen en wat voor hun belangrijk is om zich thuis te kunnen voelen in de buurt. Op de vraag wat men verstaat onder thuis gevoel wordt verschillend geantwoord. Meestal gaat een antwoord in de richting van dat je je prettig of fijn voelt op een bepaalde plek. Respondent 4, een moeder die is opgegroeid in Middenmeer en sinds drie jaar weer in de buurt woont, omschrijf dit gevoel als: “Dat je op het moment dat je je buurt binnen komt rijden, dat je dan denkt 25 Sociale Huur in Middenmeer
van ik ben weer thuis. En niet dat je denkt van ah gadverdamme, maar meer van hè hè ik ben er weer.” Voor veel respondenten speelt de buurt hierin wel een belangrijke rol, maar ook is de woning zelf bepalend voor het thuisgevoel. Zo zegt respondent 2, een 45 jarige man van niet‐ Nederlandse afkomst: “Volgens mij maakt het niet zoveel uit. Als je een eigen woning hebt en je maakt het jezelf, dan maakt het volgens mij niet echt uit in welke buurt je woont.” Respondent 7, een 40jarige, hoogopgeleide man, definieert het thuisgevoel als: “Een plek waar je graag komt en leeft en vrienden ontvangt.” Factoren voor het thuisvoelen Daarnaast is ook gevraagd aan de respondenten wat voor hen belangrijk is om je thuis te kunnen voelen in een buurt. Factoren die een buurt nodig heeft om je thuis te kunnen voelen, lopen voor de respondenten ook erg uiteen. Voor veel respondenten speelt veiligheid een belangrijke rol. Zo zegt respondent 1, een moeder van een 11jarige dochter: “Dat je niet het gevoel hebt dat je om moet kijken of op moet letten”. Respondent 4, een moeder van een 13jarige zoon, die is overvallen en respondent 11, een moeder van 3 kinderen, noemen ook veiligheid als belangrijk aspect voor het thuisvoelen in een buurt. Respondent 4 en respondent 7, beide respondenten hebben kinderen, noemen ook kindvriendelijkheid als een belangrijke factor. Goed contact met de buren en andere mensen in de buurt wordt door bijna alle, namelijk acht van de twaalf, respondenten als belangrijk ervaren voor het thuisgevoel. Respondent 3, een 70jarige Surinaamse vrouw, zegt over wat belangrijk is in een buurt om je thuis te kunnen voelen het volgende: “Dat iedereen aardig is. En dat de buren elkaar groeten, niet dat we bij elkaar komen ofzo. Maar stel het is nodig, dan zijn we er wel voor elkaar”. Respondent 7, een vader van twee kinderen, vindt ook het contact met de buren en de sociale controle in de buurt belangrijk voor het thuisgevoel, hij zegt: “De mensen vind ik belangrijk, enigszins sociale controle. En sinds we kinderen hebben ook wel de rust. Dat het niet te druk is. Genoeg contact met de buren. We hoeven niet de deur bij elkaar plat te lopen, maar dat we elkaar gewoon bij naam kennen. Dat er wel enigszins controle is.” Respondent 5, een man die heeft aangegeven dat hij zich niet helemaal thuis voelt in Middenmeer en weer liever in de Pijp zou willen wonen, vindt het sociale netwerk in de buurt belangrijk. Hij zegt het volgende: “Ja, toen wij hier kwamen wonen waren de kinderen klein. Dus dan heb je gewoon al heel snel via school een groot sociaal netwerk. Dat is voor ons wel belangrijk om ons thuis te kunnen voelen. Ook omdat we actief waren op school. Ik merk nu dat het wegebt, dat ik nog een beetje teer op het netwerk van weleer. Een nieuw netwerk maak je hier niet snel. We hebben eerst in de Pijp gewoond en daar zat je zomers als het mooi werd op de stoep en dan at je met de buren en dat heb je hier toch wat minder.” 26 Sociale Huur in Middenmeer
De rust in een buurt wordt door 4 respondenten genoemd als een belangrijk aspect om je thuis te kunnen voelen. Respondent 8, een hoogopgeleide 64jarige respondent, vindt dat Middenmeer bijna een dorpskarakter heeft. Respondent 6, een hoogopgeleide, 34jarige vrouw, zegt hierover: “Je ziet hier in de luwte en niet in de toeristenstroom.” En dit ervaren deze respondenten als prettig. Respondent 12, een vrouw die sinds 3 jaar in Middenmeer woont en aangaf zich niet thuis te voelen in Middenmeer, ziet deze rust juist als een nadeel. Zij zegt dat drukte en gezelligheid in een buurt belangrijk is voor het thuisgevoel. Volgens haar ontbreekt dat in Middenmeer. Ook respondent 9, die liever in de Jordaan had gewoond, vindt levendigheid in een buurt belangrijk voor het thuisgevoel. Een laatste, bepalende factor om je thuis kunnen voelen in een buurt, is het uiterlijk van de buurt. Vier respondenten, namelijk respondent 2, 4, 6 en 8, ervaren het uiterlijk van de buurt als belangrijk voor hun thuisgevoel, in de vorm van een schone, nette, mooie, of vriendelijke buurt of voldoende ruimte. Respondent 2, een niet‐Nederlandse vader, vindt ruimte belangrijk, maar hij vindt de woningen in Middenmeer echter te klein. Hij wil daarom, als de mogelijkheden zich voordoen, verhuizen naar een grotere woning, in bijvoorbeeld Purmerend. Hij gaf ook aan dat thuisgevoel voor hem vooral gekoppeld is aan de woning zelf in plaats van de buurt. Respondent 4 en 6, twee hoogopgeleide respondenten, vinden juist de ruimte die Middenmeer biedt, een voordeel van de buurt. 4.3
Thuisvoelen in Middenmeer
Thuisgevoel in Middenmeer De respondenten van mijn onderzoek werd de volgende stelling voorgelegd: “ik voel mij helemaal thuis in Middenmeer”. Een grote meerderheid van de respondenten (acht van de twaalf) is het helemaal eens met de stelling. Zij voelen zich helemaal thuis in Middenmeer. Een hoogopgeleide mevrouw, respondent 6, zegt hierover: “Ik vind hier heel fijn dat er ruimte is, dat er bomen zijn, de huizen staan niet super dicht op elkaar. Maar je zit toch in Amsterdam. Maar je hebt toch wat meer ruimte dan wanneer je bijvoorbeeld in de Pijp zit, waar je toch wat dichter op elkaar zit. De woningdichtheid is hier iets minder hoog. Dus dat is wel lekker. Daarnaast zijn de winkels dichtbij, en dat er parken zijn. Het is ook een best wel mooie buurt, mooie huizen.” Respondent 7, een hoogopgeleide bewoner die ruim 40 jaar in de buurt woont, is het ook helemaal eens met de stelling. Hij zegt over Middenmeer: “Voor Amsterdamse begrippen heeft Middenmeer toch bijna een dorpskarakter. Je zou denken dat dat in tegenstrijd met elkaar is. Maar je loopt de Hogeweg op en je bent in een winkelgebied. Het is hier wel prettig wonen.” Hij gaat in de nabije toekomst ook verhuizen naar een nieuwbouwwoning in de Oostpoort en hierover zegt hij: “Na, ik woon hier ruim 40 jaar en ik wil voor de toekomst eigenlijk iets hebben, anticiperend op, 27 Sociale Huur in Middenmeer
liever iets gelijkvloers. Het is op zich hier heel leuk wonen. Maar ik wil gewoon iets ruimers. Maar het is niet om de buurt te doen. Nee, want ik kan bij wijze van spreken met een flinke sprong van mijn terras in de Watergraafsmeer terecht komen. Sterker nog, ik wilde wel verhuizen, maar niet te ver van hier.” Twee respondenten antwoordden op de stelling met “mee eens”. Een van de twee respondenten is respondent 4, een moeder van een 13jarige zoon, die kortgeleden is overvallen. Hierdoor is zij zich minder veilig gaan voelen en daardoor voelt zij zich minder thuis in de buurt. De andere respondent is respondent 9, een hoogopgeleide mevrouw die voordat ze in Middenmeer kwam wonen, in de Jordaan heeft gewoond en om privé redenen genoodzaakt was om te verhuizen. Zij gaf aan dat ze zich wel thuis voelde in Middenmeer, maar dat ze zich nog steeds meer thuis voelt in een andere buurt, namelijk de Jordaan. Respondent 5 gaf aan dat hij “neutraal” was tegenover de stelling. Hij is 15 jaar geleden voor zijn kinderen naar Middenmeer verhuisd en nu zijn kinderen ouder zijn, zitten hij en zijn vrouw erover te denken, als de mogelijkheden zich voordoen, om terug te gaan naar hun oude buurt, namelijk de Pijp. Hij zegt: “We hebben eerst in de Pijp gewoond en daar zat je zomers als het mooi weer werd op de stoep en dan at je met de buren en dat heb je hier toch wat minder.” Ten slotte antwoordde respondent 12, een moeder van een elfjarige tweeling dat zij het niet met de stelling eens is. Zij is ook voor haar kinderen naar Middenmeer verhuisd, omdat haar kinderen in deze buurt buiten op de stoep kunnen spelen. Zij woont nu drie jaar in Middenmeer, maar ze geeft aan dat ze nog steeds niet is gewend aan de buurt en nog veel terug gaat naar haar vorige buurt, de Indische buurt. Ze vindt Middenmeer saai en dood en ze mist de levendigheid. Beoordeling Middenmeer Daarnaast werd de respondenten ook gevraagd om Middenmeer een cijfer te geven. Vrijwel alle respondenten gaven Middenmeer een goed cijfer, namelijk tussen de 7 en de 9. Respondent 12, die al eerder had aangegeven zich niet thuis te voelen in de buurt, gaf Middenmeer een 6,5. Zij onderbouwde dit als volgt: “Ik geef Middenmeer een 6,5, omdat ik denk dat heel veel mensen hier wel helemaal geweldig wonen, dus het ligt meer aan mij. Maar niet hoger, omdat ik de levendigheid mis en het is ’s avonds gewoon helemaal dood hier.” Respondent 8, een bewoner die al 41 jaar in Middenmeer woont, geeft het volgende antwoord op de vraag welk cijfer Middenmeer heeft verdiend: “Nou, wel een dikke 8. Ik denk dat als je kijkt naar de Hogeweg, is daar groeiend betere horeca, mooie winkels en een aantal betere restaurants. En kijk naar de fontein (zie figuur 7), het is een best wel rustige buurt met goede infrastructuur. Je bent van de grote drukte verwijderd. Ja, het is een goed compromis. Er is hier wel een oase van rust. Wat soms een beetje verstoord geraakt. Je hebt nu meer jongeren, zeg maar, die steeds meer met 28 Sociale Huur in Middenmeer
hun scootertje willen rondrijden. Ze scheuren gewoon over de stoep heen. En dat is een iets andere beleving dan die er was. Ik wil niet een klagende, oude, zeurende zeikerd zijn. Maar dat zijn veranderde aspecten. Maar ik moet zeggen, de yuppen doen daar net zo hard aan mee. Want moeders met kinderen met bakfietsen die scheuren ook over de stoepen heen. En dank denk ik, als je kind naast die bakfiets loopt, doe je het dan ook. Dat is meer een algehele mentaliteitsverandering. Dat is niet iets specifieks voor Middenmeer. En daarmee is de relatieve score in mijn beleving van Middenmeer nog altijd hoger dan voor de rest van Amsterdam.” Figuur 7. De fontein in Middenmeer
Bron: Anke Rolsma, 2012
