SCHOOLPLAN 2012-2016 VSO Het Mozaïek Almelo; Samen zijn we één geheel!
INHOUDSOPGAVE
blz.
INHOUDSOPGAVE ..................................................................................................................2 EEN WOORD VOORAF ............................................................................................................4 LEESWIJZER ..........................................................................................................................5 INLEIDING: PROFIEL VAN DE SCHOOL .................................................................................6 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
VISIE EN BELEIDSVORMING .....................................................................................7 Missie en Visie ................................................................................................................ 7 Beleidsvorming ............................................................................................................... 8 Stichting Attendiz .......................................................................................................... 10 Ontwikkelingen in de omgeving ...................................................................................... 10 Beleidslijnen en indicatoren ............................................................................................ 12
2. 2.1 2.2 2.3 2.4
OVER HET TEAM .......................................................................................................13 Omschrijving team ........................................................................................................ 13 Personeelsbeleid (IPB) ................................................................................................... 13 Instrumenten ................................................................................................................ 14 Beleidslijnen, doelen en resultaten .................................................................................. 17
3. 3.1 3.2 3.3
LEIDERSCHAP EN MANAGEMENT ............................................................................19 Leiderschap .................................................................................................................. 19 Management................................................................................................................. 19 Beleidslijnen, doelen en resultaten .................................................................................. 21
4. 4.1 4.2
CULTUUR EN KLIMAAT ............................................................................................22 Schoolcultuur ................................................................................................................ 22 Beleidslijnen, doelen en resultaten .................................................................................. 25
5. 5.1 5.2 5.3 5.4
MIDDELEN EN VOORZIENINGEN .............................................................................26 Huisvesting en uitrusting................................................................................................ 26 Financiën ...................................................................................................................... 26 Materieel beleid............................................................................................................. 27 Beleidslijnen, doelen en resultaten .................................................................................. 27
6. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
MANAGEMENT VAN ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNENDE PROCESSEN .................28 Onderwijsvisie............................................................................................................... 28 Didactisch ontwerp ........................................................................................................ 29 Toelating ...................................................................................................................... 33 Leerlingzorg .................................................................................................................. 34 Lesroosters ................................................................................................................... 37 Ondersteunende processen ............................................................................................ 37 Beleidslijnen, doelen en resultaten .................................................................................. 38
7. 7.1 7.2 7.3 7.4
WAARDERING ..........................................................................................................39 Leerlingen en ouders ..................................................................................................... 39 Personeel en management ............................................................................................. 39 Maatschappij ................................................................................................................ 40 Beleidslijnen, doelen en resultaten .................................................................................. 40
Van Beekveld & Terpstra
20120114.003RA01-GH
8. 8.1 8.2 8.3
WERKEN AAN RESULTAAT EN OPBRENGSTEN MET KWALITEITSZORG ..................41 Resultaten en Opbrengsten ............................................................................................ 41 Werken aan resultaten met kwaliteitszorg ....................................................................... 41 Beleidslijnen, doelen en resultaten .................................................................................. 43
BIJLAGE 1: OVERZICHT MET STICHTING ATTENDIZ- EN SCHOOLDOCUMENTEN (BORGING) ..........................................................................................................................44 BIJLAGE 2: FORMAT MANAGEMENTOVEREENKOMST EN ACTIEPLANNEN .........................45 BIJLAGE 3: OVERZICHT METHODES ....................................................................................53
Van Beekveld & Terpstra
20120114.003RA01-GH
EEN WOORD VOORAF Voor u ligt het schoolplan 2012-2016 van VSO Het Mozaïek Almelo. Dit plan is ontwikkeld vanuit de kwaliteitsanalyse gedaan in het voorjaar van 2012. Het schoolplan vloeit voort uit het strategisch beleidsplan van de Stichting Attendiz en heeft samenhang met het zorgplan en de borgingsmap. Uit het schoolplan vloeit het schoolontwikkelingsplan voort waarin de jaarlijkse doelen zijn opgenomen, om uitwerking te geven aan de beleidslijnen en indicatoren. Jaarlijks vindt er een tussenevaluatie en een eindevaluatie plaats middels een managementrapportage. Dit schoolplan is geschreven als verantwoordingsdocument voor alle betrokkenen van de school en alle andere geïnteresseerden. In dit schoolplan wordt gekeken waar de school nu staat en waar we als school naartoe willen. Tevens staat beschreven wat voor VSO Het Mozaïek Almelo het onderwijs inhoudt, hoe het vormgegeven wordt, hoe de samenwerking met de ouders en de andere partners van de school is en welke middelen we daarvoor beschikbaar hebben. Dit doen wij op basis van recente evaluaties, diagnoses en prognoses. We volgen in dit schoolplan de systematiek van het INK-model. De zeven hoofdstukken die we beschrijven, corresponderen met de organisatie en resultaatgebieden die door het INK-model worden onderscheiden (zie hoofdstuk 1). Wij hopen dat lezing van dit document een heldere inkijk geeft in VSO Het Mozaïek als onderwijsinstelling die zich inzet voor een zeer specifiek deel van de cluster 4 populatie. Mede namens het team van VSO Het Mozaïek, Leo Rozemuller directeur VSO Het Mozaïek Almelo
Dit schoolplan is vastgesteld door het Bevoegd Gezag van Stichting Attendiz , d.d. 1-7-2012.
Van Beekveld & Terpstra
4 van 43
20120114.003RA01-GH
LEESWIJZER We volgen in dit schoolplan de systematiek van het INK-model, een leidraad voor het in gang zetten van schoolontwikkeling. De volgende zeven hoofdstukken die we beschrijven, corresponderen met de organisatie- en resultaatgebieden die door het INK-model worden onderscheiden, zie voor meer informatie hierover hoofdstuk 1 ‘Visie en beleid’. Aan bod komen achtereenvolgens de thema’s: Visie en Beleid, Het team, Leiderschap, Cultuur en Klimaat, Middelen, Onderwijs, Waardering en Resultaten en Opbrengsten. Elk hoofdstuk geeft een beschrijving van de huidige situatie en aan het eind van elk hoofdstuk kunt u de beleidsvoornemens lezen. Deze beleidsvoornemens worden in de managementovereenkomst concreet uitgewerkt tot actieplannen.1
1
Zie bijlage 2 format managementovereenkomst en actieplannen.
Van Beekveld & Terpstra
5 van 43
20120114.003RA01-GH
INLEIDING: PROFIEL VAN DE SCHOOL Ons onderwijs VSO Het Mozaïek Almelo biedt onderwijs aan leerlingen van 12 tot 20 jaar die een psychiatrische stoornis hebben. Op onze school hebben de kinderen een cluster IV beschikking of vallen zij binnen de criteria voor Herstart. Daarnaast volgen cliënten van Karakter, kliniek voor kinder- en jeugdpsychiatrie in Almelo onderwijs op onze school. Deze leerlingen zitten op zogenaamde residentiële plaatsen en worden daarmee automatisch geplaatst op VSO Het Mozaïek Almelo bij opname op Karakter. Veel van onze leerlingen hebben als diagnose een Autisme Spectrum Stoornis. Met betrekking tot de cognitieve ontwikkelingsmogelijkheden wordt de ondergrens gelegd bij een IQ van 70. De leerlingen van VSO Het Mozaïek Almelo zijn afkomstig uit allerlei verschillende vormen van regulier en speciaal onderwijs. VSO Het Mozaïek Almelo is een neutraal-bijzondere school. Dit betekent dat de school zich niet verbonden weet met één richting of geloofsovertuiging. De school biedt plaats aan kinderen en jongeren van alle gezindten. Missie van Het Mozaïek is het leveren van maatwerk en expertise voor leerlingen met een psychiatrische stoornis. Hiermee wil Het Mozaïek samen met de andere onderwijsinstellingen in de regio invulling geven aan een sluitend onderwijs- en zorgaanbod. Over het team Onze docenten passen hun gedrag aan, aan de hulpvraag van de leerling. De docenten geven niet alleen zelf het goede voorbeeld, maar interpreteren het gedrag van de leerling vanuit de stoornis en laat dat ook leidraad zijn voor zijn gedrag. Creativiteit en flexibiliteit zijn daarbij erg belangrijk. Een goede zelfreflectie is voor de docent van essentieel belang. Natuurlijk neemt de docent zijn eigen persoonlijkheid mee, is zich er van bewust en kan daardoor professioneel handelen. Binnen VSO Het Mozaïek Almelo is er voor gekozen om naast de reguliere functies die op de andere VSO-scholen ook gangbaar zijn, fors in te zetten op technisch onderwijs assistentie (TOA). Deze TOA’s ondersteunen bij de praktijkvakken die een belangrijk deel uit maken van onze lessentabel. Pedagogische medewerkers ondersteunen daarnaast bij onze herstartgroep. Ons team verzorgt ook het onderwijs voor twee groepen leerlingen van Karakter locatie Almelo. De leerlingen in crisisopvang krijgen hun lessen in een speciaal lokaal op het terrein van Karakter. De leerlingen met langdurige behandeling op Karakter krijgen onderwijs op de locatie van VSO Het Mozaïek Almelo. Bestuur Het schoolbestuur van VSO Het Mozaïek Almelo wordt gevormd door de Stichting Attendiz. Stichting Attendiz verzorgt met circa 25 scholen (voortgezet) speciaal onderwijs en ambulante begeleiding aan kinderen en jongeren met een extra ondersteuningsvraag in Twente en de Achterhoek. Contactgegevens school Schoolnaam en brinnummer: VSO Het Mozaïek Almelo 7604JE Adres: Cesar Franckstraat 3 7604 JE ALMELO Telefoon: 088-02 03 700 E-mail:
[email protected] Website: www.mozaiektwente.nl
Van Beekveld & Terpstra
6 van 43
20120114.003RA01-GH
1.
VISIE EN E BEL LEIDSVO ORMIN NG anbieden en dde kwaliteit die d we Het onderwijijs dat wij aa hierin neerze zetten komt tot to stand op bbasis van on nze missie en n visie: dat wat wij mett onze leerling gen willen be bereiken. Deze ze missie en visie v wordt vi vierjaarlijks geëvalueerd d en bijgestelld. Onze scho hoolontwikkelling verlooptt cyclisch en ssystematisch h. Zo concretisereen we de miss ssie en visie iin beleid en beleidsvoorn b nemens aan dde hand van de INKmanagemen ntmodel en de d PDSA-cyclu lus waarmee e we in beeld d brengen of w we bereiken n wat we willen bereikken.
1.1
Missie en Visie V VSO Het Mozaïek wil maatwerk en exxpertise leve eren voor leerlingen met eeen psychiattrische stoornis. Hie ermee wil VSO Het Mozaïïek samen met de andere e onderwijsinnstellingen in n de regio invulling gevven aan een sluitend ond derwijs- en zo orgaanbod. e drieledig e gefaseerde e doelstelling g. VSO Het Mozaïek heeft een wikkelingspe erspectief voo or de leerling g vaststellen.. 1. Het ontw 2. Vanuit dit d perspectie ef werken aaan een maxim maal haalbare toerusting op zowel did dactisch gebied als a op sociaa al emotionee l gebied. 3. Het verd der werken aan a het bereeiken van hett ontwikkeling gsperspectieef of indien mogelijk m de leerliing schakelen naar een aandere vorm van onderwijs binnen heet samenw werkingsverband. e kernpunten n verwoorden n gezamenlijk onze visie op onderwijss en onderste euning De volgende en vermeldt op welke wijze VSO Het Mozaïek bov vengenoemd de doelstellingg wil verwezzenlijken: s de leerrling centraall. Bij ons staat Het ped dagogisch klim maat op VSO O Het Mozaïe ek garandeerrt veiligheid vvoor iedereen n die bij de scho ool betrokken n is. Wij zorg gen voor een n leeromgevin ng die inspee elt op de beh hoeften en m mogelijkheden van onze lee erlingen. Het leve eren van ond derwijskundig g maatwerk is wat ons be etreft de enigge manier om m onze leerlinge en tot compe etentie, auto onomie en relatie te breng gen. VSO Het Mozaïek wiil met de inriichting van het h onderwijss aansluiten bbij enerzijds de d leerlingen n en anderzijds bij de eise en van de saamenleving. mogelijkkheden van de VSO Het Mozaïek ka an de haar geestelde taken n alleen met succes volbrrengen indien alle erkers getuig gen van een grote mate van v professio onaliteit. medewe VSO Het Mozaïek he echt aan goeed contact me et ouders of verzorgers aardige leerlingzorg en -b begeleiding, ondersteunin ng, is voor dee leerlingen van VSO Hoogwa Het Mozzaïek een ran ndvoorwaard de om te kom men tot maximale individuuele ontplooiing. Bij ons geld dt: "De leerling centraal, de leerkrach ht/mentor alss spil en de sspecifieke de eskundige als onde ersteuner". VSO Het Mozaïek zie et zichzelf alss schakel in de d keten van n onderwijs een jeugdzorg g en d rol als ketenpartner k waar te mak ken. wenst deze Kwaliteit is waarmak ken wat je beelooft. Wij ze eggen wat we w doen en w we doen wat we zeggen..2
2
Een uitge ewerkte versie van v de visie sta aat beschreven iin ons schoolprofiel.
Van Beekveld & Terpstra
7 van 43
20120114.003RA01-GH
1.2
Beleidsvorm ming
INK-model el
Stichting Atttendiz en haa ar scholen weerken aan scchoolontwikk keling met heet INKmanagemen ntmodel. Dit model m sluit aaan bij de vissie van Stichtting Attendizz en van VSO O Het Mozaïek Alm melo op kwaliteitszorg en schoolontwikkeling die ervan e uitgaatt dat schoolontwikkkeling gericht en cycliscch moet plaattsvinden. del richt zich op het in kaaart brengen n van de huid dige situatie vvan de organ nisatie, Het INK-mod om vervolge ens prioriteite en voor verbeetering vast te stellen. Het INK-modeel in figuur 1 geeft de relevante aa andachtsgebieden binnen n het INK-mo odel, in onderlinge samennhang, weer.. Deze aandachtsge ebieden zijn opgedeeld o in n organisatiegebieden en resultaatgebbieden. Organisatieg gebieden besschrijven het functioneren n van de sch hool en resulttaatgebieden n geven zicht op de daarmee d beh haalde resultaaten. Door de d organisatie egebieden tee wijzigen zal ook het resultaat verranderen. Orrganisatie en n resultaat sta aan dus sterk met elkaarr in verband. De samenhang tussen resulttaat en orga nisatie bepaalt de mate waarin w wij alls school in staat s zijn om te leren verbeteren, op weg naarr excellentie.
Figuur 1: INK-model Ons INK-mo odel vormt de e basis van o ons systeem voor kwaliteitszorg. Kwa liteitszorg is het geheel van activiteiten a dat de school onderneemtt om de kwaliteit van hett onderwijs (c.q. ( de school) te on nderzoeken, te verbetereen, te borgen n en openbaa ar te maken.. Kwaliteitszo org vormt als het ware e de motor vo oor school- een organisatieontwikkeling.
Van Beekveld & Terpstra
8 van 43
20120114.003RA01-GH
Hierbij neem mt de PDSA-ccyclus een ceentrale plek in:
Figuur 2: PD DSA-cirkel d stappen n beknopt uitt voor onze school. s We werken deze Plan
De e school stelt ee en schoolplan op p voor een perio ode van vier jaa ar volgens de uiitgangspunten va an het INK-mode el. In dit schoollplan staat het schoolbeleid, s do oelen en bijbehoorende resultate en en n opbrengsten vermeld. v De doeelen baseert de school op evalu uaties, uitkomsteen van (kkwaliteits) onderrzoeken en enqu uêtes en het pla anningsdocumen nt gebaseerd opp het strategisch be eleidsplan. De doelen uit het scchoolplan vertaa alt de school verrvolgens naar dee managementoverreenkomst (voorr een periode va an vier jaar) tus ssen schoolleidinng en leiidinggevende.
Do
De e schoolleiding vertaalt v de streeefdoelen uit de managementov vereenkomst in actieplannen. In n de eze actieplannen n vermeldt de scchoolleiding een n duidelijk tijdsp pad en verantwooordelijke pe ersonen.
