Social Return On Investment Hulp bij het Huishouden en Begeleiding In de gemeenten Amsterdam, Apeldoorn, Eindhoven, Helmond, Sluis, Tilburg en bij de Eigen Kracht Centrale
Social Return On Investment Hulp bij het Huishouden en Begeleiding In de gemeenten Amsterdam, Apeldoorn, Eindhoven, Helmond, Sluis, Tilburg en bij de Eigen Kracht Centrale
Mei 2010 Marjon Breed, Manou van Eerten, Ferdinand Oort en Rogier den Uyl
Inhoudsopgave 1
Social Return On Investment
2
1.1
Methodiek
2
1.2
Doel
3
1.3
Onderzoeksaanpak
3
1.4
Stappen binnen een SROI
4
1.5
Onderzoekspopulatie
6
2
De SROI-metingen
7
2.1
Amsterdam Noord, voorkomen sociaal isolement
7
2.2
Apeldoorn, vrijwilligersloket Het Schakelpunt
14
2.3
De Eigen Kracht Centrale, Eigen Kracht conferenties
15
2.4
Eindhoven, zelfindicatie 75+ Hulp bij het Huishouden
16
2.5
Helmond, pilot Persoonlijke Ondersteuning
20
2.6
Sluis, integrale indicatiestelling Hulp bij het Huishouden (Hbh)
27
2.7
Tilburg, Wonen Zorg en Service in de Wijk (WZSW)
33
3
Beschouwing en aanbevelingen
40
3.1
Introductie
40
3.2
De opbrengst van sociale waarde berekening
40
3.3
De kracht van sociale waarde berekening
41
3.4
Aandachtspunten bij sociale waarde berekening
42
3.5
Aanbevelingen
44
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
1
1
Social Return On Investment
1.1
Methodiek
In dit rapport verstaan we onder Social Return on Investment (SROI) een methodiek die het rendement van maatschappelijke investeringen meet en mogelijke besparingen inzichtelijk maakt. De term SROI wordt echter ook wel eens gehanteerd bij activiteiten, waar het gaat om ondersteuning/ advies bij het implementeren van sociale eisen bij inkooptrajecten, subsidies of vergunningen (aannemen aantal Wwbklanten bijvoorbeeld). Dit soort trajecten worden in deze rapportage niet bedoeld. Uitgangspunt van een meting is dat iedere bijdrage van een subsidiegever, of dat nu een overheid, een fonds of een bedrijf is, gezien moet worden als een investering. Op termijn moet die investering zich uitbetalen. De investeerder wil immers iets terug zien; in geld of in maatschappelijke opbrengsten. De SROI-methodiek bestaat al ruim dertig jaar. Het is een methode die is ontwikkeld in Amerika en vooral werd toegepast in projecten in relatie tot ontwikkelingssamenwerking. Het toepassen van de methode in het sociale domein in Nederland wordt tot dusverre veel minder toegepast. Social Return on Investment staat momenteel sterk in de belangstelling en wordt steeds meer toegepast in zowel het bedrijfsleven, als het maatschappelijke veld. Een SROI-meting kent een aantal belangrijke resultaten. Door een SROI-analyse: - Worden sociale doelstellingen meetbaar gemaakt door toepassing van bedrijfskundige meetinstrumenten; - Wordt inzicht verkregen in de financiële en sociale opbrengsten van maatschappelijke initiatieven; - Wordt de impact op de maatschappij duidelijk; - Worden prestatieverbeteringen op sociale doelstellingen mogelijk gemaakt. Een SROI-analyse wordt uitgevoerd aan de hand van de volgende leidraad: - Theory of change of verandertheorie: wat houdt het project exact in? - Stakeholder- of belanghebbendenanalyse: welke partijen zijn er betrokken? - Welke investeringen in geld en tijd worden ingezet? - Welke activiteiten vinden plaats en tot welke resultaten leiden die? - Indicatoren: hoe meet je de effecten door indicatoren? - Verificatie: herkennen de betrokkenen het beeld en waar zien we de belangrijkste effecten en stuurvariabelen? - Berekenen van de maatschappelijke waarde: wat levert de investering voor meerwaarde op?
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
2
1.2
Doel
Het doel van een SROI-onderzoek is een goed onderbouwde analyse die inzicht geeft in de financiële én sociale opbrengsten. De SROI-analyse dient inzicht te geven in: 1. Het economische en sociale rendement voor de doelgroep De projecten in deze rapportage leveren verschillende rendementen op voor de doelgroep. We kunnen daarbij denken aan effecten als meer zorg op maat, meer ervaren kwaliteit van het leven en een groter geluksgevoel doordat cliënten makkelijker toegang krijgen tot bijvoorbeeld informele en/of formele zorg. 2. Het economische en sociale rendement voor de belanghebbenden Denk bijvoorbeeld aan de volgende mogelijke effecten: een efficiëntere toeleiding naar professionele zorg en meer zorg en sociale controle tussen bewoners. Met als resultaat bijvoorbeeld: minder overlast en vervuiling en een verminderde aanspraak op professionele zorg, waardoor er minder aanspraak op de AWBZ wordt gedaan. 3. Sturen op resultaten De SROI-analyse kan gebruikt worden als een instrument voor prestatieverbeteringen en het (bij)sturen van (sociale) doelstellingen. Het geeft inzicht in de waarde van een project of initiatief. De gemeente krijgt zicht op waarin meer of minder geïnvesteerd kan worden om het maatschappelijk rendement van een interventie, project of aanpak te verhogen. Dit levert zeer nuttige (management) informatie op voor nieuwe beleidsontwikkeling en uitvoeringsvoorstellen. De analyse biedt handvatten om nieuwe of andere sociale projecten en hun doelstellingen zo optimaal mogelijk te benoemen, zodat een maximaal rendement kan worden behaald.
1.3
Onderzoeksaanpak
We hebben de SROI-metingen uitgevoerd door gebruik te maken van een gestructureerd instrument die stapsgewijs de deelnemers door de meting heeft geleid. Onze werkwijze bestond uit de volgende fasering: a) Doorspreken van het project of de aanpak met de projectleider om te bepalen of deze geschikt is voor een SROI-analyse en een eerste inventarisatie van de benodigde gegevens voor de analyse; b) Eén bijeenkomst met de betrokken belanghebbenden, waarin de analyse is uitgevoerd vanaf het bepalen van de verandertheorie tot het bepalen van de effecten en indicatoren; c) Analyse van de opbrengsten en het berekenen van de SROI-waarde.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
3
Dit is een vrij beperkte uitvoering van een SROI-onderzoek. Er zijn bijvoorbeeld ook meer uitgebreide SROI’s waarin de doelgroep zelf betrokken wordt en er voorafgaand aan de bijeenkomst afzonderlijk met belanghebbenden gesproken wordt. Deze aanpak beperkt zicht tot de beschreven werkwijze. De informatie uit de bijeenkomsten en de gerichte inventarisaties die daaruit voort komen vormen de input voor de doorrekening van alle gegevens en de vertaling hiervan in bedrijfseconomische uitkomsten. Een kanttekening is dat we de doelgroep in de meeste gevallen zelf niet hebben betrokken in de analyse. We zijn uitgegaan van wat de deelnemers aan de meting hebben benoemd als opbrengsten van de onderzochte aanpak voor de doelgroep (denken voor de doelgroep in plaats van met de doelgroep). Een tweede kanttekening is dat de selectie van de deelnemers door de gemeente is gemaakt. Dit zorgt ervoor dat partijen buiten het zicht van de gemeente buiten beschouwing zijn gebleven of slechts op de achtergrond zijn genoemd.
1.4
Stappen binnen een SROI
De analyse bestaat uit een aantal stappen. Het gaat om het bepalen van: 1. Belanghebbenden Er zijn verschillende partijen, stakeholders of belanghebbenden met verschillende rollen en belangen bij een project of aanpak betrokken. Een investeerder (in geld of tijd) is in bijna alle gevallen een belanghebbende. Een organisatie die niet aan de voorkant investeert, maar wel aan de achterkant effecten ervaart kan echter ook een belanghebbende zijn (bijvoorbeeld de doelgroep). Voor elke meting zijn de belanghebbenden met de gemeentelijke projectleider in het eerste gesprek vastgesteld. 2. Investeringen De investeringen worden gemeten in de hoeveelheid geld, tijd of eventueel instrumenten die de belanghebbenden in het project of de aanpak steken. De investeringen worden gemonetariseerd (voorzien van waarde). 3. Activiteiten De belanghebbenden ondernemen verschillende activiteiten in het kader van een project of aanpak. Zoals het deelnemen aan bijeenkomsten en het voorlichten van een nieuwe aanpak onder cliënten en/of hun personeel. 4. Resultaten De activiteiten die ondernomen worden leiden tot een bepaald meetbaar of zichtbaar resultaat. Bijvoorbeeld het aantal vergaderingen of het aantal cliënten dat gebruik maakt van de regeling of deelneemt aan het project. 5. Effecten en indicatoren Resultaten streef je na om bepaalde effecten te bereiken. Bijvoorbeeld: er worden minder uren professionele zorg geleverd aan cliënten. Streven is om deze (verwachte) effecten zoveel mogelijk te monetariseren aan de hand van indicatoren die erop wijzen of de effecten worden behaald.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
4
Dit kan in de vorm van bespaarde kosten (minder uitvoeringskosten bijvoorbeeld) of in het behalen van een bepaalde waarde (waarde van werk voor een werkloze). In sommige gevallen is het erg ingewikkeld om een juiste waardering te vinden, bijvoorbeeld vanwege elkaar beïnvloedende effecten. In die gevallen hebben we de effecten enkel kwalitatief benoemd. In een later stadium kunnen (bijvoorbeeld op basis van registraties) de juiste waarden worden verwerkt in de meting. 6. SROI-waarde Tot slot berekenen we de SROI-waarde door de investeringen met de (verwachte) opbrengsten te vergelijken. Een SROI-waarde van één betekent dat elke euro die geïnvesteerd wordt, ook één euro oplevert. Er wordt meerwaarde gecreëerd als de SROI-waarde groter dan één is. Bij elke weergave van de SROI-waarde voor een initiatief plaatsen we in dit rapport een aantal kanttekeningen. De resultaten van de SROI-analyse zijn afhankelijk van de inbreng en informatie van de belanghebbenden. De score is geen objectief gegeven, het geeft een beleefde waarde weer. Het is tevens een momentopname. Om een eenvoudig voorbeeld te geven. Een gemeente kan € 100.000,- in een project voor sociaal isolement steken in de verwachting dat dit een besparing van huishoudelijke hulp oplevert van € 120.000,- (30 ouderen die geen hulp bij het huishouden aanvragen tegen gemiddeld € 4.000,- per jaar voor hulp bij het huishouden, levert € 120.000,- op). Uiteindelijk levert dit een positief voordeel van € 20.000,- op. Het wordt een ander verhaal als maar 20 ouderen minder hulp bij het huishouden aanvragen. Dan is er een verlies van € 100.000,- minus € 80.000,- = € 20.000,-. 7. Impact van een project of aanpak De impact van een project of aanpak geeft aan in hoeverre de effecten daadwerkelijk door het project worden veroorzaakt. Er zijn immers ook autonome effecten (als je niets doet, zijn er ook ontwikkelingen) en in sommige gevallen zijn er wellicht andere activiteiten die soortgelijke effecten nastreven, waardoor het effect niet geheel kan worden toegeschreven naar de beschreven aanpak. In deze rapportage hebben we hierin geen onderscheid gemaakt. We gaan er (gemakshalve) van uit dat alle effecten worden veroorzaakt door het betreffende project of de betreffende aanpak. Later kunnen, indien gewenst, de effecten op deze invloeden worden gecorrigeerd. In de metingen proberen we zoveel mogelijk gebruik te maken van feitelijke gegevens en/of registraties. Indien deze niet voorhanden zijn, proberen we gebruik te maken van relevante onderzoeksresultaten. In die gevallen waar dit niet mogelijk is, maken we in samenspraak met de deelnemers aan de meting realistische aannames of veronderstellingen.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
5
1.5
Onderzoekspopulatie
In dit rapport geven we de resultaten weer van de SROI-metingen, die we hebben uitgevoerd voor de volgende projecten of aanpakken: - Amsterdam Noord, activerende huisbezoeken; - Apeldoorn, vrijwilligersloket Het Schakelpunt; - Eigen Kracht Centrale, Eigen Kracht conferentie; - Eindhoven, 75-plus regeling Hulp bij het Huishouden; - Helmond, pilot Persoonlijke Ondersteuning; - Sluis, integrale indicatiestelling Hulp bij het Huishouden; - Tilburg, Wonen Zorg en Service in de Wijk. In deze rapportage geven we niet alle gegevens weer die tijdens de metingen zijn opgebouwd. In het gehanteerde onderliggende instrument voor de SROI-meting, zijn bijvoorbeeld alle aannames en veronderstellingen vastgelegd. De volledige terugkoppeling heeft wel plaatsgevonden richting de deelnemende gemeenten. In het volgende hoofdstuk werken we deze voorbeelden nader uit. Voor elk initiatief geven we de verandertheorie, waarbij we kort ingaan op het proces waarlangs de meting heeft plaatsgevonden. Daarna geven we een overzicht van de: 1. Investeringen en activiteiten die worden uitgevoerd door de belanghebbenden. 2. De resultaten en effecten die worden bereikt/ verwacht. 3. De indicatoren die wijzen op deze effecten en de waardering daarvan. We sluiten elke beschrijving van de SROI-meting af met het geven van de SROIwaarde en de kanttekeningen die daarbij zijn te plaatsen. In het laatste hoofdstuk gaan we nader in de opbrengsten van de inzet van SROI, zoals we deze hebben uitgevoerd.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
6
2
De SROI-metingen
In deze paragraaf beschrijven we de volgende projecten en initiatieven waar (deels) een SROI is uitgevoerd: - Amsterdam Noord, activerende huisbezoeken; - Apeldoorn, vrijwilligersloket Het Schakelpunt; - Eigen Kracht Centrale, Eigen Kracht conferenties; - Eindhoven, zelfindicatie 75+ Hulp bij het Huishouden; - Helmond, pilot Persoonlijke Ondersteuning; - Sluis, integrale indicatiestelling Hulp bij het Huishouden; - Tilburg, Wonen Zorg en Service in de Wijk.
