schoolgids schooljaar 2014 - 2015 openbare daltonbasisschool de Holterenk Slachthuisstraat 1 7451 AW Holten 0548 – 363916 www.holterenk.nl
dromen, denken, durven, doen en doorzetten
WOORD VOORAF Beste vaders en moeders, Dromen, denken, durven, doen en doorzetten. De Holterenk helpt kinderen hun dromen waar te maken door ze te laten denken en werken aan hun talenten. Hiervoor moet een kind zich fijn en veilig voelen om dingen te ondernemen en te doen. Het is hierbij ook belangrijk om het kind te stimuleren door te zetten om te bereiken wat het wil en kan. Ons motto ziet u terug in de ambitie van onze school. U vindt dit terug in het beleid en de dagelijkse gang van zaken. De Holterenk heeft drie hoofddoelstellingen voor de huidige beleidsperiode: excellent onderwijs, groei leerlingaantal en de aandacht voor de school als publieke organisatie. Hiermee sluiten we aan bij de doelstellingen van stichting ROOS waartoe de school behoort. Dit betekent dat we, met het Daltonplan, werken aan bovenstaande thema’s. Zowel de Daltonvereniging, de onderwijsorganisaties als de onderwijsinspectie zijn voorstander van brede ontwikkeling. Sociaal-emotionele ontwikkeling, burgerschap, wereldoriëntatie e.d. horen naast rekenen, taal en lezen als vanzelfsprekend thuis op de basisschool. De Holterenk streeft naar een sterke persoonlijkheidsontwikkeling van kinderen. Dit betekent dat kinderen zelfvertrouwen opbouwen in wat ze kunnen en willen. We zien graag dat kinderen ondernemend zijn en lef hebben. Vanuit dit perspectief is het doel dat de resultaten goed zijn. Juist door de uitgangspunten en de structuur is het dagelijks onderwijs geschikt voor veel kinderen. De Holterenk nodigt dan ook ouders van jonge kinderen uit om deze dagelijkse gang van zaken eens van dichtbij mee te maken en te ervaren wat Dalton in de praktijk betekent. De Holterenk ziet kinderen, maar ook ouders en andere betrokkenen vanuit ieders verantwoordelijkheid graag en goed samen werken. Hierdoor ontstaat een brede betrokkenheid die resulteert in een structurele samenwerking met verschillende organisaties. Tot ziens op de (nieuwe) Holterenk,
Martin Stempher, directeur.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
2
INHOUDSOPGAVE 1
De schoolorganisatie en belangrijke adressen
4
2
De visie, missie, kernwaarden en ambitie van onze school
10
3
Het onderwijs bij ons op school
11
4
Het onderwijskundig beleid
15
5
Organisatie van de ondersteuning
18
6
Externe ondersteuning
24
7
Ons onderwijs in basisvaardigheden en vakinhoudelijk
25
8
Leertijd
33
9
Kwaliteit en kwaliteitszorg
34
10
Resultaten
35
11
De ouders
37
12
Wet en regelgeving
42
13
praktische zaken
52
Bijlagen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
58
namenlijsten ouderraad, medezeggenschapsraad en team leerkrachten en groepenverdeling 2014 – 2015 persoonsgebonden taken teamleden 2014 - 2015 vakantieregeling 2014 – 2015 oud papier rooster schooljaar 2014 – 2015 jaaroverzicht 2014 – 2015 oudertevredenheidpeiling protocol instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen richtlijnen hulpverlening onder schooltijd activiteiten jeugd en gezondheidszorg Centrale eindtoets primair onderwijs
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
3
1 DE SCHOOLORGANISATIE, POSITIE EN BELANGRIJKE ADRESSEN 1.1
De school
Openbare Daltonbasisschool de Holterenk is in 1994 voortgekomen uit een fusie tussen de toenmalige Dorpsschool en de Kolschool. Het Daltononderwijs was destijds al ingeburgerd op de Dorpsschool. Het gebouw van de Dorpsschool verdween, en het Daltononderwijs werd voortgezet in het gebouw van de Kolschool. In 2012 is het nieuwe, moderne schoolgebouw opgeleverd. Hiermee werd de wens vervuld om in een uitdagende leeromgeving het Daltononderwijs nog verder te ontwikkelen. De toekomst van de school ziet er dan ook rooskleurig uit. Ook de omgeving van de school is sterk in ontwikkeling. Er ontstaat een frisse, nieuwe wijk waardoor er weer mogelijkheden zijn voor o.a. jonge gezinnen om zich op een mooie plek in Holten te vestigen. De school is ingericht met nieuw, kleurig en modern meubilair en voorzien van een prachtige keuken. De groepsruimten en leerpleinen zijn overzichtelijk en allemaal voorzien van digiborden en voldoende computers. De school heeft een eigen, goed geoutilleerd speellokaal. Verder zijn er nevenruimtes die gebruikt worden voor administratie en interne begeleiding maar ook beschikbaar zijn voor logopedisten, fysiotherapeuten, ambulante begeleiders, schoolarts, enz. Deze externe betrokken komen zoveel mogelijk naar de school om hier de gewenste begeleiding te geven of dienst te verlenen. De buitenspeelruimte van de school is ruim opgezet en heeft verschillende leuke spelmogelijkheden. Heel fijn is ook dat de school gebruik kan maken van het aanliggende speelveld, waar bijvoorbeeld gevoetbald kan worden of slagbal gespeeld. Aan de andere kant grenst het plein aan de speeltuin. Ook hier kunnen kinderen zich fijn uitleven. De Holterenk heeft ruim 150 leerlingen. De meeste leerlingen komen uit de buurt, maar er komen ook kinderen uit andere delen van het dorp en het buitengebied. Er zijn 13 personeelsleden, aangevuld met een flink aantal vrijwilligers. Onder hen bevinden zich ouders die structureel meehelpen; veel ouders zetten zich incidenteel in voor schoolactiviteiten. De Holterenk wordt door ouders gewaardeerd door de laagdrempeligheid, het informele karakter, de goede sfeer en prettige begeleiding. De Holterenk is een openbare school en maakt onderdeel uit van stichting ROOS. De Holterenk onderscheidt zich door het onderwijsconcept ‘Dalton’ van andere scholen. Dalton betekent dat er structureel en taakgericht wordt gewerkt aan de individuele talentontwikkeling van jonge kinderen. Leerlingen worden betrokken bij hun leerproces en zijn hier medeverantwoordelijk voor. De school draagt zorg voor een goede ondersteuning. Het is belangrijk dat kinderen zich fijn en veilig voelen op school. Respectvol omgaan met elkaar en samenwerken, krijgt dan ook veel aandacht.
1.2
Team
Het motto van het team is: “We zijn energiek, enthousiast, gemotiveerd en deskundig.” Het team van de Holterenk bestaat uit 10 personen. Er zijn 8 leerkrachten, 1 onderwijsassistent en 1 directeur. Daarnaast is er nog een administratief medewerkster voor een middag in de week en externe leerkrachten voor godsdienstles en humanistisch vormingsonderwijs. Regelmatig wordt het team aangevuld met externe expertise in de vorm van bijvoorbeeld ambulant begeleiders, collegiale consulenten, maatschappelijk werker, schoolarts, enz.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
4
1.3
De organisatie
Stichting ROOS Deze stichting is in 2005 opgericht door de gemeenten Rijssen-Holten, Hellendoorn, Wierden en Twenterand. In deze stichting werken de openbare scholen in deze gemeenten samen. Postbus 48 7460 AA Rijssen 0548 – 538670
[email protected] www.roos-twente.nl De raad van toezicht Deze houdt toezicht op de bestuurder en oefent de wettelijke taken van een raad van toezicht uit. Vanuit de code goed bestuur is bestuur en intern toezicht beschreven in het handboek good governance. www.roos-twente.nl De bestuurder De bestuurder geeft leiding aan stichting en fungeert in zijn rol als bevoegd gezag. Hij vormt samen met de directeuren van de afzonderlijke scholen het managementteam. Dhr. H. Wevers 0548 – 538678 Stafbureau Het stafbureau in Rijssen bestaat uit 3 mensen die beleidsmatig en faciliterend werken voor de stichting. Zij doen dit op diverse beleidsterreinen zoals personeelsbeleid, financiën en huisvesting. (Zie adres stichting) GMR De stichting heeft een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, die adviseert ten aanzien van en instemt met beleidsvoornemens op stichtingsniveau. www.roos-twente.nl Directeur Hij is eindverantwoordelijk voor het reilen en zeilen op school. Hij neemt deel in de werkzaamheden op ROOS niveau om het beleid mede vorm te geven. Hij heeft 4 dagen de dagelijkse leiding op de school. dhr. Martin Stempher 0548 – 363916
[email protected] www.holterenk.nl Intern begeleider Op school hebben we een intern begeleider die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de zorg op school. Zij is hiervoor een aantal dagdelen in de week vrijgeroosterd van groepswerkzaamheden. mevr. Titia Wagenvoort 0548 – 363916
[email protected]
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
5
Bouwcoördinator We hebben op school een onder- en bovenbouwcoördinator. Zij coördineren de uitvoering van ontwikkelingen op school- en groepsniveau. bovenbouwcoördinator mevr. Ester van Beek;
[email protected] onderbouwcoördinator mevr. Jobke Rozema:
[email protected] Daltoncoördinator We werken met een daltoncoördinator. Zij coördineert de ontwikkelingen op het gebied van ons daltononderwijs. Ester van Beek
[email protected] VVE-coördinator Zij heeft de regie en coördinatie van de ontwikkelingen op het gebied van voor- en vroegschoolse educatie. Nienke van Wijck
[email protected] ICT-coördinator Zij heeft de regie en coördinatie van de ontwikkelingen op het gebied van ICT en multimedia. Jobke Rozema
[email protected] Opleider in de school De stagecoördinator/opleider in de school regelt de goede gang van zaken omtrent de organisatie en begeleiding van stagiaires en onderhoudt de contacten met de andere onderwijsinstellingen. Anneloes Muller
[email protected] BHV-coördinator (coördinator bedrijfshulpverlening) Zij coördineert de acties omtrent bedrijfshulpverlening zoals bijvoorbeeld het regelen van ontruimingen, nascholing, enz. mevr. Anneloes Muller
[email protected] 0548 – 363916 Secretarieel medewerker Zij werkt een dagdeel aan de financiële en leerlingenadministratie van onze school. Maandagmiddag kunt u bij haar terecht voor de administratie. mevr. Ineke Breedveld
[email protected] 0548 - 363916
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
6
schooltaken leerkrachten De leerkrachten hebben lestaken en daaraan verbonden werkzaamheden en schooltaken. Deze schooltaken zijn vastgesteld in het taakbeleid van de school en zo evenredig mogelijk verdeeld over de leerkrachten. U kunt hierbij denken aan taken als het doen van bestellingen, bijhouden van bergingen en EHBO-materialen, meewerken aan schoolontwikkelingen, maar ook het mede organiseren van activiteiten. (zie hiervoor ook hst. 11 van de schoolgids) Commissies en taakgroepen Er zijn schoolinhoudelijke taakgroepen en commissies die activiteiten organiseren. Teamleden vormen samen met ouders een werkgroep die zorgt voor de voorbereidingen, coördinatie en regie van activiteiten in het kader van bijv. feestdagen, thema’s en projecten. (zie hiervoor ook hst. 11 van de schoolgids) Luizencommissie. Na iedere schoolvakantie komen een aantal, door de GGD geïnstrueerde ouders de kinderen controleren op luizen. Als er bij uw kind luizen en/of neten worden gezien dan neemt de school contact met u op over de te nemen maatregelen. We vragen u om uw kind zo snel mogelijk op te halen om het te behandelen. In het uiterste geval gaat hij of zij in de middagpauze voor behandeling even naar huis. Op deze manier hopen we het probleem zo klein mogelijk te houden. We volgen het GGD protocol voor het voorkomen en verspreiden van luizen. Contactpersoon: mevr. R. Paalman (ouder) Verkeerscommissie De verkeerscommissie is een groep ouders met een leerkracht als contactpersoon. Zij regelen allerlei activiteiten omtrent de kinderen en het verkeer, zoals de verkeershesjes, schoolse activiteiten in het kader van verkeer, verkeersexamens, enz. Contactpersoon: mevr. Frea Boertien Bibliotheekcommissie De school heeft een – beperkt – assortiment leesboeken op niveau. De leerlingen in de onderbouw lenen hier per twee weken een leesboek. Ouders regelen de goede gang van zaken omtrent het onderhoud en uitlenen van boeken. Zij onderhouden contact met de leescoördinator van school omtrent vervanging van boeken. Contactpersoon: mevr. ….. Medezeggenschapsraad Holterenk Naast de GMR voor stichting ROOS is er ook nog een medezeggenschapsraad op schoolniveau waaraan 3 personeelsleden en 3 ouders deelnemen. Zie voor de inhoudelijke uitleg onze website en hoofdstuk 11.2 van de schoolgids, alsmede de bijlage voor de samenstelling van de MR. Contactpersoon: dhr. Pascal Betten (voorzitter),
[email protected] Ouderraad Holterenk Ouders zijn hierin structureel betrokken bij de organisatie van activiteiten en ontwikkelingen op school. De ouderraad bestaat uit ongeveer 10 personen. De school is aangesloten bij de vereniging van openbaar onderwijs. Actuele zaken kunnen worden besproken in de ouderraad. In tegenstelling tot de MR. Heeft de ouderraad geen formele status. De ouderraad functioneert praktisch en pragmatisch. Zie voor de inhoudelijke uitleg onze website en hoofdstuk 11.1 van de schoolgids, alsmede de bijlage voor de samenstelling van de OR. Contactpersoon: mevr. Maike van Wieringen (voorzitter);
[email protected]
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
7
Stichting vrienden van de Holterenk De activiteiten van de stichting staan uitgebreid in de schoolgids, hoofdstuk 12.16, en op de website beschreven. Bestuur: mevr. J. Essink (voorzitter en contactpersoon), mevr. K. Burgstede, mevr. J. Wansink,
1.4
Partners en andere belangrijke adressen
Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Twente Noord Bosrand 6 7602 CH Almelo 0546-863 226
[email protected] Inspectie van het onderwijs 088 – 6696060 www.onderwijsinspectie.nl Vertrouwensinspecteurs Binnen de inspectie is, zoals bekend, al jarenlang een team van inspecteurs aangesteld als vertrouwensinspecteur. De vertrouwensinspecteur kan worden geraadpleegd wanneer zich in of rond de school (ernstige) problemen voordoen op het gebied van: seksuele intimidatie of seksueel misbruik, psychisch of fysiek geweld, discriminatie of radicalisering. Meldingen hierover kunnen voorgelegd worden aan de vertrouwensinspecteur. Deze zal luisteren, informeren en zo nodig adviseren. Sinds 1 juli 2013 is de sector kinderopvang en peuterspeelzalen toegevoegd aan het takenpakket van de vertrouwensinspecteurs, met uitzondering van de onderwerpen discriminatie en radicalisering. De vertrouwensinspecteur is alle werkdagen te bereiken tijdens kantooruren (08.00-17.00 uur) op telefoonnummer: 0900-1113111 (lokaal tarief). Lees meer over de vertrouwensinspecteur. www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/Vertrouwensinspecteurs Ministerie van Cultuur, Onderwijs en Wetenschappen Vragen over onderwijs: (0800)8051 Informatie openbaar onderwijs (0800)5010 toets 4. Voor vragen over onderwijs in het algemeen, ook via www.50tien.nl Klachtenregeling Holterenk Contactpersonen: Mevr. M. Schot, (ouder);
[email protected] Mevr. T. Wagenvoort, intern begeleider; 0548 - 363916 Vertrouwenspersoon stichting ROOS IJsselgroep onderwijsbegeleiding Dhr. Herman Riphagen 06 - 41796466 Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs (0900)1113111 landelijke klachtencommissie onderwijsgeschillen Postbus 85191, 3508 AD Utrecht 030 - 280 95 90, www.onderwijsgeschillen.nl schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
8
Stichting kinderopvang West-Twente (SKWT) kantoor Nijverdal; 0548 - 632300 De Kameleon, locatie Holten; 632380
[email protected] www.kinderopvangwesttwente.nl Catalpa kinderopvang Algemeen telefoonnummer; 074 – 2405555 Informatie en inschrijvingen; 0800 – 0743 Kakelbont, locatie Holten; 0548 - 361887
[email protected] www.catalpa.nl VIAVIE Welzijn peuterspeelzaal Dribbel 0548 - 367239 Stichting Speciaal Onderwijs Twente en Oost Gelderland (SOTOG) 0545 – 272259 www.sotog.nl De Zonnehof 0572-362822
[email protected] Kentalis Cluster 2 begeleiding Enschede Telefoon: 053-4803050 GGD Schoolarts Mevr Jeannette Sanderman
[email protected] schoolverpleegkundige mevr. Rianne Brinks
[email protected] 053 - 4876888 www.ggdregiotwente.nl schoolmaatschappelijk werkster mevr. Hermien ter Borg
[email protected] Praktijk voor fysiotherapie Trifitt Dorpsstraat 39, Holten 0548 365343
[email protected] Mevr. Olga ten Hove Jarabee, jeugdzorg in Twente 074 – 2651900
[email protected] www.jarabee.nl
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
9
Politie 0900 - 8844 wijkagent mevr. Z. Rajic
[email protected] Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO) 036 – 5331500
[email protected] www.voo.nl Leerplichtambtenaar Rijssen – Holten mevr. W. Rietman 0548 - 854430 Opvoedingsvragen; www.loes.nl 24 uur per dag informatie en tips. Contact kan telefonisch: 0548-854883 of via het contactformulier op de website. Centrum voor Jeugd en gezin in Rijssen Loket Centrum Jeugd en Gezin: Wijnand Zeeuwstraat 26-005 (Medisch Centrum) 0548 - 854883 Openingstijden zijn van 8.30 – 12.30 uur van maandag t/m vrijdag
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
10
2
DE MISSIE, VISIE EN AMBITIE
Missie Holterenk Onderwijs afgestemd op de onderwijsbehoefte van ieder kind Daltononderwijs voor iedereen Begeleiding, dat passend is voor ieder kind Samenwerking als verbindende schakel, zowel in school als daarbuiten Holten en omgeving; we zijn de beste onderwijskeuze Ontwikkeling van talent; zelfbewust, zelfsturend, verantwoordelijk en sociaal Leeromgeving; veilig, vertrouwd en fijn Toponderwijs; gedifferentieerd, actueel en toekomstgericht Energiek, enthousiast, gemotiveerd en deskundig team Ruimte; voor inspraak, meedoen, met respect voor iedereen Eerlijke, open, duidelijke en professionele cultuur Nieuwbouw met een goede organisatie en spetterend ingericht Keuze voor en door ondernemende leerlingen, ouders en leerkrachten met lef Visie Holterenk Wij willen als leuke, fijne en veilige school, een optimale bijdrage leveren in de ontwikkeling van kinderen en hen voorbereiden op hun eigen deelname aan de maatschappij. Wij willen de beste keuze zijn met ons eigentijdse, moderne en maatschappijgerichte daltononderwijs. Wij zetten in op de talentontwikkeling van kinderen met lef om nieuwe wegen naar de top in te slaan.
Ambitie Holterenk dromen – denken – durven – doen – doorzetten Wij dromen van een plek waar kinderen zich veilig en met veel plezier optimaal kunnen ontwikkelen. Wij denken aan een mooie en uitdagende leeromgeving waarin professionele begeleiding de voorwaarden schept voor goed Daltononderwijs. We durven uit te gaan van de kracht van talentontwikkeling van de leerling en de leerkracht. We doen ons werk met passie. Met het hart, het hoofd en onze handen werken we aan onze doelstellingen. We zetten door op de weg naar de top, genietend van het uitzicht, vorm gevend aan het onderwijs, gebruik makend van bestaande paden en eigen wegen creërend.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
11
3
HET ONDERWIJS BIJ ONS OP SCHOOL
3.1
Daltononderwijs
Dalton is een vorm van onderwijs, die gebaseerd is op de ideeën van de Amerikaanse onderwijzeres Helen Parkhurst (1887-1973). Zij wilde dat kinderen zich zo goed mogelijk konden ontwikkelen en ze die kans geven waar ze recht op hadden. Haar ideeën werden o.a. vorm gegeven in het plaatsje Dalton. Vandaar de naam: Daltononderwijs. “I kept my feet on the ground and my head out of the clouds… (most of the time).” (Deze uitspraak doet Parkhurst aan het eind van haar leven. Ze beseft dat ze door en door pragmatisch was en praktisch van aard.)
Kijkt u voor meer artikelen over Dalton eens op de website van www.daltondeventer.nl of www.daltonplan.nl. In 2000 heeft de Holterenk het officiële daltonpredicaat gekregen. In 2011 is dit na de visitatie wederom voor 5 jaar verlengd. Het predicaat heeft nu de naam licentie. Om deze licentie te mogen houden moet de school voldoen aan een aantal voorwaarden die hiervoor beschreven zijn. Deze indicatoren kunt u vinden op onze website evenals andere informatie, waaronder het visitatieverslag en het schoolverslag.
3.2
Uitgangspunten van daltononderwijs
Helen Parkhurst baseerde haar ideeën op het gedachtegoed van de Amerikaanse filosoof en sociaal pedagoog John Dewey (1859 – 1952). Zij ontwikkelde pedagogische toepassingen die ze beschrijft in ‘The Education on the Dalton plan’: laboratory En het kon ook allemaal zoveel beter! En eigenlijk ook met zo weinig aanpassingen! Het opmerkelijke van Parkhurst is, dat zij in haar jeugd hiervoor al een fenomenale intuïtie ontwikkelde. Als zij in 1904 in Waterville op het platteland van Wisconsin op een ‘one room country school’ als zeventienjarige juf haar carrière begint, experimenteert ze er meteen al flink op los. In plaats van op ‘safe’ te spelen en les te geven zoals ze het onderwijs zelf ondergaan had, zet ze, amper pedagogisch en didactisch geschoold, haar Laboratory Plan dan al in de grondverf. De school als gemeenschap Voor Parkhurst is het Dalton Plan geen “new school method but a way of life based on the human life of the World rather on the conventions of traditional school life.” De school bereidt het kind beter voor op de maatschappij als de school hem een ‘life-like experience’ oplevert. Dat kan door van de school een miniatuur gemeenschap te maken, waarin leerlingen vrijheid ervaren en de bijbehorende verantwoordelijkheid ontwikkelen.
Twee onderdelen van de velen vanuit de visie van Helen Parkhurst zoals zij graag zag hoe onderwijs kan zorgen voor leerlingen die weten wat ze kunnen en willen, kinderen zonder vrees; kinderen met lef! (in het daltonbeleidsplan is een complete samenvatting van het oorspronkelijke gedachtegoed van Parkhurst opgenomen. U vindt deze op de website) In Nederland werd in 1931 de Nederlandse Dalton Vereniging opgericht en verbreidde het daltononderwijs zich in Nederland. Op het ogenblik zijn er al ongeveer 300 basisscholen voor daltononderwijs. Onze directeur is visiteur van de Nederlandse Dalton Vereniging. Een teamlid is daltoncoördinator en begeleidt vanuit deze rol de daltonontwikkelingen bij ons op school en neemt deel aan bijeenkomsten in het kader van Dalton in het algemeen en het daltoncoördinatorennetwerk in het bijzonder. Meer informatie en verwijzing daarnaar vindt u op onze website.
3.3
Daltonidentiteit nu
Leren is werken zelfstandig en samen Het onderwijs op een daltonschool stelt de ontwikkeling van de leerling centraal. De begeleidingsfunctie van de leerkracht is daarbij cruciaal.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
12
3.4
Visie op opvoeding en leren
De Nederlandse Daltonvereniging staat het volgende voor: “Een kind is in staat tot het dragen van verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor zijn omgeving als ouders en leerkrachten het kind de ruimte geven om zich te ontwikkelen tot een vrijdenkende en verantwoordelijke jongvolwassene. Het is de opdracht van een daltonschool om de leerling uit te dagen tot leren én leven. Ruimte voor intellectuele groei in evenwicht met persoonlijke en sociale groei zal leiden tot een mens zonder vrees met een ondernemende democratische grondhouding.” Door vrijheid te geven komt er ruimte voor zelfstandig werken en samenwerken. Het daltononderwijs stelt zich ten doel het zelf werken en met elkaar werken van leerlingen zoveel mogelijk te bevorderen door hen daartoe de vrijheid te geven. Dit krijgt vorm in een pedagogisch klimaat van wederzijds vertrouwen, waarbij leerlingen en leerkrachten verantwoordelijkheid nemen of geven en verantwoording afleggen of vragen voor eigen werk en handelen. Deze visie zal leiden tot leerlingen die later als volwassenen ondernemend en zelfverantwoordelijk kunnen leven, werken en samenleven.
