04 Signaal
KWARTAALUITGAVE NICTIZ
DECEMBER
2009
Antonius Ziekenhuis Sneek: profileren op veiligheid De business case van het EPD eGGZ: online therapie thuis
GERLACH CERFONTAINE:
‘MENSELIJK CONTACT DANKZIJ ICT’
04 Inhoud Joep Bertrams
DECEMBER
2009
5
Signaal is een kwartaaluitgave van Nictiz, Nationaal ICT Instituut in de Zorg Postbus 19121 2500 CC Den Haag T 070 317 34 50 E
[email protected]
Signaal. Kwartaaluitgave Nictiz
GertJan van Boven ‘Verstopsmokkel’
6
Nieuws en agenda Met onder meer: voortgang kwalificatie, eLab succesverhaal op IHEcongres en optimisme bij Leveranciers Tweedaagse
Bezoekadres Oude Middenweg 55, Den Haag
8
Signaal wordt verspreid in een oplage van 5.000 ex. U kunt een gratis abonnement aanvragen of uw abonnement beëindigen op www.nictiz.nl
‘Je behandelt in een glazen huis’ Ook in de GGZ neemt het gebruik van ICT toe. De resultaten zijn veelbelovend, al is elektronische behandeling niet voor iedereen geschikt. En sommige zorgverleners moeten nog wennen.
De opmars van de eGGZ
8
13 ‘We profileren ons op veiligheid’
Redactie Bert Bukman,
Ellen Havenaar, Jacqueline Nell
Vorm Sok Visueel Management Druk Bakker, Roelofarendsveen
Onlangs sloot het Antonius Ziekenhuis in Sneek aan op het landelijk schakelpunt (LSP). Het veilig en volledig uitwisselen van medicatiegegevens komt daarmee een stap dichterbij.
16 ZorgICT volgens Gerlach Cerfontaine Nictiz zoekt nieuwe medewerkers. Kijk op www.nictiz.nl voor de vacatures.
Na zijn vertrek bij Schiphol heeft Gerlach Cerfontaine opnieuw allerlei functies in de gezondheidszorg. ‘ICT kan meer en hoogwaardiger menselijk contact met zich meebrengen.’
20 Ontbreekt de business case voor zorgICT? Wim Hodes van de stichting Gerrit en ICTleverancier Hans ter Brake geven hun mening.
Aansluiting op het LSP
13
EN VERDER… 04 12 19 21 22 23
Drie medewerkers van Nictiz aan het woord Ondertussen in… Zweden Vijf vragen aan Yvonne Heerkens van het Nederlands Paramedisch Instituut Publicaties Misverstanden over het landelijk EPD Column Peter Langenbach van het Jeroen Bosch Ziekenhuis
Gerlach Cerfontaine
16
ZIE ARTIKEL OP PAGINA 8
Foto omslag Christiaan Krouwels
2 Signaal nr.4 | 2009
Signaal nr.4 | 2009 3
nieuws GertJan van Boven Drie medewerkers stellen zich voor:
‘Als een juridische kameleon’ ■ ■ ■
‘Het EPD is een mooie functionaliteit’ ■ ■ ■
Mei Lan Tjiook (1967) studeerde bedrijfskunde aan HTS Alkmaar en Erasmus Uni versiteit Rotterdam. Zij begon haar carrière als demandplanner en productgroep manager bij een farmaceutisch bedrijf en maakte daarna de overstap naar de IT bij een grote Nederlandse bierbrouwer. Zij hield zich bezig met het functioneel beheer van SAP, coördineren van de transitie van project naar beheerorganisatie en IT service management activiteiten. ‘Sinds april dit jaar ben ik bij Nictiz werkzaam als problem en changemanager. Problemen die we in het veld ontdekken of vernemen van partijen die aangesloten zijn op het landelijke schakel punt (LSP) proberen wij zo structureel mogelijk op te los sen. De oplossing zit niet altijd in het aanpassen van de techniek, maar soms moeten we definities verduidelijken, communicatie uitbreiden of de processen aanpassen. Ons team coördineert dergelijke aanpassingen. ‘Hoewel het concept achter het EPD helder is, ervaar ik dat de praktijk weerbarstig en complex is. Maar dit maakt mijn werk juist interessant: vanuit de technische, procesmatige en/of communicatieve hoek ga ik met specialisten aan de slag om complexe vraagstukken op te lossen. Het EPD is een mooie functionaliteit waar ik me graag voor inzet.’ ■
4 Signaal nr.4 | 2009
verstopsmokkel
V
oordat ze groot werden en het internet ontdek ten, genoten de kinderen Van Boven het meest van zelfverzonnen spellen. Eeuwig favoriet was ver stopsmokkel. De verstopper verstopt een aantal voor werpen, bijvoorbeeld smurfen, in de afgesproken kamers en de zoeker moet ze allemaal verzamelen. Het spannende zit in de extra spelregel. Terwijl de zoe ker aan het zoeken is, mag de verstopper proberen om de nog niet gevonden voorwerpen ongezien te verplaat sen. Bij voorkeur natuurlijk naar een plek waar de zoeker net gezocht heeft. Na een tijdje krijg je het door. Doe alsof je zoekt, maar houd ondertussen de verstopper stiekem in de gaten. Op het moment dat die zich bukt om de smurf te pakken, is het ‘hebbes!’. Als verstopper kan je de zoeker natuurlijk weer einde loos om de tuin leiden door je verdacht te gedragen. Soms eindigde een potje verstopsmok kel in een ruzie over de precieze spel regels, bijvoorbeeld als er een smurf aan een touwtje uit het raam hing. Meestal waren zoon en dochter snel weer dikke vrienden.
‘Ik miste de zorg’
■ ■ ■
Jan Jongenelen (1963) studeerde medische informatica in Amsterdam. Hij begon zijn car rière in de IT bij enkele organisaties in de zorgsector. Daarna maakte hij een overstap naar de wereld van werk en inkomen. Na een aantal jaren lonkte het perspectief om in zijn oude werkgebied terug te keren en sinds 1 maart 2009 is Jan productmanager van het landelijk schakelpunt (LSP). ‘Het gevoel weer volop in een inspirerende omgeving in mijn vakgebied werkzaam te zijn, vind ik erg prettig. De overeenkomsten tussen het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI) en Nictiz zijn groot. Het BKWI wisselt ook privacygevoeli ge informatie uit, zoals gegevens over sala ris en arbeidsverleden. De relatie tussen het BKWI en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is vergelijkbaar met die van Nictiz en het ministerie van VWS. De ervaring die ik op dit bestuurlijke vlak heb opgedaan, kan ik bij Nictiz dus heel goed gebruiken. ‘Voordat ik bij Nictiz ging werken, wilde ik eerst weten of het EPD echt in een behoef te voorziet. Ik was in eerste instantie kri tisch, vanwege de negatieve berichten in de media. Maar na een aantal maanden ben ik er van overtuigd geraakt dat het EPD een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de zorg.’ ■ Illustratie Caroline Ellerbeck
Tijdens zijn studie Nederlands recht aan de universiteit van Amsterdam speciali seerde Anton Ekker (1976) zich in digitale grondrechten. Hij schreef een scriptie over het aftappen van telecommunicatie door inlichtingen en veiligheidsdiensten. Vervolgens promoveerde hij op de grondrechtelijke bescherming van anonimiteit in de informatiesamenleving. Hierna volgde hij de opleiding tot advocaat bij een kantoor dat zich specialiseert in technologie, media en communicatie. Sinds mei 2009 is hij juridisch adviseur bij Nictiz. ‘Boeiend aan mijn werk bij Nictiz is de verscheidenheid aan belangen van patiënten, zorgverleners en beroepsgroepen. Dat is een grote verandering ten opzichte van mijn werk als advocaat, waar ik in principe alleen bezig was met het belang van mijn cliënt. Mijn werkomgeving is daar naast heel multidisciplinair. Vroeger werkte ik uitsluitend met juristen, nu voornamelijk met artsen en ICT’ers. ‘Ik zie het als mijn taak om een vertaalslag te maken tus sen de juridische perspectief en het perspectief van bij voorbeeld de patiënt, de zorgverlener en de ICT’er. Voor de patiënt is van belang welke rechten hij heeft met betrekking tot patiëntgegevens. Voor zorgverleners is in de eerste plaats relevant hoe wettelijke eisen invloed hebben op de dagelijkse praktijk van het zorgproces. Bij Nictiz moet ook vanuit technisch perspectief naar de wettelijke normen worden gekeken. Ik probeer me als een juridische kameleon telkens aan te passen aan deze ver schillende werkelijkheden.’ ■
