Schoolgids Basisschool ’Jan Peters’ deel A 2015-2016
1
INHOUDSOPGAVE:
Voorwoord
2
Bestuursbeleid
2-3
Algemene doelstellingen
3
Visie van bs Jan Peters
3-4
De kerndoelen
4-6
Zorg voor kinderen
7
Leerlingvolgsysteem
7-9
Passend onderwijs
9 - 11
Godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs
11 - 12
Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van lesuitval
12
Verzuimregeling
12
Leerplicht
12 - 14
Klacht en klachtenprocedure
14 - 15
Toelating, verwijdering en schorsing
15 - 17
Gedragscode
17 - 18
Sponsoring
18 - 19
Verzekeringen
19 - 20
Peutergroep, voor-, na- & buitenschoolse opvang
20
Jeugdgezondheidszorg: samen gezond verder
20
2
BS Jan Peters
Dáár… waar je op elkaar rekent!
Basisschool ’Jan Peters’ Eyckholtstraat 7 6116 BR Roosteren tel.: 046 - 4491120 E-mail:
[email protected] Website : www.bsjanpeters-roosteren.nl
VOORWOORD
STICHTING KINDANTE
Geachte ouders/verzorgers,
Stichting Kindante bestuurt 40 scholen voor basisonderwijs in de gemeenten Beek, EchtSusteren, Sittard-Geleen, Schinnen, Stein en Maasgouw. Verder ressorteren onder het bestuur 3 SBO scholen en 2 SO scholen (ZMOK en ZMLK).
Voor u ligt deel A van onze schoolgids. We werken op onze school met 2 delen; een A - gedeelte met algemene informatie en een B - gedeelte met daarin de jaarkalender met geplande activiteiten, vrije dagen enz. en een aantal praktische zaken die betrekking hebben op het komende schooljaar. Dit deel verschijnt jaarlijks. Deel A wordt eenmalig verstrekt en verandert als er zaken gewijzigd worden. Op onze website www.bsjanpeters-roosteren.nl worden deze wijzigingen steeds verwerkt onder de knop schoolgids. In de schoolgids vindt u een overzicht van de meeste zaken die in en rond de school gebeuren. De schoolgids geeft duidelijk aan hoe wij op school ons onderwijs inrichten en waarom we dat zo doen. We geven aan wat u van ons mag verwachten. De school is verantwoordelijk voor het onderwijs, u als ouder bent verantwoordelijk voor de opvoeding. Dit alles in goed partnerschap in het belang van de groei en ontwikkeling van uw kind. Ook geeft de schoolgids antwoord op de meest voorkomende vragen van ouders. Heeft u suggesties of vragen over de inhoud van de gids of vragen over onze school dan horen wij dat graag. We wensen iedereen een fijn schooljaar toe! Team BS. Jan Peters Directeur: N. Hamers-Meekels
Schoolgids Basisschool ’Jan Peters’ deel A 2015-2016
De scholen van stichting Kindante zijn katholiek, protestants-christelijk, algemeen bijzonder of openbaar op een manier die bij onze tijd past. Binnen de scholen van Kindante staat het kind voorop. Ieder kind is uniek en heeft talenten. Kindante is een onderwijskundige organisatie waar alle talenten in onze scholen kansen krijgen, groot kunnen en mogen worden, waar een ieder ongeacht achtergrond of afkomst zich welkom, gekend en erkend weet in authenticiteit en autonomie. We bieden een omgeving die zich kenmerkt door veiligheid, uitdaging, plezier en transparantie en onderwijs dat boeit en uitdaagt en uit kinderen wil halen wat er in zit. Daar waar het moet en waar het ook kan, bieden we onderwijs op maat. Binnen ons onderwijs wordt het kind in staat gesteld zich te ontwikkelen tot een kansrijke medeburger welke zelfbewust en maatschappelijk betrokken deelneemt aan de samenleving”. Leren ‘leren’ en leren ‘leven’ is hierbij het motto. We willen niet alleen de kinderen maar ook hun ouders leren kennen omdat ze onze
3
belangrijkste educatieve partners zijn. Binnen het bestuurlijk concept van Kindante is het belangrijk dat iedere school binnen de wijk waarin de school gelegen is, tezamen met ouders vorm geeft aan het eigen schoolprofiel. Naast dat eigen gezicht van iedere school worden binnen Kindante onderwijskundige ontwikkelingen in gang gezet, waaraan alle scholen op een eigen manier en kijkend naar de schoolpopulatie vormgeven. Kindante-scholen willen kwaliteitsscholen zijn, waar de kinderen geprikkeld worden zich optimaal te ontwikkelen en nadrukkelijk ook de mogelijkheid krijgen zich veelzijdig en harmonisch te ontwikkelen. Over de bereikte resultaten en de mate waarin we hierin succesvol zijn leggen we intern en extern verantwoording af. Het College van Bestuur van Kindante bestaat uit: drs. Y. Prince en drs. P. Lemmens De voorzitter van de Raad van Toezicht is: mevr. C. Langen Het college van bestuur en het bureau Kindante zijn gehuisvest op onderstaand adres: Arendstraat 10 6135 KT Sittard tel. 046 – 4363366 Het postadres is: Stichting Kindante, Postbus 5156, 6130 PD Sittard
Het is ondoenlijk om in deze gids de kerndoelen van alle vakken te gaan opsommen. Onderstaande treft u een korte beschrijving aan van de typering van het gebied. De volledige kerndoelen liggen op school ter inzage.
VISIE VAN BS JAN PETERS De zes kernbegrippen waaraan wij onze visie en werkwijze ophangen zijn;
veiligheid, respect, vieren, uniek, competent, ontdekken. Veiligheid: Een van onze prioriteiten is het welbevinden van
onze
leerlingen.
We
zijn
een
kleinschalige school, waar veel ruimte is voor
persoonlijke
aandacht.
Het
pedagogisch klimaat staat hoog in ons vaandel. Door middel van de effectieve conflicthantering besteden
we
en
de
structureel
sociale
kring
aandacht
aan
sociaal-emotionele processen. We willen in deze
schoolplanperiode
de
sociaal-
emotionele processen en beleid vasthouden, evalueren
en
verdiepen.
Respect: We accepteren elkaars verschillen en zien verschillen als een kans. Met name door kinderen in verschillende samenstellingen te laten
samenwerken
(coöperatieve
werkvormen) leren we ze elkaars krachten inzien en gebruiken. Leerkrachten, ouders
ALGEMENE DOELSTELLINGEN Met ingang van 1 augustus 1998 zijn de herziende kerndoelen wettelijk van kracht geworden. Kerndoelen zijn instrumenten om de school in beweging te houden en te werken aan kwaliteit. Zij beschrijven het onderwijsaanbod op de basisschool in grote lijnen en geven daarnaast aan wat in elk geval aan de orde moet komen.
en kinderen communiceren met elkaar met respect. Samenwerken en communicatie zijn tevens 'skills' die we leerlingen mee willen geven voor hun toekomst.
Vieren: We
zijn
een
enthousiast
team,
zeer
gedreven en gericht op het positieve. Door dit voorbeeldgedrag willen we kinderen deze houding meegeven. We vieren dat wat goed gaat. Daarnaast zijn de jaarlijkse vieringen
4
BS Jan Peters
Dáár… waar je op elkaar rekent!
een belangrijk onderdeel van het curriculum,
Ontdekken:
waarbij we (informele) momenten creëren
Kinderen
waarbij we elkaar ontmoeten en de school
zichzelf ontdekken. Wie ben ik? Waar ben ik
een
goed in? We willen leerlingen zelfbewust en
ontmoetingsplek
is
voor
de
gemeenschap.
gaan
in
hun
schoolloopbaan
zelf verantwoordelijk maken voor hun eigen ontwikkeling. Het leren leren. Daarnaast ontdekken ze hun omgeving; de school, de gemeenschap, culturen en de wereld. We
Uniek: Onze school wil zoveel mogelijk tegemoet komen aan de unieke eigenschappen van onze
leerlingen.
Zo
hebben
wij
een
plusgroep, waar de meer- en hoogbegaafde leerlingen tijdens een structureel moment aandacht, begeleiding en feedback krijgen en
verder
uitgedaagd
worden
verschillende
op
manieren.
Ook in de groep willen wij zoveel mogelijk passend
onderwijs
differentiatie,
bieden.
en
activiteiten die passen bij de behoeften en van
kinderen.