Respondent 1, een moeder van een 11jarige dochter die sinds drie jaar in Middenmeer woont en daarvoor in Oost woonde, geeft Middenmeer ook een 8. Zij het onderbouwt dit cijfer met het volgende: “Het is een veilige buurt. Spullen kunnen tenminste nog buiten blijven staan zonder dat ze gesloopt of gesloten worden. Over het algemeen ook niet te veel troep op de straten. De bewoners houden het zelf allemaal een beetje netjes.” Tenslotte geeft respondent 2, een vader van een 1,5 jaar oude zoon Middenmeer ook een 8. Hij zegt hierover: “Het is wel een 8, omdat vergeleken met de rest van Amsterdam, is het hier nog redelijk neutraal qua buitenlanders. Hier wonen hoogzakelijk Nederlandse gezinnen. En dat is best wel prettig vind ik persoonlijk. Als ik deze buurt vergelijk met Geuzenveld of Slotervaart is dit veel prettiger wonen.” 4.4
Veranderingen in Middenmeer
Uit de statistieken is de gebleken dat Middenmeer is veranderd, er zou een proces van upgrading zich voor hebben gedaan in de buurt. De sociale huur is in sterke mate afgenomen en er zijn
29 Sociale Huur in Middenmeer
steeds meer rijkere mensen naar de buurt gekomen. Merken de sociale huurbewoners dat de buurt in de afgelopen jaren is veranderd? Vijf respondenten, vooral met een korte woonduur, geven aan dat zij denken dat Middenmeer niet is veranderd in de afgelopen jaren. Ze geven aan dat daarvoor te kort in de buurt wonen of het lastig vinden om het in te schatten. Respondent 3, een Surinaamse vrouw die al 50 jaar in Middenmeer woont, geeft aan dat de buurt wel is veranderd in de afgelopen jaren. Zij zegt: “Ja, er zijn meer kinderen gekomen. Oudere mensen zijn eruit. Naar rusthuizen en andere dingen, of overleden.” Respondent 4, een vrouw die is opgegroeid in Amsterdam, vindt dat Middenmeer is veranderd in de afgelopen jaren. Zij zegt het volgende hierover: “Absoluut, het is onveiliger geworden. Een goed voorbeeld is dat mijn zoon ongeveer een maand geleden is beroofd in deze buurt op straat. Daar was jaren geleden nog echt geen sprake van, het was toen de veiligste buurt van Amsterdam. Maar het wordt steeds erger. De criminaliteit kruipt echt omhoog hier. Dat is heel erg jammer. Verder is er niet echt wat verandert. Deze buurt stond altijd een beetje bekend als de kak buurt van Amsterdam en dat is nog steeds zo. Het is nog steeds schoon en netjes en vriendelijke mensen.” Ook respondent 2 vindt dat de buurt is veranderd. Het is volgens hem drukker geworden in Middenmeer. Maar ook hij zegt dat het type mensen hetzelfde is gebleven. Respondent 7, een hoogopgeleide vader van twee kinderen, antwoordt het volgende op de vraag of Middenmeer is veranderd in de afgelopen jaren: “Vind ik lastig om te zeggen. Die verandering was er al, maar die was al bezig toen wij hier kwamen. Het is wel veryuppt. Veel oude bewoners zijn vertrokken of overleden en er zijn veel goedverdienende gezinnen met kinderen voor terug gekomen. Dat is nu nog steeds aan de gang. Maar ik ervaar dit niet als negatief hoor. Maar dat is wel de verandering die volgens mij de buurt doorgaat. Wij hebben zelf ook twee kinderen, dus jonge mensen zijn wij eigenlijk ook. Dus dat vind ik eigenlijk wel prima”. Ook zag hij dat er steeds meer koopwoningen in Middenmeer komen en dat die woningen ook steeds duurder worden. Maar volgens hem is over algemeen iedereen in de buurt wel welvarend: “het gemiddelde huishouden heeft twee auto’s om mee te beginnen”. Respondent 8, die al ruim 40 jaar in Middenmeer woont, ziet ook dat de buurt is veranderd in de afgelopen jaren. Toen hij in de jaren ’70 naar de buurt is gekomen was het volgens hem al een yuppenbuurt. Sindsdien is de buurt veranderd: “Ja, door die nieuwe instromen is het veranderd, zonder dat ik daarmee wil zeggen dat het het karakter van een buurt volledig aantast, omdat dat natuurlijk een Amsterdams verschijnsel is. De samenstelling verandert en daarmee sommige gewoontes ook.” Volgens deze meneer zijn in de afgelopen jaren weer meer yuppen naar
30 Sociale Huur in Middenmeer
Middenmeer gekomen. Als voormalige huurwoningen voor koop in aanmerking komen, worden de oorspronkelijke bewoners verdrongen door yuppen. Respondent 9, een 60 jarige respondent die 13 jaar in Middenmeer woont, ziet ook dat Middenmeer is veranderd. Ze zegt: “Ik denk wel dat er steeds meer jonge gezinnen met kinderen komen. Maar dat is denk al wat langer aan de gang. Ik denk 10 a 15 jaar.” Dat er steeds meer kinderen komen vindt ze gezellig. Respondent 11, een vrouw die 20 jaar in Middenmeer woont en werkt op een basisschool in Middenmeer, ziet ook dat er steeds rijkere mensen naar de buurt komen. Zij zegt hierover het volgende: “Ja er zijn wel andere soorten mensen komen wonen, maar dat komt omdat het allemaal koopwoningen zijn geworden.” Op de vraag of dit rijkere mensen zijn, antwoordde ze: “Ja. Nou als je hoort wat die huizen kosten, dat kan ik niet betalen hoor.” Ze kijkt positief tegen deze veranderingen aan, het is namelijk goed voor de school in Middenmeer waar ze werkt. De school was eerst een zwarte school en ze merkt dat er steeds meer autochtone kinderen naar toe komen: “Aan de ene kant is dit positief, maar aan de andere kant, de maatschappij is ook niet wit toch? Dus ik vind het wel belangrijk dat de school ook een beetje grijs blijft eigenlijk. Dat het een beetje gemengd is.” Figuur 8. Zandbak op openbare stoep
Bron: Anke Rolsma, 2012
Een moeder die 3 jaar geleden in Middenmeer is komen wonen, maar zich eigenlijk niet helemaal thuis voelt, zegt dat ze te kort in de buurt woont om veranderingen te zien. Ze merkt wel verschil tussen de sociale huurders en de kopers. Zij zegt: “Ja, je merkt wel aan de overkant 31 Sociale Huur in Middenmeer
dat er een groot verschil is. Dat zijn koopwoningen. Je ziet het al als je er langs loopt. Er staan dan allemaal kinderfietsjes en heel veel mensen hebben meer plantenbakken. Dat zie je hier ook wel een beetje. Maar bij de koopwoningen zie dat je wel meer. Die mensen hebben een huis gekocht en die claimen zelfs het fietspad. Als je daar dan langs moet, zie je wel eens dat mensen zelfs een zandbak op de stoep hebben gemaakt (figuur 8). Dat is het verschil tussen de ene kant en de andere kant.” Zelf vindt ze deze menging in de buurt wel goed, want anders is het te eenzijdig. Al zegt ze dat ze weinig met de kopers te maken heeft en dat vooral het contact met de directe buren belangrijk is. 4.5
Conclusie
Thuisgevoel Thuisgevoel betekent inderdaad voor iedereen wat anders en de bewoners vinden het vaak moeilijk om dit begrip te definiëren, maar het was altijd gebonden aan een plek. Voor twee bewoners was vooral de woning zelf belangrijk en andere gaven aan dat de buurt ook een rol speelt in het thuis voelen. Ze willen zich dan vooral fijn, prettig en veilig voelen in de buurt. De meeste respondenten, namelijk acht van de twaalf, voelen zich helemaal thuis in Middenmeer. Vergeleken de rest van Amsterdam, scoort de buurt goed volgens hen. Vooral voor ouders met kinderen wordt veiligheid, kindvriendelijkheid en rust genoemd als belangrijke factor om je thuis te kunnen voelen in een buurt. Daarnaast wordt sociale controle, sociale cohesie en goed contact met de buren belangrijk gevonden door bijna alle respondenten (acht van de twaalf) om je thuis te kunnen voelen in een buurt. Eén respondent voelt zich minder thuis in Middenmeer, doordat de buurt onveiliger is geworden volgens haar. Drie respondenten voelden zich niet 100 procent thuis in Middenmeer, doordat ze de buurt vergeleken met hun vorige buurten, namelijk de Jordaan, de Pijp en de Indische buurt en vinden Middenmeer saai en missen de levendigheid. Terwijl andere respondenten het dorpse karakter en de oase van de rust die de buurt biedt juist als een positief punt zagen. In de onderstaande tabel (tabel 3) wordt een overzicht weergegeven van de antwoorden van de respondenten op de stelling “ik voel me helemaal thuis in Middenmeer” en de aspecten die zij belangrijk vinden voor het thuisvoelen in een buurt.
32 Sociale Huur in Middenmeer
Tabel 3: overzicht thuisvoelen in Middenmeer
Antwoord stelling: “Ik voel
Aspecten belangrijk voor thuisgevoel
me helemaal thuis in Middenmeer” Respondent 1
Helemaal mee eens
Veiligheid, goed contact met de buren
Respondent 2
Helemaal mee eens
Ruimte, bereikbaarheid, de woning
Respondent 3
Helemaal mee eens
Goed contact met de buren, vriendelijke buurtbewoners
Respondent 4
Mee eens
Veiligheid, goed contact met de buren, kindvriendelijkheid, schone buurt
Respondent 5
Neutraal
Sociaal netwerk in de buurt
Respondent 6
Helemaal mee eens
Ruimte, aanwezigheid winkels en groen, mooie huizen, rust
Respondent 7
Helemaal mee eens
Sociale controle, rust, kindvriendelijkheid, goed contact met de buren
Respondent 8
Helemaal mee eens
Ruimte
Respondent 9
Mee eens
Levendigheid, goed contact met de buren
Respondent 10
Helemaal mee eens
Goed contact met de buren, vriendelijke buurtbewoners
Respondent 11
Helemaal mee eens
Goed contact met de buren, veiligheid
Respondent 12
Niet mee eens
Gezelligheid en drukte
Veranderingen in Middenmeer De sociale huurders die korter dan 5 jaar in de Middenmeer wonen zagen niet dat de buurt is veranderd. Twee bewoners die kort in Middenmeer wonen, allebei drie jaar, zagen de veranderingen wel. Maar zij waren allebei opgegroeid in Middenmeer. Bewoners met een langere woonduur zagen deze veranderingen wel. De drie genoemde veranderingen in de afgelopen jaren zijn: meer kinderen, meer rijke mensen/yuppen en afname van de veiligheid. Een respondent vond dat de buurt onveiliger was geworden. Haar zoon was kortgeleden overvallen. Daarnaast zagen de bewoners dat er steeds meer gezinnen met kinderen in de buurt zijn komen wonen. Dit wordt als positief ervaren, door zowel de huishoudens met als zonder kinderen. Kinderen zijn gezellig voor de buurt. Daarnaast zien ze dat er in de afgelopen jaren steeds meer yuppen en rijke mensen naar de buurt zijn gekomen, doordat voormalige sociale huurwoningen in aanmerking komen voor koop. Alle respondenten, dus zowel de hoog‐ en de laagopgeleide bewoners, ervaren dit niet als negatief. Het heeft bijvoorbeeld positieve gevolgen voor de basisschool en het uiterlijk van de buurt. Een aantal sociale huurders zien zichzelf ook 33 Sociale Huur in Middenmeer
als yup of middenklasse gezin. Al wordt door twee respondenten gezegd dat menging in de buurt, dus een buurt met zowel lagere klasse als middenklasse huishoudens, moet worden behouden. Tenslotte wordt door respondenten, met een hele lange woonduur of die in Middenmeer zijn opgegroeid en zijn teruggekeerd, gezegd dat Middenmeer eigenlijk altijd een buurt is geweest voor wat rijkere mensen en dat het daarom in dat opzicht niet heel erg is veranderd: “het is altijd al een beetje de kakbuurt van Amsterdam geweest.” In tabel 4 volgt een overzicht van de woonduur van de respondenten en of zij wel of niet veranderingen hebben waargenomen in Middenmeer. Tabel 4. Veranderingen in Middenmeer in de afgelopen jaren
Woonduur
Verandert?