mate de relatie leggen tussen het gebruik van een veili ge landelijke infrastructuur voor informatieuitwisseling en het wel en wee van hun patiënten. Wat betreft het verstopsmokkelen in Den Haag en Utrecht zijn ze het spoor meestal bijster. Hoogste tijd dus voor alle verstopsmokkelaars om de spelregels weer eens goed voor ogen te houden. Een spelletje is leuk, maar de hoofdprijs moet natuurlijk wel binnen redelijke tijd gevonden kunnen worden. Dus heren en dames: niet langer op zoek gaan naar andere leuke resultaten onder de noemer van het EPD. We zijn op zoek naar patiëntenzorg waarin informatie geen onnodig beperkende factor meer is. Dàt is de smurf die we zonodig langs alle obstakels op onze weg smokkelen. En als we ons aan die spelregel houden, blij ven u en ik dikke vrienden. ■
Als je je begeeft op het toneel van koepel organisaties, ministeries en andere spe lers in de zorg, is verstopsmokkelinzicht eigenlijk best nuttig. Terwijl het lijkt of we met z’n allen op zoek zijn naar de EPD smurf, schuiven er regelmatig spelers over het toneel met zakken vol geld, territorium neiging of geldingsdrang. En dan is het natuurlijk oppassen geblazen dat het spel niet eindigt in een ruzie over de spelregels. Terwijl ik dit schrijf staat de aansluitingentel ler van het landelijk schakelpunt op 448, op het moment dat u dit leest waarschijnlijk al weer veel hoger. Gewone dokters, apothekers en andere zorgverleners kunnen in toenemende
Signaal nr.4 | 2009 5
nieuws
nieuws ELab succesverhaal op IHEcongres ■ ■ ■
Voortgang kwalificaties ICTleveranciers ■ ■ ■
Euroned heeft succesvol het kwalificatietraject doorlopen met de applicatie Mira versie 3.0. Het systeem is gekwalificeerd voor medicatiegege vens (rollen: verstrekker en voorschrijver). OmniHis is ook succesvol geherkwalificeerd met de applica tie OmniHisScipio versie 2.0. Het systeem is geher kwalificeerd voor huisartswaarneemgegevens (rol: dossierhouder). De (her)kwalificatie betekent, dat Mira en OmniHisScipio voldoen aan de eisen (ver sie AORTA mei07) voor medische informatieuit wisseling via het landelijk schakelpunt (LSP). Een XIStypekwalificatie is een voorwaarde voor een zorgverlener om aan de eisen voor een goed beheerd zorgsysteem (GBZ) te voldoen en vervol gens te kunnen aansluiten op het landelijk EPD. ■ Meer informatie over de kwalificaties en een volledig overzicht van de gekwalificeerde leve ranciers zie www.infoEPD.nl onder doelgroep ICTleveranciers.
Tijdens het IHEcongres op 6 november 2009 kwam een aantal ‘suc cess story’s’ aan de orde, waaronder het programma eLab. De afge lopen jaren is een aantal gebruikersscenario’s opgesteld, zoals de aanvraag van labgegevens door een huisarts en het verzenden van de onderzoeksresultaten vanuit het laboratorium. De volgende stap is het vertalen van deze scenario’s naar de benodigde stan daarden en het opstellen van een implementatiehandleiding. De leden van de verantwoordelijke werkgroep focussen zich momen teel sterk op huisartsen en de leveranciers van hun informatiesys temen, omdat zij een cruciale rol spelen in dit proces. Ook werd op het congres het programma eRadiologie besproken. Leveranciers voorzitter van IHE Nederland HarmJan Wessels prees de samen werking met Nictiz op dit vlak. ‘In de dialoog met Nictiz zijn we als IHE in staat geweest zover te komen dat IHE een integraal onder deel is van het landelijke dossier. De eerste regionale pilot radiolo gie gaat binnenkort in Amsterdam van start. Een pilot die uitein delijk ook een test is voor het landelijke radiologienetwerk.’ ■ Voor meer informatie: www.ihenl.org
Optimisme bij Leveranciers Tweedaagse ■ ■ ■
Op 4 en 5 november 2009 vond in Dalfsen de halfjaarlijkse Leve ranciers Tweedaagse plaats. De bijeenkomst werd volgend aanwe zigen gekenmerkt door een sfeer van optimisme vanwege het groeiende aantal aansluitingen op het landelijk schakelpunt (LSP). Dit Tweedaagse staat onder meer in het teken van de AORTA documentatiereleases voor de basisinfrastructuur en de laatste
LEVERANCIERS MET XISTYPEKWALIFICATIE
AORTA release
EZorg BV The Network Factory BV RijnmondNet PK Automatisering Stichting GERRIT SARA Stichting Zorgring NoordHolland Noord KPN ZorgConnect IC2it Tetra InterConnect RoutIT NetSourcing E.Novation Priority Telecom Netherlands BV ZeelandNet Zakelijk
6 Signaal nr.4 | 2009
okt08 mei07 okt08 okt08 okt08 okt08 okt08 okt08 okt08 mei07 okt08 okt08 okt08 okt08 okt08 okt08
Paramedici willen aansluiten op het landelijk EPD ■ ■ ■
Stand van zaken 13 november 2009 LEVERANCIERS MET ZSPKWALIFICATIE
ontwikkelingen over de landelijke uitrol. De bijeenkomst is bedoeld om ICTleveranciers de gelegenheid te geven op een open en informele manier terugkoppeling te geven aan de betrokken partijen. Tegelijkertijd wordt iedereen geïnfor meerd over de recente en relevante ontwikkelingen. Naast de zorgtoepassingen huisartswaarneemgegevens en medi catiegegevens wordt ook aandacht besteed aan nieuwe zorgtoepassingen. In de vorm van workshops komen the ma’s aan de orde die vanuit de overleggen en contacten met leveranciers om verdieping vragen. Verder kunnen leveran ciers die aan het begin van het ontwikkelproces staan zich door het volgen van bijvoorbeeld een HL7masterclass of AORTAintroductie bekwamen tijdens de Leveranciers Twee daagse. Daarnaast worden ervaringen uitgewisseld en nieu we contacten gelegd. ■ De presentaties kunt u downloaden van www.infoEPD.nl > Actueel > Nieuws.
Protopics BV Promedico ICT BV OmniHis BV IC2it (Isala Klinieken) FarMedvisie BV ChipSoft BV MicroBais iSOFT Labelsoft Clinical IT Euroned
PRODUCTNAAM/VERSIE
Mg/Hwg*
AORTA release
HAP 1.0 ASP 6.0 Scipio 2.0 Eridanos 5.5 FarMedRx build 57 CSEzis 4.10 Aposys 5005 TMV/Patreg 5R10/10.50 Callmanager 3.5 Mira 3.0
Mg en Hwg Hwg Hwg Mg Mg Mg Mg Mg Mg en Hwg Mg
mei07 mei07 mei07 mei07 mei07 mei07 mei07 mei07 mei07 mei07
* Mg = medicatiegegevens, Hwg = huisartswaarneemgegevens
Dertien leveranciers zijn ZSPgekwalificeerd. Zorgserviceproviders (ZSP’s) verzorgen de verbinding tussen de applicatie van zorgaanbieders en het LSP. Acht leveranciers door lopen momenteel het ZSPkwalificatietraject: E.Novation, Cobbler ICT Services, Zoranet Connectivity Services BV, Priority Telecom Nederlands BV en RAM Mobile Data, ZeelandNet Zakelijk, Techni Team ICT BV en Systemec BV.
