Schoolgids algemeen deel

Schoolgids 2012-2016 algemeen deel In het bijzonder deel vindt u informatie van het desbetreffende schooljaar.

inhoud: Voorwoord ............................................................................................................................. 1 Van het College van Bestuur ................................................................................................. 2 1. Over de school .................................................................................................................. 4 Karakteristiek van de school .......................................................................................... 4 2. Waar de school voor staat ................................................................................................. 6 2.1 Identiteit van de school ................................................................................................ 6 2.2 De algemene doelstelling van de school: ..................................................................... 6 2.3 Wat betekent dit voor de dagelijkse praktijk? ............................................................... 7 3. Organisatie van het onderwijs ........................................................................................... 9 3.1 Algemeen..................................................................................................................... 9 3.2 Het team ...................................................................................................................... 9 3.3 De organisatie binnen de verschillende groepen .......................................................... 9 3.4 Bijzondere activiteiten voor kinderen ...........................................................................11 3.5 Regels voor vrijstelling van het onderwijs en de vervangende onderwijsactiviteiten. ...11 4. Zorg voor leerlingen..........................................................................................................12 4.1 Plaatsing van een kind op school ................................................................................12 4.2 Regels voor toelating, schorsing of verwijdering..........................................................12 4.3 Volgen van de ontwikkelingen (leerlingvolgsysteem) .................................................13 4.4 Speciale zorg. .............................................................................................................14 4.4.1.Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften ..........................15 4.4.2. Overige ondersteunende zorg .............................................................................17 4.5 Overgang naar het voortgezet onderwijs .....................................................................19 5.De leraren .........................................................................................................................19 5.1 Nascholing ..................................................................................................................20 5.2 Stagiaires ....................................................................................................................20 6. De ouders/verzorgers .......................................................................................................20 6.1 Het belang van de betrokkenheid van de ouders ........................................................20 6.2 Informatie aan ouders ................................................................................................21 6.3 De oudervereniging en ouderbijdrage .........................................................................21 6.4 Regels met betrekking tot ondersteunende werkzaamheden van ouders ...................22 6.5 De Medezeggenschapsraad (MR)...............................................................................22 6.6 Klachtenregeling .........................................................................................................22 6.7 Schoolverzekering ......................................................................................................26 7. De ontwikkeling van het onderwijs op basisschool de Zonnewijzer ...................................28 7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school ..........................................28 8. De resultaten van ons onderwijs. ......................................................................................29 8.1 Zorg voor kwaliteit. ......................................................................................................29 8.2 Uitkomsten van de ouderenquête ...............................................................................29 8.3 Het inspectierapport ....................................................................................................32 9. Verlof- en verzuimregeling ................................................................................................33 9.1 Verlofprocedure ..........................................................................................................33 9.2 Verzuimprocedure.......................................................................................................34

Schoolgids 2012-2013

Basisschool de Zonnewijzer

Voorwoord Voor u ligt de schoolgids van basisschool De Zonnewijzer. De schoolgids is bedoeld voor ouders van kinderen die onze school bezoeken, maar ook voor ouders van toekomstige leerlingen. Alle ouders hebben immers recht om te weten wat ze van onze school mogen verwachten. Zo informeren wij u niet alleen over de schooltijden en de namen van de leerkrachten, maar ook over de doelstellingen van de school, de manier van werken, welke methodieken wij hanteren, hoe wij de vorderingen van de kinderen volgen en u daarover rapporteren, hoe wij de kinderen, die extra zorg nodig hebben, begeleiden. Wij willen de dingen die we doen, goed doen. Daarom vertellen wij u ook hoe wij de kwaliteit van onderwijs bewaken. Maar ook leest u, dat wij ouderbetrokkenheid bij de school erg belangrijk vinden. Wij informeren u over de diverse terreinen waarop ouders in de school bezig zijn, over onze identiteit, kortom over alles wat u moet weten over De Zonnewijzer. De basisschool is een stukje van je leven. Voor de kinderen en voor u als ouders. In de loop van de jaren vertrouwt u uw kind zo`n 8000 uren toe aan de zorg van de leerkrachten van de basisschool. Dat is een belangrijk deel van een kinderleven. Een basisschool kies je dan ook met zorg. Elke school heeft zijn eigen werkwijze en sfeer. Wij proberen in de schoolgids die nu voor u ligt een stukje van die sfeer uit te dragen. Deze gids geeft u informatie over onze school en over de manier waarop wij werken en met elkaar omgaan. De gids is losbladig en bestaat uit twee delen: Een algemeen deel en een bijzonder deel dat per schooljaar opnieuw uitkomt. Wij willen ons als school blijven ontwikkelen en met u kritisch blijven kijken naar ons onderwijs. Deze ontwikkelingen zullen leiden tot geregelde aanpassingen in de schoolgids. U kunt dan de betreffende delen eenvoudig vervangen. De gids is tot stand gekomen met medewerking van teamleden, medezeggenschapsraad (MR), en oudervereniging Wij hopen dat U deze gids met veel belangstelling leest en raadpleegt als informatiebron. Heeft u vragen of suggesties ter verbetering van deze gids, dan horen wij dat graag van u.

Namens het team van basisschool De Zonnewijzer J. Nabben, directeur.

De Medezeggenschapsraad van onze school heeft zich akkoord verklaard met de inhoud van deze schoolgids.

1

Schoolgids 2012 -2013


Van het College van Bestuur Sámen sterk in goed onderwijs en onderwijsvernieuwing Stichting Primair Onderwijs "Peelraam" is op 1 januari 2007 ontstaan uit een fusie tussen Stichting Basisonderwijs Gezamenlijk Overleg Sint Anthonis en Rijkevoort (Goser) en Stichting Katholiek Basisonderwijs Mill C.A. (SKBM). Peelraam vormt het bevoegd gezag van 13 basisscholen met circa 2.000 leerlingen en 160 personeelsleden. De 13 basisscholen zijn: Berg en Beek, Sint Anthonis Pater Eymard, Stevensbeek De Hinkstap, Wanroij Klimop, Rijkevoort De Klimop, Wilbertoord De LenS, locatie De Straethof, Mill De LenS, locatie De Leeuwerik, Mill Matthias, Oploo De Schare, Sint Hubert 't Stekske, Langenboom De Vlieger, Landhorst Willem Christiaans, Ledeacker De Zonnewijzer, Westerbeek Bestuursfilosofie Peelraam werkt volgens het Raad van Toezicht model. In dit model heeft de Raad van Toezicht bevoegdheden overgedragen aan het College van Bestuur. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht over de resultaten van de stichting. De Raad van Toezicht houdt dus toezicht op de uitvoering van het beleid op de scholen en de resultaten die behaald worden, maar toetst ook of scholen voldoen aan hun maatschappelijke opdracht. Het College van Bestuur geeft leiding aan de directeuren en ziet erop toe dat binnen alle scholen goed onderwijs wordt gegeven dat voldoet aan de vastgestelde kwaliteitsnormen en dat alle scholen de opbrengsten halen die worden verwacht. De directeuren leggen verantwoording af aan het College van Bestuur over de resultaten die op hun school bereikt worden en over hun bijdrage aan de ontwikkeling van de stichting. In deze structuur zijn de directeuren integraal verantwoordelijk voor goed onderwijs en de resultaten van hun school. Zij geven integraal leiding aan hun team. Binnen het strategisch beleid en de strategische kaders van de stichting hebben de directeuren de ruimte en de vrijheid om hun eigen beleid te voeren. Missie Peelraam heeft een katholieke identiteit en biedt onderwijs dat:  uitgaat van de individuele en unieke ontwikkelingskansen van ieder kind  recht doet aan ieders etnische en culturele achtergrond, geloofsovertuiging en levensbeschouwing  kinderen toerust om volwaardig te kunnen participeren in onze pluriforme samenleving en kenniseconomie.

2



Centraal staan een aantal waarden binnen Peelraam. Deze waarden geven aan wie we zijn, waarvoor wij staan en vooral wie we willen zijn. Ze zijn het fundament voor het handelen van alle medewerkers en ze vormen de basis voor het kunnen realiseren onze missie. Onze kernwaarden zijn:  Pedagogisch optimisme  Waardering  Gezamenlijke verantwoordelijkheid  Eigenaarschap Het kind Peelraam wil kinderen vanuit een katholieke identiteit en lokale eigenheid optimaal toerusten om deel te kunnen nemen aan onze complexe en pluriforme samenleving. De school staat daarbij in voortdurende dialoog met de ouders. Opvoeding en ontwikkeling vinden plaats binnen een gezamenlijk sociaal kader waarin normen en waarden een belangrijke rol spelen. Er is respect voor verschillen en voor andere opvattingen. We creëren een veilige leeromgeving waarin kinderen eigenwaarde en een positief zelfbeeld ontwikkelen. We werken vanuit pedagogisch optimisme. De drie basisbehoeften competentie, relatie en autonomie staan hierbij centraal. We gaan uit van de talenten van kinderen. Een kind moet zich competent voelen en, waar mogelijk, zelf sturing kunnen geven aan zijn ontwikkelingsproces en voortdurend kunnen groeien, letterlijk en figuurlijk. We luisteren naar het kind en geven het de ruimte om verantwoordelijkheid te dragen voor zichzelf, de ander, de omgeving, de natuur en de materialen. Het kind wordt uitgedaagd, niet alleen op cognitief gebied, maar ook op sociaal, motorisch en creatief gebied. De ouders Ouders zijn de eerstverantwoordelijken voor de opvoeding en ontwikkeling van hun kinderen. Peelraam verzorgt onderwijs dat afgestemd is op de wensen en behoeften van het kind en de ouders. Ouders en school zijn samen partner bij de ontwikkeling van het kind. Er is een voortdurende dialoog en open communicatie tussen school en ouders over de inrichting van het onderwijs en de ontwikkeling en de resultaten van het kind. De organisatie Peelraam is een professionele/lerende organisatie. Onze medewerkers vormen het hart van onze organisatie en daarom investeren we voortdurend in hun ontwikkeling en welbevinden. Ons personeelsbeleid is gebouwd op vier pijlers: professioneel, betrokken, gemotiveerd en gezond personeel. Peelraam investeert voortdurend in het ontwikkelen van kennis, expertise en vaardigheden om effectief te kunnen antwoorden op veranderende vragen en omstandigheden. Elke medewerker is in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor zijn eigen ontwikkeling, maar er is ook gezamenlijke aandacht voor de ontwikkeling van iedereen die bij onze organisatie betrokken is. Binnen de kaders van het vastgestelde beleid hebben onze medewerkers de professionele ruimte en de mogelijkheden om hun werk samen in te richten en uit te voeren. Het planmatig verloop van die werkzaamheden en de controle op voortgang en opbrengsten is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden leggen we daarbij zo laag mogelijk in de organisatie. Medewerkers voelen zich verbonden met onze organisatie. Ze denken en handelen in het belang van het kind, school en stichting en zijn trots op wat samen tot stand wordt gebracht. Peelraam beschouwt het financiële beleid als een integraal onderdeel bij het realiseren van de strategische doelstellingen van de organisatie. Het financiële beleid is degelijk en transparant. De huisvesting van Peelraam sluit zo veel mogelijk aan bij de (onderwijs)visie van de school. Peelraam heeft zich ten doel gesteld te zorgen dat alle scholen binnen de stichting een aantrekkelijk gebouw hebben, dat voldoet aan de minimum standaard van de stichting ten aanzien van huisvesting.

Lowi van der Mark Voorzitter College van Bestuur

3



1. Over de school Naam en adres:

Basisschool De Zonnewijzer Schoolstraat 5 5843 AG Westerbeek tel: 0485 – 384248 fax: 0485 – 383514 Postadres: Postbus 27 5845 ZG Sint Anthonis e-mail: [email protected] website : www.dezonnewijzerwesterbeek.nl

De directie:

Directeur:

Jan Nabben

Karakteristiek van de school Basisschool de Zonnewijzer is een kleine R.K. basisschool voor onderwijs aan kinderen van 4 tot 12 jaar en is de enige basisschool in het dorp Westerbeek. Het goed onderhouden gebouw uit 1959 bestaat uit een centrale hall waaromheen 4 klaslokalen liggen. Deze hall wordt vanuit alle lokalen gebruikt als leer-werkruimte voor de leerlingen en ook voor gezamenlijke vieringen. Mede hierdoor ontmoet een bezoeker een open sfeer op de school. De lokalen beschikken allen over een Co2 gestuurde warmte terugwininstallatie die het binnenklimaat ten goede komt. Door het leerlingenaantal (ca. 60 in 2008) zijn de leerlingen jarenlang gegroepeerd geweest in 3 “stamgroepen’. Deze groeperingsvorm heeft het team sterk doen nadenken over het te volgen onderwijsconcept, aansluitend op de onderwijsvisie. We willen een uitdagende leeromgeving creëren, waarin alle kinderen zich veilig voelen. Voor de komende jaren ziet het er naar uit dat we met 4 “stamgroepen” kunnen blijven werken. De kinderen worden begeleid door een team bestaande uit 6 leerkrachten en 1 directeur. In principe bezoeken alle kinderen uit het dorp Westerbeek de school. Er is een actief meedenkende oudervereniging aan de school verbonden. Er is een beginnende samenwerking met peuterspeelzaal ” ‘t Tûrrefke”, van kinderopvangorganisatie Spring die in het gebouw is gehuisvest. Verdere uitbouw van deze samenwerking ligt in onze beleidsplannen. We denken daarbij o.a. aan mogelijke samenwerking bij bepaalde projecten, “warme” overdracht van volgsysteem. De speelzaal van ” ’t Tûrrefke” is deels eigendom van de Zonnewijzer en wordt ook gezamenlijk gebruikt. “t Tûrrefke” wordt ook bezocht door kinderen uit buurdorp Vredepeel, waar de basisschool in 2011 is gesloten. Een deel van deze ouders kiest er voor om hun kind op de Zonnewijzer aan te melden. Er is een goed contact met de parochie ten aanzien van gezinsvieringen en de Eerste Communie- en Vormselviering. De tussen schoolse opvang (T.S.O.) op maandag, dinsdag en donderdag wordt in samenwerking met Spring georganiseerd. Er wordt door ruim 40 % van de leerlingen aan deelgenomen. De meeste ouders kiezen voor de school in het dorp. Het voordeel van een dorpsschool is dat deze relatief veilig is. Ouders en kinderen kennen elkaar doorgaans goed. Ten aanzien van het gebouw is er een groot zorgpunt: we hebben onvoldoende ruimte om materialen op een ordentelijke manier op te bergen, hetgeen nogal eens een rommelige indruk van de school geeft. Basisschool de Zonnewijzer behoort tot Stichting Primair Onderwijs Peelraam. Stichting Peelraam vormt het bevoegd gezag van 13 basisscholen met circa 200 leerlingen en 200 personeelsleden. Alle scholen binnen de stichting werken zelfstandig, maar daar waar samenwerking effectief is, gebeurt dat ook. Peelraam staat voor blijvend goed onderwijs, management en goed gefaciliteerde teams op onze scholen, rekening houdend met:

