Dromen……..durven……..doen!
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v verzoek bestemmingswijziging boerderij Midden Horst
Aanvrager en auteur: mevrouw Jacqueline Breedveld Zwartebroek, januari 2012
Inhoudsopgave Inleiding 1.
3
Beschrijving van het project 1.1 Korte terugblik 1.2 Omschrijving van de aard en het doel van het project 1.3 Doeleinden van het project 1.4 Maatvoering van het project 1.5 De ligging van het project 1.6 Inrichtingsschets en toelichting
4
2.
De geldende planologische situatie 2.1 Het bestemmingsplan
8
3.
Overwegingen ten aanzien van het rijks-,provinciaal en gemeentelijk beleid 3.1 Ruimtelijk Rijksbeleid 3.2 Provinciaal ruimtelijk beleid 3.3 Gemeentelijk ruimtelijk beleid 3.4 Maatschappelijke ontwikkelingen
8
4.
Toetsing aan milieuwetgeving 4.1 De wet geurhinder en veehouderij/bedrijven en milieuzonering 4.2 De wet ammoniak en veehouderij 4.3 Externe veiligheid 4.4 Bodem 4.4 Verkeer en Geluid 4.5 Infrastructuur en parkeren
5.
Toetsing van Natuur en landschapswaarden 5.1 Habitatrichtlijnen: 5.2 EHS (Ecologische Hoofd Structuur) 5.3 Cultuurhistorie en Archeologie
12
6.
Duurzaamheid van het project in stedenbouwkundige en bouwkundige zin
16
7.
De afstemming tussen het project en de verordeningen van het waterschap Vallei en Eem (handreiking Watertoets)
17
8.
Ruimtelijke effecten van het project op de omgeving
17
10
9. Civieltechnische aspecten en van belang zijnde privaatrechtelijke aspecten
18
10. Verantwoording van de economische uitvoerbaarheid. 11.1 Economische uitvoerbaarheid 11.2 Planschade
18
11. Conclusie
20
Bronvermelding Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1: 2: 3: 4: 5: 6:
Korte kennismaking met de aanvrager Inrichtingsschets Oorspronkelijke aanvraag hooitas Verkeersdruk Quickscan Flora en Fauna Plankaart gemeente Leusden
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
2
Inleiding Dromen…..durven ……doen…… Voor u ligt de ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de bestemmingswijziging van Agrarische- naar maatschappelijke doeleinden van boerderij Midden Horst, gelegen aan de Horsterweg 26 te Stoutenburg, kadastraal bekend onder gemeente Stoutenburg, sectie c, nummer 2285. Voor u mogelijk 1 van de vele verzoeken, voor mij een volgende stap om ,na mijn jarenlange ervaring bij andere kinderopvangorganisaties en mijn achtergrond in de zorg, nu zelf mijn ideeën over kinderopvang en zorg vorm te kunnen geven. Een korte kennismaking met mij vindt u in bijlage 1. Deze ruimtelijke onderbouwing volgt op de brief van het college (registratienummer 170724) waarin het college aangeeft in beginsel mee te willen werken aan de bestemmingswijziging waarbij het college uitgaat van de wijzigingsbevoegdheid bestemmingsplan De Schammer 2006, artikel 26 lid 1 onder 2 (Het bestemmingsplan Schammer vindt u in bijlage 1) en heeft in haar brief enkele voorwaarden aangegeven. Op deze punten zullen we in de komende paragraven verder ingaan. Deze ruimtelijke onderbouwing is geschreven aan de hand van de door de gemeente opgegeven punten en is als volgt opgebouwd; Na de beschrijving van het project wordt de geldende planologische situatie, gevolgd door overwegingen ten aanzien van rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid beschreven. Daarna volgt de toetsing aan milieuwetgeving en natuur- en landschapswaarden en archeologie. De duurzaamheid van het project en de afstemming met het waterschap, gevolgd door de ruimtelijke effecten van het project op de omgeving komen achtereenvolgend aan bod. Daarna staan we stil bij de civieltechnische en privaatrechtelijke aspecten en de verantwoording van de economische uitvoerbaarheid. We eindigen met een conclusie.
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
3
1 . Beschrijving van het project 1.1 Korte terugblik Aan de Horsterweg 26 is de mooie boerderij Midden Horst gelegen. De boerderij is het afgelopen jaar ingrijpend verbouwd door de vorige eigenaar. Hij wilde daar gaan wonen en een bedrijf met vleeskoeien starten. Hiervoor heeft hij een vergunning gekregen voor het bouwen van een moderne schuur van 500 vierkante meter (damwand profielplaten). Door persoonlijke omstandigheden heeft hij besloten het pand te verkopen. Na bezichtiging bleek dit pand uitermate geschikt voor het doel dat wij beogen: een dagvoorziening voor kinderen en volwassenen. Het is een mooi pand wat gelegen is de aan een drukkere, doorgaande weg en aan de achterzijde een natuurgebied. Kortom veel ruimte er omheen en toch op korte afstand van Leusden.
1.2 Omschrijving van de aard en het doel van het project We willen graag een kleinschalige opvangvoorziening voor mensen in de leeftijd van 0-100 jaar opzetten. We streven naar de ontwikkeling van mogelijkheden en verwachten dat de verschillende doelgroepen elkaar positief zullen beïnvloeden. In principe is iedereen welkom, ongeacht achtergrond en/of handicap. Respect voor de autonomie van de bezoekers en de begeleiders zijn belangrijke uitgangspunten. Daarnaast spelen acceptatie en zorgvuldigheid een grote rol in de benadering van elkaar, het gebouw en de natuur. Het besef dat mensen niet los staan van hun sociale context zien we terug in de interactie met de familie, de buurt en de natuur. Daarnaast kunnen dieren een grote rol spelen in de dagbesteding van de kinderen en volwassenen, naast knutselen in een van de schuren. Dit is afhankelijk van individuele behoefte van onze bezoekers. We willen ons onderscheiden door de inzet van goed opgeleid en gemotiveerd personeel met verstand van zaken. Verbinding met de buurt en de omgeving vinden wij belangrijk. Dat betekent dat we gaan kijken of en op welke manier we in contact kunnen komen met de buurt en de daar aanwezige bedrijven (Kopermolen, Natuurgebied de Schammer, Bakkerij Kletersteeg). Uitgangspunt is wat ons betreft elkaar versterken. We streven ernaar om verantwoord om te gaan met de natuur, grondstoffen en materialen, gebruikmakend van de huidige technologieën waarbij efficiëntie niet uit het oog wordt verloren.
1.3 Voor welke doeleinden dient het project We willen er het volgende starten: a. Kinderopvang: 2 groepen kinderdagopvang (24 kindplaatsen) en 20 kindplaatsen buitenschoolse opvang. Naast het grote accent op buiten, natuur en dieren gaan we onderzoeken op welke manier we kunnen aansluiten bij het voorschoolse programma (0-4 jaar, taalontwikkelingstimulering en VVE) en onderzoeken of we inhoudelijk kunnen aansluiten bij de basisscholen waar onze kinderen vandaan komen. b. Dagopvang volwassenen: We willen een groep dagopvang starten ten behoeve van opvang van volwassenen/ouderen. We denken hierbij aan 6-8 volwassenen per dag. Deze volwassenen willen we een zinvolle dagbesteding bieden. Wat dit is, is voor iedere bezoeker verschillend en wordt in overleg met de bezoeker vastgesteld.
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
4
c. Werkproject volwassenen: We willen een werkproject opzetten voor mensen die om welke reden dan ook een zinvolle dagbesteding met ontwikkelperspectief zoeken. Dit kunnen mensen zijn met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, zoals mensen met een burn out, of een verstandelijke beperking. Zij kunnen bij ons een waardevolle dagbesteding vinden variërend van huishoudelijke hulp, onderhoud van de locatie, licht administratieve klussen en het helpen in de moestuin en verzorging van de dieren. Door drie verschillende concepten met verschillende doelgroepen neer te zetten verwachten we een positieve interactie tussen de verschillende deelnemers en creëren we meerdere kansen voor de kinderen, en bezoekers. Een voorbeeld hiervan is het project van de opa’s en oma’s tijdens mijn functie als leidinggevende bij kinderopvang Humanitas. Wekelijks bezochten wij met een groep kinderen de ouderen in Lisidunahof en deden een gezamenlijke activiteit. Dit werd zowel door de kinderen als door de ouderen erg gewaardeerd. We zullen de projecten waarschijnlijk gefaseerd opstarten, te beginnen met kinderdagopvang en buitenschoolse opvang.
1.4 Maatvoering van het project cq contouren van de huidige bebouwing en hoogte)
(oppervlakte, inhoud
Onderstaand de luchtfoto van de bestaande situatie, inclusief een nummering van de huidige bebouwing en inritten.
