Soccernomics 2012
Economisch Bureau
EK voetbal Polen & Oekraïne
Arjen van Dijkhuizen Tel: 020 628 8052
29 mei 2012 •
Economisch gezien moet Frankrijk winnen: Vanuit vertrouwensoogpunt vinden wij dat een eurozoneland het EK moet winnen. Een winst van één van de euro opt-outs (Engeland, Denemarken, Zweden) is ongunstig, want dat is olie op het vuur voor eurosceptici. Resteert de vraag of één van de kernlanden (Duitsland, Frankrijk of Nederland) moet winnen of één van de perifere landen. De periferie is al hevig besmet geraakt en er zijn allerlei crisismaatregelen geïntroduceerd ter ondersteuning van de periferie. Wij achten het voorkomen van serieuze besmetting naar de kernlanden essentieel. Van de deelnemende kernlanden ligt Frankrijk het dichtst bij de vuurlinie. Aangenomen dat EK-winst een vertrouwensimpuls geeft, kan Frankrijk het beste winnen.
•
Duitsland wint het EK: Twee jaar geleden voorspelden wij dat Spanje het WK zou winnen. In het voetbal geldt vaak Never change a winning team. Toch hebben wij onze voorspelmethode iets aangepast. Als voorspellende indicatoren gebruiken wij nu de EK-ranglijst, de FIFA-ranking en een ‘vormranking’. Op grond hiervan ontlopen Duitsland en Spanje elkaar niet veel, op enige afstand gevolgd door Nederland. Uiteindelijk trekt die Mannschaft aan het langste eind. Let wel, deze voorspelling weerspiegelt geenszins onze voorkeur.
•
Opkomend Europa op het podium: In juni vindt voor het eerst een volledig EK-eindtoernooi plaats in opkomend Europa (het EK 1976 in Joegoslavië omvatte slechts vier wedstrijden). We weiden in Soccernomics 2012 nader uit over de economische en de voetbalprestaties van deze regio. Opkomend Europa heeft een rijke voetbalhistorie. De voetbalprestaties zijn na de val van het communisme wat minder spectaculair dan tijdens de jaren ’60 en ’70, als gevolg van de reductie van staatssteun en het opsplitsen van nationale voetbalteams. Maar op economisch vlak is de regio inmiddels Europa’s groeimarkt geworden, hoewel de groei de komende jaren naar verwachting niet meer terugkeert naar het hoge niveau van vóór de kredietcrisis in 2008/09.
•
Gastlanden: topper en tobber: Op voetbalgebied scoren de gastlanden Polen en Oekraïne de laatste jaren beneden hun stand. Maar economisch gezien behoort Polen al jaren tot één van de sterkste van Europa. Voor Nederland is Polen de belangrijkste exportmarkt van opkomend Europa. Oekraïne scoort zowel economisch als politiek een stuk minder. Vanwege een kwetsbare externe positie heeft het land een nieuwe IMF-lening nodig, maar een akkoord wordt niet vóór de verkiezingen in oktober verwacht. De kwestie Timosjenko heeft aangetoond dat er nog veel mis is met het politieke klimaat van het land.
•
Relatie kredietwaardigheid en voetbalprestaties? Soccernomics 2012 schetst enkele opvallende feiten en verbanden. De overgrote meerderheid van de EK-deelnemers is (of wordt binnenkort) EU-lid. De helft van de deelnemers is eurozonelid; de ‘perifere probleemlanden’ Griekenland, Ierland, Italië, Portugal en Spanje hebben zich geplaatst. Maar liefst tien van de dertien gehouden EK’s zijn gewonnen door eurozoneleden. Opmerkelijk genoeg zijn de laatste vier grote voetbaltoernooien gewonnen door Griekenland, Italië en Spanje, landen die hun kredietwaardigheid de afgelopen jaren sterk hebben zien verslechteren. Volgens sommigen hebben de kwetsbare overheidsfinanciën van Zuid-Europese landen een socio-culturele achtergrond, die ook zijn weerslag heeft op de voetbalwereld. Onlangs heeft de UEFA aangegeven erop toe te zien dat Spaanse voetbalclubs hun belastingschuld gaan aflossen. Wij vinden het een goede zaak dat deze clubs hiermee een (symbolische) bijdrage leveren aan het op orde brengen van de Spaanse overheidsfinanciën.
