School Schoolgids 20152015-2016
1
Schoolgids Rehobothschool voor ZML/MG
Verlengde Parkweg 49 6717 GL Ede Tel. 0318-665266 fax. 0318-637042 Het Katsland 6 4051 KA Ochten tel. 0344-644601 Postadres beide locaties: Postbus 560 6717 BN Ede
[email protected] www.rehobothso.nl
65
2
Hoofdstuk 17
Externe contacten van de school
17.1 Onderwijsinspectie Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: tel. 0800-8051 (gratis) Mr. G.L. Boomsma is de inspecteur van onze school. Centraal meldpunt vertrouwensinspecteurs: tel. 0900-1113111
Rehobothschool, locatie Ede Verlengde Parkweg 49 6717 GL Ede Postbus 560 6710 BN Ede
17.2 Klachtencommissie De Rehobothschool volgt de richtlijnen van de klachtencommissie, zoals die zijn opgesteld door de Vereniging Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) te Ridderkerk. Klachten kunnen gemeld worden bij:
T 0318-665266 F 0318-637042 E
[email protected] Rehobothschool, locatie Ochten Het Katsland 6 4051 KA Ochten T 0344-644601 F 0344-645137
Klachtencommissie Reformatorisch onderwijs T.a.v. de heer mr. J.S. Beukens (griffier) Fahrenheitstraat 11 3817 WB Amersfoort
Rekeningnummer: NL49RABO0305583026 t.n.v. Stichting voor Speciaal Onderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs op Gereformeerde Grondslag te Ede
17.3 Vertrouwenspersoon Als vertrouwenspersoon van onze school in het kader van de klachtenregeling treedt op: Dr. A.C. van Rinsum Holevoetlaan 32 3925 BZ Scherpenzeel tel. 033-2774496
College van Bestuur Dhr. P.J. Westerlaken Baardgras 28 3902 RP Veenendaal 0318-519725 College van Bestuur
17.4 Interne vertrouwenspersonen Mw. E.V.L. van de Munt – van den Brink Mw. W.A. Modderkolk-van Laar
Directie Mw. G. van de Vendel Edeseweg 69a 6733 AC Wekerom 0318-462022 Directeur
17.5 Fysio- en ergotherapie De volgende fysiotherapeuten geven fysiotherapie op onze school: mw. E. de Goederen en dhr. C. Rudelsheim. Mw. C. Budding geeft ergotherapie. Centrum voor fysiotherapie Margrietlaan 18 6713 PM EDE tel. 0318-614863
Mw. W. Evers Kees de Koninglaan 24 6741 ZB Lunteren 0318-486392 Adjunct-directeur
3
Paradocs praktijk voor ergotherapie Kerkewijk 61 3901 EC VEENENDAAL tel. 0318 516176
64
Mw. H. van Kampen Dhr. D. Geneugelijk Mw. G. Huibers-van der Mark Mw. G. Rosendal Mw. B. Visser Dhr. R. Schreuder Mw. W. van Brummelen Mw. R.R. Drost-van Roekel
zorgondersteuner systeembeheerder RvT managementassistente administratief medewerkster administratief medewerkster conciërge interieurverzorgster interieurverzorgster
Inhoudsopgave pagina Hoofdstuk Hoofdstuk
1 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 Hoofdstuk 4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.2 4.2.1 4.2.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.7.1 4.7.2 4.7.3 4.7.4 4.8 Hoofdstuk 5 5.1 5.2
16.7 Ondersteuningsteam Mw. W. Evers (voorzitter) Drs. T.J.W. Huyboom (jeugdarts) Mw. F.J. ten Hove-Roubos (maatschappelijk werkster) Mw. S. van den Berg- Visser (psycholoog) Mw. W. Evers (teamleider zorg/onderwijs) Mw. T. van Laar (intern begeleider)
Hoofdstuk
6 6.1 6.1.1 6.2 6.2.1 6.2.2. 6.2.3 6.2.4
63
Voorwoord 7 De school 8 De Rehobothschool voor ZML/MG 8 Bestuurlijke organisatie 8 Raad van Advies 9 Bank- en girorekening van de stichting 9 Postadres bestuur en school 9 Schoolgrootte 9 Nevenvestiging in Ochten 9 Identiteit van de school 11 Grondslag 11 Doel van de opvoeding en het onderwijs 11 Visie 11 Missie 13 Identiteitsverklaring 13 Aansprakelijkheid 19 Schoolregels 19 Organisatie van de school 21 De organisatie van de school 21 SO 22 VSO 23 Het onderwijs in de groepen 24 ZML 24 ZML/MG 25 De vakken in het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs 26 Zwemmen 27 Omgaan met ICT 27 Burgerschapskunde 28 Speciale activiteiten 29 Kerstviering 29 Schoolreis 29 Excursie 29 Koningsdag 29 Veiligheidsbeleid 30 Passend Onderwijs 31 Samenwerkingsverband Berséba 31 Reformatorisch Samenwerkingsverband voor Voortgezet Onderwijs 33 De zorg voor de leerlingen 34 Algemeen 34 De aanmelding: het indicatietraject 34 Leerlingenzorg 34 Het Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) 34 Wat het ontwikkelingsperspectiefplan inhoudt 35 Leerroutes, leerlijnen en uitstroomprofiel 35 Gesprekken 35
