ING Economisch Bureau Januari 2010
Reisbranche Duurzaamheid rendeert
Colofon
Auteur ING Economisch Bureau Senior econoom Stefan van Woelderen
020-563 4423
Redactie ING Business Banking Kennismanagement Sectormanager bouw, vastgoed & leisure Rob Bakker 020-652 2862 Manager Groen Financieringen Auke de Boer Opmaak/druk Papyrus B.V., Diemen ISBN 978-90-6919-217-8 1e druk
Reisbranche Januari 2010 2
020-652 3893
Inhoudsopgave
Voorwoord 4 Samenvatting en conclusies 5 1
Inleiding 6
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
Duurzaamheid binnen de Nederlandse reissector 7 Dit hoofdstuk in het kort 7 Definities en thema’s 7 Doelstellingen met, en voor- en nadelen van duurzaam toerisme 8 Sterktes en zwaktes 9 Uitdagingen en belemmeringen 12 Kansen en mogelijkheden 13 Aanbevelingen 13 Toekomstverwachting 17
3 3.1 3.2 3.3
Het perspectief van de Nederlandse reiziger 18 Dit hoofdstuk in het kort 18 Klimaatvriendelijk op vakantie? 18 Hoe duurzaam is de Nederlandse reiziger/recreant? 19
Bijlage: Overzicht van gesprekspartners en geraadpleegde bronnen 20
Reisbranche Januari 2010 3
Voorwoord
In het huidige tijdsgewricht is het milieu een hot item voor diverse sectoren in de (Nederlandse) economie. De reisbranche vormt hier geen uitzondering op. De CO2-emissies van de Nederlandse vakantiegangers zijn de laatste jaren flink toegenomen.1 Duurzaam toerisme gaat echter breder dan het milieu. Ook zaken als menswaardige (arbeid) omstandigheden, impact op lokale cultuur en economie, biodiversiteit en respect voor fauna en flora zijn van belang.
Deze studie is tot stand gekomen op basis van kennisuitwisseling met de toeristische keten. We zijn de bedrijven waarmee is gesproken zeer erkentelijk. Ook heeft deskresearch plaatsgevonden waarbij gebruik is gemaakt van een specifiek voor deze studie gehouden enquête onder particuliere ING-relaties. Ten slotte zijn vanuit een multidisciplinaire redactieraad de ervaringen en kennis binnen ING gebundeld.
Als ING geloven wij bij te kunnen dragen aan de maatschappij door goed te zijn in wat we doen, en door de verantwoordelijkheid te nemen voor de impact die onze producten en diensten hebben op de wereld om ons heen. 99% van onze directe impact op het milieu wordt veroorzaakt door energieverbruik, dienstreizen en papierverbruik. De Milieuverklaring die de ING Groep in 2005 aflegde, is erop gericht deze impact te verminderen. Onze ambitie om een betrouwbare financiële instelling te zijn, houdt ook in dat we onze verantwoordelijkheden met betrekking tot mens en milieu serieus nemen. Niet alleen omdat het juist is om te doen of om onze reputatie te beschermen. We denken dat om een succesvol bedrijf te zijn, onze beslissingen moeten aansluiten bij de verwachtingen en belangen van onze stakeholders. Zij zijn degene van wie ons bestaansrecht afhangt.
Wij spreken de wens uit dat dit rapport voor onze relaties, voor potentiële relaties en voor andere geïnteresseerden van nut zal zijn en kan dienen als vertrekpunt voor een goede, strategische discussie. ING Bank denkt graag met u mee.
Voorts kan onder meer gemeld worden dat ING sinds 2007 klimaatneutraal is. Dit bereiken wij onder andere als volgt: • 60% van onze medewerkers wereldwijd wordt actief aangemoedigd het openbaar vervoer te gebruiken voor woon-werkverkeer; • Video conferencing wordt gestimuleerd ter vermindering van het zakelijk vliegverkeer; • Het beschikbaar stellen van energie-efficiënte auto’s voor medewerkers die recht hebben op een zakelijke auto. Het doel van dit rapport is minstens tweeledig. Enerzijds helpt het ING om duurzaamheid in de toeristische markt beter te begrijpen en op basis daarvan ondernemers beter van dienst te kunnen zijn. Anderzijds draagt dit rapport bij aan verdere kennisopbouw en –verspreiding ten aanzien van het thema duurzaamheid. Ook voor bedrijven buiten de toeristische sectoren bevat het een leidraad voor verduurzaming.
1
Tussen 2002 en 2008 gaat het om een toename met 16,8%, waardoor het aandeel in de totale Nederlandse CO2-emissies opliep van 7,6% naar 9%. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Reizen op grote voet 2008’ uitgevoerd door NHTV internationaal hoger onderwijs Breda in samenwerking met NRIT Onderzoek en NBTC-NIPO Research. Voor alle vakanties samen kwam bijna de helft (45%) van de uitstoot voor rekening van vervoer. Het gebruik van accommodaties was verantwoordelijk voor 32% van de CO2-emissies van vakantiegangers; de overige CO2-emissies werden veroorzaakt door vermaak en vervoer op de vakantiebestemming.
Reisbranche Januari 2010 4
Wij wensen u veel leesplezier en zijn uiteraard graag bereid tot commentaar en/of nadere toelichting! ING Business Banking Sectormanager Bouw, Vastgoed & Leisure Rob Bakker
[email protected] ING Economisch Bureau Sectoreconoom Stefan van Woelderen
[email protected]
Samenvatting en conclusies
Duurzaam toerisme is vakantie vieren en rekening houden met milieu, mensen, natuur en cultuur zodat reizen in de toekomst ook mogelijk is.
Duurzaamheid is in opkomst als noodzakelijke randvoorwaarde… Duurzaamheid levert in immaterieel opzicht evidente voordelen op in termen van imagoverbetering en beperking van reputatieschade. Belangrijker nog is dat veel bedrijven in de reisbranche de noodzaak zien om te verduurzamen, omdat de bestaande en potentiële klantenkring en derden dat steeds meer eisen. … en biedt steeds meer mogelijkheden voor positief financieel rendement Materieel zijn de directe voordelen soms minder vanzelfsprekend. Op korte termijn lijkt veelal sprake te zijn van een kostenpost. Volgens geïnterviewden ligt die in de orde van grootte van 10% opslag op de kosten. Op afzienbare termijn zien alle echter reële mogelijkheden tot kostenbesparing en opbrengstenvergroting als gevolg van verduurzaming. De centrale stelling van dit rapport is dan ook dat duurzaamheid rendeert, althans zal renderen. Als de huidige uitdagingen en belemmeringen succesvol het hoofd worden geboden… Een van de belangrijkste uitdagingen op de weg van toeristische bedrijven naar verdere verduurzaming is het vraagstuk hoe gemak/luxe en duurzaamheid meer te verenigen zijn. Een andere nadrukkelijke uitdaging voor de toeristische sector is dat een reis of verblijf door de consument vaak nog niet eenvoudig op duurzaamheid kan worden geselecteerd. … ligt echte voortgang op het vlak van duurzaamheid in het verschiet De laatste jaren beginnen steeds meer grote toeristische bedrijven versneld te verduurzamen, gezien de toegenomen noodzaak en te behalen voordelen. Echte voortgang met duurzaamheid op de markt voor reis en verblijf ligt dan ook in het verschiet.
Reisbranche Januari 2010 5
Actie- en aandachtspunten Met een tiental aanbevelingen trachten wij een bijdrage te leveren in de gedachtevorming en uiteindelijk acties van toeristische bedrijven, brancheorganisaties, NGO’s en overheden. Het betreft de volgende: 1. Houd een lange termijn visie! 2. Brancheorganisaties en overheid, maak werk van duurzaam toerisme! 3. NGO’s en overheid, vind aansluiting bij initiatieven vanuit de reissector! 4. Consument, neem kennis van de milieubelasting van diverse vervoermiddelen! 5. Toeristisch bedrijf, meten is weten! …. en: 6. Houd het luchtig! 7. Verkrijg certificering en werk samen in de keten! 8. Maak duurzaamheid onderdeel van de gehele organisatie! 9. Pas bestaande duurzame oplossingen toe! 10. Maak gebruik van bestaande (subsidie)regelingen!
Groeiende minderheid consumenten vindt duurzaamheid op vakantie van uiterst belang De meerderheid van de consumenten zet duurzaamheid niet op de eerste plaats in de hiërarchie van zaken die belangrijk zijn voor een vakantie. Prijs en comfort scoren veelal hoger. Voor een groeiende en al niet geringe minderheid van ruim 25% van de vakantiegangers is duurzaamheid echter van bijzonder belang.