2
Soccernomics 2012 - EK voetbal Polen & Oekraïne - 29 mei 2012
INLEIDING Over enkele weken vindt het veertiende EK voetbal in de historie plaats in Polen en Oekraïne. Het getal 14 roept wellicht bij u mooie herinneringen op aan Nederlands grootste voetballer ooit, Johan Cruijff. Onder zijn regie bracht Oranje het in de jaren ’70 tot ‘totaalvoetbal’ en verwierf het wereldwijde roem (met als prachtige bijnaam La Naranja Mecánica in het Spaanssprekend deel van de wereld). Hopelijk brengt de veertiende EK-editie Oranje opnieuw naam en faam. Voor het eerst in de geschiedenis van het EK vindt er een volledig eindtoernooi plaats in het voormalige Oostblok (het EK van 1976 in Joegoslavie omspande slechts vier wedstrijden). Bij de toewijzing van het EK in 2007 aan Polen en Oekraïne nam de UEFA een beredeneerde gok. In deze opkomende landen moest namelijk heel veel gebeuren voordat men klaar was voor het organiseren van een EK, vooral in Oekraïne. Voordeel is wel dat deze economieën dankzij dit besluit een boost hebben gekregen, omdat hierdoor (meestal) nuttige en soms zelfs noodzakelijke investeringen in de infrastructuur zijn teweeggebracht. Polen was al één van de best presterende landen in Europa. Oekraïne blijft daarbij ver achter, om uiteenlopende redenen, maar heeft wel potentieel. In elk geval biedt het EK Polen en Oekraïne de kans te laten zien wat ze qua faciliteiten, organisatievermogen en cultuur in huis hebben. Ook in dat opzicht begint Oekraïne met een forse achterstand, omdat het imago van het land schade lijdt door de kwestie-Timosjenko die onderstreept dat er veel mis is met het politieke klimaat van het land. Het EK voetbal is het op twee na grootste sportevenement ter wereld, na de Olympische Spelen en het WK voetbal. Vanwege het sportieve en economische belang van deze evenementen brengt ABN AMRO sinds het begin van deze eeuw (EK Nederland/België) bij elk EK en WK een speciaal rapport uit onder de naam Soccernomics.1 Sportwetenschap is een serieuze aangelegenheid en biedt aan velen emplooi. Er zijn tal van organisaties die sportstatistieken bijhouden en tal van wetenschappers die aan de hand daarvan publiceren. Zo bracht de Europese Centrale Bank (ECB) in februari dit jaar een rapport uit waarin het handelsvolume op aandelenbeurzen tijdens wedstrijden op het WK 2010 werd gevolgd. Hieruit bleek dat het handelsvolume op een beurs gemiddeld meer dan 50% daalde tijdens de wedstrijden van het nationale elftal.2 Wij pretenderen niet dat onze Soccernomicsrapporten gebaseerd zijn op hogere wiskunde of zuivere wetenschap. De 1
Ook publiceert ABN AMRO geregeld sportspecials, zoals Sport scoort (2008) over het maatschappelijk belang van sport (tbv Prinsjesdag) en De olympische olifant (2010) over de pro’s en cons van het naar Nederland halen van de Olympische Spelen 2028 2 ECB, The Pitch rather than the Pit – Investor Inattention during FIFA World Cup matches, Working paper No. 1424, February 2012
rapporten worden geschreven door economen die van voetbal houden voor mensen die van voetbal en economie houden. We proberen dat op een quasi-serieuze wijze te doen. Economie met een knipoog of met een glimlach dus. Want was voetbal niet de belangrijkste bijzaak? Over glimlachen gesproken: Europa – en dan vooral de eurozone – zit al bijna twee jaar lang in een situatie van crisis die minder vrolijk stemt. Er zijn al veel noodzakelijke stappen gezet om uit de crisis te komen en er gloort ook licht aan de horizon, maar soms duiken weer wolken op die dat licht doen vervagen. In onze economische scenario's gaan we ervan uit dat de beleidsmakers er medio 2012 in zullen slagen de crisis grotendeels tot een goed einde te brengen, waarna in de tweede helft van het jaar een heel gematigd herstel kan optreden. Laten we hopen dat het EK in juni daadwerkelijk een scharnierpunt blijkt te zijn in de eurocrisis en laat zien dat er in Europa zoveel creativiteit aanwezig is dat groei vanzelf weer gaat komen. Ook ons land staat traditioneel bekend om creativiteit, op voetbalgebied maar ook in economisch opzicht zo blijkt uit diverse macro-economische ranglijsten. Wellicht hebben we op voetbalvlak iets van die creatieve reputatie ingeboet tijdens het laatste WK, maar we haalden wél de finale. Mede door ons solide spel. Nederland staat traditioneel ook bekend om zijn financiële soliditeit. De laatste weken leken we ook op dat vlak aan reputatie te verliezen, omdat de val van het kabinet-Rutte twijfels zaaide of Nederland erin zou slagen om volgend jaar aan de EU-norm voor het begrotingstekort (maximaal 3% BBP) te voldoen. Maar dankzij het eind april overeengekomen ‘Lente-akkoord’ tussen VVD, CDA, D’66, Groen Links en de Christen-Unie is er nu voldoende draagvlak om het tekort op tijd terug te brengen. Hierdoor is een belangrijke bijdrage geleverd aan het behoud van de steeds exclusiever wordende AAA-status voor Nederland. In dit rapport beginnen we met een korte terugblik vanaf het WK 2010. Vervolgens concentreren we ons op het aankomende EK en schetsen we kort de EK-historie. Daarbij gaan we in op het verband tussen EU-/eurozonelidmaatschap, kredietwaardigheid en voetbalprestaties. Hierna brengen we zowel de economische als de voetbalprestaties van opkomend Europa en de gastlanden Polen en Oekraïne onder de aandacht. Last but not least beantwoorden we de vraag wie economisch gezien het EK zou moeten winnen en voorspellen we wie Europees kampioen wordt. .