4
6.3 6.4 6.5 6.6 6.6.1 6.6.2 6.6.3 6.6.4 Hoofdstuk 7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 Hoofdstuk
7.8 8 8.1
8.2 8.3 8.4 Hoofdstuk 9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 Hoofdstuk 10 Hoofdstuk 11 11.1 11.2 Hoofdstuk 12 12.1 12.2 12.3 12.4 Hoofdstuk 13 13.1 Hoofdstuk 14 14.1 14.2 14.3 14.4 14.5 Hoofdstuk 15 15.1
16.6 Personeel Mw. J.M. Baan Mw. J.P. Bor Mw. W. Bunk-van der Zwaag Mw. M. van Essen Dhr. G.R. Harbers Mw. M. van Kooten – de Visser Mw. T. van Laar Mw. L. van Leeuwen Mw. L.M. Lokerse Mw. A. van Manen-van Gent Mw. E.V.L. van de Munt-van den Brink Dhr. P.M. de Pee Mw. J.S.M. Stark-Koppejan Mw. M. Verhage Mw. G.J. Verweij Dhr. K. van Vliet Mw. D. Vogelaar Mw. C. de Vries-Verkade Mw. A. Wildschut-Groothedde Mw. M.Z. Zondag-van der Maas Mw. A. van Veen-Jansen Mw. A. Wiskerke-Versluis Mw. W.J. van den Brink Mw. H.J. van den Brink-van Ginkel Mw. J.J. Bunk-van Sligtenhorst Mw. A. van Elp Mw. J. Freeke Mw. H. Horst Mw. A.H. Jager Mw. E. van Leersum-Derksen Mw. J.M. van Lent Mw. W.A. Modderkolk-van Laar Mw. G.J. Veenvliet-Bosch Mw. K. van Veldhuizen Mw. L.A.E. Westerlaken Mw. T.C. Zeevat-Kersbergen Mw. J. van der Zouwen Mw. H. van den Brink-Jonker Mw. W. v.d. Dikkenberg-v.d. Bosch Mw. W. Kuijt-Groenewegen Mw. G. Müller Mw. J.W. van Steenbergen-van Heerdt Mw. G.H. Achterberg Mw. H. Weststrate-Wielink
Rapportage/documenten 36 Zorg voor meervoudig gehandicapten 36 Leerlingen met moeilijk verstaanbaar gedrag 36 Specialistische zorg 37 Logopedie 38 Fysiotherapie 38 Ergotherapie 39 Speltherapie 40 Arbeidstoeleiding waaronder: Stage 41 Begrippen 41 Doel van de stage 41 Stageopbouw 41 Voorwaarden die aan stageadressen gesteld worden 41 Verzekering 41 Contact met de school 42 Verwachtingen van de school t.o.v. de stagewerkgever en/of stagebegeleider 42 Hoe verloopt de informatie naar ouders? 42 Het personeel 43 Functieomschrijving van het onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel 43 Vervanging bij ziekte, ADV e.d. 45 Scholing van de leerkrachten 45 Begeleiding en inzet van stagiaires 45 De ouders 46 Contacten met de ouders 46 Ouderhulp 47 Klachtenregeling 47 EHBO/Medicijnprotocol 47 Ouderbijdrage 48 Sponsoringbeleid 48 De ontwikkeling van het onderwijs 49 De resultaten van het onderwijs 51 Opbrengsten van het onderwijs 51 Uitstroom SO en VSO 51 Regeling van de school- en vakantietijden 53 Schooltijden 53 Verzuim 53 Extra vrije dagen 53 Vakantierooster 2015-2016 55 Vervoer 56 Regeling leerlingenvervoer 56 Praktische en huishoudelijke informatie 57 Pauze, overblijven 57 Schoolmelk 57 Gymkleding, zwemkleding e.d. 57 Zendingsgeld 58 Activiteitenoverzicht 2015-2016 58 Wet- en regelgeving 59 Leerplicht 59
5
leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht/stagedocent leerkracht intern begeleider/speltherapeut leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht/AB-er (Ochten) leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht/stagedocent leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht oproep leerkracht oproep leerkracht onderwijsassistente onderwijsassistente onderwijsassistente onderwijsassistente onderwijsassistente onderwijsassistente onderwijsassistente onderwijsassistente (Ochten) onderwijsassistente onderwijsassistente onderwijsassistente onderwijsassistente onderwijsassistente onderwijsassistente onderwijsassistente oproepkracht onderwijsassistente oproepkracht onderwijsassistente oproepkracht onderwijsassistente oproepkracht onderwijsassistente oproepkracht onderwijsassistente logopediste logopediste 62