3.5
De kernwaarden
Vrijheid in gebondenheid / Verantwoordelijkheid en vertrouwen “Freedom and responsibility together perform the miracle”
Vrijheid is noodzakelijk om eigen keuzes te kunnen maken en eigen wegen te vinden. Vrijheid in het daltononderwijs is de gelegenheid krijgen om het taakwerk zelf te organiseren. De opgegeven leerstof en de eisen die daaraan worden gesteld, de tijdslimiet, de werkafspraken en de schoolregels vormen de grenzen waarbinnen de leerlingen hun vrijheid leren gebruiken. Een leerling leert verantwoordelijkheid voor zichzelf en zijn omgeving te dragen, als zijn omgeving hem daarvoor de ruimte en mogelijkheden biedt. Door leerlingen meer vrijheid te bieden kunnen zij eigen keuzes maken en een actieve leerhouding ontwikkelen. Maar vrijheid betekent niet dat alles zomaar kan en mag. Het is een taak van de leerkracht om iedere leerling een structuur te bieden om vrijheid binnen grenzen te leren hanteren. Leerlingen krijgen de ruimte om te ontdekken en te experimenteren, maar worden tegelijk ook geconfronteerd met de relatie tussen wat ze doen en wat dat oplevert. Dat is voor leerlingen een geleidelijk leerproces, waarin zelfkennis en zelfinschatting een grote rol spelen. Zelfstandigheid “Experience is the best and indeed the only real teacher”
Zelfstandig leren en werken op een daltonschool is actief leren en werken. Een leerling wil doelgericht een klus klaren en is in staat om tijdens dit leerproces hulp te zoeken indien noodzakelijk. Deze manier van werken stimuleert het probleemoplossend denken van een leerlingen. Om later als volwassene goed te kunnen functioneren, moet een leerling leren beoordelen welke beslissingen hij/zij moet nemen en wat de gevolgen daarvan zijn. De keuzevrijheid dwingt een leerlingen tot het nemen van zelfstandige beslissingen die voor hem effectief en verantwoord zijn.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
13
Samenwerken “The school functions as a social community”
Een daltonschool is een leefgemeenschap waar leerlingen, leerkrachten, ouders, schoolleiding en bestuur op een natuurlijke en gestructureerde wijze samen leven en werken. Een daltonschool is ook een leeromgeving waar leerlingen en leerkrachten iets van en met elkaar leren. Doordat leerlingen samen met leerkrachten en medeleerlingen aan hun leertaken werken, leren zij met elkaar om te gaan en leren zij dat zij elkaar kunnen helpen. Het verwerven van kennis en vaardigheden in samenwerking met anderen kan het leren vergemakkelijken. Leerlingen leren dat er verschillen bestaan tussen mensen. Ze leren naar elkaar te luisteren en respect te hebben voor elkaar. Als leerlingen met elkaar samenwerken, ontwikkelen ze sociale vaardigheden en leren ze reflecteren op de manier waarop ze leren, zoals het beoordelen van een eigen inbreng en die van een medeleerlingen, het aangaan van de dialoog, het leren omgaan met teleurstellingen en het ervaren van een meeropbrengst uit de samenwerking. Het uiteindelijke doel is democratisch burgerschap. Een daltonschool is een oefenplek voor democratisering en socialisering. Effectiviteit/ doelmatigheid “Efficiency measure “a simple and economic reorganization of the school”
Het daltononderwijs is gericht op een effectieve inzet van tijd, menskracht en middelen. Een taak als drager van de te leren vaardigheden en kennis biedt optimaal gelegenheid om tot een doelmatige inrichting te komen. Een taak op maat houdt een leerling doelmatig en functioneel bezig. Reflectie “I would be the first to hear welcome criticism”
Het kritisch benaderen van onderwijskundige ontwikkelingen en inzichten is op een daltonschool vanzelfsprekend. Iedere docent werkend op een daltonschool reflecteert op zijn/haar onderwijspraktijk en professioneel handelen. Ook op schoolniveau vindt reflectie over het onderwijs voortdurend plaats. Reflectie en evaluatie dragen in hoge mate bij tot een verkenning van de leerweg om het beoogde doel te bereiken. Borging “Door verschillen te delen, vermenigvuldigt de kwaliteit”
Daltonscholen in Nederland werken samen aan kwalitatief goed daltononderwijs door allemaal deel te nemen aan planmatige zelfevaluatie en visitatie. Een daltonschool is een lerende organisatie, die haar leerkrachten ondersteunt bij het zich permanent scholen en bij het experimenteren in en reflecteren op hun praktijk. Teamleren heeft op een daltonschool hoge prioriteit. Verantwoordelijkheden voor Dalton liggen in het team van docenten. Het daltononderwijs zet ook sterk in op het maatjesleren van scholen binnen en buiten een regio. Daltonscholen borgen hun kernwaarden door middel van een planmatige zelfevaluatie en visitatie. De Nederlandse Dalton Vereniging geeft licenties en certificaten af aan instituten, scholen en personen als zij er blijk van geven de kernwaarden op goede wijze in de praktijk vorm en inhoud te hebben gegeven.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
14
4
HET ONDERWIJSKUNDIG BELEID
Onderwijskundig profiel De scholen van Stichting ROOS worden gestimuleerd zich onderscheidend en kwalitatief te profileren. Dit om een gevarieerd aanbod van hoogwaardige onderwijsvoorzieningen te creëren. Ons schoolprofiel is: Openbare basisschool voor daltononderwijs. Ook willen wij ons breed maatschappelijk inzetten door samenwerking met kinderopvang, peuterspeelzaal, maatschappelijk werk, politie, (sport)verenigingen, enz. en ons als zodanig als maatschappelijke ketenpartner verder ontwikkelen. In de periode tot 2014 zal het profiel verder worden ontwikkeld en vormgegeven. Hiervoor wordt verwezen naar het ondernemingsplan, daltonbeleidsplan, zorgbeleidsplan, VVE-beleidsplan en ICT-beleidsplan. U vindt - onderdelen van - deze plannen op onze website.
Onderwijskundige Positie Wij willen ons ten opzichte van andere scholen in het dorp positioneren vanuit de openbare gedachte en als daltonschool, waarvan u op een verjaardag kunt zeggen: Wij zijn trots op en betrokken bij de school van mijn kind(eren). Wij gaan hierbij uit van een goede balans in de ontwikkeling van kinderen t.a.v. het verkrijgen van competenties in sociaal emotioneel en cognitief opzicht. Vertrouwen in elkaar is hierbij de basis, het samen dragen van verantwoordelijkheden en verantwoording komen hieruit voort. De daltonpedagogiek is democratisch en ontwikkelingsgericht, dus bij uitstek een goede manier om kinderen zich tot zich zelfredzame en maatschappelijk betrokken individuen te laten ontwikkelen. Wij hechten hierbij aan de samenwerking met u en externe deskundigen en vinden deze onontbeerlijk voor een goede, brede ontwikkeling van kinderen. Samen met u en alle betrokkenen bij de school geven we hier vorm aan. De school is hierdoor een levendige en inspirerende omgeving waar vanuit een mix aan talenten een veelheid aan werkvormen en leersituaties ontstaan.
4.3
Onderwijskundige doelen
Algemeen ● werken in een open sfeer (respect - veiligheid - duidelijkheid) ● doelgerichte leerprogramma’s (effectief - samenhangend - actueel) ● zorg voor álle leerlingen (maatwerk - zelfstandigheid - verantwoordelijkheid) ● betrokken begeleiding (inspirerend – deskundig - enthousiast) ● adequate toerusting voor vervolgonderwijs en de maatschappij (studievaardig gemotiveerd - kritisch opbouwend) Strategisch De scholen van stichting ROOS, waaronder de Holterenk richten zich een sterke partnergerichte benadering. Dit wordt gerealiseerd door 3 strategische doelstellingen: 1. Beter Presteren 2. Meer Leerlingen 3. Meer school zijn voor iedereen De doelen zijn uitgewerkt in het schooljaarplan. U vindt deze op de website.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
15
Wettelijk De onderwijskundige doelen zijn in de eerste plaats de doelstellingen zoals die in de Wet Primair Onderwijs zijn omschreven, waaronder: Artikel 8: Het onderwijs wordt zodanig ingericht, dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en verstandelijke ontwikkeling, op het ontwikkelen van de creativiteit, op het verwerven van de kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Het onderwijs gaat er mede van uit, dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving. Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoefte van de leerling. Artikel 29: Het openbaar onderwijs draagt bij aan de ontwikkeling van de kinderen met aandacht voor de levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van die betekenis van de verscheidenheid van die waarden. Openbaar onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing.
4.4
Kerndoelen en referentieniveaus
De kerndoelen zijn voor ons het uitgangspunt. Met de invoering van referentieniveaus, de landelijke norm voor doelstellingen van het basisonderwijs richten we het onderwijs stapsgewijs in op het voldoen hieraan. We streven voor elk kind naar een zo hoog mogelijk leerrendement en houden dit ook periodiek bij en wordt u hierover geïnformeerd. Naast kennis hechten we een grote waarde aan de groei tot een evenwichtige persoonlijkheid en zelfsturendheid. We leren het kind zijn talenten en soms ook problemen onder ogen te zien, te accepteren. We leren het om te gaan met zijn sterke en minder sterke kwaliteiten. We leren het kind zich te ontwikkelen naar eigen mogelijkheden. Wij werken met moderne methoden en aanvullende materialen die voldoen aan de voorwaarden en inhoud van kerndoelen.
4.5
Zorgen voor een ononderbroken ontwikkelingsvoortgang
Voor het handelen van de leerkracht betekent dit voor ons: - de leerkracht houdt rekening met de persoonlijkheid van elk kind - de leerkracht stemt de activiteiten af op de ontwikkeling van het kind - de leerkracht biedt het kind de mogelijkheid om in eigen tempo en begaafdheid een minimumpakket binnen de verschillende leer- en vormingsgebieden te doorlopen. De methoden vormen de leidraad. Daarnaast biedt de leerkracht een aanvullend programma aan. De leerkracht voert differentiatie binnen de groep uit, beschreven in het zorgplan. Het taak/planbord en het taakblad spelen hierbij een centrale rol. - door observaties, methode gebonden- en methode onafhankelijke toetsen houdt de leerkracht de vorderingen bij van het leer- en ontwikkelingsproces. Bij vaststelling van een stagnatie of voorsprong in de ontwikkeling wordt een analyse gemaakt en wordt het vervolgtraject bepaald. De werkwijze staat genoteerd in het zorgplan. Zie hiervoor onze website. De voortgang wordt zorgvuldig geregistreerd en gecommuniceerd met u als ouders. Wij werken nog grotendeels volgens een leerstofjaarklassensysteem. Ons streven is echter om stapsgewijs meer te gaan werken met heterogene leeftijdsgroepen in een flexibeler organisatie. Om goed te kunnen omgaan met de grote verschillen in prestatie- en ontwikkelingsniveau van de kinderen, is binnen onze organisatie volop schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
16
aandacht voor de individuele begeleiding van leerlingen en wordt zo nodig in overleg met u een eigen leerlijn met bijbehorend ontwikkelingsperspectief opgesteld. Zo wordt een ononderbroken ontwikkelingsproces bewerkstelligd. We streven, zoveel mogelijk in nauwe samenwerking met ouders, een bijdrage te leveren aan het optimaal kunnen functioneren van elk kind op zijn of haar eigen niveau. Daarbij houden we rekening met de verschillen in ontwikkeling, begaafdheid, belangstelling en motivatie. Tevens proberen we om te gaan met de verschillen in achtergrond en thuissituatie waarin onze leerlingen opgroeien.
4.6
Passend Onderwijs
Passend onderwijs wordt met ingang van augustus 2014 wettelijk van kracht. Hiermee wordt bedoeld dat ieder kind recht heeft op een passend onderwijsarrangement. Ouders, en in het bijzonder ouders van een kind met een zorgvraag, dienen snel en flexibel hun weg te kunnen vinden die er toe leidt dat ook hun kind een passend onderwijsarrangement aangeboden krijgt, de zogenaamde onderwijszorgplicht. “Passend onderwijs is een passend, flexibel aanbod aan onderwijs en begeleiding, voorzieningen en structuren, zodat alle kinderen en jongeren tot 23 jaar zich optimaal ontwikkelen, een en ander onder gunstige condities en ingebed in een sluitend, functioneel en effectief samenwerkingsverband van schoolbesturen.” Met andere woorden: Passend onderwijs is niets anders dan goed onderwijs. Ook als er ‘zorg’ is om een kind. Bijvoorbeeld omdat het leren moeilijker gaat, omdat een kind uitdaging mist, of omdat extra begeleiding nodig is vanwege een beperking of gedragsproblemen. Met (zo) wenselijk extra begeleiding kan onze school vaak prima passend onderwijs bieden. Is een kind hier – of eventueel op een andere ‘gewone’ basisschool - echt niet op zijn of haar plek, dan is er speciaal onderwijs dat passend onderwijs kan bieden.
Passend onderwijs vindt plaats in een drietal gradaties, niveaus, t.w.: - Basiszorg - Breedtezorg: ambulante begeleiding, netwerk van intern begeleiders en onderzoek - Dieptezorg: (zeer) speciale voorzieningen, samenwerking met externen. Ons samenwerkingsverband Twente Noord speelt een belangrijke rol in het realiseren van een sluitend en effectief stelsel van zorg, hulp en dienstverlening in het kader van leerlingbegeleiding. Op www.passendonderwijs.nl staat steeds de actuele stand van zaken m.b.t. de wetgeving.
4.7
Opleiden binnen de Holterenk
Aanstaande leerkrachten op de werkplek worden met twee taken geconfronteerd die elkaar beïnvloeden. Ze moeten daadwerkelijk de leerlingen onderwijzen en tegelijkertijd moeten zij zelf nog leren om hun leerlingen “kwalitatief goed” onderwijs te geven. De Holterenk als opleidingsschool biedt de werkplek om het beroep van leerkracht te leren. Hierbij gaat het erom dat de aanstaande leerkracht doelgericht en systematisch die competenties verwerft, die nodig zijn om te kunnen beginnen als startbekwame leerkracht primaire onderwijs. De rol van de lerarenopleiding is ondersteunend en stimulerend voor dit leerproces. In de ontwikkeling van een krachtige leeromgeving spelen de schoolopleider en de mentor een centrale rol. Mentoring op de Holterenk vindt plaats in een sociale interactie tussen mentoren en aanstaande leerkrachten, met als doel een grote variëteit aan professionele doelen te bereiken in concrete onderwijs situaties. Het doel van mentoring is dus om de aanstaande leerkracht te ondersteunen bij de ontwikkeling van hun professionele identiteit. Hierbij onderscheiden we vijf basisfuncties: - bewust worden van vaardigheden die van belang zijn voor het onderwijzen; - Leren organiseren van onderwijsactiviteiten met hun effecten op de leerlingen; - Monitoren van deze onderwijsactiviteiten; - Bijstellen van deze onderwijsactiviteiten op basis van reflectie; - Motiveren en ontwikkelen van sterke kanten van de aanstaande leerkracht. schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
17
Bij het realiseren van deze centrale activiteiten door de mentoren, is vooral de manier waarop zij het doen van belang. Aanstaande leerkrachten worden in contact gebracht met ervaren leerkrachten en hun groepen, moedigen samenwerking aan en bevorderen het uitwisselen van gedachten tussen de leerkrachten over hun eigen onderwijspraktijk. Hierbij spelen de vakdidactische kennis van de mentor en de wijze waarop de mentor de onderwijsactiviteiten legitimeert een belangrijke rol. Door de inzet van de schoolopleider in de begeleiding van de mentor wordt de verdieping in kennis en vaardigheden bewaakt. Kenmerken van onze krachtige leeromgeving: - de doelen van de opleiding zijn geformuleerd in termen van te verwerven competenties (bekwaamheden); - er is een nauwe samenwerking tussen opleidingsinstituut en school; - er is sprake van inhoudelijke integratie van instituutsactiviteiten en activiteiten op de werkplek; - er wordt systematisch voortgebouwd op de praktijkervaringen van de aanstaande leerkrachten, waarbij praktijkrelevante theorie wordt gekoppeld; - er is sprake van voldoende flexibilisering/maatwerk; - de aanstaande leerkracht wordt medeverantwoordelijk gemaakt voor de eigen professionele ontwikkeling; - er is een balans tussen eisen vanuit de werkplek en de eisen die behoren bij een optimale leersituatie; - de schoolopleider is geschoold om de specifieke rol en taak te kunnen vervullen; - het gaat om mee dan een apart opleidingstraject: er is sprake van een vernieuwing met consequenties voor de hele schoolorganisatie. Bewaken van de kwaliteit - De ontwikkeling van de aanstaande leerkracht wordt in beeld gebracht door bezoeken van de schoolopleider en de instituutsopleider, het groot bezoek. - Een tweede indicator is de beoordeling van de competenties op handelingsniveau die plaats vindt aan de hand van prestatie indicatoren (sbl) - inter-persoonlijke competentie; - pedagogische competentie; - (vak) didactische competentie; - organisatorische competentie; - competentie in het samenwerken met collega’s - competentie in het werken in en met de omgeving - reflectie en zelfsturing
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
18
5
Organisatie van de ondersteuning
5.1
Regio-indeling
De besturen van het primair en speciaal cluster 3 en 4 onderwijs in de regio Twente Noord zijn een samenwerking aangegaan binnen het kader van de wet op Passend Onderwijs. De nieuwe wet geeft aan dit Samenwerkingsverband een wettelijke opdracht. Deze opdracht houdt in dat de besturen gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor: 1.het niveau van basisondersteuning dat de scholen bieden; 2.hoe passend onderwijs in regio Twente Noord gerealiseerd wordt; 3.hoe het geld voor de extra ondersteuning verdeeld en besteed wordt; 4.hoe de ondersteuning voor leerlingen in het reguliere onderwijs toe wordt gewezen; 5.hoe de verwijzing naar het speciaal onderwijs gaat verlopen; 6.hoe ouders worden geïnformeerd over de manier waarop de ondersteuning voor leerlingen is ingericht. De besturen van het nieuwe samenwerkingsverband beschrijven het bovenstaande in een ondersteuningsplan. De scholen maken hierop gebaseerd aansluitend een passend schoolondersteuningsplan en schoolondersteuningsprofiel.
5.2
Uitgangspunten
● Wij zijn integere gesprekspartners van u en uw kind. ● Wij bieden ieder kind een veilige en goed ingerichte leeromgeving zodat talenten zo optimaal mogelijk ontwikkeld kunnen worden. ● We zorgen voor een passende begeleiding, zoveel mogelijk aansluitend bij het karakter en ontwikkelingsmogelijkheden uw kind. ● We streven met ons onderwijs naar een juiste balans in kennis, kunde en vaardigheden zodat het kind op het voortgezet onderwijs op het juiste niveau kan instromen en het daar ook goed zijn/haar ontwikkeling kan voortzetten. ● Door gebruik van het programma Basisontwikkeling in het kader van Voor– en Vroegschoolse Educatie (VVE), streven wij er naar het aantal kinderen met een taalachterstand tot een minimum te beperken of zelfs te voorkomen. ● Met inzet van het beleid voor meer en hoogbegaafden voorzien we in een passende begeleiding van deze kinderen. ● Met inzet van het balansmodel voorzien we vooralsnog in een passende begeleiding voor kinderen die moeilijk leren. ● Door het consequent uitvoeren van het dyslexieprotocol willen wij kinderen met leesen/of schrijfproblemen zo vroeg mogelijk signaleren, diagnosticeren en hulp op maat bieden. ● Wij streven er naar uw kind de mogelijkheid te bieden in acht jaren de basisschool te doorlopen. In de onderbouw maken we hierbij gebruik van het protocol kleuterverlenging, waarin criteria zijn aangegeven voor de overgang naar de volgende groep. ● Wij streven ernaar de pré– en remedial teaching zoveel mogelijk in de groep door de leerkracht uit te laten voeren.
5.3
Ondersteuningsplan en –profiel
De Holterenk heeft een – door het samenwerkingsverband goedgekeurd schoolondersteuningsprofiel gemaakt. Hierin is vastgesteld welke basis-, en extra ondersteuning de school kan bieden en waarvoor kinderen eventueel op een andere – reguliere of speciale – school zijn aangewezen. Voor het actuele schoolondersteuningsprofiel verwijzen we naar onze website onder het kopje ondersteuning.
5.4
School Ondersteuningsteam (SOT)
Net als op elke school, hebben wij ook leerlingen over wie de leerkrachten zich zorgen maken. Kinderen met gedragsproblemen: druk, brutaal of juist stil en teruggetrokken.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
19
Kinderen die vaak ziek zijn. Ontwikkelen zij zich wel goed? Krijgen zij de zorg en steun die ze nodig hebben? Is de hulp die zij krijgen wel professioneel genoeg? Het Schoolondersteuningsteam (SOT) binnen de school vormt het instrument om binnen de ondersteuningsstructuur invulling te geven aan de begeleiding van leerlingen. Indien het nodig is voor het kind een meer intensieve ondersteuning in te richten komt het SOT in beeld. Vanuit het werken in de groep kan worden aangesloten bij verschillende aspecten nl.: - De resultaten vastgelegd in de groepsoverzichten. - De signalering van leerlingen met specifieke onderwijs-, en opvoedingsbehoeften. - De opgedane ervaringen met het uitvoeren van de groepsplannen. - De uitkomsten van de contacten met de ouders. - De ervaringen van de leraren m.b.t. de begeleiding van de leerlingen. Alle scholen beschikken over een SOT met als varianten een smalle en een brede samenstelling. Smal heeft betrekking op samenwerking van de leraar (of leerkrachten) met de interne begeleider en eventueel ouders. In de brede samenstelling zijn ook de directeur en specialisten (leerkrachtspecialist, ambulant begeleider, orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werk, e.d.) betrokken. Het is wenselijk dat de ouders aanwezig bij dit overleg en zij worden altijd goed geïnformeerd over vervolgstappen door de school. Iedere basisschool beschikt over een SOT onder eindverantwoordelijkheid van de schooldirecteur. De interne begeleider heeft een uitvoeringsverantwoordelijkheid. Bij HIA ligt daar het zwaartepunt van het ondersteuningsbeleid. De Interne begeleider is goed op de hoogte van procedures en instrumenten. Zij beschikt over een lijst van contactpersonen die worden ingeschakeld indien nodig. Ook andere instrumenten kunnen desgewenst worden ontwikkeld.
5.5
Handelingsgericht integraal arrangeren (HIA)
Handelingsgericht integraal arrangeren (HIA) is de methode van toewijzing van ondersteuning, die het samenwerkingsverband (SWV) gebruikt. School, ouders en externe ondersteuners creëren samen nieuw perspectief voor kinderen die vast dreigen te lopen in hun ontwikkeling, door ondersteuning op maat met zo min mogelijk bureaucratie. HIA is samen met leerkracht, ouders en ondersteunende deskundigen op zoek gaan naar en ontdekken van (nieuw) perspectief op de school en in het gezin en het creëren van de voorwaarden waaronder dit kan ontstaan. Vervolgens wordt door de betrokkenen (ouders, leerkracht, directeur, intern begeleider en ondersteunende deskundigen), onder leiding van een onafhankelijk trajectbegeleider vanuit het SWV Twente Noord, samen een traject ontworpen met een reële kans op succes. De trajectbegeleider en een vertegenwoordiger jeugdzorg werken samen wanneer onderwijs- en/of zorgarrangementen van buiten de school nodig zijn om nieuw perspectief te creëren. Indien het perspectief niet ontstaat op de huidige school, wordt een andere school betrokken bij de HIA-bespreking om te verkennen of op die school een passender onderwijsarrangement gerealiseerd kan worden.
5.6
Ondersteuningsstructuur
Dit voorziet op schoolniveau in de planning en organisatie van bijeenkomsten van het SOT. Daarin is zowel sprake van een jaarplanning met een aantal overlegmomenten die passen in het jaarplan, als ook de mogelijkheid flexibel in te spelen op situaties. De samenstelling van het brede SOT per bespreking ligt niet vast. In ieder geval nemen de ouders deel aan het gesprek, naast de groepsleerkracht(en). Verder bestaat het brede schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
20
kernteam uit de IB-er, orthopedagoog en schoolmaatschappelijk werker. De school bepaalt zelf of de directeur aanwezig is bij het smalle SOT. Als de inzet van een trajectbegeleider wordt gestart is zeker ook de directie uitdrukkelijk betrokken. Dit mede vanwege besluitvorming over organisatie, middelen en school(ver)plaatsing. In de voorbereiding van de besprekingen vanaf de inzet van extra deskundigheid buiten de school wordt gebruik gemaakt van een groeidocument, opgebouwd vanuit de HGW uitgangspunten. Daarmee worden de deelnemers geïnformeerd over de stand van zaken in het begeleidingstraject.
5.7
Leerkracht
De leerkracht is de spil aangaande de begeleiding van de ontwikkeling van uw kind en het eerste aanspreekpunt voor u. Hij/zij is dagelijks in de groep en begeleidt, observeert en signaleert de vooruitgang. Hij/zij ziet hoe uw kind speelt en leert, zelf en met anderen en onderneemt activiteiten met uw kind. Twee- of drie wekelijks neemt de leerkracht de methodegebonden toetsen af en twee of drie keer per jaar de Cito-toetsen van het Cito leerlingvolgsysteem. Samen met ondermeer de observaties, het kinderdagboek, het afnemen van een sociogram en klimaatschaal en de Pravoo signaleringslijsten in het kader van sociaal-emotionele ontwikkeling, vormen deze het kader, het leerlingvolgsysteem, waarop de leerkracht haar/zijn bevindingen kan baseren en kan inschatten of de voortgang op gewenst niveau is of dat uw kind ergens bij geholpen moet worden. Deze hulp vindt gedurende enkele weken plaats. Wanneer (genoeg) resultaat uitblijft wordt de ondersteuningsstructuur gehanteerd.
5.8
Intern begeleider
De coördinatie van de ondersteuning is in handen van de intern begeleider. Zij vervult een specifieke rol met bijbehorende taken waaronder het maken van het zorgplan en heeft een aantal, vooral onderwijskundige, verantwoordelijkheden. De intern begeleider is betrokken bij veel processen rondom kinderen in de school en heeft veel contacten met de leerkrachten en helpt deze bij het uitvoeren van zorgactiviteiten. Ook onderhoudt zij de externe contacten met zoals onder meer de zorginstellingen, speciaal onderwijs, samenwerkingsverband SWV Noord Twente, SOT, enz. De intern begeleider is de spil in de externe contacten rondom de ondersteuning. Ze is voor haar rol specifiek geschoold. De intern begeleider komt voor u in beeld wanneer u een specifieke vraag heeft omtrent zaken aangaande uw kind. Ook wanneer er besprekingen zijn aangaande de ondersteuningsactiviteiten op school schuift de intern begeleider aan.
