SCHOOLPLAN 2011-2015
Ieder individueel, samen 1 geheel.
INHOUDSOPGAVE
01.
Inhoudsopgave
02.
Inleiding
03.
Algemene gegevens
04.
Missie en visie
05.
Analyse huidige situatie
06.
Blik vooruit
07.
Aanbod onderwijs en leren
08.
Leerlingenzorg
09.
Personeelsbeleid
10.
Kwaliteitsbeleid
11.
Financieel beleid
12.
Planningsmatrix
13.
Instemming medezeggenschapsraad en vaststelling bevoegd gezag
14.
Bijlagen
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 2 van 103
INLEIDING Het nieuwe schoolplan voor de periode 2011-2015 heeft in grote lijnen een zelfde opzet als het vorige schoolplan. Een nieuw aspect is de analyse van de huidige situatie, die leidend is voor de koers voor de komende 4 jaren. Ons schoolplan biedt team en ouders houvast bij de gemaakte beleidskeuzes en de verdere planning van de uitvoering van ons beleid. Daarnaast leggen we middels dit plan verantwoording af naar het eigen bevoegd gezag en de inspectie van het onderwijs. Bij de totstandkoming van het schoolplan is niet alleen het schoolteam, maar ook de medezeggenschapsraad en het bevoegd gezag in een vroeg stadium betrokken. Het schoolplan is de samenhangende vertaling van: a. de analyse van de huidige situatie. Deze analyse is gebaseerd op de eigen sterkte-zwakte analyse, de uitkomst van inspectiebezoeken, het MOVARE-risicoprofiel, actuele onderzoeksgegevens van het onderzoek van Paul Jungbluth binnen het kader van het Moelejaan project en het meest recente klanttevredenheidsonderzoek. (Tijdens de looptijd van dit schoolplan zal een nieuw onderzoek plaatsvinden) b. het strategisch beleidsplan van MOVARE, waarbinnen opbrengstgerichtheid een kernthema is c. het zorgplan van het Samenwerkingsverband 55.02 d. het lokale beleid (LEA), met als kernthema‟s: tussendoelen taal-rekenen, ouders als partner en het voorkomen van gedragsproblemen e. het overheidsbeleid met de invoering van passend onderwijs als kernthema f. het overheidsbeleid met de invoering van de zgn. functiemix als kernthema
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 3 van 103
ALGEMENE GEGEVENS Algemeen: Naam school: Adres school: Postcode: Plaats: Telefoon: Fax: E-mail: Website:
Rk Basisschool Op gen Hei An de Voeëgelstjang 12 6373 BJ Landgraaf 045-5311451 045-5332779
[email protected]@movare.nl www.opgenhei.nl
Bevoegd gezag : College van Bestuur: Telefoonnummer: E-mail: Website:
Onderwijsstichting MOVARE de heren A. Kraak (voorzitter) en drs. H.M.G. Linssen MES (lid) 045-5466950
[email protected] www.movare.nl
Onze school is een MOVARE-school De naam MOVARE staat voor beweging en verandering. Het onderwijs is evenals de maatschappij in beweging. MOVARE richt die beweging op de kwaliteit van het onderwijs. Aanpak en werkwijze zijn vooruitstrevend en kenmerken zich door een hoog ambitieniveau, ondernemingszin en oog voor innovatie. Onderwijsstichting MOVARE is het bevoegd gezag van 58 scholen met 70 locaties in 10 gemeenten. MOVARE kent katholiek, oecumenisch, protestants-christelijk, algemeen bijzonder en openbaar onderwijs. Met ca.13.000 leerlingen en ca. 1200 medewerkers is de stichting één van de grootste onderwijsinstellingen in Limburg. Voor nadere informatie verwijzen we naar de website en de jaarverslagen.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 4 van 103
MISSIE EN VISIE Missie van MOVARE MOVARE werkt vanuit de missie “Onderwijs op maat voor elk kind met aandacht voor autonomie en authenticiteit van elk mens in een respectvolle omgang met elkaar en de wereld waarin wij leven met het oog op de leefbaarheid van de maatschappij van morgen”. Alle medewerkers geven hun activiteiten zodanig gestalte dat zij de kwaliteit van het onderwijs ten goede komen. Op deze manier leveren zij goed onderwijs voor de kinderen. Visie van MOVARE MOVARE biedt boeiend en passend onderwijs in een lerend perspectief en geeft invulling aan de rol van maatschappelijk ondernemer. Strategische uitgangspunten MOVARE-scholen stellen het kind in zijn ontwikkeling centraal in een context waarin kinderen en medewerkers zich prettig voelen en met plezier naar school gaan. Scholen van MOVARE creëren voor kinderen leersituaties, waarbij niet alleen het leerstofaanbod leidend is, maar ook mogelijkheden, talenten en behoeften van kinderen. Dit betekent dat kinderen op MOVARE-scholen voortdurend kansen krijgen om samen met volwassenen verantwoordelijkheid te dragen en richting te geven aan hun eigen ontwikkeling. Kinderen op MOVARE-scholen krijgen kansen zich waarden en normen eigen te maken die van belang zijn voor hun bijdrage aan het functioneren in en het ontwikkelen van de maatschappij waarin ze leven. Nadere uitwerking in 3 thema‟s: 1. MOVARE verzorgt boeiend en passend onderwijs Om goede opbrengsten te kunnen genereren, realiseert MOVARE kwalitatief onderwijs dat boeiend en passend is vanuit een lerend perspectief. Daarbij worden kinderen kansen geboden om zelf keuzes te maken in het leerproces. Behalve aandacht voor individueel leren is er aandacht voor samen leren. 2. MOVARE wil boeiend en (ver) bindend zijn Onderwijs is mensenwerk, waardoor de sleutel tot succes bij onze medewerkers ligt. Dit betekent dat MOVARE haar verantwoordelijkheid neemt als het gaat om het welbevinden en de professionele ontwikkeling van haar personeel. MOVARE beseft dat goed leiderschap een zeer belangrijke factor is bij schoolontwikkeling. Leiding geven in een cultuur van voortdurende verandering vraagt personen die op basis van een gedeelde visie werken aan de ontwikkeling van de leerlingen, het personeel, de school, de omgeving en de maatschappij. 3. MOVARE is verbindend naar binnen en naar buiten MOVARE levert een bijdrage aan maatschappelijke ontwikkelingen en is voortdurend in dialoog met haar omgeving en heeft oog en oor voor belangrijke levensvragen. Ouders zijn daarbij belangrijke partners.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 5 van 103
Missie van de school Het begrip missie heeft te maken met ons bestaansrecht. Waarom doen we wat we doen? Waarvoor staan we? Wat zijn onze waarden? Waarom zijn we er en wat willen we met ons onderwijs betekenen voor de buurt, de regio en de samenleving als totaliteit? Wij hebben de kern van onze missie in de volgende zin gegoten:
Ieder individueel, samen 1 geheel. Bs Op gen Hei wil vanuit het kind werken aan een zo optimaal mogelijke opbrengst. Onze school is gericht op resultaat, waarbij ieder kind er een is en de kans verdient om tot optimaal presteren te kunnen komen, eruit te halen wat erin zit. Door aandacht te hebben voor de totale ontwikkeling van het kind, waarbij de focus ligt bij de cognitieve vakken, leggen we een stevige basis voor de verdere ontwikkeling van de aan onze zorg toevertrouwde leerlingen. Het gaat op onze school niet alleen om het vergaren van kennis, maar ook om het opdoen van vaardigheden ( spel, dans, tekenen, handvaardigheid, samenwerken etc) en de ontwikkeling van sociaal emotioneel gedrag. We ( ouders en personeel) vinden dat de schoolomgeving waarin een kind opgroeit een belangrijke bijdrage levert aan de totale ontwikkeling van het kind. Een vriendelijk en veilig klimaat waarin ieder individu gerespecteerd wordt en we in staat zijn om met en van elkaar te leren vinden we van groot belang. De volgende items zien we hierbij als piketpalen: Orde, rust en regelmaat. Een prettige school- en klassensfeer. Voorrang voor het kindbelang. Ouders als fullpartners. Aandacht voor ieder kind door aanbieden van verlengde instructie en individuele ontwikkelingsplannen. Zelfstandigheid en samenwerking. Een centrale plek voor lezen, schrijven, rekenen & wiskunde en taal. Think big, act small. Theorie in dienst van praktijk. Ons doel is om altijd in beweging te zijn om de kwaliteit van ons onderwijs daar waar mogelijk te verbeteren. Aandacht voor en gebruik maken van verschillende vormen van onderwijs zoals passend, boeiend en opbrengstgericht helpen ons daarbij. We zien deze vormen van onderwijs als middelen die ons daarbij helpen. Samengevat kunnen we stellen dat onze missie erop gericht is om onze leerlingen zo optimaal mogelijk te begeleiden zodat zij enerzijds een voor hen maximale prestatie kunnen leveren en anderzijds een voldoende uitgeruste gereedschapskist meekrijgen waardoor zij in staat zullen zijn in een veranderende wereld hun weg te vinden.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 6 van 103
Visie Visie heeft te maken met beelden en verwachtingen richting toekomst. Waar gaat het heen? Waar gaan wij heen? Hoe zien we ons zelf in de komende jaren? Welke kant willen wij als school opgaan? Wat willen we bereiken? Het gaat bij het formuleren van onze visie dus om: 1. 2. 3.
Waar gaat het heen? ( onze speerpunten ) Waar gaan wij heen? ( onze accenten ) Wat is nodig om te bereiken waarvoor we willen gaan?
Ad 1:
Als wij de blik naar buiten richten, zijn de volgende ontwikkelingen voor onze school relevant: Moderne media spelen in de wereld van het kind een steeds prominenter rol. Aandacht voor de professional in de school. Opbrengstgerichtheid als belangrijk thema voor het hele onderwijsveld. Aandacht voor vakmanschap op het gebied van schoolzelfevaluatie en afstemming van leeraanbod. Bevorderen van teamleren. Het veranderende gedrag van de schoolgaande jeugd.
a. b. c. d. e. f. Ad 2: a.
b.
c). d)
e) f)
Waar gaan we dus voor: Voor een steviger plek voor ICT in ons onderwijsaanbod. Met name het gebruik van zgn. digitale schoolborden of digiboards zal in toenemende mate onderdeel moeten worden van het didactisch repertoire van leerkrachten. Hiernaast richten we onze focus ook op skills en software en hoe we om dienen te gaan met nieuwe ontwikkelingen zoals sociale media, cyberpesten etc. In het kader hiervan wordt onderzocht of deelname aan het project “Veilig Internet” in samenwerking met bibliotheek Landgraaf vanaf komend schooljaar inpasbaar is. Voor het herkennen en managen van talenten binnen onze organisatie. Voor gerichte scholing passend bij wat de ontwikkeling (organisatie en individu) vraagt. Voor aandacht voor de kansen die Wet BIO ( beroepen in het onderwijs), gesprekscyclus, taakbeleid ons bieden. Voor het verbeteren van de leesprestaties van onze leerlingen. We doen dit door deel te nemen aan het lees (verbeter) traject van het CPS. Voor het verkrijgen van inzicht m.b.t. het inzetten van tools die ons beter in staat stellen om te komen tot schoolzelfevaluatie. Voor het verfijnen van het directe instructiemodel. Voor begeleiding op de werkvloer door interne/externe deskundigen die de leerkrachten, interne begeleiders en directie helpen om te werken aan persoonlijke groei. Voor door in samenwerking met externen ( bureau jeugdzorg, Welsun, schoolarts, O&O Movare) en door gebruik te maken van interne kennis “ander gedrag” in goede banen leiden. In algemene zin willen we een school zijn die hoge verwachtingen waarmaakt. Een school waarin wij als schoolteam onze leerlingen ondersteunen om alles uit hun mogelijkheden te halen, mede door een eigentijds aanbod en een eigentijdse aanpak, waardoor bij alle belanghebbenden (kinderen, ouders, gemeente, stichting, inspectie) een positief beeld heerst. Die eigentijdsheid geven wij vorm door de inzet van werkvormen (hersenwerk, boeiend onderwijs etc.) op momenten dat ze bijdragen om onze lesdoelen te bereiken.
Ad 3: a. b.
c.
d.
Wat is naar ons inzicht nodig om te bereiken waarvoor we willen gaan: Onderwijskundig leiderschap dat schoolontwikkeling en leerkrachtontwikkeling stimuleert Onderwijskundig leiderschap met specifieke aandacht voor leerkrachtontwikkeling door klassenconsultaties en een regelmatige gesprekscyclus. ( startgesprek, voortgangs en ontwikkelings/functioneringsgesprek, beoordelingsgesprek) Kwaliteitszorg die systematisch en cyclisch van aard is (groepsbesprekingen, inhoudelijke teamvergaderingen, interne/externe spreekuren, coaching) Een pedagogisch-didactische aanpak die zich kenmerkt door: o activiteit en zelfstandigheid van leerlingen.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 7 van 103
o o o o o
het stellen van ambitieuze doelen. doelgerichte lesaanpak. doelgerichte jaarprogrammering. effectieve inzet van tijd. effectief klassenmanagement.
Identiteit Onze school is een katholieke school voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar. In de meest tastbare zin betekent dit dat er een verbondenheid is tussen school en parochie. Kinderen van onze school nemen daarom deel aan kerkelijke activiteiten. ( Vieringen tijdens kerkelijke feesten zoals Kerstmis en Pasen, Communie in groep 4 en het Vormsel in groep 8) Als bijzondere school hebben wij godsdienst als vast onderdeel op het lesrooster staan. Tijdens deze lessen proberen wij, al dan niet ondersteund door de pastoor van de parochie, in te gaan op de functie van het geloof in de samenleving en daarmee verband houdende het waarderen en respecteren van zichzelf en anderen, ook andersdenkenden. Concreet willen wij onze visie gestalte geven in ons dagelijks handelen, waarbij christelijk-humane waarden in praktijk worden gebracht. Een voorbeeld van deze waarden is respect. Tijdens de duur van het voorliggende schoolplan brengt de school haar waarden in kaart, waarna deze toegevoegd zullen worden. Onze school biedt plaats aan ieder kind, ongeacht de gelovige of niet-gelovige achtergrond. We gaan er daarbij vanuit dat de katholieke grondslag van de school gerespecteerd wordt als ouders hun kind(eren) als leerling aanmelden. Bovendien besteedt de school aandacht aan de verscheidenheid van levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in de Nederlandse samenleving. Zij eerbiedigt eenieders godsdienst of levensbeschouwing.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 8 van 103
ANALYSE HUIDIGE SITUATIE Demografische context Ook in de komende jaren hebben de MOVARE-scholen nadrukkelijk te maken met terugloop van het aantal inwoners in de regio als gevolg van demografische ontwikkelingen. In berekeningen en prognoses houdt MOVARE al diverse jaren rekening met een jaarlijkse teruggang van het aantal leerlingen van gemiddeld 2,5%. Gevolgen kunnen uiteraard niet uitblijven. Zo zal het gebouwenbestand moeten worden teruggebracht. Minder leerlingen en minder gebouwen is in principe geen probleem, maar de weg van veel (leerlingen en gebouwen) naar minder is gecompliceerd omdat de inkomsten (gebaseerd op het aantal leerlingen) sneller dalen dan de vaste lasten. MOVARE is in overleg met het ministerie van OCW om samen te onderzoeken in hoeverre de gevolgen van de krimp kunnen worden beperkt. Regiobeschrijving De Basisschool Op gen Hei is gelegen in de regio Zuid-Oost Limburg. Deze regio is in algemene zin te omschrijven als een achterstandregio. Belangrijke kenmerken zijn werkeloosheidscijfers die boven het landelijke gemiddelde liggen (Nederland 9%, Limburg 11%, Oostelijk Zuid Limburg 14%), dubbele vergrijzing en ontgroening. Wijkbeschrijving Basisschool “Op gen Hei” is gelegen in de wijk Nieuwenhagerheide van de gemeente Landgraaf. “Op gen Hei” dankt haar naam aan het feit dat het gebied waar de school ligt vroeger heide was. De nieuwbouwwijk “Oude Heide” is eind zestiger, begin zeventiger jaren aan de oude kern toegevoegd. De school wordt momenteel (2011) bezocht door circa 250 leerlingen. In de leerlingenpopulatie is enkele jaren gelden een terugloop geweest. Nu is er weer sprake van groei. Enkele jaren geleden was onze schoolbevolking vrij autochtoon van samenstelling. In de laatste jaren is hierin een kentering ontstaan. Ouders Met betrekking tot de ouders merken we een drietal zaken op. In de eerste plaats constateren we dat in ongeveer 15% van de gezinnen beide ouders een opleidingsachtergrond hebben die niet verder reikt dan het niveau van lager beroepsonderwijs. In de tweede plaats constateren we dat de landelijke trend dat beide ouders fulltime of parttime werken ook op onze school van toepassing is. Dit betekent dat er op onze school dagelijks zo‟n 50 à 60 kinderen overblijven, waarvoor tussenschoolse opvang geregeld is. In de derde plaats merken we een groot aantal kinderen op met gescheiden ouders. De bovengenoemde kenmerken hebben als gevolg dat wij als school extra investeren in taalontwikkeling en een “warm” en geborgen pedagogisch klimaat. In de schoolplanperiode 2011-2015 zal een “tevredenheidsonderzoek” uitgevoerd worden, waarvan de bevindingen toegevoegd zullen worden. (schooljaar 2011-2012 uit te voeren door adviesbureau Beekveld & Terpstra ) Ouders vervullen een prominente rol binnen de school via: - de oudergeleding in de Medezeggenschapsraad; - de zeer actieve Oudervereniging; - de overblijfmoeders; - de ouderparticipatie in het onderwijs (handvaardigheid, lezen, ict etc.), Ook zien we ouders als fullpartner. Om aan onze missie en visie te kunnen voldoen is samenwerking met ouders een voorwaarde. Ouders moeten zich vrij voelen om zonder drempels onze school binnen te stappen op het moment dat er vragen zijn m.b.t. de totale ontwikkeling van hun kind. Anderzijds dient de leerkracht in de ouder een klankbord te vinden waar hij /zij antwoorden kan vinden op vragen die bijdragen tot de best mogelijke begeleiding van de leerlingen. Vertrouwen in elkaar, het spreken van dezelfde taal, de neuzen in dezelfde richting, in het belang van het kind.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 9 van 103
Populatie van de school; kenmerken De ontwikkeling van het leerlingenaantal ziet er vanaf 2002 als volgt uit: 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
255 254 242 244 237 257 250 244 248 255
Onze school loopt op dit moment niet parallel met de regionale krimp. Toch zal op op termijn ook onze school te maken krijgen met krimp. Het is dan ook van belang om hier tijdig rekening mee te houden en op de bijbehorende problematiek voorbereid te zijn. Volgens de huidige cijfers kunnen we onze school dus omschrijven als een middelgrote school met 248 leerlingen, geteld op 1-10-2010 en een verwacht leerlingenaantal van 255 op 1-10-2011. Onderstaand beschrijven we een aantal belangrijke kenmerken van onze leerlingenpopulatie: a.
(Extra) gewicht Gewicht Extra gewicht Extra gewicht
0 0,30 1,2
223 lln. 34lln. 12lln.
82,9% 12,6 % 4,5 %
Door deze cijfers van 1-5-2011 ( 269 lln. ) is ons schoolgewicht 7. Daarnaast ontvangen we extra middelen op basis van de regeling impulsgebieden. Uit de regeling “postcodegebieden‟ is schooljaar 2011-2012 nog 0,7521 fte beschikbaar voor bs Op gen Hei. De gewichtenregeling in het basisonderwijs bepaalt hoeveel geld een basisschool krijgt voor het wegwerken van onderwijsachterstanden. De gewichtenregeling kent geldbedragen toe aan leerlingen op basis van het opleidingsniveau van de ouders en het postcodegebied van de school. De regeling kent 2 gewichten: 0,3 en 1,2. De gewichten zijn gekoppeld aan opleidingscategorieën van de ouders.
b. Zorgleerlingen Als een leerling naast het reguliere aanbod ook onderwijs ontvangt op basis van een handelingsplan spreken we van een zorgleerling. Een handelingsplan wordt opgesteld indien blijkt dat aan de hand van observaties, methodegebonden en/of methodeonafhankelijke toetsen van het Cito-LVS (D- en E-scores) extra hulp noodzakelijk is. Het aantal zorgleerlingen bedraagt 17, geteld op 01-10-2010. Dit is 6,8% van het totale leerlingenaantal. c. Ontwikkelingsperspectief Als een leerling grote moeite heeft met het volgen van het reguliere onderwijs en ook na toepassing van individuele handelingsplanning leerachterstanden van meer dan een jaar oploopt, kunnen we in overleg met de ouders de gemiddelde leerlijn loslaten. Deze leerling zal dus niet alle kerndoelen bereiken. ( De belangrijkste dingen die kinderen moeten leren om actief deel te nemen aan de samenleving ). Bij ons op school nemen we zo‟n besluit in beginsel ten vroegste in het 5de leerjaar en ten laatste in begin groep 7. Aan zo‟n besluit ligt meestal het advies van een extern deskundige ten grondslag. Het aantal leerlingen met een ontwikkelingsperspectief bedraagt 1 geteld 1-10-2010. Dit is minder dan 1 % van het totale leerlingenaantal. Op korte termijn zal onderwijsstichting Movare een regiodocument presenteren omtrent het begrip O.O.P ( ontwikkelingsperspectief) De tekst is als bijlage toegevoegd.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 10 van 103
d.
Resultaten Voor een goed inzicht in de resultaten van onze school maken wij, naast de aanbevelingen uit het laatste inspectiebezoek, gebruik van het Cito Leerling Volg Systeem, het “Jungbluth-onderzoek” en het MOVARE-risicoprofiel. De cijfers behorende bij het eerder vernoemde onderzoek worden op korte termijn verwacht en indien nog mogelijk als bijlage aan het schoolverslag toegevoegd. Inspectiebezoek: *Het laatste inspectiebezoek dateert van 4-10-2006 en was een bezoek in het kader van een jaarlijks onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs van basisschool Op gen Hei. *De inspectie heeft zich een oordeel gevormd over de leerresultaten van de leerlingen, zowel aan het einde van de schoolperiode als gedurende de schoolperiode. *De inspectie komt tot de conclusie dat de leerresultaten van de leerlingen op onze school aan het einde van de schoolperiode op het verwachte niveau liggen. Dit geldt ook voor de resultaten gedurende de schoolperiode. *Op basis van de bevindingen is de school opgenomen in de reguliere planning voor vervolgtoezicht. De resultaten van de daaropvolgende jaren hebben geen toeleiding gegeven tot aanpassing hierin. Risicoprofiel: Dit profiel bevat o.a. gegevens omtrent eind en tussenopbrengsten, pedagogisch/didactisch handelen van onze leerkrachten en in-en uitstroom van onze leerlingen. Het profiel dat u hieronder aantreft is gebaseerd op de gegevens ingevuld t/m schooljaar 2009-2010. Op het moment dat dit document vragen oproept bent U welkom om deze aan ons voor te leggen. We zullen dan ons best doen om de vragen adequaat te beantwoorden.
RISICOPROFIEL
1
Toezichtsarrangement
2
Algemeen
mei-11
Basisschool Op Gen Hei
0
-2007
-2008
-2009
-2010
-2011
-2012
% risicoleerlingen (td cfi)
17%
18%
17%
16%
0%
0%
% zorgleerlingen (td hp)
0%
0%
15%
15%
0%
0%
538,1
537,7
537,2
536,1
Opbrengst Taal
76
75
76
76,1
0
0
Opbrengst Rekenen
71
75
76
73,6
0
0
3
Entreetoets (+5norm)
71
70
68
288,8
4
Tussenopbrengsten
-2009
-2010
-2011
-2012
2
Eindopbrengsten
DMT oude versie TL E3 DMT leeskaart 2
GV
+5norm
0
TL E4 DMT leeskaart 3
GV
+5norm
0
TL E3 DMT leeskaart 2
GV
+5norm
27,8
TL E4 DMT leeskaart 3
GV
+5norm
65,8
E3
GV
+5norm
54
E4
GV
+5norm
60,7
E3 leestechniek
GV
+5norm
0
E3 leestempo
GV
+5norm
0
E4
GV
+5norm
0
DMT nieuwe versie
LLT oude versie
LLT nieuwe versie
Begrijpend lezen schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 11 van 103
M6 oude versie
GV
+5norm
0
M6 nieuwe versie
GV
+5norm
30,8
RW E4 algemeen oude versie
GV
+5norm
0
RW E6 algemeen oude versie
GV
+5norm
92,7
RW E4 algemeen nieuwe versie
GV
+5norm
59,5
RW E6 algemeen nieuwe versie
GV
+5norm
0
Rekenen Wiskunde
4-10-2006 5
Kernindicatoren
2.1
3
5.1
De aangeboden leerinhouden T en RW zijn dekkend voor de kerndoelen De leerinhouden T en RW worden aan minstens 90% van de leerlingen aangeboden De school past de leerinhoud T aan aan de behoeften van de achterstandsleerlingen De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer
5.2
De leraren leggen duidelijk uit
3
5.3
3
7.1
De leerlingen zijn actief betrokken De school hanteert een samenhangend systeem van instrumenten en procedures om de ontwikkeling te volgen
8.3
De school voert de zorg planmatig uit
3
6
Leerling 12 jaar (e.o.)
1,6%
0,0%
0,0%
0,0%
7
Zittenblijven
1,7%
0,6%
0,0%
0,0%
8
Uitstroom sbo
1,1%
0,0%
0,0%
0,0%
9
Veiligheid leerlingen
1
10
Veiligheid leraren
1
11
Omgeving
a b
2.2 2.4
inspectie
3 3 3
3
2010
2011
2012
ziektepercentage A. jan-mei
0
0
0
ziektepercentage B. sep-dec
0
0
0
c
verzuimfrequentie periode A
0
0
0
d
verzuimfrequentie periode B
0
0
0
e
stabiliteit personele situatie
0
0
0
f
adviezen vo (80% norm)
0
0
0
12
2009
Leerlingen aantal
-3,9%
kind-leerkracht ratio
11,1
Uit het risicoprofiel blijkt dat onze eindopbrengsten voldoende zijn. ( boven landelijk gemiddeld). Kijkend naar de tussenopbrengsten kunnen we concluderen dat onze specifieke aandacht dient uit te gaan naar het taal/leesgebied. Dit betekent voor het schoolplan 2011-2015 dat we inzetten op het lees(verbeter) traject dat komend schooljaar van start zal gaan. Voor het overige kunnen we stellen dat het profiel grotendeels geel en groen kleurt, een gegeven waar we blij mee zijn maar ons niet aanzet tot “achterover leunen”. We zijn ons ervan bewust dat dit een veilig vertrekpunt is om verder te werken aan het behoud en daar waar mogelijk verbeteren van onze opbrengsten. Opstarten van het traject schoolzelfevaluatie o.l.v. dhr. Wolters maakt hier onderdeel van uit. schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 12 van 103
e. Schoolteam Het schoolteam opereert al jaren in min of meer dezelfde samenstelling. Dit betekent een grote mate van bekendheid met en betrokkenheid bij de schoolontwikkeling. De gemiddelde leeftijd van het schoolteam ligt ruim boven het landelijk gemiddelde van 42 jaar. Onze school wordt gerund door een sterk vergrijzend team dat zeer onevenwichtig in leeftijdsopbouw is. Dit heeft gevolgen voor ons personeelsbeleid. Natuurlijk verloop heeft er inmiddels al toe geleid dat de gemiddelde leeftijd van ons team lager ligt dan 4 jaar geleden, de komende jaren biedt ditzelfde fenomeen kansen om voor nog meer balans te zorgen. ( In schooljaar 2011-2012 zullen 2 collega‟s uit de laatste categorie gaan genieten van hun welverdiend pensioen.) Schema teamopbouw: Leeftijdscategorie Aantal personeelsleden Schooljaar „06-„ 07 Aantal personeelsleden Schooljaar „10-„11
20-30 1
30-40 0 4
40-50 1
50-60 9
> 60 3
3
5
4
f. Huisvesting/schoolgebouw Het schoolgebouw ligt in de kern Nieuwenhagerheide, dicht bij het gemeentehuis van Landgraaf en winkelcentrum “Op de Kamp”. De school is gehuisvest in een multifunctioneel centrum waarvan de overige bewoners zijn: a. Peuterspeelzaal “Ukkepuk”; b. Buitenschoolse opvang “De Tovertuin”; c. Vrije Akademie ZOM; d. Muziek- & Dansschool SMK; e. Heemkundevereniging OCGL; f. Parochiehuis Nieuwenhagerheide.
Voor de basisschool een ideale setting om in de toekomst vorm te gaan geven aan de gedachte van de “Brede School”. Er is geen leegstand in ons gebouw, het lokaal dat tot eind schooljaar 2010-2011 in gebruik was door medegebruiker VAZOM, zal vanaf 1-8-2011 als extra lokaal voor de basisschool dienst gaan doen. Het gebouw werd in januari 2004 geopend, is modern ingericht en voldoet op bouwkundig en onderwijskundig gebied aan de eisen van deze tijd.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 13 van 103
g. SWOT-analyse De SWOT-analyse (strenghts, weaknesses, opportunities en threats) is een hulpmiddel waardoor we ons zelf (interne analyse) en de omgeving waarin we opereren (externe analyse) beter kunnen begrijpen. Hierdoor kunnen we de toekomst (4 jaar) doelgerichter benaderen.
Sterke punten -
Positief imago van de school in het voedingsgebied met een groot achterland Gebouw dat is aangepast aan de eisen der tijd Sterke betrokkenheid van ouders Grote onderwijskundige ervaring. Goede opbrengsten. Sfeer ( samen sterk) Leren centraal.
Zwakke punten -
Hoge gemiddelde leeftijd schoolteam, waardoor verandercapaciteit begrensd is. Niet voldoende kennis onderwijsvernieuwingen. Tussenschoolse opvang. Registraties. Gebrek aan specialisten. Ontbreken zorgteam. Te weinig tijd om te delen.
Kansen -
LB-functies Vacatures als gevolg van natuurlijk verloop. Spreiding leiderschap door aanstelling bouwcoördinatoren. Urgentiebesef voor schoolontwikkeling. Coaching, begeleiding. Vrijwillige mobiliteit. Delen ervaringen/expertise. Verbeteren externe contacten.