15.2 15.3 15.4 Hoofdstuk 16 16.1 16.2 16.3 16.4 16.5 16.6 16.7 Hoofdstuk 17 17.1 17.2 17.3 17.4 17.5
Personeelsgeleding A.H. (Alice) Jager Hoofdweg 202b 6744 WR Ederveen 06-28535752
[email protected] I. (Inge) Otte-de Pater Wethouder Zandbergenlaan 27 3771 KT Barneveld 0342-400428
[email protected] P.M. (Pim) de Pee Dr. A.J. Kraaijstraat 30 4051 AC Ochten 0344-643802
[email protected]
Buitenschoolse opvang Wet Medenzeggenschap op Scholen (WMS) Wet Bescherming Persoonsgegevens Namen en adressen Raad van Toezicht Leden van de Raad van Advies College van Bestuur Leden van de Adviesraad Directie Personeel Ondersteuningsteam Externe contacten van de school Onderwijsinspectie Klachtencommissie Vertrouwenspersoon Interne vertrouwenspersonen Fysio- en ergotherapie
59 59 59 60 60 60 60 60 61 62 63 64 64 64 64 64 64
C. (Carla) de Vries – Verkade Camphuysenstraat 1 3906 WV Veenendaal 0318-517406
[email protected] 16.5 Directie Mw. G. van de Vendel Edeseweg 69a 6733 AC Wekerom tel. 0318 - 665266 (school) / 0318 - 462022 directeur Mw. W. Evers Kees de Koninglaan 24 6741 ZB Lunteren tel. 0318 – 665266 (school) / 0318 – 486392 (privé) adjunct-directeur
61
6
Hoofdstuk 1
Voorwoord
Hoofdstuk 16
De aflopen jaren staat het onderwijs weer volop in de belangstelling. We denken aan de discussies over de vrijheid van onderwijs, het toezicht op het onderwijs door de inspectie en andere onderwerpen. Onderwijs is een belangrijk onderwerp, omdat o.a. op school de kinderen voor een belangrijk deel worden gevormd. Daarom werken we op onze school steeds aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs.
Namen en adressen
Adressen en telefoonnummers vindt u op onze kalenders. Deze zijn tevens bij de administratie op te vragen. 16.1 Raad van Toezicht Dhr. J.J. van Dam Dhr. G.P. Landwaart (secretaris) Drs. R. van Beijnum Dr. Ir. C.M. Verloop Mr. L. Vogelaar
Onderwijskwaliteit wordt niet alleen bepaald door het aanleren van kennis en vaardigheden. De persoonlijkheid van een kind wordt gevormd door tal van factoren. Een hele belangrijke factor is de rol van de juf of meester voor de klas. Het kind spiegelt zich aan hen en kiest, bewust of onbewust, om voorbeelden over te nemen in eigen leven.
16.2 Leden van de Raad van Advies Drs. C.M. Cousijnsen Dhr. W. Flier Dhr. J.A. Jobse Dhr. G. Klaassen Dhr. B. Paanstra Dhr. P. Quick Drs. P.H.D. van Ree
U kiest voor christelijk onderwijs. Onderwijs waarbij de Bijbel als het Woord van God een centrale plaats inneemt. Het Woord dat dient als basis voor ons doen en denken. Samen met u staan we voor de opdracht zoals in Deuteronomium 6 vers 7 staat verwoord: ‘En gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat’.
16.3 College van Bestuur Dhr. P.J. Westerlaken Baardgras 28 3902 RP Veenendaal Tel. 0318 - 665266 (school) / 0318 - 519725 (privé)
In deze gids voor het schooljaar 2015-2016 leest u veel over onze scholen. Allerlei informatie over onze visie, onze uitgangspunten, de inhoud van het onderwijs. Ook natuurlijk weer de organisatorische informatie: wat zijn de vakanties, de schooltijden, wie staat er voor de klas en nog veel meer.
16.4 Leden van de Adviesraad
Belangrijk en nuttig. Voor een eerste indruk. Maar als u echt wilt weten wat uw kind op school doet dan nodigen we u uit om gebruik te maken van de mogelijkheden om de school te bezoeken. Daar ziet u werkelijkheid worden waar we in schoolgids over schrijven.