5.7
Remedial teaching
De remedial teaching geeft ondersteuning aan kinderen in en buiten de klas die het op een bepaald ontwikkelingsgebied tijdelijk nodig hebben. Het richt zich hierbij op het tijdig signaleren en analyseren van ontwikkelingsproblemen op voornamelijk taal- en rekengebied. Daarna richt het zich ook op het oefenen van de vaardigheden met de kinderen. We streven zoveel mogelijk naar begeleiding op maat in de groepen. De leerkrachten geven pré-teaching, een vorm van uitleg voorafgaande aan reguliere uitleg of instructie, zodat kinderen al bekend zijn met de leerstof die komen gaat. Mocht dit onvoldoende zijn dan vindt ook ré-teaching, herhaling van het leerstofaanbod, plaats om mogelijke problemen te voorkomen. De aard en inhoud worden beschreven in handelingsplannen, die worden gecommuniceerd met u en de intern begeleider.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
21
5.9 Omgaan met de verschillende niveaus in de klas We hebben op school een helder en duidelijk schema voor het uitoefenen van de zorg voor uw kind. Kinderen krijgen zoveel mogelijk individuele aandacht in ons daltononderwijs. Door onder meer de observaties in de groep, toetsing d.m.v. methodegebonden en niet methodegebonden toetsen en het bijhouden van het leerlingvolgsysteem zijn we alert op de ontwikkelingskansen van uw kind. Dat we niet allemaal gelijk zijn mag duidelijk zijn. We herkennen allemaal de verschillen in leefwijze, denkwijze, talenten, omgaan met elkaar en ook leren we allemaal op verschillende manieren. Waar de één in 1 keer iets weet, heeft een ander instructie nodig en weer een ander wat meer oefening, extra uitleg of juist uitleg vooraf. Met deze verschillen gaan de leerkrachten dagelijks om en het is dan ook in het belang van de kinderen, dat een leerkracht weet wat de verschillende behoeften van de kinderen zijn. Alleen op deze manier kunnen zij hun leerlingen optimaal in hun ontwikkeling begeleiden. Vanuit deze gedachte werken wij met verschillende handelingsplannen. Dit doen we op de verschillende vakgebieden, en wij brengen de behoeften van alle leerlingen in de groep op deze wijze in beeld. Dit gebeurt op de volgende manieren: Iedere leerkracht brengt middels een groepsplan zijn groep in kaart, hierbij wordt uitgegaan van 3 verschillen. 1. Leerlingen die de lesstof makkelijk aan kunnen en misschien zelfs wat extra uitdaging nodig hebben. 2. Leerlingen die het gewone jaarprogramma volgen (voldoen aan de gemiddelde eisen). 3. Leerlingen die een beetje meer hulp/instructie nodig hebben om de lesstof goed op te nemen. Voor iedere groep beschrijft de leerkracht de dingen die hij doet om de ontwikkeling te ondersteunen en te stimuleren. Deze handelingsplannen zijn inzichtelijk voor ouders, maar de leerkracht zal u niet meer vragen deze te ondertekenen. Niemand wil graag een uitzondering zijn dus zal de leerkracht met de kinderen die naast de omschreven aanpassingen meer ondersteuning nodig zijn, een groepje proberen te vormen dat gebaat is bij dezelfde ondersteuning. Hiervoor zal de leerkracht een subgroepsplan maken, waarin hij/zij de extra hulp omschrijft. Ook dit handelingsplan is inzichtelijk voor ouders en zal met ouders besproken worden. Deze handelingsplannen worden u als ouders ter ondertekening aangeboden. Is voor een leerling gedurende een periode van ca. 6 tot 8 weken extra individuele ondersteuning nodig, dan zal de leerkracht zorgen voor een individueel handelingsplan. Ook dit handelingsplan zal met u besproken worden en u ter ondertekening worden aangeboden. Daarnaast kan het ook zo zijn dat na verloop van tijd blijkt dat een leerling op een bepaald vakgebied gebaat is bij langdurig aanpassingen in de lesstof. Deze leerling zal dan in overleg met ouders besproken worden in een SOT. Tijdens deze bespreking kunnen wij dan op de expertise van ons samenwerkingsverband terugvallen en in samenwerking met hen een persoonlijk ontwikkelingsperspectief opstellen.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
22
5.10 Ondersteuning voor leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong De individuele leerlingenondersteuning beperkt zich niet alleen tot leerlingen met een achterstand, maar rekent hierbij ook de ondersteuning voor (hoog)begaafde kinderen. Hiervoor is het beleid voor meer- en hoogbegaafdheid opgesteld. Dit beleid is na een zorgvuldig traject, in samenwerking met externe deskundigen en scholen in het samenwerkingsverband Sine Limite tot stand gekomen. Belangrijke leidraad hierin is het webbased programma Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (DHH). In het beleidsplan is onder meer beschreven dat alle kleuters ongeveer 6 maanden na binnenkomst gescreend worden. Hierbij wordt u als ouders ook betrokken. Dit is zgn. de signalering. Ook de diagnostisering, monitoring, werkwijze alsmede de resultaten worden in het beleid betrokken. In het begeleidingstraject wordt u betrokken bij de ontwikkeling van uw kind. We streven er naar integraal in de groep de leerlingen te begeleiden.
5.11 Een jaar overdoen met aangepaste programma’s In principe gaan we er vanuit, dat een kind de basisschool ononderbroken doorloopt in 8 jaar. Een enkele keer besluiten we om een kind een groep over te laten doen. Deze beslissing nemen we op grond van ons leerlingvolgsysteem (waaronder ons protocol onderwijsverlenging) en altijd samen met de ouders. Dit gebeurt bijvoorbeeld als een kind lichamelijk of emotioneel achterblijft bij de rest van de groep. Hij/zij is dan nog niet toe aan de ontwikkeling die benodigd is voor leerstof voor die groep. De groepsleerkracht bespreekt in de eerste helft van het schooljaar de mogelijkheden met de ouders en betrekt de intern begeleider bij het proces. Bij besluitvorming wordt ook tijdig en in ieder geval voorafgaand aan de rapportage in het voorjaar, overlegd met de directie. De directeur is eindverantwoordelijk en neemt – formeel – het besluit over het te nemen vervolgtraject. Veel vaker komt het voor dat we de afspraak maken, dat een kind voor een bepaald vak met een aangepast programma gaat werken. Zo kunnen we streven naar het inhalen van het niveau van leeftijdsgenoten. Het kan ook voorkomen dat het kind de vergelijking van niveau met leeftijdsgenoten niet (meer) haalt. Na een schriftelijke analyse middels het SOT stellen we, in overleg met ouders, vast dat het kind op dat gebied niet het eindniveau van de lesstof op de basisschool haalt. We stellen het aangepaste programma zo op, dat er aansluiting is bij het vervolgonderwijs op het haalbare niveau van een kind.
5.12 Ondersteuning van buiten de schoolorganisatie Voor u als ouders bestaat de mogelijkheid binnen het huidige zorgstelsel vanuit de overheid zelf hulp te zoeken voor uw kind. Ook hierin kunnen wij u adviseren. De intern begeleider kent een palet van instanties en particuliere hulpverleners in de regio. Schroom niet om hier naar te vragen en bij de juiste hulpvraag ook de juiste hulpverlener te zoeken. Wij als school vinden het heel belangrijk dat het zorgtraject vanuit school door u meegenomen wordt naar een particuliere hulpverlener. Graag zijn wij partner voor u als ouders en de hulpverlener, door samen in gesprek te blijven in het belang van uw kind. Wij vinden het van groot belang dat de zorg op school wordt afgestemd op de mogelijkheden van uw kind. De hulpverlener is dan ook van harte welkom bij ons op school om de problematiek en te bieden interventies nader te bespreken.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
23
6
Externe ondersteuning
6.1
Samenwerkingsverband Twente Noord
Binnen deze scholensamenwerking kunnen we een beroep doen op de expertise, die op de diverse scholen aanwezig is. We kunnen gebruik maken van gespecialiseerde leerkrachten, collegiaal consulenten, trajectbegeleiders, een orthopedagoog of een psycholoog. De samenwerking is integraal afgesproken en vastgelegd door de deelnemende besturen.
6.2
IJsselgroep en Expertis
De IJsselgroep en Expertis bieden onderwijsbegeleiders aan op school-, team-, groeps-, of leerkrachtniveau. De onderwijsbegeleider heeft kennis van zaken op een door de school gevraagd ontwikkelingsterrein. Samen met de onderwijsbegeleider wordt een traject voor ontwikkeling en verbetering van het onderwijs op een bepaald terrein en niveau afgesproken.
6.3
Het speciaal basisonderwijs
Het speciaal basis onderwijs (SBO) blijft gewoon bestaan. Sommige kinderen stromen hier al vanaf groep 1 gewoon in. Wanneer een kind hier tussentijds vanuit de basisschool instroomt zijn er nieuwe regelingen. Vanaf 1 augustus 2014 geeft het samenwerkingsverband (SWV) toelaatbaarheidsverklaringen (TLV) af voor het speciaal basisonderwijs (SBO) en voor het speciaal onderwijs (SO) van cluster 3 en 4. Ook na 1 augustus 2014 is het dus mogelijk dat uw kind onderwijs volgt in een gespecialiseerde voorziening. Het SWV stelt Trajectbegeleiders beschikbaar, die de school en ouders bij de afgifte van een TLV begeleiden. Vanaf augustus 2014 werkt het SWV met een Expertise en Dienstenteam (E&D). In dit team zitten deskundigen van cluster 3 en 4. Alhoewel de rugzak na augustus 2014 niet meer bestaat, is de begeleiding van leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften op de basisschool nog steeds mogelijk. De inzet van het E&D wordt, middels SOT en/of HIA. aangevraagd door de Intern Begeleider van de school.
6.4
De schoolarts of arts-assistent
De jeugdgezondheidszorg zet zich ook voort bij kinderen in de basisschoolleeftijd. Hiervoor wordt door hen uw medewerking gevraagd via school. De werkwijze vindt u in de bijlage van de GGD in deze schoolgids. De medewerking van u is op vrijwillige basis. De “schoolarts” is een voortzetting van de begeleiding van de GGD vanaf de geboorte tot aan dat de kinderen meerderjarig zijn.
6.5
De logopedist
De logopedist voert een logopedische screening uit bij 5-jarige leerlingen of op verzoek van de leerkracht en/of ouders. Ook geeft zij in beperkte mate, op bepaalde tijden R.T. op logopedisch gebied. (zie ook de informatie op de website: www.holterenk.nl)
6.6
De Fysiotherapeut
Met de fysiotherapeut van de fysiotherapie en kinderfysiotherapie Trifitt in Holten hebben we de afspraak kunnen maken dat er voor de kinderen van onze school de mogelijkheid bestaat dat de behandeling op school, tijdens schooltijd plaats vindt. Het intakegesprek met ouders vindt plaats in de praktijk van Trifitt. Mocht hieruit een behandeling voortkomen, dan wordt bekeken of deze op school plaats kan vinden. Dit hangt in ieder geval af van de zorgverzekeraars, die hierover van standpunt kunnen verschillen
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
24
7 ONS ONDERWIJS IN BASISVAARDIGHEDEN EN VAKINHOUDELIJK 7.1
Gezond gedrag
Gezond gedrag is voor veel kinderen een heel concreet en alledaags gegeven: te denken valt aan gezonde eetgewoonten, veiligheid en persoonlijke hygiëne. We vinden het belangrijk dat kinderen uitgerust en na een goed ontbijt op school komen. We besteden veel tijd aan het bevorderen van gewenst gedrag en maken hierover met de kinderen afspraken. Mocht het even niet goed gaan, dan volgen we een protocol ter voorkoming van pesten. Zijn er daarnaast andere aandachtspunten met betrekking tot de mentale en fysieke veiligheid van kinderen dan ondernemen we actie aan de hand van ons veiligheidsbeleid. We letten op de persoonlijke hygiëne van kinderen. Daarom is douchen na de gymlessen voor de groepen 5 t/m 8 verplicht. Ook is er na iedere vakantie een preventieve luizencontrole. De betrokkenheid met het eigen leefmilieu willen wij als school stimuleren. Als school nemen we bijvoorbeeld deel aan het heideproject, waarbij kinderen zorgen dat de hei in een gedeelte van de Holterberg in goede staat blijft. Ook gaan kinderen op kerkenpad, op excursie naar de waterzuivering en kijken ze bij de paddentrek. De leerlingen van groep 8 krijgen EHBO lessen wat resulteert in een jeugd EHBOdiploma. Docenten van de EHBO vereniging verzorgen hiervoor de lessen. In de opvoeding, de pedagogische benadering, bent u als ouders erg belangrijk voor ons. De invulling die u kiest is belangrijk voor de aansluiting met de cultuur en het klimaat op school. Wij stemmen het graag met u af vanuit onze pedagogische benadering in ons Daltononderwijs.
7.2
Sociaal-emotionele ontwikkeling
De school is in de eerste plaats bedoeld om van uw kind een verstandig zelfredzaam mens in de maatschappij te maken. Bij ontwikkeling en verstand denken we het eerst aan kennis en vaardigheden. Net als rekenen en taal gaat ook de sociaal-emotionele ontwikkeling niet vanzelf. Sociale omgang met andere kinderen en met volwassenen is ook iets dat geleerd moet worden. Gezin, samenleving en school, allemaal dragen ze bij aan de vorming van uw kind. Sociaal-emotioneel welbevinden is noodzakelijk voor het kunnen verwerven van kennis. Daarom moeten de kinderen zich veilig voelen op school. De school moet een plek zijn waar een kind de kans krijgt om uit te glijden en ook weer op te krabbelen; de kans om te oefenen in groepssituaties en om voor zichzelf op te leren komen zonder anderen te kwetsen.
7.3
Leefstijl
Voor sociaal emotionele en maatschappelijke ontwikkeling hanteren we op school de methode Leefstijl. Hiervoor worden specifieke Leefstijllessen gegeven. We gebruiken de uitgangspunten van Leefstijl in onze houding naar elkaar toe en passen deze ook toe in de dagelijkse lespraktijk. Kinderen leren hun eigen gedachten, opvattingen en eigenschappen voor anderen duidelijk te maken, leren zich verplaatsen in anderen en leren omgaan met conflictsituaties. Een goed contact tussen ouders en leerkrachten is van groot belang en wordt onder meer bevorderd door de ouderavonden in het kader van Leefstijl.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
25
7.4
De voorbereidende fase
Kinderen zijn speels. Daarom wordt er met name in de onderbouw uitgegaan van het beginsel van spelend en ontwikkelingsgericht leren. De leerkrachten stimuleren zoveel mogelijk de ontwikkeling van hun kleuters. Er worden materialen aangeboden die de ontwikkeling bevorderen en die bij het niveau van het kind passen. Wij hebben bewust gekozen voor gecombineerde 1/2 groepen van oudste en jongste kleuters. Vanaf de eerste schooldag gaan we uit van de Dalton principes, de kleuters die nieuw binnenkomen krijgen een “maatje” die de weg wijst in de groep. De kleuters leren omgaan met dagkleuren, weektaak en het planbord. Er wordt gewerkt met thema’s die bij kleuters passen. Een jonge kleuter is sterk op zichzelf gericht en moet daarom geleidelijk leren rekening te houden met anderen. Het samen spelen is dus heel belangrijk. De ontwikkeling van de taal neemt in deze onderbouwgroepen een belangrijke plaats in.
7.5
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)
De kansen op schoolsucces kun je niet vergroten door de blik alleen op later te richten. Daarom hebben we op de Holterenk gekozen voor het werken aan de hand van basisontwikkeling. Dit is, net als Dalton, een ontwikkelingsgerichte manier van werken. De aanpak van VVE is beschreven in het VVE beleidsplan. Het betekent dat er extra aandacht wordt besteed aan de ontwikkelingskansen van jonge kinderen door veel aandacht te geven aan de (taal)ontwikkeling van peuters en kleuters. Samen met de peuterspeelzaal werken we hier sinds 2006 aan. Wat we willen is, dat ontwikkeling en leren van meet af aan optimaal gestimuleerd worden en dat leerkrachten van de onderbouw aansluiten bij de mogelijkheden van de kinderen, die zij in hun groep ontvangen. De volgende punten zijn belangrijk om de ontwikkeling en het leren optimaal te stimuleren: • Kinderen helpen om te doen wat ze zelf willen en (bijna) kunnen in activiteiten, die op persoonlijkheidsontwikkeling zijn gericht. • Betrokkenheid, interesse en motivatie stimuleren. • Bemiddelen tussen wat kinderen belangrijk vinden en wat je als volwassenen voor een optimale ontwikkeling nodig vindt. • Ontwikkeling en leren samen opbouwen: kinderen, leidsters, leerkrachten en ouders. Voor meer informatie kunt u terecht op onze website: www.holterenk.nl
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
26
7.6
Taal
Het onderwijs op onze school is erop gericht, dat de leerlingen op taalgebied de volgende vaardigheden ontwikkelen: (Mondelinge) Taalvaardigheid - het mondeling overbrengen van informatie - leesvaardigheid leerlingen kunnen een schriftelijk taalaanbod begrijpen - het begrijpen van een tekst - hoofdzaken en bijzaken van een tekst kunnen weergeven Schrijfvaardigheid - gedachten en gevoelens uiten in een verhaal - brieven schrijven - werkstukken maken - taalbeschouwing - leren in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde te onderscheiden - regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden - regels voor het gebruik van leestekens Wij gebruiken de methode Taaljournaal. De doelstelling is dat met de invoering en de effectieve inzet hiervan de opbrengsten zullen verhogen. De methode sluit goed aan bij ons daltononderwijs. In deze methode komen alle onderwerpen aan de orde. In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt met de methode Schatkist. Dit is een voorloper van de lees- en taalmethode.
7.7
Lezen
Lezen heb je overal nodig. Wij besteden daarom veel aandacht aan het leesonderwijs: technisch lezen, motiverend lezen, begrijpend lezen, studerend lezen, informatie verwerven, boekbespreking en natuurlijk het voorlezen. Deze leesvormen kunnen zowel individueel als in groepsvorm voorkomen. Ten behoeve van het aanvankelijk lezen wordt op de Holterenk de nieuwe versie van de methode Veilig Leren Lezen gebruikt. Met deze methode leren de kinderen niet alleen lezen, maar deze methode helpt de kinderen ook om andere aspecten van taal te ontwikkelen, zoals spreken, luisteren en de woordenschat. Wanneer kinderen bij ons op school komen hebben ze al kennis gemaakt met taal- en leesactiviteiten. In de groepen 1 en 2 komen structureel veel aanvankelijke taal en leesactiviteiten aan de orde. In groep 2 vindt vanaf de voorjaarsvakantie aanvankelijk en voortgezet technisch lezen plaats met behulp van de nieuwste versie van de methode Veilig Leren Lezen. Iedere dag starten de groepen 3 t/m 8 met ca. een half uur lezen in verschillende werkvormen, waaronder motiverend lezen, Estafette, connect en ralfi en tutor lezen. Tijdens dit half uur lezen de groepen 3 t/m 8 gedurende vier momenten in de week groepoverstijgend. Voor leerlingen die extra begeleiding nodig hebben bij het lezen, is er op deze momenten ruimte voor extra hulp in de vorm van connect, ralfi en instructie voor het motiverend lezen. Kinderen die avi 9 hebben gehaald, werken 1 x in de week aan werkstukken. In de hogere groepen komt de nadruk steeds meer op het begrijpend en studerend lezen te liggen. Hiervoor wordt vanaf groep 4 de methode Nieuwsbegrip XL gebruikt. Op de Holterenk leren de kinderen niet alleen technisch en begrijpend lezen, we proberen ze ook liefde voor lezen en boeken bij te brengen. Er zijn activiteiten in het kader van leespromotie zoals bijv. de schoolbibliotheek voor de groepen 1 t/m 4, leeskisten, gehuurd via de bibliotheek, die boeken van allerlei leesniveaus en thema’s bevatten. Jaarlijks doen we mee aan de voorleeswedstrijd, het voorleesontbijt en activiteiten in het kader van de Kinderboekenweek.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
27
7.8
Rekenen
Het onderwijs op het gebied van rekenen is erop gericht, dat de leerlingen verbindingen kunnen leggen tussen rekenen en hun dagelijkse leefwereld. Wij gebruiken hiervoor vanaf dit schooljaar de methode Wereld in getallen. De methode is opgebouwd volgens de beproefde dakpanconstructie: oriëntatie, begripsvorming, oefenen en automatiseren. Hiermee krijgt elk kind een goede rekenbasis. De nieuwe versie van De wereld in getallen bevat nog meer oefening en herhaling. Er is een weektaak voor zelfstandig werken en praktische differentiatie op 3 niveaus. We kunnen dan ook inhoudelijk en in tempo differentiëren. Dit doen we onder meer door te compacten, te verdiepen en verrijken. In het rekenbeleidsplan, balansmodel en beleid voor hoogbegaafden is de rekenaanpak vastgelegd. Voor rekenen zijn er methodegebonden en andere aanvullende computerprogramma’s beschikbaar en worden dagelijks ingezet. Onderdelen bij het rekenen zijn: - tellen, terugtellen, optel- en vermenigvuldigtafels tot 10, hoofdrekenen - cijferen - verhoudingen en procenten - breuken en decimale breuken - meten - meetkunde
7.9
Schrijven
Bij het schrijven letten we erop dat de kinderen een vlot lopend handschrift leren. Hoewel steeds meer ‘schrijven’ met behulp van de computer plaatsvindt, is het voor de motorische ontwikkeling van kinderen van belang dat ze goed leren schrijven. Nadat bij de kleuters de eerste krabbels zijn gezet en de eerste letters zijn geschreven, wordt daarna vanaf groep 3 verder gewerkt met de methodes Veilig Leren Lezen en Pennenstreken. De letters worden woorden en woorden worden zinnen. Kinderen leren dus naast mondeling taalgebruik ook schriftelijk taalgebruik waarbij het schrijfonderwijs erop is gericht dat het technisch goed wordt aangeleerd. De kinderen leren de schrijfletters aan elkaar te verbinden en hoofdletters te schrijven. In hogere groepen is schrijven een creatiever proces en ontwikkelen de kinderen meer en meer hun eigen handschrift. De leerlingen van groep 3 starten het schrijfonderwijs met het driekantige potlood. Hiervoor is gekozen in verband met de ergonomische vorm die bijzonder geschikt is om de kinderen een goede pengreep en schrijfhouding aan te leren. Aan het eind van groep 3 maken de kinderen kennis met de pen en krijgen op dat moment éénmalig een stevige en goed schrijvende pen uitgereikt. Mochten zich in de ontwikkeling problemen voordoen kan het potlood aangepast worden met een “gripper” of krijgt de leerling tijdelijk beschikking over een specifiek voor het schrijfonderwijs geschikt potlood. Deze hulpmiddelen maken het voor de leerlingen vrijwel onmogelijk een verkeerde pengreep te hanteren en bevorderen de souplesse in het schrijven. Mochten zich tijdens de overgang van potlood naar pen problemen voordoen, dan zal de desbetreffende leerkracht eventueel besluiten tijdelijk over te gaan naar aangepast schrijfmateriaal die de schrijfontwikkeling zal bevorderen. Dit zal altijd in overleg gaan met de intern begeleider en/of fysiotherapeut. Hiervoor zal een handelingsplan worden geschreven en dit zal met u als ouder worden besproken. Het streven blijft echter dat leerlingen zonder hulpmiddelen en aangepast materiaal duidelijk leesbaar en soepel kunnen schrijven. Wanneer de problemen zich niet meer voordoen zal dan ook worden overgestapt naar het gebruikelijke materiaal, hierbij wordt het aangepaste materiaal weer ingenomen. Deze materialen blijven namelijk eigendom van school. Onze ervaringen laten zien dat ouders zeer betrokken zijn bij het onderwijs van hun kind en het belang van een goed handschrift op waarde weten te schatten. Uiteraard zijn wij als school blij met deze betrokkenheid, maar willen wel graag als overlegpartner fungeren bij aankoop van gespecialiseerd schrijfmateriaal door ouders. Dit om te voorkomen dat onze leerlingen afhankelijk worden van gespecialiseerd schrijfmateriaal. schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
28
7.10 Engels Vorig schooljaar hebben we besloten Engels uit te breiden naar de groepen 5 en 6. Het doel is om het Engels voor alle kinderen te verbreden en verdiepen. Het biedt ook een betere basis voor de overstap naar het voortgezet onderwijs. We oriënteren ons volgend jaar op uitbreiding van het aanbod aan de groepen 1 t/m 4. De Engelse lessen van Take it easy voor het basisonderwijs hebben een vaste structuur. De leerlingen maken kennis met een thema via een filmpje of lied. Take it easy biedt luister- en spreekopdrachten aan in de vorm van een dialoog, cartoon, spel of ‘total physical response’ activiteit. Groep 5 en 6 hebben eens in de 2 weken een Engelse les met Take it easy. Voor deze groepen is het leerjaar verdeeld in 6 units van elk 3 lessen. In totaal komt dit neer op 18 lessen in het jaar. Groep 7 en 8 hebben wekelijks een Engelse les met Take it easy. Voor deze groepen staan er per jaar 30 lessen op het programma. Ook hier is het leerjaar verdeeld in 6 units, maar dan van elk 5 lessen. Take it easy heeft het digibord als uitgangspunt. Leerlingen doorlopen de lesstof via thematische filmpjes, muziekclip en afwisselende opdrachten. De teksten worden gesproken door native speakers. De kinderen worden interactief betrokken in het zelf spreken door herhaling van gesproken tekst, karaoke, liedjes en spel, veelal in een zinvolle context. Alle opdrachten worden zowel visueel als auditief aangeboden, ook de oefeningen in het werkboek. De leerling module bevat alle onderdelen van de les waarbij de teksten worden uitgesproken. Dit is handig voor leerlingen die de les willen herhalen of als ze de les gemist hebben. De module kan ook ingezet worden als pre-teaching voor leerlingen die moeite hebben met Engels.