Bedreigingen -
Innovatief vermogen schoolteam. Risicotoename schoolpopulatie. Toename werkdruk. Bezuinigingen. Groepsgrootte. Administratieve last. Teveel vernieuwing tegelijk.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 14 van 103
BLIK VOORUIT
SWOT-matrix
Kans
Bs. Op gen Hei
-vacatures -scholingsaanbod -inzet extra leslokaal -vrijwillige mobiliteit -LB functionarissen -coaching, begeleiding -delen ervaringen/expertise -verbeteren (externe) contacten
Bedreiging -innovatief vermogen -toename werkdruk -toename sociaal-emotionele problemen -groepsgrootte/ruimtegebrek -bezuinigingen -invoeren/aanpassen nieuwe computerprogramma’s -teveel vernieuwing tegelijk -administratieve last
Sterkte
Groeien
Verbeteren
-positief imago -goede opbrengsten onderwijs -modern schoolgebouw -grote onderwijskundige ervaring teamleden -sterke betrokkenheid ouders -groot achterland -sfeer ( samen sterk) -leren centraal -sterke leidinggevende Zwakte
-nieuwe, jonge collega’s die het innovatief vermogen van het team vergroten -vergroten kennis door scholing. ( specialisten) -concretiseren wet BIO -leren van en met elkaar -gebruik maken van analyse instrumenten bij LOVS
-afstemmen onderwijsaanbod op verandering schoolpopulatie m.b.t. taal/leesontwikkeling en sociaal emotionele vorming -aandacht voor alle leerlingen -leerstofaanbod dat past en boeit
Verdedigen
Ombuigen
-hoge gemiddelde leeftijd van het team -ontbreken zorgteam - niet voldoende kennis onderwijsvernieuwingen -tussen Schoolse Opvang -registraties -gebrek aan specialismen -te weinig tijd ( delen)
-veel zaken die goed gaan m.n. opbrengsten en oudercontacten -goede opbrengsten
-vacatureruimte goed benutten -uitbreiden zorgteam. -groepsgrootte/ruimtegebrek -spreiden en indalen leiderschap -uniform registreren -doorgaande lijn optimaliseren -updaten onderwijsvernieuwingen
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 15 van 103
Consequenties analyse: De in hfd.4 beschreven visie en de in hfd. 5 beschreven analyse hebben consequenties voor de manier waarop we ons onderwijs in de komende 4 jaar gestalte willen gaan geven. Wat worden onze speerpunten? 1. De onvoldoende tussentijdse resultaten op het gebied van (technisch) lezen zorgen teambreed voor urgentiebesef. We zullen met zijn allen (nog) betere leesopbrengsten dienen te realiseren. We doen daarom mee aan de eerste fase van de pilot leesverbetering die op stichtingsniveau met ingang van het schooljaar 2011-2012 start. Voor dit traject verwijzen we naar bijlage 1. In het schooljaar 2009-2010 is in het kader hiervan gekozen voor een nieuwe methode in groep 3 en wel veilig leren lezen. De opbrengst van het lees(verbeter)traject zal richtinggevend zijn bij de aanschaf van nieuw aan te schaffen leesmethodieken die tijdens schoolplan 2011-2015 in de meerjarenplanning opgenomen zijn. 2. Op basis van onze interne analyse willen we een school zijn met een warm pedagogisch klimaat. Een toenemend deel van onze leerlingen heeft immers te maken met een “moeilijke” thuissituatie. Om dit te realiseren, formuleren we de volgende doelstellingen: a. b. c. d. e.
We maken voor alle groepen gebruik van de methode Goed Gedaan. We stellen uniforme klassenregels op, waarbij “wat mag” uitgangspunt is. We maken in alle groepen gebruik van coöperatieve werkvormen om het samenwerken te bevorderen. We willen externe en interne kennis ( gedragsspecialist) inzetten om “ander gedrag” in goede banen te leiden. We stellen een gedragsprotocol op waarbij de opzet van onderwijsstichting Movare richtinggevend is.
3. M.b.t. digitaal onderwijs steken we in op het gebruik van digitale schoolborden. In 2011 zullen ook de laatste 3 lokalen met zo‟n schoolbord uitgerust worden. Hierna zal in alle groepen dit gebruik onderdeel moeten gaan uitmaken van het didactisch repertoire van onze leerkrachten. Hiernaast richten we onze focus ook op skills en software en hoe we om dienen te gaan met nieuwe ontwikkelingen zoals sociale media, cyberpesten etc. In het kader hiervan wordt onderzocht of deelname aan het project “Veilig Internet” in samenwerking met bibliotheek Landgraaf vanaf komend schooljaar inpasbaar is. 4. Er dient in toenemende mate aandacht te zijn voor de professional in de school. Enerzijds zorgt de op handen zijnde krimp voor urgentie, anderzijds is er behoefte bij het team aan hulp bij persoonlijke ontwikkeling. Om dit te realiseren formuleren we de volgende doelstellingen: a. Oog hebben en kansen bieden voor talenten binnen onze organisatie. ( specialisten) b. Aandacht hebben voor van en met elkaar leren ( succeservaringen delen tijdens de “open agenda”.) c. Gerichte en passende scholing te faciliteren. d. Personeelsontwikkeling door klassenconsultaties en een gesprekscyclus. 5. Aandacht voor alle leerlingen willen we realiseren door in de groep passend onderwijs te bieden. Hiertoe formuleren we de volgende doelstellingen: a. Verfijnen van het directe instructiemodel. b. Extra aandacht besteden aan meerkunners. c. Inzet handelingsplan en indien nodig gebruik te maken van O.P.P. ( ontwikkelingsperspectief ) d. Afstemmen onderwijsbehoefte door traject school zelfevaluatie. e. Van curatieve naar preventieve zorg. f. Rol Ib „er als begeleider van de leerkracht.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 16 van 103
AANBOD ONDERWIJS EN LEREN De wet "Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen" is op 1 augustus 2010 in werking getreden. De wet strekt zich over vrijwel alle onderwijssectoren uit en beoogt: een goede zichtbaarheid van het niveau van beheersing van de Nederlandse taal en het rekenen voor zowel de leerling als de leraar en de school; meer eenduidigheid in taal- en rekenonderwijs in de gehele onderwijskolom; meer doelgericht taal- en rekenonderwijs door nauwkeurig omschreven doelen; een betere overdracht van leerlingen tussen de verschillende onderwijssectoren door de introductie van een eenduidige en gemeenschappelijke taal; het ontstaan van beter doorlopende leerlijnen voor taal en rekenen; het (opnieuw) overdenken door scholen van de aanpak van taal en rekenen; het verleggen van accenten binnen het huidige taal- en rekenonderwijs. Genoemde wet vormt voor ons de basis voor (aanpassing van) lesmethoden, leermiddelen en toetsen/examens. Daardoor zal deze ook uitgangspunt zijn bij het ontwerpen van taal- en rekenonderwijs binnen onze school. A. Leerstofaanbod groep 1 t/m 2 Het onderwijs in de groepen 1 en 2 vindt niet plaats op basis van vakken en leerstof, maar op basis van een beredeneerd aanbod van leeractiviteiten, waarbij onderwijsinhouden worden aangepast aan het ontwikkelingsniveau van het kind. We maken gebruik van de methode kleuterplein en ondersteunende taalactiviteiten van het “taalkastje”: letters en laatjes. Dat beredeneerde aanbod hebben we bij ons op school verpakt in een 5-tal kernactiviteiten, te weten: -
Mondelinge communicatie Beginnende geletterdheid Beginnende gecijferdheid Spelen Construeren en uitbeelden Voor een beschrijving van deze kernactiviteiten en het werken met thema‟s verwijzen we naar bijlage 2.
B. Leerstofaanbod groep 3 t/m 8 Het leerstofaanbod is van groot belang voor de ontwikkelkansen van de kinderen. Wij vinden het belangrijk dat het methodische aanbod eigentijds is en dat het kinderen goed voorbereidt op het vervolgonderwijs. De school kiest daarom voor methoden die recht doen aan de eisen zoals geformuleerd in de referentieniveaus taal en rekenen en voor het overige dekkend zijn voor de kerndoelen. Dit zijn onze methoden: Rekenen/Wiskunde Nederlandse taal Aanvankelijk lezen Voortgezet lezen Godsdienst Aardrijkskunde
Wis en Reken Taal Actief Veilig Leren Lezen Goed gelezen Inhoud lessen in overleg met pastoor In de Kijker (groepen 3 en 4) Wijzer door de Wereld (groepen 5 t/m 8) Geschiedenis : In de Kijker (groepen 3 en 4) Wijzer door de Tijd (groepen 5 t/m 8) Natuurkunde : In de Kijker (groepen 3 en 4) Natuurlijk (groepen 5 t/m 8) Techniek : (in ontwikkeling) Gymnastiek : Gym op de basisschool (groepen 1 en 2) Basislessen Bewegingsonderwijs ( 5 t/m 8) Creatieve vakken : Via de jaarthema‟s (groepen 1 en 2) Met aanvang van schooljaar 2010-2011 maakt onze onderwijsstichting gebruik van de vaardigheden en kennis van een cultuur coach. Deze heeft in ons gebouw haar werkplek gevonden waardoor de samenwerking wat onze school betreft optimaal verloopt. Groep 3 t/m 8: “hand en Tekenvaardig Verkeer : Wijzer door het Verkeer (groepen 3 t/m 7). Schrijven : Schrijftaal Engels : “Lets do it “ ( groepen 7 en 8 )
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
: : : : : :
pagina 17 van 103
De school biedt de leerstof van de bovengenoemde methoden aan tot en met het niveau van groep 8. Dit geldt voor alle leerlingen, tenzij er sprake is van een individueel ontwikkelingsperspectief of een specifiek handelingsplan dat anders vermeld. De school biedt een ononderbroken lijn aan in het leerstofaanbod. We geven dit vorm door het gebruik van dezelfde methoden en door afstemming van de manier van lesgeven. De school past het leerstofaanbod aan de behoeften van de leerlingen aan. De methoden bieden naast basismateriaal ook verbredings- en verdiepingsmateriaal. Voor leerlingen met specifieke problemen worden handelingsplannen opgesteld met gebruik van extra materiaal. C. Inzet van ICT-middelen Onderstaand wordt kort aangeven welke elementen van belang zijn in ons ICT-onderwijs. a. opbouw van ons ICT-onderwijs: Onze doorgaande leerlijn ICT-vaardigheden ziet er als volgt uit. In de kleuterbouw worden de vaardigheden met de muis aangeleerd. Van de groepen 3 t/m 5 wordt verwacht dat die na verloop van tijd de computer zelfstandig kunnen opstarten en afsluiten en in toenemende mate zelfstandig de aangeboden software voor taal, rekenen en lezen leren gebruiken waarbij het toetsenbord een steeds grotere rol gaat innemen. In de groepen 6, 7 en 8 wordt specifieke kennis geleerd zoals tekstverwerken, e-mailen, zoeken en downloaden via internet, tekenen en powerpointpresentaties maken. b. ICT als methodeondersteuning. Wij gebruiken de volgende software ter ondersteuning van de methodes: Voor beginnende taal- en rekenontwikkeling “Schatkist” met de muis en een gedeelte van het AmbraSoft-schoolpakket. Ook maken we gebruik van de software behorende bij de methode kleuterplein. Voor ondersteuning van het lezen hebben we “Veilig Leren Lezen” en “Verzwaar”. Voor rekenondersteuning maken we gebruik van het AmbraSoft-schoolpakket, Breureka en de Sommenrom-serie. Aardrijkskunde wordt ondersteund door de Junior Bosatlas en Edupakket. c.
ICT als communicatiemiddel. Vanaf groep 6 maken kinderen gebruik van e-mail als communicatiemiddel. Zie de doorgaande lijn onder punt a.
d.
ICT als informatiemiddel. Vanaf groep 6 leren de kinderen informatie op te zoeken en te verwerken met behulp van de computer. Zie hiervoor ook punt a.
e.
ICT als presentatiemiddel. Vanaf groep 6 leren de kinderen ICT te gebruiken als presentatiemiddel. Zie hiervoor ook punt a.
f.
ICT als remediërend en/of verrijkend middel. Wij gebruiken de software van “Maatwerk” als extra begeleiding/verrijking van rekenen. Voor lezen/taal gebruiken we hiervoor “Woordkasteel” en het gedeelte van “Verzwaar” dat daarvoor bestemd is.
g.
ICT en het onderwijzend personeel. Het onderwijzend personeel gebruikt in toenemende mate de computer voor enerzijds de verwerking van de resultaten van leerlingen en anderzijds voor de verwerking van de andere schoolnoodzakelijke gegevens van de leerlingen zoals oudergesprekken, eventuele zorgtrajecten en toetsresultaten.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 18 van 103
H.
Digitale schoolborden:
Een smartboard is een digitaal interactief schoolbord. Dit betekent dat in de lessen op een eenvoudige manier gebruik gemaakt kan worden van websites, software, filmpjes, muziekfragmenten, interactieve teksten, presentaties en wat je nog meer zou kunnen bedenken. Daarbij is het mogelijk om instructies die op het bord gemaakt zijn op te slaan en later weer op te roepen. Het gebruik van deze technologie vergroot de mogelijkheden om te leren en maakt leren leuker. Leren gaat immers vaak beter wanneer de leerstof gevisualiseerd wordt. Toch hangt het succes van het bord voor een groot deel af van de leerkracht die het gebruikt. Leerkrachten die het smartboard gebruiken, hebben daarom een cursus gevolgd die door de Stichting MOVARE aangeboden wordt. Op dit moment zijn de meeste groepen (8) van dit digitale hulpmiddel voorzien, de overige groepen (3) volgen in kalenderjaar 2011. Voor een meer uitgebreide beschrijving van de rol van ICI op bs Op gen Hei verwijzen we naar het ICT beleidsplan 2008-2012 dat als bijlage 6 aan dit schoolplan is toegevoegd. In het komende schooljaar wordt dit plan geëvalueerd en daar waar nodig bijgesteld. Nadat dit heeft plaatsgevonden zal het ge-update plan het bestaande plan vervangen. D.
Actief burgerschap en sociale integratie
Burgerschapsvorming brengt jonge burgers (want dat zijn leerlingen immers!) de basiskennis, vaardigheden en houdingen bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Wij vinden dat als school belangrijk omdat het onze leerlingen een kans op een goede toekomst biedt. Hoe geeft onze school vorm aan actief burgerschap en sociale integratie? Onze school richt zich op het bijbrengen van kennis (weten), vaardigheden (kunnen) en houdingen (willen) en het opdoen van ervaringen (actief! burgerschap). Dit doen we vooralsnog niet m.b.v. een bepaalde methodische leergang, maar het is verweven in ons totale onderwijs. Het jeugdtijdschrift “SamSam” levert hierin een waardevolle bijdrage. Ook bieden wij onze leerlingen projecten aan waarin maatschappelijke thema‟s aan de orde komen. Project GIPS ( gehandicapten in project school) en project Limburgse Mijnen zijn daar voorbeelden van. De school wordt hierbij ondersteund door het service Gilde Landgraaf en stichting GIPS. De centrale doelstelling van dit programma is gericht op een cultuur van 'de school als gemeenschap'. Onderliggende doelstellingen hierbij zijn: omgaan met elkaar, verantwoordelijkheid krijgen en nemen, omgaan met conflicten en waarderen van verschillen tussen mensen. E.
Cultuureducatie
Invulling en kwaliteitsontwikkeling van de cultuureducatie op onze school wordt geschraagd door een drietal peilers. In elk afzonderlijk leerjaar vinden jaarlijks activiteiten plaats die afhankelijk zijn van methodegebonden thema‟s, culturele en kerkelijke momenten in het jaar, gezamenlijke schoolvieringen, leerjaarspecifieke activiteiten, enz., enz. Keuze, inhoud en uitvoering van deze activiteiten vallen onder verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. Het geheel van deze activiteiten staat in grote lijnen vast en kan van jaar tot jaar variëren. De activiteiten hebben betrekking op kunstzinnige vorming, cultureel erfgoed en media. Schoolbreed nemen de leerlingen in vier leeftijdsclusters deel aan het jaarlijkse aanbod van de Vrije Akademie ZOM in het kader van het Kunstmenu-project. Het accent ligt hier meer op kennismaking met professionele podiumkunsten, als ook ontmoeting met scheppende kunstenaars. Thema‟s als drama, dans, cultureel erfgoed en kunstzinnige vorming komen afwisselend aan bod. Jaarlijks bezoeken de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 een educatieve film in het kader van het project “Filmfan”, eveneens aangeboden door de Vrije Akademie. De school is gehuisvest in het Multifunctioneel Centrum An de Voeëgelsjtang. In dit gebouw zijn tevens ondergebracht de muziek- en dansschool SMK, de Vrije Akademie ZOM en de heemkundevereniging OCGL. In het kader van de Brede School-gedachte ontwikkelt de school, tezamen met deze drie instellingen, beleid met als doel om cultuureducatie voor leerlingen uit te bouwen. Subdoelen hierbij zijn het ondersteunen van het onderwijspersoneel en te komen tot het bedenken en uitvoeren van gezamenlijke activiteiten. Dit alles heeft ertoe geleid dat vanaf schooljaar 2009-2010 jaarlijks een project wordt opgezet en uitgevoerd waarbij alle bewoners van ons MFC een bijdrage leveren. schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 19 van 103
In schooljaar 2010-2011 is de naam van dit project “kunst en eten”. Bij de opzet en uitvoering van het project speelt de cultuurcoördinator ( sinds dit schooljaar in functie) een sturende en ondersteunende rol. In financiële zin worden in de realisatie van bovengenoemde activiteiten gelden aangewend uit de landelijke regeling versterking cultuureducatie primair onderwijs en gelden uit de jaarlijkse begroting van de school. F.
Leertijd
Onze kinderen moeten voldoende tijd krijgen om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Dat betekent dat we de invloed van de populatie meenemen in de verdeling van de leertijd. De school voldoet aan de wettelijke eisen m.b.t. de leertijd. Over 8 jaar gerekend voldoen we ruimschoots aan de norm van 7520 uren onderwijs. Onze school kiest ervoor om gezien de populatiekenmerken veel tijd te besteden aan Rekenen & Wiskunde en Nederlandse Taal en dan met name ook aan lezen, zowel begrijpend als technisch. Aan de vakken rekenen, taal en lezen wordt gemiddeld 50% van de lestijd besteed. Om effectief om te gaan met de beschikbare leertijd maken we gebruik van inlooptijden. Deze bedragen + 3 minuten voorafgaand aan de ochtend- en middaglessen. Het onderwijs in basisschool “Op gen Hei” wordt gegeven in leerstofjaarklassen aan leerlingen van 4 t/m 12 jaar. Een schooldag duurt maximaal vijf en een half uur. In de eerste vier leerjaren gaan de kinderen per jaar gemiddeld 880 uren naar school. De laatste vier jaren (bovenbouw, groepen 5 t/m 8) gaan de kinderen minimaal 1000 uren per schooljaar naar school. Soms wordt er op school tijdens schoolprojecten, schoolvieringen (sinterklaas, kerstfeest carnaval, paasactiviteiten, sport- en speldag, schoolfeest) gebruik gemaakt van het zogenaamde continurooster. De schooltijden zijn dan aangepast. Het aantal uren blijft gelijk.
G. Pedagogisch klimaat Het pedagogisch klimaat op een school verwijst enerzijds naar de omgang van de leerkrachten met de leerlingen en anderzijds naar de omgeving waarbinnen de leerlingen leren en zich ontwikkelen. Een goed pedagogisch klimaat vormt naar ons idee de basis voor het leren van de kinderen. Een goede balans tussen ondersteuning en uitdaging is voorwaardelijk om te komen tot goed onderwijs. Het hoort dan ook tot de professionele taken van onze leerkrachten om voor deze balans te zorgen. De leerkrachten van onze school zorgen voor een veilig en ondersteunend pedagogisch klimaat door: zorgvuldig te zijn in het taalgebruik. het respect tussen kinderen te bevorderen. een prettige sfeer te creëren in de klas. het zelfvertrouwen van kinderen te ondersteunen door positieve feedback. beschikbaar te zijn bij problemen. positieve verwachtingen uit te spreken. pestgedrag bespreekbaar te maken en zo veel mogelijk tegen te gaan. op schoolniveau en op klassenniveau afgesproken regels te hanteren. De leerkrachten van onze school zorgen voor een stimulerend en uitdagend pedagogisch klimaat door: het creëren van een uitdagende leeromgeving in een ordelijk en opgeruimd lokaal. de zelfstandigheid van leerlingen te stimuleren. de verantwoordelijkheid van leerlingen te stimuleren. Wij vinden derhalve voor een optimaal pedagogisch klimaat belangrijk: - rust, orde en regelmaat; - optimale werkomstandigheden voor kinderen en leerkrachten; - voorrang voor het belang van het kind; - goede relaties tussen kinderen, leerkrachten en ouders; - aandacht voor ieder kind in het klassikale systeem; - extra leerhulp voor kinderen die dat nodig hebben; - zelfstandigheid en samenwerking; - moderne en goede leermethoden en leermiddelen; - een centrale plaats voor lezen, schrijven, taal en rekenen. schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 20 van 103
Wij streven naar het geven van onderwijs in een sfeer waarin ieder kind zich geaccepteerd voelt met zijn/haar uiterlijk, taal, en culturele achtergrond. Een sfeer van vertrouwen is daarbij noodzakelijk en moet zorgvuldig opgebouwd worden. H. Didactisch handelen In ons handelen trachten wij invulling te geven aan eigentijds vakmanschap. Verschillen in aanpak dienen hierbij onderling op elkaar afgestemd te worden. De leerlingen worden op velerlei manieren actief bij de les betrokken. In hoge mate wordt een beroep gedaan op de zelfwerkzaamheid en zelfverantwoordelijkheid van de leerlingen door onder meer coöperatief leren, zelfcorrectie, het gebruik van software en‟ het zelfstandig (ver)werken. Nieuwe leerstof wordt aangeboden volgens het model van directe instructie, met voldoende aandacht voor te gebruiken strategieën bij het oplossen van vraagstukken. De gebruikte methodes, die voldoen aan de kerndoelen, ondersteunen hierbij in hoge mate. Ook stemmen wij instructie en verwerking af op de individuele behoeften van de leerlingen. De organisatie van ons onderwijsleerproces is doelmatig, zodat er weinig tijd verloren gaat aan organisatorische maatregelen. Tijdens het onderwijsleerproces heerst er orde en rust. Een goede balans tussen het directe lesgeven en een effectief klassenmanagement is een voorwaarde om te komen tot goed onderwijs. Het hoort dan ook tot de professionele taken van ons, leerkrachten, om voor deze balans te zorgen. Samengevat: de leerkrachten: - zorgen in hun lessen voor duidelijkheid en structuur in hun instructie en verwerking. - bevorderen dat kinderen actief betrokken zijn bij het leerproces. - bespreken leerstrategieën en stimuleren bij de leerlingen het gebruik hiervan. - houden rekening met verschillen tussen leerlingen en passen hun lessen hierop aan. - organiseren hun lessen efficiënt en doelmatig. I.
Schoolklimaat
Een positief schoolklimaat zorgt voor een leeromgeving waarbij kinderen, ouders en leerkrachten zich veilig en geborgen voelen. Onze school is een school waar alle teamleden positief omgaan met leerlingen. Onze school is een school waar teamleden positief met elkaar omgaan. Onze school biedt een verzorgde indruk en is uitnodigend voor leerlingen. Onze school organiseert activiteiten om de betrokkenheid van leerlingen bij de school te bevorderen. Onze school waakt over de veiligheid van de leerlingen. Onze school heeft duidelijke omgangregels. Onze school zorgt voor een aangename, stimulerende werkomgeving voor personeelsleden. Onze school betrekt ouders bij de school. Onze school speelt een functionele rol binnen de lokale en regionale gemeenschap. Onze school is een plek waar transparantie gewaardeerd wordt en waar het elkaar geven van constructieve feedback mogelijk is. J.
Het toetsen van leerlingen
Onze school volgt de vorderingen van de leerlingen systematisch door het gebruik van methodeafhankelijke toetsen en toetsen van het C.I.T.O.-leerlingvolgsysteem (LOVS). Van het LOVS worden de volgende toetsen structureel gebruikt: Naam toets
Gr1
Gr2
x x
x x x x
Ordenen Taal voor kleuters Pravoo Checklist protocol Gedrag Rekenen/Wiskunde schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
Gr 3
Gr 4
Gr 5
Gr 6
Gr 7
Gr 8
x x
x x
x x
x x
x x
x
x
pagina 21 van 103
DMT AVI leestempo AVI leestechniek Begrijpend lezen Spelling
x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
N.B. Aan het eind van groep 2 zijn bij alle kinderen afgenomen: - “Taal voor Kleuters”, M-1, E-1, M-2 en E-2. - “Ordenen”, in groep 2 de toetsen M-2 en E-2. Pravoo-leerlingvolgsysteem gedurende het gehele schooljaar. AVI in groep 7 indien eindniveau in groep 6 niet gehaald is. Facultatief. Noodzakelijk voor die leerlingen van groep 8 die aangemeld worden voor LWOO-, praktijk- of speciaal voortgezet onderwijs. Leerlingen die in het LVS minder scoren dan van hen verwacht mag worden, krijgen extra aandacht. Leerlingen die op D- of E-niveau scoren, worden door de groepsleerkracht met de I.B-er besproken, die onderdeel uitmaakt van het zorgteam. In overleg met de groepsleerkracht en de ouders wordt het zorgarrangement bepaald. Dit kan variëren van hulp in de reguliere groep tot extra hulp buiten de groep en het volgen van een individuele leerlijn. Voor alle soorten hulp buiten het normale lesprogramma binnen de groep wordt een handelingsplan opgesteld. Als leerachterstanden de grens van een jaar overschrijden, bepalen we in overleg met ouders en na het raadplegen van externe deskundigen of een ontwikkelingsperspectief gewenst is. Onze leerkrachten organiseren hun lessen zodanig dat ze in de gelegenheid zijn waar nodig extra begeleiding te geven. Voor iedere leerling die de school verlaat (andere basisschool, sbo, so, vo) stelt de school een onderwijskundig rapport op. Onze school heeft in de persoon van de I.B.-er een coördinator voor de leerlingenzorg. K. Opbrengsten Ten aanzien van de opbrengsten van het onderwijs onderscheiden we de volgende doelen: *Onze school heeft “een brede, ononderbroken ontwikkeling” in haar missie staan. Ook de begrippen “levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden” , de “veilige omgeving” en de “multiculturele samenstelling van onze maatschappij” zijn daarin verwoord. Als we praten over opbrengsten en resultaten sluiten we deze begrippen in. Zij dragen door hun specifieke aard dan ook in belangrijke mate bij aan de leergebiedoverstijgende opbrengsten als werkhouding, planmatig werken, sociaal gedrag en het gebruik van nieuwe media. *Tijdens de schoolloopbaan maken we gebruik van methodegebonden toetsen om opbrengsten te meten. Bovendien hanteren wij de toetsen van het Cito-leerlingvolgsysteem. Op basis van de populatie van onze school streven wij ernaar op de diverse leergebieden tenminste het niveau te halen van scholen met een vergelijkbare populatie. *De resultaten van het leerlingvolgsysteem worden na elke toetsperiode (zie toetskalender) door de intern begeleider met de betreffende groepsleerkrachten besproken. Er wordt dan zowel naar individuele leerlingen alsook naar de resultaten van de hele groep gekeken. Voor groeps- en schooloverzichten gaan we gebruik maken van dwarsdoorsneden en trendanalyses. *In groep 7 wordt in mei/juni de Cito-entreetoets afgenomen. Deze toets heeft een voorspellende waarde voor de Cito-eindtoets. Door het maken van foutenanalyses kan de groepsleerkracht een beeld krijgen van de al dan niet beheerste stof en zijn leerstofaanbod daarop aanpassen. *Aan het einde van de schoolloopbaan wordt de Cito-eindtoets Basisonderwijs afgenomen. Op basis van de populatie van onze school streven wij ernaar tenminste het niveau te halen van scholen met een vergelijkbare populatie. Uitgezonderd van deze deelname zijn: - Leerlingen met een indicatie voor voortgezet speciaal onderwijs - Leerlingen met een indicatie voor praktijkonderwijs - Leerlingen met een ontwikkelingsperspectief - Leerlingen die kort in Nederland verblijven (4 jaar) en het Nederlands onvoldoende beheersen - Leerlingen die pas in groep 7 of 8 zijn ingestroomd *Onze school hanteert, zoals boven beschreven, een combinatie van methodegebonden toetsen en Cito-toetsen schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 22 van 103
De methodegebonden toetsen geven de leerkracht informatie over de wijze waarop de leerlingen de leerstof van de afgelopen periode hebben opgepakt en verwerkt en over de manier waarop de groep of individuele leerlingen in de komende tijd verder kunnen. Voor het Cito-leerlingvolgsysteem is gekozen omdat een vergelijking met andere scholen mogelijk wordt en omdat groeps- en schoolanalyses mogelijk worden. L. Speerpunten strategisch beleid MOVARE Door deze keuzes in ons aanbod en door de keuzes m.b.t. onze schoolspeerpunten dragen we ook bij aan de speerpunten die de Onderwijsstichting Movare in haar strategisch beleidsplan 2010-2014 heeft geformuleerd:
MOVARE verzorgt boeiend en passend onderwijs als in 2014 de volgende speerpunten nader zijn geconcretiseerd en uitgewerkt: de vormgeving van het onderwijs zet kinderen aantoonbaar aan tot samenwerken en de leerkracht heeft hierbij niet alleen een sturende maar ook een begeleidende rol; de vormgeving van het onderwijs maakt het aantoonbaar mogelijk dat leerarrangementen aansluiten op de specifieke behoeften van individuele kinderen; de vormgeving van het onderwijs stelt de leerlingen aantoonbaar in staat zich de leerstof eigen te maken, inzicht te verwerven in de samenhang en het geleerde toe te passen in nieuwe situaties; de vormgeving van het onderwijs biedt aantoonbaar mogelijkheden systematisch gebruik te maken van nieuwe media;
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 23 van 103
LEERLINGENZORG (Zie ook bijlage zorgplan ) Leerlingenzorg: kaders Onze leerlingenzorg vindt plaats binnen de kaders van het rijksbeleid (Passend Onderwijs), het Zorgplan van het Samenwerkingsverband en de wijze waarop MOVARE invulling geeft aan de invoering van passend, boeiend en opbrengstgericht onderwijs. Wanneer we over leerlingenzorg spreken, bedoelen we de onderwijszorg voor álle leerlingen op onze school. We denken daarbij meer in termen van afstemming en minder in termen van hulpverlening. Wat zijn de belangrijkste uitgangspunten en kenmerken van onze leerlingenzorg? Uitgangspunten en kenmerken m.b.t. deze kaders: 1. Handelingsgerichtheid: Wij gaan uit van behoeften van kinderen in plaats van tekortkomingen van kinderen. Het gaat dus niet om de vraag: wat heeft dat kind, maar de vraag: wat heeft dat kind nodig. M.a.w.: wat vraagt dat kind van ons om de volgende stap te kunnen maken! 2. Preventie: Onze leerlingenzorg richt zich niet alleen op het helpen bij problemen, maar zeker ook op het voorkomen van problemen. Zorgpreventie is voor de school van groot belang. Goed onderwijs is daarbij de krachtigste factor. De professionaliteit van de leerkrachten speelt bij deze preventieve zorg een sleutelrol. Effectieve instructie en effectief klassenmanagement, met een stevige pedagogischdidactische basis en een positieve grondhouding zijn daarbij gevraagd. Die positieve grondhouding van de leerkracht zorgt ervoor dat een kind zich veilig en geaccepteerd voelt ook met zijn beperkingen. Binnen het kader van deze preventieve gerichtheid speelt de toenemende samenwerking met peuterspeelzaal ”Ukkepuk” ook een belangrijke rol. Deze samenwerking komt, naast de schriftelijke en mondelinge toelichting bij aanmelding van leerlingen, vooral tot uiting in de dagelijkse gang van zaken zoals spontane bezoeken over en weer, voorleessessies door leerkrachten van de basisschool in de peuterspeelzaal, het bijwonen van elkaars activiteiten, wederzijds gebruik van materialen, het uitwisselen van tips en adviezen, promoten basisschool door de peuterspeelzaal en omgekeerd. Al bij de aanmelding en eerste weken op onze school willen we zo goed mogelijk op de hoogte zijn van de ontwikkeling van leerlingen. Het zwaartepunt van de begeleiding van leerlingen ligt daarom bewust in de onderbouw. 3. Samenwerking in de keten van jeugdvoorzieningen: Om onze kinderen goed te kunnen begeleiden bij hun ontwikkeling werkt onze school samen met externe partners: - Peuterspeelzaal Ukkepuk. - Onderwijsbegeleiding & Ontwikkeling Movare. - Samenwerkingsverband 55.02. - Zorg Advies Team. - Schoolmaatschappelijk werk. - Centrum voor Jeugd en Gezin. - Bureau Jeugdzorg. - Bureau Voortijdig Schoolverlaten. - Wijkagent. - Schoolarts. 4. Samenwerking met ouders: Wanneer wij werken aan de aanpak van een probleem betrekken wij de ouders daar zo veel mogelijk bij, hoe moeilijk dat soms ook kan zijn. Wij bespreken dan niet louter het probleem en de achterliggende oorzaken, maar zoeken vooral gezamenlijk naar constructieve oplossingen. 5. Het onderwijszorgprofiel: Dit profiel is opgesteld op basis van een studiedag georganiseerd door AVS. Dit profiel bepaalt de breedte van ons handelen. Wat kunnen we al. Wat kunnen we niet, maar willen we wel kunnen en wat kunnen we niet en willen we ook niet kunnen. Voor ons concrete zorgprofiel zie bijlage 4.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 24 van 103
Leerlingenzorg: organisatie Het Samenwerkingsverband beschrijft onderwijs en zorg in niveaus. Deze niveaus dienen als uitgangspunt voor het beschrijven van onze leerlingenzorg. Schematisch zien deze niveaus er zo uit:
Zorgniveau 1: Goed onderwijs in de klas 1.