Respondent 1
3 jaar
Nee
Respondent 2
3 jaar
Ja: meer mensen, maar wel hetzelfde type mensen
Respondent 3
50 jaar
Ja: meer kinderen, minder ouderen
Respondent 4
3 jaar
Ja: onveiliger, maar wel hetzelfde type mensen
Respondent 5
15 jaar
Nee
Respondent 6
4 jaar
Nee
Respondent 7
9 jaar
Ja: meer yuppen
Respondent 8
41 jaar
Ja: meer yuppen/rijkere mensen
Respondent 9
13 jaar
Ja: meer kinderen
Respondent 10
15 jaar
Nee
Respondent 11
20 jaar
Ja: ander soort mensen door meer koopwoningen
Respondent 12
3 jaar
Nee
34 Sociale Huur in Middenmeer
Hoofdstuk 5: FYSIEKE DIMENSIE VAN HET THUISGEVOEL 5.1
Inleiding
Dit hoofdstuk gaat in op de fysieke dimensie van het thuisgevoel. Deze resultaten vallen onder de eerste deelvraag: “In hoeverre voelen de sociale huurbewoners van Middenmeer zich thuis in de buurt?” In paragraaf 5.2 worden de percepties van de bewoners ten opzichte van de gebouwde omgeving besproken. In paragraaf 5.3 wordt het voorzieningenaanbod (winkelaanbod, parkeren, scholen, tandarts, dokter en het openbaar vervoer) aangehaald. In paragraaf 5.4 wordt een korte conclusie getrokken uit deze onderzoeksresultaten. 5.2
Gebouwde omgeving
Alle respondenten vinden Middenmeer een mooie, schone en nette buurt met voldoende groen. Het uiterlijk van de buurt wordt eigenlijk door iedereen wel als positief ervaren. Respondent 6, een hoogopgeleide 34jarige vrouw, zegt over het uiterlijk van de buurt: “Leuk, het is wel weer heel verschillend. Het deel daar achter, meer richting de schaatsbaan, is qua hoe het er uitziet anders. Ik vind het heel leuk hier. Wij hebben aan de overkant hele mooie panden staan. Maar we komen heel weinig aan de overkant. Maar als je vanaf daar naar deze huizen zou kijken ziet het er wel een stuk minder mooi uit. Daarom is het heel fijn dat we aan deze kant wonen. Best wel mooie bouw. Ook is het een nette buurt. De hoeveelheid groen is echt super. Bijvoorbeeld aan de Hogeweg, het is natuurlijk nu herfst, maar daar is het heel groen en je hebt er veel bomen. Dat je je de seizoenen mee krijgt.” Al is op de woningen zelf wel wat aan te merken. Respondent 2, een Surinaamse vrouw die ruim 50 jaar in de buurt woont, vindt dat de kwaliteit van de woningen wel wat minder goed wordt. Zij zegt: “Ik vind het erg oud. Ik ben hier komen wonen voor 106 gulden. Door de renovatie is het wel verbeterd. We hadden eerst kachels. We hebben centrale verwarming gekregen en ook een modernere keuken. Maar dat is niet heel bijzonder vergeleken met wat nu allemaal is. Ja, door de renovatie is er wel vooruitgang. En de prijs was meteen 3 keer zoveel geworden. De hele wijk is gerenoveerd. Dezelfde woningen zijn het.” Een 56jarige bewoner (respondent 5) vindt dat de woningen ook slecht worden onderhouden in de buurt. Hij zegt dat dit te wijten is aan de woningbouwverenigingen. Respondent 8, een andere bewoner die ruim 40 jaar in Middenmeer woont, vindt de kwaliteit van de omgeving en ook het onderhoud door de woningbouwverenigingen juist goed. Het uiterlijk van de buurt: “Die is nagenoeg de afgelopen 35 Sociale Huur in Middenmeer
jaren niet echt veranderd. Gemiddeld staat het er wel goed bij. Dat moet ik ze wel nageven, een woningbouwvereniging zoals de Alliantie, die pleegt adequaat onderhoud. Daar hoor je ook wel eens andere verhalen over in andere buurten. En verder als mensen erg duur qua aanschaf moeten kopen, zijn ze ook wel geneigd om het beter te onderhouden. De algehele staat is wel redelijk tot goed. Maar niet architectonisch niet heel aantrekkelijk.” Ook respondent 11, een bewoonster die ruim 20 jaar in Middenmeer woont, vindt dat de woningen niks “Amsterdams” hebben. Respondent 12 ziet wel duidelijk verschil tussen het uiterlijk van sociale huurwoningen en van koopwoningen. De kopers claimen volgens haar de openbare stoep, en soms zelfs het fietspad, door planten, bankjes en zandbakken neer te zetten. Bij de sociale huurwoningen gebeurt dat ook, maar wel minder. Een vader van twee jonge kinderen (respondent 7) vindt het jammer dat er steeds meer nieuwbouw komt: “Het uiterlijk van de buurt? Ook goed, veel oudbouw! Er komt natuurlijk wat nieuwbouw bij, jammer genoeg. Maar nog genoeg oudbouw. Ik vind nieuwbouw over het algemeen een beetje kil, dood, en het leeft niet echt. En dat vind ik nu nog wel in deze buurt.” Properheid Respondent 11, een vrouw die ruim 20 jaar in Middenmeer woont, vindt dat het uiterlijk wel minder wordt, zij antwoordt op de vraag of het netjes is: “In sommige opzichten wel, maar in andere opzichten niet, zoals met de blaadjes enzo. Het werd vroeger veel sneller weggehaald als tegenwoordig. Maar dat stoort mij verder niet hoor. Maar het valt wel op. Vroeger kwamen de bezemwagentjes over de stoep, maar nu helemaal niet meer.” De andere respondenten vinden de buurt wel heel netjes en schoon. Ook onderhouden ze vaak samen met de buren de openbare stoep. Zo zegt een 40 jarige bewoner (respondent 7): “Ja, regelmatig worden de straten wel schoongehouden. Stadsdeel doet het wel genoeg, maar het spreekwoordelijke “eigen stoepje schoonhouden” gebeurt ook wel.” Hoeveelheid groen De hoeveelheid groen in de buurt wordt vaak genoemd als een pluspunt voor het uiterlijk van de buurt. Respondent 11 zegt: “Hoe de straten eruit zien vind ik ook wel gezellig. Ze halen gelukkig niet veel groen weg. Die perkjes zijn er allemaal nog, dus dat is wel prettig. Maar het kan altijd nog wel iets groener zijn natuurlijk. Maar wat er nu is, is wel genoeg.” Veiligheid Bijna alle respondenten (elf van de twaalf) vinden Middenmeer een veilige buurt. Een man die al ruim 40 jaar in de buurt woont (respondent 8), zegt hierover: “Het is een veilige buurt, er zit
36 Sociale Huur in Middenmeer
alleen een aantekening bij: juist die betrekkelijke veiligheid is een dekmantel geweest voor de echte onveiligheid. De echte crimineel is namelijk niet onveilig voor de bewoners. Maar ze zitten er wel. We hebben hiernaast, daar zijn ooit ontruimingen geweest met hele politietroepen, want er zat hier naast van de groep “octopus”, dat was een hele beruchte bende. En de naam Mink. K. zegt je misschien wel iets? Dat is een topcrimineel in Nederland en die woonde ook hiernaast. En dat zijn echte slechteriken. Maar daarvan heb je dus in de omgang in de buurt echt last van.” Respondent 4, een moeder van een 13jarige zoon, die kortgeleden is overvallen, vindt dat de veiligheid in Middenmeer wel echt achteruit is gegaan in de afgelopen jaren. Respondent 11, een moeder van drie kinderen, die voorheen in de Bijlmer woonde, vindt Middenmeer wel veilig: “Ja, want voorheen werkte ik nog in de nacht. En dan kwam ik thuis om half 4. En het is dan wel prettig dat je gewoon van je auto naar je huis kan lopen. Ik zou bijvoorbeeld niet heel graag alleen door West of de Bijlmermeer lopen in de nacht.” Uit eigen observaties is gebleken dat het een hele nette en schone buurt is vergeleken de rest van Amsterdam. De geeft ook een hele veilige indruk. Dit is ook terug te zien in het onderstaande figuur. Figuur 9. Goed onderhouden straat
Bron: Anke Rolsma, 2012
5.3 Voorzieningenaanbod Winkelaanbod De respondenten zijn erg tevreden over het voorzieningenaanbod van Middenmeer. Er is een grote verscheidenheid aan winkels aan de Middenweg en in het winkelcentrum bij de Linnaeusparkweg. Al missen drie respondenten, (respondent 5, 9 en 12), die voorheen in de 37 Sociale Huur in Middenmeer
Jordaan, de Indische buurt en de Pijp hebben gewoond, de meer aparte en kleinere winkeltjes in Middenmeer. Respondent 8, die ruim veertig jaar in Middenmeer woont, ziet dat de kleine middenstand is afgenomen en dit mist hij. Hij zegt: “Ja, dat is goed. Maar laat maar zeggen de kleine middenstand is terug gelopen. Dat tast het karakter van een buurt een beetje aan. Het lijkt minder kneuterig, maar het is eigenlijk minder goed voor een buurt. Kijk, het is nu allemaal naar de Middenweg verdrongen. Je had vroeger hier op de hoek een bakkertje, een kruidenier, en ook een slager op de hoek. Maar dat soort winkels verdwijnt. Maar daarmee kan je de buurt niet bestempelen als zijnde een te kort aan voorzieningen. Want je loopt drie minuten en daar heb je alle winkels. Maar het gekke is dat je in andere buurten die kleine winkeltjes juist weer ziet terugkomen. Zoals in de Molukkenstraat. Dus meer de Indische buurt.” Ook respondent 9, die voorheen in de Jordaan woonde, mist bepaalde winkels in Middenmeer: “Ja, cafétjes en van die kleine, rare winkeltjes die heb je hier gewoon niet.” Een alleenstaande moeder van 2 kinderen (respondent 12) doet vaak haar boodschappen in de Indische buurt, omdat: “Omdat je daar ook de Lidl hebt, dat is goedkoper. Je hebt hier alleen de Albert Heijn. Een Lidl of een Aldi in Middenmeer zou wel leuk zijn. Maar ik denk niet dat dat gaat gebeuren.” Parkeren Parkeren is een probleem volgens de helft van respondenten. Vijf van de zes respondenten hiervan wonen aan de Pythatgorasstraat of het Galileiplantsoen. Dus misschien is het vooral in die buurt een probleem. Een 40 jarige mevrouw (respondent 12) vindt vooral het verkrijgen van een parkeervergunning een probleem, zij zegt: “Ik vind het jammer dat je hier een parkeervergunning nodig hebt waar je een paar jaar op moet wachten. Dat je eerst een auto moet kopen en hem dan moet neerzetten in Zuidoost, maar dat is hetzelfde als in het centrum. Terwijl je hier vlakbij, bij de Praxis zo je parkeervergunning kan ophalen. Maar dan zit je in de Indische buurt. Terwijl er genoeg plekken zijn volgens mij.” Andere bewoners vinden juist dat de parkeerdruk te hoog is en dat er te weinig parkeerplekken zijn. Zo zegt een 64jarige man (respondent 8) die ruim 40 jaar in de buurt woont: “Parkeren is altijd goed geweest. Maar je ziet dat de parkeerdruk nu wel toeneemt. Enerzijds doordat tweeverdieners ook met zich meebrengt dat er twee auto’s zijn. Die werken ook echt niet in de directe nabijheid, dus die hebben ook twee auto’s nodig. En dat kan je ook niet bestrijden. En daar komt bij dat de nieuwe voorzieningen, zoals dat de vuilcontainers nu in de grond geplaatst zijn, waar ik best wel enthousiast over ben, het systeem. Maar ik heb wel eens berekend dat het rond de 12 procent aan parkeerplekken heeft gekost. Al die effecten zorgen ervoor dat de parkeerdruk is toegenomen.” Al is parkeren volgens de respondenten ook wel een probleem voor heel Amsterdam.