2.1
Amsterdam Noord, voorkomen sociaal isolement
In Banne-Buiksloot in Amsterdam-Noord voeren vrijwilligers en ouderenwerkers vanaf 2009 activerende huisbezoeken uit bij sociaal geïsoleerde en eenzame ouderen om ze te stimuleren actief mee te doen in de wijk. De aanleiding van het initiatief was een hoge eenzaamheid en sociaal isolement onder deze doelgroep. Het gaat om meer dan 100 mensen met eenzaamheid in de wijk. Bovendien is er sprake van verborgen eenzaamheid (mensen die wel eenzaam zijn, maar waarvan je het niet merkt). Een vrijwilliger met een professional leggen samen een kennismakingshuisbezoek af om de problemen en het sociale netwerk van iemand in kaart te brengen, de vraag te verhelderen, en te zoeken naar oplossingen. De vrijwilliger ondersteunt dit proces verder door maximaal gemiddeld zes gesprekken met iemand te voeren en/of de klant te begeleiden naar een activiteit. Deze buurtgerichte werkwijze zorgt voor een match tussen de hulpvragen en het welzijnsaanbod in de wijk. Dit project is een samenwerking tussen een instelling voor maatschappelijke dienstverlening (Doras), een organisatie voor maatschappelijke ontwikkeling en vrije tijd (Kansweb), opbouwwerk (Solid) en een protestantse kerk (De Ark)). Stadsdeel Amsterdam Noord investeert en faciliteert het project in het kader van te besteden Vogelaargelden. De doelstelling is mensen activeren weer een sociaal netwerk op te bouwen waardoor het gevoel van eenzaamheid vermindert, en naar verwachting de psychische en lichamelijke gezondheid verhoogt, waardoor het beroep op zorg afneemt. Ook het gevoel van onveiligheid neemt af. De verwachting is dat in een jaar tijd de volgende meetbare resultaten worden bereikt: - 40 bereikte bewoners door activerende huisbezoeken; - 20 bewoners (50%) doorgeleid naar buurtactiviteiten; - 10 begeleide vrijwilligers ingezet bij activerende huisbezoeken; - Significante afname van eenzaamheid volgens gehanteerde instrumenten (eenzaamheidsschaal).
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
7
De periode van de SROI-meting betreft een jaar. Omdat de vrijwilligers pas in oktober 2009 zijn opgeleid, en de beoogde 40 huisbezoeken nog niet waren afgelegd, heeft deze SROI de verwachte resultaten gehanteerd als de verwachte effecten (onder andere 40 ouderen bezocht). Proces van meting Doras gaf meteen al aan graag mee te doen aan de SROI en het belangrijk te vinden dat effecten inzichtelijk worden gemaakt. Dit gold later ook voor de andere belanghebbenden. In de gezamenlijke bijeenkomst werden de verwachtingen ten aanzien van het project over en weer verhelderd en ook de inzet van de verschillende partijen werd meer transparant. Dit bood ook meer duidelijkheid richting de opdrachtgever (stadsdeel c.q. gemeente). De samenwerkingspartners hebben door middel van de SROI-analyse gebouwd aan een concreet document, op basis waarvan ze de opzet van het initiatief scherper kunnen vormgeven.
2.1.1 Investeringen en activiteiten In de onderstaande tabel geven we de investeringen weer die nodig zijn om het initiatief operationeel te brengen. Dit kunnen investeringen in geld zijn (budgetten), maar ook investeringen in tijd. In het gehanteerde instrument voor de SROI-meting zijn de investeringen meer specifiek weergegeven (bijvoorbeeld: aantallen uren, tarieven, et cetera). We beperken ons in deze rapportage tot de voornaamste resultaten. Bovendien geven we in deze tabel aan welke activiteiten door de belanghebbende in het project of de aanpak worden uitgevoerd. Belanghebbenden
Investeringen
Omschrijving
Activiteiten
Stadsdeel Noord
€ 25.450,- - Investeringsbudget - Voorbereidingstijd
- Monitoren - Contacten met wijkaanpak
Doras
€ 5.625,- - Trainingskosten - Voorbereidingstijd - Ontwikkelen kwartaalrapportages
De Ark
€
- Vraagverhelderingsgesprek voeren - Coaching - Intervisiebijeenkomsten organiseren - Werkoverleggen - Kwartaalrapportages schrijven - Werven vrijwilligers - Voorlichten - Signaleren - Doorverwijzen - Overleg
Kansweb
984,- - Stakeholdersoverleg - Ontwikkelen activiteitenoverzicht - Flyeren - Wervingskosten vrijwilligers € 1.875,- - Stakeholdersoverleg - Voorlichting - Bijdrage sociale kaart - Werven vrijwilligers
Solid
- Stakeholdersoverleg
- Stakeholdersoverleg bijwonen - Voorlichting geven - Bijdrage aan sociale kaart - Werven vrijwilligers - Stakeholdersoverleg bijwonen
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
8
-
Vrijwilligers
Sociaal geïsoleerden Totaal
Foldermateriaal Intervisie Informatieavond Gesprekken Aanbod zoeken Contacten met Doras Training Volgsysteem invullen
- Voorlichting geven - Intervisiebijeenkomsten bijwonen - Informatieavond bijwonen - Bijeenkomsten met cliënten - Contacten onderhouden met Doras - Training volgen - Volgsysteem invullen - Passend aanbod zoeken - Nemen deel aan bijeenkomsten
€ 33.934,-
We zien dat de investeringen voornamelijk door het stadsdeel worden gevormd, waarvan het merendeel van de activiteiten wordt uitgevoerd. De extra investeringen in tijd van de overige samenwerkingspartners bedraagt ongeveer € 4.500,- De tijd van Doras is niet apart berekend, want die wordt gefinancierd vanuit de subsidierelatie. Doras heeft door het verwerven van fondsgelden de training mede gefinancierd met een geldelijke bijdrage van € 4.500,- . Verder hebben we in kaart gebracht wat de investeringen in tijd zijn geweest van de vrijwilligers in dit initiatief, maar deze hebben we niet gemonetariseerd/voorzien van een geldelijke waarde. In totaal gaat het om ongeveer 750 uren op jaarbasis die zij in de pilot moeten investeren om deze tot stand te brengen, voornamelijk door intervisiebijeenkomsten en het voeren van gesprekken (40 personen, 6 gesprekken per persoon, gemiddeld 1,5 uur per gesprek).
2.1.2 Resultaten en effecten In onderstaande tabel geven we nogmaals de activiteiten van de verschillende belanghebbenden. Deze koppelen we aan de resultaten van deze activiteiten en de effecten die de belanghebbende met de activiteiten binnen het initiatief wil bereiken. Belanghebbenden Stadsdeel Noord
Activiteiten
Resultaten
Effecten
Monitoren
4 Verslagen 3 overleggen Aantal contacten
- Project in beeld - Langer zelfstandig wonen - Voorkomen opname verzorgingshuis - Minder gebruik gezondheidsvoorzieningen - Activeren en participeren inwoners - Ondersteuning kansarmen samenleving - Verstevigen netwerk buurtorganisaties
Contacten met wijkaanpak
Doras
Vraagverhelderingsgesprek voeren
Aantal vraagverhelderingsgesprekken
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
9
Coaching Intervisiebijeenkomsten organiseren Werkoverleggen Kwartaalrapportages schrijven Werven vrijwilligers De Ark
Werven vrijwilligers Voorlichten Signaleren Doorverwijzen
Kansweb & Solid
Overleg Stakeholdersoverleg bijwonen Voorlichting geven Bijdrage aan sociale kaart Werven vrijwilligers
Vrijwilligers
Intervisiebijeenkomsten bijwonen Informatieavond bijwonen Bijeenkomsten met cliënten Contacten onderhouden Doras Volgsysteem invullen
Sociaal geïsoleerden
Nemen deel aan bijeenkomsten
Aantal coachmomenten Aantal intervsiebijeenkomsten Aantal werkoverleggen Aantal kwartaalrapportages
- Toeleiding naar andere activiteiten - Investering in vrijwilligers
Aantal geworven vrijwilligers Aantal geworven vrijwilligers Aantal voorlichtingen Aantal signalen Aantal doorverwijzingen
- Positieve uitstraling kerk - Bijdrage aan een goede samenleving - Vinden weg naar de Ark - Meer samenwerking andere organisaties
Aantal overleggen Aantal stakeholdersoverleggen Aantal voorlichtingen Bijdrage
- Bijdrage aan de samenleving - Participatie van buurtbewoners - Positieve uitstraling
Aantal geworven vrijwilligers Aantal intervisiebijeenkomsten Aantal informatieavonden Aantal bijeenkomsten met cliënten Aantal contacten met Doras Aantal ingevulde volgsystemen Aantal bijeenkomsten
- Goed gevoel - Bijdrage aan de samenleving
-
Minder eenzaamheid Meer participatie Sociale netwerk vergroten Minder beroep mantelzorgers (familie)
Het stadsdeel streeft er als opdrachtgever naar dat inwoners langer zelfstandig wonen en actief blijven, waardoor zij niet of later een beroep doen op een verzorgingshuis en minder gebruik maken van gezondheidsvoorzieningen.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
10
Doras verstevigt met het initiatief het contact met de buurtorganisaties en stuurt op toeleiding naar andere activiteiten. De Ark streeft vooral een positief imago van de kerk na door deel te nemen, waardoor meer samenwerking en wellicht meer leden mogelijk zijn. Ook Kansweb en Solid verkrijgen door deelname een positief imago waardoor de samenwerking verbetert en ze een bijdrage leveren aan de samenleving. Vrijwilligers zien een effectieve meerwaarde in de hulp aan de doelgroep, waar zij een goed gevoel aan ontlenen. Doelstelling is dat de sociaalgeïsoleerden minder eenzaam zijn en meer sociaal participeren. Dit voorkomt tevens een beroep op mantelzorg.
2.1.3 Indicatoren en waardering In onderstaande tabel beschrijven we de indicatoren die duiden op de effecten die aan de hand van het initiatief worden nagestreefd. We monetariseren de indicatoren, zodat we een sociale waarde kunnen berekenen. De kolom ‘waarde’ kan zijn gebaseerd op kosten, maar kan ook zijn gebaseerd op de waarde die de belanghebbende hecht aan de bewuste indicator. Ter illustratie: het behalen van een opleidingscertificaat is van waarde voor een student (het gaat dus niet om de kosten van het realiseren van een opleidingscertificaat). Ander voorbeeld: een paar Nikes vertegenwoordigd een bepaalde waarde voor een jongere (>100 euro). Dit strookt niet met de kosten van deze Nikes (ongeveer 10 euro). De waarde van indicatoren, die niet gebaseerd zijn op kosten, kan in een afzonderlijke exercitie worden achterhaald. Binnen de randvoorwaarden van deze SROI-metingen is daar op dit moment geen ruimte voor. We hebben deze indicatoren daarom enkel kwalitatief benoemd. Ook als het erg lastig bleek een indicator te waarderen doordat verschillende effecten elkaar beïnvloeden, is de indicator enkel kwalitatief benoemd. Een goed voorbeeld daarvoor is de toegenomen (of afgenomen) vraag naar specifieke ouderdomsvoorzieningen. Door de (sterke) vergrijzing is dit afzonderlijke effect nauwelijks te achterhalen. Immers, de vraag stijgt sowieso (sterk). Belanghebbenden Stadsdeel Noord
Effecten
Indicatoren
Aantal
Project in beeld
Voorkomen inzet professionals Hogere opnameleeftijd
490 uren
Langer zelfstandig wonen Voorkomen opname verzorgings-huis Minder gebruik Minder huisartsen gezondheidsvoorMinder dagopvang zieningen Activeren en participeren inwoners
Aantal huisbezoeken Deelnemers
Waarde € 72,00
40 pers.
Onbekend
10 pers.
Onbekend Onbekend Onbekend On-
10 pers. 40 pers. 20 pers.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
Totaal € 35.280,-
11
Doras
Onder-steuning kansarmen samenleving Verstevigen netwerk buurtorganisaties
Toeleiding naar andere activiteiten
Investering in vrijwilligers De Ark
Kansweb & Solid
Positieve uitstraling kerk Bijdrage aan een goede samenleving Vinden weg naar de Ark Meer samenwer-king andere organisaties Bijdrage aan de samen-leving Participatie van buurt-bewoners
Positieve uitstraling
activiteiten Score van minder eenzaam op schaal Meer contacten Minder tijdrovende contacten Nieuwe samenwerkingspar tners Samenwerking ketenpartners (cijfer) Meer informatie & advies Meer ouderenadvies Meer kortdurende dienstverlening Meer vrijwilligers
Positieve indrukken over de kerk Bezoekers activiteiten
40 pers.
bekend Waarde
20 uren
€ 75,00
-€ 1.500,-
20 uren
€ 75,00
€ 1.500,-
Onbekend
Waarde
Onbekend
Waarde
15 trajec- Onten bekend 1 traject Onbekend 5 trajec- Onten bekend 10 Waarde Vrijwilligers OnWaarde bekend 3 bezoekers
Waarde
Aantal nieuwe kerkleden Makkelijker contacten leggen
Onbekend Onbekend
Waarde
Meer deelnemers aan activiteiten
5 deelnemers
Onbekend
Meer vrijwilligers
Onbekend 5 deelnemers
Waarde
5 deelnemers 125 meer positieve klanten
Onbekend Waarde
Deelnemers bewonersinitiatiev en Meer deelnemers aan activiteiten Klanttevredenheid s-onderzoek
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
Waarde
Onbekend
12
Vrijwilligers
Sociaal geïsoleerden
Totaal
Goed gevoel
Bijdrage aan de samenleving Minder eenzaamheid
Waarde-exercitie Vrijwilligerstevredenheidsond erzoek Waarde-exercitie
Score van minder eenzaam op schaal Meer participatie Deelname activiteiten Sociale netwerk Meer afspraken vergroten (netwerkanalyse) Minder beroep mantelzorgers (familie) € 35.280,-
Netwerkanalyse
5 vrijwilligers 5 vrijwilligers
Waarde
5 vrijwilligers 40 pers.
Waarde Waarde
20 pers.
Waarde
20 pers.