1 Inleiding
Het begrip duurzaam toerisme raakt diverse thema’s op het gebied van milieu, mensen, natuur en cultuur. In de praktijk wordt het door consumenten en veel bedrijven nog uitsluitend aan milieu gekoppeld. Bij alle geïnterviewde bedrijven en in dit rapport wordt de definitie breed gehanteerd. Hoofdstuk 2 is het centrale hoofdstuk van dit rapport. Aan de orde komen onder meer de definities, de stand van zaken ten aanzien van duurzaamheid in de reisketen op dit moment, belemmeringen en een aantal aanbevelingen om verduurzaming een stap verder te brengen. In hoofdstuk 3 komt een beeld naar voren hoe belangrijk duurzaamheid wordt gevonden door de Nederlandse reiziger/recreant. Anders dan in hoofdstuk 2 wordt hier vrijwel uitsluitend op het milieu gefocust.
Reisbranche Januari 2010 6
2 Duurzaamheid binnen de Nederlandse reissector
2.1 Dit hoofdstuk in het kort Duurzaam toerisme is vakantie vieren en rekening houden met milieu, mensen, natuur en cultuur zodat reizen in de toekomst ook mogelijk is. In immaterieel opzicht kan duurzaam toerisme imagowinst opleveren en reputatieschade helpen voorkomen. Belangrijker nog is dat veel bedrijven in de reisbranche de noodzaak zien om te verduurzamen, omdat de bestaande en potentiële klantenkring en derden dat steeds meer eisen. Materieel zijn de directe voordelen soms minder vanzelfsprekend. Op korte termijn lijkt veelal sprake te zijn van een kostenpost. Volgens geïnterviewden ligt die in de orde van grootte van 10% opslag op de kosten. Op afzienbare termijn zien alle echter reële mogelijkheden tot kostenbesparing en opbrengstenvergroting als gevolg van verduurzaming. Toeristische bedrijven geven de eigen sectoren thans een krappe voldoende op het vlak van duurzaamheid. Samenwerken en certificering zijn belangrijke elementen bij het verduurzamen maar staan nog in de kinderschoenen. De weg naar duurzaamheid kent vele uitdagingen. Een van de belangrijkste is het vraagstuk hoe gemak/luxe en duurzaamheid meer te verenigen zijn. De laatste jaren raakt de verduurzaming bij toeristische bedrijven in een stroomversnelling, gezien de toegenomen noodzaak en te behalen voordelen. Echte voortgang met duurzaamheid op de markt voor reis en verblijf ligt dan ook in het verschiet. Met een tiental aanbevelingen trachten wij een bijdrage te leveren in de gedachtevorming en uiteindelijk acties van onder meer toeristische bedrijven, brancheorganisaties, NGO’s en overheden.
De breedte van de definitie van duurzaamheid wordt belangrijk gevonden. De geïnterviewde ondernemers en managers geven aan dat zij alle aspecten van duurzaamheid van belang achten. Illustratief hiervoor kan de volgende quote zijn: ‘De Verenigde Naties hebben 2010 tot jaar van de biodiversiteit uitgeroepen. Een collega-ondernemer riep dat reizen in ‘zeg’ 2025 niet alleen CO2-neutraal, maar ook biodiversiteitneutraal moet zijn. Hoe dat kan worden gemeten en wat het precies inhoudt is onduidelijk… maar ik onderschrijf het van harte.’ Gert Nieuwboer, General Director, SNP
Dat duurzaamheid een breed begrip is, blijkt ook uit het gerenommeerde Brundtland Rapport (originele naam: ‘Our common future’) (zie figuur 2.1). Hierin zijn de aspecten milieu, mens, natuur en cultuur in hun diverse facetten terug te vinden.
‘Toeristische bedrijven’ is in deze studie de verzamelnaam voor bedrijven in de reis- en verblijfketen in binnen- en buitenland. Dit kunnen onder meer hotels en andere accommodatieverstrekkers zijn, touroperators, reisbureaus en vervoeraanbieders.
In 2009 Tomorrow’s value rating – Hotel Groups komt een lijst met topthema’s naar voren die door de 10 grootste hotelgroepen ter wereld ten aanzien van duurzaamheid van belang worden geacht (tabel 2.1). Wederom is de gehanteerde breedte van het duurzaamheidbegrip zichtbaar. Accor komt
2.2 Definities en thema’s Figuur 2.1 Overzicht vormen van kapitaal en bijbehorende duurzaamheidthema’s* Duurzaam toerisme is vakantie vieren en rekening houden met milieu, mensen, natuur en cultuur zodat reizen in de toekomst ook mogelijk is.
Dit is de definitie die de ANVR hanteert en die in voorliggend rapport wordt aangehouden. Het begrip Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) wordt hier los gehanteerd als synoniem voor het verantwoord aanbieden van diensten die met toerisme van doen hebben. De geïnterviewde gesprekspartners kunnen zich goed verenigen met deze definitie. De reisorganisaties geven aan dat ze niet alleen in het reisaanbod verduurzamen, maar ook in de eigen bedrijfsvoering. Dit kan in de eigen huisvesting en via afspraken met toeleveranciers. Ook hier komt de benadering van duurzaamheid vanuit de gehele toeristische keten naar voren.
Reisbranche Januari 2010 7
Economisch kapitaal
Fysiek kapitaal Kenniskapitaal
Natuurlijk kapitaal
Bodem, water en lucht Biodiversiteit Klimaat en energie
Menselijk kapitaal
Onderwijs Benutting van arbeid Gezondheidszorg
Sociaal kapitaal
Sociale participatie Vertrouwen
Bron: CBS (2009) op basis van VN, Brundtland Commission Report (1987). * volgens kapitaal- cq. hulpbronnenbenadering
in de duurzaamheidrangschikking overigens als beste naar voren (score 55% op een schaal van 100%), gevolgd door InterContinental Hotels (43%) en Marriott (35%).
Tabel 2.1 Belangrijkste duurzaamheidthema’s volgens de 10 grootste hotelgroepen ter wereld 1. Lokale betrokkenheid/maatschappelijk werk; 2. Arbeidsomstandigheden in het bedrijf (diversiteit, training, eerlijke beloning, carrière management); 3. CO2-uitstoot van hotels; 4. Duurzame inkoop; 5. Afval (ook ten aanzien van voedsel); 6. Bouw; 7. Bijdrage aan de lokale economie, lokale toeleveranciers; 8. Waterverbruik; 9. Mensenrechten en arbeidsrecht; 10. Corruptie en omkoping. Verder onder meer biodiversiteit (13), sekstoerisme (15), gedrag van toeristen en kennis van de lokale cultuur (17), voedsel en voeding (18) en gebruik van hulpbronnen en conflicten over stukken land (19). Bron: Two Tomorrows (2009)
2.3 Doelstellingen met, en voor- en nadelen van duurzaam toerisme Center Parcs (Europe Group) noemt als redenen voor duurzaamheid in toerisme en recreatie zowel zaken op die voortkomen uit een bedrijfsfilosofie als bedrijfseconomische
Tabel 2.2 Tien redenen voor Center Parcs om te verduurzamen in toerisme en recreatie 1. Een beter milieu; 2. Relevant voor een groeiend deel van de consumenten; 3. Verbetering continuïteit van het bedrijf op de lange termijn; 4. Vooruitlopend op wetgeving; 5. Verdieping relatie met leveranciers; 6. Inspelen op nieuwe markten en doelgroepen; 7. Beter geïntegreerde bedrijfsvoering; 8. Onderscheid t.o.v. concurrentie; vooral een ‘first movers’ voordeel; 9. Reputatiemanagement; 10. Binding met de werknemer. Bron: Center Parcs Europe Group (2009)
Reisbranche Januari 2010 8
zaken (tabel 2.2.). Deze tweeledigheid, dus de immateriële en materiële kant van verduurzamen, komt als rode draad terug in dit rapport. In immaterieel opzicht In immaterieel opzicht levert duurzaam toerisme sympathie op en imagowinst richting klantenkring. Door veel toeristische bedrijven wordt via duurzaamheid ook beoogd te voorkomen dat de organisatie negatief in de media verschijnt (voorkomen van reputatieschade). Deze defensieve insteek doet niets af aan de concrete resultaten die kunnen worden geboekt op bijvoorbeeld milieugebied en in de vorm van bestrijding van mensonwaardige omstandigheden via werkgelegenheid. Belangrijker nog is dat veel bedrijven in de reisbranche de noodzaak zien om te verduurzamen, omdat de bestaande en potentiële klantenkring en derden dat steeds meer eisen. Er zijn redenen voor dat reisorganisaties vaak terughoudend zijn met duurzame profilering, ondanks de genoemde voordelen. Er kan gebrek zijn aan objectieve kennis over de mate van duurzaamheid van de eigen toeleveranciers. En de angst kan bestaan dat er na de profilering/positionering als duurzame organisatie, er iets mis kan gaan in bijvoorbeeld een van de vestigingen in een ver buitenland. Dit kan dan extra imagoschade opleveren (het bedrijf kan de eigen claim van duurzaamheid niet waarmaken). De meest duurzame toeristische bedrijven zijn tot nu toe daarom ook redelijk behoudend geweest in het ‘vermarketen’ van de eigen duurzaamheidinspanningen. In materieel opzicht Het meetbaar maken van de materiële baten van duurzaamheid voor toeristische bedrijven staat in de kinderschoenen. Duurzaamheid kan materieel voor sommige bedrijven een vaste, loyale klantenkring opleveren die het belangrijk vindt als thema. Naar het segmentatiemodel van het marktonderzoeksbureau Motivaction zijn er voor duurzaam toerisme drie kerndoelgroepen in de Nederlandse bevolking. Dit zijn de postmaterialisten (vinden o.a. groen belangrijk), de kosmopolieten (liberaal en geïnteresseerd in culturen) en moderne hedonisten (levensgenieters, maar willen bewust en verantwoord genieten). Het gaat om zeker 25% van de bevolking die tot deze potentiële doelgroep behoort, hierna ‘de duurzame consumenten’ genoemd. Van deze ruwweg 4 miljoen Nederlanders ligt de vakantieparticipatie op meer dan 82% en reist een flink deel georganiseerd2.