7.11 Wereldoriëntatie Vakken als aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs worden vaak met één woord als wereldoriëntatie aangeduid. Bij aardrijkskunde leren de kinderen Nederland, Europa en de Werelddelen kennen. Dit betekent, dat de kinderen leren hoe de mensen er leven en hoe de landen eruit zien. Ook maken zij kennis met begrippen als klimaat, vulkanisme, plaatsbepalingen op aarde, enz. Vanzelfsprekend wordt ook de topografie niet vergeten. Bij het geschiedenisonderwijs wordt vooral gekeken hoe het leven was in de voorbije eeuwen. Reeksen jaartallen en krijgsgeschiedenis zult u in een moderne geschiedenismethode weinig of helemaal niet aantreffen. Wel worden belangrijke gebeurtenissen gekoppeld aan een tijdstip of periode in de geschiedenis. Bij de nieuwste geschiedenis wordt steeds de verbinding gelegd met landen en culturen, waar het leven van vandaag sterke gelijkenis vertoont met het leven in onze vroegere maatschappij. Het natuuronderwijs is erop gericht kinderen zicht te geven op samenhang in de levende en niet-levende werkelijkheid, waarmee het leven van ons mensen onlosmakelijk verbonden is. Ontdekkende en onderzoekende activiteiten zijn daarbij onmisbaar. Er wordt respectievelijk gebruik gemaakt van de methoden Een Wereld van Verschil, Bij de Tijd en Natuurlijk. Daarnaast wordt er veelvuldig gebruik gemaakt van leskisten van natuur en milieu educatie en de GGD. Ook wordt de schooltelevisie gebruikt als aanvulling op het onderwijsaanbod.
7.12 Techniek Het ministerie van Onderwijs, technische bedrijfstakken en de vakbeweging hebben gezamenlijk de ambitie uitgesproken om techniek een structurele plek te geven in het basisonderwijs. Dit op basis van twee motieven.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
29
- Ten eerste is techniek bij uitstek een middel om een eigentijdse, aantrekkelijke en motiverende leeromgeving voor kinderen te creëren. - Ten tweede is het belangrijk dat kinderen een realistisch beeld krijgen wat de betekenis van techniek en technologie is voor de maatschappij, zodat een eventuele keuze voor techniek in het voortgezet onderwijs een interessante en volwaardige optie wordt. Stichting Zwaluwstaarten Deze stichting is door het bedrijfsleven in de regio in het leven geroepen ter ondersteuning van de verbreding van techniekonderwijs op de basisschool vanuit dezelfde motieven als hierboven beschreven. Een aanzienlijk aantal basisscholen in de Hof van Twente en Rijssen–Holten participeren hierin en hebben een convenant gesloten. Ook wij nemen hieraan deel. Stichting Zwaluwstaarten levert 36 leskisten voor de bovenbouw en een aanzienlijk deel van de aanvullende verbruiksmaterialen. Wij zetten de leskisten en de lessen in vanaf groep 5. Dit doen we tijdens reguliere lessen, de crea-middag en keuzewerk. We werken aan de ontwikkeling van een doorgaande lijn, vastleggen van doelen voor school, instandhouding van voldoende materiaal, ruimte en kennis en kunde. Onze techniekcoördinator zorgt voor de goede gang van zaken. Kijk voor meer informatie op: www.techniekcoach.nl en www.zwaluwstaarten.com
7.13 Verkeer In het dagelijks leven nemen de kinderen deel aan het verkeer. Zij zijn een kwetsbare groep. Op school besteden we dan ook tijd aan de omgangsvormen met elkaar in het verkeer. De school heeft een verkeerscommissie die een aantal activiteiten per jaar organiseert bijv. in het kader van ‘Op voeten en Fietsen’. Wanneer de ‘r’ in de maand is dragen de kinderen standaard verkeershesjes wanneer ze de straat opgaan. In groep 7 zijn de kinderen ook druk met verkeer. Zij nemen naast het landelijk schriftelijke verkeersexamen ook deel aan het praktisch verkeersexamen. Voor verkeer gebruiken we de methode Wijzer door het verkeer, waarin leerlingen leren omgaan met het verkeer waaraan zij dagelijks deelnemen.
7.14 Expressievakken Aan expressieactiviteiten tekenen, handvaardigheid, drama en muziek wordt ruime aandacht besteed. Tijdens de expressievakken richten we ons in het bijzonder op het plezier van de activiteit, zonder daarbij het resultaat uit het oog te verliezen. De methode die gebruikt wordt is Moet je doen. De bovenbouw heeft, groependoorbrekend, één middag in de week een zogenaamde ’creamiddag’. De leerlingen werken onder begeleiding van de leerkrachten gedurende 4 weken met bepaalde thema’s. In de 5e week beoordelen zij elkaars werk. Natuurlijk zijn er meerdere momenten waarbij kinderen creatief bezig kunnen zijn Er zijn bijvoorbeeld maandsluitingen, een musical en projecten. Ook tijdens het reguliere keuzewerk is er de gelegenheid te kiezen voor een aantal expressieve onderdelen.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
30
7.15 Bewegingsonderwijs In de kleutergroepen staat bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. Doelstelling van deze lessen is dat de leerlingen zich bewegend ontwikkelen. Leerlijnen zoals mikken, vangen, slaan, voortbewegen met de bal worden geoefend. Evenals het uitvoeren van verschillende rollen binnen spelsituaties. Samen spelen, winnen en verliezen zijn hierbij belangrijke elementen. De kinderen spelen en bewegen dagelijks op het schoolplein en in het speellokaal. Vanaf groep 3 krijgen de kinderen 2 keer per week 45 minuten gymles van een gekwalificeerde (groeps)leerkracht in de gymzaal. We gebruiken voor het bewegingsonderwijs de methode Bewegen Samen Regelen. Het uitgangspunt van deze methode is dat kinderen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om hun bewegingsmogelijkheden te vergroten. Een positieve houding ontwikkelen in sport en spel en samen met elkaar bewegen is hierbij een tweede uitgangspunt. Wij werken volgens een jaarplanning waarin alle leerlijnen goed vertegenwoordigd zijn. Voor alle groepen geldt dat er gegymd wordt in gymkleding: een korte broek met T-shirt of een gympakje. Vanwege hygiëne zijn gymschoenen verplicht. Vanaf groep 5 douchen de kinderen na de gymles. Daarom zijn een handdoek en eventueel badslippers wenselijk. In de gemeente Rijssen-Holten vindt het project Kies voor Hart en Sport plaats, waarbij verschillende sportverenigingen kennismakingsactiviteiten aanbieden om kinderen te betrekken bij sporten via school. Onze school neemt hier actief aan deel. Jaarlijks zijn er voor groep 8, aangevuld met kinderen uit groep 7, het schoolvoetbaltoernooi en zaalhandbaltoernooi. Ook is er jaarlijks voor de kinderen vanaf groep 5 een sportdag voor de scholen in Holten.
7.16 Zwemmen in de gymtijd In de maanden juni en juli wordt een gymles per week ‘ingeruild’ voor een zwemles. Deze wordt gegeven door een gekwalificeerde medewerker van het zwembad. De groepsleerkracht is aanwezig en heeft de supervisie. Deze lessen worden mogelijk gemaakt door medewerking van het zwembadpersoneel en zijn realiseerbaar zolang deze medewerking bestaat. Jaarlijks wordt dit vastgesteld.
7.17 ICT en multimedia ICT (Informatie en Communicatie Technologie) en het omgaan met multimedia is een onderdeel van het onderwijsleerpakket dat de laatste jaren meer aandacht heeft gekregen. De school is voorzien van een draadloos computernetwerk met internetaansluiting. Hierdoor is het mogelijk om het leren omgaan met computers en multimedia structureel aan te pakken. De school is uitgerust met digiborden en Pc’s die ten dienste van het onderwijs worden ingezet. De school heeft een nieuwe website waarbij het doel onder andere is dat leerkrachten en leerlingen deze steeds meer groepsgewijs vullen. Leerlingen leren omgaan met internet waarbij we m.b.v. het mediaprotocol invulling geven aan het wel en niet op het internet. Multimedia als MSN, Hyves, Facebook en Twitter maken steeds meer deel uit van het dagelijks leven van kinderen. Op school maken we hier incidenteel gebruik van maar is nog geen standaard in de dagelijkse praktijk. Wel maken we kinderen bewust van de mogelijkheden en ‘gevaren’. Leerlingen mogen tijdens schooltijd (nog) geen individueel, privégebruik maken van eigen multimediale middelen.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
31
7.18 Geestelijke stromingen/ Burgerschapskunde Natuurlijk besteden we ook aandacht aan geestelijke stromingen en het nieuwe begrip burgerschapskunde. Op een openbare school is geen der godsdiensten of levensovertuigingen dominant aanwezig. Uitgangspunt is respect voor andermans opvattingen. Dat respect komt voort uit kennis, kunde en vaardigheden met betrekking tot diverse godsdiensten, culturen en kennis van de samenleving. Het gevolg is dat kinderen beter begrijpen waarom andere mensen andere gebruiken hebben en andere opvattingen over praktische dingen in het leven. Zo leren ze genuanceerder te denken over het wereldnieuws, maar ook over het nieuws naast de deur. Ze zullen hierdoor minder snel (voor)oordelen hebben over dingen die ze niet gewend zijn. Op onze school bereiden we op deze manier de kinderen voor op de multiculturele samenleving die Nederland is. De groepsleerkracht verzorgt het grootste deel van de lessen hierover, meestentijds ingebed in het reguliere programma. Daarnaast bieden we de kinderen van groep 3 t/m 8 de mogelijkheid om drie kwartier per week godsdienstles of humanistisch vormingsonderwijs te volgen. De meeste kinderen maken hier gebruik van. Zij komen dan in aanraking met verschillende invalshoeken t.a.v. het beleven van geloofs- en levensovertuigingen.
7.19 Studievaardigheden Studievaardigheden worden voor kinderen steeds belangrijker. Informatie is overal te vinden, zeker op internet. Maar hoe zoek je gericht? En waar vind je de juiste informatie en hoe verwerk je die? Met de methode Blits leren kinderen het lezen, begrijpen en verwerken van allerlei informatiebronnen, via de vier onderdelen van studievaardigheden. Inhoud van het programma -
omgaan met studieteksten gebruiken van informatiebronnen (waaronder internet!) kaartlezen lezen van schema’s, tabellen en grafieken
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
32
8
LEERTIJD
8.1
Algemeen
Wij streven naar een goede verdeling van leer- en vormingsgebieden en houden rekening met de behoeften van onze leerlingen. Daar waar nodig besteden we meer tijd aan taal en/of rekenonderwijs. We maken dan de keuze om binnen de gegeven leertijd minder tijd te besteden aan kennisgebieden. Wanneer dit niet afdoende is wordt in overleg met ouders besloten tot werk buiten schooltijd en/of al dan niet tijdelijk een eigen leerweg op een specifiek terrein. In de hoogste groepen is huiswerk een structureel onderdeel van het onderwijs. We streven naar een zo gering mogelijk verlies van onderwijstijd door: - tijdig starten en eindigen van lessen - tijdig starten en eindigen van pauzes - beperken eet- en drinktijden - beperken reistijd van en naar onderwijslocaties - geode les-, locatie-, en groepswisselingen - goede verdeling van ruimtes door planning - regelen inlooptijden ouders - beperken van onderbrekingen door leerlingen van andere groepen - voorkomen lesuitval o uitstapjes hebben een onderwijskundig doel o bij afwezigheid personeel vindt vervanging plaats of voortgang van het programma middels de taakbrief o de school hanteert de wettelijke kaders voor het verlenen van verlof aan leerlingen o We stellen richtlijnen op voor verzuim door hulpverlening
8.2
Urenberekening
Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat: a. de leerlingen in beginsel binnen een tijdvak van 8 aaneensluitende schooljaren de school kunnen doorlopen; b. de leerlingen in 8 schooljaren tenminste 7520 uren onderwijs ontvangen, met dien verstande dat de leerlingen in de eerste 4 schooljaren ten minste 3520 uren onderwijs en in de laatste 4 schooljaren ten minste 3760 uren onderwijs ontvangen, en aan de leerlingen in de laatste 6 schooljaren ten hoogste 7 weken van het schooljaar 4 dagen per week onderwijs wordt gegeven, die evenwichtig zijn verdeeld over het schooljaar, bij een schoolweek van in beginsel niet minder dan 5 dagen onderwijs, de onderwijsactiviteiten evenwichtig over de dag worden verdeeld. Hierbij hanteren we de landelijke norm vanuit ‘school aan zet’ als uitgangspunt. Voor kinderen die meer leertijd nodig hebben om basisvaardigheden aan te leren wordt tijd extra ingeruimd ten koste van de leertijd m.b.t. kennisgebieden en expressie. • Wij streven naar een goede verdeling van leer- en vormingsgebieden. • Wij streven naar een goede dagelijkse verdeling van leer-, werk- en speeltijd. • Wij streven naar voldoende leer- en werktijd n.a.v. de individuele onderwijsbehoefte. urenverdeling per week per leer- en vormingsgebied Groep 3-4 Groep 5-8 landelijk norm
Nederlandse taal Rekenen en wiskunde Kennisgebieden Anders Weektotaal in uren
30% 30% 25% 15% ±22
school
35% 30% 25% 10%
Gewichten
35% 40% 15% 5% ±22
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
school
45% 40% 10% 5%
landelijk norm
30% 30% 25% 15% ±26
school
35% 30% 25% 10%
gewichten
35% 40% 15% 5% ±26
school
45% 40% 10% 5%
33
9
KWALITEIT EN KWALITEITSZORG
9.1
Algemeen
De school is een lerende organisatie, de zorg voor kwaliteit is nooit af. In de nieuwe beleidsperiode staat meer ondernemings- en klantgericht denken op de voorgrond. Bij alles wat we doen, vragen we ons af of we de goede dingen doen en of we de dingen goed doen. Belangrijk hierbij is de overweging wat ouders en kinderen hieraan hebben en dat ook communiceren. Teamleden zijn verantwoordelijk voor de resultaten en stappen die moeten worden genomen om de kwaliteit te verbeteren. Om het proces en resultaat van kwaliteitszorg te kunnen bepalen gebruiken we diverse instrumenten. Dit zijn bijvoorbeeld: - de tweejaarlijkse ouder- en leerlingtevredenheidspeiling - het CITO leerlingvolgsysteem, entreetoets en eindtoets en bijbehorende interventiemogelijkheden - het schoolondernemingsplan: dé leidraad voor onze school - kwaliteitszorginstrument: ZEK (PO-raad) - sterkte/zwakte analyse, zoals aangegeven in het schoolplan Maar ook bijvoorbeeld de uitkomsten en bevindingen van klassenbezoeken, de inspectiebezoeken, de visitatie van de Nederlands Dalton Vereniging leveren zinvolle informatie op die gebruikt wordt voor verbetering van de onderwijskwaliteit. Op basis van de resultaten van de leerlingen kijken we of de kwaliteit van het totale onderwijsaanbod op peil blijft en of er voldoende voorzieningen zijn voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften; bijvoorbeeld of er genoeg materialen beschikbaar zijn voor hoogbegaafden. Aandachtspunten voor het komende jaar zijn het lezen en rekenen.
9.2
Cyclus van kwaliteitszorg
Kwaliteitsbepaling: In de visie, missie, ambitie en beleid van onze school geven we voor de lange termijn (vier jaar) en op een abstracter niveau aan wat wij met ons onderwijs willen bereiken. Deze fase van bezinning op eigen identiteit in brede zin wordt zeer serieus genomen en gerelateerd aan onderwijskundige, maatschappelijke en levensbeschouwelijke ontwikkelingen. Kwaliteitsbewaking: Allereerst gaat het hierbij om het verzamelen van informatie op grond waarvan wordt bepaald in welke mate de kwaliteitseisen zijn gerealiseerd. Deze verzameling vindt plaats met behulp van de genoemde instrumenten. Het gaat erom dat gemaakte afspraken worden nagekomen. We spreken van "borging" als bereikte resultaten en werkwijzen worden vastgehouden. Daarom worden ieder half jaar vernieuwingen en verbeteringen geëvalueerd. Kwaliteitsverbetering: Door het verzamelen en analyseren van de gegevens kunnen verbeteringsplannen en aanpassingen in beleid worden opgesteld. Deze zijn in 2011 opgesteld en geïntegreerd in het schoolondernemingsplan, het daltonbeleidsplan, het ICT-beleidsplan en het zorgbeleidsplan. Hierin staan in het vervolg de conclusies en activiteiten op basis van de gegevens die met behulp van de diverse instrumenten zijn verzameld. De plannen hebben een geldigheidsduur van vier jaar en worden jaarlijks uitgewerkt in een jaarplanning. In de schoolgids en het jaarverslag wordt tussentijdse verantwoording afgelegd aan ouders, bevoegd gezag, MR en inspectie.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
34
10
RESULTATEN
10.1 Inspectietoezicht Wij vallen binnen het basisarrangement van de onderwijsinspectie. D.w.z. dat er geen risico’s zijn ten aanzien van de onderwijskwaliteit. De inspectie van het onderwijs heeft onze school in april 2012 bezocht. Tijdens een dergelijk bezoek gaat de inspecteur na of de school goed onderwijs geeft en of de resultaten van de leerlingen wel voldoende zijn. De inspectie doet dit door te beoordelen of de school voldoet aan een aantal kwaliteitseisen. Dit vindt de inspectie van onze school de inhoud van ons onderwijs de tijd die onze leerlingen krijgen om de belangrijkste vakken te leren de zorg voor de leerlingen de leerresultaten
goed goed voldoende voldoende
De resultaten zijn zeker niet slecht, maar geven wel aan dat het nog beter kan. We investeren in de leerlingenzorg, de kwaliteit van de instructie en het klassenmanagement. We richten ons in het bijzonder op het vergroten van de basisvaardigheden taal, rekenen, begrijpend lezen en de analyse van de opbrengsten, evenals de te treffen maatregelen.
10.2 Toetsgegevens De toetsgegevens van de kinderen vindt u in de individuele rapportage die u drie keer per jaar van ons ontvangt. (bij de kleuters is dit twee keer) Hierop staan de resultaten van alle onderwijsonderdelen. In groep 7 ontvangt u ook de resultaten van de CITO entreetoets. De resultaten van de entreetoets hebben een voorspellende waarde voor plaatsing in het voortgezet onderwijs, evenals de gegevens van het leerlingvolgsysteem. In groep 8 maken alle leerlingen vanaf dit schooljaar een eindtoets. Deze verplichte toets meet de prestaties van ieder kind in taal, rekenen en e.v.t. wereldoriëntatie. (dit nieuwe kader is toegevoegd als bijlage) Leerlingen die waarschijnlijk in aanmerking komen voor leerwegondersteunend onderwijs maken op het voortgezet onderwijs in december, voorafgaand aan de CITO toetsen, een toets voor indicatie en verwijzing die een bindend advies oplevert voor het niveau van plaatsing op een school voor voortgezet onderwijs. De prestaties van alle leerlingen in groep 8 bij elkaar zeggen iets over het resultaat dat onze school haalt. Het eindresultaat van alle scholen in Nederland ligt tussen 500 en 550; het landelijke gemiddelde ligt rond 535. 2012 2013 2014
533,1 533.9 540,1
De tussentoetsen van Cito in het leerlingvolgsysteem worden op voorgeschreven data en volgens de norm afgenomen. De resultaten zijn, landelijk vergeleken, voldoende tot goed.
10.3 Schooladvies Het schooladvies dat kinderen na 8 jaar basisonderwijs krijgen is afgestemd en besproken met ouders en kinderen en gebaseerd op gegevens uit het leerlingvolgsysteem. Ook nemen we de houdingsaspecten, inzet en karakter van leerlingen mee in ons advies aan het voortgezet onderwijs. Wij vinden het heel belangrijk dat leerlingen voldoende kennis, kunde en vaardigheden hebben om zich verder te kunnen ontwikkelen op het voortgezet onderwijs. Gelukkig blijkt dit ook uit de gegevens die we elk jaar van het voortgezet onderwijs krijgen. In het merendeel van de gevallen neemt de school voor voortgezet onderwijs het advies van de basisschool over. Dit advies wordt zowel schriftelijk vanuit het leerlingvolgsysteem alsmede in een gesprek
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
35
met een vertegenwoordiger vanuit het voortgezet onderwijs persoonlijk uiteengezet. Wanneer er sprake is van twijfel over het niveau waarop de leerling kan instromen dan kan de school voor voortgezet onderwijs nog een test afnemen om de definitieve plaatsing te bepalen. Dit komt voor wanneer het bijv. de wens van ouders is om de leerling op een hoger niveau te plaatsen dan door de basisschool wordt geadviseerd. Het resultaat van de test die op de school voor voortgezet onderwijs wordt gemaakt is bindend voor het niveau van plaatsing.
praktijkonderwijs
Leerwegondersteunen d onderwijs (LWOO)
VMBO basisgericht / kadergericht
VMBO kadergericht / theoretisch
VMBO theoretisch / Havo
Havo / VWO
2011 2012 2013 2014
aantal leerlingen groep 8
10.4 Schema advies en plaatsing in de afgelopen schooljaren
17 22 26 31
0 3 3 0
1 0 0 3*
2 5 2 2
0 4 4 4
6 4 7 13
8 6 10 12
*3 x LWOO in BK en KT 10.5 Oudertevredenheidpeiling Eind 2012 is een tevredenheidpeiling gehouden, door het bureau DUO onderwijsonderzoek, onder alle ouders van alle ROOS scholen. De samengevatte uitkomsten en maatregelen zijn toegevoegd aan de bijlage van de schoolgids. De Holterenk krijgt van u een 7,7 (vorige keer 7,5). Dit is een kleine verbetering maar we gaan natuurlijk voor minimaal een 8. We nemen uw bevindingen dan ook serieus en nemen op betreffende aandachtsgebieden maatregelen. De minst scorende gebieden zijn ‘begeleiding’ (7,5) en ‘geledingen’ (7,3). In het kader van ‘begeleiding’ is er onduidelijkheid over de wijze waarop wordt omgegaan met ongewenst gedrag in de klassen en of er – te – veel aandacht wordt besteed aan leerlingen met gedragsproblemen. Met betrekking tot ‘geledingen’ wordt aangegeven dat de inhoud en de werkwijze van de MR onbekend en onduidelijk is. De voorzieningen (8,6), schoolgebouw en omgeving (8,4), personeel (8,1) en extra activiteiten (8,1) krijgen allemaal een dikke 8. Het onderwijs en de identiteit krijgen een 7,9. Vergeleken met alle andere scholen in Nederland die aan dit onderwijsonderzoek deelnemen, scoren we op alle punten vergelijkbaar of duidelijk hoger. Hier zijn we natuurlijk gepast trots op.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
36
11
DE OUDERS
11.1 Ouderbetrokkenheid Ons streven is dat u trots bent op de school van uw kind(eren) Ouders worden informeel en formeel, incidenteel en structureel betrokken bij activiteiten en schoolontwikkelingen. Wij doen dit door ouders van nu te betrekken bij groepsactiviteiten als bijv. klassenouder of verkeersouder. Ouders worden ook gevraagd bij activiteiten en ontwikkelingen waar zij incidenteel bij betrokken willen zijn. We betrekken de ouderraad en medezeggenschapsraad bij organisatorische en onderwijskundige ontwikkelingen. Ook houden we open avonden en dagen en zijn ouders welkom bij open lessen. De teamleden zijn zich bewust van een open houding en staan u vriendelijk en professioneel te woord. Er zijn groepsinformatieavonden, rapportbesprekingen, huisbezoeken, individuele informele en formele gesprekken in het kader van leerlingbegeleiding. Ons schoolbeleid is er mede op gericht dat de tevredenheid in orde is. We zijn ons bewust van onze partnerrelatie met ouders en kinderen. U en uw kind zijn tenslotte ons bestaansrecht en gezamenlijk hebben we gedurende een periode de zorg voor de ontwikkeling van uw kind. Wij voelen ons dan ook samen met u verantwoordelijk voor het onderwijs aan en de opvoeding van uw kinderen. Daarom vinden wij een goede samenwerking erg belangrijk. Om daarvoor te zorgen, maken we de school voor u zo toegankelijk mogelijk en doen we ons best u goed te informeren. Hebt u als ouder vragen aan de school, dan kunt u die altijd stellen, via de groepsleerkracht of de directie. Voor een goede communicatie tussen u en ons is het van belang dat we elkaar vertrouwen en begrip en respect voor elkaar hebben.