Waarde
Onbekend
Waarde
Waarde
Ter verduidelijking. Als in de kolom waarde ’onbekend’ staat genoteerd, dan zou deze op basis van kosten kunnen worden gemonetariseerd. Bijvoorbeeld als een persoon deelneemt aan een activiteit dan vertegenwoordigt dit een bedrag in geldwaarde (op basis waarvan subsidie wordt verkregen). Als in deze kolom ‘waarde’ is genoteerd, moet de indicator op basis van een waardering van de betreffende belanghebbende worden geconcretiseerd (wat is een beter imago je waard?) Bijvoorbeeld in de vorm van een waarde-exercitie/waardespel. Tijdens deze SROI-meting bleken de samenwerkingspartners nog niet geheel scherp te hebben welke effecten ze verwachten van de aanpak. Hoewel concreet geformuleerd in termen van aantallen (bijvoorbeeld 40 bereikte bewoners), werd niet duidelijk wat de opbrengst hiervan is en hoe we dat duidelijk kunnen monetariseren. De geschikte gegevens daarvoor waren nog niet voorhanden. Ten dele heeft dit te maken met het feit dat dit project nog loopt en de uiteindelijke resultaten ook nog niet zijn behaald. Bij het nadenken over het effect van de aanpak op de samenwerking bleek dat het positieve effect van de mindere tijdsinvestering die per contact nodig is (kunnen elkaar snel vinden) direct opweegt tegen het toegenomen aantal contacten met (nieuwe) samenwerkingspartners. De meerwaarde van de meting zit voor de deelnemers met name in het inzicht dat is gecreëerd in de benodigde gegevens om de aanpak te kunnen duiden of (bij) te sturen. Als dit de gegevens zijn die er toe doen, dan kunnen de registraties aan de hand van deze leidraad worden ingericht. Zo kan in een later stadium, bij een latere meting, meer worden gezegd over de meerwaarde van de aanpak.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
13
2.1.4 Sociale waarde De SROI-waarde van dit initiatief is 1,04. Daar is echter een flink aantal kanttekeningen bij te plaatsen. - De meting is niet compleet. Veel waarde aan de opbrengstenkant moet nog worden toegevoegd; - In dit initiatief wordt waarde gerealiseerd voor 2 ‘doelgroepen’, namelijk de inwoners/sociaal geïsoleerden en de vrijwilligers. Aan de hand van een waardeexercitie zou deze waardecreatie moeten worden gespecificeerd; - We zijn er bij de meting vanuit gegaan dat de pilot ook plaats zou hebben gevonden met de inzet van professionals. Dit heeft een groot deel van de huidige opbrengsten van de meting bepaald. Namelijk de tijd die wordt ingezet voor het voeren van gesprekken, de tijd die nodig is voor contacten met Doras en voor het invullen van de volgsystemen is opgenomen (totaal 490 uren) als opbrengst tegen een uurtarief van 72 euro. De veronderstelling is dat door de inzet van vrijwilligers er een besparing optreedt van de professionele inzet.
2.2
Apeldoorn, vrijwilligersloket Het Schakelpunt
De SROI-analyse in Apeldoorn richt zich op de uitvoering van het vrijwilligerswerk en informele zorg. Het vrijwilligerswerk in Apeldoorn kende weinig onderlinge samenwerking en het (gezamenlijk) aanbod was niet helder op elkaar afgestemd. In Apeldoorn wordt vrijwilligerswerk gezien als het cement van de samenleving. De gemeente veronderstelde dat als het cement afbrokkelt, inwoners eerder (onnodig) gebruik moeten maken van formele zorg. Dit terwijl er goedkopere oplossingen te vinden zijn door de inzet van vrijwilligerswerk. In een convenant is in 2008 een bundeling van krachten van vrijwilligersorganisaties vastgelegd waarop in 2009 een vrijwilligersloket, Het Schakelpunt, is ingericht. Hier worden burgers ondersteund in hun behoefte naar informele zorg. Er zijn 27 vrijwilligersorganisaties verenigd in het loket. Als er geen passend aanbod middels informele zorg kan worden geboden, wordt het Wmo-loket ingeschakeld. De verwachting is dat hierdoor minder vragen over bijvoorbeeld begeleiding of om huishoudelijke verzorging worden gesteld. Maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt in het Schakelpunt ingezet om de kansen voor mensen met een beperking te verhogen. Proces van de meting Deze SROI is slechts ten dele uitgevoerd. Er heeft een gesprek met de projectcoördinator plaatsgevonden en een bijeenkomst met de belangrijkste belanghebbenden. De meting is echter halverwege afgebroken omdat de deelnemers van mening zijn dat vrijwilligerswerk niet te kwantificeren is. De tijdsinvestering die vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties doen, werd bijvoorbeeld als niet relevant beschouwd door de betrokkenen. Voor een zorgvuldige SROIanalyse is het wenselijk om de arbeidsuren te duiden en de arbeidstarieven zoveel mogelijk te waarderen. Bij vrijwilligerswerk is dat lastig, maar in principe niet ondoenbaar. Eventueel hadden we er ook voor kunnen kiezen om ons tot de arbeidsuren te beperken. Helaas ontstond bij de deelnemers een ongemakkelijk gevoel, waardoor we er gezamenlijk voor hebben gekozen de analyse af te breken. Hierdoor konden investeringen niet nader worden gespecificeerd of gemonetariseerd en zijn we niet toegekomen aan het bepalen van de waardecreatie van de inzet van het Schakelpunt.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
14
Deze casus leert ons dat de SROI-methodiek niet in alle situaties even gemakkelijk is toe te passen. Het vergt een langer voortraject en investering om onder deelnemers als vrijwilligersorganisaties draagvlak te creëren voor de methodiek en hun bekend te maken met deze manier van denken. De methode moet in die gevallen wellicht anders worden ingestoken; meer nadruk op de kwalitatieve en sociale opbrengsten en minder op het monetariseren en de economische waarden.
2.3
De Eigen Kracht Centrale, Eigen Kracht conferenties
De Eigen Kracht Centrale (EKC) is opgericht in 2002. De inspiratie komt uit Nieuw Zeeland, waar de Maori´s al honderden jaren in eigen kring problemen in de familie oplossen. In Nieuw Zeeland waren in de jaren ´80 grote problemen in de jeugdzorg. In navolging van de Maori’s heeft de overheid toen de ‘Family Group Conference’ bedacht en in de wet vastgelegd dat burgers eerst een oplossing in eigen kring moeten proberen te zoeken. Dit bleek te werken en de vraag naar professionele voorzieningen daalde. In Nederland heeft de Stichting Eigen Kracht Centrale (2002) dit besluitvormingsmodel (geen hulpverleningsmodel) geïntroduceerd als de Eigen Kracht-conferentie. Het is een werkwijze die maakt dat de zeggenschap over een probleem én oplossing bij de burger blijft. Eigen Kracht-conferenties kunnen ingezet worden overal waar een plan of een strategie nodig is die de ‘hoofdpersoon’ samen met zijn ‘eigen mensen’ kunnen maken: Jeugdzorg, seksueel misbruik, huiselijk geweld, zorgbehoefte, dreigende huisuitzetting, gezondheidszorg, onderwijs, gevangeniswezen, etc. Een probleem wordt zoveel mogelijk in eigen kring opgelost en zo voorkomt deze aanpak een onnodig beroep op professionele vormen van begeleiding en hulp. De betrokkene wordt door de kracht van het eigen netwerk gesterkt in het idee problemen zelf op te kunnen lossen. Inmiddels zijn in het hele land ca. 3000 conferenties gedaan. Er zijn 500 coördinatoren actief die de conferenties begeleiden. De totale kosten van een conferentie zijn € 3.600,- inclusief ontwikkeling, investeringskosten, organisatie, personeel, overhead, lobby, website, E-kracht, zaaltje, PR, opleiding, et cetera. Betrokken belanghebbenden zijn burgers in eigen kring, hulpverleners, overheid (gemeenten, provincie, rijk), St. ECK (bureau, regiomanagers en coördinatoren) en politiek. De politiek ziet veel in het gedachtegoed. Weerstand bestaat bij sommige hulpverleners (bedreiging voor hun werk), sommige burgers (die vinden recht te hebben op zorg) en organisaties (die omzet willen draaien). Vanaf de eerste conferentie zijn de gegevens geregistreerd en op basis daarvan is veel onderzoek gedaan. Zo is bijvoorbeeld onderzoek uitgevoerd door VU en PiResearch en WESP naar de effecten binnen de jeugdzorg, inclusief een controle groep. Door Van Naam en Partners, is op basis van dat onderzoek een indicatieonderzoek gedaan naar de kosten besparingen door mindere zorgconsumptie. Uit dit onderzoek blijkt dat mensen vaak beter en sneller worden geholpen dan in het reguliere zorgcircuit en dat de kosten van de zorg minder hoog zijn. In 85% van de aangemelde conferenties komt er een plan.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
15
Een gemiddeld plan bestaat uit 18 afspraken waarvan 80% door de familie binnen afzienbare tijd wordt uitgevoerd en 20% vragen zijn om professionele hulpverlening (financiën, onderwijs, gezondheidszorg, arbeid et cetera) Proces van de meting Na een eerste gesprek met de directeur van de Eigen Kracht Centrale hebben we gezamenlijk geconcludeerd dat een eenvoudige SROI niet volstaat, omdat de baten en effecten van de Eigen Kracht Centrale te omvangrijk zijn om aan de hand van één meting te meten. Bovendien zijn er effecten op verschillende terreinen of leefgebieden en is er inmiddels al veel onderzoek gedaan naar de effecten van de Eigen Kracht conferentie(s).
2.4
Eindhoven, zelfindicatie 75+ Hulp bij het Huishouden
In de gemeente Eindhoven is een regeling getroffen voor 75-plussers die hulp bij het huishouden (Hbh) aanvragen. De SROI-analyse richt zich op de financiële en maatschappelijke opbrengsten van deze regeling. De leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder die een aanvraag deed voor Hbh in Eindhoven, kreeg voorheen in bijna alle gevallen Hbh toegewezen. In het kader van lastenverzwaring voor burger en gemeenten was een volledige toegangsbepaling onnodig. Voor de invoering van de regeling ging het om ongeveer 60.000 geleverde zorguren Hbh. Indien geen interventie zou worden gepleegd, zou onnodig veel geld en tijd zijn gemoeid bij de toegangsbepaling. Eindhoven heeft per 1 januari 2009 de toegangsbepaling veranderd voor mensen van 75 jaar of ouder die een aanvraag indienen voor hulp bij het huishouden. Dit houdt in dat deze groep op basis van een eenvoudige zelfindicatie recht hebben op twee of drie uren hulp bij het huishouden per week. Door een simpele beslisboom in te vullen kan een zorgvrager die ouder is dan 75 jaar eenvoudig hulp bij het huishouden aanvragen zonder een gemeentelijke of CIZ indicatie, het bereiken van de leeftijd van 75 jaar is voldoende. Het uitgangspunt van de gemeente voor het instellen van de regeling is dat bijna elke 75-jarige recht heeft op een hulp bij het huishouden en een indicatiestelling daarom onnodig bureaucratisch en kostbaar is. Deze regeling zien we niet in andere gemeenten terug. Proces van de meting In het verkennende gesprek met de verantwoordelijke beleidsmedewerker van de regeling kwam naar voren dat deze beleidsregeling een andere SROI-aanpak vereist dan een SROI-meting naar een pilot of project. Een bijeenkomst met verschillende belanghebbenden was niet nodig, omdat de gemeente de enige partij is die investeringen voor deze regeling heeft gemaakt en effecten ervaart. Dit resulteerde in een tweede gesprek met de gemeente waarin de gehele meting is uitgevoerd en de SROI-waarde is bepaald. Er is gekeken naar de inverdieneffecten van de regeling voor de gemeente. Tijdens de analyse viel op dat de regeling is ingezet door een politieke keuze om de aanvraag voor zorg voor burgers laagdrempelig te maken. De aanvragen die op
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
16
basis van de regeling zijn afgehandeld, zijn niet apart geregistreerd, omdat het geen apart product is. Het gaat alleen om een andere toegangsbepaling naar het product hulp bij het huishouden. Wat de financiële voor- of nadelen van deze regeling zijn, was tot dan toe geen actuele vraag voor de gemeente; maar wel een relevante vraag. De opbrengsten van de SROI-meting geven hier voldoende antwoord op. Een meer bedrijfskundig perspectief leidt tot een meer gerichte registratie van gegevens, waardoor dergelijke inzichten ook voor de gemeente toegankelijk worden.
2.4.1 Investeringen en activiteiten In onderstaande tabel geven we de investeringen weer die nodig zijn om de regeling operationeel te maken. In Eindhoven zijn vooral investeringen in geld (budgetten) en tijd door de gemeente gedaan. Daarbij geven we in deze tabel aan welke activiteiten door de belanghebbende in het project of de aanpak worden uitgevoerd. Belanghebbenden Gemeente Eindhoven Zorgaanbieders Zorgvragers CIZ Totaal
Investeringen
Omschrijving
€ 175.695,- - Verwerken aanvragen - CIZ-indicaties
Activiteiten Verwerken aanvragen Leveren zorg Indiceren zelf Leveren indicaties
€ 175.695,-
De gemeente heeft geïnvesteerd in het opstellen van een beslisboom voor 75plussers, zodat zorgaanvragers een zelfindicatie kunnen doen. Dit heeft weinig extra tijd gekost binnen het reguliere takenpakket van beleidsmedewerkers. De grootste investering gaat uit naar het verwerken van zelfindicaties en van de zorgaanvragen die via het CIZ zijn aangevraagd. Vooral in de laatste post zijn de kosten het hoogste: van de 2200 zorgaanvragen zijn 1600 aanvragen middels een zelfindicatie aangevraagd, voor de overige 600 aanvragen is de toegangsbepaling via het CIZ gelopen (en door de gemeente betaald).
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
17
2.4.2 Resultaten en effecten In onderstaande tabel geven we nogmaals de activiteiten van de verschillende belanghebbenden. Deze koppelen we aan de resultaten van de activiteiten en de effecten die de belanghebbende met de activiteiten binnen het initiatief wil bereiken. Belanghebbenden Gemeente Eindhoven
Activiteiten
Resultaten
Effecten
Verwerken aanvragen
Aantal aanvragen
- Lastenverlichting Hbh - Minder indicatiekosten - Efficiënter werken
Zorgaanbieders Zorgvragers
Leveren zorg Indiceren zelf
Aantal zorguren Aantal zelfindicaties
CIZ
Leveren indicaties
Aantal indicaties
- Hogere klanttevredenheid - Minder tijdsinvestering voor een indicatie - Minder uitgevoerde indicaties
De effecten van de 75-plus regeling vinden we vooral bij de gemeente en de zorgvragers. De zorgaanbieders kennen geen effecten van het initiatief, want zij leveren zorg zoals zij altijd deden naar aanleiding van een zorgvraag. De praktijk laat zien dat zij vaak 2 á 3 uur zorg verleenden binnen de bandbreedte van een CIZindicatie, dat doen ze nu ook vanuit de 75-plus regeling. Het CIZ krijgt minder indicatieaanvragen van de gemeente Eindhoven dan voorheen, omdat een deel van de zorgvragers nu zelf de indicatie uitvoert. De gemeente ervaart daardoor een belangrijke besparing, en wel op lagere indicatiekosten, als gevolg van een efficiëntere afstemming tussen zorgvrager en zorgaanbieder en minder regeldruk, doordat een externe partij als het CIZ niet meer betrokken is in het proces van een aanvraag voor Hulp bij het huishouden. Dit komt tevens ten goede aan de zorgvrager: minder tijdsinvestering voor een zorgaanvraag en een hogere klanttevredenheid.