2
Een derde van de binnenlandse vakanties, 60% van de korte buitenlandse vakanties en tweederde van de lange buitenlandse vakanties is georganiseerd. De genoemde 82% is de redelijke stabiele vakantieparticipatie van Nederlanders in 2008. Aangenomen mag worden dat van ‘de duurzame consumenten’ meer dan 82% vakanties maakt (gezien het gemiddeld hogere opleidingsniveau en –inkomen).
Figuur 2.2 Beoordeling die geïnterviewde bedrijven geven aan duurzaamheid in de reisbranche en in de eigen onderneming
Hoe was het in 2005?
Hoe nu, begin 2010?
Verwachting voor 2015?
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
! Rapportcijfer voor het eigen bedrijf ! Rapportcijfer voor de sector Bron: interviews met Accor Hospitality Nederland, Center Parcs Europe Group, SNP en TUI Nederland
Hoewel bedrijven zien dat duurzaam zijn nog vaak meer kost dan niet-duurzaam zijn, vinden velen het verstandig om voor de markt uit te lopen. Zo kan duurzaam bouwen 15% duurder zijn, voor beoogde eigenaren, consumenten die tot het consumentensegment ‘duurzamen’ behoren, kan het juist een argument zijn om een object te kopen. Bovendien kan duurzaamheid tot besparingen leiden als rekening wordt gehouden met subsidiemogelijkheden en mogelijk lagere operationele kosten. Zo zijn er nog volop mogelijkheden om energie te besparen door bijvoorbeeld zonnecollectoren te plaatsen. Wat kostenbesparing soms nog in de weg staat, is het gebrek aan kennis bij ondernemers over duurzame oplossingen en (subsidie)regelingen en een gebrek aan schaalgrootte. Die kennisachterstand zal geleidelijk verdwijnen, in het licht van alle maatschappelijke aandacht voor duurzaamheid. Met het punt over schaalgrootte wordt bedoeld dat de markt voor duurzame producten nu nog niet die omvang heeft waarbij er aan de aanbodzijde schaalvoordelen kunnen optreden. Deze omvang zal snel toenemen en daarmee zullen kostenvoordelen in toenemende mate te behalen zijn, ook in de toeristische keten. Als bijvoorbeeld de massaproductie van elektrische voertuigen op gang komt (vanaf 2012), als zonnecollectoren in grotere hoeveelheden worden geproduceerd en als recyclingstromen in grotere massa worden aangeboden, worden kostenbesparingen vaker gerealiseerd.
Reisbranche Januari 2010 9
2.4 Sterktes en zwaktes De hoofdpunten in deze paragraaf zijn: • Toeristische bedrijven geven de eigen sectoren een krappe voldoende op het vlak van duurzaamheid; • Samenwerken aan en certificering van duurzaamheid in de reisketen staat nog in de kinderschoenen. Reisbranche geeft zichzelf een krappe voldoende op het gebied van duurzaamheid Hoewel het uiteraard bij lange na geen representatieve steekproef is, hebben wij in de interviews de vraag gesteld welk oordeel de bedrijven de reisbranche geven op het gebied van duurzaamheid en hoe ver zij zelf gevorderd zijn. Voorts werd gevraagd wat de situatie 5 jaar geleden was en wat de verwachtingen zijn voor over 5 jaar. De sector is van “slecht” naar “(krap) voldoende” gegaan en de verwachting is dat dit “ruim voldoende” zal zijn in 2015. De reisbranche verdient op basis van deze zeer beperkte steekproef dus nog niet het predicaat ‘duurzaam’. Een aantal zaken valt op. Alle bedrijven zien voortgang en alle bedrijven vinden dat ze zelf beter scoren dan gemiddeld3. Over de voortgang is de algemene opinie dat meer kennis en bewustwording in de gehele reisketen inclusief consument
3
Dat de geïnterviewde bedrijven zichzelf betere cijfers toekennen dan de sector gemiddeld heeft in ieder geval ook te maken met het feit dat ze zich waarschijnlijk ook echt in de voorhoede van de duurzaamheidontwikkeling bevinden. De keuze van ING om deze bedrijven als gesprekspartner te selecteren is in dat opzicht niet helemaal toevallig. Het is evenmin een veroordeling van andere bedrijven.
Kader 2.1 Enkele relevante duurzaamheidinitiatieven en samenwerkingsverbanden binnen de Nederlandse reisbranche IDH is het Initiatief Duurzame Handel en heeft als doel de internationale handels- en productieketens duurzamer te maken. Het is de bedoeling om per ‘sector’ ondernemende allianties te vormen tussen bedrijfsleven, vakbonden, overheid en NGO´s. Het IDH ondersteunt de partijen bij het opstarten van sectorale verbeterprogramma’s. De focus ligt op het verbeteren van arbeidsomstandigheden en milieuaspecten in ontwikkelingslanden. De sectoren hout- en bosproducten, soja, natuursteen, cacao, thee, toerisme, vis en katoen hebben zich tot nu toe aangesloten. Het totaalbudget van IDH voor ketenverduurzaming in verschillende sectoren is € 60 miljoen voor de periode 2008-2013. Het IDH is een uitvloeisel van het Akkoord van Schokland dat op 30 juni 2007 werd ondertekend door het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en verschillende ministeries waaronder het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. Met het verduurzamen van ketens wil IDH bijdragen aan enkele van de Millenniumdoelen, namelijk die voor armoedebestrijding, een duurzame leefomgeving en voor eerlijke handel. In de toerismetak van IDH werken 8 Nederlandse touroperators samen met de ANVR aan duurzaam toerisme in Brazilië, Egypte, Kenia, Tanzania, Thailand en Turkije. Dit deel van IDH heeft de focus op het stimuleren van accommodaties om deel te nemen aan Travelife en op het checken van accommodaties op de Travelife-richtlijnen. Op basis van de resultaten wordt per bestemming een aanpak voor de belangrijkste duurzaamheidproblemen ontwikkeld in samenwerking met lokale partijen. Daarnaast wordt ook met de luchtvaart samengewerkt aan de vermindering en compensatie van de CO2-uitstoot. IDUT staat voor Initiatiefgroep Duurzaam Uitgaand Toerisme. Het is een landelijk Nederlandse netwerk van circa 30 participanten uit bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, onderwijs en overheid voor duurzame ontwikkeling. IDUT organiseert onder andere de jaarlijkse Groeneveld Conferentie, een toonaangevend Nederlands evenement voor netwerken en kennisuitwisseling over duurzaam uitgaand toerisme. Het voorzitterschap van IDUT ligt bij de Algemene Nederlandse Vereniging van Reisondernemingen ANVR. Het secretariaat van IDUT is in handen van het Nederlands Comité voor IUCN. IUCN is de International Union for the Conservation of Nature, een natuurbeschermingsorganisatie die zowel staten als niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) als leden heeft. Daarnaast beschikt de unie over een groot internationaal netwerk van wetenschappers, die zijn verdeeld over zes commissies met meer dan 10.000 wetenschappelijke vrijwilligers op het gebied van behoud van biodiversiteit, beheer van natuurlijke hulpbronnen, soorten, beleid, recht en voorlichting. IUCN definieert beschermde gebieden en is bekend van de Rode Lijst met bedreigde soorten. IUCN beïnvloedt beleid, ondersteunt lokale natuurorganisaties, voert waar nodig projecten uit en ontwikkelt internationaal natuur- en milieurecht, zoals de Convention on International Trade of Endangered Species (CITES) en de Convention on Biological Diversity (CBD). Travel Foundation Nederland (TFN) is een organisatie die duurzame initiatieven en projecten binnen de Nederlandse reisbranche ondersteunt, bundelt en ontwikkelt. Op deze wijze wil TFN toerisme een positieve bijdrage laten leveren aan de lokale bevolking, natuur, cultuur en economie op de vakantiebestemmingen. De stichting wordt (financieel) ondersteund door verschillende organisaties binnen de Nederlandse reisbranche. De insteek is sectorbreed en de stichting is toegankelijk voor nieuwe partners. Oprichters zijn TUI Nederland, Sawadee Reizen, Oad Reizen, Sundio Group, Buro Britain/Buro Scandinavia en Askja Reizen. Bron: interviews, TUI Nederland en de diverse bijbehorende websites (bewerkt ING Economisch Bureau)
er toe hebben bijgedragen dat in de afgelopen 5 jaar verbetering is opgetreden. En dat dit proces in de komende 5 jaar zal intensiveren gezien het maatschappelijke momentum4.
derdeel van ANWB), Kuoni, Oad Reizen, Sawadee Reizen (onderdeel van de Activity Sector van TUI Travel PLC), SNP (onderdeel van ANWB) en TUI Nederland.