Paramedici in Nederland hebben de ambitie aan te sluiten op het landelijk elektronisch patiëntendossier (EPD) voor het uitwisselen van zorginhoudelijke gegevens met andere zorg verleners in de keten. Om dit mogelijk te maken is het nodig te investeren in kennis, systemen en instrumenten. Dit blijkt uit onderzoek van het Nederlands Paramedisch Instituut (NPi) en Nictiz. Het onderzoek maakt deel uit van het pro gramma eParamedici dat streeft naar aansluiting van de paramedici (onder wie fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, diëtisten en oefentherapeuten) op het lande lijk EPD. ‘De paramedische beroepsgroepen zijn met 44.000 professionals in aantal de derde groep zorgverleners in Nederland, en het is belangrijk dat ook zij zorginhoudelijke gegevens elektronisch gaan uitwisselen,’ zegt Yvonne Heer kens van het NPi. ‘Paramedici hebben een belangrijke rol in de preventieve en curatieve zorg. Aansluiting op het EPD kan bijdragen aan een goede communicatie.’ ■ Het rapport kunt u downloaden van www.nictiz.nl/paramedici onder publicaties. Zie ook het artikel op pagina 16.
agenda > 19 december 2009 Introductiecursus SNOMED CT Het ministerie van VWS en Nictiz organiseren samen introductiecursussen om zorgaanbieders, koepels en ICTarchitecten uit instellingen en de industrie bekend te maken met SNOMED CT.
DEN HAAG www.nictiz.nl
> 6 maart 2010 Huisartsbeurs De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) organiseert voor de zevende keer de Huisartsbeurs in Ahoy Rotter dam
ROTTERDAM www.huisartsbeurs.nl
> 24 maart 2010 Conferentie Eenheid van Taal Op 24 maart 2010 organiseert Nictiz voor de tweede keer de conferentie Eenheid van Taal. Centraal staat hier bij het belang van terminologie voor elektronische gege vensuitwisseling in de zorg. Om medische informatie zodanig uit te wisselen dat helder is wat er bedoeld wordt, is eenheid van taal nodig. Daarom wordt tijdens de conferentie veel aandacht besteed aan praktijkvoor beelden. Het volledige programma vindt u binnenkort op de Nictiz website.
NIEUWEGEIN www.nictiz.nl
> 30 maart – 1 april 2010 Zorg&ICT De beurs Zorg & ICT is het platform voor ICTtoepassin gen en diensten in de zorgsector.
UTRECHT www.zorgenict.nl
Nictiz zoekt nieuwe medewerkers Nictiz groeit snel. Daarom zijn we op zoek naar nieuwe collega's die slagvaardig en deskundig zijn. In Den Haag hebben we vacatures voor onder andere ketencoördinator en projectleider schouwingen. Kijk voor de wervingsprofielen en meer actuele vacatures op www.nictiz.nl. Uw sollicitatie zien we graag tegemoet!
Signaal nr.4 | 2009 7
reportage
reportage
De opmars van de eGGZ
‘JE BEHANDELT IN
EEN GLAZEN HUIS’
Ook in de geestelijke gezondheidszorg neemt het gebruik van
ICT toe. De resultaten zijn veelbelovend, al is elektronische
behandeling niet voor iedereen geschikt. En sommige zorgver
leners moeten nog wennen. ‘Alles wordt gemeten, dus ook de
mate waarin het contact als persoonlijk wordt ervaren.’
Z
© Christiaan Krouwels
Therapeut Stijn Bornewasser: ' Patiënten leveren zelf een bijdrage aan hun herstel '
8 Signaal nr.4 | 2009
e spreekt haar cliënten via de laptop, vanaf de keukentafel. En nee, dat is niet vreemd. Eigenlijk is het wel prettig dat je direct ter zake kunt komen, en dat er weinig is dat afleidt. En ook aan de andere kant van de lijn wordt het contact gewaardeerd. Bij online therapie wordt alles gemeten, dus ook de mate waarin het contact als persoonlijk wordt ervaren. Gemiddeld wordt dat gewaardeerd met een 7,9, terwijl de professionele kwaliteit van de behandelaar zelfs met een 8,7 wordt beoordeeld. Stijn Bornewasser is psycholoog bij Interapy, een aanbieder van online psychotherapie. Twee keer per week hebben haar cliënten contact met haar, waardoor de behandeling sneller verloopt dan bij reguliere facetofacetherapie, waar een ritme van eens in de twee weken gebruikelijk is. Online behandeling is niet voor iedereen geschikt, zegt Stijn Bornewasser. ‘Als er sprake is van suïciderisico of van een psychotische klacht zullen we een faceto facebehandeling adviseren. ’Goede diagnostiek is een belangrijk onderdeel van ons aanbod. De behandelmethode is gebaseerd op de cognitie ve gedragstherapie, die kort samengevat betekent dat je op een andere manier tegen de dingen aan gaat kijken en dingen anders gaat doen. De gemeten resultaten van de behandeling zijn daarbij minstens even goed als die van reguliere behandeling. En het besef dat de cliënten zelf een actieve bijdrage leveren aan hun herstel, wordt >
Signaal nr.4 | 2009 9
reportage
reportage
> eveneens als positief ervaren. Ook kunnen ze na afloop de hele behandeling nog nalezen, anders dan bij een reguliere therapie.’
Reiskosten Elektronische hulpverlening in de GGZ is in opmars. Behandeling via internet van een depressie, angststoor nis of alcoholprobleem werkt, zo blijkt uit onderzoek van het hierin gespecialiseerde Trimbos instituut. Emental health is voor veel mensen een acceptabele manier om hulp te krijgen voor psychische problemen. De voordelen zijn duidelijk: anonimiteit, flexibiliteit en geen reiskos ten en reistijd. Daarbij zijn de behandelkosten relatief laag. Inmiddels overweegt een op de twee volwassenen online hulpverlening bij psychische problemen en twee op de drie jongeren. In klinisch opzicht is emental health effectief, is de afge lopen jaren duidelijk geworden. De digitale levensstijl die steeds meer mensen ontwikkelen is een van de oorzaken. Kennis die vroeger alleen voor de arts beschikbaar was, is nu voor iedereen opvraagbaar, en dat werkt niet alleen in de reguliere geneeskunde, maar ook in de GGZ. Daarbij komt dat er nog steeds een maatschappelijk taboe rust op psychische hulpverlening, al is dat wel aan het vermin deren. De drempel voor elektronische therapie is aan zienlijk lager dan bij een ‘ouderwetse’ therapeut. Tot slot is de hulpverlening flexibel, je hoeft niet meer een ochtend vrij te nemen voor een consult, maar je kunt de opdrachten van je behandelaar ‘s avonds of in het weekend aan de keukentafel maken. Die flexibiliteit geldt overigens ook voor de hulpverlener, een van de oorzaken van de snelheid waarmee een behandeling doorgaans kan beginnen. Bij Interapy bijvoorbeeld is de wachttijd niet langer dan een week.
Resultaten
‘ICT is voor ons een harde noodzaak om te kunnen overleven’
Interapy begon zijn werkzaamheden in 1997, en heeft inmiddels 35 therapeuten in dienst, die gezamenlijk jaar lijks 1500 cliënten behandelen. De resultaten zijn zeker zo goed als bij facetofacetherapie, aldus directeur en oprichter Bart Schrieken. ‘Wij werken geprotocolleerd; we maken gebruik van een vastomlijnd stappenplan dat
700.000 depressies per jaar Het aantal Nederlanders dat kampt met psychische problemen neemt toe. Zo hebben jaarlijks meer dan 700.000 volwassenen een depressie en ruim 200.000 een paniekstoornis, terwijl bijna een half miljoen mensen last hebben van een sociale fobie. ‘De ziektelast van deze problemen is groot,’ zegt Heleen Riper van het Trimbos Instituut. ‘Depressie is bijvoorbeeld een echte volk ziekte aan het worden. Op basis van het aantal gezonde levensjaren dat verloren gaat staat de ziekte in de westerse wereld inmiddels op de tweede plaats, en naar verwachting zal dat in 2030 de eerste plaats zijn. En ook in de rest van de wereld neemt het probleem toe. Tegelijk is de druk op de behandelkosten groot. Met andere woorden: het moet goedkoper. Dat vraagt om een oplossing, en ICT kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren.’
