Schoolgids
2015-2016
Deel a; inhoudelijk Sânleansterdyk 20 8736 JB Reahûs tel: 0515 332248 E-Mail:
[email protected] Website: www.schoolreahus.nl
1
Schoolgids 2015 -2016
1. Voorwoord Deze schoolgids is bedoeld voor ouders die al kinderen bij ons op school hebben en voor ouders die op zoek zijn naar een school voor hun kind. Uw kind wordt binnenkort 4 jaar, u gaat binnenkort verhuizen of u zoekt een andere school voor uw kind. Allemaal redenen om u te oriënteren op een school van uw keuze. De schoolgids kan u helpen bij het maken van een keuze. U kunt er in lezen wat u van onze school kunt verwachten. U kunt er in lezen hoe wij denken over onderwijs en opvoeding en hoe wij de zorg voor kinderen vormgeven. De schoolgids bestaat uit 2 delen; 1.
Schoolgids 2015 – 2016 deel A; kalender en organisatorisch deel.
2. Schoolgids 2015 – 2016 deel B: inhoudelijk deel. Het inhoudelijke deel staat alleen op de website van de school www.schoolreahus.nl . U kunt op aanvraag een papieren versie krijgen. Het organisatorische deel krijgt u in kalendervorm aan het begin van het schooljaar. Naast de schoolgids is een bezoek aan onze school een prima aanvulling om u te informeren.
2
2. Inhoud: 1. Voorwoord blz. 2 2. Inhoud blz. 3 3. De school blz. 4 4. Onderwijsconcept blz. 5 5. Ons onderwijs blz. 9 6. Passend onderwijs blz. 17 7. Leerlingenzorg blz. 22 8. Sponsoring blz. 27 9. Leerplicht en absentie blz. 27 10.Tot slot blz. 3
3
3. De school Kenmerken schoolomgeving/ouders De Sint Bonifaciusschool is een regioschool en staat in het kleine dorpje Reahûs en heeft een belangrijke plaats in de dorpsgemeenschap. Ons gebouw dateert uit 1922. In mei 2010 hebben we het gebouw na een grote verbouwing feestelijk heropend. Door de goede samenwerking tussen school, dorpshuis en dorpsbelang heeft het gebouw een multifunctioneel karakter gekregen. Buiten de schooltijden kan er gebruik gemaakt worden van de faciliteiten van de school. Hierbij valt te denken aan de lokalen voor bijvoorbeeld muziekles of typcursus. De school maakt gebruik van de faciliteiten van het dorp zoals dorpshuis, speeltuin en sportveld. Naast school en dorpshuis, wordt ook door de Lytse Byb (bibliotheek), peuterspeelzaal en de tussenschoolse opvang van het gebouw gebruik gemaakt. Het schoolgebouw is modern ingericht en aangepast aan de hedendaagse onderwijskundige uitgangspunten. We beschikken nu over een I.B.ruimte met een goede orthotheek. Er is nu ook een personeelskamer en een directieruimte. We hebben een prettige leerplein met voldoende computers. In drie van de vier lokalen zijn digiborden geïnstalleerd. Het gebouw heeft een eigen gymzaal. In de zomer van 2011 is de speelplaats opnieuw ingericht. Het gebouw moet in de toekomst het kloppend hart van de dorps- en de schoolgemeenschap worden. De school staat in de plattelandsgemeente Littenseradiel en de leerlingen komen uit verschillende kleine dorpjes; Reahûs, Turns, Hidaard, Rien, Itens, Skearnegoutum, Ysbrechtum en Hartwert. Op dit moment heeft de school 75 leerlingen. Dit aantal zal de komende 4 jaar door de krimp dalen tot rond de 60 leerlingen.
Onze katholieke identiteit De Sint Bonifaciusschool is een open, katholieke basisschool voor kinderen van 4 t/m 12 jaar. We noemen ons open, omdat wij een school willen zijn voor alle kinderen uit dorp en regio. We noemen ons katholiek, omdat we vanuit deze inspiratiebron, met elkaar en anderen willen omgaan. We vinden de waarden en normen, die ons vanuit de katholiek christelijke traditie zijn voorgeleefd en overgedragen belangrijk. We hechten aan een eigentijdse invulling ervan. Wat we “waarden-vol” vinden is uitgangspunt voor onderwijs aan onze leerlingen. We vinden het waardevol dat alle mensen gelijkwaardig zijn en dat elk mens uniek is. Wij vinden het waardevol om dienstbaar te zijn aan kinderen die ons zijn toevertrouwd. We willen zorg hebben voor en om de ander. We willen vorm
4
geven aan de verantwoordelijkheid die ons voor de medemens en Gods schepping is gegeven. Vanuit deze visie op mens en medemens willen wij kinderen een optimistische, hoopvolle en blijmoedige kijk op de toekomst bieden en zo een bijdrage leveren aan een goede ontwikkeling van deze kinderen. We willen kinderen helpen opvoeden tot gerechtigheid en verantwoordelijkheid. De katholieke godsdienst is het fundament onder het “huis van onze school” en is geworteld in een traditie van 90 jaar. De inhoudelijke betekenis van de grondslag ligt niet vast maar is onderhevig aan verandering. Daarom willen wij proberen om vanuit een eigentijdse visie voort te bouwen aan ons huis en verder te gaan met het “Verhaal van mensen onderweg”.
4. Onderwijsconcept Opvoedings- en onderwijsstijl van de Sint Bonifaciusschool Kinderen opvoeden is een visie in praktijk brengen. Opvoeden is dus geen waardevrij proces. We bespreken tijdens teamvergaderingen steeds hoe we eenduidig met kinderen kunnen omgaan. We vinden het belangrijk kinderen met respect te behandelen, maar we vragen van kinderen hetzelfde. We willen kinderen ruimte geven zich creatief te ontwikkelen en we stimuleren coöperatief en deelnemend gedrag. Voor ons handelen staan vele pedagogen model. Wij vinden bij ieder van hen waardevolle ideeën en opvattingen. Wij kunnen daarom niet alleen maar een Jenaplanschool of een Daltonschool zijn. Wij proberen uit de vernieuwingsscholen die elementen te gebruiken die goed bij onze school passen. Ons concept voor basisonderwijs verandert mee met de ontwikkelingen: in de samenleving en binnen opvoeding en onderwijs. Van tijd tot tijd maken we de stand op en formuleren we wat belangrijk is voor de Sint Bonifaciusschool. Waar gaan we in mee? Wat wijzen we af? Waar geven we een eigen vorm aan?
Leerinhouden Wij houden waar mogelijk rekening met ieder kind afzonderlijk. Er moet een evenwicht zijn tussen de cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling van ieder kind. Wij vinden het belangrijk dat kinderen samen kunnen werken en spelen. We streven daarbij naar een evenwicht tussen afwisseling van levendige activiteit en stilte, rust en concentratie.