Wij geven groepsgewijs onderwijs waarbinnen wordt gedifferentieerd. Dat is de basis van de algemene zorg in de groep.
2.
Wij geven bij de kernvakken in alle groepen instructie volgens het “directe instructiemodel”. Dit model kenmerkt zich door een aantal fasen: Inleiding: terugblik, vooruitblik, voorkennis activeren en doel formuleren Kern: instructie, begeleid inoefenen en zelfstandige verwerking Afsluiting: evaluatie en vooruitblik
3. -
De verantwoordelijkheid binnen zorgniveau 1 ligt bij de groepsleraar. Deze draagt zorg voor: Een goed onderwijsaanbod Een goede registratie van toetsresultaten Een goede (fouten)analyse van toetsgegevens Een goede verslaglegging van gesprekken Een goede informatie-uitwisseling tussen school en ouders.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 25 van 103
Zorgniveau 2: Omgaan met verschillen 1.
Op dit niveau ontvangen leerlingen extra zorg in de groep.
2.
In iedere groep zitten leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften. Onze school streeft ernaar om in de naaste toekomst te gaan werken met groepsplannen. Dit betekent dat leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften worden geclusterd. Dat betekent dat we bij de kernvakken taal en rekenen zogenoemde onderwijsarrangementen hanteren. Die zijn er op 3 niveaus zijn: een basisarrangement, een intensief arrangement en een zeer intensief arrangement. Deze intensieve arrangementen houden vooral in dat leerlingen extra leertijd krijgen, zodat herhaling en extra oefening mogelijk zijn. Voor de hoogst presterende leerlingen worden verdiepings- en verrijkingsarrangementen aangeboden. Toekenning van een bepaald arrangement aan leerlingen gebeurt per vakgebied op basis van leerprestaties uit het leerlingvolgsysteem. ( andere opbrengsten uit observaties en methode gebonden toetsen worden hierin meegenomen.) De arrangementenstructuur zorgt er voor dat er verschillen in instructie zijn. De door onze leerkrachten meest gebruikte vorm van omgaan met verschillen is de zgn. verlengde instructie. D.w.z. dat de leerkracht tijdens de lessen met één leerling of een groepje leerlingen de instructie herhaalt, op een andere manier geeft en intensief begeleidt aan de instructietafel.
3.
De basis van onze leerlingenzorg wordt in de naaste toekomst gevormd door het werken met groepsplannen. Elke periode maakt de groepsleerkracht een plan, waarin staat op welk niveau de leerlingen hun onderwijsaanbod krijgen. In dit groepsplan wordt rekening gehouden met de verschillen tussen leerlingen. Op deze wijze wordt het onderwijsaanbod afgestemd op de leerlingen en wordt er planmatig en cyclisch gewerkt. Leerlingen ontvangen dus onderwijs op maat. De verantwoordelijkheid binnen zorgniveau 2 ligt bij de groepsleraar. Deze draagt zorg voor: - Extra zorg in de groep - Een goed onderwijsaanbod - Een beredeneerd groepsplan - Een goede registratie van toetsresultaten - Een goede verslaglegging van gesprekken - Een goede informatie-uitwisseling tussen school en ouders
Zorgniveau 3: Extra begeleiding in de school Op dit niveau gaat het om speciale zorg na intern onderzoek. Kenmerken: 1.
Begeleiding en/of ondersteuning van de Intern Begeleider In een aantal gevallen is /wordt de Intern Begeleider van de school betrokken bij het ontwikkelingsproces van leerlingen. De Intern Begeleider kan de leerkracht helpen door: - Samen met de leerkracht het probleem in kaart te brengen - Samen met de leerkracht een handelingsplan op te stellen waarbij gebruik gemaakt wordt van specifieke remediërende materialen - Tijdens groepsbesprekingen of leerlingbesprekingen na te gaan, welke begeleiding of welk onderwijsaanbod geschikt is voor de leerlingen - Begeleiden of ondersteunen van de leerkracht door coaching bijvoorbeeld met behulp van video interactie begeleiding.
2.
Werken met handelingsplannen Leerlingen met duidelijke ontwikkelingsproblemen worden geholpen via een individueel handelingsplan of een groepshandelingsplan. In dit handelingsplan staat informatie over het probleemsignaal, de diagnose, de leerdoelen en de middelen om het doel te bereiken, de rol van de ouders en de evaluatie.
3.
Consultatie Onze school wordt gedurende het schooljaar ondersteund door een medewerker van O&O MOVARE. Deze orthopedagoog of psycholoog kan met de school meedenken over de
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 26 van 103
mogelijkheden t.a.v. het verbeteren van het onderwijs en de zorg. Soms kan dit via observaties van de onderwijssituatie, soms door het verrichten van diagnostisch onderzoek. 4.
Binnen zorgniveau 3 zijn de groepsleerkracht en intern begeleider samen verantwoordelijk. Zij maken afspraken over: - De begeleiding/ondersteuning; - Goede registratie van toetsresultaten; - Goede verslaglegging van gesprekken; - Goede informatie-uitwisseling tussen school en ouders.
Zorgniveau 4: Extra begeleiding buiten de school Op dit niveau wordt op basis van een begeleidingsplan speciale zorg geboden na (extern) onderzoek. Belangrijke kenmerken van de zorg en begeleiding voor leerlingen waarbij de leerkracht hulp inschakelt van externe partners, zijn: 1.
Consultatie Ook op dit niveau denkt de orthopedagoog of psycholoog met de school mee over de mogelijkheden van de school om leerlingen zo optimaal mogelijk te begeleiden en goed onderwijs te kunnen geven. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan om de problematiek beter in kaart te brengen. Dit onderzoek kan bestaan uit observaties, gesprekken of een gestandaardiseerde test.
2.
Ontwikkelingsperspectief Ofschoon we voor elk kind streven naar onderwijs samen met de groep, is het soms noodzakelijk om het onderwijsaanbod voor 1 of meer vakgebieden aan te passen. Voor deze leerling wordt gekeken naar het perspectief van de ontwikkeling: wat is het eindniveau van de basisschool voor dit vakgebied? Wanneer het eindniveau lager is dan het niveau “begin groep 8”, wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Dit gebeurt in samenwerking met ouders en externen. Zie verder zorgniveau 5 ( Verwijzing)
3.
Opstellen van een begeleidingsplan Op schoolniveau wordt samen besloten tot overstap naar zorgniveau 4. De Intern Begeleider coördineert de zorg. De Intern Begeleider en de groepsleerkracht stellen in samenwerking met ouders een begeleidingsplan op.
4.
Verantwoordelijkheid van de Intern Begeleider Binnen zorgniveau 4 is de Intern Begeleider verantwoordelijk. De Intern Begeleider draagt zorg voor: - Goede verslaglegging van gesprekken; - Goede informatie-uitwisseling tussen school en ouders; - Schriftelijke toestemming van ouders in geval van extern onderzoek.
Zorgniveau 5: Verwijzing Kenmerken van de zorg en begeleiding voor leerlingen waarbij de school onvoldoende kan aansluiten bij de ontwikkeling van de leerlingen, zijn: 1.
Verwijzing naar het Speciaal Basisonderwijs (SBO) Scholen voor speciaal basisonderwijs zijn basisscholen bedoeld voor: - moeilijk lerende kinderen; - kinderen met opvoedingsmoeilijkheden; - alle andere kinderen die speciale zorg en aandacht nodig hebben. Indien van toepassing wordt samen met ouders het traject doorlopen om te komen tot verwijzing naar een school voor Speciaal Basisonderwijs.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 27 van 103
2.
De Permanente Commissie Leerlingenzorg van het samenwerkingsverband De Permanente Commissie Leerlingenzorg van ons samenwerkingsverband beoordeelt de toelaatbaarheid van leerlingen tot SBO. Voor de precieze taakomschrijving van de PCL zie bijlage het zorgplan.
3.
Verwijzing naar het Speciaal Onderwijs (SO) Scholen voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs zijn bedoeld voor lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk gehandicapte leerlingen en voor leerlingen met psychiatrische of gedragsproblemen. Indien van toepassing wordt samen met ouders het traject doorlopen om te komen tot verwijzing naar een school voor Speciaal Onderwijs.
Algemene opmerkingen: 1.
Gedragscode In onze school is een gedragscode in ontwikkeling waarvan onze organisatie vanaf schooljaar 2011-2012 gebruik gaat maken. In deze gedragscode staan regels en afspraken die betrekking hebben op leerlingen, leerkrachten en ouders. De afspraken richten zich op machtsmisbruik en seksuele intimidatie, pesten, lichamelijk en geestelijk geweld, racisme en discriminatie, gebruik van computer en internet, privacy en klachtrecht. Deze gedragscode vormt het kader waarbinnen leerkrachten de groepsregels, zo veel mogelijk samen met de leerlingen, afspreken. Deze gedragscode is, na in gebruikneming, ook terug te lezen op onze website.
2.
Protocol kindermishandeling en huiselijk geweld Naar verwachting treedt in 2011 de “Wet Verplichte Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling” in werking. In het kader van kwaliteitszorg wordt de plicht opgelegd een meldcode te hanteren voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Alle MOVARE-scholen worden hierin begeleid door het R.A.K. (Regionale Aanpak Kindermishandeling). Het protocol staat op onze website.
3.
Verwijsindex risicojongeren Dit is een instrument dat in de regio Parkstad wordt gebruikt door alle ketenpartners in het onderwijs en de jeugdzorg. In geval van een vermoeden van kindermishandeling zal de medewerker doorgaans niet alleen de stappen van de meldcode zetten, maar daarnaast ook moeten overwegen of een melding moeten worden gedaan in de verwijsindex risicojongeren (0-23 jaar). Deze verwijsindex heeft tot doel om medewerkers die met hetzelfde kind te maken hebben met elkaar in contact te brengen als zij beiden risico‟s signaleren met betrekking tot, kort gezegd, een onbedreigde ontwikkeling naar volwassenheid van de leerling. Doel daarvan is te komen tot een gezamenlijke aanpak van de problematiek van de leerling en zijn gezin. We wijzen er met nadruk op dat de het niet gaat om een keuze tussen een melding in de verwijsindex of de stappen van de meldcode, maar dat beide acties bij vermoedens van kindermishandeling aan de orde zijn omdat ze elkaar ondersteunen. Informatie over dit instrument staat op onze website.
4.
Beleid m.b.t. rugzakleerlingen Rugzakleerlingen zijn kinderen met een handicap of beperking die gebruik maken van leerlinggebonden financiering (LGF). Het doel van LGF is de emancipatie en integratie van leerlingen met een handicap in het reguliere onderwijs te bevorderen. Onze school is er van overtuigd dat het goed is voor kinderen met een beperking om in hun eigen buurt naar school te kunnen en dat ze mede daardoor beter integreren in de maatschappij. Deze kinderen horen er bij en een bijkomend voordeel is dat andere kinderen op deze manier leren omgaan met kinderen met een beperking. Zie bijlage 5 voor ons stappenplan rugzakleerlingen.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 28 van 103
PERSONEELSBELEID Als werkgever stelt het College van Bestuur van MOVARE het personeelsbeleid vast; het beleid is van toepassing op alle medewerkers werkzaam bij MOVARE. De taak van de schooldirecties is op schoolniveau uitvoering te geven aan dit beleid. Belangrijke onderdelen uit dit personeelsbeleid zijn: 1. Wet Bio en bekwaamheidsdossier (Bardo-systeem). 2. Invoering functiemix. 3. Taakbeleid. 4. Mobiliteit. 5. Scholing. 6. Begeleiding op de werkvloer. 7. Gesprekscyclus. 8. Gebruik van het HR3P-model. De schoolleiding legt op het gebied van personeelsbeleid de volgende accenten: Ieder schooljaar wordt een werkovereenkomst gemaakt, die vastgelegd wordt in de normjaartaak. Hierin leggen directie en personeelslid afspraken vast over lestaken, schooltaken en deskundigheidsbevordering. Ook recht op Cv en Bapo wordt hierin beschreven. *In de eerste periode van het schooljaar wordt het startgesprek van de gesprekscyclus gevoerd. Het doel van dit gesprek is meerledig: 1) De leerkracht vertelt over de opstartfase van zijn/haar groep en presenteert zijn/haar persoonlijk ontwikkelplan. 2) De directie bespreekt met het personeelslid de gemaakte afspraken m.b.t. de normjaartaak, waarna de afspraken bekrachtigd worden door het ondertekenen van het document waarin de afspraken zijn vastgelegd. 3) Het personeelslid formuleert de opbrengsten/doelen die hij/zij met de leerlingen wil behalen, waarbij de opbrengsten van LOVS richtinggevend zijn. *In de periode hierna voert de directie klassenconsultaties uit. Hierbij ligt de nadruk op het pedagogisch handelen, het geven van effectieve instructie en het directe instructiemodel. Ook het klassenmanagement en het persoonlijk welbevinden zijn onderdeel van gesprek. De bevindingen worden met het personeelslid besproken en vastgelegd in een document dat na wederzijds goed bevinden ondertekend wordt. *Het voortgangsgesprek vindt in de periode februari/maart plaats. In dit gesprek worden de vorderingen besproken, kansen en bedreigingen gedeeld en worden ook de opbrengsten van de M-Cito besproken. *In mei volgt het ontwikkelingsgesprek, waarin de leerkracht persoonlijke groei aangeeft en zijn of haar persoonlijk ontwikkelplan evalueert. De directeur geeft toelichting op het functioneren van de leerkracht ( gekoppeld aan de missie visie van de school). Ook wordt de leerkracht gepositioneerd in het HR3P model waarbij in het kader van krimp boventalligheid onderwerp van gesprek zal zijn.
Voor de schoolleiding is het zaak om op schoolniveau uitvoering te geven aan het stichtingsbeleid: Dat wordt verwezenlijkt door de hierboven genoemde punten in de praktijk te brengen door: 1. Teamleden vanuit een gemeenschappelijke visie te laten werken. 2. De bij de visie horende deskundigheid voortdurend op peil te houden. 3. Teamleden op hun competenties aan te spreken. 4. Competentiemanagement toe te passen. 5. Beginnende leerkrachten op te vangen en te begeleiden. 6. Boventalligheid tijdig te bespreken. 7. Verzuim te monitoren. 8. Instrumenten voor personeelsbeleid samenhangend in te zetten. 9. Uitvoering te geven aan de speerpunten op basis van resultaten en bevindingen van het begin 2011 gehouden MOVARE-medewerkersonderzoek.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 29 van 103
Speerpunten strategisch beleid MOVARE Deze keuzes in ons schoolbeleid passen bij de speerpunten die MOVARE in haar strategisch beleidsplan 2010-2014 heeft geformuleerd:
MOVARE is boeiend en (ver)bindend als in 2014 de volgende speerpunten zijn gerealiseerd: directeuren gedragen zich aantoonbaar als leidinggevende, hebben een voorbeeldfunctie en stimuleren hun medewerkers vanuit een ‘lerende’ opstelling door: het onderwijskundig handelen aantoonbaar te verantwoorden; de gemeenschappelijke visie te ontwikkelen en levend te houden; optimale randvoorwaarden voor goed onderwijs te hebben gerealiseerd; planmatig onderwijs aantoonbaar te hebben verbeterd en doelgericht te werken aan kwaliteit; initiatieven gericht op het ontwikkelen van de medewerkers aantoonbaar te stimuleren; kwaliteitskenmerken voor boeiend/passend onderwijs worden als uitgangspunt gehanteerd voor verdere ontwikkeling van onderwijspersoneel door: het bekwaamheidsdossier als uitgangspunt en toets te laten dienen. Iedere leerkracht dient te beschikken over een bekwaamheidsdossier, waarin scholing wordt bijgehouden; kwalitatieve strategische personeelsplanning (SPP) is onderdeel van het strategisch personeelsbeleid: het kwalitatieve en kwantitatieve personeelsbestand is aantoonbaar in overeenstemming gebracht met de afnemende bekostiging ten gevolge van demografische ontwikkelingen; levensfasebewust personeelsbeleid is gerealiseerd; de aanwezige capaciteiten, kwaliteiten en talenten van de medewerkers worden optimaal benut (competentiemanagement); interne en externe mobiliteit vanuit het perspectief van loopbaanontwikkeling wordt aantoonbaar bevorderd; het boeien en (ver)binden wordt tweejaarlijks gemeten via een medewerkersonderzoek.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 30 van 103
KWALITEITSBELEID
Algemeen Als wij het hebben over kwaliteitszorg bedoelen we dat we op een gestructureerde manier de goede dingen nog beter proberen te doen. Dat beter doen is onze collectieve ambitie. Het gaat in de kern om vijf vragen: a. Doen wij de goede dingen? b. Doen wij die dingen ook goed? c. Hoe weten wij dat? d. Vinden anderen dat ook? e. Wat doen wij met die wetenschap? Data Kwaliteit moet blijken. Daarom verzamelen onze leerkrachten gegevens over de ontwikkeling van onze leerlingen tot en met het einde van de basisschool. Daarmee bezitten wij een schat aan informatie. Om het onderwijs te verbeteren (op leerling-, groeps- en schoolniveau) willen we leren nog beter gebruik te maken van deze uitkomsten. We willen ons scholen om de uitkomsten te analyseren, te begrijpen en te vertalen naar concrete voorstellen voor verbetering. Op deze manier wordt het afnemen van toetsen een hulpmiddel om ons onderwijsproces te verbeteren. Kwaliteit moet ook blijken als het gaat om het personeel. Daarom verzamelt de directie gegevens over de ontwikkeling van het personeel. Deze gegevens worden onderdeel van het bekwaamheidsdossier. Onze school maakt daarbij gebruik van het op stichtingsniveau afgesproken Bardo-systeem. Relatie personeelsbeleid Kwaliteitszorg heeft een directe relatie met integraal personeelsbeleid. De kwaliteit staat en valt immers met de mensen voor de klas. Binnen de school willen we daarom beter worden door continue te werken aan het verwezenlijken van een werkomgeving waarin we met elkaar over de resultaten van het onderwijs spreken, elkaar feedback geven en waar plaats en aandacht is voor coaching en intervisie. Inventarisatie gegevens Om gegevens te verzamelen, maken we of gaan we gebruik maken van de volgende middelen: a. Werken met kwaliteitskaarten, een kwaliteitssysteem van Cees Bos. b. Gesprekken met leerkrachten. De directie voert in de gesprekscyclus werkgesprekken, voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met medewerkers. Doel van de gesprekken is het vergroten van de kwaliteit van onderwijs en het welbevinden van de medewerkers. Het functioneren van leidinggevenden wordt besproken met de regiodirecteur. c. Klassenbezoeken (aan de hand van kijkwijzers). d. CITO-LOVS. e. Methodegebonden toetsen. f. Resultaten voortgezet onderwijs. g. Risicoprofiel Movare. h. Toezicht onderwijsinspectie. i. Leerling tevredenheid enquête. j. Personeel tevredenheid enquête. k. Ouder tevredenheid enquête. De onderdelen a, i, j en k worden tijdens de looptijd van dit schoolplan uitgevoerd.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 31 van 103
Periodisering Het meten (en weten) van gegevens is nog geen kwaliteitszorg. We realiseren ons dat we de gegevens moeten analyseren en interpreteren, dat we verbeteringen moeten plannen en realiseren en na verloop van tijd weer opnieuw moeten meten. De kwaliteitszorg van onze school is daarom een cyclisch proces, waarbij we gebruik maken van de zgn. PDCA-cirkel Plan= maak een plan met het eind voor ogen Do= voer het plan uit Check= vergelijk de resultaten met de beoogde resultaten Act = borg de resultaten of stuur bij om de beoogde resultaten alsnog te behalen
INK-model (Instituut Nederlandse Kwaliteit)
Tevredenheidspeiling
Toezicht inspectie
Risicoprofiel MOVARE
Resultaten VO
Methodegebonden toetsen
CITO
Klassenbezoeken
WMK
Gesprekken met personeel
Het meten (en weten) van gegevens is nog geen kwaliteitszorg. We willen ook beoordelen of we met deze instrumenten voldoende informatie verzamelen. Daarom maken we gebruik van het INK-model om te bezien of de verzamelde informatie robuust genoeg is.
Visie en beleid
x
x
x
Personeel
x
x
x
x
Leiderschap en management Cultuur en klimaat
x
x
x
x
x
x
x
Middelen en voorzieningen Management van processen Waardering door personeel Waardering door leerlingen Waardering door ouders Waardering door de maatschappij Eindresultaat
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x x x
x
x
x
x
x
Uit het schema blijkt dat alle aandachtsvelden van het INK-model aan de orde komen. De informatieve dekking is dus voldoende.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 32 van 103
Speerpunten strategisch beleid MOVARE Die gerichtheid op kwaliteit draagt ook bij aan de speerpunten die in het strategische beleidsplan 2010-2014 van MOVARE zijn opgenomen:
MOVARE is verbindend naar binnen en naar buiten als in 2014 de volgende speerpunten zijn gerealiseerd: strategische partners: MOVARE is er in geslaagd om de strategische partners in de regio (zoals provincie, gemeenten en woningcorporaties) en de inhoudelijke partners in de regio (organisaties voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) op één lijn te krijgen ten aanzien van de realisatie van het krimpscenario. Nieuwbouwprojecten worden ‘duurzaam’ gebouwd, waarbij flexibel, multifunctioneel, hoogwaardige kwaliteit en conceptmatig de kernbegrippen zijn; MOVARE is er in geslaagd om samen met gemeenten de bestaande huisvesting zowel technisch, functioneel als wat betreft benodigde omvang in die staat te brengen waardoor het mogelijk is onderwijskundige doelen van de school in relatie tot de omgeving te realiseren; MOVARE neemt actief deel aan euregionale samenwerkingsprojecten; alle MOVARE-scholen voeren regelmatig overleg met buurtnabije partners over schoolse activiteiten. (onderwijs)inhoudelijke partners: alle MOVARE-scholen maken bij de sociaal-emotionele competentie-ontwikkeling van kinderen gebruik van moderne communicatiemiddelen; alle MOVARE-scholen hebben oplossingen ontwikkeld voor de woord- en beeldcultuur in relatie tot de snelle ontwikkeling van de informatie- en communicatietechnologie; MOVARE onderscheidt zich door een wetenschappelijke onderbouwing te realiseren voor de keuzes die MOVARE maakt bij onderwijsbegeleiding- en ontwikkeling. Hiertoe heeft MOVARE een samenwerking met Universiteit Maastricht op het gebied van wetenschappelijk onderzoek in relatie tot de onderwijspraktijk gerealiseerd; MOVARE heeft samenhang gerealiseerd tussen onderwijs, zorg en sport op school-, regio- en stichtingsniveau om een bijdrage te leveren aan de gezondheid van kinderen. Hiertoe heeft MOVARE een samenwerking met Huis voor de Sport Limburg tot stand gebracht. het afleggen van verantwoording: MOVARE werkt structureel aan het behoud en de versterking van de identiteit van de scholen door middel van identiteitsgerichte visitaties; de permanente commissie Identiteit en de werkgroep Identiteit organiseren identiteitsversterkende activiteiten; MOVARE legt periodiek (horizontaal) verantwoording af aan partners; bij de monitoring van de kwaliteit wordt gebruik gemaakt van het INK-model; alle MOVARE-scholen hebben een functionerende ouderraad c.q -vereniging; MOVARE voert op gestructureerde wijze gesprekken met de onderwijsinspectie over de uitvoering en invulling van het schooltoezicht; MOVARE werkt periodiek met interne en externe tevredenheidsonderzoeken.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 33 van 103
FINANCIEEL BELEID
MOVARE heeft in haar financieel beleid gekozen voor een systeem waarbij alle gelden op centraal (bestuurs)niveau gealloceerd worden. Van daaruit vindt verdeling naar de scholen plaats. Verdeling van zowel formatieve als materiële middelen. Bij de toedeling van formatieve middelen gaat men uit van de gemiddelde kosten van de diverse functies (gemiddelde personeelslast op bestuursniveau). De functie leerkracht kost 1,0000 fte en hiervan worden de overige functiekosten afgeleid. Op deze manier wordt voorkomen dat bij personele inzet leeftijd een rol speelt. Elke school ontvangt de formatieve middelen op basis van de T-systematiek (aantal leerlingen per teldatum lopende schooljaar). De materiële middelen worden toegedeeld op basis van de zgn. T-1 systematiek (aantal leerlingen per teldatum voorgaande schooljaar). Directeuren van MOVARE werken binnen de kaders van een door het College van Bestuur vastgestelde begroting. Om “in control” te blijven, maken ze gebruik van :
a.
Leerlingprognoses
b.
Formatieoverzichten
c.
Maandelijkse exploitatieoverzichten
d.
Exploitatiebegrotingen
e.
Meerjareninvesteringsbegrotingen onderwijsleerpakket
f.
Meerjareninvesteringsbegrotingen onderhoud
g.
Meerjareninvesteringsbegrotingen ict
h.
Meerjareninvesteringsbegrotingen inventaris en meubilair
i.
Nascholingsplannen
j.
Projectplannen
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 34 van 103
PLANNINGSMATRIX Onderwerp Hoofdstuk 4
2011 - 2012
Visie. Wat,waarom en hoe! Uitwerken en verdiepen in 2011-2015 ICT Lezen
Gedrag
2012 - 2013
2013 - 2014
2014 - 2015
Structuur (Organogram ) Waarden, ambitie, kernkwaliteiten. Cultuur (Normen en waarden) OCAI Mensen ( De Caluwé, Big Five, HR3P model, ) Ment. Modellen, situationeel leiderschap, kwaliteitenspel Middelen ( Meerjarenplanning, exploitatie, nascholing ) Resultaten: Tevredenheidsonderzoek, EWS, zelfevaluatie ) Scholing smartboards Groep 1 t/m 8 Movare Project Leesverbetering. Scholing taal/lees coördinator. Protocol opstellen TSO evalueren
Scholing smartboards Groep 1 t/m 8 Scholing team Implementatie
Interne aandacht voor doelen en leerlijnen Scholing Resultaten Borgen
Doelen en leerlijnen herijken Scholing Resultaten Borgen
Protocol inzetten en evalueren. gedrag specialist Ondersteuning door O&O. Delen
Protocol inzetten en evalueren. gedrag specialist Verdiepen en borgen
Protocol inzetten en evalueren. gedrag specialist Verdiepen en borgen
Professional in de klas. (leerstofaanbod dat past en boeit) Hoofdstuk 5 (Ouder) enquête
Ondersteuning door O&O
Uitvoering
Verbeterpunten concretiseren
Verbeterpunten concretiseren
Verbeterpunten concretiseren
LOVS
Ondersteuning leerkrachten bij gebruik LOVS door Pierre Wolters
Implementatie Dwarsdoorsnede Trendanalyse Groepsanalyse Vaardigheidsgroei
Onderhoud
Onderhoud
EWS systeem
Groepsanalyse maken (ondersteuning Pierre Wolters)
Groepsanalyse maken. (ondersteuning Pierre Wolters)
Groepsanalyse maken (Ib met lkr)
Groepsanalyse maken (Ib met lkr)
LB-functie
Invulling 1 fte Taakprofiel gericht op vakspecialist
Invulling rest fte
Aantal LB functies is op orde
Professional in de school
Herkennen en managen talenten
Invulling rest fte Taakprofiel gericht op gedragsspecialisme Scholing lkr en specialisten ( taal/lezen)
Scholing en begeleiding lkr
Onderhoud
Samenwerking versterken. Plannen van 2 maandelijks overleg met PSZ
Scholing nieuw personeel inzake VVE-programma Implementatie Evaluatie
Implementatie Evaluatie
Implementatie Evaluatie
Swot matrix
Uitdiepen en verfijnen
Accenten leggen
Implementatie en evaluatie
Registratie Logboek/DotCom
Komen tot uniforme aanpak
Evalueren en verfijnen
Implementatie Evaluatie
Vastleggen schoolplan 20152019 Implementatie Evaluatie
Hoofdstuk 6 Peuterspeelzaal
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 35 van 103
Hoofdstuk 7 WO
Samenstellen werkgroep, methodekeuze op basis missie visie Scholing via Movare Traject Leesverbetering Aanpak beginnende geletterdheid
Invoeren methode
Methode borgen
Methode borgen
Scholing Implementatie Werkwijze en organisatie groep
Scholing Implementatie
Scholing Implementatie
Scholing via Movare Traject Leesverbetering Aanpak Technisch lezen Begrijpend lezen Methode borgen Deelname netwerk V.L.L.