Study
Tw wee keer per jaa ar stelt de schooolleiding een ma anagementrapp portage op waarrmee het bestuu ur off afvaardiging va an het bestuur oop de hoogte wordt w gesteld van vorderingen vvan de school. aar aanleiding van v deze rapporrtage vindt een gesprek plaats tussen t schoolleiiding en Na leiidinggevende. In deze gesprekkken wordt ingeg gaan op het vas ststellen en actuualiseren van de e vie erjaarlijkse man nagementovereeenkomst, de voo ortgang van onttwikkelingen aann de hand van managementrapp portages en de p planning voor nieuwe doelstellingen op basis vvan ns. Ook de opbreengsten en de kwaliteit k van het onderwijs kom men nadrukkelijk k evvaluatiegegeven aa an de orde, naasst het persoonlijjk ontwikkelplan n van de schoolleiding.
Act
Bo orging van de do ocumenten vind dt per locatie pla aats in kaderdocumenten die zzijn ingedeeld op p ba asis van de inde eling van het sch hoolplan. Zie bijjlage 1. Geduren nde de looptijd van het scchoolplan vindt evaluatie e plaatss van deze documenten, waarna a bijstelling en oopname in het nie euwe schoolplan geschiedt. Evaaluaties vinden plaats tijdens het h sector manaagementoverleg,, in de teamvergad deringen en in h het overleg met de commissie voor v de begeleidding. e schoolleiding informeert i de veerschillende bellanghebbenden (medewerkers,, ouders, De lee erlingen, bevoeg gd gezag, inspeectie) over de kw waliteit van haar onderwijs, alssmede over de eff ffecten van de verbeteractiviteit v ten:
In de schoo olgids neemt de schoolleiding op welke verbete eractiviteiten geepland zijn en wat het resu ultaat is van de verbeteractivite eiten van het affgelopen jaar.
Op basis van de tweede maanagementrapp portage maakt de d leidinggevendde van de schoolleiding jaarlijks een j aarverslag.
Van Beekveld & Terpstra
9 van 43
20120114.003RA01-GH
De uitk komsten van de diverse onderzoeken en de evaluaties zoals ve vermeld in de managementrapportag ges, de schoolgids en het jaarv verslag vormen ssamen het vertrek kpunt voor de Pllan fase waarme ee de cirkel rond is (zie figuur 33).
Figuur 3: Plaanvorming en n managemeentrapportag gesysteem. ntovereenkom mst, manage ementrapporttages en jaarrverslag word den aan Schoolplan, managemen egd, besprokeen en (indien n nodig) vasttgesteld. team en (G)MR voorgele 1.3
A Stichting Attendiz Stichting Atttendiz is een jonge organ nisatie die pe er 1 augustuss 2010 is onttstaan uit een n samengaan van drie voo ormalige stich htingen (Het Maatman, EduKint E en Sccholengroep Twente ngaan van deeze drie stich htingen was de oprichtingg van één Speciaal). Met het samen m zo'n 25 schoolorgani s isaties, een kleine k 1.000 medewerkerrs die onderw wijs organisatie met verzorgen vo oor ruim 2.60 00 leerlingen n, een feit. kzaam vanuiit het raad va an toezicht model. m Veranntwoordelijk voor v het Stichting Atttendiz is werk beleid is het college van bestuur (Cv B). Het CvB rapporteert haar werkzaaamheden aan de ezicht. raad van toe nen wij ons schoolbeleid uuitvoeren in het Stichting Atttendiz formulleert de kadeers waarbinn strategisch beleidsplan b en e de plannin ngsdocumentten. Ook hou udt de stichtiing toezicht op o de ontwikkeling g en kwaliteitt binnen onzee school. Meer informatie over de stichting is tte vinden op: www.attendiz.nl entieadres: Corresponde Stichting Atttendiz Postbus 810 05 7550 KC Hen ngelo
1.4
Ontwikkeliingen in de omgeving eid Ontwikkeliingen vanuit de overhe Landelijk gezzien spelen er e twee belan ngrijke onderwijsvernieuw wingen die zzijn weerslag hebben op het voorttgezet specia aal onderwijss, namelijk pa assend onderwijs en een nieuw toezichtkader van de inspe ectie van hett onderwijs w waarmee men n zicht houdtt op de kwal iteit van de scholen. s Deze ontwikkkelingen zijn n direct van i nvloed op on ns onderwijs.
Van Beekveld & Terpstra
10 van 43
20120114.003RA01-GH
Passend Onderwijs en de gevolgen voor de school
Met Passend onderwijs streeft de overheid naar een meer passende plek voor ieder kind op school. Ieder kind recht heeft op een passend onderwijsarrangement. Ouders en leerlingen dienen niet langer van het kastje naar de muur worden gestuurd. Wat de specifieke gevolgen zijn voor onze school van deze stelselwijziging is nog niet duidelijk.
Nieuw toezichtkader en de gevolgen voor de school
Per augustus 2012 zal het nieuwe toezichtkader van de inspectie van kracht zijn. Opbrengstgericht werken op basis van het ontwikkelingsperspectief en het werken volgens de uitstroomprofielen vragen van onze school een andere organisatie van het onderwijs. Hier zijn wij al volop mee bezig. Meer informatie hierover is te vinden in hoofdstuk 6 van dit schoolplan. Naast ontwikkelingen die direct gevolgen hebben voor de school, spelen er landelijk ook ontwikkelingen die invloed hebben op de ondersteuning aan leerlingen (onder andere transitie jeugdzorg, wijzigingen AWBZ) en daarmee indirect gevolgen kunnen hebben voor onze school. Regionale ontwikkelingen Vanwege de doelgroep leerlingen op VSO Het Mozaïek Almelo werkt de school intens samen met verschillende instanties:
Karakter
De cliënten van Karakter, kliniek voor kinder- en jeugdpsychiatrie in Almelo volgen onderwijs op onze school. Deze leerlingen zitten op zogenaamde residentiële plaatsen en worden daarmee automatisch geplaatst op VSO Het Mozaïek Almelo bij opname op Karakter. Het beleid van de kliniek en het schoolbeleid wordt zoveel mogelijk op elkaar afgestemd om te komen tot één leerling – één plan. Voor een optimale afstemming worden de leerlingen die zijn opgenomen bij Karakter zowel besproken tijdens de leerlingbesprekingen op school als tijdens de behandelplanbesprekingen op Karakter.
CSG Het Noordik:
Voor het uitstroomprofiel vervolgonderwijs (VMBO) zijn wij een samenwerking met CSG Het Noordik aangegaan. We hebben zoveel mogelijk eenzelfde lessentabel, gebruiken dezelfde methoden als CSG Het Noordik en dezelfde planners van de klas 3 en 4 om onze leerlingen goed voor te bereiden op hun examen. We gaan over op het vormen van vakgroepen en gaan werken met het buddysysteem. Dit buddysysteem houdt in dat een docent van ons gekoppeld wordt aan een vakdocent van het CSG Het Noordik. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om onder andere knelpunten, toetsen en normering bij een vak te bespreken binnen de vakgroep en met een vakdocent van het CSG Het Noordik. In de bovenbouw VMBO moeten de leerlingen een keuze maken voor een sector en afdeling. Voor de routes BB en KB zijn dat de afdelingen: Verzorging, Administratie, Elektrotechniek of Bouwtechniek. Deze leerlingen wordt het programma van het CSG Het Noordik aangeboden. Zij ontvangen een CSG Het Noordik diploma BB of KB na het met voldoende afgesloten landelijk examen. De leerlingen in de route T moeten een keuze maken uit de sectoren: Zorg en Welzijn, Economie of Landbouw. Deze leerlingen doen examen via het staatsexamen.
Project langdurig verzuim:
Binnen VSO Het Mozaïek Almelo bestaat er sinds 2007 een klas voor jongeren met schoolverzuim op basis van angstproblematiek, de zogenaamde herstartgroep. Binnen deze klas wordt maximale veiligheid en aanpassing geboden om jongeren weer naar school te kunnen laten gaan. Daarna wordt toegewerkt naar normalisering en doorplaatsing naar een passende vorm van onderwijs.
Van Beekveld & Terpstra
11 van 43
20120114.003RA01-GH
VSO Mozaïek Almelo werkt binnen deze herstartgroep samen met jeugdhulpverlening in de regio. Deze samenwerking is erop gericht de behandeling aan deze groep jongeren te intensiveren en onderwijs en behandeling beter op elkaar af te stemmen, zodat de tijd binnen de herstartgroep zo optimaal mogelijk gebruikt wordt en de jongere niet langer dan noodzakelijk binnen deze zeer aangepaste schoolomgeving verblijft.
Krimp
Krimp speelt in onze school op verschillende manieren een rol. Ten eerste hebben wij in de regio te maken met bevolkingskrimp waardoor er minder leerlingen in het onderwijs instromen. Ten tweede zal door effect van de verevening het samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO waarschijnlijk minder leerlingen door laten stromen naar het voortgezet speciaal onderwijs. 1.5
Beleidslijnen en indicatoren Huidige situatie Als school zien we dat door verschuivingen in de regio de eigen leerlingpopulatie verzwaard. Deze verzwaring van onze leerlingpopulatie heeft consequenties voor wat wij met onze leerlingen willen en kunnen bereiken. Omdat ook Passend Onderwijs invloed zal hebben op de leerlingen die bij ons binnenstromen, vraagt het evalueren en eventueel bijstellen van onze visie op onderwijs de komende jaren voortdurende aandacht. Voor de karakterleerlingen starten we in schooljaar 2012-2013 met een nieuwe werkwijze. Waar de leerlingen nu naar leeftijd en niveau geplaatst worden in bestaande klassen zal volgend jaar een aparte klas voor de karakterleerlingen worden ingericht. Voor de karakteren herstartgroep wordt een apart zorgteam opgericht. Onze huidige situatie leidt tot de volgende beleidsvoornemens voor de komende jaren: Visie en missie: De koers van de school (missie en visie) en bijbehorende doelstellingen duidelijk formuleren, toetsen met relevante betrokkenen (team en belanghebbenden), met regelmaat uitvoering evalueren en eventueel bijstellen. Samenwerking in de regio: Op basis van die evaluaties van de bestaande samenwerkingsrelaties keuzes maken voor voortzetten/vormgeving van het samenwerkingstraject komende periode. Voor de samenwerking met CSG Het Noordik overeenstemming bereiken voor verdere vormgeving van de samenwerking en verkennen in hoeverre de pilot op CSG Het Noordik verbreed kan worden naar andere VO-scholen in de regio. Karakterleerlingen: Periodieke evaluatie nieuwe werkwijze.
Van Beekveld & Terpstra
12 van 43
20120114.003RA01-GH
2.
OVER HET H TEA AM G Goed onderw wijs wordt ve erzorgd doorr kwalitatief g goede mense sen. Kwalitatie ief goed gescchoolde m medewerkerrs vormen ee en succesfacttor om excellllent onderwij ijs te verzorggen in onze school. s
2.1
Omschrijving team enten hebben n specifieke kennis en va aardigheden waardoor zee, met integra ale Al onze doce ondersteunin ng door de commissie c vaan begeleidin ng, zicht hebb ben op de onntwikkeling van v het gedrag in ee en kind en da aarnaar kunn nen handelen n. De praktijk kvakken vorm men binnen onze uitstroompro ofielen arbeid d en vervolgo onderwijs (V VMBO) een be elangrijke pleek in ons onderwijs. Om deze red den is er voo or gekozen om m in te zette en op technissch onderwijss assistentie.. De technische onderwijsassi o istenten worrden tevens ingezet op de e specifieke aauti-klassen.. De herstartgroe ep krijgen exttra inzet mid ddels 1,5459 FTE pedagogisch medew werker. In onderstaa ande tabel is de formatie van onze scchool zichtbaar, uitgesplittst per functiie: Functie Directie Secretaresse e Leraren Technisch asssistenten Lerarenonde ersteuner Maatschappe elijk deskund dige Pedagogisch h medewerke er Orthopedago oog
2.2
FTE 1,5175 0,9770 11,9750 3,7951 2,000 0,1880 2,5459 1,4000
sbeleid (IPB B) Personeels wijs wordt ve erzorgd doorr kwalitatief goede g mense en. Kwalitatieef goed gescchoold Goed onderw personeel is daarom een n succesfacto or binnen onzze school. On ns IPB (Integgraal eleid) is onde ersteunend aaan de resulttaten die onzze school wil behalen. Integraal Personeelsbe Personeelsbe eleid beteken nt: het regellmatig en sysstematisch afstemmen af vaan de inzet, kennis k en
bekwaamhed eden van de medewerkers m rs en de inho oudelijke en organisatorisc o sche doelen van v de school. Dezee afstemming g is ingebed in de strateg gische positie e en gerelateeerd aan de onderwijscon ontext van de e school. Hier erbij wordt pro rofessioneel gebruikgema g aakt van een n samenhangeend geheel van v instrumen enten en midd ddelen die gerricht zijn op dde ontwikke eling van individuele medewerkers m s.
Ontplooiing en het verde er bekwamen n is geen vrijblijvendheid. De wet op de Beroepen n in het wet BIO) sch hrijft voor datt leraren, onderwijsondersteunende m medewerkerss en Onderwijs (w schoolleiderss bekwaam moeten m zijn een moeten blijven. b Ze mo oeten ook naa hun benoeming hun bekwaamheid actueel ho ouden en zich h verder ontw wikkelen. e personeelsbeleid kent eeen vijftal uittgangspunten: Het integrale Er moett sprake zijn van een sam menhangend personeelsb beleid, zodat ad-hoc beslu uiten of tegenge esteld besluitten worden vvoorkomen. Het perssoneel heeft recht op een n duidelijke rechtspositio r onele basis diie zekerheid en perspecctieven biedt,, zodat inzet en kennis va an personeelsleden zo opptimaal moge elijk tot hun recht komen.
Van Beekveld & Terpstra
13 van 43
20120114.003RA01-GH
Er dient een kader te zijn voor leiding, begeleiding, maar vooral voor het bevorderen van samenwerking. Hierdoor kunnen fricties of een bepaalde vorm van hokjesgeest worden voorkomen. In ruime mate dient aandacht te worden besteed aan selectie, loopbaanbegeleiding, ontwikkeling en scholing van personeel. Het personeelsplan moet leiden tot een hogere arbeidsvreugde voor het personeel, een optimale kwaliteit van het onderwijs en een grote zorg voor de leerlingen.
De schooldirectie is binnen VSO Het Mozaïek Almelo verantwoordelijk voor het personeelsbeleid en het uitvoeren van het IPB. Het IPB bestaat uit het systematisch en integraal benutten van een aantal (sturings)instrumenten. We benoemen deze instrumenten en lichten het gebruik in onze school toe. 2.3
Instrumenten Het formatiebeleid Jaarlijks, voor 1 mei, wordt het bestuur formatieplan vastgesteld. Dit plan geldt voor de duur van een schooljaar. Per sector, en daarbinnen per locatie, wordt bekeken hoeveel formatie in GLE (genormeerde leerkrachteneenheid) er voor het komend schooljaar beschikbaar is. Het taakbeleid Een belangrijk onderdeel van het personeel beleidsplan is het taakbeleid. Uitgangspunt is dat een fulltimer een normjaartaak heeft van 1.659 uur. Deze uren worden evenredig gespreid. De normjaartaak is bij het onderwijspersoneel verdeeld in het onderdeel lesgevende taak, nascholing en andere schooltaken. Een evenredige taakbelasting voor iedere medewerker, naar rato van zijn/haar benoemingsomvang, moet overbelasting en voortijdige uitval voorkomen. Gesprekkencyclus Heldere (resultaat) afspraken en structurele gesprekken tussen medewerker en leidinggevende vormen het fundament voor de ontwikkeling van medewerkers en goede prestaties. De gesprekkencyclus is een belangrijk instrument om een continue ontwikkeling en groei van iedere medewerker mogelijk te maken. Aangezien de ontwikkeling van medewerkers ten goede dient te komen aan de prestaties van de school vindt in de gesprekkencyclus een continue wisselwerking plaats tussen twee niveaus; het individuele niveau en het organisatorische (school-) niveau. De cyclus bestaat uit de volgende gesprekken: Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP)/Doelstellingengesprek (DG). Functioneringsgesprek (FG). Beoordelingsgesprek (BG)/Evaluatiegesprek (EV). De gesprekkencyclus beslaat drie opeenvolgende schooljaren. Dat betekent dat in de aanvang een POP/doelstellingengesprek plaatsvindt, of tweemaal een functioneringsgesprek en eenmaal een beoordelingsgesprek.