38 Sociale Huur in Middenmeer
Openbaar vervoer Volgens vrijwel alle respondenten (tien van de twaalf) is het openbaar vervoer in Middenmeer goed. Middenmeer is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Respondent 9, een 60jarige bewoonster, zegt over het openbaar vervoer: “Ja dat is eigenlijk ook wel goed. Ja ik gebruik het eigenlijk wel heel weinig. Maar ik ben een tijdje aangewezen geweest op het OV, dat ik niet kon fietsen. En dan merk je dat het eigenlijk best goed is. Beide kanten op. Naar het Amstel en naar Science Park kan je natuurlijk lopen. Maar ook Muiderpoort. Het zit tussen Muiderpoort en Amstel in en vanaf daar zijn directe verbindingen.” Scholen, tandarts en huisarts Er zijn veel basisscholen in Middenmeer. Alle respondenten vinden het scholenaanbod voldoende. Zo zegt een moeder van 2 kinderen (respondent 12) over het schoolaanbod: “Ja voldoende. Ja, die zitten hier echt genoeg. Mijn kinderen zitten nog wel in de Indische buurt op school. Maar dat komt doordat ze daar al op school zaten. En ik vond het vervelend om ze er af te halen.” Een 64 jarige man (respondent 8) vindt alleen het toewijzingsbeleid wat minder goed: “Dat er soms aan de andere kant van de straat een school zit voor je kinderen en dan wordt je kind uitgeloot op grond van postcodes. Dus er zou een ander systeem van toewijzing moeten komen. Dat zie je wel, dat kinderen uit andere buurten hier gedropt worden, dat zorgt ook voor extra parkeerdruk. Die mensen komen uit hele andere buurten, maar geven de voorkeur aan de WSG, de Watergraafsmeerse Scholengemeenschap. Want dat zijn goede scholen, maar natuurlijk ook wel elitair. Door onder andere schoolgeldheffingen en strenge toelatingscriteria mengt dat niet tot een licht gekleurde school. Die worden daar echt wel geweerd. Dat is toch raar? Ik vind dat je dat echt niet kan doen.” Respondent 5, een vader die 15 jaar in de buurt woont, bevestigt dit: “Ja je hebt natuurlijk nog wel een aantal witte scholen en zodra je de Indische buurt of die kant opgaat worden het zwarte scholen. En die worden natuurlijk weer vermeden door een hoop mensen en dat draait er op uit dat hier toch altijd wel gemiddelde scholen hier zijn.” Al heeft zowel respondent 5 als respondent 8 geen kinderen die op de basisschool zitten. Respondent 11, een bewoonster die werkt bij de enige relatief gekleurde basisschool in Middenmeer, ziet dat door de komst van rijkere mensen haar basisschool ook steeds witter wordt. Dit is volgens haar positief voor de school. In Middenmeer zitten volgens de respondenten voldoende tandartsen en huisartsenpraktijken, maar toch maken veel respondenten (tien van de twaalf) hier geen gebruik van. Vaak zitten zij nog bij hun voormalige tandarts of huisartsenpraktijk in de buurt waarin ze hebben gewoond voordat ze in Middenmeer kwamen wonen. Dit is vaak uit praktische overwegingen, of door persoonlijke omstandigheden, zoals angst voor de tandarts. Zo zegt respondent 11, een moeder van 3 kinderen: “De dokter zit hier om de hoek en de tandarts in Zuid, omdat mijn oudste dochter 39 Sociale Huur in Middenmeer
heel erg bang was voor de tandarts. Daarom zijn we daarheen verwezen en zijn wel allemaal daar heen gegaan.” Een andere bewoner (respondent 5) die sinds 13 jaar in Middenmeer woont, gaat ook naar de dokter en de tandarts in een andere buurt: “De dokter zit in de Pijp, maar dat is omdat ik daar hiervoor woonde. De tandarts trouwens ook. Maar er zitten hier voldoende tandartsen, alleen in dit blok zitten er al twee.” 5.4
Conclusie
Uiterlijk Vrijwel alle sociale huurbewoners van Middenmeer vinden het uiterlijk van de buurt en de gebouwde omgeving positief. Het is een nette en schone buurt, die ook door mensen zelf goed wordt onderhouden. Veel bewoners zien dat de koopwoningen beter zijn onderhouden dan de woningen van de woningbouwvereniging. De kopers hebben de neiging om de openbare stoep te claimen door allerlei attributen neer te zetten, als zandbakken, kinderfietsjes en bankjes. Ondanks dat het woningaanbod weinig “Amsterdams” heeft en het ook geen architectonische trekpleister is, zijn de bewoners hier tevreden over. De toename van nieuwbouw wordt wel als negatief ervaren, maar Middenmeer kent nog voldoende oudbouw. Daarnaast is Middenmeer een redelijke groene buurt en dat is volgens de bewoners een pluspunt van de buurt. Zij vinden het behoud hiervan erg belangrijk. Tenslotte vindt het merendeel van de bewoners dat Middenmeer een veilige buurt is, vooral vergeleken met andere buurten in Amsterdam Voorzieningen Middenmeer kent daarnaast een grote verscheidenheid aan winkels. De bewoners zijn hier erg tevreden over. Al is het winkelaanbod in de afgelopen jaren wel veranderd. De middenstand is teruggelopen en dit type winkels wordt door een aantal respondenten gemist. Ze missen de kleinere en apartere winkeltjes, boetiekjes, cafétjes, zoals je ziet in de Jordaan en in de Indische buurt. Dit zijn vooral de hoogopgeleide sociale huurbewoners. Daarnaast is er ook vraag naar een wat goedkopere supermarkten, zoals een Lidl of een Aldi. Parkeren is wel een probleem in Middenmeer volgens de helft van de sociale huurbewoners. De parkeerdruk is toegenomen in de afgelopen jaren doordat er meer rijkere mensen naar de buurt zijn gekomen en door de plaatsing van vuilcontainers onder de grond. Maar parkeren is voor heel Amsterdam een probleem. Daarnaast is Middenmeer goed te bereiken per openbaar vervoer. Het is vlakbij het Muiderpoortstation, het Science Park station en het Amstelstation. Ook is het goed bereikbaar per bus en tram.
40 Sociale Huur in Middenmeer
Tandartsen, huisartsen en scholen zijn voldoende aanwezig in Middenmeer. Al maken veel bewoners geen gebruik van de tandarts of huisarts in hun buurt. Dit is meestal uit persoonlijke overwegingen, bijvoorbeeld angst voor de tandarts of doordat ze al bij een bepaalde tandarts of huisarts zaten, voordat ze in Middenmeer kwamen wonen. Er zijn voldoende scholen in Middenmeer en hierover zijn de bewoners erg tevreden. De scholen zijn wel voornamelijk wit en de enige relatief donkere basisschool trekt ook steeds meer autochtone kinderen aan. Dit is positief voor de basisschool volgens een bewoonster die hier werkt. Wel worden lange wachtlijsten en vreemde toewijzingsregelingen als een probleem ervaren door twee bewoners.
41 Sociale Huur in Middenmeer
Hoofdstuk 6: SOCIALE DIMENSIE VAN HET THUISGEVOEL 6.1
Inleiding
Dit hoofdstuk gaat in op de sociale dimensie van het thuisgevoel. Deze resultaten vallen onder de eerste deelvraag: “In hoeverre voelen de sociale huurbewoners van Middenmeer zich thuis in de buurt?” In paragraaf 6.2 wordt gevraagd naar het verenigingsleven van de sociale huurbewoners. Daarna in paragraaf 6.3 wordt ingegaan op het verantwoordelijkheidsgevoel van de bewoners. In paragraaf 6.4 worden de sociale contacten, contact met de buren en vrienden of familie in Middenmeer, aangehaald. Ten slotte volgt in paragraaf 6.5 nog een korte conclusie. 6.2
Verenigingen
Tien van de twaalf respondenten zijn geen lid van een buurt‐ of sportvereniging in Middenmeer. Twee respondenten maken wel gebruik van de sportschool in de buurt. Waaronder een moeder van 2 kinderen (respondent 12): “Ja, op de Jaap Edebaan. Maar dat is niet echt een buurt of sportvereniging. Ik doe daar aan spinning.” Respondent 7 doet ook aan fitness in Middenmeer. Respondent 3, een 70jarige alleenstaande vrouw, sportte voorheen ook in Middenmeer. Maar zij is hiermee gestopt omdat het te duur is geworden. Een aantal respondenten is wel lid van een vereniging in een andere buurt. Dit wordt verder besproken in hoofdstuk 8. 6.3
Verantwoordelijkheidsgevoel voor de buurt
Bijna alle respondenten, namelijk elf van de twaalf, voelen zich verantwoordelijk voor de buurt, maar dit is vaak beperkt tot de eigen straat of in geval van nood. Samen met de buren wordt de stoep schoongehouden, aangeveegd en sneeuwvrij gehouden. Drie respondenten voelen zich wel wat meer verantwoordelijk voor de buurt. Respondent 8, die al ruim 40 jaar in de buurt woont, geeft aan dat hij zich erg verantwoordelijk voelt voor de buurt: “Ik probeer zonder een zeurpiet te zijn, op een fatsoenlijke manier mensen te corrigeren, als bijvoorbeeld mensen hun vuil op verkeerde dagen neerzetten en het een chaos gaat worden. Ik probeer ook zowel oudere als jongere mensen aan te spreken van joh waarom rijd je zo achterlijk hard op de stoep. En wat we ook doen, we hebben een groot Marokkaans gezin hiernaast wonen, en mijn vrouw gaat daar wel in voorop, die kent ze ook allemaal bij naam. En je merkt dat daar een soort een wederkerigheid in zit. Want je ziet dat ze ook wel geïnteresseerd zijn in jou. Daardoor hebben een goede relatie. Ze groeten altijd, die grote jongens, ook al zijn ze wel een beetje stoer met hun bontkraagjes. En ze kijken ook wel van wat moet jij? Ik merk dat je daar zelf, zonder dweperig 42 Sociale Huur in Middenmeer
te worden, als je daarin investeert op een normale manier, dat noem ik verantwoordelijkheid nemen in de buurt. Om het klimaat goed te houden.” Een ander voorbeeld van verantwoordelijk nemen in de buurt is een respondent (respondent 5) wiens vrouw zich actief heeft ingezet, door middel van een rechtszaak, voor het behouden van een speelplein. Hier wordt verder op ingegaan in hoofdstuk 8. Respondent 10, een 18jarig Marokkaans meisje, heeft een keer handtekeningen opgehaald voor een actie voor het milieu in de buurt en zich dus verantwoordelijk ingezet. Deze drie respondenten wonen alle drie langer dan 15 jaar in de buurt. De meeste mensen (negen van de twaalf) zetten zich minder actief in voor de buurt. Zo ook een vrouwelijke respondent (respondent 12) die pas in Middenmeer is komen wonen en die zich eigenlijk niet helemaal thuis voelt in de buurt. Zij zegt: “Ik heb eigenlijk hier nooit wat meegemaakt. Er gebeurt hier eigenlijk nooit wat. Maar stel er zou wat gebeuren. Ik heb heel goed contact met mijn buurvrouw, en heb hele lieve buren. En dan hebben we het met zijn allen er over. Als ik mijn buren daarmee kan helpen dan help ik. Maar ik zelf niet heel snel wat doen voor bijvoorbeeld een boom.” Slechts één respondent (respondent 9) voelt zich helemaal niet verantwoordelijk voor de buurt. Zij zou ook liever in een andere buurt willen wonen als de mogelijkheden zich zouden voordoen. 6.4
Sociale contacten
Alle respondenten hebben goed contact met hun buren en geven ook vrijwel allemaal aan dat zij dit belangrijk vinden (acht van de twaalf respondenten vinden het contact met de buren belangrijk voor het thuisgevoel). Dit contact is vaak wel oppervlakkig, ze groeten elkaar en in geval nood helpen ze elkaar, maar ze lopen de deur niet plat bij de buren en andersom. Zo zegt een 56jarige bewoner (respondent 5) over het contact met de buren: “Gewoon een praatje maken of af en toe van elkaar de kat te eten geven.” Al zegt een 64 jarige man (respondent 8) dat ze eigenlijk alleen goed contact te hebben met de autochtone buren: “Wij overliepen nooit de buren. Dat je bij elkaar over de vloer komt. Dat kom je dus ook niet bij andere culturen. Ze roepen altijd wel dat ze daar voor open staan, maar dat is eigenlijk wel voor eigen cultuur. Dat zie je dus niet. Maar ik heb wel goed contact met de buren.” Weinig respondenten (drie van de twaalf, namelijk respondent 4, 7 en 8) hebben familie en vrienden in de buurt wonen. Deze drie respondenten hebben een lange woonduur in de buurt of zijn opgegroeid in Middenmeer. Maar de andere respondenten die al langer in de Middenmeer wonen geven aan dat hun sociale netwerk verspreid is over Amsterdam of zelfs over Nederland. Hier wordt niet bewust voor gekozen, maar dit is toevallig zo gekomen. Het sociale netwerk is niet gebonden aan een plaats en heeft dus niet zozeer met de buurt te maken. Een vader van twee kinderen (respondent 5) zegt over het sociale netwerk in de buurt: “toen wij hier kwamen 43 Sociale Huur in Middenmeer
wonen waren de kinderen klein. Dus dan heb je gewoon al heel snel via school een groot sociaal netwerk. Dat is voor ons wel belangrijk om ons thuis te kunnen voelen. Dit kwam ook omdat we actief waren op school.” 6.5
Conclusie
Weinig respondenten (twee van het twaalf) zijn lid van een buurt‐ of sportvereniging in Middenmeer. Al wordt er door twee respondenten gebruik gemaakt van de sportschool in de buurt. Het type verenigingen waar de respondenten wel lid van zijn, zijn niet te vinden in Middenmeer. Vrijwel alle respondenten in Middenmeer geven aan zich verantwoordelijk te voelen voor de buurt. Al is dit verantwoordelijkheidsgevoel vaak wel beperkt tot de eigen straat of tot de buren of in geval van nood. Veel respondenten geven aan dat zij samen met de buren de eigen stoep onderhouden. Eén bewoner (respondent 8) probeert zich wel bewust in te zetten voor de buurt om het klimaat van Middenmeer goed te houden. Hij en zijn vrouw proberen de bewoners op een fatsoenlijke manier te corrigeren en proberen goed contact te hebben met de buurtbewoners, zowel met de autochtone als de allochtone bewoners. Twee andere respondenten (respondent 5 en 10) hebben zich ook actief ingezet voor het behoud van een plein en voor het milieu, Een bewoonster (respondent 9), die eigenlijk ook liever in een andere buurt zou willen wonen, voelt zich helemaal niet verantwoordelijk voor de buurt. Het sociale netwerk van bewoners van Middenmeer is vaak niet in Middenmeer, maar meer verspreid over Amsterdam. Het sociale netwerk is niet buurtgebonden. Al hebben bewoners die al langere tijd in de buurt wonen vaak wel meer vrienden in de buurt dan bewoners met een kortere woonduur. Ook via de kinderen en school kan een netwerk worden gecreëerd. Daarnaast vinden alle buurtbewoners het contact met de buren belangrijk voor het thuisgevoel en dit contact is ook vaak goed. Al geven de meeste respondenten wel aan dat dit contact vaak oppervlakkig is en wordt beperkt tot een kort praatje.