2.4.3 Indicatoren en waardering In onderstaande tabel beschrijven we de indicatoren die duiden op de effecten die aan de hand van de regeling worden nagestreefd. We monetariseren de indicatoren, zodat we een sociale waarde kunnen berekenen. De kolom ‘waarde’ kan zijn gebaseerd op kosten, maar kan ook zijn gebaseerd op de waarde die de belanghebbende hecht aan de bewuste indicator. Als het erg lastig bleek een indicator te waarderen doordat verschillende effecten elkaar beïnvloeden, is de indicator enkel kwalitatief benoemd. Neem bijvoorbeeld de toegenomen vraag naar specifieke ouderdomsvoorzieningen als gevolg van vergrijzing.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
18
Belanghebbenden Gemeente Eindhoven
Effecten
Indicatoren
Aantal
Lastenverlichting Hbh Minder indicatiekosten
Klanttevredenheid Hbh/Wmo Voorkomen indicatiekosten
1700 klanten 1600 indicaties
Efficiënter werken
Minder uren tijdsinzet indicatiestelling Minder uren tijdsinzet PGBverstrekking
Hogere klanttevredenheid Minder tijdsinvestering voor een indicatie Minder uitgevoerde indicaties
Waarde
Totaal
Waarde Kosten
€ 344.000,-
1100 uren
Kosten
€ 31.130,-
50 uren
Kosten
€ 1.415,-
Klanttevredenheidscijfer
1700 klanten
Waarde
Minder tijdsinvestering
2200 uren
Zorgaanbieders Zorgvragers HbH
CIZ
TOTAAL
Aantal minder uitgevoerde indicaties
Kosten
Kosten
€ 376.545,-
We zien dat de gemeente de grootste besparing realiseert op twee belangrijke punten, namelijk de indicatiekosten en de tijdsinvestering die een zorgaanvraag kost. De grootste kwalitatieve opbrengst ligt bij de zorgvrager; deze uit zich in diens klanttevredenheidscijfer. Het klanttevredenheidscijfer voor de Wmo is echter (nog) niet gespecificeerd naar klanttevredenheid voor de 75-plus regeling. De SROIanalyse kan een aanleiding zijn om in het jaarlijkse klanttevredenheidsonderzoek in het kader van de WMO specifiek te vragen naar de (tevredenheid met de) 75-plus regeling.
2.4.4 Sociale waarde Dit levert het volgende beeld op: - Indicatiekosten zijn fors lager, doordat cliënten zichzelf kunnen indiceren via de beslisboom; - Loketmedewerkers besteden minder tijd aan een cliënt om hem/haar toe te leiden naar Hbh door het minimaliseren van het aantal schakels; - Het aantal uren geleverde zorg bleef nagenoeg gelijk. Kortom: door relatief lage investeringen, kunnen waardevolle effecten worden bereikt. De analyse levert een SROI-waarde op van 2,14.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
19
De SROI-ratio kan enkel nog meer toenemen als de toename in klanttevredenheid voor klanten en medewerkers wordt gemonetariseerd. De effecten en waardecreatie worden dan immers groter, terwijl de investeringen gelijk blijven. De analyse vergde van de gemeente om inzage in het aantal cliënten, het aantal uren geleverde zorg, de interne tijdsinvesteringen die gemoeid zijn met het afhandelen van zelfindicaties in vergelijking met een CIZ-indicatie, etc. Inzage in deze investering maakt voor de gemeente inzichtelijk wat de economische meerwaarde is van deze regeling. Ons inziens biedt deze SROI-waarde aanleiding om te overwegen om bijvoorbeeld de leeftijdsgrens van de regeling naar beneden te brengen, zodat de doelgroep groter wordt waarop je kan besparen. Als de juiste gegevens voorhanden zijn bij de gemeente Eindhoven, dan kunnen nieuwe aantallen van aanvragen worden ingevuld in het de SROI-meting om te berekenen wat de effecten zijn als de doelgroep groter wordt. De SROI-waarde wordt dan automatisch aangepast. Dit biedt een toegenomen inzicht in de meerwaarde van de regeling. Tot slot vinden er nog steeds 600 indicaties plaats die voor het grootste deel van de investeringen zorgen. Eindhoven zou na kunnen denken over mogelijkheden om deze indicaties verder te verlagen. Ook daarvoor kan het SROI-instrument behulpzaam zijn om de verwachte besparingen door te berekenen.
2.5
Helmond, pilot Persoonlijke Ondersteuning
De SROI-analyse in Helmond richt zich op de ontwikkeling van een nieuw ondersteuningssysteem als alternatief voor een individuele verstrekking voor Hulp bij het huishouden (Hbh). De verstrekking hulp bij het huishouden is doorontwikkeld naar de pilot ‘Persoonlijke Ondersteuning’. De aanleiding voor de pilot is dat door aanbestedingen en de invoering van de Wmo de arbeidsvoorwaarden in de zorg verslechterd zijn. Dat deel van het arbeidspotentieel verlaat de thuiszorg waardoor er wachtlijsten ontstaan. De verwachting is bovendien dat door de vergrijzing de zorgvraag met ongeveer 15% zal stijgen in Helmond in de komende vijf jaar. Hierdoor wordt de verstrekking van Hbh op termijn onbetaalbaar. De invoering van de AWBZ-pakketmaatregelen zal de geldelijke tekorten doen toenemen. De gemeente zou per jaar 10% tekort hebben op hun begroting, indien ze door zou gaan op de oude voet. De verwachting is dat deze aanpak meer kan doen voor minder geld. Het gaat in 2009 om ongeveer 2000 mensen die een beroep doen op de Hbh en ongeveer 150-250 personen die geraakt worden door de AWBZ-pakketmaatregelen. Het doel van de pilot is dat mensen langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en dat hun kwaliteit van leven zal toenemen. In deze pilot wordt de hulpvraag van een cliënt integraal in kaart gebracht en diens omgeving geïnventariseerd, waardoor optimaal gebruik gemaakt worden van de eigen kracht van de cliënt, de maatschappelijke steunsystemen en professionele Wmo-zorg als HV.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
20
Dit betekent voor mensen met een beperking dat zij beter verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun eigen leven en beter gebruik kunnen maken van voorzieningen als vrijwilligerswerk en mantelzorg, waardoor zij minder afhankelijk worden van professionele Wmo-zorg. Deze gewenste situatie kan ontstaan door maatschappelijke steunsystemen toe te voegen en individuele zorgvoorzieningen te collectiveren. De maatschappelijke steunsystemen worden gezien als het cement van persoonlijke ondersteuning; het is de verbindende schakel tussen hulpverleners, zorgvrijwilligers en mantelzorgers. Een steunsysteem wordt in kaart gebracht in een (zogenoemd) Maatschappelijk Advies Traject (MAATwerk). Het bundelen van diensten en het collectief ervan aanbieden geniet de voorkeur boven individuele voorzieningen. Hierbij geldt een prioriteitsvolgorde van eerst zelf oplossen, dan met behulp van het eigen netwerk, dan middels vrijwillige zorg en dan pas door middels van professionele zorg. Zo worden er naast het aanbieden van broodmaaltijden verzorgen en ondersteuning bij het opwarmen van warme maaltijden, boodschappenservices, was- en strijkservice en de begeleiding van cliënten bij bezoek aan ziekenhuisspecialisten. De verwachting is dat de kwaliteit van leven van cliënten stijgt, ze langer zelfstandig thuis kunnen wonen en de zelfredzaamheid toeneemt. Cliënten zullen actiever in hun netwerk zoeken (zelfregie nemen) naar een oplossing voor hun ondersteuningsbehoefte en zich transformeren van zorgconsument naar coproducent. De persoonlijke ondersteuningsaanpak zal meer op maat zijn en naar eigen wens en behoefte zijn vervuld. Proces van de meting De gemeente Helmond stond aanvankelijk sceptisch ten opzichte van de meerwaarde van deelname aan een SROI-meting. Eenzelfde scepsis was te vinden onder de deelnemers aan de bijeenkomst met belanghebbenden. Er waren veel kritische vragen of de meting niet teveel de focus zou leggen op de financiële opbrengsten van de aanpak en daarmee de kwalitatieve meerwaarde zou verwaarlozen. Gedurende de bijeenkomst verviel deze scepsis en maakte plaats voor enthousiasme. Sterker nog, toen de analyse niet was afgerond na het eerste dagdeel met belanghebbenden is er een tweede bijeenkomst belegd om de analyse te kunnen volbrengen. Een deel van het enthousiasme voor het SROI-instrument is te danken aan de wijze waarop het bijvoorbeeld inzicht geeft in de beweegredenen en investeringen van betrokken partijen om deel te nemen aan de pilot. Zo werd er in de bijeenkomst door de betrokkenen een prioritering aangebracht in wat de doelstelling van de aanpak is: kostenbesparingen of een stijging in de kwaliteit van het leven van burgers (waarbij de laatste prioriteit heeft gekregen).
2.5.1 Investeringen en activiteiten In onderstaande tabel geven we de investeringen weer die nodig zijn om de pilot te operationaliseren. Dit kunnen investeringen in geld zijn (budgetten), maar ook investeringen in tijd. We beperken ons in deze rapportage tot de voornaamste resultaten.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
21
Bovendien geven we in deze tabel aan welke activiteiten door de belanghebbende in het project of de aanpak worden uitgevoerd. De meting beslaat een periode van twee jaar. Belanghebbenden Gemeente Helmond
Zorgaanbieders
Welzijnsorganisatie
Belangenorganisaties
Investeringen
Omschrijving
€ 880.000,- € 131.690,- € 71.640,- -
Investeringsbudget Aanbestedingstraject PR Inzet adviesbureau Brainstorm Aanbesteding inschrijven Maatwerkers inwerken Interne communicatie Brainstorm Aanbesteding inschrijven Maatwerkers inwerken Interne communicatie
€ 1.350,- - Klankbordgroep
Activiteiten -
-
Zorgvragers
Totaal
Financieren Begeleiden maatwerkers Voorlichting geven Managementinformatie Uitvoeren maatwerktrajecten Leveren persoonlijke ondersteuning Uitvoeren maatwerktrajecten Ontwikkelen van collectieve voorzieningen Voorlichting en advies geven Signaleren Ontvangen persoonlijke ondersteuning Actieve houding
€ 1.084.680,-
We concluderen dat de gemeente de grootste investeringen heeft gedaan om de pilot van de grond te krijgen. Ze heeft hiervoor een extern adviesbureau ingehuurd, heeft een investeringsbudget vrijgemaakt en PR-kosten gemaakt om bekendheid in het maatschappelijke middenveld aan de pilot te geven. Daarbij is er naast reguliere aanbestedingstrajecten een extra aanbestedingstraject geweest om te bepalen welke zorgaanbieders en welzijnsinstelling deelnemen aan de pilot voor deelname aan MAATwerk als uitvoering van de persoonlijke ondersteuningsaanpak. We zien ook dat zorgaanbieders behoorlijk hebben geïnvesteerd in de aanloopfase van de pilot. Zij hebben hun medewerkers moeten voorlichten over de nieuwe werkwijze en medewerkers tot maatwerker moeten opleiden. Zorgaanbieders en gemeente dragen samen de opleidingskosten van een maatwerker. De gemeente betaalt echter de arbeidskosten. Ook de betrokken welzijnsorganisatie heeft vergelijkbare activiteiten en investeringen gepleegd als de zorgaanbieders. Ook zij hebben hun medewerkers en vrijwilligers moeten opleiden en/of informeren over de aanpak van de pilot. Bovendien hebben zij deelgenomen aan de aanbesteding voor MAATwerk en moesten daarnaast een aanbod van collectieve voorzieningen ontwikkelen om in de toekomst te kunnen voldoen aan de toegenomen vraag daarnaar als gevolg van de persoonlijke ondersteuningsaanpak.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
22
De belangenorganisaties hebben voorzien in informatie en advies aan zorgvragers en gaven signalen aan de gemeente en maatschappelijke organisaties over hoe de aanpak onder de doelgroep ontvangen wordt. De doelgroep zelf is als gevolg van de aanpak op een activerende manier benaderd in vergelijking met een reguliere aanpak bij een aanvraag voor Hulp bij het huishouden. Zorgvragers werd gevraagd om vanuit hun eigen kracht en netwerk mee te denken over het invullen van hun zorgbehoefte.
2.5.2 Resultaten en effecten In onderstaande tabel geven we weer de activiteiten van de verschillende belanghebbenden. Deze koppelen we aan de resultaten van deze activiteiten en de effecten die de belanghebbende met de activiteiten binnen het initiatief wil bereiken. Belanghebbenden
Activiteiten
Resultaten
Effecten
Gemeente Helmond
Financieren
Aantal financieringen 700 MAATwerktrajecten Aantal voorlichtingen
- Minder uren professionele zorgverlening - Beter zorg- en dienstverleningsaanbod
Begeleiden maatwerkers Voorlichting geven
Zorgaanbieders
Managementinformatie Uitvoeren maatwerktrajecten
Advies geven Signaleren
Managementinformatie Aantal individuele ondersteuningsplannen Aantal uren persoonlijke ondersteuning Aantal individuele ondersteuningsplannen Aantal uren persoonlijke ondersteuning Aantal voorlichtingen Aantal adviezen Aantal signalen
Ontvangen persoonlijke
Persoonlijke ondersteuning
Actieve houding
Aantal individuele ondersteuningsplannen
Leveren persoonlijke ondersteuning Welzijnsorganisatie
Belangenorganisaties
Gebruikers (HV + Pakket)
Uitvoeren maatwerktrajecten Ontwikkelen van collectieve voorzieningen Voorlichting geven
- Verbeteren zorgaanbod - Waarborgen continuïteit organisatie - Verbeteren ketenzorg
- Realiseren eigen missie - Verbeteren ketenzorg - Innovatiemogelijkheden
- Meer belasting vrijwilligers - Versterken rol en positie
- Actieve houding - Van consument naar coproducent - Hulp op maat
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
23
We zien dat de effecten die de gemeente nastreeft, bestaan uit minder aanspraak op professionele individuele zorgverlening en een groter beroep op collectieve voorzieningen. Dit leidt ertoe dat belangen-, welzijnsorganisaties en vrijwilligers meer belast worden en een sterkere positie krijgen in de keten van zorg en welzijn. De keten tussen zorg- en welzijnsaanbieders verbetert daardoor en raakt meer op elkaar afgestemd in de persoonlijke ondersteuningsaanpak. Van zorgaanbieders verlangt de aanpak bovendien dat ze hun zorgaanbod afstemmen op de visie die als basis dient voor de aanpak en hun aanbod daarin verbeteren. De aanpak moet ertoe leiden dat zorgvragers een persoonlijker zorgaanbod krijgen dat meer is toegesneden op hun zorgvraag. Dit effect is echter alleen haalbaar indien de zorgvrager zelf ook actief meedenkt in het vervullen van diens zorgvraag.