0 1 2
boerderij, nokhoogte 7 m schuur naast boerderij nokhoogte 6 m voormalige hooiberg nokhoogte 7,8 m
12,0 10,0 8,0
x 25,8= 309,60 x 20,0= 200,00 x 11,0= 88,00
m2 m2 m2
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
5
3 4 5 6 7 8 9 10
garage/schuur nokhoogte 4,5 m stal nok schuin van 3,8m naar 2,05m vrijstaande garage nokhoogte 2,8 m hokje nokhoogte 1.8 m veldschuur nokhoogte 3,4 m tuinschuurtje nokhoogte 1,5 m inrit 1 inrit 2
5,8 10,0 4,2 2,5 7,1 2,6
x 8,0= 46,40 x 11,0= 110,00 x 5,7= 23,94 x 3,2= 7,50 x 13,5= 95,85 x 3,0= 7,80
m2 m2 m2 m2 m2 m2
Het totaal van de bedrijfsopstallen bedraagt 579 m2. Om aan de 50% eis ten behoeve van de bestemmingswijziging te voldoen moeten wij 50% van de opstallen slopen. Dit betreft nummer 4,5,6,7 en 8 met een totale oppervlakte van 245 m2. De hooitas hebben wij niet meegenomen in deze berekening vanwege de cultuurhistorische waarde :Tussen 1988 en 1992 is het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) door de provincie Utrecht uitgevoerd. De boerderij, hooitas en de bakstenen schuur zijn gewaardeerd in categorie 3 (van cultuurhistorische betekenis en van ondersteunende betekenis). De boerderij en hooitas zijn beide weder opgebouwd in de oorlog, de oorspronkelijke aanvragen vindt u in bijlage 3. In november is er een advies gevraagd aan de monumentencommissie betreffende het handhaven van de hooitas. Zij hebben positief geadviseerd. We zijn voornemens de damwandprofielplaten te verwijderen zodat de hooitas weer herkenbaar wordt.
kapconstructie hooitas
Het verzoek van de gemeente is om één van de twee inritten te laten vervallen. Op dit verzoek gaan wij in en handhaven inrit 2 (nr 10) omdat aansluitend aan deze inrit en rechts naast en achter schuur 1 een parkeergelegenheid wordt gecreëerd welke aan circa 25 auto’s ruimte biedt. Op deze wijze kunnen wij de aanwezige kinderen en volwassenen scheiden van de verkeersstroom. De auto’s kunnen op het eigen parkeer terrein keren waardoor zij voorwaarts het perceel weer kunnen verlaten via inrit 2 (nr 10) en daarmee goed overzicht hebben over het verkeer op de Horsterweg en het daaraan gelegen fietspad. Om voldoende zicht te hebben op de Horsterweg enerzijds en rekening houdend met het advies van Ecoline anderzijds (handhaving oorspronkelijke beplanting maar verwijdering van heesters en dergelijke, zie bijlage 5) zullen we naast inrit 2 (nr 10) de bomenrij handhaven en de daar tussen geplante struiken en heesters verwijderen. In overleg met de buren kan de bomenrij verlengd worden richting het natuurgebied de Schammer zodat er een laan van bomen naar achteren richting natuurgebied de Schammer ontstaat.
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
6
1.5 De ligging van het project. De boerderij Midden Horst is aan de voorzijde gelegen aan de Horsterweg. Dit is een doorgaande weg tussen Stoutenburg en Leusden, met een fietspad. Aan de achterzijde is deze boerderij gelegen aan het in ontwikkeling zijnde natuurgebied de Schammer. Aan weerzijde van de boerderij bevinden zich twee voormalige agrarische bedrijven waar op dit moment geen agrarische bedrijvigheid is. Deze woningen liggen op zeer ruime afstand van de boerderij (vanaf de perceelgrens naar nummer 28 betreft het ongeveer 65 meter, vanaf de perceelgrens tot Horsterweg 24 betreft afstand ongeveer 65 meter) Tegenover de boerderij is weidegrond gelegen.
Bron: bestemmingsplan Schammer 2006 gemeente Leusden
1.5 Inrichtingsschets met toelichting Het vooraanzicht van de boerderij behoudt zijn oorspronkelijke uitstraling. Door het slopen van een aantal opstallen en het in ere herstellen van de hooiberg zal dit bijdragen aan de beleving van een boerenerf. De opvang van de kinderen en volwassenen zal plaatsvinden in de geheel verbouwde boerderij. De bovenetage wordt, naast de hooiberg, de vaste stek voor de kinderen van de buitenschoolse opvang en zal aan de voorzijde ook een kantoorruimte bevatten. De schuur naast de boerderij zullen we gebruiken als opslag, werkplaatsje etc. De hooiberg aan de achterzijde gelegen wordt de overdekte buitenruimte. Wanneer de bestemmingswijziging gerealiseerd is willen we een ontwerp van het buitenterrein laten maken. We willen ons hierbij mede laten adviseren door de gemeente en dhr Marc van Leeuwen van Eco-line. Op hoofdpunten komen daarin de volgende uitgangspunten terug: De tuin voor en naast de boerderij wordt speelruimte voor de kinderdagopvang. We willen deze tuin een boerderijachtige uitstraling geven met natuurlijke speelelementen voor de kinderen. Aan de achterzijde van het pand willen we een speelveld voor de kinderen van de buitenschoolse opvang creëren. Voor de kinderen van de onderbouw grenzend aan de overdekte hooiberg, verder naar achteren voor de oudere kinderen. Daarnaast verschillende plekken om te ontdekken en natuur te ervaren. Verschillende elementen, die bij een boerderij horen en ondersteunend zijn voor de dagopvang, willen we gaan aanleggen zoals een moestuin en een bloementuin, een boomgaard en een weide voor de dieren. Het parkeerterrein wordt middels hekwerk gescheiden van het terrein ten behoeve van de kinderen en dagopvang. Zoals verzocht door de gemeente willen we oorspronkelijke bomenstructuur zoveel mogelijk handhaven. Een inrichtingsschets is opgenomen in bijlage 2.
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
7
2. De geldende planologische situatie 2.1 Het bestemmingsplan De huidige bestemming van de boerderij is agrarisch maar de boerderij is al jaren niet meer in gebruik als agrarisch bedrijf. Daarnaast is de huidige situatie (grondoppervlakte, opstallen en grenzend aan natuurgebied) niet of minder geschikt als agrarisch bedrijf. Het verzoek tot wijziging van de bestemming valt binnen het bestemmingsplan Schammer 2006. Hierbij gaat de gemeente uit van de wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan de Schammer 2006 wijziging naar andere bestemmingen dan “wonen” binnen voormalige agrarische bouwpercelen en bij niet-agrarische bedrijfsbeëindiging artikel 26 lid 1 onder 2. Dit wordt verder uitgewerkt in paragraaf 3.3. Een plankaart is toegevoegd in bijlage 6.
3. Overwegingen t.a.v. het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid 3.1 Ruimtelijk Rijksbeleid: In de nota ruimte van het rijk worden 4 algemene doelen genoemd: • Versterken van de economie • Krachtige steden en vitaal platteland • Waarborging van waardevolle groengebieden (behouden en versterken natuurlijke, landschappelijke en culturele waarden). Dit beschrijven wij in hoofdstuk 5. • Veiligheid (voorkomen van rampen). Hierop komen wij terug in paragraaf 4.3. Van enige strijdigheid met het versterken van de economie en krachtige steden en vitaal platteland is geen sprake. Het is eigenlijk zo dat het plan bijdraagt aan het versterken van de economie: er is meer mogelijkheid tot kinderopvang in een kleinschalige setting, ook voor kinderen met een beperking. Hierdoor is er een mogelijkheid dat ouders werk en privé kunnen combineren. Daarnaast dragen we bij aan het zo lang mogelijk thuis wonen van volwassenen en arbeidsparticipatie van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. We creëren werkgelegenheid en de functiewijziging draagt bij aan een vitaal platteland. Doordat 50% van de bedrijfsopstallen gesloopt zullen worden zal de ruimtelijke kwaliteit op het perceel toenemen. Daarnaast is er maatschappelijk een vraag naar kleinschalige voorzieningen. Ook hierin voorziet bovengenoemd plan. Conclusie: De functiewijziging is niet strijdig met het rijksbeleid. 3.2 Provinciaal ruimtelijk beleid In de structuurvisie van de provincie Utrecht 2005-2015 geeft de provincie aan dat het beleid voor vrijkomende bebouwing primair gericht is op kwaliteitswinst door ontstening van het landelijk gebied met behoud van cultuurhistorische waardevolle elementen via (gedeeltelijke) sloop van bedrijfsbebouwing, in combinatie met vervangende woningbouw (ruimte voor ruimte) of vestiging van niet agrarische bedrijfsvormen. Ook gebouwen die niet zijn aangemerkt als gemeentelijk of rijksmonument, dan wel voorkomen in het Monumenten inventarisatie project maar die door massa, vorm en situering bijdragen aan de belevingswaarde van een boerenerf al dan niet als onderdeel van een boerderijlint vallen onder deze kwalificatie. In het geval van functieverandering vindt er een afweging plaats op basis van de ruimtelijke effecten van de nieuwe functie in relatie tot de agrarische functie. Nabijgelegen agrarische bedrijvigheid mag volgens het streekplan niet worden belemmerd.
