©
SIS o Het SISo-concept is een vorm van vernieuwingsonderwijs, welke zorgt voor een balans tussen een optimaal pedagogisch en didactisch klimaat. Daartoe zijn o.m. diverse praktische instrumenten en werkvormen ontwikkeld die garant staan voor enerzijds een duidelijke doorgaande lijn binnen de school en anderzijds een optimale ontwikkeling van elk kind, binnen de sociale leefgemeenschap die een school is.
SISo Structureel Individueel Samenwerkingsonderwijs. MISSIE:
Meer dan leren alleen: het kind leren van zichzelf te houden.
VISIE: Wanneer een kind goed in zijn vel zit, zal het kind zich op alle gebied optimaal kunnen ontwikkelen. De consequentie van de missie is, dat leerkrachten een signalerende, stimulerende en ondersteunende rol moeten kunnen vervullen ten opzichte van het kind. De visie is uitgewerkt in de SISo uitgangspunten en basisprincipes. Het SISo-concept is ontwikkeld door L.J. Pagels Naam en Logo zijn auteursrechtelijk beschermd.
voor informatie en begeleiding van SISo: 06-53626126 ;
[email protected]; Leo Pagels
1
©
SIS o
Structureel Individueel Samenwerkingsonderwijs Meer dan leren alleen Met SISo maak je een keuze: je staat voor 100% achter de eerste 3 letters:
S Je wilt werken in een duidelijke structuur, waar heldere afspraken zijn en waar ruimte is voor de eigen aardigheden van zowel kind als leerkracht . Een structuur ook die ervoor zorgt dat je als leerkracht vooral begeleider bent in plaats van leider. Een structuur die kinderen en leerkrachten houvast en veiligheid biedt: met veel vrijheid binnen duidelijke grenzen.
THEORIE MISSIE
I
VISIE
BASIS PRINCIPES
UITGANGS PUNTEN
PRAKTISCHE RICHTLIJNEN (VOORWAARDEN)
Je vindt het van groot belang dat er aandacht is voor het individuele kind en dat die aandacht ook daadwerkelijk gegeven wordt. Dat een kind de kans moet hebben eigen keuzen te maken. Dat er gewerkt wordt aan de attitude van het kind. Een attitude, die bijdraagt tot het ontwikkelen van zelfstandige, verantwoordelijke, bewuste en zelfreflecterende mensen. Dat je accepteert dat elk kind uniek is en als zodanig met respect dient te worden behandeld. Dat je bewust bezig bent met het leerproces van een kind en het “leren leren”, het proces, daarin van groter belang vindt dan het product. Omdat je ervan overtuigd bent dat een gedegen proces altijd leidt tot een goed product. Dat je aandacht hebt voor het sociaalemotionele van een kind en daar daadwerkelijk, praktisch zichtbaar, iets mee doet.
S Je vindt het belangrijk dat een kind - stap voor stap - leert samen te werken met anderen. Je accepteert dat zulks voor het ene kind gemakkelijker is dan voor het andere. Je vindt het belangrijk dat je kinderen leert sociaal en respectvol om te gaan met de ander. Dat je ze ook leert en bewust maakt dat het ene kind andere capaciteiten heeft dan het andere en hoe daar mee om te gaan. Je wilt kinderen naar elkaar leren luisteren en op elkaar feedback leren geven.