POP/doelstellingengesprek
Aan het begin van de gesprekkencyclus vindt een POP/doelstellingengesprek plaats. Tijdens dit gesprek brengen leidinggevende en medewerker samen in kaart welke ontwikkelingsdoelen er de komende drie jaar centraal staan. Deze doelen leidt men af van competentieprofiel behorende bij de functiewaardering van de medewerker, de doelstelling van de school en de talenten van medewerkers. De doelen worden opgenomen in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP). Het doelstellingengesprek vormt dus een startsein voor het werken aan specifieke ontwikkelpunten en verdere professionalisering.
Van Beekveld & Terpstra
14 van 43
20120114.003RA01-GH
Functioneringsgesprek
Na het doelstellingengesprek en vaststelling van de POP vinden er in de periode daarna minimaal twee functioneringsgesprekken plaats. Een functioneringsgesprek is een van te voren afgesproken en voorbereid periodiek gesprek dat: gesprekspartners informeert over de tevredenheid ten aanzien van het algehele functioneren; gericht aandacht besteedt aan de ontwikkeling van de medewerker door gerichte feedback en verbetersuggesties; een gelijkwaardige inbreng van directie en de medewerker beoogt; een evenwichtige balans tussen de organisatie doelstellingen en de individuele doelstellingen beoogt; resulteert in afspraken ter ondersteuning van de gewenste ontwikkeling. Binnen VSO Het Mozaïek Almelo wordt minimaal eenmaal per jaar met elke medewerker een (functionerings)gesprek gevoerd.
Beoordelingsgesprek
Het beoordelingsgesprek is een van te voren afgesproken en voorbereid periodiek gesprek waarin: Informatie wordt gegeven aan de beoordeelde ten aanzien van het oordeel van de beoordelaar over de functievervulling van de beoordeelde (in hoeverre is het handelen in overeenstemming met doelstellingen en gemaakte afspraken). De beoordeling een van te voren afgesproken periode beslaat. De inhoud de motivatie van een beheersbeslissing kan hebben met mogelijke rechtspositionele consequenties. Met vast aangestelde personeelsleden wordt tenminste elke derde schooljaar een beoordelingsgesprek gevoerd.3 Deskundigheidsbevordering Stichting Attendiz ziet het als taak om zowel de organisatie als de individuele medewerker zodanig toe te rusten dat ze kunnen voldoen aan de vragen die gesteld worden. Dit betekent dat er aan de medewerkers voldoende ruimte geboden wordt voor teamgerichte en persoonlijke ontwikkeling. Deskundigheidbevordering geldt voor zowel onderwijzend als onderwijsondersteunend personeel. Meer concreet geformuleerd kan voor deskundigheidsbevordering een zestal doelstellingen worden onderscheiden: Het bevorderen en op peil houden van de kwaliteit van het onderwijs en van de ondersteunende activiteiten. Het bevorderen van de beroepsmatige ontplooiing en interesse-ontwikkeling van personeelsleden. Het volgen van nascholing moet een bijdrage leveren aan de uitgezette schoolontwikkeling; Het voldoen aan de wens van de medewerker zich te bekwamen in competenties welke de uitvoering van andere taken/functies binnen Stichting Attendiz mogelijk maken. Het bevorderen van de mogelijkheid tot overplaatsing. Het bevorderen van de kwaliteit van het management van de scholen. Deskundigheidsbevordering als middel voor loopbaanontwikkeling komt aan de orde in het functionerings – en/of POP-gesprek. De deskundigheidsbevordering zal hoofdzakelijk uit het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid gefinancierd worden. Daarnaast zal er bij iedere individuele aanvraag gekeken worden of er subsidiemogelijkheden zijn. Afspraken hierover zijn vastgelegd in het deskundigheidsbevorderingsplan. Dit plan geeft een jaarlijks overzicht van de belangrijke punten op het gebied van deskundigheidsbevordering in 3
NB: meer informatie is te vinden in de handleiding ‘gesprekkencyclus competentiemanagement en beoordelen’. Hierin zijn ook de (gespreks)formats en richtlijnen opgenomen.
Van Beekveld & Terpstra
15 van 43
20120114.003RA01-GH
samenhang met het specifieke beleid van de school, met daarbij een raming van de benodigde financiële middelen. Jaarlijks wordt op stichtingsniveau beoordeeld of de doelstellingen van het deskundigheidsbevorderingsplan zijn gehaald. 360º feedback leraren De kwaliteit van de leraar is sterk van invloed op de leeropbrengsten van de leerling. Daarom maken we gebruik van een instrument om de kwaliteit van de leraren te meten en in kaart te brengen. Wat zijn de sterke kanten van de leraar waar de school, het schoolteam en de stichting gebruik van kan maken? Wat zijn de punten die de leraar verder moet ontwikkelen teneinde de leerresultaten van de leerlingen te verbeteren? Gedurende het schooljaar 2011 – 2012 is gebruik gemaakt van de P(eriodieke) K(waliteits) M(eting) voor leraren. Vanaf het schooljaar 2012 – 2013 zal gebruik gemaakt worden van 360º feedback. Dit instrument vormt een van de uitgangspunten voor de POP’s van medewerkers. Klassenbezoek Met regelmaat vinden er klassenbezoeken plaats. De frequentie van de klassenbezoeken is afhankelijk van de individuele behoefte en/of die van de organisatie. Tijdens de klassenbezoeken wordt onder andere gekeken naar de mogelijk benodigde deskundigheidsbevordering van de betreffende medewerker. Intervisie Binnen de school vindt, volgens een vaste methodiek, intervisie plaats. De vijf intervisiebijeenkomsten per jaar zijn opgenomen in de jaarplanner. Naast intervisie is tevens collegiale consultatie mogelijk, indien medewerkers daar behoefte toe hebben. Inwerktraject nieuwe medewerkers Voor nieuwe medewerkers is er op sectorniveau een inwerkschema vastgesteld. Meer informatie over het inwerktraject is te vinden in het kaderdocument personeel, onderdeel: inwerkschema en toelichting voor nieuwe personeelsleden. Arbobeleid Doel van het arbobeleid is het zodanig scheppen van arbeidsomstandigheden, dat situaties die (kunnen) leiden tot letsel, (beroeps)ziekte of schade binnen de schoolsituatie, worden weggenomen dan wel tot een minimum worden beperkt. Het beleid van Stichting Attendiz is gebaseerd op de volgende drie hoofdzaken: Het voorkomen van schade en/of letsel ten gevolge van ongevallen, alsmede het voorkomen van beroepsziekten. Het zoveel mogelijk beperken van gevolgen van ongevallen en beroepsziekten. Het optimaliseren van arbeidsomstandigheden. Binnen de uitvoering van het arbobeleid heeft het wegnemen van risicobronnen onze prioriteit boven het nemen van technische en/of organisatorische maatregelen om het risico tot een minimum te beperken. Binnen Stichting Attendiz zijn de (locatie)directeuren verantwoordelijk voor de concrete vormgeving en uitvoering van het arbobeleid binnen de school.4 De uitkomsten van de RI&E, de IPB gesprekkencyclus, het taakbeleid, evaluaties en de werkbesprekingen dienen als vertrekpunt voor het systematisch werken aan optimalisering van de arbeidsomstandigheden. Aan de hand hiervan stelt de directie een meerjarenplan op. Vanuit dit meerjarenplan zal per jaar een specificatie in het jaarplan worden opgenomen. Bij het vaststellen van prioriteiten 4
Er wordt binnen Stichting Attendiz gewerkt aan een nieuwe managementstructuur, waarbij verantwoordelijkheden verschoven kunnen gaan worden.
Van Beekveld & Terpstra
16 van 43
20120114.003RA01-GH
wordt gelet op uitkomsten van evaluaties, effectieve besteding van beschikbare middelen, maatschappelijke normen en technische mogelijkheden. Van medewerkers wordt verwacht dat zij de arbo - en veiligheidsregels in acht nemen ter voorkoming van gevaren voor henzelf en voor derden. Concreet betekent dit dat zij: arboknelpunten direct melden aan hun leidinggevende of aan de orde stellen in een werkoverleg of een IPB-gesprek; incidenten, gevaren, ongelukken en bijna-ongelukken (incidenten) direct melden aan hun direct leidinggevende en schriftelijk registreren; deelnemen aan arbovoorlichtingsbijeenkomsten en cursussen; werkinstructies van hun leidinggevenden opvolgen; meewerken aan de uitvoering van arbobeleid en alle overige activiteiten die gericht zijn op het verbeteren van veiligheid, gezondheid en het welzijn. Ziekteverzuimpreventie Het is belangrijk dat de medewerkers van de stichting psychisch en fysiek gezond hun werk kunnen doen. Met de arbodienst is een contract afgesloten met betrekking tot verzuimbegeleiding. In dit contract zijn onder andere opgenomen: het spreekuur van de bedrijfsarts, het reïntegratieadvies aan de stichting, medisch advies en het sociaal-medisch overleg. Indien nodig kan bij de arbodienst maatwerk rond individuele verzuimbegeleiding worden overeengekomen. 2.4
Beleidslijnen, doelen en resultaten Huidige situatie Ingaande schooljaar 2011-2012 zijn de POP-gesprekken ingevoerd. Over de kennis, kunde en vaardigheden van de medewerkers zijn op basis van competentielijsten gesprekken gevoerd en afspraken gemaakt. In het bekwaamheidsdossier van de medewerkers zijn de verslagformulieren van de gesprekken ter borging opgenomen. Als beoordeling van kwaliteit is afgelopen schooljaar de PKM-matrix gebruikt. Deze in ingevuld door de medewerker zelf, een collega en door de directie. De resultaten zijn naast elkaar gelegd en besproken met de betrokken docenten. Komend schooljaar zal hiervoor het 360º feedback instrument worden gebruikt. De school beschikt relatief gezien over veel pedagogische medewerkers. Dit komt voort uit de aandacht die de leerlingen in de herstartgroep op dit gebied vragen. De school heeft moeite om 2de graads vakdocenten aan te trekken. Dit heeft onder andere te maken met regionale schaarste (met name vakdocenten exacte vakken), maar ook met de mogelijkheden die de school de docenten kan bieden vergeleken met het reguliere voortgezet onderwijs (o.a. salaris). Vanuit het hoger onderwijs zijn er wel veel stagiaires in de school, deze hebben echter voornamelijk een achtergrond in de hulpverlening en minder in het onderwijs. Onze huidige situatie leidt tot de volgende beleidsvoornemens voor de komende jaren: Didactische ontwikkeling: ontwikkeling van didactisch handelen van de docent met betrekking tot het zelfstandig werken van de leerlingen en vakspecifiek binnen de samenwerking met CSG Het Noordik. Formatie: nieuwe ontwikkelingen vragen nieuwe vaardigheden en competenties van medewerkers. Aandachtspunt binnen al deze ontwikkelingen is de juiste match, oftewel hoe zorgen we ervoor dat de we de juiste kwaliteiten op de juiste plek krijgen in ons onderwijs en deze kwaliteiten kunnen behouden en optimaal benutten. Deze uitdaging
Van Beekveld & Terpstra
17 van 43
20120114.003RA01-GH
wordt complexer omdat de formatie binnen de school onder druk staat gezien de effecten van de verevening. Deskundigheidsbevordering: vanuit de nieuwe eisen die de uitstroomprofielen aan ons stellen zal komende jaren meer ingezet moeten worden op deskundigheidsbevordering binnen de vakgebieden. In scholingsaanbod gaan wij hier specifiek op sturen. Arbobeleid: uit het kwaliteitsonderzoek kwam naar voren dat medewerkers minder tevreden zijn over het arbobeleid. Er wordt een werkgroep ingesteld om dit nader te onderzoeken en een plan van aanpak voor te maken. Nascholing Time management: om goed om te kunnen gaan met werkdruk zal voor komend jaren nascholing op het gebied van time management op het programma staan.
Van Beekveld & Terpstra
18 van 43
20120114.003RA01-GH
3.
LEIDER RSCHAP P EN MANAG GEMENT T D De schoolleid ding gaat voo oor in schooloontwikkeling.. De sschoolleiding g zet de koerrs uit en bepa paalt de kade ers. V Voorbeeldgeedrag is een woord w dat veeelal samen wordt w gevatt met leiderscchap. En, goe ed vvoorbeeld do oet goed volg gen.
3.1
Leiderscha ap De visie van Stichting Attendiz op leid derschap gaat uit van op pbrengstgericcht leiderschap. ericht leidersschap stelt dee interactie tussen t leraar en leerling ccentraal en wil w het Opbrengstge onderwijskundig proces versterken v m met tot doel de d leerresultaten van leeerlingen te et dan ook leiden tot effeectievere insttructie optimaliseren. Opbrengsstgericht leideerschap moe eerlingen better leren mett als resultaat betere leerrprestaties va an door leraren waardoor le leerlingen. oemen we ee en aantal ken nmerken van n opbrengstg gericht leiderrschap. Hieronder no De scho oolleiding hee eft een heldeere visie en stelt s ambitieu uze doelen. Heeft ke ennis om opb brengstgeric ht leiding te geven aan zijn z team. Volgt en n evalueert de d vooruitgan ng planmatig g. Geeft le eiding aan ee en onderzoekksmatige culttuur. Zorgt errvoor dat lera aren hun weerk goed kunnen doen. Bewaakkt de samenh hang en kwalliteit. Deze kenme erken zijn verrder uitgeweerkt in borgingsdocumentt Leiderschapp en manage ement; Opbrengstge ericht leidersschap. d visie datt de directie zich richt op p de grote lijnnen en deze vertaalt In de praktijjk betekent deze naar de med dewerkers. Vervolgens V lig gt de verantw woordelijkheiid voor de cooncrete inhou ud en uitvoering va an onderwijsstaken bij de teamleden zelf, z waarbij de schoolleidding medewe erkers bevraagt op resultaat. elang is dat de d directie evvaluaties en evaluatiebeleid initieert. Hierdoor is de d Van groot be directie in sttaat om vroegtijdig bij te sturen wann neer zaken aantoonbaar niet goed ve erlopen. Doen wat we erkt, dat is waar w het om gaat. De schoolleid ding spreekt duidelijke veerwachtingen uit en spre eekt mensen aan op gedrrag. Dit geldt niet allleen voor de gemaakte aafspraken, maar met nam me voor het tte ontwikkele en professionele e gedrag van n teamleden.. De schoolle eiding zorgt voor v een klim maat waarin teamleden zelf z ook helde ere verwachttingen naar elkaar e uitspre eken en elkaaar ook aan te t spreken op professionee p l gedrag en handelen. De directie draagt d zorg voor v een effeectieve overle eg- en verga adercultuur. D Dat houdt in dat veel van de schoo olontwikkelin ng is gedeleg geerd aan groepen teamleden.
3.2
Manageme ent
3.2.1
Organisatie e en overlegstructuren n In het borgin ngsdocumen nt Leiderscha p en manage ement; Orga anisatie Attenndiz, Stichting, sector en school sta aan de verscchillende oveerlegstructure en met bijbehorende deeelnemers, vergaderfreq quentie en sttatus vermeld d. Op deze plek p volstaat te noemen ddat er op sticchtings-, sector- en scchoolniveau diverse overrleggen zijn. Op stichtingssniveau varië ëren deze vaan RvT-niveau tot stuur- en e werkgroeep niveau.