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
8
De functie wijziging draagt bij aan het behalen van de provinciale doelstelling. Door de beeldbepalende gebouwen te handhaven,waaronder de hooiberg, en de agrarische opstallen te slopen zal dit bijdrage aan de belevingswereld van een boerenerf. De ruimtelijke beeldkwaliteit wordt door de functieverandering positief beïnvloed. Nabijgelegen agrarische bedrijven worden hierdoor niet belemmerd (de buren hebben geen agrarisch bedrijf). De weilanden tegenover de boerderij worden niet beïnvloed door de functiewijziging. Conclusie: De functiewijziging past binnen het provinciaal beleid van de gemeente Utrecht. 3.3 Gemeentelijk ruimtelijk beleid De boerderij Midden Horst is gelegen in het gebied vallend onder bestemmingsplan Schammer 2006. De bestemming van de boerderij is op dit moment agrarisch. Al geruime tijd wordt hier geen agrarisch bedrijf gevoerd. Op dit moment zijn de kwaliteit van de opstallen en de oppervlakte van de grond onvoldoende om agrarisch gebruik mogelijk te maken. In 2011 zijn er verschillende gesprekken geweest met vertegenwoordigers van de gemeente betreffende een mogelijke functiewijziging. In juli hebben wij het college een plan aangeboden waarop het college in haar brief van 21 september 2011 aangeeft in beginsel mee te willen werken. Hierbij maakt het college gebruik van haar wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan de Schammer 2006, wijziging naar andere bestemmingen dan “wonen” binnen voormalige agrarische bouwpercelen en bij niet-agrarische bedrijfsbeëindiging artikel 26 lid 1 onder 2.Bij deze wijziging wordt uitgegaan van: • Sloop van 50% van de bestaande bedrijfsgebouwen. Hieraan wordt voldaan. Dit is verder uitgewerkt in 1.3. • Door de vestiging van de maatschappelijke functie mag de agrarische functie van het omliggende gebied niet onevenredig aangetast worden. Gezien de functie en de afstand van de naastgelegen buren is dit niet het geval (zie 1.4). • Geen wezenlijke wijziging van de uiterlijke verschijningsvormen van de bebouwing. We willen het oorspronkelijke aanzicht van de boerderij handhaven en kiezen ervoor om de voormalige hooiberg, de garage en naastgelegen schuur te handhaven. Alle overige opstallen worden gesloopt wat zal leiden tot een verbetering van de situatie . • Geen opslag van goederen in de open lucht. Dit is niet van toepassing. • Geen onevenredige toename van de verkeersbelasting. We verwachten geen onevenredige toename van het verkeer. Dit hebben wij beschreven in bijlage 2. • Parkeren dient op eigen terrein te gebeuren. Aan deze voorwaarde voldoen wij, hierbij verwijzen wij naar paragraaf 1.3. Conclusie: Het voorgenomen plan past binnen het bestemmingsplan Schammer 2006. Aan de voorwaarde om over te gaan tot bestemmingswijziging, genoemd in bestemmingsplan Schammer 2006 artikel 26 lid 1 onder 2, wordt voldaan.
3.4 Maatschappelijke ontwikkelingen De laatste jaren neemt het aantal boerderijen met een dagopvangfunctie gestaag toe. Dit komt doordat de kleinschaligheid, de ruimte en de dieren een positief effect heeft op de bezoekers. Daarnaast zien we een trend dat ouderen, of mensen die meer zorg nodig hebben, langer thuis blijven wonen in combinatie met andere voorzieningen, waarvan dagopvang er één is. Tegelijkertijd staat de gemeente voor een grote wijziging qua financiering: de PGB’s worden afgebouwd en mensen kunnen via de WMO zorg gaan aanvragen. De koppeling tussen wonen en dagbesteding wordt losgelaten. Dit betekent dat mensen die intern wonen een dagbesteding extern kunnen aanvragen.
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
9
De focus op mensen die arbeid kunnen verrichten wordt steeds meer inspelen op wat iemand nog wel kan. We verwachten doordat we een combinatie hebben van een werkproject en dagbesteding een gevarieerd aanbod te hebben voor mensen waarbinnen zij ontwikkelmogelijkheden hebben en gebruik kunnen maken van beide voorzieningen op één plek. In de kinderopvang zien we het aantal zorgkinderen toenemen, zowel binnen de opvang van 04 jarigen als de buitenschoolse opvang. We verwachten door onze kleinschalige opzet beter op deze groep kinderen in te kunnen spelen. Conclusie: De functiewijziging past binnen de maatschappelijke ontwikkelingen.
4. Toetsing aan milieuwetgeving In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op de relevante milieuaspecten die voor dit project van toepassing zijn 4.1 De wet geurhinder en veehouderij/bedrijven en milieuzonering De WGV geeft normen aan voor de geurbelasting die een veehouderij mag veroorzaken op een geurgevoelig project. In deze wet staat in artikel 14 omschreven dat deze van toepassing is wanneer een veehouderij ten minste 100 meter binnen de bebouwde kom en tenminste 50 meter buiten de bebouwde kom is gelegen. De boerderij ligt buiten de bebouwde kom, op meer dan 50 meter van de buren. Daarnaast voeren de buren geen agrarische onderneming en zal er op de boerderij alleen hobbymatig vee worden gehouden. Conclusie: Het project levert geen beperkingen op in het kader van de wet geurhinder en veehouderij 4.2 De wet ammoniak en veehouderij In deze wet wordt de ammoniak uit dierenverblijven getoetst. De uitstoot van ammoniak kan een nadelig effect hebben op de natuurgebieden. Door de omzetting van agrarische naar maatschappelijke doeleinden zal het project bijdrage aan een vermindering van de ammoniakuitstoot omdat er alleen hobbymatig dieren worden gehouden. Gezien het aangrenzende natuurgebied Schammer is dit een positieve ontwikkeling. Conclusie: De functiewijziging naar maatschappelijke doeleinden zal positief bijdragen aan de verlaging van de ammoniakuitstoot. 4.3 Externe veiligheid Op de risicokaart zijn de risicovolle inrichtingen aangegeven. In het gebied waar de boerderij ligt zijn er geen risicovolle inrichtingen. Conclusie: Deze wet geeft geen beperking met betrekking tot het project.
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
10
Bron: risicokaart Nederland
4.4 Bodem De huidige boerderij wordt gebruikt voor de opvangfunctie en is daarvoor altijd bewoond geweest. Er vindt geen nieuwbouw plaats. De voormalige stallen bevatten betonnen vloeistofdichte gierkelders waarmee voorkomen werd dat bodem en of grondwaterverontreiniging is opgetreden. Daarnaast is de boerderij de laatste jaren gebruikt als woning. In overleg met de gemeente is er geen verder onderzoek nodig. 4.4 Verkeer en Geluid De functiewijziging zorgt ervoor dat er een afname zal zijn van het aantal grote landbouwvoertuigen. Omdat de Horsterweg een doorgaande weg is tussen Leusden, de snelweg en andere omliggende dorpen en wordt nu al vaak gebruikt voor woon-werkverkeer . We schatten een mogelijk lichte toename van het aantal personenauto’s. De verwachting is dat, gezien de spreiding van de start- en eindtijden van de opvang, de eventuele toename van het aantal auto’s zal opgaan in het overige autoverkeer. Daarnaast zal een gedeelte van de auto’s welke naar de boerderij gaan ook al gebruik maken van deze weg. Personeel willen we zoveel mogelijk op fietsafstand van ons project aannemen zodat zij met de fiets kunnen komen. Ook de oudere kinderen van de buitenschoolse opvang stimuleren wij tot fietsen. Daarnaast zijn we aan het onderzoeken of het mogelijk is de jongere kinderen uit school te halen met een bakfiets. In bijlage 4 is de ingeschatte verkeersbelasting aangegeven. De aanvoer van middelen door vrachtauto’s of het heen en weer rijden van landbouwvoertuigen zal nihil zijn. De verwachting is dat de geluidskwaliteit zal verbeteren. Conclusie:
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
11
Door de functiewijziging zal het aantal grote landbouwvoertuigen afnemen. Er zal mogelijk een lichte stijging van personenauto’s zijn. De verwachting is dat deze zullen opgaan in het overige autoverkeer.
