Inhoudsopgave bladzijde Woord vooraf Hoofdstuk 1 Even voorstellen 1.1 Korte beschrijving van de school 1.2 Visie op uitgangspunten en doelen van de Laurentius Stichting 1.3 Onze visie op onderwijs 1.4 Kansen en bedreigingen in de komende jaren 1.5 Onze belangrijkste sterke en minder sterke punten 1.6 Terugblik op de afgelopen vier jaar 1.7 Missie van de school
3 4 4 5 7 8 9 10
Hoofdstuk 2 Het onderwijskundig beleid 2.1 Doelstellingen en uitgangspunten 2.2 Uitwerking 2.3 Rooster 2.4 Leer- en vormingsgebieden 2.4.1 Ontwikkelingsgericht werken in de kleutergroepen 2.4.2 Nederlandse taal 2.4.3 Lezen 2.4.4 Schrijven 2.4.5 Rekenen en wiskunde 2.4.6 Engelse taal 2.4.7 Aardrijkskunde 2.4.8 Geschiedenis 2.4.9 Natuuronderwijs en gezond gedrag 2.4.10 Geestelijke stromingen 2.4.11 Tekenen/handvaardigheid 2.4.12 Muziek 2.4.13 Bewegingsonderwijs 2.4.14 Bevordering van sociale redzaamheid, w.o. gedrag in het verkeer 2.4.15 Catechese 2.5 Kerndoelen 2.6 Multi-cultureel onderwijs 2.7 Zorgverbreding 2.7.1 Zorg op maat 2.7.2 Anderstaligen 2.7.3 Hoogintelligente kinderen 2.7.4 Leerling met een bijzondere handicap 2.7.5 Gemeentelijk achterstandenbeleid 2.7.6 Weer Samen Naar School
11 11 11 11 11 11 12 12 12 12 12 13 13 13 13 14 14 14 14 14 15 15 15 17 17 17 17 18
Hoofdstuk 3 Personeelsbeleid 3.1 Inleiding 3.2 Integraal personeelsbeleid 3.3 Verdeling van taken en werkzaamheden 3.4 Uitgangspunten bij het inzetten van de formatie 3.5 Nascholing 3.6 Begeleiding van het personeel 3.7 Arbeidsomstandighedenbeleid 3.7.1 Veiligheid 3.7.2 Gezond en welzijn
19 19 20 20 21 21 21 21 22
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
1
Hoofdstuk 4 Kwaliteitsbeleid 4.1 Inleiding 4.2 Kwaliteit van De Piramide 4.3 Inrichting van onze kwaliteitszorg 4.4. Evaluatie van ons onderwijs
23 23 23 23
Hoofdstuk 5 Beleidsvoornemens 5.1 Implementatie/verder uitwerken zelfstandig werken 5.2 Kwaliteitszorg 5.3 Aardrijkskundemethode 5.4 Zorgverbreding 5.5 Ontwikkelingsgericht werken in de onderbouw 5.6 Informatietechnologie 5.7 Expressievakken 5.8 Catechesmethode 5.9 Sociaal emotionele ontwikkeling 5.10 Integraal Personeelsbeleidsplan 5.11 De aanschaf en implementatie van nieuwe materialen en methodes
24 24 24 24 24 24 24 24 25 25 25 25
Schematische weergave Overzicht bijlagen
26 26
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
2
Woord vooraf Voor u ligt het schoolplan van De Piramide, school voor katholiek basisonderwijs te Rijswijk, geldend voor de periode 2003 – 2007. Het is de uitwerking van de wettelijke opdrachten voor het primair onderwijs. De keuzes die daarbij gemaakt moesten worden, worden hierin verantwoord. Het is dus op de eerste plaats een document ter verantwoording van onze visie op onderwijs aan bevoegd gezag en inspectie. We zien het schoolplan als een kwaliteitsdocument, waarin het beleid wordt geformuleerd en vastgesteld.Daarnaast hopen wij met dit schoolplan, in samenhang met de schoolgids, duidelijkheid te bieden aan alle betrokkenen. Het schoolplan is tot stand gekomen in samenspraak en met bijdragen van het team, MR en bestuur. Ons uitgangspunt bij de totstandkoming en implementatie van dit plan is: - Het plan moet door alle personeelsleden gedragen worden. - Het plan moet leesbaar zijn - Er wordt jaarlijks geëvalueerd of de gestelde doelen in relatie tot de jaarplanning zijn gehaald. Na besprekingen binnen team en MR wordt het schoolplan formeel vastgesteld door de directie aangezien deze taak door het Lokaal Bestuur Rijswijk van de Laurentius Stichting is gemandateerd aan de schoolleiding. Vervolgens zal de MR zijn instemming moeten geven aan dit document. Voordat begonnen zal worden met het opstellen van nieuwe gedeelten voor het schoolplan zal team en MR de afgelopen periode evalueren. Rijswijk, november 2003 A.Warnar E. Pleij
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
3
Hoofdstuk 1: Even voorstellen 1.1. Korte beschrijving van de school Geschiedenis De Piramide is van start gegaan op 1 augustus 1994. De school is ontstaan vanuit een fusie met de toenmalige Willibrordusschool en Titus Brandsma school, beide gelegen in Rijswijk en beide vallend onder Stichting Katholiek Basisonderwijs (nu De Laurentiusstichting). Naar aanleiding van de nota Toerusting en Bereikbaarheid, die vanuit het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen is verschenen, bleek dat beide scholen onder de opheffingsnorm van de gemeente Rijswijk kwamen te liggen, die was vastgesteld op 170 leerlingen. In december 1992 is het besluit genomen door de stichting om beide scholen per 1 augustus 1994 samen te laten gaan. Hier ging een degelijke en uitgebreide voorbereiding aan vooraf, waarbij we begeleid werden door de onderwijs adviesdienst. Ten aanzien van het gebouw werd gekozen voor de toenmalige Willibrordusschool, wat meer dan de helft van de lokalen onbezet had. Na een zeer inspannende en emotionele voorbereiding werd er uiteindelijk afscheid genomen van beide scholen en werd op 26 augustus 1994 De Piramide, school voor katholiek basisonderwijs geopend. De naam De naam De Piramide is vanuit een prijsvraag naar voren gekomen. Bij de naamgeving is gedacht aan het piramidevormig stationsgebouw dat in de onmiddellijke nabijheid van de school kwam te liggen en een uitstekende blikvanger blijkt te zijn. Maar De Piramide heeft meer in zich. Het werken vanuit de brede basis naar de top en daarbij proberen steeds een treetje hoger te komen. Binnen een piramide zijn geheimzinnige gangen en valkuilen. De leerkrachten van onze school proberen de leerlingen over de soms moeilijk begaanbare paden van het leven te loodsen en ze te behoeden voor de “valkuilen” van het leven. Korte beschrijving van de school De school heeft gemiddeld zo’n 315 leerlingen die momenteel zijn verdeeld over 13 groepen. De leerlingen zijn een afspiegeling van de opbouw van de wijk, die qua bevolking breed is opgebouwd (sociaal, cultureel, etnisch en financieel). Dit betekent in de praktijk dat kinderen “uit alle lagen van de bevolking” onze school bezoeken. Er werken op De Piramide 25 personeelsleden. Dit zijn voor het grootste deel groepsleerkrachten. Daarnaast hebben we 2 Intern begeleidsters, een ICT-er, een vakleerkracht gymnastiek, en een schoolmedewerker. Tot slot is er de directie: de directeur en een adjunct-directeur. 1.2 Visie op uitgangspunten en doelen van de Laurentiusstichting Laurentius Sinds de fusie gaat ons bestuur door het leven onder de naam “Laurentiusstichting”. De heilige Laurentius van Rome was een diaken, die in het jaar 258 de marteldood is gestorven. Hij is de patroon van het bisdom Rotterdam. Als diaken had hij de taak de heilige boeken in bewaring te houden. Daardoor is hij onder andere patroon geworden van mensen met een beroep dat met boeken te maken heeft: bibliothecarissen, archivarissen, rechtsgeleerden, boekhouders, maar ook leraren, scholieren en studenten. Katholiek onderwijs De Laurentiusstichting heeft een katholieke grondslag, evenals de scholen die aan haar bestuur zijn toevertrouwd. Zij wil een levensbeschouwelijke visie uitdragen. De bronnen daarvan zijn te vinden in de levende traditie van de katholieke gemeenschap. Alle katholieke scholen hebben bepaalde gemeenschappelijk kenmerken. Ze baseren zich op de boodschap en de persoon Jezus van Nazareth en de katholieke traditie. De accenten die iedere school daarbinnen legt, kunnen echter wel verschillen. Zo heeft iedere school een eigen gezicht. Wij willen ons in onze visie op mens en wereld en in ons handelen laten inspireren door het evangelie en de persoon van Jezus van Nazareth. Wij geloven dat met hem als voorbeeld duidelijk zichtbaar wordt, wat het inhoudt een compleet mens te zijn of te worden. Uit de evangelies spreekt een positief perspectief. Wij hopen dat, met behulp van het geloof, de wereld meer leefbaar gemaakt kan worden
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
4
en dat de mensen zich inzetten voor vrede, gerechtigheid en naastenliefde. Wij willen als katholiek school meewerken aan het realiseren van dat positieve perspectief, met het oog op de toekomst van de mens, onszelf en onze kinderen en de wereld om ons heen. In ons onderwijs staat de vorming van de hele persoonlijkheid van de kinderen centraal. Niet alleen de intellectuele capaciteiten van de kinderen worden aangesproken, maar er is ook aandacht voor hun sociale, emotionele, creatieve en motorische ontwikkeling. Wij doen dat vanuit onze overtuiging, dat kinderen zich pas dàn als complete mensen kunnen ontplooien wanneer deze aspecten in evenwicht zijn. Onze school staat open voor iedereen, ongeacht levensbeschouwelijke achtergrond. Wij hebben respect voor andersdenkenden en wij verwachten dat kinderen en ouders die voor onze school kiezen, ook onze christelijke achtergrond respecteren en waarderen. Dit alles willen wij laten doorwerken in het gehele schoolleven. Het is niet altijd duidelijk aanwijsbaar of uiterlijk zichtbaar. Wij willen het de “sfeer” of het “klimaat” van onze school noemen. Wel zichtbaar zijn de dagopeningen in de groepen, de catecheselessen waarin wij gebruik maken van catecheseprojecten, waarin thema’s behandeld worden die aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen. Het team wordt daarbij begeleid door de identiteitsbegeleider. 1.3
Onze visie op onderwijs
Pedagogisch klimaat als uitgangspunt Een goed pedagogisch klimaat is voor ons het uitgangspunt van waaruit er geleerd gaat worden. Wij vinden het belangrijk dat een kind zich prettig en veilig voelt op school. Immers als een kind met plezier naar school gaat, komt het tot leren en ontwikkelen. Daarom proberen wij als team zoveel mogelijk zorg en aandacht te geven aan het individuele kind. Uitwerking op schoolniveau Wij vinden dat de school een veilige plek moet zijn, waar kinderen met plezier naar toe gaan. Dit kan alleen maar gebeuren in een situatie waarin kinderen respect kunnen opbrengen. Respect voor jezelf en respect voor de ander. Dit geven we concreet vorm door organisatorische regels en regels voor de omgang met elkaar. Deze regels hangen ingelijst centraal in de school en in iedere klas. In de verschillende groepen worden de regels op dezelfde wijze aangeboden. Daarnaast staat er iedere maand een regel centraal de “Regel van de maand”, waar we die maand wat meer nadruk op leggen. We realiseren ons terdege dat deze tien schoolregels niet alle zaken dekken die zich in de praktijk voor doen. Het gaat ons erom dat wij de kinderen bewust willen laten worden dat wij als school vinden dat je op een bepaalde manier met elkaar omgaat en dat daar duidelijkheid over moet zijn naar de kinderen toe. Om te komen tot een goede werksfeer en een aangenaam “klimaat” in de school, organiseren wij enkele malen per jaar “gezamenlijke-school-activiteiten”, waarbij alle kinderen van groep 1t/m 8 willekeurig door elkaar heen in groepjes gevormd worden. We denken hierbij dan aan optredens, creamiddag, spelletjesdag etc. Op deze wijze leren de kinderen elkaar kennen en leert jong en oud met elkaar omgaan. De basis om te komen tot een goed schoolklimaat, vormt ons inziens een goede sfeer in het team. Immers, als teamleden onderling een goed contact hebben en er een goede teamsfeer en teamgeest is, kan dit als vanzelf makkelijker overgedragen worden op de kinderen. Uitwerking op klassenniveau In de uitwerking op klassenniveau willen we een verdeling maken in het werken met jonge kinderen (kleutergroepen) en oudere kinderen (vanaf groep 3). Onze visie op de ontwikkeling van jonge kinderen: het ontwikkelingsgericht werken Na het inspectiebezoek dat heeft plaatsgevonden in mei 2001, zijn wij ons gaan bezinnen op onze visie op het jonge kind. Mede door de invoering van het Ontwikkelingsvolgmodel Jonge Kinderen, een observatieinstrument voor kinderen tot 7 jaar, hebben wij met elkaar onze visie op het onderwijs aan jonge kinderen opnieuw bespreekbaar gemaakt. Uitgangspunt hierbij is geweest het boek “Basisontwikkeling in de onderbouw” door Frea Janssen-Vos. In hoofdstuk 2.2 verwoordt zij de wijze waarop kinderen zich ontwikkelen. Deze tekst hebben wij hieronder opgenomen in ons Schoolplan. a. Ontwikkeling is geen “natuurlijk” proces dat zich binnen kinderen, los van externe invloeden, afspeelt. Kinderen zijn opvoedbaar en onderwijsbaar. Of ze het goed doen in hun persoonlijk