44 Sociale Huur in Middenmeer
Hoofdstuk 7: COPING TACTICS 7.1
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op mijn tweede deelvraag: “Wat zijn de coping tactics van de sociale huurbewoners van Middenmeer?” en worden de verschillende tactieken van de bewoners besproken. In paragraaf 7.2 wordt ingegaan op tactiek 1, namelijk terugtrekken of verhuizen. In paragraaf 7.3 wordt de tweede tactiek besproken, namelijk accepteren en aanpassen. Daarna in paragraaf 7.4 wordt ingegaan op de derde tactiek, namelijk actief reageren op veranderingen in de buurt. Tenslotte wordt in paragraaf 7.5 nog een korte conclusie gegeven. 7.2
Tactiek 1: Terugtrekken of verhuizen
Bijna alle respondenten, namelijk acht van de twaalf, willen niet verhuizen. Twee respondenten (respondent 2, 5 en 9) geven aan wel willen te verhuizen, maar dit is voor hun financieel niet haalbaar. Zo is een bewoner (respondent 5) een aantal jaar geleden naar Middenmeer verhuisd voor zijn kinderen. Nu zijn die kinderen volwassen. Hij antwoordt op de vraag of hij wil verhuizen: “Op zich zou ik het wel willen, maar ik denk niet dat het er in zit. Dat is het nadeel als je 15 jaar in een sociale woning. Als je dan ergens anders heen wilt, moet je opeens drie keer zoveel gaan betalen en dat kan ik niet. Het is financieel niet haalbaar om te gaan verhuizen. Maar ik zou best wel wat meer in het centrum willen wonen of in de Pijp. Er zijn wel wat plekken die ik leuker vind. Met toch wat meer leven om mee heen of juist niet, maar dan ook echt met een tuin en weet ik wat. Maar nee, ik heb toch de neiging om liever iets centraler te wonen.” Respondent 2 antwoordt op de vraag of hij wil verhuizen: “Ja, uiteindelijk ga hier wel weg. Ja toch wel. Omdat het toch wel moeilijk is om hier een woning te krijgen. En dan zal het waarschijnlijk wel buiten Amsterdam worden. Ja, en dan zitten we vooral te kijken naar Purmerend. Ook heel erg kindvriendelijk. En opzich nog wel betaalbaar.” Eén respondent (respondent 8) die al ruim 40 jaar in Middenmeer woont, gaat wel verhuizen. Maar hij kiest er bewust voor om zo dicht mogelijk bij Middenmeer te blijven. Een andere respondent (respondent 12) die aangaf dat zij zich niet thuis voelt in Middenmeer, kiest voor de tactiek terugtrekken. Zij vermijdt de buurt. Ze doet haar boodschappen in een andere buurt en ook haar kinderen zitten in een andere buurt op school. Ze zegt: “Ik mis mijn bakkertje op de hoek, en mijn slager en mijn groenteboer. Ik begin wel steeds meer in te burgeren. Maar als ik dan naar de school van kinderen ga, en de bakker zit daar om de hoek. In de Indische buurt heb je ook veel meer van die kleine winkeltjes. Ik ga wel eens naar de bibliotheek in de 45 Sociale Huur in Middenmeer
Indische buurt. Dus ik zit daar wel vaker in de Indische buurt dan hier. En mijn boodschappen doe ik daar meestal ook. Omdat je daar ook de Lidl hebt, dat is goedkoper.” Een 60jarige vrouw (respondent 9), die aangaf dat ze zich meer thuis voelt in de Jordaan dan in Middenmeer, past ook deze tactiek toe. Ze vindt Middenmeer saai en ze mist een bepaalde soort winkels en andere voorzieningen. Zij geeft ook aan dat ze daarom veel vrije tijd doorbrengt in de Jordaan en niet in Middenmeer. 7.3
Tactiek 2: Accepteren en aanpassen
Acht van de twaalf respondenten voelen zich helemaal thuis in Middenmeer. Vrijwel alle bewoners zien een of meerdere problemen in, of gebreken van de buurt, bijvoorbeeld parkeren, wachtlijsten op scholen en afname van de veiligheid. Maar vrijwel niemand zet zich hier actief voor in. Zo zijn bepaalde verenigingen of voorzieningen niet in de buurt te vinden. De bewoners maken daarom wel gebruik van voorzieningen in andere buurten, maar dit vinden zij niet erg. Zo gaat respondent 6 roeien in een andere buurt. Alle respondenten maken af en toe ook gebruik van de voorzieningen in andere buurten, maar dat is vaak omdat ze al in die andere buurt zijn om een andere reden. Enerzijds doordat Middenmeer bepaalde voorzieningen niet heeft en anderzijds doordat ze om een andere reden al ergens anders zijn. Een moeder van 3 kinderen (respondent 11) zegt hierover: “Ja, onze zoon doet aan handboogschieten in de Landsmeer en dan gaan we daar in de buurt naar de Dirk van de Broek en de Lidl. Dat doen we dan in een keer. Omdat je daar dan toch bent. Maar meestal blijven we wel in Middenmeer voor de dagelijkse boodschappen.” Het sociale netwerk van de respondenten is vaak grotendeels buiten Middenmeer. Slecht drie respondenten hebben familie of vrienden in Middenmeer wonen. Dit is enerzijds te verklaren doordat zij eerst in een andere buurt hebben gewoond of anderzijds doordat zij hun vrienden kennen van hun werk, studie of vereniging wat niet in Middenmeer is. Het sociale netwerk van mensen is niet buurt gerelateerd. Een respondent antwoordt op de vraag of zij vrienden of familie in andere buurten heeft wonen met: “Ja zeker. Meer in andere buurten dan in Middenmeer. Dat is vanzelf zo gegaan. Ik heb hiervoor hier 5 minuten vandaan gewoond, in de Indische buurt. Maar wij hebben onze sociale contacten niet zozeer vanuit waar je woont, maar meer vanuit het roeien of allerlei andere sociale dingen. En dat heeft niet zozeer met je buurt te maken.” Kleine ontevredenheden, zoals onenigheden met de buren, worden onderling opgelost of er wordt helemaal niks meegedaan. Zoals in het geval van een mevrouw (respondent 1) die ontevreden is over het parkeren in Middenmeer. Zij antwoordt op de vraag of zij ergens ontevreden over is in de buurt: “Nee. Helemaal niks. Nou ja, nog een ding. Maar dat ligt niet aan de mensen die hier ook zitten. Maar dat is dat er heel auto’s hier worden geparkeerd van mensen 46 Sociale Huur in Middenmeer
uit andere buurten. Omdat zij waarschijnlijk daar hun auto niet durven neer te zetten. Dus dan komen ze hier.” Zij heeft nooit stappen hier tegen genomen, omdat zij het gevoel heeft dat ze er niks over kan zeggen, omdat de mensen gewoon een parkeervergunning hebben. 7.4
Tactiek 3: Actief reageren op veranderingen
Weinig respondenten hebben echte problemen gehad of waren ergens ontevreden over in de buurt of hebben hier niet actief gereageerd hierop. Drie respondenten hebben zich wel actief ingezet. Zoals ook al eerder is aangegeven, is er één respondent (respondent 5) wiens vrouw zich heel actief heeft ingezet voor het behouden van een speelplein aan de Copernicusstraat. Hij vertelt: “Er zijn toen heel wat mensen echt actief geworden. We hebben daarvoor geprocedeerd tegen het stadsdeel. En dat heeft ons echt ook wel wat geld gekost. Dat hebben we met meerdere buurtbewoners gedaan. Een aantal mensen die direct aan het plein wonen hebben dat initiatief genomen en mijn vrouw is er ook flink ingedoken. En we hebben echt met een advocaat het aangevochten. En dat is dus uiteindelijk ook wel echt gelukt. Het ging er om dat die school eigenlijk zou uitbreiden en uiteindelijk na zoveel jaren was dat dan toch weer van de baan. En het stadsdeel kwam erachter dat er procedurefouten waren gemaakt. Maar goed het heeft jaren gekost om dat echt tegen houden. Ze waren op een gegeven moment ook al begonnen en hadden het al open gebroken. Ik vind het nog steeds heel leuk. Het is toch een buurt en dat merk je toch ook wel aan de overkant, dat dit een buurt is waar vooral gezinnen met jonge kinderen naar toe trekken, omdat er gewoon ruimte is en die ruimte moet je dan ook behouden en niet allemaal gaan vol houden. Dat is zonde.”. Ook respondent 8, een bewoner die ruim 40 jaar in de buurt woont, zet zich actief in. Hij en zijn vrouw zijn bewust bezig met het behouden van het aangename klimaat wat Middenmeer kent. Respondent 10, een 18jarig Marokkaans meisje, heeft zich actief ingezet door handtekeningen op te halen voor het milieu. 7.5
Conclusie
Op basis van mijn resultaten heb ik de respondenten ingedeeld onder een coping tactic: terugtrekken of verhuizen, accepteren en aanpassen of actief reageren op veranderingen. Dit is terug te zien in het overzicht hieronder. (tabel 5) Tabel 5. Overzicht thuisgevoel en coping tactic
Antwoord stelling:
Woonduur
Coping tactic: Terugtrekken of
“Ik voel me
verhuizen/ Accepteren en
helemaal thuis in
aanpassen/ actief reageren op
Middenmeer”
veranderingen
Respondent 1 Helemaal mee eens
3 jaar
Accepteren en aanpassen
Respondent 2 Helemaal mee eens
3 jaar
Accepteren en aanpassen
47 Sociale Huur in Middenmeer
Respondent 3 Helemaal mee eens
50 jaar
Accepteren en aanpassen
Respondent 4 Mee eens
3 jaar
Accepteren en aanpassen
Respondent 5 Neutraal
15 jaar
Actief reageren
Respondent 6 Helemaal mee eens
4 jaar
Accepteren en aanpassen
Respondent 7 Helemaal mee eens
9 jaar
Accepteren en aanpassen
Respondent 8 Helemaal mee eens
41 jaar
Actief reageren
Respondent 9 Mee eens
13 jaar
Terugtrekken of verhuizen
Respondent
Helemaal mee eens
15 jaar
Accepteren en aanpassen
Helemaal mee eens
20 jaar
Accepteren en aanpassen
Niet mee eens
3 jaar
Terugtrekken of verhuizen
10 Respondent 11 Respondent 12
Tactiek 1: terugtrekken of verhuizen Twee respondenten (respondent 9 en 12) passen de eerste tactiek toe “terugtrekken of verhuizen”. Zij vermijden de buurt, door bijvoorbeeld hun dagelijkse boodschappen in een andere buurt te doen of door hun vrije tijd voornamelijk in een andere buurt te besteden. Twee andere respondenten, namelijk respondent 2 en respondent 5, gaven aan te willen verhuizen, maar hun verhuisplannen zijn niet serieus. Daarnaast vermijden ze de buurt ook niet en daarom zijn deze twee respondenten niet ingedeeld onder de eerste tactiek. Respondent 8 heeft wel serieuze verhuisplannen en heeft een nieuwbouwwoning gekocht vlakbij zijn huidige woning. Hij koos er bewust voor om zo dicht mogelijk bij Middenmeer te blijven, daarom valt hij ook niet onder de eerste tactiek. Tactiek 2: Accepteren en aanpassen De meeste bewoners (acht van de twaalf) van Middenmeer passen de tweede tactiek toe: accepteren en aanpassen. Met bepaalde veranderingen en situaties in Middenmeer zijn zij het niet eens, maar ze accepteren het en passen zich er naar aan. Een voorbeeld is het parkeerprobleem. Doordat er meer rijke mensen, en ook meer auto’s naar de buurt zijn gekomen, neemt de parkeerdruk toe. De bewoners hebben dit ook geconstateerd. Maar ze hebben het gevoel dat ze er niks aan kunnen doen. Ook voelen deze bewoners zich wel verantwoordelijk voor de buurt, maar is dit vooral beperkt tot de eigen straat, de buren of in geval van nood. Respondent 10 heeft zich een keer actief ingezet door handtekeningen op te halen, maar omdat dit slechts één keer was, reken ik haar ook tot de tweede tactiek. 48 Sociale Huur in Middenmeer
Tactiek 3: Actief reageren op veranderingen Twee bewoners passen de derde tactiek, actief reageren, toe als reactie op de veranderingen in Middenmeer. Een respondent (respondent 8) die al 40 jaar in de buurt woont, zet zich in voor het behouden van het vriendelijke klimaat door de bewoners aan te spreken op hun gedrag, zowel de allochtone jongeren die met hun scooters door de buurt rijden als wel de moeders met bakfietsen die over de stoep fietsen. Respondent 5 heeft zelfs geprocedeerd tegen het stadsdeel voor het behoud van een speelplein. Maar het indelen van de respondenten onder de drie tactieken is niet zo zwart wit als deze tabel doet vermoeden. Veel bewoners hebben kenmerken van meerdere tactieken. Zo zegt bijvoorbeeld respondent 5 dat hij zich niet 100 procent thuis voelt in Middenmeer en eigenlijk in een andere buurt, zoals de Pijp, zou willen wonen. Dit zou wijzen op de eerste tactiek: terugtrekken of verhuizen. Terwijl hij zich ook actief inzet voor de buurt door te procederen tegen het stadsdeel en dit wijst weer op de derde tactiek.