4



a. kwalitatief goed onderwijsaanbod anticiperend op nieuwste ontwikkelingen binnen Passend Onderwijs. b. samengaan van onderwijs en opvang (2015); ontwikkeling Brede Scholen / IKC. c. ontwikkeling leerlingaantallen; in de komende jaren In Westerbeek redelijk gunstig, maar op lange termijn ook dalend. d. financiële noodzaak om te komen tot andere organisatievormen, bijvoorbeeld clusters met consequenties voor de rol van de directeur, leerkracht, IB-er, ICT-er etc. e. bezuinigingen door het ministerie. De Zonnewijzer is een vrij kleine school, wat tot voordeel heeft dat de lijnen erg kort zijn. De leerkrachten kennen alle kinderen en omgekeerd. Door de kleine groepen op onze school kan uw kind profiteren van de aandacht van de leerkracht, die het kind nodig heeft. Door middel van een duidelijk leerlingvolgsysteem en vaste afspraken t.a.v. rapportage naar elkaar toe zijn leerkrachten optimaal geïnformeerd over het welbevinden van onze leerlingen en kunnen daardoor goed aansluiten bij de ontwikkeling. In het kort zouden wij willen zeggen: De Zonnewijzer wil:   

licht, warmte en vrolijkheid brengen, net als de zon in het midden van het dorp staan de kinderen bij de tijd brengen en houden

Leerling-populatie B.s. de Zonnewijzer profileert zichzelf in betrokkenheid bij het dorp Westerbeek. Indien zinvol informeren we het dorp, middels het Dorpsjournaal, over zaken die er op school spelen. We zijn ons bewust van de bijzondere positie in het dorp. Er is de ouders veel aan gelegen dat er een school in het dorp is. We betrekken de ouders in dit kader wel bij ons streven naar een zo hoog mogelijke onderwijskwaliteit en hoe zich dat verhoudt t.a.v. instandhouding van de kleine school. De opbrengsten van de school staan wisselend onder druk. Met name woordenschat, begrijpend- en technisch lezen geven wisselende uitslagen. We steken er als school flink op in, om de taal- en leescultuur te verbeteren. Bijvoorbeeld: een gerichte aanpak van het woordenschatonderwijs door de gehele school en gerichte ondersteuning van het leesbevorderingsproject project “Duik met een boek de zomer in”. De school ontvangt tot 2014 een subsidie als impulsgebied vanuit het ministerie van onderwijs. Een school die in een impulsgebied ligt, krijgt een extra bedrag per achterstand-leerling met een gewicht 0,3 of 1,2. Het merendeel van onze leerling-gewichten bedraagt echter nul. Het aantal allochtone kinderen bedraagt ca. 5 % van het totaal . De meeste vierjarige kinderen die bij ons instromen hebben de peuterspeelzaal of een kinderdagverblijf bezocht. Van deze organisaties krijgen we over het algemeen een overdrachtsformulier, waarop gegevens over de kinderen vermeld zijn. Ons beleid is er op gericht om in de komende schoolplanperiode te komen tot een meer gestructureerde “warme” overdracht. Van onze ouders is 25% zelfstandig ondernemer, grotendeels in de agrarische sector. Opleiding ouders. 2% van de ouders geeft aan geen opleiding te hebben genoten. 14 % heeft een LBO –opleiding 50 % heeft een MBO opleiding 25 % heeft een HBO opleiding 9% heeft een Universitaire opleiding Uitstroom leerlingen na groep 8 Aantal lln VMBO VMBO t VMBO t-HAVO VWO 2009 - 5 60 % 40 % 2010 - 7 20 % 40 % 40 % 2011 - 1 100 % 2012 - 6 17 % 66 % 17 % De leerlingen gaan overwegend naar scholengemeenschap Metameer in Stevensbeek/Boxmeer en naar het Elzendaalcollege te Boxmeer.

5



2. Waar de school voor staat 2.1 Identiteit van de school De Zonnewijzer is een katholieke school waar grote waarde gehecht wordt aan christelijke normen en waarden. Waarden zijn die aspecten in het leven, waarvan wij vinden dat je daarmee gelukkig kunt worden zoals gezondheid, vriendschap, kennis en inzicht, respect, rechtvaardigheid, eerlijkheid, verantwoordelijkheidsbesef en gemeenschapszin. Normen zijn die regels, die deze waarden beschermen. Wij willen de kinderen vertrouwd maken met de christelijke levensbeschouwing en het daaraan gekoppelde gedrag. Voor een groot aantal kinderen van onze school zal dit aansluiten bij de levensvisie van de ouders. Bij een aantal kinderen zal dit niet het geval zijn. Wij zijn van mening dat voor deze kinderen de christelijke identiteit ook van grote waarde kan zijn. De school staat open voor kinderen van alle gezindten. Wij respecteren ieders eigenheid en bieden deze kinderen ruimte zichzelf te kunnen zijn. De Zonnewijzer wil een plek zijn waar kinderen graag komen. Wij willen niet zó maar onderwijs geven. Wij willen dat doen op een manier die past bij de school die we willen zijn: we werken volgens onze Zonnewijzer visie Wij willen kinderen helpen bij hun ontwikkeling tot verantwoordelijke burgers in een democratische samenleving. Een basisschool heeft een belangrijke functie in de maatschappij. De kinderen komen op vierjarige leeftijd naar school ; in deze leeftijdsfase zijn kinderen over het algemeen nog erg op zichzelf gericht. De omschakeling naar een meer sociaal functioneren gebeurt in de basisschoolperiode. Wij willen een school zijn, waar we de kinderen stimuleren tot actief burgerschap, gericht op integratie van alle burgers in onze leefomgeving. Levensbeschouwelijke identiteit Basisschool de Zonnewijzer is een katholieke basisschool. Dat betekent dat wij het belangrijk vinden dat er aandacht aan levensbeschouwing wordt gegeven, zonder dat daarbij op voorhand een bepaalde levensbeschouwing als norm geldt. Wij willen kinderen kennis laten maken met verschillende levensbeschouwingen èn met elkaars godsdienst of levensvisie. We willen de kinderen leren om anderen daarin te respecteren en te begrijpen. Vieringen Wij vinden het belangrijk om vanuit onze identiteit ieder jaar een aantal vieringen gezamenlijk te houden. Zo vieren we het Kerstfeest met elkaar, werken we mee aan de PalmPaasviering en we nemen elk jaar deel aan 2 goede doelenprojecten, waarbij we voor een goed doel geld inzamelen. We willen de kinderen graag iets leren over onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. Zie verder ook onze kwaliteitskaart Identiteit.

2.2 De algemene doelstelling van de school: Wij vinden het van belang dat de leraren de kinderen uitdagen tot actieve ‘leerders’, door bij kinderen zelfvertrouwen te ontwikkelen in hun eigen mogelijkheden en ze zo snel mogelijk medeverantwoordelijk te maken voor hun eigen én andermans leren. 'Er zijn geen ongemotiveerde leerlingen, maar alleen leerlingen die in een ongemotiveerde stemming zijn'. Kinderen leren beter als ze hiervoor 'in de juiste stemming' zijn.Deze visie wordt weergegeven in 3 belangrijke kernpunten: 1. Respect staat boven alles. Op onze school geldt maar 1 regel. Heb respect voor elkaar. De kinderen leren bij ons op school wat deze regel inhoudt en hoe je respectvol met elkaar omgaat. 2. Vertrouwen is een belangrijke pijler van ons onderwijs. We willen de leerlingen opleiden tot personen met vertrouwen in zichzelf en de ander. Iedere leerling ontdekt hierbij de sterke en zwakke kanten van zichzelf en leert hier mee om te gaan.

6



Wij vertrouwen bovendien in de ontwikkelingskracht van iedere leerling. De ene leerling heeft daarbij meer begeleiding nodig dan de ander. 3. Veiligheid; Een kind dat zich prettig en veilig voelt zal zich als vanzelf gaan ontwikkelen. Wij zien het dus als onze taak om te zorgen voor een prettige en veilige omgeving waarin kinderen uitgedaagd worden zich te ontwikkelen. We willen blijven voldoen aan de basisbehoeften van kinderen.  Competentie; ik kan iets  Autonomie; ik kan het zelf doen  Relatie; ik wil samenwerken met anderen Wij vinden het van belang dat kinderen zich een bepaalde hoeveelheid kennis en vaardigheden eigen maken. Om in de huidige en toekomstige kennisintensieve samenleving goed te kunnen functioneren is echter méér nodig. In toenemende mate zal denkwerk het werk van de toekomst zijn. Het aantal beschikbare kennisbronnen neemt steeds verder toe en informatie veroudert steeds sneller. Om deze redenen is het belangrijk dat we onze kinderen leren zelfstandig en kritisch te denken! Wij streven ernaar om vanuit een katholieke levensvisie een zo groot mogelijke bijdrage te leveren aan een harmonische ontwikkeling en opvoeding van het kind. Van groot belang vinden wij de samenwerking in de driehoek: ouders, leerkrachten en leerlingen. Dit houdt in dat we mensen een gevoel van eigenwaarde willen geven. Elk mens heeft iets goeds in zich. Wij willen op onze school ook dat goede in elke mens naar boven halen, hem dat laten ervaren; een gevoel van competentie geven. Onze school wil een leefgemeenschap zijn voor kinderen, een omgeving waar ze zich ten volle kunnen ontwikkelen op sociaal-emotioneel gebied en waar aanleren van vaardigheden en kennis een belangrijke factor vormen. Wij stellen de leerling centraal in een uitnodigende, activerende en uitdagende leeromgeving, waar zelfstandigheid hoog in het vaandel staat. Om dit alles zo goed mogelijk gestalte te geven, vinden wij orde en regelmaat op school en in de klas belangrijk. Kinderen moeten duidelijk weten waar ze aan toe zijn. Dit bevordert de rust op school en leidt tot betere resultaten. Dit proberen we te bereiken door  rekening te houden met verschillen tussen kinderen  aan te sluiten bij de behoeften van het individuele kind  rekening te houden met algemene ontwikkelingskenmerken en voorwaarden  nadruk te leggen op procesgerichte begeleiding van de kinderen  ervoor te zorgen dat we naast de zorg voor de cognitieve (kennis) ontwikkeling nadrukkelijk aandacht besteden aan de motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling  onderwijsprogramma’s te hanteren met een doorgaande lijn  open te staan voor het opvoedingspatroon c.q. het patroon van waarden en normen zoals dit door de ouders van onze kinderen gehanteerd wordt.  rekening te houden met landelijke en maatschappelijke ontwikkelingen in het onderwijs.  met humor en attentie naar elkaar toe, hier invulling aan te geven. Voor een verdere uitwerking van deze algemene doelstelling verwijzen wij u naar het schoolplan 2012-2016..

2.3 Wat betekent dit voor de dagelijkse praktijk? a. Onderwijs-inhoudelijke accenten In de praktijk zijn we afhankelijk van de samenstelling van de groep in verband met onze kleine leerling-populatie. Hierdoor zijn onze klassen georganiseerd met 2 leerjaren in één. Onze ervaring is dat het hanteren van een leerstofjaarklassensysteem niet het gewenste resultaat opbracht op leergebied en welbevinden. We willen ons dan ook meer en meer gaan richten op jaarklassenoverstijgend lesgeven waarbij iedere leerling op eigen niveau kan functioneren.

7



Hierbij willen we de methodes voor de verschillende vakken meer en meer gaan loslaten als handleiding, en meer en meer gaan gebruiken als naslagwerk en informatiebron, waarbij we de leerlijnen van ons onderwijs in ons hoofd nemen en ons onderwijs daaraan ophangen. Dit houdt in dat steeds meer lessen gegeven gaan worden voor de hele groep en kinderen hier vervolgens op hun eigen niveau mee verder gaan. Om de kwaliteit te blijven waarborgen zullen blijvend de toetsen worden afgenomen om te kijken of onze manier van lesgeven het juiste resultaat oplevert. De nadruk in het onderwijs verschuift van onthouden en begrijpen naar betekenis geven en toepassen van kennis. Juist door het ontbreken van persoonlijke betekenisgeving voelen kinderen zich geen eigenaar van aangereikte kennis. Kinderen zijn prima in staat sturing te geven aan hun eigen ontwikkeling zodra er een relatie is tussen de eigen beleving, de eigen emoties en leren. Leren is een sociaal gebeuren. Tijdens de interacties tussen kinderen onderling en de leerkracht krijgt kennis betekenis en is het mogelijk kennis in nieuwe situaties toe te passen. Dit houdt in dat leerlingen vaker samenwerken en met en van elkaar leren. De leerlingen worden opgeleid om zichzelf en elkaar te kunnen uitdagen tot leren. We gebruiken hierbij steeds intensiever de werkvormen van coöperatief leren. Ook bij zelfstandig werken komt de nadruk meer te liggen op het samen met klasgenoten werken aan het vergaren en bewerken van kennis en niet op: lang alleen kunnen werken. De leerkracht zal de leerlingen regelmatig uitnodigen om te vertellen wat zij vinden dat ze geleerd hebben en welke betekenis zij geven aan dit geleerde. Hierdoor ontstaat bij de leerlingen een bewustwording en op die manier krijgen zij meer vertrouwen in eigen mogelijkheden. Ook stimuleert de leerkracht het aangaan van relaties tussen leerlingen door het creëren van een veilige leeromgeving. Kinderen denken leren houdt in dat we ons onderwijs veranderen:  van “nadoen” naar “nadenken”,  van “vaste sjablonen” naar “eigen ontwerp,  van “van buiten leren” naar “van binnen leren”,  van “leren voor een cijfer” naar “leren omdat het je interesseert”  van “leren van bovenaf” naar “leren van onderop”

b. Pedagogische accenten Uitgaande van het opvoedingspatroon dat door de ouders van onze leerlingen gehanteerd wordt, wil de school een opvoedende leefgemeenschap zijn waarbinnen kinderen niet alleen leren, maar zich ook kunnen ontwikkelen in een houding van zelfvertrouwen, zelfkennis en sociaal positief gedrag. Leerkrachten benaderen de leerlingen positief met een open oor en hart voor individueel voorkomende zorgen en problemen teneinde bij hen een positief zelfbeeld en positief gedrag te bewerkstelligen. Leerkrachten vervullen een voorbeeldfunctie en maken duidelijk dat samen werken en samen leven op de Zonnewijzer berust op principes van respect, eerlijkheid, wederzijdse hulp, openheid, vertrouwen, veiligheid en jezelf mogen zijn. Voor de praktijk houdt dat het volgende in:  Kind het gevoel geven dat zij belangrijk is, dat ze inbreng heeft. Leerkracht heeft grenzeloos vertrouwen in eigen mogelijkheden van het kind. Zelfvertrouwen. Veilige leeromgeving.  Initiatief bij de leerlingen. Kinderen worden eigenaar van eigen leerproces. Kind verantwoordelijkheid laten voelen voor zichzelf en de ander. Leren van en met elkaar.  Rol leerkracht van sturend naar begeleidend. Leerkracht daagt leerlingen uit tot actieve leerders. Waarbij samen afspraken worden gemaakt op basis van respect voor elkaar.  Maak de zorgleerlingen niet afhankelijk.  Leren denken in sociale context. Betekenis geven en toepassen van kennis. Aansluiten bij belevingswereld en actualiteit.  Leerkrachten benaderen de leerlingen positief, zodat ze werken aan een positief zelfbeeld.  Leerkrachten zijn zich bewust van hun voorbeeldfunctie en handelen ook als zodanig.