2.5.3 Indicatoren en waardering In onderstaande tabel beschrijven we de indicatoren die duiden op de effecten die aan de hand van het initiatief worden nagestreefd. We monetariseren de indicatoren, zodat we een sociale waarde kunnen berekenen. De kolom ‘waarde’ kan zijn gebaseerd op kosten, maar kan ook zijn gebaseerd op de waarde die de belanghebbende hecht aan de bewuste indicator. De waarde van indicatoren, die niet gebaseerd zijn op kosten, kan in een afzonderlijke exercitie worden achterhaald. Binnen de randvoorwaarden van deze SROI-metingen is daar op dit moment geen ruimte voor. We hebben deze indicatoren daarom enkel kwalitatief benoemd. Ook als het erg lastig bleek een indicator te waarderen doordat verschillende effecten elkaar beïnvloeden, is de indicator enkel kwalitatief benoemd. Belanghebbenden
Effecten
Indicatoren
Aantal
Gemeente Helmond
Minder uren professionele ondersteuning Beter zorg- en dienstverleningsaanbod
Minder uren professionele ondersteuning Verbeteren cijfer klanttevredenheid
112.000 uren
Kosten
2600 klanten
Waarde
Meer vraag
Onbekend
Kwalitatief
Verbeteren zorgaanbod
Verbeteren cijfer klanttevredenheid
2600 klanten
Waarde
Waarborgen continuïteit organisatie Verbeteren ketenzorg
-
Onbekend
Waarde
Minder klachten
Onbekend
Kosten
Minder tijd nodig voor overdracht
Onbekend
Kosten
-
Onbekend
Waarde
Zorgaanbieders
Welzijnsorganisatie
Realiseren eigen missie
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
Waarde Totaal € 2.464.000,-
24
Verbeteren ketenzorg
Innovatiemogelijkheden
Belangenorganisaties
Meer belasting vrijwilligers
Totaal
Onbekend
Kosten
Minder tijd nodig voor overdracht
Onbekend
Kosten
Ontwikkelen nieuwe activiteiten
Onbekend
Kosten
Blijvende subsidie
Onbekend
Waarde
Meer tijdsinvestering, incl. kennisvergaring Meer inzet, hogere waardering Continueren of meer subsidie Meer sociale contacten
192 uren
Kosten - € 14.400,-
Onbekend
Waarde
Onbekend
Kosten
Onbekend
Waarde
Minder eenzaamheid
Onbekend
Waarde
Van consument naar coproducent
Meer grip op hun leven
Onbekend
Waarde
Betere informatievoorziening (preventief)
Onbekend
Waarde
Hulp op maat
Nieuwe activiteiten
Onbekend
Waarde
Persoonlijk contact
Onbekend
Waarde
Uitgaan van mogelijkheden
Onbekend
Waarde
Eén contactpersoon
Onbekend
Waarde
Versterken rol en positie
Gebruikers (HV + Pakket)
Minder klachten
Actieve houding
€ 2.449.600,-
De verwachting is dat de gemeente over een periode van twee jaar ‘break even’ draait op het moment dat er een besparing van 15% optreedt (opbrengsten zijn gelijk aan de kosten). De gemeente richt zich daarom op een besparing van 20% om een financieel voordeel te kunnen behalen van deze aanpak. We nemen daarbij aan dat als gevolg van de vergrijzing het aantal klanten en dus sowieso de kosten zullen toenemen. De persoonlijke ondersteuningsaanpak moet ervoor zorgen dat het aantal klanten minder hard stijgt dan dat zonder de aanpak het geval zou zijn geweest. We hebben dus te maken met exogene factoren in de vorm van een (toenemende) vergrijzing.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
25
We nemen aan dat een uur besparing op Hbh per week de gemeente ongeveer € 1.000,- per jaar oplevert (52 weken zorg Hbh maal het uurtarief Hbh a € 22,-). Indien we de gewenste besparing van 20% doorberekenen over een periode van twee jaar en uitgaan van een groei van 200 klanten per jaar, dan levert dat de gemeente bijna 2,5 miljoen Euro op (Namelijk: 280.000 uren per jaar x 2 jaar x 20% x 22 euro). Deze besparing is inzichtelijk geworden doordat we het belangrijkste effect hebben kunnen materialiseren, namelijk het voorkomen van professionele inzet. De verwachting is dat het gaat om 112.000 uren over een periode van twee jaar (20% van 280.000 uren), die worden gewaardeerd tegen €22,- per uur. Ook hebben we direct een negatief effect kunnen benoemen. Belangenorganisaties zien een hogere tijdsinvestering bij deze aanpak van 4 uur per week. Dit leidt tot een negatieve waardering van € 44.000,- (4 uur x 48 weken x € 75,-). De verwachte effecten zijn dan een hoger klanttevredenheidscijfer, minder klachten en dat minder afstemming nodig is in de zorgketen tussen de samenwerkingspartners. Van belangenorganisaties vergt de pilot een investering in kennisvergaring om hun doelgroep telkens goed te informeren over nieuwe wet- en regelgeving en de gevolgen daarvan voor het zorgaanbod. Er zijn meerdere te verwachten effecten van de persoonlijke ondersteuningsaanpak te onderscheiden voor de gebruikers. Een kanttekening hierbij is dat we dit niet hebben kunnen nameten bij de doelgroep, noch dat de eerste evaluaties van de pilot bekend zijn bij betrokkenen. De inzet van belanghebbenden is dat de persoonlijke ondersteuningsaanpak bij zorgvragers tot minder eenzaamheid en meer sociale contacten leidt. Mensen krijgen het gevoel meer grip op hun leven te hebben als gevolg van betere informatievoorziening en een nieuw collectief activiteitenaanbod. Een zorgaanbod op maat zal niet alleen in de aansluiting op de zorgvraag financieel voordelig zijn, maar zal ook een hogere kwaliteit van leven aan de doelgroep geven. De persoonlijke ondersteuningsaanpak is ontstaan vanuit deze mensvisie: het bevorderen van waardigheid, zelfrespect, eigen regie voeren, de behoefte aan meer activiteiten en vertrouwen van burgers in het zorgaanbod.
2.5.4 Sociale waarde De SROI-waarde van dit initiatief is 2,26. Dit is een vrij hoge waarde. De waarde is gebaseerd op de aanname dat de gemeente Helmond een besparing van 20% haalt over een periode van twee jaar. Er wordt daarbij uitgegaan van een vergrijzingspercentage van15% op basis van lokale demografische gegevens. De volgende kanttekeningen moeten daarbij geplaatst worden: - Als gevolg van de aanpak zal de druk op vrijwilligers en mantelzorgers toenemen. De effecten hiervan zijn niet meegenomen in de analyse; - Op dit moment verwacht de gemeente de komende twee jaar te moeten investeren vanuit gemeentelijke reserves. Deze reserves zijn niet opgenomen in het investeringsbudget, omdat nog niet helder is voor welke kosten de gemeente in de toekomst zal komen te staan. Indien deze bedragen worden meegenomen, daalt de SROI-waarde;
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
26
-
2.6
Een aantal effecten van zorgaanbieders en welzijn zijn (nog) niet gemonitariseerd, zoals een verbetering van de klanttevredenheid. Indien we deze waarden kunnen toevoegen, stijgt de SROI-waarde.
Sluis, integrale indicatiestelling Hulp bij het Huishouden (Hbh)
Een ander voorbeeld is de integrale indicatiestelling van een aanvraag voor hulp bij het huishouden in de gemeente Sluis. Door de invoering van de Wmo kwam Hbh en de toegangsbepaling daarvoor naar de gemeente. Als CIZ de indicatiesteller zou blijven, zou dat een extra schakel worden die ten koste gaat van de integrale dienstverlening die de gemeente al kende vanuit de uitvoering van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg). De gemeente verwachtte dat dit zou leiden tot een daling in de kwaliteit van zorg wat betreft de toegangsbepaling en de klanttevredenheid. In Sluis gaat het om ongeveer 1200 Wmo-aanvragen per jaar waarvan 650 aanvragen voor Hbh per jaar. De verwachting is dat de aanvragen de komende jaren sterk zullen stijgen, gezien de vergrijzing. Sluis heeft er daarom voor gekozen de indicatiestelling voor Wmoaanvragen zelf uit te voeren. Vanuit deze integrale indicatiestelling wordt ook gekeken of er (meer/ andere) zorgvragen zijn en hoe de zorgvraag zo eenvoudig/kostenbesparend mogelijk kan worden gecompenseerd. De kennis hiervoor was merendeels al in huis vanuit de Wvg, waardoor ook de systemen erop waren ingericht. In de praktijk betekent dit dat klantmanagers een huisbezoek doen naar aanleiding van een zorgaanvraag. In een gesprek onderzoekt de klantmanager in hoeverre ouderen nog in staat zijn om zelf de regie te houden over hun huishouden. Door zorgvragers al integraal te bevragen op wat zij zelf nog kunnen en waar ondersteuning uit het netwerk mogelijk is, komt er een zorgoplossing die klantgerichter en klantvriendelijker is. Bovendien wordt gezocht naar een laagdrempelig en daardoor goedkope(re) voorziening. Doordat Sluis een kleine gemeente is zijn de lijnen tussen de gemeente en de zorgvrager kort. Er zijn geen tussenpersonen en het CIZ is buiten beeld. Dit bespaart kosten in de uitvoering en een zorgvrager heeft bijvoorbeeld binnen een week een hulp. In andere gemeenten kan dit soms oplopen tot acht weken of langer. Door de Wmo breed te benaderen en verder te kijken dan de zorgvraag (ook bijvoorbeeld naar bijzondere bijstand) gaat deze aanpak om een systematisch andere aanpak dan we doorgaans in andere gemeenten zien in het aanbieden van hulp bij het huishouden. De uitvoering van deze aanpak is budgettair neutraal ingevoerd en de verwachting is dat deze op de lange termijn goedkoper is. We zien dat de meeste gemeenten in Nederland nog niet zo ver zijn in het uitvoeren van een integrale aanpak. Proces van de meting De deelnemers aan de SROI-meting waren verheugd toen zij de meerwaarde van de aanpak ontdekten. Zij hadden hun aanpak altijd als vanzelfsprekend beschouwd, maar zagen nu zowel de economische als de maatschappelijke meerwaarde van de aanpak concreet gevisualiseerd. Dit leidde enerzijds tot verbazing en anderzijds tot een onderschrijving van de SROI als nuttige methode.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
27
2.6.1 Investeringen en activiteiten In onderstaande tabel geven we de investeringen weer die nodig zijn om de werkwijze te operationaliseren. Dit kunnen investeringen in geld zijn (budgetten), maar ook investeringen in tijd. In het gehanteerde instrument voor de SROI-meting zijn de investeringen meer specifiek weergegeven (bijvoorbeeld: aantallen uren, tarieven, et cetera). Belanghebbenden Gemeente Sluis
Zorgaanbieders Zorgvragers Wmo Aanbieders hulpmiddelen Verzekeringsmaatschappijen Rijksoverheid (AWBZ) Totaal
Investeringen
Omschrijving
€ 119.564,- € 86.400,- -
1,5 fte klantmanagers 0,5 fte administratie 0,1 fte Meldpunt Opleidingskosten trainer Kilometerdeclaraties klantmanagers Interviews en gesprekken Verwerken zorgaanvraag Overdragen naar zorgaanbieder Extra tijd indicatiestelling
Activiteiten -
Melding aanvragen Indicatie uitvoeren Rapportage afhandelen Administratief verwerken Overdragen zorgaanbieder
- Verwerken zorgaanvraag - Overdragen naar zorgaanbieder - Huisbezoek ontvangen
€ 205.964,-
Wat opvalt in de tabel is dat de investeringen van de aanbieder van hulpmiddelen, de rijksoverheid en verzekeringsmaatschappijen niet zijn ingevuld. Dit komt omdat de twee laatstgenoemden niet deelnamen aan de gezamenlijke bijeenkomst en de aanname is dat zij enkel profiteren van de opbrengsten, de effecten van de aanpak. Zij zijn daardoor uiteindelijk niet benoemd als direct belanghebbende. De gemeente verwacht dat AWBZ-kosten worden bespaard als gevolg van de integrale aanpak die de gemeente toepast. De gemeente neemt aan dat de preventieve werking de aanvraag van AWBZ-zorg zal verminderen. De aanbieder van hulpmiddelen was wel bij de bijeenkomst aanwezig, maar ervaart vooral effecten van de aanpak en heeft geen investeringen gepleegd bij de totstandkoming van het initiatief. We zien dat de gemeente Sluis samen met de betrokken zorgaanbieders investeringen heeft gedaan. Als gevolg van de integrale benadering heeft Sluis extra klantmanagers aangesteld en het administratieve proces daarop moeten stroomlijnen. De aanpassing daarvan was echter minimaal, omdat er vanuit de oude Wvg-wet al op een vergelijkbare integrale manier werd gewerkt. Van zorgaanbieders verlangt de integrale aanpak dat zij een zorgvraag op deze manier verwerken.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
28
Dit is een werkwijze die anders is dan in andere omliggende gemeenten, waardoor een zorgaanbieder tijd moet investeren om op deze manier te werken. Tot slot moeten ook de zorgvragers investeringen doen in tijd. Ze ontvangen immers een huisbezoek in plaats van een reguliere indicatiestelling.