49 Sociale Huur in Middenmeer
Hoofdstuk 8: CONCLUSIE 8.1
Inleiding
In paragraaf 8.2 wordt een conclusie getrokken uit mijn onderzoeksresultaten en hiermee antwoord gegeven op mijn deelvragen en uiteindelijk ook op mijn onderzoeksvraag. In paragraaf 8.3 worden de onderzoeksbeperkingen besproken. In 8.4 worden aanbevelingen gegeven voor het beleid van Middenmeer en in 8.5 worden aanbevelingen gegeven voor verder onderzoek. Tenslotte in 8,6 kijk ik terug op het verloop van mijn scriptieonderzoek. 8.2
Conclusie
Middenmeer kent de afgelopen jaren een proces van opwaardering. De buurt is erg populair bij middenklassers geworden en dit is terug te zien in veranderingen in het voorzieningenaanbod, stijging van de woningprijzen en afname in de sociale verhuur, toename van het gemiddelde inkomen en ook de fysieke omgeving is verbeterd. De middenklassers en hun wensen en behoeften zijn gaan domineren in Middenmeer. Dit proces wordt in veel buurten erg gestimuleerd door lokale overheden, omdat het zou leiden tot sociale menging in buurten en dit zou een positief effect kan hebben op de wijk en de bewoners. Maar er wordt ook kritisch naar gentrification gekeken. De oorspronkelijke, sociale huur, bewoners van de buurten worden vaak vergeten. Zij kunnen het opwaarderingsproces als negatief ervaren en zich een vreemdeling gaan voelen in hun eigen buurt. De buurt verandert door gentrification zowel in fysieke als in sociale zin en beide dimensies hebben invloed op het thuisgevoel van de bewoners. Daarom luidt mijn eerste deelvraag: “In hoeverre voelen de sociale huurbewoners van Middenmeer zich thuis in de buurt?” Thuisgevoel betekent voor iedereen wat anders en de bewoners vinden het vaak moeilijk om dit begrip te definiëren, maar het was altijd gebonden aan een plek. Voor twee bewoners was vooral de woning zelf belangrijk en andere gaven aan dat de buurt ook een rol speelt in het thuis voelen. Ze willen zich dan vooral fijn, prettig en veilig voelen in de buurt. De meeste respondenten, namelijk acht van de twaalf, voelen zich helemaal thuis in Middenmeer. Vergeleken de rest van Amsterdam, scoort de buurt goed volgens hen. Vooral voor ouders met kinderen wordt veiligheid, kindvriendelijkheid en rust genoemd als belangrijke factor om je thuis te kunnen voelen in een buurt. Daarnaast wordt sociale controle, sociale cohesie en goed contact met de buren belangrijk gevonden door bijna alle respondenten (acht van de twaalf) om je thuis te kunnen voelen in een buurt. Middenmeer voldoet volgens hun aan deze eisen. Eén respondent voelt zich minder thuis in Middenmeer, doordat de buurt onveiliger is geworden 50 Sociale Huur in Middenmeer
volgens haar. Drie respondenten voelden zich niet 100 procent thuis in Middenmeer, doordat ze de buurt vergeleken met hun vorige buurten, namelijk de Jordaan en de Indische buurt en vinden Middenmeer saai en missen de kleine middenstand. Terwijl andere respondenten het dorpse karakter en de oase van de rust die de buurt biedt juist als een positief punt zagen. Eén respondent is zich minder thuis gaan voelen in de buurt doordat zijn sociale netwerk is gaan afnemen. Zijn sociale netwerk had hij opgebouwd via de school van zijn kinderen, maar die zijn nu volwassen. Hij merkt dat het moeilijk is om in Middenmeer een nieuw netwerk te creëren. Zijn sociale netwerk was in zijn vorige buurt, de Pijp, veel sterker en dat mist hij in Middenmeer. De sociale huurders die korter dan 5 jaar in de Middenmeer wonen zagen niet dat de buurt is veranderd. Bewoners met een langere woonduur zagen deze veranderingen wel. De drie genoemde veranderingen in de afgelopen jaren zijn: meer kinderen, meer rijke mensen/yuppen en afname van de veiligheid. Eén respondent vond dat de buurt onveiliger was geworden. Haar zoon was kortgeleden overvallen. Daarnaast zagen de bewoners dat er steeds meer gezinnen met kinderen in de buurt zijn komen wonen. Dit wordt als positief ervaren, door zowel de huishoudens met als zonder kinderen. Kinderen zijn gezellig voor de buurt. Daarnaast zien ze dat er in de afgelopen jaren steeds meer yuppen en rijke mensen naar de buurt zijn gekomen, doordat veel voormalige sociale huurwoningen in aanmerking komen voor koop. Alle respondenten, dus zowel de hoog‐ en de laagopgeleide bewoners, ervaren dit niet als negatief. Het heeft bijvoorbeeld positieve gevolgen voor de basisschool en het uiterlijk van de buurt. Een aantal sociale huurders zien zichzelf ook als yuppen of middenklasse gezinnen. Al wordt door twee respondenten gezegd dat menging in de buurt, dus een buurt met zowel lagere als middenklasse huishoudens, moet worden behouden. Tenslotte wordt door respondenten met een lange woonduur gezegd dat Middenmeer eigenlijk altijd een buurt is geweest voor wat rijkere mensen en dat het daarom in dat opzicht niet heel erg is veranderd. Fysieke dimensie Vrijwel alle sociale huurbewoners van Middenmeer vinden het uiterlijk van de buurt en de gebouwde omgeving positief. Het is een nette en schone buurt, die ook door mensen zelf goed wordt onderhouden. De bewoners zien wel dat de koopwoningen beter zijn onderhouden dan de woningen van de woningbouwvereniging. De kopers hebben de neiging om de openbare stoep te claimen door allerlei attributen neer te zetten, als zandbakken, kinderfietsjes en bankjes. Ondanks dat het woningaanbod weinig “Amsterdams” heeft en het ook geen architectonische trekpleister is, zijn de bewoners hier tevreden over. De toename van nieuwbouw wordt wel als negatief ervaren, maar Middenmeer kent nog voldoende oudbouw. Daarnaast is Middenmeer 51 Sociale Huur in Middenmeer
een redelijke groene buurt en dat is volgens de bewoners een pluspunt van de buurt. Zij vinden het behoud hiervan erg belangrijk. Tenslotte wordt Middenmeer gezien als een veilige buurt door elf van de twaalf respondenten, vooral vergeleken andere buurten in Amsterdam. Middenmeer kent daarnaast een grote verscheidenheid aan winkels. De bewoners zijn hier erg tevreden over. Al is het winkelaanbod in de afgelopen jaren wel veranderd. De middenstand is teruggelopen en dit type winkels wordt door een aantal respondenten gemist. Ze missen de kleinere en apartere winkeltjes, boetiekjes, cafétjes, zoals je ziet in de Jordaan en in de Indische buurt. Dit zijn vooral de hoogopgeleide sociale huurbewoners. Daarnaast is er ook vraag naar een wat goedkopere supermarkten, zoals een Lidl of een Aldi. Parkeren is wel een probleem in Middenmeer volgens de helft van de sociale huurbewoners. De parkeerdruk is toegenomen in de afgelopen jaren doordat er meer rijkere mensen naar de buurt zijn gekomen en door de plaatsing van vuilcontainers onder de grond. Maar parkeren is voor heel Amsterdam een probleem. Daarnaast is Middenmeer goed te bereiken per openbaar vervoer. Het is vlakbij het Muiderpoortstation, het Science Park station en het Amstelstation. Ook is het goed bereikbaar per bus en tram. Tandartsen, huisartsen en scholen zijn voldoende aanwezig in Middenmeer. Al maken veel bewoners geen gebruik van de tandarts of huisarts in hun buurt. Dit is meestal uit persoonlijke overwegingen, bijvoorbeeld angst voor de tandarts of doordat ze al bij een bepaalde tandarts of huisarts zaten, voordat ze in Middenmeer kwamen wonen. Er zijn voldoende scholen in Middenmeer en hierover zijn de bewoners erg tevreden. De scholen zijn wel voornamelijk wit en de enige donkere basisschool trekt ook steeds meer autochtone kinderen aan. Dit is positief voor de basisschool volgens een bewoonster die hier werkt. Wel worden lange wachtlijsten en vreemde toewijzingsregelingen als een probleem ervaren door twee bewoners. Sociale dimensie Weinig respondenten zijn lid van een buurt‐ of sportvereniging in Middenmeer. Al wordt er door twee respondenten wel gebruik gemaakt van de sportschool in de buurt. Het type verenigingen waar de respondenten wel lid van zijn, zijn niet te vinden in Middenmeer. Vrijwel alle respondenten in Middenmeer geven aan zich verantwoordelijk te voelen voor de buurt. Al is dit verantwoordelijkheidsgevoel vaak wel beperkt tot de eigen straat of tot de buren of in geval van nood. Veel respondenten geven aan dat zij samen met de buren de eigen stoep onderhouden. Eén bewoner probeert zich wel bewust in te zetten voor de buurt om het klimaat
52 Sociale Huur in Middenmeer
van Middenmeer goed te houden. Hij en zijn vrouw proberen de bewoners op een fatsoenlijke manier te corrigeren en proberen goed contact te hebben met de buurtbewoners, zowel met de autochtone als de allochtone bewoners. Twee andere respondenten hebben zich ook actief ingezet voor het behoud van een plein en voor het milieu, Een bewoonster, die eigenlijk ook liever in een andere buurt zou willen wonen, voelt zich helemaal niet verantwoordelijk voor de buurt. Het sociale netwerk van bewoners van Middenmeer is vaak niet in Middenmeer, maar meer verspreid over Amsterdam. Het sociale netwerk is niet buurtgebonden. Al hebben bewoners die al langere tijd in de buurt wonen vaak wel meer vrienden in de buurt dan bewoners met een kortere woonduur. Ook via de kinderen en school kan een netwerk worden gecreëerd. Daarnaast vinden alle buurtbewoners het contact met de buren belangrijk en dit contact is ook vaak goed. Al geven de meeste respondenten wel aan dat dit contact vaak oppervlakkig is en beperkt tot een kort praatje. Coping tactics Hoe reageren de bewoners op deze veranderingen in de buurt? Wel coping tactic is voor hen van toepassing? Kiezen ze ervoor om zich terug te trekken uit de buurt of willen zij gaan verhuizen? Of gaan ze in protest of doen een andere poging om de verandering in de buurt tegen te gaan? Of kiezen zij er tenslotte voor om de veranderingen te accepteren en zich aan de omstandigheden aan te passen? Om inzicht te krijgen in hoe de bewoners met de veranderingen in de buurt omgaan, luidt mijn tweede vraag: “Wat zijn de coping tactics van de sociale huurbewoners van Middenmeer?” De meeste bewoners (acht van de twaalf) van Middenmeer passen de tweede tactiek toe: accepteren en aanpassen. Met bepaalde veranderingen en situaties in Middenmeer zijn zij het niet eens, maar ze accepteren het en passen zich er naar aan. Een voorbeeld is het parkeerprobleem. Doordat er meer rijke mensen, en ook meer auto’s naar de buurt zijn gekomen, neemt de parkeerdruk toe. De bewoners hebben dit ook geconstateerd. Maar ze hebben het gevoel dat ze er niks aan kunnen doen. Ook voelen deze bewoners zich wel verantwoordelijk voor de buurt, maar is dit vooral beperkt tot de eigen straat, de buren of in geval van nood. Een klein van de respondenten (twee van de twaalf) kiest voor de eerste tactiek: terugtrekken of verhuizen. Zij gaven al aan dat zij zich niet helemaal thuis voelen in de buurt. Zij vermijden de buurt door bijvoorbeeld in een andere buurt hun dagelijkse boodschappen te doen of hun vrije tijd te besteden. Twee bewoners, met een lange woonduur, zetten zich actief in voor de buurt. Zij passen de derde tactiek toe: actief reageren op veranderingen. Maar eigenlijk passen alle