Samenwerking op duurzaamheidgebied binnen reisbranche staat nog in de kinderschoenen De praktische kennis over verduurzaming binnen de toeristische keten is pas in de laatste jaren in opbouw. Dit geldt ook voor de samenwerking op dit gebied. Een van de initiatieven is het Initiatief Duurzame Handel, waarin op dit moment in de toerismetak brancheorganisatie ANVR samenwerkt met de Nederlandse touroperators ANWB, Baobab Reizen, De Reisspecialisten, Fox Vakanties (on-
Samenwerking op het vlak van duurzaamheid is gebaat bij een regierol, een visie en een systematische werkwijze. De algemene indruk is dat die leidende, initiërende rol bij de ANVR weer terug is van weggeweest. Het huidige, begin 2009 geïntroduceerde Travelife – Duurzaam Toeristisch Ondernemen kan gezien worden als een sterk verbeterde versie van het Product- en Milieu Zorg (PMZ) systeem van eind 2003 (zie voor Travelife ook kader 2.2 en daarna).
4
De film ‘An inconvenient truth’ (mei 2006) met in de hoofdrol exvice president Al Gore van de V.S. lijkt een van de keerpunten te zijn geweest in het klimaatbewustzijn in de wereld. In ieder geval sinds dat moment is milieu een punt waar veel meer bedrijven dan voorheen mee willen scoren. Dit doet overigens niets af aan oprechte ethische doelstellingen die er gelijktijdig kunnen zijn.
Reisbranche Januari 2010 10
Ook om de herkenbaarheid van duurzame vakanties voor de Nederlandse consument te verbeteren, wordt meer samengewerkt. Zo hebben Accor Hotels, Center Parcs, NS, NS Hispeed en Weekendjeweg.nl in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken een nieuw consumentenlabel voor duurzaam toerisme ontwikkeld dat in 2010 wordt geïntroduceerd.
Kader 2.2 Enkele normen en certificatieprogramma’s voor duurzaam reizen en toerisme FSC (Forest Stewardship Council), is een internationale organisatie die verantwoord bosbeheer stimuleert. FSC stelt wereldwijde standaarden voor bosbeheer op, met daaraan gekoppeld een keurmerk. De stichting FSC Nederland streeft naar het verhogen van het aandeel FSChout en -papier in Nederland. De kern van het werk van FSC is zorgen dat bossen, zowel tropische als niet-tropische, goed worden beheerd. Door het FSC-keurmerksysteem kunnen boseigenaren die zich aan de afspraken houden, zich onderscheiden van degenen die hun bos niet goed beheren. Daarnaast maakt FSC het hout herkenbaar voor de eindgebruiker (dat is bijvoorbeeld de opdrachtgever voor de bouw van hotelaccommodaties). Deze kan er zeker van zijn dat het uit goed beheerde bossen komt, doordat het hout door de hele handelsketen wordt gevolgd. Het instrument dat FSC hiervoor gebruikt is certificering, zowel van het bosbeheer als van de handelsketen. Certificeren gebeurt door een van de vijftien onafhankelijke organisaties die daarvoor door FSC zijn geaccrediteerd. Green Globe is een wereldwijd certificatieprogramma voor duurzaam reizen en toerisme. Het concentreert zich op economisch-, sociaal- en milieuverantwoord beheer. Het Green Globe certificaat wordt toegepast bij accommodaties, eco-toeristische bestemmingen, reisorganisaties en resorts. Keuringen en controles worden uitgevoerd door onafhankelijke keuringsinstellingen. Thans hebben meer dan 1000 bedrijven in 100 landen een Green Globe. De bouwstenen onder het eisenpakket van Green Globe zitten in Agenda 21 en ISO 14001. Agenda 21 is een programma van de Verenigde Naties met betrekking tot duurzame ontwikkeling. Het is een uitvoerig actieplan dat globaal, nationaal en plaatselijk door organisaties van de V.N., de overheden, en de belangrijkste organisaties op elk gebied waarbij de mensen het milieu beïnvloeden moet worden nageleefd. 21 verwijst naar de 21e eeuw. De eisen van Green Globe hebben betrekking op een goed functionerend milieuzorgsysteem, op naleving van de lokale milieuwetgeving, het leveren van een bijdrage aan lokale natuur- en milieubescherming, en op het verschaffen van werkgelegenheid aan de lokale bevolking. Green key is een internationaal keurmerk voor bedrijven in de toerisme- en recreatiebranche (voorheen ‘de Milieubarometer’ geheten). Bedrijven met een Green key gaan bewust om met het milieu en de natuur, zonder dat dit ten koste gaat van het comfort en de kwaliteit. Voor het behalen van een Green key moeten bedrijven diverse milieumaatregelen nemen, zoals gas-, water- en energiebesparing en afvalscheiding invoeren. Naast deze verplichte maatregelen zijn er een aantal keuzemaatregelen. Het aantal toegepaste keuzemaatregelen bepaalt het niveau van de Green key dat het bedrijf ontvangt: brons, zilver of goud. Green key is onderdeel van de onafhankelijke milieuorganisatie Foundation for Environmental Education (FEE). De Stichting Keurmerk Milieu, Veiligheid en Kwaliteit (KMVK) beheert Green key voor FEE in Nederland. Keuringen worden uitgevoerd door een onafhankelijke instantie. De milieumanagementsystemen ISO14001 en EMAS ISO 14001 is één van de normen van de ISO 14000 serie en wordt wereldwijd toegepast om milieumanagementsystemen op te zetten en te certificeren. Als een bedrijf kiest voor een milieumanagementsysteem en dit wilt laten certificeren, zijn er twee mogelijkheden: de ISO 14001 norm en/of de EMAS verordening. EMAS staat voor ‘Eco Management and Audit Scheme’, en is een initiatief van de Europese Gemeenschap. EMAS stelt als extra vereiste ten opzichte van ISO 14001, dat een milieujaarverslag voor het publiek moet worden opgesteld. ISO 14001 is de internationale naam van een onafhankelijk internationaal milieuzorgsysteem. Binnen de methodologie van een milieumanagementsysteem biedt een structurele monitoring van emissies, afvalstromen, gebruikte grondstoffen, energie en overige milieu-aspecten goed inzicht in de milieuprestatie van de organisatie. Daardoor kunnen milieudoelstellingen en behaalde resultaten concreet en inzichtelijk worden gemaakt. Deze belangrijke milieu-informatie kan voor het management mede de basis vormen voor het nemen van belangrijke beslissingen. Ook is deze informatie relevant voor de diverse stakeholders (klanten, overheid, omwonenden, intermediaire organisaties, financiële instellingen en verzekeraars, etc.) en is ook goed bruikbaar ter motivatie van de individuele bijdrage van de verschillende afdelingen en werknemers aan de totale milieuprestatie van de onderneming. MSC is een onafhankelijke, internationale organisatie die zich inzet om het visaanbod in de zee voor de lange termijn te garanderen. Ook wil de organisatie de leefomgeving van de vissen gezond houden. Vis met het MSC-keurmerk is gegarandeerd duurzame vis. MSC is een afkorting van Marine Stewardship Council. De MSC-organisatie is in 1997 opgericht door het Wereld Natuur Fonds en Unilever om duurzame visvangst te bevorderen. Sinds 1999 is de organisatie onafhankelijk en inmiddels uitgegroeid tot een organisatie met kantoren in GrootBritannië, Verenigde Staten en Australië. Travelife is een management systeem, ontwikkeld ter ondersteuning van een efficiënte en kosteneffectieve invoering van duurzaamheid binnen de reissector. Uiteindelijk doel daarbij is verduurzaming van diverse partijen in de reisketen door samenwerking tussen reisorganisaties onderling, tussen de reisorganisaties en hun leveranciers, en tussen reisorganisaties en hun bestemmingen. Een gemeenschappelijke internationale en gecoördineerde aanpak is erop gericht goede praktijken binnen de sector te verspreiden. Travelife, of Travelife – Duurzaam Toeristische Ondernemen wordt ondersteund door een groeiend aantal reisorganisaties en wordt momenteel ingevoerd onder meer dan 450 leden van Europese reisorganisaties, zoals de ANVR en zusterorganisaties uit Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en België. Ter ondersteuning van reisorganisaties en hun leveranciers biedt Travelife een reeks standaarden en instrumenten, waaronder een handboek over duurzaamheid voor managers en medewerkers van reisorganisaties, een online instrument om als reisbedrijf een actieplan voor te formuleren, het online ‘Travelife Sustainability System’ (TSS) voor de evaluatie van leveranciers en bestemmingen op duurzaamheidaspecten (met bijbehorende Gold, Silver & Bronze awards). De evaluatie is gebaseerd op de Travelife milieu- en sociale standaarden.