2.6.2 Resultaten en effecten In onderstaande tabel geven we nogmaals de activiteiten van de verschillende belanghebbenden. Deze koppelen we aan de resultaten van deze activiteiten en de effecten die de belanghebbende met de activiteiten binnen de benadering wil bereiken. Belanghebbenden
Activiteiten
Resultaten
Effecten
Gemeente Sluis
Melding aanvragen
Aantal meldingen
Indicatie uitvoeren Rapportage afhandelen Administratief verwerken Overdragen zorgaanbieder
Aantal indicaties Aantal rapportages
- Besparing CIZ kosten - Besparing zorgkantoor - Besparing uitvoeringskosten huisbezoek - Voorkomen bezwaarschriften - Meer zorgverlening - Hogere PR - Voorkomen duurdere zorgverlening
Verwerken zorgaanvraag Overdragen naar zorgaanbieder
Aantal aanvragen
Huisbezoek ontvangen
Aantal huisbezoeken
Zorgaanbieders
Zorgvragers Wmo
Aanbieders hulpmiddelen
Verzekeringsmaatschappijen Rijksoverheid (AWBZ)
Aantal registraties Aantal overdrachten
Aantal overdrachten
-
Minder tijdsinzet bij start Tevreden medewerkers Partnership gemeente Minder aanvraag op duurdere zorg - Minder reparatie klanttevredenheid - Hoge kwaliteit indicatiestelling - Minder huisbezoeken - Vast aanspreekpunt - Persoonlijke aanpak - Vertrouwen - Efficiëntere tijdsinzet - Makkelijkere communicatie met gemeente - Uitstel of voorkomen van uitbetaling - Uitstel of voorkomen van AWBZ-zorg
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
29
De gemeente kent besparingen op het gebied van indicatiestelling bij het CIZ, kosten voor het zorgkantoor en het aantal huisbezoeken (in één keer integraal tegenover verscheidene bezoeken voor diverse hulpaanvragen). Preventief streeft de gemeente het voorkomen van een aanspraak op (latere) duurdere zorg na. De integrale indicatiestelling leidt tot minder bezwaarschriften op een indicatie door zorgvragers. Er is bovendien een vast aanspreekpunt voor een zorgvrager bij de gemeente die de zorgvrager kent als gevolg van de persoonlijke benadering. Dit leidt tot een hoge tevredenheid bij zorgvragers en grote mate van vertrouwen in de kwaliteit van dienstverlening van de zorgaanbieder en gemeente. Voor zorgaanbieders zorgt de integrale indicatiestelling voor minder tijdsinzet bij aanvang van een zorgtraject als gevolg van een betrouwbare indicatie. Ook is de zogenoemde “reparatietijd” korter die doorgaans ontstaat als gevolg van ontevreden of (veel)vragende klanten door bijvoorbeeld onduidelijke, gemeentelijke procedures. Voor dergelijke afstemming tussen de zorgvrager en het zorgaanbod krijgen zorgaanbieders geen onkostenvergoeding, zij doen dit in hun eigen tijd. De aanpak in Sluis levert wat dat betreft een duidelijke meerwaarde. De persoonlijke aanpak zorgt voor tevreden klanten en heldere procedures. Ook de aanbieder van hulpmiddelen profiteert van de integrale aanpak van de gemeente. Zij ervaren een makkelijke communicatie met de gemeente Sluis door deze aanpak, omdat die goed op de hoogte is van de zorgsituatie van een klant en het aanbod die een klant op dat moment al heeft of nog moet krijgen. Zo vraagt de gemeente, in tegenstelling tot andere omliggende gemeenten, niet om verslagen van aanvragen ten behoeve van dossiervorming. Dit zorgt voor kortere lijnen met de gemeente en dus een efficiëntere tijdsinzet. De belanghebbenden verwachten dat verzekeringsmaatschappijen en de rijksoverheid de gevolgen van de integrale indicatiestelling merken in het voorkomen of uitstellen van een aanvraag op AWBZ-zorg of verzekeringsuitkeringen.
2.6.3 Indicatoren en waardering In onderstaande tabel beschrijven we de indicatoren die duiden op de effecten die aan de hand van het initiatief worden nagestreefd. We monetariseren de indicatoren, zodat we een sociale waarde kunnen berekenen. De kolom ‘waarde’ kan zijn gebaseerd op kosten, maar kan ook zijn gebaseerd op de waarde die de belanghebbende hecht aan de bewuste indicator. Ook als het erg lastig bleek een indicator te waarderen doordat verschillende effecten elkaar beïnvloeden, is de indicator enkel kwalitatief benoemd. Goed voorbeeld daarvoor is de toegenomen (of afgenomen) vraag naar specifieke ouderdomsvoorzieningen. Door de (sterke) vergrijzing is dit afzonderlijke effecten nauwelijks te achterhalen. Immers, de vraag stijgt sowieso (sterk).
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
30
Belanghebbenden Gemeente Sluis
Effecten
Indicatoren
Aantal
Besparing CIZ kosten
Besparing CIZkosten
1200 Wmo aanvragen
Kosten € 139.750,-
Tijdsbesparing gemeente
Onbekend
Kosten
Besparing zorgkantoor
Besparing zorgkantoor
Onbekend
Kosten
€ 75.000,-
Besparing uitvoeringskosten huisbezoek Voorkomen bezwaarschriften
Besparing in aantal uren door in 1x uitvoeren van een huisbezoek 5% minder bezwaarschriften
1080 uren
Kosten
€ 77.760,-
180 bezwaar schriften
Kosten
€ 12,960,-
Onbekend
Kwalitatief
Voorkomen duurdere zorgverlening Zorgaanbieders
Zorgvragers Wmo
Minder tijdsinzet bij start Tevreden medewerkers
Besparing tijdsinzet
300 uren
Waarde
Kosten
Onbekend
Waarde
Partnership gemeente
Onbekend
Waarde
Minder aanvraag op duurdere zorg Minder reparatie klanttevredenheid
Onbekend
Kwalitatief
Besparing tijdsinzet
300 uren
Kosten
Hoge kwaliteit indicatiestelling Minder huisbezoeken
Onbekend
Waarde
Onbekend
Waarde
Vast aanspreekpunt Persoonlijke aanpak
Onbekend
Waarde
Onbekend
Waarde
Vertrouwen
Onbekend
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
Totaal
€ 21.600,-
€ 21.600,-
31
Aanbieders hulpmiddels
Verzekerings maatschappijen Rijksoverheid (AWBZ)
Totaal
Efficiëntere tijdsinzet (combineren selecties) Makkelijkere communicatie met gemeente Uitstel of voorkomen van uitbetaling Uitstel of voorkomen van AWBZzorg € 350.601,-
Besparing tijdsinzet
Onbekend
Kosten
Besparing tijdsinzet
37,5 uren
Kosten
Onbekend
Kosten
Onbekend
Kosten
€ 1.931,-
De grootste besparing voor de gemeente is op de indicatiekosten bij het CIZ en het zorgkantoor en de beperking in uitvoeringskosten, doordat het huisbezoek nu in één keer integraal plaatsvindt. Er wordt daarmee een besparing verwacht van 1080 uren op jaarbasis. Hierbij wordt aangenomen dat vier van de tien aanvragen een besparing wordt gerealiseerd (40%), een gemiddeld huisbezoek drie kwartier duurt en dat in die gevallen in één keer zaken kunnen worden geregeld, waarvoor anders vier bezoeken nodig zouden zijn geweest. Zorgaanbieders profiteren van de besparing in tijd die zij ervaren bij de start van een zorgtraject in de overdracht (en eventuele reparatie) tussen de aanvraag van een zorgindicatie en de uitvoering ervan. De aanbieders van hulpmiddelen ervaren ook van een efficiëntere tijdsinzet en een meer persoonlijkere communicatie met de gemeente.
2.6.4 Sociale waarde De SROI-waarde van dit initiatief is 1,70. Daar zijn echter een aantal kanttekeningen bij te plaatsen: - Doordat de integrale aanpak Wmo-breed over alle compensatievelden (rolstoelvoorzieningen, Hbh, vervoer, etc.) is uitgevoerd bij de invoering van de Wmo, is het lastig om het onderdeel voor de indicatiestelling eruit te lichten in de SROI-meting. Het aantal aanvragen voor specifiek Hbh is daardoor niet bekend bij de gemeente; - Sluis is een relatief kleine en overzichtelijke gemeente. Er zijn twee zorgaanbieders die in de gemeente actief zijn, waarvan de grootste aanbieder 80% van het marktaandeel heeft. De afstemming tussen de gemeente en zorgaanbieder is daardoor relatief eenvoudig; - De gemeente staat bekend als een redelijk vergrijsde gemeente. De verwachting is dat de aanvragen gezien de vergrijzing de komende jaren sterk zullen stijgen. Dit heeft invloed op de SROI-waarde.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
32
2.7
Tilburg, Wonen Zorg en Service in de Wijk (WZSW)
Na onderzoek werd in Tilburg duidelijk dat de vraag naar persoonlijke ondersteuning aan huis steeg door de enorme vergrijzing en vermaatschappelijking van de zorg. Ook het type ondersteuning wat werd gevraagd, veranderde. Bovendien daalde het aanbod van ondersteuning en sloten vraag en aanbod (te duur, te kleinschalig) niet op elkaar aan. Een oplossing hiervoor werd gevonden in de aanpak Wonen Zorg en Service in de Wijk (WZSW). De samenwerking tussen de gemeente Tilburg, Wonen Breburg, De Wever (ouderenzorg), Thebe (thuiszorg), PRVMZ (Provinciale Raad voor Volksgezondheid en Maatschappelijke zorg in Noord Brabant), Diamant (stichting Bevordering werkgelegenheid), heeft geresulteerd in het leerwerkdienstenbedrijf WZSW. In deze aanpak leveren personen met een uitkering, (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten op vrijwillige basis, alsmede vrijwilligers persoonlijke dienstverlening rondom wonen, zorg en welzijn in de wijk. Deze ‘zorgverleners’ worden hierdoor ondersteund in de ontwikkeling van de eigen competenties het geeft hen werkervaring met betaalde arbeid als einddoel. Voor ‘zorgontvangers’ betekent dit de mogelijkheid om langer zelfstandig in de wijk te wonen en te participeren. Middels de verkoop van dienstencheques worden aanvullende zorg-, welzijn- en woondiensten voor en door cliënten gekocht. Daardoor krijgt de ontvanger van de ondersteuning zelf de regie in handen. Momenteel (2010) gaat het in Tilburg om ongeveer 600 klanten die ondersteuning ontvangen via WSZW en is er een wachtlijst van 50 mensen die graag een zorgdienst willen (hulp bij het huishouden) en deze met een dienstencheque in willen kopen. De verwachting is echter dat de totale doelgroep in Tilburg veel groter is. De doelen zijn het verhogen van de zelfredzaamheid van inwoners (nadruk op ouderen en mensen met een beperking), activering en uitstroom van Wwb’ers, instroom van vrijwilligers, nuggers, wsw-ers, etc. die persoonlijke dienstverlening willen uitvoeren, en het verstevigen van de sociale cohesie in de directe woonomgeving. Bijkomend effect is dat een nieuw potentieel van medewerkers voor de zorg wordt gecreëerd. Daarnaast is de verwachting dat de vraag naar aanvullende ondersteuning en zorg minder stijgt. Proces van de meting Speciaal aandachtspunt voor dit initiatief is dat het een aantal jaren geleden is gestart als project, maar nu is uitgegroeid tot een ‘staande’ organisatie. Bij de start van het project hebben samenwerkingspartners investeringen gepleegd, die nu niet (meer op dezelfde manier) in de exploitatie zijn opgenomen. Ook de resultaten en effecten van het initiatief zijn in de loop van de tijd veranderd, zoals de mogelijkheden voor uitstroom naar werk door de inzet van Wwb-ers, de invoering van de Wmo en het opvangen van de pakketmaatregel. Binnen de randvoorwaarden van deze metingen, was het niet mogelijk om het initiatief te meten over de totale afgelopen jaren (bepalen van investeringen, activiteiten, resultaten, effecten en indicatoren over de gehele looptijd van de aanpak). De deelnemers hebben gekozen voor een SROI over het jaar 2007. Dit is een jaar met een goede instroom van Wwb-ers en waarin de resultaten nog niet worden beïnvloed door de invoering van de Wmo.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
33
Een meting in dit jaar geeft een beeld van wat partners bijdragen om de motor draaiend te houden in een gemiddeld jaar. Tot slot vermelden we hier dat TNO in augustus 2008 het rapport ‘Waar zit sociale waarde?’ over WZSW in Tilburg heeft uitgebracht. Daarin zijn vanuit gesprekken met uiteenlopende stakeholders indicatoren geformuleerd. We hebben in deze meting gebruik gemaakt van de basis zoals die vanuit het TNO onderzoek is opgeleverd. De meerwaarde van deze SROI is dat we nu zoveel mogelijk de investeringen en effecten ook monetariseren.
2.7.1 Investeringen en activiteiten In onderstaande tabel geven we dus weer wat de investeringen van partners zijn om het project in een gemiddeld jaar (2007) draaiend te houden. Dit kunnen investeringen in geld zijn (budgetten), maar ook investeringen in tijd. In het gehanteerde instrument voor de SROI-meting zijn de investeringen meer specifiek weergegeven (bijvoorbeeld: aantallen uren, tarieven, et cetera). We beperken ons in deze rapportage tot de voornaamste resultaten. Bovendien geven we in deze tabel aan welke activiteiten door de belanghebbende in het project of de aanpak worden uitgevoerd. Belanghebbenden
Investeringen
Omschrijving
Gemeente Tilburg
€ 644.298,- -
Wonen Breburg
€ 29.508,- -
De Wever
€ 26.550,- -
Stuurgroep Projectgroep Regulier overleg Kwartaaloverleg Beleidsontwikkeling Contractbeheer Eigen bijdragen dienstencheques Stuurgroep Projectgroep Beleidsontwikkeling Stagebegeleiding Eigen bijdrage dienstencheques
Stuurgroep Projectgroep Beleidsontwikkeling Stagebegeleiding Eigen bijdrage dienstencheques
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
Activiteiten -
Ontwikkelen Signaleren vraag Identificeren aanbod Monitoren resultaten Regisseren en faciliteren - Leveren Wwb'ers - Ontwikkelen en ambassaderen - Signaleren zorgbehoefte - Bieden leerplek en begeleiding - Afnemen dienstencheques - Afwikkelen zorgaanvraag - Ontwikkelen en ambassaderen - Signaleren zorgbehoefte - Bieden leerplek en begeleiding - Afnemen dienstencheques - Afwikkelen zorgaanvraag
34
Thebe
€ 32.784,- -
PRVMZ
- Voorzitter stuurgroep - Ontwikkelen en - Organisatorische ondersteuning ambassaderen - Adviseren - Ondersteunen projectleider - Ontwikkelen en ambassaderen - Begeleiden dienstverlener - Leveren dienstverleners - Ontwikkelen dienstverleners - Leveren ondersteuning - Levert ondersteuning - Coachen - Ontvangt huisbezoek € 75.824,- - Huisbezoek - Begeleiden dienstverleners - Instrueren - Eigen bijdrage dienstverleners dienstencheques - Ontvangt ondersteuning - Koopt dienst in met dienstencheque € 808.964,-
Diamant
Dienstverlener WZSW Dienstvrager WZSW
Totaal
Stuurgroep Projectgroep Beleidsontwikkeling Stagebegeleiding Eigen bijdrage dienstencheques
- Ontwikkelen en ambassaderen - Signaleren zorgbehoefte - Bieden leerplek en begeleiding - Afnemen dienstencheques - Afwikkelen zorgaanvraag
We zien dat de investeringen voornamelijk door de gemeente worden gedaan. Uit ontwikkelingsbudget, en budgetten voor armoedebeleid en re-integratie wordt het merendeel van de activiteiten uitgevoerd (ook van bv. Diamant, en dienstverlener WZSW). Daarnaast investeren Wonen Breburg, De Wever, en Thebe, in met name beleidsontwikkeling en stagebegeleiding. We hebben niet kunnen achterhalen hoeveel uren vanuit PRVMZ in het project zijn gestoken. Wel is duidelijk dat dit aantal niet zo omvangrijk is dat dit het eindcijfer substantieel zal beïnvloeden. Verder zijn een aantal inschattingen en aannames gedaan om zo goed mogelijk een meting te kunnen doen, bijvoorbeeld over het aantal vergaderingen, het aantal uren stagebegeleiding en - contractbeheer.