4.5 Infrastructuur en parkeren De Horsterweg is een doorgaande weg waarop verschillende soorten verkeer rijden: vrachtverkeer, landbouwvoertuigen en personenauto’s. Er is een fietspad gelegen langs de Horsterweg. Door de functieverandering van agrarische doeleinden naar maatschappelijke doeleinden zal er een afname zijn van landbouw- en vrachtverkeer maar het karakter van het wegverkeer zal niet veranderen. Parkeren zal op het eigen terrein plaatsvinden. We zullen op het terrein de parkeergelegenheid scheiden van de bezoekers en zorgen ervoor dat de auto’s voorwaarts het terrein kunnen verlaten zodat er goed zicht is op het fietspad en de Horsterweg. De begroeiing aan de rechterzijde van het perceel zullen we aanpassen waardoor het zicht op de Horsterweg verbetert. Op advies van de gemeente zullen we één inrit handhaven (nr 10 op luchtfoto in paragraaf 1.3) Conclusie: De functiewijziging levert geen problemen voor de infrastructuur op.
5. Toetsing van Natuur en landschapswaarden en archeologische toets Het plangebied Schammer kent één overheersend landschapstype: het kampenlandschap (ook wel hoevenlandschap genoemd). Kenmerkend hiervoor zijn de onregelmatige blokverkavelingen. Het is onderdeel van een groot kampenontginningsgebied tussen de Barneveldse Beek en het Valleikanaal met geïsoleerde hoeven langs oude wegen. Bebouwing is voornamelijk langs de randen van het plangebied aanwezig en bestaat uit een mengeling van oude en nieuwe boerderijen, woonhuizen en niet-agrarische bedrijfspanden. Deze bebouwing is te vinden langs de Horsterweg (drie boerderijen) en langs de Barneveldseweg/ Hessenweg? (twee boerderijen en de dorpskern Stoutenburg). De voormalige boerderij ’t Scham ligt aan de Schammersteeg, een oude klinkerweg die dwars door het onderzoeksgebied loopt. De beplantingspatronen in het kampenlandschap is een mengeling van nieuwe wegbeplantingen, oude lanen en relicten van oude kavelgrensbeplantingen. Er is geen consistent patroon.(bron bestemmingsplan de Schammer gemeente Leusden 2006)
5.1 Habitatrichtlijnen Vanaf 2009 moeten de habitatrichtlijnen worden opgenomen in de vergunningverlening op grond van de natuurbeschermingswet. Centraal staat daarbij het behoud en herstel van de natuurlijke habitat en wilde dier- en plantsoorten van gemeenschappelijk belang. De dichtstbijzijnde gebieden vallend onder natura 2000 zijn: Groot Zandbrink (3) bij Achterveld, De Glind Schoolsteeg bosjes (15) bij Leusden zuid Oostelijke vechtplassen (6) bij Loosdrecht Ze zijn ver verwijderd van de Horsterweg, en ondervinden geen invloed van dit adres. (zie kaart hieronder)
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
12
Bron: provincie Utrecht
De boerderij grenst aan de achterzijde aan het in ontwikkeling zijnde gebied de Schammer. Aan de zijkanten en voorkant van het perceel grenst het aan weidegrond van de buren. Er is op verzoek van de gemeente een quick scan Flora en Fauna uitgevoerd. Deze is bijgevoegd in bijlage 5. Hierin werd het volgende geconcludeerd: Conclusie “Er is geen ecologische reden om de geplande sloop van de opstallen tegen te houden. De sporen van de kerkuil vragen echter bijzondere aandacht. Het betreffende schuurtje is overduidelijk geen broed-, maar op zijn best een reguliere verblijfplaats van deze uilen. Mevrouw Breedveld geeft zelf aan dat ze graag maatregelen neemt om de uilen een goed onderdak te bezorgen. Daarbij is de plaatsing van een nestkast in een van de blijvende schuren ter sprake gekomen. Dat zou zelfs voor een kwalitatieve verbetering van de verblijfplaats ten opzichte van de huidige situatie zorgen. Ten aanzien van de muizen hoeven geen maatregelen te worden genomen. Er is geen sprake van zeldzame soorten en er zullen genoeg uitwijkmogelijkheden overblijven. Het ligt in de verwachting dat de biologische rijkdom van het terrein door de voorgenomen plannen zal toenemen.”( bron Quick scan flora en Fauna Ecoline zie bijlage 3) Advies “Met het oog op uilen en dagroofvogels is het handhaven van een redelijke muizenpopulatie aan te bevelen. Hierbij speelt ook een rol dat aanvrager mevrouw J. Breedveld, voornemens is bij de inrichting van het buitenterrein natuurvriendelijke elementen te zullen inplannen (mits niet strijdig met de functies die gehuisvest worden in de zorgboerderij). De veiligheid van de cliënten is hierbij uiteraard van groot belang. Ten aanzien van de beplanting is het advies om naar eigen behoefte en inzicht een groot deel van de niet-inheemse erfbeplanting te verwijderen en te vervangen door streekeigen soorten. Vanuit ecologisch inzicht is het hierbij aan te bevelen veel bes- en zaaddragende soorten aan te planten. Hiervoor kan vrijblijvend advies worden ingewonnen bij Landschap Erfgoed Utrecht, Bunnikseweg 25, 3732 HV, de Bilt”. (bron quick scan flora en fauna ten behoeve van de sloop van opstallen Horsterweg 26 Ecoline, oktober 2011)
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
13
5.2 EHS (Ecologische Hoofd Structuur) De boerderij valt buiten de ecologische hoofdstructuur. Passage informatiekaart ecologische hoofdstructuur bron provincie Utrecht
Bron: provincie Utrecht
5.3 Cultuurhistorie en Archeologie a.Cultuurhistorie Tussen 1988 en 1992 is het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) door de provincie Utrecht uitgevoerd. De boerderij, hooitas en de bakstenen schuur zijn gewaardeerd in categorie 3 (van cultuurhistorische betekenis en van ondersteunende betekenis). De gemeentelijke monumentencommissie heeft geadviseerd de hooitas te behouden, omdat de hooitas het agrarische karakter van het gebied versterkt. b.Archeologie algemeen: wetgevend kader Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. Dit is een herziening van de Monumentenwet 1988. Met deze herziening zijn de belangrijkste bevoegdheden aangaande de archeologie bij de gemeente neergelegd. De gemeenteraad is op grond van de Monumentenwet verplicht bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening te houden met de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden. Om dit te kunnen onderbouwen dient de gemeente er voor te zorgen dat de archeologische waarden en verwachtingen binnen het gemeentelijk grondgebied bekend
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
14
zijn. Deze waarden en verwachtingen zijn aangegeven op een voor de gemeente opgestelde Archeologische Beleidskaart, die op basis van archeologische waarnemingen en vondsten, landschappelijke en historische gegevens tot stand is gekomen. De op de gemeente toegespitste Archeologische Beleidskaart vervangt de inmiddels verouderde Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) en Archeologische Monumenten Kaart (AMK). c.Archeologie binnen plangebied Horsterweg 26 Dit deel van Leusden kenmerkt zich door de overgang van een hoger gelegen dekzandlandschap naar een relatief laaggelegen vlakte. Het plangebied bevindt zich volgens de bodemkaarten in een zone met welvingen binnen deze laaggelegen vlakte aan weerszijden van de Barneveldse Beek. Direct ten noordwesten van het plangebied ligt de historische boerderijplaats Nieuwhorst. Deze boerderij staat reeds op historisch kaartmateriaal aangegeven. Mogelijke middeleeuwse voorlopers van deze boerderijplaats zijn bij archeologische opgravingen in 2007 ter hoogte van de hockeyvelden aangetroffen. d.Waarden en verwachtingen De Archeologische beleidskaart geeft aan welke bekende archeologische waarden er binnen het plangebied reeds vastgesteld zijn of wat de verwachting is op het aantreffen van archeologische resten. Binnen het plangebied liggen geen bekende archeologische vindplaatsen. Het plangebied bevindt zich wel in de directe omgeving van een gebied waar tijdens archeologische opgravingen in 2007 vele sporen van prehistorische en middeleeuwse bewoning zijn aangetroffen. Binnen het plangebied zijn wel twee archeologisch verwachtingsgebieden aanwezig. Dit zijn gebieden waar – op basis van onder meer historisch kaartmateriaal en het bodemtype – archeologische waarden in (middel)hoge mate verwacht worden. Hoge archeologische verwachting De noordzijde van het plangebied kent een hoge verwachting op het aantreffen van sporen uit de Late Middeleeuwen-Nieuwe Tijd vanwege de aanwezigheid van een historische boerderijplaats: Nieuwhorst. Middelhoge archeologische verwachting Ter hoogte van de welvingen in de relatief laaggelegen vlakte heeft het plangebied een middelhoge verwachting gekregen. Hier kunnen sporen van prehistorische jagers-verzamelaars voorkomen. e.Beleidsregels De zone met een archeologische verwachting brengt aanvullende regels met zich mee wat betreft de voorschriften in de omgevingsvergunning (zie regels) wanneer er bodemverstorende activiteit plaatsvindt dieper dan 30cm. onder maaiveld. Het gebied met een middelhoge verwachting heeft daarom op de verbeelding de dubbelbestemming Waarde - Archeologie gekregen. Beleidsregels plangebied De hoge archeologische verwachting is op de Archeologische Beleidskaart aangegeven met de kleur oranje. Voor deze zones geldt een archeologische onderzoeksplicht bij plangebieden groter dan 100m2 waarbinnen bodemingrepen dieper dan 30cm onder maaiveld plaatsvinden. Eerst dient plantoetsing door het bevoegd gezag plaats te vinden.
