SCHOOLGIDS PRINS WILLEM-ALEXANDERSCHOOL SLIEDRECHT 2015-2016 Voorwoord van de directie
2
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9
De school – een eerste verkenning Eén school in twee gebouwen Onze missie De schoolvereniging (VCOS) Schooltijden De groepen en het aantal leerlingen Leerkrachten en groepen 2015-2016 Peuteropvang (peuterspeelzaal) Uw kind aanmelden op onze school Toelatingsbeleid
3 3 3 4 5 5 6 7 8 9
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Levensbeschouwelijke identiteit Een christelijke basisschool De sfeer op school Een principiële keuze Vieringen Zorg voor onze naasten, dichtbij en veraf
10 10 10 10 11 11
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Het onderwijs op onze school Goed onderwijs is aandacht voor elk kind De vak- en vormingsgebieden Digitale hulpmiddelen Toetsen, cijfers, huiswerk en rapporten Werken aan een veilige en prettige sfeer De kwaliteit van ons onderwijs De resultaten van ons onderwijs
12 12 15 20 21 23 25 25
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Zorg en begeleiding Interne begeleiding en leerlingzorg Als uw kind wat moeite heeft... Passend onderwijs Samenwerkingsverband Drechtsteden Leerlingvolgsysteem – toetsen Een jaar overdoen / overslaan
27 27 27 28 29 30 31
4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13
Begeleiding van begaafde leerlingen Dyslexiebegeleiding Schoolarts / jeugdverpleegkundige Logopedie Centrum voor Jeugd en Gezin Vertrouwenspersoon Meldcode huiselijk geweld en Kindermishandeling
33 33 35 35 35 36 37
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9
Contact met ouders Goede communicatie school-ouders Inloopmomenten / schriften inzien Informatieavonden Spreekavonden (10-minutengesprekken) Tussentijdse gesprekken Ouderportaal ParnasSys Website Maandelijkse nieuwsbrief Ouderhulp
38 38 38 38 38 39 39 40 40 41
1
5.10 5.11 5.12 5.13 5.14
De ouderraad De medezeggenschapsraad Vrijwillige ouderbijdrage Thema-ouderavond Informatie naar gescheiden ouders
41 41 42 42 42
6 6.1 6.2 6.3 6.4
Het personeel op school Wie werken er in onze school Meerdere leerkrachten per groep Stagiaires Bij- en nascholing
44 44 45 46 47
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11 7.12
Bijzondere activiteiten Buitenschoolse sportactiviteiten Kerst- en paasvieringen Sinterklaas PWA-feest Sportdag Schoolreis Schoolkamp Afscheidsmusical Natuureducatie - Hooizolder Kunst- en cultuureducatie Actie voor goed doel Kinderboekenweek
48 48 48 48 48 49 49 49 49 49 50 50 50
8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7
Zakelijk en juridisch Inspectie basisonderwijs Klachtenregeling Verzekering en aansprakelijkheid Verlofregeling Sponsorbeleid Websiteprotocol Personeel en sociale media
51 51 51 51 52 53 53 53
9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5
Diversen Vakantierooster 2015-2016 Ziekmeldingen Tussen- en buitenschoolse opvang Gymnastiekkleding Verjaardagen vieren
54 54 54 54 55 56
9.6 9.7 9.8
Pauzesnack / schoolmelk Regels en afspraken Hoofdluiscontrole
56 57 58
10 10.1 10.2
Ontwikkelingen op onze school Een lerende organisatie Recente ontwikkelingen / huidig schooljaar
59 59
Overzicht contactgegevens
61
59
VOORWOORD VAN DE DIRECTIE
Beste ouders / verzorgers, Een bijzondere basis in een wereld van verschil. Die zin ziet u staan op de voorkant van deze schoolgids. Deze zin past bij onze school. Deze zin omvat waar we voor staan, en geeft weer wat onze visie is op goed onderwijs. Als u deze schoolgids door gaat lezen, dan hopen we dat u steeds meer zult merken wat we ermee bedoelen, wat onze inspiratie is. Wellicht staat u op het punt een keuze te maken voor een basisschool voor uw kind. Zo’n keuze maak je niet zomaar. Basisscholen zijn niet allemaal hetzelfde. Elke school heeft zijn eigen karakter. Er zijn verschillen in visie, in de manier van werken, en daardoor ook in de resultaten. Maar ook de pedagogische en levensbeschouwelijke uitgangspunten zijn een belangrijke basis voor de eigen sfeer die een school kenmerkt. Het is goed dat u een school kiest die past bij u en uw kind. Een school die zaken van belang vindt die u óók belangrijk vindt. Daarom hebben we in onze schoolgids een uitgebreid verhaal neergezet. Niet een beknopt boekje met alleen wat praktische informatie, maar ook een boekje waarin we u willen uitleggen wat voor soort school wij zijn. Ook als u de keuze voor onze school al gemaakt heeft, vinden we het fijn om u via deze schoolgids op de hoogte te houden van alles wat er speelt en wat er in ontwikkeling is. We hopen dat u deze gids met belangstelling zult willen lezen. We wensen u daar veel plezier mee, en nodigen u van harte uit om uw eventuele vragen of opmerkingen over de inhoud met ons te delen.
Met een hartelijke groet, de directie; Mevr. J.R.G. (Jolanda) Maaskant tel: 0184-416662, mail:
[email protected] Dhr. A.A. (Thon) Koning tel: 0184- 416057, mail:
[email protected]
2
Hoofdstuk 1 1.1
DE SCHOOL – EEN EERSTE VERKENNING
Eén school in twee gebouwen.
De Prins Willem-Alexanderschool is een protestants-christelijke basisschool, die in 1995 is ontstaan vanuit een fusie tussen de Prins Bernhardschool (nu PWA-locatie Van der Waalslaan) en de Wilhelminaschool (nu PWA-locatie Valkweg). Beide gebouwen huisvesten een volwaardige school, met de groepen 1 t/m 8, alle benodigde faciliteiten, een directeur, een zorgcoördinator, eigen bouwcoördinatoren, conciërge, etc.
Organisatorisch zijn we echter één school, met integraal beleid, één samenwerkend team van leraren en directie, en een gedeelde identiteit. Omdat de gebouwen dicht bij elkaar in vergelijkbare wijken staan, zonder verschil in achtergrond bij onze leerlingen, kunnen we het onderwijs in beide gebouwen op dezelfde manier vormgeven. Er is dan ook veelvuldig overleg tussen de leerkrachten van parallelgroepen, gezamenlijke scholing, gezamenlijke kwaliteitszorg en beleidsontwikkeling, wat de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt. Voor ouders en kinderen is de eigen locatie gevoelsmatig wel echt de “eigen school”. We profiteren op deze manier van de voordelen en mogelijkheden van een grote organisatie, terwijl de locaties voor de kinderen de sfeer uitdragen van een kleinere, overzichtelijke school waar je je gekend weet.
1.2
Onze missie.
Zoals in het voorwoord al aangegeven, gaan we uit van het volgende motto, waarin onze visie en missie verwerkt zijn. Hier stáán we voor, en hier gáán we ook echt voor:
“Een bijzondere basis, in een wereld van verschil” Bijzonder.... Onze school is in de eerste plaats vooral een christelijke school. Niet neutraal, maar bijzonder. Als team hebben wij een groot gezamenlijk bewustzijn van onze opdracht om de kinderen het geloof in God, en zijn liefde voor de mensen zoals Jezus ons dat heeft geleerd, voor te leven, en hen vertrouwd te maken met zijn woord zoals we dat in de bijbel kunnen lezen. Vanuit deze bijzondere basis werken wij aan een pedagogisch en levensbeschouwelijk klimaat van warmte, openheid, verantwoordelijkheid en respect voor elkaar. 3
Basis... Als basisschool willen we de kinderen niet alleen een bijzondere basis meegeven op het gebied van levensbeschouwing, maar ook een stevige basis op onderwijskundig gebied. Bij het team leeft sterk de overtuiging dat we de opdracht hebben om de talenten die kinderen hebben, zo goed mogelijk te moeten helpen ontwikkelen. Dat betekent dat we werken aan realistische, maar altijd ambitieuze doelen voor elk kind, op elk niveau. En dat dat werkt, blijkt uit de resultaten. Wereld... We beseffen dat we de kinderen moeten voorbereiden op een leven waarin ze stevig in de wereld staan. Er komt in onze huidige maatschappij veel op ze af. We willen hen leren om te gaan met invloeden via de media, verschillende culturen en godsdiensten, hun rol en verantwoordelijkheid als wereldburger en maatschappelijke waarden en normen. Verschil... In onze dagelijkse praktijk proberen we zoveel mogelijk recht te doen aan de verschillen die er zijn tussen de kinderen. Er zijn verschillen op cognitief en sociaal-emotioneel gebied, er is verschil in leerstijl, leertempo, cultuur en thuissituatie. Voorop staat voor ons dat elk kind het recht heeft om in ontwikkeling te blijven, hoe verschillend deze ontwikkeling ook verloopt. Bovenstaande beschrijvingen zijn natuurlijk kort en globaal. In deze schoolgids leest u verder in de diverse hoofdstukken hoe we onze visie praktisch uitwerken.
1.3
De schoolvereniging (VCOS)
De Prins Willem-Alexanderschool valt onder verantwoordelijkheid van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs in Sliedrecht (VCOS), evenals de Oranje-Nassauschool en de Anne de Vriesschool. De VCOS is een onderwijsorganisatie, van oudsher een oudervereniging, met als doel de oprichting en instandhouding van christelijk basisonderwijs in onze gemeente. Hoofdtaak van het schoolbestuur is het waarborgen van de kwaliteit, de identiteit en de continuïteit van het onderwijs.
De VCOS heeft als missie: “Meer dan goed onderwijs”. Goed onderwijs is het uitgangspunt. Méér dan goed zelfs. Maar er is nog méér, namelijk het uitdragen van de christelijke levensovertuiging, bepaald door het evangelie van Jezus Christus. Wanneer u als ouder bij inschrijving van uw kind de grondslag van de vereniging onderschrijft, kunt u lid worden van de VCOS. Hiermee kunt u uw betrokkenheid met het christelijk onderwijs tonen. Vanuit de leden worden bestuursleden gekozen in de algemene ledenvergadering. Aanspreekpunt van de VCOS is de directeur-bestuurder, dhr. W.J. (Wim) Dunsbergen. Meer informatie en contactgegevens vindt u op de site www.vcos.nl.
4
1.4
Schooltijden.
Aantal lesuren. De Nederlandse overheid bepaalt het minimum aantal lesuren per jaar. In het model zoals wij dat hanteren, met een vrije woensdagmiddag voor alle kinderen en een vrije vrijdagmiddag voor de onderbouw, komt dat neer op 880 lesuren per jaar voor groep 1 t/m 4 en 1000 lesuren per jaar voor groep 5 t/m 8. Dat is per week voor de onderbouw 23 uur en voor de bovenbouw 26 uur les. Lestijden. Groep 1 t/m 4 (onderbouw): Maandag, dinsdag en donderdag: 8.30 – 11.45 uur en 13.00 – 15.15 uur. Woensdag en vrijdag: 8.30 – 11.45 uur. Groep 5 t/m 8 (bovenbouw): Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 8.30 – 11.45 uur en 13.00 – 15.15 uur. Woensdag: 8.30 – 12.30 uur Deur open - de bel: Voor de kinderen van groep 1 en 2 gaat de deur 10 minuten voor aanvang van de les open. De kleuters kunnen dan rustig door hun ouders of verzorgers naar binnen gebracht worden. U kunt als ouder gezellig even mee de klas inlopen. Om 8.30 en 13.00 uur willen de leerkrachten graag starten met de lessen. Ouders worden verzocht dan naar buiten te gaan. De kinderen van groep 3 t/m 8 blijven op het schoolplein tot de bel 5 minuten voor schooltijd gaat. Als de bel gaat, gaan de kinderen per groep in de rij staan. De leerkrachten komen hun eigen groep buiten ophalen en lopen dan met hun kinderen naar binnen via een andere deur dan de kleuters. Op deze manier kunnen we de dag rustig beginnen, zonder files en gedrang in de gangen. Voor de ouders van groep 1 t/m 4 zijn er ook “inloopochtenden”; zie hoofdstuk 5.
1.5
De groepen en het aantal leerlingen.
De teldatum voor het basisonderwijs, waarop de bekostiging vanuit de overheid is gebaseerd, is op 1 oktober. Per 1 oktober 2015 zijn er 531 kinderen op school. Dat is een lichte daling ten opzichte van het vorige jaar. In verband met het dalende geboortecijfer in de wijk, wordt een verdere lichte daling verwacht voor de toekomst. In 2015-2016 zijn er 23 groepen gevormd; 10 op locatie Valkweg en 13 op locatie Van der Waalslaan. In verband met een groot leerlingaantal in bepaalde jaargroepen, zijn er ook enkele dubbele groepen per locatie, al dan niet gecombineerd. De gemiddelde groepsgrootte is dit jaar op 1 oktober 23,1 kinderen. Per groep kan dat verschillen, enerzijds omdat het niet altijd handig uitkomt, anderzijds omdat we goed kijken wat in een specifieke groep een verantwoord aantal is. Groepen van bv. 32 kinderen lopen vaak prima, maar in bepaalde groepen zou dit een onverantwoord groot aantal zijn, vanwege een grotere zorgbehoefte van de kinderen. Op de volgende pagina vindt u een overzicht van de groepsverdeling per locatie, met daarbij de namen van de leerkrachten en de dagen waarop zij lesgeven:
5
1.6
Leerkrachten en groepen 2015-2016 Groep: 1/2 a 1/2 b 1/2 c
LOCATIE PROF. VAN DER WAALSLAAN Groepsleerkracht: Dagen: mevr. M.A. (Marieke) Visser Mevr. A.E. (Arianne) de Jong mevr. M.T. (Marjolein) van Maanen mevr. J. (Hanny) Verlek mevr. C.K. (Karin) van Breugel
maandag t/m woensdag (t/m november de hele week) donderdag, vrijdag (verlof tot eind november) maandag, dinsdag, vrijdag woensdag, donderdag maandag t/m vrijdag (behalve dinsdagmorgen en een aantal woensdagen)
1/2 d 3a 3b 4a 5a 5b 6a wisselgroep 6/7
mevr. C.M. (Karin) Weeda mevr. T.E. (Tine) van der Pijl mevr. N.J. (Ella) Batenburg mevr. A. (Anneke) Uittenbogaard mevr. E. (Elsbeth) Hommel mevr. C.A.W. (Christel) Schipper mevr. C.A.J. (Carine) Spek mevr. W. (Willeke) Moret mevr. A.M. (Annemieke) Honkoop mevr. I.M. (Ingrid) Klip mevr. W. (Willemiek) Remans dhr. P.G.J. (Peter) Vogel mevr. J. (Jeanette) de Ruijter mevr. C.R. (Rebekka) Elsinga mevr. H. (Hanneke) Kooij
dinsdagmorgen en een aantal woensdagen maandag, dinsdag, donderdag woensdag, vrijdag maandag t/m vrijdag maandag t/m vrijdag maandag, dinsdag woensdag t/m vrijdag maandag, donderdag, vrijdag dinsdag, woensdag maandag t/m donderdag vrijdag maandag t/m vrijdag (behalve maandagmiddag) maandagmiddag maandag, dinsdag woensdag, donderdag, vrijdag (zwangerschapsverlof t/m half januari)
7a 8a
Groep: 1/2 e 1/2 f 1/2 g 3c 4b
mevr. L. M. (Lisanne) Beekhuis mevr. A. T. (Annet) Boer dhr. N.A.J. (Nander) de Man dhr. G.J. (Gert) Kwakernaat mevr. K.H. (Karin) van Zwienen
Groepsleerkracht:
woensdag t/m vrijdag ( t/m half januari) maandag , dinsdag woensdag, donderdag, vrijdag maandag t/m donderdag (behalve dinsdagmorgen) dinsdagmorgen + vrijdag
LOCATIE VALKWEG Dagen:
mevr. D. (Didi) Malawauw mevr. P.C. (Petra) van der Kruk mevr. L. (Linda) Mak mevr. J.A. (Joanne) de Ruijter mevr. D. J. (Joke) Struijk mevr. J. (Jeanette) de Ruijter mevr. K.M. (Kelly) Wervenbos mevr. J.B. (Jantina) van den Bosch
maandag, dinsdag woensdag t/m vrijdag maandag, dinsdag woensdag t/m vrijdag maandag t/m vrijdag (behalve dinsdagmorgen) dinsdagmorgen maandag t/m vrijdag maandag, dinsdag, woensdag (na oktober woensdag om de andere week) woensdag (om de andere week) t/m vrijdag (t/m oktober met verlof) donderdag en vrijdag (gedurende het zwangerschapsverlof van juf Frank) maandag t/m vrijdag maandag t/m woensdag donderdag, vrijdag maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag woensdag maandag, dinsdag woensdag, donderdag, vrijdag maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag woensdag
mevr. M.J. (Maartje) Frank mevr. M. (Marieke) Wemmers 4c 5c 6b 7b 8b
dhr. F. (Frans) Kooyman mevr. M.M. (Mattie) de Hoop mevr. P.W.M. (Linda) Sterrenburg dhr. J.D. (Dik) Bakker mevr. W. (Willemiek) Remans dhr. N.A.J. (Nander) de Man mevr. W.M.M. (Willemieke) van Wingerden dhr. F.J.H. (Frits) Huibers mevr. M. (Marieke) Wemmers
6
1.7
Peuteropvang
Peuteropvang (peuterspeelzaal) “Eigenwijs”. Schooljaar 2014-2015 zijn we een samenwerking aangegaan met ‘Eigenwijs Kinderopvang’. Dit heeft erin geresulteerd dat er september 2014 in ons gebouw aan de Valkweg een peuteropvangvoorziening is gestart, momenteel op de dagdelen maandagochtend, maandagmiddag, dinsdagochtend, woensdagochtend, donderdagmiddag en vrijdagochtend. De bedoeling is om dit bij voldoende aanmeldingen uit te breiden naar de andere dagen. De voorziening is ook bedoeld voor de kinderen die naar locatie Prof. van der Waalslaan gaan. Het gebouw aan de Van der Waalslaan biedt momenteel nog geen ruimte om een peutervoorziening te starten, omdat het leerlingaantal daar nog wat groei kent. Hoewel de schooltijden gelijk lopen met de tijden van de peuteropvang, is dat voor ouders die een kind op locatie Waalslaan hebben geen probleem. We zijn aan beide kanten soepel, zodat u rustig eerst uw peuter kunt halen of brengen, of andersom. Overlegt u dit met de peuterleidster en de leerkracht. ‘Eigenwijs’ is een christelijke kinderopvangorganisatie, die zowel op het gebied van levensbeschouwelijke identiteit als op het gebied van pedagogische sfeer en uitgangspunten aansluit bij onze school. Er is veel overleg tussen de leiding van de peuteropvang en de leerkrachten van groep 1 en 2 van beide locaties. De aanmelding van uw peuter verloopt via Eigenwijs. Kijkt u voor meer informatie op www.eigenwijskinderopvang.nl of bel 06-24878120, of loopt u even langs.
7
1.8
Uw kind aanmelden op onze school.