Creativiteit is de laatste belangrijke peiler die meer
is
dan
alleen
handvaardigheid.
In
tekenen de
of
komende
schoolplanperiode willen we hier (tevens in samenwerking in de regio) verder vorm aan gaan
geven.
Competent: Het
allerbelangrijkste
is
dat
leerlingen
succeservaringen opdoen en gaan inzien waarin zij competent zijn. Sociaal competent is
hiervan
ook
onderdeel.
Waar bs Jan Peters onderscheidend in is op het
onderwijskundig
gebied
is
de
doorlopende taallijn van de onderbouw en de mate van aandacht voor het technisch lezen. We
streven
reële
doelen
en
hoge
verwachtingen na en volgen en analyseren de
opbrengsten
structureel.
Ten slotte willen we alle leerlingen ictcompetent
maken,
zodat
zij
digitale
middelen kunnen gebruiken bij o.a. het opdoen
van
groep
1
mee
binnenkomen,
blijven
stimuleren en ontwikkelen. We willen onze leerlingen ook in aanraking laten komen met wetenschap en techniek waarmee we ze leren om zowel kritisch als probleemoplossend te denken en werken.
DE KERNDOELEN
Instructie,
verwerkingsvormen
belevingswereld
willen de nieuwsgierige houding waar ze in
kennis.
Schoolgids Basisschool ’Jan Peters’ deel A 2015-2016
Er zijn twee typen kerndoelen voor het basisonderwijs: A. Leergebiedoverstijgende kerndoelen. Dit zijn kerndoelen die gericht zijn op het ontwikkelen of bevorderen van algemene vaardigheden en daarom niet moeten worden ondergebracht bij een specifiek leergebied. Deze doelen hebben betrekking op het gehele onderwijsaanbod van de basisschool. Ze zijn gegroepeerd rond zes thema’s: Werkhouding; De leerlingen hebben belangstelling voor de wereld om hen heen en ze zijn gemotiveerd deze te onderzoeken. ze kunnen gerichte vragen stellen; ze kunnen relevante informatie zoeken en gebruiken; ze hebben plezier in het leren van nieuwe dingen; ze zetten door wanneer iets niet direct lukt. Werken volgens plan; De leerlingen kunnen een plan opstellen en ernaar handelen. ze kunnen een doel formuleren; ze kunnen zich op een onderwerp oriënteren;
5
ze begrijpen bij eenvoudige problemen wat oorzaken en gevolgen zijn; ze kunnen uit het voorgaande conclusies trekken; ze kunnen grotere activiteiten stap voor stap indelen en uitwerken; ze kunnen achteraf beoordelen of hun planning een goede was; ze kunnen de resultaten van hun werk presenteren in de vorm van een toelichting, een spreekbeurt, een werkstuk, een uitstraling. Gebruik van uiteenlopende leerstrategieën; De leerlingen kunnen bij leeractiviteiten uiteenlopende strategieën en vaardigheden gebruiken. ze kunnen gerichte vragen stellen aan personen; ze kunnen feiten van meningen onderscheiden; ze kunnen relevante informatie zoeken en verwerken uit andere bronnen, waaronder een woordenboek, een atlas, een register; ze kunnen samenwerken en met elkaar overleggen om gezamenlijk tot oplossingen te komen; ze kunnen achteraf beoordelen of hun strategie een goede was. Zelfbeeld; De leerlingen leren met hun eigen mogelijkheden en grenzen om te gaan. ze hebben zelfvertrouwen; ze kunnen gedragsimpulsen beheersen; ze kunnen en durven voor zichzelf en anderen op te komen. Sociaal gedrag; De leerlingen leveren een positieve bijdrage in een groep. ze gaan respectvol met anderen om; ze handelen naar algemeen geaccepteerde normen en waarden; ze respecteren verschillen in levensbeschouwing en cultuur; ze durven in de groep voor hun eigen standpunt uit te komen; ze houden rekening met gevoelens en wensen van anderen; ze durven in de groep steun te geven aan iemand met een afwijkend standpunt;
6
BS Jan Peters
ze nemen verantwoordelijkheid voor te verrichten taken. Nieuwe media; De leerlingen maken verantwoord en doelbewust gebruik van communicatiemiddelen waaronder nieuwe media. ze kunnen een tekst maken en bewerken met een tekstverwerkingsprogramma op de computer; ze weten globaal welke mogelijkheden (digitale) informatiemedia hebben; ze kunnen met behulp van een computer digitale leermiddelen gebruiken. B. Leergebiedspecifieke kerndoelen. Dit zijn kerndoelen die betrekking hebben op een bepaald leergebied. Er worden zes leergebieden onderscheiden: Nederlandse taal Engelse taal Rekenen/wiskunde Oriëntatie op mens en wereld Lichamelijke opvoeding Kunstzinnige oriëntatie Oriëntatie op mens en de wereld is onderverdeeld in: aardrijkskunde; geschiedenis; samenleving; techniek; milieu; gezond en redzaam gedrag; natuuronderwijs. Kunstzinnige oriëntatie is onderverdeeld in: tekenen en handvaardigheid; muziek; spel/bevordering van het taalgebruik; beweging. De leergebieden zijn uitgewerkt in: een typering; hier wordt aangegeven waarover het leergebied gaat in het basisonderwijs.
kerndoelen; Hier wordt aangegeven welke inhouden uit het leergebied in elk geval aan alle leerlingen moeten worden aangeboden.
domeinen; Hier worden samenhangende kern doelen in een leergebied bijeengebracht onder een verzameltitel.
Dáár… waar je op elkaar rekent!
Typering van de gebieden
Nederlandse taal: Het onderwijs in Nederlandse taal is erop gericht dat de leerlingen vaardigheden ontwikkelen, waarmee ze deze taal doelmatig gebruiken in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen; kennis en inzicht verwerven omtrent betekenis, gebruik en vorm van taal; plezier hebben of houden in het gebruiken en beschouwen van taal.
Engelse taal: Door het aanbieden van Engelse taal maken we de kinderen al vroeg vertrouwd met een vreemde taal. Tevens wordt hiermee aandacht besteed aan de functie van Engels als belangrijke internationale taal. Leerlingen herkennen het Engels als bron van leenwoorden in het Nederlands. Ze leggen de basis voor spreken en lezen van de Engelse taal, uitgaand van alledaagse situaties. Leerlingen moeten daartoe een begin maken met de verwerving van een woordenschat, inzicht krijgen in zinsbouw en de betekenis van woorden kunnen achterhalen.
Rekenen/wiskunde: Het onderwijs in rekenen/wiskunde is erop gericht dat de leerlingen; verbindingen kunnen leggen tussen het onderwijs in rekenen/wiskunde en hun dagelijkse leefwereld; basisvaardigheden verwerven, eenvoudige wiskundetaal begrijpen en toepassen in praktische situaties; reflecteren op eigen wiskundige activiteiten en resultaten daarvan op juistheid controleren; eenvoudige verbanden, regels, patronen en structuren opsporen;
Als voorbeeld treft u onderstaand de typering van het gebied aardrijkskunde aan. De typeringen en kerndoelen van alle andere nog resterende vakgebieden liggen op school ter inzage.
Aardrijkskunde: Bij aardrijkskunde oriënteren de leerlingen zich op de wereld om hen heen, dichtbij en veraf. Ze komen er achter dat overal mensen hun omgeving hebben ingericht met bijvoorbeeld: huizen, akkers, weilanden, fabrieken, kantoren, winkels, wegen, kanalen, spoorlijnen, gebedshuizen, sportvelden. Tevens, dat die inrichtingselementen op een bepaalde manier verspreid zijn (ruimtelijke spreiding). Ze merken dat er sprake is van zowel verschillen als overeenkomsten met hun eigen omgeving. Ze leren dat de ruimtelijke inrichting en spreiding op verschillende schaalniveaus (eigen omgeving, Nederland, Europa, de wereld) het resultaat is van een combinatie van menselijke activiteiten en natuurlijke processen. De menselijke activiteiten kunnen heel divers zijn, van economische, sociale, politieke en culturele aard. Ze proberen zicht te krijgen op de ruimtelijke inrichting en spreiding met behulp van vragen die betrekking hebben op: waarnemen en beschrijven (Wat zie ik? Waar zie ik dat? Hoe ziet het eruit?); herkennen (Heb ik dat ergens anders ook wel eens gezien? Zie ik dat wel vaker?); verklaren (Hoe komt het? Waarom daar? Waarom daar zo?); waarderen (Wat vind ik ervan? Wat vinden anderen ervan? Kan het ook anders?). Ze kunnen omgaan met kaart en atlas, als belangrijke hulpmiddelen om de resultaten van hun zoektocht in beeld te brengen.
onderzoek- en redeneerstrategieën in eigen woorden kunnen beschrijven en gebruiken.