3
Soccernomics 2012 - EK voetbal Polen & Oekraïne - 29 mei 2012
1. TERUGBLIK VANAF HET WK 2010 Van de naweeën van de wereldwijde kredietcrisis … In het vorige Soccernomics-rapport van ABN AMRO dat ter gelegenheid van het WK 2010 in Zuid-Afrika werd uitgebracht, werd beweerd dat economisch gezien Duitsland wereldkampioen zou moeten worden. De gedachte was dat een Duitse winst de meest positieve impuls aan de wereldeconomie zou geven, in de veronderstelling dat een WK-winst tot positieve vertrouwenseffecten leidt en daarmee de bestedingen aanjaagt. Een Duitse winst zou ook bijdragen aan het verminderen van internationale betalingsbalansonevenwichtigheden en daarmee aan de stabiliteit van de wereldeconomie. Bedenk voordat u ons achteraf beticht van ‘heulen met de vijand’ dat deze redenering enkel op basis van economische motieven was opgezet en bovendien binnen de tijdgeest geplaatst moet worden: in 2010 had de mondiale economie ternauwernood de grootste crisis sinds de Grote Depressie in de jaren ’30 overleefd. Twee jaar later weten we natuurlijk dat Duitsland geen wereldkampioen werd. Het land maakte indruk met een sterk verjongd en dynamisch team, maar werd in de halve finale uitgeschakeld door de latere wereldkampioen. Toch zit er achteraf gezien wel een rake gedachte in dit pleidooi. Ter verklaring voor de na het WK 2010 opgetreden escalatie van de eurocrisis wordt immers wel gewezen op de fundamentele onevenwichtigheden tussen ‘overschotlanden’ zoals Duitsland en ‘tekortlanden’ in Zuidelijk Europa. Er zijn dan ook regelmatig oproepen gedaan aan Duitsland om de bestedingen aan te jagen en daarmee de onevenwichtigheden te verminderen. De Duitse economie is ondanks de eurocrisis relatief goed blijven presteren en heeft daarmee in alle narigheid toch nog als een soort van motor voor de eurozone – evenals voor opkomend Europa – gefunctioneerd. Wij deden in dit WK-2010-rapport overigens ook een voorspelling wie het toernooi zou gaan winnen. Op grond van een aantal sportieve indicatoren beredeneerden wij dat Spanje de beste papieren had. We hadden het uiteraard niet erg gevonden als Arjen Robben in de finale één van de twee mooie kansen benut had. Nu versloeg La Furía Roja Oranje en kwam onze voorspelling uit. Dat laatste bood ons een schrale troost: economen noemen dit grappend wel eens een emotional hedge.
2009/begin 2010 in Griekenland en raakte ook andere eurolanden, in het bijzonder Ierland, Portugal, Italië en Spanje. Financiële markten begonnen schuldpapier van ‘besmette’ overheden te mijden en rentes op staatsobligaties liepen op waardoor de overheidsschuld voor deze landen onhoudbaar dreigde te worden. Mede door allerlei noodzakelijke bezuinigingen kwamen de economieën van de getroffen landen in zwaar weer terecht. Via allerlei kanalen werden uiteindelijk ook de economieën van fundamenteel gezondere eurolanden getroffen. Alleen dankzij een scala aan crisismaatregelen (steunpakketten voor Griekenland, Ierland en Portugal, schuldherstructurering Griekenland, oprichting en geleidelijke ophoging noodfondsen, onconventionele liquiditeitssteun door ECB via LTRO’s) kon de situatie in de eurozone nog enigszins worden beheerst en is de muntunie in tact gebleven. Maar we zijn er nog niet; de dramatische verkiezingsuitslag in Griekenland begin mei heeft de angst voor een Griekse uittreding (en potentiële besmettingseffecten) doen oplaaien. 2. HET EK IS VOORAL EEN EU-/EUROZONE-FEESTJE Hopelijk komt Europa na alle narigheid van de afgelopen twee jaar tijdens het EK in Polen en Oekraïne weer eens anders en positiever in het nieuws. Neemt u het ons niet kwalijk dat wij als economen in dit Soccernomics-rapport bij het ‘duiden’ van het komende EK toch her en der verbanden zullen leggen met de eurocrisis. Misschien vinden sommigen dat beroepsdeformatie, wij vinden het gewoon interessant, ook al doen we dit zoals gezegd met een knipoog.
EK-deelnemers en lidmaatschappen EU/eurozone EU-lid sinds
Denemarken
1973
Duitsland
1957
Engeland
1973
Frankrijk
1957
€
Griekenland
1981
€
Ierland
1973
€
Italië
1957
€
Kroatië
2013*
Nederland
1957
Oekraïne
… naar de eurozonecrisis Inmiddels staan we aan de vooravond van een volgend prestigieus voetbaltoernooi: het EK in Polen en Oekraïne. Anno 2012 hebben we nog steeds te maken met een ernstige schuldencrisis in de eurozone. Eigenlijk vloeide deze ‘eurocrisis’ vrij direct voort uit de wereldwijde kredietcrisis van daarvoor, omdat de overheidsfinanciën in veel eurolanden door de recessie en allerlei steunmaatregelen aan bijvoorbeeld banken uit het lood waren geraakt. De eurocrisis begon eind
Lid
Opt-out euro
eurozone
x € x
€
-
Polen
2004
Portugal
1986
Rusland
-
Spanje
1986
Tsjechië
2004
Zweden
1995
Beoogde toetredingsdatum Kroatië: 1 juli 2013 Bron: ABN AMRO Economisch Bureau
€
€ x
4
Soccernomics 2012 - EK voetbal Polen & Oekraïne - 29 mei 2012
Het komende EK is vooral een feestje van EU-vrienden onder elkaar. Van de zestien deelnemende landen zijn er dertien lid van de EU. De veertiende deelnemer Kroatië sluit zich naar verwachting per 1 juli 2013 bij de EU aan, mits alle EUlidstaten het toetredingsverdrag ratificeren. Daarmee is inclusief Kroatië bijna 90% van de deelnemers (toekomstig) EU-lid. Dat is meer dan het huidige aandeel van de EU in het totaal aantal inwoners (62%) van Europa en het EU-aandeel in het totale Europese BBP (81%). Daarnaast doen nog Rusland en uiteraard gastland Oekraïne mee. Overigens ligt er voor Oekraïne wel een Associatie-akkoord met de EU op de plank dat vanwege de kwestie-Timosjenko nog niet is getekend. Wat verder opvalt, is dat de helft van de zestien deelnemers lid is van de eurozone. Opmerkelijk genoeg hebben alle vijf landen die het sterkst geraakt zijn door de eurozonecrisis (Griekenland, Ierland, Italië, Portugal en Spanje, oftewel de periferie) zich geplaatst voor het eindtoernooi. De overige eurozoneleden die meedoen zijn Duitsland, Frankrijk en Nederland. Verder is het opmerkelijk dat alle drie EU-landen die in de aanloop naar de muntunie in de jaren ’90 een opt-out clausule voor introductie van de euro hebben bedongen – Denemarken, Verenigd Koninkrijk (Engeland) en Zweden – zich hebben gekwalificeerd.