Bron: interviews en de diverse bijbehorende websites (bewerkt ING Economisch Bureau)
Reisbranche Januari 2010 11
Certificering en een gebrek aan eenduidigheid Certificering speelt een belangrijke rol bij de herkenbaarheid van duurzaamheid door ondernemers en door consumenten. Talloze keurmerken zoals FSC en Green key bestaan naast elkaar, zijn deels overlappend, aanvullend of richten zich op volledig uiteenlopende duurzaamheidaspecten. Het zou voor de toeristische sectoren de ultieme uitdaging zijn om te komen tot een eenduidige (sterren) classificatie voor duurzaamheid zoals dat wereldwijd al voor hotels bestaat. Dit zou helderheid scheppen binnen de keten, richting consument en naar derden.
wordt opgestoken en dat de recreant/toerist dit (logischerwijs) als onprettig ervaart. Of als bijvoorbeeld milieu te veel in de weg gaat staan van de ‘leisure-ervaring’.
‘Consuminderen is veelal geen optie. De recreant is steeds meer op zoek naar gemak. Dit betekent soms luxe. Luxe is vaak weer synoniem met méér. De centrale uitdaging op weg naar duurzaam toerisme is het verenigen van luxe en duurzaamheid.’ Paul Geraeds, Director of Marketing, Center Parcs Europe Group
Het herkennen van de duurzame toeleveranciers – bijvoorbeeld van accommodaties of van lokale agenten - kan voor reisorganisaties moeilijk zijn. Vaak ontbreekt certificering of accreditatie, terwijl daar juist behoefte aan is. In geval van kleinschaligheid van duurzame toeleveranciers ontbreekt veelal de kennis en soms het besef om met die duurzaamheid naar buiten te treden (‘vermarketen’ van duurzaamheid).
‘Green key is een stap in de goede richting voor de certificering van accommodaties, maar heeft nog niet de status en reikwijdte van een FSC-achtig keurmerk.’ Gert Nieuwboer, General Director, SNP
Travelife is voor Nederlandse touroperators geen vrijblijvend begrip Alle ANVR-touroperators dienen te voldoen aan de ANVRDTO verplichting, waarbij de reisonderneming in/voor zijn bedrijf een: • DTO-coördinator aanstelt. Deze volgt de Travelife Training en sluit deze succesvol af met het persoonsgebonden Travelife Examen (DTO-diplomering). Het diploma blijft 3 jaar geldig; • DTO-beleidsverklaring opstelt; • DTO-actieplan samenstelt; en ten bewijze van dit alles vervolgens een tweejaarlijks, op basis van Planning & Report samengesteld digitaal, DTOrapport aanlevert, waarna de Stichting bij goedkeuring daarvan overgaat tot de certificering (bedrijfsgebonden). Een trainings- en examenprogramma wordt waarschijnlijk in 2010 uitgerold bij reisbureaus.
2.5 Uitdagingen en belemmeringen De centrale uitdaging voor het verduurzamen van toerisme: het verenigen van gemak/luxe en duurzaamheid in het toeristische product Verduurzaming kan voor bedrijven een manier zijn om de sympathie van (potentiële) klanten te winnen. Een van de valkuilen bij het verduurzamen is dat de vermanende vinger
Reisbranche Januari 2010 12
Herkenbaarheid voor consument en gemak om er voor te kiezen ontbreekt nog Op duurzaamheid is door de consument veelal nog niet te selecteren bij het boeken van een reis of verblijf (terwijl dat op prijs altijd wel het geval is). Aangezien hier business-tobusiness voortgang mee wordt geboekt, gezien de ontwikkelingen op het vlak van certificering, kan hier voor de toekomst verbetering worden verwacht. Hier speelt het in de vorige paragraaf genoemde belang van eenduidigheid in certificering en van herkenbaarheid voor de klant mee. Verleidingen van niet-duurzame korte termijn keuzes Voor een groeiende en al niet geringe minderheid van ruim 25% van de vakantiegangers is duurzaamheid van bijzonder groot belang. De meerderheid van de consumenten zet duurzaamheid echter niet op de eerste plaats in de hiërarchie van zaken die belangrijk zijn voor een vakantie (zie ook hoofdstuk 3). Prijs en comfort scoren veelal hoger. Nog diverse bedrijven in de reisketen laten zich dan ook leiden door de verleidingen van kortetermijnwinsten die door nietduurzame opties worden geboden. Meerkosten Over de meerkosten en het feit dat hiervan zeker niet altijd sprake van is, is in het voorgaande voldoende geschreven. Het punt hier is dat in het streven naar duurzaamheid in bijvoorbeeld de bouw van accommodaties, organisaties in bepaalde gevallen materiaal uit het buitenland zouden moeten importeren. Dit zou dan te hoge kosten met zich meebrengen, die bedrijfseconomisch niet kunnen worden terugverdiend. Lokale wetgeving Duurzaamheidbeleid van een internationaal toeristisch bedrijf kan worden gehinderd door nationale of lokale wetten en regels, zoals bouwbesluiten. Hier is vooral door grote bedrijven lastig beleid op te voeren en hier gaat kostbare energie aan administratieve processen verloren. Harmonisatie van internationale en nationale overheidsvoorschriften zou hier welkom zijn.
‘Zoals bij veel grote internationale bedrijven wordt het duurzaamheidbeleid bij Accor centraal gecoördineerd en vervolgens lokaal toegepast. Om als organisatie overal te moeten voldoen aan lokale duurzaamheidvoorschriften die vaak net weer anders zijn dan in andere steden of regio’s kost onnodig veel tijd en energie.’ Marlies Hoving en Albert Roebersen, Accor Hospitality Nederland
Misleiding Een andere belemmering, zelfs bedreiging/valkuil voor de sector is greenwashing. Dit is het misleiden van de consument door een bedrijf of organisatie. Deze organisatie doet zich voor alsof zij weloverwogen met het milieu omgaat maar dit blijkt in de praktijk niet zo te zijn, of in mindere mate dan de organisatie dit aangeeft. Er zijn verschillende manieren van greenwashing. Voorbeelden zijn claims die niet kunnen worden waargemaakt.
‘Hoewel geen sprake hoeft te zijn van moedwillige misleiding, zeggen toeristische bedrijven soms dat ze duurzaam zijn, terwijl dat niet kan worden waargemaakt. Er moet niet alleen sprake zijn van beleid. Essentiële elementen van duurzaam ondernemen zijn ten minste drie zaken: 1) Beleid; 2) Actieplan; 3) Controle (door derden).’ Elise Allart, Manager Duurzaam Toerisme, TUI Nederland
2.6 Kansen en mogelijkheden Bestaande regelingen bieden mogelijkheden voor bedrijven De overheid maakt zich sterk voor duurzaamheid, onder andere via subsidies. Dit geldt voor alle lagen van de overheid, van bijvoorbeeld de Europese Commissie, nationale overheid tot de provinciale en lokale overheden (gemeenten). Dit biedt kansen voor ondernemers (zie ook de volgende paragraaf). Ook financiële instellingen willen zich met duurzaamheid profileren en daarom liggen ook daar mogelijkheden voor bedrijven in de reisketen. Duurzaamheid zal renderen Zoals eerder vermeld, kan toepassing van duurzame methoden tot kostenbesparing leiden via energiebesparing en tot opbrengstvermeerdering via imagowinst en de groeiende groep consumenten die duurzaamheid belangrijk vindt. Duurzaam toerisme zal naar verwachting voor steeds meer organisaties in de reisketen op (korte) termijn gaan renderen.
Reisbranche Januari 2010 13
Duurzaam toerisme groeit ook aan de vraagkant van de markt De consument lijkt nog wat achter te lopen op het bedrijfsleven bij het herkennen van de meerwaarde van duurzaamheid. Ook hier worden echter flinke stappen voorwaarts gemaakt. Volgens een nieuwsbericht uit augustus 2009 is Stichting Max Havelaar van mening dat ‘voorheen’ zo’n 3% van de consumenten een biovriendelijke koper was en dat die groep is gegroeid naar zo’n 20 tot 25%. Dit ligt in lijn met de uitkomsten van de door ons gehouden interviews, waarbij de huidige omvang van de groep ‘duurzame consumenten’ wordt ingeschat op 25% tot 30%. Een van de geïnterviewden ziet zelfs een duidelijk milieubewustere mentaliteit bij de jeugd ten opzichte van de volwassenen.