11.2 Medezeggenschapsraad Voor leerkrachten als werknemer is een goede rechtspositie belangrijk. Ouders hebben baat bij goed onderwijs en een prettig opvoedingsklimaat voor hun kinderen. Om een school goed te laten functioneren is het belangrijk tegemoet te komen aan deze belangen. Daarom heeft de school een medezeggenschapsraad (MR) die het overleg tussen beide groepen regelt. De taken en bevoegdheden van de MR zijn nauwkeurig omschreven in het reglement. De MR op onze school bestaat uit zes leden. Drie leden worden gekozen uit en door de ouders, drie leden worden gekozen uit en door het personeel van de school. De namen van de ouders en van de personeelsleden die zitting hebben in de MR vindt u in de bijlagen achter in deze gids. De stichting ROOS heeft een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) waar onderwerpen besproken worden die voor alle scholen van belang zijn. Het spreekt vanzelf dat ook de bevoegdheden van de GMR nauwkeurig in een reglement zijn vastgelegd. In de GMR zijn evenveel ouders en leerkrachten vanuit alle scholen binnen stichting ROOS vertegenwoordigd. In dit schooljaar wordt de GMR verkleind waardoor niet alle scholen een vertegenwoordiging in de GMR hebben. Alle onderwerpen die op school van belang zijn, komen in de MR aan bod. Mocht u een bepaald onderwerp van algemeen belang graag behandeld zien, dan kunt u dat via de MR aankaarten. De vergaderingen van MR en GMR zijn, tenzij anders vermeld, openbaar. (meer informatie over de MR vindt u op de website, www.holterenk.nl)
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
37
11.3 De ouderraad De belangrijkste doelstelling van de ouderraad is het organiseren van activiteiten die de goede gang van het onderwijs en het welzijn en plezier van de kinderen op school bevorderen. Naast het organiseren van de activiteiten wil de OR ook meedenken over zaken die op school aan de orde zijn en als contactorgaan fungeren tussen de ouders en diverse andere geledingen die binnen de school bestaan. De OR helpt bij het organiseren van verschillende activiteiten o.a. rondom Sinterklaas, Kerst, Pasen, carnaval, playbackshow, eindfeest groep 8, schoolreisjes, enz. Om alles goed te laten verlopen heeft de OR een jaarplan gemaakt waarin ze algemene informatie geeft over het doen en laten van de OR en welke activiteiten zij in het komende schooljaar wil uitvoeren. Iedere ouder waarvan een kind op school staat ingeschreven, kan zich verkiesbaar stellen als kandidaat voor de ouderraad. Er is structureel een leerkracht bij de vergaderingen vertegenwoordigd. De ouderraad begroot de uitgaven van de vrijwillige ouderbijdragen. Hieruit worden allerlei activiteiten voor de kinderen bekostigd. De ouderraad verantwoordt de uitgaven aan het bestuur van stichting vrienden van de Holterenk die uw bijdragen beheert. (meer informatie over de OR kunt u vinden op www.holterenk.nl, contact opnemen;
[email protected])
11.4 Taakgroepen en commissies Personeelsleden van de school hebben verschillende schooltaken, naast hun lesgevende taken. Zij hebben hierin een coördinerende en/of deelnemende rol. Zo zijn er bijv. de taakgroep kinderboekenweek en voorleesontbijt, cultuur en techniek. Als coördinator zijn zij het aanspreekpunt. Een overzicht van taken en rollen kunt u vinden in de bijlage van deze schoolgids en op onze website. De ouderraad werkt met commissies. Dit zijn ook taakgroepen, samengesteld uit ouders van de ouderraad, zo nodig aangevuld met andere ouders die bij een bepaalde activiteit willen helpen en een teamlid. De commissies regelen de goede gang van zaken bij jaarlijks terugkomende activiteiten zoals het vieren van bijv. Sinterklaas, Kerst, Pasen. Ook kunnen er taakgroepen worden samengesteld voor incidentele activiteiten. In beide gevallen betekent het dat een taakgroep/commissie het mandaat heeft in coördinatie en regie voor die specifieke activiteit. Vooraf is de doelstelling bekend en gecommuniceerd in het team en de ouderraad. Hiervoor dient de aanwezigheid van 2 leerkrachten bij het overleg van de ouderraad. Het streven is om aan de hand van een planning, c.q. draaiboek te werken. Dit draaiboek wordt gebruikt om de taken te verdelen en de doelstellingen te realiseren. Tevens dient het als borging van de – jaarlijks – terugkeer van de activiteit. De commissies/taakgroepen evalueren de activiteit in overleg en leggen dit in ieder geval schriftelijk vast. Zij zorgen hiermee tevens voor terugkoppeling naar team en ouderraad.
11.5 klassenouders Elke groep heeft twee klassenouders. Dit zijn vaders of moeders die onder andere helpen bij de organisatie van allerlei activiteiten in en om de groep. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor de groepsleerkracht m.b.t. organiseren van de activiteiten. De groepsleerkracht overlegt met de klassenouders op welke manier hier vorm aan wordt gegeven. Tevens zijn de klassenouders de verbinding naar de andere ouders van de kinderen in de groep. De klassenouders benaderen andere ouders voor inzet bij activiteiten. Kortom, de klassenouders fungeren als schakel tussen de te organiseren activiteiten, de groepsleerkracht en de ouders van de groep. U kunt voor veel zaken van organisatorische aard bij hen terecht. U wordt aan het begin van het jaar door de groepsleerkracht gevraagd u beschikbaar te stellen als klassenouder. Zodra de klassenouders bekend zijn wordt een overzicht gemaakt door de directeur en worden de namen gecommuniceerd met alle ouders en de voorzitter van de ouderraad.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
38
11.6
Deelname aan ouderactiviteiten
Gelukkig zijn heel veel ouders op vele manieren actief op de Holterenk. Een moderne basisschool als de onze kán eenvoudigweg niet zonder. Niet alleen de medezeggenschapsraad en de ouderraad spelen een belangrijke rol, maar ook andere ouders zijn actief bij veel activiteiten onder en na schooltijd. Een paar voorbeelden: - niveaulezen en motiverend lezen - uitlenen van bibliotheekboeken - begeleiden van groepjes kinderen tijdens een uitstapje - begeleiding van spelletjes- en doe-middagen - sportactiviteiten - creatief middagen - schoolkrant - klein onderhoud van de school - verkeersouder - luizencontrole - enz. We kunnen uw hulp dus goed gebruiken. De kinderen vinden dit ook erg leuk. Aan het begin van het schooljaar kunt u aangeven waarmee u wilt helpen door dit aan te geven op een lijst. Deze wordt aan het begin van het jaar uitgereikt. U kunt hierop aangeven waarmee u wilt helpen en/of waar u zelf goed in bent. Het ingevulde formulier kunt u inleveren bij de groepsleerkracht. De voorzitter van de ouderraad maakt dan een overzicht, zodat de taakgroepen weten bij wie ze voor welke inzet terecht kunnen. De voorzitter van de ouderraad communiceert met u over de deelname in een commissie. Ook de klassenouders krijgen een overzicht van ‘hulpouders’ zodat ook zij weten wie ze e.v.t. kunnen benaderen voor een activiteit.
11.7 Communicatie met ouders U wordt op de volgende wijze betrokken bij de ontwikkelingen van uw kind: Driemaal per jaar (in de kleutergroepen 2 maal per jaar) ontvangt u een schriftelijke rapportage van de vorderingen van hun kind. • Een startgesprek aan het begin van het schooljaar met u (en uw kind v.a. gr 3). • Twee maal per jaar wordt u uitgenodigd om met de groepsleerkracht de ontwikkeling van uw kind te bespreken in een rapportagegesprek. Vanaf groep 5 zijn er rapportgesprekken met u en uw kind samen met als doel de betrokkenheid van uw kind bij het eigen leerproces te vergroten. • Huisbezoeken worden bij alle nieuwe gezinnen in de instroomgroep door de leerkracht afgelegd. In de andere groepen kan op initiatief van zowel ouders als leerkracht een afspraak voor een huisbezoek worden gemaakt. • Na de geboorte van een broertje of zusje van een leerling gaat de leerkracht op kraamvisite. • Bij langdurig ziekte van minimaal één week wordt door de leerkracht contact opgenomen met het gezin en een bezoek afgelegd door de leerkracht. • Voorlichting over de leerlingenzorg op onze school wordt gegeven bij het aanmeldingsgesprek en op de website • Met behulp van het taakblad vindt wekelijks uitwisseling van gegevens plaats over de activiteiten in de groep en de activiteiten, leerinhoud en leerprestaties van uw kind. Indien nodig wordt dit uitgebreid: • U wordt geïnformeerd wanneer er extra begeleiding, in de vorm van een handelingsplan, nodig is voor de ontwikkeling van uw kind. • U wordt geïnformeerd bij nader diagnostisch onderzoek door de leerkracht en wordt gevraagd deel te nemen in het brede SOT. • U wordt geïnformeerd en uw toestemming wordt gevraagd, wanneer uw kind gezien wordt voor regulier of extra onderzoek door de logopedist of fysiotherapeut. •
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
39
• • • •
U wordt nader geïnformeerd en om toestemming gevraagd voor nader onderzoek door een externe deskundige. U wordt tijdig geïnformeerd en waar mogelijk actief betrokken bij de speciale leerlingbegeleiding op school. U wordt begeleid bij eventuele verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs. Er wordt contact met u opgenomen in het kader van het veiligheidsbeleid waar het uw kind betreft. Dit kan bijvoorbeeld bij pesten of gepest worden.
De aard en omvang van de communicatie wordt zoveel mogelijk individueel geregeld en met u afgestemd. Gesprekken met de leerkracht In principe zijn alle leerkrachten een half uur voor en na schooltijd aanwezig. Op deze tijdstippen kunt u ze dus altijd telefonisch bereiken of u kunt even langskomen. Voor schooltijd vragen wij u om alleen in dringende gevallen met de leerkracht te spreken om bijvoorbeeld even kort iets door te geven wat belangrijk is voor de leerkracht om te weten. Het is prettig als u even een afspraak maakt met de leerkracht die u wilt spreken. Meestal kan dat op zeer korte termijn. Gesprekken met de intern begeleider De intern begeleider is een aantal dagdelen beschikbaar voor gesprekken in het kader van de leerlingbegeleiding. Voor een korte vraag of opmerking kunt u gerust even bellen of langskomen. In alle andere, meer inhoudelijke gevallen, worden hiervoor met u en bij begeleiding van uw kind betrokken personen afspraken gemaakt.
de
Gesprekken met de directeur Voor algemene zaken kunt u te allen tijde bij de directeur terecht. De groepsleerkrachten zijn middels een kalender op de hoogte van de aan- of afwezigheid van de directeur. In voorkomende gevallen dat er niet direct een gesprek kan plaatsvinden wordt op zo kort mogelijke termijn, afhankelijk van de aard en ernst van het onderwerp, een afspraak gemaakt eventueel aangevuld met andere betrokkenen. Voor de meeste zaken aangaande uw kind kunt u eerst bij de groepsleerkracht en intern begeleider terecht. Mocht het daarna nog wenselijk zijn dat u de directeur spreekt dan kunt u ook daarvoor een afspraak maken.
11.8 Informatie aan ouders Groepsberichten Dit zijn korte notities aangaande te ondernemen activiteiten van de groep en/of een mogelijke hulpvraag van de groepsleerkracht. We proberen echter zoveel mogelijk het berichtenverkeer te beperken en te verwerken in de nieuwsbrief. Groepsberichten worden veelal verstuurd middels Parnassys of via de kalender op de website.
Prikborden en beeldscherm Bij de ingang en in de gemeenschappelijke ruimte worden nieuwsberichten van de school en andere organisaties ter informatie opgehangen en weergegeven.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
40
Nieuwsbrief Eén keer per maand ontvangt u per email de nieuwsbrief. Hierin zijn allerlei activiteiten van de school opgenomen. We proberen zo veel mogelijk informatie in de nieuwsbrief te verwerken, zodat u zo min mogelijk aparte brieven krijgt.
Website Veel actuele informatie en informatie over inhoudelijke onderwerpen kunt u vinden op de website van school. Ook de nieuwsbrief staat op de website.
Ouderavonden Jaarlijks organiseren we verschillende ouderavonden. Soms voor alle ouders, soms voor een deel van de ouders of voor een groep.
Schoolkrant Er verschijnen minimaal 3 schoolkranten per jaar. In deze krant staan, naast het bekende klassenwerk, andere interessante zaken. Het geheel wordt verzorgd door de schoolkrantredactie. Dit jaar evalueren we uw mening en mogelijke alternatieve voortzetting van de schoolkrant.
Jaarverslag U krijgt jaarlijks inzicht in het reilen en zeilen van de school, de medezeggenschapsraad en ouderraad door hun jaarverslagen die vermeld worden op de website.
Schoolgids In de schoolgids vindt u zo compleet mogelijk allerhande informatie over onze school.
Informatievoorziening gescheiden ouders Volgens de wet is de school verplicht de ouders/verzorgers te informeren over de vorderingen van hun kinderen. Die verplichting blijft na een scheiding bestaan. Dat betekent, dat de school de ‘niet verzorgende ouder’ – op zijn of haar verzoek – moet blijven informeren, ook als er geen omgangsregeling tussen beide partners is afgesproken. Beide partners hebben recht op dezelfde informatie, behalve als er een rechterlijke uitspraak ligt. De wijze waarop we hiermee omgaan, staat vermeld in de schoolgids. We vinden in ieder geval belangrijk een aantal te maken afspraken hier te benoemen. We verwachten van u dat u afspraken maakt over het brengen en halen van uw kind(eren) en dit aangeeft aan de groepsleerkracht. We verwachten dat u afspraken maakt met de groepsleerkracht aangaande het meegeven van informatie. U hebt beide recht om informatie te krijgen over de ontwikkeling van uw kind. Uw kind krijgt één rapportage. Zo mogelijk vindt samen met beide ouders een rapportgesprek plaats. Op uw verzoek kan een tweede rapportgesprek plaatsvinden. Oudergesprekken vinden zo mogelijk plaats met beide ouders. Wanneer een oudergesprek met één van beide ouders plaatsvindt dan ontvangt de andere ouder in ieder geval het gespreksverslag. Voor het voeren van gesprekken in het kader van leerlingbegeleiding geldt dezelfde procedure. Er wordt geen enkele privé-informatie over ouders door betrokkenen van school uitgewisseld. Schoolinformatie over uw kind wordt alleen aan één van beide ouders meegegeven. (dus niet aan familie, andere instanties, advocaten, enz.) Op uw verzoek kan algemene schoolinformatie in tweevoud meegegeven worden. U overlegt dit met de groepsleerkracht. De meeste informatie vindt u ook op de website. Hier vindt u in ieder geval de nieuwsbrieven.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
41
12
DE LEERPLICHT EN ANDERE REGELGEVING
12.1 De leerplicht Net als in vele andere landen in de wereld kent Nederland een leerplichtwet. In deze wet staat omschreven dat alle kinderen in Nederland vanaf 5 jaar tot en met het schooljaar waarin ze 16 worden verplicht naar school moeten. Dit geldt in Nederland dus voor alle leerlingen die in het basisonderwijs zitten en voor het grootste deel van de middelbare scholieren. De ouders dienen er voor te zorgen dat de leerlingen geregeld de school bezoeken. Als de leerlingen 12 jaar of ouder zijn worden zij zelf voor dit geregeld schoolbezoek medeverantwoordelijk gehouden. De directeur van de school heeft meldplicht naar de leerplichtambtenaar als leerlingen niet op school verschijnen, zonder dat hier goede redenen voor zijn. De leerplichtambtenaar heeft een toezichthoudende taak en komt in actie als er iets niet goed gaat. Daarnaast geeft hij/zij voorlichting en informatie aan ouders, leerlingen en scholen. In artikel 41 van de Wet Primair Onderwijs is opgenomen dat alle leerlingen deel moeten nemen aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. Dit betekent dat alle activiteiten die op het rooster staan voor alle leerlingen verplicht zijn. Het is voor individuele ouders niet mogelijk te bepalen hoe de inhoud van het onderwijs eruit ziet. Bij inschrijving van hun kind krijgen de ouders een schoolgids uitgereikt waar in staat wat het programma van de school is en bijbehorend cultuur en beleid. Het past bijvoorbeeld in de traditie van het Nederlandse onderwijs aandacht te besteden aan feesten en leerlingen kennis te laten maken met de diverse culturele achtergronden. Er wordt vanuit gegaan dat leerlingen dus meedoen aan didactische activiteiten die daarop betrekking hebben.
12.2 Vrijstelling van verplichte deelname o.g.v. levensbeschouwelijke overtuiging Er zijn géén bepalingen in de leerplichtregeling die verlof op grond van levensbeschouwelijke overtuiging toestaan, anders dan het verlof voor het bijwonen van religieuze vieringen. In de leerplichtwet zijn deze verlofgronden opgenomen. Als ouders op grond van levensbeschouwelijke overtuiging willen dat hun kinderen niet deelnemen aan activiteiten, wordt in de school of door de school een vervangende activiteit aangeboden (eventueel in samenwerking met andere scholen). Het onttrekken van leerlingen aan onderwijsactiviteiten moet worden gemeld aan de leerplichtambtenaar.
12.3 De leerplichtwet en extra verlof De leerplichtwet maakt een aantal uitzonderingen op het verplichte schoolbezoek. Bijvoorbeeld als een leerling ziek is, kan hij niet naar school. Hierover zijn afspraken gemaakt die in de schoolgidsen van de scholen terug te vinden zijn. Ook zijn er regels afgesproken in de Leerplichtwet als er leerlingen zijn die om bijzondere redenen extra verlof moeten hebben. De Leerplichtwet geeft aan ouders en leerlingen de mogelijkheid om in bepaalde gevallen extra verlof te vragen. De leerplichtwet geeft de mogelijkheid voor twee soorten verlof, namelijk: extra vakantieverlof en verlof wegens gewichtige omstandigheden.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
42
Extra vakantieverlof (art. 11 lid f. van de leerplichtwet) Extra vakantieverlof is alleen dan mogelijk als ouders en kinderen in de normale vakanties niet samen weg kunnen omdat de werkzaamheden van één of beide ouders dat niet toelaten. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als één van de ouders in de horeca werkzaam is en in de vakanties moet werken. Wel dient rekening te houden met de volgende voorwaarden. In verband met een eventuele bezwaarprocedure moet de aanvraag tenminste 8 weken van tevoren bij de directeur worden ingediend, tenzij u kunt aangeven waarom dat niet mogelijk was. De verlofperiode mag maximaal 10 aaneengesloten schooldagen bestaan. De verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. Dit verlof mag één keer per jaar worden gegeven. U moet een verklaring van uw werkgever inleveren waaruit de noodzaak van dit extra verlof blijkt. (Of een verklaring op officieel briefpapier ingeval u een eigen bedrijf heeft). Verlof wegens gewichtige omstandigheden (art. 11 lid g. van de leerplichtwet) Onder dit verlof vallen omstandigheden die buiten de wil van de ouders of leerlingen liggen. Voor bepaalde omstandigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij moet gedacht worden aan: - verhuizing van het gezin. - bezoek aan rechtbank i.v.m. wettelijke verplichtingen. - bijwonen van huwelijk van bloed- en aanverwanten. - overlijden van bloed- en aanverwanten. - ernstige ziekte van bloed- en aanverwanten (aantal dagen wordt bepaald in overleg met (locatie)directeur en/of leerplichtambtenaar. - viering van een 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum en het 12,5-, 25-, 40-, 50-, of 60-jarig huwelijksjubileum van bloed- en aanverwanten. - het voldoen aan religieuze verplichtingen. De volgende situaties zijn geen “andere gewichtige omstandigheden” - familiebezoek in het buitenland. - vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding. - vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden. - een uitnodiging van familie of vrienden buiten de normale schoolvakanties op vakantie te gaan. - eerder vertrek of latere terugkeer van vakantie in verband met (verkeers)drukte. - verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn. Hoe extra verlof aan te vragen? In verband met de bezwaartermijn dient het verlof acht weken van tevoren aangevraagd te worden of zo spoedig mogelijk na het ontstaan van de verlofgrond (overlijden, ziekte, etc.) Het aanvraagformulier voor extra verlof kunt u op school aanvragen of downloaden van de website. U dient de volledig ingevulde aanvraag, inclusief (werkgevers)verklaringen, in te leveren bij de school. Voor verlofaanvragen die de maximale 10 dagen niet te boven gaan, neemt de directeur zelf een besluit, uitgaande van de wettelijke vereisten. Dit betekent dat hij geen verlof kan toezeggen dat ingaat tegen de leerplichtwet, hij zou zich dan schuldig maken aan een strafbaar feit waarvoor proces verbaal wordt opgemaakt bij de Arrondissementsrechtbank in Almelo. Het besluit maakt hij binnen 5 schooldagen schriftelijk aan u bekend door middel van een beschikking. Aanvragen die de 10 dagen te boven gaan worden door de school doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar. Het besluit wordt dan binnen 10 schooldagen schriftelijk aan u bekend gemaakt. In spoedgevallen wordt het schriftelijk besluit vooraf gegaan door mondelinge toestemming. schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
43
Bezwaar tegen een besluit Bent u het niet eens met het genomen besluit, dan kunt u schriftelijk bezwaar aantekenen bij diegene die het besluit genomen heeft. U wordt dan in gelegenheid gesteld om de zaak nog eens mondeling toe te lichten. Binnen 5 schooldagen wordt het besluit met betrekking tot het bezwaar aan u kenbaar gemaakt. Mocht u het met dit besluit nog niet eens zijn, dan rest nog een procedure bij het Arrondissementsgerecht Almelo, sector Bestuursrecht. Vragen? Hebt u nog vragen over dit onderwerp dan kunt u deze richten aan de directeur of aan de leerplichtambtenaar van Rijssen - Holten.
12.4 Toelating en inschrijving op onze school Oriëntatie Het is belangrijk een goede school voor uw kind(eren) te kiezen. Als eventuele nieuwe school vinden wij het van belang ook een goede indruk te geven van wat de Holterenk allemaal kan bieden en hoe wij ons onderwijs dagelijks inrichten. U kunt zich door middel van deze website en de aangeboden informatie oriënteren. Kennismaking Nog leuker vinden wij het als u bij ons komt kijken op school. U krijgt dan een impressie van de dagelijkse gang van zaken en de sfeer op school. Daarnaast is er de gelegenheid informatie uit te wisselen en vragen te stellen. U kunt hiervoor een afspraak maken door contact op te nemen met school. Wij ontvangen u graag. Aanmelding In het voorjaar organiseren we een open huis voor belangstellende ouders. Op deze dag zijn medewerkers, ouderraad- en medezeggenschapsraadleden en leerlingen beschikbaar om u te begeleiden en te informeren. De datum wordt jaarlijks bekend gemaakt aan ouders van kinderen die in dat jaar 3 jaar zijn of binnenkort worden. Ook wordt de datum via de lokale media bekend gemaakt. U kunt ook te allen tijde een afspraak maken. Inschrijving Door het aanmeldingsformulier in te vullen wordt de inschrijving in behandeling genomen. Het is mogelijk dat de school verzoekt om extra informatie of een aanvullend intakegesprek. Er zijn geen wachtlijsten maar het is heel belangrijk om wederzijdse verwachtingen goed op elkaar af te stemmen. We volgen bij inschrijving dan ook het protocol instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen dat voor alle ROOS-scholen is vastgesteld. Deze is als bijlage toegevoegd en ook beschikbaar op de website.
12.5 Schorsing en verwijdering van leerlingen Leerlingen kunnen van school worden gestuurd, voor een tijdje: schorsing, of voorgoed verwijderd. Meestal gebeurt zoiets alleen als het kind zich ernstig misdraagt. De beslissing over verwijdering van een leerling wordt genomen door het schoolbestuur. Voordat een dergelijk besluit genomen wordt, worden eerst de groepsleerkracht en de ouders gehoord. Wanneer het besluit eenmaal genomen is, mag een schoolbestuur de leerling niet onmiddellijk naar huis sturen. Het bestuur moet namelijk eerst proberen een andere school te vinden voor de leerling. Alleen als dat niet lukt, en daar moet het bestuur tenminste acht weken zijn best voor doen, mag de school de leerling de toegang tot de school weigeren. Wanneer het schoolbestuur een leerling wil schorsen of verwijderen dan pleegt het bestuur daarover overleg met de ouders. Levert dit niets op, dan kunnen de ouders aan de onderwijsconsulent vragen te bemiddelen. Blijft het schoolbestuur bij zijn besluit, dan schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
44
kunnen de ouders schriftelijk bezwaar aantekenen. In dat geval moet het schoolbestuur binnen vier weken schriftelijk reageren op dat bezwaarschrift. Wanneer het bestuur dan nog vasthoudt aan het besluit de leerling te verwijderen, dan kunnen de ouders in beroep gaan bij de rechter.
12.6 ARBO beleid De school is bij wet verplicht Arbo beleid te voeren. Doel van dit beleid is te komen tot optimale zorg voor zowel het personeel als de leerlingen ten aanzien van veiligheid, gezondheid en welzijn. Bovenschools is een contract afgesloten met de Arbodienst en is een Arbo beleidsplan gemaakt waarin bijv. voor de school onder meer de procedure in het kader van ziekmelding en re-integratie is beschreven. In het voorjaar van 2013 is een zogeheten Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) samengesteld van de school. Dit houdt in dat er is gekeken naar de omstandigheden waarin kinderen en personeelsleden werkzaam zijn en welke verbeteringen er nodig zijn om deze omstandigheden te verbeteren. In een plan van aanpak wordt de prioriteit van aanpassingen bepaald en uitgevoerd. Ook is onder het personeel in 2012 een welzijnsonderzoek uitgevoerd door DUO onderwijsbureau. Ook t.a.v. de uitkomsten hiervan worden ondernemingsdoelen in het kader van personeelsbeleid bepaald. Er zijn op school meerdere leerkrachten geschoold als bedrijfshulpverlener. De coördinator bedrijfshulpverlening draagt zorg voor de jaarlijkse ontruiming, actualisatie van het ontruimingsplan en calamiteitenorganisatie, waarbij de incidentenregistratie juist wordt toegepast en wordt toegezien op de aanwezigheid van EHBO-materialen en juist gebruik hiervan. De brandweer controleert jaarlijks de school op brandveiligheid. De brandslangen en –blussers worden jaarlijks gecontroleerd. De nood- en transparantverlichting wordt maandelijks gecontroleerd. De Preventiemedewerker is bovenschools geregeld.