5
Kinderen leren door te doen. We vinden het daarom belangrijk kinderen in echte situaties te plaatsen door bijvoorbeeld op excursie of schoolkamp te gaan. De school werkt met dag- en weektaken. De komende jaren willen we het zelfstandig werken verder uitbreiden. Het zelfstandig werken moet wel gekoppeld blijven aan de convergente differentiatie bij taal, lezen en rekenen. Uitgaande van de basis moet er voor ieder kind ruimte zijn voor herhaling of verrijking.
Groeperingsvormen De kinderen in onze school zitten gegroepeerd in heterogenen groepen. De kinderen zitten binnen de groep in tafelgroepen van verschillende leeftijden bij elkaar. Kinderen zijn zo afwisselend jongste en oudste in een groep. Door hun veranderende positie leren ze hun eigen mogelijkheden kennen en verschillende bijdragen te leveren aan de groep, inclusief het ontwikkelen van leiderschapskwaliteiten. Oudere kinderen kunnen hulp verlenen. Kinderen worden zo minder afhankelijk van de groepsleerkracht. We vinden het belangrijk dat kinderen niet alleen binnen groepsverband samen werken, maar dat dit ook in schoolverband gebeurt. Binnen de school zijn groepsoverstijgende activiteiten. We noemen het tutorlezen, de wereldoriëntatie en de verschillende vieringen. De instructies voor taal, lezen en rekenen vinden plaats in de jaargroepen. De kinderen zitten tijdens de instructie aan de instructietafel of in de kring.
Werkvormen De school werkt met het directe activerende instructiemodel. We streven naar optimale begeleiding van alle kinderen en gaan daarbij uit van de convergente differentiatie. Leren door te doen betekent dat iedere leerkracht werkt met verschillende werkvormen. Leer-, oefen- en praktijksituaties zien we terug in de klas en op leer- en speelplein. Leren vindt niet alleen plaats in de eigen klas, maar ook buiten de klaslokalen en het schoolgebouw. Wij vinden spelmomenten een belangrijke werkvorm. Natuurlijk voor de jongere kinderen, maar ook zeker voor de kinderen uit midden- en bovenbouw.
Zorgbreedte We stellen ons tot doel dat ieder kind zich optimaal kan ontwikkelen, gerelateerd aan zijn of haar mogelijkheden. Het streven is de extra zorg voor leerlingen
6
zo lang als mogelijk en wenselijk is voor de betreffende leerling in het reguliere basisonderwijs te laten plaatsvinden. De zorg voor onze leerlingen moet naar ons idee beantwoorden aan de volgende eisen: • Zo vroeg mogelijk: Het zo vroeg mogelijk ontdekken dat hulp nodig is. Zo kort mogelijk: Hoe vroeger je een probleem ontdekt, des te korter de extra hulp. • Zo dichtbij mogelijk: Beter in de klas dan daarbuiten. • Zo flexibel mogelijk: Goed kijken wat nodig is. Zo nodig met doorbreken van vaste patronen • Zo licht mogelijk: Als je er snel bij bent en goed kijkt wat nodig is, kun je vaak met een beetje hulp veel bereiken. Dat voorkomt een zware ingrijpende aanpak.
Evaluatie Binnen de school is sprake van een kwaliteitszorgsysteem. Wij hebben evenwichtige keuzes gemaakt m.b.t. toetsing binnen de school. We onderscheiden methode- afhankelijke toetsen en methode onafhankelijke toetsen. De methode onafhankelijke toetsen worden centraal geadministreerd en bewaakt. Als team bespreken we regelmatig de ontwikkelingen. Regelmatig vindt er een terugkoppeling plaats tussen I.B.-er en groepsleerkracht en tussen I.B.-er en directeur. We evalueren regelmatig het leerkrachtengedrag. Dit gebeurt n.a.v. groepsbezoeken door directeur, I.B.-er of schoolbegeleider. Borging vindt plaats in de jaarkalender en de schoolmonitor. Vanuit verschillende evaluaties wordt gezocht naar kwaliteitsverbetering op individueel, groeps- en schoolniveau. Evaluatie is erg belangrijk, maar heeft alleen zin als we daadwerkelijk iets doen met die evaluatie. Visie Wij vinden op de Sint Bonifaciusschool dat kinderen opvoeden een visie in praktijk brengen is. Opvoeden is dus geen waardevrij proces. We bespreken tijdens teamvergaderingen steeds hoe we eenduidig met kinderen kunnen omgaan. We vinden het belangrijk kinderen met respect te behandelen, maar we vragen van kinderen hetzelfde. We willen kinderen ruimte geven zich creatief te ontwikkelen en we stimuleren coöperatief en deelnemend gedrag. Wij vinden een goede communicatie en samenwerking met kinderen en hun ouders van essentieel belang. In ons logo staat een rode driehoek. De drie punten symboliseren de communicatie en samenwerking tussen kind, ouder en school.
7
Voor ons handelen staan vele pedagogen model. Wij vinden bij ieder van hen waardevolle ideeën en opvattingen. Wij kunnen daarom niet alleen maar een Jenaplanschool of een Daltonschool zijn. Wij proberen uit de vernieuwingsscholen die elementen te gebruiken die goed bij onze school passen. Ons concept voor basisonderwijs verandert mee met de ontwikkelingen: in de samenleving en binnen opvoeding en onderwijs. Van tijd tot tijd maken we de stand op en formuleren we wat belangrijk is voor de Sint Bonifaciusschool. Waar gaan we in mee? Wat wijzen we af? Waar geven we een eigen vorm aan?
Missie
De Sint Bonifaciusschool wil een leef- en werkgemeenschap zijn van kinderen, ouders en leerkrachten. In ons logo wordt de samenwerking tussen kinderen, ouders en leerkrachten verbeeld door de rode driehoek. Met ons logo willen we ook uitdrukking geven aan het feit dat samen leven, werken, spelen en vieren een serieuze en vrolijke kant heeft.
Samen leven, werken, leren, spelen en vieren! Consequenties voor ons beleid: Natuurlijk spreekt het vanzelf dat goede communicatie tussen ouders en school van essentieel belang is. Ouders, kinderen en leerkrachten moeten een prettige sfeer ervaren in de school. Voor ons betekent dit dat we de KMPO enquête heel serieus nemen. We bespreken deze met MR/SAC, leerkrachten en ouders. De verbeterpunten nemen we mee in een verbetertraject en beschrijven we in het schoolplan en in de schooljaarplannen.