Voetbalprestaties EK-deelnemers EK-
Deel-
Halve
ranglijst
names**
finales
EK-winst
FIFA-
Duitsland*
1
11
7
3
Nederland
2
9
5
1
4
Frankrijk
3
10
4
2
16
Spanje
4
11
3
2
1
Italië
5
9
4
1
12
Portugal
6
7
3
0
5
Tsjechië*
7
8
5
1
26
Rusland*
8
11
6
1
11
Engeland
9
9
2
0
7
Denemarken
10
8
3
1
10
Kroatië
11
4
0
0
8
Zweden
12
6
1
0
17
Griekenland
13
4
1
1
14
Ierland
21
3
0
0
18
Polen
26
2
0
0
65
ranking^
2
na 0 0 0 50 Oekraïne * Duitsland inclusief West-Duitsland, Tsjechië inclusief Tsjecho-Slowakije, Rusland inclusief Sovjet-Unie ** inclusief EK 2012 ^ Meest recente update (stand per 9 mei) Bronnen: ABN AMRO Economisch Bureau, FIFA Kijkend naar de dertien EK-winnaars tot dusverre, is bijna sprake van een exclusief eurozonefeestje. Van de dertien gehouden EK’s zijn er tot dusverre twaalf (92%) gewonnen door landen die nu lid zijn van de EU inclusief voorlopers. De
enige uitzondering op deze regel betrof de winst van de Sovjet-Unie in 1960, het allereerste EK. Verder zijn van de dertien toernooien er maar liefst tien (77%) gewonnen door landen die nu lid zijn van de eurozone. Dat is duidelijk hoger dan het aandeel van de eurozone in het aantal inwoners (41%) dan wel in het gezamenlijke BBP (60%) van Europa. Ook als we ons baseren op de EK-ranglijst opgesteld op basis van alle op EK-eindtoernooien gespeelde wedstrijden is het beeld overduidelijk. Op de eerste zes plaatsen van deze ranglijst staan eurozonelanden (Duitsland, Nederland, Frankrijk, Spanje, Italië en Portugal, zie tabel). De FIFAranking die maandelijks wordt geupdate op basis van alle door FIFA-leden gespeelde officiële interlands wijst in dezelfde richting: de vier hoogst geplaatste Europese landen op deze ranglijst (Spanje, Duitsland, Nederland en Portugal) behoren allen tot de eurozone. 3. KAMPIOENEN, KREDIETWAARDIGHEID EN SCHULD Toernooiwinst en kredietwaardigheid: pervers verband? We maken het nog gekker. De laatste vier grote voetbaltoernooien zijn gewonnen door Griekenland (EK 2004), Italië (WK 2006) en Spanje (EK 2008, WK 2010). Het zijn dus juist de landen die de afgelopen jaren de mondiale voetbalwereld domineren die de zwaarste economische crisis hebben doorgemaakt. De kredietwaardigheid van de drie recente kampioenen (en die van Portugal en Ierland) is de afgelopen jaren het meest verslechterd van alle aan het EK 2012 deelnemende landen (de grafiek toont de ratingmutaties sinds de WK-finale in 2010). Er lijkt de laatste jaren haast wel een pervers verband te bestaan tussen het winnen van een WK of EK en de ontwikkeling van de kredietwaardigheid. De laatste van de huidige AAA gerate landen die een internationale voetbaltitel grepen, waren Duitsland (EK 1996 en WK 1990), Denemarken (EK 1992) en Nederland (EK 1988).
Ratingmutaties sinds WK 2010 Verandering S&P-rating sinds 11/07/10 (aantal notches) Tsjechië (AA-) Oekraïne (B+) Zweden (AAA) Rusland (BBB) Polen (A-) Nederland (AAA) Engeland (AAA) Duitsland (AAA) D'marken (AAA) Kroatië (BBB-) Frankrijk (AA+) Italië (BBB+) Spanje (BBB+) Portugal (BB) Ierland (BBB+) Griekenland (CCC)
-8
-6
-4
-2
0
2
4
Bron: Bloomberg
Is hier sprake van een dieper verband? Ontwikkelen sporters uit landen waar het economisch minder gaat een winnaars-
5
Soccernomics 2012 - EK voetbal Polen & Oekraïne - 29 mei 2012
mentaliteit en worden sporters uit welvarende landen luier en ongemotiveerder? Dit soort verhalen hoor je vaak over ZuidAmerika, dat relatief vaak het WK won hoewel de gemiddelde welvaart er lager is (en er minder mensen wonen) dan in Europa. Brazilië heeft het vaakst een WK gewonnen (vijf keer), maar ook Argentinië en Uruguay wonnen elk twee keer. Brazilië (13%) en Argentinië (7%) zijn ook oververtegenwoordigd in de export van voetballers, Uruguay en Colombia scoren plaats vier en vijf op deze lijst.3 Dat moge allemaal zo zijn, maar in de historie van het EK zien we eigenlijk geen bewijs voor het hierboven geopperde verband. De drie meest welvarende ‘kernlanden’ Duitsland, Nederland en Frankrijk bezetten de eerste drie plaatsen op de eeuwige EK-ranglijst, gevolgd door Spanje, Italië en Portugal.
wijzen dan onmiddellijk op het EK 1976 in Joegoslavië. Dat was het toernooi waar de Tsjechoslowaak Antonín Panenka historie schreef door met een ongelooflijke stiftbal zijn team in de beslissende strafschoppenserie langs West-Duitsland naar de titel te schieten. Maar dit eindtoernooi werd nog gehouden volgens de oude opzet: het startte met de halve finales en omvatte maar vier wedstrijden. Dit jaar vindt dus voor het eerst een eindtoernooi ‘nieuwe-stijl’ in opkomend Europa plaats. Vaak wordt deze regio geassocieerd met ‘grijs en grauw’, zowel op economisch gebied als op voetbalgebied. Deze generalisatie doet echter geen recht aan het brede kleurenpalet dat de regio te bieden heeft als je iets beter kijkt. Ook doet het geen recht aan zowel de voetbalprestaties als de economische prestaties van de regio.