o
PRAKTIJK PEDAGOGISCH
DIDACTISCH ORGANISATORISCH
voor informatie en begeleiding van SISo: 06-53626126 ;
[email protected]; Leo Pagels
2
©
SIS o
SISo - hoezo? Een school die uitstekend functioneert en waar alle betrokkenen zich veilig voelen, moet doorgaan waarmee men bezig is. Voor een school die wel wíl, maar er niet of onvoldoende in slaagt om in het onderwijs, pedagogisch en/of didactisch, haar doelen te bereiken en zich kan vinden in de missie en visie zoals omschreven, biedt het SISo een uitstekende en haalbare mogelijkheid. Wellicht herkent u uw school in een (aantal) onderstaande punten en geeft dat de aanzet om serieus te overwegen een SISo-school te worden, danwel aspecten ervan te adopteren. HOEZO? OMDAT,…. • •
•
•
•
• •
•
veel scholen blijven worstelen met Adaptief Onderwijs en dit niet of onvoldoende gerealiseerd krijgen. SISo is Adaptief tot op het bod en een reëel, praktisch concept. Scholen uitspraken doen in hun visie over het welbevinden van het kind, veiligheid, een warme omgeving, etc., die in wezen voor een groot deel, logischerwijze, overeen zullen komen met SISo. De praktische en zichtbare vormgeving van deze uitspraken blijkt helaas vaak nauwelijks aanwezig. Het blijft bij reacties als “zoiets voél je”. SISo zegt: “zoiets zíe je ook” en maakt dat praktisch waar. differentiatie op scholen die kindgericht bezig willen zijn in onvoldoende mate uit de verf komt. Binnen het klassikale onderwijs lukt het maar niet (geen tijd vinden, geen organisatie zien) en blijft differentiatie vaak beperkt tot extreme uitersten (eigen leerweg voor een enkeling) en/of tempodifferentiatie. SISo biedt een veilige vorm van vernieuwingsonderwijs met structuren die differentiatie praktisch binnen handbereik brengen. Realistisch en haalbaar! zelfstandig werken (ZW) niet de toverformule blijkt voor het vinden van tijd en ruimte voor extra hulp en het vergroten van de zelfstandigheid van leerlingen. SISo ziet ZW slechts als een vorm en acht het zelfstandig leren (ZL) van veel grotere waarde: een attitudevorming die het ZW verre overstijgt met de handvatten om daadwerkelijk en gericht de zelfstandige leerattitude op een hoog peil te brengen. ZL is de rode draad van SISo. scholen meer en meer geconfronteerd worden met sociaal-emotionele problematiek. Aandacht daarvoor vindt vooral en soms alleen plaats naar aanleiding van incidenten. Men grijpt een voorval op het plein aan om over zaken als gevoelens, pesten, omgaan met anderen te praten en de ‘ruzie’ op te lossen (curatief). SISo helpt om problemen te voorkomen (preventief) en wil aandacht aan sociaal-emotionele ontwikkeling aan de orde laten komen op momenten dat er geen problemen zijn. Waarden en normen spelen een centrale rol en zijn binnen het concept praktisch terug te vinden vanuit pedagogische als didactische invalshoeken. leren met, van en door elkaar staat voor vele scholen hoog in het vaandel. Helaas blijft dat vaandel over het algemeen beperkt tot binnen de eigen groep. Binnen SISo is dat anders. Een school is immers een leefgemeenschap die de groep overstijgt?! kinderen verantwoordelijkheid leren dragen kan alleen wanneer ze ook daadwerkelijk verantwoordelijk worden gesteld voor hun eigen handelen. Elke leerkracht weet dat het daarvoor nodig is zaken uit handen te geven aan de leerlingen. Veel leerkrachten zijn terughoudend omdat ze de angst hebben het overzicht te verliezen. SISo maakt “loslaten” mogelijk mét behoudt van het – noodzakelijke – overzicht. SISo de balans biedt: leren (cognitie) wordt niet onderschat! Ouders willen immers dat hun kind zo hoog mogelijk reikt en als school zul je moeten aantonen dat je er alles aan hebt gedaan om het kind naar de voor hem/haar hoogst mogelijke vorm van voortgezet onderwijs. Persoonsontwikkeling (leerhouding, zelfstandigheid, zelfbeeld) wordt ook niet onderschat. Cognitie en persoonsontwikkeling worden echter ook niet overschat! Van doorslaan naar de ene of andere kant is bij SISo geen sprake! Het is gewoon een heerlijke, kwalitatief hoogstaande vorm van vernieuwingsonderwijs, waar de leerkracht – zonder stress – toekomt aan datgene waar hij nu vaak geen tijd voor vindt: aandacht en tijd voor elk kind. Want elke leerkracht weet hoe belangrijk het is om een kind aandacht te geven, gelukkig te zien, eruit te halen wat er in zit en van zichzelf te leren (blijven) houden!