Scholing via Movare Traject Leesverbetering Aanpak Technisch lezen Begrijpend lezen Methode borgen
Scholing Implementatie
Scholing Implementatie
De kracht van goede instructie. Urgentiebesef.
Hernieuwde Scholing Model Directe Instructie. Controle middels kijkwijzer
Implementatie Controle middels kijkwijzer
Implementatie Controle middels kijkwijzer
Zorgniveau 2
Scholing aanpak klassenmanagement Centraal thema: Leren werken met groepsplannen.(Zie PO-raad: Werken met groepsplannen)
Scholing aanpak klassenmanagement Centraal begrip: groepsplan
Scholing Implementatie
Scholing Implementatie
O.P.P.
Ondersteuning bij invoering door O&O
Implementatie
Onderhoud
Onderhoud
Gedragscode
Vastleggen en actualiseren
actualiseren
actualiseren
actualiseren
Aandacht voor alle lln. ( meerkunners )
Opstarten traject.
Verdiepen. Scholing specialist.
Evalueren en borgen
Evalueren en borgen
Acties bekend maken in team en competenties medewerkers in kaart brengen. Verslaglegging m.b.v. Bardosysteem
Implementatie Bardo Bekwaamheids Dossier
Implementatie Bardo Bekwaamheids Dossier
Implementatie Bardo Bekwaamheids Dossier
Verslaglegging m.b.v. Bardosysteem
Verslaglegging m.b.v. Bardosysteem
Verslaglegging m.b.v. Bardosysteem
Aanbod en werkwijze groepen 1 en 2
Aanbod en werkwijze groepen 3 t/m 8
Aanvankelijk lezen groep 3 Hoofdstuk 8 Zorgniveau 1
Hoofdstuk 9 Uitwerking acties Wet BIO: Bardo Bekwaamheids Dossier Gesprekscyclus
Scholing directie gespreks techniek .
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 36 van 103
Jaarplan 2011-2012
Onderwerp
Wie
Verbeterdoel
Leerstofaanbod Technisch Lezen
Directie en team
Doel: Verbetering opbrengsten technisch lezen. Streefdoel voor 2014: 85% op niveau A,B,C Hoe: a) b) c)
Deelname leesverbeteringstraject MOVARE Algemene studiedag met Kees Vernooy Studiedag CPS beginnende geletterdheid groepen 1 en 2 Studiedag CPS klassenmanagement en dan met name rol van het groepsplan d) Ondersteuning op de werkvloer door O&O
Leertijd taal
Directie en Team
Doel: Meer leertijd voor taal en lezen Hoe: Aanpassing van het lesrooster per 1-8-2011. a) Uitbreiding van de taaltijd naar 6 uur voor de groepen 1 en 2 en 8 uur voor de groepen 3 t/m 8
Pedagogisch klimaat
Team
Doel: Systematisch werken aan sociaal emotionele vorming Hoe: Implementeren methode Goed Gedaan a. Leerkrachtentraining met ondersteuning van O&O b. Delen van succeservaringen tijdens “open agenda”
Didactisch handelen
Team
Doel: Versterking klassenmanagement Hoe: Studiemomenten a. CPS klassenmanagement en dan met name de rol van het groepsplan ( zelfevaluatie Pierre Wolters) b. O&O inzet (coöperatieve) werkvormen als middel om de gereedschapskist verder te vullen.
Leerlingenzorg
Directie Team
Doel: Verbeteren leerlingenzorg Hoe: a)
Vooral aandacht voor zorgniveau 1(zie ped. klimaat en did. handelen. ( Onderwijs dat past voor ieder kind) b) Ondersteuning O&O bij invoering Individueel Ontwikkelings Perspectief c) Aandacht voor uniform registreren.
Opbrengsten
Directie Team
Doel: Continue aandacht voor opbrengsten Hoe:
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
a) Cursus Zelfevaluatie CITO (dir+IB) b) Doelgerichtheid bevorderen door in team- en bouwvergaderingen voor de kernvakken de doelen en de leerlijnen centraal te stellen.
pagina 37 van 103
Professionalisering
Directie
Doel: Bevordering professionaliteit Hoe: a. Scholingsafspraken op basis van de POP-gesprekken b. Verder vormgeven van het bekwaamheidsdossier. Eind 2011 is er van iedere leerkracht een digitaal bekwaamheidsdossier.
Kwaliteitszorg
Directie Team
Doel:
Verdere implementatie systeem van kwaliteitszorg
Integraal Personeelsbeleid
Directie Team
Doel: Implementatie Integraal Personeelsbeleid
Tevredenheidsonderzoek
Directie
Doel: Zicht krijgen op verbeterpunten.
Hoe: Swot als uitgangspunt nemen INK inpassen in organisatie.
Hoe: a) Wet Bio b) Personeelsdossier c) Gesprekscyclus
Hoe: Uitvoeren tevredenheidsonderzoek Beekveld & Terpstra.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 38 van 103
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 39 van 103
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 40 van 103
BIJLAGE 1: Leesverbeterplan MOVARE 1. Inleiding Recente onderzoekgegevens tonen aan dat leesresultaat niet afhankelijk is van contextfactoren. Betere leesresultaten van leerlingen kun je bereiken door effectief en efficiënt leesonderwijs te geven en door hier voldoende tijd voor in te roosteren. Dit is het vertrekpunt voor het MOVARE leesverbetertraject. 2. Doelstellingen en uitgangspunten van het traject Doelstellingen en ambities: MOVARE wil tussen 2011 en 2015 het niveau van technisch lezen op haar scholen aanzienlijk verbeteren. De exacte formulering van een meetbaar doel wordt in het voorbereidend jaar 0 geformuleerd. MOVARE wil in deze periode vanuit dit speerpunt een impuls geven aan de algemene didactische expertise van haar leerkrachten en aan de opbrengstgerichtheid van het onderwijs op haar scholen vanuit een benadering die we als “meetgestuurd” kenschetsen. MOVARE koppelt het traject aan het verbeteren van begrijpend lezen, dat als een van de voorwaarden voor de verbetering van de kwaliteit van alle leeropbrengsten op de basisschool wordt beschouwd. In jaar 0 worden de MOVARE doelen definitief vastgesteld. Deze doelen blijven uitgangspunt voor het volgen van de resultaten. De doelen worden per groep vastgesteld. Als richtlijn kan de volgende opzet benut worden: Eind Eind Eind Eind Eind Eind Eind
groep groep groep groep groep groep groep
2: 2: 3: 4: 5: 6: 7:
minimaal 15 letters kennen. 85 % TVK beheersingsniveau A, B en C 85 % DMT beheersingsniveau A, B en C 85 % DMT beheersingsniveau A, B en C 85 % DMT beheersingsniveau A, B en C 85 % DMT beheersingsniveau A, B en C 85 % DMT beheersingsniveau A, B en C
Voor alle groepen vanaf groep 3 geldt bovendien: 90% A-D beheersing op de DMT. In het traject ligt de focus op het optimaliseren van het technisch lezen met als basis de groepen 1 tot en met 5 en de doorloop naar de groepen 6 tot en met 8. Uitgangspunt hierbij is dat “kinderen recht hebben op optimale ondersteuning om goede technische lezers te worden”. Voor het bereiken van dit uitgangspunt komen alle onderwijsvariabelen die hierop van invloed zijn aan bod. Dit betekent onder meer inzet op de volgende hoofdonderdelen met de daaronder vallende aspecten: Fonemisch bewustzijn Aanvankelijk leesonderwijs Woordenschatonderwijs Technisch leesonderwijs Voortgezet technisch leesonderwijs Leesmotivatie en onderhoud technisch lezen Interventie gericht monitoren De focus ligt dus op het technisch leesonderwijs als onverbiddelijke voorwaarde voor het werken aan goede begrijpende lezers. Het beïnvloeden van het begrijpend leesonderwijs is een effect van de focus. Uitgangspunten MOVARE: een traject voor alle scholen accent van aanpak in de groepen 1 tot en met 5, hogere leeropbrengsten en boeiend onderwijs, op basis van eigen MOVARE doelen, eerst met hulp daarna zelf, versterken van het lerend vermogen, differentiatie in aanpak, schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 41 van 103
mede sturen op eindresultaten met eigen begeleidingsdienst, succes bepaalt door partnerschap, kinderen hebben recht op goed onderwijs. Een ander belangrijk uitgangspunt voor MOVARE is het principe van de toepassingsgerichte kennis. Dit betekent dat scholingen altijd gevolgd worden door ondersteuning op de werkvloer van de toepassing van de verkregen kennis. Effecten van scholingen worden zo gegarandeerd en geborgd. MOVARE kiest hierbij uitdrukkelijk voor het principe van inzet van O&O in samenwerking met te benoemen taalcoördinatoren per school. Dit betekent dat vanaf het eerste jaar garanties gegenereerd worden om de kennis en de kracht in de eigen organisatie een plek te geven en dit uit te bouwen als belangrijk borgingsmiddel. In de samenwerking met CPS zal hiervoor een planning en scholing worden opgezet. De scholing zal in de planning altijd voorlopen op de scholingsmomenten voor de leerkrachten van de afzonderlijke groepen. De inhoud heeft zowel betrekking op kennis, coaching als het aspect van coördinatie. Heel concreet betekent dit dat CPS verantwoordelijk is voor de scholingen en de inhoudelijke opzet van het totaaltraject en dat de ondersteuning op de werkvloer uitgevoerd wordt door zowel O&O als de taal coördinatoren. Verantwoordelijkheden met betrekking tot gedefinieerde resultaten worden hiermee gedeeld door beide partijen. In dit traject ligt de focus op het optimaliseren van het technisch lezen. Gekozen wordt om de scholingen te richten op de groepen 1 tot en met 5 waar de fundamenten gelegd worden voor het technisch lezen. Voor de doorgang van toepassing van de principes van effectief leesonderwijs is een informatieve scholingsbijeenkomst voor de leerkrachten van groep 6 tot en met 8 noodzakelijk in het eerste jaar. In het tweede jaar is herhaling hiervan voor deze groepen van belang en uitbreiding tot 2 bijeenkomsten. De uitgangspunten voor CPS bij de inhoudelijke vormgeving van het totale driejarige traject zijn gebaseerd op uitwerkingen van de volgende zes kenmerken van effectief onderwijs: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
doelen stellen, aanbod, tijd en extra tijd, effectieve instructie, vroegtijdig signaleren en reageren, monitoren.
Op schoolniveau gelden de volgende resultaten: toename van de leerkrachtvaardigheden op het gebied van lezen en omgaan met verschillen (klassenmanagement), toename van onderwijskundig leiderschap op het gebied van lezen door bouwcoördinatoren, taalcoördinatoren, interne begeleiding en de schoolleiding, inzicht krijgen over de meest recente inzichten op het gebied van effectief leesonderwijs, het versterken van de doorgaande lijn en samenhang tussen technisch leesonderwijs, begrijpend luisteren, woordenschat, voortgezet technisch lezen naar goede resultaten op het gebied van begrijpend lezen binnen de school, het op schoolniveau kunnen handelen op basis van interventiegericht monitoren. 3. Schets van de trajectplanning We schetsen hier in hoofdlijnen het MOVARE leestraject. Voor de trajectjaren 0 , 1 en 2 doen we dat iets uitgebreider. Voor het trajectjaar 3 geven we een schets op hoofdlijnen. Voor dit MOVARE traject geldt dat er in beginsel wordt uitgegaan van een ondersteuningsperiode van vier jaar om de geformuleerde MOVARE projectdoelen te behalen. Daarbij zal in de opbouw van de activiteiten op de volgende manier toegewerkt worden naar blijvend resultaat:
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 42 van 103
Jaar 0: Schooljaar 2011-2012 Start met opleiding van taalcoördinatoren MOVARE. Er wordt hierbij maatwerk geleverd. Er zijn 2 scholingsgroepen waarin de basiskennis en de basisvaardigheden in 7 bijeenkomsten aan de orde komen en 1 scholingsgroep van gevorderden waarin deze kennis en vaardigheden in 3 bijeenkomsten aan de orde komen. Te bereiken resultaten bij de taalcoördinatoren: Zelfstandig observaties en feedback kunnen geven; Borgingsactiviteiten kunnen uitvoeren, waaronder scholing “nieuwkomers”; Blijvend kennis verwerven en intern een systeem opzetten om deze kennis actueel te houden en te verspreiden; Bijdrage kunnen leveren aan vormgeving schoolspecifieke ondersteuning op basis van ervaringen bij observaties en coachingsactiviteiten; Keuze met betrekking tot interventies in afstemming met interne begeleider. -
Start met opleiding van O&O MOVARE. Hiervoor zijn 2 bijeenkomsten gepland. Startbijeenkomst voor alle MOVARE-medewerkers. Datum 7 mei 2012. Intake door O&O in de periode voor de zomervakantie 2012 Plaatsing “Bronnenboek Leesonderwijs” op intranet. Dit bronnenboek bevat onder meer de meest recente inzichten van taal-lezen, de toetskalender en alle informatie die nodig is om de projectdoelen te halen. Voorbereidende activiteiten; Nulmeting: leerling-resultaten schooljaar 2010-2011. Gegevens per school geordend per regio inzichtelijk. Verder onder meer vaststellen scholingsgroepen, vormgeving startbijeenkomst, selecteren taalcoördinatoren, projectstructuur definitief maken, MOVARE einddoelen vaststellen, planning bijeenkomsten, afspraken communicatie en gebruik intranet, overzicht aantallen deelnemende leerkrachten per scholingsgroep, inventarisatie per school van gebruikte materialen/middelen/ methoden en toetsen ihkv het leesonderwijs, overzicht roostertijd lezen etc.
Jaar 1: Schooljaar 2012-2013 5 scholingsbijeenkomsten voor de taal coördinatoren 3 scholingsbijeenkomsten voor de volgende scholingsgroepen: a. b. c. d.
Scholingsgroep Scholingsgroep Scholingsgroep Scholingsgroep
leerkrachten groep 1 en 2 leerkrachten groep 3 leerkrachten groep 4 en 5 directies via het regioberaad
Deze scholingen lopen parallel aan cruciale toetsmomenten. Accent kennisoverdracht en didactisch handelen en rolafstemming en onderwijskundig leiderschap. Een scholingsbijeenkomst voor de leerkrachten van de groepen 6 tot en met 8 tussen scholingsperiode 1 en 2. Een ronde van schoolspecifieke ondersteuning door O&O in de periode tussen scholingsbijeenkomst 2 en scholingsbijeenkomst 3. Voortdurende projectafstemming met projectcoördinator en regiodirecteuren MOVARE. Extra aandachtspunten voor jaar 1. In jaar 1 ligt het accent op scholingen voor wat betreft de actuele kennis van het juiste aanbod en interventies om het handelen in de groep vorm te geven op basis van bewezen effectieve werkwijzen. Tegelijkertijd ligt het accent op het versterken en optimaliseren van het didactisch handelen van de leerkracht. Ook hierbij geldt weer het principe van bewezen effectieve werkwijzen. Heel concreet betekent dit het kunnen toepassen van het interactieve gedifferentieerde directe instructiemodel. De differentiatie vindt plaats op basis van het principe van convergente differentiatie en wordt telkens vastgelegd in groepsplannen. Vormgeving van inhoud en overdracht interventies vindt altijd plaats op grond van leerlingresultaten. Dit betekent dat vanaf jaar 1 een helder systeem van monitoring geldt op basis van een door MOVARE en CPS samen vastgestelde toetskalender. De scholingen worden afgestemd op de cruciale momenten in het schooljaar en lopen dan ook parallel met de beschikbare/te verwachten monitorgegevens. De trend wordt altijd getoetst aan de door MOVARE vastgestelde te bereiken doelen aan het eind van dit driejarig traject. Als nulmeting gelden de opbrengsten van het schooljaar 2010-2011. schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 43 van 103
Jaar 2: Schooljaar 2013-2014 Karakter op basis van hoofdlijnen. Definitieve vormgeving afhankelijk van resultaten jaar 1. Reflectie op leesverbeterplan jaar 1 door regiodirecteur, schooldirecteur en taalcoördinator. 2 scholingsbijeenkomsten voor de volgende scholingsgroepen: a. b. c. d.
Scholingsgroep Scholingsgroep Scholingsgroep Scholingsgroep
leerkrachten groep 1 en 2 leerkrachten groep 3 leerkrachten groep 4 en 5 directies via het regioberaad
Thema‟s :voortzetting en onderhoud technisch lezen; adoptie woordenschat en begrijpend lezen. 2 korte informatieve bijeenkomsten voor leerkrachten groep 6 tot en met 8 te plannen in de periode september en januari. 2 momenten van schoolspecifieke ondersteuning. Voortdurende projectafstemming met projectcoördinator en regiodirecteuren MOVARE. Jaar 3: Schooljaar 2014-2015 Karakter op basis van hoofdlijnen. Definitieve vormgeving afhankelijk van resultaten jaar 2. 4. Succesvoorwaarden Deze voorwaarden zullen zichtbaar moeten zijn op alle niveaus om efficiënt en effectief toe te kunnen werken naar de vastgestelde MOVARE ambities voor dit traject. Het werken en het versterken van deze voorwaarden dragen ertoe bij dat het eigenaarschap vergroot wordt en dat de afhankelijkheid van externe ondersteuning geleidelijk aan vermindert. Bestuursniveau Het College van Bestuur: stelt in afstemming met de regiodirecteuren de ambities van MOVARE voor dit traject vast en faciliteert de realisatie hiervan waar mogelijk, stelt zich op vastgestelde momenten op de hoogte van de vorderingen, maakt zichtbaar op daartoe geëigende momenten betrokken te zijn op het traject, is aanwezig op cruciale momenten tijdens het traject. benoemt een interne projectcoördinator die in afstemming met de regiodirecteuren het “MOVARE Leesverbetertraject” begeleidt. De regiodirecteuren stellen lezen als prioriteit vast gedurende de looptijd van het traject binnen hun cluster van scholen, laten zich voortdurend informeren over de voortgang van het traject, bespreken gezamenlijk de voortgang, voeren gesprekken op basis van monitorgegevens, benadrukken het belang van dit traject en onderschrijven het niet vrijblijvende karakter, bespreken vorderingen en vraagstukken met hun schooldirecteuren, Schoolniveau De schoolleider, taalcoördinator en interne begeleider hebben de bereidheid om: lezen als prioriteit te stellen binnen de school gedurende het project, de projectdoelen en de onderliggende uitgangspunten te onderschrijven, het project te coördineren en te bewaken in de school, aanwezig te zijn op de scholingsbijeenkomsten, gecoacht te worden om zich als schoolleider te ontwikkelen tot resultaatgericht onderwijskundig leider en coach van het project, gecoacht te worden om zich als interne begeleider of taalcoördinator te ontwikkelen tot kwaliteitscoördinator leesonderwijs, blijvend zorg te dragen voor intern draagvlak, Leerkrachtniveau De leerkrachten op de scholen hebben de bereidheid om: De projectdoelen en de onderliggende uitgangspunten te onderschrijven, schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 44 van 103
Instructie te geven op het gebied van fonemisch bewustzijn, specifieke spraak/taalontwikkeling, letterkennis (groep 1/2) aanvankelijk lezen (groep 3) en voortgezet technisch lezen (groep 4/5) en instructie te kunnen geven aan woordenschatonderwijs, voldoende tijd in te plannen voor voorbereidend, aanvankelijk en voorgezet technisch lezen, de leestijd voor zwakke lezers uit te breiden met minimaal 60 minuten per week, de toetskalender toe te passen, op tijd volgens afspraak de toetsgegevens aan te leveren, aanwezig te zijn op de scholingsbijeenkomsten, gecoacht te worden door de interne begeleider/taalcoördinator, gecoacht te worden door middel van video-interactiebegeleiding, de projectdoelen en uitgangspunten van het totale leestraject te onderschrijven, de ervaringen te delen met collega‟s en open te staan voor feedback, het eigen handelen centraal te stellen en dit te willen verbeteren. Taalcoördinatoren hebben de bereidheid om alle scholingsbijeenkomsten te bezoeken, hebben de bereidheid collega‟s te coachen op de toepassing van het geleerde, nemen een actieve rol in binnen het schoolteam op het verspreiden van de kennis over het leesonderwijs, stemmen hun interne werkzaamheden telkens af met de schoolleider en de IB‟er, stemmen hun werkzaamheden af met de MOVARE begeleidingsdienst, nemen een actieve rol in het vasthouden en blijvend doorgaan van het traject, willen een bijdrage leveren aan scholingsmomenten op basis van schoolinterne coachingservaringen, hebben de bereidheid om op onderdelen zelf gecoacht te worden, werken op basis van de door CPS aangereikte basis uitgangspunten, komen op vastgestelde tijden bijeen voor afstemming. Medewerkers O&O MOVARE nemen deel aan de afgesproken scholingsbijeenkomsten zorgen op de afgesproken momenten voor “coaching on the job” werken op basis van de door CPS aangereikte basis uitgangspunten, komen op vastgestelde tijden bijeen voor afstemming. Logistiek MOVARE draagt zorg voor het logistieke aspect. Concreet betekent dit: verzorgen van adequate ruimtes voor de scholingsbijeenkomsten de ruimtes dienen geschikt te zijn voor maximaal 30 personen, voor de deelnemers koffie en thee, goede bereikbaarheid voor de deelnemers. Algemene succesfactoren gedeelde verantwoordelijkheden in alle lagen waarmaken, focus blijvend houden op technisch lezen, open staan om in de hele organisatie van elkaar te leren, onderdelen positief labelen: vertrouwen in succes, vinger aan de pols: monitoren, inspanningen waarderen, successen vieren, transparant in de resultaten, discipline ook op communicatie en organisatie, geen vrijblijvendheid.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 45 van 103
BIJLAGE 2: Onderwijsaanbod groep 1 en 2 Kernactiviteit Mondelinge Communicatie(gesprekken en kringactiviteiten) Onder deze kernactiviteit vallen: 1. Groepsgesprekken in de kleine groep a. gesprekken over actuele gebeurtenissen b. voor- en nabespreken van prentenboeken met taalzwakke leerlingen c. gesprekken aan de hand van ontwikkelingsmateriaal d. verder praten over belevenissen die in de grote kring aan de orde zijn geweest. 2.
Activiteiten in de grote kring a. ochtend- en middagbegin met aandacht voor de absenten, bijzondere gebeurtenissen en het dagritme b. bespreken groepsregels; vooraf om uit te leggen, achteraf om te kijken of en hoe het gelukt is c. zang- dans-, doe-, denk- en kimspelletjes
3.
Gespreksactiviteiten met prentenboeken a. Prentenboekactiviteiten worden in de kleine kring uitgevoerd. Ze worden interactief gebruikt en vormen op die manier een belangrijk hulpmiddel bij de taalontwikkeling. Een prentenboek wordt minimaal 3 x aan de orde gesteld. De eerste maal (introductie) ligt de activiteit sterk bij de leerkracht. De volgende keren verschuift de activiteit steeds meer naar de leerling.
4.
Verhalen vertellen en voorlezen a. Elke leerkracht leest verhalen voor die passen bij het thema dat aan de orde is.
5.
Kerndoelen a. De kernactiviteit mondelinge communicatie draagt uiteraard bij aan de kerndoelen op het gebied van taal. Gesprekken en kringactiviteiten dragen ook bij aan de kerndoelen rekenen, aardrijkskunde, natuur en geschiedenis. Voor zover het om zang- en bewegingsspelletjes gaat leveren ze een bijdrage aan de kerndoelen op het gebied van spel, bewegen en muziek.
Kernactiviteit lezen en schrijven(beginnende geletterdheid) We richten ons onderwijs in de onderbouw dusdanig in dat lezen en schrijven uit de wereld buiten de school ook in de school als betekenisvol herkend wordt door de kinderen. Binnen het kader van deze kernactiviteit is er structurele aandacht voor: 1. Werken met boeken 2. Schrijven en lezen van teksten 3. Motorische activiteiten als voorbereiding op handschriftactiviteiten 4. Werken met de computer Binnen deze kernactiviteit komen aan de orde: a. Leren gebruiken van de computer b. Leren gebruiken van digitale hulpmiddelen (fotocamera) a.
Kerndoelen De kernactiviteit beginnende geletterdheid draagt uiteraard bij aan het bereiken van de kerndoelen taal. Belangrijk is ook dat er in 1999 tussendoelen voor beginnende geletterdheid zijn geformuleerd door het Expertisecentrum Nederlands. In de periode 2011-2015 willen we deze tussendoelen als richtinggevers integreren in ons onderwijs. Dat betekent dat we voor de groepen 1 en 2 alle gewenste doelen vooraf vaststellen. Die doelen vormen voor de leerkrachten het richtpunt van hun onderwijs. De kernactiviteit beginnende geletterdheid draagt ook bij aan een aantal leergebiedoverstijgende kerndoelen, met name werkhouding en zelfbeeld.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 46 van 103
Kernactiviteit rekenen-wiskunde Kinderen leven in een wereld die vol zit met getalsmatige aspecten. Voor ze op school komen, hebben ze al heel wat hoeveelheidservaringen opgedaan. Binnen het kader van deze kernactiviteit is er structurele aandacht voor: a. Telactiviteiten b. Zang-, tel- en bewegingsspelletjes c. Gezelschapsspelen d. Meetactiviteiten e. Werken met ontwikkelingsmaterialen f. Bouwactiviteiten g. Werken met de computer
Kernactiviteit spelen Spel heeft grote betekenis voor de ontwikkeling van kinderen. Door te spelen krijgen kinderen greep op de wereld om hun heen. Vandaar dat er in de groepen 1 en 2 structurele aandacht is voor de volgende vormen van spel. a. Bewegingsspel Bewegingsspel vindt ‟s winters dagelijks plaats in de speelzaal. Het groot materiaal dat voor bewegingsspel wordt ingezet omvat klimrekken, wandrekkken, glijbaan, ladders, banken, springkasten, wip en matten. Klein materiaal omvat skippyballen, touwtjes, hoepels, kegels, pittenzakken en allerlei soorten ballen. Tevens vinden in de speelzaal de behendigheidsspelen plaats. b.
Buitenspel Buitenspel gebeurt bij geschikte weersomstandigheden twee maal per dag. ( in de zomer en bij goede weesromstandigheden) Voor het buitenspel is groot materiaal beschikbaar in de vorm van klimtoestellen, zandbak en duikelstangen. Bovendien kunnen de kinderen beschikken over grote en kleine wagens, karren, loopklossen en stepjes. De leerkrachten tonen belangstelling, spelen mee, geven spelsuggesties, observeren en houden afspraken in de gaten.
c.
Sensomotorisch of Manipulatief spel. Al manipulerend verkennen zij eigenschappen en kenmerken van allerlei voorwerpen. Dit legt niet alleen een goede basis voor allerlei reken- en wiskundige activiteiten, maar is ook voorwaarde om het spel te verdiepen. Pas dan gaan kinderen namelijk nieuwe betekenissen aan die materialen verbinden. En die betekenissen zijn weer van belang om tot goed rollen- en constructiespel te kunnen komen.
d.
Rollenspel In elke groep is er een regelmatig wisselende themahoek die rollenspel mogelijk maakt. De themahoeken worden na een pakkende introductie samen met de kinderen ingericht. Om de kwaliteit van het rollenspel te bevorderen, spelen de leerkrachten voor en mee.
e.
Kerndoelen In de spelsituaties komen de leergebiedoverstijgende kerndoelen in samenhang vaak tot volle ontplooiing. Zowel voor werkhouding, het werken volgens plan, het gebruik van uiteenlopende strategieën, het werken aan zelfvertrouwen en sociaal gedrag zijn spelsituaties van groot belang. Bij de leergebiedspecifieke kerndoelen worden bijdragen geleverd aan het gebied van de lichamelijke opvoeding, met name de domeinen gymnastiek, spel, bewegen op muziek en rollenspel.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 47 van 103
Kernactiviteit construeren en uitbeelden Binnen deze kernactiviteit komen de volgende activiteiten structureel aan de orde. a.
Werken met zand, water en klei. Voor al onze groepen staat een zandwatertafel ter beschikking. Zand , water en klei zijn ongevormde materialen en geven veel gelegenheid tot manipulerend en experimenterend spel.
b.
Tekenen , schilderen en werken met papier
c.
Werken met kostenloos materiaal, natuurmateriaal en textiel
d.
Werken met bouw- en constructiematerialen
e.
Werken met compositiematerialen
f.
Kerndoelen Constructieve en beeldende activiteiten leveren bijdragen aan leergebiedoverstijgende kerndoelen als werkhouding en werken volgens plan. Bij de leergebiedspecifieke kerndoelen wordt bijgedragen aan techniekdoelen, teken- en handvaardigheidsdoelen, rekenwiskunde doelen, natuurdoelen en aardrijkskundedoelen.