53 Sociale Huur in Middenmeer
respondenten meerdere tactieken toe als reactie op de veranderingen in hun buurt en kunnen ze niet ingedeeld worden onder één tactiek. Dus: Wat is de invloed van het opwaarderingsproces in Middenmeer op het thuisgevoel van de sociale huurbewoners, en wat zijn hun coping tactics? Volgens de literatuur kan het opwaarderingsproces in Middenmeer als gevolg hebben dat sociale huurders zich niet meer thuis voelen in hun buurt. Maar een grote meerderheid van de respondenten geeft aan dat hij of zij zich helemaal thuis voelt in de buurt. Al was de helft van mijn respondenten wel hoogopgeleid, dus dit kan wijzen op scheefwoners en verklaren waarom zij zich wel thuisvoelen in een buurt die wordt gedomineerd door Middenklassers. Vier respondenten voelen zich minder of niet thuis in de buurt. Voor een respondent was dit reden hiervoor de afname van de veiligheid. Voor de drie andere respondenten was de reden dat zij Middenmeer vergeleken met andere buurten. Middenmeer mist gezelligheid, levendigheid en bepaalde voorzieningen zoals buurten als de Pijp, de Jordaan en de Indisiche buurt wel heeft. Deze drie buurten hebben ook het proces van gentrification doorgemaakt. Dus het thuisvoelen van de sociale huurbewoners in Middenmeer wordt niet negatief beïnvloed door het opwaarderingsproces. Sterker nog, de bewoners die zich niet thuis voelen in de buurt, zouden liever in buurten willen wonen die in een verder stadium zitten van het gentrificationproces. Daarnaast wordt ook door de sociale huurders geconstateerd dat de kopers hun woningen en de openbare ruimte goed onderhouden, maar dat doen zij zelf ook. Zij zijn mogelijk gestimuleerd door de sociale huurders. Dit kan een gevolg zijn van het opwaarderingsproces. Ook is de diversiteit en de kwaliteit van de voorzieningen in de afgelopen jaren toegenomen. Deze twee processen worden door de meeste sociale huurbewoners als positief ervaren. De kleine middenstand is wel afgenomen in de afgelopen jaren. Dit type winkels wordt gemist door een aantal bewoners en ook is er behoefte aan goedkopere supermarkten. Dat het winkelaanbod niet aansluit bij de wensen van de sociale huurbewoners, kan een gevolg zijn van het opwaarderingsproces. Een negatief effect heeft het opwaarderingsproces op de parkeerdruk. Doordat rijkere mensen vaker een of meerdere auto’s hebben, is de parkeerdruk ook toegenomen in de buurt. Ook zijn op basisscholen de wachtlijsten toegenomen en toelatingscriteria verslechterd, als gevolg van de toename van het aantal kinderen in de buurt. De “zwarte” scholen worden wel steeds “witter”. Dit is volgens de respondenten wel een positief gevolg van het proces. Het sociale leven van de sociale huurbewoners, van zowel de laag‐ als de hoogopgeleide, speelt zich wel voornamelijk af buiten Middenmeer. Dit zou kunnen worden verklaard door het opwaarderingsproces. De sociale huur neemt af en het netwerk van de blijvende sociale 54 Sociale Huur in Middenmeer
huurders kan worden verstoord. Alle bewoners hebben wel goed contact met hun buren en dit vinden zij ook belangrijk voor het thuisgevoel. Eén respondent vindt juist wel het sociale netwerk in de buurt belangrijk voor zijn thuisgevoel. Zijn sociale netwerk is echter in de afgelopen jaren afgenomen en hierdoor is hij zich minder thuis gaan voelen in de buurt. Volgens hem is het in Middenmeer moeilijk om een nieuw sociaal netwerk te creëren. Dit kan ook een gevolg zijn van het opwaarderingsproces in de buurt. Ook voelen de bewoners zich vaak alleen verantwoordelijk voor de eigen straat, dit is mogelijk een gevolg van het feit dat zij de woning huren in plaats van kopen. Tenslotte lieten veel respondenten overeenkomsten zien met de leefstijl van de middenklassers. Uitspraken als “wij hebben zelf ook kinderen”, “ik zou deze woning wel willen kopen” en “ik heb een te lage woonlast voor mijn inkomen” kwamen langs in de interviews. Ook is Middenmeer altijd al een buurt geweest voor de wat rijkere klassen en daarom zijn deze veranderingen mogelijk niet heel goed zichtbaar geweest voor de bewoners. Ook zijn een aantal sociale huurbewoners die ik heb geïnterviewd scheefwoners en vallen zelf dus ook onder de middenklassers, waardoor zij toch anders aankijken tegen deze veranderingen. Hieruit concludeer ik dat het opwaarderingsproces het thuisgevoel van de sociale huurbewoners niet tot nauwelijks negatief beïnvloed. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de sociale huurbewoners scheefwoners zijn of zichzelf vergelijken met de dominante groep, de middenklasse gezinnen, in de buurt. Een tweede mogelijke verklaring is dat een aantal respondenten te kort in Middenmeer woont om de veranderingen te zien. Een derde verklaring is dat Middenmeer nooit een achterstandsbuurt is geweest en hierdoor kunnen de veranderingen niet goed zichtbaar zijn voor de sociale huurbewoners. Als reactie op de veranderingen in de buurt, kunnen de bewoners drie tactieken toepassen: terugtrekken of verhuizen, accepteren en aanpassen of actief reageren op deze veranderingen. Personen die zich terugtrekken uit de buurt, zijn respondenten die zich niet of minder thuis voelen in de buurt. Echte verhuisplannen hebben ze niet, maar dit is vaak doordat dit financieel of om andere redenen niet mogelijk is. Daarom vermijden ze de buurt, en zoeken zij de dingen die zij missen in Middenmeer in andere buurten. De bewoners die zich wel thuis voelen en het niet eens zijn met bepaalde veranderingen, passen meestal de tweede tactiek toe. Zij zien bijvoorbeeld dat de parkeerdruk toeneemt en ervaren dit als vervelend, maar zij laten zich hier niet over uit. Ze voelen zich eigenlijk alleen verantwoordelijk voor hun eigen stoep en in geval van nood voor de buren. Een aantal bewoners passen de derde tactiek toe. Zij reageren actief op de veranderingen. Ze voelen zich verantwoordelijk voor de buurt en zetten zich voor de buurt in, door bijvoorbeeld mensen aan te spreken om hun gedrag of door te produceren tegen de 55 Sociale Huur in Middenmeer
gemeente voor het behoud van een plein. Deze bewoners kennen wel een woonduur langer dan 15 jaar. De keuze van de coping tactic is afhankelijk van de buurtloyaliteit en de sociale contacten in de buurt. Uit mijn onderzoek is gebleken dat vrijwel alle respondenten zich alleen verantwoordelijk voelen voor hun eigen straat of in geval van nood en niet voor de hele buurt. Ook speelt het sociale netwerk zich voornamelijk af buiten Middenmeer. Dit verklaart waarschijnlijk waarom veel bewoners de tweede tactiek toepassen. Ook worden er nauwelijks grote veranderingen door de sociale huurbewoners geconstateerd. Een aantal respondenten ziet wel dat de buurt veranderd, er komen meer rijkere mensen naar de buurt, maar zij ervaren dit en gevolgen hiervan niet als negatief. Daarom passen zij geen duidelijke tactiek toe. Daarom is er bij de respondenten vaak een overlap van meerdere tactieken te zien. 8.3
Onderzoeksbeperkingen
Mijn onderzoek heeft te kampen gehad met een aantal onderzoeksbeperkingen. De eerste beperking is natuurlijk tijd. Als ik meer tijd had gehad dan de vijf maanden waarin ik mijn scriptie moest schrijven, had ik meer bewoners kunnen benaderen. Dit had waarschijnlijk tot meer resultaten geleid en hierdoor had ik mijn deelvragen en uiteindelijk mijn onderzoeksvraag beter kunnen beantwoorden. Een tweede beperking binnen mijn onderzoek gaat in op de respondenten zelf. De sociale huurbewoners die mee wilden werken aan mijn onderzoek, leken voor mijn gevoel vaak op de middenklassers in Middenmeer en waren zij dus misschien scheefwoners. Zoals ook uit mijn resultaten was gebleken, waren veel respondenten hoogopgeleid. Ook waren de meeste respondenten autochtoon. Voor mijn onderzoek was het interessant geweest als ik meer laagopgeleide en allochtone bewoners had kunnen interviewen, omdat hun wensen en behoeften zouden kunnen botsen met die van de middenklassers. Helaas weigerden deze mensen meestal om mee te werken aan mijn onderzoek. Een derde beperking waarmee ik te kampen had, is dat de laagopgeleide en niet‐Nederlandse bewoners in verhouding tot de “scheefwoners” minder loslieten over wat zij wel of niet van iets vinden. Zij gaven voor mij gevoel vaak het makkelijkste antwoord. Ten vierde is de woonduur van sommige respondenten een beperking geweest. Een aantal bewoners woonde te kort in de buurt om de veranderingen in Middenmeer te kunnen waarnemen. Doordat ik vooraf de woonduur niet wist van de bewoners, heb ik ze hierop niet kunnen filteren. Een vijfde beperking is mijn onderzoekslocatie zelf. Omdat Middenmeer nooit een achterstandsbuurt is geweest, is er eigenlijk ook geen sprake geweest van het echte gentrificationproces. De buurt kent alleen proces van upgrading. Hierdoor waren de veranderingen voor veel bewoners niet heel goed zichtbaar. Tenslotte had ik graag de 56 Sociale Huur in Middenmeer
sociale huurders gesproken die zijn weggetrokken uit Middenmeer, bijvoorbeeld als reactie op de toename van het aantal middenklassers in de buurt. Maar dit was, door gebrek aan tijd en data, helaas ook niet mogelijk. Maar uiteindelijk heeft mijn onderzoek geleid tot voldoende en interessante resultaten, waarover ik een goede scriptie heb kunnen schrijven. 8.4
Aanbevelingen voor beleid
Uit dit scriptieonderzoek is gebleken dat de meeste sociale huurbewoners van Middenmeer zich erg thuisvoelen in de buurt. Al is er wel vraag naar de kleine middenstanders, zoals “het bakkertje op de hoek”. Ook zijn er sociale huurders die graag een goedkopere supermarkt in de buurt zien komen, als een Lidl of een Aldi. Ten derde ervaart een groot deel van de bewoners, voornamelijk
aan
de
Pytagorasstraat,
het
parkeren
als
negatief.