De middelhoge archeologische verwachting is op de Archeologische Beleidskaart aangegeven met de kleur geel. Voor deze zones geldt een archeologische onderzoeksplicht bij plangebieden groter dan 500m2 waarbinnen bodemingrepen dieper dan 30cm onder maaiveld plaatsvinden. Eerst dient plantoetsing door het bevoegd gezag plaats te vinden.
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
15
Afbeelding: uitsnede uit de Archeologische Beleidskaart Leusden met het plangebied rood omlijnd. Tijdens sloop- en graafwerkzaamheden, die onder het maaiveld worden uitgevoerd, zouden archeologen van het Centrum voor Archeologie (CAR) van de gemeente Amersfoort graag gelegenheid krijgen om eventueel aangetroffen archeologische resten of sporen te documenteren. Aan dit verzoek zullen wij gehoor geven. (Voor de functiewijziging worden alleen gebouwen gesloopt). Conclusie: De functiewijziging wordt niet beperkt door aspecten met betrekking tot natuur en landschapswaarden. Er zijn geen archeologische aspecten van invloed op de functiewijziging.
6. Duurzaamheid van het project in steden- en bouwkundige zin Stedenbouwkundige visie gemeente Leusden De gemeente Leusden heeft haar ontwerpvisie neergelegd in een Integrale ontwikkelingsvisie ‘Binnen in het Buitengebied’ 2004. In deze ontwikkelingsvisie wordt de ruimtelijke visie op het buitengebied van de gemeente Leusden voor de komende tien jaar beschreven. De integrale ontwikkelingsvisie is vastgesteld d.d. 16 september 2004. Over het plangebied wordt de volgende ontwikkeling beschreven: In het gebied rond de Hessenweg (waaronder het plangebied) wordt een behoorlijke terugloop van de kleine en middelgrote intensieve veehouderij en gemengde bedrijven verwacht. De agrarische gronden kunnen ingezet worden voor de benodigde schaalvergroting van de blijvers in het landelijke gebied. Bij het vrijkomen van bedrijfsruimte kan zonodig gebruik gemaakt worden van de Ruimte voor Ruimte-regeling (ontstening) en een positieve benadering van de niet-agrarische economische activiteiten in vrijkomende agrarische bebouwing onder ruimtelijke kwaliteitsvoorwaarden: een uit te werken ruimhartiger beleid. Met name langs de
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
16
hoofdontsluitingswegen (Hessenweg, Horsterweg) valt hier aan te denken (bron bestemmingsplan de Schammer gemeente Leusden 2006). De boerderij is door de vorige eigenaar in 2010 grondig verbouwd. De kap en de gevels zijn geïsoleerd, evenals de vloeren. De boerderij is voorzien van vloerverwarming wat tot een hoger comfort met minder kosten leidt. We onderzoeken of en op welke wijze we zonne-energie kunnen gaan toepassen bij de energievoorziening van het pand en nemen waterbesparende toiletwaterreservoirs en waterbesparende kranen. De beeldkwaliteit van de locatie zal toenemen omdat verouderde, slecht onderhouden agrarische opstallen zullen worden gesloopt en beeldbepalende opstallen in takt zullen blijven. Conclusie: De functiewijziging past binnen de stedenbouwkundige visie van de gemeente Leusden. 7. De afstemming tussen het project en de verordeningen van het waterschap Vallei en Eem (handreiking Watertoets) De ruimtelijke onderbouwing is ter advisering gemaild naar waterschap Vallei en Eem . Hieronder volgt de reactie:
Beste mevrouw Breedveld,
Op verzoek van mijn collega Dimitri van Dam heb ik het concept ruimtelijke onderbouwing betreffende de bestemmingswijziging van Horsterweg 26 beoordeeld. Aangezien er sprake is van afname van het verhard oppervlak hoeft er geen watercompensatie plaats te vinden. Wel loopt er een (tertiaire) watergang van het waterschap langs de Horsterweg. Voor activiteiten in, op of bij een watergang is een watervergunning nodig. Voorbeelden van deze activiteiten zijn: de aanleg van een dam met duiker, het graven of dempen van watergang of de aanleg van beschoeiing. Voor het aanvragen van een vergunning kunt u een aanvraagformulier downloaden van het internet http://www.wve.nl/loket/vergunningen_en/formulieren. Ik hoop u hiermee van dienst te zijn Met vriendelijke groet,
Nynke Lely-Nieuwenhuis Adviseur / Beleidsontwikkelaar C
8. Ruimtelijke effecten van het project op de omgeving Het Landschapsontwikkelingsplan Gelderse Vallei 2005 (LOP) stemt het landschapsbeleid van acht gemeente op elkaar af, waaronder het beleid van de gemeente Leusden. In het LOP worden de kwaliteiten van de diverse gebieden in de Gelderse Vallei beschreven en de opgaven die in de diverse gebieden liggen op basis van het beleid, de problematiek en de beschreven ontwikkeling. De volgende opgaven zijn voor het plangebied van belang: · Ontwikkeling landschappelijk raamwerk geënt op beoogde/verwachte functies hierbij rekening houdend met de aanwijzing van verwevingsgebied: (nieuwe) coalities wonen, werken, recreëren, natuur en landbouw (ruimte voor nieuwe economische dragers),
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
17
· Ontwikkeling en versterking laaglandbeken als landschappelijke dragers en ecologische verbindingszones, · Behoud, herstel en ontwikkeling van karakteristieke cultuurhistorische, landschappelijke en (kleinere) ecologische elementen, · Ontwikkeling van randvoorwaarden vanuit de gewenste landschappelijke structuur en bijbehorende beeldkwaliteit voor functieveranderingen en erfontwikkelingen, waaronder de vrijkomende (agrarische) bebouwing, · Het versterken en ontwikkelen van ecologisch waardevolle gebieden en ecologische verbindingen. (bron bestemmingsplan de Schammer gemeente Leusden 2006). Er wordt gestreefd naar een natuurlijke inpassing van het project in het landschap met aandacht voor ecologische aspecten. Zo willen we kijken waar we een nestkast voor de uil kunnen plaatsen en zullen we de struiken aan de rechterzijde snoeien of verwijderen zodat de oorspronkelijke bomenstructuur duidelijk wordt (advies Eco-line, zie quick scan flora en fauna onderzoek bijlage 5). De huidige bomenstructuur willen we zoveel mogelijk handhaven en aan de rechterzijde van het perceel uitbreiden in overleg met de buren. We voldoen hierbij aan het verzoek van de gemeente. Het vooraanzicht van de boerderij zal niet wezenlijk veranderen. Gestreefd wordt naar een boerderij uitstraling met een erf, daarachter een speelveld, boomgaard, moestuin en bloementuin. De achterzijde van de boerderij zal door de sloop van de agrarische opstallen meer te zien zijn. Als overgang naar het natuurgebied de Schammer wordt er een dierenweide gemaakt. In overleg met de gemeente Leusden en de buren zal er een hekwerk aan de achterzijde geplaatst worden en wordt er gekeken of en op welke wijze we de poel achter in het land, aangrenzend aan het natuurgebied, kunnen optimaliseren. We streven naar natuurlijke speelelementen voor de dagopvang en willen deze op een zo’n natuurlijk mogelijke manier inpassen. Een eerste ontwerp met betrekking tot de inrichting van het buitenterrein wordt gemaakt door eco-line. Conclusie De bestemmingswijziging heeft positieve ruimtelijke effecten . Het vooraanzicht houdt het boerderijachtige aanzicht. Daarnaast zal bij de inrichting van het terrein rekening houden met versterking van het beeld boerenerf. Dit wordt onder meer versterkt door het handhaven van de hooiberg en deze weer meer in de oorspronkelijke staat terug te brengen. Daarnaast zal er rekening gehouden worden met ecologische aspecten (voor zover deze niet strijdig zijn met de veiligheid en wet en regelgeving van de bezoekers).
