School en Toekomst
Feiten en cijfers Het belang van een goede voorbereiding op het werkende leven Een deel van de jeugdwerkloosheid wordt veroorzaakt door een mismatch op de arbeidsmarkt. Jongeren kiezen voor studies waar te weinig werk voor is. Populaire opleidingen 1
onder studenten bieden vaak minder goede kansen op een baan. Dat is jammer. Zeker als er ook sectoren zijn met goede kansen op werk, zoals de techniek. Ook kiezen jongeren voor studies die niet goed bij hen passen. Bijna een op de vijf studenten heeft spijt van de gemaakte studiekeuze. Een groot deel van de uitval in het onderwijs is het gevolg van een 2
verkeerde studiekeuze. Verlaat je zonder startkwalificatie het onderwijs, dan is de kans dat je 3
werkloos thuis komt te zitten bijna anderhalf keer zo groot. Een niet succesvolle studiekeuze, onnodig grote studie-‐uitval en onderbenutting van capaciteiten kosten Nederland jaarlijks 7 4
miljard euro. Naast een verkeerde studiekeuze kan ook het onvoldoende beheersen van vaardigheden oorzaak zijn van de mismatch op de arbeidsmarkt. Bedrijven vragen steeds vaker om excellent vakmanschap (hard skills) en goede werknemersvaardigheden (soft skills). Daarbij staan motivatie, zelfvertrouwen en sociale en communicatie vaardigheden -‐ zoals taalbeheersing, 5
netheid en beleefdheid -‐ centraal. Ook loopbaanvaardigheden worden steeds belangrijker 6
om je staande te houden op een steeds flexibeler wordende arbeidsmarkt. Keuzes houden niet op met het behalen van een diploma. De arbeidsmarkt is dynamisch. Life-‐time employment heeft plaats gemaakt voor life-‐time employability. Ondernemende vaardigheden -‐ als souplesse, zelfsturing en een onderzoekende houding -‐ zijn nodig voor het bijsturen van 7
je loopbaan. De voorbereiding van jongeren op het werkende leven laat nog te wensen over Om de kloof te overbruggen tussen wat de arbeidsmarkt vraagt en wat jongeren in hun mars hebben, is het belangrijk om jongeren al vanaf jonge leeftijd te leren inzien wat voor werk er allemaal is, wat ze kunnen en willen en wat een werkgever en werken van hen vraagt. Dat blijkt geen gemakkelijke opgave.
1
Ministerie van OCW. (2014). Nieuwe voortijdig schoolverlaters, Convenantjaar 2012-‐2013 Voorlopige cijfers, pp. 37 – 40. 2 Smulders, H. (2012) Leren kiezen, een onmisbare competentie. Canon beroepsonderwijs. Ecbo; ROA. (2009). Zonder diploma. Aanleiding, Kansen en Toekomstintenties. Maastricht: Maastricht University. 3 CBS. Statline. 4 De Nationale Denktank. (2007). Succes op school! 12 frisse ideeën voor onderwijs als intermediair tussen leerlingen, arbeidsmarkt en maatschappij. 5 Freese , C., Meulen Bosma, A. van der & Wilthagen, T. (2012). Werkzekerheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Onderzoek naar factoren die ten grondslag liggen aan de mismatches tussen het bedrijfsleven en werkzoekenden met bijzondere aandacht voor arbeidsmotivatie. Tilburg: Tilburg University; Kanfer, R., Wanberg, C. & Kantrowitz, M. (2001). Job search and employment: a personality motivational analysis and meta analytic review. Journal of applied psychology 86, 837-‐855; Hooft, E., van, Ottervanger, M. & Dam, A. van (2007). Verklarende factoren van werkzoekgedrag en werkhervatting. Onderzoeksrapport Erasmus Universiteit Rotterdam. 6 WRR. (2013). Naar een lerende economie. Amsterdam University Press. 7 Smulders, H. (2012) Leren kiezen, een onmisbare competentie. Canon beroepsonderwijs.