Oriëntatie op mens en de wereld: Onder dit leergebied zijn ondergebracht: aardrijkskunde, geschiedenis, samenleving, gezond en redzaam gedrag, natuuronderwijs, techniek en milieu.
Schoolgids Basisschool ’Jan Peters’ deel A 2015-2016
7
ZORG VOOR KINDEREN De onderwijskundige kant Ons onderwijs is gebaseerd op het jaarklassensysteem. Hierbij bieden we een gedifferentieerd aanbod en verwerking. De grootte van de groepen is sterk afhankelijk van het aantal aanmeldingen. Gecombineerde groepen zijn onvermijdelijk. We houden 3 maal per jaar leerlingbespreking en houden de vorderingen bij met een nauwgezet leerlingvolgsysteem. We maken gebruik van de in ons gebouw gevestigde bibliotheek en we gebruiken in alle groepen de computer. Wij toetsen regelmatig, zodat we snel in de gaten hebben, of een leerling extra hulp dan wel andere stof (bijv. verrijkingsstof) nodig heeft. Alle kinderen krijgen 3 keer per jaar een rapport. We beoordelen de vorderingen van de leerling en niet het kind zelf. Wij vinden dat de ouders er recht op hebben, te weten hoe de vorderingen zijn in vergelijking met andere kinderen. Wij proberen de kinderen een continu ontwikkelingsproces te laten doorlopen. In een uitzonderlijk geval geven wij ouders het advies om hun zoon/dochter een jaar over te laten doen. Een leerling die niet volgens verwachting en vermogen presteert, krijgt hulp. In een uiterste geval komt voor een kind, uiteraard na overleg met de ouder(s), het speciale onderwijs (sbo) in beeld. Maar dan hebben wij er in onze ogen alles aan gedaan om het kind op onze school, met onze middelen zo goed mogelijk te begeleiden.
Organisatie van de school Gezien de beperkte formatie moeten wij woekeren met de uren, waarover wij kunnen beschikken. Hoewel we moeten roeien met de riemen die we hebben, proberen we zoveel mogelijk rust, structuur en persoonlijke aandacht in onze schoolorganisatie te verwezenlijken. Voor een meer uitgebreid beeld van de organisatie van onze school verwijzen wij naar het formatieplan, de groepsindeling en het activiteitenplan.
8
BS Jan Peters
Informatievoorziening gescheiden ouders In het B gedeelte van de schoolgids kunt u lezen over de informatieplicht van school aan ouders. Dit protocol geldt voor alle Kindante scholen.
Kwaliteit en schoolverbetering Wij trachten op onze school door regelmatige evaluatie van het leerproces te komen tot prioriteiten voor onderwijsverbetering. Hierbij spreken de toetsgegevens en uitstroomgegevens van de leerlingen een belangrijke rol. Ons team is resultaat gericht, geïnteresseerd in de analyse van de onderwijsresultaten en staat open voor onderwijsvernieuwingen.
Zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Drie maal per schooljaar vinden er uitgebreide leerling-besprekingen plaats. Bij zorgleerlingen wordt bekeken of de gehanteerde procedures tot resultaat hebben geleid. Bij de laatste leerlingbespreking in het schooljaar wordt bekeken of de gehanteerde procedures nog voldoen.
LEERLINGVOLGSYSTEEM Op onze school hebben we een keuze gemaakt voor het leerlingvolgsysteem van CITO. We voelen ons als leerkrachten gezamenlijk verantwoordelijk voor alle kinderen. Dat betekent dat, als er problemen zijn, je die met elkaar probeert op te lossen. Het leerlingvolgsysteem kan daarbij een belangrijk hulpmiddel zijn. Iedereen registreert de gegevens op dezelfde manier, waardoor uitwisseling ervan veel eenvoudiger is. Alle toetsgegevens zijn geautomatiseerd. De meeste toetsen kennen een toetsmoment in de periode jan./febr. (middentoets) en in de maand juni (eindtoets). De intern begeleider (Gerrie Heil) bespreekt met de groepsleerkrachten de resultaten van de toetsen.
Dáár… waar je op elkaar rekent!
Opvallende zaken worden geanalyseerd en waar nodig wordt er aanvullende actie ondernomen. De ICT-er (Jan Geraedts) zorgt voor het beheer van het leerlingvolgsysteem. Zorgvuldig, regelmatig en tijdig bijhouden van de vorderingen van de leerlingen maakt het mogelijk om hun ontwikkeling optimaal te kunnen volgen. Alleen dan kunnen we komen tot differentiatie, zorgverbreding en onderwijs op maat. Het leerlingvolgsysteem is een meetlat waartegen we de vorderingen van onze leerlingen kunnen afzetten. Zo kunnen we vaststellen hoeveel iedere leerling er in een bepaalde periode bij heeft geleerd. We kunnen vaststellen of de ontwikkeling van een kind verloopt zoals die zou moeten verlopen. Door het jarenlang volgen van een groot aantal leerlingen gedurende hun basisschoolperiode, is de gemiddelde ontwikkeling bekend, maar ook de ontwikkeling boven of onder het gemiddelde. Dit maakt het mogelijk om prestaties van individuele kinderen te vergelijken met die van groepen kinderen in het land.
Het grote voordeel van het volgen van de ontwikkeling is dat toetsresultaten geen momentopnames meer zijn. Je kunt vroegtijdig signaleren en daarmee verdere terugval voorkomen. Door een goed inzicht in de gemaakte fouten en in het waarom van die fouten, kan leerstof anders worden aangeboden en kunnen fouten een volgende keer voorkomen worden.
De resultaten worden omgezet in een vaardigheidsscore en daarna vergeleken met de zogenaamde vergelijkingsgroep.
Deze zorg wordt door de groepsleerkracht in praktijk gebracht in overleg met de ouders. Op onze school hebben we een keuze gemaakt uit de volgende toetsen van het CITO-leerlingvolgsysteem:
Deze vergelijkingsgroep is ingedeeld in vijf niveaugroepen: Niveau I (20%): Ver boven het gemiddelde Niveau II (20%): Boven het gemiddelde Niveau III (20%): De gemiddelde groep leerlingen Niveau IV (20%): Onder het gemiddelde Niveau V (20%): Ver onder het gemiddelde Daarnaast kun je kijken of de groei die een kind heeft doorgemaakt een matige, een verrassende of een tegenvallende groei is.
Schoolgids Basisschool ’Jan Peters’ deel A 2015-2016
Het blijft niet bij toetsen alleen. Er is een systeem van planmatig handelen. Dit systeem kent de volgende onderdelen: signaleren (dit doe je met de toets; wat kan een kind wel al en wat nog niet?) analyseren (waardoor komt het dat de leerling bepaalde onderdelen nog niet beheerst?) handelen (je stelt een plan op voor de aanpak van het probleem) Tijdens de leerling-bespreking wordt de ontwikkeling van de leerlingen besproken. De intern begeleider volgt en stuurt (waar nodig) de zorg die aan risicoleerlingen wordt besteed.