9. Civieltechnische- en van belang zijnde privaatrechtelijke aspecten. Parkeren vindt plaats op eigen terrein, zoals aangegeven in paragraaf 1.5. Eén inrit blijft gehandhaafd. Het parkeerterrein wordt middels een hekwerk afgeschermd van de rest van het terrein. Dit om de veiligheid van de bezoekers te waarborgen. De boerderij en de opstallen zijn in volledig eigendom van de aanvrager. Er is geen sprake van erfpacht of recht van overpad. Het perceel is gedeeltelijk belast met een opstalrecht nutsvoorzieningen ten behoeve van de publiekrechtelijke rechtspersoon: de gemeente Leusden, het erf 1 3831NA Leusden. Ingeschreven ten kantore van de openbare registers voor registergoederen te Utrecht op 15 april 2005 in het register hypotheken 4, deel 13287 nr 73. Dit betreft een kleine voorziening voor bekabeling infrastructuur en is gelegen op de perceelsgrens aan de Horsterweg.
10. Verantwoording van de economische uitvoerbaarheid. 10.1 Economische uitvoerbaarheid
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
18
a. Kinderopvang Aan de hand van een behoeftebepaling is er een inschatting gemaakt van de behoefte in kinderopvang in de gemeente Leusden. De cijfers zijn afkomstig van het SCP (Sociaal Cultureel Planbureau) en het Netwerkbureau Kinderopvang. Jaarlijks wordt per gemeente de capaciteit in de kinderopvang vastgesteld door het Netwerkbureau Kinderopvang. De meest recente en uitgebreide cijfers dateren van 2008 (Gemeentelijk ramingsmodel kinderopvang 2008). In 2009 is er een brochure verschenen waarin, op basis van de cijfers uit 2008 de groei mogelijkheden voor de kinderopvang worden weergegeven. Uit bovenstaande cijfers blijkt dat er nog ruime groeimogelijkheden bestaan. Deze cijfers dateren echter uit 2008. Deze cijfers zijn vergeleken met de al aanwezige kinderopvang in de gemeente Leusden aan de hand van het register kinderopvang. We weten echter ook dat de realiteit af kan wijken van een raming. Daarnaast is het zo dat het economische klimaat veranderd is. De verwachting is dat ouders kritischer zullen kiezen en dat er meer gekozen zal worden op grond van een speciaal aanbod. Ons aanbod onderscheidt zich ten opzichte van de reeds gerealiseerde kinderopvang in Leusden: Er is nog geen kleinschalige kinderopvang op de boerderij in combinatie met dagopvang voor volwassenen, waar we ook kinderen die niet goed aarden in de reguliere kinderopvang ,vanwege beperking of temperament, een goede plek kunnen bieden. Naast de reguliere activiteiten zal het accent van de opvang liggen op buiten, natuur en bewegen. De kleinschaligheid maakt dat we flexibeler kunnen inspelen op de wensen en behoeften van onze bezoekers. De aanwezigheid van verschillende concepten kan elkaar versterken. We verwachten dat dit een positief effect op de vraag zal hebben. b.De dagopvang en werkproject Er is een verschuiving van de financiering in aantocht: de PGB’s worden afgebouwd en dagbesteding gaat gefinancierd worden door de gemeente via de WMO. Dit betekent dat ook mensen die met een woonindicatie op een andere plek, dagbesteding kunnen inkopen. We denken de gemeente Leusden een aantrekkelijk concept te kunnen bieden waarin we kunnen aansluiten bij individuele wensen en ontwikkelingsmogelijkheden. Daarnaast kunnen wij volwassenen/jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een waardevolle werkplek bieden binnen een echt bedrijf. Zo kunnen de mensen van de dagopvang een rol spelen bij het kindercentrum door bijvoorbeeld voor te lezen en kan een medewerker van het werkproject een bijdrage leveren in de moestuin of licht huishoudelijk werk of onderhouds-werkzaamheden verrichten. Het is een gegeven dat het aantal ouderen toeneemt evenals het aantal ouderen dat lang thuis blijft. Dat lukt vaak doordat er dit soort voorzieningen zijn. Wij denken met deze vorm een nieuw aanbod te hebben voor deze doelgroep. We gaan onderzoeken of een samenwerking met partners in Leusden zinvol is (Lisidunahof, Hamersveld, beheerder natuurgebied Schammer). c.Maatschappelijk ondernemen Daarnaast zal de nadruk liggen op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dit betekent dat wij een waardevolle plek willen zijn in de gemeente Leusden. We willen de inwoners wat bieden. De kinderen een plek met veel ruimte om te bewegen en te ontwikkelen, in contact met de natuur en dieren. Voor ouders hopen we een plek te zijn waar zij de rust hebben voor dat kopje koffie of thee aan het begin of het einde van de dag, waar zij zich ondersteunt voelen in de combinatie werk en opvoeding. Voor de buurtbedrijven willen wij een waardevolle aanvulling zijn door producten, mits deze voldoen aan onze doelstelling, bij hun af te nemen. Onze naaste buren willen wij, wanneer ook zij dat wenselijk vinden, betrekken bij de boerderij. We starten hiermee door hen zelf over ons plan te informeren. Voor de scholen willen wij een betrokken partner zijn in de ontwikkeling van de kinderen. Last but not least: door de functiewijziging en de daarbij behorende eis tot slopen van 50% van de opstallen dragen we bij aan de verbetering van de kwaliteit van het buitengebied. We kiezen er namelijk voor om de meest karakteristieke gebouwen te handhaven. Dit is de grote schuur
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
19
naast het pand en de kapschuur/hooiberg met mooie oude kapconstructie. De vergunning voor de bouw van een moderne damwandprofiel veeschuur komt dan te vervallen. 10.2 Planschade Er zal een planschadeovereenkomst worden opgesteld door de gemeente Leusden. Gezien de locatie van het project en de grote afstand van de woningen verwachten wij geen planschade voor de omgeving. De bewoners van de naastgelegen woningen (Horsterweg 24 en Horsterweg 28) zijn door ons mondeling ingelicht over onze plannen met betrekking Horsterweg 26. We streven ernaar om de buren te betrekken bij de verdere voortgang van het project door middel van regelmatig contact en het geven van een rondleiding. Conclusie Er wordt geen planschade verwacht voor de omgeving.
11. Conclusies We eindigen het verzoek tot functiewijziging van boerderij Midden Horst met de conclusies. Het betreft een bestemmingswijziging van agrarische- naar maatschappelijke doeleinden met als doel een kleinschalige kinderopvang en dagopvang /werkproject te realiseren. Het college heeft in beginsel aangegeven mee te willen werken aan de bestemmingswijziging. In hoofdstuk 1 hebben we het project beschreven. Samenvattend betreft het een bestemmingswijziging van agrarische naar maatschappelijke doeleinden. Deze verandering zal bijdragen aan de ontstening van het buitengebied. Aan de 50% eis wordt voldaan, er zal 245 m2 bedrijfsopstallen gesloopt worden. De boerderij zal zijn oorspronkelijke uitstraling aan de voorzijde behouden. Aan de achterzijde zal door de sloop van agrarische opstallen het zicht op de boerderij toenemen. De oorspronkelijke hooiberg zal in ere hersteld worden. In hoofdstuk 2 hebben we aangegeven dat het bestemmingsplan de Schammer 2006 van toepassing is op de functiewijziging. In hoofdstuk 3 zijn we ingegaan op het rijks,- provinciaal- en gemeentelijk beleid. We hebben geconcludeerd dat de functiewijziging niet strijdig is met het rijks- en provinciaal beleid. Daarnaast past het voorgenomen plan binnen het bestemmingsplan Schammer 2006. Aan de voorwaarde om over te gaan tot bestemmingswijziging, genoemd in bestemmingsplan Schammer 2006 artikel 26 lid 1 onder 2 wordt voldaan. In hoofdstuk 4 zijn we ingegaan op de toetsing aan milieuwetgeving. Het project levert geen beperkingen op in het kader van de wet geurhinder en veehouderij. De functiewijziging naar maatschappelijke doeleinden zal positief bijdragen aan de verlaging van de ammoniakuitstoot. Daarnaast is er geen risicovolle inrichting in de buurt van het project gelegen. Door de functiewijziging zal het aantal grote landbouwvoertuigen afnemen. Er zal mogelijk een lichte stijging van personenauto’s zijn. De verwachting is dat deze zullen opgaan in het overige autoverkeer. Daarnaast levert de functiewijziging geen problemen voor de infrastructuur op. In hoofdstuk 5 is de functiewijziging getoetst aan de natuur en landschapswaarden en archeologie. De boerderij is gelegen buiten de ecologische hoofdstructuren valt niet binnen een natura 2000 gebied. In verband met de te slopen opstallen is er een quickscan flora en fauna uitgevoerd waaruit bleek dat er is geen ecologische reden om de geplande sloop van de opstallen tegen te houden. Een archeologische toets is niet nodig. In hoofdstuk 6 is er ingegaan op de duurzaamheid van het project en is er geconcludeerd dat de functiewijziging past binnen de stedenbouwkundige visie van de gemeente Leusden. In hoofdstuk 7 is de functiewijziging afgestemd met het waterschap met als uitkomst geen bezwaar. In hoofdstuk 8 hebben we gekeken naar de ruimtelijke effecten van het project op de omgeving. Daarin is er beschreven dat het vooraanzicht niet zal veranderen. De verandering
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
20
van agrarisch naar maatschappelijke doeleinden zal positief bijdragen aan ruimtelijke kwaliteit omdat de eerder toegestane vergunning van de vorige eigenaar mbt het bouwen van een stal van 500 vierkante meter komt te vervallen. Daarnaast zal een gedeelte van de agrarische opstallen worden gesloopt zodat er wordt bijgedragen aan de ontstening van het buitengebied en streven we naar een inrichting van het terrein wat past bij de boerderij en rekening houdt met ecologische motieven. In hoofdstuk 9 hebben we de civieltechnische en van belang zijnde privaatrechtelijke aspecten beschreven. De boerderij is in volledig eigendom van de aanvrager. In hoofdstuk 10 hebben we de economische uitvoerbaarheid beschreven en geconcludeerd dat de verwachting is dat er voldoende vraag zal zijn naar kleinschalige kinderopvang en dagopvang op de boerderij. Het concept is een waardevolle toevoeging voor de al bestaande voorzieningen binnen de gemeente Leusden. Er wordt een planschadeovereenkomst getekend en wordt planschade door de buurt niet verwacht. Initiatiefnemers hebben de directe buren bezocht om hun te informeren over de plannen en zullen de buren blijven betrekken.