Thema´s ( methode kleuterplein) en projecten ( vanuit leerkracht) Thema´s en projecten stellen de kinderen en de leerkrachten in staat om met de boven beschreven kernactiviteiten in samenhang aan de slag te gaan. Bij de opzet van projecten speelt de inbreng van de kinderen een belangrijke rol. Elk project start met een brainstorm waarbij leerkrachten en kinderen betrokken zijn. Onze doelen bij het werken met thema´s en projecten zijn: a. samenhang in activiteiten b. kinderen leren “hoe het in het echt is” c. kinderen krijgen kansen om echte ervaringen op te doen d. kinderen kunnen “deelnemen aan de wereld” e. thema‟s zijn een bron voor rollenspel f. thema‟s en projecten dragen door hun “echtheid” bij aan de leergebiedspecifieke kerndoelen, waarbij met name het domein “oriëntatie op mens en wereld” een accent krijgt g. thema‟s en projecten dragen door hun samenhang bovendien bij aan enkele leergebiedoverstijgende kerndoelen (werkhouding, werken volgens plan, leerstrategieën)
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 48 van 103
BIJLAGE 3: Zorgplan Samenwerkingsverband
S
WV 55.02 AMENWERKINGSVERBAND LANDGRAAF
COÖRDINATIE Postbus 1103 6460 BC Kerkrade Bezoekadres: Heyendallaan 55b 6464 EP Kerkrade Tel: 045 5466950 Fax: 045 5466977 E-mail:
[email protected]
Zorgplan 2011– 2012 (concept)
Samenwerkingsverband 55.02 Landgraaf BRIN 26TF Samenstelling Adri Rooijakkers en Jef Caelen (coördinatie)
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 49 van 103
Inhoudsopgave Voorwoord Hoofdstuk 1 1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
3 Zorgplan: kerndocument van het samenwerkingsverband
Doel van het samenwerkingsverband Functie van het zorgplan Relatie met het schoolplan Relatie met bestuursbeleid
Hoofdstuk 2
Niveaus van zorg
Hoofdstuk 3
Inhoudelijke ontwikkelingen
3.1 • • • • • • • • • 3.2 • • • • • •
6
PCL
11
Permanente Commissie Leerlingzorg Taak en werkwijze PCL
Hoofdstuk 5 5.1. 5.2. 5.3.
5
Resultaten 2010-2011 Deelname speciaal basisonderwijs Interne zorgstructuur Boeiend en passend onderwijs in een lerend perspectief Ambulante begeleiding De ontwikkeling naar 1-loket De inrichting van ZAT‟s Onderwijs aan (hoog)begaafde kinderen Netwerk IB Federatief bestuur overleg Ontwikkeldoelen 2011-2012 PCL Parkstad Dossiervorming Zorgprofielen/zorgmonitor Boeiend, passend onderwijs en opbrengstgericht werken Ambulante begeleiding Federatief bestuur
Hoofdstuk 4 4.1. 4.2.
4
Ouders 14
Rol van de ouders Ondersteuning van de ouders Collectieve betrokkenheid van de ouders
Hoofdstuk 6
Inzet middelen 15
6.1. Berekening zorgmiddelen 6.2. Inzet personele middelen en projecten 6.3. Meerjarenprognose zorgbudget 6.4. 6.5. Begroting passend onderwijs Begroting exploitatie Hoofdstuk 7
Vaststelling
20
Hoofdstuk 8
Partners
21
8.1. 8.2. 8.3. 8.4.
Deelnemende besturen Deelnemende scholen voor basisonderwijs Deelnemende speciale school voor basisonderwijs Centrale dienst
Hoofdstuk 9
Geschillencommissie
Bijlage 1
Lijst van afkoringen
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
22
pagina 50 van 103
Voorwoord Voor u ligt het Zorgplan 2010-2011. Het Samenwerkingsverband 55.02 bestaat bestuurlijk uit een participant. De Onderwijsstichting MOVARE. Het Samenwerkingsverband bestaat uit 11 scholen en een SBO-school. In organisatorisch opzicht werkt de Onderwijsstichting MOVARE met een regio-structuur. Deze regio kent een regioplan. Het zorgplan van het Samenwerkingsverband is afgestemd op het regioplan en de schoolplannen. Het Samenwerkingsverband kent een aantal reguliere taken in relatie tot leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Men ontkomt niet aan een curatief deel binnen de taken, maar preventief werken verdient de voorkeur. De vraag daarbij is hoe men een situatie kan creëren waardoor speciale behoeften voor het overgrote deel in het reguliere onderwijsproces begeleid worden. Met betrekking tot een antwoord op deze vraag werkt het Samenwerkingsverband Inhoudelijk aan het ontwikkelen van Boeiend Onderwijs met als doel een kwaliteitsverbetering door middel van het werken met de principes van de lerende school. Er is een nauwe samenwerking tussen de Samenwerkingsverbanden Hoensbroek-BrunssumOnderbanken 55.01, Landgraaf 55.02 en Kerkrade-Simpelveld 55.03. De drie verbanden beschikken over een coördinator voor wat betreft algemene zaken, financiën en externe contacten. Daarnaast is er in het samenwerkingsverband Landgraaf een coördinator voor het taakgebied Boeiend Onderwijs. De College‟s van Bestuur van MOVARE en INNOVO hebben een principe besluit genomen om met elkaar een nieuw Samenwerkingsverband Parkstad in te richten. Deze ontwikkeling wordt mede ingegeven door de nieuwe wettelijke kaders ten aanzien van de schaalgrootte van Samenwerkingsverbanden. De opmaat voor dit nieuwe Samenwerkingsverband is de inrichting van een nieuwe Permanente Commissie Leerlingzorg die met ingang van 1 augustus 2011 operationeel is. Er is in de nieuwe opzet sprake van een smalle PCL die als voornaamste taak het al dan niet afgeven van beschikkingen voor het SBO heeft. Een belangrijke voorwaarde voor het functioneren van een PCL in deze opzet is de kwaliteit van de dossiervorming. In 2011-2012 is dit een belangrijk ontwikkelonderwerp voor het Samenwerkingsverband. Adri Rooijakkers Jef Caelen
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 51 van 103
Hoofdstuk 1
Het Zorgplan: kerndocument van het samenwerkingsverband
1.1. Doelen van het samenwerkingsverband Het samenwerkingsverband Landgraaf stelt zich ten doel een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen te realiseren. Zowel binnen en tussen basisscholen en in samenwerking met speciale scholen voor basisonderwijs. Zodanig dat zoveel mogelijk leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces doormaken. 1.2 Functies van het Zorgplan Het zorgplan geeft een beschrijving van: De niveaus van zorg, de zorgstructuur. De wijze waarop de middelen worden ingezet. De bereikte resultaten 2010-2011 De beoogde resultaten in 2011-2012. De samenstelling, werkwijze en financiering van de permanente commissie leerlingenzorg (PCL) De procedure voor onderzoek en plaatsing van leerlingen op de speciale school voor basisonderwijs (SBO). De wijze waarop aan de ouders informatie wordt verstrekt over de zorgvoorzieningen en de criteria van de PCL. 1.3. Relatie met het schoolplan Elke school van het samenwerkingsverband 55.02 Landgraaf. stelt zijn schoolplan op met daarin opgenomen het beleid t.a.v. de zorg. Het zorgplan van het samenwerkingsverband stelt doelen en geeft richting aan de zorg binnen de deelnemende scholen. De afspraken en doelstellingen zoals die binnen het Samenwerkingsverband 55.02 zijn afgesproken, zijn binnen het schoolplan duidelijk te herkennen . 1.4 Relatie met bestuursbeleidsplannen In het federatief samenwerkingsverband participeren drie besturen die ieder weer hun eigen bestuursbeleidsplan hebben. De coördinator stemt in overleg met de regiodirecteuren, directeuren en intern begeleiders het zorgplan van het samenwerkingsverband af op de bestuursbeleidsplannen.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 52 van 103
Hoofdstuk 2: Niveaus van zorg Dezelfde taal spreken is, wanneer het gaat om de onderwijsbehoeften van alle leerlingen, van wezenlijk belang. Om dat te kunnen zijn afspraken gemaakt over de niveaus van zorg. Deze zijn richtinggevend voor het handelen van professionals die verantwoordelijk zijn voor de optimale ontwikkeling van de kinderen. De niveaus kennen een wisselwerking. Op het moment dat er activiteiten in een hoger niveau plaats vinden, houdt dat tevens in dat op het onderliggende niveau alles ondernomen en gedocumenteerd is, zodat een volgende professional de draad kan oppakken zonder dat er stagnaties in het proces ontstaan. De structuur van de 5 niveaus van zorg is voor alle scholen in het samenwerkingsverband vastgelegd. In het onderstaande overzicht staan op hoofdlijnen de meest relevante kenmerken van het niveau van zorg. Niveau 1 :
Algemene zorg in de groep
Kenmerken: Niveau 2:
Realisatie van boeiend en passend onderwijs Groepsleerkracht neemt beslissingen Goede informatie uitwisseling tussen school en ouders Registratie in het leerlingvolgsysteem
Extra zorg in de groep
Kenmerken: Niveau 3:
Kortdurende zorg d.m.v. extra instructie door de groeps leerkracht Goede informatie uitwisseling tussen school en ouders Registratie in het leerlingvolgsysteem
Speciale zorg na intern onderzoek
Kenmerken: Niveau 4:
Voorafgaande aan de speciale zorg vindt intern onderzoek plaats Voor deze speciale zorg wordt een handelingsplan opgesteld De beslissing wordt op schoolniveau genomen De IB-er coördineert de zorg Vaststelling en uitvoering vindt plaats na overleg met en schriftelijke toestemming van ouders. Uitvoering duurt 6-8 weken. Registratie in het dossier van de leerling en het leerlingvolgsysteem
Speciale zorg na extern onderzoek
Kenmerken: Niveau 5:
Speciale zorg n.a.v. extern onderzoek; langdurige zorg en/of speciale zorg Voor deze speciale zorg wordt een begeleidingsplan opgesteld De beslissing wordt op schoolniveau genomen, de intern begeleider coördineert de zorg Bij extern onderzoek is schriftelijke toestemming van ouders noodzakelijk Registratie in het dossier van de leerling en het leerlingvolgsysteem
Zorg in het SBO/SO Kenmerken: Zorg in het SBO/SO De ouders melden de leerling aan bij de PCL of CVI, de basisschool verzorgt het onderwijskundig rapport De PCL geeft een beschikking af voor plaatsing in het SBO CVI geeft de beschikking af voor Leerling Gebonden Financiering met de mogelijkheid tot plaatsing in het SO of in de reguliere basisschool met externe ondersteuning Terugplaatsing wordt afgestemd met alle betrokken geledingen.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 53 van 103
Indien alle voorgaande zorgniveaus niet aan de onderwijs en zorgbehoefte van het kind kunnen voldoen, volgt verwijzing naar het speciaal basisonderwijs, Herstart, Op de Rails, Rebound. Binnen de REC-school krijgt de leerling een op zijn/haar leer- of gedragsprobleem toegesneden programma met gebruikmaking van speciale methodes en instructieprincipes. Plaatsing vindt plaats op basis van eenduidige criteria, evenals (tussentijdse) evaluatie. Het streven blijft om leerlingen weer zo verantwoord als mogelijk terug te plaatsen in het regulier onderwijs. Terugplaatsing is mede afhankelijk van de kwaliteit van de integrale leerlingenzorg in de reguliere scholen. In de toekomst zal het loket de toewijzing voor deze speciale voorziening verzorgen. Hoofdstuk 3: Inhoudelijke ontwikkeling 3.1.
3.2.
Resultaten 2010-2011 Deelname speciaal basisonderwijs Interne zorgstructuur Boeiend en passend onderwijs in een lerend perspectief Ambulante begeleiding De ontwikkeling naar 1-loket De inrichting van ZAT‟s Onderwijs aan (hoog)begaafde kinderen Netwerk IB Federatief bestuur overleg Ontwikkeldoelen 2011-2012 PCL Parkstad Dossiervorming Zorgprofielen/zorgmonitor Boeiend, passend onderwijs en opbrengstgericht werken Ambulante begeleiding Federatief bestuur
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 54 van 103
3.1 Resultaten 2010-2011 3.1.1. Deelname speciaal basisonderwijs Het deelname % aan het speciaal basisonderwijs ligt in het Samenwerkingsverband Landgraaf op 3,82 %. Het deelname percentage is meer dan 1 % hoger dan het landelijk gemiddelde van 2,73 %. (bron: website www.passendonderwijs.nl )
3.1.2. Interne zorgstructuur binnen de school Alle scholen binnen het samenwerkingsverband hebben een interne zorgstructuur die ingericht is conform de 5 niveaus van zorg. 3.1.3. Boeiend en passend onderwijs in een lerend perspectief De voorgenomen activiteiten ten aanzien van boeiend en passend onderwijs hebben het afgelopen jaar plaats gevonden. Het ging daarbij om studiedagen voor intern begeleiders en directeuren rond thema‟s zorg en passend onderwijs. Er heeft ondersteuning plaats gevonden bij leer- en gedragsproblemen vanuit het SBO. Scholen hebben in ruime mate gebruik gemaakt van de beschikbare middelen voor eigen ontwikkeling op het gebied van boeiend en passend onderwijs. 3.1.4. Ambulante begeleiding Alle scholen kunnen ambulante begeleiding aanvragen via het Samenwerkingsverband 55.03. Afhankelijk van de hulpvraag worden verschillende vormen van ambulante begeleiding toegekend. schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 55 van 103
Ook de aanvragen voor ambulante begeleiding vanuit de REC scholen (PAB) worden via het samenwerkingsverband gedaan. In schooljaar 2009 – 2010 hebben in het Samenwerkingsverband 55.01 in totaal 33 leerlingen gebruik gemaakt van Ambulante begeleiding. Het Samenwerkingsverband kent 3 vormen van ambulante begeleiding, NAB (Neveninstromers Ambulante Begeleiding, begeleiding van leerlingen die nog geen Nederlands spreken), RAB (Reguliere Ambulante Begeleiding, vaak gericht op gedrag van leerlingen) en de TAB (Taal Ambulante Begeleiding, met name gericht op leerlingen van groep 1 en 2) 3.1.5. De ontwikkeling naar één loket Het afgelopen jaar is er ten aanzien van de ontwikkeling naar één loket geen voortuitgang geboekt. Het uitblijven van een slagvaardige aanpak door betrokken partners als gevolg van een koersverandering t.a.v. passend onderwijs is daaraan mede debet. Daarmee is niet het gedachtengoed van tafel en is de ontwikkeling wel steeds onderwerp van gesprek geweest. 3.1.6. De inrichting van ZAT’s. (Zorg Advies Teams) Het Samenwerkingsverband heeft niet geparticipeerd in de verdere ontwikkeling van de ZAT‟s. Er zijn ZAT‟s in Landgraaf. 3.1.7. Onderwijs aan (hoog)begaafde kinderen Het Samenwerkingsverband heeft niet geparticipeerd inde in de uitvoering van onderwijs aan (hoog)begaafde kinderen. De voorgenomen werkgroep vanuit de projectstructuur Passend Onderwijs Parkstad heeft geen verdere vorm gegeven aan de inbedding van onderwijs aan(hoog)begaafde kinderen binnen het reguliere onderwijs. 3.1.8 Netwerk IB Alle scholen nemen deel aan het netwerk voor intern begeleiders. Het netwerk komt 6 keer per jaar bij elkaar. Tijdens de netwerk bijeenkomsten worden de landelijke ontwikkelingen gevolgd en kunnen de ib-ers informatie uitwisselen. 3.1.9 Federatief bestuur Jaarlijks komt het federatief bestuur minimaal 3 keer bijeen om de ontwikkelingen binnen het Samenwerkingsverband te bespreken. In januari is er een algemene ledenvergadering waarin het Zorgplan wordt vastgesteld. In mei wordt het Zorgplan definitief vastgesteld. Het Bestuursverslag is voor het eind van het schooljaar besproken en vastgesteld. 3.2 Ontwikkeldoelen 2011-2012 Tijdens het schrijven van dit zorgplan staan er een aantal ontwikkelingen en aanpassingen in het beleid van de overheid aan te komen. Aangezien het Samenwerkingsverband voor de uitwerking van dit beleid participeert in platforms op Parkstad en op Zuid-Limburgs niveau is nog niet duidelijk hoe een en ander uiteindelijk vorm gaat krijgen. Daarom, kiezen we als Samenwerkingsverband er voor om onderwerpen te ontwikkelen die in alle gevallen bijdragen aan een noodzakelijk kwaliteitsimpuls. 3.2.1 PCL Parkstad De federatieve besturen van de Samenwerkingsverbanden in Parkstad hebben in 2010 het besluit genomen te komen tot een PCL voor Parkstad in de smalle variant. De opdracht aan deze PCL is het afgeven van beschikkingen die een toelating tot het SBO mogelijk maken. Dat betekent dat de scholen dossiers aanleveren van een zodanige kwaliteit, dat de PCL over voldoende informatie beschikt om beslissingen te nemen. In aansluiting op het bestuursbesluit is een uitvoeringsdocument geschreven, waarin de werkwijze en procedures zijn vastgelegd. Het streven is deze PCL op 1 augustus 2011 te laten starten. Het is niet ondenkbaar dat er knelpunten ontstaan. Leerlingen moeten, als gevolg van de gewijzigde werkwijze, niet belemmerd worden in hun ontwikkeling.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 56 van 103
3.2.2 Dossiervorming De eerste stap om de nieuwe PCL te laten functioneren en er voor te zorgen dat bij een beschikking het SBO over voldoende informatie beschikt om met de leerling verder te werken, zijn kwalitatief goede dossiers onmisbaar. Uit praktijkervaring blijkt dat de huidige dossiers in voorkomende gevallen niet van die kwaliteit zijn om die voorwaarde te realiseren. Voor een bepaalde tijd, in ieder geval de looptijd van schooljaar 2011-2012 geven we consultanten de opdracht mee om in een vroeg stadium de school attent te maken op onvolledige dossiers. Tegelijkertijd vindt er op dossiervorming gericht scholing plaats voor IB-ers. Centraal staat in deze scholing: De inhoud van het OKR Dossiervorming; wat is nodig om te registreren en op welke wijze Samenvatten van de inhoud in termen van onderwijsbehoefte Voorafgaande aan de ze scholing is met deskundigen bepaald wat de gewenste inhoud van de dossiers is Het doel is dat scholen binnen maximaal twee jaar de expertise hebben op het gebied van dossiervorming. Uiteindelijk zijn scholen zelf in staat een aanmelding bij de PCL te voorzien van de juiste documenten. 3.2.3 Zorgprofielen/zorgmonitor Om de Zorgplicht te realiseren is beleid en beleidsontwikkeling nodig. Het is niet zo dat we starten met een 0-situatie. Er is sprake van beleid, dat op onderwerpen waarvoor dat moet, niet de benodigde eenduidigheid kent. Met behulp van het instrument Kind op de gang heeft elke school zijn zorgprofiel en daarmee krijgen we inzicht in de diversiteit van beleid en ontwikkeling. Door het breed uitvoeren van de 0-meting Kind op de Gang is er voldoende informatie om op verschillende niveaus te analyseren in hoeverre er sprake is van een dekkend aanbod. We zien deze 0-meting als kans om betrokken scholen en leerkrachten uit te dagen tot het realiseren van verbeteringen en het ondernemen van actie. De kwaliteit van de zorg is afhankelijk van een groot aantal factoren. Niet alleen het zorgprofiel als statisch gegeven, maar ook processen in de school hebben hun invloed op de kwaliteit. Het zorgprofiel geeft een foto van de zorgbreedte maar geeft geen inzicht in de voorwaardelijke context. De mate en soort van zorg die een school kan bieden is mede afhankelijk van de inrichting van de organisatie, didactisch- pedagogisch concept, deskundigheden in de school etc. De ontwikkeling van een zorgmonitor, analoog aan producten die ook reeds in andere samenwerkingsverbanden in de regio gebruikt worden, wordt gestart in 2011-2012. 3.2.4 Boeiend, passend onderwijs en opbrengstgericht werken Kwaliteitsverbetering van het onderwijs in algemene zin is het uitgangspunt van de scholen binnen het Samenwerkingsverband. Ons doel is in te spelen op de ontwikkelingsbehoeften van alle kinderen en maximale zorg te bieden voor kinderen met specifieke behoeften De visie De scholen van SWV werken vanuit een gezamenlijke visie om het onderwijs eigentijds, boeiend en kwalitatief zo in te richten, dat het passend is voor een maximaal aantal kinderen. De ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs richt zich dus op alle leerlingen en gaat er vanuit, dat met de toename van de kwaliteit, meer leerlingen in het gewone basisonderwijs hun plaats hebben. Daarmee neemt de noodzaak om te verwijzen naar speciaal basisonderwijs of Speciaal Onderwijs af. Bij de ontwikkeling van het onderwijs naar de beoogde kwaliteit wordt een groot gewicht toegekend aan het gedachtegoed van de lerende school. Onder boeiend wordt verstaan: uitdagend, motiverend en eigentijds met het doel in te spelen op belangstelling en behoefte van de leerling. Passend duidt op het inspelen op individuele mogelijkheden van kinderen. Lerend duidt op de relatie met de omgeving. De continue wisselwerking tussen de behoefte van de omgeving enerzijds en de ontwikkeling in de omgeving anderzijds. Continue communicatie zowel intern als met externen heeft daarbij een spilfunctie om snel op de veranderende omgeving continu in te spelen. Het onderwijs op de scholen van het Samenwerkingsverband is dan ook in een continue ontwikkeling. schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 57 van 103
Om kinderen in staat te stellen meer aan te sluiten bij hun eigen talenten en mogelijkheden, moeten ze kansen krijgen om eigen keuzes te maken. Kinderen moeten daartoe leren meer eigen verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen leerproces. Om kinderen de kans te bieden zichzelf te leren kennen en in te spelen op de behoefte van de maatschappij, moeten we kinderen in toenemende mate laten samenwerken in het leerproces. Doelen Om boeiend, passend onderwijs in een lerend perspectief te realiseren zijn er kenmerken die richting geven aan onderwijsontwikkelingen voor de scholen. De kenmerken geven meer zicht op de realisering van boeiend en passend onderwijs, de kenmerken van leerkrachten en kenmerken van het lerend functioneren van het schoolteam. In de huidige ontwikkeling is daarbij noodzakelijk het doel van boeiend en passend onderwijs in beeld gekomen: opbrengstgerichtheid. De wijze waarop een school gestalte geeft aan boeiend en passend onderwijs kan heel divers zijn, maar moet wel beantwoorden aan de kwaliteitskenmerken. Daartoe wordt “richting” gegeven aan de kenmerken van boeiend onderwijs. Leerkrachten zijn bereid tot innovatie. Leerkrachten stellen zich “lerend” op vanuit een tweezijdige benadering. Zelf willen leren in relatie met collega‟s en open staan om ervaringen en kennis te delen met collega‟s. Bij leerkrachten is een basis- (vak)kennis aanwezig met betrekking tot de mogelijkheden om boeiend/passend/ onderwijs te realiseren. De leerkrachten kiezen oplossingen met duidelijk herkenbare “kind nabije” kenmerken, die aantonen, dat kinderen o.a. eigen keuzes kunnen maken. De leerkracht verantwoordt zich inzichtelijk in een administratie voor zijn onderwijskundig handelen. Organisatie Scholen bepalen zelf hun eigen ontwikkeling en kiezen zelf activiteiten om de visie te realiseren. De mindmap, “Boeiend onderwijs in het perspectief van de lerende school” vormt ook voor het schooljaar 2011 – 2012 het document, dat het uitgangspunt is voor ons beleid en de daaraan gekoppelde activiteiten en ontwikkelingen op de scholen. Jaarlijks wordt binnen het directieberaad van het Samenwerkingsverband een peiling gedaan naar de ervaringen met de activiteiten van het afgelopen schooljaar en de behoefte aan ondersteuning en activiteiten voor het komende schooljaar. Het directieberaad legt vervolgens via de coördinator de plannen ter goedkeuring voor aan het federatief bestuur van het Samenwerkingsverband. Activiteiten Vanwege de ontwikkelingen t.a.v. de PCL zijn voor het schooljaar 2011-2012 de activiteiten gericht op passend onderwijs: • Netwerk intern begeleiding: 1. Invoeren nieuwe voorwaarden dossiervorming 2. Ontwikkelingsperspectief, 3. Ontwikkeling zorgprofiel • Cursus intern begeleiders: Eigen expertise, dossiervorming, opbrengsten passend onderwijs, ontwikkelingsperspectief • Cursus in kader expertise sociaal emotionele problematiek In het algemeen kunnen scholen goed inspelen op onderwijsbehoeften van leerlingen als het gaat om instrumentele vaardigheden. Behoeften waarbij het gedragsmatige aspect een rol speelt overvragen de school en de leerkracht. Wanneer leerlingen onderwijsbehoeften hebben op het gebied van gedrag heeft de leerkracht vaak een wat mager gevulde tool-box. Gelet op de ontwikkelingen in de toekomst, minder mogelijkheden voor AB en plaatsing in SBO en SO, zal, omwille het welzijn van alle leerlingen, geïnvesteerd worden in het uitbreiden van de vaardigheden op dit vlak. • Twee studiedagen algemene informatie m.b.t. de genoemde thema‟s en uitwisseling ontwikkelingen • Eigen budget van € 5000,00 geoormerkt voor de thema‟s van de hierboven genoemde activiteiten In het financiële gedeelte, Inzet van middelen 6.4, is de begroting opgenomen voor deze activiteiten. schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 58 van 103
3.2.5 Ambulante begeleiding Ambulante begeleiding in de huidige vorm, voor zover er in SWV 55.02 gebruik van gemaakt is, wordt beëindigd. In schooljaar 2011-2012 wordt regionaal/sub-regionaal een opzet voor ambulante begeleiding gecreëerd. Daarbij rekening houdend met prioriteiten en de financiële ruimte. 3.2.6 Federatief bestuur Het federatief bestuur komt minimaal 3 keer bijeen om de ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband te bespreken. In januari is er een algemene ledenvergadering waarin het Zorgplan wordt vastgesteld. Voor 15 mei wordt het Zorgplan definitief vastgesteld. Daarnaast wordt jaarlijks het Bestuursverslag voor het eind van het schooljaar besproken en vastgesteld.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 59 van 103
Hoofdstuk 4: De PCL. 4.1 Permanente Commissie Leerlingenzorg De PCL heeft op grond van artikel 19 2d WPO multidisciplinaire samenstelling. De volgende disciplines maken deel uit van de PCL voor de samenwerkingsverbanden van Parkstad Limburg 4.2.
psycholoog orthopedagoog. didactisch deskundige. Taakstelling en werkwijze van de Permanente Commissie Leerlingenzorg
4.2.1. Taakstelling De taak van de PCL is om op aanvraag van de ouders te beoordelen of plaatsing van een leerling op onze speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is. De PCL heeft een beperkte adviesfunctie, die als volgt wordt ingevuld: 1. Na een beslissing kan de PCL besluiten een evaluatiegesprek te houden en treedt dan in overleg met de directeur van de school. Het doel van dit gesprek is het gezamenlijk evalueren van de procedure en de inhoud van een of meerdere dossiers, in relatie met de realisatie van onderwijs op maat. 2. Bij een negatieve beslissing kan de PCL ouders en school adviseren over de inzet van expertise leerlingenzorg. 3. De voorzitter van de PCL overlegt maandelijks met de coördinator, met als doel elkaar te informeren en mogelijke bespreekpunten voor het directieoverleg en/of het IB-netwerk voor te bereiden. 4.2.1
Werkwijze van de PCL
a. Aanmelding tot plaatsing in SBO bij de PCL 1. Bij aanmelding worden de leerlingen bij de administratie van de PCL geregistreerd. Deze verzorgt een schriftelijk bericht van bevestiging aan de ouders van de betrokken leerling en een afschrift naar de school c.q. de betrokken instantie. Tevens wordt aangegeven wanneer de behandeling van aanmelding zal plaatsvinden. 2. De PCL hanteert het aanmeldingsformulier PCL voor de beoordeling van de toelaatbaarheid van een leerling voor onze SBO. 3. Aanmeldingen die binnen 2 weken voor de vooraf vastgestelde PCL vergaderingen plaatsvinden, worden in de regel pas op de daarop volgende reguliere PCL vergadering besproken. 4. Indien de ouders op het aanmeldingsformulier aangeven gebruik te willen maken van de mogelijkheid een deskundigenrapport in te sturen, stelt de PCL hen in de gelegenheid dit binnen een termijn van vier weken te doen. 5. Indien de gegevens op het aanmeldingsformulier niet compleet zijn, stelt de PCL de ouders in de gelegenheid de ontbrekende gegevens binnen vier weken aan te vullen. 6. Indien het onderwijskundig rapport niet gelijktijdig wordt ontvangen, verzoekt de PCL onmiddellijk na de ontvangst van het aanmeldingsformulier aan de basisschool om toezending van het onderwijskundig rapport binnen vier weken. 7. Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing bij overgang van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs naar een dergelijke school in een ander samenwerkingsverband, met dien verstande dat de gegevens inzicht geven in de voortgang van de ontwikkeling van de leerling en vergezeld gaan van het handelingsplan. (WPO art. 43.2) 8. Een afschrift van het rapport, bedoeld in de vorige twee leden, en van het handelingsplan wordt aan de ouders van de leerling verstrekt. (WPO art. 43.3) 9. Als een leerling van een basisschool uit een ander samenwerkingsverband wordt aangemeld, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen indien de PCL van dat andere samenwerkingsverband geen onherroepelijk geworden beslissing heeft genomen of plaatsing van de leerling op een SBO noodzakelijk is. De vorige zin is niet van toepassing indien de aanvraag plaatsvindt in verband met een verhuizing van de leerling. (WPO art. 23.4) 10. Als het kind nog niet een basisschool bezoekt (als er bijvoorbeeld sprake is van aanmelding vanuit het MKD), zijn de ouders vrij in de keuze van de PCL van een samenwerkingsverband. b. Procedure en taakverdeling. De PCL houdt ten behoeve van de uitvoering van zijn taakstelling de volgende procedure aan: schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 60 van 103
1. De PCL gaat na of de aangemelde leerling tot het eigen samenwerkingsverband behoort. Als dit niet zo is, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen. (zie: 2.1.1.2 a.9) 2. Indien de ouders vasthouden aan aanmelding binnen ons samenwerkingsverband en de PCL van het andere verband een onherroepelijke uitspraak heeft gedaan, kan de PCL met die PCL in overleg treden. 3. De aangemelde leerlingen worden geregistreerd overeenkomstig de gegevensindeling op het aanmeldingsformulier en gebruik makend van de informatie in het onderwijskundig rapport. 4. De geboden informatie over de leerling wordt vergeleken met de benodigde informatie voor besluitvorming, volgens de referentiekaders voor beoordeling en advisering die de PCL hanteert. (zie 2.1.1.3 Toelichting bij taakstelling en werkwijze PCL) 5. Zo nodig wordt aanvullende informatie verzameld bij de school/ouders en/of andere personen/ instellingen, die gegevens ten behoeve van de besluitvorming over de aangemelde leerling kunnen leveren. 6. De beschikbare informatie wordt samengebracht in een apart dossier van de aangemelde leerling, dat ten grondslag ligt aan beoordeling en advisering. 7. Het dossier wordt bestudeerd op grond van het referentiekader, waarna de bevindingen op schrift worden gesteld en verzameld ten behoeve van de besluitvorming door de PCL. 8. Het beoordelen van de toelaatbaarheid tot de SBO gebeurt in overleg op de in 4.1.1.2 c. 1 t/m 5 beschreven wijze. 9. Het oordeel over de toelaatbaarheid wordt verwoord in een beschikking overeenkomstig de voorschriften van de Algemene Wet Bestuursrecht (WPO art.23.6); een advies wordt geformuleerd volgens de aanwijzingen van de leden. 10. De beschikking, respectievelijk het advies wordt ter kennis gebracht van de aanvrager op de in 4.1.1.2 d. beschreven wijze. 11. Van de gehele procedure, inclusief beslissingen en adviezen, vindt per leerlingendossier verslaglegging plaats. Dit verslag wordt toegevoegd aan het leerlingendossier. Dit dossier wordt in de school, die de leerling bezocht toen het advies werd uitgebracht, bewaard tot 3 jaar nadat de leerling de school heeft verlaten, met dien verstande dat bij plaatsing van een leerling op een andere school in het samenwerkingsverband de beslissing of het advies in die school wordt bewaard tot 3 jaar nadat de leerling die school heeft verlaten.(WPO art. 23.8) Opmerking: Inzake de punten 1 t/m 5 en 9 ligt de primaire verantwoordelijkheid bij de voorzitter. c.