Dus
betere
parkeervoorzieningen in die omgeving zouden de bewoners waarderen. Tenslotte pleit een groot deel van de bewoners voor het behouden van het huidige “mooie” uiterlijk van de buurt, zoals voldoende groen, pleinen en oudbouw. 8.5
Aanbevelingen voor verder onderzoek
De resultaten van mijn scriptieonderzoek hebben uiteraard ook weer nieuwe vragen opgeroepen. Uit mijn resultaten is gebleken dat de meeste sociale huurbewoners wel heel tevreden zijn in Middenmeer en eigenlijk niet willen verhuizen. Maar uit de statistieken is gebleken dat het percentage sociale huurwoningen in de afgelopen jaren erg is afgenomen en dat er dus wel veel sociale huurders uit de buurt zijn vertrokken. Het zou daarom een interessante aanvulling zijn op dit onderzoek, als deze voormalige sociale huurbewoners van Middenmeer ook zouden worden geïnterviewd. Waarom zijn zij weggegaan uit hun woning? Zijn ze in Middenmeer blijven wonen of juist naar een andere buurt of stad gegaan, en waarom? Of waren zij min of meer gedwongen om te verhuizen. 8.6
Reflectie
Al met al ben ik zeer tevreden over het verloop en het eindresultaat van mijn scriptie. Ik had al vrij vroeg een beeld van waar ik heen wilde met mijn onderzoek. Hierdoor had ik voor mijn gevoel al een goede start gemaakt. Middenmeer als buurt sprak me erg aan en ook vond ik mijn onderzoekseenheden, de sociale huurders, een erg interessante groep mensen. Stadsgeografie was een nieuw onderwerp voor mij, dus in het begin was de vrijwel onbekende literatuur wel een lastig onderdeel voor mij. Hierdoor kwam ik veel interessante literatuur, die ik graag had willen toepassen op mijn respondenten, pas tegen na het afronden van mijn veldwerk. Maar door literatuur en het veldwerk ben ik me wel echt gaan interesseren in stadsgeografie. Ook zal ik bij het schrijven van nog een scriptie, mijn interviews direct na het interviewen uittypen. Ten
57 Sociale Huur in Middenmeer
eerste is dit heel veel werk en ten tweede las ik weleens interessante uitspraken van respondenten terug, waarover ik graag nog wat had willen vragen aan de andere respondenten. Tevens is het onderdeel plannen ook wel iets wat ik zou willen veranderen bij het schrijven van een volgende scriptie. Ik heb het schrijven van een scriptie erg onderschat en zoals ik al had verwacht, heb ik veel opdrachten uitgesteld tot het laatste moment. Het kostte me veel meer tijd en moeite dan ik had verwacht. Maar als ik nu terugblik op het hele scriptieproces ben ik wel tevreden met eindresultaat en kijk er met veel plezier op terug. Het was heel erg leerzaam en ik heb vooral van het interviewen erg genoten. Ook is door het schrijven van deze scriptie voor mij duidelijk geworden welke richting ik op wil binnen deze studie, namelijk de stadsgeografie.
58 Sociale Huur in Middenmeer
LITERATUURLIJST Atkinson, R. (2000) Measuring gentrification and displacement in greater Londen, Urban Studies, Vol. 37, p. 149‐65 AFWC (2007) Atlas Sociale Woningbouw [Online] http://www.afwc.nl/publicaties/atlas‐sociale‐ woningbouw.html (bezocht 19 september 2012) Bryman (2008) Social Research Methods. Oxford University Press: Oxford. Atikson, R. (2004) The Evidence on the Impact of Gentrification: New Lessons for the Urban Renaissance. European Journal of Housing Policy: 4 (1), april 2004, 107 ‐131 CBS (2012) Statline [Online] http://statline.cbs.nl/StatWeb/dome/?LA=NL (bezocht op 5 september 2012) Cloke, P., Crang, P & Goodwin, M. (2008) Introducing Human Geographies. Second Edition. Hodder Education: Londen. Davidson, M. & Lees, L. (2010), New build gentrification: It’s histories, trajectories, and critical geographies. Population, space and place, Vol. 16, pp. 395‐411. Duyvendak, J.W. & P. van de Graaf (2008) thuis voelen in de buurt: een opgave voor stedelijke vernieuwing [Online] http://www.narcis.nl/publication/RecordID/oai:uva.nl:326730 (bezocht op 19 september 2012) Duyvendak, J.W. (2009) thuisvoelen: een korte introductie op drie artikelen. Sociologie, jaargang 5, p. 257‐260 Freeman, L. and Bracone, F. (2004) Gentrification and displacement: New York City in the 1990s. Journal of the American Planning Association. Vol. 70, p. 83‐98 Freeman, L. (2006), There goes the ‘hood’: views of gentrification from the ground up. Philadelphia: Temple University Press. Karsten, L. (2003) Family Gentrifiers: Challenging the City as a Place Simultaneously to Build a Career and to Raise Children. [Online] Urban Studies, Vol. 40, No. 12, 2573–2584. Land, M. van der & W. Doff (2009) Voice, exit and efficacy: dealing with perceived neighbourhood decline without moving out. Journal of Housing and the Built Environment, vol. 24, p. 429‐445 59 Sociale Huur in Middenmeer
Lees, L (2008) Gentrification and Social Mixing: Towards an Inclusive Urban Renaissance? Urban Studies, vol. 24, p. 398‐408. Musterd, S & M. van den Oord (2008) upgrading en downgrading in de regio: de veranderende woningvoorraad
en
bevolking
van
de
regio
Amsterdam.
[Online]
http://scholar.googleusercontent.com/scholar?q=cache:OFNHwBYcn9QJ:scholar.google.com/+upg rading+en+downgrading+in+de+regio:+de+veranderende+woningvoorraad+en+bevolking+van+de +regio+Amsterdam&hl=nl&as_sdt=0 (bezocht op 28 september 2012) O+S Amsterdam (2012a) Huishoudens (x 1.000) naar inkomensklassen (20%‐groepen van de landelijke
verdeling
van
het
besteedbaar
huishoudensinkomen),
2009.
[online]
http://www.os.amsterdam.nl/tabel/6042/ (bezocht op 9 september 2012) O+S Amsterdam (2012b) Gemiddelde waarde woningen, 1 januari 2003‐2011. [online] http://www.os.amsterdam.nl/tabel/6405/ (bezocht op 9 september 2012) O+S Amsterdam (2012c) Woningvoorraad naar buurtcombinaties en eigendom, 1 januari 2009. [online] http://www.os.amsterdam.nl/tabel/5754/ (bezocht op 9 september 2012) O+S Amsterdam (2012d) Woningvoorraad naar buurtcombinaties en eigendom, 1 januari 2011. [online] http://www.os.amsterdam.nl/tabel/5762/ (bezocht op 9 september 2012) O+S Amsterdam (2012e) Tevredenheid over de eigen woning naar buurtcombinaties, 2009‐2011 (rapportcijfer). [online] http://www.os.amsterdam.nl/tabel/5738/ (bezocht op 9 september 2012) O+S Amsterdam (2012f) Objectieve veiligheidsindex naar buurtcombinaties, 2003‐2011. [online] http://www.os.amsterdam.nl/tabel/5116/ (bezocht op 9 september 2012) O+S Amsterdam (2012g) Subjectieve veiligheidsindex naar buurtcombinaties, 2003‐2011. [online] http://www.os.amsterdam.nl/tabel/5120/ (bezocht op 9 september 2012) O+S Amsterdam (2012h) Oordeel over het schoonhouden van straten en stoepen naar buurtcombinaties, 2009‐2011. [online] http://www.os.amsterdam.nl/tabel/5694/ (bezocht op 9 september 2012) O+S Amsterdam (2012i) Overlast van criminaliteit (1=ernstige overlast, 10=geen overlast) naar buurtcombinaties, 2009‐2011. [online] http://www.os.amsterdam.nl/tabel/5144/ (bezocht op 9 september 2012)
60 Sociale Huur in Middenmeer
Stadsdeel
Oost
(2010)
De
Staat
van
de
Middenmeer.
[Online]
http://www.oost.amsterdam.nl/publish/pages/449214/11_middenmeer_def.pdf (bezocht op 6 september 2012) Teernstra, A.B. & Van Gent, W.B.C. (2012) Puzzling Patterns in Neighborhood Change: Upgrading and Downgrading in Highly Regulated Urban Housing Markets. Urban Geography, 33 (1), p. 91‐ 119 Uitermark, J., Duyvendak, J.W. & Kleinhans, R. (2007), Gentrification as a governmental strategy: Social control and social cohesion in Hoogvliet, Rotterdam. Environment and planning, Vol. 39, pp. 125‐141.
61 Sociale Huur in Middenmeer
BIJLAGEN Afbakening Middenmeer
Bron: Stadsdeel Oost, 2010 Sociale huurwoningen in Middenmeer
Bron: Atlas Sociale Woningbouw (2007) 62 Sociale Huur in Middenmeer
Briefje als men niet thuis is Geachte meneer/mevrouw, Ik ben een student aan de Universiteit van Amsterdam en ik ben vandaag …/… bij u langs geweest, omdat ik u graag zou willen interviewen voor mijn scriptie. Ik onderzoek het thuisgevoel van sociale huurbewoners in Middenmeer. Helaas was u niet thuis. Indien u een voorkeur heeft voor een bepaalde dag en/of tijdstip kunt u mij bereiken op het volgende e‐mailadres:
[email protected] of op het volgende telefoon nummer: 0641671588 Als ik voor …/… niks van u heb gehoord, kom ik zelf nog een keer bij u langs. Alvast bedankt, Anke Rolsma | Universiteit van Amsterdam Mocht u niet willen meewerken dan kunt u dat ook aangeven per e‐mail of telefoon. Vragenlijst interview
1. Huishoudenkenmerken
‐
Adres (zelf invullen):
‐
Leeftijd:
‐
Geslacht (zelf invullen):
‐
Woonduur:
‐
‐
Man/vrouw
Huishoudensamenstelling:
‐
Partner: Ja/Nee
‐
Leeftijd Partner:……
‐
Kinderen: Ja: ….. / Nee
‐
Leeftijd kinderen:…..
‐
Opleidingsniveau opleidingsniveau partner:
+ 1. Lagere school
2. Vmbo
3. Havo/ vwo
4. MBO
5. HBO
6. WO
7. Anders, namelijk: ‐
Aantal uren per week werken:
‐
Locatie werk:
1. Thuis 63
Sociale Huur in Middenmeer
‐
2. Middenmeer
3. Anders, namelijk:
Etniciteit (zelf invullen):
1. Nederlands 2. niet‐Nederlands
2. Thuisgevoel
2.1 thuisgevoel algemeen:
‐ stelling: Ik voel me helemaal thuis in deze
1. Helemaal mee eens
buurt
2. Mee eens
3. Neutraal/ geen antwoord
4. Niet mee eens
5. Helemaal niet mee eens
‐ Wat is voor u belangrijk om u thuis te
voelen in de buurt:
‐ Wat verstaat u onder thuisgevoel:
‐ Is Middenmeer volgens u veranderd in de afgelopen 5 jaar? Zo ja, wat vindt u hiervan? ‐ Welk cijfers geeft u Middenmeer? En waarom? 2.2 Fysieke dimensie: ‐
Gebouwde
omgeving
woonomgeving/
(kwaliteit hoeveelheid
groen) ‐
Voorzieningenaanbod (winkels/parkeren/O.V./scholen)
2.3 Sociale dimensie: ‐
Verenigingen
(buurt/
sportverenigingen) ‐
Verantwoordelijk voelen voor de buurt
‐
Contacten (buren/vrienden/familie in Middenmeer)
64 Sociale Huur in Middenmeer
3. Coping tactics
‐
Verhuisplannen
‐
Problemen en/of ontevredenheid in de
buurt
(en
hoe
hiermee
omgegaan) ‐
Gebruik
van
voorzieningen
in
andere buurten ‐
Verenigingen in andere buurten
‐
Sociale contacten in andere buurten
4. Afsluitend
Heeft u nog vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit interview?
Wilt u op de hoogte worden gehouden van E‐mailadres:………………………………………… dit onderzoek?
65 Sociale Huur in Middenmeer