8
Beleid m.b.t. ouders Het spreekt voor zich dat ouders gemakkelijk de school binnen stappen. Zij moeten in het belang van de totale ontwikkeling van hun kind eenvoudig in contact kunnen komen met de leerkrachten, I.B.-er en directie. Vaste contactmomenten aangaande individuele ontwikkelingen (o.a. 15 minuten gesprekken en rapporten), evenals algemene ouderavonden zijn belangrijke zaken. We organiseren voor ouders en hun kind(eren) kijkavonden. Kinderen laten ouders dan hun werk zien en ouders kunnen de resultaten van de W.O. thema’s in de school bekijken. Ouderparticipatie moet zich vooral richten op ondersteuning van het onderwijs. Hierbij denken wij aan een rol in de medezeggenschapsraad, schooladviescommissie of in een van de werkgroepen (versiering, feesten, schoolkamp). Eens in de 2 schooljaren krijgen de ouders een keuzeformulier mee waarop ouders hun hulp kunnen aanbieden. Communicatie op een goede manier tussen school en ouders is van essentieel belang. Communicatie heeft te maken met wederzijds respect. Het onderwijsleerproces is een zaak van de leerkrachten. Ouders kunnen hier wel ondersteuning geven. Te denken valt aan leesouders en ouderhulp bij het gebruik van computers en begeleiden bij de projecten rond de wereldoriëntatie. Belangrijk hierbij is het maken van duidelijke afspraken betreffende hulp in en buiten de klassen in de school. Eens in de 2 schooljaren houden we een ouderenquête. De resultaten nemen we mee bij de ontwikkeling van beleidsvoornemens voor het schoolplan. De school staat open voor ontwikkelingen in de maatschappij en anticipeert daar op. We kijken daarbij wel kritisch naar trends. Het moet passen binnen onze visie. Onze eerste verantwoordelijkheid is en blijft het verzorgen van goed onderwijs.
5. Ons onderwijs Het onderwijs in de groepen 1 en 2 Het werken in groep 1, 2 gebeurt vanuit de kring. In de kring begint de schooldag en hierin keren de kinderen ook steeds terug. Daarnaast spelen en werken de kinderen aan de tafels en in de hoeken in het speellokaal en op het schoolplein. In groep 1 ligt de nadruk op gewenning. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. Leren gebeurt vooral door het spel met daarin de sociale omgang met elkaar. De taal-, beweging- en expressieactiviteiten en het werken met
9
ontwikkelingsmaterialen komen in samenhang, aan de hand van thema’s ( bv. winkel, voorjaar, angst), aan de orde. We praten veel met kinderen over allerlei onderwerpen, zodat ze veel woorden leren en goed oefenen in leren spreken. In groep 1 en 2 heeft de leerkracht vooral een sturende rol. In deze groepen worden ondermeer speelse activiteiten aangeboden die voorbereiden en zijn gericht op het leren lezen, rekenen en schrijven. De kinderen zitten, afhankelijk van geboortedatum, aard en aanleg, gemiddeld 2 ½ jaar in de kleutergroep.
Het onderwijs in de hogere groepen.
Kinderen “leren spreken” Wij willen dat kinderen zich in een gesprek vaardig kunnen uitdrukken. Gesprekken vinden meestal plaats in de vertelkring. De spreekvaardigheid wordt ook geoefend tijdens presentaties, kringgesprekken en leergesprekken, zoals die bij ons aan de orde komen.
Kinderen leren hun kwaliteiten ontwikkelen Op vele manieren zijn wij in ons onderwijs bezig de kwaliteit van kinderen te ontwikkelen. We vinden dat een belangrijke opdracht. Het zelfstandig werken is daarvan een onderdeel. In deze lessen leert een kind zijn werk in te delen en leert de verantwoordelijkheid te dragen. Groepsinstructie op gebied van begrijpend lezen, taal, spelling en rekenen gaat daaraan vooraf. Afwisselend krijgen kinderen groepsopdrachten of individuele opdrachten.
Onze school wil graag dat kinderen zich thuis voelen in een groep. Wij willen dat kinderen elkaar helpen en stimuleren. We willen kinderen het gevoel geven dat ze erbij horen. We bevorderen groepswerk op groepsniveau. Daarnaast maken de kinderen ook deel uit van de schoolgemeenschap. Samen feesten en vieren versterkt het gemeenschapsgevoel. De volgende activiteiten dragen bij tot een feestelijke ontmoeting met elkaar; themavieringen, de verjaardagen van de kinderen, de verjaardag van de leerkracht, het St Nicolaasfeest, de kerst- en paasviering, de gezinsvieringen, het jaarlijkse kamp aan het begin van het schooljaar voor de kinderen van de bovenbouw, de jaarlijkse sportdag, het schoolvoetbaltoernooi, de jeugddriedaagse voor groep 8, een actiedag voor een goed doel, een excursie, het schoolreisje en het slotfeest met zang en toneel. Dit schooljaar starten we het schooljaar weer met een thema voor alle groepen. De kinderen van groep 7 en 8 gaan in deze periode ook op kamp.
10
Activiteiten van kinderen Onze school verzorgt het onderwijs rondom een aantal vorming- en vakgebieden, die samen bijdragen aan een brede ontwikkeling van de hele persoon. Het gaat om: • Catechese • Taalontwikkeling: Nederlandse taal, Engelse taal en Friese taal. • Leesontwikkeling • Rekenen en wiskunde • Kunstzinnige oriëntatie: beeldende vorming en muziek, drama. • Schrijfontwikkeling • Lichamelijke opvoeding • Wereldoriëntatie Het onderwijs in deze vorming- en vakgebieden wordt verzorgd vanuit de uitgangspunten waarover wij u schreven.
Catechese We gebruiken de methode “Trefwoord”, periodiek verschijnend materiaal voor de godsdienstige en levensbeschouwelijke vorming in de basisschool. Vanuit een zestal jaarthema’s, die weer uitgewerkt worden in kleinere thema’s, vertellen we veel verhalen uit het dagelijks leven. De verhalen worden vaak gespiegeld aan belangrijke Bijbelverhalen. Ook actuele gebeurtenissen plaatst men regelmatig in bijbels perspectief.
Taalontwikkeling De mondelinge en schriftelijke taalvaardigheden worden geoefend in “Taal op maat”, onze taalmethode voor groep 1 t/m 8. Voor de spelvaardigheid gebruiken wij “ Taaljournaal” en ook het computerprogramma “Muiswerk spelling op maat”. Naast de Nederlandse taal besteden we aandacht aan de Friese taal. In de groepen 5 t/m 8 komt Engels aan de orde, de nadruk bij deze lessen ligt op lezen en spreken.
11
Fries De voertaal in de onderbouw (gr. 1 en 2) is Fries / Nederlands. Nederlandstalige kinderen worden in het Nederlands opgevangen. In de hogere groepen wordt de Friese taal gesproken in open situaties en in de Friese les. Bij de andere vakgebieden vindt de communicatie over en weer tussen leerkracht en leerlingen en leerlingen onderling in het Nederlands plaats.
Leesontwikkeling Het leesonderwijs is onderverdeeld in: • Het voorbereidend leesonderwijs voor gr. 1 en 2. • Het aanvankelijk leesonderwijs gr. 3 • Het voortgezet leesonderwijs gr. 4 t/m 8. We werken in groep 1, 2, 3 en 4 met de methode: “De leeslijn”. Dit is een methode waarbij de kinderen in eigen tempo zich het leesproces eigen maken.
Bij het voortgezet leesonderwijs onderscheiden we: • De technische leesvaardigheid • Het begrijpend lezen • Het recreatief of vrij lezen • De informatie verwerving • De boekpromotie
Rekenen en Wiskunde Voor het rekenonderwijs maakt onze school gebruik van de methode “Rekenrijk”. De kinderen leren hieruit: het bewerken van getallen en sommen die gaan over meten, tijd en geld.