8



3. Organisatie van het onderwijs 3.1 Algemeen Onze basisschool bestaat uit een centrale hal, waar 4 lokalen omheen liggen, die op deze hal uitkomen. Jaarlijks kent het ministerie van onderwijs op basis van het aantal leerlingen dat de school op 1 oktober van het voorgaande jaar had, een budget aan de school toe. Met dit budget maken we jaarlijks een verdeling van de groepen en de leerkrachten die hierin gaan werken. Het spreekt vanzelf dat we bij de verdeling van de leerkrachten over de groepen uiterst zorgvuldig de belangen van alle kinderen afwegen. Hierbij kunnen soms lastige keuzes gemaakt moeten worden. We streven ernaar om de leerlingen zoveel mogelijk volgens een vast weekschema te verdelen, zodat er voor de kinderen een vaste structuur is met een vaste leerkracht op een bepaald tijdstip. Gezien onze ervaringen in de afgelopen jaren en onze daarop afgestemde werkwijze zien wij hierbij voordelen voor de individuele leerling. De positieve ervaringen en ontwikkelingen t.a.v. het zelfstandig werken dragen hier vanzelfsprekend aan bij. Voor de groepsindeling van dit schooljaar verwijzen we u naar het bijzondere deel van deze schoolgids.

3.2 Het team Het schoolteam bestaat uit 1 directeur en 6 groepsleerkrachten, waaronder 1 intern begeleider. Deze IB-er werkt 1 dag op de Zonnewijzer en heeft o.a. het overzicht over de totale leerling-zorg op onze school. De directeur draagt de integrale eindverantwoordelijkheid voor wat betreft het onderwijskundige, personele en financiële beleid op basisschool “de Zonnewijzer” en heeft een aanstelling voor drie dagen. Daarnaast worden we ondersteund door een conciërge (1 dag en 2 ochtenden) en een schoonmaakster.

3.3 De organisatie binnen de verschillende groepen In de komende schooljaren zullen ongeveer 90 leerlingen de school bezoeken Het leerlingenaantal van de Zonnewijzer is de afgelopen 3 jaren flink gestegen. Daardoor zien we de komende 4 jaar relatief veel oudste kinderen uit een gezin worden aangemeld. We krijgen te maken met nieuwe ouders.

De prognoses laten een evenwichtige opbouw in aantallen zien. We streven ernaar om de leerlingen dan ook in 4 “stamgroepen” te verdelen. Dat zijn gecombineerde groepen. Het bij elkaar plaatsen in één groep van jongere en oudere kinderen heeft verschillende voordelen:  Kinderen hebben naar elkaar een groot verantwoordelijkheidsgevoel; met name de oudsten bieden de jongsten veel hulp bij het spelen, leren en oplossen van problemen;  Leerkrachten kunnen gemakkelijk groep doorbrekend werken.  Leerkrachten en leerlingen kennen elkaar, dit geeft een gevoel van veiligheid.  Gezamenlijke activiteiten zijn gemakkelijk te organiseren.  Leerlingen in gecombineerde groepen leren veel van elkaar. Samenwerken bevordert ook de sociale ontwikkeling.

9



In groep 1-2 is het werken met ontwikkelingsmaterialen geïntegreerd in thema’s en projecten. Het zelfstandig werken neemt ook bij deze bouw een grote plaats in. Om de zelfstandigheid van de kinderen te bevorderen en om de leerkracht ruimere mogelijkheden te bieden om te werken met de kinderen die meer tijd en aandacht vragen, werken we met een takenbord en een takenbrief. In groep 1-2 wordt elke dag gestart in de vaste kring. De dagopening verloopt volgens een vast ritueel, waarna een reken- of taalactiviteit aan de orde komt. Als de kinderen gaan werken kiezen ze 8 x per week een hoek. Elke week worden er door middel van een takenbrief 4 of 5 taken aangeboden. Van de oudere kinderen in de groep verwachten we dat ze 3 taken kiezen. Als ze gewerkt hebben aan een taak, wordt deze taak op de brief afgekleurd. Wanneer bij jongere kinderen het taakbesef zich ontwikkelt krijgen ze net als de oudere kinderen een eigen postvak waarin hun takenbrief ligt. Een belangrijk uitgangspunt is dat de leerstof altijd moet voldoen aan bepaalde ‘minimumeisen’, kerndoelen genaamd. In deze kerndoelen staat voor alle vakken afzonderlijk beschreven wat de kinderen na 8 jaar basisonderwijs dienen te kennen, kunnen en weten. Vanuit de onderwijsinspectie wordt erop toegezien dat de gehanteerde werkwijze aan de wettelijke eisen voldoet. Wij beschouwen de kerndoelen als minimumeisen. Wij trachten de kinderen meer ‘mee te geven’ dan volgens de kerndoelen verplicht is. Het spreekt vanzelf dat de methoden welke op onze school gebruikt worden aan de kerndoelen voldoen. Om de kwaliteit te blijven waarborgen zullen blijvend de toetsen worden afgenomen om te kijken of onze manier van lesgeven het juiste resultaat oplevert. In deze schoolgids gaan we niet verder in op de inhoud van de vakken in de verschillende groepen. Dat voert naar onze mening te ver. U kunt dat altijd op school navragen. Ook in de groepen 3 t/m 8 werken de kinderen met een takenbrief. Op deze takenbrief staan de dagtaken, weektaken en herhalings- en verrijkingstaken. Er zijn verplichte taken en keuzetaken Regelmatig evalueren met de leerling is belangrijk. De leerling krijgt inzicht in zijn werkhouding en in het zelf verantwoording dragen en zonodig worden er leerling-gebonden afspraken gemaakt. Tijdens zelfstandig werkmomenten moet de leerkracht ruimte creëren om extra instructie te geven aan leerlingen. Deze werkwijze vergt een goede regelgeving voor zowel de leerling als voor de leerkracht. In de afgelopen schooljaren is deze werkwijze door het team zowel theoretisch als praktisch verder ontwikkeld. Enkele aanvullingen: Lezen Wij vinden het belangrijk dat een kind regelmatig een boek leest dat voor zijn/ haar leesniveau geschikt is. We werken intensief samen met Biblioplus: er is op school en boekencollectie waar leerlingen vrijuit over kunnen beschikken. Verdere activiteiten op het gebied van boekpromotie zijn: de kinderboekenweek, een voorleeswedstrijd, boekbesprekingen en het leesbevorderingproject “De rode draad” dat we in samenwerking met de bibliotheken het komende schooljaar weer uitvoeren. Rond de zomervakantie stimuleren we de kinderen om deel te nemen aan het project “duik met een boek de zomer in” ,met als doel dat ook tijdens de vakantie een aantal boeken wordt gelezen. Cultuureducatie Op het gebied van cultuureducatie werken we samen met andere Peelraam-scholen. Via een planmatige aanpak willen we de kinderen laten kennismaken met verschillende onderdelen van kunstzinnige vorming. De kinderen wonen zo elk schooljaar een kwalitatief goede voorstelling op het gebied van dans, toneel, muziek, literatuur of film bij. Ook is er jaarlijks een schoolbreed cultuurproject. Elk kind heeft na acht jaar basisonderwijs minstens tweemaal een voorstelling gezien van alle genoemde onderdelen. De voorstellingen zijn meestal op een van de scholen. Voor het vervoer doen we een beroep op ouders.

10



Catechese Om de identiteit van onze school uit te dragen, krijgen we ondersteuning van de Stichting Onderwijs en Levensbeschouwing Brabant Noordoost.(SOL). Deze organisatie wil een bijdrage leveren aan de deskundigheid van mensen die zich inzetten voor de ontwikkeling van de godsdienstig/levensbeschouwelijke en morele identiteit van kinderen in de basisschoolleeftijd. Elk schooljaar kiest het team 2 items en zoekt daar m.b.v. deze stichting bijpassende projecten bij. Aan deze projecten wordt gedurende een aantal weken, door alle groepen tegelijk gewerkt. Meestal worden ze d.m.v. een gezamenlijke viering afgesloten. Ook de werkgroep gezinsvieringen probeert aan te sluiten bij deze projecten. Computers De computer is niet meer weg te denken is binnen het onderwijs. In ons beleidsplan I.C.T. (Informatie Communicatie Technologie) hebben wij vastgelegd hoe wij omgaan met computers op school en wat wij de leerlingen willen leren. Een zeer belangrijk onderdeel daarbij is het leren “leren “. De computer wordt in alle groepen ingezet als oefenmateriaal o.a. bij (voorbereidend) taal, (voorbereidend) rekenen, topografie. Ook leren de kinderen om te gaan met internet als informatiebron, presentaties te houden met behulp van PowerPoint, de computer te gebruiken als communicatiemiddel.

3.4 Bijzondere activiteiten voor kinderen Elk schooljaar in mei of juni gaan we met de kinderen op schoolreis. In verband met de kosten hebben we het ene jaar een echte reis, het andere jaar is er een doel dat dichterbij ligt. Hiervoor betalen de ouders een aparte bijdrage, aangegeven op het formulier ouderbijdrage dat u per gezin elk schooljaar van de oudervereniging ontvangt. Regelmatig vinden er ook gezamenlijke activiteiten plaats. Hiermee bedoelen wij activiteiten waarbij alle leerlingen van de school aanwezig zijn, meestal in de centrale hal. Het gaat dan om de afsluiting van een project, maar ook om het vieren van b.v. het Sinterklaasfeest, Kerstfeest, Carnaval, verjaardag van een leerkracht, e.a. Jaarlijks wordt er voor alle kinderen een sportochtend georganiseerd. Deze activiteiten ervaren wij als zeer waardevol, want zij benadrukken de saamhorigheid binnen onze school.

3.5 Regels voor vrijstelling van het onderwijs en de vervangende onderwijsactiviteiten. Op een gemotiveerd verzoek van ouders/verzorgers kan door het bevoegd gezag een individuele vrijstelling van onderwijsactiviteiten worden verleend. Deze bevoegdheid is gedelegeerd aan de directeur van de school. Een vrijgestelde leerling kan NIET naar huis worden gestuurd, maar krijgt op school andere activiteiten te doen. Vrijstelling kan worden verleend voor het volgen van godsdienst- of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs, lichamelijke opvoeding en in het activiteitenplan geplande evenementen. De verleende vrijstelling is niet bedoeld voor tijdelijke verhindering van een leerling aan een verplichte activiteit.

11



4. Zorg voor leerlingen 4.1 Plaatsing van een kind op school Om toegelaten te worden tot onze school moet een kind vier jaar zijn. Elk voorjaar verschijnt er een mededeling in het plaatselijke “Dorpsjournaal”, gericht aan ouders die een kind hebben dat het komende schooljaar vier jaar wordt. Ouders kunnen dan op de aangegeven dag met hun kind de school bekijken en kennismaken met de leerkrachten van groep 1 en 2. De intake van nieuwe leerlingen gebeurt m.b.v. een inschrijfformulier. Het inschrijfformulier vraagt alleen naar die gegevens, die wij van overheidswege verplicht zijn in de administratie op te nemen. Het formulier biedt ruimte om naast personalia ook gegevens m.b.t. de gezondheid op te nemen. Deze gegevens worden opgenomen in de geautomatiseerde schooladministratie. Voor veel kinderen is de school geen onbekend terrein omdat de peuterspeelzaal, die door veel kinderen bezocht wordt, geïntegreerd is in het schoolgebouw. De aangemelde leerlingen kunnen voor hun vierde verjaardag maximaal 5x een ochtend meedraaien in de groep. e Deze afspraak wordt gemaakt tijdens het intakegesprek waarvoor de ouders ca 8 weken voor de 4 verjaardag van het kind worden uitgenodigd. Tijdens het intakegesprek brengen de ouders een door hen ingevulde lijst mee t.a.v. specifiek ter zake doende bijzonderheden van het kind. Ook wordt dan afgesproken wanneer het kind definitief op school komt. Dit is uiterlijk een maand na e de 4 verjaardag. Voor 4-jarige kinderen gelden dezelfde regels als voor de andere (leerplichtige) kinderen. Zonder een geldige reden een dagje vrij en buiten de schoolvakanties om op vakantie gaan, is ook voor deze kinderen niet mogelijk. Ouders van kinderen die van een andere school komen, kunnen contact opnemen met de directeur. . De ouders ontvangen de schoolgids en vullen het inschrijfformulier in. Tijdens dit intakegesprek wordt ook besproken welke verwachtingen de ouders hebben t.a.v. de begeleiding van hun kind en wordt vanuit de school aangegeven welke mogelijkheden de school hiertoe heeft. Het onderwijskundig rapport van de laatst bezochte school is hierbij van groot belang. Zeker in de beginperiode wordt aan deze kinderen extra zorg en aandacht besteed, zodat ze zich zo snel mogelijk thuis voelen op onze school.