voor informatie en begeleiding van SISo: 06-53626126 ;
[email protected]; Leo Pagels
3
©
SIS o
basisprincipes 1. Ieder mens heeft zijn ‘eigen aardigheden’ en is daarmee uniek 2. Ieder mens heeft zijn eigen waarheid, waarmee met respect dient te worden omgegaan
PEDAGOGISCH 3. Ieder mens mag worden aangesproken op zijn gedrag, de persoon wordt heel gelaten 4. Negatief gedrag bestaat slechts doordat anderen het als zodanig typeren 5. Ook ongewenst gedrag heeft een motief: ontdek het motief en verander het gedrag 6. Gedrag is een keuze die een mens zelf maakt: ontdek het motief en reik nieuwe keuzes aan 7. De school is een samenleving waar met respect wordt omgegaan met mens en materiaal, met cultuur en natuur
DIDACTISCH 8. Het onderwijs is afgestemd op de verschillen in leerstijlen van kinderen. 9. Het onderwijs is afgestemd op de ‘eigen aardigheden’ van elk kind, zonder daarbij de groep en de organisatie te kort te doen 10. Wanneer een mens kan verwoorden wat hij weet en/of kan is het leerrendement optimaal 11. In de school wordt onderwijs gegeven in zowel homogene als heterogene settings 12. Het proces is belangrijker dan het product. De leerkracht is begeleider van dat proces en zal daartoe, afwisselend, de leiding in handen nemen en uit handen geven
PEDAGOGISCH/DIDACTISCH 13. De school kent een duidelijke doorgaande lijn van groep 1 t/m 8, zowel pedagogisch als didactisch 14. Het onderwijs is gericht op de ontwikkeling van een zelfstandige, zelfverantwoordelijke, zelfreflecterende, zelfontdekkende en sociale attitude 15. Regels, afspraken en gedragscorrecties richten zich duidelijk op gewenst gedrag 16. Hoe beter een mens zichzelf leert kennen, hoe beter hij in staat is zichzelf te sturen 17. Pedagogische en didactische structuren zijn binnen de school duidelijk herkenbaar 18. Leren doe je samen: met en van elkaar 19. De school is er voor de kinderen: er is volop aandacht en ruimte voor hun eigen initiatief en belevingswereld, met in achtneming van de leerdoelen 20. Gedrags- en prestatiebeoordeling vinden louter en alleen plaats op basis van hetgeen zintuiglijk en feitelijk is waargenomen
21. Structuur geeft mensen houvast: het geeft de grenzen én de ruimte aan van vrijheden 22. Een school die stilstaat gaat achteruit.
voor informatie en begeleiding van SISo: 06-53626126 ;
[email protected]; Leo Pagels
4
©
SIS o -praktische richtlijnen: • elke leerkracht heet zijn groepsleerlingen minimaal aan het begin van de dag individueel welkom middels het geven van een hand en een “goede morgen”; • binnen iedere groep wordt structureel, minimaal één maal per 14 dagen gedurende minimaal 45 minuten, aandacht besteed aan sociaalcommunicatieve vaardigheden (leren luisteren, vragen stellen en feedback geven) en sociaal-emotionele ontwikkeling; • per week zijn er minimaal 2 verschillende activiteiten, waarbij leerlingen met elkaar (leren) samenwerken; • binnen de school is er minimaal één activiteit in het weekrooster opgenomen, waarbij leerlingen van hogere groepen een leeractiviteit uitvoeren met leerlingen van lagere groepen; • minimaal eens per drie weken is er een activiteit waarbij alle kinderen van de school elkaar ontmoeten; • de homogene groep is het didactische uitgangspunt. Naast de in voorgaande twee punten genoemde ‘leeractiviteit’ en ‘ontmoeting’ vindt minimaal nog één