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
5
leven en hun schoolcarrière is voor een belangrijk deel afhankelijk van de volwassenen om hen heen. b. Ontwikkeling komt tot stand omdat kinderen willen deelnemen aan de sociaal-culturele werkelijkheid, met behulp van volwassenen. Die werkelijkheid moet dan ook beschikbaar zijn, evenals volwassenen die hen in hun werkelijkheid betrekken en daar deelgenoot van laten zijn. c. Een actief aandeel in de eigen ontwikkeling vormt een wezenlijke voorwaarde. Dit uit zich in het nemen van initiatieven, in betrokkenheid bij en deelname aan activiteiten die voor kinderen persoonlijk zinvol en ontwikkelingsbevorderend zijn. d. De zone van de naaste ontwikkeling is het aangrijpingspunt van ontwikkelings- en leerprocessen. Daaronder worden sociaal-culturele activiteiten verstaan waaraan het kind zinvol kan en wil deelnemen, maar dat nog niet op eigen kracht alleen kan. Met hulp van een ander is het kind in de zone van naaste ontwikkeling tot meer in staat dan alleen. e. Het aandeel van volwassenen is van cruciaal belang. Zij zorgen voor een sensitieve en reponsieve relatie en helpen kinderen bij activiteiten die zij nog niet op eigen kracht kunnen volbrengen. Vanuit de gezamenlijke activiteit van het kind met meerwetende partners, ontstaan de mogelijkheden voor zelfstandige activiteiten (dat wil zeggen: de activiteiten die een kind op eigen kracht kan verrichten). f. Ontwikkeling voltrekt zich aan de hand van activiteiten en motieven die in bepaalde perioden de overhand hebben en die leidend zijn in het ontwikkelproces. De spelactiviteit is aanvankelijk (vanaf twee à drie jaar) de leidende activiteit en gaat geleidelijk aan over in de bewuste leeractiviteit (zeven à acht jaar). Binnen de leidende activiteiten ontstaan de motieven en de aanleidingen voor het verwerven van nieuwe handelingsmogelijkheden. g. Voor jonge kinderen bieden daarom spelactiviteiten de belangrijkste basis voor verdere ontwikkelings- en leerprocessen. De ontwikkeling van de spelactiviteit naar de bewuste leeractiviteit moet als eenheid worden gezien die niet door grenzen in leeftijd of kalendertijd is op te delen. h. Ontwikkeling is een samenhangend proces. Fysieke en psychische ontwikkeling zijn aan elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar; bovendien zijn ze aan de ontwikkeling van de leidende activiteiten verbonden. Dat betekent dat essentiële ontwikkelingsprocessen (bijvoorbeeld communicatie, spreektaal en denktaal) in en vanuit de leidende activiteiten gestimuleerd kunnen worden. i. Tussen kinderen doen zich verschillen voor in ontwikkeling. Deze komen voor een belangrijk deel voort uit verschillen in sociaal-culturele omgeving. Aan “onterechte”, of “te bewerken” verschillen moet worden gewerkt. In de kleutergroepen vertaalt bovenstaande zich in het werken met thema’s en projecten, waarbij iedere keer weer het spel en rollenspel als uitgangspunt dienen. Ieder thema wordt afgesloten in de groep en in onderbouwvergadering geëvalueerd. De observaties worden afgenomen aan de hand van het Ontwikkelingsvolgmodel Jonge Kinderen van het Seminarium voor Orthopedagogiek, welke twee keer per jaar wordt ingevuld en besproken met de ouders. Middenbouw / bovenbouw Vanaf groep 3 gaan we zoveel mogelijk over in een leerstofjaarklassenssysteem waarbij we grotendeels gekozen hebben voor het model van het “leerlijngeoriënteerd onderwijs”. Hierbij staat de klassikale instructie centraal, maar hiernaast geeft de leerkracht, indien gewenst en nodig, ook een individuele instructie of subgroepinstructie. Uitgangspunt voor het aanbieden van de lesstof zijn de methoden. Deze dienen als leidraad. Daarnaast kunnen de leerkrachten de ideeën en de lesstof van de methode aanpassen op het leerstofprogramma van de groep op dat moment. Tevens is het van belang dat leerkrachten op de hoogte zijn van de minimumdoelen. Kinderen die boven gemiddeld presteren krijgen stof aangeboden op hun niveau (zie paragraaf 2.8.3). Het zelfstandig werken volgens een bepaald organisatiemodel heeft een vaste plek op het rooster. Er is een vaste lijn in de opbouw hiervan ontwikkeld voor groep 3 t/m 8. Om een doorgaande lijn van de kleutergroepen naar groep 3 te krijgen zullen we ons de komende jaren gaan bezinnen op de invulling van het ontwikkelingsgericht werken in combinatie met het aanvankelijk lees- en rekenproces en de bijbehorende methodes. Om de overgang van groep 2 naar groep 3 geleidelijk te laten verlopen zijn in groep 3 en 4, naast het zelfstandig werken, ook nog vaste momenten ingeroosterd voor het werken in hoeken en groepen, waarbij samenwerken en “spelend leren” centraal staat.
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
6
De leerkracht geeft de leerling zo snel mogelijk feedback op het gemaakte werk. Daarbij worden – naast de toetsprocedure – via diagnosticerend onderwijzen problemen al tijdens het lesgeven opgespoord. Leerlingen die dit nodig hebben krijgen vervolgens meer instructie- of verwerkingstijd. Door middel van observatie, het afnemen van onafhankelijke en methode-afhankelijke toetsen houdt de leerkracht de vorderingen van de leerlingen bij. Als uitgangspunt hierbij dient het pakket “observatie + registratie” waarin we hebben vastgesteld welke middelen en normeringen we gebruiken bij het registreren van gegevens van de resultaten. Dit om de continuïteit te kunnen waarborgen. Jaarlijks wordt dit besproken en zonodig bijgesteld. De leerlingen worden geregeld doorgesproken met de interne begeleiding en deze houdt ook nauwlettend de “zorg-kinderen” in de gaten. In samenspraak met de leerkracht maakt de IB-er afspraken over de begeleiding van de zorgkinderen. De zorgverbreding in z’n totaliteit speelt een belangrijke rol bij ons op school. Wij streven als school naar een duidelijke en heldere zorgstructuur waarbij de interne begeleiding een belangrijke plaats binnen de school heeft gekregen. 1.4 Kansen en bedreiging in de komende jaren Voor de komende jaren liggen er voor een verdere ontwikkeling van onze school kansen en bedreigingen. We noemen hier de volgende: Kansen: • Onze school is in het bezit van een gemotiveerd team welke een gezamenlijke verantwoordelijkheid voelt voor het onderwijs op De Piramide. • Door nascholingsgelden uit het budget personeel (schoolbudget) en de ervaringen van de afgelopen jaren t.a.v. het volgen van cursussen ter bevordering van onze deskundigheid zien wij mogelijkheden voor verdere persoonlijke groei en dus een positieve ontwikkeling voor de school. • De ontwikkelingen op het gebied van Informatie en Communicatie Technologie (ICT) biedt ons de kans om de huidige inzet van de computers in de klas nog meer gestalte te geven. De komst van kennisnet biedt de leerlingen tal van mogelijkheden ter ondersteuning van het leerproces. • Het WSNS-beleid wordt bovenschools aangestuurd met veel aandacht op de werkvloer. Deze bovenschoolse samenwerking geeft aan de ene kant mogelijkheden om te kijken of leerlingen bij ons op de juiste school zitten of hoe andere scholen in gelijke situaties met problemen omgaan. Aan de andere kant vergroot het onze deskundigheid door het veelvuldig professioneel overleg naar aanleiding van concrete situaties. Wij vergroten daardoor onze blik op de verschillen tussen kinderen en de wijze waarop wij daarmee moeten omgaan. Bedreigingen • Door het grote aantal bouwlocaties in de buurt is het aantal verhuizingen de afgelopen jaren groot geweest. Hierdoor is het aantal leerlingen, ondanks het feit dat de aanwas van nieuwe vierjarige kleuters ruim voldoende is, enigszins gedaald. Dit heeft op korte termijn wat aan formatie gekost, waardoor de klassenverkleining onder druk is komen te staan. • Er is sprake van een dubbel beleid vanuit de overheid. Aan de ene kant wil men zoveel mogelijke kinderen binnen het gewone basisonderwijs houden, wat ten koste gaat van het gemiddelde niveau. Aan de andere kant wil de overheid m.b.v. een verplichte eindtoets harde cijfers t.a.v. de schoolvorderingen die je verplicht bent te melden in de schoolgids.Wij voelen ons sterk verwant met het erkennen van verschillen tussen kinderen, gaan daar opbrengstgericht mee om (analyse van Cito leerlingvolgsysteem- gegevens op verschillende niveaus), maar bezinnen ons nog op de wijze waarop we dit in de schoolgids gaan vermelden. • T.a.v. het terugdringen van aanmeldingen voor het speciaal onderwijs maken wij ons grote zorgen. De WSNS-gelden zijn onvoldoende om structureel hulp te bieden aan de kinderen die wij op school dienen te houden. Hierdoor ontstaat een verdichting van de zorgproblematiek. Daarbij mag hier ook niet onvermeld blijven de mogelijke gevolgen van de invoering per 1 augustus 2003 van de leerlinggebonden financiering. • De financiële budgetten zijn zo krap bemeten door de Londosystematiek, dat onze wensen t.a.v. de materiële zaken soms niet gehonoreerd kunnen worden. • De Piramide is gehuisvest in een oud gebouw. Dit betekent veel tocht en kou voor zowel de kinderen als de leerkrachten en wordt als onprettig ervaren. De kosten voor onderhoud en energie zijn vele malen hoger dan de middelen die we vanuit het ministerie van onderwijs 7 ______________________________________________________
Schoolplan De Piramide
•
mogen ontvangen en zorgt de slechte staat waarin de school zich bevindt (bv. slecht hang- en sluitwerk, enkel glas) ervoor dat de school een gewild object is voor het plegen van inbraak. Hierdoor moeten we middelen die ergens anders voor bestemd zijn, gebruiken om de gaten te dichten. Een doorslaande bureaucratisering, waardoor het voor veel mensen praktisch niet meer te volgen is (bv. Aanstellingen, formatieplannen, zorgplannen e.d.) zorgt ervoor dat er soms te veel tijd verloren gaat voor het onderwijs aan het kind.