4.2 Regels voor toelating, schorsing of verwijdering. Het schoolbestuur beslist over de toelating van de leerling. Schoolbesturen van bijzondere scholen (zoals onze school) mogen leerlingen weigeren als ouders de godsdienstige of levensbeschouwelijke richting van de school niet onderschrijven. De betrokken leerling mag niet geweigerd worden als er binnen redelijke afstand van de bijzondere school geen openbare school is. Ieder kind is anders, heeft een andere achtergrond en heeft daarom verschillende mogelijkheden. Een uitgangspunt van ons onderwijs is dat wij nadrukkelijk rekening houden met deze verschillen. Ieder kind kan iets leren en is daarom in principe welkom op onze school. Dit “in principe” geeft meteen de grens van onze mogelijkheden aan. We willen er namelijk steeds van overtuigd zijn, dat onze aanpak optimaal bijdraagt aan de ontwikkeling van uw kind. In de gelukkig incidentele gevallen waarin wij een kind niet kunnen bieden waar het om vraagt, hebben wij de moed en de plicht om dat te erkennen en met de ouders te bespreken welk type onderwijs geschikt is voor hun kind. Het gaat uiteindelijk om: Op verschillende manieren leren, met verschillen tussen kinderen naar een verschillend eindniveau. Wanneer een leerling zich ernstig misdraagt, kan deze een tijdje van school worden gestuurd of voorgoed. De beslissing over schorsing en verwijdering wordt genomen door het schoolbestuur. Als een besluit moet worden genomen over verwijdering, moeten de groepsleerkracht en de ouders eerst worden gehoord. Na het besluit tot verwijdering blijft de leerling op school, totdat het schoolbestuur een andere school heeft gevonden. Als dit binnen acht weken niet lukt, mag de toegang tot de school worden geweigerd.

12



Als het schoolbestuur wil schorsen of verwijderen, moet het schoolbestuur overleg plegen hierover met de ouders. De ouders kunnen de onderwijsinspectie vragen te bemiddelen als het overleg niets oplevert. Als het schoolbestuur bij haar besluit blijft, kunnen de ouders schriftelijk bezwaar aantekenen. Het schoolbestuur is dan verplicht binnen vier weken schriftelijk te reageren. Als het schoolbestuur bij haar besluit blijft, kunnen de ouders in beroep gaan bij de rechter. Het bestuur kan overgaan tot het in gang zetten van de verwijderingprocedure als er sprake is van:  een voortdurend agressief gedrag van de leerling, waarbij de voortgang van het onderwijs verstoord wordt;  het feit dat een leerling een onevenredig deel van de schoolorganisatie vergt, waarbij niet of nauwelijks gestelde doelen worden bereikt;  bedreigend of agressief gedrag van ouders, waarbij herhaling niet uitgesloten is, waardoor er sprake is van gegronde redenen voor angst bij leerkrachten of andere ouders en/of er geen sprake meer is van een ongestoorde voortgang van het onderwijs.

4.3 Volgen van de ontwikkelingen (leerlingvolgsysteem) Op onze school volgen we de ontwikkeling van de leerlingen met behulp van een leerlingvolgsysteem. In dit leerlingvolgsysteem worden niet alleen de gegevens van het bekende schoolrapport verwerkt. Hoewel de groepsleerkrachten door de methodegebonden toetsen, de dagelijkse observaties en het dagelijkse werk over het algemeen een goed beeld van een kind hebben, maken de kinderen ook toetsen van het leerlingvolgsysteem. Deze toetsen zijn landelijk genormeerd, dat wil zeggen dat de kinderen vergeleken worden met andere kinderen in Nederland die net zo veel onderwijs hebben genoten. Dat is van belang voor het beoordelen van de vorderingen. Na de afname van deze “signaaltoetsen”, waarvan de tijdstippen van afname zijn vastgelegd op een toetskalender, heeft de groepsleerkracht een groepsgesprek met de interne begeleider (IB-er) en de directeur. In principe vinden er per schooljaar twee groepsgesprekken plaats.Tijdens dit gesprek worden de vorderingen van de gehele groep besproken en wordt besloten of er leerlingen verder diagnostisch onderzocht worden. Ook kunnen er afspraken gemaakt worden voor een begeleidingsplan of handelingsplan voor individuele leerlingen. Bij een handelingsplan worden ook de ouders op de hoogte gesteld. We streven ernaar om leerlingen met leerproblemen te clusteren in een groepsplan. Dit alles wordt beschreven in een groepsplan per vakgebied, dat twee keer per jaar door de leerkracht wordt gemaakt. In dit plan staat waar het kind behoefte aan heeft zodat het kind of een groepje kinderen leerstof of begeleiding krijgt die beter aansluit. Bij het opstellen van deze plannen wordt er vanuit gegaan, dat deze door de groepsleerkracht in de klas moeten kunnen worden uitgevoerd. De extra-hulp in de klas kan bestaan uit: - extra individuele aandacht tijdens (werk)-lessen. - extra instructie. (bv. pre-teaching) - teruggrijpen naar concreet materiaal. - een stap terug voor wat betreft aanbieding materiaal/ leerstof. Deze extra-hulp vindt plaats: - tijdens zelfstandige werkmomenten. - door oefenmateriaal mee naar huis geven. - door gebruik te maken van de diensten van vrijwilligers. De groepsleerkracht bewaakt de voortgang van het begeleidings/handelingsplan. Geregeld worden de ervaringen van de groepsleerkracht met de IB-er besproken en wordt bekeken in hoeverre het begeleidings/handelingsplan bijgesteld, verlengd of stopgezet kan worden. In incidentele gevallen komt het voor dat een kind voor een bepaald vakgebied volgens een eigen leerlijn gaat werken, met tussentijdse doelen en een einddoel, lager dan eind groep 8. Dit noemen we een OPP (Ontwikkelingsperspectief). Het kind krijgt dan voor dat vakgebied een eigen lesprogramma.. Als uw kind volgens een aangepast programma gaat werken, zal de school altijd contact opnemen met de ouders.

13



Verzamelde gegevens van een leerling Op school verzamelen wij gegevens van de leerlingen (over het gezin, de leerlingbesprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, begeleidings- en handelingsplannen, toetsen rapportgegevens van verschillende jaren.) De interne begeleider beheert deze in het leerling-dossier. Dit leerling-dossier is voor ouders op school ter inzage. Dit kan nadat u een afspraak hebt gemaakt, in het bijzijn van een leerkracht. Het sociaal-emotionele aspect van de ontwikkeling van de leerling speelt op onze school een belangrijke rol. We werken aan een registratiesysteem, waardoor deze ontwikkeling nog beter gevolgd en begeleid kan worden. Om alle gegevens nog beter te kunnen verwerken en beschikbaar te hebben, worden deze opgeslagen in ons digitaal administratiesysteem. Rapport  Twee keer per schooljaar wordt bij groep 1-2 de kijkwijzer ingevuld door ouders en leerkrachten.  Twee keer per schooljaar ontvangen de ouders van de leerlingen van groep 3 t/m 8 een rapport over hun kind. Het rapport is in de eerste plaats bedoeld voor de ouders.  Na ongeveer10 schoolweken worden alle ouders (groep 1 t/m 8) uitgenodigd voor een gesprek. Een rapportbespreking duurt 15 minuten per leerling (of langer indien de leerkracht dit noodzakelijk acht).  Na 20 schoolweken worden de M-toetsen met de ouders besproken. Dat gebeurt ook met de Etoetsen in juni.  Voor groep 8 vinden er in maart adviesgesprekken plaats.

Ook worden de ouders voor een gesprek uitgenodigd indien de leerkracht dit van belang vindt i.v.m. de ontwikkeling van het kind. Wanneer ouders zelf behoefte hebben aan een gesprek, kunnen ze hiervoor altijd een afspraak maken, in eerste instantie met de groepsleerkracht. Het is echter ook mogelijk een afspraak te maken met de directie of intern begeleider, nadat de leerkracht op de hoogte is gesteld. Voor kleuters wordt nog geen rapport opgesteld; het welbevinden, de Kijkregistratielijst en de toetsen worden besproken. Verder draagt de school zorg voor een onderwijskundig rapport van de leerlingen, wanneer zij over gaan naar een andere school. Dit gebeurt bij verhuizing naar een andere basisschool, bij overplaatsing naar een speciale basisschool of naar het vervolgonderwijs. De ouders ontvangen een afschrift van dit rapport.

4.4 Speciale zorg. Op onze school is een intern begeleider (IB-er) aanwezig, die o.a. als taak heeft collega's te ondersteunen en te adviseren over een juiste begeleiding binnen de groep. De IB-er coördineert de mogelijkheden op school om een leerling zo goed mogelijk te begeleiden in zijn gehele ontwikkeling. Ieder kind krijgt de zorg die het nodig heeft. Ouders en/of leerkrachten kunnen zich zorgen maken over het gedrag en/of de vorderingen van de leerlingen. In dat geval zal er een gesprek volgen, waarin de zorg wordt geuit en waarin wordt bezien welke stappen door wie genomen kunnen worden. Mogelijk heeft de leerkracht dit reeds met de IB-er besproken en mogelijk met het team in een leerlingbespreking. In dat geval worden de ouders op de hoogte gesteld. Er zullen steeds vervolggesprekken plaatsvinden. Ouders en/of leerkracht kunnen de Intern begeleider uitnodigen om bij de gesprekken aanwezig te zijn. Is het nodig om meer informatie te verkrijgen over een probleem, dan kan de school een beroep doen op externe deskundigheid, bv. het zorgteam van WSNS of een onderwijsadviesdienst..

14



Ook de schoolarts kan hulp bieden. Lichamelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling spelen vaak een grote rol bij het gehele ontwikkelingsproces. 4.4.1.Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften Blijven zitten Voordat er een beslissing wordt genomen over het blijven zitten van een leerling, wordt er speciaal naar de betreffende leerling gekeken. Er wordt niet alleen naar de resultaten op leergebied gekeken, maar ook naar de sociaal-emotionele ontwikkeling en de werkhouding. De leerkracht maakt tijdig aan de ouders zijn/haar zorg kenbaar. Bij een beslissing kan de school zich ook extern laten adviseren bv. door de onderwijsbegeleidingsdienst en/of schoolarts. In elk geval zal het doel van het nog een keer overdoen van een groep duidelijk moeten zijn. Meerbegaafden. Erg belangrijk is het kind voldoende uitdagingen te geven zodat hij/zij optimaal kan blijven functioneren. Uiteraard is er veelvuldig contact met de ouders. Wanneer een kind een groep over zou kunnen slaan, wordt niet alleen naar de leerresultaten gekeken, maar ook naar de sociaal-emotionele ontwikkeling. Ook hier is het mogelijk dat een advies van de onderwijsbegeleidingsdienst wordt gevraagd. Naar een speciale basisschool? Onze basisschool streeft naar onderwijs respectievelijk zorg op maat voor alle kinderen. En toch, ondanks alle inspanningen, kan het voorkomen dat we op de basisschool niet het gewenste resultaat kunnen realiseren. Uw kind is dan wellicht toch beter af op een speciale basisschool. Hoe gaat dat dan ? Hoe komt een kind op een speciale basisschool ? Wie moet het kind aanmelden ? Naar welke school kan/mag het kind ? Vragen te over. In het kort willen we u in deze schoolgids hierover wat informatie verschaffen. Op school is een brochure aanwezig, die u nog meer helderheid kan geven. Het samenwerkingsverband WSNS is een vereniging waarbinnen het basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs samenwerken. In het hele proces van verwijzing van basisschool naar- en toelating tot een speciale basisschool spelen een aantal partijen een belangrijke rol. Op de eerste plaats de ouder(s), verzorger(s) of voogd(en). Daarnaast de betrokken basisschool en de PCL. Dit is de Permanente Commissie Leerlingenzorg, die in het leven is geroepen om de aanmeldingen voor een speciale basisschool te stroomlijnen. Iedere aanmelding van een leerling moet de PCL passeren. Aanmelding kan alleen nadat de ouders toestemming gegeven hebben. De ouders zijn formeel de aanmelders. Aanmelding gebeurt met het daarvoor bestemde formulier. Dit formulier bevat de schoolgegevens, de leerling-gegevens en de akkoordverklaring van de ouders. Daarnaast is het verplicht een Onderwijskundig Rapport in te leveren. De school verzorgt het invullen en opsturen van de rapporten. De leden van de PCL bestuderen de gegevens, kunnen om aanvullend onderzoek vragen en nodigen soms de intern begeleider en/of de groepsleerkracht uit voor een bijeenkomst. Op grond van alle beschikbare gegevens besluit de PCL al dan niet tot het afgeven van een toelaatbaarheidverklaring. Dit besluit wordt met redenen omkleed aan alle betrokkenen medegedeeld. De ouders kunnen hun kind dan op de speciale school voor basisonderwijs aanmelden. Daarnaast kan de PCL andere hulp adviseren bv. Preventieve Ambulante Begeleiding. Preventieve Ambulante Begeleiding is extra hulp op groepsniveau, waardoor lln. die anders zouden zijn aangewezen op speciaal onderwijs, in staat zijn het onderwijs op een basisschool te blijven volgen. Deze hulp wordt gegeven door ambulante begeleiders van het speciaal onderwijs aan de groepsleerkracht. Het kan voorkomen dat ouder(s), verzorger(s) of voogd(en) het niet eens zijn met de beslissing van de PCL. Er kan dan bezwaar aangetekend worden bij de PCL. Deze stuurt het bezwaar op naar de Regionale Verwijzings Commissie (RVC). De RVC geeft advies over het bezwaarschrift en stuurt dit