12
De methode brengt de kinderen in realistische rekensituaties. De sommetjes worden vaak gekoppeld aan een praktisch probleem. Herkenbare rekenproblemen laten kinderen het nut inzien van rekenen en rekenonderwijs. Een ander belangrijk uitgangspunt van de methode is dat kinderen leren dat er meerdere oplossingsmethoden voor een rekenprobleem bestaan. De leerkracht begeleidt en ondersteunt de rekenmanier(en) van het kind. In de bovenbouw wordt geleerd hoe de rekenmachine werkt.
Kunstzinnige oriëntatie Wij vinden de creatieve ontwikkeling erg belangrijk. Wij willen het plezier van kinderen in muziek, toneel, tekenen en schilderen vergroten door leuke dingen te laten maken en te doen. We maken gebruik van allerlei materialen en technieken. Expressie speelt ook een grote rol bij de lessen wereldoriëntatie. We noemen: tekenen, rollenspel en creatief taalgebruik. We proberen alle kinderen jaarlijks minstens 1x op het toneel te krijgen en we schrijven regelmatig in voor een bezoekje aan een schouwburg of het bezoeken van een jeugdtoneelvoorstelling. We laten ons hierbij begeleiden door “Keunstwurk”.
Schrijfontwikkeling De techniek van het schrijven ontwikkelt zich via het kleien, verven en het tekenen van schrijfpatronen en letters in de groepen 1 en 2, naar het gebruik van de schrijfmethode: “Handschrift” voor het schrijven van letters en hoofdletters. In de groepen 7 en 8 geeft deze methode ook ruimte aan het ontwikkelen van een eigen handschrift.
Lichamelijke opvoeding Hieronder verstaan wij de ontwikkeling van de zintuigen en het ontdekken van de mogelijkheden van het lichaam. Van de kinderen wordt zowel de fijne als de grove motoriek geoefend. Dit gebeurt al vanaf de kleutergroep door te werken met ontwikkelingsmaterialen. (fijne motoriek).
13
Het bewegen en oefenen van de grove motoriek is belangrijk. De school beschikt over een sportveld en een gymzaal. Dit maakt het mogelijk om in de hogere groepen (3 t/m 8) ruim twee uur per week effectief aan bewegingsonderwijs te besteden. Het accent valt tijdens de lessen op de lichamelijke ontwikkeling en het spel. De groepen 1 en 2 besteden wekelijks 8 uur aan spel en bewegingsonderwijs.
Wereldoriëntatie Wereldoriëntatie is op onze school het centrale vakgebied, want de activiteiten kunnen zo gekozen worden, dat bijna alle leer- en vormingsgebieden erbij betrokken zijn. In het werken aan thema’s oefenen kinderen zich in spreek- en luistervaardigheid (presentaties en spreekbeurten) in taal- en schrijfvaardigheid (verhalen schrijven, opdrachten uitvoeren) en in het samenwerken. De kinderen leren informatie verzamelen die gebruikt moet worden. Ze gebruiken o.a. woordenboeken, atlassen en internet. De thema’s komen uit de kerndoelen en uit de actualiteit van onze samenleving. Burgerschapskunde De wet regelt de verplichting voor scholen van Primair en Voortgezet Onderwijs om bij te dragen aan de integratie van leerlingen in de Nederlandse samenleving. Scholen hebben de opdracht hun leerlingen voor te bereiden op deelname aan de pluriforme samenleving. Voor scholen betekent dit dat zij vanaf 1 februari 2006 verplicht zijn om in hun onderwijs aandacht te besteden aan actief burgerschap en de sociale integratie.
Het onderwijs: a.
gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving,
b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, c.
is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten.
14
Voor de Sint Bonifaciusschool is burgerschapskunde niet een losstaand vakgebied. In de totale ontwikkeling van een kind is het belangrijk dat hij/zij actief deelneemt aan de klas, school en de maatschappij. De drie hoofdpunten van burgerschapskunde (democratie, actieve participatie en identiteit ) komen dan ook voort in vele activiteiten, waar we binnen de school aan werken. In onderstaand overzicht worden verschillende activiteiten aangegeven (in willekeurige volgorde) die jaarlijks worden gedaan met de kinderen in de gehele school of in de verschillende groepen. -
theater (uurcultuur, Sinterklaassprookje)
-
bezoek kerk / vieringen
-
weeksluitingen / presentaties thema’s / tentoonstellingen maken
-
schoolreisjes / kamp Ameland / schoolkamp groep 6, 7 en 8
-
speldag georganiseerd door de bovenbouw voor de jongere kinderen
-
acties voor een goed doel
-
gebruik materialen ‘Trefwoord”, methode godsdienst / levensbeschouwing
-
themaweken “omgaan met elkaar”
-
activiteiten met heterogene groepen
-
excursies (o.a. bakker, groenteboer, dierendagviering, museumbezoek)
-
bibliotheek bezoek
-
buitenspelen
-
vertelkring
-
jeugddriedaagse voor schoolverlaters
-
bibliotheek bezoek, boekenproject
-
verschillende vormen van kringgesprek met verschillende actuele onderwerpen
-
staatsinrichting ( wordt besproken voor verkiezingen )
-
aandacht voor de 4 mei viering
15
-
bezoeken verschillende scholen van Voortgezet Onderwijs
-
afscheid groep 8
-
bespreken krantenknipsels
-
school tv weekjournaal
Computers in het onderwijs De school beschikt over een netwerk van computers. Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren omgaan met computers. Onze school biedt kinderen een eerste kennismaking met dit medium. In de groepen vindt computerbegeleiding plaats. De school streeft ernaar kinderen uit groep 7 en 8 typeles te laten volgen. Dit moet wel door de ouders bekostigd worden. Voor de zorgleerlingen worden de computers ook ingezet bij lees- taal- spelling- en rekenproblemen. De school is aangesloten bij “Station to station”. Een landelijk opererend I.C.T. bedrijf. Naast het technisch onderhoud van ons netwerk, leveren zij ook leerstofinhoudelijke mogelijkheden.
Leerlingvolgsysteem Onze school kent een leerlingvolgsysteem. Dit is een computerprogramma waarin alle toetsgegevens van de kinderen, gedurende zijn / haar schoolloopbaan worden opgeslagen en verwerkt. Het systeem signaleert wanneer kinderen in de leerstof dreigen vast te lopen of sterk vooruit lopen, zodat wij tijdige hulp kunnen bieden. Dit LVS kent 5 niveaus; 1 (hoog) – 2 (gemiddeld) – 3 (lager) – 4 (zorg) – 5 (risico). Aan leerlingenzorg hechten wij veel waarde. Hoe we die zorg aan kinderen hebben ontwikkeld, kunt u hierna lezen.
16
6. Passend onderwijs en ondersteuningsprofiel Visie van onze school t.a.v. aanname leerlingen met een beperking De Bonifaciusschool te Reahûs vindt het belangrijk dat kinderen met een beperking of kinderen met een specifieke hulpvraag de kans krijgen om deel te nemen aan ons onderwijs. We willen het kind deze kans bieden. We proberen er te zijn voor ieder kind. Elk kind is uniek, heeft zo zijn eigen bijzonderheden. Daarnaast begrijpen we dat de ouders deze integratie graag willen indien het mogelijk is.