Met bovenstaande kansen en bedreigingen zullen we rekening moeten houden bij het realiseren van onze doelstellingen t.a.v. een stuk onderwijsvernieuwing voor de komende jaren. Net als bij kinderen zullen we hoge eisen stellen, maar soms moeten accepteren dat meer niet mogelijk is. 1.5
Onze belangrijkste sterke en minder sterke punten
Voor een verdere ontwikkeling van onze school is het belangrijk de eigen sterke en zwakke punten van de school te kennen. We denken vanuit de directie een aardig beeld te hebben van datgene waar we ons sterk in voelen en datgene waarvan we weten dat dit beter kan. Sterke punten • We hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in een goed pedagogisch klimaat met duidelijke schoolregels. Hierdoor is een omgeving ontstaan, waarin de kinderen zich veilig en vertrouwd voelen. • De zorgverbreding heeft de afgelopen jaren een belangrijke plaats in de school ingenomen en is dan ook niet mee weg te denken in onze schoolorganisatie. Dankzij een goede zorgstructuur, geleid vanuit de interne begeleiding en terugkoppeling naar de schoolzorgcommissie wordt er ons inziens adequaat ingesprongen op de zorg voor kinderen. Duidelijke en heldere handelingsplannen, afspraken en evaluaties liggen hieraan ten grondslag. Hierdoor is er ook een goed contact met de betrokken personen van de GGD: de school-arts en de logopediste, de scholen voor speciaal basisonderwijs. • Doordat de leerkrachten van de onderbouw met elkaar het traject zijn ingegaan van het Ontwikkelingsvolgmodel (OVM) van het Seminarium van Orthopedagogiek te Utrecht en daarbij uiteraard de achterliggende visie van het ontwikkelingsgericht werken, hebben wij met elkaar goed nagedacht over de invulling van de werkwijze in de kleutergroepen. Het ontwikkelingsgericht werken en het aanschaffen van de methode Pluspunt en Ik en Koheeft ons nieuwe impulsen gegeven. Het werken met thema’s en projecten is inmiddels tot stand gekomen en wordt geregeld geëvalueerd in bouwvergaderingen. • Het bewegingsonderwijs staat op De Piramide “hoog in het vaandel”. Vanaf de kleutergroepen krijgen alle kinderen 2 keer per week gymnastiek. Bij de kleuters is dit een leerkracht die zich heeft gespecialiseerd in het geven van bewegingsonderwijs. Vanaf groep 3 is dit een vakleerkracht. Naast de reguliere gymnastieklessen krijgen diverse kinderen extra ondersteuning in de vorm van motorische remedial teaching welke gegeven wordt door de vakleerkracht gymnastiek. • De openbare bibliotheek van Rijswijk is gelegen aan de overkant van de school. Doordat alle groepen iedere 6 weken een bezoek hieraan brengen ontstaat er een wisselende klassenbibliotheek die altijd “up to date” is. • De afgelopen jaren heeft het team gebruik gemaakt van nascholingscursussen om de eigen deskundigheid te bevorderen. Met name het gezamenlijk volgen van cursussen heeft het proces van teamvorming bevorderd. • Er is over het algemeen een goed contact met ouders. We streven er als directie naar om de drempel naar ouders toe zo laag mogelijk te houden en ook duidelijk te zijn in wat we wel en niet tolereren op school. In de loop der jaren hebben we gemerkt dat helderheid en duidelijkheid naar ouders toe van groot belang is. • De afgelopen jaren heeft de school veel aandacht besteed aan de overblijf. Dit heeft geresulteerd in de aanstelling van een overblijfcoördinator die verantwoordelijk is voor het reilen en zeilen van de overblijf en het team van overblijfmoeders stimuleert en enthousiasmeert. De uiteindelijke eindverantwoordelijkheid van de overblijf ligt bij de directie van de school.
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
8
•
Binnen het team van De Piramide heerst een goede sfeer. De ervaring heeft geleerd dat nieuwe leerkrachten zich al snel thuis voelen en goed opgevangen worden. We bieden hen daarbij ook een structurele begeleiding, waardoor zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.
Minder sterke punten • De doorgaande lijn blijft nog altijd een aandachtspunt. Door middel van (collegiale) klassenconsultaties en terugkoppeling in bouwvergadering proberen we de komende periode hier geregeld aandacht aan te besteden. Ook het naleven van gemaakte afspraken blijken in de loop der tijd nog wel eens te “verwateren”. Ook hier blijven we gedurende teambijeenkomsten op terugkomen. • De expressievakken blijven vanaf groep 3 een aandachtspunt. Voor de vakken tekenen en handvaardigheid is inmiddels een methode aangeschaft, maar voor muziek ontbreekt het hieraan. Met name muziek blijkt toch steeds weer een specialistisch vak. • Ten aanzien van de sociaal-emotionele ontwikkeling ontbreekt in de midden- en bovenbouw een objectief meetinstrument. Het Ontwikkelingsvolgmodel, zoals dat in de kleutergroepen gehanteerd wordt, zal dan ook in de toekomst op sociaal-emotioneel gebied doorgevoerd gaan worden in de midden- en bovenbouw. • De schoonmaak van de school is een voortdurende zorg. Het gebouw en de tijd die ervoor staat om dit schoon te maken staan niet in evenredigheid met elkaar. Ondanks de besprekingen die we voeren blijft het een aandachtspunt van team en ouders. 1.6 Terugblik op de afgelopen vier jaar. Terugblikkend op de afgelopen vier jaar kunnen we stellen dat er heel veel werk is verzet en de dat De Piramide een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Kort samenvattend kunnen we met elkaar de volgende verbeteringen noemen. • Zorgverbreding: Door de stabilisatie van de structuur, is er meer aandacht besteed aan o.a. het consequent terugtoetsen van kinderen op D en E niveau, waardoor we nog meer adequate hulp kunnen bieden. Ook is er een eerste aanzet gemaakt met het doortoetsen bij de kinderen die boven gemiddeld presteren. • De invoering van het Ontwikkelingsvolgmodel in de kleutergroepen, met daarbij invulling geven aan het ontwikkelingsgericht werken. Door de invoering van de methoden Pluspunt en Ik en Ko en de wens hier volgens de visie van het ontwikkelingsgericht werken mee om te gaan, is de werkmap “werken met thema’s in de onderbouw” ontstaan. Door de samensmelting van een aantal thema’s van beide methoden en daarbij voortdurend de woordenschatontwikkeling in ogenschouw te nemen, is een goed handboek voor de kleutergroepen ontstaan. • Het Protocol Leesproblemen en Dyslexie: de afgelopen jaren hebben we voor de leerkrachten van groep 3 en 4 de cursus “Leesproblemen en Dyslexie” verplicht gesteld. Deze cursus neemt het protocol, ontwikkeld door het Expertisecentrum Nederlands in opdracht van het Procesmanagement Primair Onderwijs en naar alle scholen in Nederland is gestuurd, als uitgangspunt. De herfstsignalering zoals die in dit protocol wordt aangeboden is inmiddels structureel ingevoerd, waardoor we nog eerder leesproblemen in groep 3 en 4 in beeld kunnen brengen. • Kwaliteitszorg: als team hebben we kennisgenomen van de noodzaak en doelstelling van kwaliteitszorg. Met behulp van een tweetal instrumenten hebben we twee kwaliteitskaarten met elkaar opgesteld, Pedagogisch klimaat en Professionalisering. Tevens is er planning gemaakt voor de verdere invulling van de kwaliteitskaarten. • Informatietechnologie: op stichtingsniveau is er een ICT-beleidsplan geschreven. Daarop hebben we het ICT-beleidsplan van De Piramide geënt. Het afgelopen jaar is er een computernetwerk op onze school gerealiseerd. Elke groep heeft nu minstens twee computers (aangesloten op het netwerk). De leerkrachten hebben de afgelopen jaar veel nascholingscursussen gevolgd op het gebied van ICT. • De afgelopen vier jaar is er – mede dankzij een financiële impuls van het ministerie – enorm geïnvesteerd in de aanschaf van nieuwe materialen en methoden. Zo heeft een groot gedeelte van de school nieuw meubilair gekregen; is er in de afgelopen vier jaar nieuw kleutermateriaal aangeschaft; hebben we nieuwe methoden aangeschaft voor rekenen, Engels en beeldende vorming.
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
9
• • •
1.7
Er is zorg en aandacht besteed aan de overblijf wat heeft geresulteerd in een goede en heldere structuur onder leiding van een overblijfcoördinator, onder toezicht van een overblijfcommissie met daarin o.a. een lid van de OR, MR, team en directie. Het zelfstandig werken in de school begint vaste vormen te krijgen. De lijn wordt geregeld geëvalueerd en bijgesteld met als streven de komende jaren een goed doorlopend plan ingevoerd te hebben. Een eerste aanzet is gemaakt in de differentiatie in de instructie. Zo is in het schooljaar 20022003 de instructietafel geïntroduceerd en wordt daar in de meeste groepen geregeld mee gewerkt. Hier zal in de komende jaren nog verdere invulling aan gegeven gaan worden. Missie van de school:
Als school zouden wij de volgende missie willen uit dragen en in de dagelijkse praktijk vorm geven: Vanuit geborgenheid en vertrouwen aanleren van vaardigheden op sociaal, emotioneel, motorisch, cognitief en creatief gebied, met als doel bij te dragen in de ontwikkeling tot een zelfstandig en positief kritisch denkend mens. Anders gezegd: De Piramide, aandacht en zorg voor kinderen en elkaar!