Van Beekveld & Terpstra
19 van 43
20120114.003RA01-GH
Op sectornivveau, het niv veau van secttor onderwijss cluster 4 ne eemt onze scchool eens per p drie weken deel aan a het man nagementoveerleg met de sectordirecteur en directteuren van de d overige scho olen. Dit overrleg kent bessluitnemende e, besluitvoorbereidende informerend de en afstemmingsscomponente en. Met regeelmaat vinden n er voortgan ngsgesprekke ken plaats tusssen de directeur en de sectordirrecteur. 1 is de verwa achte nieuwee structuur va an Stichting Attendiz A weeergegeven in n een In figuur 3.1 organogram. In de visie van Stichting g Attendiz is het onderwiijs aan onze leerlingen le eidend in arop de orga anisatie is ing gericht. Take en en verantw woordelijkhedden worden hierin de wijze waa duidelijk toe ebedeeld: de schooldirectteur met zijn of haar team m zijn (resultaats)vverantwoorde elijk voor de kwaliteit van n het onderw wijs op de schhool, de divisiedirecte eur is (budge et)verantwoo ordelijk voor de scholen van v zijn of haaar divisie. In de nieuwe orga anisatiestructtuur wordt on nderscheid gemaakt g in ee en drietal divvisies: de div visie SO, de divisie VS SO en de Reg gionale divisiie. Stichting Attendiz A gaat zichzelf hieermee meer organiseren naar de orga anisatie van het veld. Im mmers, binnen n de divisies wordt onderscheid gemaakt in de d verschillende samenw werkingsverba anden Passend Onderwijjs waar Stichting Attendiz ookk onderdeel van v uitmaaktt. VSO Het Mozaïek M Almelo maakt ondderdeel uit van v de VSO divisie.
O Stichting Atttendiz Figuur 3.1: Organogram Ten gevolge e van de reorrganisatie bin nnen Stichtin ng Attendiz za al de GMR enn MR opnieu uw ingedeeld ga aan worden. Deze indelin ng zal naar verwachting gebaseerd g wo worden op het hiervoor wee ergegeven organogram, maar hoe de eze structuurr van medezeeggenschap er precies uit za al zien is op dit moment nog niet duidelijk. Naar verwachting v MR op wordt de GM Stichting Atttendiz niveau u samengesteeld en zal er per divisie een e MR wordden opgerichtt. Daarnaast bestaat de mo ogelijkheid o om op schoolniveau een zogenaamde z DeelMR op te richten. momenten bin nnen onze scchool zijn we eergegeven in hoofdstuk 6. De overlegm
Van Beekveld & Terpstra
20 van 43
20120114.003RA01-GH
3.3
Beleidslijnen, doelen en resultaten Huidige situatie De directie wordt gevormd door de directeur en de adjunct-directeur. De directeur houdt zich met name bezig met de organisatie en de externe contacten. De adjunct-directeur is verantwoordelijk voor het onderwijskundige gedeelte. Tussen de directeur en de sectordirecteur vinden regelmatig voortgangsgesprekken plaats. Op teamniveau wordt het 360º feedback instrument ingezet om de kwaliteit van leraren te meten en in kaart te brengen. Om zicht te krijgen op het eigen functioneren van de directie wordt onderzocht in hoeverre een soortgelijk instrument ingezet kan worden op directieniveau. Onze huidige situatie leidt tot de volgende beleidsvoornemens: Zicht op de effectiviteit van het leiderschap: zonder (zelf)reflectie geen ontwikkeling. Daarom is het van belang voor de schoolleiding om (meer dan nu het geval is) zicht te krijgen op het eigen functioneren, middels een 360º feedback systeem voor de schoolleiding. Aanspreekcultuur: onderdeel van opbrengstgericht leiderschap en opbrengstgericht werken is het elkaar aan kunnen spreken op het gedrag en handelen, het gevraagd en ongevraagd feedback geven aan elkaar. De directie heeft op dit gebied een voorbeeldfunctie. Medezeggenschap: nieuwe structuur medezeggenschap vormgeven op basis van nieuwe organisatie Stichting Attendiz.
Van Beekveld & Terpstra
21 van 43
20120114.003RA01-GH
4.
CULTUUR EN KLIMA AAT E Een prettig pedagogisch p klimaat geke kenmerkt doo or eeen duidelijkke structuur, veiligheid, re respectvolle ssociale omgaang en vertro ouwen is eenn belangrijke e vvoorwaarde voor de ontw wikkeling vann leerlingen.
4.1
Schoolcultu uur h van belan ng dat in alle e scholen sprrake is van eeen professio onele Stichting Atttendiz vindt het schoolcultuu ur. De leidraa ad hierbij is: Als mens is iedereen gellijkwaardig. A Als professio onal per definitie niett. Binnen een n professioneele schoolcultuur worden deze verschhillen erkend en benut. Een professionele p e cultuur is e en cultuur waarbinnen w sp prake is van erkende ong gelijkheid waarin mede ewerkers er op o zijn gerich ht om samen n betere proffessionals te worden. Hie er werken we elke e dag aan met elke meedewerker binnen b onze school. s In onderstaa ande figuur geven g we con ncrete uitwerkingen van een professiionele cultuu ur5. Professione ele cultuur Erkende ong gelijkheid Professionele e hiërarchie Resultaatgerricht Denken in oplossingen Elkaar aansp preken op ge edrag Speler Voor jezelf praten p Werken mett beslissers Veranderingsproces startten met een ontwerp Risico nemen
Politieke P off ambtelijke e cultuur Gelijke G monn niken, gelijkee kappen Positionele P hiërarchie h Inspanningsg I gericht Denken D in prroblemen Wandelgang W enpraat Toeschouwe T r Voor V anderen praten Werken W met procedures Veranderings V sproces startten met een document d Jezelf J indekk ken
n cruciale roll in het werk ken aan deze professione le cultuur in onze Communicattie speelt een school. Zijn we bereid om m de verschiillen die we ervaren e besp preekbaar te maken met maar één doel voo or ogen: verb betering van de school en daarmee het h onderwijss aan de leerrlingen? In een profe essionele culttuur moeten we elkaar ku unnen en durven aanspreeken. municatie nee emt de schoo olleiding een cruciale rol in bij het werrken aan een n Naast comm professionele e schoolcultu uur. Dit vraag gt om onderwijskundig le eiderschap e n authenticitteit van de schoolleid der. De schoolleider prikkkelt teamlede en en daagt hen uit om hhun eigen deskundighe eid en kwalite eit te versterrken. Dit kan n door hoge verwachtinge v en te hebben n van medewerkerrs, maar ook door eisen tte stellen aan n de kwaliteit. Hiertoe iniitieert de schoolleiding g de uitvoerin ng van evalu uaties. Op die e wijze is de school én scchoolleiding in staat daar waar no odig zaken bij b te sturen. or leerlinge en Cultuur voo Wij willen on nze leerlingen een veilig p h klimaat bied den. Dit doenn wij door sttructuur pedagogisch aan te breng gen in tijd en n ruimte, in w werkzaamhed den en relaties. Wij tonenn onze leerlingen dat we vertrouw wen hebben in hun ontwikkkelingsmogelijkheden. Wij richten ons o in ons pe edagogisch kklimaat ook op o onze opdracht om actiief burgersch hap en integratie va an leerlingen in de maatsschappij te be evorderen. Actief A burgersschap verwijst naar 5
Een meerr uitgebreide ve ersie van deze tabel t is opgeno men in het borg gingsdocument ‘cultuur en klim maat’.
Van Beekveld & Terpstra
22 van 43
20120114.003RA01-GH
de bereidheid en het vermogen van leerlingen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Integratie verwijst naar deelname, in de vorm van sociale participatie van leerlingen aan de Nederlandse samenleving. Ons pedagogisch klimaat, gericht op zich veilig voelen van leerlingen en het met elkaar omgaan op basis van gelijkwaardigheid en respect, leent zich goed voor onderwijs in burgerschap en integratie. Door te werken vanuit onze kernwaarden ondersteuning, communicatie en structuur houden wij ook bij de invulling van het onderwijs gericht op burgerschap rekening met de kenmerken van onze leerlingenpopulatie. Cultuur voor medewerkers Zonder team geen school. In de professionele schoolcultuur voelen de teamleden zich verantwoordelijk voor de school als geheel. Er is sprake van één visie en één lijn binnen de school die teamleden naleven in hun werk. Vanuit deze gezamenlijke verantwoordelijkheid en het open klimaat werken medewerkers collegiaal met elkaar samen en spreken ze elkaar aan op het naleven van afspraken. Het regionale speelveld waarin onze school zich begeeft vraagt van onze medewerkers ook een externe gerichtheid. Het opbouwen, in stand houden en waarderen van netwerkrelaties in onderwijs en zorg zijn belangrijke kenmerken van onze professionele schoolcultuur. Het team van VSO Mozaïek Almelo is probleemoplossend en heeft een zekere mate van regelvrijheid. In overlegmomenten staan onderwijsinhoudelijke thema’s centraal, organisatorische kwesties lossen teamleden op binnen hun eigen regelruimte binnen gedelegeerde verantwoordelijkheid. Er is sprake van een zelfregelende, zelfdragende organisatie. De rol van de schoolleiding is (steeds meer) procesgericht. Meer organisatorische- of regeltaken neemt het team op zich. Veiligheidsbeleid Wij gaan uit van een directe relatie tussen het primaire proces en de mate van veiligheid. Uitgaande van de stelling dat aantrekkelijk vormgegeven onderwijs tot tevreden leerlingen leidt, kan worden aangenomen dat dit ook tot minder ongewenst gedrag leidt en daarmee tot een veiliger school. Wij willen dat leerlingen en personeelsleden zich veilig voelen op school. Om inzicht te krijgen in de veiligheidsbeleving van leerlingen, ouders en teamleden wordt hier vierjaarlijks in de kwaliteitsmeting naar gevraagd (zie hoofdstuk 7 Waardering). Voor het registreren en melden van agressie-incidenten te melden zijn er formulieren agressie-incident melding ontwikkeld. Op onze school is een contactpersoon aangesteld die niet alleen klachten registreert en verwijst, maar ook signaleert. Klachten van leerlingen, ouders en medewerkers kunnen ook gemeld worden bij de bovenschoolse vertrouwenspersoon. Schoolcontactpersonen en bovenschools vertrouwenspersoon hebben geregeld overleg. Overleg met politie en gemeentes hebben geleid tot een voorbeeldconvenant Veiligheid in en om de school. Dit convenant heeft tot doel een eenduidig en sluitend stelsel van afspraken te maken ten behoeve van het voorkomen en bestrijden van overlast, vandalisme en ander crimineel gedrag en het creëren van een (sociaal) veilig klimaat op en rondom de scholen van de betrokken gemeente. Onze school wil zoveel mogelijk, rekening houdend met onze doelgroepen, in lijn met dit convenant opereren. Cultuur voor ouders De wederkerigheid en gelijkwaardigheid in de contacten met ouders is één van de kernpunten waar de school vanuit het strategisch beleid van Stichting Attendiz op kan worden aangesproken. Als school streven we ernaar goede contacten aan te gaan met ouders, alleen al omdat bewezen is dat dit positief van invloed is op de leerprestaties van leerlingen, maar ook omdat we dit nodig vinden om de leerling goed te kunnen begeleiden. De betrokkenheid van ouders bij hun kind en bij de school verhoogt de kans op een succesvolle opleiding op onze school.
Van Beekveld & Terpstra
23 van 43
20120114.003RA01-GH
Wij verwachten daarom van ouders dat zij achter de plaatsing van hun kind op VSO Het Mozaïek staan. Daartegenover vinden wij het van belang om ouders correct te informeren over wat VSO Het Mozaïek voor hun kind kan betekenen. Om de betrokkenheid van ouders te vergroten hebben we een aantal standaard contactmomenten vastgelegd. Tijdens deze contactmomenten staat de ontwikkeling van de leerling centraal. Naast de standaard contactmomenten is er, gezien de verschillen tussen onze leerlingen, uiteraard ook sprake van maatwerk. Zo zullen er wanneer de werkrelatie niet goed is meer contacten zijn om deze relatie te verbeteren. In onderstaand overzicht zijn de minimale contactmomenten met ouders vastgelegd.6 Van alle contacten maakt de mentor een (kort) verslag, waarin in ieder geval de gemaakte afspraken staan genoteerd. Dit verslag wordt bewaard in het leerlingdossier. WAT Intakegesprek Kennismakingsgesprek bij externe leerlingen Kennismakingsgesprek bij interne leerlingen Huisbezoeken
WANNEER voor de aanmelding als de datum van plaatsing bekend is tijdens de eerste vier weken van de opname VSO: waar wenselijk
Vaststellen schoolhandelingsplan
binnen 4 weken na start nieuwe schooljaar of binnen 4 weken na start nieuwe leerling na de leerlingenbespreking
Bespreking schoolhandelingsplan Overdrachtsgesprek Schooladviesgesprek bij externe leerlingen Schooladviesgesprek bij interne leerlingen Eindgesprek
als de leerling naar een andere klas gaat als de leerling naar een andere school gaat ruim voor de ontslagdatum bij het einde van de schoolcarrière
WIE directeur en ouders leerkracht of mentor ouders leerkracht of mentor ouders leerkracht of mentor ouders leerkracht of mentor ouders leerkracht ouders leerkracht ouders leerkracht ouders leerkracht ouders leerkracht ouders
en en en en
of mentor en of mentor en of mentor en of mentor en of mentor en
Naast de individuele contactmomenten met ouders vindt er aan het begin van het schooljaar per leerjaar een algemene ouderavond plaats waarin de nodige informatie betreffende de diverse leerroutes wordt verschaft. In de loop van het schooljaar zijn er daarnaast verschillende thema-avonden. Tevens ontvangen de ouders via de nieuwsbrief zesmaal per jaar informatie vanuit de school over allerlei lopende zaken. Op de ouderpagina van de website van de school kunnen ouders terecht voor een overzicht van belangrijke data en informatie vinden vanuit de ouderraad. De ouderraad behartigt de belangen van leerlingen en ouders door mee te denken over ontwikkelingen en het te volgen beleid, signalen af te geven wanneer zaken anders kunnen en te zorgen dat onderwerpen die ouders belangrijk vinden op de agenda komen van de organisatie.
6
Een uitwerking van de standaard contactmomenten en de vereisten rondom de verslaglegging zijn weergegeven in borgingsdocument “Cultuur en klimaat; oudercultuur, contacten met ouders”.
Van Beekveld & Terpstra
24 van 43
20120114.003RA01-GH
4.2
Beleidslijnen, doelen en resultaten Huidige situatie Uit het recente kwaliteitsonderzoek komt naar voren dat VSO Het Mozaïek wordt ervaren als een veilige school. Zowel de medewerkers als de leerlingen en ouders ervaren de sfeer in de school als prettig. Ten aanzien van de cultuur voor medewerkers komt ook uit het kwaliteitsonderzoek naar voren dat de professionele cultuur in de school aandacht vraagt. Hierbij gaat het onder andere om de interne communicatie en het elkaar kunnen aanspreken op gedrag en handelen. Volgens de medewerkers zijn de collega’s betrokken bij de school en is er sprake van collegialiteit, hiermee lijkt de basis voor het werken aan een professionele cultuur aanwezig te zijn. Onze huidige situatie leidt tot de volgende beleidsvoornemens: Een professionele cultuur: in onze school werken professionele medewerkers samen om steeds betere professionals te worden. Dit doen we binnen een professionele cultuur waarin feedback geven en ontvangen vanzelfsprekend is en we elkaar vanuit respect aanspreken op elkaars gedrag en handelen. Interne communicatie: uit het kwaliteitsonderzoek komt naar voren dat de interne communicatie de komende jaren aandacht behoeft. Aandachtspunten zijn onder andere de effectiviteit van de vergaderingen binnen de school, de zorgvuldige besluitvorming in de school, waaronder de mogelijkheden tot inspraak. En de communicatie tussen directie en team, waaronder het aanbrengen van eenduidigheid in de formulering en uitvoering van beleid. Communicatie met ouders: de school wil de komende jaren de ouders meer betrekken bij de ontwikkeling van hun kind en van de school. In de communicatie met ouders vraagt zowel de structuur waarin dat gebeurt als de vaardigheden van medewerkers de komende jaren de aandacht. Verbreden ouderraad: de ouderraad is een klankbordgroep voor de directie. De ouderraad telt nu vijf leden. Om representatief te zijn voor de gehele ouderpopulatie zal de ouderraad de komende jaren uitgebreid worden.
Van Beekveld & Terpstra
25 van 43
20120114.003RA01-GH
5.