Wat zijn onze motieven hiervoor?
- vanuit wederzijds leeraspect: We zijn ervan overtuigd dat onze schoolkinderen en het kind met een beperking van elkaar kunnen leren. Het kan een wederzijds leren zijn. Het vereist extra scholing, meer deskundigheid. Daarnaast leer je met andere ogen naar kinderen kijken en je leert dat er meerdere manieren zijn waarop kinderen zich kunnen ontwikkelen of leren.
- vanuit sociaal motief: Kinderen leren om met elkaar om te gaan, elkaar te accepteren. Ze ontdekken onderlinge verschillen en overeenkomsten. Ze zien capaciteiten en belemmeringen van elkaar en ze worden zich meer bewust van hun eigen mogelijkheden en hun beperkingen. De school hoopt dat het inlevingsvermogen van de kinderen wordt vergroot, dat ze leren niet te discrimineren en anderen buiten te sluiten. Dit is een waardevolle voorbereiding op de toekomst waarin mensen met een beperking in de samenwerking wonen en werken. Onze leerlingen worden gestimuleerd tot meer zorgzaamheid, verantwoordelijkheidsgevoel, tolerantie en respect voor de gehandicapte medemens.
- vanuit een cognitief motief: Kinderen met een beperking groeien op onze reguliere basisschool, in een méér stimulerende en méér sociale omgeving op. Het verwachtingspatroon ligt hoger en er worden meer eisen gesteld, ook op het gebied van de schoolse vaardigheden.
17
Passend Onderwijs De kern van passend onderwijs is dat we kijken naar de mogelijkheden van een kind en wat er nodig is een passend programma te bieden. Passend onderwijs geeft scholen en ouders meer ruimte om voor elk kind maatwerk te bieden, zo nodig met extra ondersteuning. Op 1 augustus 2014 is er met de wettelijke invoering van de zorgplicht meer ruimte en daarmee de verantwoordelijkheid voor alle kinderen, die extra ondersteuning nodig hebben, een passend onderwijsprogramma te bieden. Als blijkt dat onze school deze ondersteuning, die een kind nodig heeft, niet kan bieden, moet een passende plek op een andere reguliere of speciale school worden gevonden. Het motto: "regulier onderwijs als het kan, speciaal onderwijs als het moet". Scholen en besturen moeten in de regio goede afspraken maken. Passend onderwijs kijkt vooral naar de mogelijkheden van leerlingen en wat er nodig is om het onderwijs te geven, dat daarbij past. Kijk voor veel meer informatie op: www.passendonderwijs.nl
Ondersteuningsprofiel Op basis van onze bestaande leerlingenzorg is afgelopen jaar het ondersteuningsprofiel van onze school beschreven. Dit is een wettelijk voorschrift bij de invoering van passend onderwijs. Een school ondersteuningsprofiel biedt informatie over de kwaliteit van de basisondersteuning en over wat onze school verder aan ondersteuning biedt. Het legt vast waar onze school voor staat. De school ondersteuningsprofielen van alle scholen van ons samenwerkingsverband tezamen vormen de basis van het aantonen van de dekking van ondersteuningsvoorzieningen in de regio. Op die manier is er voor alle kinderen een plek om onderwijs en ondersteuning te krijgen die zij nodig hebben. Onze school heeft een smal ondersteuningsprofiel. Dat is passend bij een dorpsschool. In het samenwerkingsverband Passend Onderwijs is een netwerk van expertise waar onze scholen gebruik van maken bij specifieke leerlingenzorg.
Ons ondersteuningsprofiel bestaat uit de volgende onderdelen: •
een korte typering van onze school
•
de kwaliteit van onze basisondersteuning. Dat is de ondersteuning waarop alle kinderen kunnen rekenen.
•
de deskundigheid voor extra ondersteuning waarover onze school beschikt (binnen het eigen personeelsbestand en van buiten de school)
•
de voorzieningen die wij als school hebben om leerlingen extra ondersteuning te bieden.
18
Een korte typering van onze school Wij zijn een school voor de dorpen Reahûs, Turns en Hidaard en omgeving en willen zo mogelijk aan alle kinderen onderwijs bieden van hoogstaande kwaliteit. Onze school wil een veilige school zijn voor alle kinderen. Wij hechten veel waarde aan een goed contact met ouders.
De kwaliteit van onze basisondersteuning De basisondersteuning bestaat uit de volgende vier domeinen: onderwijs, begeleiding, beleid en organisatie.
Onderwijs Wij zijn tevreden over het domein ‘onderwijs’. Wij zijn positief over onze onderwijskwaliteit. Wij bieden een veilige leeromgeving voor onze kinderen. Wij werken handelingsgericht. Dat wil zeggen dat wij rekening houden met de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Als het nodig is bieden wij extra ondersteuning. Wij zijn goed in staat om rekening te houden met verschillen tussen kinderen, zowel op het gebied van aanbod, tijd en instructie. Wij analyseren de resultaten van onze leerlingen regelmatig en bespreken deze teambreed. Het gaat daarbij niet alleen om de leerresultaten, maar ook over het welbevinden van de leerling. Op basis van de analyses worden groepsplannen aangepast. Ook ouders worden hierin actief betrokken. Wij gebruiken een samenhangend leerlingvolgsysteem. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de kwaliteit van onze basisondersteuning. Als team hebben wij ons geschoold in handelingsgericht werken. Volgend jaar gaan wij ons verder bekwamen in het analyseren van kindgegevens, ontwikkelingsperspectief en leerlijnen.
Beleid Wij zijn tevreden over het domein ‘beleid’. Onze procedures zijn vastgelegd en wij beschikken
over een heldere visie op leerlingenzorg. Jaarlijks evalueren
wij onze ondersteuning aan de kinderen en stellen indien nodig verbeterpunten op.
Organisatie Ook over het domein ‘organisatie’ van onze ondersteuning zijn wij tevreden. Wij zijn een kleine school en daardoor zijn de lijnen kort. Dit voorkomt veel bureaucratie. Wij beschikken over een goed functionerend zorgteam, waarbij de besprekingen samen met ouders gevoerd worden. Het zorgteam bestaat uit een
19
orthopedagoog, intern begeleider, jeugdverpleegkundige en schoolmaatschappelijk werker. Het zorgteam is een belangrijke schakel in onze ondersteuningsstructuur. Onze intern begeleider is verantwoordelijk voor de organisatie van de bijeenkomsten en is tevens voorzitter van het zorgteam.
Begeleiding Het domein ‘begeleiding’ vraagt de komende tijd de meeste aandacht. Onze school werkt voor een kleine groep leerlingen met een ontwikkelingsperspectief. Het verbeteren van het ontwikkelingsperspectief is voor volgend jaar een aandachtspunt. De overdracht binnen onze school tussen de leerjaren is goed op orde, net als de overdracht naar de volgende school. De overdracht van de voorschool naar onze school kan beter. Wij vinden goede contacten met ouders erg belangrijk en zien ouders als partner.