De wijze van beoordeling en advisering.
1. De PCL beoordeelt in eerste instantie de toelaatbaarheid van een aangemelde leerling tot de SBO en neemt daartoe een besluit dat geldt als een beschikking in de zin van de AWB. Om een dergelijk besluit te kunnen nemen, dienen alle PCL leden aan het overleg en aan de stemming deel te nemen. Bij ziekte van een van de leden, neemt de coördinator van het samenwerkingsverband het initiatief voor een vervanger. 2. De PCL baseert haar oordeel op: de kindkenmerken en het ontwikkelingsproces; de schoolkenmerken; de begeleidingsroute. Het besluit dat de plaatsing van een leerling op de SBO noodzakelijk is, wordt met absolute meerderheid van stemmen genomen. Bij de besluitvorming streeft de PCL consensus na. Als de PCL overweegt om een negatieve beschikking af te geven, worden ouders en/of school meestal gehoord. Het doel van een hoorzitting is het inwinnen van informatie die nodig is om tot zorgvuldige besluitvorming te komen. 3. De PCL heeft de mogelijkheid om de beschikking een tijdelijk karakter te geven. De PCL geeft in de tijdelijke beschikking de tijdsduur en een duidelijke motivatie aan. 4. De effectuering van de beschikking moet binnen een half jaar plaatsvinden. d. Bekendmaking, bezwaar en beroep. 1. De PCL maakt zijn beschikking over de noodzaak tot plaatsing op de SBO schriftelijk bekend aan de aanvrager, degene die het onderwijskundig rapport heeft opgesteld en de coördinatie van het samenwerkingsverband. Bij een beschikking worden de mogelijkheden voor bezwaar en beroep vermeld. 2. De voorzitter draagt er zorg voor dat in de bekendmaking en de verdere afhandeling van de beschikking alle geldende voorschriften inzake berichtgeving en termijnen in acht worden genomen. 3. Bezwaren tegen de beschikking kunnen door de ouders bij de PCL worden ingediend, die vervolgens de Regionale Verwijzingscommissie (RVC) advies vraagt. Na ontvangst van het bezwaarschrift verstrekt de PCL alle gegevens uit het dossier van de leerling aan de RVC. Het advies van de RVC wordt als bijlage gevoegd bij de beslissing op het bezwaarschrift. 4. In beroepszaken treedt de voorzitter op namens de PCL en wordt bijgestaan door een juridisch adviseur, na overleg met het bestuur van het samenwerkingsverband.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 61 van 103
5.
Na advies van de RVC neemt de PCL alsnog een beslissing op het bezwaarschrift. Ten behoeve van het bezwaarschrift kunnen ouders tot 6 weken na indiening van het bezwaarschrift aanvullende informatie c.q. deskundigenadvies bij de PCL indienen. e. Dossiers.
1. Met leerlingengegevens wordt omgegaan op de manier die omschreven staat in het privacyreglement. 2. Een leerlingendossier bestaat uit het aanmeldingsformulier, alle aangeleverde gegevens van de aanvrager en/of gegevens die met toestemming van de aanvrager zijn geleverd, inclusief de afgegeven beschikking. 3. Het dossier wordt gedurende de wettelijk vastgestelde termijnen bewaard in een alleen voor de PCL leden toegankelijke plaats. 4. Na afloop van de wettelijke bezwaartermijn en de eventuele beroepsprocedure, wordt het dossier geretourneerd aan de instantie of personen die de gegevens verstrekt hebben. Indien ouders kenbaar maken af te zien van bezwaar en eventueel beroep, kunnen zij de PCL schriftelijk toestemming verlenen het dossier van hun kind rechtstreeks over te dragen aan de SBO van ons samenwerkingsverband. 5. Het dossier wordt, na een beschikking, volgens de wettelijke voorschriften (WPO art.23.8) bewaard. f.
Kwaliteitszorg.
1. Mede ten behoeve van het opstellen van het jaarverslag, evalueert de PCL voor 1 oktober zijn werkzaamheden uit het voorgaande schooljaar. 2. Bij de onder het eerste lid genoemde evaluatie let de PCL speciaal op de gang van zaken bij de aanmelding en de daarop volgende besluitvorming. Met name de knelpunten die zich hebben voorgedaan worden, zo nodig in overleg met de betrokkenen in het onderwijs, tot een oplossing gebracht. 3. De PCL kan reguliere contacten met andere PCL-en onderhouden. g. Vergaderingen. De PCL houdt gemiddeld 10x per jaar een reguliere besloten vergadering volgens een rooster, dat voor het begin van het schooljaar door de leden wordt vastgesteld. h. Jaarverslag. In de maand oktober stelt de PCL het jaarverslag over het voorgaande schooljaar op. Aan de hand van het jaarverslag, dat zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens bevat, legt de PCL verantwoording af aan het bestuur van de stichting. Dit verslag wordt ook binnen het directieoverleg besproken. i.
Dossierbeheer en privacybewaking.
Na het nemen van de beslissing blijven de dossiers nog 6 weken in bezit van de PCL. Na deze termijn worden de stukken, op grond waarvan de PCL haar besluit heeft genomen, terug gestuurd naar de indieners. Administratief wordt alleen een bestand bijgehouden van de aangemelde leerlingen en de PCL uitspraak. De dossiers worden na een beschikking van de PCL conform WPO art.23.8 bewaard. In geval van een bezwaarschrift worden de daarvoor geldende termijnen in acht genomen wat betreft het beheren van de dossiers. De administratieve werkzaamheden gebeuren volgens de wet op de privacy.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 62 van 103
4.3
Toelichting bij taakstelling en werkwijze PCL
Bij het nemen van haar beslissing weegt de PCL af wat de beste oplossing is voor dit kind met deze ouders, met deze leerkracht in deze groep, binnen deze school. Drie variabelen die steeds verschillen. Er kan dan ook geen sprake zijn van vaste criteria geënt op een van de variabelen: het kind. -
De aard en de ernst van de ervaren problematiek. De leer- ontwikkelingsproblematiek en/of het gedrag van het kind stellen de basisschool voor dermate grote problemen dat zij geen onderwijsaanbod kan bieden dat tegemoet komt aan de vragen van het kind. Er zijn ook onvoldoende compenserende factoren te noemen.
-
Factoren die mogelijk van invloed zijn op de onderwijsleerproblemen en het toekomstperspectief. Vanuit de diagnostiek naar de achterliggende oorzaken voor het ontstaan en de instandhouding van de problematiek bij het kind, het gezin en de schoolomgeving, is de verwachting dat de huidige onderwijsleersituatie negatief zal uitwerken op de toekomstige ontwikkeling van het kind.
-
Genomen maatregelen en effecten. De vraag dient beantwoord te worden of de basisschool zich voldoende heeft ingespannen om de hulp te bieden die het kind nodig heeft. Voor het kind met de speciale zorgvraag volgt men het besprekingstraject zoals dat geldt binnen de school. In ieder geval is hier de bespreking van de casus in het “spreekuur” een onderdeel. De school dient aan te tonen dat, gedurende een termijn van tenminste een half jaar, aangeboden zorg onvoldoende effect heeft gehad, ondanks het feit dat deze zorg voldoet aan de criteria van een goed handelingsplan.
-
De onderbouwing van de handelingsverlegenheid. De problematiek van de verwijzende school, c.q. de leerkrachtkenmerken, de groepskenmerken. Vanuit de documentatie van de geboden hulp wordt duidelijk dat handhaving binnen de school een te zware belasting voor de school vormt en dat zij niet in staat is de voor dit kind gewenste streefdoelen te realiseren. Binnen de gezinssituatie kan onvoldoende steun geboden worden aan het kind met zijn speciale behoefte aan zorg. Voor het functioneren binnen de basisschool kan dit een extra risico vormen.
4.4. De financiering van de PCL. De PCL wordt gefinancierd uit de middelen van de samenwerkingsverbanden op grond van het leerlingaantal. Zie overzicht inzet financiële middelen.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 63 van 103
Hoofdstuk 5: De rol van de Ouders 5.1. De rol van de ouders (artikel 19 lid 2f en 2g WPO) Uitgangsituatie: Alle ouders zijn op de hoogte van (en houden zich aan) hun rechten en plichten met betrekking tot het onderwijs aan hun kinderen. Ze zijn op de hoogte van de gebruikte terminologie en kunnen deze nalezen in de uitgereikte schoolgids. Alle scholen van het samenwerkingsverband houden zich aan hun rechten en plichten voor wat betreft het onderwijs en de daarmee samenhangende rol van de ouders. Op de volgende wijze realiseren de scholen de genoemde uitgangssituatie: a. b. c.
Alle scholen van het samenwerkingsverband informeren ouders door middel van de voor de school gebruikelijke nieuwsvoorziening over rechten en plichten van zowel ouders als de school met betrekking tot zorg. De scholen plannen in het begin van het schooljaar de manier en/of wenselijkheid van verdere voorlichting aan ouders. De voorlichting die voor alle ouders van het samenwerkingsverband geldt, wordt gezamenlijk opgezet en door iedere school op de zelfde manier aan de ouders gepresenteerd.
5.2.
Individuele ondersteuning van ouders
Ouders worden in eerste instantie gezien als partners in de zorg voor hun kind. Zij kiezen uiteindelijk zelf de school waar zij hun kind willen plaatsen. Daarbij vindt er tussen ouders en school goed overleg plaats over de mogelijkheden van deze school om te kunnen bieden wat het kind nodig heeft. School en ouders bespreken zo open mogelijk de onderlinge relatie en de wederzijdse verwachtingen. Op die wijze worden ouders ook in staat gesteld om goed geïnformeerd een bewuste keuze te maken. Scholen kunnen bij het vormgeven van de contacten met ouders bijvoorbeeld gebruik maken van de “Handreiking samenwerking met ouders in zorgtrajecten” van het NJI. 5.3.
Collectieve betrokkenheid van ouders
Ouders hebben de gelegenheid om via medezeggenschap te participeren in de ontwikkeling van vormgeving van de zorg op school niveau. De medezeggenschapsraden wordt om instemming gevraagd met betrekking tot het zorgplan van het samenwerkingsverband.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 64 van 103
Hoofdstuk 6: Inzet van middelen 6.1. Berekening zorgmiddelen Basisonderwijs
€ school
7,11
146,77
Naam
nummer
leerlingen 1-102010
OBS Harlekijn
00CG
374
€
2.659,14
€
54.891,98
De Wegwijzer
04SJ
307
€
2.182,77
€
45.058,39
An d'r Put
08RD
262
€
1.862,82
€
38.453,74
PWA-school
12QL
147
€
1.045,17
€
21.575,19
Schaesberg
20SZ
198
€
1.407,78
€
29.060,46
Op gen Hei
20TD
248
€
1.763,28
€
36.398,96
Valder
20TN
237
€
1.685,07
€
34.784,49
Gravenrode/Kakertsh.
20TO
188
€
1.336,68
€
27.592,76
De Speurneus
23BX
423
€
3.007,53
€
62.083,71
De Carrousel
23TE
391
€
2.780,01
€
57.387,07
2775
€ 19.730,25
€
407.286,75
€
427.017,00
Leerlingen SWV
MI
€ Lumpsum
Totaal Budget SWV (MI + Lumpsum) SBO
GGL SBO school Naam
nummer
leerlingen 1-102010
SBO de Wissel
04TP
111
basis
VDZ
58
2% zorg
1714,07
2775
lln. SWV
3,85
deeln.%
LADZ
53
totaal > 2%
55,50
Zorg
53
Formule
€
216.359,52
MI
53
213,42
€
11.311,26
Overdracht SBO
€
227.670,78
Budget SWV (Totaal Budget SWV - overdracht SBO)
€
199.346,23
Lln aantal > 2 % MI overdracht > 2 %
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
43,92
pagina 65 van 103
6.2 Inzet personele middelen en projecten Budget SWV (na overdracht SWVSBO) Uitgaven
maand
€ 199.346,23 WTF
salaris
jaar
5/12 deel
7/12 deel
salaris
Coördinatie Coördinator : A Rooijakkers Coördinator : J Caelen
€ 4.350,00
0,25
€ 4.245,00
0,1729
€ 86.012,58 € 77.428,80
€ 21.503,15 € 13.387,44
€ 8.959,64 € 5.578,10
€ 12.543,50 € 7.809,34
€ 80.000,00 € 60.000,00 € 60.000,00 € 36.000,00
€ 12.000,00 € 9.000,00 € 9.000,00 € 5.400,00
€ 5.000,00 € 3.750,00 € 3.750,00 € 2.250,00
€ 7.000,00 € 5.250,00 € 5.250,00 € 3.150,00
4
€ 16.856,46
€ 65.609,28
€ 30.259,00
€ 12.607,92
€ 17.651,08
€ 55.000,00
€ 22.916,67
€ 32.083,33
€ 25.000,00
€ 10.416,67
€ 14.583,33
PCL
GZ-psycholoog Orthopedagoog Didacticus Administratie
Inzet projecten
Grensverkeer Wachtlijstproblema tiek Overdracht SBO de Wissel
3597
0,4612
Passend Onderwijs Begroting passend onderwijs Exploitatie
Begroting 2011 -2012
totaal saldo
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
€ 197.406,04 € 1.940,18
pagina 66 van 103
6.3 Meerjaren prognose zorgbudget 2011-2012
2012-2013
2013-2014
2014-2015
2.821
2.765
2.738
2.725
111 2.932 3,79 59 52
105 2.870 3,66 57 48
124 2.862 4,33 57 67
105 2.862 4,33 56 49
Baten zorgmiddelen personeel materiële instandhouding saldo grensverkeer overige baten totaal
414.038 20.057 - 16.856 0 462.870
401.856 19.467 0 0 421.323
397.893 19.275 0 0 417.169
399.948 19.375 0 0 419.323
Overdracht aan SBO > 2% zorgmiddelen personeel materiële instandhouding inhuur expertise SBO Overige lasten totaal
215.885 11.098 0 0 226.983
199.278 10.244 0 0 209.522
278.159 14.299 0 0 292.458
203.430 10.458 0 0 213.887
Eindsaldo
219.031
117.801
96.710
105.436
Aantal leerlingen basisonderwijs Aantal leerlingen Speciaal Basisonderwijs Totaal leerlingen SWV Deelname percentage 2% leerlingenaantal Aantal leerlingen boven 2 %
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 67 van 103
6.4 Begroting passend onderwijs Budget projecten
€
55.000
Cursus intern begeleiders Inhoud: Eigen expertise Dossiervorming Opbrengsten passend onderwijs Ontwikkelingsperspectief
€ 10.000 Netwerk intern begeleiders Inhoud: Invoeren voorwaarden dossiervorming Ontwikkelingsperspectief Ontwikkeling zorgprofiel
€ 10.000 Cursus gedragsproblematiek Inhoud: Ontwikkelen van expertise t.a.v. sociaal emotionele ontwikkeling
€ 5.500 Studiedagen (2) Inhoud: Algemene informatie over de bovenstaande thema‟s Uitwisseling van ontwikkelingen
€5.500 Eigen budget per school Voor het ontwikkelen van bovenstaande thema‟s hebben de scholen van het SWV een eigen budget van € 5000,00 (12 scholen x 2000) Geoormerkt voor het tot stand brengen en in stand houden van de voorwaarden voor de realisering van passend onderwijs in de zin van de wet. Thema‟s: Expertise IB Dossiervorming OPP Zorgprofiel Opbrengsten
€ 24.000
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 68 van 103
6.5
Begroting exploitatie
Baten
In Euro
5/12 deel
Opbrengst beleggingen
€ 500,00
€ 208,33
€ 291,67
Totaal baten
€ 500,00
€ 208,33
€ 291,67
Lasten 8416
Inhuur bestuursondersteuning
€ 3.000,00
€ 1.250,00
€ 1.750,00
8417
Inhuur administratie
€ 2.500,00
€ 1.041,67
€ 1.458,33
8510
Bureaukosten
€ 2.000,00
€ 833,33
€ 1.166,67
8511
Huisvestingskosten
€ 3.500,00
€ 1.458,33
€ 2.041,67
8512
Vergaderkosten / conferenties
€ 1.000,00
€ 416,67
€ 583,33
8513
Reis - studiekosten
€ 2.500,00
€ 1.041,67
€ 1.458,33
8514
Kosten voorlichting communicatie
€ 250,00
€ 104,17
€ 145,83
8515
Kosten directieberaad/netwerken
€ 250,00
€ 104,17
€ 145,83
8516
Kosten verzekering
€ 1.500,00
€ 625,00
€ 875,00
8517
Diverse kosten PCL/Coordinatie
€ 2.500,00
€ 1.041,67
€ 1.458,33
8518
Bestuurskosten
€ 500,00
€ 208,33
€ 291,67
8519
Representatiekosten
€ 500,00
€ 208,33
€ 291,67
8521
Kosten ambulante begeleiding
€ 500,00
€ 208,33
€ 291,67
8523
Kosten studiedagen
€ 2.000,00
€ 833,33
€ 1.166,67
8580
Kosten activiteiten
€ 2.000,00
€ 833,33
€ 1.166,67
8590
Onvoorziene kosten
€ 1.000,00
€ 416,67
€ 583,33
Totaal lasten
€ 25.500,00
€ € 10.625,00 14.875,00
Negatief Resultaat Exploitatie
€ 25.000,00
8310
7/12 deel
5/12 deel
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
7/12 deel € € 10.416,67 14.583,33
pagina 69 van 103
Hoofdstuk 7: Vaststelling. Het zorgplan is vastgesteld door het besturenoverleg, volgens de in het reglement van het samenwerkingsverband aangegeven procedure.
Plaats: Kerkrade
Datum:
Handtekening: voorzitter
secretaris
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 70 van 103
Hoofdstuk 8: Partners. (artikel 18 WPO) 8.1. Deelnemende besturen adm.naam bevoegd gezag: nr: 41516 Onderwijsstichting MOVARE 2 8.2. Deelnemende scholen voor basisonderwijs brinnr.: naam scholen: 08RD Bs An d'r Put 23TE Bs De Carrousel 23BX Bs De Speurneus 04SJ Bs De Wegwijzer 20TO Bs Gravenrode 00CG OBS Harlekijn 20TD Bs Op gen Hei 12QL Bs PWA-school 20SZ Bs Schaesberg 20TN Bs „t Valder 8.3. Deelnemende speciale school voor basisonderwijs brinnr. naam speciale school voor basisonderwijs 04 TP SBO De Wissel 8.4. Centrale Dienst Adm.-nr. Centrale Dienst 20494 SWV 55.02 Landgraaf
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 71 van 103
Hoofdstuk 9: Geschillencommissie. 9.1. Geschillencommissie. Er is een Landelijke geschillencommissie samenwerkingsverbanden Primair Onderwijs ingesteld. De leden van de samenwerkingsverbanden kunnen hun geschillen voorleggen aan deze commissie. Het adres van de geschillencommissie is: Landelijke Geschillencommissie Samenwerkingsverbanden Primair Onderwijs p/a Afdeling Bezwaar en Beroep van de Informatie Beheer Groep Postbus 30155 9700 LG Groningen tel. : 050 - 5998443 De uitspraak van de geschillencommissie is bindend. Tegen de uitspraak van de geschillencommissie kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 72 van 103
Bijlage 1: a.b BaO (BAO) CC (coco) CD Cfi CVI fte OAB i.b. i.b-er i.c.l. j.r.k. l.z. NT2 pab PCL REC SBO SO WEC WPO REC4 REC3 VDZ LADZ OKE
Lijst van afkortingen. ambulante begeleiding basisonderwijs collegiale consultatie centrale dienst Centrale financiële instellingen Commissie van Indicatiestelling formatie-tijd-eenheid (1 fte is een volledige baan) onderwijsachterstandenbeleid interne begeleiding interne begeleider interne coördinatie leerlingenzorg jonge risicokind leerlingenzorg nederlands als tweede taal preventieve ambulante begeleiding permanente commissie leerlingenzorg Regionale Expertise Centra speciale school voor basisonderwijs speciaal onderwijs wet op de expertise-centra wet op het primair onderwijs regionaal expertise centrum m.b.t. gedrag regionaal expertise centrum m.b.t. zeer moeilijk lerend vast deel van de zorg leerling afhankelijk deel van de zorg Onderwijs Kansen en Educatie
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 73 van 103
BIJLAGE 4: Onderwijszorgprofiel school
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 74 van 103
Algemene Vereniging Schoolleiders in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs Managementrapport Naam school: Op gen Hei Naam bestuur: Stichting Movare Datum studiedag: 26-10-2010 Rapportage 'Kind op de Gang!®' Naam school: Op gen Hei Datum: 28 oktober 2010 Naam adviseur: Dhr. H van den Berg (projectleider). Dhr. P Kuit. Inleiding De simulatietool Kind op de Gang! (in het vervolg KOG) is ontwikkeld om in eerste instantie op schoolniveau het volgende resultaat te bereiken. Op basis van de schooleigen kenmerken wordt door middel van de simulatietool 'Kind op de Gang!®' de volgende opbrengsten geleverd: - actueel zorgprofiel binnen de school: hoe kunnen we nu omgaan met leerlingen met speciale onderwijsvragen? (gezien door de bril van het schoolteam); - plan van aanpak voor de ontwikkeling van nieuwe expertise in het omgaan met leerlingen met speciale onderwijsvragen. Door bottom-up ontwikkeling binnen het team werden diverse aspecten van Passend Onderwijs, actuele schooleigen visie op leerlingen met specifieke zorgvragen, randvoorwaarden en ontwikkelingsvragen onderkend. De opbrengst van de studiedag is een bewustwording van bekwaamheden en de positionering van de school met het oog op Passend Onderwijs. Daarnaast wordt een aanzet gemaakt tot beleidsontwikkeling rond adaptief onderwijs en zorgplicht. Met andere woorden: U heeft draagvlak voor Passend Onderwijs U heeft inzicht in de bestaande en gewenste competenties van uw team(s) U heeft inzicht in de bestaande en gewenste randvoorwaarden (door uw team) Daarnaast heeft u de mogelijkheid om strategische keuzes te maken op schoolniveau, schooloverstijgend niveau en samenwerkingsverband niveau, al dan niet in samenhang met het meerjarenbeleid op andere terreinen. De basis voor antwoorden op bovengenoemde zaken is gelegd tijdens de studiedag met het team op 26-10-2010 Basisschool "Op gen Hei" probeert een onderwijsleersituatie te scheppen die het mogelijk maakt een continu ontwikkelingsproces bij kinderen te bewerkstelligen op alle aspecten van de kinderlijke ontwikkeling. Deze aspecten betreffen de verstandelijke, sociale, emotionele, motorische en creatieve ontwikkeling. *Op onze basisschool proberen we samen met de ouders een bijdrage te leveren aan het kunnen functioneren van elk kind op zijn/haar niveau. *Daarbij houden we rekening met de eigen geaardheid van de kinderen, hun verschillen in ontwikkeling, begaafdheid, belangstelling en motivatie. *Tevens proberen we om te gaan met de verschillen in milieu, waarin de kinderen opgroeien. *Onze leerwegen en leermiddelen zijn zodanig gekozen en de organisatie is zodanig van opzet dat continuïteit van onderwijs gewaarborgd wordt. Daarbij trachten wij om aan elk kind door middel van o.a. differentiatie binnen zijn/haar groep "zorg op maat" te verlenen en is zittenblijven niet gebruikelijk. In voorkomende, incidentele gevallen is er vooraf intensief overleg met ouders geweest en geschiedt doubleren voornamelijk op sociale en/of emotionele gronden. *Basisschool "Op gen Hei" probeert bovendien onderwijs te geven in een sfeer waarin ieder kind zich geaccepteerd voelt met zijn/haar uiterlijk, taal en culturele achtergrond. Wij vinden het onze taak om in een sfeer van vertrouwen, die zorgvuldig moet worden opgebouwd, in de eerste plaats de kennis en de achtergrond die de kinderen zelf meebrengen in de groep te gebruiken om van elkaar te leren.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 75 van 103
Wat wij belangrijk vinden: rust, regelmaat en orde optimale werkomstandigheden voor kinderen en leerkrachten prettige sfeer in school en in de klassen voorrang voor het belang van het kind goede relaties tussen kinderen, leerkrachten en ouders aandacht voor ieder kind in het klassikale systeem extra leerhulp voor kinderen die dat nodig hebben zelfstandigheid en samenwerking een centrale plaats voor lezen, schrijven, taal en rekenen moderne goede leermethoden en leermiddelen In het nagesprek met de directie zijn verdere accenten gezet in aanvulling op de opbrengst van de dag. Het intakegesprek, de dag met het team en het nagesprek met de directie leveren de input voor de managementrapportage. Deze is samengesteld door de trainer die de studiedag heeft verzorgd, in dit geval Pieter Kuit. Naast de geschreven tekst zult u ook enkele tabellen aantreffen waarin snel een overzicht te vinden is van enkele belangrijke conclusies.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 76 van 103
Inhoud In deze managementrapportage vindt u achtereenvolgens: Deel 1: Het profiel van de school 1. wat kunnen wij zelf binnen de bestaande context 2. wat kunnen wij niet (ook niet in een veranderende context) 3. wat willen we kunnen 4. hoe komen we daar 5. hoe ziet de sociale kaart van de school er uit Deel 2: De achtergronden 1. het proces tijdens de dag (sfeer, interactie etc) 2. de verschillen tussen de subgroepen 3. de relevante algemene opmerkingen uit het team 4. wie heeft welke rol in het vervolg 5. wat zijn de verwachtingen vanuit de "sociale kaart" Deel 3: Samenvatting voor verdere discussie 1. het zorgprofiel en ambities 2. verwachtingen van anderen
Beschrijving categorieën Bij de volgende vragen wordt een indeling gemaakt in diverse hoofdcategorieën. Deze categorieën worden hieronder toegelicht: Rubriek A: Kinderen met beperking op het gebied van informatieverwerving (zintuiglijk, motorisch, somatisch gebied, verminderde instructiegevoeligheid, belemmeringen op paramedisch gebied, zelfredzaamheid, belemmering bij Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen). Rubriek B: Kinderen die zich uitzonderlijk ontwikkelen m.b.t. informatieverwerking (cognitieve beperkingen, of juist cognitief uitzonderlijke mogelijkheden), of problemen op grond van doorzettingsvermogen, belangstelling, werkhouding, passiviteit, aandacht, leerstijl en leerstrategie. Rubriek C: Kinderen met problemen in het sociaal-emotioneel functioneren (problemen in hun sociaalemotionele ontwikkeling (internaliserend, of externaliserend probleemgedrag), functioneren in de groep, prestatie- en motivatieproblemen, emotionele instabiliteit. Rubriek D: Kinderen met gedragsproblemen (agressief gedrag, onvoldoende sociale vaardigheden (manipuleren, onderhandelen, pesten), faalangst, aandachtvragen, tics, onrust etc.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 77 van 103
Deel 1: Het profiel van de school 1.1: Wat kunnen wij zelf binnen de bestaande context? Vraag 1: Aan welke kinderen met speciale onderwijsbehoeften kan de school zelf in de klassituatie een passend zorgarrangement bieden? Kinderen uit rubriek: [X] Rubriek A (informatieverwerving), namelijk: lichamelijke handicap. [X] Rubriek B (informatieverwerking), namelijk: leerproblemen en somatische klachten. [X] Rubriek C (sociaal emotioneel), namelijk: In de categorie C. Kunde/ Sociaal emotioneel zijn door het team van de Op Gen Hei géén specifieke orthobeelden benoemd. [X] Rubriek D (gedrag), namelijk: In de categorie D. Kunde/ Gedrag zijn door het team van de Op Gen Hei géén specifieke orthobeelden benoemd.