15



retour naar de PCL. De PCL doet dan een nieuwe uitspraak. Verdere eventuele stappen staan vermeld in de eerder genoemde op de school aanwezige brochure. Hierin staan ook de noodzakelijke adressen vermeld. Voor ouders bestaat tevens de mogelijkheid om klachten in te dienen tegen gedragingen of het nalaten daarvan van de PCL. De maximale termijn van het indienen van klachten is één jaar. Wanneer blijkt, dat een leerling op de speciale basisschool functioneert op basisschoolniveau, dan kan zo’n leerling worden teruggeplaatst op onze school. Dit gebeurt onder begeleiding van de speciale basisschool. Leerling-gebonden Financiering We kennen al vele jaren het “aanvullende formatie beleid” (AFB). Hierin wordt beschreven hoe de basisscholen o.a. voor gehandicapte leerlingen extra formatie en middelen kunnen aanvragen. Dit beleid heeft ertoe bijgedragen dat wij op onze school in de afgelopen jaren gehandicapte leerlingen hebben kunnen begeleiden. Deze AFB-regeling is per 1 augustus 2003 omgezet in een wettelijke regeling: de leerling gebonden financiering (LGF), ook wel het Rugzak-beleid genoemd. Op dit moment wordt door de school de volgende procedure gevolgd. Bij aanmelding van: 1. een leerling met een positieve beschikking van een commissie van indicatiestelling (ook wel leerling met een Rugzak genoemd); 2. een leerling met een positieve beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het samenwerkingsverband WSNS; 3. een leerling die wordt teruggeplaatst van een speciale school; worden, aan de hand van een aantal onderwerpen, de onderwijskundige vragen van het kind doorgenomen. Vervolgens wordt bezien of de school in staat is de onderwijskundige antwoorden te bieden. Centraal in die beantwoording staat het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. Bij die beantwoording zal gebruik gemaakt worden van de ondersteuning van bijvoorbeeld een school aangesloten bij een Regionaal Expertise Centrum. Bij het besluit (uiteindelijk zal het schoolbestuur dit besluit nemen) tot toelating of weigering zal er altijd sprake zijn van een teambesluit. We gaan er immers van uit dat – bij toelating - de leerling de gehele basisschoolperiode op onze school welkom zal zijn. In principe zijn wij als school bereid tot toelating van leerlingen met een handicap. Aangezien er echter geen sprake is van een plaatsingsplicht, zal bij ieder verzoek opnieuw een afweging gemaakt worden. Kern van deze afweging is de vraag of de combinatie van handicap en de extra ondersteuning die noodzakelijk is, spoort met de mogelijkheden van de school. Het gaat natuurlijk steeds om de balans tussen de hulpvraag van het kind (pedagogische aanpak, didactische aanpak, kennis en vaardigheden van de leerkracht / het team, organisatie binnen school en de klas, gebouwelijke en materiële aspecten, de positie van de medeleerlingen, de rol van de ouders en de externe ondersteuning) én de (on)mogelijkheden van de school. Een tweede gegeven is dat het altijd om een individuele beslissing gaat. Op voorhand is dus niet aan te geven welke leerlingen wel of welke leerlingen niet toegankelijk zijn. Aan de hand van een nog op te stellen procedure waarin ook criteria vermeld zullen worden, zal in de toekomst een aanmelding van een kind met een Rugzak in behandeling worden genomen. Zieke leerlingen. Als blijkt, dat uw kind door ziekte meerdere dagen niet naar school kan komen, dan is het van belang, dat u dit aan de leerkracht kenbaar maakt. De leerkracht kan samen met u bekijken hoe het onderwijs aan uw kind toch voortgezet kan worden. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de deskundigheid van een consulent “onderwijsondersteuning zieke leerlingen” van de onderwijsbegeleidingsdienst of van het academisch ziekenhuis.

16



Het is niet alleen onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is te zorgen voor goed onderwijs. Wij vinden het minstens zo belangrijk, dat uw kind in die situatie goed contact heeft met de klasgenoten en de leerkracht. Vanzelfsprekend is het continueren van het onderwijs belangrijk, omdat een zieke leerling dan actief blijft met wat bij het dagelijkse leven hoort, namelijk: goed onderwijs. Hierdoor wordt voorkomen, dat een leerling die ziek is, achterop raakt. Als u meer wilt weten over onderwijs aan zieke leerlingen, dan kunt u informatie vragen aan de leerkracht van uw kind. Ook kunt u informatie hierover vinden op de website van Ziezon, het landelijk netwerk van Ziek zijn & Onderwijs: www.ziezon.nl Plusklassen voor hoogbegaafde leerlingen. Vanaf januari 2013 is er in het samenwerkingsverband ‘Land van Cuijk’ een voorziening gerealiseerd voor hoogbegaafde leerlingen. De samenwerkende besturen: Invitare, Peelraam en Optimus Primair Onderwijs hebben onder de vlag van het samenwerkingsverband hun krachten gebundeld. Dit heeft geresulteerd in 6 plusklassen voor hoogbegaafde leerlingen van de groepen 4 t/m 8. Zowel in Cuijk, als in Sint Anthonis en Boxmeer is er vanaf januari 2013 een plusklas beschikbaar voor de middenbouw (kinderen uit gr 4, 5 of 6) én een plusklas voor de bovenbouw (kinderen uit gr 6, 7 of 8). Leerlingen die zijn toegelaten kunnen in principe één dagdeel per week onderwijs volgen in de dichtstbijzijnde plusklas. Hiermee realiseren we een voorziening waaraan behoefte is gebleken voor een deel van onze leerlingen. Er wordt nauw samengewerkt door de plusklasleerkrachten, zodat het aanbod in de verschillende groepen nagenoeg gelijk zal zijn. Aanmelding geschiedt op initiatief van de school in samenspraak met de ouders. 4.4.2. Overige ondersteunende zorg Weer samen naar school (WSNS) Dit is de naam van een landelijk onderwijsproject dat als doelstelling heeft leerkrachten op basisscholen deskundiger te maken in het omgaan met kinderen met (leer)-problemen. Onze school is hiertoe aangesloten bij een regionaal samenwerkingsverband tussen de basisscholen en de speciale scholen voor basisonderwijs. Het doel is de basisscholen zodanig toe te rusten dat leerlingen, die speciale aandacht en zorg behoeven, zoveel mogelijk op de basisscholen kunnen worden opgevangen. In het jaarlijkse zorgplan staan de activiteiten van het samenwerkingsverband vermeld, alsmede wat er van de aangesloten scholen wordt verwacht.

Centrum Jeugd en Gezin Vijf zorgen welzijnsinstellingen in het land van Cuijk hebben onder regie van de gemeenten de handen ineen geslagen en zijn gekomen tot één centraal loket voor opgroeien opvoedhulp. Hiermee is een begin gemaakt van een centrum jeugd en gezin. Jeugd en gezin zijn belangrijke onderwerpen van het huidige kabinet; er is immers zelfs een minister aangesteld voor jeugd en gezin. Eén van de prioriteiten is de ontwikkeling van de Centra voor jeugd en Gezin (CJG). Vanaf 2011 moet elke gemeente in Nederland een inlooppunt hebben, ondersteund door bijvoorbeeld een telefonisch spreekuur en/of websites. Het CJG moet een plek zijn waar ouders/verzorgers, kinderen, jongeren en professional snel en gemakkelijk terecht kunnen met vragen en problemen over opvoeden. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de gemeenten.

17



Binnen het land van Cuijk wordt al langere tijd samengewerkt aan de ontwikkeling van het CJG. Onder regie van de gemeenten hebben vijf zorgen welzijnsinstellingen, STBNO (het consultatiebureau), de GGD, het RMC (Maatschappelijk werk), MEE (voor mensen met een beperking) en RADIUS (welzijnsinstelling land van Cuijk) de handen ineen geslagen. Half mei 2012 is er één telefonisch spreekuur van start gegaan. Op alle werkdagen kunt u van 9.00 uur tot 10.00 uur bellen naar 0900-9006030 (lokaal tarief) met al uw vragen over opvoeden en opgroeien. Achter de telefoon zit altijd een professionele hulpverlener. Uw vraag kan misschien direct beantwoord worden of wordt doorgeleid naar een andere hulpverlenende instantie die u terugbelt. Zo hoeft u zelf niet te zoeken naar de juiste organisatie bij uw vraag, maar is één telefoontje vaak al genoeg. Verder is er een website voor jongeren de lucht ingegaan www.jongerenloketlandvancuijk.nl Hier kunnen jongeren informatie vinden over sport, uitgaan, cultuur, muziek en nog veel meer. Daarnaast is er twee maal per week gelegenheid voor jongeren om on-line te chatten met een hulpverlener. Ook is er een site voor ouders in ontwikkeling www.cjglandvancuijk.nl . Jeugdgezondheidszorg op school Kinderen en jongeren moeten gezond en veilig kunnen opgroeien. Als ouder speelt u hierin een belangrijke rol. Maar gelukkig staat u er niet alleen voor. De jeugdgezondheidszorg van de GGD kijkt graag met u mee naar de ontwikkeling van uw kind. Wij geven antwoord op al uw vragen over de gezondheid, opvoeding en gedrag van uw kind. Bij de GGD werken jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, teamassistenten, logopedisten en andere professionals. Samen met school houden ze de gezondheid van uw kind tijdens de schoolperiode in de gaten. Dit gebeurt onder andere door:  gezondheidsonderzoek bij 5- tot 6-jarigen  gezondheidsonderzoek 10- tot 11-jarigen  gezondheidsonderzoek in klas 2 van het voortgezet onderwijs.  Inloopspreekuur jeugdverpleegkundige op school  Informatiebijeenkomsten op school U ontvangt voor het onderzoek altijd een uitnodiging met uitleg thuis. Deze schoolonderzoeken dragen bij aan het vroegtijdig opsporen en aanpakken van eventuele problemen. De onderzoeken kunnen leiden tot een gericht advies, een vervolgafspraak of tot een verwijzing naar huisarts of specialist. Dat gebeurt altijd in overleg met u. De GGD is partner in het Centrum voor Jeugd en Gezin.

Schoolmaatschappelijk werk Het schoolmaatschappelijk werk is bedoeld voor alle leerlingen en hun ouders, die vragen hebben over het functioneren van hun kind. Dit kan gaan om hoe het gaat op school, maar ook thuis of in de vrije tijd. Waarvoor is het schoolmaatschappelijk werk?: Stel, uw zoon of dochter zit niet lekker in zijn/haar vel. Hij/zij heeft iets vervelends meegemaakt, of er spelen problemen thuis. Het kan zijn dat hij/ zij onzeker is en er niet bij hoort op school. Of er spelen veel conflicten met leeftijdgenoten of leerkrachten. Het kan ook zijn dat u niet goed meer weet hoe u met het gedrag van uw kind moet omgaan, of dat u het contact met uw kind wilt verbeteren. Vaak kunt u door gesprekken met uw kind zelf veel doen, maar soms kan het prettig zijn dat iemand anders meedenkt hoe het beter zou kunnen gaan.

18



Werkwijze: De schoolmaatschappelijk werker kan een gesprek plannen met ouders en/of de leerling en bespreken wat er aan de hand is en welke hulp geboden kan worden. Dit kan bijvoorbeeld zijn; het geven van informatie, het oefenen van moeilijke situaties of doorverwijzen naar een hulpverlenersinstantie. Bereikbaarheid:  Als u een afspraak bij het schoolmaatschappelijk werk wilt maken, kunt u dit bespreken met de leerkracht of de intern begeleider. Belangrijk:  De schoolmaatschappelijk werker legt contact met u en/of uw kind als u het toestemmingsformulier (op school verkrijgbaar) ondertekend heeft.

4.5 Overgang naar het voortgezet onderwijs Op de groepsinformatieavond van groep 8 vertellen we de ouders hoe de advisering en de schoolkeuze verloopt. De leerlingen leren ook de opzet en mogelijkheden van het vervolgonderwijs kennen. Alle leerlingen van groep 8 nemen deel aan de CITO-eindtoets. De mogelijkheid bestaat om op eigen kosten deel te nemen aan een psychologische test (AOB). In maart vindt het individuele oudergesprek plaats, waarin rapport, CITO-eindtoets, de eventuele psychologische test, het advies van de leerkracht, de mening van de ouders en het kind worden besproken. Dit leidt dan tot een schoolkeuze. De ouders melden de leerlingen aan, en de leerkracht vult een schoolrapport in. De school voor voortgezet onderwijs stuurt een bericht of de leerling is aangenomen. Na een half jaar brugklas bespreekt de leerkracht van groep 8 de resultaten van de leerling met de mentor. Alle scholen voor voortgezet onderwijs sturen jaarlijks een overzicht met de studieresultaten van onze oud-leerlingen.

5.De leraren De namen van de leerkrachten en hun taken vindt u in het bijzonder deel van de schoolgids. Bij ziekte of verlof van leerkrachten gaat het “Verzuimprotocol en noodplan” in werking.   

Ziekmeldingen worden zo snel mogelijk gedaan volgens de op schoolniveau gestelde regels. In ieder geval voor half acht ’s morgens. Alle andere verzoeken om (buitengewoon) verlof worden zo vroeg mogelijk bij de directie ingediend, zodat maatregelen op tijd genomen kunnen worden. De directie maakt voor vervanging gebruik van: - De vervangerspool - De invallerspool

19



Indien uit genoemde bestanden geen vervanging te regelen valt, treedt het noodplan in werking. Noodplan:  Parttimers (collega’s) worden benaderd om extra te werken.  Parttime leerkrachten van andere scholen van het bestuur benaderen.  Als er wel een onderbouwvervanger beschikbaar is, intern wisselen  Mentor van de LIO/WPO-kracht wordt ingezet.  Collega’s die hun ADV-dag (betaald) willen, inzetten voor vervanging.  De ADV-dag, de BAPO-dag, taakrealisatie of IB-uren ruilen. (N.B.: niet laten vervallen!).  Door herverdeling van de leerkrachten en de groepen een leerkracht vrijmaken (maximaal voor een dag en alleen als het redelijkerwijs mogelijk is). Bieden voorgaande mogelijkheden geen aanvaardbare oplossing, dan de betreffende groep thuis laten, met daarbij de volgende afspraken:  In principe niet de eerste dag.  Alleen in het uiterste geval hiertoe overgaan.  Ouders schriftelijk op de hoogte stellen.  Voor leerlingen die geen opvang hebben, kan de school benaderd worden om te bemiddelen. NB. Lesroostertechnisch (er vervallen namelijk lesuren) kan het soms beter zijn om op opeenvolgende dagen verschillende groepen naar huis te sturen.  De schoolleider dient in principe niet voor vervanging beschikbaar te zijn, tenzij er verschuiving van die tijd mogelijk is en zijn geplande werkzaamheden die verschuiving toestaan.

5.1 Nascholing Elk schooljaar worden er een aantal studiedagen(middagen) gepland. Deze studiedagen kunnen zowel voor het hele team als voor een deel van het team gelden. Wanneer de leerlingen hiervoor vrij krijgen, wordt dit aangegeven op het vakantierooster. (zie bijzonder deel schoolgids). Deze nascholing is weer gekoppeld aan de behoefte van onze school om zich te blijven ontwikkelen en de verdere professionalisering van het personeel. Zie hiervoor het schoolplan.

5.2 Stagiaires We streven ernaar om jaarlijks stagiaires van de Pabo’s uit Nijmegen of Helmond de gelegenheid te geven praktijkervaring op te doen op onze school en op deze wijze zich te bekwamen in het vak van leraar. Zij blijven gedurende een periode in een groep en voeren in overleg met de groepsleerkracht allerlei opdrachten uit. Op deze wijze willen we als school ook open blijven staan voor nieuwe impulsen in ons onderwijs. Hetzelfde geldt voor stagiaires van ROC Nijmegen, Helmond of Venray ten aanzien van het zich bekwamen als onderwijs– of klassenassistent. Door het werken met stagiaires leren de leerkrachten ook weer. U wordt hiervan via de info op de hoogte gesteld. De groepsleerkracht blijft de eindverantwoordelijke voor de groep.