Rekenen voor kleuters Taal voor kleuters Technisch lezen DMT+AVI Spelling Spelling werkwoorden Begrijpend lezen Rekenen en Wiskunde Viseon Entreetoets CITO eindtoets
(groep (groep (groep (groep (groep (groep (groep (groep (groep (groep (groep
1 en 2) 1 en 2) 3 t/m 8) 3 t/m 8) 3 t/m 8) 7 en 8) 3 t/m 8) 3 t/m 8) 3 t/m 8) 7) 8)
Leesonderwijs Al in groep 3 leren de kinderen lezen. Met behulp van de methodetoetsen en de Citotoets technisch lezen(voorheen toets leestechniek & leestempo) bepalen we het
9
technische leesniveau voor wat betreft het stillezen. We hanteren hierbij de indeling in 12 AVI-niveaus (van AVI-start t/m AVI-plus; zie artikel op onze website). Als een kind niet op niveau leest, dan nemen we als vervolgtoets de (begin 2009) vernieuwde AVI-leeskaarten af. Deze kaarten toetsen het hardop lezen. Hiernaast nemen we ook nog de DMT-toets(drie minutentoets) af. De DMT-toets geeft ons informatie over het woordlezen. De twee meetmomenten voor de Cito-leestoetsen zijn januari en juni. Kinderen die erg veel moeite hebben met lezen, krijgen extra hulp middels een aantal hulppakketten. Leesontwikkeling bij kinderen is een doorgaand proces dat niet bij alle kinderen even snel verloopt. Middels leesbevorderingactiviteiten en extra leestijd proberen we het leesonderwijs te verbeteren. We maken veelvuldig gebruik van onze schitterende schoolbieb. Hier kunnen de kinderen ook boeken voor thuis lenen. We verzoeken de ouders het lezen te stimuleren ! Zoek een boek dat past bij je interesses. Ook voorlezen past prima binnen de leesontwikkeling! Rapportage over de vorderingen van de leerlingen De leerling-evaluatie vindt plaats aan de hand van observaties, schriftelijke en mondelinge overhoringen en toetsuitslagen, methode gebonden en methode onafhankelijk. Deze bevindingen worden opgeslagen in de leerling-klappers, puntenlijsten en het leerlingvolgsysteem van C.I.T.O. en Esis. Van elke leerling ontstaat er op deze manier een uitgebreid leerling-dossier. Deze registratie vormt de basis voor de rapportage aan de ouders en de inbreng in de leerlingbespreking die regelmatig plaatsvindt.
10-minutengesprekken (2x per jaar voorafgaand aan de eerste 2 rapporten). Het gehanteerde criterium is: heeft een leerling in de afgelopen periode zijn capaciteiten in acht genomen voldoende vooruitgang geboekt. Zo niet, dan volgt extra hulp, die met de ouders wordt besproken (bijv. middels handelingsplan).
PASSEND ONDERWIJS Vanaf 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht. De belangrijkste doelstellingen zijn: Alle kinderen krijgen zo ‘passend mogelijk’ onderwijs, waarbij wordt gekeken naar de onderwijsbehoeften en talenten van de leerlingen (en minder naar wat ze niet kunnen). Kinderen gaan naar reguliere basisscholen, tenzij speciaal onderwijs noodzakelijk is. Kinderen hebben als dat kan een onderwijsplek nabij huis. Alle kinderen verdienen een plek in het onderwijs: geen thuiszitters. In het belang van de zorg voor kinderen is een beter afstemming tussen onderwijs en jeugdhulpverlening noodzakelijk. Door deze wijziging verdwijnt het eerdere systeem van zorgtoekenning. Hierdoor kan meer tijd besteed worden aan de daadwerkelijke begeleiding van het kind i.p.v. aan administratie en bureaucratie.
Passend onderwijs is in principe voor alle leerlingen op de basisscholen en scholen voor speciaal (basis)onderwijs bedoeld, maar zoomt in op leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften.
De rapportage aan de ouders vindt schriftelijk plaats door middel van rapporten (groep 1 en 2 krijgen nog geen rapport) en mondeling door
10
BS Jan Peters
Dáár… waar je op elkaar rekent!
Wat betekent het voor kinderen met intensieve en of specifieke ondersteuningsbehoeften? Voor leerlingen met intensieve en/of specifieke ondersteuningsbehoeften geldt een nieuwe regeling. De leerlinggebonden financiering (het ‘rugzakje’) verdwijnt en de wijze waarop leerlingen worden verwezen en toegelaten tot het speciaal (basis)onderwijs is anders geregeld. Als een school niet tegemoet kan komen aan de ondersteuningsvraag van een leerling, vindt allereerst een gesprek plaats met (onder meer) ouders. (Zie ook bij ‘Hoe wordt dit georganiseerd?’) Had uw kind in voorgaande jaren een ‘rugzakje’? Dan blijven de leerkracht en de IB-er op school uw eerste aanspreekpunt. Samen met u en met de ambulante begeleider vanuit het speciaal onderwijs, volgen zij de ontwikkeling van uw kind. Voor de ondersteuning krijgt het schoolbestuur financiële middelen die aan de scholen van de betreffende leerlingen beschikbaar worden gesteld. Wanneer zich veranderingen voordoen, bespreekt u dit altijd eerst met hen. Pas als de school ondanks alle ondersteuning niet in staat is uw kind aan ondersteuning te bieden wat hij/zij nodig heeft, wordt gekeken naar andere mogelijkheden. Wat betekent het voor deze school? Het is mogelijk dat gaandeweg meer kinderen op school komen met een extra ondersteuningsbehoefte. Dit gebeurt alleen als de school en de leerkrachten voldoende in staat zijn om deze leerlingen binnen de groep de noodzakelijke ondersteuning te bieden. Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel opgesteld, waarin ze beschrijft welke vorm(en) van ondersteuning ze kan bieden (voor het schoolondersteuningsprofiel verwijzen wij naar onze site) Ook wordt aan elke school een contactpersoon vanuit het ondersteuningsteam gekoppeld, dat de school adviseert, begeleidt en ondersteunt in
Schoolgids Basisschool ’Jan Peters’ deel A 2015-2016
het versterken van de onderwijskwaliteit en in het bijzonder de leerlingondersteuning. Een ondersteuningsteam bestaat uit een psycholoog of orthopedagoog, een specialist uit het speciaal (basis)onderwijs en een jeugd- en gezinswerker. Gesprekspartner vanuit de school is in elk geval de intern begeleider. Door het inzetten van ondersteuningsteams op alle scholen hopen we de vastgestelde kwaliteiten van basisondersteuning te realiseren. Hoe wordt dit georganiseerd? Passend onderwijs en de ondersteuningsstructuur in het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Midden-Limburg Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht geworden. In een nieuw gevormd Samenwerkingsverband (SWV) Passend Onderwijs Midden-Limburg hebben alle schoolbesturen de taak voor alle leerlingen die wonen binnen de regio van dit SWV een zo passend mogelijke plek in het onderwijs te bieden. Passend onderwijs is in principe bedoeld voor alle leerlingen op de basisscholen en scholen voor speciaal (basis)onderwijs, maar zoomt in op leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Belangrijkste doelstellingen van passend onderwijs zijn: - Zo passend mogelijk onderwijs aanbieden en daarbij kijken naar de onderwijsbehoeften van de leerlingen en minder naar de beperkingen. - Leraren beter toerusten: passend onderwijs en afstemmen op ondersteuningsbehoeften van een leerling in de klas staat of valt met de mogelijkheden en competenties van de leerkracht(en). - Minder bureaucratie: het complexe systeem van toekenning van extra ondersteuning verdwijnt. Geen onnodige administratieve last, geen wachtlijsten, geen lange indicatieprocedures. - Het financiële systeem dat bij de nieuwe regeling passend onderwijs hoort moet beheersbaar en transparant zijn. - Geen thuiszitters: alle kinderen verdienen een plek in het onderwijs.
11
-
Er moet afstemming zijn tussen onderwijs en jeugdhulp. Gemeenten worden verantwoordelijk voor jeugdhulp. Daarmee moet er afstemming plaatsvinden tussen het ondersteuningsplan van het SWV en het jeugdbeleid van gemeenten.
Het SWV Midden-Limburg bestaat uit de schoolbesturen voor regulier en speciaal onderwijs in de gemeenten Roermond, Roerdalen, Echt-Susteren, Maasgouw en Leudal. Het bestuur van het SWV heeft een ondersteuningsplan vastgesteld. In dit plan beschrijft men het ‘wat’ en het ‘hoe’ van het SWV voor de periode 2014-2018. Dit plan is na instemming van de ondersteuningsplanraad, samengesteld uit een afvaardiging van ouders en personeel, en met instemming van de betrokken gemeenten vastgesteld. De schoolbesturen en hun scholen werken samen aan de uitvoering van dit plan. Daarin staan zij niet alleen. Ze werken daarbij samen met bovengenoemde gemeenten en met organisaties als bijv. het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), de Jeugd GezondheidsZorg (JGZ), enz. Voor alle scholen is een ambitieus niveau van de basisondersteuning vastgesteld. In hun schoolondersteuningsprofiel hebben alle scholen het niveau van de basisondersteuning op dit moment beschreven. Om het ambitieuze niveau van basisondersteuning te bereiken krijgen scholen begeleiding van ondersteuningsteams. Aan elke school of cluster van scholen is een ondersteuningsteam gekoppeld, dat de school adviseert, begeleidt en ondersteunt in het versterken van de kwaliteit van onderwijs en de leerlingondersteuning in het bijzonder. Een ondersteuningsteam bestaat tenminste uit een psycholoog of orthopedagoog, een specialist uit het speciaal (basis)onderwijs en een jeugden gezinswerker. Gesprekspartner vanuit de school is in elk geval de intern begeleider. Door het inzetten van ondersteuningsteams op alle scholen hopen we de vastgestelde ambities t.a.v. de kwaliteit van basisondersteuning te realiseren.