10 Signaal nr.4 | 2009
is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. In de psy chologie moet men daar soms nog aan wennen, terwijl het in de somatische geneeskunde al lang gemeengoed is. Een chirurg zal niet improviseren bij een blindedarm operatie, maar het veiligste protocol gebruiken. Ook leg gen wij alle resultaten vast, in genormeerde effectrap portages. In de gezondheidzorg wordt naar mijn mening veel te weinig gemeten, maar bij digitale behandeling is dat heel eenvoudig. Alles wordt immers vastgelegd. Je krijgt het eigenlijk ongeveer cadeau.’ Behandeling via een – overigens strikt beveiligde – onli ne behandeling is voor veel therapeuten wel even wen nen, aldus Schrieken. ‘Je werkt in een glazen huis, en alles wordt vastgelegd. Maar onze behandelaars zijn er inmid dels aan gewend, en vinden het zelfs wel prettig. Ze wis selen bijvoorbeeld goede formuleringen uit voor een bepaald probleem. En niet onbelangrijk, en zeker interes sant voor de verzekeraars: de kosten zijn lager, onder meer door het ontbreken van overhead en huisvestings kosten. De meeste therapeuten bij ons werken vanuit huis. Ons prijsniveau ligt dan ook ongeveer tien procent lager dan de norm.’
Touch screen Ook bij andere instellingen speelt het kostenaspect een belangrijke rol. ‘ICT is voor ons een harde noodzaak om te kunnen overleven,’ zegt Adriaan Jansen, voorzitter van de raad van bestuur van GGZ NoordHolland Noord. ‘De overheid vraagt de komende jaren ingrijpende besparingen in de gezondheidzorg, waarvan naar ons idee onevenredig veel wordt gevraagd van de GGZ. Qua productiviteit moeten we dan ook een flinke slag maken, en met minder geld meer mensen helpen. Emental health is daarvoor een interessant hulpmiddel. De komende vier jaar zal zo’n veertig procent van onze behandelingen in de curatieve psychiatrie online verlo pen, maar dan volledig geïntegreerd in de tweedelijns behandelorganisatie.’ In de kop van NoordHolland is in dit kader een pilotpro ject met domotica gaande, waaraan veertig zorgafhan kelijke patiënten met een ernstige problematiek deelne men. ‘Zij hebben thuis een elektronische verbinding met onze hulpverleners via een beeldscherm,’ legt manager informatisering Peter Klumpenaar uit. ‘Het is uitermate gebruiksvriendelijk, alles gaat via een touch screen met een simpele interface. Als je aanraakt, dan heb je contact – dat is het idee. En het wordt zeer gewaardeerd. Korte vragen kunnen snel worden beantwoord, en dan is er het veiligheidsgevoel: je weet dat je altijd hulp kunt inroe pen als dat nodig is. Ook degenen die weinig gebruik maken van het systeem ervaren dat als een voordeel.’ De deelnemers hebben dikwijls een jarenlange geschie denis in de zorg. ‘Deze verbinding helpt ze bij het stabili seren van hun ziekte en de verbetering van hun kwaliteit van leven, en is dus heel waardevol. In de eerste onder
‘De gemeten resultaten zijn even goed als van reguliere behandeling’ zoeksresultaten geven de deelnemers aan dat ze meer controle en regie ervaren in hun bestaan, en juist bij deze categorie is dat van groot belang. ‘Nu nog gaat het om een groep van zo’n vijftig mensen, maar alleen al in onze regio hebben we tweeduizend cliënten in de langdurige zorg. Wat het gaat betekenen als die allemaal van een voorziening als deze gebruik gaan maken, valt nog moeilijk te zeggen. Maar ik denk dat de effecten, op onze bedrijfsvoering en op het wel zijn van de cliënten, heel groot zal zijn.’ ■
Signaal nr.4 | 2009 11
internationaal
reportage
ONDERTUSSEN IN… In Nederland staat de zorg ICT inmiddels hoog op de agenda, zowel bij zorgver leners als beleidsmakers. Maar wat gebeurt er in het buitenland? In nauwe samenwerking met het ministerie van VWS maakt Nictiz zich sterk voor inter nationale samenwerking op het gebied van zorgICT. Nu Nederland de nationale ICTinfrastructuur invoert, is het van belang dat de betreffende keuzen en standaarden ook internati onaal worden gedeeld. In dat kader maakt Signaal een aantal virtuele reizen over de grens. Ditmaal: Frankrijk.
ZWEDEN
■ ■ ■ Zweden is op het gebied van ehealth al jaren een actieve speler. Het land coördineert onder meer het epSOS project waarin met Nederland en tien andere landen wordt gewerkt aan grensoverschrijdende uitwisse ling van patiëntgegevens. Ook is Zweden een van de oprichters van IHTSDO, de organisatie die tot doel heeft om het codestelsel SNO MED CT verder te ontwikkelen en implemen teren. De banden tussen Nederland en Zweden zijn hecht en een Nederlandse afvaardiging bezocht Zweden dan ook tij dens een studiereis in 2008. Zweden is een land met enkele stedelijke regio’s, maar ook met dunbevolkte bosrijke gebieden. In totaal wonen er negen miljoen mensen op een oppervlakte van bijna elf keer Nederland. Ehealth ligt dan ook voor de hand. De gezondheidszorg in Zweden is ech ter sterk gedecentraliseerd. Omdat medische gegevens aanvankelijk niet over de grenzen van regio’s mochten worden uitgewisseld, waren de landelijke mogelijkheden beperkt. De centrale overheid, van oudsher sterk in Zweden, heeft hiertegen maatregelen geno men. In 2008 trad een wet patiëntgegevens in werking, die onder meer regelt dat geau toriseerde zorgverleners met toestemming van de patiënt digitaal toegang kunnen krij gen tot informatie van andere zorgverleners over organisatie en regiogrenzen heen.
AMBITIEUS Dit alles gebeurde in het kader van een ambitieuze landelijke ehealthstrategie, die patiënten snelle en probleemloze toegang tot hun medische gegevens en tot algeme ne zorginformatie moet geven. Ook moet het werk van zorgverleners eenvoudiger worden door efficiënte ICToplossingen die patiëntveiligheid garanderen. Tot slot willen de autoriteiten de beschikking krijgen over middelen om de patiëntveiligheid en de kwaliteit van de zorg te bewaken. De twintig provincies hebben deze ambiti euze landelijke ehealthstrategie inmiddels omarmd, maar van de gemeenten is dit nog minder dan de helft. Inmiddels zijn ook pri
12 Signaal nr.4 | 2009
vate leveranciers van gezondheidzorg en welzijn betrokken bij dit proces. Volgend jaar wordt de landelijke ehealthstrategie verder aangepast, met een grotere focus op lokale activiteiten en een nadruk op betrok kenheid van alle zorgverleners. Ook is de afgelopen jaren een elektronische samenvatting van patiëntgegevens beschik baar gekomen voor implementatie en werd het autorisatieproces voor toegang tot medi sche gegevens geregeld. Daarnaast is de ont wikkeling van een nationale informatiestruc tuur vergevorderd. Verder werd een nationale stuurgroep voor zorgICT gereorganiseerd en een nationale consultatiegroep geformeerd om de dialoog met stakeholders te borgen. Belangrijke stappen werden gezet met Care Online. Deze landelijke portal heeft als doel gebruiksvriendelijke en toegankelijke dien sten te leveren aan patiënten en zorgverle ners. De komende jaren gaat de portal de mogelijkheid bieden van herhaalafspraken, herhaalrecepten, gericht advies en het stel len van zorgvragen.
DATABASES In Zweden is veel informatie over gezond heidszorg digitaal opgeslagen. De afgelopen dertig jaar zijn omvangrijke databases gebouwd met informatie over ziektebeel den, waardoor het beter mogelijk is patiën ten op basis van hun profiel een evidence based behandeling op maat te geven. Ook doet Zweden veel aan publieksvoorlich ting en biedt het patiënten ruime mogelijk heden om zelf de regie te nemen. De websi te 1177.se levert bijvoorbeeld praktische feitelijke informatie over alle facetten van de gezondheidszorg. 1177.se wordt ook ingezet bij voorlichting over landelijke pro jecten en heeft meer dan een miljoen bezoekers per maand. Verder wordt in Zwe den veel geïnvesteerd in de mogelijkheid om de patiënten vooraf (thuis of in de wachtkamer) online hun vragen te laten for muleren, waardoor het gesprek in de spreek kamer direct tot de kern komt. ■ Voor meer informatie: www.epsos.eu, www.regeringen.se/sb/d/11884 en www.1177.se
Michiel Duyvendak, Werner Zuurbier en Jack Tamminga
‘ZORGINNOVATIE
IS VAAK AD HOC’
Onlangs sloot het Antonius Ziekenhuis in Sneek aan op het landelijk schakelpunt (LSP). Dat is een voorwaarde voor deelname aan het landelijk EPD. Het veilig en volledig uitwisselen van medicatiegegevens komt daarmee een stap dichterbij.