12.7 Klachtenregeling Natuurlijk verschillen ouders en school wel eens van mening. We vinden het belangrijk om hierover met elkaar te praten, want dit leidt tot een verbetering van de situatie en van de kwaliteit van ons onderwijs. Vandaar dat wij u de weg wijzen die bewandeld kan worden. We maken onderscheid in grote en kleine problemen. Kleine problemen bespreekt u in eerste instantie met de groepsleerkracht. Mocht u geen bevredigend antwoord krijgen of is het probleem niet opgelost, dan benadert u de directeur. In het uiterste geval kunt u de algemeen directeur van stichting ROOS inschakelen. Hij zal in dialoog met de school proberen een oplossing te vinden. Het kan desondanks voorkomen, dat klachten d.m.v. een officiële procedure moeten worden behandeld. Stichting ROOS heeft hiervoor een klachtenregeling opgesteld. Ouders, leerlingen en personeel kunnen klachten hebben over gedragingen, beslissingen (of het uitblijven daarvan) van een schoolbestuur, directie, personeelsleden, leerlingen, ouders. Klachten kunnen betrekking hebben op begeleiding en beoordeling van leerlingen, discriminerend gedrag, seksuele intimidatie, extremisme, agressie, geweld en pesten. In de klachtenregeling is vastgelegd hoe scholen op dergelijke klachten moeten reageren. Voordat u een klacht bij de klachtencommissie indient, moet u eerst de volgende procedure doorlopen: 1. Veruit de meeste klachten ten aanzien van de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en directie op een passende wijze worden afgehandeld. U moet dan ook eerst uw klacht met de leerkracht en daarna met de directeur bespreken. Eventueel kunt u hierna ook nog de algemeen directeur benaderen; 2. Heeft de vorige stap niet tot een bevredigende oplossing van uw klacht geleid, dan kunt u terecht bij de contactpersonen van de school. De namen van de contactpersonen
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
45
staan voorin de schoolgids vermeld. Deze zijn inhoudelijk op de hoogte van de klachtenregeling. Zij verwijzen u desgewenst naar de externe vertrouwenspersoon. 3. Deze vertrouwenspersoon, ook vermeld voorin de schoolgids, gaat na of door middel van bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Desgewenst kan de vertrouwenspersoon u verder begeleiden bij de procedure. 4. Indien ook dat vervolgens niet leidt tot het wegnemen van uw klacht, dan kunt u de klacht voorleggen aan de (landelijke) klachtencommissie. Ook hiervan vindt u de gegevens voorin de schoolgids. De klachtenregeling is geplaatst op de website.
12.8 Wet bescherming persoonsgegevens In de Wet Bescherming Persoonsgegevens is geregeld dat de ouders toestemming moeten geven voor het op school bewaren van privacygevoelige informatie over hun kinderen en/of het maken van foto’s en video opnames. Deze toestemming wordt aan de ouders/verzorgers gevraagd bij de aanmelding van hun kind bij de school. In algemene zin beheert de school het volgende: gegevens op de leerlingenkaart, gegevens in het leerlingvolgsysteem, gegevens in het dossier van de leerling, gegevens in het groepsdossier en verzuimgegevens. De school zorgt ervoor dat de gegevens goed beveiligd zijn. U kunt de gegevens die de school bijhoudt inzien op school. De school bewaart deze gegevens volgens wettelijk voorschrift minimaal twee jaar nadat uw kind de school heeft verlaten. Hierna worden de gegevens vernietigd. De medewerkers van school hebben een geheimhoudingsplicht aangaande het doorgeven van informatie aan derden. Pas na toestemming van u worden mondeling of schriftelijk gegevens verstrekt aan derden. De ouders/verzorgers kunnen daarbij rekenen op een geheimhoudingsplicht bij alle betrokkenen. In principe zal alleen vrij verkrijgbare informatie openbaar gemaakt worden (bijvoorbeeld verspreiding van leerlingenlijsten met telefoonnummers). Als er bezwaren bestaan tegen het verspreiden van deze informatie verzoeken we u dat aan te geven bij de directie van de school.
12.9 Veiligheidsbeleid Ons beleid ‘De veilige school, uw en onze zorg’ vormt de leidraad voor het handelen rondom veiligheid en dient als handboek bij calamiteiten. Actuele documenten vindt u op onze website. Een veilige school houdt in dat ieder kind zich er veilig voelt. Veilig om zich te ontwikkelen zonder dat het zich zorgen hoeft te maken of het geaccepteerd wordt. Dat het zich veilig genoeg voelt om te zeggen wat het denkt. Dat het gewaardeerd wordt om wie het is. Een ander kind pesten, om hoe het er uit ziet of hoe het is, hoort dus niet op school. Pesten is iets heel vervelends; niet alleen voor het kind dat gepest wordt, maar ook voor de hele sfeer op school. Als er niemand opstaat tegen pesten, wordt de school een onveilige plek. Om op een goede manier met elkaar om te gaan, heeft de school afspraken opgesteld waar iedereen zich aan te houden heeft. Iedereen = alle betrokkenen. De rol van het team: Het team stelt zich ten doel door het duidelijk stelling nemen tegen het pesten en een duidelijke aanpak ervan, de school een veilige plek te laten zijn. Iedere leerkracht heeft een signalerende functie. Wanneer de leerkracht pesten opmerkt, is hij/zij verantwoordelijk voor het aanspreken van de betrokkenen. Kinderen kunnen ook zelf initiatief nemen om pesten met de leerkracht te bespreken. Wanneer een kind dit liever niet met de eigen leerkracht doet, kan het er voor kiezen om dit te bespreken met schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
46
de contactpersoon (de luisterjuf) binnen de school. Naast het luisteren kan de contactpersoon ook samen met het kind bepalen wat er moet gebeuren. De contactpersoon is bij alle kinderen bekend. De kinderen weten dat zij naar deze persoon toe kunnen, als zij dat wensen. Als een kind liever met een andere leerkracht praat, is dat ook mogelijk. De directie wordt op de hoogte gesteld. De rol van ouders: Ook de ouders hebben een belangrijke taak in het bewaken en bewaren van de veiligheid op school. Het is belangrijk dat de ouders hun kinderen vertellen over de gevolgen van pesten en hun kinderen wijzen op hun verantwoordelijkheden. Als een ouder merkt dat zijn/haar kind gepest wordt of zelf pest, is het van belang om samen met de leerkracht van het kind te kijken welke mogelijkheden er voorhanden zijn om het pestgedrag zo snel mogelijk een halt toe te roepen. School en ouders kunnen er zo samen voor zorgen dat de Holterenk een veilige school blijft. Een plek waar ieder kind zich veilig kan ontwikkelen. De rol van de contactpersonen: De school heeft 2 contactpersonen waarbij kinderen, leerkrachten en ouders terecht kunnen met hun probleem of klacht. Een teamlid is contactpersoon voor ouders en leerkrachten en is luisterjuf voor kinderen. Een ouder is eveneens contactpersoon voor ouders, leerkrachten en kinderen. Beide personen zijn op de hoogte van het veiligheidsbeleid van school en kunnen op de juiste wijze aandacht schenken aan het probleem of klacht door het aan te horen en de juiste procedures en personen in te zetten voor verdere begeleiding en afhandeling. (zie ook bijlage ‘ de luisterjuf’ op de website) Binnen de Holterenk gelden gezamenlijk samengestelde gedragscodes m.b.t. het waarborgen van – het gevoel van – veiligheid. Schoolafspraken: 1. We respecteren elkaar, dus ook elkaars uiterlijk. 2. Let op jezelf dan gaat de rest vanzelf. 3. We doen elkaar geen pijn, ook niet met woorden. 4. We praten niet over elkaar maar met elkaar. 5. Noem elkaar bij de eigen naam. 6. Iedereen hoort erbij. 7. We houden het fijn op het plein. 8. We vragen eerst en lenen dan. 9. We spelen en werken samen. 10. We helpen elkaar waar we kunnen. 11. We ruimen onze spullen en rommel op. 12. We proberen een probleem zelf op te lossen. Lukt dat niet, dan gaan we naar een leerkracht of contactpersoon. We houden ons aan de schoolafspraken! Deze afspraken bieden houvast bij de omgang met elkaar. Aan het begin van het jaar bespreken we onze schoolafspraken. Zo nodig maken de groepsleerkrachten aanvullende afspraken en/of passen zij de taal van afspraken t.a.v. het leeftijdsniveau van de groep aan. Daarbij mogen leerlingen, in overleg met hun groepsleerkracht, in hun eigen groep een aanvulling geven op de vastgestelde schoolafspraken. Zo gaan we dus met elkaar om op de Holterenk! Op de Holterenk gelden bovenstaande omgangsregels of schoolafspraken, zoals die met alle kinderen in alle groepen aan het begin van elk schooljaar worden besproken. Deze afspraken staan vermeld op de zogenaamde 'Oranje kaart', die in elke klas hangt. Aanvullende plein, media en internetregels zijn opgenomen in de bijlagen. Ook deze zijn
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
47
bekend en zichtbaar voor de kinderen, leerkrachten en ouders. De leerkrachten zijn door het tonen van positief gedrag een voorbeeld zijn voor de leerlingen.
12.10
Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld
Per 1 augustus 2013 is een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld op elke school verplicht. De meldcode is een hulpmiddel om kindermishandeling, maar ook om huiselijk geweld tegen te gaan. Bij meldplicht moet een professional zijn vermoeden van geweld melden bij een aangewezen instantie. In de regio Twente, waarbinnen de ROOS scholen actief zijn, zijn regionale bindende afspraken gemaakt in de meldcode “Wat moet ik doen?” Het stappenplan is beschikbaar op school en op de website. Cijfers huiselijk geweld en kindermishandeling • In Nederland heeft 40% van de bevolking ooit te maken gehad met huiselijk geweld • Jaarlijks zijn ruim 200.000 mensen in Nederland slachtoffer van huiselijk geweld • In 58% van de gevallen van huiselijk geweld is er sprake van een gezinsverband, waarbij vooral jonge kinderen getuige zijn van geweld • Ruim 100.000 kinderen per jaar worden in Nederland mishandeld Aanleiding verplichting gebruik meldcode Veel organisaties werken al met een meldcode. Uit onderzoek blijkt dat het werkt: professionals grijpen 3x zoveel in bij gebruik van een meldcode. Nog niet alle organisaties werken met een meldcode. Daarom wordt de meldcode verplicht voor de volgende sectoren: gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning (welzijn) en justitie. Vormen van geweld • (Ex-)partnergeweld • Ouderenmishandeling • Oudermishandeling • Kindermishandeling • Eergerelateerd geweld • Vrouwelijke genitale verminking • Seksueel geweld Doel van een meldcode Professionals ondersteunen bij het omgaan met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Wat is een meldcode? Vijfstappenplan voor het handelen bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling De vijf stappen in het 1. 2. 3. 4. 5.
kort: In kaart brengen van signalen Collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van AMK of SHG Gesprek met de cliënt Inschatten risico, aard en ernst van het geweld Beslissen: hulp organiseren of melden
12.11 Buitenschoolse opvang van leerlingen Formeel zijn de schoolbesturen per 1 augustus 2006 verantwoordelijk voor de buitenschoolse opvang. Zij moeten dus zorgen dat dit goed geregeld is. De kinderopvangorganisaties in Holten zorgen feitelijk voor de uitvoering.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
48
12.12 Opvang voor en na school De Holterenk heeft een convenant afgesloten met twee aanbieders van buitenschoolse opvang in Holten. De school organiseert dus zelf geen kinderopvang. De school speelt wel een actieve bemiddelende rol voor ouders en aanbieders. Het betreft de kinderopvangorganisaties Catalpa, West-Twente en de Vossebelt. Uitgangspunt is dat de school zorgt voor het onderwijs en dat de kinderopvangorganisatie zorgt voor de opvang van leerlingen vóór en na schooltijd. U maakt hier zelf een keuze. De organisaties zorgen zelf voor de informatie aan en communicatie met u.
12.13 BHV en gezondheid Soms is het plakken van een pleister niet voldoende. Op school zijn voldoende opgeleide bedrijfshulpverleners die kunnen inschatten wanneer een kind naar de dokter moet. We nemen in ieder geval het zekere voor het onzekere. Eerst worden ouders gebeld, indien nodig het “opvangadres” en in de laatste instantie rechtstreeks de huisarts. Het is dus van groot belang dat de gegevens op de leerlingenkaart steeds kloppen. We vragen u om met uw kind naar de dokter te gaan. Is dit niet mogelijk dan maken we enkele organisatorische keuzes op school waardoor het mogelijk is dat een leerkracht uw kind hierin begeleidt. Soms worden we gevraagd mee te werken aan het toezicht op de inname van medicijnen tijdens schooltijd of in de middagpauze. Wij proberen hier zoveel mogelijk aan te voldoen. De verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid blijft bij u als ouder. U wordt gevraagd in voorkomende gevallen een schriftelijk, ondertekend, verzoek in te dienen. We zijn niet bevoegd tot het verrichten van medische handelingen en houden ons aan het wettelijk kader en de richtlijnen van de GGD. De school voert een actief veiligheidsbeleid waarbij zoveel mogelijk wordt gedaan om ongelukken te voorkomen tijdens lessen en vrije spelmomenten. Het schoolgebouw, de omgeving, speeltoestellen en gebruiksmaterialen worden hiervoor structureel gecontroleerd en zo nodig aangepast of hersteld. Ook zijn we alert dat ons toezicht bij activiteiten van kinderen verantwoord is. De school heeft voldoende gecertificeerde BHV’ers (bedrijfshulpverleners) die deze zaken regelen. Zij regelen ook de ontruimingsoefeningen, zorgen dat er voldoende EHBOmaterialen zijn, enz.
12.14 Verzekering De school heeft een verzekeringspakket dat bestaat uit een reisverzekering, een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering en een ongevallenverzekering. De leerlingen zijn verzekerd en ook de personeelsleden, vrijwilligers en ouderparticipanten. De verzekering geldt tijdens de schooltijden en bij activiteiten die door school worden georganiseerd. Aansprakelijkheid Graag verzoeken wij u van het volgende goede nota te nemen. Met de invoering van het Nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW) enige jaren geleden, zijn er ook aan aantal wetsartikelen toegevoegd aan de wetgeving m.b.t aansprakelijkheid. Art. 166 NBW is bijvoorbeeld een artikel dat de groepsaansprakelijkheid regelt. Dit artikel bepaalt dat, indien tevoren kan worden voorzien dat er grote kans bestaat op schade, ieder lid van de groep hoofdelijk aansprakelijk is voor de door de groepsleden veroorzaakte schade. De aangesprokene hoeft de schade dus niet zelf te hebben toegebracht. Denk hierbij bijvoorbeeld aan verschillende vormen van balsport. Gelijke draagplicht is het uitgangspunt voor het onderling regres (verrekening) tussen de groepsleden. Verzekeringsmaatschappijen regelen onderling de schade naar verhouding van het aantal deelnemers. Het is goed om hiervan op de hoogte te zijn. Ook kunt u voor meer informatie contact opnemen met uw verzekeringsadviseur of verzekeringsmaatschappij.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
49
12.15 Vrijwillige Ouderbijdrage Van alle ouders wordt een vrijwillige bijdrage verwacht om activiteiten waarvoor de school geen of niet voldoende financiering van het ministerie van Onderwijs ontvangt, te kunnen uitvoeren. Nadat een leerling is toegelaten tot de school, wordt de ouders verzocht een overeenkomst voor de vrijwillige ouderbijdrage te tekenen. Deze overeenkomst is gebaseerd op een modelovereenkomst voor de ouderbijdrage opgesteld door de VOS/ABB in samenwerking met Vereniging Openbaar Onderwijs. Met de vrijwillige ouderbijdrage bekostigen we op school activiteiten in het kader van excursies, Sinterklaas, Kerst, Pasen, talentenshow, schoolreisjes, sportdagen, enz. Van alle ouders wordt verwacht dat zij een machtiging tekenen, zodat de bijdrage via een automatische incasso kan worden geïnd. De inkomsten zijn ten gunste van de stichting ‘Vrienden van de Holterenk’. Hieronder staat het hoe en waarom van deze stichting. De ouderraad beheert de inkomsten en maakt een begroting voor uitgaven. De ouderraad verantwoordt jaarlijks de besteding aan de ouders en stichtingbestuur. Deze verantwoording wordt op de website van school geplaatst. Jaarlijks wordt een bijdrage gevraagd van € 42,50 per kind. Jaarlijks wordt bekeken of de bijdrage verhoogd moet worden. Voor het schoolkamp van groep 8 wordt, wanneer u een kind in groep 8 heeft, een extra bijdrage gevraagd tot maximaal € 40,- i.v.m. de hogere kosten hiervan. Het totaalbedrag van de bijdrage dient in 1 keer betaald te worden. U ontvangt hiertoe een machtiging. Het totaalbedrag zal rond eind oktober afgeschreven worden.
12.16 Stichting ‘Vrienden van de Holterenk’ Deze stichting steunt de Holterenk financieel door het geld dat niet van de overheid afkomstig is, te beheren. Tot enige jaren geleden werd de structurele geldstroom vanuit het rijk samen met de zogeheten tweede geldstroom op één algemene begroting geplaatst. Deze tweede geldstroom bestaat voornamelijk uit de vrijwillige ouderbijdrage, de opbrengst van het oud papier en de overblijfgelden. Ook de opbrengst van de bijv. kerstmarkt, sponsoring en eventuele andere acties leveren de extra’s op die wij zo goed kan gebruiken ten gunste van onze kinderen. Concreet betekent dit dat het stichtingsbestuur van de “Vrienden van de Holterenk” het beheer krijgt over dit geld. Voor de stichting is een statuut gemaakt en notarieel vastgelegd. Voor het werken met het statuut in de dagelijkse praktijk is een huishoudelijk reglement gemaakt. Van beide documenten is op school een exemplaar aanwezig. Op de website vindt u meer informatie van de stichting.
12.17 Sponsoring Wij worden niet structureel door een bedrijf of een persoon gesponsord. Mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan is sponsoring echter mogelijk. Eventuele overeenkomsten met sponsoren komen tot stand met inachtneming van de richtlijnen van het convenant m.b.t. sponsoring dat in 2004 tussen besturen in het onderwijs en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uit januari 2003, kenmerk OCenW 2002.11. Hiervoor is een brochure sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs gemaakt. In deze brochure staat onder andere dat er bepaalde gedragsregels zijn, dat de school alle betrokkenen goed moet informeren en dat de medezeggenschapsraad instemmingsrecht heeft. De belangrijkste punten uit deze richtlijn zijn dat we geen gesponsord lesmateriaal gebruiken. Wel accepteren we giften van bedrijven of personen, wanneer deze bestemd zijn voor activiteiten anders dan het reguliere onderwijs en de activiteiten van het bedrijf of persoon niet in strijd zijn met onze doelstellingen. Zo zijn bijvoorbeeld onze sporttenues met medewerking van sponsoren aangeschaft en worden prijzen bij de kerstmarkt en materialen, spelletjes of etenswaren kosteloos ter beschikking gesteld. De medezeggenschapsraad controleert de uitvoering van de richtlijn. Met klachten over sponsoring kunnen ouders, docenten en leerlingen bij een klachtencommissie terecht.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
50
12.18 Richtlijnen hulpverlening onder schooltijd Het komt voor dat kinderen tijdens schooltijd hulp nodig hebben. We onderscheiden hierin medische en niet medische zorg. Bij medische zorg denken we direct aan artsenen specialistenbezoek, consulten bij de tandarts en orthodontist, enz. Bij niet medische zorg denken we aan begeleiding in de vorm van bijv. ambulant begeleiders en reken- of taalspecialisten. Wij hebben de wettelijke taak voldoende uren onderwijs aan uw kind te bieden. Daarnaast willen we ook hulp tijdens schooltijd in het belang van de ontwikkeling van uw kind ondersteunen. Hiervoor hebben we wel een aantal verplichtingen en regels. Deze zijn opgenomen in de bijlage.
12.19 Roken op school In het schoolgebouw en op het schoolplein mag niet worden gerookt.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
51
13
PRAKTISCHE ZAKEN
13.1 Groepsindeling en verdeling van leerkrachten Het streven is, dat na het bepalen van de instroom in april, we in mei de verdeling van kinderen over de groepen globaal gereed hebben. Het is dan nog niet mogelijk de leerkrachten te verbinden met de groepen omdat dit meer tijd vergt. De indeling van leerkrachten proberen we voor de zomer af te ronden, afhankelijk van de mogelijke personeelswijzigingen door mobiliteit en invulmogelijkheden van vacatureruimte. De instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen is beschreven in een protocol. Dit is als bijlage toegevoegd aan deze schoolgids
13.2 Vakanties en schooltijden We proberen zo vroeg mogelijk de vakantietijden voor het komende schooljaar bekend te maken, zodat men hiermee rekening kan houden bij het plannen van vakanties e.d. De vakanties stemmen we zoveel mogelijk af op die van de omliggende gemeenten en op het voortgezet onderwijs in Holten. Het vakantieoverzicht staat zo snel mogelijk op de website en wordt ook jaarlijks vermeld in de bijlagen van de schoolgids. Elke maandag t/m donderdag, van 8.30 uur tot 14.15 uur met een middagpauze van 30 minuten voor alle groepen, m.u.v. vrijdag wanneer de eindtijd 12.30 uur is. - Elke dag is er een ochtendpauze van 10.15 tot 10.30 uur. - In de ochtendpauze drinken de leerkrachten hun thee of koffie met de kinderen buiten. - De middagpauze is van 12.00 uur tot 12.30 uur. - De kinderen krijgen de mogelijkheid om voor de lunch gebruik te maken van de koeling. - In de middagpauze eten en drinken de leerkrachten in het eerste kwartier samen met de kinderen in de groepen, daarna mogen de kinderen naar buiten. - Voor schooltijd en tijdens de middagpauze is er pleinwacht volgens een rooster. Deze roostertijden worden opgenomen in het taakbeleid. Tien minuten voor schooltijd is er surveillance. Ook tijdens de pauzes. ’s Morgens en ’s middags gaan de deuren van de school tien minuten voor aanvang van de lestijd open en mogen de kinderen naar binnen. Vijf minuten voor aanvang wordt een bel geluid. Het is de bedoeling dat alle kinderen naar binnen gaan, zodat direct na de zoemer de lessen kunnen beginnen. Alle kinderen gaan via de hoofdingang aan de Slachthuisstraat naar binnen. We vragen u vriendelijk om uw kind alleen de school in te laten gaan. Dit bevordert de zelfstandigheid van kinderen. We begrijpen echter dat dit niet voor alle kinderen op hetzelfde moment opgaat, zeker niet voor de kleintjes. Vandaar de volgende regeling: u mag uw kind naar het leslokaal brengen, maar voordat de zoemer om 08:30 uur gaat, vragen we u vriendelijk om de school te verlaten. Wij willen graag aan onze doelstelling en verplichting voldoen om de onderwijstijd zo optimaal te benutten. Wanneer het echt niet anders kan en u komt met de auto uw kinderen wegbrengen en/of ophalen, dan vragen wij u de Slachthuisstraat vanaf de Pannenbakkersstraat in te rijden i.v.m. de doorstroom en veiligheid van het verkeer.
13.3 Zoekgeraakte en kapotte persoonlijke eigendommen Wilt u jassen, laarzen, regenkleding en dergelijke voorzien van een naam? Als u iets mist kunnen we het sneller terugvinden. Gevonden spulletjes, gymkleding, dassen, jassen, sleutels e.d. worden verzameld in de personeelsruimte. Na verloop van tijd worden de spullen definitief opgeruimd. Mocht u iets missen schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
52
overlegt u dan even met één van de leerkrachten. Overigens is het ook voor andere zaken gemakkelijk als ze zijn voorzien van naam. In de lokalen mogen geen rubberlaarzen worden gedragen. Wilt u, als uw kind op laarzen naar school komt, daarom pantoffels of schoenen meegeven om in het lokaal te dragen? Wij voelen ons gezamenlijk verantwoordelijk voor zoekgeraakte en kapotte persoonlijke spullen. Voor tijdens en na de lessen en op het schoolplein zullen wij zoveel mogelijk samen met uw kind voorkomen dat spullen vermist raken of kapot gaan. Wij vragen u om kinderen zo weinig mogelijk persoonlijke spullen mee te laten nemen naar school. Natuurlijk wil een kind wel eens wat laten zien, bijv. na een verjaardag of na een vakantie of samen met kinderen wat delen. Denk in het laatste geval bijv. aan het sparen van plaatjes of knikkers. We begeleiden dit zo goed mogelijk maar geven soms ook aan dat kinderen het beter thuis kunnen laten want vaak levert het ook een spanningsveld op tussen kinderen. We verbieden deze activiteiten dus niet op school maar geven hierbij wel aan dat we niet aansprakelijk zijn voor het kwijtraken of kapot gaan van deze spullen. Wanneer we gebruik willen maken van persoonlijke spullen tijdens lessen, projecten en thema’s dan wordt u hierover geïnformeerd. Een apart onderdeel van spullen die worden meegenomen naar school zijn moderne media zoals muziekspelers, computerspellen, mobiele telefoons, enz. Dit zijn zaken die duur en kwetsbaar zijn en die kinderen niet op school nodig hebben. We raden dan ook stellig af deze mee te – laten – nemen naar school. Bovengenoemde zaken zijn niet toegelaten in de gebruikelijke lessen, dus in de klas en moeten centraal worden bewaard in de klas. Ook in de reguliere pauzes is het gebruik niet toegestaan. Kinderen mogen, indien dit noodzakelijk is, te allen tijde gebruik maken van de telefoon van school. De eigen media kunnen op deze wijze niet tijdens schooltijd leiden tot misbruik en/of pestgedrag.
13.4 Schoolmaterialen Potloden, pennen, gum en schriften worden betaald door de school. Ze worden opgeborgen in de lade. Om te voorkomen dat pennen e.d. zoekraken verzoeken wij u om ervoor te zorgen dat uw kind vanaf groep 3 over een etui beschikt. Vanaf eind groep 3 schrijven de kinderen met een door school geleverde goed schrijvende pen. Als die zoekraakt moet er via de school een nieuwe worden aangeschaft.
13.5 Tas Schoolmaterialen moeten worden vervoerd in een stevige tas. Zonder een dergelijke tas kunnen er dus geen schoolmaterialen mee naar huis worden genomen. Vanaf groep 6 hebben de kinderen bijna dagelijks een goede tas nodig; een eenvoudige canvas of plastic tas biedt niet genoeg bescherming. Beschadigde of zoekgeraakte schoolmaterialen dienen te worden vergoed. Daarom adviseren wij u de aanschaf van een stevige tas. Meegenomen boeken zijn herkenbaar aan het schoolstempel.