Schuldopbouw en Financial Fair Play Er wordt wel beweerd dat de kwetsbare overheidsfinanciën van Zuid-Europese landen een socio-culturele achtergrond hebben, die ook zijn weerslag zou hebben op de voetbalwereld. Gewezen wordt dan bijvoorbeeld op de exorbitant hoge bedragen van spelerstransfers van onder meer Spaanse en Italiaanse (maar uiteraard ook Engelse) clubs. Uit een UEFA-rapport van 2011 blijkt dat Engelse, Italiaanse en Spaanse clubs in de periode 1996-2011 in 90% van de 400 toptransfers als kopende partij optraden. Maar ook bij de verkopende partijen nemen deze drie landen met afstand de eerste drie plaatsen in (gezamenlijk 62%). Hetzelfde rapport laat zien dat per saldo in Europa vooral clubs uit Spanje, Oekraïne, Turkije maar ook uit Engeland, Duitsland en Rusland talent importeren.4
Rijke voetbalhistorie Opkomend Europa heeft een rijke voetbalhistorie. Tijdens de eerste WK’s in de jaren ’30 behaalden Tsjechoslowakije en Hongarije zilver. Ook na de Tweede Wereldoorlog bleven de Hongaren (bijnaam: de Magische Magyaren) indruk maken met hogeschoolvoetbal onder aanvoering van de legendarische Ferenc Puskás. Zij verloren in 1954 de WKfinale van West-Duitsland. Ook Joegoslavië was een voetbalgrootmacht in het midden van de vorige eeuw. De Joegoslaven plaatsten zich met regelmaat voor de (halve) finales op EK’s en WK’s, maar pakten evenals de Hongaren nooit een titel. De Sovjets deden dat wel: zij wonnen in 1960 het eerste EK in de geschiedenis. Hierna plaatste de SovjetUnie zich regelmatig voor de (halve) finales van EK’s en WK’s, onder andere in 1988 (verlies in de finale tegen Nederland). Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie werd onder Russische vlag een gedeelde derde plaats behaald op het EK 2008, nadat Nederland in de kwartfinale was uitgeschakeld. Naast de Sovjet-Unie heeft ook Tsjechoslowakije zoals hierboven vermeld een titel op zak (EK 1976). Na de opsplitsing van dat land maakten de Tsjechen in de jaren ’90 en de beginjaren van deze eeuw opnieuw naam. In 1996 werden zij tweede op het EK en in 2004 gedeeld derde (met Nederland). Polen maakte indruk met derde plaatsen tijdens de WK’s van 1974 en 1982. Bulgarije werd vierde op het WK 1994. Kroatië won het brons op het WK 1998 door de troostfinale van Nederland te winnen. Turkije evenaarde die prestatie vier jaar later en behaalde eveneens een derde plek op het EK 2008.
Waar de regels voor overheden onlangs zijn aangescherpt in het nieuwe EU-begrotingspact, geldt voor Europese voetbalclubs dat zij zich vanaf 2013 moeten houden aan de regels van het UEFA Financial Fair Play. De schuldenlast, het financieringstekort en de jaarlijkse verliezen van de clubs worden dan gemaximeerd. Clubs die zich niet aan de regels houden, kunnen een sanctie krijgen in de vorm van een boete of een diskwalificatie voor Europese voetbalcompetities. In maart tekenden de UEFA en de Europese Commissie een overeenkomst waarin Europa zich volledig schaart achter Financial Fair Play. Ten aanzien van Spaanse clubs heeft de UEFA onlangs expliciet aangegeven erop toe te zien dat zij hun belastingschulden (in totaal ongeveer EUR 750 mln) gaan aflossen. Het is een goede zaak dat deze voetbalclubs hiermee een bijdrage leveren aan het op orde brengen van de Spaanse overheidsfinanciën. 4. OPKOMEND EUROPA OP HET PODIUM In juni wordt een eindtoernooi van het Europees Kampioenschap voetbal voor het eerst gehouden in Centraalen Oost-Europa (of: opkomend Europa). Echte voetbalkenners 3 4
FIFA TMS, Global Transfer Market 2011, 2012 UEFA, Club licensing benchmarking report financial year 2010, 2011
Sport en politiek Sport en politiek moeten volgens velen gescheiden blijven, maar gaan in de praktijk verdacht vaak hand in hand. Misschien stamt één van de meest spraakmakende voetbalprestaties uit Oost-Europa wel uit 1974. Vijftien jaar voor de val van de Berlijnse muur – de Koude Oorlog was nog in volle gang – versloeg het communistische Oost-Duitsland op het WK tijdens de poulewedstrijd zijn ‘kapitalistische aartsvijand’, gastland West-Duitsland en de latere wereldkampioen, door een doelpunt van Jürgen Sparwasser in de 78e minuut. 1500 zorgvuldig door de Stasi uitgekozen
6
Soccernomics 2012 - EK voetbal Polen & Oekraïne - 29 mei 2012