Signaal nr.4 | 2009 13
reportage
reporatga
H
Jack Tamminga:
‘eenvoudiger’
Michiel Duyvendak:
‘garanties’
14 Signaal nr.4 | 2009
Werner Zuurbier:
‘voorbeeldfunctie’
Zuurbier aan. ‘We willen ons als ziekenhuis profileren op het thema veiligheid, en een voorbeeldfunctie vervullen in de regio. Het LSP biedt daarvoor veel mogelijkheden. Maar als de leiding er niet achter staat, dan kom je niet ver. Althans, niet zo snel.’
© Arie de Leeuw
et begon allemaal met de ergernis van zieken huisapotheker Michiel Duyvendak. ‘Uiteraard worden in elk ziekenhuis fouten gemaakt,’ zegt hij. ‘Maar al jarenlang staan vergissingen met medicatie bovenaan die ranglijst, soms met ernstige gevolgen. Dat kan samenhangen met het feit dat apothekers als beroepsgroep geneigd zijn fouten snel te melden, maar het heeft natuurlijk ook te maken met de omstandigheid dat de overdracht van medicatiegegevens heel primitief verloopt. Per fax, of zelfs helemaal niet. Ik wil dat dat ver andert, en het landelijk EPD is daar naar mijn idee de beste oplossing voor. Dus heb ik alles op alles gezet om de beno digde voorzieningen snel voor elkaar te krijgen.’ Michiel Duyvendak is ziekenhuisapotheker in het Anto nius Ziekenhuis in Sneek, dat in april van dit jaar als een van de eerste ziekenhuizen in Nederland werd aangeslo ten op het landelijk schakelpunt (LSP). ‘Daar zijn we eigen lijk best trots op,’ zegt Jack Tamminga, hoofd automatise ring van het ziekenhuis. ‘Technisch was het overigens niet zo’n heel ingewikkeld verhaal, al hebben onze mensen er natuurlijk wel het nodige werk aan gehad. Maar zelfs met dat in het achterhoofd is de aansluiting opmerkelijk snel gerealiseerd, in een maand of acht. We konden aanhaken bij de ontwikkeling van ons eigen ziekenhuisEPD waar mee we sinds 2007 bezig zijn. We waren dus al ingewerkt en hadden bijvoorbeeld onze interne processen op orde.’ ‘Een belangrijke voorwaarde voor een snelle aansluiting op het LSP was de steun van het management en de raad van bestuur,’ vult manager informatisering Werner
Veiligheid Momenteel is het ziekenhuis in Sneek ook aangesloten op een regionaal systeem van informatieuitwisseling. ‘Dat gaat in veel opzichten goed,’ vertelt Jack Tamminga, ‘maar we hebben toch behoefte aan meer en beter. Het Antonius is bijvoorbeeld een watersportziekenhuis. In de zomer hebben we veel patiënten van buiten Friesland, van wie het natuurlijk erg handig is om bij opname over de actuele medicatiegegevens te beschikken. Ook is er sinds kort een poliklinische vestiging van ons ziekenhuis in Emmeloord, buiten de grenzen van de regio. Het LSP maakt het straks mogelijk om in onze apotheek ook over de meest actuele medicatiegegevens van onze patiënten daar te beschikken.’ ‘Bovendien is de veiligheid beter geregeld bij het LSP,’ zegt Michiel Duyvendak. ‘Er zitten allerlei garanties in het systeem ingebouwd die vergissingen uitsluiten. Zoals het feit dat je informatiesysteem moet voldoen aan strenge eisen, de GBZeisen. Of dat de patiënt wordt geïdentifi ceerd aan de hand van zijn burgerservicenummer, waar door de kans op verwisseling bijna uitgesloten is. Of de UZIpas die ik nodig heb om me als zorgverlener te identi ficeren, een pas waarvan het overigens wel even duurt voordat je ‘m daadwerkelijk in je bezit hebt... Maar in elk geval maakt dat duidelijk dat de veiligheid serieus wordt genomen.’ Wat dat betreft is er ook in het ziekenhuis zelf een cul tuuromslag nodig, aldus Jack Tamminga. ‘Het is inmid dels niet meer zo dat wachtwoorden van de pc op een gele postIt sticker aan het beeldscherm zijn bevestigd, maar de zorgvuldigheid waarmee met inlogcodes en wachtwoorden wordt omgegaan kan nog wel wat beter. Ook in dat opzicht moeten we nog wennen. Maar de bereidheid van artsen en verpleegkundigen om mee te werken is groot. Zij zien natuurlijk ook de voordelen voor
hun eigen werk, dat ze met twaalfduizend opnames per jaar straks niet alleen beter, maar ook eenvoudiger kun nen doen. Elektronische uitwisseling van gegevens is nu eenmaal eenvoudiger dan andere methoden.’
Richtlijn Onlangs vond de eerste uitwisseling via het LSP van patiëntgegevens plaats, met een apotheek in Wolvega. ‘Jammer genoeg beschikken veel apothekers in de regio over een informatiesysteem dat nog niet geschikt is voor aansluiting,’ aldus Michiel Duyvendak. ‘Overigens wordt daarmee wel voortgang gemaakt. De nieuwe richtlijn overdracht medicatiegegevens van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, levert daar natuurlijk ook een bijdrage aan. Die richtlijn verplicht zorgverleners op elk moment van voorschrijven een actueel medicatieover zicht beschikbaar te hebben, bij spoedgevallen en over dracht naar een volgende schakel binnen 24 uur. Dat geeft de ICTleveranciers natuurlijk een stimulans om op te schieten. Net als trouwens de Wet op het EPD die ook aanstaande is.’ ‘Wat ons betreft is het EPD in elk geval de toekomst,’ besluit Werner Zuurbier. ‘Nu nog zijn we vooral bezig met het elektronisch uitwisselen van medicatiegege vens, maar straks neemt het aantal mogelijkheden enorm toe. Radiologie, spoedeisende hulp, laboratoriumgege vens, noem maar op. En ook andere zorgaanbieders heb ben er belangstelling voor, zoals huisartsen. Ook voor hen geldt: over hoe meer informatie zij beschikken, hoe beter ze hun werk kunnen doen. Als er sprake is van koud watervrees bij beroepsbeoefenaren, dan zal dat vanzelf verdwijnen als men in de gaten krijgt hoeveel voordelen landelijke uitwisseling van patiëntgegevens biedt.’ ■
Maar drie procent van het budget voor ICT ‘De meeste bestuurders en managers die ik spreek tonen belangstelling voor aansluiting op het LSP,’ zegt Bert Dalmolen, als manager zorgrelaties bij Nictiz medeverantwoordelijk voor de contacten met de ziekenhuizen. ‘Zeker als ik schets wat de toekomstige kansen zijn. Nu nog heeft het EPD wat hen betreft vooral betrekking op het uitwisse len van medicatiegegevens, maar in de toekomst zijn de mogelijkheden legio. En hoewel regionale gegevensuitwisseling soms voldoende lijkt, zal met de toenemende mobiliteit van patiënten en de keuze voor bepaalde zorginstellingen, een lan delijke uitwisseling zijn waarde bewijzen. ‘Een probleem is dat er in de zorg relatief weinig wordt uitgegeven aan ICT. In de handel en indus trie is dat ongeveer vijf procent, in de financiële dienstverlening acht procent, maar in de zorg vaak niet meer dan drie procent, al is een trend naar verhoging van dat percentage. Maar toch kom je voor lastige keuzes te staan: sluit ik aan op het EPD of investeer ik in een nieuwe MRIscan ner? Eigenlijk zou het niet om dergelijke keuzes moeten gaan, daarvoor is de digitale revolutie eenvoudig te onontkoombaar. Maar zolang het zo is, blijft het een kwestie van afwegen. Wat helpt, is om er op tijd bij te zijn als de budgetten worden vastgesteld voor het volgende jaar. Als dat een maal is vastgelegd, kunnen nieuwe voorzieningen op een geplande en beheerste wijze worden geïm plementeerd.’