MIDDE ELEN EN N VOORZ ZIENINGEN D De juiste mid ddelen en vo oorzieningen zorgen eervoor dat wij w kwalitatieff goed onderrwijs kunnen n geven.
5.1
Huisvesting g en uitrustting den van onde erwijs mogeliijk te maken, moet het sc choolgebouw w in goede sttaat Om het bied verkeren. Ee en groot deel van de huissvestingsvoorzieningen wordt w bekostiigd door de gemeente. Jaarlijks J kunn nen voor 1 feebruari de we ensen voor groot g onderhhoud bij de gemeente worden inge ediend. Bij de e financiering g van het gro oot onderhou ud gaat de geemeente uit van de meest adequ uate oplossin ng. Het gebouwgebonden on nderhoud ko omt voor reke ening van de e school. Vooor het koppelen van groot onderh houd aan onderwijskundiige vernieuw wing stelt de gemeente geeen geld ter beschikking. Om deze ko oppeling te kkunnen make en reserveertt de school aaanvullende e omvang va an de huisvesstingsinveste eringen kan van v jaar tot jjaar aanzienlijk middelen. De verschillen. Daarom D is err een onderh houdsvoorziening getroffe en waarmee de kosten ov ver een planperiode van tien jaar worden gem middeld. Dit meerjarenon nderhoudsplaan wordt doo or de ewerker huisv vesting in ovverleg met de e bestuurderr jaarlijks herrijkt. Jaarlijkss wordt beleidsmede er een werkp plan vastgesteld waarin d duidelijk is omschreven welke w huisvesstingsactivite eiten voor dat jaar worden uitgevoerd. wikkelen van n de groene zzone rondom m onze schoo ol heeft onzee specifieke aandacht. a Het doorontw In overleg meg m de geme eente willen w wij een concreet plan voo or onze groeene zone ontw wikkelen.
5.2
Financiën hting Attendizz is gekozen voor een vo olledige schoo oljaarrekeninng. Met 'volle edig' Binnen Stich wordt bedoe eld dat er naa ast een explo oitatie- ook een e balansov verzicht per ssector/schoo ol wordt opgemaakt. De balans iss een instrum ment aan de hand waarva an de financiiële situatie van v de w afgelezen. Daarnaaast hanteerrt Stichting Attendiz A voor het volgen van v het school kan worden financieel be eleid een Plan nning & Conttrol cyclus (cconform de PDCA-system P matiek). De Planning & Control- cyclus c bestaaat uit de volg gende rapporrtages: ng Begrotin Liquidite eitsprognose e Maandra apportages ( inclusief liq uiditeitsrapp portage) Kwartaa alrapportagess Jaarreke ening (inclussief jaarverslaag) Ten aanzien van de maa andrapportag ge wordt er zowel z gewerk kt met een sttichtingbrede e a een rappo ortage op heet niveau van n de scholen//locaties. Opp deze wijze wordt w rapportage als het benodigd de inzicht ve erkregen waaardoor sturing en beheerssing ten aanzzien van fina anciële middelen wo ordt bewerksstelligd.7 oet regelmattig een beroeep op financiële ondersteuning door ddiverse fondssen. Het De school do geld wordt besteed b aan een van tevo oren vastgessteld doel. Sp ponsoring dooor bedrijven of instellingen is ook mogellijk. Sponsoriing mag de inhoud i van het h onderwijss niet beïnvlo oeden. v sponsoring worden g getoetst doo or het managementteam en door de MR. M Aanvragen voor
7
In het kader van de reorrganisatie wordt de financiële systematiek mo ogelijk aangepa ast.
Van Beekveld & Terpstra
26 van 43
20120114.003RA01-GH
5.3
Materieel beleid Bij materiële hulpmiddelen gaat het om alle materialen die nodig zijn om goed onderwijs te kunnen bieden. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen verbruiksmateriaal en gebruiksmateriaal. Verbruiksmateriaal betreft middelen die minder dan een jaar gebruikt worden. Te denken valt hierbij aan papier, pennen, abonnementen en dergelijke. Daarnaast is er sprake van gebruiksmateriaal waartoe meubilair, machines ICT- voorzieningen en leermethoden behoren. Het gaat in alle gevallen om hulpmiddelen met een gebruiksduur langer dan een jaar. In een meerjaren investeringsplan worden geplande vervangingsinvesteringen en uitbreidingsinvesteringen opgenomen. Zo worden PC's om de vijf jaar vervangen en worden, inspelend op elders in het schoolplan geschetste ontwikkelingen, ook uitbreidingsinvesteringen in het investeringsplan opgenomen. In de begroting moet voldoende ruimte zijn om aanschaf van materiële middelen mogelijk te maken, zowel van verbruiksartikelen, als van afschrijvingslasten die verbonden zijn aan gebruiksartikelen. Dit betekent dat er bij het opstellen van de begroting en het formatiebeleid verantwoorde keuzes gemaakt worden tussen het aanstellen van personeel en het aanschaffen van materiële hulpmiddelen. De verhouding personele en materiële lasten schommelt rond 85% personeel/15 % materieel.
5.4
Beleidslijnen, doelen en resultaten Huidige situatie Op huisvestingsgebied vraagt de ontwikkeling van het buitengebied rondom onze school aandacht. De ontwikkelingen op dit gebied liggen op dit moment stil, omdat de plaatsing van het geluidscherm naast de spoorbaan eerst afgerond moet worden. Op eigen initiatief heeft de school intern een conceptplan gemaakt en werken leerlingen binnen de lessen aan een stuk onderhoud van de beoogde groenstrook. Afgelopen jaar heeft de school een omslag gemaakt waardoor relatief veel nieuwe methodes aangeschaft moesten worden. Dit betrof een forse investering voor de school. Onze huidige situatie leidt tot de volgende beleidsvoornemen: Doorontwikkeling groene zone: Samen met gemeente en de wijk komen tot een plan van aanpak voor de groene zone. Versterken van de communicatie met de gemeente en de wijk over de groene zone.
Van Beekveld & Terpstra
27 van 43
20120114.003RA01-GH
6.
MANAG GEMENT T VAN ONDER RWIJS- EN ONDER RSTEUN NENDE PROCE ESSEN V Vanuit onze ambitie wille en wij kwalita tatief goed on nderwijs bied den en onze jjongeren zo goed m mogelijk voo orbereiden op p een plek inn de samenle eving. Als sch hool spelen w wij daarbij in n op n nieuwe eisen n die vanuit de d samenlevving aan ons gesteld word den.
6.1
Onderwijsv visie
6.1.1
A eed Stichting Attendiz-bre In het strate egisch beleidssplan van Sttichting Atten ndiz is de visiie voor de koomende jaren vastgelegd. Stichting Atttendiz wil meet haar schole en het volgende bereikenn: “Een op maat m
gesneden on nonderbroke en ontwikkelin ing(slijn) en Passend P ond derwijs en pas assende onderwijsarrrangementen n die wordenn gekenmerkt kt door vraag gsturing en inn nauwe samenwerkin ing met oude ers en ketenppartners.”
De scholen binnen b de stiichting kunneen worden aangesproken a n op: Onderw wijsvraagsturing: het ontw werpen en aa anbieden van n kwalitatief passend ond derwijs. Onderstteuningsvraa agsturing: dee (impliciete) ondersteuningsvraag va n de leerling g is het motief van v ons hand delen. Wederkkerigheid en gelijkwaardig g gheid in de contacten c me et ouders. 6.1.2
cifiek Schoolspec Het leveren van onderwijskundig ma atwerk is wa at ons betreftt de enige m manier om on nze ot competenttie, autonom ie en relatie te brengen. Wij houden dus sterk rekening leerlingen to met verschillen die er tusssen leerling gen bestaan in i aanleg, tempo en interresse. De he problemattiek van onzee leerlingen noopt ons om m onderwijskkundig maatw werk op psychiatrisch een integrale e manier vorrm te geven. Dit komt tott uitdrukking g in het ontw wikkelingspersspectief dat wij van iedere i leerlin ng opstellen. Daaruit voortvloeiend fo ormuleren wee de persoon nlijke leerdoelen die d worden affgestemd meet ouders en leerlingen. De D medewerrkers zijn in dit d geheel naast vak- en e opvoeding gsdeskundigee ook begeleider. Zij geve en feedback op de voortg gang en het principe: van voorstructurering n aar zelfregullering. sturen zonod dig bij. Wij gaan uit van h o heeft de vo olgende doelsstelling op he et gebied vann onderwijs Het VSO Mozaïek Almelo geformuleerd: h ontwikkelingsperspecctief werken we aan een maximaal haaalbare toeru usting op Vanuit het zowel didactisch geb bied als op so oneel gebied d. Hiervoor w wordt bij iede ere ociaal emotio eleiding het verwachte v nieuwe leerling doorr de commisssie van bege ectief en de d daarbij behorrende doelen n op leergebiied en op sociaal ontwikkkelingsperspe emotion neel gebied vastgesteld. v Brede ontwikkeling o bieden met ffocus op lere en: De school stelt de leeerlingen in sta aat onderwiijs te volgen in de ruimstte zin van he et woord, maar uiteindelijjk staat het leren voorop. De school besteedt b aand dacht aan de e cognitieve ontwikkeling o g, nlijkheidsontw wikkeling en versterking en uitbouw van v contactuuele vaardigh heden persoon (socialissatie) van lee erlingen. Voo or een deel van v onze nieu uwe leerlingeen ligt het acccent in de eerstte fase van ons o onderwijss op het weg gwerken van ontmoediginng en het stiimuleren
Van Beekveld & Terpstra
28 van 43
20120114.003RA01-GH
6.1.3
van motivatie (gewenningsperiode). Na de gewenningsperiode zal het leren weer als doel worden gesteld. Bieden van een passende plek: In de evaluatie kijkt de school of de gestelde doelen zijn behaald en wat de belemmerende of de bevorderende factoren daarbij waren. Vervolgens zijn er twee mogelijkheden: de leerling blijft op VSO Het Mozaïek, waarbij op basis van de evaluatie nieuwe doelen en indien nodig een nieuw ontwikkelingsperspectief wordt geformuleerd; de leerling wordt op basis van een onderbouwd advies doorverwezen naar een andere school.
Opbrengstgericht Werken Als school willen wij dat leerlingen het maximale uit zichzelf kunnen halen. Om dit te bereiken willen wij meer opbrengstgericht gaan werken. Door opbrengstgericht te werken willen wij systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van de prestaties van de leerlingen. Wij werken binnen deze schoolplanperiode aan het zichtbaar maken van de volgende kenmerken van opbrengstgericht werken binnen onze schoolorganisatie: Iedereen, op elk niveau binnen de organisatie, heeft zijn eigen verantwoordelijkheid als het gaat om sturen op opbrengsten. De school benut beschikbare data voor het verbeteren van hun onderwijs. De school heeft de leerstandaarden en op basis daarvan de onderwijsarrangementen vastgesteld. De school definieert de gewenste situatie door het uitspreken van ambitieuze verwachtingen. Binnen de school is opbrengstgericht werken een cyclisch proces. Voor de uitwerking van deze kenmerken verwijzen we naar hoofdstuk 8.
6.2
Didactisch ontwerp
6.2.1
Onderwijsaanbod Onze school biedt de volgende uitstroomprofielen aan: Het profiel vervolgonderwijs: wij bieden daarbinnen onderwijs in de schoolsoort VMBO; basis, kader en de theoretische leerweg. Voor de route basis of kader kunnen de leerlingen kiezen uit de sectoren verzorging, administratie, elektrotechniek of bouwtechniek. Een deel van het programma wordt gevolgd bij CSG Het Noordik. De leerlingen ontvangen een diploma van CSG Het Noordik BB of KB na het met een voldoende afgesloten landelijk examen. De leerlingen in de route T moeten een keuze maken uit de sectoren: Zorg en Welzijn, Economie of Landbouw. Deze leerlingen doen examen via het staatsexamen. Het uitstroomprofiel vervolgonderwijs leidt naar de referentieniveaus 2F/2S. Het arbeidsmarktgerichte profiel: wij bereiden leerlingen voor op functies binnen de arbeidsmarkt op een niveau dat ligt onder de assistentenopleiding. Het arbeidsmarktgerichte profiel leidt naar referentieniveau 1F. Aan het eind van de route Arbeid kunnen de leerlingen een landelijk erkend certificaat schoonmaak of dierverzorging behalen of een schoolcertificaat techniek. De leerlingen kunnen in de bovenbouw een keuze maken uit drie sectoren groen, facilitair of techniek. De route Arbeid leidt toe tot de leerwerktrajecten MBO niveau 1. VSO Het Mozaïek Almelo heeft een aparte klas met een specifieke organisatie voor leerlingen die vanuit hun problematiek gedurende langere tijd niet naar school zijn geweest, de zogenoemde herstartklas.
Van Beekveld & Terpstra
29 van 43
20120114.003RA01-GH
Wij proberen al onze leerlingen in het arbeidsmarktgerichte profiel te laten uitstromen naar leerwerktrajecten. Voor een deel van onze leerlingen zal dit vanwege sociaal en/of emotionele problemen een te zwaar traject zijn. Deze leerlingen bereiden wij in het laatste jaar voor op uitstroom richting dagbesteding. 6.2.2
Kerndoelen en leerlijnen De school bevindt zich midden in het implementatietraject van het werken volgens de kerndoelen en leerlijnen. De door het SLO opgestelde kerndoelen zijn globaal geformuleerd. Zij bieden scholen ruimte om in te spelen op individuele mogelijkheden en ondersteuningsbehoeften van leerlingen. Volgend schooljaar zal zijn vastgelegd op welke wijze de kerndoelen binnen VSO Het Mozaïek Almelo zijn geoperationaliseerd. Aan het eind van de onderbouw van de route VMBO heeft de school de kerndoelen op het gebied van vervolgonderwijs in het onderwijsprogramma verwerkt. Het gaat om de leergebieden: Nederlands, Engels, Wiskunde, Mens en Natuur, Mens en Maatschappij, Kunst en Cultuur, Bewegen en Sport. Hiervoor volgen de leerlingen de lessen zoals genoemd in het lesrooster en werken uit methoden die dekkend zijn voor het behalen van de kerndoelen in dit uitstroomprofiel. Aan het eind van de route Arbeid heeft de school de kerndoelen op het gebied van arbeid in het onderwijsprogramma verwerkt. Het gaat om de leergebieden: Nederlandse taal en communicatie, Engels, Rekenen en Wiskunde, Mens, Natuur en techniek (MNT), Mens en Maatschappij, Culturele oriëntatie en Creatieve expressie, Bewegen en Sport en de kerndoelen ‘Voorbereiding op Arbeid’. De lessentabel en de methoden zijn dekkend voor het behalen van de kerndoelen in dit uitstroomprofiel. Voor alle leerlingen gelden de leergebied overstijgende kerndoelen: leren leren, leren taken uitvoeren, leren functioneren in sociale situaties, ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief. Voor deze leergebieden zijn door de school methoden aangeschaft en worden er leerlijnen ontwikkeld. Binnen het onderwijsaanbod van VSO Het Mozaïek Almelo wordt er ruim aandacht geschonken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. In de eerste twee leerjaren volgen de leerlingen de So & Co training. Er wordt in de training gewerkt met werkbladen, rollenspellen en andersoortige oefeningen waarmee getracht wordt de leerling meer greep op de sociale en communicatieve omgeving te bieden waardoor hij/zij op dit vlak zekerder wordt en zijn/haar gedrag handiger kan sturen. De oefeningen hebben als doel om meer kennis, maar ook meer vaardigheden te verkrijgen. De training wordt twee keer in de week klassikaal (of in twee groepen) door de mentor gegeven, maar de mentor kan ook allerlei andere momenten de leerling helpen herinneren aan wat er geleerd is. Onderstaand zijn de routes binnen onze school weergegeven. Voor elk van deze routes geldt dat er doorlopende leerlijnen zijn per vak/kerndoel van onderbouw naar bovenbouw.