Eindconclusie: In dit wijzigingsverzoek met ruimtelijke onderbouwing zijn geen bezwaren aan de orde gekomen om niet tot functiewijziging over te gaan. De functiewijziging draagt bij aan de ontstening van het buitengebied en kan een waardevolle plek worden voor een diverse groep inwoners van de gemeente Leusden
Bronvermeldingen: • • • • • • •
Website gemeente Leusden Bestemmingsplan Schammer 2006 Wijzigingsverzoek Ringlaan oktober 2011 Wijzigingsverzoek Stoutenburgerlaan oktober 2011 Risicokaart Nederland Provinciaal beleid en website gemeente Utrecht Aanvraag bestemmingswijziging Horsterweg 26 6 augustus 2011
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
21
Bijlage 1 Korte kennismaking met de aanvrager Mijn naam is Jacqueline Breedveld . Ik ben 49 en sinds 4 jaar zelfstandig ondernemer. De afgelopen jaren heb ik mij bezig gehouden met verschillende projecten binnen de kinderopvang, variërend van interim-management en cultuur en structuurveranderingen tot een klachtenonderzoek en coaching van mensen. Daarnaast heb ik mij bezig gehouden met het opzetten van sport buitenschoolse opvang. Daarvoor ben ik 15 jaar werkzaam geweest in verschillende functies bij kinderopvang Humanitas en ben deze jaren actief betrokken geweest bij de ontwikkeling van de kinderopvang in Leusden. Ik ben gestart bij de gastoudercentrale en daarna als leidinggevende betrokken geweest bij de plan ontwikkeling van Fila Tekna. Na enkele jaren ben ik gestart in mijn functie als regiomanager en heb ik deelgenomen aan de plangroep Tabaksteeg, waar in deze periode namens de gemeente Henk Pullen en Dymph Godefrooij deelnamen. Mijn grote wens is een kleinschalige kinderopvang te starten in combinatie met andere kleinschalige concepten. Gezien het huidige politieke- en economische klimaat best een hele stap en een extra uitdaging! Voordat ik in de kinderopvang werkzaam was ben ik, na mijn HBO verpleegkunde, in verschillende functies in de zorg werkzaam geweest.
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
22
Bijlage 2
Inrichtingsschets Horsterweg 26 te Leusden.
Toelichting: Het uitgangspunt bij de inrichting van het terrein is om het terrein zo in te richten dat het past binnen de landelijke omgeving en aansluit bij de inrichting omschreven in het landschapsontwikkelingsplan. We zullen ons hierbij laten adviseren door dhr Reinders( gemeente Leusden) en kijken of wij ook ecologische aspecten kunnen meenemen ( in overleg met Dhr van Leeuwen Eco-line en mw. Lia Burgsteden). Als uitgangspunt voor de beplanting kiezen we voor de soorten die genoemd worden in het streefbeeld erfbeplanting van het LOP. Het aantal vierkante meter bestrating, welke aangegeven is op de schets, zal afnemen. Het aanzicht van de boerderij blijft ongewijzigd. De voortuin willen we handhaven. We zullen een check doen op aanwezige giftige planten ivm de bezoekers. Aan de linkerzijde willen we de eikenbomenlaan doortrekken zodat deze aansluit op de houtwal bij de buren. We willen de huidige bomenrij aan de rechterzijde van het terrein doortrekken (zodat er een bomenrij ontstaat naast het huidige pad naar achteren). Uitheemse planten die tussen de huidige bomenrij zijn geplant gaan we verwijderen. Als oprit tot het parkeerterrein gebruiken we de huidige uitgang aan de rechterzijde Om het parkeerterrein aan het zicht te onttrekken willen we een haag planten. Afscherming van het speelveld en moestuin zullen we doen middels een haag. Aansluitend op de dierenweide aan de achterzijde van het perceel willen de huidige poel handhaven als overgang naar het natuurgebied de Schammer. De afscherming van het terrein in verband met de veiligheid van de bezoekers zal moeten voldoen aan de eisen gesteld in de wet kinderopvang en wordt meegenomen in de omgevingsvergunning. Aan de achterzijde wordt er een hekwerk geplaatst in overleg met Dhr. Van Die ( vertegenwoordiger van de gemeente Leusden).
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
23
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
24
Vermindering erf verharding Ten opzichte van de huidige erf verharding zal de volgende vermindering plaats vinden: Betonplaat naast veldschuur Veldschuur Betonplaat achter schuur nr 4 en 6 Betonplaat links van hooiberg Betonplaat naast boerderij Totaal
8 7,1 4,2 8 3
x 2,5 x 13,5 x 17 x 8 x 15
= = = = =
20 95,8 71,4 64 45
m2 m2 m2 m2 m2
296,2 m2
Bijlage 3 Oorspronkelijke aanvraag vergunning bouwen hooitas
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
27
Bijlage 4: Verkeersdruk
Tussen 7 en 9 uur: Bij een bezetting van 85% zullen er 20,4 kinderen gebracht worden. Een aantal kinderen zullen broertjes en zusjes zijn dus we verwachten dat er tussen 7 en 9 t.b.v. het dagverblijf ongeveer 15 auto’s zullen rijden. Hierbij is geen rekening gehouden met het feit dat mogelijk een aantal ouders van het dagverblijf nu ook al deze weg gebruiken om naar hun werk te gaan. Tussen 9en 9:30 uur: Met betrekking tot het werkproject: We verwachten dat er van de 4 deelnemers 2 met de fiets komen. Dat betekent een toename van 2 auto’s vanaf 9 uur. Met betrekking tot de ouderen opvang: We gaan uit van 6-8 ouderen. Bij een bezetting van 85% komen we op gemiddeld 7 ouderen per keer waarvan er mogelijk 2 zelfstandig komen en de rest gehaald met onze bus. Dit betekent maximaal 3 auto’s extra vanaf 9:15. Tussen 15 en 15:30 uur: De oudere kinderen komen met de fiets, de anderen worden opgehaald door onze bus. Dus dat betekent 1 extra auto rit (gemiddelde bezetting op een bso is 70% . Dit betekent 14 kinderen per middag waarvan we inschatten dat er 6 zelfstandig komen en 8 met de bus gehaald worden). Tussen 16:30 en 17 uur: Dit is de eindtijd van het werkproject en dagopvang en geeft dezelfde verkeersbeweging als tussen 99:30uur. Tussen 16:30 en 18 uur: Om 18 uur sluit het kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang. De kinderen zullen gefaseerd opgehaald worden. De oudere kinderen gaan zelfstandig op de fiets naar huis, de jongere kinderen hebben vaak een broertje of zusje op het kinderdagverblijf zitten. Dit betekent dat we in deze periode rekening moeten houden met een verkeersbelasting van ongeveer 15 auto’s( KDV) en 5 auto’s ten behoeve van de buitenschoolse opvang zullen rijden. Hierbij is geen rekening gehouden met het feit dat mogelijk een aantal ouders van het dagverblijf en bso nu ook al deze weg gebruiken om naar hun werk te gaan. Daarnaast leert de ervaring dat ouders hun kinderen gefaseerd ophalen. Dit heeft een gunstige invloed op de verkeersdruk. Wat betreft het aantal personeelsleden moeten we uitgaan van een aantal van 8 per dag waarvan we inschatten dat 4 personen met de fiets komen en 4 met de auto. Deze personen zullen gefaseerd binnen komen waardoor de verkeersdruk van personeel minimaal is.