2.7.2 Resultaten en effecten In onderstaande tabel geven we de activiteiten van de verschillende belanghebbenden weer.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
35
Deze koppelen we aan de resultaten van deze activiteiten en de effecten die de belanghebbende met de activiteiten binnen het initiatief wil bereiken. Belanghebbenden Gemeente Tilburg
Activiteiten
Resultaten
Effecten
Ontwikkelen
Aantal voorbereid. bijeenkomsten Zicht op vraag Zicht op aanbod Aantal matches
- Verbinden Wwb en Wmo en armoedebeleid en Wi - Uitvoeren Wwb en Wmo en armoedebeleid - Goed imago - Minder kosten
Signaleren vraag Identificeren aanbod Monitoren resultaten
Wonen Breburg
De Wever
Thebe
PRVMZ
Diamant
Leveren Wwb'ers
Aantal ingezette Wwb'ers
Ontwikkelen en ambassaderen Signaleren zorgbehoefte Bieden leerplek en begeleiding Afnemen dienstencheques Afwikkelen zorgaanvraag Ontwikkelen en ambassaderen Signaleren zorgbehoefte Bieden leerplek en begeleiding Afnemen dienstencheques
Aantal voorbereid. bijeenkomsten Aant. doorgeleidingen WZSW Aantal leerplekken met begeleiding Aantal afgenomen dienstencheques
- Langer en gelukkig zelfstandig wonen - Betere samenwerking - Beter sociaal imago - Betere efficiency - Risicoreductie
Draagvlak en commitment Aantal doorgeleidingen WZSW Aantal leerplekken met begeleiding Aantal afgenomen dienstencheques
- Extra aanverwante dienstverlening - Betere samenwerking - beter sociaal imago - werving arbeidsaanbod - Grotere klantenbinding en werving
Afwikkelen zorgaanvraag Ontwikkelen en ambassaderen Signaleren zorgbehoefte Bieden leerplek en begeleiding Afnemen dienstencheques Afwikkelen zorgaanvraag Ontwikkelen en ambassaderen Adviseren Ondersteunen projectleider Ontwikkelen en
Aantal afgewikkelde zorgvragen Draagvlak en commitment Aantal doorgeleidingen WZSW Aantal leerplekken met begeleiding Aantal afgenomen dienstencheques Aantal afgewikkelde zorgvragen Draagvlak en commitment Advies Ondersteuning projectleider Draagvlak en
- Extra aanverwante dienstverlening - Betere samenwerking - Beter sociaal imago - Werving arbeidsaanbod - Grotere klantenbinding en werving
- PR voor de aanpak - Van beleid naar praktijk brengen - Langer zelfstandig thuis wonen - Arbeidsontwikkeling
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
36
Dienstverlener WZSW
ambassaderen Begeleiden dienstverlener
commitment Aantal begeleide trajecten
Leveren dienstverleners ontwikkelen dienstverleners Levert ondersteuning
Aantal dienstverleners SW Aantal ontwikkelde dienstverleners Aantal verleende diensten Coaching
Coachen
Dienstvrager WZSW
Ontvangt huisbezoek Instrueren dienstverleners Ontvangt ondersteuning Koopt dienst in met dienstencheque
- Nieuwe werkplekken - Meer werk onderkant arbeidsmarkt - Beter sociaal imago
- Vaardigheden, ervaring opdoen - Betaald werk - Participeren, erbij horen - Voldoening, welbevinden, zelfvertrouwen - Langer zelfstandig wonen Aantal - Meer welbevinden huisbezoeken - Toegang tot Aantal begeleidienstverlening die anders dingen niet voorhanden is Aantal vervulde on- - Regie op ondersteuning dersteuningvragen - Minder bureaucratie Aantal ingekochte dienstencheques
De gemeente streeft een integraal beleid na, waarin inwoners deelnemen aan de samenleving, en deelnemen aan het werkproces. De verwachting is dat hogere kosten voor aanvullende ondersteuning en zorg worden voorkomen. Wonen Breburg beoogt te voldoen aan een aantal maatschappelijke doelstellingen ten behoeve van de samenleving. De Wever en Thebe zoeken onder meer klantenbinding, een goede samenwerking, en arbeidspotentieel voor in de zorg. Het project levert voor Diamant onder meer nieuwe werkplekken, en arbeidsontwikkeling. De dienstverleners doen werkervaring op, en participeren aan de samenleving, en de dienstvragers worden hiermee efficiënt geholpen.
2.7.3 Indicatoren en waardering In de volgende tabel beschrijven we weer de indicatoren die duiden op de effecten die aan de hand van het initiatief worden nagestreefd. We monetariseren de indicatoren zoveel mogelijk, zodat we een sociale waarde kunnen berekenen. BelangEffecten hebbenden Gemeente Uitvoeren Wwb Tilburg en Wmo en armoedebeleid
Goed imago
Indicatoren - Minder uitkeringsgerechtigden - Aantal geleverde diensten - Aantal geleverde diensten aan minima - Gerealiseerde reintegratietrajecten Tevreden burgers
Aantal
17533
Waarde Waarde € 21
Totaal
€ 368.193
Kosten 52
600
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
€ 5.415
€ 281.580
Waarde
37
Minder kosten
Wonen Breburg
Langer en gelukkig zelfstandig wonen
Betere samenwerking Beter sociaal imago De Wever
Extra aanverwante dienstverlening Betere samenwerking beter sociaal imago werving arbeidsaanbod
Thebe
Diamant
Extra dienstverlening Betere samenwerking Beter sociaal imago Werving arbeidsaanbod Arbeidsontwikkeling Nieuwe werkplekken Meer werk onderkant arbeidsmarkt
- Voorkomen uitkeringskosten (I-deel) - Voorkomen reintegratie-kosten (Wdeel) - Voorkomen indicatiekosten - Voorkomen kosten voor duurdere hulp - Hogere kostprijs WZSW t.o.v. HbH - Minder huuropbrengsten - Minder onderhoudskosten direct Breburg - Minder onderhoudskosten via klant - Minder klachten(afhandeling) Aantal contacten
26
€ 14.000
€ 364.000
26
€ 4.000
€ 104.000
20
€ 215
€ 4.300
1
Kwalitatief - € 2.022
- € 2.022
600
€ 600
€ 360.000
406
€ 12
€ 4.872
2697
€ 12
€ 32.364
674
€ 100
€ 67.400
Onbekend
€ 100
Tevreden huurders Minder intramurale hulp door langer zelfst. wonen Minder benodigde inzet De Wever Aantal contacten Klant-/medewerkerstevredenheidsonderzoek Verminderen acquisitieinspanningen Meer omzet door langer zelfstandig wonen Aantal contacten Klant-/medewerkerstevredenheidsonderzoek Verminderen acquisitieinspanningen Productiviteit deelnemers Aantal extra leerwerkplekken Aantal in dienst bij WZSW
Waarde
50 75 Onbekend
Kosten € 22 € 100
€ 1.650
Waarde Onbekend 50 Onbekend
€ 100 Kosten € 80 Waarde
Onbekend
€ 80
Onbekend 100
Kosten
Onbekend
Kosten
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
€ 13.500
€ 1.350.000
38
Dienstverle ner WZSW
Dienstvrager WZSW
Beter sociaal imago Vaardigheden, ervaring opdoen Betaald werk Participeren, erbij horen Voldoening, welbevinden, zelfvertrouwen Langer zelfstandig wonen Meer welbevinden
Minder bureaucratie
Klant-/medewerkerstevredenheidsonderzoek Opleidingen
Waarde
Status van betaald werk Extra inkomsten Werkervaring
Waarde
Waarde
Waarde Waarde
Latere opname in verzorgingshuis
Onbekend
Sneller uit de problemen Minder kostbare dienstverlening door eigen bijdragen dienstencheques à € 5, € 10 en € 18 Kortere doorlooptijd
Onbekend 7332 2876 578
Waarde
Waarde € 25 € 20 € 12
€ 183.300 € 57.520 € 6.936
Waarde Totaal
€ 3.184.093
Bij de tabel merken we op dat het een aanname is dat er honderd nieuwe extra leerwerkplekken worden gecreëerd die ieder €13.500,- waard zijn. De kosten van een leerwerkplek zijn wel nader onderbouwd; deze zijn gebaseerd op de gemiddelde kosten van een dergelijke plek binnen het verband van de Diamant-groep op jaarbasis. Dit behelst alle kosten variërend van huisvesting, begeleiding (w.o. aanpassing werkplek), opleiding, ARBO (w.o. werkkleding), administratie, reiskosten tot overhead.
2.7.4
Sociale waarde
Op basis van de bij ons bekend gegevens is de berekende SROI-waarde op dit moment 3,94. Deze is erg hoog. Als we de aanname dat er honderd extra nieuwe leerwerkplekken worden gecreëerd die ieder € 13.500,- waard zijn weg zouden laten, komen we tot een SROI-waarde van 2,77 die nog steeds relatief hoog is. We hebben nu in ieder geval een goede indicatie van de SROI-waarde van dit project, waarbij we nog opmerken dat de waarde na verder onderzoek waarschijnlijk stijgt doordat wel alle investeringen zijn meegenomen, maar (nog) niet alle waardecreatie. Bijvoorbeeld als we kijken naar de waardecreatie die optreedt bij zorgverlener en zorgvrager.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
39
3
Beschouwing en aanbevelingen
3.1
Introductie
In het onderzoek is bij een aantal Wmo-projecten en diensten gekeken naar de waarde van het collectief organiseren en uitvoeren van Wmo-diensten aan de hand van de SROI-methodiek. We noemen die methodiek overigens verder sociale waarde berekening. Omdat een methodiek centraal stond in het onderzoek, ligt het accent meer op de vraag wat de ervaringen zijn met deze methodiek, dan op de uitkomsten bij de verschillende initiatieven die we bekeken hebben. Toch is dit laatste natuurlijk zeer relevant. Daarom staan we eerst stil bij de inhoudelijke opbrengsten van de initiatieven (3.2). Daarna gaan we in op de sterke punten van de sociale waarde berekening (3.3), we geven een aantal aandachtspunten weer (3.4) en we eindigen met aanbevelingen voor het vervolg (3.5).
3.2
De opbrengst van sociale waarde berekening
We zien een aantal positieve uitkomsten bij de sociale waarde berekening. Kort gezegd wijzen de uitkomsten in Sluis, Helmond en Eindhoven allemaal in de richting dat er aanzienlijke kosten zijn te besparen door het anders organiseren van de indicatiestelling voor huishoudelijke verzorging. Ieder van de drie gemeenten heeft een andere strategie gekozen. Sluis werkt met huisbezoeken en een integrale intake door een Wmo-medewerker van de gemeente; Helmond werkt met een verlengde intake en stuurt op het meer collectief organiseren van de voorzieningen en Eindhoven werkt met zelfindicatie voor het verlenen van huishoudelijke verzorging aan ouderen boven de 75 jaar. Alle drie de gemeenten zien met behulp van de sociale waarde meting een duidelijk financieel voordeel. De sociale waarde berekening was in alle gemeenten de eerste keer en er zijn teveel aannames en ontbrekende registratiegegevens om harde uitspraken te doen. Het is ook nog te vroeg om de verschillende aanpakken naast elkaar te zetten en aan te geven waar een gemeenten het meeste terugkrijgt voor de geïnvesteerde euro’s. Een financieel voordeel of de maatschappelijke opbrengsten van een aanpak komen sterker naar voren indien een analyse op meer feiten gebaseerd is en op weinig aannames. Een ander project waar een sterk financieel voordeel uit naar voren komt, is de inzet van uitkeringsgerechtigden voor Wmo-diensten in het Tilburgse WZSW-project. Dit is een complex project waar nog aanvullende berekeningen wenselijk zijn. Maar het geeft een krachtige indruk dat deze ontwikkeling financieel interessant is. Een derde soort van initiatieven waar een duidelijk financieel voordeel voor de gemeente verwacht wordt is het sociaal isolement project in Amsterdam, het vrijwilligersloket in Apeldoorn en de Eigen Kracht benadering. Daarin wordt duidelijk dat het inzetten op eigen kracht van burgers en vrijwilligersinitiatieven financieel voordeel kan leveren. Echter, in deze ronde van onderzoeken kwam dit minder duidelijk naar voren, door uiteenlopende factoren.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
40
3.3
De kracht van sociale waarde berekening
Een sociale waarde berekening leidt tot een gewogen waardering voor een initiatief, uitgedrukt in een financieel kengetal. In de introductie geven we aan dat de sociale waarde berekening kan worden gebruikt voor zaken als maatschappelijke effectberekening, kosten/batenanalyse, vergelijking met andere initiatieven, et cetera. Dat klinkt mooi, maar laten we vooral in het heden blijven en kijken wat we bij een eerste serie van berekeningen zien gebeuren in gemeenten en waar de kracht van de sociale waarde berekening zichtbaar wordt. Zakelijk denken Het eerste dat opvalt is dat betrokkenen in het begin moeten wennen aan de aanpak van het onderzoek. De bedrijfskundige insteek verlangt dat betrokkenen de gedane tijdsinvestering achterhalen, een uurtarief daarbij kunnen noemen en hun verdere inspanningen kunnen kwantificeren. Dit worden als ongewone vragen ervaren in vergelijking met andere onderzoekstrajecten. Dit vergt een omslag in het denken. Op het moment dat belanghebbenden tijd nemen om deze gegevens te achterhalen ontstaat er echter een nieuw en realistisch beeld over wat alle partijen doen om een pilot of initiatief tot stand te brengen. In de gemeente Helmond ontstond er bij belanghebbenden bijvoorbeeld groot begrip voor de gemeente toen helder werd hoeveel zij investeren om de pilot tot stand te brengen en hoeveel partijen hiermee gemoeid zijn. Draagvlak en commitment Een belangrijk positief neveneffect van de aanpak ligt in het feit dat belanghebbenden van elkaar horen wat elke partij heeft geïnvesteerd en vanuit welke overtuigingen. Dit leidt tot onderling draagvlak en vergroot het begrip voor elkaars standpunt bij de uitvoering van een pilot of initiatief. Deze uitwisseling leidt ertoe dat er wederzijds vertrouwen ontstaat en de onderlinge relaties verhelderd worden. Gemaakte keuzes worden weer expliciet voor alle betrokkenen. Dit is een verbindend voordeel voor de initiatiefnemer, vaak de gemeente, en vergemakkelijkt de uitvoering van de project- of regierol. Ook komt er inzicht in de investeringen van andere betrokkenen en wat de effecten van een pilot zijn voor mogelijke andere belanghebbenden dan de investeerders. Zo wordt helder dat andere partijen profijt kunnen hebben aan de achterkant, dan de partijen die investeren aan de voorkant. Zo zien we in de gemeente Sluis bijvoorbeeld dat zorgverzekeraars profijt hebben van de aanpak, terwijl zij geen investeringen plegen om de aanpak tot stand te brengen. Dit kan reden zijn om – beargumenteerd aan de hand van de meting – een gesprek hierover te openen. Sociale waarde meting als start voor een meer zakelijke werkwijze We zien dat het monetariseren van indicatoren door gebruik te maken van (voorkomen) de meest betrouwbare financiële gegevens levert. De gegevens waarop de waarde berust is dan hard en kan worden berekend aan de hand van registraties. Bij sommige initiatieven kunnen de resultaten op dit moment echter alleen met een kwalitatieve waarde worden benoemd, waardoor niet alle effecten zijn te monetariseren. Voor een deel is dat een tijdelijk probleem, want wat we zien is dat door middel van de sociale waardeberekening de belanghebbenden bouwen aan het ‘model’ dat ten grondslag ligt aan het initiatief. Het model laat gestructureerd zien welke activiteiten worden uitgevoerd en tot welke effecten dat moet/zal leiden. 100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
41
Ook de indicatoren die de ‘thermometer’ vormen voor het initiatief worden duidelijk, waardoor registraties en (management)rapportages effectief kunnen worden ingericht en initiatieven worden gestroomlijnd. Later zullen de ontbrekende waarden moeten worden ingevuld. Bovendien geeft de ontwikkeling van het ‘model’ achter het initiatief inzicht in de werking daarvan. En biedt het mogelijkheden om met het initiatief te spelen. Ter illustratie: Stel nu eens dat we niet twintig procent rendement behalen, maar tien procent. Wat betekent dat dan voor de sociale waarde van het initiatief? Of stel dat we niet veertig activerende huisbezoeken kunnen realiseren, maar dertig huisbezoeken. Behalen we dan nog wel een rendement? Deze methode maakt dan aantoonbaar wat de economische en maatschappelijke meerwaarde is van initiatieven die bijvoorbeeld uitvoering geven aan de beleidsdoelstellingen van Welzijn Nieuwe Stijl. Of de sociale waarde geeft inzage in wat bijvoorbeeld de opbrengsten zijn van investeringen die gemeenten doen in het versterken van de structuur van collectieve voorzieningen. Als metingen op soortgelijke initiatieven worden herhaald, worden ook resultaten van SROI-metingen meer steekhoudend. Gegevens worden meer betrouwbaar aan de hand van ervaringen en onderzoek van anderen.