Als uw kind nog geen 4 jaar is. In Sliedrecht coördineert en controleert de gemeente de aanmelding van nieuwe kleuters. Begin januari krijgen alle ouders van kinderen die in het volgende schooljaar 4 jaar worden, een brief van de gemeente Sliedrecht met het verzoek hun kind aan te melden op een van de basisscholen. Bij deze brief zit een aanmeldformulier dat ingeleverd kan worden op school. Een schooljaar loopt administratief van 1 oktober tot 1 oktober. Als uw kind geboren is tussen 1 oktober 2012 en 1 oktober 2013, krijgt u in januari 2016 dus zo’n brief. Als Sliedrechtse basisscholen hebben we afgesproken dat we de laatste woensdagochtend van januari “Open Huis” houden. Dit schooljaar valt dat op 27 januari. U bent deze ochtend van harte welkom op school, met uw peuter. U krijgt informatie en een rondleiding en u kunt uw vragen stellen aan een van de leerkrachten of de directie. Als u kiest voor onze school, dan kunt u het aanmeldingsformulier direct inleveren deze dag. Dat kan ook eerder al, of in de weken na de Open Dag. Als u tijdens de Open Dag niet in de gelegenheid bent om scholen te bezoeken, maar u wilt toch graag een rondleiding op onze school, dan kunt u altijd even bellen voor een afspraak op een ander tijdstip. Als uw kind bij ons is aangemeld, ontvangt u vanaf dat moment maandelijks onze nieuwsbrief, zodat u al een beetje op de hoogte raakt van de zaken die op school spelen. Ruim voordat uw kind 4 jaar wordt, krijgt u van ons een uitnodiging voor een intakegesprek. Bij die uitnodiging zit ook het officiële inschrijfformulier en een intakeformulier dat u thuis vast kunt invullen en meenemen naar het intakegesprek. Daarnaast is een kopie van het paspoort, de ID-kaart of de geboorteakte van uw kind nodig, of een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie (te verkrijgen op het gemeentehuis, afd. burgerzaken). Niet elk aangemeld kind wordt automatisch geplaatst. (zie 4.1:Toelating nieuwe leerlingen en 4.3; Passend Onderwijs) N
In de week voordat uw kind echt naar school komt, mag het twee keer een middag meedraaien in de groep. Tijdens de eerste “wenmiddag” vinden we het fijn als een van de ouders er een poosje bij blijft in de groep. Anders is het erg spannend voor uw kind. Daarnaast is het voor u leuk om te zien hoe het gaat op school. De tweede wenmiddag brengt en haalt u uw kind op de normale tijden. De juf zorgt ervoor dat ze die middag wat extra tijd en aandacht aan uw kind kan geven. Na de vierde verjaardag mag uw kind alle dagdelen naar school. Maar dat kan, zeker in het begin, voor een kersverse kleuter nog erg vermoeiend zijn. Als u denkt dat het allemaal wat teveel is voor uw kind, dan kunt u in overleg met de leerkracht uw kind best af en toe een middagje thuishouden. Als uw kind vlak voor, vlak na (binnen 2 weken), of in de zomervakantie jarig is, dan nodigen we u en uw kind in juni uit voor de intake en de wenmiddagen, en kan uw kind na de vakantie gelijk naar school komen. 8
Als uw kind al een andere school heeft bezocht. Als u vanwege een verhuizing naar Sliedrecht uw kind(eren) bij ons wilt aanmelden, maakt u dan indien mogelijk ruim van te voren een afspraak met de directie. We zullen ons best doen om uw kind in te schrijven op de locatie van uw keuze, maar we kunnen dat niet garanderen. Soms is een groep “vol”. Hierbij hanteren we geen harde cijfers, maar kijken we naast het leerlingaantal ook naar de samenstelling van een groep. Het aantal “zorgleerlingen” speelt een rol, en daarbij natuurlijk ook de zorgbehoefte van de nieuwe leerling. We willen de groepen graag zo houden dat elke leerling voldoende aandacht van de leerkracht kan krijgen. Voordat uw kind bij ons op school komt, willen we graag een wendag in de nieuwe groep afspreken. Ook krijgen u en uw kind een rondleiding door de school. Er is altijd overleg met de school van herkomst voor de onderwijskundige overdracht. Als u binnen Sliedrecht van basisschool wilt wisselen, bijvoorbeeld omdat u niet tevreden bent over de andere school, of omdat uw kind niet gelukkig is op die school, dan zullen we u altijd vragen om eerst in gesprek te gaan met de directie van de andere school. Daarna is er ruimte voor een vrijblijvend gesprek bij ons. Tijdens dit gesprek bekijken we dan met elkaar of de overstap naar onze school wel echt een goede keuze is voor uw kind en of wij kunnen bieden wat u van de school verlangt. We gaan in alle gevallen ook in gesprek met de school van herkomst voordat we een beslissing nemen over de toelating. Onderwijskundige adviezen van de school (bv. zittenblijven, verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs, etc.) zullen we in principe overnemen, omdat we vertrouwen op het inzicht en de deskundigheid van onze collega’s op de andere scholen.
1.9
Toelatingsbeleid
Het officiële toelatingsbeleid van de VCOS-scholen is uitgewerkt in een apart document “Toelating en verwijdering”. U kunt dit inzien op school of via de VCOS. De belangrijkste punten noemen we hier: De Prins Willem-Alexanderschool is een christelijke school die open staat voor iedereen. Van ouders die hun kind op onze school aanmelden, vragen wij echter wel de christelijke identiteit te onderschrijven dan wel te respecteren. Hiertoe tekenen de ouders bij de intake een verklaring. Toelating van kinderen met een bijzondere zorgbehoefte. In het toelatingsbeleid staat ook beschreven hoe we omgaan met de aanmelding van een kind met een speciale zorgbehoefte, stoornis en/of handicap. We zullen dan per geval samen met de ouders bekijken of plaatsing op onze school een goede keuze is, dus of we het kind kunnen bieden wat het nodig heeft. Bij de afweging wordt ook weer rekening gehouden met de groep waarin het kind zou komen. Soms is de keuze voor een andere, wellicht speciale school, een betere optie. In het kader van de wet “Passend onderwijs” zullen we in zo’n geval met de ouders samen een oplossing zoeken voor de plaatsing van het kind. Bij plaatsing op onze school wordt jaarlijks geëvalueerd of het kind nog steeds op de voor hem of haar beste onderwijsplek zit. In hoofdstuk 4 kunt u meer lezen over Passend Onderwijs, zorgplicht, toelating van kinderen en hoe wij op de Prins Willem-Alexanderschool de begeleiding van kinderen met een speciale zorgbehoefte vormgeven. 9
Hoofdstuk 2 2.1
LEVENSBESCHOUWELIJKE IDENTITEIT
Een christelijke basisschool...
Onze school is een christelijke basisschool. Dat is geen lege aanduiding. Het betekent dat het geloof in Gods liefde bij ons centraal staat in ons dagelijks werk. Wij vinden het heel belangrijk om de kinderen in aanraking te brengen met het evangelie en de normen en waarden die Jezus ons geleerd heeft. Wij willen als school graag een “bezielde gemeenschap” zijn. De omgang met elkaar en de behandeling van de leerstof worden bepaald door het besef dat we niet zomaar op de wereld zijn. We geloven dat God ons leidt en kracht geeft en dat Jezus ons leert om in liefde naar elkaar om te zien. Daarom proberen we zijn Woord, zoals dat in de Bijbel staat, richting- en maatgevend te laten zijn in ons doen en laten. We beginnen en eindigen elke schooldag met gebed. Ook zingen we veel bijbelse liedjes met de kinderen. Naast psalmen, gezangen en liederen uit de Opwekkingsbundels, wordt vooral veel gezongen uit kinderliedbundels. Dagelijks is er aandacht voor godsdienstige vorming. Drie keer per week is dat het behandelen van een bijbelverhaal volgens het verhalenrooster uit onze godsdienstmethode “Startpunt”. Verder zijn er kringgesprekken en andere vormen van het verwerken van bijbelse thema’s. Elke maand staat ook één (kerk-)lied centraal. Dit lied wordt op alle scholen van de VCOS in de bovenbouw aangeleerd, en in diverse plaatselijke kerken ook die maand gezongen. Dit “lied van de maand” wordt altijd vermeld in de nieuwsbrief. Een overzicht staat ook op onze site.
2.2
De sfeer op school.
De christelijke identiteit moet ook tot uiting komen in hoe we op school met elkaar omgaan. Bijbelse normen als naastenliefde en vergevingsgezindheid moeten betekenis hebben in de dagelijkse praktijk. Dat houdt voor ons in dat wij proberen: elk kind een veilige en liefdevolle omgeving te bieden, waarin het gestimuleerd wordt zichzelf te ontwikkelen en waarin het zijn plaats te midden van andere kinderen kan innemen zonder geplaagd of uitgelachen te worden; de mogelijkheden die elk kind heeft, als basis te nemen voor ons handelen; de kinderen te leren dat een mens er moet zijn voor de ander, dichtbij en veraf; de kinderen te leren de maatschappij en de medemens open tegemoet te treden, zonder de last van vooroordelen; de kinderen te leren respect te hebben voor elkaar en anderen, en voor de aarde en de natuur als Gods schepping.
2.3
Een principiële keuze voor een christelijke school.
De meeste ouders kiezen vanuit een principe voor een christelijke school. Dat vinden we fijn. Er zijn ook ouders die geen kerkelijke of christelijke achtergrond hebben, maar toch voor de Prins WillemAlexander-school kiezen. Dat vinden we ook fijn, want we willen kinderen graag in aanraking brengen met christelijke normen en waarden en met het evangelie. Maar deze keuze van ouders is 10
niet vrijblijvend. Uiteraard wordt van iedereen verwacht dat er aan alle lessen, activiteiten en vieringen op dit gebied wordt deelgenomen. Van onze kant willen wij ook respectvol omgaan met andere geloofsovertuigingen, zolang de opvattingen daarvan niet botsen met onze christelijke waarden en normen. Ten aanzien van de omgangsvormen, gedragingen, kledingkeuze en taalgebruik, verwachten we een opstelling en houding van alle betrokkenen, passend bij de christelijke identiteit van de school. In de praktijk betekent dit o.a. dat we zowel als ouders, kinderen en als personeel van de school op een open, veilige en liefdevolle wijze met elkaar omgaan in gedrag en taalgebruik. Bij het intake-gesprek dat gehouden wordt voordat een kind op school komt, zal de christelijke identiteit van onze school nadrukkelijk ter sprake komen. De nieuwe leerling krijgt als welkomstcadeau van ons een kinderbijbel, om dat op een positieve manier te onderstrepen.
2.4
Vieringen.
De vieringen van de christelijke feesten zijn bij ons belangrijk. Zo wordt het kerstfeest in de groepen 1 en 2 gevierd op een avond op school in aanwezigheid van de ouders. Voor de groepen 3 t/m 5 is er een kerstviering in de eigen klas op een gezamenlijke avond. Op deze avond kunnen de ouders er niet bij zijn. Wel proberen we deze avond samen met alle ouders te beginnen óf af te sluiten op het schoolplein. Voor de groepen 6 t/m 8 is er een kerstviering met de ouders en eventuele andere belangstellenden in de Maranathakerk aan de Lijsterweg. De data van alle vieringen worden ruim van tevoren in de nieuwsbrieven vermeld en staan ook op onze site in de jaarkalender. De viering van groep 6 t/m 8 is op donderdag 17 december, 19.30 uur. Op de donderdag voor Pasen wordt het paasfeest in de klassen gevierd, voorafgegaan door een paasmaaltijd. Dit gebeurt onder schooltijd. De VCOS houdt aan het begin van elk schooljaar een startdienst in de Grote Kerk. Samen met ouders, leerkrachten, kinderen en andere belangstellenden wordt een zegen gevraagd voor het nieuwe schooljaar. Data van de vieringen vindt u op onze site in de jaarkalender.
2.5
Zorg voor onze naasten, dichtbij en veraf.
Onze school heeft acht “adoptiekinderen”. We ondersteunen hen financieel via de christelijke stichting “Woord en Daad”. Iedere maandagmorgen kunnen de kinderen geld hiervoor meenemen naar school. We hopen dat alle ouders hieraan willen meewerken. U kunt zelf thuis ook een kind adopteren via deze stichting. (www.woordendaad.nl) Om de kinderen bewust te maken van het feit dat we niet alleen op de wereld zijn, maar ook zorg moeten dragen voor mensen (kinderen) die het minder goed hebben getroffen dan wij, houden wij ieder schooljaar één actie waarbij we van onze leerlingen ook een bepaalde inspanning verwachten. Het is fijn om te merken hoe ook veel ouders deze acties altijd een warm hart toedragen! 11
Hoofdstuk 3 3.1
HET ONDERWIJS OP ONZE SCHOOL
Goed onderwijs is aandacht voor elk kind.
Adaptief onderwijs. Elk kind is uniek. Ieder kind heeft zijn eigen mogelijkheden. Binnen een groep bestaan altijd grote verschillen tussen kinderen, o.a. op het gebied van intelligentie, concentratie, interesse, leerstijl, creatief denkvermogen en gedragskenmerken. Wij proberen zo veel mogelijk rekening te houden met deze individuele verschillen en aandacht voor elk kind te hebben. Voor de kinderen die dat nodig hebben, is er extra hulp, meestal binnen, soms buiten de groep. Soms hebben kinderen voor bepaalde vakken een aangepast lesprogramma waarin minder, of andere eisen gesteld worden dan gemiddeld en waarbij er veel meer tijd voor instructie en begeleiding wordt vrijgemaakt. Ook zijn er kinderen die veel sneller leren dan gemiddeld. Die hebben net zo goed extra aandacht nodig. De normale lesstof met de belangrijke leerlijnen wordt wel gevolgd, maar wordt veel compacter aangeboden. Afhankelijk van het schoolvak, krijgen zij extra verdiepings- en verrijkingsstof in de tijd die daardoor vrijkomt. Zo krijgen ook deze kinderen voldoende uitdaging. Vooral van belang is, dat zij ook een goede leerhouding ontwikkelen op deze manier. We volgen dus zoveel mogelijk de ontwikkeling van elk kind en proberen daarop aan te sluiten. Dit noemen we “adaptief onderwijs”. Dit onderwijs bieden we in het vertrouwde zogeheten leerstof- / jaarklassensysteem, waarin kinderen van dezelfde leeftijd gewoon in jaargroepen zitten, en min of meer dezelfde leerstof aangeboden krijgen. De adaptieve zorg krijgt gewoon vorm binnen de eigen groep, door de eigen leerkracht. In hoofdstuk 4 (Zorg en begeleiding) vertellen we u uitgebreid over hoe we de extra zorg en begeleiding op diverse gebieden vormgeven. Handelingsgericht onderwijs. Hoe kun je als leerkracht in een groep met soms wel 25 à 30 leerlingen toch aandacht hebben voor al die verschillen tussen de kinderen? Deze vraag krijgen we regelmatig van ouders. Het is een terechte vraag. Het is ook niet eenvoudig en het blijft voor ons voortdurend een uitdaging waar we met elkaar heel erg hard voor werken. Sinds enkele jaren werken we op onze school met een methodiek die “Handelingsgericht Werken” genoemd wordt (in vakjargon kortweg HGW). De achterliggende gedachte van HGW is dat je je niet teveel richt op de beperkingen en problemen die een individueel kind heeft op het gebied van leren, gezondheid of gedrag (“etiketjes plakken”), maar dat je als leerkracht vooral zoekt naar wat een kind nodig heeft om optimaal te kunnen functioneren en leren. 12
Het is inderdaad onmogelijk om ieder kind in een klas individueel te begeleiden. Privéles is niet haalbaar. Het goed om te beseffen dat een school een onderwijsinstituut is, en geen behandelinstituut. De HGW-methodiek werkt daarom met clusters van een aantal leerlingen bij elkaar, die, hoewel hun leerprobleem misschien verschillende oorzaken heeft, toch gezamenlijk baat hebben bij een bepaalde aanpak. HGW richt zich dus op de aanpak; het handelen, en minder op de problematiek zelf. HGW is bovendien heel doelgericht. Hoe ziet dat er in de praktijk uit? Elke leerkracht maakt voor de hoofdvakken (rekenen, taal, lezen) een didactisch groepsplan voor enkele weken. Daarin zijn de kinderen in clusters geplaatst. Voor elk cluster worden de doelen omschreven die in die weken behaald moeten worden, én de manier waarop die doelen bereikt zouden moeten worden. Voor het ene cluster worden bv. veel meer instructie- en begeleidingsmomenten ingeroosterd dan voor het andere. Of er worden voor een bepaald cluster aangepaste materialen klaargemaakt. Of andere oefenstof. Of een ondersteunend computerprogramma. Of extra hulp door een onderwijsassistent. Als de periode van het didactisch groepsplan is verstreken, kijkt de leerkracht of de doelen zijn behaald (o.a. door te toetsen en goed te observeren), en wordt er aan de hand daarvan een nieuw groepsplan gemaakt, met wellicht andere clusters, of een andere werkwijze. Door middel van deze methodiek houdt de leerkracht heel goed het overzicht over de ontwikkeling van alle kinderen, en wordt er heel doelgericht gewerkt aan die ontwikkeling. Opbrengstgericht onderwijs. Een andere term binnen ons onderwijs is “Opbrengstgericht Werken”, in vakjargon OGW genoemd. Dit is tegenwoordig een echt speerpunt van de overheid. Men wil resultaten zien; opbrengsten! Op de Prins Willem-Alexanderschool is dit niets nieuws. Al lang voordat de overheid er zo de nadruk op ging leggen, vonden wij het met elkaar al heel logisch dat je de talenten van kinderen zo goed mogelijk moet helpen ontwikkelen. Goed onderwijs geven, dat is tenslotte ons vak. Dat mag u als ouders ook van ons verwachten als u uw kind aan ons toevertrouwt. Al heel lang werken wij dan ook aan ambitieuze doelen. Het zit diep in onze schoolcultuur verankerd dat we de kinderen een stevige basis mee willen geven voor hun verdere schoolloopbaan en hun verdere leven. We hebben hoge verwachtingen van kinderen, maar wel op het niveau dat ze aankunnen. Vooral niet daaronder. Dat geeft mooie resultaten, en geeft het zelfvertrouwen van kinderen een enorme impuls: “Ja, dat kán ik!” Wat zie je bij ons van OGW in de praktijk? Allereerst is onze manier van werken sowieso gericht op het werken aan tussen- en einddoelen met de kinderen. De overheid heeft tegenwoordig alle tussenen eindstreefdoelen duidelijk vastgelegd voor de hoofdvakken. Op de Prins Willem-Alexanderschool leggen we de gemiddelde lat iets hoger dan dat. Dat betekent natuurlijk niet dat alle kinderen heel hoog moeten scoren. Nee, het betekent dat we alle kinderen zo proberen te begeleiden dat zij al hun talent optimaal zullen ontplooien. Na elke toetsperiode bekijken we direct waar de resultaten achterblijven bij ons streven en hoe dat komt. Zodat we ook gelijk acties kunnen uitvoeren om tegenvallende resultaten om te buigen naar positievere uitslagen. Zo zijn we met elkaar steeds bezig met het analyseren van data. Dat is teamwork, en teamwork is onze grote kracht. Samen werken we aan goed onderwijs in de hele school! 13
Onderwijs is zoveel meer dan alleen rekenen en taal. Misschien denkt u na het lezen van de vorige stukjes dat we alleen maar bezig zijn met rekenen en taal en dat de kinderen de hele dag zitten te zwoegen om maar hoge doelen te bereiken. Maar dat we voor hoge doelen gaan, betekent niet dat we de kinderen “drillen”. Leren is ook leuk, en een basisschool is zoveel meer dan alleen rekenen en taal. We hopen dat u bij het lezen van deze hele schoolgids zult merken dat we juist ook voor het welbevinden van onze leerlingen gaan, en dat we op de Prins Willem-Alexanderschool andere vakgebieden, zoals creatieve vakken, bewegingsonderwijs, kunst en cultuur juist óók op een ambitieuze en serieuze manier aanpakken. Maar misschien zult u wél merken dat we inderdaad niet met elke maatschappelijke “gril” meedoen op school. We kiezen bewust niet voor een eenzijdige focus op één aspect, of profilering. En ook geen opeenstapeling van allerlei “leuke projectjes”, die veel onderwijstijd kosten, maar liever een uitgebalanceerd en goed onderbouwd onderwijsaanbod, waarin plaats is voor een brede vorming van de kinderen, ieder kind op zijn eigen niveau. Zelfstandig werken. Om adaptief onderwijs te kunnen bieden, is het belangrijk dat de kinderen zelfstandig kunnen werken, verantwoordelijk zijn voor hun eigen werk, goed samen kunnen werken en om kunnen gaan met uitgestelde aandacht van de leerkracht. Als aan die voorwaarden wordt voldaan, dan kan de leerkracht ook daadwerkelijk tijd en aandacht geven aan kleine groepjes of individuele kinderen. Daarom werken we vanaf groep 1 al aan het stimuleren en aanleren van zelfstandigheid. Het is een manier van werken waar wij in de jaren ’90 al mee zijn begonnen, en die voor ons dus heel vanzelfsprekend is. Voor de kinderen is duidelijk op welke momenten de leerkracht beschikbaar is, en wanneer niet. Daar is in elke groep een teken voor afgesproken. De kinderen weten bijvoorbeeld dat ze de juf even niet moeten storen als de knuffel op de stoel van de juf zit, omdat de juf dan met andere kinderen aan het werk is. Of, in de hogere groepen, als het stoplicht op rood staat. Rood betekent: stil aan het werk gaan en je vragen even bewaren voor straks. Geel betekent: zelf aan het werk, maar je mag je vragen zachtjes aan andere kinderen stellen. Groen betekent: Je mag nu ook de leerkracht om hulp vragen. Hoe duidelijker de afspraken, hoe meer rust en taakgerichtheid er is in de groep. Om zelfstandig te kunnen werken, heeft een kind duidelijkheid nodig over de taken die gedaan moeten worden. Daarom is er in elke groep een heldere, zichtbare dagplanning. Ook weten de 14
kinderen wat ze moeten doen als ze klaar zijn met een taak. Ze kunnen dan rustig aan het werk met een ander vak, of extra oefenwerkbladen, de computer of ander materiaal dat de leerkracht heeft afgestemd op wat de kinderen nodig hebben. Zo blijft de sfeer in de klas taakgericht, en worden kinderen die langzamer werken, niet opgejaagd door kinderen die al snel klaar zijn. Startgesprekken met de kinderen. Aan het begin van elk schooljaar houden we een soort “tienminutengesprekken” met alle kinderen. Met elk kind heeft de leerkracht dan een kort, persoonlijk gesprekje, waarin de leerkracht een aantal vragen stelt, bv. of het kind graag naar school gaat, hoe het omgaat met de andere kinderen, hoe het kind zelf denkt dat het het beste kan leren, wat zijn hobby’s en talenten zijn, wat hij in het weekend doet, etc. In deze gesprekjes worden de kinderen expliciet uitgenodigd om alles eerlijk te zeggen wat hen eventueel dwars zit op school. Het komt de relatie tussen het kind en de nieuwe juf of meester ten goede en we krijgen hierdoor nóg meer zicht op wat er leeft onder de kinderen, en hebben echt even persoonlijke aandacht. De gesprekjes vinden plaats onder schooltijd; de leerkracht wordt op dat moment in de klas waargenomen door een collega.