Extra ondersteuning. Voor leerlingen met intensieve en/of specifieke ondersteuningsbehoeften geldt de volgende regeling.
12
BS Jan Peters
Indien de ondersteuningsvraag van een leerling de mogelijkheden van de school waar de leerling wordt aangemeld overstijgt, kan de school samen met ouders en het ondersteuningsteam een deskundigenadvies formuleren. Wanneer het deskundigenadvies een aanvraag voor plaatsing in het speciaal(basis)onderwijs inhoudt, wordt dit deskundigenadvies aan een bovenschools toetsingsorgaan (BTO) aangeboden. Het BTO geeft dan een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af, op basis waarvan de leerling kan worden geplaatst in het SBO of het SO. In principe geeft het BTO altijd een tijdelijke TLV af, behalve voor die leerlingen waarvan door de complexiteit van de problematiek en intensiteit van ondersteuningsbehoeften duidelijk is dat opvang in een specialistische setting voor langere duur noodzakelijk is. Informatie. Voor verdere informatie over het ondersteuningsteam of het BTO kunt u contact opnemen met de intern begeleider van de school. Het ondersteuningsplan van het SWV Passend Onderwijs Midden-Limburg staat op de website van het SWV Midden-Limburg: www.swvpo3102ml.nl Algemene informatie over passend onderwijs kunt u vinden op de site : www.passendonderwijs.nl. Het adres van het SWV Passend Onderwijs Midden-Limburg is: SWV PO 31-02 Midden-Limburg Postbus 3043, 6093 ZG Heythuysen Tel. 0475-550449 E-mail:
[email protected]
GODSDIENST- EN LEVENSBESCHOUWELIJK VORMINGSONDERWIJS Godsdienst wordt apart op het activiteitenplan vermeld en de leerstof wordt behandeld volgens de methode: ”Reis van je leven” samenspel” voor groepen 1 t/m 8. Geestelijke stromingen wordt alleen voor groep 8 vermeld en via zelfstandige leertaken, betreffende Jodendom,
Dáár… waar je op elkaar rekent!
Christendom, Islam, Boeddhisme en Hindoeïsme maken de leerlingen zich de stof eigen. Verder wordt er aandacht besteed aan kerkelijke feesten, dit gebeurt in overleg met de catechese werkgroep van de parochie.
MAATREGELEN TER VOORKOMING EN BESTRIJDING VAN LESUITVAL A. Bij ontvangst van melding van afwezigheid van een leraar schat de directeur aan de hand van de ter beschikking staande gegevens in hoe lang vervanging noodzakelijk zal zijn. B. Allereerst raadpleegt hij de vervangerswebsite “Clooser”. C. Indien het niet lukt om vervanging te krijgen treedt het volgende noodscenario in werking: De leerlingen van de groep van de afwezige leraar worden de betreffende eerste dag binnen de school opgevangen. Indien in de loop van de dag blijkt, dat er nog geen vervanging beschikbaar is, worden de ouders/verzorgers er schriftelijk middels hun kinderen van in kennis gesteld, dat de betreffende leerlingen tot nader order thuis moeten blijven. De directeur zal blijven proberen vervanging te krijgen. Voor die ouders/verzorgers die beslist geen opvang kunnen regelen, biedt de school de mogelijkheid tot opvang op school. Mocht blijken dat vervanging alsnog geregeld kan worden, dan worden de betreffende ouders/verzorgers hiervan telefonisch op de hoogte gesteld en komen die leerlingen de daarop volgende dag weer naar school. Het voorgaande geldt ook als de
Schoolgids Basisschool ’Jan Peters’ deel A 2015-2016
afwezige leerkracht gemeld heeft dat het werk weer hervat kan worden. Dit protocol is door het bevoegd gezag aangenomen en is voorgelegd aan de Medezeggenschapsraad van de school en ter kennis gebracht van de Inspecteur van het Primair Onderwijs. In de praktijk blijkt de ervaring dat er in de laatste jaren geen onverhoopt lesuitval heeft plaatsgevonden n.a.v. ziekte.
VERZUIMREGELING We proberen het verzuim door de leerlingen preventief te beperken middels het creëren van een goede sfeer op school, zodat de kinderen zich veilig voelen en graag naar school komen en niet bij de kleinste verkoudheid ’schoolziek’ zijn. Dagelijks wordt door de conciërge gecontroleerd op afwezigheid. Als de afwezigheid niet gemeld is, wordt uit veiligheidsoverwegingen direct contact opgenomen met het thuisfront.
LEERPLICHT Het doel van de leerplicht is om zoveel mogelijk kinderen gebruik te laten maken van hun recht op onderwijs. Omdat deze leerplicht zo belangrijk wordt gevonden is dat in een wet vastgelegd namelijk de leerplichtwet. In de leerplichtwet zijn regels opgenomen waaraan ouders, leerlingen maar ook scholen aan moeten voldoen. De leerplichtwet kent dus een aantal verplichtingen. In de eerste plaats richt de wet zich tot de ouders/verzorgers en legt aan iedere ouder/verzorger twee verplichtingen op : 1. De verplichting om te zorgen, dat een jongere als leerling van een school is ingeschreven; deze begint op de eerste schooldag van de maand volgend op die waarin de jongere de leeftijd van vijf jaar bereikt.
13
2. De verplichting, er na inschrijving voor te zorgen dat de leerling de school ook geregeld bezoekt, deze begint op de dag waarop de leerling op die school kan plaats nemen. De leerplichtwet richt zich ook tot de jongeren. Jongeren vanaf 12 jaar zijn ook zelf verplicht zorg te dragen voor een correct schoolbezoek. Volledige leerplicht Het kind is volledig leerplichtig tot aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan het kind ten minste twaalf volledige schooljaren een of meer scholen heeft bezocht. Indien dit niet kan worden vastgesteld dan geldt als regel dat het kind geen volledige leerplicht meer heeft na het einde van het schooljaar waarin het kind de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt. Voor een leerling die een groep op de basisschool overslaat telt zijn basisschooltijd voor de berekening van de leerplichtperiode toch voor acht jaar. Kwalificatieplicht Na de volledige leerplicht geldt de kwalificatieplicht. Dit betekent, dat het kind naar school moet tot zijn/haar 18e verjaardag. Het kind hoeft dan niet meer alle dagen naar school, maar kan ook gedeeltelijk werken en gedeeltelijk naar school gaan. Als het kind eerder dan zijn/haar 18e verjaardag een diploma HAVO, VWO of MBO niveau 2 haalt, heeft hij/zij een startkwalificatie en is hij/zij niet meer verplicht om naar school te gaan. Het mag natuurlijk nog wel. Het kan voorkomen dat een kind de school niet kan bezoeken, dat is b.v. het geval bij ziekte, schoolsluiting of het vervullen van plichten die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging. Ook kent de wet vrijstelling wegens gewichtige omstandigheden en bestaan er duidelijke regels voor extra vakantieverlof. Verlof wegens gewichtige omstandigheden: In geval van gewichtige omstandigheden kan verlof worden verleend. Ouders moeten
14
BS Jan Peters
hiervoor een aanvraag indienen bij de directeur van de school. Onder gewichtige omstandigheden worden omstandigheden verstaan waarop leerling en ouders geen invloed hebben, zoals bijvoorbeeld: Het voldoen aan een wettelijke verplichting; Begrafenis; Huwelijk; Een 25-,40- en 50-jarig ambtsjubileum van ouders; Een aanvraag om verlof wegens gewichtige omstandigheden tot en met 10 dagen is ter beoordeling van de directeur. Een aanvraag om verlof wegens gewichtige omstandigheden langer dan 10 schooldagen is ter beoordeling van de leerplichtambtenaar. Extra vakantie wordt niet als gewichtige omstandigheid aangemerkt. Indien geen verlof wordt verleend door de directeur of de leerplichtambtenaar kunt u een bezwaarschrift indienen. Vakantieverlof: Buiten de schoolvakantie mag geen (extra) vakantieverlof verleend worden, tenzij de specifieke aard van het beroep ouders ertoe dwingt buiten alle schoolvakanties op vakantie te gaan. Deze specifieke aard van het beroep moet kunnen worden aangetoond. Daarnaast gelden de volgende voorwaarden: Het verlof mag niet vallen in de eerste twee weken van het schooljaar en mag niet langer duren dan 10 schooldagen; Het verlof kan slecht één keer per schooljaar worden verleend; De aanvraag moet ten minste acht weken van te voren bij de directeur worden ingediend. Ook hierbij geldt dat indien geen verlof wordt verleend door de locatiedirecteur u een bezwaarschrift kunt indienen. Ouders/verzorgers kunnen hun vierjarig kind op een basisschool laten inschrijven. Zij zijn dan vervolgens verplicht ervoor te zorgen dat het kind de school regelmatig bezoekt zodra het op de basisschool kan plaats nemen. M.a.w. ze zijn niet verplicht het kind te laten inschrijven maar als het kind voor het vijfde jaar is ingeschreven is het wel de
Dáár… waar je op elkaar rekent!