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
10
Hoofdstuk 2 : Het onderwijskundig beleid 2.1 Doelstellingen en uitgangspunten: Het onderwijs op De Piramide is zodanig ingericht dat er optimaal sprake is van een ononderbroken ontwikkelingsproces van leerlingen. We proberen zoveel mogelijk de voortgang van ons onderwijs af te stemmen op de ontwikkeling van de kinderen. Het onderwijs richt zich op een breed onderwijsaanbod waarbij de prioriteiten liggen bij de basisvakken (taal, lezen, rekenen). Het onderwijs begeeft zich globaal binnen de kaders zoals deze zijn aangegeven binnen de kerndoelen. Wij baseren ons daarbij vooral op de aanwijzingen van de methodemakers er gaan er vanuit dat onze, vrij recente aangeschafte methodes voldoen aan de criteria. Het onderwijs maakt gebruik van de mogelijkheden van de multi-culturele samenstelling van de school. De voortgang van het onderwijs wordt voor alle leerlingen gevolgd met een voortgangsregistratie (CITO leerlingvolgsysteem). 2.2 Uitwerking: Op de Piramide werken we met een leerstofjaarklassensysteem, met uitzondering van de kleutergroepen. Het onderwijs in de groepen wordt ondersteund door 2 intern begeleiders welke zich bezighouden met de ondersteuning van de specifieke begeleiding van attentie- en zorgleerlingen. Tijdens zgn. schoolzorgcommissie-vergaderingen worden alle lopende zaken vanuit de interne begeleiding besproken met de directie en de schoolbegeleider van de onderwijs adviesdienst. Het management van de school bestaat uit een directeur en een adjunct-directeur. Het overleg vindt plaats middels bouwvergaderingen en teamvergaderingen. 2.3 Rooster Volgens de wet primair onderwijs dient een basisschool op jaarbasis aan de kinderen van groep 1 t/m 4 minimaal 880 uur onderwijs te geven. Voor groep 5 t/m 8 is het wettelijk vereist aantal 1000 uren. De Piramide maakt op jaarbasis de volgende uren: Groep 1 t/m 4: 912 uur Groep 5 t/m 8: 1000 uur De groepen 1 t/m 4 zijn eens in de 3 weken op vrijdag vrij. Op deze dag hebben de leerkrachten ADV. Vakanties worden gepland binnen het landelijke rooster. 2.4 Leer- en vormingsgebieden Ons onderwijs omvat de volgende leer- en vormingsgebieden, waarbij we gebruik maken van de aangegeven onderwijsleerpakketten. 2.4.1 Ontwikkelingsgericht werken in de kleutergroepen In het schooljaar 2001-2002 hebben wij met het team besloten het traject in te gaan van het ontwikkelingsgericht werken, met daarbij een bijbehorend observatiemodel: het Ontwikkelingsvolgmodel (OVM) Jonge kinderen, ontwikkeld door drs. D. Memelink van het Seminarium voor Orthopedagogiek te Utrecht. Met elkaar hebben we de cursus OVM gevolgd, die vooraf dient te gaan aan het in gebruik nemen van het observatiemodel. Tijdens deze cursus zijn ons de uitgangspunten voor het ontwikkelingsgericht onderwijs duidelijk geworden en hebben wij onze visie ten aanzien van de ontwikkeling van jonge kinderen opnieuw geformuleerd, welke zijn opgenomen in paragraaf 1.3. 2.4.2 Nederlandse taal: Doelstelling: Het onderwijs in Nederlandse taal is erop gericht, dat de leerlingen: • Vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal doelmatig kunnen gebruiken in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen; • Kennis en inzicht verwerven omtrent betekenis, gebruik en vorm van taal; • Plezier hebben en houden in het gebruiken en beschouwen van taal. Methode: In de groepen 1-2 doen we dit aan de hand van de thema’s in de methode Ik en Ko, welke verwerkt worden binnen het ontwikkelingsgericht werken. Vanaf groep 4 gebruiken we de methode “Taal Actief NT2”. 11 ______________________________________________________
Schoolplan De Piramide
2.4.3 Lezen Doelstelling: Een leerling moet aan het eind van de basisschool een leeshouding hebben, die hem bereid maakt en in staat stelt verschillende teksten op zijn niveau zelfstandig aan te pakken en te verwerken. In groep 1-2 worden de kinderen gevoelig gemaakt voor de geschreven taal o.a. middels de leesschrijfhoek. Methode: Voor het aanvankelijk lezen in groep 3 maken we gebruik van de methode “Veilig Leren Lezen” . Voor de groepen 4 t/m 8 gebruiken we de methode “Wie dit leest”. 2.4.4 Schrijven Doelstelling: Als doorgaande lijn voor de kinderen van 4 t/m 12 jaar hebben wij de volgende fasen voor ogen: • Het voorbereidend schrijven • Het aanvankelijk schrijven • Het voortgezet schrijven Bij het voorbereidend schrijven gaat het om de bevordering van de grove en fijne motoriek. Hiervoor staan ons heel wat materialen ter beschikking in groep 1-2. Als extra ondersteuning hebben we de “Motoriekmap” voor de groepen 1 t/m 4, waarin we diverse motorische oefeningen, werkbladen en registratiebladen gebundeld hebben, ter ondersteuning van het voorbereidend schrijven. Deze map staat in de groepen 1 t/m 4 centraal, naast de gewone schrijfmethode vanaf groep 3. In groep 3 t/m 8 maken we gebruik van de methode “Schrijftaal”. In groep 3 is gekozen voor de letterstroom, wat wil zeggen dat de kinderen meteen de letters uit “Veilig Leren Lezen” schrijven in lopend schrift. Beleidsvoornemens: De komende jaren willen we ons gaan bezinnen op een nieuwe schrijfmethode. De huidige methode “Schrijftaal” voldoet met name in de midden- en bovenbouw niet meer aan onze verwachtingen. 2.4.5 Rekenen en wiskunde Doelstelling: Het onderwijs in rekenen/wiskunde is erop gericht, dat de leerlingen • Verbanden kunnen leggen tussen het onderwijs in rekenen/wiskunde en hun dagelijkse leefwereld; • Basisvaardigheden verwerven, eenvoudige wiskunde-taal begrijpen en toepassen in praktische situaties; • Reflecteren op eigen wiskundige activiteiten en resultaten daarvan op juistheid controleren; • Eenvoudige verbanden, regels, patronen en structuren opsporen; • Onderzoeks- redeneerstrategieën in eigen woorden beschrijven en gebruiken. Methode: In groep 1 t/m 7 wordt gewerkt met de methode Pluspunt. In groep 8 wordt deze methode in het schooljaar 2004-2005 als laatste groep ingevoerd. In groep 1-2 worden de thema’s van Pluspunt gebruikt binnen het ontwikkelingsgericht werken. 2.4.6 Engelse taal Doelstelling: Het onderwijs in de Engelse taal is erop gericht, dat de leerlingen: • Vaardigheden ontwikkelen waarmee de deze taal op een zeer eenvoudig niveau gebruiken als communicatiemiddel in contact met mensen die zich van deze taal bedienen; • Kennis hebben van de rol die de Engelse taal speelt in de Nederlandse samenleving en als internationaal communicatiemiddel. Methode: In groep 7 en 8 wordt de methode Bubbles gebruikt. 2.4.7 Aardrijkskunde Doelstelling: Het onderwijs in de aardrijkskunde is erop gericht, dat de leerlingen
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
12
• •
Zich een beeld vormen van hun omgeving, van de aarde en haar belangrijkste regio’s; Inzicht verwerven in de manier waarop de natuur en het menselijk handelen de ruimtelijke inrichtingen beïnvloeden; • Zich enige aardrijkskundige kernbegrippen eigen maken en kaart kunnen lezen. Methode: We maken gebruik van de methode Wereld van verschil. In sommige groepen wordt, voor het onderdeel topografie, daarnaast gebruikt gemaakt van Topotoer. Beleidsvoornemens: In het schooljaar 2003-2004 gaan we ons bezinnen op een nieuwe aardrijkskundemethode, welke in het schooljaar 2004-2005 ingevoerd zal gaan worden. 2.4.8 Geschiedenis Doelstelling: Het geschiedenisonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen • Zich beelden vormen van in tijd geordende verschijnselen en ontwikkelingen; • Besef krijgen van continuïteit en verandering in het leven en in de geschiedenis van de samenleving; • Zich enige historische basisvaardigheden eigen maken; • Kennis en inzicht verwerven omtrent inrichting en structuur van de maatschappij; • Kennis en inzicht verwerven omtrent enige hoofdzaken van- en kenmerkende verschillen tussen geestelijke stromingen in de samenleving. Methode: Voor het geschiedenisonderwijs gebruiken wij de methode “Een zee van tijd”. 2.4.9 Natuuronderwijs en gezond gedrag. Doelstelling: Het natuuronderwijs is er op gericht, dat de leerlingen: • Plezier beleven aan het verkennen van de natuur vanuit een kritische en vragende houding en zorg hebben voor een gezond leefmilieu; • Kennis, inzicht en vaardigheden verwerven die mensen nodig hebben om op juiste wijze met de levende en niet-levende natuur om te gaan; • Een onderzoekende en waarderende houding ten opzichte van de natuur en een gezond leefmilieu ontwikkelen; • Kennis, inzicht en vaardigheden verwerven ten aanzien van een gezond gedragspatroon dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. Methode: Voor het natuuronderwijs op onze school maken we gebruik van de methode “Leefwereld”. De auteurs van deze methode hebben zich laten leiden door de eindtermen voor het basisonderwijs. “Leefwereld”gaat uit van leerstofeenheden die samen dekkend zijn voor het hele vakgebied: natuuronderwijs met daarin begrepen bevordering voor gezond gedrag. Daarnaast wordt er in de groepen regelmatig gebruik gemaakt van de lessen van schooltelevisie (“Huisje boompje beestje”, “Nieuws uit de natuur”). 2.4.10 Geestelijke stromingen Ervan uitgaande dat de Nederlandse samenleving een multiculturele samenleving is en dat wij leerlingen zo goed mogelijk willen voorbereiden op deze samenleving, is het noodzakelijk dat de leerlingen enige kennis en inzicht in enkele geestelijke stromingen hebben. Doelstelling: Dat leerlingen verdraagzaam en met begrip omgaan met de verschillende wijzen waarop mensen vorm geven aan antwoorden op vragen die betrekking hebben op de zingeving van onze wereld. Methode: Op onze school maken we geen gebruik van een aparte methode. Om bovenstaande doelstellingen te verwezenlijken maken we gebruik van verschillende onderwerpen, thema’s uit onze lessen bij catechese, aardrijkskunde en geschiedenis.