3.2
De vak- en vormingsgebieden.
Kerndoelen - referentieniveaus. Voor elk vak zijn door de overheid kerndoelen vastgesteld, tegenwoordig aangeduid met “referentieniveaus”. Bij de aanschaf van een nieuwe lesmethode kijken wij goed of alle doelen daarin aan bod komen. De leerkracht deelt het schooljaar in en zorgt ervoor dat alle leerstof behandeld wordt. Aan het einde van de basisschool hebben de kinderen dan de verplichte leerstof normaal gesproken verwerkt en de kerndoelen behaald. Sommige kinderen redden dat niet, terwijl anderen véél meer geleerd hebben, omdat wij onszelf als Prins Willem-Alexanderschool ambitieuzere doelen stellen. We zijn er trots op dat kinderen die wat moeilijker leren en de algemene doelen niet halen, zich bij ons ook juist goed ontwikkelen en zich thuis voelen. Er is nu eenmaal een wereld van verschil.
15
Vakken. In de wet staat welke vakken de kinderen moeten leren. Hieronder kunt u zien hoeveel tijd er gemiddeld (er zijn verschillen per leerjaar) per week besteed wordt aan de in de wet genoemde vakken:
Godsdienstonderwijs: Rekenen / wiskunde: Nederlandse taal / lezen: Engels: Bewegingsonderwijs: Wereldoriëntatie: Crea: Muziek: Verkeer: Sociaal-emotionele vorming:
2 uur 6 uur 8 uur 1,5 uur (vanaf groep 5) 1,5 uur 4,5 uur (in de onderbouw minder) 1 uur (in de onderbouw meer) 0,5 uur 0,5 uur 0,5 uur
Hieronder geven we aan met welke lesmethode en/of op welke manier we alle vakken behandelen: Godsdienst. Godsdienstonderwijs is dagelijks op het lesrooster aanwezig. We werken met de lesmethode "Startpunt". Deze methode werkt met een verhaallijn waarin thema’s in drie verhalen per week worden behandeld. Op de andere dagen vindt de verwerking van de thema’s plaats door bijvoorbeeld kringgesprek, creatieve verwerking of het leren van een bijpassend bijbellied. Rekenen / wiskunde. In groep 1/2 werken we met diverse activiteiten en de methode “Schatkist” planmatig aan voorbereidend rekenen. Vanaf groep 3 werken we met de realistische / wiskundige rekenmethode “De wereld in getallen”. Deze methode werkt in verschillende niveaus. Er wordt veel gebruik gemaakt van digitale hulpmiddelen. Regelmatig is er een toets, waardoor we steeds zien of elk kind op niveau blijft. Of misschien een niveau hoger aankan. Kinderen die heel erg goed zijn in rekenen, verwerken de leerstof uit de methode op het hoogste niveau compacter, en rekenen daarnaast in de vrijgekomen tijd met de methode “Kien”. Ook zijn er kinderen die op hun eigen niveau werken met een speciale methode voor kinderen die moeilijker leren: “Maatwerk”. Nederlandse taal. Het taalonderwijs is veelomvattend. Behalve de technische aspecten, zoals (werkwoord-) spelling en grammatica, is er veel aandacht voor het uitbreiden van de woordenschat, het verwoorden van ideeën en gedachten, zowel schriftelijk als mondeling, en het schrijven van gedichten, brieven en verhalen. In groep 1/2 is taalgebruik, voorbereidend lezen en het uitbreiden van de woordenschat een doel waar dagelijks aan wordt gewerkt, o.a. met de methode “Schatkist”. In groep 3 is taal en lezen helemaal met elkaar verweven en wordt de methode “Veilig leren lezen” gebruikt. Vanaf groep 4 gebruiken we de methode “Taal Actief” (allernieuwste, uitgebreide versie). Deze methode geeft, net als onze rekenmethode, door middel van toetsen en dictees aan welke kinderen meer oefening 16
nodig hebben, en welke kinderen juist verrijkings- en verdiepingsstof. Deze nieuwe taalmethode gaat veel dieper en breder dan de oudere methodes, en past daardoor meer bij de ambities van onze school. In groep 1/2/3 worden ook diverse computerprogramma’s gebruikt voor taal en lezen. Lezen. Aan de leesvoorwaarden en taalontwikkeling wordt vanaf groep 1 planmatig gewerkt, o.a. met behulp van de methode “Schatkist”, net als bij de rekenvoorwaarden. Schatkistactiviteiten zijn te herkennen aan het centrale figuurtje PomPom (zie plaatje), dat aanwezig is in elke kleutergroep. Maar ook buiten Schatkist om, zit het taalonderwijs helemaal verweven in alle activiteiten. Met kleuters die vanwege hun leeftijd iets langer in de kleutergroepen zitten en met de kinderen die er gewoon al aan toe zijn, wordt al in groep 2 spelenderwijs met lezen begonnen. We vinden het belangrijk dat kleuters goed voorbereid naar groep 3 gaan. In de loop van groep 2 wordt geïnventariseerd welke letters nog niet beheerst worden. Vervolgens wordt er extra geïnvesteerd om dit alsnog te realiseren. Het herkennen en benoemen van letters is een belangrijke voorwaarde voor het slagen bij het leesonderwijs in groep 3. In groep 3 starten we met het aanvankelijk leesonderwijs via de methode “Veilig leren lezen”, inmiddels de vernieuwde versie van 2014. Dit is een zeer complete en veelzijdige methode, die taal / lezen aanbiedt via de nieuwste inzichten en met allerlei hulpmiddelen, zoals spelletjes, computerprogramma’s, en digibordlessen. Omdat het niveau van kinderen erg verschillend is, kunnen kinderen die al goed kunnen lezen lekker verder op hun eigen niveau, terwijl andere kinderen nog heel veel leesinstructie krijgen. Het aanvankelijk leesproces gaat in groep 4 over in voortgezet technisch lezen. Dit zet zich voort in de leerjaren erna, tot het gewenste niveau is bereikt. In de bovenbouw blijft lezen belangrijk, en is het zaak om een goed niveau te behouden. We gebruiken in groep 4 t/m 8 de methode “De leeslijn”, die twee stromen kent: “Leesweg” en “Leespad”, voor kinderen die al goed lezen en hun vaardigheden moeten onderhouden, en voor kinderen die nog steeds leesinstructie nodig hebben. Een voldoende leesniveau is een voorwaarde om goed mee te kunnen doen bij andere vakken in de middenbouw. Daarom sturen we graag op tijd bij wanneer de ontwikkeling wat achter blijft. In hogere leerjaren komt de nadruk ook steeds meer te liggen op begrijpend en studerend lezen. We werken vanaf halverwege groep 4 met “Nieuwsbegrip XL”, die wekelijks nieuwe, actuele en voor kinderen interessante leesteksten met opdrachten op verschillende niveaus uitbrengt, en in bijbehorende lessen werkt aan lees- en studeerstrategieën. Nieuwsbegrip heeft ook elke week een actueel filmpje bij het onderwerp van de week, om de interesse van de kinderen te wekken. Om te bereiken dat de kinderen liefde voor het lezen krijgen, wordt er geregeld in de klassen voorgelezen, brengt een aantal groepen regelmatig bezoeken aan de bibliotheek, worden boekbesprekingen gehouden en geven we veel aandacht aan de landelijke Kinderboekenweek en de
17
christelijke kinderboekenmaand in oktober (zie ook hoofdstuk 7). Ook houden we jaarlijks een voorleeswedstrijd in de bovenbouw. Een leuk en spannend evenement! Lezen is een feest! Schrijven en typen. Bij het “vak” schrijven gaat het om een combinatie van taal en motoriek. Wij leren de kinderen in een goed leesbaar handschrift te schrijven. Hiermee starten we in groep 3. In de hoogste groepen wordt vooral gewerkt aan het krijgen van een duidelijk en voldoende snel geschreven handschrift. We werken met de methode “Handschrift”. Schrijven is tegenwoordig natuurlijk ook: typen. Maar een beetje typeles op school blijkt weinig effect te hebben. Goed leren typen vergt veel oefentijd. Veel meer tijd dan er vrijgemaakt kan worden in het lesprogramma. Daarom zijn we daarmee gestopt. Maar we vinden typevaardigheid wel belangrijk en daarom bieden we als service van de school aan ouders van kinderen vanaf ± 10 jaar de mogelijkheid om thuis typeles via de computer te volgen met het programma Typeworld Kids van educatieve uitgeverij Instruct. De school betaalt het abonnement, en ouders kunnen voor het geringe bedrag van € 13,50 een inlogcode verkrijgen. De lessen moeten thuis worden gevolgd. De vereiste oefentijd moet in acht genomen worden om succesvol te leren typen. Een aanrader! Engels. Vanaf groep 5 krijgen de kinderen Engels. De methode die we gebruiken is “Take it easy”. Deze moderne methode werkt o.a. via digibordlessen met filmpjes waarin “native speakers” de kinderen in het Engels toespreken. Op die manier zorgen we ervoor dat de kinderen de juiste uitspraak aanleren van de woorden en zinnen in die les. In groep 5 en 6 gaat alles nog heel spelenderwijs, in groep 7 en 8 wordt het serieuzer en wordt er ook huiswerk meegegeven. Bewegingsonderwijs. Groep 1 en 2 hebben een eigen speellokaal waar gymnastiek- en spellessen worden gegeven. De leerkrachten houden de ontwikkeling van de motoriek van de kinderen goed in de gaten aan de hand van speciale observatielijsten. Natuurlijk wordt er daarnaast ook veel buiten gespeeld. Vanaf groep 3 wordt voor de gymnastieklessen gebruik gemaakt van sporthal “De Valk” (locatie Valkweg) en sporthal “De Stoep” (locatie Waalslaan). De gymnastieklessen worden gegeven door de groepsleerkrachten (mits opgeleid en bevoegd voor bewegingsonderwijs) en enkele vakleerkrachten. Gymnastiek vinden wij een serieus vak. Goed bewegen is voor opgroeiende kinderen heel belangrijk, zeker in deze tijd waarin veel kinderen thuis veel bezig zijn met computer en tv, en zich daardoor motorisch slecht ontwikkelen en soms kampen met overgewicht. Een les is bij ons dus niet zomaar spelletjes doen of een beetje voetballen, maar we volgen een goed onderbouwde doorlopende leerlijn van groep 3 t/m groep 8 met behulp van de methode “Bewegen in het basisonderwijs”. Zowel de vakleerkrachten als de groepsleerkrachten volgen deze lijn.
18
Wereldoriëntatie. Wereldoriëntatie is een containerbegrip voor de vakken: Aardrijkskunde, Geschiedenis, Natuur & Techniek, Burgerschap, Kunsten Cultuureducatie, Gezondheidseducatie en Verkeer. De wereld om ons heen komt vanzelfsprekend vaak ter sprake in de klas, in kringgesprekken, tijdens spreekbeurten, boekbesprekingen, als we naar de schooltelevisie kijken, werkstukken maken enz. Er wordt regelmatig gewerkt met thema’s. In de bovenbouw zijn er de aparte vakken Aardrijkskunde, Geschiedenis en Natuur & Techniek. Deze vakken bieden we aan met de lesmethoden “Wijzer door...” . Verder worden er ook schooltelevisieprogramma’s gevolgd over wereldoriënterende onderwerpen, zoals bijvoorbeeld “Nieuws uit de natuur”. Daarnaast volgen we met alle groepen themalessen in natuureducatie-centrum “De Hooizolder” bij de kinderboerderij. Het vakgebied Burgerschap krijgt vorm op vele manieren; o.a. door middel van lessen uit de methode “Kinderen en hun sociale talenten”. Verder worden dagelijks maatschappelijke onderwerpen besproken n.a.v. de thema’s van de methode voor bijbels onderwijs. In de bovenbouw wordt aandacht besteed aan verschillende godsdiensten. In verkiezingstijd en rond Prinsjesdag is er ruimschoots aandacht voor politiek en staatsinrichting met lesmateriaal van het ministerie van Financiën. De politie en bureau HALT verzorgen in groep 7 en 8 gastlessen over vuurwerk, en burgemeester Bram van Hemmen geeft in hoogsteigen persoon lessen over vandalisme. In de bovenbouw wordt in het kader van gezondheidseducatie structureel aandacht besteed aan onderwerpen als alcohol, roken en drugs, met behulp van lesmateriaal van het Trimbosinstituut. Het volledige (les)aanbod m.b.t. Burgerschap is verwoord in het beleidsplan Burgerschap. Aan het vak Verkeer wordt gewerkt via de methode “Klaar....over!”. Groep 3 werkt met “Digiseef” en groep 7 oefent daarnaast ook nog in een oefenboekje voor het landelijk theoretisch verkeersexamen in april. Voor Kunst- en cultuureducatie hebben we een structureel onderwijsaanbod voor alle groepen dat we zelf hebben ontwikkeld. Het is een serie van uiteenlopende kunstzinnige activiteiten voor iedere groep. Een aantal van deze activiteiten wordt ingeleid door een vakkundige gastdocent. Kunstenaars, dansers en acteurs nemen de kinderen mee in het beleven en maken van kunst. Het activiteitenaanbod komt jaarlijks terug, zodat alle kinderen in hun jaren op school met diverse kunstvormen te maken krijgen. Schilderkunst, beeldhouwen, dans, drama, fotografie, architectuur, poëzie; van alles eigenlijk. Naast de kunstprojecten in elke groep zijn er voor de groepen 5 t/m 8 nog extra activiteiten die te maken hebben met wat men noemt: cultureel erfgoed. Dat zijn zaken die alles te maken hebben met de geschiedenis van Nederland. We kijken hierbij met de kinderen vooral naar onze eigen omgeving; baggeren, griendwerken, kunst en architectuur in Sliedrecht. Fantastische lessen, waarbij de kinderen vooral veel zelf doen en er op uit trekken. 19
Sociaal - emotionele vorming en vaardigheden (SoVa). Binnen alle groepen wordt aandacht besteed aan sociale vaardigheden. We gebruiken hiervoor o.a. de methode “Kinderen en hun sociale talenten”. Verder hebben we een leerlingvolgsysteem (“Zien!”) waarin observaties op sociaal-emotioneel gebied bijgehouden worden, zodat we ook gericht aan bepaalde zaken kunnen gaan werken die gesignaleerd worden. Daarnaast volgen we in alle groepen de richtlijnen uit ons eigen “pestpreventieprotocol” (dit staat op de site). Expressievakken ("crea"). In groep 1 en 2 zijn de expressieactiviteiten een onderdeel van het totale lesprogramma, vaak gerelateerd aan de kleutermethode “Schatkist”. Vanaf groep 3 zijn het aparte vakken, zoals tekenen, handvaardigheid, muziek en drama. Wij vinden dat deze activiteiten naast een ontspannende waarde, ook moeten leiden tot het ontwikkelen van creativiteit en vaardigheden. Wij werken daarom met de crea-methode “Uit de kunst” en de muziekmethode “Muziek moet je doen”. In groep 8 worden de crea-uren op het rooster ook gebruikt voor muziek, toneel en dans, als de kinderen oefenen voor hun afscheidsmusical.
3.3
Digitale hulpmiddelen.
Computers. Het werken met computers is geïntegreerd in ons hele onderwijs vanaf groep 1. De speciale computerprogramma’s ondersteunen de diverse vakken en vullen die aan. Er wordt veel extra oefenleerstof en verrijkingsleerstof verwerkt met behulp van de computer. Een aantal vakken (o.a. Nieuwsbegripbegrijpend lezen) wordt voor een groot deel verwerkt via het programma op internet. In de bovenbouw wordt de computer en het internet meer en meer ingezet bij de wereldoriënterende vakken. Te denken valt aan het maken van werkstukjes en presentaties, het zoeken en ordenen van extra informatie bij de lessen en het maken van speciale educatieve “digilessen” op internet. In elke groep staat een aantal computers die door de kinderen dagelijks voortdurend worden gebruikt. Daarnaast is er op beide locaties een apart computerlokaal, waarin veel computers bij elkaar staan. We hebben momenteel pilots lopen met tablets. Emailadres voor de kinderen. De leerlingen krijgen vanaf groep 5 een eigen e-mailadres (voornaam + evt. letter(s) tussenvoegsel(s) + eerste letter achternaam + @pwa95.nl. Voorbeeld: Willem van Oranje wordt:
[email protected]). Zo kunnen de kinderen en de leerkracht elkaar ook schoolwerk mailen.
20
Digitale schoolborden. We werken in alle groepen met digitale schoolborden. Zowel de leerkracht als de kinderen maken hier gebruik van. De lessen kunnen veel aanschouwelijker worden aangeboden dan met het oude krijtbord. Er kan gebruik worden gemaakt van filmpjes en animaties en diverse ‘tools’ om bijvoorbeeld de reken- of de schrijfles nog beter uit te kunnen leggen. Kinderen gebruiken het bord zelf ook om oefeningen op te doen en presentaties te geven. Veilig internet. Op school hebben we een filter op het netwerk, zodat sites die niet voor kinderen geschikt zijn, geblokkeerd worden. Maar daarnaast is er ook veel aandacht voor verantwoord internetgebruik. Er is een internet- en emailprotocol dat regelmatig met de kinderen wordt besproken. Op beide locaties is een ICT-coördinator die (als enige) toegang heeft tot de documenten en e-mails van de kinderen. Bij vermoeden van misbruik kan e.e.a. worden gecontroleerd.
3.4
Toetsen, cijfers, huiswerk en rapporten.