Bovenbouw Leerjaar 4 Bovenbouw Leerjaar 3
Van Beekveld & Terpstra
Uitstroomprofiel Arbeid
Uitstroomprofiel vervolgonderwijs VMBO basis
Uitstroomprofiel vervolgonderwijs VMBO kader
Arbeid
BB
KB
Uitstroomprofiel vervolgonderwijs VMBO theoretische leerweg T
Arbeid
BB
KB
T
30 van 43
20120114.003RA01-GH
Onderbouw Leerjaar 2 Onderbouw Leerjaar 1 6.2.3
Uitstroomprofiel Arbeid
Uitstroomprofiel vervolgonderwijs VMBO basis
Uitstroomprofiel vervolgonderwijs VMBO kader
Arbeid
BB
KGT
Arbeid
BB
KGT
Uitstroomprofiel vervolgonderwijs VMBO theoretische leerweg
Leerstandaarden en onderwijsarrangementen Met ons onderwijs sluit de school aan op deze verschillende standaarden door onderwijs aan te bieden in verschillende arrangementen. De koppeling tussen de leerstandaarden en de arrangementen is als volgt: Het basisarrangement is gekoppeld aan de voldoende standaard. Het verdiept arrangement is gekoppeld aan de gevorderde standaard. Het intensief arrangement is gekoppeld aan de minimum standaard. Het zeer intensief arrangement is gekoppeld aan de groep leerlingen voor wie het intensief-arrangement nog onvoldoende steun biedt. Voor de route VMBO-BB en KGT moeten de kerndoelen vervolgonderwijs door alle leerlingen worden beheerst aan het eind van het tweede leerjaar. De leergebied overstijgende kerndoelen moeten aan het eind van het 4e leerjaar door 90% van de leerlingen worden beheerst. Deze leerlingen volgen het basisarrangement, voor de overige 10% is er een intensief arrangement wat zich kenmerkt in extra ondersteuning. Aan het eind van het 4e leerjaar BB en KB beheersen alle leerlingen 2F niveau voor taal en rekenen. Voor het vak Engels zijn de volgende arrangementen bepaald: 75% van de leerlingen binnen de BB route beheerst niveau A2 en voor schrijfvaardigheid niveau A1 aan het eind van het 4e leerjaar, deze leerlingen volgen het basisarrangement. 75% van de leerlingen binnen de KB route beheerst niveau A2 en voor leesvaardigheid B1, deze leerlingen volgen het basisarrangement. 75% van de leerlingen binnen de T route beheerst aan het eind van het 4e leerjaar niveau B1. deze leerlingen volgen het basisarrangement. Voor de andere 25% is er het intensieve arrangement wat vooral bestaat uit extra begeleiding van de vakdocent Engels. Aan het eind van elk leerjaar wordt er een toets afgenomen van het LVS Cito om de opbrengsten te volgen. Aan het eind van de route Arbeid moeten de kerndoelen voor het uitstroom profiel Arbeidsmarkt door 75% van de leerlingen behaald zijn. 75% van de leerlingen moet 1F niveau beheersen op het gebied van taal en rekenen. Voor het vak Engels moet niveau A1 beheerst worden door 75% van de leerlingen. Voor deze leerlingen geldt het basisarrangement. Voor enkele leerlingen geldt dat door middel van differentiatie dit basisarrangement alsnog wordt gerealiseerd. Voor een klein deel van de leerlingen geldt het zeer-intensieve arrangement dat zich kenmerkt in voornamelijk aanpassingen in de omgeving, extra ondersteuning bij de lesstof en extra ondersteuning bij de leergebied overstijgende kerndoelen. Het beheersingsniveau van de kerndoelen zal worden getoetst door het CITO. Het komende jaar nemen de leerlingen deel aan een pilot van een nieuw LVS systeem van het cito gericht op het uitstroomprofiel Arbeidsmarktgericht.
6.2.4
Leerstofaanbod en differentiatie Onze methodes zijn dekkend voor het behalen van de kerndoelen in de leerroutes. De methodes die wij gebruiken binnen de route vervolgonderwijs zijn tevens afgestemd met CSG
Van Beekveld & Terpstra
31 van 43
20120114.003RA01-GH
Het Noordik omdat leerlingen in deze route een deel van het programma op CSG Het Noordik volgen. Een deel van de gebruikte methodes is gelijk voor de route vervolgonderwijs en arbeid, voor een deel van de vakken wordt gebruik gemaakt van verschillende methodes.8 In het VSO werken we met leerjaren en groepen. De groepen zijn ingedeeld op didactisch/cognitief niveau waarbij zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met problematiek en leeftijd van de leerlingen. De groepsgrootte bedraagt in principe tien leerlingen. Dit draagt bij aan de ambitie maatwerk te leveren. Wij streven naar doorgaande leer- en zorglijnen, horizontaal, verticaal en diagonaal. Die worden onder andere zichtbaar in de methodes die we gebruiken, de rode draad in onze vaardighedentraining, het werken volgens het ontwikkelingsperspectief en de afstemming binnen het onderwijsveld. In een veilige omgeving is de kans het grootst dat leerlingen openstaan voor leren. Voorspelbaarheid is daarin van groot belang. Dit houdt in dat we voor leerlingen consequent zijn, duidelijke grenzen stellen, afspraken maken en de consequenties van hun gedrag duidelijk maken. Voor medewerkers onderling geldt dat we richting leerlingen zo eenduidig mogelijk zijn in ons handelen en communicatie. Omdat we leerlingen groepsgewijs indelen, worden alle leerlingen ook als groep aangesproken. Voor klassikale activiteiten zal de mate van zelfregulering van de groep afhangen van de leerling die daarmee het meest moeite heeft (bijvoorbeeld bij kringlessen). De leeromgeving wordt aangepast aan de behoeften van de leerling: er wordt gebruik gemaakt van visualisaties zoals picto’s, dagschema’s, roosters en sociale vertelsels. Bij het leren worden er verschillende hulpmiddelen gebruikt; stappenplannen, instructieschema’s, planners, individuele instructie, et cetera. De mate van aanpassing wordt bepaald door de behoefte van de leerling. De omgeving is zowel visueel als auditief prikkelarm. 6.2.5
Werken vanuit het ontwikkelingsperspectief Het ontwikkelingsperspectief geeft een inschatting van ontwikkelingsmogelijkheden door instroomniveau en verwacht uitstroomniveau met elkaar te verbinden. Voor het opstellen van het ontwikkelingsperspectief gelden de volgende uitgangspunten: Voor iedere leerling stelt de school bij plaatsing binnen zes weken een ontwikkelingsperspectief vast, na, een op overeenstemminggericht, overleg met ouders. De school legt het instroomniveau vast op basis van beschikbare informatie (intelligentieprofiel, motivatie, didactische informatie, leergedrag, sociaal-emotionele ontwikkeling, communicatieve redzaamheid, stoornis/handicap, gezins-/woonsituatie). Het ontwikkelingsperspectief bevat het didactisch perspectief en het pedagogisch perspectief van de leerling. De school stelt voor de basisvakken het uitstroomniveau, een leerrendementsverwachting en de leerroute op en bepaalt de uitstroombestemming. De school betrekt de leerlingen waar mogelijk actief bij het opstellen van het ontwikkelingsperspectief en de leerroute. Het VSO hanteert hiertoe een portfolio. De school evalueert het ontwikkelingsperspectief tenminste eenmaal per jaar met ouders/leerling. Indien hulpverlening of behandeling betrokken is, bespreekt de school met deze partners het ontwikkelingsperspectief van de leerling en tevens de eventuele invloed van de behandeling hierop. Om de ontwikkeling van de leerling te kunnen volgen brengt de school het ontwikkelingsperspectief van de leerling vanaf de plaatsing door de jaren heen overzichtelijk in kaart en toetst de prestaties van de leerling jaarlijks middels het leerlingenvolgsysteem.
8
Zie bijlage 3 voor een compleet overzicht van de gebruikte methodes.
Van Beekveld & Terpstra
32 van 43
20120114.003RA01-GH
De school verantwoordt aan de hand van het ontwikkelingsperspectief wat de resultaten en leerwinst zijn, of de school erin slaagt leerlingen op een school te plaatsen die past bij hun uitstroomniveau, en of leerlingen de verworven plek weten te bestendigen.9 De school volgt leerlingen nog twee jaar na het verlaten van de school om te controleren of de leerling naar verwachting functioneert op de uitstroombestemming via het formulier bestendigen uitstroom. Er wordt gewerkt met een uniform format voor het ontwikkelingsperspectief. Er is een doorgaande lijn.
Voor de komende twee jaar hanteert onze school een overgangssituatie. Voor nieuwe leerlingen wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Voor de huidige leerlingen wordt de komende twee jaar het handelingsplan omgezet tot een ontwikkelingsperspectief. Op 1 augustus 2014 hebben alle leerlingen van VSO Mozaïek Almelo een ontwikkelingsperspectief. 6.3
Toelating Aangemelde leerlingen moeten voldoen aan de wettelijke toelatingscriteria, zoals vermeld in de Wet op de Expertise Centra. Voor een kind geplaatst kan worden of extra begeleiding kan krijgen vanuit de rugzak, moet er door een onafhankelijke commissie, de Commissie van Indicatiestelling (CVI), een positieve beschikking afgegeven worden. Binnen VSO Het Mozaïek zijn er doelgroepen leerlingen die in aanmerking komen voor toelating: Toelating van leerlingen die zijn opgenomen in Karakter, centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie te Almelo en Enschede: Alle kinderen en jeugdigen die in behandeling zijn kunnen, voor zover zij niet jonger zijn dan twaalf jaar en niet ouder dan 19 jaar, worden ingeschreven als leerling van VSO Het Mozaïek VSO. Voor deze kinderen en jeugdigen geldt in ieder geval dat zij door de commissie van begeleiding toelaatbaar worden geacht op basis van plaatsbekostiging zoals aangegeven in de Wet op de Expertise Centra. Toelating van leerlingen na afloop van de behandeling in Karakter: Na afloop van de behandeling in Karakter zijn er twee mogelijkheden: De leerling voldoet aan de toelaatbaarheidscriteria en blijft aangewezen op het onderwijs zoals dat wordt aangeboden door VSO Het Mozaïek. De leerling gaat terug naar de vorige school of wordt doorverwezen naar een andere vorm van onderwijs. In het laatste geval gaat de leerling tot het moment van plaatsing op de nieuwe school in principe terug naar de vorige school. Toelating van leerlingen die afkomstig zijn uit de regio. Op basis van handelingsgerichte diagnostiek wordt bepaald of de hulpvraag van de aangemelde leerling het onderwijs van VSO Het Mozaïek noodzakelijk maakt. VSO Het Mozaïek richt zich hierbij op leerlingen met een volgens DSM IV vastgestelde psychiatrische stoornis die betrekking heeft op de volgende twee gebieden: emotionele stoornissen; ontwikkelingsstoornissen. VSO Het Mozaïek Almelo probeert de problematiek van de individuele leerling te ondervangen door de leeromgeving af te stemmen op de stoornis van de leerling. Gezien de hierboven beschreven doelgroep is onze school niet in staat antwoord te geven op de hulpvraag van: Leerlingen met een oppositioneel opstandige stoornis/gedragsstoornis/hechtingsstoornis. Leerlingen met niet meer te reguleren agressief gedrag. Leerlingen die één op één begeleiding vragen. Leerlingen met een te laag cognitief niveau, de ondergrens is gelegd bij een IQ van 70.
9
Zie protocol ‘Opbrengsten van het onderwijs in de schoolgids’
Van Beekveld & Terpstra
33 van 43
20120114.003RA01-GH
6.4
Leerlingzorg
6.4.1
Uitgangspunten interne zorgstructuur Hoogwaardige leerlingzorg en -begeleiding, ondersteuning, is voor de leerlingen van VSO Het Mozaïek een randvoorwaarde om te komen tot maximale individuele ontplooiing. Bij ons geldt: de leerling centraal, de leerkracht/mentor als spil en de specifieke deskundige als ondersteuner. Goed onderwijs is de basis voor onze zorg en begeleiding. De ondersteuning die de leerlingen nodig hebben op het gebied van de sociale en emotionele ontwikkeling wordt multidisciplinair vormgegeven, vanuit een krachtige interne zorgstructuur. Deze interne zorgstructuur garandeert dat de leerlingen op school die ondersteuning krijgen die nodig is. Indien de school niet de benodigde deskundigheid in huis heeft dan kan VSO Het Mozaïek leunen op een regionaal zorgnetwerk. Binnen onze school maakt leerlingenzorg deel uit van het cyclisch proces van kwaliteitszorg waarin doelen worden geformuleerd, evaluaties en analyses plaats vinden, verbeteringen worden aangebracht en de kwaliteit van de zorg gewaarborgd wordt.
6.4.2
Commissie voor de Begeleiding De commissie voor de begeleiding is verantwoordelijk voor het bieden van de juiste zorg en begeleiding aan de leerlingen van de school. De commissie voor de begeleiding is zodanig samengesteld dat vanuit verschillende oogpunten adequaat en deskundig advies gegeven kan worden. De commissie bestaat uit de gedragswetenschapper, schoolmaatschappelijk deskundige, jeugdarts en (adjunct) directeur. De algehele leiding en coördinatie is in handen van de orthopedagoog. De commissie voor de begeleiding heeft wettelijk tot taak: a. te adviseren over het vaststellen en bijstellen van het ontwikkelingsperspectief; b. het ten minste één keer per jaar evalueren van het ontwikkelingsperspectief en hiervan verslag te doen aan het bevoegd gezag; c. te adviseren over terugplaatsing of overplaatsing van de leerling naar het voortgezet onderwijs. Wij vatten als school de wettelijke taken breder op en zien voor de commissie van de begeleiding een rol weggelegd op het gebied van begeleiding, regievoering en plaatsing. Hieronder volgt een beschrijving van de wijze waarop de commissie voor de begeleiding de wettelijke taken breed invulling geeft: a. Begeleiding Teneinde een optimale ontwikkeling te bewerkstelligen doet de commissie op basis van observatie en handelingsgerichte diagnostiek aanbevelingen ten behoeve van de begeleiding van individuele leerlingen tijdens hun verblijf op school. De commissie adviseert en faciliteert leraren ter ondersteuning van het primaire proces. De commissie stelt samen met de leraar het eerste ontwikkelingsperspectief op voor de leraar naar aanleiding van diverse onderzoeksverslagen. De leden van de commissie maken deel uit van de leerlingbesprekingen en groepsbesprekingen. De schoolarts verricht medisch onderzoek naar aanleiding van een specifieke medische vraagstelling. De commissie coördineert de zorg rondom de leerling door het onderhouden van contacten met ouders en hulpverleningsinstanties. b. Regievoering
Van Beekveld & Terpstra
34 van 43
20120114.003RA01-GH
c.
6.4.3
Tijdens de leerlingbesprekingen formuleert de commissie of de leerling zich ontwikkelt conform het eerder vastgestelde ontwikkelingsperspectief. Als de leerling zich niet volgens verwachting ontwikkelt dan bespreekt de commissie samen met de leraar welke maatregelen noodzakelijk zijn en of het ontwikkelingsperspectief aanpassing vereist. Op groepsniveau bespreekt en analyseert de commissie samen met de leraar de resultaten van de groep als geheel en formuleren zij gezamenlijk verbeterpunten. Om te beoordelen of het onderwijs, de zorg en de begeleiding voldoende is geweest worden aan het einde van de schoolperiode de resultaten van de leerlingen vergeleken met het eerder geformuleerde ontwikkelingsperspectief. Om op de hoogte te zijn of de leerlingen in de vervolgvoorziening naar verwachting functioneren, worden bij de vervolgvoorziening gedurende twee jaar na de verwijzing gegevens opgevraagd. Plaatsing De commissie geeft advies over de plaatsbaarheid van de leerling. De commissie maakt samen met de ouders van de aangemelde leerling het dossier compleet. Reeds bestaande informatie rondom de leerling wordt opgevraagd. In voorkomende gevallen doet de gedragswetenschapper zelf onderzoek of gaat observeren op de school van de aangemelde leerling. De schoolarts beoordeelt de medische gegevens of verricht een eigen medisch onderzoek. De schoolmaatschappelijk werker beoordeelt de integraliteit van de problematiek. De commissie informeert, voorafgaand aan de plaatsing van de nieuwe leerling, de leraar/onderwijsassistent over: de onderwijsrelevante beginsituatie, het ontwikkelingsperspectief.