13.6 Gymkleding Kleuters mogen in hun ondergoed gymmen. Het is prettig als zij schoenen bij zich hebben die ze gemakkelijk aan en uit kunnen doen (instappers, of met klittenband) De gymkleding mag, voorzien van naam, op school blijven in de daarvoor bestemde manden of aan de kapstokken. Vanaf groep 3 moeten de kinderen sportkleding en gymschoenen meenemen op de dagen waarop gegymd wordt. Vanaf groep 5 hebben we afgesproken dat kinderen na het gymmen gaan douchen. Hiervoor nemen ze een handdoek en evt. badslippers mee. Voor de veiligheid van uw kind gelden de volgende afspraken: - alle sieraden af; schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
53
- lang haar vastdoen in bijv. een staart of vlecht. Zorg ervoor dat kinderen op de dagen waarop gegymd wordt, geen dure of waardevolle sieraden dragen. De school kan niet aansprakelijk gesteld worden voor verlies en/of diefstal, al vinden wij het wel heel erg vervelend als er kostbaarheden zoek raken.
13.7 Pauzes ochtendpauze In de groepen 3 t/m 8 hebben alle groepen een kleine pauze. Kort voorafgaand aan deze pauze kan uw kind iets eten en drinken, alvorens buiten te gaan spelen. Bij de kleuters wordt hiervoor tijd vrijgemaakt in het ochtendrooster. Wij stellen het zeer op prijs wanneer u als ouders met ons meedenkt en uw kinderen voorziet van een gezonde versnapering in de vorm van bijv.: - drinken: bijv. melk, vruchtensap, thee (geen cola e.d.!) - eten, bijv. fruit, rijstwafel, kaaskoekjes, krentenkoekjes, boterham (geen snoep!) Middagpauze Tijdens de middagpauze blijven alle kinderen op school op maandag t/m donderdag. Op vrijdag zijn alle leerlingen om 12.30 uur tegelijkertijd vrij. De kinderen nemen zelf hun lunchpakket mee waarin voorzien wordt in eten en drinken. We stellen de eis dat er gezonde, verantwoorde voeding voor tussen de middag wordt meegegeven in de vorm van bijv. fruit en brood. Er is gelegenheid om de lunch koel te bewaren.
13.8 Verjaardagen Als uw kind jarig is mag het de klasgenoten trakteren. In de kleutergroepen mag u bij het felicitatie- en traktatiemoment bij uw kind in de klas zijn. Vanaf groep 3 begeleidt de groepsleerkracht zelf uw kind. Bedenk ook dat een traktatie niet altijd uit snoep hoeft te bestaan, maar ook hartig kan zijn. De jarige mag, als hij of zij dat wil, in de pauze ‘de school rond’ en leerkrachten trakteren. Ook de leerkracht is eens per jaar jarig en dit wordt met de hele klas gevierd. Uw kind kan dan gevraagd worden een kleine financiële bijdrage mee te nemen (niet verplicht). De klassenouders regelen dan samen met de kinderen dat er een cadeautje voor de jarige juf of meester gekocht wordt. Kleuters krijgen de mogelijkheid een cadeautje te maken voor een jarige vader, moeder, opa of oma. Wilt u hiervoor uiterlijk een week van tevoren een briefje meegeven waarop staat voor wie en voor wanneer het is?
13.9 Met de fiets naar school De kinderen die buiten het gebied wonen begrensd door Oranjestraat, Dorpsstraat, Stationsstraat, Waagweg, Drostenstraat, Dikkesteensweg en Rijssenseweg, mogen op de fiets naar school komen. Zij kunnen niet binnen een beperkte tijd lopend van school naar huis en andersom. Het kan zijn dat de hele groep voor een activiteit buiten school de fiets nodig heeft. Dit wordt vooraf met de kinderen overlegd waarna ze, voor deze gelegenheid, met de fiets naar school mogen komen. Aan groepsactiviteiten waarbij een fiets noodzakelijk is kunnen kinderen alleen meedoen met een veilige, goedgekeurde fiets. Eén keer per jaar biedt de school een fietskeuring aan door medewerkers van Veilig Verkeer Nederland. Wij vragen u als ouders hiervoor uw medewerking. Voor activiteiten die na schooltijd plaatsvinden en dus niet onder verantwoordelijkheid van school vallen is het niet geoorloofd met de fiets op school te komen. De leerlingen van de groepen 3 t/m 5 mogen hun fiets tussen de beugels aan de kant van de Pannenbakkersstraat op het plein plaatsen. De leerlingen van de groepen 6 t/m 8 zetten hun fiets tussen de beugels aan de Slachthuisstraat. Op het schoolplein mag voor, tijdens en na schooltijd, niet worden gefietst!
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
54
We voelen ons mede verantwoordelijk voor schade en diefstal aan fietsen. Voor de goede orde vermelden we dat de school niet aansprakelijk is, of gesteld kan worden, voor beschadiging aan c.q. diefstal van fietsen en/of accessoires. Voor meer informatie over verkeer verwijzen we naar de informatie van de verkeerscommissie op de website.
13.10 Pleingebruik na schooltijd Formeel, volgens de gemeentelijke verordening, geldt dat het plein buiten schooltijd verboden is te betreden. Hiervoor staan ook de bekende blauwe bordjes aan de rand van het plein om dit aan te geven. Het geeft de politie de mogelijkheid op te treden tegen ongewenst gedrag. Nu vinden kinderen het vaak leuk om op het plein of rondom de school op het terrein te spelen. Dit gaat meestal goed. We gedogen dan ook dat kinderen hier spelen. Meestal zijn er tot die tijd nog personeelsleden in de school. Er wordt formeel geen toezicht gehouden en het blijkt dat er zich ’s middags meestal geen problemen voordoen en er toch wel enig zicht is op de gebeurtenissen rondom school. Met de politie is afgesproken dat we het spelen toestaan en de kinderen niet wegsturen. Op werkdagen vanaf 17.00 uur tot 8.00 uur, tijdens weekeinden en schoolvakanties is het plein verboden terrein. De politie kan dan toezien op het naleven van het verbod. Zij kan bij het toezicht besluiten kinderen en oudere jeugd weg te sturen en zelfs een proces verbaal te geven. Op deze wijze wordt voorkomen dat vooral ’s avonds en in het weekend het schoolplein en de schoolomgeving gebruikt worden als hangplek voor jeugd, er geen vernielingen plaatsvinden en geen rommel wordt achter gelaten. We vragen uw actieve deelname, door overtredingen die ’s avonds en in het weekend plaatshebben, te melden bij de politie en terug te koppelen naar de directeur.
13.11 Huiswerk We streven er naar dat kinderen hun schoolwerk op school kunnen maken. Het kan voorkomen dat, in overleg met ouders, kinderen extra werk meekrijgen naar huis om te oefenen. Vanaf groep 4 krijgen kinderen al te maken met dingen die ze voor school thuis moeten doen. Dit bestaat dan bijvoorbeeld uit de voorbereiding voor een spreekbeurt. In de hogere leerjaren wordt het huiswerk uitgebreid met het leren voor zaakvakken als aardrijkskunde, geschiedenis of natuuronderwijs. Toetsen kunnen dan bijv. gedeeltelijk of in zijn geheel thuis worden voorbereid. Activiteiten die thuis moeten plaatsvinden worden vermeld op het taakblad. Zo kunt u ook zien wat ze moeten doen. We streven er naar dat de hoeveelheid huiswerk beperkt blijft. De kinderen leren zelfstandig te oefenen met het verwerken van leerstof en een taakbewustzijn te ontwikkelen ter voorbereiding op het huiswerk dat ze op het voortgezet onderwijs krijgen. We streven niet naar een vergelijking met de hoeveelheid leerstof die ze in het voortgezet onderwijs krijgen. Daarvoor is de organisatie en de aard en inhoud van de lesstof op de basisschool en voortgezet onderwijs te veel verschillend. Wij vinden dat kinderen naast de aanzienlijke schooltijd nog ruim de tijd moeten hebben voor sport en spel in hun vrije tijd. Omdat het mede tot de taak van de basisschool behoort de leerlingen te leren studeren, besteden we regelmatig aandacht aan de juiste aanpak van het huiswerk. Hierbij geven we de volgende tips: • maak een huiswerkplanning en houd daarbij rekening met verjaardagen en clubverplichtingen; • registreer je huiswerk goed: wat moet je doen en wanneer moet het klaar zijn; • maak het huiswerk, als het mogelijk is, op de dag dat het uitgereikt is; • leerwerk moet niet in één keer gedaan worden; herhaling is de beste leermeester; • begin met het moeilijkste vak, het vak dat de meeste tegenzin opwekt, anders komt van uitstel afstel; schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
55
• werk netjes en nauwkeurig, dit voorkomt slordigheidfoutjes. Het is fijn dat u als ouders tijd en aandacht besteedt aan het huiswerk. Het kan kinderen zeker helpen wanneer u ze bijvoorbeeld overhoort voor een proefwerk. Bij het daadwerkelijk helpen van kinderen bij bijv. rekenen en taal is het van belang dat kinderen de eigen en op school aangeleerde strategieën blijven gebruiken. Wilt u hierover meer informatie dan kunt u contact opnemen met de groepsleerkracht.
13.12 Richtlijn bij vervanging van leerkrachten Zoals u al hebt kunnen lezen in de schoolgids streven we er naar dat er zo goed mogelijk omgegaan wordt met de beschikbare lestijd. Het kan voorkomen dat de groepsleerkracht van uw kind even of voor langere tijd niet in de groep kan zijn. Bij vervanging voor langere tijd zoeken we een vaste vervanger. Bij kortdurende vervanging en vervanging op – zeer – korte termijn proberen we zo snel mogelijk een vervangende leerkracht te vinden om te voorkomen dat we andere maatregelen moeten nemen. Het is niet altijd mogelijk een ‘bekend gezicht’ voor de kinderen te regelen. We streven hier wel naar. Tegenwoordig werkt onze stichting samen met 3 andere besturen in de regio door het instellen van een vervangingspool van leerkrachten, de Personeelsvoorziening Twente. Hier doen we zo snel mogelijk een verzoek tot vervanging van de leerkracht. In 95% van de gevallen lukt dit. In de andere gevallen vragen we personeelsleden die op die dag niet werken te komen invallen. Wanneer dit niet lukt wordt gevraagd om lescompensatie zo mogelijk te ruilen. Lukt ook dit niet dan worden de leerlingen verdeeld over andere groepen. Dit doen we maximaal 2 dagen. Daarna gaan mensen die andere taken doen zoals bijv. remedial teaching, interne begeleiding of daltoncoördinatie zo mogelijk voor de groep. Zijn er leerkrachten in opleiding, dan maken we hier gebruik van door ze incidenteel, onder supervisie van een leerkracht, in te zetten. In het uiterste geval en indien mogelijk, kan in het kader van voortgang van structurele werkzaamheden de directeur zelf besluiten de groep over te nemen.
13.13 Schoolfoto’s Ieder jaar komt de schoolfotograaf; zijn komst wordt aangekondigd in de nieuwsbrief. Alle kinderen worden individueel, met de groep en – indien gewenst – met jongere en oudere broertjes op de foto gezet. U kunt in de middagpauze gebruik maken van de mogelijkheid, om kinderen die op school zitten met jongere of oudere broertjes en zusjes, die nog niet bij ons op school zitten of al van school af zijn, op de foto te laten zetten. De fotograaf biedt u de foto’s aan. Het staat u vrij om hier gebruik van te maken. De leerkrachten innen het verschuldigde bedrag en geven dit door aan de fotograaf. De school heeft aan deze activiteit geen verdiensten.
13.14 Foto’s, video en filmopnamen Het komt voor dat er video en filmopnamen worden gemaakt in de klas. Dit gebeurt bijvoorbeeld ter observatie van de leerkracht of leerkracht in opleiding om de lessen nadien nog te kunnen bekijken en te bespreken. Hierna worden de opnamen vernietigd. Ook komt het voor dat een ambulant begeleider opnamen maakt ter observatie van een kind in de klas. Dit wordt met de ouders van het betreffende kind besproken. De opnamen worden geanalyseerd en nadien vernietigd. Er worden regelmatig foto’s van activiteiten gemaakt. U kunt op het aanmeldingsformulier van uw kind aangeven of u bezwaar heeft tegen het plaatsen van foto’s op onze website, facebook en twitter. U kunt dit ook tussentijds schriftelijk aangeven bij de administratie. Foto’s van uw kind(eren) worden dan niet geplaatst. U kunt foto’s van de website zelf downloaden voor eigen gebruik.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
56
13.15 Honden en andere huisdieren Bijna alle groepsleerkrachten zijn echte hondenliefhebbers. Wilt u echter niet uw hond: - mee de school in nemen; - op de speelplaatsen laten loslopen; - op het gras of in de struiken bij de school zijn/haar behoefte laten doen? Het komt voor dat kinderen hun spreekbeurt houden over hun huisdier en deze willen meenemen naar school. U beslist of dit verantwoord is voor het betreffende dier. Het is de bedoeling dat u het wel even overlegt met de groepsleerkracht, want sommige leerlingen zijn allergisch voor bepaalde huisdieren. In specifieke gevallen kan het dus voorkomen dat een dier niet mee kan naar school. Het is goed om dit vooraf goed af te spreken om teleurstelling bij uw kind te voorkomen. Tijdens dierendag mogen dieren, wanneer dit ‘diervriendelijk’ kan, meegenomen worden naar het schoolplein. In het eerste half uur kunnen kinderen dan elkaars huisdieren bewonderen. De dieren gaan niet mee naar binnen.
Tenslotte Ons doel is om u met deze gids zo goed mogelijk te informeren over de goede gang van zaken bij ons op school. Het is onvermijdelijk dat er bepaalde zaken nog niet in vermeld staan. Meestal gaan deze in de dagelijkse praktijk gewoon goed. Wanneer blijkt dat het een vermelding verdient in deze gids, dan zullen we deze toevoegen. U kunt ons hierin natuurlijk adviseren. Dit vinden we fijn, want zo maken we samen de school. Neem gerust contact met ons op zodat wij actie kunnen ondernemen.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
57
Bijlagen schoolgids 1
namenlijsten ouderraad, medezeggenschapsraad en team
Ouderraad
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Maike van Wieringen Hermien Leeftink Anita Vonkeman Sandra Drent Maureen Langezaal Yvonne Oosterhuis Annemarie Lodeweges Joyce Nuys
– – – – – – – –
[email protected] (voorzitter)
[email protected] (vice voorzitter)
[email protected] (penningmeester)
[email protected] (notulist)
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Medezeggenschapsraad Oudergeleding: Pascal Betten Jan Post Mirjam Schot Remco Franken
[email protected] (voorzitter) jan_
[email protected] [email protected] [email protected] (schaduw MR-lid, t.b.v. vervanging tijdens afwezigheid)
Personeelsgeleding: Cindy Kippers Ester van Beek Karin Vermey-Smit
[email protected] (secretaris)
[email protected] [email protected]
Teamleden naam
voornaam
Beek, van Bloom Boertien Breedveld-Paap Kippers-Strabbing Lintenbrink Muller Rensen-Wevers Rozema Stempher Visscher Vermeij-Smit Wagenvoort-Heijnen Wijck, van
Ester Cathinka (GVO) Frea Ineke (administratie) Cindy Gerdie (HVO) Anneloes Betsie Jobke Martin (directeur) Anneloes Karin Titia Nienke
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
[email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] titia@
[email protected] [email protected]
58
2
Groep
leerkrachten en groepenverdeling 2014 – 2015
ma ocht
ma mi
di ocht
di mi
wo ocht
wo mi
do ocht
do mi
vrijdag
Betsie
Betsie
Betsie
Betsie
Betsie
Betsie
Cindy
Cindy
Cindy
0 1-2
Frea
Frea
Frea
2-3
Anneloes V Anneloes V Jobke
Jobke
Jobke
Jobke
Anneloes V Anneloes V
Anneloes V
4
Jobke
Karin
Karin
Karin
Karin
Karin
Karin
Jobke
Nienke
Nienke
Nienke
Titia
Titia
Titia
Ester
Anneloes
Jobke Frea
5
Nienke
Nienke
Nienke
6-7
Titia
Titia
Anneloes Anneloes Anneloes Anneloes Anneloes
Frea
8
Ester
Ester
Ester
Ester
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
Ester
Ester
Frea
Frea
Ester
Ester
Ester
59
3
Persoonsgebonden taken teamleden
taakgroep jaarlijkse feesten (herfst, Sint, Kerst, Pasen, ..) taakgroep Kinderboekenweek / voorleesontbijt/ - wedstrijd taakgroep sport contactpersoon OR contactpersoon nieuwsbrief contactpersoon schoolkrant coördinatie 4 mei / kerstavond coördinatie BHV coördinatie bestellingen coördinatie bovenbouw coördinatie cultuur coördinatie dalton coördinatie ICT coördinatie onderbouw coördinatie verkeer coördinatie VO coördinatie jeugdbladen coördinatie kinderpostzegels ICT beheer website Interne begeleiding Lief- en leedpot beheer MR GMR Leerwerkgroep Ouderbetrokkenheid&PR
Anneloes,, Frea, Betsie, Karin Cindy, Frea Anneloes, Betsie Anneloes, Nienke Nienke Cindy Ester Anneloes Cindy Ester Frea Ester Jobke Jobke Frea Ester Cindy Ester Jobke Titia Frea Cindy, Ester, Karin Titia Anneloes, Titia, Martin
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
60
4
vakantieregeling 2014 – 2015
Vakanties: Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasvakantie Meivakantie Hemelvaart Pinkstervakantie Zomervakantie
13 okt t/m 17 okt 2014 22 dec 2014 t/m 2 jan 2015 23 feb t/m 27 feb 2015 3 apr t/m 6 apr 2015 27 apr t/m 8 mei 2015 14 + 15 mei 2015 25-mei 6 juli t/m 14 aug 2015
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
61
5
oud papier rooster schooljaar 2014 – 2015
LET OP! De containers worden op maandag t/m donderdagochtend 9.00 uur geplaatst op de
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7 8 9
ma. di. woe. do. 18 - 21 aug. 29 sept. - 2 okt. 10 - 13 nov. 5 - 8 jan. 16 - 19 febr. 23 - 26 maart 20 - 23 april 18 - 21 mei 29 juni - 2 juli
Plaats van de containers: Slachthuisstraat. Wij danken u voor uw medewerking. Met het geld van de oud papier opbrengst kunnen wij weer veel dingen doen voor onze leerlingen.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
62
6
Jaaroverzicht 2014-2015
(het meest actuele overzicht vindt u maandelijks in de nieuwsbrief en op de website) AUGUSTUS 18
Eerste schooldag Oud papier t/m 21 aug. Nieuwsbrief
25
OR vergadering
26
Oudervertelmiddag - avond
28
Oudervertelmiddag - avond
SEPTEMBER 1
MR bijeenkomst
11
Keunefeesten t/m 14 sept. Holten got talent 13:45 / 14:45
12
Leerlingenraad 12:30 / 13:15 OR vergadering
16
Prinsjesdag
17
Koffieochtend 08:30 / 09:15
18
Verkeersweek t/m 24 sept.
22
Nieuwsbrief
29
Oud papier t/m 2 okt. Studiedag team (kinderen vrij)
OKTOBER 1 4
Kinderboekenweek 2014 t/m 12 okt. Dierendag Dieren op het plein 08:30 / 09:00 geen dieren/wel knuffels in de klas
7
Ouderavond 19:30 / 21:00
8
Herfstdag
13
Herfstvakantie t/m 17 okt.
20
OR vergadering MR bijeenkomst
22
Schoolhandbal groep 7 en 8
27
Nieuwsbrief VVE Thema-avond
29
Schoolhandbal groep 7 en 8
NOVEMBER 5
schoolhandbal groep 7 en 8
10
Oud papier t/m 13 nov.
12
Koffieochtend 08:30 / 09:15
14
Leerlingenraad 12:30 / 13:15
17
MR bijeenkomst
21
1ste rapport
24
Rapportgesprekken t/m 26 nov.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
63
DECEMBER 1
Nieuwsbrief
5
Sinterklaasviering OR vergadering
18
Kerstviering (informatie volgt)
22
Kerstvakantie t/m 2 jan. 2015
24
Kaarsjes plaatsen 16:15 / 17:00 Canadese Begraafplaats
25
1e Kerstdag
26
2e Kerstdag
31
Oudjaarsdag
JANUARI 1
Nieuwjaarsdag
5
1ste schooldag 2015 Nieuwsbrief Oudpapier t/m 8 jan.
14
Koffieochtend 08:30 / 09:15
19
OR vergadering MR bijeenkomst
21
Nationale Voorleesdagen t/m 31 jan.
23
Leerlingenraad 12:30 / 13:15
FEBRUARI 2
Nieuwsbrief OR vergadering MR bijeenkomst
3
Ouderavond Workshop mediawijsheid
9
Open huis Koffieochtend 08:30 / 09:15
13
Carnaval
16
Oud papier t/m 19 febr.
23
Voorjaarsvakantie t/m 27 febr.
MAART 2
Nieuwsbrief
6
Leerlingenraad 12:30 / 13:15
13
2e rapport MR bijeenkomst
16
Rapportgesprekken t/m 18 mrt.
18
Nationale Daltondag Koffieochtend 08:30 / 09:15
23
Oud papier t/m 26 mrt.
27
Palmpaasoptocht
30
Nieuwsbrief OR vergadering
APRIL
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
64
1
Paasontbijt
3
Goede Vrijdag Paasvakantie t/m 6 apr.
5
1e Paasdag
6
2e Paasdag
13
Voetbal (groep) MR bijeenkomst
15
Verkeersexamen groep 7
16
Verkeersexamen groep 7
20
Oud papier t/m 23 apr.
21
Cito eindtoets groep 8 t/m 23 apr.
24
Koningsspelen
27
Koningsdag Meivakantie t/m 8 mei
MEI 4
Dodenherdenking Canadese Begraafplaats Herdenking 10:15 / 11:30
5
Bevrijdingsdag
10
Moederdag
11
OR vergadering
13
Koffieochtend 08:30 / 09:15 Schoolfotograaf
14
Hemelvaartsdag Vakantie t/m 15 mei
18
Oud papier t/m 21 mei
24
1e Pinksterdag
25
2e Pinksterdag Vakantie t/m 25 mei
29
Leerlingenraad 12:30 / 13:15
JUNI 1
Nieuwsbrief
8
Studiedag team (kinderen vrij)
15
MR bijeenkomst
19
3e rapport
21
Vaderdag
22
OR vergadering
29
Oud papier t/m 2 juli
JULI 1
Musical groep 8
3
Holterenk got talent
6
Zomervakantie t/m 14 aug.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
65
7
Uitkomsten Oudertevredenheidsonderzoek Samenvatting Stichting ROOS
Bedoeling van het tevredenheidsonderzoek Periodiek verricht de Stichting ROOS tevredenheidsonderzoek onder de ouders. Het schoolbestuur wil met regelmaat op de hoogte gesteld worden hoe de ouders de school van hun kinderen ervaren en hoe tevreden zij met de Stichting ROOS zijn. De Stichting wil graag achterhalen hoe betrokken de ouders zijn bij de Stichting en in de derde plaats willen we achterhalen welke verbeterpunten de ouders zien voor de Stichting ROOS. Het onderzoek levert een beeld op van mogelijke aspecten, die van invloed zijn op de tevredenheid met en betrokkenheid van ouders bij de school. Er is van iedere school een school-specifieke rapportage opgesteld. Per school worden deze rapportages besproken in de onderwijsteams en met de MR-en. De schooldirecteur stelt aan de hand van de rapportage een kort plan van aanpak op, waarin aangegeven wordt op welke wijze de wensen en aanbevelingen van ouders verwerkt worden. Uiteraard wordt daarbij zoveel mogelijk aangesloten bij de lopende jaarplannen en schoolplannen. De rapportage op stichtingsniveau wordt besproken in het MT van ROOS, de GMR en de Raad van Toezicht, eveneens inclusief een plan van aanpak. De tevredenheid in het kort (de tops) De ouders zijn in het algemeen tevreden over het de scholen van de Stichting ROOS. De ouders geven de scholen een 7,7 als gemiddeld rapportcijfer. Bijzondere verheugend is de score op aanbeveling. 67% van de ouders doet een sterke aanbeveling voor de school. Een duidelijke meerderheid van de ouders zou als ambassadeur betiteld kunnen worden. Dat blijkt ook uit de grote mate waarin ouders zich betrokken voelen bij het onderwijs en de school van hun kind(-eren). De respons op de enquête mag ook verheugend hoog genoemd worden: 54% van de ouders heeft de moeite genomen de digitale vragenlijst in te vullen. De ouders zijn in overgrote meerderheid bijzonder tevreden over de wijze waarop de school het onderwijs verzorgt; de score is gemiddeld een 8,1 door 90% van de ouders! Bijna alle ouders zijn de mening toegedaan dat de leerkrachten op school met moderne middelen (computers, digitale schoolborden, etc.) werken; hier is de waardering een 8,8 bij 96% van de ouders. De ouders hebben ook een bijzonder positieve indruk over de gevarieerde wijze waarop het onderwijs wordt vormgegeven, de waardering is 8,2 door 92% van de ouders. Dat komt tot uitdrukking in de waardering over de leerkrachten in het algemeen: 8,2 bij een score van 90% van de ouders. In vergelijking met andere schoolbesturen scoren de ROOS-scholen beter op het aspect van de leerlingbegeleiding: de ROOS-scholen scoren een 7,9; landelijk is dat 7,6.