Toetsen. Om de ontwikkeling van de kinderen te kunnen volgen, wordt er regelmatig getoetst. Toetsen worden niet afgenomen om een cijfer of score te produceren, maar om te kijken waar een kind hulp nodig heeft, of waar een kind verder kan. Alleen door regelmatig te toetsen, kunnen we adaptief onderwijs bieden. De uitslag van de toetsen bepaalt hoe we met het kind verder gaan. Er zijn verschillende soorten toetsen en screenings, waarover we u meer vertellen in hoofdstuk 4. Cijfers. Goede cijfers kunnen een beloning betekenen voor goede prestaties. Maar slechte cijfers kunnen voor kinderen een bron zijn van moedeloosheid. Dat is niet wat we willen, want hiermee helpen we kinderen niet vooruit. Kinderen die moeite hebben met leren, mogen niet "gestraft" en ontmoedigd worden met slechte cijfers. Dat past niet bij ons uitgangspunt dat we kinderen zoveel mogelijk proberen te stimuleren in zijn of haar individuele mogelijkheden. Nieuwe leerstof en oefenstof wordt daarom wel bekeken, maar niet becijferd. Kinderen mogen nog fouten maken, en worden gestimuleerd om daarvan te leren. Ook mogen ze samenwerken en elkaar helpen wanneer het moeilijk is. Waar mogelijk kijken ze zelf het gemaakte werk na. Hierdoor hebben ze direct feedback op hun werk en krijgen ze inzicht in hun eigen behoefte aan hulp van de leerkracht. Na een aantal lessen volgt een toets die altijd wel wordt nagekeken door de leerkracht. De behaalde scores worden door de leerkracht gebruikt om te kijken waar een kind extra oefenstof, hulp of een aangepast programma nodig heeft. Ieder soort toets moet weer anders geïnterpreteerd worden, 21
afhankelijk van de methode. Het heeft daarom geen zin om deze scores (het gaat hierbij om overzichten op meerdere aspecten, niet om een enkel cijfer) allemaal mee naar huis te geven. Het is een hulpmiddel voor de leerkracht. De scores van het leerlingvolgsysteem (Cito), waarmee u een goed beeld krijgt van het niveau van uw kind ten opzichte van het landelijk gemiddelde, worden wel allemaal op het rapport vermeld. Bij ouders leeft soms de gedachte dat kinderen minder hun best zouden doen wanneer het werk niet becijferd of door de leerkracht nagekeken wordt. Dit blijkt in de praktijk zeker niet zo te zijn. De kinderen zijn juist meer betrokken bij hun eigen leerproces, vragen eerder om hulp wanneer dat nodig is en blijven langer gemotiveerd. Ter geruststelling: Er zijn landen waar kinderen tot hun 14e jaar geen cijfers zien (Scandinavië). Het onderwijs is in deze landen uitstekend. We hopen dat u thuis dus niet te veel vraagt naar behaalde cijfers, maar vooral of uw kind fijn gewerkt heeft, en of het misschien nog iets nieuws onder de knie heeft gekregen. In de bovenbouw wordt geleidelijk aan wat meer met cijfers gewerkt. In groep 7 en 8 kan een kind ook wel eens een dikke onvoldoende halen voor een repetitie die thuis voorbereid had moeten worden. Dit gebeurt wanneer de leerkracht merkt dat het kind verzuimd heeft dit (goed) te doen. Dat is soms wel even schrikken, maar op een basisschool heeft het gelukkig nog geen grote consequenties. Zo proberen we de leerlingen met enig realisme voor te bereiden op de situatie in het voortgezet onderwijs, waar men meestal nog traditioneel becijfert en slechte cijfers nare gevolgen kunnen hebben. Daar kan dat, omdat een middelbare school een eigen niveau heeft, dat als het goed is, past bij het kind. Huiswerk. Wij zijn van mening dat kinderen in de basisschoolleeftijd na een intensieve schooldag moeten kunnen uitrusten, sporten en (buiten-) spelen. Maar soms kan een beetje extra oefening net het verschil zijn tussen meekomen of uitvallen in de groep. In dat geval wordt -altijd in overleg met de ouderssoms wat individueel werk mee naar huis gegeven. Dat kan al vanaf groep 3 zijn. U moet dan vooral denken aan leesoefeningen, tafels leren, etc. In de bovenbouw willen we de kinderen geleidelijk aan leren om thuis wat werk te leren of te maken. Dat bouwen we vanaf groep 6 langzaam op. Het is fijn als de kinderen dan hun eigen multomap hebben waarin ze huiswerkbladen kunnen bewaren. In groep 7 en 8 wordt een agenda gebruikt. De kinderen kunnen zo onder begeleiding leren hoe ze hun werk moeten verdelen en plannen en hoe ze een agenda moeten gebruiken. We horen van ouders dat ze daar in het
22
vervolgonderwijs veel profijt van hebben. Het is erg belangrijk dat u als ouders thuis betrokkenheid toont bij huiswerk. De hoeveelheid huiswerk wordt door ieder kind en iedere ouder anders ervaren. De een vindt het te veel; de ander te weinig. Wanneer u denkt dat de hoeveelheid huiswerk een te grote belasting is voor uw kind, overlegt u dit dan met de groepsleerkracht. Rapporten. Aan het eind van groep 2 krijgen de kinderen die naar groep 3 gaan hun eerste rapportblad mee. Vanaf groep 3 krijgen alle leerlingen twee keer per jaar een rapport aan de hand van toetsgegevens, het dagelijkse werk in de klas en getoonde inzet en motivatie. Dit is in februari en juli, na de (landelijke) grote toetsperiodes. Het rapportblad zit in een map die meegaat t/m groep 8. De beoordelingen worden niet weergegeven in cijfers, maar in een vijfpuntsschaal. De toetsresultaten die los staan van de gebruikte methodes (avi en cito) staan ook op dit rapport vermeld. Op het rapport worden niet alleen de resultaten beoordeeld, maar ook de inzet en motivatie. We vinden dat dit meer recht doet aan de kinderen. Deze gegevens staan wel gescheiden, zodat u als ouders wel ziet wat er beoordeeld is; de inzet of het resultaat. Elke groep heeft voor elke rapportperiode een uniek blad, waarop alleen de vakken en toetsen staan, die ook in die jaargroep en die periode gegeven zijn. Aan het vaststellen van de rapportgegevens wordt grote zorg en veel tijd besteed. Toch hechten wij nog meer waarde aan het gesprek met de ouders over de vorderingen van het kind, dan aan het rapport zelf. Als we de grote verschillen die tussen kinderen in een groep bestaan, werkelijk in een rapport zouden willen aangeven, dan zouden we aan een vijfpuntsschaal niet genoeg hebben. Een rapport mag voor geen enkel kind iets zijn om zich voor te schamen, maar u wilt als ouders natuurlijk wel eerlijk over het niveau van uw kind geïnformeerd worden. Dat is voor ons als leerkrachten dan ook altijd een lastig dilemma. In een gesprek met de ouders kunnen we aangeven dat een “matig” op het rapport een voldoende kan betekenen voor een bepaald kind, maar wellicht wel onvoldoende betekent ten opzichte van het gemiddelde niveau. De gegevens op het rapport geven dus geen kille gemiddelden van behaalde toetsen aan. Bovendien maken kinderen in een groep niet allemaal hetzelfde werk en zijn er ook verschillende niveaus waarop het standaardwerk wordt gemaakt. Rapporten van verschillende kinderen uit een groep kunnen in het huidige basisonderwijs dan ook niet zonder meer met elkaar vergeleken worden, zeker niet bij onze adaptieve werkwijze. De LVS-citotoetsen (zie hoofdstuk 4) zijn wel objectief met elkaar te vergelijken. Ze geven het niveau aan t.o.v. het landelijk gemiddelde.
3.5
Werken aan een veilige en prettige sfeer.
Pestprotocol - “Geef me de vijf”. We zijn erg zuinig op het goede pedagogische klimaat op onze school en we vinden dat elk kind dat gepest wordt, er één teveel is. We hebben een aantal jaar geleden goed onderzoek gedaan naar wat werkt tegen pesten, en daar is een helder pestprotocol uit voortgekomen, dat u op onze site kunt lezen. We vragen alle ouders om ons te helpen om pesten te voorkomen, te bestrijden, te signaleren en te melden. 23
Uitgangspunt van ons beleid ten aanzien van pesten, is preventie. Het voorkómen van pesten dus. Afspraken in de groepen nemen een belangrijke plaats in. Vijf afspraken rondom het omgaan met elkaar staan centraal in de hele school. We noemen deze afspraken: “Geef me de vijf”:
Alle “pest-aspecten” zijn verweven in deze vijf regels. In elke groep hangt een whitebord waarop deze regels staan. Maar wanneer er specifieke pest- of omgangsproblemen zijn in een groep, maken de kinderen er samen met hun leerkracht een afspraak bij, die ook op het bord erbij geschreven wordt. Die afspraak wordt dan regelmatig besproken in de groep, totdat de kinderen met elkaar besluiten dat het zó goed gaat, dat die regel weer uitgewist kan worden. Het werkt, omdat de kinderen zelf “eigenaar” zijn van hun regels en afspraken. Leuk om eens te kijken naar wat er bij uw kind in de klas op het bord staat! In groep 1 en 2 hanteren we dezelfde afspraken, maar omdat de kinderen nog niet kunnen lezen, staan er voor deze zelfde vijf afspraken pictogrammen op het whiteboard in de klas:
1
2
3
4
5
Kaarten / uitnodigingen uitdelen op school. Onderzoek naar pesten en preventie heeft ons ook het volgende geleerd: Kinderen lijden vooral onder het gevoel van buitengesloten te worden. Dit is een vorm van (passief) pesten die veel impact heeft. Het is bijvoorbeeld heel verdrietig als er uitnodigingen voor een feestje uitgedeeld worden op school, en steeds hetzelfde kind krijgt er geen. En dat is wat op school vaak gebeurde. Daarom hebben wij afgesproken dat uitnodigingen, kerstkaarten etc. niet meer op school uitgedeeld mogen worden. We beseffen dat dit ook best lastig kan zijn, maar we vertrouwen op uw begrip hiervoor. En nóg fijner is het, als u met uw zoon of dochter afspreekt om dat ene kind juist eens wél uit te nodigen. Daarmee kunt u dat kind heel erg blij maken, en uw eigen kind iets moois leren.
24
3.6
De kwaliteit van ons onderwijs.
Meten is weten. Omdat we de kwaliteit van ons onderwijs graag op een hoog peil zien, vinden we het belangrijk om regelmatig te checken of we met elkaar nog steeds op de goede weg zijn. Daarom werken we intern met een systeem van kwaliteitszorg (WMK-PO), waarmee we periodiek allerlei aspecten van het onderwijs intern screenen. Dit doen we met het hele team. Zo komen eventuele zwakke punten vanzelf boven water, en kunnen we die gelijk goed aanpakken. Daarnaast houden we om de paar jaar tevredenheidsonderzoeken onder ouders, kinderen en personeel. Ook daarmee hopen we eventuele problemen vroegtijdig te signaleren. Als we een dergelijke (anonieme) enquête uitzetten, dan hopen we dat u daaraan wilt meewerken! De uitslagen van al deze onderzoeken zijn openbaar. De MR krijgt alle rapporten van WMK, en de uitslagen van ouder- en leerling-tevredenheidsonderzoeken worden daarnaast ook besproken in de maandbrief. We zijn blij dat we tevreden kunnen zijn over de uitkomsten van deze onderzoeken. Ouders en leerlingen geven in de (landelijk genormeerde) enquêtes aan dat zij zeer tevreden zijn over de Prins Willem-Alexanderschool. We zijn dankbaar voor dat compliment!
3.7
De resultaten van ons onderwijs.
U heeft in dit hoofdstuk kunnen lezen welke visie we op onderwijs hebben, hoe we werken op school en hoe we lesgeven in de diverse vakken. In het volgende hoofdstuk kunt u nog veel meer lezen over alle zorg en begeleiding die er in ons onderwijs is voor kinderen. U heeft gelezen over onze ambities en doelen. Mooie woorden, maar... wat zijn dan de resultaten daarvan? Tot voor kort schreven we in de schoolgids niets over de gemiddelde resultaten van toetsen op onze school. Niet omdat die niet goed zijn, maar om een principiële reden. We zijn er namelijk trots op dat we veel kinderen met leerproblemen goed kunnen helpen. We zien soms kinderen boven zichzelf uitstijgen, en dat geeft ons veel voldoening. Maar hun scores bij bv. de citotoetsen blijven wel onder het landelijk gemiddelde. Daarom vinden wij het niet juist om te zeggen: “Een goede school is een school met goede citoresultaten”. De kwaliteit van een school slechts afmeten aan het gemiddelde cito-resultaat, dat paste niet bij onze visie. Ook is de citotoets nooit bedoeld als kwaliteitsmeter voor een school, maar om leerlingen op het juiste niveau onderwijs te kunnen bieden. De onderwijsinspectie eist tegenwoordig echter van scholen dat ze in de schoolgids aangeven of de resultaten onder, op of boven het gemiddelde niveau liggen. Wij werden daar door de inspectie op gewezen. U leest het in de volgende paragraaf.
25
De toetsresultaten op onze school. Cito-eindtoets voor groep 8. De inspectie deelt scholen in op grond van de leerlingpopulatie (de achtergrond van de leerlingen). Voor elke “schoolgroep” wordt bij de cito-eindtoets een marge bepaalt waarbinnen zo’n school zou moeten scoren, met een ondergrens en een bovengrens. Een school kan blij zijn als de score ergens in het midden ligt. Ons ambitieuze doel is om in de buurt van die bovengrens te blijven. We kunnen u vertellen dat dat vrijwel elk jaar lukt. De scores zijn op onze school in ieder geval nog nooit onder de ondergrens geweest, en zijn vaak zelfs ruim boven de bovengrens. Bellen we dan de krant of de wethouder? Nee, dat vinden we heel gewoon. De score van 2015 lag vlak onder de bovengrens. Andere groepen. De toetsgegevens van alle andere leerjaren houden wij voortdurend tegen het licht om te kijken of er trends zijn te ontdekken die we zouden moeten bijstellen. Wij kunnen daarbij vaststellen dat we blij zijn met de resultaten van de kinderen, die schoolbreed boven het landelijk gemiddelde liggen; ook als we dat vergelijken met scholen met dezelfde leerlingpopulatie. Er zijn geen structurele verschillen tussen de beide locaties, noch in de resultaten, noch in de achtergrond van de kinderen. De onderwijsinspectie. De Nederlandse overheid houdt toezicht op de kwaliteit van scholen via de onderwijsinspectie. Jaarlijks bekijkt een inspecteur de toetsgegevens en allerlei beleids- en kwaliteitsdocumenten van iedere school. Een goed functionerende school krijgt één keer per vier jaar een uitgebreid onderzoek op locatie. Dat noemt de inspectie het “basisarrangement”. Een zwak presterende school staat onder “verscherpt toezicht” en krijgt ieder jaar een uitgebreid onderzoek met tussentijdse evaluaties. De Prins Willem-Alexanderschool heeft het vertrouwen van de inspectie; De inspectierapportages zijn openbaar, en te bekijken op de site van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl.
26
Hoofdstuk 4 4.1
ZORG EN BEGELEIDING
Interne begeleiding en leerlingzorg.
In het vorige hoofdstuk heeft u al heel veel kunnen lezen over de manier waarop wij het onderwijs vormgeven. In dit hoofdstuk zoemen we in op alle extra zorg en begeleiding die we geven binnen ons onderwijs. Als we in het basisonderwijs spreken over "leerlingzorg", bedoelen we de zorg die besteed wordt aan het volgen van de ontwikkeling van de kinderen en het zo goed mogelijk begeleiden en stimuleren van die ontwikkeling. Die zorg is er voor álle kinderen, maar wordt intensiever naarmate dat nodig is. Leerlingzorg en leerlingbegeleiding is een taak van alle leerkrachten en de directie samen, maar wordt gecoördineerd door de "Intern Begeleider" (IB). De IB ondersteunt en adviseert de groepsleerkrachten in hun werk met kinderen met leer- , gedrags- en/of sociaal-emotionele problemen en speciale onderwijsbehoeften. Als er externe deskundigen betrokken zijn bij de begeleiding van een leerling, dan is de IB de schakel tussen hen, de groepsleerkracht en de ouders. Op onze school zijn de Intern Begeleiders leerkrachten die een speciale vervolgstudie (orthopedagogiek) hebben gedaan. Op de Valkweg is mevr. drs. C. (Cora) Crezee-Groenwegen de Intern Begeleider, en op de Waalslaan is dat mevr. A.C. (Annie) de Jong-van Pelt. Op beide locaties zijn er naast de IB ook leerkrachten en onderwijsassistenten die ingezet worden om extra onderwijszorg buiten of binnen de groep te verlenen aan (groepjes) kinderen die daarvoor in aanmerking komen. Zij werken samen in nauw overleg met, en onder eindverantwoordelijkheid van de groepsleerkrachten en de IB (namen: zie hoofdstuk 6). Onze intern begeleider wordt zo nodig ondersteund door een orthopedagoog van het samenwerkingsverband, door ambulante begeleiders vanuit het speciaal onderwijs of door een deskundige van het schoolmaatschappelijk werk. (SMW).
4.2
Als uw kind wat moeite heeft...
Kinderen kunnen allerlei problemen hebben op leergebied, emotioneel gebied, sociaal gebied en lichamelijk gebied. Ook kunnen er gedragsproblemen zijn, soms als gevolg van leerproblemen, maar soms ook vanwege een stoornis of handicap. Naast de “normale” extra zorg in de klas (extra instructie / speciale hulpmiddelen / aangepast werk) kan het zijn dat een kind nog meer ondersteuning, ook buiten de groep, nodig heeft. In deze gevallen zullen de handelingsplannen met u als ouders besproken worden. Als u zich zorgen maakt over de ontwikkeling van uw kind, of over zijn of haar welbevinden op school, blijft u daar dan niet mee lopen. Maak zo snel mogelijk een afspraak met de groepsleerkracht, de IB of de directie om te kijken wat we kunnen doen. Als we na een periode van extra zorg en begeleiding zien dat de ontwikkeling van het kind toch stagneert, dan wordt er met de ouders besproken of de leerling aangemeld zou kunnen worden voor bespreking in het ondersteuningsteam. Deze commissie bestaat uit mensen van binnen en buiten de school en geeft na nader onderzoek een advies. 27
Dit advies kan zijn: • Deskundige handelingsadviezen voor de groepsleerkracht en de IB. • Inschakelen van School Maatschappelijk Werk. • Verwijzing SBO (Speciaal Basis Onderwijs). Een lastige situatie kan zich voordoen wanneer ouders weigeren hun kind te laten onderzoeken, of het onderzoek zelf laten uitvoeren zonder de uitkomst ervan met ons te delen, of niet akkoord gaan met de hulpvraag van het onderzoek. In zo’n geval krijgen wij niet de goede informatie over de beste manier van begeleiden. Wanneer ouders ervoor kiezen om niet mee te werken aan onderzoeken of aan het opvolgen van adviezen, kan dit gevolgen hebben voor de begeleiding van het kind, hoe moeilijk wij zo’n beslissing zelf ook vinden. Wij vragen ouders dan ook zeer dringend om mee te werken aan noodzakelijke procedures en om het contact met ons, ook (juist) als het niet zo lekker loopt met uw kind, goed en open te houden. Uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde belang voor ogen: de beste zorg en het beste onderwijs voor uw kind.
4.3
Passend onderwijs.
Op 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht geworden. Passend onderwijs betekent dat ieder kind het onderwijs en de ondersteuning krijgt die het nodig heeft. De onderwijsbehoefte van het kind staat centraal. Scholen in de regio werken samen om alle kinderen de beste onderwijsplek te bieden. De beste onderwijsplek voor een kind kan zijn in het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs. De school heeft zorgplicht Met de invoering van de wet ‘Passend onderwijs’ melden de ouders hun kind aan bij de school die hun voorkeur heeft. Deze school moet een zo passend mogelijk onderwijsaanbod bieden. Kan de school uw kind niet voldoende ondersteuning geven, dan is het de verantwoordelijkheid van de school een andere basisschool of school voor speciaal (basis)onderwijs aan te bieden, die beter tegemoet kan komen aan de onderwijsbehoeften van het kind. Uw kind aanmelden bij een school naar keuze De meeste ouders melden rond de derde verjaardag hun zoon/dochter aan bij een school voor primair onderwijs. In de gemeente Sliedrecht wordt de aanmelding door de gemeente gecoördineerd. U kunt tijdens de Open Dag of op afspraak een kennismakingsgesprek voeren met één van de directieleden of coördinatoren. Als u vermoedt of weet dat uw kind, wanneer het naar school zal gaan, extra ondersteuning nodig zal gaan hebben in het kader van passend onderwijs, dan verzoeken wij u dringend om vroegtijdig, liefst snel na de aanmelding, een afspraak te maken met de Intern Begeleider of de directie. Op deze manier kunnen we ervoor zorgen dat uw kind een goede start zal maken op 4-jarige leeftijd. Ook kunnen we bekijken of wij datgene kunnen bieden wat uw kind nodig heeft, en ervoor zorgen dat de voorwaarden vanaf de start zo optimaal mogelijk zijn.
28
Schoolondersteuningsprofiel Informatie over de onderwijsondersteuning die onze school biedt, kunt u vinden in het ondersteuningsprofiel. In dit document is vastgelegd welke ondersteuning de school kan bieden aan leerlingen die dat nodig hebben. Hierin staan ook de ambities van de school voor de toekomst. Een passende plek Wanneer de school waar een peuter is aangemeld niet zelf de benodigde onderwijsondersteuning kan geven, dan wordt - in overleg met u - gezocht naar een passende plek op een andere school in het samenwerkingsverband of daarbuiten. Deze school zal voldoende expertise hebben om voldoende tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van uw kind. We houden zoveel mogelijk rekening met uw voorkeuren, bijvoorbeeld voor een bepaalde schoolrichting of de maximale afstand tussen uw huis en de school. Ontwikkelingsperspectief Heeft uw kind bij plaatsing op onze school extra ondersteuning nodig en volgt hij of zij een afwijkend onderwijsprogramma, dan is het belangrijk om te weten welke doelen we voor ogen hebben met uw kind. Daarvoor stellen we in overleg met u een ontwikkelingsperspectief op. Indien u het niet eens bent met het beschreven perspectief, dan bespreekt u dit met de school. Wanneer dit gesprek niet tot overeenstemming leidt, kunt u een second opinion aanvragen bij het Samenwerkingsverband van de school. Blijkt het geschil niet oplosbaar dan kunt u één en ander voorleggen aan de geschillencommissie. Deze commissie geeft binnen tien weken een oordeel aan het bestuur.
4.4
Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Drechtsteden
Ons schoolbestuur is lid van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Drechtsteden. Dit houdt in dat onze school met nog ongeveer 40 scholen samenwerkt op het gebied van onderwijskundige zorg. Uitgangspunt is dat leerlingen met succes de basisschool zullen doorlopen. Sommige leerlingen hebben op het gebied van onderwijskundige zorg echter speciale begeleiding nodig. Deze zorg wordt geboden in het Speciaal Basisonderwijs (SBO). De Steenen Kamer te Zwijndrecht en De Kameleon in Papendrecht zijn de twee SBO-scholen in ons samenwerkingsverband. Op deze scholen worden kinderen toegelaten die op grond van ontwikkelingsproblemen tijdelijk of blijvend zijn aangewezen op overwegend orthopedagogisch onderwijs. De noodzaak van Speciaal Basisonderwijs voor kinderen wordt vastgesteld door het ondersteuningsteam (OT) van de school. Het samenwerkingsverband zal vervolgens een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor het Speciaal Basisonderwijs afgeven. Het aantal leerlingen in het Speciaal Basisonderwijs is klein en de onderwijsorganisatie is afgestemd op de speciale behoeften van de leerlingen. Het sociaal-emotionele en het schoolse leren worden hier afgestemd op de individuele mogelijkheden van de kinderen (leerbaarheid, persoonlijkheid, werkhouding en gedrag). Voor meer informatie over verwijzing naar het Speciaal Basisonderwijs kunt u contact opnemen met de intern begeleiders van de school.
29
4.5
Leerlingvolgsystemen - toetsen.