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
28
Bijlage 5: Quickscan Flora en Fauna
Ecologische Quick-scan T.b.v. sloop opstallen Horsterweg 26, Leusden (Stoutenburg)
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
29
Opdracht Op verzoek van ‘Sensitief’ in de persoon van mevr. J. Breedveld, Damweg 64, 3785 LL te Zwartebroek onderzocht Eco-line op 14 oktober 2011 de boerderij, de opstallen en de begroeiing op het erf en de bijbehorende terreinen aan de Horsterweg 26 te Leusden (Stoutenburg). Doel van dit onderzoek was een ecologische beoordeling van de staat van de opstallen en de mogelijke effecten van een geplande sloop van een aantal schuurtjes op de aanwezige floraen fauna. Het betreft de sloop van drie schuren ten behoeve van de inrichting van een kinderopvang annex zorgboerderij. Zie aanduiding van de te slopen structuren in de bijlagen. De oppervlakte van het perceel is 9200 vierkante meter. Locatie De locatie van het erf en de gebouwen is duidelijk aangegeven op het door de opdrachtgever toegestuurde materiaal, waaronder een Googl-earth-opname. (Zie bijlagen). Het terrein grens aan de westkant aan natuurterrein De Schammer, in beheer bij het Utrechts Landschap, hiervan gescheiden door een fiets/wandelpad en een sloot die ter plaatse is verbreed als een soort poel. De poel is echter verzand en staat bovendien in verbinding met de sloot waardoor het geen poel is volgens de ecologische definitie. Methode De opstallen en het erf werd bezocht en visueel beoordeeld op sporen van gebruik door dieren. Tevens werd in de randbegroeiing gezocht naar dieren of sporen van dieren (zoals bijvoorbeeld verlaten vogelnesten, braakballen van uilen of nesten van dwergmuizen). Ook werd er gekeken of er (restanten van) planten met een bijzondere beschermingsstatus aanwezig waren. Resultaat Er werden in het hoofdgebouw geen sporen van gebruik door dieren gevonden. Er werd hierbij extra aandacht besteed aan de aanwezigheid van vleermuizen. Het gebouw is echter door de vorige bewoner al dermate verbouwd en dermate geïsoleerd dat er eigenlijk niets in of uit kan. Van de te slopen gebouwtjes geldt grotendeels hetzelfde. Alleen in het bouwvallige schuurtje nummer 7 werden wat oudere braakballen van de kerkuil (Tyto alba) aangetroffen en in ‘kolenhok’ (structuur 8) lagen resten van essen- en ander zaden die duidelijk door muizen waren aangegeten. Er zijn geen planten gevonden die in aanmerking komen voor een bijzondere beschermde status. Er zijn vrij veel exotische bomen en struiken aangeplant door de vorige bewoner(s). Zo is er bamboe en staan er wat coniferen, laurier en niet nader beschreven naaldbomen. Hoewel naaldhout in het winterhalfjaar aanzienlijke aantallen ransuilen kan herbergen is dat hier niet vastgesteld.
Conclusie Er is geen ecologische reden om de geplande sloop van de opstallen tegen te houden. De sporen van de kerkuil vragen echter bijzondere aandacht. Het betreffende schuurtje is overduidelijk geen broed-, maar op zijn best een reguliere verblijfplaats van deze uilen. Mevrouw Breedveld geeft zelf aan dat ze graag maatregelen neemt om de uilen een goed onderdak te bezorgen. Daarbij is de plaatsing van een nestkast in een van de blijvende schuren ter sprake gekomen. Dat zou zelfs voor een kwalitatieve verbetering van de verblijfplaats ten opzichte van de huidige situatie zorgen. Ten aanzien van de muizen hoeven geen maatregelen te worden genomen. Er is geen sprake van zeldzame soorten en er zullen genoeg uitwijkmogelijkheden overblijven. Het ligt in de verwachting dat de biologische rijkdom van het terrein door de voorgenomen plannen zal toenemen. Advies Met het oog op uilen en dagroofvogels is het handhaven van een redelijke muizenpopulatie aan te bevelen. Hierbij speelt ook een rol dat aanvrager mevrouw J. Breedveld, voornemens is bij de inrichting van het buitenterrein natuurvriendelijke elementen te zullen inplannen (mits niet strijdig met de functies die gehuisvest worden in de zorgboerderij). De veiligheid van de cliënten is hierbij uiteraard van groot belang. Ten aanzien van de beplanting is het advies om naar eigen behoefte en inzicht een groot deel van de niet-inheemse erfbeplanting te verwijderen en te vervangen door streekeigen soorten. Vanuit ecologisch inzicht is het hierbij aan te bevelen veel bes- en Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
30
zaaddragende soorten aan te planten. Hiervoor kan vrijblijvend advies worden ingewonnen bij Landschap Erfgoed Utrecht, Bunnikseweg 25, 3732 HV, de Bilt.
Drs. M.C.J. van Leeuwen
Eco-line Houten, 20 oktober 2011
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
31
Literatuur Amfibieëngids van Europa Atlas van de Nederlandse zoogdieren;
Atlas van Nederlandse vleermuizen; Bedreigde en kwetsbare vaatplanten in Nederland; basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst; De Nieuwe Vlindergids; De Orchideeën van Nederland; Elseviers Gids van Varens, Mossen en Korstmossen; Flora van de Lage Landen; Gids van bloeiende planten van West- en Midden Europa Grassen; Grassengids; Habitattypen Handboek Natuurdoeltypen; Handleiding Ecologisch Onderzoek, onderdeel flora en fauna; Herkenning van Nederlandse vleermuissoorten Meerjarenprogramma Uitvoering Soortenbeleid 2000-2004; Nachtvlinders Natuurvoorzieningen aan Gebouwen. Nestplaatsen en verblijven voor vogels en vleermuizen. Nieuwe Insectengids; Rode Lijst- FLORON; Rode lijst van bedreigde en kwetsbare zoogdieren in Nederland; Rode Lijst van de Nederlandse Broedvogels; Soorten van de Habitatrichtlijn Sprinkhanen en Krekels, Veldgids; Topografische Inventarisatieatlas voor Flora en Fauna van Nederland Veldgids Nederlandse Flora; Vleermuizen in en om het Huis
Nollert, A. en C. Nollert Broekhuizen, S., B. Hoekstra, V. van Laar, C. Smeenk & J. B. M. Thissen, Limpens, H. J. G. A., K. Mostert & W. Bongers, Meijden, R. van der, B. Odé, C.L.G. Groen, J.P.M. Witte & D. Bal, Tolman & Lewington, Kreuz & Dekker Hans Martin Jahns
Tirion, Baarn 1994 Sechel & Kreuz, Landgraaf 2000 Elsevier, Amsterdam 1981
J. Marijnissen, D. Aichele,
Tirion, Baarn 2000 Thieme, Zutphen 1992
H. Glas, Aichele & Schwegler, Janssen, J. en Schaminee, J. Bal, D., H.M. Beije, M. Fellinger, R. Haveman, et al., Provincie Utrecht,
Misset, Doetinchem 1996 Tirion, Baarn 2002 KNNV, Utrecht 2003 Ministerie van LNV, ’s-Gravenhage 2001 Provincie Utrecht, 2002.
H. Limpens & H. Hollander
Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming 2001 Ministerie van LNV,' s-Gravenhage, 2000. Tirion Natuur, Baarn 2006 Stichting Bouwresearch, Rotterdam 1999
Ministerie van LNV P. Waring en M. Townsend, E. Koning, G. Schuurman et.al.,
Tirion, Baarn, 2001 KNNV Utrecht, 3e druk 1992
KNNV Utrecht 1997 Gorteria 26 (4): 85-208. 2000.
Michael Chinery, Weeda, E.J., R. van der Meijden, P.A. Bakker, Lina, P. H. C. & G. van Ommering, Vogelbescherming, en anderen,
Tirion, Baarn 2003 Gorteria 16 (1): 2-26. 1990.
Janssen, J. en Schaminee, J. Kleukers, R. en R. Krekels Huigen, P. en Vogel, R.
KNNV, Utrecht 2004 KNNV Utrecht 2004 Vogelbescherming, Zeist 2007
Henk Eggelte,
KNNV, Utrecht 2000 Stichting Landschapsbeheer Gelderland –VZZ Tirion, Baarn 1995 Thieme, Baarn 1994 RAVON, Nijmegen 1993
Vlinders en Rupsen; Vogels van Europa; Waarnemen en Herkennen van Amfibieën en Reptielen in het Veld; Wilde orchideeën van Europa;
Thomas Ruckstuhl, Lars Jonsson, Lenders et. al.,
Zoetwatervissen van Europa
Gerstmeier, R. en Romig, T.
J. Landwehr,
1994 Tirion, Baarn 2005
Natuurmonumenten, ’s-Graveland 1978 Tition, Baarn 2000
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
32
Bijlage 6 plankaart gemeente Leusden
Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. bestemmingswijziging aanvraag Horsterweg 26 Stoutenburg
33