Signaal nr.4 | 2009 15
interview
interview
Gerlach Cerfontaine, adviseur KNMP:
‘EEN ZICHTBARE HUISAPOTHEKER, DAT IS MIJN IDEAAL’ Na zijn vertrek bij Schiphol heeft Gerlach Cerfontaine opnieuw allerlei functies in de gezondheidszorg, onder meer als adviseur voor de brancheorganisatie van apothekers. ‘De toepassing van ICT kan meer en hoogwaardiger menselijk contact met zich meebrengen.’
H
et is geen volstrekt nieuwe gedachte, dat beseft hij heel goed, maar het kan niet vaak genoeg worden gezegd. Innovatie is een voor waarde voor een betere gezondheidszorg, en dus voor het voldoen aan de verwachtingen van zorgverleners, patiënten en de samenleving als geheel. Apothekers kunnen in die innovatie een belangrijke rol spelen, onder meer omdat zij de afgelopen jaren zoveel hebben geïn vesteerd in ICT. Ook is de medicatiebewaking bij de apo thekers in goede handen. De overdracht van medicatie gegevens die zo vaak nodig is, bijvoorbeeld als een patiënt wordt opgenomen in een ziekenhuis of als labo ratoriumgegevens moeten worden uitgewisseld, kan prima door de apotheker worden geregeld. Dat is in het kort de boodschap van Gerlach Cerfontaine, oudtopman van Schiphol en tegenwoordig onder meer adviseur van de KNMP. ‘Een apotheker verkoopt vertrou wen,’ zegt hij in de Jaarbeurs in Utrecht, na afloop van een congres over innovatie dat door de brancheorgani satie is georganiseerd. ‘Daarvoor is het nodig dat de apo theker zich weer nadrukkelijk manifesteert als zorgver lener. Dat betekent dat hij niet alleen medicijnen verkoopt vanachter de toonbank, maar dat hij zich weer
aan patiënten laat zien als de deskundige op het gebied van medicatie die hij al sinds mensenheugenis is. Hij heeft de vakkennis immers in huis.’
Chronisch zieken Automatisering is voor het uitoefenen van die taak een voorwaarde, aldus Cerfontaine. ‘Door een goede toepas sing van ICT heeft de apotheker een actueel en volledig overzicht van de medicatiegeschiedenis van de patiënt, en van alle belangrijke gebeurtenissen die zich op het gebied van het voorschrijven en verstrekken van medi cijnen hebben voorgedaan. ‘Wat hij daarmee vervolgens meer mee moet doen dan nu, is zichzelf manifesteren. Er is geen enkele reden waar om apothekers bijvoorbeeld niet op huisbezoek zouden gaan. Je kunt beginnen met chronisch zieken, die daarvan veel profijt zullen hebben, gezien het feit dat ze dikwijls veel verschillende medicijnen gebruiken. Ga bij ze langs! Een zichtbare huisapotheker, dat is mijn ideaal. Maar daarvoor is een proactieve houding wel noodzakelijk, en in sommige gevallen vereist dat een cultuuromslag.’ Wat we vervolgens moeten voorkomen is een ‘stammen strijd’ tussen de verschillende categorieën zorgverleners >
‘Wat we moeten voorkomen is een stammenstrijd
tussen de verschillende categorieën zorgverleners
over hun rol in het landelijk EPD’
© Christiaan Krouwels
16 Signaal nr.4 | 2009
Signaal nr.4 | 2009 17
interview
> over hun rol in het landelijk EPD. Dat het EPD noodzakelijk is, staat voor mij buiten kijf. Het heeft zoveel voordelen, daar kun je eenvoudigweg niet omheen. Maar voor een optimaal functioneren van het EPD moeten de diverse verantwoordelijkheden wel goed worden belegd. ‘Wat betreft de medicatiebewaking is er wat mij betreft een belangrijke rol weggelegd voor de apothekers. Het is immers hun core business, ze zijn ervoor opgeleid en als het goed is zijn ze er hun hele professionele leven bijna dwangmatig mee bezig. Geef ze dan ook de primaire verantwoordelijkheid hiervoor. Bijkomend voordeel is dat de huisartsen worden ontlast. Hun taak is de afgelo pen jaren toch al steeds verder verzwaard. ’
Medicatietrouw Een hiermee samenhangende taak van apothekers kan de zogeheten medicatietrouw zijn. ‘In het landelijk EPD, en in de regionale varianten die momenteel op allerlei plaat sen in het land in gebruik zijn, worden uiteraard gege vens over het voorschrijven en verstrekken van medicatie uitgewisseld. Op zich is dat van groot belang, maar in de praktijk blijkt het toch vaak voor te komen dat patiënten hun medicijnen niet innemen. Ook dat moet waar moge lijk worden geregistreerd en indien mogelijk worden
Van de spreekkamer
naar Schiphol
Gerlach Cerfontaine (1947) heeft een lang
durige loopbaan in de zorg doorlopen. Hij
was huisarts, assistentchirurg en psycho
therapeut en medisch directeur van het
Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht.
Vervolgens was hij jarenlang bestuurder
van het Academisch Ziekenhuis, later het
Universitair Medisch Centrum. Landelijke
bekendheid verwierf hij nadien als direc
teur van de luchthaven Schiphol.
Sinds zijn pensionering heeft Cerfontaine
het rustiger. ‘Ik ben mijn mobiele telefoon
zelfs met enige regelmatig kwijt,’ zei hij
onlangs. Toch is hij onder meer adviseur
van de KNMP, belast met de portefeuille
innovatie, en voorzitter van de Raad van
Toezicht van het Onze Lieve Vrouwe Gast
huis (OLVG) in Amsterdam. Ook is hij deel
tijdhoogleraar Regional Innovation Policy
in Maastricht en Corporate Governance in
Utrecht.
Gerlach Cerfontaine is getrouwd met
Nictizbestuurder Pia Dijkstra en heeft
drie kinderen.
5 vragen aan
voorkomen. Er zijn tal van ICToplossingen die een vorm van controle mogelijk maken. Laten we ervoor zorgen dat apothekers die ook kunnen gaan gebruiken.´ Het accent is de afgelopen jaren teveel komen te liggen op het ondernemerschap en de bedrijfsvoering van de apothekers, aldus Cerfontaine. ‘We moeten terug naar het belang van de eerste lijn en van de patiënt, en zoals gezegd kan de apotheker daar als zorgverlener een cru ciale positie in innemen. Juist de toepassing van ICT kan meer en hoogwaardiger menselijk contact met zich meebrengen. ‘Wat dat betreft is er eigenlijk niets veranderd. Ik herin ner me dat Bob Smalhout, de bekende anesthesioloog van het Academisch Ziekenhuis in Utrecht, het 25 jaar geleden al riep: ‘De patiënt is de enige om wie het gaat.’ Dat gold toen, en dat geldt nu. We zijn het de afgelopen tijd alleen een beetje uit het oog verloren, vandaar dat je nu telkens weer hoort dat we de patiënt centraal moe ten stellen. Het EPD kan er geweldig bij helpen om ons weer op het goede pad te helpen. ‘Ik heb het zelf in mijn tijd als ziekenhuisdirecteur maar al te vaak meegemaakt: het medische dossier van een patiënt was zoek. De assistenten kregen daar doorgaans de schuld van, en zij moesten ervoor zorgen dat het dos sier als de sodemieter weer tevoorschijn kwam. Wat natuurlijk zelden lukte, meestal omdat de specialist het mee naar huis had genomen. ‘Die tijd is nu gelukkig echt voorbij. Als ik zie hoe snel en makkelijk tegenwoordig medische gegevens en afbeeldin gen worden gestuurd naar de zorgverleners die ze nodig hebben, dan ben ik diep dankbaar. Niet alleen is het in het belang van de patiënt, want dat staat natuurlijk voorop, maar ook de zorg wordt er veel interessanter door. En dat is voor de zorgverleners weer mooi meegenomen.’ ■
‘De paramedici zijn met 44.000 professionals in aantal de derde groep zorgverleners in Nederland’
Yvonne Heerkens 1 Wie is Yvonne Heerkens? Ik ben bewegingswetenschapper en ik werk als program maleider Classificaties & Verslaglegging bij het Neder lands Paramedisch Instituut, het kennisinstituut voor de paramedische zorg. Ik houd me daar vooral bezig met eenheid van taal, verslaglegging, richtlijnen en hulpmid delen. Daarnaast werk ik als lector Arbeid & Gezondheid bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN).