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
13
2.4.11 Tekenen/handvaardigheid Doelstelling: Het onderwijs in tekenen en handvaardigheid is erop gericht dat de leerlingen: • Kennis, inzicht en vaardigheden verwerven warmee ze hun gedachten, gevoelens, waarnemingen en ervaringen op persoonlijke wijze kunnen vorm geven in beeldende werkstukken; • Leren reflecteren op beeldende producten en inzicht verwerven in de wereld om ons heen: de gebouwde omgeving, interieurs, mode en kleding, alledaagse gebruiksvoorwerpen en beeldende kunst; • Kennis en inzicht verwerven dat “ uitbeelden en vorm geven” gebonden zijn aan tijd en aan cultuurgebied; • Technieken leren. Methode: In het schooljaar 2003-2004 hebben we de methode Uit de Kunst aangeschaft, waarmee we in het schooljaar 2004-2005 van start gaan. 2.4.12 Muziek Doelstelling: Het muziekonderwijs bij ons op school zou erop gericht moeten zijn dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om muziek te beluisteren, te beoefenen en om met elkaar over muziek te spreken. Methode: Op dit moment is er geen methode aanwezig. De muzieklessen bestaan vooral uit het aanleren van liedjes o.a. van Benny Vreden en Liedmachien, waarbij het plezier in zingen met elkaar centraal staat. Beleidsvoornemen: De komende jaren zullen we ons gaan buigen over het muziekonderwijs. Wellicht zal dan de keuze gemaakt gaan worden om een muziekmethode aan te schaffen. 2.4.13 Bewegingsonderwijs Op onze school krijgen alle kinderen gymnastiek van een vakleerkracht. Deze stelt jaarlijks een jaarplan op. Doelstelling: Het bewegingsonderwijs heeft tot doel het ontwikkelen van een positieve bewegingsattitude bij kinderen. Uitdaging en succesbeleving staan hierbij centraal. Bij het bewegingsonderwijs gaat het erom dat de kinderen steeds beter worden in bewegen, leren bewegen en dat zij samen kunnen bewegen. Binnen de lessen werken we naar steeds grotere zelfstandigheid, waarbij voortdurend een beroep wordt gedaan op de eigen verantwoordelijkheid. Sturend voor de inhoud van het programma zijn: • Het Basisdocument voor bewegingsonderwijs – SLO, Chris Mooy e.a. • De activiteiten die de werkgroep schoolsport Rijswijk organiseert. • De sportintroductietoernooien. • Beter bewegen met kleuters, bewegingsonderwijs groep 1 en 2 • Basisdocument bewegingsonderwijs I en II • Speelkriebels voor kleuters 2.4.14 Bevordering van sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer Doelstelling: Algemeen: Het onderwijs is erop gericht de leerlingen in staat te stellen op basis van kennis, inzicht, houding en vaardigheden een eigen weg te vinden in de samenleving. Bij de redzaamheid in het verkeer zijn de doelen als volgt te omschrijven: • De leerlingen hebben inzicht in verkeerssituaties. Daartoe kennen zij verkeersregels en de betekenis van de verkeersborden. • De leerlingen kunnen het voorgaande toepassen als ze deelnemen aan het verkeer of buitenspelen. Wij gebruiken op De Piramide de methode “Straatwerk”, de verkeerskrant “Op voeten en fietsen” en in groep 7 en 8 gebruikt men de jeugdverkeerskrant van 3VO en de proefexamens voor het behalen van het verkeersdiploma.
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
14
2.4.15 Catechese De catechese op school zien wij als één van de wijzen waarop de katholieke identiteit gestalte krijgt. Wij zien de catechese als een vormingsgebied waarin we de ervaringswereld van de betrokken kinderen centraal stellen. In de catechese willen we de levensbeschouwelijke opstelling van onze school gestalte geven. Ook vinden wij de catechese een plaats waar normen en waarden van onze samenleving nadrukkelijk aan de orde komen. Per jaar worden in overleg met de catecheet een zestal projecten gekozen om bovenstaande doelstellingen te verwezenlijken. (zie schoolgids). Beleidsvoornemen: In het schooljaar 2003-2004 zullen we ons gaan bezinnen op de mogelijke aanschaf voor een catechese-methode. 2.5 Kerndoelen Wat betreft de leer- en vormingsgebieden gaan wij ervan uit dat de door ons gebruikte methoden in het algemeen leiden tot het realiseren van de kerndoelen. Bij de keuze van nieuwe onderwijsleerpakketten vormden de kerndoelen de afgelopen jaren reeds een van de criteria bij de beoordeling. 2.6 Multi-cultureel onderwijs De huidige samenleving is een veelkleurig gezelschap geworden, die zich kenmerkt door een veelheid van rassen, culturen en godsdiensten; elk met zijn eigen normen en waarden. De school heeft tot taak om het kind in deze multiculturele samenleving zijn plaats te doen vinden en begrip te kweken voor andere samenlevingsvormen. Begrip voor anderen zal eerst dan ontstaan, als men elkaar heeft leren kennen en aanvaarden. Het leren omgaan met overeenkomsten en verschillen is één van de aandachtspunten voor het intercultureel onderwijs. Het intercultureel onderwijs vormt op school geen apart leer- en/of vormingsgebied, is geïntegreerd in: • Het pedagogisch klimaat, waarin wij het bestaan en het anderszijn van anderen accepteren; alle mensen als gelijkwaardig beschouwen en waarin wij kunnen opkomen voor onszelf en voor anderen. • Het didactisch klimaat. Bij de keuze van onderwijsleerpakketten vormen de bovengenoemde uitgangspunten van intercultureel onderwijs één van de criteria bij de beoordeling. Voor de leerstofkeuze verwijzen we hier naar de onderwijsleerpakketten van aardrijkskunde en geschiedenis. Daarnaast zal de actualiteit en de ervaringen van de kinderen zelf soms een aanknopingspunt bieden voor een kringgesprek 2.7
Zorg voor een ononderbroken ontwikkelingsgang
2.7.1 Zorg op maat “Kinderen zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. Alle kinderen verdienen aandacht en zorg, maar zeker diegenen die moeite hebben met het leren of die juist erg goed zijn. Wie moeite heeft met een bepaald onderdeel krijgt extra oefenstof en/of extra hulp. Wie goed kan leren krijgt extra uitdagende opdrachten”. Op deze wijze willen we de kinderen van De Piramide voortdurend die zorg geven die ze nodig hebben. Dit motto sluit nauw aan op het motto van ons samenwerkingsverband 34-05: “Het gebeurt in de klas” (zie blz. 7 van het zorgplan van Weer Samen Naar School”). Concreet vertaald betekent dat voor ons handelen dat: • • • •
Wij rekening houden met de persoonlijkheid van elk kind. Wij – indien nodig - de activiteiten afstemmen op de ontwikkeling van het kind. Wij het kind de mogelijkheid bieden om in eigen tempo en begaafdheid een minimumpakket binnen de verschillende leer- en vormingsgebieden te doorlopen. Eventueel bieden wij kinderen een aanvullend programma aan. Op gezette tijden stellen wij vast welke problemen kinderen ondervinden in het leer- en ontwikkelingsproces en op welke wijze de kinderen verder geholpen kunnen worden.
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
15
Op De Piramide volgen we de leerlingen in hun leerproces. De leidraad hiervoor is, naast de methodegebonden toetsen, de toetsen van het cito-leerlingvolgsysteem. Deze methode onafhankelijke toetsen die op vaste momenten in het schooljaar worden afgenomen geven een beeld van de leervorderingen van de afzonderlijke leerlingen maar ook een goed inzicht in de effectiviteit van ons onderwijs. Op het niveau van de leervorderingen van de leerlingen kennen we drie fasen: a. Signaleren; toetsen worden afgenomen, nagekeken en geregistreerd. b. Analyseren; nadere informatie wordt verzameld, er wordt overlegd en er wordt – indien nodigeen plan voor hulp gemaakt. c. Didactisch handelen; hulpplan wordt uitgevoerd en na afgesproken periode geëvalueerd. a. Signaleren: In eerste instantie behoort deze fase tot de taak van de groepsleerkracht. In de klas wordt duidelijk hoe de kinderen zich ontwikkelen en hoe zij het leerproces opnemen. Dit gebeurt door dagelijkse observatie en nakijkwerk. Daarnaast wordt de ontwikkeling gevolgd door het afnemen van toetsen welke jaarlijks op de toetskalender worden weergegeven. De resultaten worden geregistreerd door de leerkracht in de leerlingen(zorg)map (de methode-toetsen)en in het computerprogramma van het Citoleerlingvolgsysteem. b. Analyse De toetsen die horen bij de methoden worden op klassenoverzichten bijgehouden en verzameld in de leerlingen(zorg)map. Bij de toetsen van CITO worden de resultaten op de computer ingevoerd en de uitslagen per onderdeel per groep in de leerlingen(zorg)map gedaan. Deze map bevat dus het totaal aan uitslagen/gegevens van alle kinderen per groep. Iedere week houden de Interne begeleiders volgens een vastgesteld rooster een groepsbespreking met de leerkracht van een groep. Ieder kind wordt besproken, waarbij de toetsgegevens als uitgangspunt dienen. Opvallende leerlingen komen in de hulpverlening. Dit zijn leerlingen die bij één of meer vakken op D- en E-niveau zitten van het CITOleerlingvolgsysteem. Door middel van “terug-toetsen” worden deze kinderen nader gediagnosticeerd en met hulp van handelingsplannen verder geholpen in de klas. Ook de leerlingen die boven het Aniveau scoren worden uitgebreider besproken.Van een groepsbespreking wordt altijd verslag gemaakt. Mogelijk wordt tijdens de analysefase duidelijk waar zwakke punten in ons onderwijsaanbod zitten. Dergelijke bevindingen kunnen in een bouw-of teamvergadering besproken worden. c. didactisch handelen De afgesproken maatregelen om de problemen aan te pakken worden op schrift gesteld in een handelingsplan waarna ze worden uitgevoerd. Er wordt een tijdstip afgesproken waarop de handelingen worden geëvalueerd, bijgesteld of gecontinueerd dan wel beëindigd. Binnen dit handelingsplan staan aanwijzingen en suggesties voor het didactisch handelen in de klas, eventueel hulp buiten de klas of er wordt verwezen naar de daarvoor geschikte materialen of kant- en klare plannen van aanpak. Inmiddels wordt er naast de methoden zoals die er nu zijn, gebruik gemaakt van een aantal remediërende methoden die aansluiten op de bestaande methoden. Zo wordt er gewerkt met de map “Speciale Spellingbegeleiding” die aansluit op de methode Taal Actief en in een enkel geval met “Spelling in de lift”. Daarnaast is er met ingang van het schooljaar 2003-2004 een start gemaakt met de invoering van “Maatwerk”, welke aansluit op de rekenmethode Pluspunt. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren “Plannen van aanpak” gerealiseerd, waarbij kant en klare pakketjes voor de leerkrachten klaarliggen op velerlei gebied. Hiervan is ook weer gebruikt gemaakt van bovengenoemde methoden en daarnaast zijn er plannen van aanpak gerealiseerd op het gebied van technisch en begrijpend lezen o.a. m.b.v. “De Zuidvallei” en de map “Speciale leesbegeleiding”. De komende jaren willen we dit alles nog meer onder de aandacht brengen, zodat we een sluitend zorgverbredingspakket kunnen bieden aan kinderen die worden gesignaleerd. Indien nodig kan er specifieker bekeken worden waar de problemen van een kind zitten. Bijv. door een pedagogisch-didactisch onderzoek van de ib-er; nadere informatie vragen bij kind, ouders, schoolarts, kinderfysiotherapie e.d. of door een intelligentie-onderzoek van de OnderwijsAdviesdienst.