bedoeling dat ze ervoor zorgen dat het de school ook regelmatig bezoekt. De directeur van de school ongeoorloofd schoolverzuim te de leerplichtambtenaar. Ook als school voortijdig verlaat leerplichtambtenaar daarvan gesteld te worden.
is verplicht melden aan een kind de dient de in kennis
Het toezicht op de naleving van de leerplichtwet door ouders/verzorgers en leerlingen is opgedragen aan Burgemeesters en Wethouders. Zij wijzen één of meerdere leerplichtambtenaren aan die dit toezicht uitvoeren. Wanneer ouders/verzorgers en jongeren vanaf 12 jaar, de leerplichtwet niet naleven, kan de leerplichtambtenaar vanuit zijn bevoegdheid als buitengewoon opsporingsambtenaar een proces-verbaal opmaken. Het niet nakomen van de verplichtingen is strafbaar gesteld. Het toezicht op de naleving van de leerplichtwet door de scholen is opgedragen aan de Inspectie voor het Onderwijs, die hierin vaak samenwerken met leerplichtambtenaren. Melding afwezigheid: Ouders hebben de plicht om afwezigheid van hun kind te melden bij de school. Indien ouders hierbij in gebreke blijven wordt dit aangemerkt als ongeoorloofd schoolverzuim.
KLACHTEN EN KLACHTENPROCEDURE In het kader van de Kwaliteitswet heeft stichting Kindante een klachtenregeling vastgesteld, die op iedere school ter inzage ligt. Op basis van deze regeling kunnen ouders en leerlingen klachten indienen over gedragingen en beslissingen – of het nalaten daarvan – van bijvoorbeeld het bestuur en het personeel. Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs, inclusief de randvoorwaarden. Door de klachtenregeling ontvangt het College van Bestuur van
Schoolgids Basisschool ’Jan Peters’ deel A 2015-2016
Kindante en de school signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en de goede gang van zaken op school.
Interne klachtenprocedure Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze kunnen worden afgehandeld. Over het algemeen is het wenselijk dat men een probleem eerst bespreekt met de eigen leerkracht. Als dit niet mogelijk is of onvoldoende oplossing heeft gegeven, is een gesprek met de directie bij voorkeur de volgende stap. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan met een beroep doen op de klachtenregeling. Dit houdt in dat men de klacht in eerste instantie ter sprake kan brengen bij de interne vertrouwenspersoon van de school en als dit niet lukt bij een van de externe vertrouwenspersonen die door Kindante zijn aangesteld. De interne vertrouwenspersonen zijn op de hoogte van de mogelijke stappen die ondernomen kunnen worden om de ouder of leerling met een klacht te ondersteunen bij het zoeken naar een oplossing. De interne vertrouwenspersonen beschikken over contactadressen en kunnen desgewenst begeleiding bieden of doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon. De klachten worden vertrouwelijk en zorgvuldig behandeld. Elke school van Kindante heeft een eigen vertrouwenspersoon, ook kent Kindante een bovenschoolse interne vertrouwenspersoon. Deze is bereikbaar via het bureau van Kindante: tel. 046-4363366.
Externe klachtenprocedure Indien de klager dit wenst, begeleidt de externe vertrouwenspersoon hem/haar bij het indienen van de op schrift gestelde klacht bij het College van Bestuur van Kindante of bij de Landelijke Klachtencommissie. Wordt een klacht
15
ingediend bij de Landelijke Klachtencommissie dan ontvangt Kindante hiervan altijd een kopie. De interne vertrouwenspersoon van onze school is: Gerrie Heil (intern begeleider) De externe vertrouwenspersonen voor onze school zijn: Mevr. M. van Daal en Dhr. J. Pörteners
Bereikbaarheid externe vertrouwenspersonen Indien een vertrouwenspersoon gedurende meerdere dagen telefonisch niet bereikbaar is, verzoeken wij u contact op te nemen met het bureau van Kindante, tel. 046-4363366, waar u wordt doorverwezen naar een van de andere vertrouwenspersonen, die de waarneming op zich heeft genomen. 1. Adres Landelijke Klachtencommissie: Kindante heeft zich voor alle geschillenregelingen aangesloten bij de Stichting Onderwijsgeschillen. Hieronder valt ook de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. Het adres van de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs is: Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Postbus 85191 3508 AD Utrecht Tel: (030) 280 95 90 E-mail:
[email protected] Website: www.onderwijsgeschillen.nl
2. Adressen Externe vertrouwenspersonen: De externe vertrouwenspersonen voor: de scholen in de gemeente Sittard-Geleen (m.u.v. Grevenbicht/Obbicht), gemeente Echt-Susteren, en de drie sbo-scholen zijn: Mevr. M. van Daal Achter de Kruiskapel 29, Grevenbicht tel. 046-4858763 e-mail:
[email protected]
16
6127
BS Jan Peters
BX
Dhr. J. Pörteners Dieterderweg 106, 6114 JM Susteren tel. 06-47002226 e-mail:
[email protected]
3. Meldpunt Vertrouwensinspecteur: Bij de onderwijsinspectie zijn eveneens vertrouwensinspecteurs aangesteld. De vertrouwensinspecteur vervult een klankbordfunctie voor leerlingen en personeelsleden die slachtoffer zijn van seksuele intimidatie of die worden geconfronteerd met seksuele intimidatie jegens andere leerlingen of personeelsleden. De vertrouwensinspecteur is te bereiken bij het Landelijk Meldpunt Vertrouwensinspectie.
Landelijk Meldpunt Vertrouwensinspectie tel. 0900-1113111
TOELATING, VERWIJDERING SCHORSING
EN
Uitgangspunt van de scholen van Kindante is de keuzevrijheid van de ouders. Zij zoeken de school die het beste aansluit bij hun kind en bij hun eigen opvattingen. Onze school behoort tot Stichting Kindante en is een katholieke school waarbij de katholieke geloofsovertuiging ten grondslag ligt aan het aangeboden onderwijs. Bij de toelating van leerlingen zal in principe geen onderscheid worden gemaakt op grond van godsdienst of levensbeschouwing. Onze school voert een open toelatingsbeleid ten aanzien van de richting. M.a.w. zowel katholieke kinderen als kinderen met een andere godsdienstige of levensbeschouwelijke achtergrond worden toegelaten. Voorwaarde is wel dat ouders bij toelating aangeven dat zij de grondslag zullen respecteren.
Dáár… waar je op elkaar rekent!
Indien ouders de grondslag van de school niet kunnen respecteren heeft de school het recht om een leerling te weigeren op grond van godsdienstige gezindheid of levensbeschouwing, indien binnen redelijke afstand van de woning van de leerling gelegenheid bestaat tot het volgen van openbaar onderwijs.
Verwijdering van de basisschool Verwijdering van de basisschool Het bevoegd gezag kan overgaan tot verwijdering als: de school niet aan de zorgbehoefte van de leerling kan voldoen; er sprake is van ernstig wangedrag van de leerling en/of de ouders.