‘supporters’ uit de DDR mochten het duel bijwonen. Deze wedstrijd staat nog steeds in de geheugens gegrift, zowel in het oosten als westen van Duitsland. Bestel in westelijk Duitsland nooit een Sparwasser of het zal je bezuren. Boycotnomics Ook in de aanloop naar het EK 2012 vervaagt de grens tussen sport en politiek weer. Vanwege het ontbreken van een eerlijk rechtssysteem zullen veel politici uit de EU-landen en EUofficials het EK in Oekraïne mijden. Deze boycot kwam door het escaleren van de kwestie-Timosjenko. Joelia Timosjenko, premier van Oekraïne in 2005/06 en 2007/10, was één van de kopstukken van de Oranje-revolutie in 2004/05. Ondanks de winst van Viktor Janoekovitsj bij de presidentsverkiezingen begin 2010 bleef Timosjenko als belangrijke politieke rivaal gelden. Eind vorig jaar werd ze veroordeeld tot zeven jaar cel vanwege het vermeend schenden van staatsbelangen bij het sluiten van een gasovereenkomst met Rusland in 2009. Overigens is de EU de afgelopen maanden wel doorgegaan met de afronding van een Associatie-Overeenkomst met Oekraïne. De formele ondertekening is echter uitgesteld, toen Timosjenko eind april in hongerstaking ging en de autoriteiten van martelpraktijken beschuldigde. Er is overigens geen sprake van een volledige boycot, want er zijn geen voetbalteams die zich terugtrekken. Dat zou overigens ook vrij uniek zijn in de EK-historie. In 1960 was het Spanje dat zich terugtrok omdat het Franco-regime het voetbalteam ervan weerhield naar de Sovjet-Unie te reizen. Verder wordt Joegoslavië in 1992 ondanks kwalificatie voor het eindtoernooi uitgesloten van deelname vanwege de burgeroorlog; vervanger Denemarken werd vervolgens kampioen. Mede gelet op de historie van sportboycots is het de vraag of deze boycot door politici erg effectief zal zijn, maar dat kan veranderen als ook ratificatie van het EU-verdrag wordt gekoppeld aan het verbeteren van de mensenrechtensituatie in Oekraïne. Anderen beweren dat een boycot je juist de mogelijkheid ontneemt om ter plaatse invloed uit te oefenen.
De val van het communisme eind jaren ‘80/beginjaren ’90 heeft tot de nodige veranderingen op voetbalterrein geleid. Allereerst kwamen er door het uiteenvallen van de SovjetUnie, Tsjechoslowakije en Joegoslavië vanaf de beginjaren ’90 twintig nieuwe landen bij (het samengaan van West- en OostDuitsland in 1990 scheelde er juist weer één). Elk van deze landen schreef zich in bij de UEFA en de FIFA. Eén van de gevolgen was de verdubbeling van het aantal deelnemers aan het EK-eindtournooi van 8 tot 16 vanaf het EK 1996. Een ander gevolg was de afbouw van de financiële ondersteuning van de sport inclusief het voetbal door de overheid in de regio. De communistische regimes zagen sportprestaties sterker als uithangbord voor de reputatie van hun land. De vermindering van deze staatssteun en mogelijk ook het opsplitsen van
nationale voetbalteams van bijvoorbeeld de Sovjet-Unie en Joegoslavië heeft ervoor gezorgd dat de voetbalprestaties op eindtoernooien misschien iets minder spectaculair zijn als tijdens de jaren ’60 en ’70. Maar waar de overheid is teruggetreden kwam ruimte voor de private sector. Puissant rijke oligarchen uit onder meer Rusland en Oekraïne maken voetbalclubs tot hun persoonlijke hobbyproject en beperken zich daarbij overigens niet tot hun landsgrenzen (Chelsea, Vitesse etcetera).
Prestatiescore opkomend Europa tijdens EK’s en WK’s Berekende score op basis van behaalde plaatsen 1 t/m 4* 10 8 6 4 2 0 1930 1940 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010 WK
EK
Bron: ABN AMRO Economisch Bureau * Een WK-winst levert 10 punten op. WK- plaatsen 2 t/m 4 leveren resp. 6, 4 en 2 punten op. EK-plaatsen 1 t/m 4 leveren resp. 5, 3, 2 en 1 punt(en) op. Voorbeeld EK 1960: 1. Rusland, 2. Joegoslavië, 3. Tsjechoslowakije. In totaal dus 5 + 3 + 2 = 10 punten behaald door opkomend Europa.
Opkomend Europa groeimarkt De val van het communisme in 1989 is uiteraard gevolgd door een periode van grote politieke en sociaal-economische verandering in opkomend Europa. De economische groei in deze regio trekt het Europese gemiddelde al jaren omhoog, na een sterke economische krimp in de beginjaren ’90. Deze groei werd nog verder gestimuleerd door het toetredingsproces richting de EU, waarvan in 2004 tien opkomende Europese landen lid werden. De groei werd mede gevoed door omvangrijke kapitaalstromen vanuit West-Europa. Tijdens de mondiale kredietcrisis werden de exportgeöriënteerde economieën zwaar getroffen door het wegvallen van de exportvraag, het instorten van grondstoffenprijzen en het opdrogen van de kapitaalinstroom. Opkomend Europa heeft zich hier sindsdien redelijk van hersteld. Met name de grootste economieën in de regio (Rusland, Turkije, Polen) hebben het ondanks de escalatie van de eurocrisis goed gedaan in 2011. We verwachten in 2012 wel enige afkoeling, onder andere als gevolg van de eurocrisis: we verwachten dat de regionale groei afzwakt van 4,6% in 2011 naar 3% dit jaar. Overigens zijn de onderlinge verschillen binnen de regio groot, ook tussen EK-deelnemers. Onder meer door de sterke krimp in 2009 zal het reële BBP van Kroatië en Oekraïne eind 2012 naar schatting circa 5% lager zijn dan eind 2008 (zie grafiek).