6. De ouders/verzorgers 6.1 Het belang van de betrokkenheid van de ouders Ouders sturen hun kind naar school om te leren en zich goed te ontwikkelen. Ze geven hun kind in andere handen. De verantwoording voor de opvoeding van de kinderen ligt nu niet meer alleen bij de ouders, maar voortaan ook gedeeltelijk bij de leerkrachten op school. Het is belangrijk dat ouders vertrouwen hebben in de mensen die op school met hun kind werken. School en ouders dienen - in het belang van het kind – samen te werken in de begeleiding van het kind, naar elkaar te luisteren, met elkaar te overleggen. Ouders hanteren diverse opvoedingsstijlen, soms andere dan op school. Het is de taak van de leerkrachten om een opvoedingsstijl te hanteren die past binnen de visie op onderwijs en opvoeding , zoals vastgelegd in het schoolplan en door de M.R. is vastgesteld.

20



Via evaluaties en de ouderenquête wil basisschool de Zonnewijzer ouders naar hun mening hierover vragen. Het is van belang dat school en ouders met elkaar in contact blijven. Wanneer ouders belangstelling tonen voor datgene wat het kind leert, doet, bezig houdt, steunen zij het kind in zijn ontwikkeling. Daar waar het kind wat extra steun of hulp nodig heeft, kan deze beter gegeven worden, als de ouder ook weet hoe er met die materie op school wordt omgegaan.

6.2 Informatie aan ouders Het is voor ouders een hele verandering als hun kind voor het eerst naar school gaat. Kinderen wennen vaak snel aan de nieuwe situatie. De meeste peuters hebben de peuterspeelzaal al bezocht in hetzelfde gebouw en zijn daardoor al gewend aan het schoolidee. Natuurlijk bent u benieuwd hoe het met uw kind gaat op school. Wij nodigen ouders regelmatig uit om te praten over hoe het gaat met hun kind(eren) op school. Dit gebeurt onder andere door:  informatieavonden. Dit zijn avonden aan het begin van het nieuwe schooljaar, waarop de leerkracht uitleg geeft over de leerstof die dat schooljaar wordt behandeld en de manier waarop dat gebeurt;  oudergesprekken. Deze vinden plaats in de week nadat de kinderen hun rapport hebben meegekregen en duren 15 minuten. Tijdens deze gesprekken kan ook het algemene functioneren van uw kind besproken worden. ( Zie ook hfdst. 4.3). De kinderen van groep 1 en 2 ontvangen een overzicht van hun ontwikkeling.  kijkwijzergesprekken. Speciaal gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind.  ouderavond. Eén keer per jaar worden alle ouders uitgenodigd voor de algemene ouderavond, georganiseerd door de oudervereniging. Op deze avond wordt er een thema behandeld.  gesprekken op afspraak. Op verzoek van ouders of leerkracht kan er een afspraak voor een gesprek gemaakt worden.(liefst aansluitend aan schooltijd).  de infobrief. Nagenoeg wekelijks wordt op een (jaarlijks vastgestelde) vaste dag via onze informatiebrief, de Zonneflits, de nodige informatie aan de oudste kinderen van het gezin meegegeven.

6.3 De oudervereniging en ouderbijdrage De Zonnewijzer heeft een actieve oudervereniging. Het doel van deze vereniging is het ondersteunen van het team van leerkrachten bij het uitoefenen van hun taken en doelstellingen in de meest ruime zin van het woord. Hulp van ouders is voor de school niet alleen erg prettig, maar veel activiteiten zouden niet uitgevoerd kunnen worden als er geen hulp van ouders is. Bij verschillende activiteiten zal er dan ook zeker een beroep op u worden gedaan om mee te komen helpen. Deze hulp stellen wij erg op prijs. Dit kan zijn voor activiteiten, zoals IVN projecten, vieringen, sportdag, schoolreisjes of excursies. Maar ook wordt regelmatig ouderhulp gevraagd bij praktische zaken bv. schoonmaak of reparatie van materialen. Oproepen geschieden via de “Zonneflits” of via de klasse ouders. Maar om leuke dingen te kunnen doen, is er niet alleen hulp nodig maar ook geld. In Nederland is onderwijs gratis. De oudervereniging vraagt u echter wel jaarlijks een vrijwillige bijdrage te doen. Deze bijdrage is nodig om activiteiten zoals bijv. sportdag, sinterklaasfeest, kerstviering en carnavalsviering te kunnen betalen. De kosten voor het overblijven zijn hier niet bij inbegrepen. Voor het schoolreisje en het jaarlijkse schoolkamp voor groep 8 worden aparte bijdragen gevraagd. De oudervereniging legt hiervan jaarlijks verantwoording af aan de ouders op hun jaarlijkse algemene ouderavond. Over de inning van deze vrijwillige ouderbijdrage krijgt u jaarlijks bericht van de oudervereniging. Over taken en functies binnen de schoolcommissie krijgt u alles te horen via de “Zonneflits”, de website van de school of op de jaarlijkse algemene ouderavond. In het bijzonder deel van de schoolgids leest u welke ouders in het bestuur van de oudervereniging zitten. .

21



6.4 Regels met betrekking tot ondersteunende werkzaamheden van ouders Als ouders ondersteunende werkzaamheden doen op school, doen ze dit onder leiding van en in opdracht van een leerkracht. De leerkracht blijft de eindverantwoordelijke. Bij het verrichten van de ondersteunende werkzaamheden vallen de ouders onder de WA-verzekering van de school. Bij vragen of problemen kunnen zij terecht bij de verantwoordelijke (groeps)leerkracht. Verder vragen we discretie, dat wil zeggen dat ouders over hetgeen zij gehoord of gezien hebben met de leerkracht praten en dat niet buiten de school brengen.

6.5 De Medezeggenschapsraad (MR) Er is een manier om als ouder /leerkracht je stem te laten horen, c.q. invloed uit te oefenen op het beleid van school en bestuur (Peelraam). Het aantal leden dat in de M.R. zitting heeft, is afhankelijk van de grootte van de school. Voor onze school betekent dit 2 personen namens de ouders en twee personen namens het personeel. Een M.R.-lid wordt telkens voor een periode van drie jaar gekozen. Inspraak houdt o.a. in dat de directeur van de school de M.R. om advies of instemming moet vragen over bepaalde zaken, zoals:  De regeling van vakanties en vrije dagen  Het vaststellen of wijzigen van schooltijden.  Het vaststellen of wijzigen van schoolgids en schoolplan.  Het omgaan met gelden t.b.v. onderwijskundige doeleinden.  Een aantal personeelszaken, bv. een sollicitatieprocedure. Instemming- en adviesrecht zijn vastgelegd in een reglement dat ter inzage ligt op school. Ook kan de M.R. zelf zaken aandragen, waarover men met de directeur wil praten. De M.R. vergadert geregeld met de directeur over zaken die op de school betrekking hebben. Via de infobrief worden ouders hierover op de hoogte gehouden. Ouders en personeel kunnen te allen tijde een beroep doen op de M.R.

De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) De taak van een G.M.R. is om het bestuur over bovenschoolse aangelegenheden te adviseren en voorgenomen besluiten te toetsen. Voor onze school zit er 1 afgevaardigde namens de ouders in de G.M.R. Instemming- en adviesrecht zijn vastgelegd in een reglement dat ter inzage ligt op school.

6.6 Klachtenregeling Op school kan van alles gebeuren waar ouders het niet mee eens zijn. Meestal is het in gesprek gaan met de leerkracht of de schoolleider de beste manier om een probleem op te lossen. Het voeren van een gesprek op school helpt niet altijd. Het kan nodig zijn dat met hulp van buitenaf een oplossing wordt gevonden. Om die reden moet de school een klachtenregeling hebben. Daarin staat hoe klachten behandeld kunnen worden. Deze klachtenregeling ligt op school ter inzage. Een klacht kan gaan over beslissingen of gedragingen van het schoolbestuur, de schoolleiding of van iemand anders die aan de school verbonden is. Niet alleen geweld, seksuele intimidatie en pesterij hoeven aanleiding te geven tot een klacht. Iedere handeling die ertoe leidt dat men zich tekortgedaan voelt, kan grond opleveren voor een klacht. In de klachtenregeling wordt aangegeven wie zich met de behandeling van een klacht kunnen bezighouden: De interne contactpersoon van de school is belast met het verwijzen naar regels en naar instanties die ondersteuning kunnen bieden. De contactpersoon houdt zich niet zelf inhoudelijk met de klacht bezig. Bij de externe vertrouwenspersoon voor ouders/verzorgers kan men wel terecht voor de inhoudelijke behandeling van een klacht (in principe via de interne contactpersoon van de school). Op de externe vertrouwenspersoon kan een beroep worden gedaan voor inzet en/of advies bij vragen rondom het thema seksuele intimidatie of machtsmisbruik. Het accent van de taak van de vertrouwenspersoon ligt

22



op het bemiddelen en begeleiden. Het is niet de bedoeling dat de vertrouwenspersoon een inhoudelijk oordeel uitspreekt over de klacht. De klachtencommissie kan wel een inhoudelijke uitspraak doen over een klacht. Iedere school moet een klachtencommissie hebben. De meeste besturen hebben aansluiting gezocht bij een landelijke commissie. Basisschool de Zonnewijzer is aangesloten bij de klachtencommissie voor het katholiek basisonderwijs in Den Haag. De klachtencommissie onderzoekt de klacht en geeft daarover advies aan het bestuur. Een advies van de klachtencommissie is niet bindend. Namen en adressen:  Bij vragen of klachten ten aanzien van seksuele intimidatie en andere vormen van machtsmisbruik raden wij u aan om in eerste instantie contact op te nemen met de interne contactpersoon van school. Dat is: Juf Rieky Bouwmans   U hebt ook de mogelijkheid om rechtstreeks contact op te nemen met de externe vertrouwenspersonen van de GGD Hart voor Brabant onder telefoonnummer: 073-6404090. Deze zijn buiten de schoolvakanties bereikbaar tijdens kantooruren (8.30-17.00 uur; vrijdag tot 16.00 uur). Ten tijde van schoolvakanties of buiten kantooruren kunt u een e-mail sturen naar: [email protected]. De externe vertrouwenspersoon zal zo snel als mogelijk hierop reageren. 

Klachtencommissie voor het katholiek onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag 070 – 392 55 08

Stappenplan Klachtenregeling Overal waar mensen samenwerken kan iets fout lopen, zo ook op school. Degenen die zich het slachtoffer voelen, kunnen dat als een klacht beschouwen. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken zullen in onderling overleg kunnen worden afgehandeld. Bij de afhandeling van klachten dient opgemerkt te worden dat de inhoud van alle gevoerde gesprekken schriftelijk vastgelegd moet worden, door de desbetreffende leerkracht, directeur of het 1 College van Bestuur . Alle betrokkenen dienen op de hoogte te zijn van de inhoud van dit verslag en dit te ondertekenen. Een kopie hiervan gaat naar de directeur. De klachten en de afhandeling daarvan zullen jaarlijks worden geëvalueerd.

In de klachtenregeling wordt het volgende onderscheid gemaakt: 1. Klachten met betrekking tot de schoolorganisatie 2. Klachten met betrekking tot de directeur van de school 3. Klachten over machtsmisbruik

1

Ook van andere gesprekken wordt een verslag gemaakt.

1

23



Ad 1.

Klachten met betrekking tot de schoolorganisatie, dus bijvoorbeeld met betrekking tot het functioneren van de leerkracht of andere betrokkenen binnen de school, de begeleiding en beoordeling van leerlingen en de toepassing van strafmaatregelen.

Aankruisen indien gevolgd ▼ stappen 1 t/ m 4 = het voortraject; klager kan op grond van artikel 14 WPO te allen tijde besluiten direct over te gaan naar stap 5

   

Stap 1:  U bespreekt uw klacht met de desbetreffende leerkracht (andere leerkrachten zullen u ook naar deze persoon terugverwijzen. Op anonieme klachten wordt niet ingegaan). Stap 2:  Bij aanhoudende klachten bespreekt u uw klacht nogmaals met deze leerkracht. Stap 3:  Indien uw klacht dan nog niet naar tevredenheid is opgelost, gaat u een gesprek aan met de directeur. Stap 4:  De directeur gaat vervolgens een gesprek aan met de desbetreffende leerkracht, zo mogelijk gevolgd door een gesprek met leerkracht en ouder(s). Stappen op grond van artikel 7 van de klachtenregeling:



    

Ad 2.

Stap 5:  Indien u al deze stappen heeft gevolgd, en u na deze gesprekken van mening bent dat uw klacht niet is opgelost, of  indien u gekozen heeft voor het overslaan van de stappen 1 t/m 4, dient u uw klacht schriftelijk in bij  a. het College van Bestuur (vanaf stap 6) of  b. de klachtencommissie (vanaf stap 10) Stap 6:  Een afgevaardigde van het College van Bestuur zal dan contact met u opnemen voor een persoonlijk gesprek betreffende de klacht. Stap 7:  Na dit gesprek zal het betreffende bestuurslid contact opnemen met de directeur. Stap 8:  Indien nodig volgt er een gesprek tussen een afgevaardigde van het College van Bestuur, de directeur en de betrokken leerkracht. Stap 9:  Uiteindelijk zal de afgevaardigde van het College van Bestuur contact met u opnemen met betrekking tot uw klacht en de geboden oplossing. Stap 10:  Bij blijvende ontevredenheid met betrekking tot de afhandeling van uw klacht, kunt u op grond van artikel 3 lid 3 van de klachtenregeling contact opnemen met de vertrouwenspersoon, deze kan u begeleiden bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie van de Bond KBO.

Klachten met betrekking tot de directeur van de school. Stap 1 en 2 = voortraject. Klager kan op grond van artikel 14 WPO besluiten direct over te gaan naar stap 3

24



 

Stap 1:  U bespreekt uw klacht met de directeur (anderen zullen u naar deze persoon terugverwijzen. Op anonieme klachten wordt niet ingegaan). Stap 2:  Bij aanhoudende klachten bespreekt u uw klacht nogmaals met de directeur. Stappen op grond van artikel 7 van de klachtenregeling



   

Ad 3.