Vraag 2: Onder welke voorwaarden is het team in staat dit zorgarrangement te bieden? Waarom kunnen ze dat goed? Het team van de Op Gen Hei geeft aan kundig te zijn in de volgende aspecten: *het bieden van structuur (rust/regelmaat/reinheid 3 x R); *het tonen van empathie in de sociale-vorming en interactie met de leerlingen; *in het kunnen omgaan met probleemgedrag ( is niet gelijk aan gedragsproblemen); *het bevorderen van de sociaal-emotionele ontwikkeling bij leerlingen; *het omgaan met lichte sociaal-emotionele problematiek; *het kunnen omgaan met leerlingen met een lichte lichamelijke handicap; *het toepassen van didactische vaardigheden in de onderwijspraktijk; *het toepassen van leerstofdifferentiatie; *doordat het team vele jaren ervaring heeft in het onderwijs kan men deze ervaring toepassen in de alledaagse praktijk; *het inzetten van theorie in dienst van de praktijk; *het aanbieden van een doorlopende leerlijn (groep 1-groep 8); *het gebouw is aangepast voor minder validen ( lift, aangepaste dorpels etc.) daardoor wordt het bieden van dit zorgarrangement mogelijk gemaakt. Opmerking gemaakt door het MT: In het MTeam is de vraag besproken of het team zichzelf niet tekort doet met de opbrengst in het rapport. We zijn van mening dat de wijze waarop de casuskaartjes zijn opgesteld (veelal samengestelde problematiek), bij de mening vorming van het team een belangrijke rol heeft gespeeld en dat op basis daarvan de opbrengst niet bijgesteld dient te worden. Tevens geeft het team door deze opbrengst aan dat er een leerbehoefte bestaat en dat de bereidheid aanwezig is om aan die behoefte invulling te geven. Ook willen de teamleden meer zicht krijgen op het werken met groepsplannen. Het team geeft aan dat het geschetste beeld vertekend overkomt en ervaart het daarom als minimalistisch. De door het Mteam benoemde reden (de samengestelde problematiek) wordt onderschreven. Als tweede reden wordt aangedragen dat het team "huiverig" is om het bieden van een uitgebreider passend zorgarrangement zwart op wit te zetten. Men geeft aan bezorgd te zijn vanwege het feit dat het team erop "aangesproken" kan worden en dat wil men voorkomen. Wel dient opgemerkt te worden dat voor ieder individu bekeken wordt of de school ( op basis van uitgebreide informatie ) aan het passend zorgarrangement kan voldoen, ook als het een problematiek betreft die niet in deze categorie voorkomt. De school behoudt zo de regie en de zorg voor alle kinderen, waarbij moreel besef bij het maken van de keuzes een belangrijke plaats inneemt.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 78 van 103
1.2: Wat kunnen wij niet? (ook niet in een veranderende context) Vraag 3: Aan welke kinderen kan de school geen zorg bieden? Kinderen uit: [X] Rubriek A (informatieverwerving), namelijk: blindheid; slechthorendheid in combinatie met spraak-taal problemen; non-verbale leerstoornissen. [X] Rubriek B (informatieverwerking), namelijk: verstandelijke handicap; syndroom van Down. [X] Rubriek C (sociaal emotioneel), namelijk: In de categorie C. Grenzen/Sociaal emotioneel zijn door het team géén specifieke orthobeelden benoemd. [X] Rubriek D (gedrag), namelijk: reactieve hechtingsstoornis; angst stoornissen (de leerlingen met faalangst kan het team zelf voorzien in de onderwijsbehoefte); hoogbegaafdheid in combinatie met gedragsproblemen. Vraag 4: Wanneer zijn ook de grenzen voor een bepaald onderwijszorg arrangement bereikt? (onderbouwingpunten van verwijzing) De grenzen van het team de Op Gen Hei zijn bereikt als er sprake is van: *te weinig zelfstandigheid en zelfredzaamheid bij leerlingen, waardoor ze niet in staat zijn om de dagelijkse levenshandelingen te verrichten; *blindheid bij leerlingen; *een meervoudige problematiek, waarbij rekening gehouden wordt met de ernst, aard en complexiteit van de stoornis/problematiek; *een niet leerbaar en ontwikkelbaar kind; *een nadelige groepsgrootte en groepssamenstelling; *gewetenloos handelen; *ouders die de visie van de school niet onderschrijven en contraproductief werken en handelen; *een leerling die zonder constante directe begeleiding van de leerkracht niet kan functioneren; *het belang en het algemene welbevinden van het kind dat geschaad wordt; *in het bepalen van een grens is het noodzakelijk om in het aannamebeleid van zij instromers over voldoende informatie van het voortraject te kunnen beschikken om zodoende tot een verantwoorde keuze te kunnen komen. Het MTeam vindt de keuze op basis van de casussen verantwoord en doordacht. Zij zijn van mening dat dit een belangrijke opbrengst is en de begrenzingen zijn omschreven en leveren een duidelijk kader op. Aan de hand van dit kader kan een eventuele verwijzing opgestart en onderbouwd worden. Wel is het zinvol om indien een leerling met een in deze groep passende problematiek aangemeld wordt, de procedure op een moreel verantwoorde wijze plaats te laten vinden. Dit onder het motto: Ieder kind is anders. Na het verzamelen van de nodige info vindt er afstemming binnen het team plaats.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 79 van 103
1.3: Wat willen we kunnen? Vraag 5: Aan welke kinderen kan het team "met hulp" op school een passend zorgarrangement bieden? Kinderen uit: [X] Rubriek A (informatieverwerving), namelijk: albinisme en/of zeer slechtziendheid; slechthorendheid; epilepsie. [X] Rubriek B (informatieverwerking), namelijk: dyslexie; lees- en taal problemen; hoogbegaafdheid. [X] Rubriek C (sociaal emotioneel), namelijk: Post Traumatische Stress Stoornis + dissociatie; onrust en concentratieproblemen. [X] Rubriek D (gedrag), namelijk: PDD-Nos; ADHD; Syndroom van Gilles de la Tourette. Vraag 6: Welke hulp heeft het team nodig bij het bieden van een passend zorgarrangement in de zorgcategorieën. 1. Begeleiding en coaching, namelijk: Begeleiding en coaching vindt plaats door IB/directie en O&O. De deskundigheid van de leerkrachten vergroten, hen helpen bij het (eerder leren)signaleren van problemen en naar aanleiding hiervan de hulpvraag te formuleren. Onderzoek van leerlingen door O&O. 2. Inzet van ZAT, namelijk: Bij inzet van het Zorg Advies Team denken we aan deskundigheid vergroten en de kennis vermeerderen, het delen van de verantwoordelijkheid, samen de problemen bekijken en aanpakken en om vervolgens de leerling te onderzoeken. 3. Samenwerkingsverbanden, namelijk: Bij inzet van het SWV denken we aan ambulante begeleiding bij de problematiek van NT2, of een verwijzing naar het SBO door PCL. Ook hulp vanuit de REC scholen door SWV geïnitieerd. Met deze hulp willen we de deskundigheid van de leerkrachten vergroten en de aanpak van leerlingen verbeteren. 4. (Preventieve) Ambulante begeleiding, namelijk: Van de ambulante begeleiding verwachten wij dat zij de leerkrachten ondersteunen bij hun problematiek die zij ervaren met bepaalde "zorgleerlingen" en hoe deze leerlingen beter te kunnen voorzien in hun onderwijsbehoefte. 5. Interne voorwaarden, namelijk: Hier denken wij aan een aantal voorwaarden die zeker voldaan moeten zijn om (passend) onderwijs te kunnen realiseren: *tijd ( ook om de ontwikkelingen te kunnen realiseren ); *intervisie, met en van elkaar leren; *de gestelde randvoorwaarden door het team; *contact onderhouden met externe deskundigen; *goede begeleiding indien er sprake is van zeer zware emotionele problemen; *aangepaste materialen en differentiatie; *duidelijkheid met betrekking tot hoe te handelen bij medicijnen gebruik en waar ligt de verantwoordelijkheid bij ons en waar eindigt deze; *hulpmiddelen zoals een computer,loep, instructies specialisme en adviezen; *een goed contact met ouders en met hen duidelijke regels en afspraken maken, ouders als volledige partners erbij betrekken.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 80 van 103
6. Anders, namelijk: Bij overige hulp denken wij aan extra handen in de klas en partners die we nodig kunnen hebben voor onze ontwikkeling zijn erbij betrekken zoals de Leonardo scholen en de IeQuest - Winnie Bosch. 1.4: Hoe komen we daar? Vraag 7: Welke 3-5 kindprofielen zijn door het team gesteld met betrekking tot de geformuleerde ambities (in welke richting wil de school zich ontwikkelen)?: 1. onrust - concentratie / ADHD 2. dyslexie / lees-taal problemen 3. meerkunners / plus leerlingen en meerkunners. Het MTeam geeft aan, dat de gekozen profielen worden meegenomen in het schoolplan 2011-2015 en dat het professionaliseringsbeleid centraal staat bij de 3e studiemiddag schooljaar 2010-2011. Vanuit de intake: Professionaliseringsbeleid wordt nu opgestart vanuit een POP waarbij er voor iedere leerkracht een portfolio komt. Iedere leerkracht moet zich verder gaan ontwikkelen. Vraag 8a: Welke deskundigheid verwacht het team van de groepsleerkrachten, van de interne begeleider en van de schoolleider (didactische, pedagogische en organisatorische competenties)? 1) Groepsleerkrachten *Uniformiteit, een doorgaande lijn, schoolbrede aanpak. (pest)Protocol; *Kleine groepen werken. ( kleine - grote groep / coöperatieve werkvormen ); *Onderlinge ervaringen uitwisselen ( leren van en met elkaar / open agenda, intervisie ); *Scholing; *Eindverantwoordelijkheid van leerkracht in de eigen groep.( Zie ook IB); Ten aanzien van onrust en concentratie: *dat afspraken die men heeft gemaakt met elkaar ook worden nageleefd; *en dat men die afspraak regelmatig op de agenda zet; *een doorgaande lijn uitvoeren, kortom een schoolbrede aanpak binnen school. Ten aanzien van ADHD: *zorgen voor evenwicht binnen de groep adviezen tips en handreikingen uitvoeren binnen het onderwijs; *dat we gaan werken in kleine groepen; *de onderlinge ervaringen uitwisselen met elkaar. Ten aanzien van dyslexie: *het volgen van scholing en deze ook toepassen in de praktijk door een vertaalslag te maken van de cursus naar de groep. Ten aanzien van de plus leerlingen: *dat wij de leerlingen motiveren door middel van een verrijkingsstof en het aanbieden van uitdagende materialen; *als leerkracht dragen wij de eindverantwoording in onze eigen groepen. 2) Interne Begeleiders *teamleden coachen en aansturen in het ontwikkelingsproces; *zoeken naar en aanbieden van materialen en/of cursussen; *gericht op zoek gaan naar cursussen die de leerkrachten nodig (kunnen) hebben om deze ontwikkelingen te kunnen realiseren; *interne deskundigheid bij IB 'er in opleiding m.b.t. ADHD. N.B. Wel wordt hierbij de kanttekening geplaatst dat de leerkracht ook zelf verantwoording draagt in dit proces. De IB-er is een coach en begeleider en geen probleemoplosser. 3) Schoolleider *draagt zorg voor het faciliteren van tijd, ruimte en financiën; *schept randvoorwaarden, zodat het team de eigen ontwikkeling mogelijk kan maken; *bewaakt het proces en stelt dit daar waar nodig bij.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 81 van 103
Vraag 8b: Welke deskundigheid verwacht de directeur van de groepsleerkrachten, van de interne begeleiders en van zichzelf? (didactische, pedagogische en organisatorische competenties) 1) Groepsleerkrachten *verantwoordelijk zijn voor de eigen ontwikkeling; *open staan voor scholing waardoor op basis van affiniteit interne specialisten de overige teamleden kunnen ondersteunen; *passend onderwijs bieden. 2) de interne begeleiders *zicht hebben op verantwoordelijkheid m.b.t. bijsturen en daarmee ook kunnen zorgen voor verdieping; *dat zij samen de juiste scholing en cursussen die de leerkrachten nodig hebben kunnen aanbieden aan het team en in dit proces de leerkrachten coachen en aansturen waarbij de nadruk ligt op de aansturende en coachende rol. 3) de schoolleider *De directeur verwacht van zichzelf dat hij de scholing faciliteert en alle andere middelen die nodig zijn om de gewenste ontwikkelingen waar te kunnen maken. Ook verwacht hij van zichzelf dat hij zich blijft ontwikkelen door middel van scholing. Vraag 9: Welke ondersteuning en begeleiding verwacht het team voor de groei in didactische, pedagogische en organisatorische competenties van de betrokkenen? *men wil kennisverbreding en verdieping als het gaat om de kindprofielen die het team wenst te ontwikkelen; *ondersteuning in de vorm van leermiddelen en (leer)materialen; *hulp van een externe specialist op het gebied van dyslexie; *help ons om de concentratie van de leerlingen te bevorderen; *wij willen meer weten over middelen die ons kunnen helpen om onze doelen te bereiken ( bijvoorbeeld: groepsplannen, energizers etc.). Vraag 10: Welke externe ondersteuning zou bij het realiseren van de ambities nodig zijn? *hulp van specialisten die deskundig zijn op die gebieden waarin wij handelingsverlegenheid ervaren; *hulp bij adequate omgang als het gaat om probleemgedrag en gedragsproblemen op psychologisch gebied, *ook wil het team kennis over het verleden van het kind; *hulp in de omgang met leerlingen die een specialistische problematiek hebben; *hulp in de omgang met leerlingen die auditieve problemen hebben; *wij willen meer hulp als het gaat om de "plusleerlingen". Vraag 11: Welke andere randvoorwaarden zijn nodig binnen de gestelde prioriteiten (anders dan scholing en externe hulp)? *Voldoende materialen; *goede en adequate informatie: *toetsing van de kennis en naar aanleiding hiervan eventueel een handelingsplan opstellen; *terugkoppeling van de instanties naar de school. Vraag 12: Wat valt op te merken over het voorziene tijdspad van de realisering van ambities? De realisering van de ambities wordt een onderdeel van het schoolplan 2011 - 2015, waarbij centraal staat dat we de dingen die we doen goed doen. Niet de kwantiteit maar de kwaliteit is richtinggevend.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 82 van 103
1.5: Hoe ziet de sociale kaart van de school er uit? Vraag 13: Bekendheid met deskundigheid andere scholen? Het team van de Op Gen Hei is bekend met andere scholen (over de deskundigheid van de anders scholen heeft men zich niet uitgelaten). Te denken valt dan aan scholen die betrokken zijn bij het samenwerkingsverband en in uitwisseling van kennis binnen het IB Netwerk. Vraag 14: Bekendheid met deskundigheid en rol SBO en REC? *SBO scholen: De Wissel: *REC scholen: Adelante (Rec 2); de Mgr. Hansenschool (REC 2): Jan Baptist (REC 3); de Catharina school(REC 3); Mythylschool in Houthem ( REC 3): de Buitenhof ( REC 4); de Zonnewijzer (REC 4). Vraag 15: Bekendheid met deskundigheden en rol bovenschools en SWV? Het team is bekend met het SWV 5502 Landgraaf door onder andere uitwisseling van het IB netwerk en het ZAT met zijn voorzieningen. Vraag 16: Bekendheid met (rol) andere instanties? De hulpverleningsinstanties bestaan uit de schoolarts, GGD, Bureau jeugdzorg en maatschappelijk werk, kortom het zorg advies team. Vraag 17: Overige opmerkingen? Opmerkingen naar aanleiding van de casussen: *deze orthobeelden zijn heel herkenbaar voor ons; *een normale leerling (een 1.0 leerling) bestaat volgens mij niet (meer); *mijn stapeltje dat ik had liggen bij zelf was klein; *wij doen al heel veel aan passend onderwijs; *complexe problematieken!!; *de groepsgrootte en groepssamenstelling is wel heel bepalend!! Relevante opmerkingen gemaakt door het team: *Hier kunnen we verder mee. MTeam: Iedereen aan bod, naar elkaar luisteren, bottom up ! Behoefte aan interactie. Vraag wordt gesteld wat we hier in de toekomst mee gaan doen! Team streeft ernaar om schoolplan en zorgprofiel van een papieren tijger in een levend document te transformeren.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 83 van 103
Deel 2: De achtergronden 2.1 Het proces tijdens de dag (sfeer, interactie etc) Vraag 18: Hoe verliep de dag (het proces) en hoe was de sfeer in de groep (inclusief eventuele weerstanden)? *De begeleider van deze studiedag Kind op de Gang opent de dag (met het kook-de-kikkersyndroom) en in het kort wordt verteld wat de bedoeling van deze studiedag is, die in het thema staat van Passend Onderwijs. Tevens probeert de trainer ook duidelijk te maken wat de eventuele gevolgen voor de school en het bestuur zouden kunnen zijn in de toekomst en dat als het gaat over passend onderwijs de politieke neuzen lang nog niet allemaal dezelfde kant op staan. *Het team start de dag met opdracht 1 en gaat aan de slag om een onderverdeling te maken in Zelf, met Hulp en de verwijzing naar anderen. *Waarna de volgende opdracht is om de orthobeelden te rubriceren in informatieverwerving, informatieverwerking, sociaal-emotioneel functioneren en gedrag. *Na een korte pauze gaat het team uiteen in bouwgroepen om op bouwgroepenniveau tot overeenstemming te komen wat men wil, kan, welke randvoorwaarden men stelt, welke hulpvragen men heeft en welke argumenten men heeft om kinderen te verwijzen naar anderen. *Al deze uitkomsten worden plenair besproken om daarna een inventarisatie te maken van de keuzes van de groepen. *Na de middagpauze bepalen de teamleden in mixgroepen waar de ambities liggen. Men besluit in mixgroepen welke kindprofielen men wil ontwikkelen, zodat men beter op de onderwijsbehoefte van het kind met zijn desbetreffende problematiek kan inspelen. *Als vervolgopdracht krijgen de mixgroepen de taak om een plan van aanpak te maken ten aanzien van hun ambities. *Het MT heeft in het middaggedeelte de opdracht gekregen om de zorgstructuur in kaart te brengen en te bekijken welke hulp het team en de school nog behoeft en waar men deze hulp kan krijgen. *Aan het einde van de dag krijgen de groepen nog even de gelegenheid om een korte terugkoppeling te geven ten aanzien van de dag (en hun opbrengsten) door middel van een evaluatieformulier (deels teruggekoppeld in de rapportage bij de rubriek opmerkingen door het team). *Het proces van de dag beschreven in steekwoorden door het MT: Intensief - efficiënt - duidelijke tijdbewaking - opbrengst gericht - deskundig - met elkaar delen inzicht krijgen in elkaars meningen - bezinning en bewustwording. 2.2 De verschillen tussen de subgroepen Vraag 19: Zijn er eventuele verschillen (zoals ambities) tussen de subgroepen (bouwen) die voor de uitkomsten relevant zijn? De verschillen waargenomen tussen de subgroepen: *de onderbouw, overschatting van de onderbouw, overschatting van de kwaliteiten van de IB-er, veel verschil tussen onderbouw en het MT (onderbouw heeft veel gekozen voor zelf en hulp). *Duidelijk is te merken dat er positionering heeft plaatsgevonden naar aanleiding van de eigen denkbeelden ( denk hierbij aan de discussie tussen de onderbouw en een lid van het MT aangaande het kindprofiel het syndroom van Down). *In de onderbouw was er duidelijk verschil van mening. * In de Middenbouw heeft men de opdracht niet op tijd afgekregen, men is van mening dat als 1 persoon pertinent aangeeft dat een orthobeeld niet mogelijk is op deze school de rest van het team moet volgen. *De Bovenbouw zit redelijk op 1 lijn, men stelt de eigen mening bij door de discussies die worden gevoerd. *Het MT komt tot overeenstemming door te luisteren en het doorvragen toe te passen en de dialoog opzoeken indien men op een punt van verschil stuit. *Veel leerkrachten denken aan de situatie gerelateerd aan een eigen groep en kijken niet verder naar de consequenties in de andere groepen in de toekomst/verdere loopbaan van de leerling binnen de school.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 84 van 103
2.3 De relevante algemene opmerkingen uit het team. Vraag 20: Welke relevante opmerkingen zijn door het team gemaakt met betrekking tot de inhoud van de dag en het vervolgproces? *Meest gewaardeerd dat: * de mening van iedereen aan bod kwam, en dat er naar elkaar geluisterd werd; *een kundige leiding. * een stevig tempo *een hoge opbrengst in een relatief weinig tijd. * de inzet van het team was prima; *de goede organisatie; *het ochtendprogramma was zeer strak en goed, de opbrengsten waren hoog en van individu naar groep tot resultaat; *bottom-up en daardoor waren de uitvoerders aan het woord, iets nieuws dat zelf vormgegeven kan worden; *de begeleiding van het hele proces gedurende de dag; *de goede opeenvolging van de diverse activiteiten. * de goede uitleg en de samenvatting van de diverse groepen na afloop; *door de casussen worden wij aan het denken gezet; *de grote mate van betrokkenheid en de zelfwerkzaamheid. Minst gewaardeerd: *door de tijdsdruk konden wij niet alle aspecten bespreken; *te weinig interactie in het plenaire gedeelte; *het was allemaal erg veel, een grote hoeveelheid; *de intensiteit was erg hoog en in het middendeel zakte dit een beetje in ( in vergelijking met de ochtend). Opmerkingen naar de eigen organisatie met betrekking tot het programma kind op de gang: *de locatie ( klaslokaal) en de opstelling van de tafels en de stoelen vond ik niet handig; *een positieve studiedag; *bij mij komt de vraag naar boven "wat gaan we hier in de toekomst meedoen?" ; *Fijn dat we de tijd krijgen om het te laten bezinken en de kans krijgen om het bij te stellen. *de timing is goed dit traject past naadloos in onze missie en visie traject; *voor de toekomst (school plan en dergelijke) is het belangrijk dat je teambreed een visie hebt, *hier kunnen wij verder mee in de toekomst; *een intensieve dag, voor mij iets te lang; *ik zie nu al een aantal voordelen die ik kan toepassen; *er is voor mij een hoop duidelijk geworden, sommige dingen wist ik al in sommige dingen waren voor mij een verrassend; *welke specialisatie past het beste bij ons en waarin gaan wij ons verdiepen en moeten wij het belang van specialiseren ( niet) inzien!!; *opbrengst van deze studiedag buiten verwachting, hier kunnen wij verder mee; *meer informatie vooraf over het waarom van deze studiedag; *ik ben benieuwd naar de rapportage.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 85 van 103
2.4 Wie heeft welke rol in het vervolg. Vraag 21: Zijn er concrete rollen en eventuele specialisaties toegewezen aan personen ten aanzien van het realiseren van ambities? · Intern: *MTeam, *Schoolleider ( eindverantwoordelijkheid ) *IB 'ers, ( Coach en Ondersteuner met sturende rol ) *Bouwcoördinatoren. ( Ondersteuner Bouw ) · Extern; *O&O Movare en andere externe ondersteuners. *Ondersteuning gericht op onderwijsontwikkeling en ondersteuning, rekening houdende met opbrengsten die weergegeven worden in schoolplan 2011-2015 (1e partner is O&O, indien er geen match is i.v.m. hulpvraag komen externe ondersteuners in beeld.) 2.5 Wat zijn de verwachtingen vanuit de "sociale kaart" Vraag 22: Zijn er verwachtingen vanuit de sociale kaart (en/of welke acties zijn vastgesteld)? *Scholen (in de omgeving) zoeken steeds meer contact met elkaar. IB' ers van die scholen overleggen ook met elkaar. *Tevens vindt er vaker overleg plaats bij overdracht tussen groep 8 en VO (warme overdracht). *Via zorgprofiel krijgt het passend onderwijs body. Wij zijn van mening dat ieder kind een eerlijke kans verdient en dus daar gaan we dan ook voor. Het belang van het kind staat voorop. Het belang van het kind is alleen gediend als onze school aan de gestelde hulpvraag kan voldoen.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 86 van 103
Deel 3: Samenvatting voor verdere discussie - in het proces dat het schoolniveau overstijgt3.1
Het zorgprofiel.
Vraag 23: Wat is voor categorie A (informatieverwerving) het bestaande en het gewenste profiel? *Binnen het bestaande profiel is men al kundig in de problematiek leerlingen met een lichamelijke handicap. *In de toekomst wil men de kindprofielen albinisme/zeer slechtziend, slechthorendheid en leerlingen met epilepsie beter kunnen bedienen. *De gestelde grenzen en leer- hulpvragen zijn randvoorwaardelijk voor het bieden van een passend zorgarrangement voor de genoemde leerlingen. Vraag 24: Wat is voor categorie B (informatieverwerking) het bestaande en het gewenste profiel? *Binnen het bestaande profiel is men al kundig in de problematiek leerlingen met leerproblemen en somatische klachten. *In de toekomst wil men de kindprofielen dyslexie, lees -en taal problemen en hoogbegaafde leerlingen beter kunnen bedienen. *De gestelde grenzen en leer- hulpvragen zijn randvoorwaardelijk voor het bieden van een passend zorgarrangement voor de genoemde leerlingen. Vraag 25: Wat is voor categorie C (sociaal emotioneel functioneren) het bestaande en het gewenste profiel? *In de toekomst wil men de kindprofielen Post Traumatische Stress Stoornis + dissociatie leerlingen met onrust en concentratieproblemen beter kunnen bedienen. *De gestelde grenzen en leer- hulpvragen zijn randvoorwaardelijk voor het bieden van een passend zorgarrangement voor de genoemde leerlingen. Vraag 26: Wat is voor categorie D (gedrag) het bestaande en het gewenste profiel? *In de toekomst wil men de kindprofielen PDD-Nos, ADHD en leerlingen met het syndroom van Gilles de la Tourette beter kunnen bedienen. *De gestelde grenzen en leer- hulpvragen zijn randvoorwaardelijk voor het bieden van een passend zorgarrangement voor de genoemde leerlingen. Vraag 27: Wat is het gewenste tempo van ontwikkeling? *Het team heeft geen tijdpad uitgestippeld als het gaat om het realiseren van de gewenste ontwikkelingen. Men heeft aangegeven dit in onderling overleg nog nader te willen bespreken om dan vervolgens een tijdpad uit te stippelen. 3.2
Verwachtingen t.a.v. anderen.
Vraag 28: Wat verwacht de school van het bestuur? *Van het bestuur verwacht de school een dekkend aanbod voor alle leerlingen met oog voor individuele partners. *Dat de opbrengst van vandaag wordt gerespecteerd door het bestuur. Om de gewenste ontwikkelingen te kunnen realiseren zal het bestuur tijd/geld/ruimte/ scholing/formatie moeten faciliteren waarbij bestuur en school met elkaar ingesprek blijven. Waarbij het besef er zal moeten zijn dat er grenzen zijn (aan passend onderwijs), die bepaald worden door het belang van ieder individueel kind. Belangrijk is dat de Op Gen Hei het heft in eigen hand neemt. Vraag 29: Wat verwacht de school van het samenwerkingsverband? *Van het samenwerkingsverband verwachten wij een overkoepelende functie, zodat we daar met onze vragen terecht kunnen. *Ook willen wij daar expertise kunnen inwinnen en zullen met elkaar in gesprek moeten gaan om procedures te kunnen verkorten ( naar ons inzicht is dat beter voor de leerlingen, vaak moeten wij te lang wachten voordat wij kunnen verwijzen naar het SBO). schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 87 van 103
Vraag 30: Wat verwacht de school van het SBO? *Van het SBO verwachten wij dat de mogelijkheid blijft bestaan om leerlingen te kunnen verwijzen naar hen en dat het proces om dit te kunnen doen wordt verkort. Vraag 31: Wat verwacht de school van de REC's? *Van de REC scholen verwachten wij ook de mogelijkheid om te kunnen blijven verwijzen. Vraag 32: Wat verwacht de school van anderen die niet genoemd zijn? *Van alle niet genoemde anderen verwachten wij een goede communicatie met instanties en ouders. *Tevens moeten wij ergens terechtkunnen als wij zelf niet meer weten hoe te handelen in het belang van een bepaalde leerling. *En.. het is belangrijk dat wij bewust worden van het feit dat we niet alles zelf moeten willen kunnen en dat we ook kijken naar het belang van het kind.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 88 van 103
BIJLAGE 5: Rugzakleerlingen Beleid m.b.t. rugzakleerlingen Rugzakleerlingen zijn kinderen met een handicap of beperking die gebruik maken van leerlinggebonden financiering (LGF). Het doel van LGF is de emancipatie en integratie van leerlingen met een handicap in het reguliere onderwijs te bevorderen. Onze school is er van overtuigd dat het goed is voor kinderen met een beperking om in hun eigen buurt naar school te kunnen en dat ze mede daardoor beter integreren in de maatschappij. Deze kinderen horen er bij en een bijkomend voordeel is dat andere kinderen op deze manier leren omgaan met kinderen met een beperking. Wij gebruiken het volgende stappenplan bij de aanmelding van een “rugzakleerling”: Fase 1: Aanmelding aanmelding door de ouders bij de directie van de school: gesprek met de ouders, verwachtingen van ouders toelichting visie van de school, welke mogelijkheden heeft de school toelichting procedure schriftelijke toestemming van de ouders om informatie bij derden op te vragen Fase 2: Informatie verzamelen gegevens opvragen bij, bezoek brengen aan bv.: huidige school, onderwijsbegeleidingsdienst, zorgcircuit, medisch circuit Fase 3: Informatie bestuderen Binnengekomen gegevens bestuderen en bespreken met directie, intern begeleider van de school, leerkrachten, zorgplatform en eventueel de PCL. Eventueel kan worden besloten om het kind te observeren binnen zijn huidige school (voorschoolse opvang). Fase 4: Inventarisatie Van het kind wordt het volgende in beeld gebracht: Aandachtspunten Met andere woorden: „wat vraagt het kind‟
Mogelijkheden van de school
Onmogelijkheden van de school
Wat kan extern worden gehaald. Mogelijke oplossingen
Pedagogisch Didactisch Kennis en vaardigheden van de leerkracht Organisatie school en klas Gebouwen/ Materieel Medeleerlingen Ouders
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 89 van 103
Fase 5: Overwegingen De school onderzoekt op basis van het bovenstaande schema welke mogelijkheden de school zelf heeft en welke ondersteuningsmogelijkheden geboden kunnen worden en door wie: gebouwen (gemeente) OLP (speciaal onderwijs) aanvullende formatie (circulaire) vervoer (gemeente) ondersteuning qua expertise (speciaal onderwijs, de zorginstellingen, e.d.) Fase 6: Besluitvorming De betreffende inventarisatie van de hulpvragen van het kind wordt afgezet tegen de visie van de school en de mogelijkheden om een passend onderwijsaanbod te realiseren. Fase 7: Advies Gesprek met de ouders waarin het besluit van de school van de school wordt besproken: Plaatsing: opstellen van een "contract" handelingsplan met daarbij een overzicht van inzet van middelen, ondersteuning door SO of derden, inzet aanvullende formatie, OLP/ aanpassingen aan het gebouw e.d. Dit contract moet binnen een maand na inschrijving worden afgesloten. Voorlopige plaatsing: alleen wanneer er sprake van een observatieperiode als niet onmiddellijk duidelijk is of plaatsing succesvol kan zijn. Deze overeenkomst wordt door school en ouders ondertekend. Bij Afwijzing: een inhoudelijke onderbouwing door de school waarom men van mening is dat het kind niet geplaatst kan worden. Deze afwijzing wordt schriftelijk beargumenteerd en aan ouders en inspectie overhandigd.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 90 van 103
ICT - BELEIDSPLAN 2008-2012 Bijlage bij het schoolplan
Bijgesteld per 1 oktober 2008. Hiermee vervallen alle voorgaande concepten.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 91 van 103
1. Inleiding Dit plan is geschreven door de ict-coördinator van de school in samenwerking met de directie en beschrijft de periode van 1-10-2008 tot 1-10-2012. Het plan wordt gedragen door het hele schoolteam. Dit ICT-beleidsplan wordt per jaar geëvalueerd. Zo nodig vindt dit plaats in een voor dit doel belegde teamvergadering. De ICT- coördinator bereidt in dat geval deze vergadering voor in overleg met de directie.