Om te kunnen bepalen welke begeleiding een kind nodig heeft, is het noodzakelijk om de ontwikkeling van leerlingen te volgen door middel van toetsen, observaties en screenings. Dit geldt voor alle kinderen op school. De groepsleerkrachten zijn eindverantwoordelijk voor het uitvoeren, registreren en interpreteren van alle noodzakelijke toetsen en screenings. De IB coördineert en controleert het proces. Hieronder een beknopt overzicht van de soorten volgsystemen: Cito-LVS. Voor de kinderen van de groepen 1 t/m 8 wordt het leerlingvolgsysteem van de Cito-groep gebruikt. Cito toetst de hoofdvakken. Aan de hand van dit systeem kunnen we de ontwikkeling van elk kind in kaart brengen en wordt snel zichtbaar of extra hulp gewenst is. De toetsen zijn landelijk genormeerd en geven een score van I t/m V (Romeinse cijfers). Als een kind voornamelijk I-scores heeft, is dat een indicatie dat het kind meer en uitdagender leerstof aan zou kunnen. Kinderen die IV of V scoren, krijgen altijd extra hulp en aandacht binnen of buiten de groep, gecoördineerd door de IB. De uitslagen van de toetsen bepalen mede het cluster waarin een kind begeleid wordt in de groep (zie hoofdstuk 3 – HGW). Ook is het verloop van de scores belangrijk. Een kind dat bijvoorbeeld voor rekenen steeds I-scores haalde, maar ineens zakt naar III, heeft wellicht ook even extra begeleiding nodig. Er wordt dan gezocht naar de mogelijke oorzaken van deze daling. De leerkrachten maken na elke gemaakte toets een analyse van de uitslagen, waar vervolgens de hulp aan de kinderen op wordt afgestemd. De uitslagen van de cito-LVS-toetsen worden vermeld op het rapport en besproken met de ouders tijdens de 10-minutengesprekken. Ook kunt deze scores inzien in het ouderportaal van ParnasSys (zie hoofdstuk “ouders” en onze site onder ouders > ouderportaal).
100% = alle kinderen in Nederland op een reguliere basisschool 20% 20% 20% 20% 20%
Scores Cito-leerlingvolgsysteem Cito-LVS toetsscore in Romeinse cijfers:
Betekenis van het cijfer
Deze score kan ook in 5 letters uitgedrukt worden, maar dan is de betekenis anders: A, B, C is elk 25%, D en E samen is ook 25%. Landelijk gemiddeld is dan: de grens tussen B en C.
I II III IV V
hoog bovengemiddeld gemiddeld benedengemiddeld laag
Sociaal-emotionele ontwikkeling: ‘Zien!’. Voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling werken we met het instrument “Zien”. Wij zijn van mening dat dit een nog beter beeld van de ontwikkeling geeft op dit gebied. “Zien” wordt gebruikt vanaf groep 3. In groep 1 en 2 wordt gewerkt met het totaalprogramma voor kleuters “Bosos”. Door de aspecten van sociaal-emotionele ontwikkeling te bekijken en te noteren, leren we onszelf om daar goed op te letten bij de kinderen. Ook kunnen we direct zien wanneer we een bepaald aspect groepsbreed moeten aanpakken. Om sociaal-emotionele competenties te ontwikkelen bij de kinderen, werken met de methode “Kinderen en hun sociale talenten”.
30
Avi-toets. Het leesniveau wordt vanaf groep 3 bepaald met leestoetsen: tekstlezen (AVI) en woordrijen (DMT). DMT is een toets uit het cito-LVS. Het avi-niveau wordt aangeduid met de letter M (Medio) en E (Eind). Zo is M4 bijvoorbeeld het niveau dat een kind gemiddeld halverwege (medio) groep 4 zou moeten hebben. Drempeltoets. Aan het begin van groep 8 (oktober) wordt de drempeltoets afgenomen. Deze toets omvat een aantal belangrijke leerstofonderdelen en geeft ook een advies over het vervolgonderwijs. CITO-eindtoets. De kinderen van groep 8 maken dit jaar op 19, 20 en 21 april de cito-eindtoets. De eindtoets omvat de onderdelen taal, rekenen en studievaardigheden. De resultaten van deze onderdelen geven samen een zgn. "standaardscore". De standaardscore loopt van 500 tot 550, waarbij kinderen vanaf ongeveer 520 scoren als ze naar een reguliere vorm van voortgezet onderwijs kunnen. De Citoeindtoets kan vanaf schooljaar 2014-2015 niet meer meegenomen worden in het verwijsadvies, omdat de aanmeldingsprocedure voor het voortgezet onderwijs in april al afgerond is. Dat is jammer, want deze toets geeft een goed beeld. Overigens kunnen ervaren leerkrachten o.a. op grond van de gegevens uit het LVS en de drempeltoets ook een prima advies geven. De Cito-eindtoets zal dan ook in de meeste gevallen bevestigen wat de leerkracht heeft ingeschat. Methodetoetsen. De lesmethodes die we gebruiken, werken allemaal met toetsen en dictees die gemaakt worden nadat een onderdeel (hoofdstuk, blok) is behandeld. Dit geeft ons informatie over de mate waarin de leerstof wordt beheerst, welke hulp er nodig is, en op welk niveau een kind verder kan. Ontwikkelingsvolgsysteem “Bosos” voor groep 1 en 2. De ontwikkeling van kleuters wordt per kind bijgehouden op diverse onderdelen, zoals bv. taalontwikkeling, letterkennis, spelontwikkeling, cijferkennis, motorische ontwikkeling, sociale ontwikkeling, etc. De screeningslijsten zijn afgestemd op de leeftijd van het kind, en werken met tussen- en einddoelen. Het gecertificeerde instrument hiervoor heet BOSOS. De letters van deze afkorting staan voor: B(beredeneerd lesaanbod), O(observeren), S(signaleren), O(opbrengstgericht), S(specifiek in de praktijk). Dit geeft meteen aan waar het programma voor staat, en waarom het zo goed aansluit bij onze visie en onderwijspraktijk.
4.6
Een jaar overdoen / overslaan.
Het is voor een kind met (ernstige) leerproblemen niet altijd zinvol om een jaar over te doen. Wanneer een extra jaar geen middel is om de problemen op te lossen, begeleiden we de kinderen op hun eigen niveau en met een eigen ontwikkelingsperspectief binnen hun jaargroep. Het doel is ieder kind voor te bereiden op vervolgonderwijs dat voor hem of haar haalbaar is. Een jaar over doen (“zittenblijven”). In sommige gevallen is het wél heel zinvol om een extra jaar in te lassen. Kinderen kunnen baat hebben bij zo’n extra jaar wanneer het tempo voor hen tijdelijk wat te hoog ligt. Het kan heel goed zijn voor een kind als op deze manier de druk een beetje van de ketel wordt 31
gehaald. Door een extra jaar kunnen vaak leerproblemen in de jaren er na voorkomen worden. Vooral in groep 2 is het belangrijk om te kijken of een kind echt toe is aan groep 3. Een schooljaar loopt administratief van 1 oktober tot 1 oktober, maar we kijken heel goed naar de ontwikkeling van het kind. Sommige kinderen kunnen beter nog een jaartje "kleuteren", ook al zijn ze voor 1 oktober zes jaar geworden. In het extra jaar wordt planmatig gewerkt aan de achterstanden. Dat kan veel leerproblemen voorkomen. Het eventuele zittenblijven, of het extra jaar in groep 1/2, wordt altijd ruim voor het einde van het schooljaar met de ouders besproken. Met elkaar kunnen we dan overleggen wat het beste voor het kind is. In uitzonderlijke gevallen waarin we er niet met elkaar uit zouden komen, heeft de school hierbij echter het laatste woord. Een jaar overslaan. (“versnellen”). Er zijn ook kinderen die veel sneller leren dan gemiddeld. Een ruim bovengemiddeld intelligent kind heeft geen acht jaar nodig om de basisleerstof te doorlopen. Toch zijn we erg terughoudend in ons beleid om kinderen een jaar over te laten slaan. We zien o.a. de nadelen die de overgang naar het voortgezet onderwijs op jonge leeftijd met zich mee brengt. We hebben voor begaafde leerlingen daarom ook diverse andere opties (zie verder in dit hoofdstuk). Maar soms is versnellen juist wel een goede oplossing. We bekijken dit altijd heel zorgvuldig per individueel kind, en uiteraard in overleg met de ouders. Najaarskleuters Alle kinderen die in oktober, november en december jarig zijn, noemt men ‘najaarskleuters’. Wanneer deze nieuwe leerlingen op onze school op vierjarige leeftijd instromen, plaatsen we hen in groep 1. Tijdens de activiteiten in groep 1 kijken we of deze kinderen (maar ook de andere groep 1 leerlingen) zich door ontwikkelen naar groep 2. Hierbij maken we o.a. gebruik van de BOSOSobservatielijsten en toetsen. Wij vinden de sociaal emotionele en de cognitieve ontwikkeling van uw kind bepalend en niet zo zeer de geboortedatum. Wanneer uw kind in ons observatiesysteem en op de toetsen Taal voor kleuters en Rekenen voor kleuters voldoende, dan kan uw kind naar groep 2. In november bekijken we of uw kind mee blijft doen in groep 1 of dat het toch beter is dat uw kind met groep 2 mee gaat draaien. Bij de overgang van groep 2 naar groep 3 kijken we ook naar de ontwikkeling van uw kind, zowel sociaal-emotioneel als cognitief. Wanneer we denken dat uw kind nog niet aan groep 3 toe is, zullen we ruimschoots van te voren met u in gesprek gaan over een verlengde kleuterperiode. Het advies van de school, na hoor en wederhoor, is echter bindend. Voor gedetailleerde informatie verwijzen we u naar het ‘Overgangsprotocol 1-2-3’. 32
4.7
Begeleiding van begaafde leerlingen.
Al een flink aantal jaren hebben wij op onze school extra aandacht voor meerbegaafde kinderen. De leerkrachten hebben hiervoor ook bijscholing gehad. We signaleren begaafdheid o.a. via het zogenaamde Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (DHH). Dit protocol signaleert en diagnosticeert (uiteraard geen officiële IQ-meting; dit kan alleen door extern diagnostisch onderzoek) en geeft handelingsadviezen. Compacten en verrijken. Meerbegaafde kinderen werken bij de hoofdvakken sowieso al op een hoger niveau binnen de reguliere methode. Voorheen maakten we de leerstof voor slimme kinderen compact en boden we in de tijd die daardoor vrij kwam verrijkende leerstof aan. De huidige lesmethodes hebben deze methodiek standaard opgenomen. Kinderen die meer aankunnen, verwerken veel minder oefenstof en gaan snel de diepte in. We hanteren de richtlijnen van de methodes nauwgezet, en stellen dus ook hogere eisen aan kinderen die meer aan kunnen. Levelwerk. Kinderen die niet gewoon slim, maar echt hoogbegaafd zijn, hebben vanwege van denken en leren meer nodig dan alleen het compacten en verrijken van de kinderen hebben we in alle groepen Levelwerk; een doorgaande leerlijn met speciaal is ontwikkeld voor creatieve denkers die veel meer aankunnen lesprogramma biedt. Voorwaarde is een voldoende mate van zelfstandigheid.
hun andere manier leerstof. Voor deze veel uitdaging, die dan het reguliere
Plusklas “Willie Wortel”. Voor hoogbegaafde leerlingen uit de bovenbouw van de drie VCOS-scholen is er elke woensdag een plusklas met de naam WWW (Willie Wortel Werkgroep). In de plusklas wordt vooral gewerkt aan het “leren leren”, “leren werken” en “leren leven”; thema’s waar sommige hoogbegaafde leerlingen moeite mee kunnen hebben. De plusklas wordt gehouden in gebouw Rehoboth aan de P.C. Hooftlaan. De plusklasleerkracht is mevr. H.A. (Hermy) van Eck-de Lange. Een bovenschoolse commissie onder leiding van mevr. J.R.G (Jolanda) Maaskant, waarin ook alle vier de Intern Begeleiders van de VCOS-scholen zitting hebben, bepaalt ieder jaar met elkaar welke leerlingen voor deelname aan de plusklas in aanmerking komen. Hierbij is niet de hoogte van het IQ of een bepaalde toetsscore doorslaggevend, maar vooral de onderwijsbehoefte van het kind. Ook wordt gekeken naar het verslag van het diagnostisch instrument DHH (Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid). Uiteraard worden de ouders ook betrokken bij de beslissing.
4.8
Dyslexiebegeleiding.
In Nederland heeft ongeveer 10% van de leerlingen moeite met het leren lezen en/of spellen. Bij sommige van hen zijn de problemen dusdanig groot dat gesproken kan worden van dyslexie (5-7%). Intelligentie speelt hierbij nauwelijks een rol en er is bij dyslexie dus sprake van een opvallend verschil met andere cognitieve vaardigheden, bv. rekenen. Als een kind op álle gebieden zwak is, dan heeft de leesproblematiek meestal (ook) te maken met intelligentie. Maar wat de oorzaak ook is, als een kind niet goed leert lezen, heeft dat grote gevolgen voor zijn schoolloopbaan en zijn verdere functioneren in de maatschappij. Daarom is het belangrijk om 33
leesproblemen zo vroeg mogelijk te onderkennen en aan te pakken. Onze school volgt daarbij de stappen van het landelijk ontwikkelde “Protocol Leesproblemen en Dyslexie” voor groep 1 t/m 8. Dit sluit weer aan op de werkwijze in het voortgezet onderwijs, zodat er een doorgaande lijn is. Lees- en spellingproblematiek kan een reden zijn om een dyslexieonderzoek uit te laten voeren. Dyslexieonderzoek loop via het Centrum voor Jeugd en Gezin. Alleen leerlingen met een hardnekkig leesen spellingprobleem (= op minimaal drie achtereenvolgende meetmomenten een E-score op de citotoetsen voor lezen). zie ook www.steunpuntdyslexie.nl Als de situatie van uw kind niet voldoet aan de criteria, maar u en/of de school heeft toch een vermoeden van dyslexie, dan kunt u er voor kiezen om een dyslexieonderzoek zelf te bekostigen. Een basisschool kan zelf geen dyslexieverklaring af- (laten) geven. Zónder dyslexieonderzoek (dyslexieverklaring) krijgt een kind indien nodig toch extra begeleiding op onze school en is er daarnaast voor lees- / spellingzwakke leerlingen een aantal aanpassingen mogelijk, bv: • aanpassingen aan (cito-)toetsen (bv. voorlezen, meer tijd, grotere letter), • aanpassen van de beoordeling van spellingfouten bij andere vakken dan Nederlands, • hulp van een “maatje” bij het lezen van opdrachten bij andere vakken dan lezen, • gebruik van ondersteunend materiaal. Kinderen die gediagnosticeerd zijn, kunnen op onze school ook gebruik maken van het computerprogramma Kurzweil, dat teksten “voorleest”. Dit wordt alleen ingezet bij kinderen die ernstige problemen hebben, omdat kinderen met lichte leesproblematiek normaal gesproken beter zo veel mogelijk zelf kunnen blijven lezen. Ook speelt mee dat de kosten per leerling van het gebruik van het programma hoog zijn voor de school, wat een kritische afweging noodzakelijk maakt. Als een kind dyslexie heeft of leeszwak is, dan heeft dat ook consequenties voor ouders. Zij hebben de belangrijke taak het kind te blijven aanmoedigen en ondersteunen. Bovendien spelen zij een heel belangrijke rol bij het thuis oefenen en trainen. Leeszwakke / dyslectische kinderen hebben veel extra oefening nodig, meer dan op school alleen geboden kan worden. Kinderen met een hardnekkig lees- en/of spellingprobleem hebben in het voorgezet onderwijs wél baat bij een dyslexieverklaring. In het overdrachts-rapport van groep 8 naar de brugklas zal het daarom altijd aangegeven worden als er een vermoeden van dyslexie is, maar (nog) geen verklaring. In het voortgezet onderwijs kan dan een onderzoeksprocedure gestart worden.
34
4.9
Schoolarts. (jeugdarts)
Op school krijgen u en uw kind twee keer met de schoolartsendienst (GGD) te maken: • Alle kinderen van groep 2 krijgen een uitnodiging voor een preventief gezondheidsonderzoek in het kader van de groei en ontwikkeling door de jeugdarts met screening van ogen, gehoor, lengte en gewicht door de assistente. Daarnaast krijgen de ouders een vragenlijst om thuis in te vullen met het oog op signalering van eventuele psycho-sociale problematiek. Wanneer daar aandachtspunten uit naar voren komen, zal de jeugdverpleegkundige u uitnodigen voor een extra afspraak. • Alle kinderen uit groep 7 krijgen screening van lengte en gewicht door de assistente. Voorafgaand aan bovengenoemde onderzoeken worden ouders hierover geïnformeerd. Voor vragen, voorlichting of een afspraak met de medewerkers van de jeugdgezondheidszorg van school, kunt u contact opnemen met het team onder telefoonnummer 06-27209441 (maandag t/m donderdag) of de zorglijn 0900-8440 of emailadres:
[email protected]
4.10 Logopedie. Goed leren spreken en luisteren is voor een kind van groot belang. Het is noodzakelijk voor een goede ontwikkeling; verstandelijk, emotioneel en sociaal. Ook beïnvloedt het de leerprestaties, zoals het leren lezen en schrijven. Zijn er (beginnende) problemen in de spraak-/taalontwikkeling, dan is het belangrijk om daar in een vroeg stadium iets aan te doen. De logopedische screening op school was enkele jaren geleden door bezuinigingen bij de gemeente verdwenen, maar inmiddels wordt de screening van alle kinderen in groep 2 weer uitgevoerd op school. Ouders krijgen hierover vooraf bericht. Na de screening krijgt een vervolgadvies.
4.11
Centrum voor jeugd en gezin/(school)maatschappelijk werk.
Kinderen hebben soms problemen die samenhangen met hun thuissituatie en leefomgeving. De school heeft ook een taak in het bieden van zorg aan deze leerlingen. Het CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin) kan hierbij hulp bieden, zowel aan de leerkracht of IB als aan de ouders. Het CJG is bedoeld voor kortdurende hulpverlening en advisering. U kunt hierbij o.a. denken aan: • • •
sociale problemen; bv. moeite met de omgang met andere kinderen, pesten of gepest worden, problemen in de thuissituatie, bv. rond een scheiding of een andere ingrijpende gebeurtenis. vragen over welke andere soort hulpverlening uw kind zou kunnen helpen.
Het CJG werkt nauw samen met verschillende organisaties om u te kunnen helpen en ondersteunen. - Rivas Zorggroep (consultatiebureau, jeugdgezondheidzorg 0-19 jaar, (school)maatschappelijk werk en thuisbegeleiding). - Yulius - Primair Onderwijs Sliedrecht - Voortgezet Onderwijs Sliedrecht Aanmelding bij het CJG is mogelijk via de Intern Begeleider van onze school. Ook kunt u als ouders/verzorgers zelf contact opnemen. Het Centrum voor Jeugd en Gezin is gevestigd aan de Nic. Beetstraat 2-6. O de website www.cjgsliedrecht.nl vindt u meer informatie, tips en adviezen voor 35
opvoeders, jongeren tot 23 jaar en professionals. Daarnaast kunt u hen bellen om uw vraag te stllen of een afspraak te maken voor een gesprek op telefoonnummer 0184 – 420539 (bereikbaar va maandag t/m vrijdag tussen 09.00 – 17.00 uur. De School Maatschappelijk Werker van onze school is Annelies Donk. Zij doet haar werk ook vanuit het CJG. Een aantal dagdelen per jaar houdt zij spreekuur bij ons op school. Dit wordt vermeld in de nieuwsbrief. De maatschappelijk werker heeft een beroepsgeheim en neemt nooit contact op met anderen zonder toestemming van de adviesvrager, tenzij het belang van het kind anders ernstig geschaad wordt.
4.12 Vertrouwenspersoon. Misschien wilt u op school eens in vertrouwen praten over problemen van persoonlijke aard, over uw kind of de gezinssituatie. Of u maakt zich zorgen omdat u verontrustende signalen opvangt over andere kinderen. Dan kunt u daarvoor op school altijd terecht bij iemand in wie u zelf vertrouwen heeft. Dat kan bijvoorbeeld de groepsleerkracht zijn, de directeur, of de IB. Iedere medewerker van school heeft een beroepscode, die inhoudt dat vertrouwelijke informatie over u of uw kind nooit buiten de school komt. Wanneer u er speciaal om vraagt, zal de desbetreffende leerkracht er ook niet over spreken met collega's binnen de school. Een uitzondering hierop moet gemaakt worden als de leerkracht vindt dat de vertrouwenspersoon op de hoogte moet zijn in het belang van het kind. De wet schrijft voor dat iedere schoollocatie zo’n speciale vertrouwenspersoon aanwijst. Bij deze persoon kunt u na afspraak terecht voor een gesprek. Dit zal altijd vertrouwelijk worden behandeld. De vertrouwenspersoon kan u desgewenst doorverwijzen naar een hulpinstantie. De vertrouwenspersoon is er ook voor de leerlingen (maar voor hen geldt uiteraard ook dat ze met iedere leerkracht kunnen praten in wie ze vertrouwen hebben). - Vertrouwenspersoon locatie Valkweg: Mevr. drs. C. Crezee - Groenewegen (IB) - Vertrouwenspersoon locatie Waalslaan: Mevr. A. C. de Jong - van Pelt (IB)
36
4.13 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Bij vermoeden van huiselijk geweld, waaronder fysieke of psychische kindermishandeling of verwaarlozing, is de school verplicht volgens een vijfstappenplan de signalen of vermoedens te onderzoeken. Wat is de meldcode? De meldcode is gebaseerd op de volgende vijf stappen en beschrijft Stap 1 : in kaart brengen van signalen Stap 2: overleggen met een collega en eventueel advies vragen bij “Veilig Thuis” (voorheen AMK) Stap 3: gesprek met ouders op school Stap 4: wegen van het geweld of kindermishandeling Stap 5: beslissen: hulp organiseren via het CJG of melden bij het officiële meldpunt van ‘Veilig Thuis” Deze stap wordt op onze school nooit genomen zonder overleg, en medeweten van de ouders.