2.7 Aanbevelingen In onze aanbevelingen beperken wij ons tot een tiental. Daarmee zijn wij zeker niet uitputtend/volledig. 1. Houd een lange termijn visie! Dit advies is voor alle toeristische bedrijven en brancheorganisaties, overheid en NGO’s. De kost gaat vaak voor de baat uit, zo ook bij verduurzaming. Aanwijzingen zijn er te over dat het achterblijven bij deze trend bedrijven financiële en reputatieschade oplevert en zal gaan opleveren. Daarom is richting alle betrokken partijen de aanbeveling te opereren vanuit de visie dat duurzaamheid rendeert. Overheden, brancheorganisaties en NGO’s kunnen hierin een rol spelen in de randvoorwaardelijke sfeer. 2. Brancheorganisaties en overheid, maak werk van duurzaam toerisme! Deze aanbeveling gaat uit aan brancheorganisaties zoals de Nederlandse ANVR, Recron en KHN en aan de overheid. Geïnterviewde bedrijven geven aan dat een (blijvende) initiërende en faciliterende functie van de diverse brancheorganisaties op toeristisch en recreatief gebied belangrijk is voor de verduurzaming van de sector. Zo wordt over de actievere rol van de ANVR over het afgelopen jaar positief geoordeeld. In onze aanbeveling aan de overheid lichten wij de volgende punten uit: • Eenduidigheid! Kom tot ketenbrede afspraken over certificering en classificatie van duurzaamheidstandaarden in de toeristische sectoren, analoog aan het wereldwijd bekende sterrensysteem in de hotellerie; • Ondersteun de duurzaamheidontwikkeling via voorlichtingscampagnes zoals SIRE; • Stel MVO als vak verplicht in alle niveaus van het onderwijs en faciliteer dit financieel. Hiermee wordt in feite het voorlichten van de consument beoogd (en deels van
de toekomstige ondernemer en werknemer in de reisbranche); • De Europese overheid zou duurzaamheid kunnen faciliteren door een checklist op te (laten) stellen waarmee accommodaties zich kunnen verduurzamen. Harmonisatie is in veel gevallen welkom om energie die bedrijven nu moeten steken in administratieve procedures alternatief en nuttiger aanwendbaar te laten zijn.
‘Verduurzaming biedt een economische branche zoals de hotellerie een enorme kans om het imago een stimulans te geven. Brancheorganisaties en overheden kunnen hier meer mee doen dan nu het geval is.’ Marlies Hoving en Albert Roebersen, Accor Hospitality Nederland
3. NGO’s en overheden, vind aansluiting bij initiatieven vanuit de reissector! Wereldwijd werkt naar schatting 8% van de beroepsbevolking in het toerisme en ondersteunende sectoren. Dit is veel meer dan in Nederland waar minder dan 1% bij reisbureaus en touroperators werkt. Beleid dat NGO’s of overheden willen voeren of beïnvloeden kunnen soms via de toeristische sectoren ten uitvoer worden gebracht. Toerisme is sectoroverschrijdend, met verblijf en vervoer als hoofdcomponenten. Bij het formuleren van doelstellingen op het vlak van lokale ontwikkeling van economie, mens, dier en natuur wordt vanwege dit gefragmenteerde karakter van de toeristische activiteiten nog te vaak voorbijgegaan aan de mogelijkheden die hier liggen. NGO’s die zich bijvoorbeeld richten op menswaardige arbeid of het tegengaan van exploitatie van kinderen die illegaal worden ingezet voor arbeid of prostitutie zouden wellicht vaker aansluiting kunnen vinden bij initiatieven die in de reissector zijn ontwikkeld.
‘Veel organisaties actief op het gebied van ontwikkelingssamenwerking gaan voorbij aan de aanknopingspunten die het toerisme biedt. Een voorbeeld: Een gemiddelde accommodatie kent tientallen toeleveranciers. Lokale boeren worden veelal uitgesloten als toeleverancier omdat ze de vereiste kwaliteit, kwantiteit en betrouwbaarheid niet kunnen leveren. Dit kan worden opgelost door ze te verenigen in boerenassociaties met organiserende hulp van de ontwikkelingsorganisatie. Hier ligt grote potentiële winst op het vlak van lokale arbeidsomstandigheden en het stimuleren van de lokale economie.’
4. Consument, neem kennis van de milieubelasting van diverse vervoermiddelen! Deze aanbeveling is vooral, maar niet uitsluitend voor de reiziger/recreant. Zonder belerend te willen zijn, is het voor ‘de consument’ wellicht goed om te weten wat de milieubelasting is van diverse vervoermiddelen. Dit is gebaseerd op informatie van de ANVR. Hieruit blijkt dat de touringcar tot de laagste milieubelasting leidt en een lijndienstvlucht tot de hoogste. Hoewel cruiseschepen in het staatje ontbreken, vermeldt de ANVR dat ‘ook cruiseschepen fors bijdragen aan de luchtverontreiniging en het broeikaseffect vanwege de zwaar vervuilende stookolie die als brandstof wordt gebruikt. De schepen hebben veel energie nodig voor aandrijving, verlichting, verwarming en airconditioning. Het gemiddelde cruiseschip met 3.000 passagiers veroorzaakt [tijdens de vaart en in de haven] ruwweg evenveel luchtverontreiniging [bijvoorbeeld door fijnstof] als 12.000 auto’s [die continu rondrijden].’ Afgezien van cruiseschepen is de rangschikking van minst naar meest vervuilend als volgt: 1. 2. 3. 4.
Touringcar; Internationale trein; Hogesnelheidstrein; Auto (uitgaand van 2 tot 4 personen en met/zonder caravan); 5. Charter5/low-cost carrier; 6. Lijndienstvlucht. Wereldwijd draagt de luchtvaartindustrie in de orde van grootte van 2 tot 3 procent bij aan de totale uitstoot van broeikasgassen in de atmosfeer6. Air France-KLM is koploper in duurzaamheid binnen de luchtvaart. Het bedrijf neemt op alle fronten actie (zie kader 2.3). Over biokerosine is zowel in de wetenschap als in het bedrijfsleven het laatste woord nog niet gezegd. Meningen lopen uiteen of biofuels al dan niet met de voedsel keten concurreren. Wat uit kader 2.3 wel duidelijk wordt, is dat Air-France ook via samenwerkingsverbanden als die met het WNF en die van Safug veel in het werk stelt om duurzaam te ondernemen. Niet voor niets staat de onder neming dan ook al enige jaren op de eerste positie van de sector in de gerenommeerde Dow Jones Sustainability Index (DJSI).
5
Charters (en mogelijk ook low-cost carriers) behalen t.o.v. lijndienstvluchten hun lagere milieubelasting schijnbaar vooral als gevolg van een hogere bezettingsgraad van de vliegtuigen.
6
Bron: IPCC (secundaire bron: Air France-KLM, Corporate Social Responsibility Report 2008-09, p.21).
Elise Allart, Manager Duurzaam Toerisme, TUI Nederland
Reisbranche Januari 2010 14
Kader 2.3 Duurzaamheidbeleid van Air France-KLM Speerpunten van beleid: - Klimaatverandering bestrijden; - Minimaliseren invloed op het (lokale) milieu; - Duurzame opbouw en onderhoud met klanten; - Bevorderen van een verantwoord HR-beleid; - Lokale ontwikkelingen stimuleren. Selectie van de enkele samenwerkingsverbanden: - Participatie binnen IDUT; - Samenwerking met het WNF (sinds 2007) om CO2-uitstoot te reduceren en publieksvoorlichting over klimaatverandering; - Samenwerking met IUCN en Wageningen Universiteit om de impact van toerisme op de biodiversiteit te onderzoeken; - Lid van de Sustainable Aviation Fuel Users Group (Safug) voor de ontwikkeling, certificering en het commerciële gebruik van biobrandstoffen. Enkele prestaties en mijlpalen: - Eerste milieurapportage van zowel Air France als KLM dateert uit 1996; - ISO 14001 certificering voor activiteiten in Nederland (sinds 1999) en EMAS (2000); - Notering als sectorleider (#1 positie) aan de Dow Jones Sustainability Index (DJSI) voor vijf achtereenvolgende de jaren; - Destination Nature: een programma dat een positieve bijdrage levert aan duurzame natuurontwikkeling op KLM’s bestemmingen; - November 2009: KLM voert ‘s werelds eerste vlucht op biokerosine uit met passagiers aan boord. Bron: interview met Jaap van den Berg (KLM) en websites
Hieronder volgt een reeks van aanbevelingen richting bedrijven in de reisketen. Op basis van ‘best practices’ van enkele geïnterviewde bedrijven, zijn dat de volgende. 5. 6. 7. 8.