De aanbevelingen van de ouders (de tips) Uit het onderzoek komt een vijftal aspecten naar voren die versterking behoeven. Dat zijn de volgende onderwerpen: onderwijsbeleidsontwikkeling, sociaal emotionele ontwikkeling, voorzieningen van scholen, identiteit en OR/MR. (1) Beleidsontwikkeling. Ondanks een grote tevredenheid over het management en organisatie van de scholen, leeft er bij de ouders een sterke behoefte aan meer duidelijkheid en informatie over beleidsontwikkelingen. Het onderwijsbeleid is bijzonder turbulent, de impulsen tot al dan niet opgelegde veranderingen, vallen bij wijze van spreken over elkaar heen. Juist de directie bevindt zich in het brandpunt: zowel aansluiten bij de wensen van de ouders, voldoen aan de kwaliteitsvereisten van de overheid, uitvoering geven aan de telkens nieuwe en veranderende beleidskaders. Uit het onderzoek blijkt dat de ouders een sterke behoefte hebben aan meer betrokkenheid en informatie over de actuele beleidsontwikkelingen. (2) Sociaal-emotionele ontwikkeling. De ouders (84%) zijn zeer tevreden over de mate waarin hun kind het naar zijn/haar zin heeft in de groep, de score bedraagt 8,2. Binnen schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
66
dit aspect valt echter op dat er een substantiële groep ouders is (15%) die aandringt op een actiever optreden van de school tegen pesten. Een nog grotere groep ouders (21%) ervaart dat het eigen kind wordt gepest. (3) Voorzieningen van de scholen, in het bijzonder de sportvoorzieningen, schoolgebouw en hygiëne. Ondanks dat er voor 5 scholen nieuwbouw gerealiseerd wordt/is, blijft het merendeel van de scholen in de bestaande huisvestingssituatie. (4) Identiteit van de school. Hoewel de ouders tevreden zijn over de identiteit van de scholen van de Stichting ROOS, komt dit aspect wel naar voren als een verbeterpunt. Met name uit de open vragen komt naar voren dat ouders graag zouden zien dat de school de eigen identiteit nog sterker uitdraagt en duidelijker vorm geeft. (5) Informatie en communicatie van Ouderraden en Medezeggenschapsraden. In het algemeen zijn de ouders, meer dan in de landelijke vergelijking, tevreden over beide geledingen. Er is echter een substantieel aandeel ouders dat niet tevreden is over de informatie en communicatie van beide geledingen.
Wat we gaan doen: maatregelen voor de hele Stichting 1. Intensivering van de informatie en communicatie met ouders over beleidsontwikkelingen. 2. Monitoren sociaal-emotionele ontwikkeling in alle onderwijsgroepen van de stichting. 3. In de ROOS-academie een afzonderlijke categorie ‘Gedrag en Sociaal Emotionele Ontwikkeling’ opnemen, met daarin algemene en specialistisch scholingsaanbod. 4. Aanpassing van het schoonmaakcontract om (het gevoel van) hygiëne te verhogen. 5. Verder verbeteren van de uitstraling van de ROOS-gebouwen; onder meer door onderhoudsplanning te intensiveren. 6. Versterking van de identiteitsuitingen van de ROOS-organisatie en de ROOSscholen afzonderlijk; versnelling van de invoering huisstijl, intensivering van de sociaalmedia communicatie, introductie van themaverslagen in ROOS-periodiek onder alle ouders en geïnteresseerden. 7. In de ROOS-Academie een aanbod voor informatiebijeenkomsten opnemen voor MR-en en OR-en. Opgave ook toegankelijk voor ouders, bijvoorbeeld via de secretaris van de GMR. Te overwegen is of enkele gezamenlijke bijeenkomsten gewenst zijn. Bijvoorbeeld een bijeenkomst voor alle leden van OR-en aan het begin van het jaar, gericht op kennismaken, uitwisselen en eventueel afstemmen. 8. Introductie van het ‘ROOS-Café’; bijeenkomsten in de overgangssfeer van formeel/informeel; zonder agenda, gericht op een thema, actualiteit, toegankelijk voor alle betrokkenen bij ROOS-scholen; frequentie: 1 x per jaar, bestuurder als gastheer, locatie Watermolen.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
67
8
Protocol instroom, doorstroom en uitstroom leerlingen
Instroom Leerlingen 1. Het is elke directeur van een ROOS-school toegestaan informatie over zijn/haar school te verschaffen aan ouders, die zich tot hem/haar wenden om eventueel hun kind aan te melden. 2. Ouders vullen een inschrijfformulier in, met het verzoek tot plaatsing van een kind op de school. Dit betreft dan de voorlopige aanmelding. 3. Aanmelding 4-jarigen. De directeur kan contact opnemen met de kinderopvang en/of met de peuterspeelzaal. De ouders ontvangen van de school een schoolgids (website of op verzoek op papier). Er volgt een intakegesprek met directeur en eventueel de Intern Begeleider (IB-er). Jonge kinderen (>4 jaar) kunnen kennis komen maken met de groep en de leerkracht (maximaal 5 dagen of 10 dagdelen). Er vindt schriftelijke overdracht plaats met behulp van een overdrachtsformulier. Het verdient de voorkeur dat het peutervolgsysteem dat door KDV/PSZ wordt opgesteld en wordt overgedragen aan de ouders, ook ter beschikking komt van de school. In het kader van VVE worden doelgroepkinderen aangemerkt. 4. Aanmelding nieuwe leerlingen die van elders komen. (zij-instromers) De directeur en/of IB-er neemt/nemen, contact op met de vorige school. De ouders ontvangen van de school een schoolgids. Er volgt een intakegesprek met schooldirecteur en IB-er. Vervolgens wordt het onderwijskundig rapport van de afleverende school bestudeerd en indien van toepassing ook het zorgdossier. Dit onderwijskundige rapport (conform wettelijk kader) dient dus voor de feitelijke en formele inschrijving beschikbaar gesteld te worden. Lopende een procedure met betrekking tot leerlingenonderzoek wordt er geen medewerking verleend aan het tussentijds wisselen van school. Zij-instroom vergt diverse gesprekken met de ouders van de potentiële leerling(en). Alvorens in gesprek te gaan, wordt geverifieerd of de afleverende school op de hoogte is gebracht. 5. De school onderzoekt de mogelijkheden van toelating aan de hand van het eigen school- ondersteuningsprofiel en de gegevens en achtergronden van de nieuwe leerling door (onder meer) het intakegesprek, het onderwijskundig rapport, het eventueel zorgdossier, en andere relevante gegevens. 6. De leerling wordt toegelaten en ingeschreven na onderzoek (zie 5), waarin is vastgesteld dat de leerling geen specifieke en/of aanvullende zorg en ondersteuning nodig heeft. Ouders en afleverende school ontvangen een bevestiging van de inschrijving. 7. Indien blijkt (zie 5) dat de leerling een zorgleerling betreft met een specifieke hulp en ondersteuningsbehoefte, wordt de volgende route gehanteerd: a. Er wordt nagegaan in welke mate de leerling extra hulp nodig heeft. b. Indien een leerling veel zorg en ondersteuning nodig heeft, wordt nagegaan of en op welke wijze de school in deze behoefte kan voorzien. Hier wordt het stappenplan “Aanmelding zorgleerling met specifieke hulpvraag” gevolgd. Zie bijlage 1. Weigering van leerlingen: zie: ‘Procedure weigering leerling’. Zie wettelijk kader in WPO.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
68
8. De feitelijke en formele inschrijving, inclusief de uitwisseling van de wettelijke in- en uitschrijfformulieren en de uitwisseling met DUO, vindt pas plaats na een definitief besluit tot toelating. 9. Weigering van leerlingen: zie: ‘Procedure weigering leerling’. Zie wettelijk kader in WPO. 2. Doorstroom van leerlingen In principe doorlopen kinderen in een periode van ongeveer 8 schooljaren de ROOSscholen. Het kan voorkomen dat een kind in die periode doubleert, er sprake is van een verlengde kleuterperiode of dat er juist sprake is van een verkorte kleuterperiode. Om tot dit type besluiten te komen, kan er onderzoek gedaan worden door de IB-er van de school en indien nodig, kan er extern onderzoek plaatsvinden. De ontwikkelingen van ieder kind worden nauwgezet gevolgd door middel van het leerlingvolgsysteem (LVS), de methodegebonden toetsen en de niet-methode gebonden toetsen. Het team stelt de ouders/verzorgers geregeld op de hoogte van de vorderingen en ontwikkelingen van hun kind. Hiertoe worden oudergesprekken, rapportagegesprekken en rapporten gehanteerd. Vanaf groep 6 heeft het de voorkeur dat de ontwikkeling van de leerling in gezamenlijkheid wordt besproken, dus leerling, ouders en groepsleerkracht. 3. Uitstroom van leerlingen 1. Leerlingen die tussentijds een ROOS-school verlaten naar een andere basisschool. (zij-uitstromers) a. De schooldirecteur en/of de IB-er voert/voeren een “eindgesprek”. Hierin worden de wederzijdse opgedane ervaringen gedurende de schoolloopbaan van en met het kind, uitgewisseld. De ouders wordt gevraagd naar hun beleving van de kwaliteit van het geboden onderwijs en leerlingbegeleiding. Het onderwijskundig rapport en het eventuele zorgdossier worden besproken. Hiervoor wordt een standaard format ontwikkeld. b. De ontvangende (andere) basisschool ontvangt het wettelijk verplichte onderwijskundige rapport van de leerling van de ROOS-school onmiddellijk na het eindgesprek, met daarbij de gegevens betreffende het leerlingvolgsysteem, het schoolrapport van de leerling en indien aanwezig het zorgdossier. c. Aan de directie van de ontvangende school wordt een uitschrijvingsverklaring toegestuurd, nadat van die ontvangende school een kennisgeving van inschrijving is ontvangen. 2. Leerlingen die tussentijds een ROOS-school verlaten, naar een speciale school voor basisonderwijs of naar het speciaal onderwijs. a. Bij verwijzing naar een SBO en/of school voor SO, heeft er een vastgesteld begeleidingstraject (indicatiestelling) plaatsgevonden. Deze zogenaamde “zorgroute” ligt vast in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Bovendien wordt in de jaarlijkse evaluatie aandacht gegeven aan de doeltreffendheid van het begeleidingsaanbod van de school, juist in relatie tot de verwijzing naar het SO. 3. Leerlingen die uitstromen uit groep 8 naar het Voortgezet Onderwijs. (schoolverlaters) a. Jaarlijks worden de LVS-toets gegevens tweemaal met de ouders besproken. Deze toetsen zijn dekkend voor de vak- en vormingsgebieden spelling, lezen, begrijpend lezen en rekenen/wiskunde. Daarnaast worden de ouders periodiek op de hoogte gesteld van de sociaal-emotionele ontwikkeling van hun kind. Alle ROOS-scholen nemen de Entreetoets af en vragen een tussentijdse voorspelling voor de Eindtoets op bij CITO. b. In groep 8 wordt de Eindtoets Basisonderwijs (CITO) voor alle leerlingen afgenomen en voor LWOO-leerlingen de Onderwijsniveautoets/schoolkeuzetoets (NIO) door het voortgezet onderwijs.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
69
c. De groepsleerkracht van groep 8 bespreekt zijn/haar advies aan de ouders vooraf met de IB-er en de schooldirecteur. d. Er vindt ruim voor de afname van de Eindtoets een gesprek plaats met de ouders over de keuze voor het vervolgonderwijs. In het voorjaar wordt het adviesgesprek “keuze vervolgonderwijs” afgerond. e. De leerkracht van groep 8 verzorgt met betrekking tot de schoolkeuze de noodzakelijke formulieren en indien gewenst gegevens uit het leerlingendossier. Ouders ontvangen een kopie van het Inschrijfformulier Vervolg Onderwijs. Bij bepaalde typen gegevens is toestemming van ouders vereist (onderzoek en dergelijke). f. Leerlingen met een te lage score worden door het Voortgezet Onderwijs uitgenodigd voor een aanvullende test. LWOO-leerlingen die in het leerlingvolgsysteem 3 x D of E scoren bij begrijpend lezen, rekenen/wiskunde, spelling, doen mee aan de CITO Eindtoets Light. g. De leerlingen worden uitgeschreven met ingang van 31 juli van het betreffende schooljaar. De school voor voortgezet onderwijs ontvangt een uitschrijvingverklaring. De leerling-gegevens worden elektronisch uitgewisseld met de school voor voortgezet onderwijs. Het leerling-dossier wordt nog vijf jaar bewaard op de ROOS-school. h. De ROOS-school wordt door de scholen voor voortgezet onderwijs gedurende minstens drie jaar op de hoogte gehouden van de resultaten van de oudleerlingen. NB Ouders melden hun kinderen aan bij het Voortgezet Onderwijs, met het verzoek tot plaatsing op een bepaald niveau. Er vindt schriftelijke en mondelinge afstemming en uitwisseling plaats tussen vertegenwoordigers van het PO en het VO.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
70
Bijlage 1: Stappenplan instroom van leerlingen met specifieke hulpvraag 1. Aanmelding door de ouders bij de directie van de school. a. Gesprek ouders. b. Toelichting visie van de school. c. Toelichting op procedure en tijdpad. d. Schriftelijke toestemming van de ouders om informatie bij derden op te vragen. e. Ouders krijgen binnen een redelijke termijn bericht. f. De school kan ter overbrugging met ouders en afleverende school een proefplaatsing overeenkomen. Hierbij blijft de formele inschrijving nog bij de afleverende school. 2. Informatie verzamelen. Gegevens opvragen bij bijvoorbeeld: a. De afleverende school (onderwijskundig rapport en zorgdossier). b. Zorgverleners vanuit samenwerkingsverbanden. c. Medisch Kinderdagverblijven en dergelijke. d. Ambulante begeleiding. e. Medisch circuit, bijvoorbeeld huisarts. 3. Informatie bestuderen De verzamelde gegevens worden bestudeerd en besproken door de schooldirecteur, de IB-er en de groepsleerkracht. Eventueel kan worden besloten het kind te observeren. 4. Inventarisatie Van het kind wordt het volgende in kaart gebracht: Aandachtspunten
Wat vraagt het kind?
Mogelijkheden van de school.
Onmogelijkheden van de school.
Externe Ondersteuning
Pedagogisch Didactisch Kennis en Vaardigheden Leerkracht Organisatie School en Groep Gebouw en Materialen Medeleerlingen Ouders
5. Overwegingen. De school onderzoekt op basis van het voorgaande schema welke mogelijkheden de school zelf heeft en welke ondersteuningsmogelijkheden geboden kunnen worden en door wie. 6. Besluitvorming De desbetreffende inventarisatie van de hulpvragen van het kind wordt afgezet tegen de visie van de school en de mogelijkheden een passend onderwijsaanbod te realiseren. Een besluit tot aanname van de leerling is een teambesluit en wel op basis van “geen overwegend bezwaar”.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
71
7. Afspraken maken Gesprek met de ouders waarbij het besluit van de school wordt besproken: a. Bij toelating: opstellen van een plan van aanpak. Ouders en school maken afspraken over het onderwijs dat de leerling zal krijgen. Deze afspraken worden vastgelegd en door beide partijen voor akkoord ondertekend, en opgenomen in het LVS c.q. zorgdossier. Als de kerndoelen PO niet haalbaar zijn, worden de vervangende doelen (het eigen ontwikkelperspectief) eveneens opgenomen. b. Bij een voorlopige toelating: als er sprake is van een observatieperiode in het geval dat niet onmiddellijk duidelijk is of plaatsing succesvol kan zijn. Hierbij blijft de inschrijving bij de afleverende school doorlopen. c. Bij een afwijzing: de school stelt een inhoudelijke onderbouwing op, waarom het kind niet kan worden geplaatst. Deze afwijzing wordt schriftelijk beargumenteerd en aan ouders overhandigd.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
72
9
Bijlage Richtlijnen hulpverlening onder schooltijd.
In deze richtlijnen wordt de term “hulpverlening” gebruikt in de breedste zin van het woord. Hieronder wordt verstaan onderzoek, behandeling, ondersteuning, therapie. Aanleiding In toenemende mate zijn er tijdens lestijd leerlingen voor langere tijd afwezig om hulpverlening te krijgen bij externe hulpverleners of instanties. We maken een onderscheid tussen afwezigheid vanwege medische (inclusief logopedie, orthodontist) en niet-medische redenen. Voorliggende richtlijnen betreffen de nietmedische redenen. Wettelijk Kinderen hebben leerplicht en ouders zijn wettelijk verplicht hun kind onderwijs te laten volgen. De school is verplicht het kind minimaal de wettelijke urennorm onderwijs te geven. Inspectie zegt over onderzoek en behandeling door externen: a. Hulpverlening onder schooltijd mag, mits de ouders en/of hulpverlener aannemelijk kunnen maken dat ze er alles aan hebben gedaan om de hulpverlening buiten schooltijd te laten vallen. b. Hulpverlening onder schooltijd betekent ook dat de school verantwoordelijk is en de hulpverlening dus moet worden vastgelegd in het handelingsplan van het kind. c. Ouders moeten vooraf toestemming vragen aan de directeur voor hulpverlening onder schooltijd. Indien de directeur geen toestemming geeft, is het ongeoorloofd schoolverzuim. Twee mogelijkheden: 1: De hulpverlening maakt onderdeel uit van doorlopende ontwikkelingslijnen binnen de school. Hiermee maakt het dus integraal onderdeel uit van het onderwijsaanbod van de school. Voor deze diensten vraagt school instemming/toestemming aan de ouders a.d.h.v. de zorgstructuur. • Diensten die door school i.s.m. het samenwerkingsverband Twente Noord worden geboden. • Diensten die uit de rugzak van een kind worden bekostigd (ambulante en rugzakbegeleiding). • Diensten van derden die op initiatief van de school als ondersteunend onderwijsaanbod binnen de (Brede) schoolontwikkeling is. • Masterclass van de Waerdenborch. 2: De hulpverlening maakt geen onderdeel uit van de ondersteuningsstructuur binnen de school. Dan gelden de volgende richtlijnen: • De hulpverlening wordt door ouders én school van belang gevonden voor de ontwikkeling van de leerling. • De hulpverlening wordt vastgelegd in het leerlingdossier en groepsplan. Indien gewerkt wordt met een handelingsplan, dan wordt dit tevens daarin vastgelegd. • De ouders vragen schriftelijk toestemming bij de directie en tonen in die aanvraag aan dat zij alles gedaan hebben om de hulpverlening buiten schooltijd plaats te laten vinden. Indien de hulpverlener geen mogelijkheid had om buiten schooltijd hulpverlening te bieden, dient de aanvraag van de ouders vergezeld te gaan van een schriftelijke verklaring van de hulpverlener. Indien aan bovengenoemde drie richtlijnen niet voldaan kan worden, wijst de directeur het verzoek af.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
73
9
Jeugdgezondheidszorg GGD Regio Twente
Gezond opgroeien en een goede ontwikkeling zijn belangrijk voor kinderen. Wij, Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Regio Twente, helpen u hier graag bij. In de basisschoolperiode komen wij op school in groep 2 en 7 voor een preventief gezondheidsonderzoek. Wij kijken dan naar de lichamelijke, geestelijke, cognitieve en psychosociale ontwikkeling van kinderen. De laatste jaren zien wij, ook landelijk, dat steeds meer kinderen extra aandacht nodig hebben. In 2011 zijn wij daarom gestart met de Triage-methodiek, een vernieuwde onderzoeksmethode. We zien nog steeds elk kind en hebben daarnaast meer ruimte voor zorg op maat. Hoe gaat het preventief gezondheidsonderzoek? Zit uw kind in groep 2 of 7? Dan vragen wij aan u, ouders of verzorgers, twee vragenlijsten in te vullen. Deze ontvangt u via school van ons. Ook wordt de leerkracht gevraagd om mogelijke aandachtspunten op een lijst aan te geven. Samen met het JGZ-dossier geeft dit een beeld van uw kind. Op school krijgt uw kind een korte algemene controle. Het gezichtsvermogen, het gehoor, de lengte en het gewicht van uw kind wordt gecontroleerd. Hiervoor hoeft uw kind zich niet uit te kleden. Om u te informeren over de bevindingen krijgt uw kind hierover een formulier mee naar huis. De controle vindt plaats in de vertrouwde omgeving van uw kind, op school. Wij vinden het voor de kinderen belangrijk dat zij de doktersassistente al kennen voor de controle. Daarom stelt zij zich vooraf in de groep voor. Eventueel vervolg Mogelijk heeft uw kind extra aandacht nodig. Dan wordt u samen met uw kind uitgenodigd voor een aanvullend onderzoek op het spreekuur van de arts of verpleegkundige van de Jeugdgezondheidszorg. De uitnodiging voor dit vervolgonderzoek wordt dan naar uw huisadres gestuurd. Voordelen van de Triage-methodiek 1. Alle kinderen zijn en blijven goed in beeld. 2. Het bereik van kinderen is groter. 3. Er zijn minder verstoringen in de klas. 4. Ouders hoeven geen vrij te nemen voor de eerste algemene controle op school. 5. Artsen en verpleegkundigen hebben meer ruimte om snel in te spelen op (zorg)vragen. Samenwerking met school Wij hebben regelmatig contact met school naar aanleiding van de preventieve onderzoeken en de spreekuren op school. Daarnaast nemen we, als JGZ, ook deel aan de zorgoverleggen of zorgadviesteams (ZAT). In deze overleggen worden, in goed overleg met ouders of verzorgers, kinderen besproken die extra aandacht nodig hebben. Aan deze overleggen nemen, naast de IB-er van school, het maatschappelijk werk en bijvoorbeeld de schoolbegeleidingsdienst deel. Hierdoor kan bij (zorg)vragen, in een vroegtijdig stadium, een duidelijk advies gegeven worden.
Wilt u meer informatie? Op onze website www.ggdregiotwente.nl vindt u de meest actuele informatie van de JGZ. Uiteraard kunt u ook telefonisch contact met ons opnemen door te bellen met 0900 333 888 9 (lokaal tarief). .
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
74
Bijlage 10
Centrale eindtoets primair onderwijs
Vanaf schooljaar 2014-2015 is het voor alle leerlingen van groep 8 in het reguliere basisonderwijs verplicht om een eindtoets te maken. De overheid stelt hiervoor aan scholen de centrale eindtoets beschikbaar. De centrale eindtoets is één van de eindtoetsen die, in aanvulling op het schooladvies, informatie geeft over welk type voortgezet onderwijs bij een leerling past. Het schooladvies is doorslaggevend voor de toelating tot het voortgezet onderwijs. Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) is verantwoordelijk voor de centrale eindtoets, die in samenwerking met Cito wordt gemaakt. Deze toets bouwt voort op de Eindtoets Basisonderwijs van Cito. Afnamedata en deelnemers De centrale eindtoets wordt in april 2015 voor het eerst afgenomen. De toets wordt op papier afgenomen. De afnamedata in 2015 zijn: 21, 22 en 23 april 2015. Scholen kunnen ervoor kiezen om met (een deel van) de leerlingen uit groep 8 de centrale eindtoets digitaal te maken in de periode rondom de afnamedata. De exacte data voor de afname van de digitale centrale eindtoets worden op een later tijdstip bepaald. Leerlingen die de toets op het eerste afnamemoment niet hebben gemaakt, bijvoorbeeld door ziekte, krijgen de mogelijkheid om binnen vijf weken de toets alsnog te maken. Deze ‘inhaaltoets’ is digitaal. Toetsinhoud De centrale eindtoets bestaat uit de onderdelen Taal, Rekenen en Wereldoriëntatie. Taal en Rekenen zijn verplichte onderdelen. Wereldoriëntatie is een facultatief onderdeel. Het onderdeel Wereldoriëntatie kan alleen worden afgenomen bij de papieren versie van de centrale eindtoets. Centrale eindtoets basis en niveau De centrale eindtoets wordt in twee versies aangeboden: basis en niveau. Een toets die aansluit bij de vaardigheden van de leerling is voor de leerlingen prettiger om te maken en komt het resultaat ten goede. De centrale eindtoets basis is geschikt voor leerlingen waarvan de leerkracht verwacht dat zij doorstromen naar de gemengde/theoretische leerweg van vmbo of naar havo of vwo. De centrale eindtoets niveau is geschikt voor leerlingen die naar verwachting doorstromen naar de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo. Aangepaste versies speciale leerlingen Voor leerlingen met een beperking bestaat de mogelijkheid een aangepaste versie van de centrale eindtoets te maken. Vanaf mei 2014 is op deze webpagina meer informatie te vinden over de aanpassingen die daarvoor worden aangeboden. Het aanbod zal aansluiten bij het aanbod van de Eindtoets Basisonderwijs van Cito. Speciaal (basis)onderwijs De komende jaren kunnen scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs op vrijwillige basis met (een deel van) de leerlingen deelnemen aan onder andere de centrale eindtoets. Op termijn zullen de scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs ook verplicht een eindtoets primair onderwijs afnemen.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
75
Informatie over de centrale eindtoets Op deze website (www.centraleeindtoetspo.nl) kunt u de meest actuele informatie van het CvTE over de centrale eindtoets vinden. Het CvTE stuurt scholen in mei een brochure met specifieke informatie over de centrale eindtoets. Praktische informatie, zoals de inschrijfprocedure, komt in de loop van dit schooljaar op deze website. Wettelijk kader In december 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel om een eindtoets voor taal en rekenen verplicht te stellen voor alle leerlingen van groep 8. De eindtoets meet welk niveau de leerling voor taal en rekenen behaalt en geeft aan, in aanvulling op het schooladvies, welk type vervolgonderwijs bij een leerling past. Het schooladvies is doorslaggevend voor de toelating tot het voortgezet onderwijs.
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
76
Instemming met en vaststelling van de schoolgids 2014- 2015
Verklaring Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met de schoolgids. voorzitter MR
□ ______________________
Holten, juni 2014
schoolgids odbs de Holterenk© ‘dromen, denken, durven, doen en doorzetten!’
77