Zorg voor meer begaafde kinderen / Plusklas Er zijn kinderen die meer uitdaging nodig hebben dan het lesprogramma hun biedt. Zij moeten dus extra leerstof aangeboden krijgen. Voor de meeste kinderen is het voldoende dat zij extra leerstof in de klas aangeboden krijgen. Elk jaar vindt er per klas in oktober een groepssignalering plaats. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar een hoge CITO-score, maar we proberen ook inzicht te krijgen in de persoonlijkheidskenmerken. Onze school werkt samen met de Sint Bonifatiusschool Sneek en de Sint Radboudschool in Irnsum. Door deze samenwerking is het mogelijk om ook kinderen van onze kleine school in een Plusklas te plaatsen in Sneek. Op basis van deze gegevens komen er enkele kinderen naar voren die echt opvallend aan de meeste van bovenstaande kenmerken voldoen. Voor deze kinderen is er de zogenaamde Plusklas. Er wordt dan contact met de ouders opgenomen. Er kan een Plusklas gevormd worden voor de onderbouw- en de bovenbouwgroepen. Dit kan resulteren in thuisopdrachten of uitdiepen en verwerken in de klas.
20
Beschikbare deskundigheid Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, beschikt onze school over specifieke deskundigheid interne deskundigheid). Daarnaast kunnen wij een beroep doen op deskundigen van buiten (externe deskundigheid). Wij hebben specifieke deskundigheid in huis (interne) op het gebied van gedragsproblematiek. Wij zijn tevreden over onze begeleiding van leerlingen met ADHD en leerlingen met een licht autistische stoornis. Onze intern begeleider en een leraar zijn hierin geschoold. Specifieke deskundigheid
op het gebied van dyslexie, dyscalculie en hoogbegaafdheid is belegd bij onze intern begeleider. Veel expertise
ligt bij de intern begeleider. Dit maakt ons als school kwetsbaar. Deze deskundigheden binnen ons eigen team willen wij de komende jaren blijven inzetten en versterken. Wij gaan op zoek naar een aanpak waarbij wij de deskundigheid meer kunnen verdelen over de teamleden. Extern maken wij vooral gebruik van de expertise van het speciaal onderwijs. Ambulante begeleiders worden ingezet bij leerlingen met een rugzak. De orthopedagoog van buiten vervult een belangrijke rol in het zorgteam en doet indien nodig extra onderzoek. Ook de schoolmaatschappelijk werker is van grote waarde in het zorgteam. De afgelopen jaren hebben wij veelvuldig gebruik gemaakt van de logopedische screening vanuit de gemeente.
Ondersteuningsvoorzieningen Onze school heeft geen ondersteuningsvoorzieningen voor een groep kinderen en is ook niet voornemens een voorziening in te richten de komende jaren.
Kengetallen Onze school heeft ongeveer 75 leerlingen waarvan 3 met een leerling-gewicht. Het aantal leerlingen met een leerling-gewicht is de laatste jaren gedaald. Wij hebben de afgelopen 3 schooljaren jaren 1 leerling verwezen naar het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs. Wel hebben wij voor een aantal leerlingen een rugzak aangevraagd en toegewezen gekregen. Voor vijf leerlingen is een dyslexieverklaring afgegeven.
Ontwikkelagenda Samengevat zijn wij als school tevreden over de basisondersteuning en extra ondersteuning die wij bieden aan onze leerlingen. Vanzelfsprekend kan het altijd beter en zien wij nog voldoende verbeterpunten. Voor het verbeteren van onze kwaliteit van de basisondersteuning gaan wij ons verder bekwamen in het werken met groepsplannen en het werken met het ontwikkelingsperspectief. Ook de overdracht van de voorschool naar onze school verdient aandacht.
21
Wij zijn tevreden over de expertises binnen ons eigen team, maar zijn ons bewust van de kwetsbaarheid. Het meer verdelen van deze deskundigheden is een aandachtspunt voor onze school. Alleen dan kunnen wij de komende jaren alle kinderen uit onze streek onderwijs bieden van hoogstaande kwaliteit.
7. Leerlingenzorg. Onze school hecht veel waarde aan leerlingenzorg. We trachten de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zoveel mogelijk onderwijs op maat aan te bieden om toch de door de school gestelde minimum doelen te laten bereiken. D.w.z. dat wij ons onderwijs zo inrichten dat er gerichte aandacht en zorg mogelijk is voor kinderen met ontwikkelings-, leer- en of gedragsproblemen. Er zijn kinderen die problemen ervaren met de leerstof en hierdoor een achterstand hebben. Ze hebben meer tijd nodig voordat ze zich iets eigen hebben gemaakt. Anderen ontwikkelen zich juist sneller dan het gemiddelde kind. Sommige kinderen vragen veel aandacht of gedragen zich opvallend. Belemmeringen op lichamelijk, sociaal en of emotioneel gebied kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. We volgen het leer- en ontwikkelingsproces van alle kinderen zo goed mogelijk, waardoor problemen tijdig kunnen worden gesignaleerd, zodat we passende hulp kunnen bieden.
Daarvoor hebben we de volgende extra maatregelen getroffen: Er is een speciale ruimte voor de zorgactiviteiten. Eén teamlid organiseert, coördineert, begeleidt en bewaakt deze zorg en ondersteunt hierbij de leerkrachten. Dit is de Interne Begeleidster ( IB-er ). De leerkracht en intern begeleider kunnen daarbij ondersteuning krijgen van een externe begeleidingsorganisatie. Vragen van de school over kinderen die in de groep problemen ondervinden ten aanzien van gedrag en/of het verwerven en verwerken van kennis en vaardigheden worden besproken. Er wordt ondersteuning gegeven voor het opzetten van groeps- of individuele handelingsplannen.
22
Toetsen We toetsen de kinderen: op het gebied van taal, ordenen, technisch lezen, spellen, rekenen en begrijpend lezen. We gebruiken daarbij methode gebonden en
methode onafhankelijke toetsen. Deze laatst genoemde toetsen zijn voor het grootste deel landelijk genormeerde Cito-toetsen. We doen dit verdeeld over 4 toetsweken. We signaleren hoogbegaafdheid d.m.v. een observatielijst. Dit vindt plaats in groep 1, 2, 3, 5 en 7. Zonodig vindt er een vervolgtraject plaats in de vorm van een oudergesprek, diagnostische leerling-vragenlijst en het aanbieden van speciale leerprogramma’s of leerstof. Betreffende de gedrags-, sociale- en emotionele- ontwikkeling maakt de leerkracht een verslaggeving van zijn / haar observaties. Het computerprogramma Viseon van Cito wordt door leerkrachten en leerlingen gebruikt. Middels een vragenlijst komt het sociaal emotionele aspect van het kind goed in beeld. Het totale leerlingvolgsysteem (L.V.S) bestaat uit resultaten van toetsen, observaties, vorderingenregistraties en eventuele zorgplannen van elk kind. In de
groeimappen verzamelen we de gegevens van elk kind. Deze map gaat mee van groep 1 t/m 8. Van risicoleerlingen wordt een zorgdossier bijgehouden. In de teamvergadering vindt regelmatig leerlingenbespreking plaats. We bespreken: de toetsresultaten, problemen met kinderen, hulpvragen betreffende zorgleerlingen en de extra hulp die voor hen nodig is.