37
Hoofdstuk 5 5.1
CONTACT MET OUDERS
Goede communicatie tussen school en ouders.
Het is van groot belang dat er een goed contact bestaat tussen de ouders en de school. Gelukkig verloopt dit contact ook meestal goed. Ouders en leerkrachten hebben namelijk altijd hetzelfde belang voor ogen: het welzijn van de kinderen. We willen u vragen om bij ons te komen als u denkt dat er communicatieproblemen zijn. Die kunnen dan het beste zo snel mogelijk opgelost worden. Sleutelwoorden in het contact met elkaar zijn voor ons: openheid, eerlijkheid en respect.
5.2
Inloopmomenten / schriften inzien.
Om u zoveel mogelijk op de hoogte te houden van waar uw kind op school mee bezig is, worden vanaf groep 3 om de zes à acht schoolweken de schriften en werkboekjes door de kinderen op vrijdag mee naar huis genomen. U kunt alles dan thuis op uw gemak bekijken. Vergeet u niet om de schriften op maandagmorgen weer mee terug te geven! Soms willen de kinderen u graag iets laten zien wat ze gemaakt hebben of waar ze mee bezig zijn. U bent daarvoor om 15.15 uur altijd even welkom in de groep van uw kind. Om 16.00 uur starten voor de leerkrachten vaak weer andere activiteiten, zoals vergaderingen, cursusbijeenkomsten en collegiaal overleg, soms op de andere locatie, zodat inloop na 15.45 uur niet meer mogelijk is. Daarnaast is er elke maand één inloopochtend voor de ouders van groep 3 en 4 op vrijdagochtend. U kunt dan om 8.20 uur binnenlopen met uw kind. Voor de data: zie de jaarkalender op de site. Om 8.40 uur willen we met de lessen beginnen, de ouders verlaten dan het lokaal. In groep 1 en 2 kunnen ouders iedere dag om 8.20 uur met hun kind naar binnen. Zo kan er rustig afscheid worden genomen. Wij willen u vragen om na half negen niet meer in de klassen of de gang te blijven napraten met elkaar.
5.3
Informatieavond.
Aan het begin van ieder schooljaar wordt u via de nieuwsbrief uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst in de groep van uw kind. Tijdens deze informatieavond maakt u kennis met de leerkracht en wordt verteld wat er in het betreffende jaar op het programma staat, en waar u als ouders rekening mee kan houden. U kunt de lesmethoden bekijken en vragen stellen. Ook zal de leerkracht aangeven of er nog ouderhulp nodig is. We hopen dat er op de informatieavonden tenminste één ouder van elk kind aanwezig kan zijn. De data worden aangegeven in de laatste nieuwsbrief voor de zomervakantie en de eerste van het nieuwe jaar.
5.4
Spreekavonden (tien-minutengesprekken).
Het “startgesprek”. Aan het begin van elk schooljaar nodigen we alle ouders uit voor een 10minutengesprek dat we “startgesprek” noemen. Tijdens dit gesprek is er de gelegenheid voor zowel ouders als leerkrachten om verwachtingen naar elkaar uit te spreken en om samen te bespreken wat het komende schooljaar goed zou zijn 38
voor uw kind. Ook is het fijn dat er al vroegtijdig gelegenheid is om kennis met elkaar te maken en eventueel bepaalde afspraken te maken. (de leerkrachten houden ook met alle kinderen startgesprekken, dit gebeurt onder schooltijd – zie blz. 14-15). De data van alle oudergesprekken vindt u op de kalender op de site. U krijgt via de nieuwsbrief een persoonlijke uitnodiging met de tijd. Tweede 10-minutengesprek in februari. Na de eerste belangrijke toetsperiode (januari) wordt het rapport in februari gemaakt, en naar aanleiding daarvan houden we het tweede 10-minutengesprek. Op deze avond willen we met u aan de hand van het rapport de vorderingen van uw kind bespreken. Behalve het rapport is ook het welbevinden van uw kind weer een belangrijk gespreksonderwerp. Deze avonden houden wij bewust vóórdat het rapport meegegeven wordt aan uw kind, zodat u als ouders als eerste volledig geïnformeerd bent. We vinden het belangrijk contact met u te houden, en we willen het rapport graag toelichten. De uitnodiging voor dit tien-minutengesprek is dan ook niet vrijblijvend. Derde 10-minutengesprek in juli. Voor het derde gesprek aan het einde van het schooljaar krijgen niet álle ouders standaard een uitnodiging. Alleen als de leerkracht bepaalde zaken wil bespreken voordat het kind naar de volgende groep gaat. Voor u als ouders bestaat uiteraard ook de mogelijkheid om zelf in te schrijven voor dat laatste 10-minutengesprek. Dat gaat via een invulstrookje in de nieuwsbrief van juni. Afwijking van bovenstaande voor groep 3 en groep 8. In groep 3 wordt gewerkt met de methode “Veilig leren lezen”, die met afwijkende belangrijke toetsmomenten werkt. Om u goed te informeren over de vorderingen van uw kind, is er een extra ronde van 10-minutengesprekken in november. In groep 3 wordt u uitgenodigd voor het startgesprek, een gesprek in november, een gesprek in februari, en kunt u inschrijven voor het laatste gesprek in juni. In groep 8 staat de beslissing voor de schoolkeuze centraal in de oudergesprekken. Daarom is daar ook in november al een gesprek gepland, waarin een voorlopig advies wordt gegeven zodat u gericht de Open Dagen in het voortgezet onderwijs kunt gaan bezoeken met uw kind. In februari krijgt u een definitief advies en maakt u een definitieve keuze voor aanmelding.
5.5
Tussentijdse gesprekken.
Met ouders van kinderen die speciale zorg of aandacht krijgen, houden de leerkrachten regelmatiger contact, namelijk eens per zes weken. Dit kan d.m.v. gesprekken op school, via de mail, of telefonisch plaatsvinden.
5.6
Ouderportaal ParnasSys.
Via het ouderportaal van ons administratiesysteem ParnasSys, heeft u als ouder inzage in een aantal gegevens. Elke ouder kan toetsuitslagen bekijken van het eigen kind. Het gaat dan om de gegevens van het citoleerlingvolgsysteem (zie voor meer uitleg hierover hoofdstuk 4.4) en om de toetsuitslagen van de methodetoetsen taal, rekenen, begrijpend lezen, 39
aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek. Deze gestandaardiseerde methodetoetsen zijn voor alle kinderen hetzelfde, dus dat betekent dat sommige kinderen deze toetsen altijd vrij laag scoren en andere kinderen altijd vrij hoog. Dat is geen reden tot zorg. Wij gebruiken die toetsen om te kijken wat een kind aan kan, en of het voldoende basisstof beheerst om verder te kunnen met het programma in de klas. Het is voor ons een indicatie op welk niveau we uw kind kunnen laten werken, en dat is op een basisschool nogal uiteenlopend. Maakt u zich vooral niet te snel zorgen. Als een kind 42% van de opgaven van een toets goed heeft, zou dat een prima score kunnen zijn voor dat kind. Maar u leest als ouder misschien alleen het cijfer 4,2 uit deze score, en u zou daarvan kunnen schrikken. We hopen dat u begrijpt dat men in de basisschool zo niet kan denken. En we hopen dat u vertrouwen heeft in de professionaliteit van de leerkracht, die weet wat het kind nodig heeft. We hopen vooral dat u thuis uw kind niet steeds zult confronteren met lage resultaten die u vanuit het ouderportaal kunt zien. Dat zou de motivatie en het zelfvertrouwen van uw kind, waar wij hard aan proberen te werken, erg kunnen schaden. En dat kan nare gevolgen hebben voor het leervermogen van uw kind. Op onze site vindt u een uitgebreide toelichting op het gebruik en de interpretatie van de gegevens die u ziet via het ouderportaal. Wij raden u dringend aan die goed te raadplegen. Ook tijdens de informatieavonden wordt er jaarlijks toelichting gegeven op de manier waarop u toetsgegevens kunt lezen en interpreteren.
5.7
Website.
Via onze website; www.pwa95.nl, blijven we ook met u in contact. U kunt daar regelmatig stukjes van de leerkracht en/of van de kinderen zelf vinden over wat er in de klas gedaan wordt. U vindt dit onder de knop “groepen”. Ook kunt u er via de nieuwspagina foto's bekijken van speciale activiteiten en bijzondere gebeurtenissen. Kijk dus met regelmaat of er iets nieuws is te vinden! Via de knop “diversen” komt u aan allerlei huishoudelijke informatie, bv. over overblijven, luizencapes, schoolmelk, etc. Ook de nieuwsbrieven en deze schoolgids, vindt u op onze site. Op de homepage staat het tekstvak “Actueel” waarin de nieuwste mededelingen staan. Een handig element is ook de jaarkalender. Dit schooljaar zal de site qua uiterlijk zo aangepast worden dat hij op telefoons en tablets makkelijker te lezen zal zijn.
5.8
Maandelijkse nieuwsbrief, op papier of per mail.
Om u zo goed mogelijk te informeren over allerlei zaken, geven we de kinderen iedere eerste week van de maand een nieuwsbrief mee. Daarin vindt u ook altijd de meest recente informatie over data en tijden van activiteiten. De nieuwsbrieven kunt u ook terugvinden op onze website. Het is van groot belang dat u de nieuwsbrieven goed doorneemt. We geven in principe geen losse (herinnerings-) brieven mee over speciale activiteiten; we verzamelen alle informatie in de maandelijkse nieuwsbrief. Als u ons wilt helpen om papier te besparen, of als u het gewoon prettiger vindt om de nieuwsbrieven per e-mail te ontvangen, dan kunt dit aangeven door een mailtje te sturen naar: 40
[email protected] . Vermeldt u in hierbij de volgende gegevens: locatie (Waalslaan of Valkweg), naam / namen van uw kind / kinderen en hun groep(en)
5.9
Ouderhulp.
We stellen het ontzettend op prijs dat veel ouders, ondanks hun eigen drukke werkzaamheden, bereid zijn om te helpen op school. Dankzij deze hulp kunnen wij veel extra activiteiten, leuke én nuttige, organiseren voor de kinderen. Zo zijn er ouders die helpen bij de computerlessen, bij sporttoernooien, als begeleiding bij excursies, bij het voorbereiden van de afscheidsmusical, voor hoofdluiscontroles, bij speciale klusjes etc. Wilt u ook helpen, dan kunt u dit doorgeven aan de leerkracht van uw kind. Ook zullen we via de nieuwsbrief regelmatig een hulpvraag doorgeven. Het voelt voor ons heel goed om als leerkrachten en ouders samen te werken bij allerlei activiteiten voor de kinderen.
5.10 De ouderraad (OR). Op beide locaties van onze school is een actieve, enthousiaste ouderraad werkzaam. De ouderraad werkt samen met de leerkrachten bij talloze uiteenlopende activiteiten, zoals feesten, vieringen en sportactiviteiten. Mede dankzij de ouderraad kunnen we deze activiteiten doorgaans heel geslaagd noemen. We zijn als school daarom dan ook heel blij met de inzet van de ouderraad. De ouderraad beheert, in overleg met de directie, ook de vrijwillige ouderbijdrage. De raad vergadert enkele keren per jaar. Bij de vergaderingen zijn ook leerkrachten aanwezig. Er ontstaat een vacature in de OR, wanneer een van de leden aftredend is en zich niet herkiesbaar stelt. Via de nieuwsbrief zal de OR dit aan u laten weten. U kunt zich dan desgewenst verkiesbaar stellen. Hieronder leest u welke ouders er dit schooljaar in de OR zitten: OR-Valkweg:
OR-Waalslaan:
Dhr. D. (Dik) Schreuder (voorzitter) Mevr. H.W. (Willeke) Mulder (secretaris) Mevr. M.C. (Carin) van Zanten (penningmeester) Mevr. B.I. (Inge) Verboom Mevr. D.M.T. (Dominique) Verdoorn Mevr. A.W. (Astrid) Hartkoren vacature
Mevr. E. A. (Liesbeth) van Eck (voorzitter) Mevr. P.S. (Priscilla) Kraaijeveld (secretaris) Mevr. B.M. (Miranda) de Groot (penningmeester) Dhr. P.D. (Peter) van den Herik Mevr. M.J. (Mariëtte) Nout Mevr. L. (Lobke)Zwartbol Mevr. S. (Saskia) Bikker Mevr. J.V. (Joyce) Paardekoper
5.11
De medezeggenschapsraad (MR).
Op elke basisschool is een medezeggenschapsraad (MR). Dat is bij de wet zo geregeld. De Medezeggenschapsraad bestaat uit vier ouders (gekozen door ouders) en vier leerkrachten, van elke locatie twee. Er wordt ongeveer vier keer per jaar vergaderd over zaken aangaande belangrijke school- en bestuursbesluiten. De oudergeleding van de medezeggenschapsraad heeft hierbij instemmings- of adviesrecht (afhankelijk van het onderwerp). Allerlei wettelijke informatie over MRzaken is te vinden op www.infowms.nl.
41
Bovenschoolse zaken, dus zaken die voor alle scholen van de VCOS gelden, worden besproken in de Gemeenschappelijk Medezeggenschapsraad (GMR). Een ouder en een leerkracht van alle drie de scholen van de VCOS zijn afgevaardigd in deze GMR. De volgende ouders hebben dit schooljaar zitting in de MR: Voor locatie Valkweg:
Voor locatie Waalslaan:
Dhr. J.P. (Johan) van Ooijen Mevr. A.P. (Arianne) Deventer-de Heer
Dhr. J.M. (Martin) Loeve Mevr. L. (Linda) van Dongen
5.12 Vrijwillige ouderbijdrage. Elke school (schoolvereniging) kan zelf, in overleg met de GMR, bepalen hoe hoog de ouderbijdrage is. Binnen de VCOS is de ouderbijdrage vastgesteld op een bedrag van € 14, - per leerling per jaar. Dit geld wordt gebruikt om allerlei extra dingen voor de kinderen te kunnen doen, o.a. bijdragen aan de kosten van speciale projecten, feesten (sinterklaas-, PWA-feest), vieringen (Kerst en Pasen), sport- en spelactiviteiten en de afscheidsavond van groep 8. De bijdrage is vrijwillig, omdat basis- en voortgezet onderwijs in Nederland in principe kosteloos moet zijn voor ouders. Maar vrijwillig is niet hetzelfde als vrijblijvend. We hopen dat u begrijpt dat er zaken zijn die niet direct met onderwijs te maken hebben, en dus ook niet door de overheid bekostigd worden, maar die we wel graag door willen laten gaan. Als u besluit om niet te betalen, dan laat u andere ouders betalen voor zaken waar ook uw kind van profiteert. Want we zullen uw kind niet uitsluiten van die activiteiten. We hopen dan ook dat u zult proberen uw bijdrage te leveren. Lukt dat echt niet, dan hebben we daar begrip voor en mag u met minder volstaan. U kunt ook een beroep doen op stichting Leergeld. Kunt u het prima missen, dan stellen we een hogere bijdrage enorm op prijs! U krijgt aan het begin van elk schooljaar, of wanneer uw kind op school komt, een brief met het verzoek het bedrag van € 14,- per kind over te maken. Aan ouders van kinderen die na 1 januari naar school komen, wordt een bijdrage van € 7,- gevraagd voor het lopende schooljaar.
5.13
Thema-ouderavond.
Af en toe organiseert de OR een ouderavond rond een bepaald thema. En soms organiseren wij dat als school, bijvoorbeeld omdat we nieuw beleid willen toelichten.
5.14 Informatie naar gescheiden ouders. Wij hopen dat gescheiden ouders elkaar volledig informeren betreffende hun kinderen en ook samen naar de ouderavonden kunnen komen. We beseffen ook dat dat niet altijd zo eenvoudig ligt. Als u als niet-verzorgende ouder (term voor de ouder die op een ander adres dan het kind woont) apart op 42
een tien-minutengesprek wilt komen, of anderszins geïnformeerd wilt worden over uw kind, dan kunt u dit doorgeven aan de groepsleerkracht. Nieuwsbrieven kunt u op onze website bekijken, of u kunt doorgeven dat u de brief per mail wilt ontvangen (kijk hiervoor op onze site). Wij willen u erop wijzen dat u als niet-verzorgende ouder zelf het initiatief moet nemen om informatie te verkrijgen; de school onderhoudt niet automatisch dubbele contacten, ook niet bij co-ouderschap. Ook is het niet de taak van de school om te bemiddelen wanneer u beide, maar niet samen, schoolactiviteiten of vieringen wilt bezoeken. Wij zijn als school geen partij in dergelijke conflicten, en hebben alleen het belang van uw kind voor ogen. De school kán weigeren om informatie te geven aan een ouder als dat ingaat tegen het belang van het kind. Dit mag echter alleen als de situatie is onderzocht door een erkend orgaan (bv. Jeugdzorg) en er daarvan een schriftelijke verklaring is. Het verzet van één ouder is voor een school geen reden om de andere ouder niet meer te informeren. Beide ouders hebben in normale gevallen juridisch het recht op informatie over hun kind, zelfs als zij niet (meer) de voogdij uitoefenen. De verzorgende ouder, pleegouder of voogd wordt in dat laatste geval daarover wel geïnformeerd.
43
Hoofdstuk 6 6.1
HET PERSONEEL OP SCHOOL
Wie werken er in onze school.
Op onze school werkt een groot team van mensen die zich inzetten voor het onderwijs aan de kinderen; iedereen met zijn of haar eigen taak of functie. Om u inzicht te geven in wie wie is en welke taak iemand heeft, geven we hieronder een overzicht van de mensen die werkzaam zijn in de school, en wat zij doen. Directie: - Dhr. A.A. (Thon) Koning (Valkweg) - Mevr. J.R.G. (Jolanda) Maaskant (Waalslaan) De directie heeft de dagelijkse leiding van de school en is gezamenlijk verantwoordelijk voor beleid en organisatie op beide locaties. Zij zijn ieder op hun eigen locatie het aanspreekpunt voor ouders. Bouwcoördinatoren: - Mevr. D.J. (Joke) Struijk, onderbouw Valkweg - Mevr. C.K. (Karin) van Breugel, onderbouw Waalslaan - Mevr. W.M.M. (Willemieke) van Wingerden, bovenbouw Valkweg - Dhr. G.J. (Gert) Kwakernaat, bovenbouw Waalslaan De bouwcoördinatoren zijn ervaren leerkrachten die naast hun werk als groepsleerkracht leiding geven aan hun bouw. Zij zijn hiervoor ook opgeleid. Bij afwezigheid van de directie zijn zij samen met de IB het eerste aanspreekpunt voor ouders bij calamiteiten. Intern begeleiders (IB): - Mevr. drs. C. (Cora) Crezee, Valkweg - Mevr. A.C. (Annie) de Jong, Waalslaan De intern begeleiders coördineren alle speciale zorg en begeleiding aan de kinderen. Tevens zijn zij vertrouwenspersoon. In hoofdstuk 4 staan de taken nader uitgewerkt. Samen met de bouwcoördinatoren zijn zij bij afwezigheid van de directie het aanspreekpunt voor ouders. Groepsleerkrachten. In hoofdstuk 3 vindt u een overzicht van alle namen van de groepsleerkrachten. De groepsleerkracht is de persoon die de eindverantwoording heeft over het onderwijsaanbod aan, en het leerproces van de kinderen in zijn / haar groep. In een groep werken nooit meer dan twee vaste leerkrachten, die dan deze verantwoording delen. De groepsleerkrachten zijn het eerste aanspreekpunt voor de ouders als het om de ontwikkeling van uw kind gaat. ICT-coördinatoren: - vacature, Valkweg - Mw. T. E. (Tine) van der Pijl, Waalslaan De ICT-coördinatoren zijn leerkrachten die geschoold zijn op het gebied van onderwijs en ICT. Zij adviseren de directie over het ICT-beleid. Zij ondersteunen waar nodig hun collega’s bij het gebruik van digitale media en hulpmiddelen in de lespraktijk. Ook coördineren zij het beheer van de systemen, en zijn contactpersoon voor de externe systeembeheerder.