2 Bij welk project bent u betrokken en waarom is het nodig? Samen met Nictiz heb ik een inventariserend onderzoek uitgevoerd naar de stand van zaken en de wensen bij paramedici over het elektronisch uitwisselen van infor matie. Daarvoor hebben we gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de elf paramedische beroepsver enigingen en met een aantal koplopers in het parame disch werkveld. Het onderzoek maakt deel uit van het pro gramma eParamedici. Dat programma moet het mogelijk maken dat paramedici aansluiten bij het landelijk EPD en de daarvoor benodigde infrastructuur. De paramedische beroepsgroepen zijn met 44.000 professionals in aantal de derde groep zorgverleners in Nederland, en het is belangrijk dat ook zij zorginhoudelijke gegevens elektro nisch gaan uitwisselen.
3 Wat is de rol van Nictiz in dit project? Het initiatief voor het programma eParamedici is genomen door Nictiz en de branchevereniging voor fysiotherapeuten KNGF. In het programma wordt verder samengewerkt met de NVLF (Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie) en patiëntenvereniging NPCF. Het ministerie van VWS is opdrachtgever.
4 Hoe is het project tot dusver verlopen? Fase 1 van het project is onlangs afgerond. Naast het eindrapport over de stand van zaken zijn een richtlijn Gegevensuitwisseling tussen huisarts en fysiotherapeut en een nulmeting Goed Beheerd Zorgsysteem (GBZ) gerealiseerd, plus een communicatieplan en een plan van aanpak voor fase 2. Verder zijn artikelen gepubli ceerd in de tijdschriften van de paramedische beroeps
verenigingen. Het eindrapport over de stand van zaken eindigt met een aantal aanbevelingen aan de overheid, Nictiz, de paramedische beroepverenigingen en de para medici zelf. Die aanbevelingen liggen op het vlak van bewustwording, afspraken over de uit te wisselen gege vens, eisen aan de informatiesystemen, de benodigde voorlichting en financiële prikkels.
5 Wat zijn uw verwachtingen voor de nabije toekomst? Ik verwacht dat het programma een bijdrage kan leve ren aan de aansluiting van paramedici bij het landelijk EPD. Uitgaande van de belangrijke rol van paramedici in de preventieve en curatieve zorg, is communicatie tussen paramedici onderling en met andere zorgverle ners essentieel voor effectieve cliëntgerichte zorg. Aansluiting op het EPD kan bijdragen aan een goede communicatie. Het paramedisch veld is zeer divers. Sommige beroeps groepen zijn al een eind op weg wat betreft elektroni sche uitwisseling van zorginhoudelijke gegevens. Er zijn echter ook praktijken die alleen nog hun financieel administratieve gegevens elektronisch uitwisselen met de zorgverzekeraar, en hun zorginhoudelijke verslagleg ging nog op papier doen. Het is een uitdaging om er voor te zorgen dat alle paramedici elektronisch zorgin houdelijke gegevens gaan uitwisselen. ■
© Christiaan Krouwels
18 Signaal nr.4 | 2009
Signaal nr.4 | 2009 19
forum
publicaties
■ ■ ■
DE STELLING:
Paramedische zorg en ICT: ambitie voor aansluiting op het landelijk EPD
de business case voor zorgICT
ontbreekt
‘E
nerzijds wel, anderzijds niet, luidt mijn antwoord,’ aldus Hans ter Brake, voorzitter van OIZ, de bran chevereniging voor leveranciers in de zorgICT. ‘Voor bepaalde ontwikkelingen in de zorgICT was de business case in orde, gezien het gemak waarmee ontwikkelingen tot stand kwamen. Dat geldt onder meer voor de koppe ling van informatiesystemen van huisartsen met de huisartsenposten, en voor de digitale uitwisseling van röntgenbeelden binnen ziekenhuizen. Blijkbaar was het
voordeel voor de betrokkenen zo groot dat er op korte termijn het nodige is bereikt. ‘Er komt bij een goede business case dus meer kijken dan de investering en exploitatie alleen. Ook toegankelijk heid, kwaliteit en patiënt empowerment spelen een grote rol. Een externe factor kan van doorslaggevende invloed zijn. In het Flevo Ziekenhuis in Almere was dat bij voorbeeld een tekort aan ruimte in het gebouw. Er werd overwogen om het maken van afspraken door patiënten uit te besteden aan een callcenter, totdat iemand op het idee kwam dat afspraken ook via internet kunnen worden gemaakt. Dat systeem functioneert nu perfect. Het aan tal no shows is gedaald van zes naar minder dan één pro cent, en dat tegen lagere kosten en met een hogere patiënttevredenheid. Dat project heeft dus meer opgele verd dan in de businesscase was voorzien. ‘Voor het landelijk EPD is de business case aanzienlijk las tiger, ook al omdat betrokken zorgverleners er niet direct een meetbaar voordeel van hebben. De voordelen gelden vooral de zorg als geheel. Ik zeg wel eens: de zorg als geheel heeft geen factuuradres. Dus ligt het voor de hand dat de overheid zich er mee bemoeit, bijvoorbeeld via subsidie en wetgeving. Ook nieuwe instrumenten, zoals ketendbc’s, zullen hierbij een belangrijke rol gaan spelen. Dan komt dat factuuradres voor ketenontwikke lingen er uiteindelijk toch wel.’ ■
Hans ter Brake
Verplicht aansluiten in 2010?
Verplichte aansluiting op het EPD in 2010 is te vroeg. Dat was de stelling waarop de afgelopen maanden op www.nictiz.nl kon worden gereageerd. De meningen waren verdeeld. Iets meer dan de helft van de responden ten (51%) was het met de stelling eens. ‘Ziekenhuizen en instellingen moeten de kans krijgen medewerkers goed op de hoogte te brengen en instrueren,’ meende een van hen. ‘Al die zogenaamde deadlines zijn al tien jaar onhaalbaar gebleken,’ stelde een ander. 44% van de deelnemers aan de discussie onderschreef de verplichte aansluiting in het
20 Signaal nr.4 | 2009
komende jaar. Een greep uit re reacties: ‘Hoe eerder hoe beter!’, ‘als je het niet verplicht stelt komt het er nooit van’ en ‘alles wat men kan doen om een leven te redden moet men niet uitstellen. Het leven is belangrijker dan pri vacy.’ Ten slotte had 5% van de deelnemers geen mening.
DEELNEMEN AAN DE DISCUSSIE OVER DE NIEUWE STELLING KAN OP WWW.NICTIZ.NL
Wim Hodes
‘I
k ben het niet met de stelling eens,’ zegt Wim Hodes, directeur van Stichting GERRIT, een ICTsamenwer kingsverband van Friese zorgverleners. ‘Wel ben ik me ervan bewust dat die business case soms moeilijk te rea liseren is, vooral in de zorgketen. Dat heeft onder meer te maken met de financiering. Het risico is dat de ene partij de investeringen doet, terwijl een andere partij profiteert. Dat moet je natuurlijk oplossen. ‘Een ander probleem is dat je eerst kritische massa moet bereiken voordat een ICTtoepassing goed werkt. Er zijn voldoende zorgverleners nodig om genoeg content te creëren, anders blijft het hobbyisme. Daar is tijd voor nodig. Bovendien komt het ook voor dat iedereen het belang van een centrale regionale of landelijke toepas sing inziet, maar dat individuele zorgpartijen toch zelf iets ontwikkelen. Bijvoorbeeld omdat het op korte ter mijn sneller en dus goedkoper is, of uit profileringsdrang ten opzichte van de ‘concurrent’. ‘Van belang is een goede visie, die niet star maar wel consistent is, en die door alle betrokkenen wordt begre pen. Vervolgens is het soms een kwestie van lange adem om de visie te realiseren. Een voorbeeld is het glasvezel net dat hier in Friesland tussen vele zorgpartijen is aan gelegd. Het was een hele klus om dat er te krijgen, soms stapje voor stapje op basis van individuele behoeften. Maar nu profiteert iedereen ervan, en is het een belang rijke basis voor nieuwe innovaties.’ ■
Paramedici in Nederland hebben de ambitie aan te sluiten op het landelijk elektronisch patiëntendossier (EPD) voor het uitwisselen van zorginhoudelijke gegevens met andere zorgverleners in de keten. Om dit mogelijk te maken is het nodig te investeren in kennis, systemen en instrumenten. Dit blijkt uit onderzoek van het Nederlands Paramedisch Instituut (NPi) en Nictiz. Het onderzoek maakt deel uit van het programma eParamedici, dat streeft naar aansluiting van de paramedici (onder wie fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, diëtisten en oefentherapeuten) op het landelijk EPD. De paramedische beroepsgroepen zijn met 44.000 professionals in aantal de derde groep zorgverleners in Nederland, en wordt van belang geacht dat ook zij zorginhoudelijke gegevens elektronisch gaan uitwisselen. U vindt de publicatie op www.nictiz.nl/paramedici onder publicaties. ■ ■ ■
ICTvoorzieningen paramedici getoetst Mits aandacht wordt besteed aan de hardwareeisen, voldoen ICTvoorzieningen van koplopers in de paramedische sector al aan een groot deel van de eisen voor een goed beheerd zorgsysteem (GBZ). Dit zijn de eisen waaraan paramedici moeten voldoen om te kunnen aansluiten op het landelijk elektronisch patiëntendossier. U vindt de publicatie op www.nictiz.nl/paramedici onder publicaties.