Meten is weten! Houd het luchtig! Verkrijg certificering en werk samen in de keten! Maak duurzaamheid onderdeel van de gehele organisatie! 9. Pas bestaande duurzame oplossingen toe! 10. Maak gebruik van bestaande regelingen! 5. Toeristisch bedrijf, meten is weten! Om voortgang te boeken met duurzaamheid is het belangrijk deze meetbaar te maken en te monitoren.
‘De toeristische sector is nog in de startfase van het meetbaar maken van duurzaamheid. Dit heeft te maken met kennis, bewustwording en het vroege ontwikkelingsstadium voor standaarden.’
gebruikte ‘materiaal’ gerecycled. Het bedrijf heeft 45% als korte termijn doel gesteld. Accor is een van de bedrijven die excelleert in het meetbaar maken van duurzaamheid, in ieder geval ten aanzien van de onderwerpen die te maken hebben met het ‘Ecoproject’. In het verslag van het ‘Sustainable development department’ zijn de acht duurzaamheidprioriteiten van het bedrijf geconcretiseerd naar voortgang en doelstelling voor 2010 (zie tabel 2.3). 6. Houd het luchtig! Illustratief is de volgende quote:
‘Als de factor vermaak onderbelicht raakt in het reisaanbod en duurzaamheid iets zwaars dreigt te worden, dan krijg je potentiële reizigers op den duur niet mee. Beleving is dus een essentieel element om een duurzame vakantie te doen slagen.’ Gert Nieuwboer, General Director, SNP
Elise Allart, Manager Duurzaam Toerisme, TUI Nederland
Met een milieumanagementsysteem kunnen emissies, afvalstromen, gebruikte grondstoffen, energie en overige milieuaspecten structureel worden gemonitord. Zo krijgt een organisatie goed inzicht in de milieuprestatie. Een voorbeeld van een door Center Parcs gebruikte indicator is de recyclinggraad. Op dit moment wordt circa 25% van het
Reisbranche Januari 2010 15
7. Verkrijg certificering en werk samen in de keten! Vergroot als bedrijf je herkenbaarheid richting klanten (bedrijven of consumenten) door het verkrijgen van een erkende certificering op de diverse duurzaamheidgebieden (milieu, mens, natuur, cultuur). Zie verder paragraaf 2.4, ook voor een toelichting op samenwerking in de toeristische keten en met derden en over de grotere eenduidigheid in certificering die nog valt te behalen (nationaal en
Tabel 2.3 Acht duurzaamheidprioriteiten van Accor (Group), doelstelling en stand van zaken Prioriteit
Doelstellingen voor 2010 (selectie van)
Stand van zaken
Lokale ontwikkeling
Verdere uitrol van lokale partnerschap-initiatieven.
In 17 landen worden Fair Trade producten gebruikt.
Kinderbescherming
Verdere uitrol van het ECPAT/ WTO-programma in Afrika en Europa. In-house training versterken.
Accor heeft de ECPAT/WTO “Code of Conduct” getekend in 38 landen. 12.000 werknemers zijn getraind om sextoerisme tegen te gaan.
Bestrijding van epidemieën
Inzetten van de DVD met het ACT-HIV actieplan in alle hotels in de wereld.
Hotels in 27 landen gebruiken de DVD.
Uitgebalanceerde voedsel
(Op langere termijn) Accor Services “Nutritional Balance” program in alle Accor hotels in de wereld.
In 13 landen is het programma uitgerold en nog niet door alle Accor-merken.
Energie
10% energieverbruikreductie per bezette kamer.
3,4% reductie in 2008 ten opzichte van 2007.
Water
10% waterconsumptiereductie per bezette kamer.
0,6% reductie ten opzichte van 2006.
Afval
Recyclinggraad van papier, karton en glas 70%.
62% recyclinggraad.
Biodiversiteit
Participatie van alle hotels in boomplant-initiatieven of natuurbeschermings-programma’s.
75% participatie.
Project ‘Ego’
Project ‘Eco’
Bron: ING Economisch Bureau op basis van informatie van Accor
internationaal). Concrete voorbeelden/aanknopingspunten zijn: • Samenwerking met energiebedrijven in de opwekking van duurzame energie ter plekke. Zo wordt door Center Parcs in een aantal parken in kleine warmtekrachtcentrales al gebruik gemaakt van warmtekrachtkoppeling7; • Navolgen van of zelfs aansluiting zoeken bij het ophanden zijnde nieuwe consumentenlabel voor duurzaam toerisme (Accor en anderen) en natuurlijk bij ontwikkelingen in het kader van Travelife – Duurzaam Toeristisch Ondernemen; • Selectie van toeleveranciers op duurzaamheid of afspraken met ze maken over bijvoorbeeld verpakkingsmateriaal zodat afvalstromen worden beperkt of gerecycled.
7
Warmtekrachtkoppeling is de gecombineerde opwekking van warmte en elektriciteit (kracht). Elektriciteitscentrales hebben naar verluid een elektrisch rendement van circa 58,5%, de rest van de energie uit de gebruikte brandstoffen komt vrij als warmte. Deze warmte kan ook voor andere toepassingen gebruikt worden. Op deze manier kan veel brandstof worden bespaard.
Reisbranche Januari 2010 16
‘Leidend bij ons duurzaamheidbeleid is de vuistregel ten aanzien van afval en emissie: vermijden is beter dan verminderen en verminderen is beter dan compenseren.’ Paul Geraeds, Director of Marketing, Center Parcs Europe Group
8. Maak duurzaamheid onderdeel van de gehele organisatie! Alleen als duurzaamheid onderdeel wordt van de gehele organisatie kan de lange termijn visie worden gerealiseerd. Een voorlopende hotelorganisatie als Accor doet dat zowel op bestuurlijk als op operationeel vlak. Zo is het aandachtsgebied ‘Duurzame ontwikkeling’ op hoofdkantoorniveau geplaatst naast afdelingen/disciplines zoals ‘Sales & Marketing’ en ‘Bouw & Constructie’. Op operationeel gebied laat het bedrijf alle hotelvestigingen in Nederland elk jaar een lijst met circa 65 punten doorlopen om de daadwerkelijke toepassing van de ‘corporate’ uitgangspunten te monitoren.
‘De kracht van Accor ten aanzien van duurzaamheid ligt in het feit dat we het beleid concreet maken in actiepunten waar over enkele jaren elk hotel aan moet voldoen.’ Marlies Hoving en Albert Roebersen, Accor Hospitality Nederland
9. Pas bestaande duurzame oplossingen toe! Hiervan zijn (praktische en abstractere) voorbeelden te over. Enkele zijn: • Aanschaf van elektrische voertuigen die liefst ook nog met groene stroom worden opgeladen; • Chloorgebruik verminderen in zwembaden zonder concessie aan de hygiënische omstandigheden; • Gebruik van biomassacentrales voor de energievoorziening; • Waterbesparende technieken die niet ten koste gaan van gemak en luxe, mogelijk door gebruik te maken van waterzuiveringsinstallaties zodat het water weer kan worden hergebruikt na zuivering; • Stimuleren van openbaar vervoer door ‘OV-gasten’ kleine voordeeltjes te geven.
‘Grote milieuwinst valt te behalen op het gebied van vervoer. Vervoer levert een verrassend grote bijdrage aan de carbon footprint. Vooral als het openbaar vervoer beter kan worden gestroomlijnd, kan op milieugebied veel worden gewonnen.’
2.8 Toekomstverwachting Verduurzaming van grote organisaties telt zwaar en leidt tot voortgang Nu de grote toeristische bedrijven stappen beginnen te maken en brancheorganisaties in diverse landen waaronder ANVR met het Travelife initiatief 8 zijn begonnen, komt verduurzaming in de toeristische keten op gang. Immers, voortgang is er pas echt als de massatoerist, waartoe ruwweg 75% van de reizigers zich mag rekenen, ook duurzamer gaat reizen. Kennis neemt toe, duurzaamheid zal renderen De kennis over duurzaamheid neemt toe, de meerkosten zullen afnemen en zelfs veranderen in besparingen. Als consumenten de voordelen van duurzaamheid beginnen terug te zien in de eigen portemonnee, valt te verwachten dat ze massaal meegaan in de verduurzaming (zie hoofdstuk 3). Het bedrijfsleven, dat wil zeggen de reisaanbieders, zullen op die manier ook meer willen doen aan MVO. De grootste duurzaamheidwinst valt volgens velen te behalen op milieugebied, bijvoorbeeld via energiebesparing door duurzame warmtecentrales en door alternatieve aandrijving voor wegvervoer. Het ambitieniveau voor de toekomst bij het bouwen van accommodaties is het gebruik van duurzame materialen volgens het Cradle to Cradleprincipe.