heterogene lesactiviteit per week plaats • het zelfstandig leren krijgt expliciet aandacht, waarbij elementen als eigen verantwoordelijkheid (doelen stellen, zelf nakijken, taakoverzicht, e.d.), plannen, reflecteren, samenwerken en leren leren duidelijk tot uiting komen; minimaal één structureel en in doorgaande lijn herkenbare werkvorm wordt daartoe door de school gebruikt. In die werkvorm speelt het keuzebord een centrale rol; • aan hiervoor bedoelde werkvorm(en) wordt in elke groep minimaal 4 uur per week besteed; • er is duidelijk aandacht en tijd voor zelfontdekkend leren en handelend bezig zijn (o.a. werken met speelleermaterialen en het gebruik van informatiecentra); • leerlingen helpen, in principe, elkaar, voordat de hulp van de leerkracht in wordt geroepen; • de zgn. vier-eenheid (vraagsymbool, teken van uitgestelde aandacht, vaste looproute en instructietafel) wordt in doorgaande lijn en consequent in praktijk gebracht; • behalve de symbolen welke deel uitmaken van de vier-eenheid, worden er visuele middelen gebruikt om kinderen structurele houvast te geven. (Minimaal: dagritmekaarten, lokaalaanduiding, datumaanduiding, en symbool “wij willen even rustig werken”); • leerlingen kijken minimaal 3/5 deel van hun oefenwerk zelf na en geven zich een beoordeling van het gemaakte werk. Deze beoordeling is gerelateerd aan een door de leerling zelf opgelegde norm. Dit leerproces van zelf nakijken en beoordelen wordt uiterlijk halverwege groep 3 gestart en heeft halverwege groep 5 het minimale van 3/5 deel bereikt. Voor het nakijken worden heldere afspraken zijn gemaakt op welke wijze dat dient te gebeuren. Deze wijze en de wijze waarop leerkrachten werk corrigeren dient op elkaar te zijn afgestemd; • leerlingen krijgen de gelegenheid, nadat ze hun werk zelf hebben nagekeken, aan te geven of ze wel of geen extra hulp van de leerkracht willen; de basisverantwoordelijkheid ligt in eerste instantie dus bij de leerling. De leerkracht neemt steeds en wisselend steekproeven om te kijken of de leerling deze verantwoordelijkheden aan kan; • zelfreflectie maakt een wezenlijk onderdeel uit van het onderwijs. Volgens een duidelijke en planmatige aanpak worden kinderen van alle groepen met regelmaat aangezet tot het reflecteren op eigen inzet, werkhouding, werkverzorging en resultaat; • Orthopedische Afstemming (OpA) vindt minimaal éénmaal per maand plaats voor alle kinderen vanaf halverwege groep 4; • leerkrachten maken bij hun lesgeven gebruik van visuele, auditieve en kinesthetische leerstijlelementen; • de leerkracht gaat naar de leerling toe bij het verlenen van hulp i.p.v. andersom; • leerkrachten passen met grote regelmaat gedifferentieerde instructie toe; • differentiatie vindt minimaal plaats op de gebieden lezen, taal en rekenen; • rapportage is, naast resultaatgericht (zo mogelijk met niveauvermelding), eveneens duidelijk gericht op het proces van leren en de sociaal-emotionele ontwikkeling; • voor iedereen (ouders, leerlingen en leerkrachten) zijn de schoolregels (maximaal 10) bekend en worden in leven gehouden. Daarbij zijn deze regels zodanig verwoord dat ze gewenst gedrag aangeven; • in elke klas zijn maximaal tien klassenregels. Deze geven eveneens gewenst gedrag aan. Bovendien is minimaal de helft van deze regels/afspraken door de kinderen van de groep zelf aangedragen.