Rapportage De rapportage aan de ouders over de vorderingen van hun kind vindt plaats op de contactavond. De leerlingen van groep 3 t/m 8 ontvangen 2 x per jaar een cijferrapport met een schriftelijke toelichting. De kinderen van groep 8 krijgen geen tweede rapport maar een afscheidsbrief. De kinderen van groep 1 en 2 krijgen voor de zomervakantie een verslag over hun ontwikkeling en hun spel in de kleutergroep.
23
Organisatie van de extra zorg Aan de hand van het werk van de leerlingen, de toetsen, de observaties en/of aan het gedrag signaleert de leerkracht welke leerling extra zorg nodig heeft. Deze zorg is op de eerste plaats een taak van de leerkracht. Hij/zij biedt hulp binnen de groep. Indien deze aanpak niet tot het gewenste effect leidt, komt het probleem in de leerlingenbespreking aan de orde. De probleemsignalering, de aanpak en de gemaakte afspraken worden vastgelegd op de Signaalbrief. De intern begeleidster voert indien nodig een diagnostische toets of een aanvullend pedagogischdidactisch onderzoek uit om de oorzaak van het probleem te analyseren. Hierna wordt een handelingsplan opgesteld door de leerkracht en/of intern begeleidster. De ouders worden hierover door de groepsleerkracht ingelicht.
De extra zorg kan: • bij goed resultaat worden gestopt. • worden verlengd volgens een bijgesteld handelingsplan. • betekenen dat het kind bepaalde leerstof in zijn/haar tempo en niveau krijgt aangeboden. • betekenen dat het kind langer in dezelfde groep blijft. De extra zorg kan ook betekenen dat de problemen op termijn worden opgelost en het kind weer op niveau kan meedraaien met de rest van de groep waarin het kind zit.
De externe zorg Wanneer wij geen oplossing meer kunnen bieden, roepen we de hulp in van externen. De groepsleerkracht en intern begeleidster vullen het zorgrapport in voor aanvullende hulp. Dit kan inhouden: •
een psychologisch, een diagnostisch, een pedagogisch-didactisch onderzoek, een intelligentieonderzoek, een observatie of nadere bespreking van de
24
problematiek. •
ambulante begeleidingshulp vanuit het speciaal onderwijs.
•
opstellen van een aangepast leerprogramma (individuele leerlijn).
•
inschakelen van andere hulpverlenende instanties.
Als blijkt dat alle extra zorg niet het gewenste resultaat heeft kan een kind worden aangemeld bij het speciaal basisonderwijs. Onze school werkt samen met speciaal basisonderwijs “de Súdwester” in Sneek. Op dit gehele traject zal er altijd in nauw overleg met de ouders gezocht worden naar de best mogelijke oplossing.
Verlengde leertijd Een kind kan baat hebben bij nog een jaar in dezelfde groep. De leerstof van die groep wordt dan over 2 jaar verdeeld zodat het kind zich in eigen tempo verder kan ontwikkelen. De beslissing over de verlengde leertijd ligt bij de school. We nemen op grond van onderzoek naar ontwikkeling en prestaties van het kind een verantwoorde beslissing, waarbij de volgende punten worden betrokken: •
de mate waarin het kind speciale begeleiding nodig heeft.
•
het welbevinden van het kind.
•
de draagkracht van de leerkracht.
•
het belang van de andere kinderen binnen de groep.
Groep overslaan Voor kinderen die snel en goed kunnen leren, (hoog) begaafd zijn, hoog scoren kunnen we kiezen voor een versneld leertraject. In de kleutergroepen kan dit een vervroegde toelating naar groep 2 of 3 inhouden. Wanneer hiervan sprake is wordt dat uitgebreid met de ouders overlegd. Een IQ-toets kan onderdeel uitmaken van een stappenplan om te kijken hoe het overslaan van een groep het beste gerealiseerd kan worden. De sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind telt hierin voor ons zwaar mee. Een andere mogelijkheid is om juist geen groep over te slaan, maar de leerstof te compacten en te verdiepen.
25
Overgang naar het voortgezet onderwijs. In groep 8 staan kind, ouders en school voor de keuze van het vervolgonderwijs. Wij hechten er grote waarde aan samen met de ouders tot een goed advies te komen. Wij willen steeds uitgaan van de ontwikkeling van het kind. Niet alleen de leerprestaties van het kind zijn bepalend voor de keuze van de vervolgopleiding. Wij betrekken de hele ontwikkeling van uw kind bij de keuze. Na het volgen van 8 jaar basisonderwijs, kunnen wij als team tot een goed advies komen. Toch willen wij uw kind graag laten deelnemen aan de afsluitende eindtoets basisonderwijs van het Cito om een bevestiging te krijgen van ons schooladvies. Uit de praktijk blijkt dat het advies van de school en de uitslag van de Cito meestal heel dicht bij elkaar liggen.
Schoolresultaten Cito Eindtoets 2010 –2015 2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
2014-2015
8
9
10
9
12
Schoolscore
542
538,7
536,9
527,3
539,3
Landelijk gemiddelde
536,5
536,1
534,7
534,4
534,8
Schooljaar Aantal leerlingen
Heel duidelijk willen wij u melden, dat wij de eindtoets niet zien als een alles bepalend examen. De ontwikkeling van het kind na acht jaar basisschool is en blijft het belangrijkste uitgangspunt voor ons advies. Zowel het schooladvies, als de uitslag van de toets worden met de ouders besproken. In gezamenlijk overleg wordt de keuze voor het vervolgonderwijs gemaakt. De vervolgscholen houden voor de ouders en de kinderen open dagen en kijkavonden. Wij raden alle ouders aan de vervolgscholen te bezoeken om zo een beeld te krijgen van de scholen. Een aantal vervolgscholen geeft aan de kinderen de gelegenheid doedagen te bezoeken. De kinderen kunnen dan op informele wijze kennis maken met de school. Nadat de kinderen hun inschrijfformulier voor de nieuwe school hebben ingevuld en op de basisschool hebben ingeleverd, ontvangen de ouders van de vervolgschool bericht over de plaatsing van hun kind.
26
In januari 2013 wordt er in samenwerking met enkele andere basisscholen voor de ouders / verzorgers een informatieavond over het voortgezet onderwijs georganiseerd.
8. Sponsoring De school voert een zeer terughoudend beleid ten aanzien van het aanvaarden van materiële of geldelijke bijdragen. Ook de mailing van bedrijven, waarin de school gevraagd wordt hun producten te verkopen of ermee te adverteren via school, bekijken we steeds kritisch. We doen zeker niet mee aan deze activiteiten als daaruit verplichtingen ontstaan.