Paul Geraeds, Director of Marketing, Center Parcs Europe Group
10. Maak gebruik van bestaande (subsidie)regelingen! Voor het verduurzamen van het bedrijf bestaan diverse financiële incentives vanuit de overheid en vanuit de financiële wereld. Van overheidswege valt te denken aan subsidies via Agentschap NL (waar SenterNovem nu deel van uitmaakt). Vanuit de financiële wereld is er het voorbeeld van Groen Financieringen, zoals ING die heeft.
8
Reisbranche Januari 2010 17
Zie Travelife.eu en paragraaf 2.4.
3. Het perspectief van de Nederlandse reiziger
3.1 Dit hoofdstuk in het kort De meerderheid van de consumenten zet duurzaamheid niet op de eerste plaats in de hiërarchie van zaken die belangrijk zijn voor een vakantie. Prijs en comfort scoren veelal hoger. Voor een groeiende en al niet geringe minderheid van ruim 25% van de vakantiegangers is duurzaamheid een belangrijke overweging.
3.2 Klimaatvriendelijk op vakantie? Duurzaamheid is een begrip dat meer omvat dan uitsluitend het milieu. Om praktische redenen is in de onderstaande ING poll echter gefocust op dit deelaspect. In de volgende paragraaf wordt nog kort stilgestaan bij overige aspecten. In het weekend van 20 tot en met 22 november 2009 werd onder de bezoekers van de ING Economisch Bureau Particulier website een poll gehouden hoe prominent overwegingen over klimaatveranderingen en CO2-uitstoot zijn bij het plannen van een vakantie door ‘de consument’. In totaal werden tot 55 duizend bezoekers van de website per dag gepeild. Het milieu is voor grote meerderheid vakantiegangers geen overweging vooraf Driekwart van de consumenten houdt bij de vakantieplannen geen rekening met de CO2-uitstoot. Een kwart is bereid te betalen voor compensatie van de klimaatgevolgen. De meerderheid wil de vervuiler niet verplicht laten betalen. De meeste consumenten houden geen rekening met hun CO2-uitstoot bij het plannen van hun vakantie. Dat blijkt uit de ING Vraag van Vandaag van vrijdag 20 november 2009. Van de 55.200 respondenten probeert een op de acht (12%) zijn uitstoot te beperken. Dat kan bijvoorbeeld door de trein te nemen in plaats van het vliegtuig. Een groep van 3% compenseert zijn CO2-uitstoot, bijvoorbeeld door investeringen in bosaanplant of duurzame energie. Driekwart (76%) van de respondenten neemt broeikasgassen – en dus indirect klimaatverandering – niet in zijn vakantiebeslissing mee.
Figuur 3.1 Houdt u bij het plannen van uw vakantie rekening met uw CO2-uitstoot? 9,3%
12,1%
Weinig animo voor compensatie Vakantie is een belangrijke bron van CO2-uitstoot. Zo zijn vliegreizen volgens de organisatie Milieu Centraal verantwoordelijk voor ongeveer 10% van de uitstoot van broeikasgassen door huishoudens. Het gaat uiteraard om een gemiddelde: er zijn globetrotters en gezinnen die nooit vliegen. Mogelijk beperkt deze scheve verdeling de animo om voor eventuele CO2-uitstoot te compenseren. Van de 41.900 respondenten op de ING Vraag van Vandaag van zaterdag 21 november 2009 voelt driekwart (75%) niets voor compensatie. De rest is bereid daarvoor gemiddeld 50 euro te betalen.
Figuur 3.2 Hoeveel zou u betalen om de CO2-uitstoot van uw vakantie te compenseren? 0,8%
1,7%
6,0%
! Niets ! Minder dan 50 euro ! 50 tot 100 euro ! 100 tot 150 euro ! Meer dan 150 euro
16,2%
75,3%
Bron: ING Economisch Bureau Particulier (21 november 2009)
Niet-duurzaam duurder maken? De bereidheid om zelf te betalen voor een beter milieu hangt samen met de bereidheid van anderen. Zelf betalen voor duurzaamheid terwijl anderen dat niet doen, voelt wellicht onrechtvaardig: van een beter milieu profiteren immers ook anderen. Een oplossing hiervoor kan zijn om de vervuiler verplicht te laten betalen. Toch zien de meeste consumenten dat niet zitten. Van de 39.900 respondenten op de ING Vraag van Vandaag van zondag 22 november 2009 vindt een op de vijf (20%) dat niet-duurzame vakanties duurder moeten worden. Twee derde (64%) is het daarmee oneens. Het draagvlak om de vervuiler niet vrijwillig maar verplicht te laten betalen is dus ook beperkt.
3,0%
! Ja, ik probeer mijn CO -uitstoot 2
te beperken ! Ja, ik compenseer mijn CO2-uitstoot ! Nee ! Geen mening 75,6%
‘De massatoerist is nog niet klaar voor duurzaamheid. Daarom richten wij ons met onze communicatie over duurzaamheid nog voornamelijk op onze eigen reisbureaus, franchisewinkels en retail derden om daar bewustzijn en kennis bij te brengen. Zodra de klant er klaar voor is, kan de retail duurzaam toerisme prima uitleggen en verkopen.’ Elise Allart, Manager Duurzaam Toerisme, TUI Nederland
Bron: ING Economisch Bureau Particulier (20 november 2009)
Reisbranche Januari 2010 18
Figuur 3.3 Niet-duurzame vakanties moeten duurder worden 16,2%
20,1%
! Eens ! Oneens ! Geen mening 63,7%
Bron: ING Economisch Bureau Particulier (22 november 2009)
3.3 Hoe duurzaam is de Nederlandse reiziger/recreant? Volgens een consumentensegmentatiemodel van o.a. GfK9 speelt voor circa 30% van de bevolking duurzaamheid een (zeer) belangrijke rol bij de aankoop van een product of dienst. De geïnterviewde bedrijven die hierover zijn bevraagd, schatten in dat dit ergens tussen 25% en 30% van de bevolking betreft en dat dit aandeel groeit. Mede om die reden achten zij het centraal stellen van duurzaamheid in de bedrijfsvoering belangrijk. Tegelijkertijd schatten zij in dat voor de consument duurzaamheid in de rangschikking altijd achter bijvoorbeeld prijs zal blijven figureren; dat wil zeggen maximaal op een vierde plek in de rangschikking van relevante factoren bij aankoop van een reis-, verblijf- en/ of vermaakproduct.
9
Zie Dossier Duurzaam.nl
Reisbranche Januari 2010 19
Bijlage: Overzicht van gesprekspartners en geraadpleegde bronnen
Gesprekspartners E. Allart MA TUI Nederland Manager Duurzaam Toerisme
Literatuur Diverse bronnen, waaronder:
J. van den Berg KLM CSR & Environmental Strategy Program Manager CSR
Air France-KLM, Corporate Social Responsibility Report 2008-09, 2009
M. Dresmé ANVR Hoofd Communicatie en Duurzaam Toerisme P.H.G. Geraeds Center Parcs Europe Group Director of Marketing
Accor, Sustainable development at Accor, oktober 2009
ANVR, Travelife Training - Duurzaam Toeristisch Ondernemen voor Reisorganisaties, 2009 Center Parcs, Nature deserves a break, september 2009 Financieele dagblad, Palmolie is geen alternatief, 8 september 2009 GFK en DDB, Dossier Duurzaam, maart 2008
G. Hardeman ANVR Project Manager Sustainable Tourism M. Hoving Accor Hospitality Nederland Executive Assistant Manager Safety & Security G. Nieuwboer SNP General Director F. Oostdam ANVR Directeur A. Roebersen Accor Hospitality Nederland Director Corporate Operations
Reisbranche Januari 2010 20
TUI Nederland, Duurzaam Toerisme Update 2009, 2009 Two Tomorrows, 2009 Tomorrow’s value rating – Hotel Groups, 2009
Internet Onder andere: Corporate.klm.com/nl/topics/maatschappelijk-verantwoordondernemen Dossierduurzaam.nl Ecpat.nl Green-key.org Greenseat.nl Idut.nl Ingforsomethingbetter.com/nl/ Ingforsomethingbetter.com/nl/our_story/environment/ operational_management/ Iso14000.nl Klm.com/travel/csr_nl/csr.htm Milieucentraal.nl Mvonederland.nl/aandeslagmetmvo/mvoinuwbranche/ toerisme Nciucn.nl Panparks.org Soilandmore.nl Tui.nl/nl/duurzaamtoerisme/
Reisbranche Januari 2010 21
Reisbranche Januari 2010 22
Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. Deze publicatie is louter informatief en mag niet worden beschouwd als advies. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 5 januari 2010.
Meer weten? Kijk op ING.nl Rob Bakker, sectormanager bouw vastgoed & leisure 020 652 28 62 Stefan van Woelderen, sectoreconoom 020 563 44 23