voor informatie en begeleiding van SISo: 06-53626126 ;
[email protected]; Leo Pagels
5
• er sprake is van een helder en goed beschreven zorgsysteem dat zich kenmerkt door zeker de volgende eigenschappen: o criteria en stappenplan betreffende fasen van hulpverlening o criteria voor gebruik van klein en/of groot handelingsplan o heldere taak- en verantwoordelijkheidsomschrijving van schoolzorgcommissie (en/of Intern Begeleider), directie, leerkracht en ouders (en evt. Remedial Teacher) o niet-methodegebonden toetssysteem o een observatie-instrument met expliciete aandacht voor de sociale en emotionele ontwikkeling Tenslotte gelden de volgende aandachtspunten: - binnen SISo spreekt men van samengestelde groepen i.p.v. combinatiegroepen. Dit om aan te geven dat samengestelde groepen juist kansen biedt om aan de uitgangspunten van het concept te voldoen. Het verrijkt het onderwijs, mits op de juiste wijze structuur gegeven; - de SISo-structuren dienen een heldere en herkenbare structuur te vormen in doorgaande lijn van groep 1 t/m 8; daarbij kan sprake zijn van een opbouw, welke op duidelijke wijze is gemotiveerd; - een SISo-school dient haar eigen missie en visie, zowel pedagogisch als didactisch, helder te beschrijven. Deze dient in overeenstemming te zijn met bovengenoemde basisprincipes, uitgangspunten en voorwaarden; - een SISo-school dient eveneens een eigen missie- en visiebeschrijving te hebben (te ontwikkelen) waarin de kijk op zelfstandigheidsbevordering (zelfstandig leren/zelfstandig werken) expliciet wordt weergegeven; - het SISo-concept hecht grote waarde aan gezamenlijke verantwoordelijkheid. Zowel van leerlingen onderling (zorg voor elkaar) als van leerkrachten. Om dit laatste te kunnen bereiken dient ten minste tweemaal per jaar een dagdeel een leerkrachtuitwisseling plaats te vinden. D.w.z. dat de leerkracht van enige bouw een dagdeel de groep van een collega-leerkracht uit een andere bouw ‘draait’. Hierdoor worden structuren en afspraken gewaarborgd en collegiale consultatie plus wederzijds begrip voor elkaars ‘omstandigheden’ bevorderd; - gezamenlijke verantwoordelijkheid reikt verder dan de schooldeuren. Een SISo-school is een school met een open karakter. Communicatie met ouders over het onderwijs en de kinderen wordt van heel groot belang geacht en daar wordt op duidelijke wijze vorm aan gegeven. Ouders worden gezien als partners in de ontwikkelingsprocessen van de kinderen; - Om dat te benadrukken zal op een SISo-school een gesprek plaats vinden tussen ouders en leerkracht uiterlijk 4 maanden nadat het kind de school is gaan bezoeken. Dit gesprek is gebaseerd op een tevoren door zowel ouders als leerkracht ingevuld screeningsformulier, waarop beiden aangeven hoe men tegen het kind aankijkt. Het gaat in deze dus in het bijzonder om de sociaal-emotionele kant, de (karakter)eigenschappen van het kind. Het doel hiervan is om snel een open communicatieve relatie te hebben met de ouders en het woord ‘partners’ ook daadwerkelijk inhoud te geven. Dit screeningsformulier maakt deel uit van het zorgsysteem. - Elke SISo-school zal minimaal twee maal per jaar een interne studiebijeenkomst dienen te houden (al dan niet met behulp van externen) met als doel de organisatorische structurele onderwijsaanpak te evalueren, te toetsen op effectiviteit en waar nodig aan te passen. - Daarnaast komen SISo-elementen regelmatig terug op teamvergaderingen
Bovenstaande richtlijnen zijn opgesteld om ervoor te zorgen dat het SISo-concept zich onderscheidt van andere onderwijsconcepten en bewaakt blijft. Dit ter bescherming van scholen die ervoor kiezen het SISo-predikaat te willen dragen en zich daarmee als vernieuwingsschool willen onderscheiden van andere scholen. Voor deze scholen zijn de richtlijnen derhalve predikaatvoorwaarden.
voor informatie en begeleiding van SISo: 06-53626126 ;
[email protected]; Leo Pagels
6
©
SIS o EEN VERGELIJKING: Met het aangeven van onderstaande verschillen willen we alleen het onderscheid verduidelijken tussen genoemde systemen en het SISo-concept en de plaats van het concept binnen het vernieuwingsonderwijs verhelderen. Van afkeuring van enig systeem is geen sprake. Sterker nog: wanneer Dalton-, Montessori- en Jenaplanonderwijs stevig en kwalitatief goed wordt uitgevoerd zijn het, net als Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO) of Ervaringsgericht Onderwijs, uitstekende onderwijssystemen. Ook voor SISo geldt eveneens, dat het predikaat 'uitstekend' een stevige en kwalitatief goede uitvoering vereist. Er zijn daarnaast ook overeenkomsten met de onderstaande concepten, waaraan hieronder ook aandacht wordt besteed.