Groepsbespreking en groepsplan De groepsbespreking is het bespreken van de resultaten op groepsniveau door de groepsleraar(en) en (leden van) de commissie voor de begeleiding. Doel van de groepsbespreking is informatie geven en verantwoording afleggen voor wat betreft het functioneren van de groep. Binnen de groepsbesprekingen wordt de volgende werkwijze gehanteerd: Analyse van de opbrengsten van het onderwijs op basis van toets uitslagen. Wanneer blijkt dat de leerresultaten niet voldoen aan de gestelde leerstandaarden, dan is er aanleiding om het onderwijsaanbod onder de loep te nemen. Verklaring van de resultaten via het evalueren van de instructie; het klassenmanagement (waaronder ook groepssamenstelling, groepsinteractie); leermiddelen; actieve leertijd; en professionaliseren. Nagaan welke consequenties de analyse en verklaring hebben voor de inhoud en de organisatie van het onderwijs in de komende periode voor de hele groep; het formuleren van aandachtspunten voor de volgende periode. Het verbeterplan richt zich dan op één van de elementen van het arrangement boven dat waarin teveel leerlingen zitten. Het groepsplan is het document dat bij de groepsbespreking ter evaluatie op tafel ligt. Uitgangspunt van het groepsplan is convergente differentiatie, waarbij voor alle leerlingen in de groep minstens de gestelde minimumdoelen voor de basisvaardigheden worden gehanteerd. In de groepsplannen worden leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften geclusterd. Vanuit de onderwijsarrangementen leidt dit tot differentiatie in drie groepen: Instructieonafhankelijke leerlingen/verdiept arrangement: korte instructie. Instructiegevoelige leerlingen/basisarrangement: basisinstructie.
Van Beekveld & Terpstra
35 van 43
20120114.003RA01-GH
Instructieafhankelijke leerlingen/intensief arrangement: basisinstructie en verlengde instructie. Het groepsplan omvat een beschrijving van het onderwijsaanbod aan alle leerlingen in de groep voor een bepaalde periode. Deze periode kan variëren van vier weken tot een half jaar. Het groepsplan omvat altijd de volgende onderdelen: doelen, inhoud, instructie, organisatie (tijd) en evaluatie. In het groepsplan staan concrete en praktische aanwijzingen beschreven voor de manier waarop de leraar omgaat met de verschillende onderwijsbehoeften van de leerlingen in de groep. De doelen in het groepsplan zijn SMARTI10 geformuleerd. Belangrijk in het groepsplan is het plannen van de leerstof gekoppeld aan de effectieve leertijd. Een groepsplan is altijd dynamisch van opzet, een bijstelling op basis van observatie en tussentijdse methodegebonden toetsen is gewenst. Het groepsplan wordt opgesteld door de leraar. 6.4.4
De leerlingbespreking Alle leerlingen worden minstens twee keer per schooljaar besproken. De leerlingen die zijn opgenomen in Karakter of De Rietpluim worden tevens besproken tijdens de behandelplanbesprekingen. Hier wordt het beleid van de kliniek en het schoolbeleid op elkaar afgestemd om te komen tot één leerling – één plan. Doel van de leerlingbespreking is duidelijk te krijgen of de leerling zich ontwikkelt conform het eerder vastgestelde ontwikkelingsperspectief. We gaan binnen de leerlingbesprekingen uit van de volgende werkwijze: Deelnemers aan de leerlingbespreking zijn in ieder geval de leraar /mentor en (leden van) de commissie voor de begeleiding. Ter voorbereiding van de leerlingbespreking levert de leraar/mentor gegevens aan (bijvoorbeeld een analyseformulier, gegevens vanuit het leerlingenvolgsysteem). Tijdens de leerlingbespreking wordt de uitvoering van het ontwikkelingsperspectief geëvalueerd: Wijze waarop instructie - orthopedagogisch handelen - orthodidactisch handelen aansluiten bij de leerling. Wijze waarop de leermiddelen – leerinhoud aansluit bij de ontwikkeling van de leerling. Actieve leertijd. Tijdens de leerlingbespreking vindt een analyse van de vorderingen plaats, waarin de volgende vragen centraal staan: Zijn de gestelde doelen behaald? Liggen de resultaten van de leerling in lijn met wat er verwacht mag worden? (onder andere op basis van gegevens uit leerlingenvolgsysteem) Wat zijn bevorderende en belemmerende factoren bij het behalen van de doelen? Is de geboden zorg afdoende? De evaluatie en de analyse van de leerlingbespreking en de conclusies hieruit worden vastgelegd in het leerlingendossier. Op basis van de analyse door de commissie voor de begeleiding wordt het ontwikkelingsperspectief al dan niet bijgesteld door de groepsleraar of mentor. De leraar/ mentor bespreekt het eventueel aangepaste ontwikkelingsperspectief met de ouders/verzorgers.
6.4.5
Leerlingdossier In het leerlingdossier is terug te vinden: Administratieve gegevens: aanmeldingsformulier.
10
: concreet en duidelijk, meetbaar, realistisch, tijdgebonden en inspirerend.
Van Beekveld & Terpstra
36 van 43
20120114.003RA01-GH
Intake gegevens: intake gesprek met de ouders, psychiatrisch onderzoek, verdere onderzoeksgegevens van externe instanties, milieu-intake, medisch onderzoek, observatieverslag, onderwijskundig rapport vorige school, CBL, TRF. Leerlingprofiel: leerlingspecifieke belemmerende en bevorderende factoren op basis van psychologisch onderzoek/didactisch onderzoek. Handelingsplan/Ontwikkelingsperspectief: ontwikkelingsperspectief inclusief aanduiding leerroute, verwachte eindniveau, verwachte uitstroombestemming, eventueel behandelplan, formulieren agressie-incident-melding, schoolovereenkomst, verslagen consulententeam. Oudercontacten: verslag van gesprekken met ouders, verslag van huisbezoeken, brief gele/rode kaart Schoolrapporten/vordering: gegevens leerlingvolgsysteem. Samenvatting van het dossier11
Wanneer de leerling aangenomen is op VSO Het Mozaïek wordt er een leerlingenkaart aangemaakt. De leerlingkaart bevat NAW gegevens, geeft de leerkracht een algemeen beeld van de leerling en handelingsadviezen. De leerlingenkaart wordt bewaard in de klassenmap. 6.5
Lesroosters Het onderwijsaanbod moet voor elke leerling in elk leerjaar ten minste 1.000 uren omvatten. Ons lesrooster is zo opgebouwd dat wij hieraan voldoen. Onze Karakterleerlingen vormen hier een uitzondering op, zij hebben tot 50% ontheffing van het aantal uren wegens behandeling of training bij Karakter. Tevens geldt voor een enkele leerling (met name uit de herstartgroep) dat de leerling geen hele schooldagen kan maken. Bij de inspectie is voor deze leerlingen ontheffing aangevraagd, onderbouwd met het handelingsplan/ontwikkelingsperspectief van de leerling.
6.6
Ondersteunende processen Om ons onderwijs optimaal vorm te kunnen geven is afstemming en overleg nodig. Binnen VSO Het Mozaïek Almelo zijn er verschillende overlegorganen met ieder een verschillend doel:
Ten behoeve van de algemene voortgang van het onderwijs vindt een volledig VSOteamoverleg zo mogelijk iedere vier weken op dinsdagmiddag plaats. Naast het volledige teamoverleg zijn er enkele subteams te onderscheiden binnen onze school welke tevens eens per vier weken overleg hebben: Onderbouwoverleg: Hieraan nemen deel alle theorie docenten die lesgeven aan de onderbouw. Bovenbouwoverleg: Hieraan nemen deel alle theorie docenten die lesgeven aan de bovenbouw. Vakgroepoverleg techniek: Hieraan nemen deel alle docenten en technischonderwijsassistenten die werkzaam zijn in de praktijkvakken. Ten behoeve van het uitwerken van bepaalde thema’s/organiseren van activiteiten worden werkgroepen ingericht: dit overleg vindt in wisselende samenstelling en wisselende frequentie plaats op basis van te benoemen activiteit en/of thema’s. Directieoverleg: Dit overleg vindt wekelijks plaats tussen de directeur en de adjunct directeur.
11 Meer informatie over het systeem van leerlingzorg, waaronder de formats voor besprekingen en de formulieren voor het leerlingdossier, is te vinden in het schoolprofiel leerlingzorg.
Van Beekveld & Terpstra
37 van 43
20120114.003RA01-GH
6.7
Stafoverleg van directie, gedragswetenschappers en twee teamvertegenwoordigers: dit overleg vindt wekelijks plaats. Commissie van begeleiding; overleg tussen de leden van de commissie van begeleiding vindt plaats volgens een jaarplanning. Overleg tussen directie en medewerkers met speciale taken. Dit overleg vindt ten minste twee keer per jaar plaats op basis van initiatief van de medewerker of directie. Overleg tussen directeur en secretarieel medewerkers. Dit overleg staat wekelijks geagendeerd. Ouderraadsvergaderingen: Deze vinden ten minste vijf keer per jaar plaats. De ouderraad bestaat uit ten minste vijf ouder-leden en ten minste twee teamleden. De directeur zit de ouderraadsvergaderingen voor.
Beleidslijnen, doelen en resultaten Huidige situatie De school is volop bezig met alle ontwikkelingen die mede door de Kwaliteitswet (V)SO in het voortgezet speciaal onderwijs in gang zijn gezet. Sommige ontwikkelingen zitten in de afrondingsfase, andere worden op dit moment geïmplementeerd. Een van de aandachtspunten voor de komende jaren is de wijze waarop het uitstroomprofiel van de school ook daadwerkelijk leidt tot de juiste uitstroombestemming. Een groep leerlingen die nu het uitstroomprofiel vervolgonderwijs volgt, zal uiteindelijk uitstromen naar MOTA. Op dit moment is onduidelijk of uitstroom naar MOTA geldt als vervolgonderwijs. Op het gebied van leerlingzorg is de school een omslag aan het maken waarbij niet meer de leerlingbesprekingen maar juist de groepsbesprekingen het centraal overleg vormen. De commissie voor de begeleiding heeft hier een sturende rol in. Aandachtspunt voor de CvB is tevens communicatie naar het team, waarbij met name voor het team meer duidelijkheid moet worden gebracht in de organisatiestructuur van de CvB zelf. Onze huidige situatie leidt tot de volgende beleidsvoornemens: Werken volgens het ontwikkelingsperspectief: voor nieuwe leerlingen wordt een ontwikkelperspectief, bij de bestaande leerlingen wordt het handelingsplan in de komende twee jaar omgezet in een ontwikkelingsperspectief. In het werken met het ontwikkelingsperspectief vraagt het bespreken van het ontwikkelingsperspectief met de leerlingen, het werken met meetbare en tijdsgebonden tussen- en einddoelen, het beschrijven van de rol van de ouders en het vaststellen van het ontwikkelingsperspectief in overleg met de ouders de aandacht. Leerlijnen verder ontwikkelen: inhoudelijke vormgeving van de leerlijnen door de werkgroepen. Dyslexiebeleid: inzetten van de methode. Opbrengstgericht Werken: verder implementeren van opbrengst en data gestuurd onderwijs. Groepsplannen: verder implementeren van het groepsplan. Overgang van individuele focus naar gemeenschappelijke, klassikale focus. Leerlingvolgsysteem: implementatie LVS 2000 Uitstroomprofiel: werken volgens het uitstroomprofiel en met uitstroombestemmingen. Communicatie CvB – team: bepalen taakverdeling binnen CvB, alsmede de taakverdeling communiceren naar het team. ICT en nieuwe media: ontwikkelingen volgen en eruit halen wat voor onze doelgroep passend is.
Van Beekveld & Terpstra
38 van 43
20120114.003RA01-GH
7.
WAARD DERING G H Hoe waarderren directe betrokkenen b oonze sschool? Welkke tevredenh heid uiten zijj ten aaanzien van het onderwij ijs en de scho hool? Om h hier zicht op p te krijgen organiseert or onnze sschool eens in de vier jaa ar een kkwaliteitsmet eting met de Kwaliteitsvraagenlijst (V)S SO ontwikkelld d door Van Bee eekveld & Terrpstra12. Dit oonderzoek iss voorafgaand nd aan het oppstellen van het h sschoolplan uitgevoerd u (fe februari 2012) 2) zodat we op o basis van de uitkomste ten ons beleid id kunnen b bepalen. D De inhoud van va de Kwalite teitsvragenlijs jst (V)SO is gebaseerd g op p het INK- mo model. Deze in nhoud is aaangepast op stichtingsn niveau en opp schoolnivea au. Dit maaktt het mogelijk jk de vragen echt te llaten aansluiiten bij waarr onze school ol mee bezig is. i De Kwalite teitsvragenlijs jst (V)SO is uitgezet u o onder manag gementleden n, medewerke kers (OP, OO OP en specialiisten), ouderrs en leerling gen. In d dit hoofdstukk geven we een e weergavve van de wa aardering voo or onze schoo ool.
7.1
Leerlingen en ouders d waardering die leerling gen en ouders aan de sch hool en het oonderwijs ge even van We vinden de belang. Deze e waardering g brengen wee onder mee er in beeld met kwaliteitsm metingen. oek blijkt dat de ouders en e de leerling gen positief zzijn over de mate m Uit het kwaliiteitsonderzo waarin de le eerlingen worrden gestimu uleerd regelm matig zelfstan ndig te werkeen. Zij geven n een hoge waarde ering voor de e vraag of leeerlingen stru uctureel de gelegenheid kkrijgen om elkaar te helpen. Daarentegen wo ordt de mate waarin het onderwijs o aansluit bij de belevingswe ereld van n door de lee erlingen wat lager gewaa ardeerd. De leerlingen zijnn tevens ietss de leerlingen kritischer ovver de compu uters en nieu uwe media in de school. De leerlingen n en met nam me de ouderrs zijn zeer positief p over de d sfeer in dee school. In de opmerkingen n die bij het onderzoek g gemaakt zijn,, komt deze tevredenheid t d over de sfe eer ook tot uiting. De e aandacht die d de schooll besteed aan het creëren n van een veeilige omgeviing komt duidelijk in de d scores terrug. Uit het o onderzoek blijkt dat leerlingen zich veeilig voelen op o school. Leerlingen zijn iets kritisccher over dee informatievoorziening va anuit de schoool. Hierbij gaat g het b website, maar ook om de, voor leerlingen, beschikbare informatie viia de nieuwsbrief of de w gtraject. over de informatie die zijj krijgen oveer het vervolg
7.2
e manage ement Personeel en We hechten ook veel bellang aan de waardering van v onze sch hool en het oonderwijs doo or onze n deze waard dering in kwa aliteitsonderzzoeken, maaar ook in gesp prekken medewerkerrs. We meten die structure eel plaatsvind den met de m medewerkerss. oek blijkt dat net als de le eerlingen ook k het manag ement, het OP O en de Uit het kwaliiteitsonderzo specialisten kritisch zijn over o de inforrmatievoorzie ening en com mmunicatie inn de school. De municatie wo ordt over hett algemeen laag gewaard deerd door hhet managem ment en interne comm de medewerrkers (OP, OO OP en de speecialist). Aan ndachtspunte en zijn de efffectiviteit van n de vergaderinge en binnen de e school, de zorgvuldige besluitvorming in de schoool waaronder de
12
Daarnaa ast is het mogeliijks om tussentijds, na twee jaaar, een tussenmeting uit te ze etten om na te gaan of het ing gezette beleid daa adwerkelijk rend deert.