2. Uitgangspunten ICT is geen doel op zich, maar een middel om de uitgangspunten en doelstellingen van de school beter te bereiken en op die manier bij te dragen aan de kwaliteit. Het (leren) omgaan met nieuwe media, zowel voor leerlingen als leerkrachten, is onderdeel van deze doelstellingen. Daarbij gaan we uit van de uitgangspunten zoals beschreven in ons algemene schoolplan
3. Doelstellingen a.
Algemeen:
In de genoemde beleidsperiode streeft onze school er naar ICT (nog) beter te integreren in ons onderwijs. Daarvoor gebruiken we doelen op korte termijn en langere termijn. Deze doelen hangen af van de behoeften en de noodzakelijke verbeteringen binnen onze school op het gebied van ICT. Deze doelen worden opgesplitst in doelen voor de leerlingen en doelen voor de leerkrachten. Voor beide groepen geldt dat deze doelen van praktische aard moeten zijn. De school maakt gebruikt van minimaal één ICT-coördinator die het geheel aanstuurt en zorg draagt voor een steeds verdere implementatie van het ICT-gebeuren binnen de school. Daartoe is de ICT-coördinator minimaal één dag per week vrijgeroosterd van andere taken. Desgevraagd wil de school een bijdrage leveren aan de verspreiding van ervaringen naar andere scholen. Voor de leerlingen betekent dit dat ze vertrouwd worden gemaakt met het gebruik van de computer zodat ze met behulp van de computer digitale leermiddelen leren gebruiken en ze globaal de mogelijkheden ontdekken van de informatiemedia. Met deze mogelijkheden moeten de leerlingen dan in staat zijn een tekst naar behoren te kunnen maken/bewerken en deze te kunnen presenteren hetzij mondeling, hetzij digitaal. Om dit in voldoende mate te realiseren heeft de school 6 computers per leerling nodig. Alle computers zijn daartoe verbonden in een netwerk. Incidenteel kunnen ook stand alone computers in de groep/werkhoek worden ingezet. De school zorgt voor gepaste software. Voor de leerkrachten betekent dit, dat zij vertrouwd moeten zijn met de aanwezige hardware en in ruime mate moeten kunnen omgaan met de in gebruik zijnde software. Om dat te bereiken moeten ze zodanig werken aan een uitbreiding van hun ICT-vaardigheden dat zo praktisch mogelijk kunnen werken. b.
Schoolspecifieke doelstellingen
In alle groepen is er bij de keuze van software specifieke aandacht voor deze vak- en vormingsgebieden. We streven er naar de computer in alle groepen (nog) meer te gaan gebruiken tijdens de dagelijkse lespraktijk om zo een steeds betere ononderbroken ontwikkeling te creëren. Op
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 92 van 103
deze manier kan ICT een positieve bijdrage leveren aan onze schoolspecifieke uitgangspunten en doelstellingen, zoals zelfstandig werken, actieve leerlingen, leren van elkaar en differentiëren. Op onze school zitten ook leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Het streven is er op gericht ICT nadrukkelijker te gaan betrekken bij het verlenen van extra zorg bij de basisvakken. Daarnaast maken we gebruik van wo-ondersteunende software en internetsites die de wereldoriënterende vakken ondersteunen. Vooral het laatste zal de komende tijd steeds frequenter worden ingezet. Om een en ander mogelijk te maken is het streven van de school erop gericht ouders te betrekken bij ICT in de vorm van ICT-ouderhulp. Het thuisgebruik van educatieve software wordt gepropageerd. De school heeft een eigen website waarop alle belangrijke informatie voor de ouders staat en verslag wordt gedaan van diverse schoolactiviteiten. Voor alle leerkrachten gaat de scholing naar een dusdanig niveau, dat zij zich thuis voelen in een ICT-rijke werkomgeving, zodanig dat zij het digitale schoolbord in al haar specifieke mogelijkheden leren gebruiken, een logboek kunnen bijhouden, een zorgdossier kunnen aanvullen, de leerlingen- administratie en de resultaten op de computer kunnen uitvoeren en gebruik kunnen maken van een openbare agenda. Veel van deze schoolspecifieke verslaglegging moet zijn beslag gaan krijgen in een centraal webbased schooladministratiesysteem.
4. Huidige situatie a. algemeen Begin 2004 is er met de intrek in de nieuwbouw een netwerk in schoolverband ter beschikking gekomen. Onze school heeft ervoor gekozen de centrale hal als computerruimte in te richten. Tevens heeft de school open verwerkingsruimtes. In deze verwerkingsruimtes zijn er 6 computers per groep beschikbaar. Al deze computers zijn verbonden via dat netwerk. In dit netwerk zitten als rode draad de taal- en reken programma‟s van VLL, Taal Actief, AmbraSoft en de leesprogramma‟s van Dupuis voor leerlingen met leesproblemen. Voor kinderen met rekenproblemen wordt Maatwerk, OWG-software en Digikidz gebruikt. Incidenteel worden ook de wereldoriënterende vakken met software ondersteund. De leerkrachten van de groepen 1, 2 en 3 gebruiken daarnaast standalone-computers in de klas/werkhoeken. Deze groepen gebruiken leerondersteunende software en een taal- en rekenondersteunend programma. Deze „werkhoekcomputers‟ zijn niet op het netwerk aangesloten, maar dat gaat voor 2010 alsnog gebeuren. Incidenteel maken deze groepen ook gebruik van internet n.a.v. schooltv-programma‟s. Vanaf groep 2 maken de kinderen al kennis met het taal en rekenprogramma van AmbraSoft en wordt gewerkt met internetsites n.a.v. de schooltv.-lessen. Na de herfstvakantie begint groep 3 gebruik te maken van de software die als een rode draad door het hele schoolgebeuren loopt. b. computergebruik Momenteel wordt door de hele school de computer in het klassengebeuren ingezet ter ondersteuning van de taal- en rekenactiviteiten. Incidenteel ook voor lezen en de wereldoriënterende vakken. Daarnaast leren de leerlingen van de groepen 6 t/m 8 de basisvaardigheden van tekstverwerking, e-mail en gebruik van internet. De groepen 7 en 8 leren tevens een Powerpoint presentatie te maken en deze te presenteren. De leerkracht(en) van de groep(en) 1,2 en 3 maakt/maken daarbij ook gebruik van de computer binnen de klassensituatie c.q. de werkhoeken. Het personeel gebruikt de computer voor het maken van verslaglegging van resultaten van leerlingen, het bijhouden van een logboek, het maken van een zorgdossier, verslagen en berichten voor de ouders, e-mail en incidenteel voor proefwerken en om lesstof samen te stellen. Er zijn leerkrachten die nog maar weinig computerkennis hebben. Ieder personeelslid is bezig zijn/haar computerkennis te vergroten, met nadruk op het gebruik van het logboek en het vastleggen van leerlingengegevens en – resultaten, het maken van zorgdossiers, het e-mailen en indien van toepassing het gebruik van het Smartboard. De IB ‟er gebruikt de computer voor zijn LVS, berichtgeving naar ouders, personeelsleden, bestuur, dienstverlenende instanties en andere scholen. schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 93 van 103
De directie gebruikt de computer hoofdzakelijk voor de leerlingenadministratie en berichtgeving naar ouders, personeelsleden, bestuur, inspectie en andere scholen en verslaglegging van voor de school belangrijke informatie. De ICT-coördinator geeft in overleg met de directie sturing aan het beleid. Er zijn inmiddels lijsten gemaakt waarop collega‟s aangeven wat zij belangrijk vinden, waarbij naast nadruk op besturingssysteem, tekstverwerking en internet ook wordt gedacht aan uniforme verslaggeving. De coördinator heeft inmiddels een boekwerk samengesteld waarmee leerlingen zelfstandig aan de slag kunnen met tekstverwerken, e-mailen, powerpoint presentaties maken en tekenen. Momenteel wordt er druk geoefend in de groepen 6, 7 en 8 met een doorlopend programma. Het ligt in de bedoeling dit gefaseerd uit te breiden met groep 5. De groepen 7 en 8 leren omgaan met de scanner en leren presentaties te maken met Powerpoint. De ICT-coördinator is momenteel bezig met het maken van een overzicht over de mogelijkheden, gebreken, bestanden en software van het netwerk en enkele stand-alone computers op school. Er wordt nog gewerkt aan verantwoord e-mailen en internetten, waarbij wordt uitgegaan van de te kennen basisvaardigheden die binnen het tekstverwerkingsprogramma worden aangeleerd. Daarnaast is de coördinator bezig de orthotheek te ontsluiten door die te automatiseren zodat deze beter toegankelijk wordt. Om zijn taak naar behoren te kunnen uitvoeren is hij 4 dagdelen vrij geroosterd. Anderhalf dagdeel gebruikt hij om de basisvaardigheden van tekstverwerking, email en presentatie aan te leren in de groepen 6 t/m 8. Een dagdeel gebruikt hij om contacten te onderhouden met collega-ict-ers en vergaderingen. De overige tijd wordt gebruikt om het netwerk op orde te houden, om het personeel waar nodig te ondersteunen en de nodige verbeteringen/veranderingen door te voeren. Door gebrek aan tijd en onvoldoende kennis van zaken ligt alles wat met de ICT te maken heeft in handen van de ICT-coördinator. Deze heeft inmiddels enkele ouders om hem te helpen en met raad en daad ter zijde te staan. De homepage is inmiddels succesvol „in de lucht‟ en wordt door een ouder gecoördineerd. Binnen het stichtingsbestuur worden er regelmatig contactochtenden van de ICT -coördinatoren georganiseerd waarbij tips, achtergrondinfo en kennis kunnen worden uitgewisseld. Tevens gaat de ICT-er een (opfris)cursus volgen conform het beleid van het stichtingsbestuur. c. knelpunten. De verschillende kennisniveaus van de leerkrachten roepen vragen op. Wie leert leerlingen de vaardigheden en/of begeleidt hen als de leerkracht dat niet kan ? Een ander belangrijk knelpunt is de gegeven situatie, dat de leerkrachten wel inzien dat de computer gebruikt moet worden, maar zij zich tevens afvragen welke lessen moeten vervallen om de leerlingen het computergebruik aan te leren. Een klassenwerkweek telt immers maar hoogstens 25 ¾ uren . Daarbij komt, dat er weer een extra taak bijkomt, maar er behalve de hard- en software geen extra faciliteiten voor worden geboden. Het volgen van cursussen houdt in dat er een hoop dingen worden aangeboden die in het onderwijs toch niet worden gebruikt en onnodig veel tijd in beslag nemen. Veel van deze cursussen vragen van de leerkrachten ook nog extra inspanningen buiten de reguliere werktijden.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 94 van 103
5. Gewenste situatie
a.
Directie
De directie zal in nauwe samenwerking met de ICT-coördinator het ICT-beleid ontwikkelen. Daarnaast zal de directie zal zich inzetten voor extra schaduwfunctionarissen voor CITO, DOTCOM en ICT. De directie zal zich net als de leerkrachten scholen naar het niveau van effectief computergebruik in de dagelijkse situatie. Bovendien beheert de directie het op school aanwezige leerlingenadministratie programma. a. Leerlingen Voor onze leerlingen streven we naar een methodische opbouw van ICT-gebruik. Als richtsnoer dienen daarbij de volgende vaardigheden: *Groep 1 en 2 -Werken met de muis - Zelfstandig leren omgaan (openen, sluiten) met de in gebruik zijnde software (digitaal ontwikkelingsmateriaal; vorm, kleur, aantal, grootte, volgorde, ruimtelijke oriëntatie etc.) *Groep 3, 4 en 5 -Het gebruik van het toetsenbord -Aanzetten en afsluiten van de computer -Het zelfstandig leren werken met de toepassingssoftware die in de groep wordt gebruikt Hierbij ligt het accent op taal- en rekenprogramma‟s. (aanvankelijk lezen, begrijpend lezen, woordenschat, inzicht in getallenstructuur) *Groep 6 -Gebruik van randapparatuur ( printer) -Aanleren van de basisvaardigheden van tekstverwerking, e-mail en internetgebruik. -Het zelfstandig leren werken met de toepassingssoftware die in de groep gebruikt wordt waarbij het accent ligt op taalprogramma‟s (woordenschat) en rekenprogramma‟s. (inzicht in de getallenstructuur). -Leren typen met 10 vingers. *Groep 7 en 8 -Aanleren van specifieke ICT-kennis -Praktisch kunnen werken met randapparatuur (scanner, printer, enz.) -Tekstverwerking met aandacht voor lay-out -Internet gebruiken als informatiemedium en als communicatiemedium -Maken van werkstukken -Leren omgaan met het tekenprogramma (Paint) - Gebruik van computer voor presentaties ( bijv.:Word, Powerpoint ) -Leren gebruik te maken van de elementaire mogelijkheden van het Smartboard b.
Leerkrachten
Van de leerkrachten wordt verwacht dat zij ICT een plaats geven in hun dagelijkse onderwijs. Om dit te bereiken, willen we de volgende stappen zetten om te komen tot het niveau van effectief computergebruik in de dagelijkse praktijk. In de periode 2008-2012 streven we naar het beheersen van de volgende basisvaardigheden: omgaan met het besturingssysteem Windows XP werken met Word zodanig zodat er proefwerken en leerstof mee kunnen worden gemaakt bekend zijn met Internet gebruik van e-mail met de daarbij behorende openbare agenda werken met een digitaal logboek digitaal kunnen verwerken en oproepen van leerling-gegevens schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 95 van 103
digitale verwerking van oudergesprekken en -indien nodig- hulpverlenende instanties. digitaal verslag maken van de resultaten van leerlingen digitaal verwerken van een zorgdossier omgaan met het digitale schoolbord werken met de mogelijkheden van DOTCOM. Het goed kunnen implementeren van de computer binnen de dagelijkse lesomgeving is het belangrijkste aandachtspunt voor alle leerkrachten. Alle leerkrachten streven er naar de genoemde doelstellingen via scholing te bereiken.
d. ICT-coördinator De ICT-coördinator zal in nauwe samenwerking met de directie adviseren en initiëren m.b.t. beleidsontwikkeling. Tevens draagt hij zorg voor een regelmatige evaluatie van het beleidsplan. De ICT-er is in de dagelijkse praktijk de aanjager en de stimulator van het totale team. De ICT-coördinator zal zich minimaal scholen naar het niveau DRO. Tevens zal hij de cursus ICTcoördinator volgen en regelmatig gegevens/vaardigheden met andere ICT-ers uitwisselen. Het streven is erop gericht de ICT-coördinator voor 2 dagdelen per week vrij te roosteren van groepslestaken. e.
Infrastructuur
Het technische gedeelte van ICT is in handen van een bedrijf. Dit bedrijf draagt zorg voor het goed functioneren van het netwerk en zorgt voor de internetverbinding. Het toezicht hierop is in handen van een bovenschoolse ICT-coördinator die bij problemen cq storingen de goede gang van zaken kan coördineren. De ICT-er is er alleen nog maar voor computer-ehbo. Zulks in navolging van het beleidsplan van het stichtingsbestuur. De benodigde basissoftware (besturingssysteem en tekstverwerking) wordt aangeschaft via de APS-it diensten en wordt centraal geregeld via de bovenschoolse ICT-coördinator. Bij ingebruikname van het nieuwe gebouw hebben wij de centrale ruimte ingezet als een werkplek voor 16 computers om zo klassikale instructie mogelijk te maken voor het aanleren van basisvaardigheden. In de verwerkingsruimtes staan 6 computers. Al deze computers zijn via een netwerk verbonden met elkaar. In de loop van deze periode zal het computerpark in totaliteit worden vervangen en zal de school worden voorzien van digitale schoolborden in alle groepen. De standalones in de werkhoeken zullen worden vervangen door computers aangesloten op het netwerk. De school krijgt ook de beschikking over een kopieerapparaat dat kan worden aangesloten op het netwerk. Wellicht zal de school ook moeten overstappen van XP naar Vista omdat het toeleveringsbedrijf geen ondersteuning meer geeft aan XP. f.
hardware
Server multimedia computer met Celeron 2,0 GB multimedia computer met Celeron 3,0 GB Laserprinter zw Laserprinter kl kopieerapparaat kleur met scan en aangesloten op netwerk scanner digitale camera digitaal schoolbord beamer
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
situatie per gewenste situatie per 1-81-8-2008 2012 1 1 48 3 0 53 3 3 1 0 0 1 2 0 1 1 0 11 1 1
pagina 96 van 103
g.
Software
Wij hebben licenties bij APS-it diensten afgesloten voor het Windows XP besturingssysteem, het gebruik van het tekstverwerkingsprogramma Office en virusbestrijding. Er zijn nog enkele W95 en W98 versies. situatie per 1-8-2008 Malmberg Zie Zo Educatief OWG Zwijsen
Groep 1/2
Bruna AmbraSoft
Zwijssen OWG AmbraSoft groep 3/4 Malmberg
AmbraSoft
Bruna
groep 5/6 Wolters-Noordhof
Malmberg
OWG AmbraSoft
Bruna schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
Clowns Kralenplank Hickory Schatkist met de muis taal Schatkist met de muis rekenen Lekker weertje herfst Lekker weertje winter Lekker weertje lente Lekker weertje zomer Putt- Putt 1 Getallenrom groep 1/2 Puzzelen met Tom Tekenen met Tamira Speuren met Robbie Spelletjeskaart Muiswerk: Online module voor taalactiviteiten voor kleuters
gewenste situatie per 1-8-2012 Toppie Kralenplank
idem als geen betere programma's voorhanden zijn
idem Aangevuld met ev. Upgrade.
Aangevuld met ev. Upgrade.
VLL De Taalfanfare Tafel Totaal Rekensom Taal totaal Taal Actief ----Spelling Taal Actief ----Woordenschat Maatwerk
idem idem Aangevuld met ev. Upgrade.
Tafel Totaal Rekensom Taal totaal Edupakket 1 Edupakket 2 Spellingrom groep 5/6 Sommenrom groep 5/6 Topografie van Nederland Topografie van Europa Topografie van de Wereld Taal Actief ----Spelling Taal Actief ----Woordenschat Maatwerk Leeshulp Tafel Totaal Rekensom Taal totaal Edupakket 1 Edupakket 2
Aangevuld met ev. Upgrade.
Aangevuld met ev. Upgrade.
idem als geen betere programma's voorhanden zijn
idem
Aangevuld met ev. Upgrade.
Aangevuld met ev. Upgrade.
Idem als geen betere programma's voorhanden zijn. pagina 97 van 103
groep 7/8 Wolters-Noordhof
Malmberg
Leerkr. Directie IB-er
OWG Dotcom Rovict (netwerk en standalone)
Sommenrom groep 7/8 Spellingrom groep 7/8 procentenrom groep 7/8 Spelling van moeilijke woorden groep 7/8 idem Topografie van Nederland Topografie van Europa Topografie van de Wereld Aangevuld met ev. Upgrade. Taal Actief ----Spelling Taal Actief ----Woordenschat Maatwerk Leeshulp Dotcom Dotcom
Cito (netwerk en stand LVS alone) Dupuis
Ambrasoft
Malmberg RT
Bruna
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
idem Dotcom in verbeterde versie Dotcom in verbeterde versie LVS in verbeterde versie (eventueel Dotcom)
idem Verzwaar P-lezer L-lezer De software is ook geschikt om Aangevuld met ev. Upgrade. remediërend te werken doordat aangepaste leervormen kunnen worden ingevoerd Maatwerk wordt voornamelijk Aangevuld met ev. Upgrade. gebruikt voor aparte leerlijnen en leerlingen die extra oefeningen goed kunnen gebruiken. idem Zelfstandig leren lezen 1 Zelfstandig leren lezen 2 Zelfstandig leren lezen 3
pagina 98 van 103
6. Plan van aanpak a.
m.b.t. de scholing van de leerkrachten
Allereerst gaat het om het aanleren van praktische kennis om aanwezige digitale programma‟s en materialen optimaal te kunnen benutten. Op basis van wensen kan het team in overleg met de directie en de ICT-coördinator een ontwikkelingsplan opstellen. Binnen deze periode moeten de leerkrachten beter leren omgaan met de gedigitaliseerde vorm van werkbladen, verslaglegging, zorgdossiers, administratie, e-mail, digitaal bordgebruik en info van het internet zinvol gebruiken.. b.
m.b.t. de directie
Aanleren van praktische kennis om gebruikte programma‟s optimaal te kunnen benutten. Op basis van de wensen van het team samen met de ICT-coördinator een ontwikkelingsplan opstellen. De directie moeten kunnen omgaan met de gedigitaliseerde vorm van werkbladen en administratie, kunnen e-mailen en informatie van het internet zinvol gebruiken.
c.
m.b.t. de ICT-coördinator
Scholing op basis van het persoonlijk ontwikkelingsplan. Streefdoel is hierbij het niveau DRO. Naast deze vaardigheden dient de ICT-er ook deel te nemen aan een vervolg op de cursus “ICTcoördinator”, waarbij naast technische zaken zeker ook aandacht wordt besteed aan managementvaardigheden. Ook via het ICT-ersnetwerk binnen de stichting worden vaardigheden aangeleerd. d.
m.b.t. de leerlingen
Van
de leerlingen wordt verwacht dat zij zelfstandig: de computer kunnen aanzetten en correct weer afsluiten het benodigde programma opstarten en correct weer afsluiten de ondersteunende software voor taal en rekenen kunnen gebruiken
Leerlingen van groepen 6, 7 en 8 leren de basisvaardigheden van tekstverwerken, e-mailen en internetten. De leerlingen van de groepen 7 en 8 leren werkstukken te maken, nuttige informatie van het Internet te halen en deze verwerken en een presentatie te maken met Powerpoint. Het streven is standaard een typecursus te geven in schoolverband vanaf groep 6. e.
m.b.t. de technische aspecten
Het gebruik van de hardware en de software moeten worden geoptimaliseerd waarbij in deze periode het digitale schoolbord en het gebruik van de webbased schooladministratie extra onder de aandacht zal staan. De software moet stapsgewijs beter worden geïntegreerd in het lesgebeuren. De directie en de ICT-coördinator zullen concrete plannen ontwikkelen die zorgen voor een gedegen ICT- infrastructuur. F
m.b.t. financiële aspecten
In de toekomst zullen we rekening moeten houden met het vervangen van alle apparatuur binnen de infrastructuur. Dat betekent dat we een dusdanig bedrag aan de kant moeten zetten om na een (vermoedelijke) afschrijvingstermijn van 4 à 5 jaar alle bestaande apparatuur zonder problemen te kunnen vervangen. Bovenschools worden het onderhoud (via een bedrijf ) en het verkrijgen van licenties die nodig zijn voor de basisfuncties (via de APS-it diensten) van de apparatuur gecoördineerd. Voor het dagelijks ICT gebruik blijft dan nog een budget over voor het aanschaffen van software, cartridges, nieuwe koptelefoons, opslagmedia (ceedees, diskettes, e.d.), kleine reparaties, enz. Het daarvoor benodigd kapitaal wordt gehaald uit de Londo vergoedingen. Hieronder een overzicht van de te verwachten gelden. schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 99 van 103
2008 LONDO
Bedrag per leerling € 83,50
Berekening
Totaal
270 x € 83,50
€ 22.545,-
Bedrag per leerling € 83,50
Berekening
Totaal
270 x € 83,50
€ 22.545,-
Bedrag per leerling € 83,50
Berekening
Totaal
270 x € 83,50
€ 22.545,-
Bedrag per leerling € 83,50
Berekening
Totaal
270 x € 83,50
€ 22.545,-
Bedrag per leerling € 83,50
Berekening
Totaal
270 x € 83,50
€ 22.545,-
Infra structuur € 17.500,-
Dagelijks ICT gebruik € 5.045,-
Infra structuur € 17.500,-
Dagelijks ICT gebruik € 5.045,-
Infra structuur € 17.500,-
Dagelijks ICT gebruik € 5.045,-
Infra structuur € 17.500,-
Dagelijks ICT gebruik € 5.045,-
Infra structuur € 17.500,-
Dagelijks ICT gebruik € 5.045,-
2009 LONDO
2010 LONDO
2011 LONDO
2012 LONDO
Momenteel is onze internetverbinding via „Xs4 all‟ gratis en alles wijst alles in de richting dat binnen deze periode dit ook wel zo zal blijven. Vandaar dat er geen extra vermelding is gemaakt over het bekostigen van de internetverbinding.
Landgraaf, 01-10- 2008.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 100 van 103
Bijlage Ontwikkelingsperspectief (OPP) Weer Samen Naar School (wsns) en de Leerlinggebonden financiering (lgf) veronderstellen dat reguliere basisscholen voorzieningen treffen om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften passend onderwijs te bieden. Het gaat bij de beoordeling van deze indicator alleen om die leerlingen die maximaal het eindniveau van groep 7 halen. Het betreft hier leerlingen die op termijn naar het leerwegondersteunend onderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs dan wel het praktijkonderwijs zullen gaan. Met deze indicator beoordeelt de inspectie de ontwikkeling van deze leerlingen. De geschetste werkwijze sluit zo goed mogelijk aan op de wijze waarop de ontwikkeling van leerlingen binnen het speciaal basisonderwijs (SBO) en expertisecentra (SO) door de inspectie wordt beoordeeld (vergelijk SBO-indicatoren 7.3 en 7.4). Vier vragen zijn bij deze indicator aan de orde: 1. Heeft de school leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften? 2. Heeft de school voor deze leerlingen een realistisch ontwikkelingsperspectief geformuleerd? 3. Heeft de school tussendoelen afgeleid van het ontwikkelingsperspectief, waarmee de vorderingen van deze leerlingen gevolgd kunnen worden? 4. Volgt de school de ontwikkeling van deze leerlingen aan de hand van de tussendoelen en het ontwikkelingsperspectief? De school wordt geacht alle leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften planmatige zorg te verlenen. In de praktijk wordt hierbij veelal over eigen leerlijnen gesproken. Deze term hanteert de inspectie verder in deze notitie. Voor lgf-leerlingen is de school wettelijk verplicht een handelingsplan (als onderdeel van een eigen leerlijn) op te stellen. Als de school alleen beschikt over een begeleidingsplan van de ambulant begeleider, voldoet zij hiermee niet aan haar wettelijke verplichting. De inspectie beoordeelt bij deze indicator de kwaliteit van de eigen leerlijnen niet (dit wordt bij de leerlingenzorg beoordeeld), maar of er voldoende leerwinst voor Nederlandse taal en/of rekenen en wiskunde is geboekt. Dit is alleen mogelijk als de school een ontwikkelingsperspectief (eindniveau) voor deze leerlingen heeft bepaald, dit heeft uitgewerkt met tussendoelen en de ontwikkeling van deze leerlingen volgt aan de hand van deze tussendoelen. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Bij de beoordeling van deze indicator worden alleen die leerlingen beschouwd die maximaal het eindniveau van groep 7 halen. Dit zijn bijvoorbeeld leerlingen met: een SO- of SBO-indicatie; leerlinggebonden financiering (lgf- of „rugzakleerlingen‟); een verwachte uitstroom naar het praktijk- of voortgezet speciaal onderwijs; cognitieve of sociaal-emotionele belemmeringen op één of meerdere van de vakgebieden rekenen en wiskunde, technisch lezen of begrijpend lezen. Tot deze laatste groep behoren vooral leerlingen Het gaat hier dus niet om leerlingen die met kortlopende handelingsplannen binnen de bandbreedte van het reguliere aanbod tot het eind van de basisschool mee kunnen komen. Denk aan leerlingen met een achterstand van een half jaar tot maximaal een jaar. En bijvoorbeeld ook niet om lgf-leerlingen met zintuiglijke of lichamelijke handicaps die het eindniveau van groep 8 wel kunnen halen. Als een school geen leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften heeft en dat met behulp van het leerlingvolgsysteem kan aantonen, wordt indicator 1.4 niet beoordeeld. In de tekst van het rapport wordt een toelichting opgenomen dat het ontbreken van dergelijke leerlingen de reden is om deze indicator niet te beoordelen.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 101 van 103
Realistisch en onderbouwd ontwikkelingsperspectief Het is van belang om in te schatten of de school ontwikkelingsperspectieven heeft bepaald en of deze voldoende onderbouwd en realistisch zijn. Het raadplegen van externe deskundigheid, waarbij overleg binnen het samenwerkingsverband, met de schoolbegeleider, met de eigen orthopedagoog of psycholoog is daarbij het meest voor de hand liggend. De inspectie acht dit essentieel bij de beslissing om over te gaan tot een eigen leerlijn. Een school kan onrealistische ontwikkelingsperspectieven formuleren door een veel te laag ambitieniveau te hanteren. Als leerlingen waarvoor het ambitieniveau te laag is gesteld vervolgens niet ruim boven het verwachte rendement bij dit ambitieniveau presteren, beoordeelt de inspectie de ontwikkeling van deze leerlingen als onvoldoende. Als de school geen ontwikkelingsperspectieven heeft geformuleerd is het oordeel op indicator 1.4 onvoldoende.
Tussendoelen Het ontwikkelingsperspectief is nodig als basis voor het plannen van het leerstofaanbod en het volgen van de ontwikkeling van de leerling. Hiervan dient de school tussendoelen (korte termijn doelen) af te leiden, die vervolgens leidend zijn voor het leerstofaanbod en het volgen van de vorderingen. Als de school geen tussendoelen afgeleid van het ontwikkelingsperspectief heeft geformuleerd, dan beoordeelt de inspectie indicator 1.4 als onvoldoende. Een goede eigen leerlijn bevat dus: een ontwikkelingsperspectief voor het betreffende vakgebied dat is bepaald aan de hand van het verwachte uitstroomniveau van de leerling; tussendoelen die bepaald zijn aan de hand van het ontwikkelingsperspectief; een beredeneerd, gepland aanbod dat is bepaald op basis van de tussendoelen. De kwaliteit van eigen leerlijnen wordt beoordeeld als onderdeel van de leerlingenzorg en speelt geen rol in de beoordeling van deze indicator.
Rendement Voor een voldoende oordeel gaat de inspectie vervolgens na of de school kan aantonen dat haar leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zich naar verwachtingen (dus volgens de gestelde tussendoelen) ontwikkelen. Daarvoor is minimaal noodzakelijk dat er twee tussentijdse evaluaties hebben plaatsgevonden. Het komt voor dat een school net is gestart met het opstellen van eigen leerlijnen met een ontwikkelingsperspectief, tussendoelen heeft geformuleerd en haar aanbod heeft gepland en uitvoert. Vorderingenevaluaties zijn echter nog niet uitgevoerd aan de hand van het perspectief, zodat rendementsbepaling nog onmogelijk is. In dat geval wordt de indicator niet beoordeeld. In principe vindt de beoordeling plaats op grond van maximaal zes leerlingen, die zo ver mogelijk in hun schoolloopbaan gevorderd zijn. Voor een voldoende oordeel moet ten minste een aantal leerlingen voldoende vorderingen hebben gemaakt gezien hun ontwikkelingsperspectief.
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 102 van 103
schoolplan 2011-2015 bs Op gen Hei
pagina 103 van 103