Vanaf 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Ingaande deze datum heeft elke school/bestuur een zorgplicht. Indien de school bij aanmelding niet de noodzakelijke ondersteuning kan geven op basis van de hulpvragen van het kind is de school/bestuur verplicht de ouder te begeleiden naar een andere passende plek.
De beslissing over verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. Voordat tot verwijdering wordt besloten hoort het bevoegd gezag de betrokken groepsleerkracht en directeur van de school. De school heeft de plicht gedurende 8 weken te zoeken naar een andere school, die bereid is de leerling toe te laten.
Bij aanmelding hebben de ouders wel de plicht om alle relevante en juiste informatie te verstrekken of dienen ouders toestemming te geven dat de school informatie kan opvragen aan derden. Daarnaast kan de school ten behoeve van het vaststellen van de onderwijsbehoeften van het kind de ouders verzoeken eerst aanvullend onderzoek te laten verrichten.
Onderstaande procedureregels zijn van toepassing: 1. De ouders worden gehoord over het voornemen tot verwijdering; 2. Het bevoegd gezag deelt het gemotiveerd besluit tot verwijdering schriftelijk aan de ouders mee, alsook eventuele andere maatregelen. Er moet een gemotiveerd schriftelijk besluit zijn waarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om bezwaar in te dienen bij het bevoegd gezag; 3. De ouders kunnen binnen 6 weken een bezwaarschrift indienen; 4. Het bevoegd gezag is verplicht om de ouders te horen over het bezwaarschrift; 5. Het bevoegd gezag moet binnen 4 weken na de ontvangst van het bezwaarschrift beslissen; 6. Het bevoegd gezag meldt het besluit tot verwijdering van de leerling terstond aan de Inspectie van het onderwijs en de leerplichtambtenaar. Zo nodig wordt ook Jeugdzorg geïnformeerd.
Bij de invoering van Passend Onderwijs dienen alle kinderen een passende plek te krijgen binnen de totale zorgstructuur van het Samenwerkingsverband in de regio. Voorkomen moet worden, dat de leerling nergens terecht kan en thuis komt te zitten. De toelating mag niet afhankelijk worden gesteld van een geldelijke bijdrage van de ouders. (zie elders in deze schoolgids). De school dient het besluit om een leerling niet toe te laten schriftelijk met redenen omkleed aan de ouders mee te delen. De ouders kunnen tegen dat besluit bij het bevoegd gezag schriftelijk bezwaar indienen, binnen zes weken na de beslissing. Het bevoegd gezag is verplicht de ouders te horen en moet binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift beslissen. Daarna zouden de ouders nog een beroep kunnen doen op de burgerlijke rechter.
Schoolgids Basisschool ’Jan Peters’ deel A 2015-2016
Schorsing van leerlingen Schorsing valt onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. De volgende zorgvuldigheidseisen zijn belangrijk: 1. Het bevoegd gezag kan de leerling voor een beperkte periode schorsen, nooit voor onbepaalde tijd (maximaal 5 dagen);
17
2. De schorsing vindt eerst plaats na overleg met de leerling, ouders en groepsleerkracht; 3. Het bevoegd gezag deelt het gemotiveerd besluit tot schorsing schriftelijk aan de ouders mee, alsook eventuele andere maatregelen; De directeur is gemandateerd namens het bevoegd gezag deze brief te ondertekenen nadat hierover overleg heeft plaatsgevonden met het domein onderwijs; 4. De school stelt de leerling in staat, door het opgeven van huiswerk, de leerstof bij te houden en zo te voorkomen dat deze achterstand oploopt; 5. Voordat de leerling terugkeert naar school vindt altijd een gesprek plaats met de ouders en zo mogelijk de leerling. Na afloop van dit gesprek worden gemaakte afspraken schriftelijk vastgelegd; 6. Het bevoegd gezag stelt de inspectie van het onderwijs en de leerplichtambtenaar in kennis van de schorsing en de redenen daarvoor. Zo nodig wordt ook de jeugdzorg geïnformeerd.
situaties denkbaar waarin ”een aai over de bol” heel troostend kan werken. Met elkaar omgaan, is tonen van wederzijds respect. Iedereen houdt daarom zijn/haar handen thuis. Of dat nu de kinderen of leerkrachten ten opzichte van elkaar zijn of de leerkracht ten opzichte van het kind. Als een kind hinder ondervindt van een ander moet hij/zij dat melden aan de leerkracht (tijdens pauzes is er per toerbeurt toezicht van 08.15-08.25 uur, van 10.1510.30 en van 12.15-12.45 uur). Samen proberen we in alle redelijkheid probleempjes op te lossen en moeilijkheden te voorkomen. Dit alles binnen het systeem van de conflicthantering(zie artikels op onze site). Nablijven: Dit wordt altijd van te voren door de leerlingen thuis kenbaar gemaakt. We proberen het nablijven te beperken, maar soms zal het nodig zijn. Als het nablijven een één-op-één situatie betreft, zal altijd de collega-leerkracht uit de klas ernaast worden ingelicht over het feit dat er iemand nablijft. De deur van het lokaal staat dan altijd open en het nablijven duurt uiterlijk een half uur. Aan- en uitkleden: in de onderbouw worden (indien dit nodig is) kinderen geholpen met aan- en uitkleden. In de bovenbouw gebeurt dit niet meer.
GEDRAGSCODE (omgang leerkrachten met leerlingen): Op onze school hanteren we een gedragscode, onder meer om ongewenste intimiteiten te voorkomen. We hebben een aantal duidelijke regels opgesteld om kinderen te beschermen, maar ook om volwassenen te beschermen tegen onduidelijke situaties, verkeerde interpretaties en valse aangifte. Hier een overzicht van de regels op onze school: Knuffelen/op schoot nemen: in de onderbouw kan het voorkomen dat leerlingen op schoot worden genomen. Dit gebeurt alleen, wanneer de leerlingen dit zelf aangeven. In de bovenbouw gebeurt dit niet meer. Wel vinden we dat ”een aai over de bol” verbieden wel erg ver gaat. Er zijn
18
BS Jan Peters
Gymnastiek: tijdens de verschillende oefenonderdelen die in het gymnastiekprogramma worden aangeboden zal hulpverlening door de leerkracht vaak nodig zijn. Deze hulpverlening zal op een deskundige manier plaatsvinden. Toch zal het wel eens kunnen voorkomen dat bij een dreigende val een leerling niet op de voorgeschreven manier opgevangen kan worden. We kiezen er in zo’n situaties voor om prioriteit te geven aan de veiligheid van het kind. Indien mogelijk worden leerlingen ingeschakeld bij de hulpverlening. Jongens en meisjes kleden zich vanaf groep 3 elk in een apart kleedlokaal om. De vrouwelijke leerkracht zal bij de meisjes toezicht houden, de mannelijke leerkracht bij de jongens.
Dáár… waar je op elkaar rekent!
In groep 3 wordt zowel bij de meisjes als ook bij de jongens toezicht gehouden. De leerkracht betreedt na een duidelijk klopsignaal op de deur het kleedlokaal om te controleren of alles netjes is achtergelaten. Daarna loopt men gezamenlijk terug naar school. Leerlingen thuis uitnodigen: in principe worden kinderen niet alleen bij een leerkracht thuis uitgenodigd. Wanneer een groep kinderen de leerkracht bezoekt, alleen met instemming van de ouders. Schoolverlaterskamp: tijdens zo’n activiteit gelden dezelfde gedragsregels als in de schoolsituatie. Een leerkracht slaapt nooit alleen bij de kinderen. In principe begeleiden vrouwelijke stafleden (leerkrachten, mensen van de oudervereniging of ouders) de meisjes. Toezicht op de slaapzalen zal bij voorkeur met tweetallen geschieden. De slaapvertrekken worden door de leiding betreden na een duidelijk teken vooraf. De slaapvertrekken dienen niet als verblijfsruimte, maar enkel als slaapvertrek. De school behoudt zich het recht voor om kinderen niet mee te nemen op schoolkamp. Ophalen na schooltijd: mocht het voorkomen dat men vergeet een kind na schooltijd af te halen dan zal de school telefonisch contact opnemen met het thuisfront. Het thuisbrengen van de leerling met de eigen auto gebeurt niet. Indien één van de ouders melding maakt van vermeende ongewenste intimiteiten door een van de teamleden zal er altijd aangifte gedaan worden bij de politie. Dit ter bescherming van zowel leerlingen als leerkrachten. Op onze school praten we vaak over de omgang met elkaar. In de wekelijkse sociale kring stellen we samen verbeterpunten op waar iedereen aan werkt.