Van Beekveld & Terpstra
39 van 43
20120114.003RA01-GH
mogelijkheden tot inspraak en de communicatie tussen directie en team waaronder het aanbrengen van eenduidigheid in de formulering en uitvoering van beleid. Medewerkers zijn positief over de collegialiteit en betrokkenheid van de medewerkers in de school, maar volgens het OP en de specialist spreken medewerkers elkaar nog niet altijd aan op resultaten en verantwoordelijkheden. Uit de scores blijkt dat het OP en management tevreden zijn over de inrichting van de leerlingzorg. Zij geven aan dat de impliciete zorgvraag van de leerling sturend is in het handelen van de school. Uit de scores valt op te maken dat de school het werken met het ontwikkelingsperspectief nagenoeg volledig heeft geïmplementeerd. Aandachtspunten rondom onderwijs en leerlingzorg zijn de betrokkenheid van ouders en leerlingen bij de ontwikkeling van de leerling en het leerlingvolgsysteem in relatie tot de ontwikkelingen rondom uitstroomprofielen e.d. Tot slot blijkt uit het onderzoek dat het OP minder tevreden is over enkele zaken binnen het arbobeleid waaronder de wijze waarop de school omgaat met werkdruk en de vervanging bij ziekte. 7.3
Maatschappij Onze school heeft in maart 2010 van de inspectie het basisarrangement toegekend gekregen. VSO Het Mozaïek ziet zichzelf als schakel in de keten van onderwijs en jeugdzorg en wenst deze rol als ketenpartner waar te maken. Daarnaast maken wij ons sterk om onze doelgroep jongeren met hun kansen en mogelijkheden, zichtbaar te maken in de maatschappij, onder andere bij onze buurtbewoners en bij bedrijven in de regio. Wij onderhouden tal van functionele externe contacten op verschillende niveaus. Al deze contacten staan in het teken van de [school]loopbaan van de leerlingen. Als onderdeel van een ononderbroken keten van onderwijs en ondersteuning hebben wij contacten met scholen, met instanties voor dagbesteding en met instanties voor jeugdzorg. Contacten met deze verschillende instanties worden regelmatig mondeling geëvalueerd. Zowel op schoolniveau, als op sector- en stichtingsniveau worden er keuzes gemaakt in de externe contacten die onderhouden worden, alsook wie namens school, sector of stichting participeert.
7.4
Beleidslijnen, doelen en resultaten Huidige situatie Bovenstaand zijn de conclusies uit het kwaliteitsonderzoek op hoofdlijnen beschreven. De beleidsvoornemens die voortkomen uit het kwaliteitsonderzoek zijn binnen dit schoolplan zoveel mogelijk geplaatst binnen het hoofdstuk waar deze passend zijn. Onder verantwoordelijkheid van de directie gaan verschillende werkgroepen aan de slag om de resultaten verder te duiden en verbeterplannen op te ontwikkelen en uit te voeren. De ontwikkeling van deze beleidsvoornemens wordt twee keer per jaar gevolgd door middel van de managementrapportages die de directeur bespreekt met het bestuur en het team. Onze huidige situatie leidt tot de volgende beleidsvoornemens: Informatievoorziening: de schriftelijke informatievoorziening (nieuwsbrief) vraagt om verbetering.
Van Beekveld & Terpstra
40 van 43
20120114.003RA01-GH
8.
WERKEN AAN RESULTAAT EN OPBRENGSTEN MET KWALITEITSZORG Uiteindelijk is het van belang dat een school de juiste resultaten en opbrengsten bereikt en die inzichtelijk en aantoonbaar weet te maken. Het is immers van groot belang en wordt steeds belangrijker dat je het maximale uit leerlingen haalt. Het gaat hierbij niet om de inspanning die je verricht voor óf met de leerlingen, maar het draait erom tot welk resultaat deze inspanning leidt. Soms is dit nog een omslag in het denken binnen de school.
8.1
Resultaten en Opbrengsten Om te beoordelen of het onderwijs, de zorg en de begeleiding voldoende is geweest worden aan het einde van de schoolperiode de resultaten van de leerlingen vergeleken met het eerder geformuleerde ontwikkelingsperspectief: het eindniveau en de uitstroombestemming. Om op de hoogte te zijn of de leerlingen in de vervolgvoorziening naar verwachting functioneren, worden bij de vervolgvoorziening gedurende het eerste jaar na de verwijzing gegevens opgevraagd. Op dit moment wordt voor de leerlingadministratie gebruik gemaakt van het leerlingvolgsysteem van Dotcom. Onze school start volgend schooljaar met de implementatie van LVS 2000 (Nova). In augustus 2013 moet zowel het leerlingvolgsysteem als de leerlingadministratie via LVS 2000 operationeel zijn. Het leerlingvolgsysteem maakt het in didactisch opzicht mogelijk de schoolontwikkeling van onze leerlingen te vergelijken met de gemiddelde schoolontwikkeling. De leerprestaties van de leerlingen worden in het VSO getoetst via methodegebonden en methode-onafhankelijke toetsen.
8.2
Werken aan resultaten met kwaliteitszorg
8.2.1
Het cyclische proces van Opbrengstgericht Werken Kwaliteitszorg is het geheel van activiteiten dat onze school onderneemt om de kwaliteit van het onderwijs (c.q. de school) te onderzoeken, te verbeteren, te borgen en openbaar te maken. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor opbrengstgericht werken. We hebben in dit schoolplan al even stilgestaan bij dit thema, maar in dit laatste hoofdstuk staan we nogmaals stil bij opbrengstgericht werken. Dit doen we omdat opbrengstgericht werken niet alleen in de klas plaatsvindt maar een werkwijze moet zijn op alle niveaus: in onze stichting, onze school en onze groepen. Wil je sturen op opbrengsten dan is informatie nodig. Informatie die op elk niveau (bovenschools-, school-, en groepsniveau) passend is en inzicht geeft. In onderstaande tabel is zichtbaar welke functionaris binnen onze school over welke informatie dient te beschikken. Bovenschools
Van Beekveld & Terpstra
Op
bovenschools niveau beschikt de bestuurder over informatie als: de leerlingenaantallen en de ontwikkeling daarvan; de leerresultaten per school; de positie van de leerlingen twee jaar na het uitstroomadvies;
41 van 43
20120114.003RA01-GH
het welbevinden w vaan de leerlinge en. De bestuu urder krijgt dezze informatie van de directe eur in manageementrapporta ages, uit kwalite eitsonderzoekeen en enquête es, interne aud dits en de insppectiebezoeken n. School
Op schoolniveau beschi kt de schoolle eiding over info ormatie als: de leerresultaten p per groep op basis b van het ontwikkelingsp o perspectief; de po ositie van de leeerlingen twee e jaar na het uitstroomadviees; het welbevinden w vaan de leerlinge en. De directe eur krijgt deze informatie va an de leraar tijdens groepsbbesprekingen, vanuit de commisssie voor de b begeleiding tijd dens besprekin ngen, uit het LLVS, vanuit klassenbezzoeken, inspecctiebezoeken, interne audits en (kwaliteitts)onderzoeke en en enquêtes.
Groep
Op groepssniveau beschiikken leraren over informatie als: ns van individuele leerlingen, cognitief enn sociaal; voorttgangsgegeven ns van de gro voorttgangsgegeven oep als geheel,, cognitief en ssociaal. De leraar krijgt inzicht in n deze zaken door te beschikken over toeetsgegevens, audits, het LVS en n enquêtes.
ericht Werken is een cycllisch proces en e verloopt Opbrengstge onze school volgens een aantal stand daardstappen die grote nen met de eerder e in dit plan genoem mde PDSA overlap kenn cyclus (zie hoofdstuk h 1): Doelen stellen. en onderwijsp programma een –proces. Inrichte Beschikbare informa atie systemattisch analyse eren. en of aanpasssingen of inteerventies nodig Besluite zijn. eel bijstellen van doelen een nieuwe do oelen Eventue stellen.
binnen
eze cyclus is het van Bij het doorlopen van de a medewerrkers beschikkken over de e belang dat alle professionaliiteit en expertise om de b beschikbare informatie te e te kunnen duid den en te verrtalen in nieu uwe doelstellingen. Om succesvol kunnen werkken aan OGW W beschikken n we daarom m over: een insttrumentarium m waarmee d de onderwijsresultaten op p valide en betrouw wbare wijze kunnen k word den geëvalue eerd (onder andere a methoode en niet-m methode gebonde en toetsen, TRF T voor socciaal-emotion nele ontwikke eling); een vasste cyclus van n OGW waarronder vaste afnamemom menten van dde toetsen. De D resultate en van de leerlingen en d de klas kome en aan de orde tijdens dee geplande le eerlingen groepsbespreking gen (zie hoo fdstuk 6.4). n de uitkomssten van de aanalyse en in nterpretatie, dienen medeewerkers Op basis van (schoolleidin ng en teamleden) te bepaalen welke in nterventie op p zijn plaats iss. Interventies waar op schoolnivveau aan ged dacht kan wo orden: desku undigheidsbevordering; inntervisie; POP gesprekken; functionerin ngsgesprekkeen; en beoorrdelingsgesprrekken. Interrventies in de klas agogisch hanndelen; kunnen plaatsvinden op het gebied vvan: instructiie; orthopeda n; klassenmaanagement; leermiddelen l n; actieve leeertijd et ceterra. orthodidactissch handelen
Van Beekveld & Terpstra
42 van 43
20120114.003RA01-GH
8.2.2
Verantwoording afleggen over de opbrengsten van het onderwijs Schoolgids In de schoolgids vermelden we jaarlijks de concrete opbrengsten van het onderwijs aan de hand van: de uitstroomgegevens van het afgelopen schooljaar; de bestendiging van de plaatsing in een vervolgbestemming. Hiervoor geldt het Protocol met betrekking tot het vermelden van de opbrengsten van het onderwijs in de schoolgids. Jaarverslag Het jaarverslag van de school is een samenvatting van de tweede managementrapportage. In het jaarverslag leggen wij als school verantwoording af aan de onderwijsinspectie, de medezeggenschapsraad en externe partners over de resultaten van het onderwijs en geven wij de ontwikkelpunten voor het komende schooljaar aan. Managementrapportagesysteem In de managementrapportages brengt de directeur aan het bestuur verslag uit van de opbrengsten van het onderwijs (zie hoofdstuk 3.2).
8.3
Beleidslijnen, doelen en resultaten Huidige situatie Als school zijn we druk bezig met het invoeren van het opbrengstgericht werken. Dit vraagt ook de komende jaren om aandacht. Sinds 2010 doen leerlingen staatsexamen in VMBO-T. Met ingang van dit jaar zullen leerlingen voor het eerst examen doen in VMBO BB en KB. De resultaten van deze examens geeft ons nuttige informatie voor het aanpassen van ons onderwijsleerproces. Onze huidige situatie leidt tot de volgende beleidsvoornemens: Opbrengstgericht werken: verder implementeren. Cyclisch proces borgingsdocumenten – kaderdocumenten: borgingsdocumenten vanuit de stichting zijn omgezet in kaderdocumenten voor de school. Managementrapportagesysteem: implementeren van het managementrapportagesysteem Implementatie kwaliteitsnorm ten behoeve van de interne audits: evalueren en borgen van de kwaliteitsnorm.
Van Beekveld & Terpstra
43 van 43
20120114.003RA01-GH
Bijlage 1: Overzicht met Stichting Attendiz- en schooldocumenten (borging)
SECTOR ONDERWIJS (V)SO CLUSTER 4
Overzicht van kaderdocumenten sector onderwijs cluster 4 die worden besproken, geëvalueerd en vastgesteld door het sector managementoverleg.
Kwaliteitszorg bij sector onderwijs cluster 4 Integraal personeelsbeleid Inwerkschema en toelichting voor nieuwe personeelsleden Opbrengstgericht leiderschap Organisatie Stichting Attendiz: Stichting, sector en school Organogram Stichting Attendiz Planvorming, managementrapportages en gesprekscyclus De professionele schoolcultuur Contacten met ouders Opbrengstgericht Werken Toelatingscriteria en contra indicaties voor toelating Veiligheidsbeleid Leerstandaarden, onderwijsarrangementen en uitstroomrichtingen Commissie voor de Begeleiding Werken vanuit het ontwikkelingsperspectief De groepsbespreking en de leerlingenbespreking Het groepsplan
Bijlage I
20120114.003RA01-GH
Bijlage 2: Format managementovereenkomst en actieplannen
MANAGEMENTOVEREENKOMST
Stichting Attendiz in deze vertegenwoordigd door en (naam school) school voor ………………………, vertegenwoordigd door (naam directeur) directeur van de school. In aanmerking nemende voor Stichting Attendiz dat Er binnen Stichting Attendiz wordt gewerkt met kwaliteitsbeleid Er binnen Stichting Attendiz wordt gewerkt met managementcontracten Er wordt gestuurd vanuit het strategisch beleidsplan Komen partijen overeen dat zij onderstaande afspraken maken om de kwaliteit van (naam school) te behouden en te verbeteren en zodoende haar positie te waarborgen ten behoeve van de doelgroep die wordt bediend. Vanuit de zijde van Stichting Attendiz: 1 Stichting Attendiz verplicht zich om vastgestelde beleidsplannen in de vastgestelde termijnen te realiseren 2 Stichting Attendiz verplicht zich om (naam school) conform begroting en werkafspraken te faciliteren qua middelen, stafondersteuning en staf expertise bij het realiseren van de aangegane verplichtingen in deze overeenkomst. 3 Stichting Attendiz ondersteunt de directeur van (naam school) bij het realiseren van de persoonlijke doelstelling zoals die zijn vastgelegd in diens persoonlijk ontwikkelings plan. 4 Stichting Attendiz communiceert zoals onderling is afgesproken over afspraken en ontwikkelingen. Vanuit de zijde van (naam school): Zie de hierna volgende beleidsvoornemens. Ingang managementovereenkomst: 1 augustus 2012 Einde managementovereenkomst: 1 augustus 2016
Bijlage II
20120114.003RA01-GH
visie en beleid Wat
Hoe
Prestatie-indicator + norm
Wanneer
Kosten
Wanneer
Kosten
leiderschap en management Wat
Bijlage II
Hoe
Prestatie-indicator + norm
20120114.003RA01-GH
personeel Wat
Hoe
Prestatie-indicator + norm
Wanneer
Kosten
Wanneer
Kosten
cultuur en klimaat Wat
Bijlage II
Hoe
Prestatie-indicator + norm
20120114.003RA01-GH
middelen en voorzieningen Wat
Hoe
Prestatie-indicator + norm
Wanneer
Kosten
Wanneer
Kosten
management van onderwijsprocessen Wat
Bijlage II
Hoe
Prestatie-indicator + norm
20120114.003RA01-GH
management van ondersteunende processen Wat
Hoe
Prestatie-indicator + norm
Wanneer
Kosten
Wanneer
Kosten
waardering door ouders Wat
Bijlage II
Hoe
Prestatie-indicator + norm
20120114.003RA01-GH
waardering door leerlingen Wat
Hoe
Prestatie-indicator + norm
Wanneer
Kosten
Wanneer
Kosten
waardering door personeel Wat
Bijlage II
Hoe
Prestatie-indicator + norm
20120114.003RA01-GH
waardering door maatschappij Wat
Hoe
Prestatie-indicator + norm
Wanneer
Kosten
Wanneer
Kosten
resultaten en opbrengsten Wat
Bijlage II
Hoe
Prestatie-indicator + norm
20120114.003RA01-GH
getekend voor Akkoord Datum:
te:
………………………. (namens het Bestuur)
…………………………… (namens de school)
Bijlage: begrotingsoverzicht
Bijlage II
20120114.003RA01-GH
Bijlage 3: Overzicht methodes Vak Nederlands Engels Duits Economie Aardrijkskunde Geschiedenis Wiskunde Nask Biologie Verzorging Studievaardigheden Administratie Techniek Verzorging Taal Rekenen
Bijlage III
Route Vervolgonderwijs Onderbouw Bovenbouw Op Nieuw Niveau Nieuw Nederlands Stepping Stones Neue Kontakte Pincode De Geo Sfinx Moderne Wiskunde Pulsar Biologie voor Jou
Stepping Stones Neue Kontakte Pincode De Geo Sfinx Getal en Ruimte Pulsar Biologie voor Jou
Verzorging voor Jou Aardig Vaardig Breingeheimen
Route Arbeid Onderbouw Bovenbouw Via Vooraf Via 1F, 2F Op Niveau Engels Vooraf Go For It! Pincode Pincode De Geo De Geo Sfinx Sfinx Startrekenen Moderne Vooraf Wiskunde Biologie voor Biologie voor Jou Jou Verzorging voor Jou Aardig Vaardig Breingeheimen
Tendens Techniek op Maat Pit Nieuwsbegrip Nieuwsrekenen
Getal en Ruimte
20120114.003RA01-GH