3.4
Aandachtspunten bij sociale waarde berekening
De sociale waarde berekening staat nog in een beginfase in Nederland. Er zijn tal van aandachts- en verbeterpunten aan te geven. We lopen eerst de ervaringen met de toepassing van het instrument na, we gaan kort in op het proces en eindigen met de geschiktheid van het instrument op diverse initiatieven. Aannames en veronderstellingen Een kenmerk van de methode is dat er op een zakelijke wijze wordt gekeken naar de inbreng van verschillende partijen en de gepleegde interventie zodat beredeneerd kan worden wat de verwachte uitkomsten zijn. Daarbij moet gezegd worden dat de methode gevoelig is voor de aannames die worden gedaan om tot een vergelijking met andere projecten of initiatieven te komen. Deze aannames moeten worden meegenomen bij het op waarde schatten van de sociale waarde. Dat is een nadeel. De meting staat of valt daardoor bij de realiteitswaarde van de aannames. Het is daarom belangrijk om samen met de samenwerkingspartners realistische en concrete aannames te maken die door iedereen gedragen worden. Hierdoor wordt gewerkt aan een onderbouwing van beleid. Soms lukte dat goed in de sessies, soms is er gebrek aan kennis en informatie. Dat vraagt om goede voorbereiding vooraf, met uitzoekwerk. Soms mist de kennis over kengetallen en kosten van activiteiten om indicatoren te benoemen. Daar is behoefte aan meer materiaal. Waardering en monetarisering van indicatoren Sommige activiteiten en effecten zijn zeer lastig te monetariseren. Er zijn niet altijd gegevens bekend of ze zijn niet beschikbaar. Dit laatste kan in de toekomst worden opgelost, als er meer gegevens verzameld worden en in een sessie webbased beschikbaar zijn.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
42
Het kwalitatief benoemen van de effecten heeft evenwel op zichzelf al een meerwaarde. Belanghebbenden krijgen zicht op de opbrengsten zoals bekendheid bij derden, meer draagvlak voor een initiatief bij anderen, meer tevreden van klanten, etc. De bepaling van deze indicatoren zijn voor de belanghebbenden minstens zo belangrijk als de kosten. Ervaring met het proces sociale waarde berekening Wanneer we kijken hoe de meting is ervaren onder de gemeenten die alle stappen doorlopen hebben, dan zien we dat de methode in eerste instantie met enige scepsis ontvangen wordt. Hoe kunnen maatschappelijke opbrengsten nu meetbaar worden gemaakt? Hoe kan je investeringen van het maatschappelijk middenveld kwantificeren? De eerste indruk is dat het doel van een sociale waarde berekening is om de besparingen van een pilot of vernieuwend initiatief in kaart te brengen, terwijl een sociale waarde berekening veel meer is dan dat. Indien het voor belanghebbenden helder werd dat de doelstelling van het onderzoek niet alleen is om een financiële analyse uit te voeren, maar dat een deel van de meerwaarde van de methode juist zit in het zicht krijgen op de investeringen van alle betrokkenen en de sociale effecten daarvan, ontstond er veel interesse voor de aanpak. De wijze waarop vervolgens de gegevens verzameld zijn, vergrootte het inzicht in de meerwaarde van de methodiek. Tijdsinvestering Een kanttekening is de relatief grote tijdsinvestering die in zijn totaliteit van partijen gevraagd wordt. Zo hebben gemeenten meerdere contactmomenten met ons gehad: een interview om te onderzoeken of een project zich leent voor een sociale waarde meting, een (of meerdere) bijeenkomst(en) van een dagdeel met belanghebbenden en diverse momenten om aanvullende gegevens te verzamelen, uit te wisselen en te verifiëren. Met name het verkrijgen van de benodigde gegevens was voor de betrokken gemeenten niet altijd gemakkelijk. Zo hebben we in een grote gemeente als Eindhoven met verschillende medewerkers contact gehad om gegevens boven tafel te krijgen over de tijdsbesparingen die de regeling met zich meebrengt voor de gemeente en om hoeveel aanvragen het ging. Betrekken van de doelgroep Een punt is dat er binnen de randvoorwaarden van deze metingen geen ruimte was om de doelgroep te betrekken over wat volgens hen de opbrengsten van een project of initiatief waren. In deze metingen hebben we de belanghebbenden gevraagd voor de doelgroep te denken; zij geven aan welke verwachte waarde het initiatief voor de doelgroep heeft. Uit andere SROI-metingen weten we dat de doelgroep vaak andere dingen waardeert of concreter kan benoemen dan belanghebbenden kunnen inschatten. Voor vervolgonderzoek is het interessant om te benoemen wat een sociale waarde betekent voor de doelgroep; leidt een aanpak bijvoorbeeld tot minder eenzaamheid? Wat betekent een SROI-waarde voor de doelgroep? Geschiktheid sociale waarde berekening voor initiatieven We zijn ook tegen een aantal voorbeelden aangelopen waar een sociale waarde berekening nog niet mogelijk bleek. Daar waren uiteenlopende redenen voor.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
43
Bij de Eigen Kracht benadering bleek dat er al meerdere effect en rendementstudies plaats hadden gevonden en dat er behoefte was aan een meer uitgebreid onderzoek met een voor- en nameting. Dat was in het kader van deze onderzoeksronde niet haalbaar. We zijn met de Eigen Kracht Centrale in gesprek over zo een onderzoeksopzet en externe financiering daarvoor. Bij het vrijwilligerssteunpunt in Apeldoorn was er een gevoel dat de zakelijke insteek van de sociale waarde berekening geen recht deed aan de inzet van vrijwilligers en mantelzorgers. Daar ligt enerzijds een communicatie opgave. Het is van belang om voldoende tijd te nemen om de methodiek juist te positioneren en draagvlak te creëren voor de aanpak. Anderzijds ligt de vraag op tafel of bij sterk op preventieve en netwerkgerichte activiteiten wel voldoende een theoretisch model geformuleerd kan worden, in termen van een interventie die tot een resultaat leidt, om dat ook onderzoekbaar en berekenbaar te maken. Dat heeft ook te maken met weinig beschikbare informatie over de financiële opbrengst van het creëren van waarde in plaats van op het berekenen van de besparingen die een project oplevert.
3.5
Aanbevelingen
Op basis van het onderzoek doen we aanbevelingen over de diverse onderzoeken en het instrument sociale waarde. 1.
Het is interessant en efficiënt om na een jaar nog een meting uit te voeren aan de hand van meer toegespitste registraties die voortkomen uit deze meting.
Toelichting We zien dat veel gemeenten op zoek zijn naar nieuwe vormen van ondersteuning aan burgers die enerzijds burgers helpen, maar die ook op een lager kostenniveau liggen dan de individuele hulp die onder de AWBZ werd geboden. Door de inzet van SROI als methode wordt duidelijker tot welke (sociale) opbrengsten de initiatieven of projecten leiden. Deze eerste metingen hebben nog niet in alle gevallen tot een volledig antwoord geleid. Nader onderzoek en/of registraties is noodzakelijk, waarvoor de analyses een structuur hebben neergezet. Op die manier wordt de meting meer solide en de sociale waarde-ratio meer van waarde. We merken dat een aantal van de gemeenten dit zelf ook graag wil gezien de inspanningen die zijn verricht voor de uitvoering van deze analyse. 2.
Het onderzoek kan worden verbreed met een sociale waarde meting bij enkele gemeenten die met vergelijkbare initiatieven bezig zijn.
Toelichting Ook met het oog op de bezuinigingen die op gemeenten afkomen, kan de sociale waarde bepaling van waarde zijn. Om de bezuinigingen op te vangen, denken gemeenten al snel aan besparingen op welzijnswerk of andere Wmo-voorzieningen, omdat de waarde van dergelijke projecten niet altijd duidelijk is. Inmiddels hebben verscheidene geïnteresseerde gemeenten zich al bij Radar gemeld. Het ministerie van VWS kan in aanvulling en uitbreiding op het lopende onderzoek nog bij geïnteresseerde gemeenten een sociale waarde meting laten uitvoeren, waarbij overigens een eigen bijdrage van de gemeenten gevraagd kan worden.
100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
44
3.
Het instrument social evaluator moet vervangen worden door www.socialewaarde.nl
Toelichting Het is goed om een instrument te hebben dat meet wat werkelijk effect heeft in de zin van bijvoorbeeld directe besparingen of het voorkomen of uitstellen van vraag naar duurdere zorg. We hebben gemerkt dat veel gemeenten daar behoefte aan hebben. Het instrument www.socialevaluator.eu dat gebruikt is, kende enkele beperkingen. De voertaal is Engels en het gebruik vraagt bedrijfsmatige kennis en veel inwerktijd. Er zijn weinig tot geen bruikbare kengetallen en veel ingewikkelde processtappen. Dat is aanleiding geweest voor Radar om een aangepast instrument te ontwikkelen: www.socialewaarde.nl. Deze website biedt ambtenaren en projectleiders bij welzijnsorganisaties een makkelijk te hanteren stappenplan om zelf de sociale waarde van een project of activiteit te bepalen. Daarmee krijgen ze zicht op de mogelijke effecten; op de kosten en baten van een investering en op het rendement, uitgedrukt in geld. De website is gratis en inmiddels operationeel. 4.
Het gebruik van de sociale waarde berekening moet gefaciliteerd worden zodat belanghebbenden het zelf kunnen toepassen, zonder inzet van een extern bureau.
Toelichting Er is grote belangstelling voor het instrument sociale waarde, zeker met de herziening van de website tot een instrument dat kan worden gebruikt, zonder de kosten van een externe adviseur. Echter, het instrument verkeert in een startfase en als het lopende onderzoek kan worden aangevuld met, op een aantal punten, tijdelijke extra ondersteuning van het ministerie van VWS dan kan het proces van kennisvermeerdering in gemeenten vloeiend doorgaan. Het gaat onder meer om: 1. Het helpt als er een mogelijkheid is om instructie en training aan te bieden in de opstartfase zodat gebruikers makkelijker de stap nemen om een sociale waardemeting uit te voeren met het instrument www.socialewaarde.nl. Dat kan door in het begin een training aan te bieden en een ondersteuningsmogelijkheid te creëren (via mail en telefoon). 2. Voor de interpretatie van de uitkomsten is het nodig om kengetallen en indicatoren in te voeren zodat een gebruiker ideeën krijgt over kengetallen, bepaalde kerncijfers standaard beschikbaar heeft (bijvoorbeeld kosten indicatie CIZ, kosten huishoudelijke verzorging, kosten bespaarde uitkering). Dit vraagt om het in samenspraak met gebruikers op maat uitzoeken van gegevens en die dan invoeren. 3. Voor het leren van het toepassen van de sociale waarde meting is het opzetten en onderhouden van intervisie en ‘chatrooms’ van gebruikers van belang. Dit vraagt om ondersteunende en faciliterende werkzaamheden. 4. De verschillende uitkomsten van de sociale waarde metingen krijgen veel meer ‘hardheid’ als ze gecontroleerd worden door externe betrokkenen. Voor de kwaliteit van de ingevoerde gegevens is het noodzakelijk dat er een onafhankelijke beoordeling in sommige gevallen plaatsvindt, om een sociale waarde berekening van een naar meer sterren te krijgen. Dat vraagt om een kwaliteitstoets door externen. 100512 Rapport SROI Hulp bij het Huishouden en Begeleiding – Ministerie van VWS
45