Stap 3:  Indien u heeft gekozen voor de stappen 1 en 2 en u na deze gesprekken van mening bent dat uw klacht niet is opgelost of  indien u gekozen heeft voor het overslaan van de stappen 1 en 2, dient u uw klacht schriftelijk in bij  a. het College van Bestuur (vanaf stap 4).  b. de klachtencommissie (vanaf stap 7) Stap 4:  Een afgevaardigde van het College van Bestuur zal dan contact met u opnemen voor een persoonlijk gesprek betreffende de klacht. Stap 5:  Er volgt een gesprek tussen een afgevaardigde van het College van Bestuur, het Staflid Personeelszaken en de betrokken directeur. Stap 6:  Uiteindelijk zal de afgevaardigde van het College van Bestuur contact met u opnemen met betrekking tot uw klacht en de geboden oplossing. Stap 7:  Bij blijvende ontevredenheid met betrekking tot de afhandeling van uw klacht, kunt u op grond van artikel 3 lid 3 van de klachtenregeling contact opnemen met de vertrouwenspersoon, deze kan u begeleiden bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie van de Bond KBO. Klachten over machtsmisbruik, zoals ongewenste intimiteiten, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten binnen de onderwijssituatie. Stap 1 en stap 2= voortraject

 

Stap 1:  U bespreekt uw klacht als eerste met degene die met de klacht te maken heeft, bijvoorbeeld de leerkracht van uw kind (andere leerkrachten zullen u ook naar deze persoon terugverwijzen). Stap 2:  Indien dit niets oplevert, kunt u contact opnemen met de directeur. Stappen op grond van de klachtenregeling



Stap 3:  Indien deze wijze echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid was, kunt u op grond van artikel 2 lid 2 van de klachtenregeling contact opnemen met de interne contactpersoon. Deze fungeert alleen als eerste aanspreekpunt bij vermoedens van klachten met betrekking tot machtsmisbruik. Deze interne contactpersoon luistert naar uw verhaal en kijkt samen met u wat er nu gaat gebeuren. Hier is dus alleen sprake van doorverwijzing en NIET van bemiddeling.

25





 

Stap 4:  De interne contactpersoon verwijst u met uw klacht naar de externe vertrouwenspersoon. Deze persoon is deskundig op het gebied van onderwijs, machtsmisbruik, seksueel geweld/intimidatie en de gevolgen hiervan. Deze zal samen met u kijken welke volgende stappen wenselijk c.q. noodzakelijk zijn en kan u daarbij begeleiden. Dit kan een vorm van hulpverlening zijn, het indienen van een klacht en/of het doen van aangifte bij de politie. Stap 5:  Ook kunt u via de externe vertrouwenspersoon of rechtstreeks contact opnemen met de klachtencommissie van de Bond KBO (dit kan ook wanneer u alleen informatie wilt, telefonisch of per e-mail). Stap 6:  Als de klacht in behandeling wordt genomen, houdt de klachtencommissie een zitting waar de klager en aangeklaagde hun verhaal kunnen doen. Ook hoort de klachtencommissie eventueel getuigen. De klachtencommissie oordeelt of de klacht gegrond of ongegrond is. Na afloop krijgen de klager, de aangeklaagde en de voorzitter van het College van Bestuur het advies op schrift.

6.7 Schoolverzekering Door de school is ten behoeve van o.a. de leerlingen een Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering (W.A.) afgesloten. Deze verzekering is van belang op het moment dat het kind schade toebrengt aan een ander of aan de eigendommen van een ander. Voor het veroorzaken van die schade moet het kind natuurlijk wel aansprakelijk zijn. In de polis is verder bepaald, dat bij een eventuele schade eerst de eigen W.A.-verzekering moet worden ingeschakeld. Wanneer blijkt, dat die polis geen of niet voldoende dekking biedt om welke reden dan ook, dan komt automatisch de W.A.-verzekering van school in zicht. Met betrekking tot de TSO en BSO gelden andere regels. Zie hiervoor bijlage. Wanneer is die W.A.-polis geldig en voor wie? Zolang de kinderen op school zijn, op schoolreis, kamp, excursie e.d. Officieel heet het “zolang de kinderen onder toezicht staan van de school”. In de school zijn inbegrepen de hulpouders. Maar ook hier geldt weer: bij schade eerst de eigen W.A.-verzekering inschakelen. Alle leerlingen van onze school een ook de leer- en hulpkrachten zijn collectief verzekerd tegen ongevallen. Het is een beperkte dekking. Dat betekent: men is alleen verzekerd tijdens de schooluren, op weg van en naar school en tijdens schoolreisjes, excursies e.d. Dus ook hier geldt: wanneer men betrokken is bij een schoolse activiteit. De ongevallenpolis keert een bedrag uit bij een ongeval met blijvende gevolgen en bij overlijden als gevolg van een ongeval. Materiële kosten zoals fietsen, brillen, kleding e.d. worden NIET vergoed. De verzekerde bedragen –onder voorbehoud wijzigingen- zijn: bij blijvende invaliditeit € 25.000,-; bij overlijden € 2.500,-; geneeskundige kosten € 1.000; tandheelkundige kosten per element € 250,-. De onderdelen geneeskundige en tandheelkundige hulp zijn een secundaire dekking, hetgeen betekent, dat in eerste instantie de eigen afgesloten ziektekostenverzekering moet worden aangesproken. Verder geldt bij deze onderdelen, da de no-claim bonus van de ziektekostenpolis niet onder de dekking valt. Voor ouders, die daar prijs op stellen, is het mogelijk de schoolpolis voor eigen rekening uit te breiden tot een 24-uurs polis. Hiervoor zijn op school formulieren verkrijgbaar. Verder is een zogenaamde eigendommenverzekering afgesloten voor personeel en vrijwilligers. Deze verzekering biedt dekking voor schades aan persoonlijke eigendommen zoals motorvoertuigen, fietsen, kleding e,d. Voor de vrijwilliger bestaat volledige dekking gedurende de periode dat hij

26



optreedt als vrijwilliger, alsmede het gaan naar en komen van de plaats waar de vrijwilliger zijn werkzaamheden uitvoert. Naast de dekking van de eigendommen wordt ook dekking geboden voor no-claim verlies op een cascoverzekering van een auto, motor of scooter. (Zie ook bijlage). Tijdens een autorit voor school dient de begeleidende ouder een Schade Verzekering Inzittenden te hebben. De Schoolongevallenverzekering en de (secundaire) dekking van de Schade Verzekering Inzittenden zijn tijdens de autorit van kracht. Bij een ongeval kunnen inzittenden ook nog een beroep doen op de aansprakelijkheidsverzekering van de auto die het ongeval heeft veroorzaakt. Bijlage De aansprakelijkheidsverzekering voor Onderwijsinstellingen dekt de aansprakelijkheid, die voortvloeit uit een onrechtmatige daad of nalatig handelen van de school en/of haar personeel. De school kan een onrechtmatige daad of nalatig handelen verweten worden indien aan de onderstaande 4 punten, welke zijn vastgelegd in Artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan:  de onderwijsinstelling ( of haar personeel) moet de daad verweten kunnen worden, dus de dader zijn;  de daad moet onrechtmatig zijn; dat wil zeggen: deze moet inbreuk maken op het recht van een ander of ingaan tegen een wettelijke bepaling;  er moet sprake zijn van schade;  er moet sprake zijn van een causaal verband; dat wil zeggen: de schade moet rechtstreeks voortvloeien uit de daad. Indien een schade niet aan één van bovenstaande punten voldoet, is de onderwijsinstelling niet aansprakelijk. Het feit, dat een leerling zich op school bevindt, wil niet zeggen, dat de school verantwoordelijk is voor schades die leerlingen veroorzaken aan derden. Derden kunnen zijn: andere leerlingen, personeel van de school of anderen, welke niet tot de school behoren. Als het ene kind het andere kind in schooltijd schade toebrengt tijdens sport- en spelsituaties of tijdens een stoeipartijtje, zijn de ouders of verzorgers van de leerling, die de schade heeft toegebracht, aansprakelijk. De schade zal in een dergelijke situatie geclaimd dienen te worden op de particuliere aansprakelijkheidsverzekering. Als de ouders geen verzekering hebben, zullen zij de schade uit eigen vermogen dienen te betalen. De wetgever heeft bepaald, dat ouders 24 uur per dag aansprakelijk zijn voor kinderen tot 14 jaar. Dit is vastgelegd in artikel 6:169 van het Burgerlijk Wetboek. Deze aansprakelijkheid heet risicoaansprakelijkheid en kan niet worden afgewenteld op anderen (b.v. de onderwijsinstelling). Volledigheidshalve delen wij u mede, dat de aansprakelijkheidsverzekering van de school een secundaire aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren bevat. Dat wil zeggen, dat, indien een aansprakelijke ouder kan aantonen geen verzekering te hebben en de schade niet kan voldoen, de schade alsnog verhaald kan worden op deze verzekering. Tussenschoolse en Buitenschoolse opvang: Met betrekking tot de TSO en de BSO geldt het volgende: Aangezien een externe organisatie, in ons geval SPRING, de coördinatie uitvoert, vallen kinderen op dat moment niet onder de dekking van de schoolverzekeringen. Bij schade door een leerling wordt de W.A.-verzekering van de betreffende ouders ingeschakeld. Ook de ongevallenverzekering die de school heeft afgesloten, geldt niet voor de betreffende opvang. Ouders die daar prijs opstellen kunnen hiervoor een ongevallenverzekering afsluiten die dekking geeft gedurende 24 uur. Op school zijn hiervoor formulieren te verkrijgen.

27



7. De ontwikkeling van het onderwijs op basisschool de Zonnewijzer 7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school Op onze school willen wij tegemoet komen aan de basisbehoeften van kinderen: de behoefte aan veiligheid, competentie en zelfvertrouwen. Wij willen een pedagogisch klimaat realiseren waarin zowel kinderen, leerkrachten en ouders positief betrokken zijn bij de school. Een goed pedagogisch klimaat wordt in sterke mate bepaald door de wijze waarop de school er in slaagt om te gaan met verschillen. Acceptatie van ongelijkheid is bepalend voor de zorg voor leerlingen. Op school hangt geluk van leerlingen af van positieve ervaringen, succes hebben, problemen leren oplossen, de kans krijgen zichzelf te ontwikkelen. We beseffen ons terdege dat onderwijs een zich voortdurend ontwikkelend proces is. Om dit proces zo goed mogelijk te laten verlopen, en om de kwaliteit van ons onderwijs te vergroten, hebben we een aantal voornemens ter verbetering van ons onderwijs in de komende jaren afgesproken: 

We willen onze visie op onderwijs, (zie hoofdstuk 2) verder vorm geven in de praktijk. We willen de uitgangspunten van Marzano (“Wat werkt op school”) in de praktijk gaan implementeren op leerling-, leraar- en schoolniveau. Daartoe starten we een begeleidingstraject voor het gehele team dat zich over meerdere jaren zal gaan uitstrekken. Leerkrachten en directie werken samen om zich via persoonlijke ontwikkelingsplannen hierin te bekwamen. Scholing, klassenbezoeken en observaties en coaching van leerkrachten zullen hier onderdeel van uitmaken. Doel is om de opbrengsten van ons onderwijs en de effectiviteit van de instructie te verhogen.



Leesonderwijs Het technisch leesonderwijs willen we op een hoger plan brengen door een nog gerichtere aanpak in alle groepen. Doel is hierbij ook hogere opbrengsten en effectievere instructie.



Spelling- en woordenschatonderwijs Voor deze 2 onderdelen willen ons aanbod duidelijker zichtbaar in alle groepen zichtbaar hebben. Doel is om de opbrengsten te verhogen.



Meervoudige intelligentie in ons thematisch aanbod wereldoriëntatie



DHH: Digitaal Hoogbegaafdheidsprotocol



Verbetering van onze rapportage. Zowel het rapport als de frequentie van de gesprekken.



Rekenonderwijs. We willen onderzoeken op welke manier we onze rekenmethode kunnen verbeteren.

Op studiebijeenkomsten tijdens het schooljaar wordt hier door ons team aan gewerkt. Enkele activiteiten voeren we uit in samenwerking met andere scholen binnen ons cluster. Meerwaarde hiervan is dat leerkrachten samen kunnen leren vanuit elkaars praktijk en een gezamenlijke inkoop van extern advies levert daarnaast kostenbesparing op.

28



8. De resultaten van ons onderwijs. 8.1 Zorg voor kwaliteit. Wij vinden het op basisschool de Zonnewijzer belangrijk om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken. We moeten ons voortdurend afvragen: ”doen we de goede dingen en doen we de goede dingen goed? “ Als team voelen we ons verantwoordelijk voor de resultaten. In ons schoolplan hebben we beschreven wat onze doelen zijn om de kwaliteit te verbeteren in de komende jaren en we vinden ook dat we hierop aangesproken mogen worden. In het kader van onze kwaliteitszorg gebruiken we de volgende instrumenten:  Toetsen van onze methodes en van het leerlingvolgsysteem.  Entreetoets en eindtoets van CITO.  Functioneringsgesprekken met de leerkrachten.  Leerling – en groepsbesprekingen.  De ouderenquête.  Het inspectierapport. Observaties en toetsuitslagen worden vergeleken met eerdere gegevens van de leerling. Soms worden toetsuitslagen ook vergeleken met landelijke gemiddelden. Dit gebeurt b.v. bij de Cito-toetsen, waarbij we echter wel een kritische kanttekening maken. Hoe een school scoort bij een toets is niet alleen afhankelijk van de school zelf maar ook van factoren die niet te beïnvloeden zijn, zoals de capaciteiten van de leerlingen en de omgeving waar de school staat. In ons schoolplan 2012-2016 willen we nog dieper in gaan op het maken van zogenaamde trendanalysen van de toetsuitslagen en vervolgens eens kijken of er een relatie bestaat met onze manier van lesgeven en de gebruikte methoden. Uit de gesprekken met de mentoren van scholen voor Voortgezet Onderwijs waar onze leerlingen naar toe gaan, blijkt dat nagenoeg alle leerlingen die vorm van onderwijs volgen, die bij hen past en dat zij zich daar heel goed thuis voelen. Ook het bestuur van stichting Primair Onderwijs Peelraam bewaakt de kwaliteit van ons onderwijs. In kwartaalgesprekken met de directie komen altijd de toets-gegevens en opbrengsten van de groepen ter sprake. Met de directie worden afspraken gemaakt welke acties de school gaat uitvoeren in de volgende periode en legt de directie verantwoording af voor de resultaten. Leidend hierbij is het strategisch beleidsplan van Peelraam en het daarvan afgeleide schoolplan van bs de Zonnewijzer. Dit schoolplan wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld..