9. Leerplicht en absentie Het is voor ouders niet altijd duidelijk in welke gevallen er verlof mag worden gevraagd. Om teleurstelling en misverstanden te voorkomen, drukken we hierbij de richtlijnen af, zoals die door de leerplichtambtenaar van de gemeente Littenseradiel gehanteerd worden.
VERLOF (vrijstelling van schoolbezoek) Inhoud 1.
Leerplicht en verlof
2.
Extra verlof in verband met religieuze verplichtingen
3.
Op vakantie onder schooltijd
4.
Verlof in geval van ‘Andere gewichtige omstandigheden’
5.
Hoe dient u een aanvraag in?
6.
Niet eens met het besluit?
7.
Ongeoorloofd verzuim
8.
Vragen?
Littenseradiel
27
9.
Vakantieroosters
1. Leerplicht en verlof In de Leerplichtwet staat dat uw kind de school moet bezoeken als er onderwijs wordt gegeven. Leerlingen mogen dus nooit zomaar van school wegblijven. In een aantal gevallen is echter een uitzondering op deze regel mogelijk. Als er een bijzondere reden is waarom u vindt dat uw kind niet naar school kan, moet u zich aan de regels van een dergelijk uitzondering houden. De uitzonderingen en de daarbij behorende regels staan hieronder beschreven.
2. Extra verlof in verband met religieuze verplichtingen Wanneer uw kind plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging, bestaat er recht op verlof. Als richtlijn geldt dat hiervoor één dag per verplichting vrij wordt gegeven. Indien uw kind gebruik maakt van deze vorm van extra verlof, dient u dit minimaal twee dagen van tevoren bij de directeur van de school te melden.
3. Op vakantie onder schooltijd Voor vakantie onder schooltijd kan alleen een uitzondering op de hoofdregel gemaakt worden als uw kind tijdens de schoolvakanties niet op vakantie kan gaan door de specifieke aard van het beroep van (één van) de ouders. In dat geval mag de directeur eenmaal per schooljaar uw kind vrij geven, zodat er toch een gezinsvakantie kan plaatshebben. Het betreft de enige gezinsvakantie in dat schooljaar. Bij uw aanvraag moet een werkgeversverklaring worden gevoegd waaruit de specifieke aard van het beroep én de verlofperiode van de betrokken ouder blijken. Verder dient u met de volgende voorwaarden rekening te houden: -
in verband met een eventuele bezwaarprocedure (zie punt 6) moet de aanvraag ten minste acht weken van tevoren bij de directeur worden ingediend, tenzij u kunt aangeven waarom dat niet mogelijk was;
-
de verlofperiode mag maximaal 10 schooldagen beslaan;
-
de verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen.
28
Helaas komt het wel eens voor dat een leerling of een gezinslid tijdens de vakantie ziek wordt, waardoor de leerling pas later op school kan terugkomen. Het is van groot belang om dan een doktersverklaring uit het vakantieland mee te nemen, waaruit de duur, de aard en de ernst van de ziekte blijken. Op die manier voorkomt u mogelijke misverstanden.
4. Verlof in geval van ‘Andere gewichtige omstandigheden’ Onder ‘andere gewichtige omstandigheden’ vallen situaties die buiten de wil van de ouders en/of de leerling liggen. Voor bepaalde omstandigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij moet gedacht worden aan: -
een verhuizing van het gezin
-
het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten
-
ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten (het aantal verlofdagen wordt bepaald in overleg met de directeur en/of de leerplichtambtenaar)
-
overlijden van bloed- of aanverwanten
-
viering van een 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum en het 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig (huwelijks)jubileum van bloed- of aanverwanten
De volgende situaties zijn geen ‘andere gewichtige omstandigheden’: -
familiebezoek in het buitenland.
-
vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding.
-
vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden.
-
een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie op vakantie te gaan.
-
eerder vertrek of latere terugkeer in verband met verkeersdrukte.
-
verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn.
Verlofaanvragen worden altijd individueel beoordeeld. Een aanvraag voor verlof wegens ‘andere gewichtige omstandigheden’ dient zo spoedig mogelijk bij de directeur te worden ingediend (bij voorkeur minimaal acht weken van tevoren).
29
5. Hoe dient u een aanvraag in? Aanvraagformulieren voor verlof buiten de schoolvakanties zijn verkrijgbaar bij de directeur van de school. U levert de volledig ingevulde aanvraag, inclusief relevante verklaringen, in bij de directeur van de school. De directeur neemt zelf een besluit over een verlofaanvraag voor een periode van maximaal 10 schooldagen. Als een aanvraag voor verlof vanwege ‘andere gewichtige omstandigheden’ meer dan 10 schooldagen beslaat, wordt de aanvraag doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar van de woongemeente. De leerplichtambtenaar neemt vervolgens een besluit, na de mening van de directeur te hebben gehoord.
6. Niet eens met het besluit Wanneer uw verzoek om extra verlof wordt afgewezen en u bent het niet eens met dat besluit, kunt u schriftelijk bezwaar maken. U dient een bezwaarschrift in bij de persoon die het besluit heeft genomen. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste de volgende gegevens bevatten: -
naam en adres van belanghebbende
-
de dagtekening (datum)
-
een omschrijving van het besluit dat is genomen
-
argumenten die duidelijk maken waarom u niet akkoord gaat met het besluit
-
wanneer het bezwaar niet door u maar namens u wordt ingediend, moet u een volmacht ondertekenen en bij het bezwaarschrift voegen.
U krijgt de gelegenheid om uw bezwaar mondeling toe te lichten. Daarna krijgt u schriftelijk bericht van het besluit dat over uw bezwaarschrift is genomen. Bent u het dan nog niet eens met het besluit dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht (A.w.b.) binnen zes weken schriftelijk beroep aantekenen bij de Arrondissementsrechtbank, sector Bestuursrecht. Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Wel kan de indiener van een beroepschrift zich wenden tot de President van de bevoegde rechtbank met het verzoek een voorlopige voorziening te treffen. Aan een dergelijke juridische procedure zijn kosten verbonden: voordat u een beroepschrift indient is het raadzaam juridisch advies in te winnen, bij voorbeeld bij een bureau voor Rechtshulp.
30
7. Ongeoorloofd verzuim Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. De leerplichtambtenaar beslist of er proces-verbaal wordt opgemaakt.
8. Vragen? Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Wendt u zich dan tot de directeur van de school of tot de leerplichtambtenaar van uw woongemeente. De leerplichtambtenaar van de gemeente Littenseradiel is bereikbaar op: Maandagochtend en dinsdag op telefoonnummer 0517 – 533369 Woensdagochtend en donderdag op telefoonnummer 0515- 334411.
11. Tot slot Wij hopen dat u na het lezen van onze schoolgids een beeld heeft kunnen vormen van onze school. Als u meer informatie wilt hebben, neem dan contact op met de directeur van de school. Wij zijn telefonisch te bereiken op 0515-332248 of stuur een mail naar
[email protected] Wij houden ons aanbevolen voor op- en aanmerkingen over de inhoud van onze schoolgids.
G. Poiesz, directeur Sint Bonifaciusschool Reahûs, juli 2015
31