1
De meeste jongeren leven in het hier-‐en-‐nu en maken niet of nauwelijks plannen voor de toekomst. Ze zijn vaak niet in staat alternatieven af te wegen en daaruit de beste keuze te maken. Het puberbrein van veel jongeren wordt vooral gedreven door impulsiviteit, willekeur en emotie (zoals erbij willen horen). Ze staken het zoeken naar mogelijke toekomstige opleidingen of loopbanen dan ook al snel. Daarbij helpt het niet dat jongeren in hun zoektocht stuiten op een grote hoeveelheid complexe informatie over verschillende opleidingen, kansen op werk, wat je gaat verdienen of welke school het beste is. Al die informatie wordt op allerlei manieren aangeboden door evenzoveel partijen. Word er als jongere maar eens wijs uit. De informatie die jongeren krijgen, gaat grotendeels langs en over hen heen. Beroepen, de arbeidsmarkt, het werkende leven: het heeft allemaal nog weinig betekenis. Ook hun kennis van wat ze zelf leuk en interessant vinden is nog beperkt. Bij de keuze voor een opleiding laten 8
ze zich vooral leiden door hun rapportcijfers. Scholen bereiden jongeren nog onvoldoende voor op het werkende leven. De aandacht van scholen gaat vooral uit naar het binnen boord houden van leerlingen, de studievoortgang en prestaties en veel minder naar wat ze ná de opleiding gaan doen. Binnen het voortgezet onderwijs komt aandacht voor het kiezen van een studie of loopbaan pas op gang rondom de profielkeuze en neemt dan weer af. Daarbij richten docenten zich vooral op informatie-‐ 9
uitwisseling en veel minder op het ontwikkelen van loopbaanvaardigheden. Ook de directe omgeving -‐ ouders, familie en vrienden -‐ heeft niet altijd de kennis en kunde om jongeren goed voor te bereiden op het werkende leven. Zij spreken voornamelijk uit eigen ervaring. Dat breekt vooral jongeren uit achterstandswijken op, onder wie veel allochtone jongeren. Hun ouders willen graag helpen, maar weten te weinig van de Nederlandse arbeidsmarkt en de opleidingen die hiervoor nodig zijn. Ze zijn meestal laag opgeleid en niet 10
of op een laag niveau werkzaam. Ook verder in hun omgeving zijn weinig rolmodellen. De jongeren wonen in eenzijdig samengestelde wijken en hebben vooral vrienden in de eigen etnische groep, waarbinnen pas de laatste jaren een beter opgeleide voorhoede in opkomst 11
is. Zij kiezen -‐ ingegeven door ervaring en wensen van hun ouders -‐ te vaak voor studies met 12
een slecht arbeidsmarktperspectief. De helft van de allochtone jongeren volgt een opleiding Economie en Handel (vooral mannen) of Zorg en Welzijn (vooral vrouwen). Bij studies met betere kansen op werk, zoals de techniek, zijn ze ondervertegenwoordigd. Ook kiezen allochtone jongeren veel vaker voor de beroepsopleidende leerweg (BOL), waar de jongere een of twee dagen stage loopt en de rest van de doordeweekse dagen doorbrengt in de schoolbanken, dan voor de beroepsbegeleidende leerweg (BBL), waar een jongere drie of vier 13
dagen werkt en de overige doordeweekse dagen naar school gaat. Juist voor deze groep zou
8
Smulders, H. (2012) Leren kiezen, een onmisbare competentie. Canon beroepsonderwijs. Ecbo; ROA. (2009). Zonder diploma. Aanleiding, Kansen en Toekomstintenties. Maastricht: Maastricht University; Blijswijk, M. van, Cremer, R., Manschot, M., Coetsier, D. (2010). Sjakie en de sociale Zekerheid: “Ik jouw AOW betalen? Mooi niet!”. Hoofddorp: TNO. 9 Onderwijsraad. (2014). Overgangen in het onderwijs. 10 CBS. (2012). Jaarrapport Integratie 2012. 11 Crul M., Rezai S., Waldring I. en Lelie F. (2013). Pathways to success. Rotterdam/Amsterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam/Vrije Universiteit Amsterdam. 12 Wolf , R., (2013). Studeren tussen de regels. Een onderzoek naar sociale hulpbronnen en de leeromgeving als studiesuccesfactoren voor niet-‐westerse allochtone studenten. 13 SBB. (maart 2014). Barometer.