44
Kwaliteitszorgcoördinator: - Mevr. T. (Tineke) van Leeuwen, beide locaties, en sinds 2014-2015 ook voor de andere VCOS-scholen De kwaliteitszorgcoördinator coördineert de uitvoering van het beleid rond de bewaking van de kwaliteit van (onderwijs-)processen in de school. Onderwijsassistenten / leraarondersteuners: - Mevr. C. J. (Corine) Tolenaars en Mevr. H.J. (Ineke) Barkmeijer, Valkweg - Mevr. P.A. (Paula) Redelijkheid en Mevr. A. (Arja) Schop, Waalslaan De onderwijsassistenten / leraarondersteuners bieden ondersteuning in de groepen en werken met kinderen die extra begeleiding nodig hebben. Ze werken zelfstandig onder leiding en verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht en de intern begeleider. Gymnastiekleerkrachten: Dhr. T. (Theo) de Groot, Valkweg, en Dhr. M. (Mario) Verwijs, beide locaties De vakleerkrachten voor gymnastiek zijn bovenschools aangesteld en geven een aantal gymnastieklessen. Zij werken nauw samen met de groepsleerkrachten aan dezelfde leerlijnen. Plusklasleerkracht: Mevr. H.A. (Hermy) van Eck, VCOS De plusklasleerkracht is verantwoordelijk voor het onderwijs in de plusklas (zie H4). Administratief medewerkster: Mevr. E.J.M. (Liesbeth) den Haan, beide locaties De administratief medewerkster voert de leerlingadministratie en ondersteunt de directie. Conciërges: Dhr. H. (Henk) Boer, Valkweg en Dhr. R. (Reuven) Chermon, Waalslaan De conciërges dragen zorg voor de gebouwen en het schoolplein, kopieerwerk, de schoolmelkadministratie, de gevonden voorwerpen, toezicht bij het uitgaan van de school, etc. Schoonmaakmedewerkers: Mevr. J. (Jolanda) van Son, Valkweg Mevr. C.P. (Ellen) Bakker en Mevr. M. (Marian) van der Linden, Waalslaan
6.2
Meerdere leerkrachten voor een groep.
Deeltijdwerk, extra taken in de school, diverse soorten verlof, nascholing, etc. zorgen ervoor dat er meerdere leerkrachten verantwoordelijk zijn voor en betrokken zijn bij een groep. Het beleid van de school is erop gericht dat een groep niet meer dan twee vaste leerkrachten heeft. Deze leerkrachten werken nauw samen en zorgen voor goede overdrachten. Bij kortdurende afwezigheid van een van de leerkrachten, zal de duobaancollega zoveel mogelijk proberen waar te nemen. Soms lukt dat niet en is het heel erg moeilijk om een vervanger te vinden, vooral bij onverwachte afwezigheid, zoals ziekte. Tot nu toe is het ons altijd gelukt om in zo’n situatie ervoor te zorgen dat er in ieder geval geen 45
klassen naar huis hoefden te worden gestuurd. Doordat alle leerkrachten in onze school hun werkplanning en groepsadministratie op dezelfde manier geregeld hebben, kan ook een invaller gewoon verder met het normale werk in de klas, zodat er geen lestijd verloren gaat als een van de vaste leerkrachten afwezig is.
6.3
Stagiaires.
Stagiaires PABO en MBO. Een school heeft de morele plicht jaarlijks studenten van de Pedagogische Academie Basis Onderwijs (PABO) een stageplaats aan te bieden. De studenten op onze school studeren aan een van de volgende (christelijke) hogescholen: InHolland (Dordrecht / Rotterdam) De Driestar (Gouda), De Marnix Hogeschool (Utrecht) of de CHE (Christelijke Hogeschool Ede). De studenten zijn vaste dagdelen in de week aanwezig naast de groepsleerkracht. Ook lopen er leerlingen stage via de MBO-scholen die opleiden tot onderwijsassistent (niveau 3 en 4). De inzet van de Pabo- en MBO-stagiaires vormt een waardevolle aanvulling op het onderwijsproces. Lio-stage (Leraar In Opleiding). Vierdejaars studenten van de PABO volgen de zogenaamde Lio-stage (Leraar In Opleiding). Een Lio-stage houdt in, dat de desbetreffende student voor een deel van de week verantwoordelijk is voor het reilen en zeilen van een groep. De student wordt naast zijn lesgevende taak betrokken bij alle activiteiten die binnen de school plaatsvinden. Gesprekken met ouders kunnen onderdeel uitmaken van dit takenpakket. De Lio-student werkt bepaalde dagen zelfstandig en zonder direct toezicht in de groep, maar de student én de groep blijven nauwgezet onder de verantwoordelijkheid van de vaste groepsleerkracht. Geen maatschappelijke stages. Wij krijgen heel veel aanvragen van middelbare scholieren voor maatschappelijke stages. We hebben besloten om hier niet (meer) aan mee te werken. Deze nog jonge scholieren kunnen niet altijd met de kinderen omgaan op een manier zoals wij dat graag zien, en vragen relatief veel tijd van de groepsleerkrachten. Tijd, die wij liever aan onze eigen leerlingen besteden. Bovendien willen we in de school en in de groepen ook een bepaalde rust handhaven voor de kinderen. Vandaar de weloverwogen keuze om alleen beroepsgerichte stages te begeleiden.
46
6.4
Bij- en nascholing van leerkrachten.
Een van de kenmerken van een school waar goed onderwijs gegeven wordt, is dat het een lerende organisatie is, die zich voortdurend ontwikkelt. Daarom worden leerkrachten bij ons gestimuleerd om opleidingen en studiedagen te volgen die leiden tot meer professionalisering. Een aantal personeelsleden is ook dit jaar bezig met een cursus of opleiding, en zal daardoor misschien af en toe afwezig zijn. Ook als schoolteam in totaliteit zijn we voortdurend in ontwikkeling. Dit schooljaar volgen we met elkaar weer een aantal studiebijeenkomsten. Daarnaast zijn er gerichte intervisiebijeenkomsten. De studiebijeenkomsten vinden buiten schooltijd plaats, zodat de kinderen daar geen lessen door missen. Soms hebben we meer tijd nodig dan er is na schooltijd en niet alles is in te plannen op woensdagmiddagen. Daarom hebben we dit jaar drie keer een continurooster gepland (zie jaarkalender op de site), zodat wij als team ’s middags vanaf 14.30 uur scholing kunnen organiseren. Wilt u meer lezen over nieuwe ontwikkelingen waar wij mee bezig zijn, kijkt u dan in hoofdstuk 10.
47
Hoofdstuk 7 7.1
BIJZONDERE ACTIVITEITEN
Buitenschoolse sportactiviteiten
Als school vinden we het belangrijk om onze leerlingen de mogelijkheid te bieden mee te doen aan de toernooien en wedstrijden die door de Sliedrechtse sportverenigingen worden georganiseerd. Omdat het aanbod echter groot is, het tijdstip vaak in vakanties valt en het organiseren van hulp daardoor moeilijk wordt, hebben we als school gemeend er goed aan te doen een keuze te maken uit dit aanbod. Bij de gekozen sportevenementen is er iemand van school (leerkracht of ouder) die alle zaken regelt die nodig zijn voor een goed verloop van deelname aan die sportactiviteit. Ook worden hierbij de schoolsportshirts gedragen. Tijdens de wedstrijden is iemand van school aanwezig; een leerkracht of een ouder, als aanspreekpunt. Daarnaast vragen we ouders om de teams te begeleiden. Vaak komen groepsleerkrachten ook even kijken wanneer een team uit hun groep moet spelen, maar u begrijpt dat dat in vakanties natuurlijk niet altijd voor iedereen mogelijk is. Hoewel we deze sportieve activiteiten een warm hart toedragen, en daarom graag willen meewerken als school, is het voor u als ouders wel goed om te weten dat activiteiten buiten schooltijd en in de vakanties, niet onder onze verantwoordelijkheid vallen. Begeleiding is dus primair een taak van de ouders zelf. De organisatie is in handen van de sportverenigingen. Kinderen kunnen vanuit school deelnemen aan de volgende sportieve activiteiten: • • • •
• •
Schoolbadmintontoernooi (kerstvakantie) Schoolvolleybaltoernooi (kerstvakantie) Schoolkorfbaltoernooi (meivakantie) Schoolvoetbaltoernooi (april, woensdagmiddagen) Schoolzwemwedstrijden Schoolschaaktoernooi (voorjaar)
7.2
Kerst- paasvieringen. zie hoofdstuk 2.4
7.3
Sinterklaas.
Op beide locaties is een werkgroep bestaande uit leerkrachten en ouders van de ouderraad, die het sinterklaasfeest voorbereidt. De goedheiligman zelf is dit jaar op vrijdag 4 december aanwezig op school. De kinderen van groep 1 t/m 4 krijgen van hem en zijn Pieten een klein cadeautje. Vanaf groep 5 trekken de kinderen lootjes in de klas en maken ze een surprise met een klein cadeautje voor elkaar. Het richtbedrag dat we daarvoor afgesproken hebben is €3,50 à €4,00. Wilt u dit zoveel mogelijk aanhouden, want het is niet zo leuk als er grote verschillen zijn in een klas.
7.4
PWA-feest.
Al sinds de oprichting van de Prins Willem-Alexanderschool, houden wij op de vrijdag voor de meivakantie (in de buurt van de verjaardag van Willem-Alexander op 27 april) onze jaarlijkse schoolfeestdag: het Prins Willem-Alexanderfeest. En hoewel de prins inmiddels koning is, houden wij het gewoon bij het vertrouwde “PWA-feest”. Deze bijzondere dag wordt elk jaar op een andere manier vormgegeven. Soms creatief, soms met sport- en spelactiviteiten, soms cultureel, soms met 48
spannende thema’s of speurtochten... het kan van alles worden! Met hulp van enthousiaste ouders is dit elk jaar weer een succes. Een sportdag (“Koningsspelen”), zoals onze koning graag zou zien rond zijn verjaardag, maken wij er niet van, omdat een sportdag in Sliedrecht op een ander moment georganiseerd wordt.
7.5
Sportdag.
Jaarlijks wordt er in Sliedrecht een scholensportdag voor groep 5 t/m 8 georganiseerd door de vakleerkrachten bewegingsonderwijs en een leerkracht van elke school. Groep 5 en 6 sporten dan op de korfbalvelden en groep 7 en 8 op de voetbalvelden. De sportdag is dit jaar op woensdag 25 mei. (Groep 1 t/m 4 is dan vrij)
7.6
Schoolreis.
Alle groepen gaan in het begin van het schooljaar op schoolreis. Er is een afwisseling in bestemmingen, het ene jaar wat meer educatief, het andere jaar wat meer fun. Maar elk jaar staat gezelligheid voorop. U wordt via de nieuwsbrief hierover verder geïnformeerd. Tijdens de schoolreis zijn alle kinderen in groepjes verdeeld en de hele dag onder begeleiding van een leerkracht of ouder. De kosten bedragen ongeveer €18,- voor de kleuters en €24,50 voor groep 3 t/m 8. Ouders die de kosten niet kunnen opbrengen, kunnen in bepaalde gevallen een beroep doen op stichting Leergeld (www.leergeld.nl) of met de directie een betalingsregeling treffen.
7.7
Schoolkamp.
Aan het eind van groep 8 gaan de kinderen als afsluiting van hun basisschooltijd met elkaar drie dagen op schoolkamp naar "De Wildwal", een groepsverblijf in de bossen van Lunteren. De ouders worden hierover uitgebreid ingelicht. De kosten voor deze meerdaagse schoolreis bedragen ongeveer € 80,- . Ga vroegtijdig in overleg met de directie als dit bedrag voor u lastig op te brengen is.
7.8
Afscheidsmusical: theater op niveau!
In de voorlaatste schoolweek zijn de afscheidsavonden van de groepen 8. Ze voeren dan een afscheidsmusical op. Dit is een groots evenement, waar maandenlang naar toe geleefd wordt door de kinderen. Mede door de hulp van ouders wordt dit ieder jaar weer een weergaloos succes en een groot feest voor de kinderen. Een avondje theater op niveau! De afscheidsmusical wordt opgevoerd in de grote zaal van de Merwebolder. We kunnen daar pas later in het schooljaar afspraken maken over data.
7.9
Natuureducatie – excursies Hooizolder
Alle groepen brengen tijdens het schooljaar een bezoek aan "De Hooizolder". Dit is een natuureducatiecentrum, gevestigd in het Burg. Feitsmapark. (bij de kinderboerderij). De kinderen werken hier een dagdeel naar aanleiding van een thema dat met de natuur te maken heeft.
49
7.10 Kunst- en cultuureducatie In de maanden maart t/m mei is er voor alle groepen aandacht voor een bepaalde kunststroming (denk aan beeldende kunst, dans, drama, fotografie, poëzie, etc.) en voor cultureel erfgoed. U leest hierover in hoofdstuk 3.2, bij het vak kunst- en cultuureducatie. Veel thema’s worden op school ingeleid door kunstenaars, dansers, etc, en er zijn ook excursies naar musea of instellingen, vaak onder leiding van deskundige gidsen.
7.11
Actie voor goed doel
Om de kinderen bewust te maken van het feit dat wij het erg goed hebben, en dat we op de wereld zijn om elkaar te helpen, houden we elk jaar een actie voor een goed doel. (zie hoofdstuk 2.5) Soms kunnen we leuke activiteiten aan een dergelijke actie koppelen.
7.12
Kinderboekenweek, voorleeswedstrijd en boekenmarkt
Lezen is belangrijk voor kinderen. Plezier in lezen dus ook! Daarom besteden we altijd veel aandacht aan de Kinderboekenweek. Het is een echte feest- / themaweek, dit jaar van 7 t/m 18 oktober, met in de bovenbouw als afsluiting de spannende jaarlijkse voorleeswedstrijd. We kijken per jaar of we het thema volgen van de Kinderboekenweek of de christelijke Kinderboekenmaand, maar meestal sluiten die naadloos op elkaar aan, zodat kiezen niet nodig is. Het themalied van de christelijke kinderboekenmaand wordt in de bovenbouwgroepen aangeleerd en gezongen. Ook houden we sinds enkele jaren tijdens de Kinderboekenweek een tweedehands kinderboekenmarkt in school. Hierdoor kunnen gelezen boeken voor een zacht prijsje van eigenaar wisselen, waardoor er nog veel meer uit gelezen kan worden!
50
Hoofdstuk 8 8.1
ZAKELIJK EN JURIDISCH
Inspectie basisonderwijs.
De inspectie voor het basisonderwijs is een door de overheid ingestelde instantie met een controlerende en adviserende taak. De onderwijsinspecteurs controleren elk jaar alle officiële documenten van de school en de daaruit voortvloeiende werkwijzen. Deze moeten in overeenstemming zijn met de Wet op het Primair Onderwijs (WPO). Om de paar jaren wordt elke school uitvoerig doorgelicht. De inspectierapporten zijn openbaar en kunnen bekeken worden op www.onderwijsinspectie.nl. Op deze site is ook veel algemene informatie over het (basis-)onderwijs te vinden.
8.2
Klachtenregeling.
Schoolbesturen zijn wettelijk verplicht een klachtenregeling vast te stellen. Ouders kunnen klachten indienen over gedragingen en beslissingen (of het nalaten daarvan) van bestuur, schoolleiding of personeel van de school. De officiële klachtenregeling (NPCS-model) ligt op school ter inzage. Meestal zullen klachten op een voor de klager bevredigende manier door de schoolleiding of het bestuur worden behandeld. In uitzonderlijke gevallen kunnen klachten ingediend worden bij Stichting Geschillen Commissies Onderwijs (GCBO), tel. 070-3861697 of
[email protected]. Deze commissie neemt klachten overigens pas in behandeling als de klager eerst geprobeerd heeft er met de schoolleiding of het schoolbestuur uit te komen. Klachtmeldingen over seksuele intimidatie of misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld, kunt u kwijt bij meldpunt vertrouwensinspecteurs, tel. 0900-111 3 111; informatie op www.onderwijsinspectie.nl
8.3
Verzekering en aansprakelijkheid.
De school heeft een wettelijk vereist schoolverzekeringspakket, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van de betrokkene geen dekking geeft. Materiële schade, bv. een kapotte bril, valt niet onder de dekking van de ongevallenverzekering. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn, betaald of vrijwillig, dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dit verband op twee aspecten die vaak aanleiding zijn tot misverstand: Ten eerste is de school niet zonder meer wettelijk aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft bij veel mensen, maar berust op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (zij die voor de school optreden) moeten tekort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld: een bal tegen een bril op het schoolplein, een mobiele telefoon die kwijt raakt op school, een kettinkje dat zoekraakt in de gymzaal, een jas die 51
scheurt tijdens het spelen, etc. Voor die schade is de school niet wettelijk aansprakelijk. Dit wordt daarom ook niet gedekt door de aansprakelijkheidsverzekering en dus ook niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig handelen of gedrag van leerlingen. Leerlingen (als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren door onrechtmatig handelen (dat kan ook per ongeluk zijn) schade veroorzaakt aan spullen van een ander of van school, is daar dus in de eerste plaats zelf (de ouders) verantwoordelijk en aansprakelijk voor. De ouders zullen deze schade zelf moeten vergoeden. Het is dus van groot belang dat u als ouder / verzorger zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering heeft afgesloten, anders kunt u voor onverwacht (heel !) hoge kosten komen te staan wanneer uw kind schade veroorzaakt. In gevallen waarbij een kind schade toebrengt aan eigendommen van een ander kind, gaan we er vanuit dat de ouders dat onderling oplossen.
8.4
Verlofregeling.
De Nederlandse leerplichtwet geldt voor kinderen vanaf de eerste dag van de maand nadat zij vijf jaar geworden zijn. Vanaf dat moment mag u uw kind niet zonder toestemming thuis houden. Als u vrij wilt vragen voor uw kind voor een dag(deel) of langer, wendt u zich dan tot de directie. De verlofaanvraag dient u minimaal twee weken van tevoren schriftelijk in te dienen. U kunt hiervoor een formulier ophalen bij de directie, of downloaden op onze site (kijk onder “diversen”). De schoolleiding mag alleen verlof toekennen, wanneer er sprake is van in de leerplichtwet genoemde "gewichtige omstandigheden". Op onze site staat een uittreksel, zodat u zelf kunt kijken wat de wet verstaat onder “gewichtige omstandigheden”. Geen “gewichtige omstandigheden” (wij mogen hiervoor dus geen toestemming geven) zijn: • gunstiger (goedkopere) boekingsmogelijkheden bij een vakantie • het minder drukke seizoen • een lang weekend weg (vrijdagmiddag of maandagochtend erbij) • een reis cadeau gekregen • eerder afreizen, of later terugkomen om bijvoorbeeld drukte te vermijden. Scholen zijn verplicht absenties bij te houden en de leerplichtambtenaar op de hoogte te brengen van ongeoorloofd schoolverzuim. De leerplichtambtenaar neemt ook steekproeven waarbij de absentie gecontroleerd wordt. Voor ongeoorloofd schoolverzuim wordt na melding bij de leerplichtambtenaar proces-verbaal opgemaakt. Als school willen we u vooral vragen om open en eerlijk met verzuim om te gaan. We vinden het heel vervelend als we merken dat kinderen op school moeten liegen over de reden van schoolverzuim. Dat is voor kinderen belastend én naar onze mening opvoedkundig verwerpelijk. Wij verzoeken u om bezoek aan huisarts, tandarts, orthodontist etc. zoveel mogelijk buiten de schooltijden te plannen. Wanneer dit niet lukt, dient u altijd een ondertekend briefje mee te geven met daarop de reden en het tijdstip van afwezigheid, én of u uw kind komt ophalen, of dat het zelfstandig naar huis mag.
52
8.5
Sponsorbeleid.
Voor het bedrijfsleven is een school aantrekkelijk voor sponsoractiviteiten. De jeugd is immers een boeiende doelgroep en vertegenwoordigt een potentiële markt. Maar jongeren vormen ook een beïnvloedbare en kwetsbare groep. Met name die kwetsbaarheid vraagt onze zorg. Daarom staan we niet afwijzend, maar wel gereserveerd t.o.v. sponsoring. We zullen geen sponsorgelden accepteren wanneer daar verplichtingen van school, ouders of kinderen tegenover staan. Ook zullen wij kritisch kijken naar de aard van het betreffende bedrijf in relatie tot onze identiteit.
8.6
Websiteprotocol.
Ouders kunnen op voorhand tegen publicatie van foto’s met daarop hun kinderen, bezwaar te maken. Zij moeten hiervoor dan zelf het initiatief nemen. De ict-coördinator verzamelt de namen van deze ouders en plaatst ze op een lijst, die geraadpleegd wordt bij het plaatsen van foto’s op de site. We houden ons bij publicaties op de website (alsook deze gids) sowieso aan de volgende richtlijnen: • Er worden geen achternamen en adressen van kinderen vermeld. • Strikt persoonlijke informatie wordt weggelaten. • Bij vermelding van persoonlijke gegevens van hen die bij de school zijn betrokken, zal nooit meer worden gepubliceerd dan vrij verkrijgbare informatie. • Publicatie op internet waar een betrokkene bezwaar tegen maakt, zal verwijderd worden. Van activiteiten die gehouden worden op school, of georganiseerd via school, mogen door derden (ook ouders) geen foto’s geplaatst worden op het internet, zonder voorafgaande toestemming van de schoolleiding én de ouders van de kinderen die herkenbaar op de foto’s staan.