ENKELE VERSCHILLEN JENAPLAN VISIE
SISo VISIE
Elk mens wordt steeds als totale persoon erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken
Gedrag en persoon dienen te worden onderscheiden. Een mens dient waar mogelijk aangesproken te worden op zijn gedrag volgens het principe: "het gedrag van iemand staat niet voor de persoon die hij/zij is"
In de school wordt de leerstof zowel ontleend aan de leef- en belevingswereld van de kinderen als aan de cultuurgoederen die in de maatschappij als belangrijke middelen worden beschouwd
In de school wordt de leerstof ontleend aan de doelen die het onderwijs stelt, ondersteund door de beschikbare methoden die daartoe zijn ontwikkeld. Zoveel als mogelijk, ter vergroting van inzicht en motivatie, wordt de leerstof daarbij in relatie gebracht met de leer- en belevingswereld van de kinderen en belangrijk geachte cultuurgoederen.
In de school vindt overwegend heterogene groepering van kinderen plaats, naar leeftijd en ontwikkelingsniveau, om het leren van en zorgen voor elkaar te stimuleren.
Binnen die homogene groep wordt zoveel als mogelijk het onderwijsaanbod afgestemd op de verschillen in ontwikkelingsniveau. Regelmatig vinden er onderwijskundige activiteiten plaats met heterogene groepering om, behalve in groepsverband, ook in schoolverband het leren door, van en met elkaar en het zorgen voor elkaar te stimuleren.
Om die reden worden ze in stamgroepen geplaatst die bestaan uit kinderen van verschillende leeftijden
De homogene groep (leeftijd) is het uitgangspunt.
In een Jenaplanschool is de wereldoriëntatie het belangrijkste vormingsgebied
Wereldoriëntatie staat, waar mogelijk, in het kader van zelfontdekkend leren. Rekenen, taal, lezen en schrijven zijn in een SISo-school belangrijke vormingsgebieden. Zowel de kinderen (bij hun overgang naar het voortgezet onderwijs) als de school worden op de resultaten daarvan aangesproken.
Cijfers komen niet voor op een Jenaplanschool.
De keuze is aan de school: cijfers, woordbeoordeling (in bijv. vijfpuntsschaal), verslagvorm. Belangrijk bij het geven van beoordelingen zijn afgesproken normeringen welke, daar waar mogelijk, de objectiviteit ervan garanderen.
MONTESSORI VISIE
SISo VISIE
Zorgt voor een balans in persoonlijkheidsontwikkeling en gedegen Geeft prioriteit aan de ondersteuning van persoonlijkheidsontwikkeling en streeft daarbij opleiding t.a.v. de basisvaardigheden. Geen sprake van prioriteit maar van evenredigheid en gelijkopgaand. een gedegen opleiding t.a.v. basisvaardigheden van de kinderen na. Er is traditioneel sprake van de volgende groepssamenstelling: gr. 1,2 / gr. 3,4,5 / gr. 6,7,8
De homogene groep is uitgangspunt. Een kleuter-groepsamenstelling van 1/2 geniet voorkeur. Daar waar sprake is van twee jaargroepen in één klas spreken we van samengestelde groepen.
De leraren aan een montessorischool voor Van een SISo-diploma is geen sprake. De leerkracht stelt zich tot doel basisonderwijs moeten in het bezit zijn van een zijn vaardigheden te ontwikkelingen conform het SISo-leraarprofiel montessori-diploma voor basisonderwijs. (competenties).
voor informatie en begeleiding van SISo: 06-53626126 ;
[email protected]; Leo Pagels
7
En ze mogen met het materiaal zo lang werken Kinderen werken met hulpmaterialen zolang ze dat nodig hebben. Op als ze willen (tempovrijheid). het moment dat het kind te lang steun zoekt bij dat materiaal, zal de leerkracht de oorzaak ervan onderzoeken en kindgerichte stappen ondernemen om het 'loslaten' ervan te stimuleren. Iedereen doet datgene wat hij kan zo goed De leerkracht en het zorgsysteem zijn erop gericht op het kind mogelijk naar eigen vermogen (niveauvrijheid). afgestemde maatregelen te nemen indien het vermogen van het kind dat noodzakelijk maakt. Er is sprake van niveau-aanpassing. Er worden geen cijferrapporten verstrekt.