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
16
Daarnaast proberen we ook geregeld het onderwijs dat we met elkaar geven, kritisch te bekijken. Mogelijke oorzaken kunnen ook liggen in onze begeleiding van het abstractieproces; onze manier van aanbieding; de houding van de leerkracht; de keuze van methode en materialen. Wanneer een kind ernstige en/of langdurige problemen heeft wordt – na toestemming van de ouders de hulp ingeroepen van de Centrale Commissie LeerlingenZorg (CCLZ) van ons samenwerkingsverband. Er wordt dan gehandeld volgens de procedurebeschrijving uit de zorgmap van WSNS. De ouders worden op de hoogte gesteld wanneer een begeleidingsplan voor hun kind wordt opgesteld. De groepsleerkracht en de ib-er informeren de ouders over het doel, de inhoud en de looptijd van het begeleidingsplan en de resultaten van hun kind. De organisatie rondom de zorgverbreding valt onder de taak van de ib-er. Deze bewaakt het bovenstaand beschreven proces van signaleren/registeren, analyseren en didactisch handelen. Alle registratie t.a.v. didactisch handelen wordt gebundeld in de leerlingen(zorg)map op klassenniveau en in de leerlingendossiers op schoolniveau. Daarnaast wordt in elke groep gewerkt met zgn. leerlingvolgkaarten. Hierop vermeldt de leerkracht heel kort wat er in een schooljaar evt. aan extra hulp gegeven is, of hier een hulpplan bij gebruikt is en waar dit te vinden is. Op deze kaarten staan bv. ook mededelingen van gesprekken die hebben plaatsgevonden tussen bv. ouders of GGD. Deze leerlingvolgkaarten worden doorgegeven aan een volgend groep. Doel hiervan is dat er een beknopt overzicht ontstaat van evt. extra zorg en aandacht van een leerling vanaf groep 1 t/m groep 8, zonder dat alle uitvoerige gegevens/ verslagen etc. bijgevoegd zijn. Tot slot is er op school een “school-zorg-commissie”. Deze bestaat uit de adjunct-directeur, intern begeleiders en schoolbegeleider van de Onderwijs Adviesdienst. Gedurende eenmaal per 6 weken komt de commissie bijeen. De bespreking is altijd in 2 stukken te verdelen: bespreking van lopende zaken of beleidsvormige problematiek en de leerlingenbespreking. Bij de leerlingenbespreking worden door de intern begeleider leerlingen ingebracht waarvan zij meent dat het noodzakelijk is om hier uitvoering met elkaar over van gedachten te wisselen en waaruit wellicht stappen ondernomen kunnen worden. Besluitvorming ten aanzien van verwijzing gebeurt door de schoolzorgcommissie. Besluitvorming over interne handelingsplannen gebeurt door de intern begeleider, eventueel na bespreking met de directie of de schoolzorgcommissie. Bijzondere aandacht rond de zorgverbreding bestaat er voor de rol van de ouders. Het begeleiden van onze leerlingen is niet alleen een zaak van school. De wijze waarop ouders en/of verzorgers van deze leerlingen omgaan met de ontwikkelingen van hun kind kan bevorderend en ondersteunend werken. Om de betrokkenheid van ouders en verzorgers te stimuleren betrekken wij hen zoveel mogelijk bij begeleiding en stemmen wij ons doel van werken mede met hen af. De realiteit van deze betrokkenheid leert dat dit meer wens dan werkelijkheid is. 2.8.2 Anderstaligen De Piramide is de afgelopen jaren zeer regelmatig geconfronteerd met de instroom van anderstalige leerlingen. Het betreft hier vooral kinderen van vluchtelingen. In de loop der jaren heeft een leerkracht zich “gespecialiseerd” in het geven van extra hulp aan deze kinderen (NT-2 leerkracht) en hebben wij met elkaar de volgende structuur hierin aangebracht: • •
Aan het begin van het schooljaar wordt bij alle NT-2 kinderen de TAK-toets afgenomen (Toets Anderstalige Kinderen). De resultaten hiervan worden besproken met de IB-er en de groepsleerkracht. De NT-2 leerkracht stelt groepjes kinderen samen en geeft hen extra begeleiding met behulp van de volgende materialen: - TPR - Woordenschatontwikkeling vanuit Ik en Ko - Kopieerbladen NT-2 map Taal Actief
De NT-2 leerkracht zorgt er tevens voor dat er, indien gewenst, met behulp van een tolk een gesprek wordt gevoerd met de ouders van de anderstalige kinderen en zij onderhoudt, samen met de directie, de contacten met de Stichting Vluchtelingenwerk Rijswijk.
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
17
2.8.3 Hoogintelligente leerlingen Het motto van De Piramide en het samenwerkingsverband geeft aan dat er, naast zorg en aandacht voor kinderen die minder snel kunnen meekomen, ook specifieke aandacht is voor de hoogintelligente kinderen. Wanneer een groepsleerkracht constateert dat een leerling meer dan gemiddeld in staat is de leerstof te verwerken, en dat wordt bevestigd door middel van doortoetsen, dan wordt er door de groepsleerkracht en intern begeleider een apart begeleidingsplan gemaakt. Het plan geeft aan op welke gebieden de leerling extra of aangepaste leerstof krijgt aangeboden. Voor de extra leerstof kan de hulp worden ingeroepen van de Onderwijs Adviesdienst. Incidenteel komt het voor dat een leerling een groep overslaat. De school is geen voorstander van het overslaan van groepen, omdat het kind vaak sociaal-emotioneel nog niet toe is aan een hogere groep. 2.8.4 Leerlingen met een bijzondere handicap. De Piramide staat open voor leerlingen met een handicap. Aan de toelatingsprocedure van leerlingen met een handicap wordt extra zorg besteed. Zowel de school als de ouders moeten ervan overtuigd zijn dat de school de nodige deskundigheid in huis heeft om het kind op een verantwoorde wijze op te vangen. Voor de toelating van kinderen met een handicap is een toelatingsbeleid geschreven (zie bijlage). 2.8.5 Gemeentelijk achterstandenbeleid De gemeente Rijswijk heeft een Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenplan dat zich o.a. richt op de bestrijding van achterstanden bij neveninstromers (Nederlands als tweede taal) en op de kwaliteitsverbetering van het onderwijs. 2.8.6 Weer Samen Naar School De Piramide is één van de participanten van het samenwerkingsverband 34-05. De missie van ons samenwerkingsverband 34-05 is: het creëren van een continuüm van zorg voor alle leerlingen van ons samenwerkingsverband. Voor de verdere uitwerking van deze missie verwijzen we naar het zorgplan van Weer Samen Naar School, regio 34-05. Voor de zorg in de basisscholen heeft het samenwerkingsverband de volgende activiteiten ontwikkeld: - Het samenwerkingsverband stelt voor elke school een basisvoorziening voor interne begeleiding beschikbaar. Voor De Piramide gaat het om een basisformatie van 58 fre’s. - Het organiseren van netwerkbijeenkomsten voor directies en interne begeleiders om op deze wijze de deskundigheid en kwaliteit t.a.v. de zorg op maat te verbeteren Beleidsvoornemens: Door de afspraken in het kader van Weer Samen Naar School blijven kinderen steeds vaker op onze school en worden minder snel verwezen naar de speciale scholen voor basisonderwijs. De vraag naar individuele hulp en aandacht voor de kinderen neemt daardoor toe. Om de leerkrachten in de gelegenheid te stellen deze individuele aandacht aan de leerlingen te geven, is het van belang dat het zelfstandig werken en de differentiatie in instructie aan de leerlingen wordt verbeterd. Aan deze verbetering zullen we de komende jaren hard werken.
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
18
Hoofdstuk 3: Personeelsbeleid 3.1 Inleiding: Zoals de Raamovereenkomst van het primair onderwijs vereist, heeft het bestuur van de Laurentius Stichting een personeelsbeleidsplan. Vanwege het fusieproces van de afgelopen jaren zijn er echter nog veel zaken in ontwikkeling. De uitgangspunten van het personeelsbeleid zijn terug te vinden in het Vademecum van de stichting en wel in hoofdstuk D. Het personeelsbeleidsplan beschrijft het beleid t.a.v. • De bestuursformatie • Aanstelling personeel • Sollicitatiecode • Evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding • Ongewenst gedrag • Deeltijdarbeid • Scholing onderwijsgevenden • Bedrijfsgezondheidszorg • Toepassing artikel IC-30 • Preventie- en ziekteverzuimbeleid • Werktijdenregeling en ADV • Regeling functioneringsgesprekken/beoordelingsgesprekken • Mobiliteitsbeleid • directiestatuut Voor sommige van bovenstaande punten is reeds een conceptnota geschreven, die ter beoordeling circuleert in de verschillende geledingen. Daarnaast gebeuren nog veel zaken conform de nota’s opgesteld door het voormalige bestuur van de stichting K.B.O Rijswijk. Voor een gespecificeerd overzicht verwijzen we naar bijlage 1. Deze is opgesteld door het bestuurssecretariaat van de Laurentius Stichting. 3.2 Integraal personeelsbeleid (IPB) Voor 1 augustus 2005 dient elk schoolbestuur een integraal personeelsbeleidsplan te hebben. Wat houdt IPB in? Integraal personeelsbeleid betekent het regelmatig en systematisch afstemmen van de inzet, kennis en bekwaamheden van de medewerkers op de inhoudelijke en organisatorische doelen van de school. Deze afstemming is ingebed in de strategische positie en gerelateerd aan de onderwijscontext van de school. Hierbij wordt professioneel gebruik gemaakt van een samenhangend geheel van instrumenten en middelen die gericht zijn op de ontwikkeling van individuele medewerkers. Hiermee wordt benadrukt dat IPB zowel de organisatie als het individu als uitgangspunt voor ontwikkeling heeft en de wisselwerking beschrijft tussen de organisatie en het individuele belang. De term “intergraal” is een zeer belangrijke toevoeging. Binnen IPB wordt “integraal” op drie manieren geïnterpreteerd. Het betekent: 1. Voldoende afstemming tussen de doelen van de school en de ontwikkeling van het individuele personeelslid. (verticale afstemming) 2. Personeelsmanagementinstrumenten die gericht zijn op personeelsbeheer en –zorg en de ontwikkeling van medewerkers ondersteunen dan wel elkaar versterken op logische wijze. (horizontale afstemming) 3. de verschillen betrokkenen: bestuur, schoolmanagement en medewerkers leveren ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en met voldoende vaardigheden een bijdrage aan het realiseren van personeelsbeleid. Zoals elk bestuur is de Laurentiusstichting bezig met onderdelen van personeelsbeleid. (Zie paragraaf 3.1). het grootste verschil tussen IPB en personeelsbeleid tot nu toe zit in de afstemming van de individuele doelen met de doelen van de organisatie en de systematische en planmatige manier waarop dat plaatsvindt.