7
Soccernomics 2012 - EK voetbal Polen & Oekraïne - 29 mei 2012
In Polen zal het reële BBP eind 2012 daarentegen naar verwachting ongeveer 15% boven het niveau van eind 2008 liggen. Dit illustreert de kracht van Polen, op enige afstand gevolgd door Rusland. Tsjechie zit qua groei tussen Rusland en Oekraïne in. Overigens geldt voor de gehele regio dat de economische groei naar verwachting de komende jaren niet meer terugkomt op het hoge niveau van vóór de kredietcrisis.
Groei EK-deelnemers uit opkomend Europa % / %-punten
15 10 5 0 -5 -10 POL
RUS
TSJ
Groeivoorspelling 2012 Reëel BBP, 2012 tov 2008
OEK
KRO
gem groei 2000-08
Bron: ABN AMRO Group Economisch Bureau
Polen: economische topper Sinds de beginjaren ’90 heeft Polen dankzij een shocktherapie en liberaal beleid een snelle transitie naar een markteconomie doorgemaakt. In de afgelopen twintig jaar groeide Polen sneller dan het gemiddelde in Centraal-Europa. Vanwege zijn omvang, sterke groei en nabijheid is Polen voor Nederland de belangrijkste exportmarkt van opkomend Europa. In 2010 exporteerde Nederland voor zo’n EUR 8,5 miljard naar Polen, dat is evenveel als de export naar China, Brazilië en India bij elkaar. Nederland exporteert vooral veel machines, elektronica en transportmaterieel naar Polen. In politiek opzicht bewijst Polen zich na de toetreding tot de NAVO in 1999 en de EU in 2004 als een actieve, betrouwbare partner voor het Westen, die tevens hecht aan goede relaties met Rusland. Polen wist tijdens de kredietcrisis een recessie te vermijden, dankzij een gunstige uitgangssituatie, een anticylisch begrotingsbeleid en een flexibele wisselkoers. Ook in 2010 en 2011 groeide Polen, met circa 4%, sneller dan gemiddeld. Deze groeiprestatie leunt sterk op de particuliere bestedingen, die ondanks de eurocrisis robuust bleven. Vooral de bouwsector heeft geprofiteerd van investeringen samenhangend met het EK voetbal. Volgens een onderzoek uit 2010 zou het EK-gastheerschap een positief effect op de Poolse economie hebben van 2,1% in termen van het BBP 2009, uitgesmeerd over dertien jaar.5 We verwachten voor dit jaar overigens wel een afzwakking van de economische groei, tot 3%, mede als gevolg van de eurocrisis. 5
Zie Raiffeisen Research, Ukraine Special Report – Euro 2012, maart 2012 en Borowski e.a., UEFA Euro 2012 – Poland, 2010
Oekraïne: economische tobber Niet alleen op politiek maar ook op economisch vlak is er wel wat mis in Oekraïne. Dit blijkt onder meer uit de ratings, de laagste van alle EK-deelnemers. Structurele zwakheden belemmeren dat Oekraïne zijn grote potentieel – het beschikt over veel vruchtbare landbouwgrond en enorme grondstofvoorraden (zoals ijzererts) – niet optimaal benut. De economie herstelt zich van een enorme krimp (15%) in 2009, maar is nog steeds niet in rustig vaarwater. Vanwege een hoog tekort op de lopende rekening, omvangrijke schuldendienstverplichtingen en beperkte toegang tot marktfinanciering heeft het land eigenlijk een nieuwe IMFlening nodig. Het IMF-programma is vorig jaar stukgelopen uit onenigheid over o.a. de verhoging van sterk gesubsidieerde gasprijzen. Een akkoord wordt echter niet voor de verkiezingen in oktober a.s. verwacht. Verder verlopen structurele hervormingen vanwege allerlei politieke hindernissen traag, waardoor Oekraïne achterblijft bij zijn westerse EU-buren. De economische stimulans van de EKorganisatie is door een Oostenrijkse bank geschat op 2,8% van het BBP, uitgesmeerd over de periode 2008-2012.5 Het belangrijkste effect (circa 70% van de uitgaven) vloeit voort uit bestedingen in de infrastructuur. De totale EK-gerelateerde bestedingen worden geschat op 8% van het BBP, wat duidelijk hoger ligt dan bij eerdere toernooien. De bulk van de investeringen komt voor rekening van de publieke sector, wat een gevolg is van het ongunstige investeringsklimaat in de Oekraïne.