Zie opmerkingen bij Jenaplan
DALTON VISIE
SISo VISIE
Een leerling mag het probleem aanpakken in zijn eigen tempo en op de wijze waarvan hij denkt dat die voor hem geschikt is (tempovrijheid).
Er is de overtuiging dat een leerling vrijheid kan hanteren, waarbij gradaties van vrijheid zijn te onderscheiden in diverse domeinen. De leerkracht is de begeleider in dit proces, waarbij hij op noodzakelijke momenten de leiding in handen neemt.
Het vertrouwen dient wederzijds te zijn
De leerkracht heeft per definitie vertrouwen in de leerling. Dat vertrouwen kan pas wederzijds worden, indien de leerkracht in staat is een goede relatie met het kind op te bouwen. Daarvoor zijn interactie en leerkrachtattitude van essentieel belang.
Verantwoording over je handelen dien je af te leggen aan de ander
Reflectie, jezelf de spiegel voorhouden, maakt van elk moment een leermoment. Verantwoording over je handelen zul je in eerste instantie aan jezelf dienen af te leggen
Het leidende onderwijskundige principe is dat het kind zelfontdekkend leert.
Het leidende onderwijskundige principe is dat het kind in een zo uitdagend mogelijke leeromgeving de leerstof zo uitdagend mogelijk krijgt aangeboden door de leerkracht. Zodanig dat er voldoende vrijheid voor elk kind is om te zoeken naar eigen oplossingswegen
Er is geen schoolbel die hem op een vastgesteld uur wegrukt en hem pedagogisch ketent aan een ander vak
Het rooster is het houvast voor de leerkracht voor de organisatie van zijn onderwijsaanbod. Een leerkracht moet daar flexibel mee om kunnen gaan, rekening houdend met de actuele situatie binnen en buiten de groep.
Legt meer de nadruk op de omgeving waarin het kind verkeert en de manier waarop het handelt als lid van een gemeenschap dan op de vakken van het leerplan.
Rekenen, taal, lezen en schrijven zijn in een SISo-school belangrijke vormingsgebieden. Zowel de kinderen (bij hun overgang naar het voortgezet onderwijs) als de school (inspectie/ouders) worden op de resultaten daarvan aangesproken. Binnen die en overige vakgebieden, en ook daarbuiten, speelt de manier waarop een kind handelt als lid van een gemeenschap een zeer belangrijke rol.
ENKELE OVEREENKOMSTEN met JENAPLAN In de school hebben de volwassenen de taak de uitspraken, betreffende waarden en normen, over mens en samenleving tot (ped)agogisch uitgangspunt voor hun handelen te maken. In de school worden zelfstandig spelen en leren afgewisseld met en aangevuld door gestuurd en begeleid leren. Dit laatste is expliciet gericht op niveauverhoging. De school gaat er vanuit dat kinderen heel verschillend zijn. Omdat kinderen zo veel van elkaar verschillen, kunnen ze veel van elkaar leren. Kinderen wordt geleerd op een rechtvaardige en vreedzame manier met verschillen te leren omgaan Het proces is belangrijker dan het product
met MONTESSORI Het zintuiglijk materiaal is erg belangrijk. In veel gevallen zullen de kinderen zelf hun werk corrigeren Ze zijn zelf de maat voor wat ze presteren. (zelfreflectie / zelfbeoordeling) Kinderen mogen zelf een keuze maken (keuzevrijheid binnen SISo-grenzen) In de groep mogen kinderen zelf het materiaal uit de vaste plaats in de kast gaan halen en het er na gebruik weer in
voor informatie en begeleiding van SISo: 06-53626126 ;
[email protected]; Leo Pagels
8
terug zetten (bewegingsvrijheid).