Signaal nr.4 | 2009 21
hoe & wat
column
misverstanden over het EPD
OPGEVEN IS GEEN OPTIE...
Het elektronisch patiëntendossier wordt in Nederland de komende jaren geleidelijk ingevoerd. Over het hoe en wat bestaan echter nog de nodige vragen en onduidelijkheden. In elke editie van Signaal wordt een aantal misverstanden besproken.
e website van één van de mooiste wielerevenementen in het jaar heet www.opgevenisgeenoptie.nl. Een prachtige naam die de spirit benoemt waar het om gaat bij Alpe d’HuZes. Deze sportieve inspanning heeft als doel geld in te zamelen voor KWF Kankerbestrijding. Volgend jaar juni beklimmen precies 2010 fietsers zes maal de legendari sche Alpe d’Huez op één dag. Dat vraagt een langdurige en gedegen voor bereiding en veel doorzettingsvermogen tijdens de uitvoering. Elementen die ook een rol spelen bij de ontwikkeling van het elektronisch patiënten dossier (EPD) in de Nederlandse gezondheidszorg.
D
Fysieke beveiliging is minder belangrijk dan digitale beveiliging Beveiliging en bescherming van persoonlijke gegevens spelen in de discussie over het EPD een belangrijke rol. In de praktijk gaat daarbij veel aandacht uit naar digitale beveiliging, zoals het voorkomen van ‘inbraken’ door hackers en andere onbevoegden. Fysieke beveiliging van computersystemen is echter even belangrijk. De ruimte waar het betreffende computersysteem staat, moet bij voorbeeld goed kunnen worden afgesloten. In een zie kenhuis betekent dit dat er toezicht is op wie de betref fende ruimte binnengaat. De praktijkruimte van een individuele zorgverlener moet bijvoorbeeld op slot wor den gedaan zodra er niemand aanwezig is. Verder kun nen medewerkers die beschikken over een UZI –pas een locker krijgen voor als zij afwezig zijn. De fysieke beveiligingseisen gelden ook voor de beschik baarheid van gegevens. Deze mag niet in gevaar komen door uitval van het systeem door bijvoorbeeld lekkage of stroomuitval. Dit betekent dat er goede backups moe ten worden gemaakt van de gegevens. Aansluiting bij een ASPprovider kan dit eenvoudiger maken. De gege
vens worden dan centraal beheerd, terwijl de zorgverle ner met zijn pc inlogt op de server. De voorschriften voor fysieke en digitale beveiliging zijn vastgelegd in de eisen voor een goedbeheerd zorgsysteem (de GBZ eisen). Deze zijn te vinden op www.infoEPD.nl.
A
In het landelijk EPD worden gegevens opgeslagen Dit is een wijdverbreid misverstand, maar in het landelijk EPD worden geen medische gegevens van de patiënt opgeslagen. Er worden alleen gegevens uitgewisseld tussen zorgverleners die deze gegevens nodig hebben en die toestemming hebben voor het gebruik daarvan. Deze gegevens blijven in de administratie van de eigen zorgverlener van de patiënt. In andere landen, zoals GrootBritannië, wordt wel gewerkt met een centrale database. Probleem daarbij is onder meer dat de gege vens niet altijd up to date zijn. Dit probleem speelt in Nederland dus niet. ■ Voor meer informatie: www.infoEPD.nl
l jaren wordt er geworsteld met de ontwikkeling van het landelijk EPD. Inmiddels zijn er veel ziekenhuizen die niet wachten totdat zo’n EPD er is en ervoor kiezen zelf een EPD te ontwikkelen of een bestaande oplossing aan te schaffen bij een van de ICTleveranciers op dit gebied. Voordelen van zelf ontwikkelen, zijn natuurlijk de flexibiliteit en het draagvlak bij de gebruikers binnen de eigen organisatie. De afhankelijkheid van enkele ontwikkelaars en de beheersbaarheid staan daar als nadelen tegenover.
‘De EPDtop is nog niet bereikt’
anuit financieel perspectief spelen de kosten van het EPD ook een belangrijke rol. Voor de beslissing om in een ziekenhuis een EPD aan te schaffen, dient een business case te worden opgesteld. Hierin worden de kosten en opbrengsten in de vorm van mogelijke efficiencyvoor delen over meerdere jaren naast elkaar gezet. Een gezonde manier om naar investeringsbeslissingen te kijken. Mijn gevoel zegt me echter dat het EPD een ontwikkeling is die los van kosten en opbrengsten door moet gaan, uiteraard binnen bepaalde financiële grenzen. De kwaliteit van de patiën tenzorg en de patiëntveiligheid zullen met sprongen stijgen als het EPD lan delijk is ingevoerd. teren.
V
ezien het belang van de invoering van een EPD is het goed om perio diek stil te staan bij de vraag of alles nog steeds gaat zoals vooraf bedacht is. Wordt het uiteindelijke doel nog steeds gediend? De Alpe d’Huez kent 21 haarspeldbochten waar het even vlak is, die je de mogelijk heid geven om even op adem te komen voordat je weer verder gaat. Op dezelfde manier moet tijdens de ontwikkeling en invoering van een EPD peri odiek worden afgevraagd waarom en voor wie we het ook alweer doen. Om vervolgens weer een steil gedeelte met nieuwe beslispunten op te gaan.
© Matthias Giesen
G
22 Signaal nr.4 | 2009
n het Jeroen Bosch Ziekenhuis hebben we al heel wat bochten genomen, maar de EPDtop is nog niet bereikt. Er staat ons nog een stevige eind sprint te wachten. Maar net als voor de verdere ontwikkeling en invoe ring van het EPD in de Nederlandse gezondheidszorg geldt: opgeven is geen optie!
I
Peter Langenbach directeur Financiën en Control van het Jeroen Bosch Ziekenhuis
Signaal nr.4 | 2009 23
betrokken
slagvaardig
groei vacatures samenwerken
vacatures
betrouwbaar
Nictiz
Nictiz is het landelijke expertisecentrum dat ontwikkeling van ICT in de zorg
faciliteert. Met en voor de zorgsector voorziet Nictiz in mogelijkheden en
randvoorwaarden voor elektronische informatieuitwisseling. Voor en rondom de patiënt. Wij doen dit ter bevordering van de kwaliteit en doelmatigheid in
de gezondheidszorg samen met ons team van gedreven medewerkers.
Een voorbeeld uit de dagelijkse praktijk is het programma eDiabetes. Dit programma bevordert de informatievoorziening voor de diabetes zorg. Met elektronische toepassingen kunnen diabetespatiënten en
hun zorgverleners over actuele en complete informatie beschikken. Dit draagt bij aan een tijdige diagnose, een effectieve behandeling,
het voorkomen van complicaties en een goede kwaliteit van leven. Zo’n programma komt tot stand door intensieve samenwerking tussen de
verschillende disciplines binnen en buiten Nictiz. ‘Ik luister naar mijn gespreks
partners en maak afspraken die zo realistisch mogelijk zijn en aansluiten op de
praktijk’, aldus Cécile de Jong. Zij leidt het eDiabetes programma. Lees meer
over dit programma en Nictiz als werkgever op onze website.
Wil jij ook deel uitmaken van het Nictiz team?
Kijk dan op onze website: www.nictiz.nl/vacatures
BETERE ZORG DOOR BETERE INFORMATIE