5. DE KRISTALLEN BOL Wie moet economisch gezien het EK winnen? Vanuit economisch oogpunt kiezen wij als vertrekpunt de eurocrisis. Volgens ons is het voor de wereldeconomie, voor Europa en voor Nederland als open exporteconomie verreweg het beste als de eurozone de huidige crisis overleeft en zo veel mogelijk in tact blijft. De eurocrisis is deels een vertrouwenscrisis. Telkens als markten begonnen te twijfelen over de houdbaarheid van de schuldpositie van eurolanden werd de twijfel over de houdbaarheid van de monetaire unie in zijn huidige vorm gevoed. Vanuit dit vertrouwensoogpunt vinden we het dan ook het beste als één van de eurozonelanden het EK wint. Een eventuele winst van één van de ‘opt-outs’ (Engeland, Denemarken, Zweden) is niet gunstig, want dat zou olie op het vuur zijn voor de eurosceptici. De vraag die hier onmiddellijk uit volgt, is of één van de perifere eurolanden moet winnen of juist één van de kernlanden. Griekenland, Ierland, Italië, Portugal en Spanje zijn al ernstig besmet geraakt en allerlei middelen zijn uitgerold om deze landen te steunen. De EU en het IMF hebben steunpakketten opgetuigd, een groot deel van de Grieke schuld is afgestempeld, de ECB is staatsobligaties van deze landen gaan opkopen, LTRO’s bieden vooral steun aan banken uit
8
Soccernomics 2012 - EK voetbal Polen & Oekraïne - 29 mei 2012
deze landen en het noodfonds is opgehoogd om de (eventuele) financieringsbehoefte van deze landen te kunnen dekken. Wel is de kans op een Griekse exit recentelijk weer toegenomen met alle risico’s vandien. Wellicht zou een EKwinst van één van de perifere landen positief doorwerken op het zelfvertrouwen van deze landen. Maar wij vinden het vooral essentieel dat er geen serieuze besmetting optreedt naar de ‘kernlanden’, want daar is de eurozone niet voldoende op voorbereid. Wij vinden daarom dat Duitsland, Frankrijk of Nederland economisch gezien het beste kan winnen, in de veronderstelling dat een winst van één van deze landen positief bijdraagt aan het vertrouwen dat de kern van de eurozone sterk genoeg is en de muntunie kan overleven. Van de drie kernlanden is Frankrijk het land dat het dichtst tegen de ‘vuurlinie’ van de periferie aanligt. Het heeft bij S&P zijn AAA-status al verloren en de markten kijken kritisch welke koers Frankrijk onder de nieuwe socialistische president Hollande gaat varen. Aldus doorredenerend zou het het beste zijn als Frankrijk het EK wint. Wie wint het EK? In het voetbal geldt vaak: Never change a winning team. Twee jaar geleden voorspelden wij dat Spanje het WK zou winnen. Het lijkt dan ook verstandig om ditmaal dezelfde voorspelmethode te gebruiken. Toch doen we dat niet, mede omdat de vorige voorspelmethode was toegesneden op een WK en niet op een EK. We baseren onze voorspelling allereerst op de eerder genoemde EK-ranglijst en de FIFAindex. Maar we nemen ook een eigen ‘vormranking’ mee, die is afgeleid van deze FIFA-index en is gebaseerd op de scores vanaf 2011. De resultaten staan in onderstaande tabel. Het beeld is duidelijk. Duitsland en Spanje hebben de beste papieren, op enige afstand gevolgd door Nederland. Mede gelet op de vormontwikkeling (Spanje is ouder en lijkt wat verzadigder te worden; Duitsland is jonger, deze lichting heeft nog geen prijs gepakt en die Mannschaft speelt niet ver van huis) valt onze keuze op Duitsland.
Wie gaat winnen? Eeuwige EKranglijst
FIFA-ranking^
Vormranking*
Duitsland
1
2
1
Nederland
2
4
3
Frankrijk
3
16
13
Spanje
4
1
2
Italië
5
12
9
Portugal
6
5
4
Tsjechië
7
26
14
Rusland
8
11
8
9
7
6
Denemarken
10
10
5
Kroatië
11
8
7
Zweden
12
17
10
Griekenland
13
14
11
Ierland
21
18
12
Polen
26
65
15
Engeland
na 50 16 Oekraïne ^ Meest recente update (9 mei 2012) * Opgesteld op basis van de meest recente resultaten die meetellen voor de FIFA-ranking Bronnen: ABN AMRO Economisch Bureau, FIFA Let wel, deze voorspelling weerspiegelt geenszins onze voorkeur. Graag zitten we er naast en gaat niet Frankrijk, niet Duitsland, maar dat andere eurozone-kernland (Nederland dus) er met de EK-titel vandoor.
Dit document is samengesteld door ABN AMRO. Het heeft uitsluitend als doel om financiële en algemene informatie te verstrekken over [ONDERWERP DOCUMENT]. ABN AMRO behoudt zich alle rechten voor met betrekking tot de informatie in het document en het document wordt uitsluitend aan u verstrekt voor uw informatie. Het is niet toegestaan dit document (geheel of deels) te kopiëren, distribueren, door te geven aan een derde of om het voor enig ander doel te gebruiken dan hier boven bedoeld. Dit document is informatief bedoeld en vormt geen aanbieding van effecten aan het publiek, of een uitnodiging om een aanbod te doen. U mag niet om welke reden dan ook vertrouwen op de informatie, meningen, beramingen, en aannames in dit document noch dat het compleet, accuraat of juist is. Er wordt geen garantie gegeven, uitdrukkelijk of stilzwijgend, door of uit naam van ABN AMRO, haar directeuren, functionarissen, vertegenwoordigers, gelieerde partijen, groepsmaatschappijen of werknemers met betrekking tot de juistheid of volledigheid van de informatie in dit document, en geen enkele aansprakelijkheid wordt geaccepteerd voor enig verlies als direct of indirect gevolg van het gebruik van deze informatie. De opvattingen en meningen opgenomen hierin kunnen op enig moment aan verandering onderhevig zijn en ABN AMRO heeft geen enkele verplichting om de informatie in dit document na de datum hiervan te herzien. Voordat u in enig product van ABN AMRO investeert, dient u zich te informeren over de verschillende financiële en andere risico’s, alsmede mogelijke beperkingen voor u en uw investeringen als gevolg van toepasselijke wetgeving en regels. Indien u, na lezing van dit document, overweegt een investering te doen in een product, raadt ABN AMRO aan om een dergelijke investering met uw relatiemanager of persoonlijke adviseur te bespreken om nader te bezien of het relevante product – met inachtneming van alle mogelijke risico’s – past bij uw investeringen. De waarde van beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garanties voor de toekomst. ABN AMRO behoudt zich het recht voor wijzigingen in dit materiaal aan te brengen. Alle rechten voorbehouden