met DALTON Er is de overtuiging dat een leerling vrijheid kan hanteren, waarbij gradaties van vrijheid zijn te onderscheiden in diverse domeinen Leerkrachten zijn gewend te handelen vanuit het vertrouwen in de leerling Als er meer verantwoordelijkheid gegeven wordt, krijgt de leerling meer mogelijkheden zelfstandig te leren Vrijheid in gebondenheid, Zelfstandigheid en Samenwerking Naar mate de leerling vordert kan de rol van de leraar steeds meer die van begeleider worden Echt sociaal leven is meer dan alleen contact; het is samenwerken en wederzijdse beïnvloeding (interactie) Is meer een werkwijze dan een theorie
GROOTSTE GEMENE DELER VAN MONTESSORI, DALTON, JENA en SISo In hun pedagogische visie staat de ontwikkeling van kinderen tot verantwoordelijke, zelfstandige volwassenen centraal. Deze pedagogische visie wordt vormgegeven in een didactische praktijk, in scholen en instellingen, die elk op hun eigen wijze werken aan de realisering van dit onderwijs, waarin de individuele leerling met zijn of haar eigen kwaliteiten en mogelijkheden richtinggevend is.
Invloeden Het SISo-concept is een geheel van heldere structuren. Duidelijke afspraken, zodanig van opzet dat leerkrachten zich er wel aan moeten houden. In het belang van henzelf en van de kinderen. Hoewel onderwijskwaliteit altijd leerkrachtafhankelijk zal blijven, streeft het SISo in zijn structuren ernaar die afhankelijkheid te verkleinen en van eilandencultuur schoolcultuur te maken. Is het SISo-concept revolutionair? Wezenlijk en totaal nieuw? Nee, dat is het niet. Het is de verzameling van alle oplossingen die gevonden zijn op de pedagogische en didactische hulpvragen van scholen met verschillende typen onderwijs. In het concept zijn aspecten opgenomen van klassikaal onderwijs, Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO), Montessori, Dalton, Jenaplan en Speciaal basisonderwijs. Het zijn, praktisch goed uitvoerbare, goede elementen van genoemde onderwijstypen. Waar veel scholen extreem cognitief gericht zijn of juist dreigen door te slaan op sociaal-emotioneel gebied, is SISo de balans in kwalitatief hoogwaardig onderwijs op cognitief én sociaal-emotioneel gebied. Het concept is meer dan alleen een visie. Het kent vooral duidelijke praktische richtlijnen. Daardoor biedt het SISo-concept voor iedere school die belang hecht aan een goede balans in aandacht voor cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling een kans zich kwalitatief te onderscheiden en praktisch te profileren. De onderwijskundige SISo-gedachte is ontstaan vanuit een samenhang tussen praktische mogelijkheden en moeilijkheden binnen de diverse onderwijsconcepten en de pedagogische gedachte c.q. kindbenadering. Deze kindbenadering is onlosmakelijk verbonden met en, binnen het SISo, richtinggevend voor de didactische gedachte en vormgeving. De ideeën van de nieuwe psychologie, met name die van het duo Richard Bandler (psycholoog) en John Grinder (Linguïst), vormen de grondslag van de SISo-visie voor de omgang met en ontwikkeling van kinderen en de consequenties daarvan voor de praktische uitwerking van het SISo. Bandler en Grinder zijn de grondleggers van “neurolinguïstic programming” (nlp). Principes van nlp, zoals bijvoorbeeld de kijk op gedrag en gedragsverandering, de wijze van het geven van verantwoordelijkheden, het inzicht in leerstijlen en communicatiepatronen zijn op praktische wijze vertaald in het SISo-concept. Daar waar mogelijk gecombineerd met verworvenheden van de reeds bestaande onderwijsconcepten. Verdere invloeden komen uit de ideeën van Daniël Goleman (Emotionele Intelligentie), Thomas Gordon (behalve bekend om zijn “ik-boodschap”, ook vanwege zijn boek over “effectief leidinggeven en samenwerken in groepen”) en de gedragswetenschapper Stephen Covey (“The 7 habits of highly effective people” en “First things first”). Deze invloeden hebben er, samenvattend, toe geleid dat binnen SISo de leerkrachtattitude als kern wordt beschouwd van de praktische onderwijsvormgeving op pedagogisch en didactisch gebied. Dat lijkt de afhankelijkheid van de leerkrachtvaardigheden erg groot te maken. SISo is echter voor een groot deel onafhankelijk van leerkrachtvaardigheden. De heldere, praktische structuren zorgen voor een dermate ondersteuning, dat de missie binnen bereik is en blijft.
voor informatie en begeleiding van SISo: 06-53626126 ;
[email protected]; Leo Pagels
9