2
een goede voorbereiding op het werkende leven, zoals voorlichting over de mogelijkheden die de BBL biedt, een emanciperend effect hebben en de loopbaanperspectieven verbeteren.
Aanpak SterkTeam SterkTeam roept scholen op werk te maken van een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en zet zich in voor een groter bereik van initiatieven die van onderop zijn ontstaan en jongeren voorbereiden op het werkende leven. Initiatieven in en buiten de school waarbij het bedrijfsleven is betrokken, die aansluiten bij de belevingswereld van jongeren, zodat jongeren kunnen ervaren wat het is om te gaan werken en wat werken aan vaardigheden van hen vraagt. SterkTeam besteedt daarbij bijzondere aandacht aan de kansen die de techniek biedt en de specifieke problematiek waar vooral allochtone jongeren mee te maken hebben. Hieronder wordt hier nader op ingegaan. Zie ook Ondernemen voor de invulling van loopbaanvaardigheden voor jongeren. Vergroten bereik initiatieven in en buiten het onderwijs met betrokkenheid van het bedrijfsleven SterkTeam zet zich in voor initiatieven in en buiten de school die van onderop zijn ontstaan en waarbij het bedrijfsleven is betrokken. Door bijvoorbeeld stage te lopen bij een bedrijf of praktijkopdrachten uit te voeren of een proefsollicitatie te doen gaat abstracte informatie voor jongeren leven. Maar ervaring opdoen is niet genoeg. De ervaring krijgt pas betekenis als 14
jongeren het gesprek erover aangaan met een ander. Ook werknemers kunnen door het geven van gastlessen hier een rol bij spelen. Zeker jonge werknemers. Peers zijn belangrijke ‘influentials’. Zij kunnen bij uitstek een realistisch verhaal over hun werk vertellen, uitleggen hoe zij hun keuze hebben gemaakt en of hun indrukken klopten. SterkTeam zet deze initiatieven in de schijnwerpers, schaalt ze op door meer bedrijven aan te laten sluiten en rolt ze uit naar andere plekken in het land. Zo krijgen de initiatieven meer impact. SterkTeam werkt tot nu toe samen met de volgende initiatieven: Jet-‐Net en Jet-‐Net junior (zie box) en TechniekTalent/Ambassadeurs van de Techniek (100 jongeren die werken in de techniek geven gastlessen op vmbo, havo en vwo), die jongeren verleiden te kiezen voor een opleiding in de techniek. JINC (zie box), K!X (zie box), IMC Basis-‐/Weekendschool (in zeven steden geven professionals over hun vakgebied les aan jongeren van tien tot veertien jaar uit achterstandswijken) en Champs on Stage (in vier steden lopen 3e en 4e jaars vmbo-‐studenten stage bij bedrijven), die jongeren uit achterstandswijken voorbereiden op het werkende leven. En Werken aan je Toekomst (zie box), een lesprogramma voor mbo’ers. Dit in aanvulling op het kabinetsbeleid, zoals hieronder beschreven. De afgelopen jaren hebben het ministerie van OCW en de verschillende onderwijskoepels geïnvesteerd in het verbeteren van de informatievoorziening aan studenten en de rol van het onderwijs bij de voorbereiding van jongeren op het werkende leven. Het moment van aanmelden voor een studie in het hoger onderwijs is vervroegd en er komt een studiekeuzecheck. De komst van de studiebijsluiter voor studenten, waarin ze kunnen zien wat hun kansen zijn op de arbeidsmarkt met bepaalde opleidingen, is een goede stap vooruit die nog voor de zomer gezet zal worden. Ook worden scholen gestimuleerd om een visie en beleidsplan te ontwikkelen, om hun decanen, mentoren en docenten te trainen, om gebruik te maken van de kennis die centraal wordt ontsloten en samen te werken met andere scholen
14
Smulders, H. (2012) Leren kiezen, een onmisbare competentie. Canon beroepsonderwijs. Ecbo.