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
19
Een tweede verschil met de huidige praktijk is dat IPB zich richt op de ontwikkeling van de individuele medewerker. Hierbij kan het werken op basis van competenties, competentieprofielen en persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP) een hulpmiddel zijn. Een derde belangrijk verschil is dat er sprake is van een samenhangende inzet van personeelsinstrumenten van IPB. Beleidsvoornemen: De komende jaren zullen we ons als school gaan bezinnen op de invoering en uitvoering van het intergraal personeelsbeleidsplan, zowel op stichtingsniveau als op schoolniveau. 3.3 Verdeling van taken en werkzaamheden De Piramide heeft een team dat bestaat uit 25 mensen. Allereerst zijn er de groepsleerkrachten met de verantwoordelijkheid over een eigen groep. Daarnaast heeft de school: • Twee intern begeleiders die naast het werken met individuele leerlingen met de groepsleerkrachten begeleidingsplannen opstelt en het leerlingvolgsysteem bewaakt. Eén ven hen houdt zich voornamelijk bezig met de begeleiding aan de NT-2 en taalzwakke kinderen in de onderbouw. • Een leerkracht die zich specifiek bezighoudt met het ICT-onderwijs. Gedurende een ochtend per week besteed zij aandacht hieraan. • Een vakleerkracht gymnastiek • Een leerkracht die gymnastiek geeft aan de kleuters • Een logopediste – in dienst van de gemeente – voor een dag per week. • Een schoolmedewerker (conciërge) voor 32 uur per week. De directie bestaat uit de directeur en de adjunct-directeur. Beiden werken parttime (4 dagen en 3 dagen) en zijn volledig ambulant. Uitgangspunt voor de school is dat ieder personeelslid, naast lesgevende taken, ook andere taken voor zijn of haar rekening. De verdeling van deze taken gebeurt in nauw overleg met de taakbeleidscommissie. Bij de invoering van de normjaartaak is er op school een taakbeleidscommissie ingesteld die is samengesteld uit de directie en 3 teamleden. Aanvankelijk heeft deze commissie zich bezig gehouden met het maken van beleid op de invoering van de normjaartaak bij ons op school. Dit heeft geresulteerd in een takenlijst die volledig genormeerd is (aantal uren en personen voor iedere taak) en daarbij behorend een persoonlijke normjaartaak voor ieder personeelslid. Deze normjaartaak is opgebouwd uit de lesgevende taak, de niet-lesgevende taak (bv. teamvergaderingen) en de overige taken. Uitgangspunt bij het verdelen van de overige taken is: - Hoeveel uur is er voor de betrokken personen nog te besteden volgens de normjaartaak? - Er wordt uitgegaan van een goed evenwicht tussen schoolbelang en het individuele belang. - We proberen zoveel mogelijk gebruik te maken van de individuele kwaliteiten van mensen. - Niet iedereen kan helaas conform de eigen wensen lijst ingezet worden De taakbeleidscommissie komt geregeld bij elkaar om de opgestelde normeringen en alles wat daarbij hoort te bespreken. Daarnaast streeft de taakbeleidscommissie ernaar om alle taken zodanig uit te werken dat voor iedereen duidelijk is, wat elke taak inhoudt. 3.4 Uitgangspunten bij het inzetten van de formatie Wanneer de gegevens van de teldatum op 1oktober bekend zijn, wordt het formatieplan opgesteld. Uitgangspunt daarbij is, dat de scholen zoveel mogelijk van de formatie toegewezen krijgen waar zij op grond van het leerlingenaantal recht op hebben. Bij het maken van het formatieplan dienen de volgende uitgangspunten: 1. De basisformatie wordt gebruikt om het personeel over de groepen te verdelen. 2. De formatie die de school ontvangt op basis van het leerlinggewicht wordt gebruikt voor de inzet van extra begeleiding voor NT-2 en taalzwakke kinderen. 3. Om de zorgverbreding binnen onze school te kunnen optimaliseren streven ernaar om een groot deel van de restformatie in te zetten voor de zorg of ondersteuning van diverse groepen. Uitgangspunt hierbij is minimaal 3 dagen voor IB.
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
20
4. De formatie voor de taakrealisatie schoolleiding wordt volledig voor dit doel gebruikt en uitgebreid tot een zodanig niveau dat de directeur de komende jaren volledig ambulant is en de adjunct-directeur drie dagen tot haar beschikking heeft. 5. De formatie voor het vakonderwijs gaat naar de vakleerkracht gymnastiek. 6. De resterende formatie zal in overleg met het team waar nodig ingezet worden. 3.5 Nascholing Nascholing heeft tot doel een positieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het onderwijs op de school en daarmee de ontwikkeling van de school. Daarnaast heeft nascholing het doel bij te dragen aan de individuele ontwikkeling van de leerkrachten. Bij het formuleren van ons nascholingsbeleid wordt de schoolontwikkeling vooropgesteld (het schoolplan). Dit houdt logischerwijs nauw verband met het personeel- en schoolorganisatiebeleid. De keuze van de nascholing is gerelateerd aan de beleidsvoornemens, zoals deze verwoord worden in dit Schoolplan. Daarnaast zijn de functioneringsgesprekken met de leerkrachten en de (collegiale) klassenconsultaties een belangrijke leidraad voor de keuze van nascholingscursussen. De volgende criteria worden gehanteerd bij het stellen van nascholingsprioriteiten: • De cursus moet in relatie staan tot de beleidsvoornemens van dit Schoolplan; • De gekozen scholing moet van goede kwaliteit zijn; • De verworven kennis en vaardigheden dienen een uitstralen effect te hebben binnen de school (implementatiewaarde); • Er moet ruimte zijn voor de toekenning van financiële faciliteiten. Deze criteria zijn conform de nota “Scholing Onderwijsgevenden”van de Stichting voor Katholiek Basisonderwijs Rijswijk, die door het algemeen bestuur van de Laurentius Stichting nog niet zijn aangepast. Naast het gewone nascholingsbudget wat ieder jaar aanwezig is, zijn er ook de begeleidingsuren van de Onderwijs Adviesdienst, waaruit cursussen, gegeven door deze instantie gefinancierd kunnen worden. Gezien de beleidsvoornemens van De Piramide voor de komende jaren zal de nascholing komen te liggen op de volgende aspecten: • Zorgverbreding (differentiatie-modellen) • Sociaal-emotionele ontwikkeling • Ontwikkelingsgericht werken met jonge kinderen • Deskundigheidsbevordering rekenonderwijs (Nationale Rekendagen) • Deskundigheidsbevordering van de individuele leerkracht. 3.6 Begeleiding van het personeel In de begeleiding van het personeel maken wij onderscheid tussen beginnende leerkrachten en de leerkrachten die al (geruime) tijd op school werkzaam zijn. De begeleiding van de beginnende leerkracht gebeurt door de adjunct-directeur. Zij bespreekt met de leerkracht zaken als het maken van een (week)planning, inhoud van de vakken, organisatie van de school etc. Daarnaast komt zij geregeld in de klas kijken en wordt dit nabesproken. Dit alles vindt plaats aan de hand van een “Stappenplan begeleiding nieuwe leerkrachten” zoals deze in het schoolvademecum is gevoegd. Voor alle leerkrachten op school geldt dat er één keer per jaar een functioneringsgesprek gehouden wordt. Indien gewenst kan dit vaker plaatsvinden. Daarnaast zijn we inmiddels gestart met de invoering van collegiale klassenconsultaties, waarbij leerkrachten een kijkje kunnen nemen bij een andere groep. De directie neemt de groep van de “kijkende” leerkracht over. Doel hierbij is te komen tot een stukje professionalisering van de leerkracht zelf, waarbij de leerkracht zelf op papier stelt wat zijn/haar doel is bij het bezoek aan de andere klas. 3.7 Arbeidsomstandighedenbeleid 3.7.1 Veiligheid Op school is een ontruimingsplan aanwezig. Dit ontruimingsplan zit in iedere groepsmap en wordt jaarlijks, op de eerste teamvergadering met elkaar doorgesproken. Ook wordt er jaarlijks met personeel en kinderen geoefend wat er moet gebeuren bij een calamiteit.
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
21
Bedrijfshulpverlening Op De Piramide zijn vijf medewerkers aangewezen als Bedrijfshulpverlener (BHV-er). De taken van een BHV zijn: • Het in noodsituaties evacueren van kinderen en personeel; • Eerste hulp bij ongevallen (EHBO); • Het bestrijden van brand; • Communicatie met hulpverleningsinstanties. De medewerkers hebben opleidings- en herhalingscursussen gevolgd voor BHV. Daarnaast is er op De Piramide een leerkracht aanwezig met een geldend EHBO-diploma.Haar herhalingscursussen zijn opgenomen in het taakbeleid. Tevens is er een leerkracht belast met ARBOuitvoer taken welke zijn vastgelegd in het ARBO-beleid. 3.6.2 Gezond en welzijn - Contract met Arbo-dienst Het bestuur heeft een contract bedrijfsgezondheidszorg afgesloten met de ARBO—dienst Delfland. Dit contract garandeert de wettelijk noodzakelijke begeleiding bij ziekteverzuim, aangevuld met “maatwerk”, zoals sociaal-medisch team (SMT) en, wanneer nodig, begeleiding door een deskundige op het gebied van psychosociale zorg. - Verzuimbeleid Er is de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan beleid met betrekking tot een verzuim- en reïntegratie procedure. Het doel is om door middel van een structurele aanpak, ziekteverzuim zoveel mogelijk te voorkomen, te bestrijden en terug te dringen en het reïntegratieproces zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Bij ziekte van een leerkracht wordt er regelmatig contact opgenomen. De wijze waarop en hoe vaak ligt niet vast. Dit is afhankelijk van de betreffende personen en daarbij horende omstandigheden. Verder heeft er m.b.v. de arbodienst Arbo-Support Holland bv begin 2003 een risicoinventarisatie en evaluatie van de Piramide te Rijswijk plaatsgevonden. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek kan de school in samenwerking met het bestuur voor de komende vier jaar een plan van aanpak opstellen dat zijn goedkeuring heeft van de MR. Op deze wijze zal er een structureel arbobeleid gevoerd worden op De Piramide dat mede gedragen wordt door de Medezeggenschapsraad. Ziekte kan niet in alle gevallen voorkomen worden, alle preventieve maatregelen ten spijt. Er zijn voldoende ziektegevallen te bedenken waar de organisatie geen invloed op heeft. Preventieve maatregelen zijn gericht op het voorkomen van vermijdbaar ziekteverzuim, daarnaast op het voorkomen van langdurig ziekteverzuim. Dit betekent: werken aan de verbetering van de kwaliteit van de organisatie en de arbeidsplaatsen. Voor de directie van De Piramide geldt dat we de komende jaren vooral veel aandacht willen besteden aan de volgende actiepunten: • Het laten blijken van zorg, aandacht en betrokkenheid in de personele sfeer. • Tijdig reageren op de signalen die duiden op een dreigend ziekteverzuim. • Het scheppen van helderheid en doorzichtigheid ten aanzien van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden en dit vastleggen in taakbeleid, tijdens functioneringsgesprekken etc. • Zoveel mogelijk een beroep doen op de talenten en mogelijkheden van de werknemers. • Zorg dragen voor een goede informatievoorziening aan betrokkenen over zaken betreffende de school en het werkveld. • Het stimuleren van bij- en nascholing. • Het bevorderen van een goed schoolklimaat, waarbinnen duidelijk is welke waarden en normen ten aanzien van elkaar en de kinderen gelden.