8.2 Uitkomsten van de ouderenquête 2010 In juni 2010 hielden we een tevredenheidspeiling onder alle ouders met een response van 88%. Deze peiling werd uitgevoerd door “Scholen met Succes.” en zij hebben de resultaten voor de Zonnewijzer vergeleken met resultaten van 107381 ouders en verzorgers van 1309 scholen. Rapportcijfer Het rapportcijfer van de ouders voor BS De Zonnewijzer is een 7.2. Dat is lager dan het landelijk gemiddelde van 7.5. De bovenbouw krijgt een 7.0, de onderbouw een 7.4. De meeste ouders (92%) zien hun kind met plezier naar school gaan. Over de vorderingen die hun kind maakt is 68% tevreden, landelijk is dit 87%. 86 procent van de ouders geeft aan zich thuis te voelen op BS De Zonnewijzer. Dat is gelijk aan het landelijk percentage. Betrokkenheid 78 procent van de ouders van BS De Zonnewijzer geeft aan actief te zijn als hulp-ouder of commissielid, landelijk is dat 65%. 86% van de ouders helpt regelmatig met huiswerk, opdrachten of werkstukken t.o.v. 90% landelijk. De ouderavonden worden door 76 procent van de ouders vaak bezocht. 95 procent leest de nieuwsbrief vaak.

29



Schoolkeuzemotief De nabijheid van de school is voor ouders het belangrijkste motief om voor BS De Zonnewijzer te kiezen. 70 procent van de ouders zou BS De Zonnewijzer aan andere ouders aanraden, 5 procent zou dit niet doen. Imago Voor 54 procent van de ouders is duidelijk wat de school te bieden heeft, voor 14 procent is dit niet duidelijk. Volgens 41 procent van de ouders staat de school goed bekend, 5 procent is het hier niet mee eens. 70 procent van de ouders vindt de schriftelijke informatie van de school aantrekkelijk. Belang en tevredenheid Er is aan de ouders gevraagd wat zij belangrijk vinden voor een goede school. In onderstaand figuur de vijf belangrijkste aspecten, gevolgd door het tevredenheidcijfer van de ouders en het landelijk gemiddelde. Top 5 BS De Zonnewijzer 1 De leerkracht 2 Sfeer 3 Begeleiding 4 Kennisontwikkeling 5 Persoonlijke ontwikkeling

Tevredenheidscijfer 8.3 7.0 6 .8 6.7 7.3

Alle scholen 8.0 7.2 7.1 7.1 7.0

1. De Leerkracht De leerkracht wordt door de ouders als belangrijkste aspect voor een goede school genoemd. Veel ouders zijn daar tevreden over. 89% van de ouders zegt tevreden te zijn over de inzet en motivatie van de leerkracht. Ook over de mate waarin de leerkracht naar ouders luistert zijn de ouders tevreden. De leerkracht krijgt van de ouders als tevredenheidcijfer een 8.3. 2. Sfeer De sfeer op BS De Zonnewijzer wordt door de ouders gewaardeerd met een 7.0. Het meest tevreden zijn de ouders over de sfeer in de klas. Minder tevreden is men over de rust en orde in de klas. 3. Begeleiding Veel ouders zijn tevreden over de omgang van de leerkracht met de leerlingen (92%). Wel geven de ouders aan dat er meer aandacht moet komen voor extra mogelijkheden voor goede leerlingen. Ook over de begeleiding van leerlingen met problemen zijn ouders minder tevreden (19%). Waardering voor de begeleiding een 6.8. Dit is 0.3 punt lager dan het landelijk gemiddelde. 4. Kennisontwikkeling Voor kennisontwikkeling geven ouders BS De Zonnewijzer een 6.7. Over de aandacht voor werken met de computer en de aandacht voor wereldoriëntatie zijn relatief veel ouders tevreden (resp. 81% en 76% tevreden). Minder tevreden zijn zij over de aandacht voor rekenen en taal (resp. 22% en 19% ontevreden). 5. Persoonlijke ontwikkeling Relatief veel ouders zijn tevreden over de aandacht voor gymnastiek en de aandacht voor uitstapjes en excursies. Over de aandacht voor sociaal-emotionele ontwikkeling is 89% tevreden en 8% ontevreden. Wat betreft persoonlijke ontwikkeling geven de ouders een 7.3. Dat is 0.3 punt hoger dan het landelijk gemiddelde. Minder belang, maar niet onbelangrijk In onderstaand figuur ziet u de vijf aspecten die ouders minder belangrijk vinden voor een goede school, weer gevolgd door het tevredenheidcijfer van de ouders en het landelijk tevredenheidcijfer.

30



BS De Zonnewijzer 6. Contact met de school 7. Schoolregels, rust en orde 8. Omgeving van de school 9. Schoolgebouw 10. Schooltijden

Tevredenheidcijfer 7.5 7.0 6.6 6.8 7.2

Alle scholen 7.1 7.1 6.2 6.7 7.3

6. Contact met de school 89% van de ouders is tevreden over de informatievoorziening over het kind. Dat is hoger dan het landelijk percentage. 84 procent van de ouders is tevreden over de informatievoorziening over de school, dit is gelijk aan het landelijk gemiddelde. Over de gelegenheid om met de directie te praten is 81% tevreden en 5% ontevreden. 7. Schoolregels, rust en orde 89% van de ouders is tevreden over de duidelijkheid van de schoolregels. 89 procent zegt tevreden te zijn over de opvang bij afwezigheid van de leerkracht. Minder tevredenheid is er over de rust en orde op school. 19% van de ouders is hier ontevreden over. 8/9. Omgeving van de school en schoolgebouw De ouders zijn het meest tevreden over het uiterlijk van het gebouw en de speelmogelijkheden op het plein. De veiligheid op het plein en de veiligheid op weg naar school worden minder goed gewaardeerd. 10. Schooltijden Veel ouders (92%) zijn tevreden over de huidige schooltijden. Het overblijven wordt goed gewaardeerd. 78 procent van de ouders is hier tevreden over. Conclusie Hieronder vindt u de top 10 tevredenheid en de top 10 ontevredenheid volgens de ouders. Top 10 tevredenheid ouders Top 10 ontevredenheid ouders 1. Aandacht voor gymnastiek 1. Veiligheid op het plein 2. Uiterlijk van het gebouw 2. Veiligheid op weg naar school 3. Aandacht voor uitstapjes en excursies 3. Hygiëne en netheid binnen de school 4. Omgang leerkracht met de leerlingen 4. Extra mogelijkheden goede leerlingen 5. Huidige schooltijden 5. Aandacht voor rekenen 6. Speelmogelijkheden op het plein 6. Aandacht voor goede prestaties 7. Sfeer in de klas 7. Begeleiding leerlingen met problemen 8. Aandacht voor soc.-emotionele ontwikkeling 8. Rust en orde in de klas 9. Opvang bij afwezigheid van de leerkracht 9. Aandacht voor taal 10. Duidelijkheid van de schoolregels 10. Rust en orde op school In november 2010 hebben we de uitslag van deze peiling samen met het inspectierapport besproken met alle ouders en hen gevraagd naar wenselijke verbeteringen en verwachtingen. Tijdens deze ouderavond hebben we ook aangegeven welke acties er reeds in ons schoolontwikkelingsplan 20102011 opgenomen zijn. Enkele concrete uitkomsten: a) er is een rekenaudit afgenomen over de gehele school waarin aanbevelingen komen voor goed rekenonderwijs. In schooljaar 2011-2012 gaan we hier mee aan de slag . b) Duidelijke gezamenlijk afspraak over de verkeersstroom voor de school bij brengen en halen van de kinderen. c) Bezinning binnen het team op ons rapportage systeem en informatiesysteem naar ouders.

31



8.3 Het inspectierapport 2010 Als school hebben we ook verantwoording af te leggen aan de overheid. Daartoe worden we geregeld bezocht door de inspectie van het onderwijs. Dit kunnen kleine of grote onderzoeken zijn. Wanneer de resultaten voldoende zijn, zal een kort onderzoek plaats vinden. Het laatste rapport van juni 2010 zegt, kort samengevat, daarover het volgende. Onderzocht zijn de onderstreepte onderdelen:

Opbrengsten o Resultaten eind basisschool op verwacht niveau o Resultaten taal/rekenen tijdens schoolperiode op verwacht niveau o Lln. met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden o Sociale competenties van leerlingen liggen op verwacht niveau Leerlingvolgsysteem o School gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor volgen prestaties en ontwikkeling van de lln. Zorgleerlingen o o o o

School signaleert vroegtijdig welke lln. zorg nodig hebben Op basis van analyse gegevens bepaalt school de aard van de zorg De school voert zorg planmatig uit School evalueert regelmatig de effecten van de zorg

Systeem kwaliteitszorg o School heeft nog te weinig inzicht in onderwijsbehoeften van haar leerlingpopulatie o School evalueert nog niet duidelijk genoeg jaarlijks de resultaten van haar leerlingen o School evalueert niet duidelijk genoeg regelmatig onderwijsproces o School borgt kwaliteit onderwijsleerproces o School verantwoordt zich over gerealiseerde onderwijskwaliteit o Schoolontwikkeling Wet- en regelgeving o Schoolgids bevat verplichte onderdelen o Schoolplan bevat verplichte onderdelen o Zorgplan bevat verplichte onderdelen o Geplande onderwijstijd voldoet aan wettelijke vereisten Vervolg van het toezicht De school wordt opgenomen in de reguliere planning voor vervolgtoezicht. Op www.onderwijsinspectie.nl kunt u dit verslag nalezen. In november 2010 hebben we tijdens een ouderavond aangegeven welke stappen we ondernemen n.a.v. dit rapport:.  Trendanalyses worden gepland gemaakt en besproken en mogelijke acties .  Individuele leerlijn duidelijker beschrijven  Rekenaudit uitgevoerd  Toetsen worden besproken uitslagen vergelijken  Tekst in schoolgids waarin:  onderwijsresultaten beschreven  resultaten schoolontwikkeling beschreven  Beschreven hoe het bestuur bewaakt dat school gewenste kwaliteit realiseert.

32



9. Verlof- en verzuimregeling 9.1 Verlofprocedure Kinderen van 4 jaar zijn officieel niet leerplichtig. Voor 4-jarige kinderen gelden dezelfde regels als voor de andere (leerplichtige) kinderen. Zonder een geldige reden een dagje vrij en buiten de schoolvakanties om op vakantie gaan, is ook voor deze kinderen niet mogelijk. Het zal u duidelijk zijn dat onnodige onderbrekingen met het oog op de voortgang van het onderwijs niet in het belang van het kind zijn. Kinderen vanaf 5 jaar zijn wel leerplichtig. De directeur kan extra verlof geven voor bijzondere aangelegenheden. Extra verlof voor de kinderen moet u aanvragen bij de directie. Hiertoe zijn bij de directie speciale formulieren verkrijgbaar.( U vindt een exemplaar aan het eind van deze schoolgids en op onze website ). Als u zo’n formulier tijdig en volledig ingevuld bij de directie afgeeft, krijgt u schriftelijk bericht of het verlof al dan niet verleend kan worden. Het spreekt vanzelf dat bij noodsituaties deze procedure niet gevolgd hoeft te worden. Een telefoontje naar de school is dan voldoende. Verlof voor vakantie buiten de schoolvakantie is (bijna) onmogelijk. Omwille van de duidelijkheid volgen hieronder de vastgestelde regels omtrent mogelijke vrijstelling van de leerplicht. Vastgestelde regels voor vrijstelling van de leerplichtwet: 1. Verzoek voor verlof moet gericht worden aan de directeur van de school. 2. O.a. in geval van “gewichtige omstandigheden” kan verlof worden verleend. Deze omstandigheden zijn: Huwelijk van: ouders (pleegouders)/verzorgers, grootouders, broers, zussen, ooms en tantes (bloedverwanten in de derde graad), stiefvader, stiefmoeder, zwagers en schoonzussen Overlijden van: zie huwelijk Ondertrouw van: ouders (pleegouders)/verzorgers, grootouders, stiefvader, stiefmoeder, broers en zussen Ambts- en huwelijksjubilea van: ouders (pleegouders), verzorgers, grootouders, broers en zussen, stiefvader en stiefmoeder Tot de ambtsjubilea worden gerekend: de 25-, 40- , 50- en 60 – jarig jubilea. Bezoek aan huisarts of specialist 3. -

Geen verlof kan worden verleend voor bv.: Het bezoek aan de tandarts (met uitzondering van het bezoek aan de “beugeltandarts” en als het anders niet mogelijk is) Het doen van inkopen. Wanneer men als lid van een vereniging, club enz. bepaalde activiteiten moet verrichten. Voor het meenemen van kinderen op vakantie buiten de door de school vastgestelde vakanties. Hieronder valt uiteraard ook het verlengen van de vakantie met enkele dagen.

33



Bij hoge uitzondering en uitsluitend met de toestemming van de directeur van de school, kan van deze regels worden afgeweken in bv. de volgende situaties: Als het door langdurige ziekte van ouders/verzorgers niet mogelijk is binnen de schoolvakanties op vakantie te gaan Indien er zich omstandigheden voordoen in beroep of bedrijf van ouders/verzorgers waardoor vakantie van de werkende ouders/verzorgers niet samenvalt met de schoolvakantie Het opnemen van vakantie op uitdrukkelijk medisch advies. Belangrijk is te vermelden dat de directeur van de school verantwoordelijk is gesteld voor het uitvoeren van deze richtlijnen en verplicht is verzuim buiten de toegestane regels bij de leerplichtambtenaar te melden. Bij de eerste keer ongeoorloofd verzuim ontvangt u een brief. Bij de tweede keer volgt een gesprek met de leerplichtambtenaar en bij de derde keer volgen er strenge maatregelen.

9.2 Verzuimprocedure Wij verzoeken u dringend om ziekmeldingen ’s morgens vóór 08.45 uur telefonisch (niet via een ander kind s.v.p.) door te geven. Alle ziekmeldingen van een dag worden vastgelegd op een speciale lijst. In geval van onduidelijkheid belt de leerkracht naar de ouders. Is een kind voor een langere periode ziek dan neemt de groepsleerkracht contact op met de ouders en het kind. Ongeoorloofd verzuim komt op de Zonnewijzer niet voor. Dat is een goede zaak, die we gezamenlijk – ouders en team – in stand moeten houden. Goede contacten tussen ouders en school, alertheid bij beide partijen en snel inspelen op mogelijke problemen thuis en/of bij de kinderen zijn in deze zeer belangrijk.

34



Schoolgids algemeen deel

Recommend Documents