3
in de regio. Er wordt een omslag gemaakt van kennis en informatie over banen naar het aanleren van meer duurzame loopbaanvaardigheden. Speciale aandacht wordt besteed aan de keuze voor techniek. Een sector waar veel baankansen liggen nu en in de toekomst. Hierover zijn in het Techniekpact afspraken gemaakt. Ook maakt studie-‐ en loopbaanoriëntatie onderdeel uit van de Aanpak Jeugdwerkloosheid van het kabinet. Met het programma School Ex 2.0 worden jongeren in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) gestimuleerd langer door te leren en te kiezen voor opleidingen met goede kansen op de arbeidsmarkt. Mbo-‐scholen voeren ombuigingsgesprekken als studenten kiezen voor opleidingen met weinig arbeidsmarktperspectief. Ook loopbaangesprekken tijdens de opleiding en bij de afronding ervan zijn erop gericht om de kansen op de arbeidsmarkt beter in beeld te brengen en doorstuderen te stimuleren. Aan scholen de uitdaging om alles wat de afgelopen jaren in gang is gezet en is ontwikkeld beter te benutten en het begeleiden van leerlingen en studenten bij de voorbereiding op het werkende leven structureel in te bedden in het curriculum van basisonderwijs tot aan hoger 15
onderwijs. En zo invulling te geven aan hun wettelijke taak en de ambitie om het onderwijs meer loopbaangericht te maken (speerpunt kwaliteitsagenda, onderwerp bestuursakkoord 2012-‐2015, onderwerp voorgenomen sectorakkoord, naast de lumpsum financiering blijft de subsidie van 1.3 miljoen euro voor verbetering van loopbaanoriëntatie in het voorgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs behouden tot en met 2017). Daarnaast werkt de Minister van OCW aan het wetsvoorstel Macrodoelmatigheid mbo om het aanbod van opleidingen op mbo-‐scholen beter te laten aansluiten op de arbeidsmarkt. Nu geldt voor mbo-‐scholen een zorgplicht arbeidsmarktrelevantie. De Inspectie ziet daar in principe op toe, maar een sanctie vanuit de Inspectie is een hele zware ingreep, die nog nooit heeft plaatsgevonden op deze grond. Voor de zomer zal de minister de nieuwe maatregelen bekendmaken. Zeker is in ieder geval dat de regels aangescherpt worden en onderwijsinstellingen onderling en met het bedrijfsleven en gemeenten om tafel moeten om knelpunten aan te pakken. Dat wil niet zeggen dat er geen goede voorbeelden zijn. Mbo-‐ scholen kunnen zelf al besluiten tot het instellen van een numerus fixus en het stoppen met aanbieden van bepaalde opleidingen (zie box bij Stages en Leerbanen).
15
Onderwijsraad. (2014). Overgangen in het onderwijs.
4
Uitgelicht: Jet-‐Net (junior) Jet-‐Net, het Jongeren en Technologie Netwerk Nederland, is een samenwerking tussen bedrijven, onderwijs en overheid. Aan Jet-‐Net zijn 90 bedrijven, 175 scholen uit het primair en voortgezet onderwijs en 35 partners verbonden. Doel is leerlingen een reëel beeld te geven van bèta en technologie en hen te interesseren voor een bètatechnische vervolgopleiding. Het Jet-‐Net bedrijf en de school ontwikkelen allerlei klassikale activiteiten zoals gastlessen, bedrijfsbezoeken en ontmoetingen met experts in de technologie en begeleiden leerlingen bij profielwerkstukken en de profielkeuze. Het netwerk is groeiende en op zoek naar nieuwe bedrijven. SterkTeam helpt Jet-‐Net daarbij. Op 19 maart 2014 maakte Mirjam Sterk kennis met de activiteiten van Jet-‐Net bij Siemens in Den Haag. Mirjam Sterk: “Het is belangrijk dat jongeren zich oriënteren op hun toekomst. Dat zij al op school nadenken over wat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn. Bedrijven als Siemens helpen jongeren daarbij. Zij laten zien welke mogelijkheden de techniek biedt. Investeren in een goede studiekeuze nu, vergroot de kansen van jongeren op werk in de toekomst.”