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
22
Hoofdstuk 4 Kwaliteitsbeleid 4.1 Inleiding Nieuw in het Schoolplan is de nadrukkelijke plaats van het denken over kwaliteit. Hoe gaan wij als school met kwaliteit om, wat verstaan wij als school onder kwaliteit, welke resultaten willen wij bereiken, welke verbeteringen zijn in de school aan te brengen. De afgelopen vier jaar hebben de directies van de katholieke basisscholen van Rijswijk en het team van De Piramide onder leiding van een medewerker van Onderwijs Advies een aantal studiedagen georganiseerd met als thema “Kwaliteitszorg” . Dit heeft geleid tot een invoering van een werkgroep “Kwaliteit”, bestaande uit 2 teamleden, de ib-er en de adjunct-directeur, welke m.b.v. van een tweetal instrumenten (“Kwaliteitszorg en schooltoezicht” van het LPC en de “SON-kwaliteitscyclus”) aan de slag zijn gegaan. Dit heeft geresulteerd tot de invoering van kwaliteitskaarten aan de hand van de standaarden van de Inspectie. Daarnaast heeft de werkgroep een planning gemaakt voor de komende jaren. (Zie bijlage). 4.2 Kwaliteit van De Piramide Uitgangspunt bij de kwaliteitszorg op de Piramide is voortdurend: - waar staan wij voor (visie en doelen) - wat kan beter (evaluatie) - hoe verankeren we eenmaal behaalde resultaten (borging) Bij kwaliteitszorg is er sprake van een voortdurende cyclisch proces. Kwaliteitszorg is: • de goede dingen doen en de dingen goed doen; • zorgen dat kwaliteit geen toeval is; • doen wat je belooft. 4.3 Inrichting van onze kwaliteitszorg De werkgroep kwaliteit bewaakt de kwaliteitszorg op De Piramide. Aan de hand van de indicatoren van de inspectie is een 4 jaren cyclus opgesteld, waarbij het doel is om voor alle indicatoren een kwaliteitskaart op te stellen die door het team en/of directie en/of IB is vastgesteld. Op dit moment zijn er 2 kwaliteitskaarten vastgesteld: • Pedagogisch klimaat • Professionalisering Met het gehele team hebben we gedurende een aantal studiemiddagen onze gedachten hierover laten gaan, gezamenlijke uitgangspunten geformuleerd en deze vastgesteld als kwaliteitskaart. Deze kaarten zitten bij iedere leerkracht in het schoolvademecum en zitten in de map “Kwaliteitszorg De Piramide”. De bewaking vindt plaats via zgn.”interne audits”, waarbij de directie of een collega een bezoek in de klas brengt en de kwaliteitskaart als uitgangspunt laat dienen bij de nabespreking. Daarnaast kan een zgn. “externe audit” plaatsvinden, waarbij de inspectie m.b.v. onze eigen vastgestelde kwaliteitskaarten het onderwijs op de Piramide in beeld brengt. 4.4 Evaluatie van ons onderwijs De evaluatie van ons onderwijs vindt plaats op basis van de resultaten welke wij verkrijgen uit ons leerlingvolgsysteem. Zowel op schoolniveau, als op groepsniveau, als op individueel niveau. Nadat in november in groep 8 het laatste onderdeel van het begeleidingsonderzoek (de ISI) heeft plaatsgevonden, zullen de resultaten die de individuele leerlingen hebben behaald t.a.v. de schoolvorderingen en het intelligentieonderzoek voor ons als school een graadmeter zijn of wij uit de kinderen hebben gehaald wat er in zit. En daaruit conclusies trekken. Als school werken wij met een toetskalender, waarop staat aangegeven welke Cito-toetsen wij in de loop van het schooljaar afnemen om de vorderingen van de kinderen te volgend. De intern begeleider bespreekt met de groepsleerkracht de resultaten van de verschillende leerlingen en de groep als geheel.
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
23
Hoofdstuk 5 Beleidsvoornemens Voor de komende 4 jaar willen wij de volgende beleidsvoornemens compact formuleren. 5.1 Implementatie/ verder uitwerken zelfstandig werken + samen werken Het zelfstandig werken is inmiddels in de groepen 3 t/m 8 ingevoerd. De afspraken staan vast, maar toch merken we als team dat we nog steeds tegen bepaalde zaken aanlopen. De komende 4 jaar willen we met elkaar hier nog meer inhoud aan geven. Daarnaast willen we met elkaar verder denken over een invulling van werkvormen waarbij samenwerken en ontdekkend leren centraal staat. 5.2 Kwaliteitszorg Een eerste aanzet tot kwaliteitszorg- en denken is gezet. De komende jaren zullen we de kwaliteitszorg verder gaan uitbouwen volgens uitgewerkt plan, met als doel uiteindelijk voor alle gebieden een kwaliteitskaart te hebben. Een belangrijk onderdeel hierin zal ook de rol van de ouders worden. Via het opstarten van ouderpanels hopen we ook hen hierbij te kunnen betrekken. 5.3 Aardrijkskundemethode De huidige aardrijkskundemethode is verouderd. Het schooljaar 2003-2004 zullen wij ons buigen over een nieuw aan te schaffen aardrijkskundemethode, welke in 2004-2005 ingevoerd zal gaan worden. 5.4 Zorgverbreding Vanuit het motto van het samenwerkingsverband “het gebeurt in de klas” ontstaat er steeds meer behoefte om grip te krijgen op het differentiëren in de klas. Op dit moment wordt er al in diverse groepen structureel gewerkt met de “instructie-tafel”. Daarnaast zullen we ons ook de komende jaren blijven bezinnen op de Hoog- en Meer intelligente kinderen (HIK-MIK) en het zgn. TUTOR-lezen, waarbij oudere kinderen jongere kinderen helpen bij het technisch lezen. 5.5. Ontwikkelingsgericht werken in de onderbouw Het ontwikkelingsgericht werken begint een redelijk vaste vorm te krijgen. Het werken met thema’s en projecten in de kleutergroepen krijgt steeds meer vaste vorm. Daarnaast blijken de thema’s uit de methoden Pluspunt en Ik en Ko hiervoor een goede ondersteuning te zijn. De komende jaren willen we dit blijven evalueren en steeds onszelf de vraag blijven stellen: Blijven we onszelf ontwikkelen op het gebied van ontwikkelingsgericht werken? Daarnaast willen we de woordenschatontwikkeling van jonge kinderen niet uit het oog verliezen en zullen we geregeld m.b.v. de woordenschatkaarten van Ik en Ko deze voortgang evalueren. 5.6 Informatietechnologie De afgelopen jaren hebben we uitvoering gegeven aan het ICT-beleidsplan zowel op stichtingsniveau als op schoolniveau. Hierdoor is er een computernetwerk gerealiseerd bij ons op school. Binnen het team wordt er al volop gewerkt met de computers in de klas en de afgelopen jaren hebben vele teamleden nascholingscursussen gevolgd. Daarnaast hebben we voor de ICT-er structureel formatie ingebouwd om naar behoren haar werk als ICT-coördinator te kunnen verrichten. Toch zijn wij van mening dat we er nog niet zijn. Mede door de aanschaf van diverse programma (o.a. Maatwerk Rekenen) merken we dat we nog steeds lerende zijn en nog steeds verbeteringen kunnen aanbrengen in de integratie van de computer in ons onderwijs. De komende jaren zullen we ons hier op blijven richten. 5.7 Expressievakken Voor wat betreft tekenen en handvaardigheid ligt er inmiddels een nieuwe methode welke in het schooljaar 2004-2005 in gebruik wordt genomen. Deze methode zullen we met elkaar de komende jaren implementeren en evalueren. Echter voor het vak Muziek blijven we ons nog oriënteren op invoering van een leerlijn, bv. door de aanschaf van een methode.
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
24
5.8. Schrijfmethode Omdat de huidige schrijfmethode met name in de hogere groepen niet meer aan onze verwachtingen voldoet, willen we het schooljaar 2004-2005 ons gaan bezinnen op een nieuwe methode, welke in 2005-2006 in gebruik kan worden genomen. 5.9. Catechesemethode Tot op heden maken we gebruik van catecheseprojecten welke ons worden aangereikt door het Dekenaat Delft en waarin we worden begeleid door de districtscatecheet. In het schooljaar 2003-2004 willen we ons echter gaan bezinnen op de aanschaf van een methode voor het vak catechese. 5.10. Sociaal emotionele ontwikkeling In de kleutergroepen werken we inmiddels met het Ontwikkelingsvolgmodel Jonge kinderen, waarin ook aandacht is voor observatie op sociaal-emotioneel gebied. Dit Ontwikkelingsvolgmodel is momenteel ook voor de midden- en bovenbouw beschikbaar, op sociaal-emotioneel gebied. De komende jaren zullen we dit volgmodel op sociaal-emotioneel gebied gaan voortzetten, waarbij de leerkrachten van de midden- en bovenbouw vooraf geschoold zullen gaan worden. 5.11 . Integraal Personeelsbeleidsplan Uiterlijk 1 augustus 2005 zal de Piramide in overleg met het bestuur een integraalpersoneelsbeleidsplan moeten hebben opgesteld, dat de attitude ten aanzien van het voeren van personeelsbeleid en dat aan de voorwaarden voor het invoeren voor integraal personeelsbeleid is voldaan. Samen gevat moet de school op 1 augustus 2005 in staat zijn om: • IPB vorm te geven in de gehele school, waarbij aandacht wordt besteed aan alle terreinen van IPB; • Medewerkers mede verantwoordelijk te maken voor hun eigen professionele ontwikkeling; • Een relatie te leggen tussen alle doelstellingen van de school, de inzet van personeel, de inzet van personeelsinstrumenten en de inzet van financiële middelen; • De instrumenten voor personeelsbeleid samenhangend in te zetten; • Competentiemanagement toe te passen. 5.12
De aanschaf en implementatie van nieuwe materialen en methodes
Ook de komende jaren willen wij als school investeren in nieuwe materialen en methodes, zodat wij met ons onderwijs bij-de-tijd- blijven. Voor de komende jaren hebben wij een planning in de volgende materialen/methodes opgenomen: • Methode aardrijkskunde • Methode schrijfonderwijs • Methode / materialen muziek • Methode catechese • Materiaal groepen 1 / 2 • Materiaal voor informatica en communicatietechnologie • Materiaal voor sociaal-emotionele ontwikkeling • Materiaal HIK-MIK Voor verder overzicht verwijzen we naar de bijlage Overzicht gebruikte methode.
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
25
In schema weergegeven:
2003-2004
2004-2005
2005-2006
2006-2007
X
X
Implementatie/doorvoeren zelfstandig werken X
X
Kwaliteitszorg (zie bijlage) Aardrijkskundemethode
X
X
X
X
Zorgverbreding
X
X
X
X
Ontwikkelingsgericht werken in de kleutergroepen
X
X
X
X
Informatietechnologie
X
X
X
X
Expressievakken
X
X
Catechesemethode
X
X
Schrijfonderwijs
X
X
Sociaal-emotionele ontwikkeling
X
X
Integraal Personeels Beleidsplan
X
X
X
Bijlagen: - Overzicht gebruikte methoden - Toelatingsbeleid kinderen met een handicap op De Piramide te Rijswijk - Planning kwaliteitscyclus
______________________________________________________ Schoolplan De Piramide
26