8.7
Personeel en sociale media.
Binnen het team, en in overleg met de MR, hebben we met elkaar afgesproken dat we als personeel geen contacten zullen onderhouden met leerlingen via programma’s als Facebook of Twitter. We zullen de kinderen dus weigeren als “vriend”. Hoewel deze contacten heel leuk kunnen zijn, onderkennen we ook risico’s en nadelen. Dit laatste heeft geleid tot deze bindende afspraak. Hoewel deze bindende afspraak niet voor contacten met ouders geldt, zijn we hierin ook zeer terughoudend. De schoolleiding hecht aan scheiding van werk en privé voor het personeel. We hopen dat u dit respecteert en ons geen vriendschapsverzoeken stuurt als de relatie met een leerkracht alleen de school betreft.
53
Hoofdstuk 9 9.1
DIVERSEN
Vakantierooster 2015-2016. Herfstvakantie: Kerstvakantie: Voorjaarsvakantie: Goede Vrijdag / Pasen: Meivakantie: Pinksteren: Zomervakantie:
Maandag 19-10 t/m vrijdag 23-10 Maandag 21-12 t/m vrijdag 01-01 Maandag 22-02 t/m vrijdag 26-02 Vrijdag 25-03 t/m dinsdag 29-03 Maandag 25-04 t/m vrijdag 06-05 Maandag 16-05 t/m dinsdag 17-05 Vrijdag 08-07 t/m vrijdag 19-08
Het vakantierooster is opgesteld door de regio Drechtsteden en kan soms afwijken van het landelijk advies van de overheid. Bij het boeken van vakanties dient u dus altijd het rooster van de school aan te houden. Let op: wij mogen u geen toestemming geven om eerder weg te gaan of later terug te komen! (voor de verlofregeling: zie hoofdstuk 8.4 en onze website) Het vakantierooster voor het schooljaar 2016-2017 zal, zodra het vastgesteld is in de regio, weer vermeld worden op onze website onder de knop “kalender”.
9.2
Ziekmeldingen.
Als uw kind onverwacht niet naar school kan komen wegens ziekte of anderszins, verzoeken wij u als ouders om vóór 8.20 uur telefonisch contact met school op te nemen. De conciërge zal meestal de telefoon opnemen, u kunt de ziekmelding aan hem doorgeven. Ook kunt u een briefje meegeven met een ander kind. Dit kind moet het briefje dan wel direct bij het binnenkomen aan de desbetreffende leerkracht geven. Als uw kind een kwartier na aanvang van de les nog niet aanwezig is zonder dat het ziekgemeld is, worden we ongerust. Er kan altijd iets gebeurd zijn tussen huis en school. Voor 9.00 uur zullen we dan telefonisch contact opnemen met de ouders.
9.3
Tussen- en buitenschoolse opvang (TSO en BSO)
TSO (overblijf) De TSO is door onze school uitbesteed en wordt professioneel verzorgd door het bedrijf POS (Pauze Op School). Via aanmeldingsformulieren kunt u uw kind aanmelden voor vaste of incidentele TSOdagen. De aanmeldingsformulieren zijn verkrijgbaar op school en bij de TSO-coördinator, en zijn ook te downloaden op onze site (onder “diversen” > “TSO”). Voor de TSO is een reglement opgesteld. De ouders/verzorgers van de kinderen die van de TSO gebruik maken, dienen de regels hiervan en de daarvan afgeleide huisregels te respecteren. Bij aanmelding ontvangt u het volledige TSO reglement, ook te vinden op onze site. TSO wordt door de ouders zelf rechtstreeks betaald aan POS. Over de hoogte van de kosten, de keuze tussen een vast abonnement of een abonnement voor losse incidentele dagen, en de manier van betalen en aanmelden kunt u alles lezen op onze site. Gemiddeld (afhankelijk van het soort abonnement) betaalt u voor 1x overblijven per kind € 2,50. Mevr. C. (Corrie) van de Giessen is de coördinator van POS. U kunt met al uw vragen bij haar terecht via een van de twee hieronder vermelde telefoonnummers. Via deze nummers kunt u ook uw kind 54
aan- of afmelden voor het overblijven. Wilt u dit voor 9.00 ’s morgens doen? U kunt ook sms’sen of een boodschap inspreken.
TSO Locatie Valkweg: TSO Locatie Waalslaan:
06 39 46 43 73 06 39 46 43 74
BSO (Voor- en naschoolse opvang) Heeft u voor of na schooltijd opvang nodig voor uw kind, dan kunt u gebruik maken van de BSO van onze partnerorganisatie Eigenwijs Kinderopvang. Eigenwijs is een christelijke organisatie, die dagopvang, peuteropvang (peuterspeelzaal) en BSO biedt. Omdat Eigenwijs ook de peuteropvang bij ons op school verzorgt, werken wij nauw met hen samen. De buitenschoolse opvang van Eigenwijs is gehuisvest in het gebouw van de Anne de Vriesschool aan de Deltalaan. Eigenwijs draagt zorg voor het vervoer van onze kinderen onder leiding van een pedagogisch medewerker. We streven ernaar om binnen enkele jaren ook samen met Eigenwijs een BSO-locatie in een van onze eigen gebouwen te starten. U bent natuurlijk helemaal vrij in de keuze voor BSO. U kunt ook een beroep doen op een gastouderbureau of een andere aanbieder van BSO in Sliedrecht, zoals Smallsteps of SKA. U dient zelf contact op te nemen met de opvangorganisatie van uw keuze voor meer informatie, bv. over de kosten, en om uw kind voor BSO aan te melden. In het kader vindt u de contactgegevens. BSO Eigenwijs:
06 - 52 42 06 97 www.eigenwijskinderopvang.nl
BSO Pluk: (Smallsteps)
0184 - 41 94 76
BSO SKA
0183 – 61 77 55
www.bso-pluk.nl www.ska-kindercentra.nl
9.4
Gymnastiekkleding
De kinderen van de groepen 1/2 krijgen gymles in het speellokaal. Zij hoeven geen speciale gymkleding te hebben; ze trekken hun bovenkleding uit en gymmen in hun ondergoed. Wel worden in het speellokaal gymschoentjes gebruikt. Wij willen u vragen simpele, soepele gymschoentjes aan te schaffen die de kinderen makkelijk zelf aan en uit kunnen doen (met elastiek of klittenband) en ze te voorzien van de naam van uw kind. Deze schoenen blijven op school; ze worden ook gebruikt tijdens de spellessen in het speellokaal bij slecht weer. Vanaf groep 3 hebben de kinderen bewegingsonderwijs in de sporthal. Daar zijn zaalschoenen verplicht die niet buiten worden gedragen. U bepaalt zelf welke gymkleding uw kind meeneemt naar de gymles; een gympakje, of een sportbroekje met een shirt (geen kleine topjes). Het is aan te raden om de gymkleding en schoenen te voorzien van naam. Tijdens de gymlessen mogen de kinderen geen sieraden dragen. Laat kostbare zaken liever thuis of evt. op school.
55
9.5
Verjaardagen vieren.
Leerling. Een jarige leerling trakteert meestal zijn klasgenootjes. Verplicht is dit natuurlijk niet, maar het blijkt toch altijd weer leuk te zijn. We hopen dat u kiest voor een gezonde traktatie. Wilt u de traktatie niet te gek maken? Zéker geen zakjes vol snoep; één lekkernijtje is meer dan genoeg. Het is zinvol om even van te voren aan de leerkracht te vragen of er kinderen in de klas zitten die iets niet mogen eten in verband met een voedselallergie. Kort voor de pauze wordt de verjaardag in de klas gevierd. Vlak voor of direct na de pauze mag de jarige de klassen rond met twee klasgenootjes. Eén van hen mag gekozen worden door de jarige, de ander wordt geloot op een manier waarbij iedereen een keer aan de beurt komt. Op locatie Waalslaan gaan de kinderen alleen de klassen rond op de eigen verdieping. De kinderen krijgen een grote kaart, waarop alle leerkrachten hun naam zetten. Een traktatie voor de leerkrachten mag, maar hoeft echt niet. Bij het rondgaan in de school worden geen andere kinderen getrakteerd. We hebben dit o.a. afgeschaft, omdat steeds dezelfde kinderen zo’n traktatie wel of juist niet krijgen. In de groepen 1/2 mogen de ouders, als ze dat willen, de verjaardag van hun kind mee komen vieren. Vanaf groep 3 doen we dat niet meer. Nieuwe kleuters vieren hun 4e verjaardag nog niet op de basisschool. Leerkracht. De verjaardag van de leerkrachten wordt soms ook in de groep gevierd. Bij een duobaan wordt vaak één gezamenlijke dag bepaald, of met enkele klassen samen een “juffendag”. U leest dit dan in de nieuwsbrief. De kinderen mogen zelf een kleinigheidje (bv. iets zelfgemaakts) meebrengen of er wordt geld opgehaald (door een collega) voor een wat groter, klassikaal cadeau. U bepaalt zelf het bedrag, maar we willen u echt dringend vragen om met die cadeautjes zeer bescheiden te zijn. Het gaat maar om het idee voor de kinderen. Brengt u ons niet in verlegenheid. (Groot-)ouders. Voor de kinderen van groep 1 en 2 is er de mogelijkheid voor een jarige opa, oma, vader of moeder een verjaardagskleurplaat te maken. Wilt u dit ruim op tijd invullen op de lijst die bij de klas hangt?
9.6
Pauzesnack - Schoolmelk.
's Morgens voor of na de pauze hebben de kinderen de gelegenheid om iets te eten en te drinken. U kunt uw kind drinken meegeven (pakje of goed-sluitende beker) en iets te eten, bv. een gezonde koek, een bakje klaargemaakt fruit, of een appel of banaan, of een boterham. Omdat dit dagelijkse kost is, is regel dat het iets gezonds moet zijn (géén chocola, gevulde koek, snoep, chips, etc.), maar u kunt zelf bepalen 56
wát voor gezonds u kiest voor uw kind. We hebben bewust geen vaste fruitdagen of iets dergelijks, omdat dat niet altijd goed uitkomt voor ouders. Maar snoep, cake, chips, chocola, etc. geven we mee terug naar huis. U kunt ook een schoolmelkabonnement van Campina afsluiten. Dan hoeft u geen drinken meer mee te geven. Er kan gekozen worden uit halfvolle melk of Optimel. De melk wordt vlak voor de pauze vanuit de koeling door de conciërge in de klassen gebracht. U kunt een schoolmelkabonnement afsluiten via www.campinaopschool.nl. Op deze site vindt u ook alle informatie. Op onze schoolsite staat een link (onder “diversen” > “schoolmelk”) Op de eerste dagen na de zomervakantie is er geen schoolmelk en op de eerste dag na de andere lange vakanties krijgen de kinderen een (gekoelde) houdbare variant van hun melkkeuze (i.v.m. de bezorglogistiek). Klachten over schoolmelk kunt u rechtstreeks doorgeven aan Campina. Zeker op warme dagen, of voor na de gymles, kunt u uw kind als extra, of voor ‘s middags, een flesje water meegeven naar school.
9.7
Regels en afspraken.
Omdat wij willen dat ieder kind zich veilig voelt binnen onze school en op het schoolplein, en omdat we respectvol met elkaar en met elkaars spullen willen omgaan, hebben we met de kinderen regels afgesproken. Regels in de klas, regels binnen de school, voor buiten in de pauze en algemene schoolpleinregels. Kinderen krijgen een gevoel van geborgenheid wanneer de grenzen duidelijk aangegeven zijn en gehanteerd worden. Structuur geeft rust en ruimte. Veel onderlinge irritaties tussen de kinderen worden er mee voorkomen, wat de sfeer ten goede komt. U kunt desgewenst op school de afspraken inzien. De afspraken rond het voorkomen van pesten kunt u lezen in hoofdstuk 3.5. Voor u als ouders is het in ieder geval handig om te weten wat we met elkaar hebben afgesproken over het gebruik van het schoolplein voor en na schooltijd:, zodat u samen met ons het goede voorbeeld kunt geven aan de kinderen: • • • • • • • • • •
We komen naar school en gaan naar huis via de normale toegangswegen van het plein, dus niet via bosjes en over de hekken. Op het plein lopen we met de fiets aan de hand. Als je met de fiets komt, gebruik je de linker toegangspoort (Valkweg) Fietsen worden direct netjes op de afgesproken plekken geparkeerd. In verband met de veiligheid van andere (kleine!) kinderen komen we niet met skeelers, skateboards, steppen of iets dergelijks op het plein. We voetballen daarom ook niet op het plein voor schooltijd. Als de bel gaat (vijf minuten voor tijd) ga je direct in de rij staan en wacht je tot je leerkracht je groep komt halen. Je bent dus altijd 5 minuten voor schooltijd op school. Kleuters kunnen met hun ouders 5 à 10 minuten voor tijd vast rustig naar binnen. Om 8.30 en 13.00 uur start de les, dan hebbende ouders de school weer verlaten. Tussen de middag zijn alleen de overblijfkinderen op het plein. Vanaf 12.45 uur zijn alle kinderen weer welkom. (ouders, wilt u uw kind dus niet te vroeg naar school laten gaan) 57
• •
9.8
Vanaf een kwartier voor schooltijd is er een leerkracht aanwezig op het plein. Bij het verlaten van het plein na schooltijd is de conciërge (of een leerkracht) op het plein.
Hoofdluiscontrole.
Helaas komt het in Nederland regelmatig voor, vooral bij kinderen onder de twaalf jaar: hoofdluis. Een goede hygiëne heeft hier niks mee te maken; sterker nog: hoofdluizen voelen zich het prettigst op schoon haar. Besmetting is niet te voorkomen, maar we kunnen het op school wel zoveel mogelijk beperken. De beestjes verspreiden zich door "overlopen", bijvoorbeeld bij het samen spelen, stoeien en knuffelen en via jassen en mutsen op de kapstok. Op school proberen we het probleem in de hand te houden door regelmatig alle kinderen te controleren op hoofdluis. Dit gebeurt standaard elke eerste of tweede week na een schoolvakantie, en extra wanneer er hoofdluis geconstateerd is in een van de groepen. De controles worden uitgevoerd door een vaste groep ouders; die we oneerbiedig "de luizenmoeders" noemen. Wanneer zij hoofdluis bij uw kind constateren, zal een van deze moeders of de groepsleerkracht contact met u opnemen en zullen er op school ook maatregelen genomen worden. De luizencontrole betreft álle kinderen. U kunt dus niet aangeven dat uw kind niet gecontroleerd mag worden. Het is heel belangrijk dat u uw kind(eren) thuis zelf ook regelmatig controleert op luizen en neten. Kijk op onze site hoe u ze kunt herkennen. Meldt u het direct op school als uw kind hoofdluis heeft! Wij raden alle ouders aan om hun kind een luizencape mee te geven naar school. Hiermee wordt verspreiding via jassen aan de kapstok voorkomen. U kunt via school de duurzame en praktische bugbag met metalen ophanghaak à € 10,- bestellen. Informeer bij de groepsleerkracht of kijk op onze site onder de knop “diversen”.
58
Hoofdstuk 10 10.1
ONTWIKKELINGEN OP ONZE SCHOOL
Een lerende organisatie
Zoals eerder al genoemd, proberen wij steeds in ontwikkeling te blijven in het belang van goed onderwijs. Een school in ontwikkeling is een lerende organisatie. Dit is nodig; om scherp te blijven en om de ontwikkelingen in de maatschappij bij te houden. De kwaliteit van het onderwijs wordt er enorm door versterkt. In dit hoofdstuk geven we u een beknopt overzicht van de zaken waar wij ons de afgelopen tijd als team extra voor hebben ingezet en in geschoold zijn. Eveneens gaan we in op de onderwerpen waar we ons dit jaar mee gaan bezighouden.
10.2 Recente ontwikkelingen/huidig schooljaar We zijn enorm in ontwikkeling geweest de afgelopen jaren. Voor veel vakken zijn nieuwe, moderne methodes ingevoerd. We doen steeds meer met ICT. We zijn steeds beter in staat elk kind te bieden wat het nodig heeft, door middel van goed geplande groepsplannen in meerdere niveaus. We hebben een mooie lijn te pakken voor kinderen die meerbegaafd zijn. We zijn trots als we zien hoe kinderen met beperkingen zich bij ons ontwikkelen. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. We zijn als team van de PWA altijd gericht geweest op ontwikkeling en nemen geen genoegen met gemiddelde resultaten als we denken dat het beter kan. Vorig schooljaar hebben we o.a. gebruikt om al die goede ontwikkelingen goed te borgen. Maar ook dit jaar krijgen de ontwikkelingen van de afgelopen jaren nog steeds aandacht in onze onderwijskundige vergaderingen. Intervisie, evaluatie en bijstelling zijn daarbij de kernwoorden. ‘Teach like a champion’ In schooljaar 2014-2015 zijn we als team gestart met het kijken naar de basis van ons vak: lesgeven aan kinderen. We gaan met elkaar verder met het volgen van een teamcursustraject rondom het concept “Teach like a champion” . In de VS en Canada is op een wetenschappelijke manier onderzoek gedaan op grond van de vraag: “Hoe komt het dat sommige scholen er in slagen betere resultaten en gemotiveerdere leerlingen af te leveren dan andere scholen in vergelijkbare wijken en met vergelijkbare middelen?”. Uit dat onderzoek is naar voren gekomen dat het vooral aan bepaalde structuren in de school en bepaalde competenties van de leerkrachten lag. Vervolgens is men in kaart gaan brengen wélke structuren en wélke vaardigheden van de leerkrachten het meest van belang waren. Dat heeft ons geprikkeld! We willen ons graag verder laten inspireren! Schooljaar 2015 – 2016 gaan we hiermee verder. We houden u op de hoogte. Peuterspeelzaal in de school (zie ook 1.6) 59
Schooljaar 2014-2015 hebben we een stap kunnen maken in de richting van een meer “bredere” school. We zijn de samenwerking aangegaan met ‘Eigenwijs’, een christelijke organisatie voor kinderopvang. Op locatie Valkweg is ruimte in het gebouw gekomen doordat het leerlingaantal terugloopt. Die ruimte is nu verbouwd tot peuteropvangruimte. Schooljaar 2015-2016 zal gebruikt worden om zaken beter op elkaar af te stemmen en om te komen tot een doorgaande lijn. Intensivering samenwerking met bibliotheek. Met als doel om het lezen van boeken onder kinderen te motiveren en te stimuleren is de samenwerking met de bibliotheek geïntensiveerd. Inmiddels zijn er leesspecialisten aangesteld binnen de school. In overleg met de combinatiefunctionaris van de bibliotheek zal er in het kader van leesbeleving en leesmotivatie een aanbod voor de diverse groepen komen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het programma Bibliotheek aan Zet. Diverse onderzoeken Verschillende werkgroepen, bestaande uit teamleden, zullen evaluerende onderzoeken gaan doen naar bestaand beleid. Hierbij moet u denken aan kunst- en cultuureducatie, hoogbegaafdenbeleid, levensbeschouwelijk onderwijs, het aanbod Sociaal Emotionele Ontwikkeling en het pestpreventiebeleid. Zo blijven we als school in beweging, steeds op zoek naar het beste voor onze leerlingen, op zowel onderwijskundig, als pedagogisch gebied. We rennen op de Prins Willem-Alexanderschool niet klakkeloos achter hypes aan, die de politiek, of de maatschappij nogal eens over het onderwijs uitstort, maar hebben een onderzoekende, kritische, en lerende schoolcultuur. Precies wat we onze leerlingen ook willen meegeven. Op die manier kunnen wij oprecht zeggen dat we werken aan: “Een bijzondere basis, in een wereld van verschil” “Meer dan goed onderwijs”
60
Overzicht contactgegevens: PWA Locatie Valkweg Valkweg 2 3362 GH Sliedrecht 0184-41 60 57
[email protected] www.pwa95.nl
PWA Locatie Waalslaan Prof. van der Waalslaan 2 3362 SP Sliedrecht 0184-41 66 62
[email protected] www.pwa95.nl
Peuteropvang Eigenwijs PWA Valkweg 2 3362 CH Sliedrecht 06-24 87 81 20
[email protected] www.eigenwijskinderopvang.nl
Ziekmeldingen alleen telefonisch - voor 8.20 uur. Doorgeven van wijzigingen van uw adres, mailadres of telefoonnummer (vast én mobiel):
[email protected] Overblijf (TSO) Valkweg: 06 39 46 43 73, Waalslaan: 06 39 46 43 74 Voor- en naschoolse opvang BSO Pluk: Maaslaan 10, 0184-41 94 76 BSO SKA: Valkweg 8, 06-52420697 BSO Eigenwijs: Prickwaert 194, 06-24878120 Vereniging Christelijk Onderwijs Sliedrecht (VCOS) Dr. Langeveldplein 30, 3361 HE Sliedrecht o184-49 95 19 www.vcos.nl Alleen voor zeer dringende gevallen en calamiteiten buiten schooltijd: Noodnummer school: 06 22 29 85 34
61