SPONSORING Bij de organisatie van buitenschoolse activiteiten zoals bijvoorbeeld een fancyfair, een kerstmarkt, e.d. bestaat de mogelijkheid dat wij gebruik maken van sponsorgelden. Deze zijn dan in eerste instantie bedoeld om kostendekkend voor de organisatie van deze festiviteiten te zijn. De geldelijke opbrengst van deze activiteiten, wordt dan weer besteed om andere activiteiten en extraatjes in en buiten schoolverband te organiseren. Bij sponsoring liggen de onderstaande drie belangrijke uitgangspunten ten grondslag: Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen.
VERZEKERINGEN Stichting Kindante heeft voor alle leerlingen van al haar scholen een aantal Collectieve verzekeringen afgesloten, die we hieronder graag nader toelichten. De Aansprakelijkheidsverzekering: Stichting Kindante heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten
Schoolgids Basisschool ’Jan Peters’ deel A 2015-2016
19
voor die situaties dat zij verantwoordelijk wordt gehouden voor het doen of laten van haar leerlingen en personeelsleden (*), zolang zij onder toezicht staan van de school. Onder toezicht staan van de school betekent dus, tijdens schooluren, schoolreizen en excursies. Maar bijv. niet op weg van huis naar school en terug. Omdat deze polis dus de aansprakelijkheid van Stichting Kindante dekt in de zin van nalatig handelen dan wel verwijtbaar handelen voor het doen of laten van haar leerlingen en personeelsleden (*), kan het onder bepaalde omstandigheden voorkomen dat een schade niet onder de schoolpolis thuishoort, maar gemeld moet worden bij de eigen aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren van de leerling c.q. van zijn/haar ouders. In die gevallen zal door de verzekeraar van Stichting Kindante e.e.a. met de ouders verder worden afgestemd. (*) Leerlingen en personeelsleden zijn alle bij Kindante ingeschreven studerenden, personeel van Kindante alsmede vrijwilligers en stagiaires gedurende de tijd dat zij werkzaamheden uitvoeren t.b.v. Kindante. De Collectieve Ongevallenverzekering: Alle leerlingen en personeelsleden (*) van de scholen zoals deze vallen onder Stichting Kindante zijn automatisch verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen. Deze Ongevallen polis is geldig gedurende alle schoolactiviteiten, dus ook tijdens reizen en excursies en ook tijdens het stagelopen, maar ook tijdens het gaan van school naar huis en omgekeerd gedurende ten hoogste één uur vóór en één uur ná het verlaten van de school. Voor zover deze afstand niet binnen één uur af te leggen is, geldt de verzekering gedurende de tijdsduur, waarbinnen de afstand redelijkerwijze wel af te leggen is. De verzekering ziet er verder als volgt uit: 1) Blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval; € 50.000,2) Bij overlijden als gevolg van een ongeval ; €5.000,-
20
BS Jan Peters
3) Geneeskundige kosten als gevolg van een ongeval in aanvulling op de eigen zorgverzekering; €2.500,4) Tandheelkundige kosten als gevolg van een ongeval in aanvulling op de eigen zorgverzekering; €2.500,5) Materiële dekking schade aan bril, kleding, eigen studiemateriaal als gevolg van een ongeval; €125,De rubriek "Ongevallen met blijvende invaliditeit" is voor iedere leerling heel belangrijk omdat jongeren bij een blijvende invaliditeit alleen maar aanspraak kunnen maken op de (beperkte) voorzieningen uit hoofde van de WAJONG regeling (WAO voor Jongeren) Rubriek 3), 4) en 5) Hierbij gaat het om een aanvullende dekking, wat betekent dat geen vergoeding wordt verleend wanneer deze schade op een andere polis verhaald kan worden. Vanzelfsprekend is onze verzekeringsmakelaar, Meeús Assurantiën BV, bereid hierbij de helpende hand te bieden. Essentieel bij alle genoemde elementen is de definitie wanneer er sprake is van een ongeval: “een gebeurtenis waarbij een verzekerde plotseling wordt getroffen door een van buiten af op hem inwerkend geweld, waardoor hem in één ogenblik lichamelijk letsel wordt toegebracht, mits aard en plaats van het letsel geneeskundig zijn vast te stellen.” Ouders die deze verzekerde bedragen te laag vinden of de voorkeur geven aan een 24 uurs dekking gedurende 7 dagen per week, kunnen tegen een speciaal tarief bij onze schoolverzekeraar een aanvullende verzekering afsluiten. Daarvoor zijn op school speciale aanvraagformulieren te verkrijgen. *) Leerlingen en personeelsleden zijn bij Stichting Kindante ingeschreven studerenden, personeel van Stichting Kindante alsmede vrijwilligers en stagiaires gedurende de tijd dat zij onder autoriteit resp. verantwoordelijkheid van
Dáár… waar je op elkaar rekent!
de directie van Kindante op reis resp. met excursie gaan. Naast deze Collectieve Ongevallen en aansprakelijkheidsverzekering heeft Stichting Kindante ook gezorgd voor een verzekering van de bagage tijdens door school georganiseerde reizen en excursies. Onder die verzekering is de bagage van iedere deelnemer verzekerd, alsmede een extra dekking voor ziektekosten en kosten van repatriëring. Ook terugreiskosten voor de leerling bij een onverhoopt ernstige situatie thuis, zijn eveneens onder deze polis meeverzekerd. Tussenschoolse opvang Scholen die tussenschoolse opvang onder eigen beheer hebben georganiseerd: In die gevallen dat het overblijven wordt verzorgd (toezicht en begeleiding) door de school, berust de verantwoordelijkheid alsdan ook bij de school. De genoemde Kindanteverzekeringen Aansprakelijkheid en collectieve ongevallenverzekering zijn dan van toepassing. Scholen die tussenschoolse opvang hebben uitbesteed aan derden: Bij scholen die het toezicht en de begeleiding bij overblijven hebben uitbesteed aan een andere vereniging of stichting, ligt voor de gebeurtenissen waarbij sprake is van enig verwijtbaar handelen dan wel nalaten van de personeelsleden van de stichting- tijdens dit overblijven de verantwoordelijkheid bij die betreffende vereniging of stichting. De aansprakelijkheidsverzekering van Kindante is derhalve in deze situatie niet van toepassing. De toelichting in dit schrijven is natuurlijk een uittreksel van de belangrijkste gegevens en hier kunnen dan ook geen rechten aan worden ontleend. Wie precies de voorwaarden en verdere regels wil weten kan daarvoor binnen de school inzage krijgen in de betreffende polisvoorwaarden maar bellen met de schoolverzekeraar kan natuurlijk ook. Dat is Meeús Assurantiën te Den Haag. Het telefoonnummer is 070-3028544. U kunt
Schoolgids Basisschool ’Jan Peters’ deel A 2015-2016
dan vragen naar de relatiebeheerder Robert Jan Donker of de accountmanager Saskia Knegtmans.
PEUTERGROEP, VOOR- , NA- & BUITENSCHOOLSOPVANG Hiervoor verwijzen we naar schoolgids deel B, waar de actuele informatie te vinden is.
JEUGDGEZONDHEIDSZORG: SAMEN GEZOND VERDER ”Als ik iets mankeer, dan merk ik dat vanzelf en ga naar de dokter”. Een logische zaak, zo lijkt het, zeker voor volwassenen. Voor kinderen ligt dat echter anders. Zij bevinden zich in een steeds veranderende fase van groei en ontwikkeling. Er kan hun iets mankeren, zonder dat dit voor het kind of ouder direct merkbaar is. De deskundigen van de GGD, zoals jeugdarts, jeugdartsassistente, jeugdverpleegkundige en psycholoog/pedagoog proberen gezamenlijk ziekten, afwijkingen en problemen te voorkómen of zo vroeg mogelijk op te sporen. Er is daarbij niet alleen aandacht voor de lichamelijke gezondheid. Ook wordt gelet op het functioneren thuis, op school en op de omgang met vriendjes. Jeugdgezondheidszorg is dus vooral gericht op het voorkómen van gezondheidsproblemen, ofwel preventie. Voor verdere informatie verwijzen we naar schoolgids deel B, waar de actuele informatie te vinden is. Ook kunt u informatie vinden op de website: www.ggddlimburgnoord.nl
21