Uitgelicht: JINC JINC helpt jongeren van acht tot zestien jaar uit achterstandswijken die opgroeien met sociaaleconomische achterstand naar een goede start op de arbeidsmarkt. In samenwerking met bedrijven en scholen stelt JINC een programma op voor basisscholen en scholen uit het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) gericht op taalontwikkeling, beroepsoriëntatie en sociale vaardigheden. Bedrijfsbezoeken (‘bliksemstages’) helpen de leerlingen bij het vormen van een beeld bij een beroep. Medewerkers van bedrijven zijn trainer of coach en dragen zo hun kennis en ervaring over. Professionals en ondernemers komen op uitnodiging van JINC naar scholen voor een presentatie of workshop. JINC is een non-‐profitorganisatie en wordt grotendeels gefinancierd door het bedrijfsleven. JINC is actief in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Kennemerland, Brabant en Almere. In 2013 bereikte JINC ruim 28.000 leerlingen. SterkTeam helpt JINC met de uitrol naar Eindhoven, Den Bosch en Almere. Op 25 maart 2014 gaf Mirjam Sterk samen met de wethouder het startschot voor JINC in Eindhoven. Mirjam Sterk: “Elk kind verdient een eerlijke kans. Ook als het opgroeit in een omgeving met minder voorbeelden en rolmodellen om zich aan op te trekken. Het is goed om te zien dat bedrijven zich inspannen om ook de toekomstperspectieven van deze jongeren te verbeteren.”
5
Uitgelicht: K!X Bij K!X leren leerlingen van het vmbo en mbo vaardigheden om hun kansen op werk na school te vergroten. Speciale K!X-‐teams organiseren voor hun school activiteiten, waaraan alle leerlingen kunnen meedoen. Het gaat bijvoorbeeld om een sollicitatiegesprek voeren, een netwerk opbouwen, organiseren, presenteren en communiceren. Ook gaan K!X-‐teams langs bij werkgevers. Zo krijgen jongeren een beter beeld van het werk en wat een werkgever vraagt en krijgen werkgevers een beter beeld van jongeren uit achterstandswijken. Bij het vmbo richten K!X-‐teams zich ook op de oriëntatie op technische studies en beroepen. K!X is een project van Forum. Met hulp van SterkTeam wordt het aantal K!X-‐teams verdubbeld van 25 naar 50 in 2014. In juli 2013 was Mirjam Sterk op bezoek bij het K!X-‐team op het Globe College in Utrecht. Zij beloofde daar twee meisjes een dag mee te nemen op haar tour door het land. Die belofte heeft Mirjam Sterk op 20 november 2013 ingelost. De meisjes zijn mee geweest naar Den Bosch. Mirjam Sterk: “Met mij en mijn team lopen regelmatig jongeren een dagje mee. Vaak gaan ze ook nog even langs bij minister Asscher of staatssceretaris Klijnsma. Zo krijgen ze een beeld van wat het is om op een ministerie te werken of in de politiek. Hoe meer werkgevers hun deuren openen voor een meeloopstage, hoe beter.”
Uitgelicht: Gastles minister Asscher en Mirjam Sterk over solliciteren op ROC Albeda Op 18 maart 2014 gaven minister Asscher en Mirjam Sterk een gastles over solliciteren aan studenten op het ROC Albeda in Rotterdam. Hiermee onderstreepten zij het belang van een goede voorbereiding op een stage of een baan. In de gastles spraken zij met de studenten over hoe je kan reageren als je in een sollicitatiegesprek geconfronteerd wordt met weerstanden of negatieve beeldvorming. Hier kunnen jongeren uit Rotterdam Zuid, waaronder veel allochtone jongeren, bij hun sollicitatie mee te maken krijgen. Ook wordt de studenten geleerd dat je discriminatie kan en moet melden. De gastles was onderdeel van een serie lessen over solliciteren, die onderdeel zijn van het lesprogramma ‘Werken aan je Toekomst’. SterkTeam helpt mee met de invulling daarvan. Zo spreekt ook Randstad met jongeren over houding, competenties en aandachtspunten van werkgevers en oefent met hen met rollenspellen. Mirjam Sterk: “Jongeren moeten zich goed voorbereiden op hun sollicitatiegesprek. Vooral voor allochtone jongeren is het belangrijk dat ze weten hoe te reageren als je in een gesprek geconfronteerd wordt met weerstanden of negatieve beeldvorming. Want ook zij verdienen een kans om mee te bouwen aan een sterker Nederland.”
6