Oudergeleding: A. (Andries) Florijn Ds. J.R. Sybrandistraat 4 3785 LX Zwartebroek 0342-462296
[email protected]
Voor alle de plannen en voornemens, die in de gids vermeld staan, geldt: ‘Indien de Heere wil, en wij leven zullen, zo zullen we dit of dat doen (Jacobus 4 vers 15)’. Namens directie en personeel,
J.W. (Jaap) Verweij Salomonszegel 32 7322 EX Apeldoorn 055-5422500
[email protected]
G. van de Vendel N.B. waar in deze schoolgids van ouder(s) gesproken wordt, kan ook verzorger(s) gelezen worden.
Vacature
7
60
Hoofdstuk 15
Wet- en regelgeving
Hoofdstuk 2
15.1 Leerplicht Volgens de wet is iedere jongere leerplichtig tot en met 18 jaar. Wanneer een leerling de school verlaat op 16-jarige leeftijd, moet hij nog twee jaar lang één dag in de week of één jaar lang twee dagen in de week naar e school. Dit is de partiële leerplicht. Wanneer een leerling tot en met zijn 17 jaar dagonderwijs volgt, is hij daarna vrijgesteld van de partiële leerplicht.
De school
2.1 De Rehobothschool voor ZML/MG De Rehobothschool voor zeer moeilijk lerenden en meervoudig gehandicapten (ZML-MG) behoort tot één van de scholen van de Stichting voor Speciaal en Voortgezet Speciaal Onderwijs op Gereformeerde Grondslag in de regio Veluwe. Rehoboth ‘Onderwijs en zorg’ bestaat uit: - Rehoboth (V)SO ZML en MG - Rehoboth cluster 4 - Rehoboth SBO - Rehoboth Dienstverlening
15.2 Buitenschoolse opvang Vanaf 1 augustus 2007 hebben reguliere basisscholen de verplichting om voor buitenschoolse opvang van de leerlingen te zorgen, als de ouders daarom vragen. Deze verplichting geldt vooralsnog niet voor het speciaal onderwijs.
De Rehobothschool voor ZML-MG is voor leerlingen die na onderzoek als zeer moeilijk lerend geïndiceerd worden. Onze school is er voor leerlingen van 4 tot 20 jaar. Het onderwijs is georganiseerd in twee grote lijnen: ZML en ZML-MG. De school heeft een SO- en een VSO-afdeling.
15.3 Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) Er is aan de school een medezeggenschapsraad verbonden. Deze heeft de bevoegdheid als adviesraad. In de adviesraad zit een viertal ouders, die gekozen zijn door de ouders van de leerlingen van onze school en een viertal collega´s die gekozen zijn door het team van de school. De adviesraad ontvangt van het bevoegd gezag, al dan niet gevraagd, tijdig alle inlichtingen die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft. Daarbij verstrekt het bevoegd gezag de beweegredenen van een voorstel, alsmede de gevolgen die de uitwerking van het voorstel naar verwachting zal hebben voor het personeel, ouders en leerlingen en van de naar aanleiding daarvan genomen maatregelen. Aangezien onder ons bestuur meerdere scholen ressorteren, hebben we ook een gemeenschappelijke adviesraad (GAR). De GAR richt zich op bovenschoolse zaken, terwijl de adviesraden van elke school meer schoolspecifieke onderwerpen bespreken.
2.2 Bestuurlijke organisatie De school gaat uit van een stichting. Hierin participeren de volgende kerkgenootschappen: Gereformeerde Gemeenten; Gereformeerde Gemeenten in Nederland; Hersteld Hervormde Kerk; Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland. De eindverantwoordelijkheid (het bevoegd gezag) voor de scholen ligt bij het College van Bestuur. Om scheiding te maken tussen bestuur en toezicht is een Raad van Toezicht ingesteld. Juridische structuur: De scholen zijn met het College van Bestuur en de Raad van Toezicht ondergebracht in de Stichting voor Speciaal Onderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs op Gereformeerde Grondslag (SSOGG). College van Bestuur: Het College van Bestuur is het bevoegd gezag van de Ds. D.A. Detmarschool en de Rehobothschool. Raad van Toezicht De Raad van Toezicht oefent toezicht uit op de scholen en het College van Bestuur en benoemt de leden van dit college.
15.4 Wet Bescherming Persoonsgegevens Er wordt overeenkomstig de Wet Bescherming Persoonsgegevens met uw gegevens omgegaan. We bewaren van ieder kind een dossier in een afgesloten kast. Digitaal worden ook gegevens bewaard op het netwerk. Dit is alleen toegankelijk met een wachtwoord waarvoor een leerkracht rechten heeft gekregen van de directie. Hierbij houden wij ons aan de regels zoals die zijn vastgelegd in de Wet Persoonsregistratie. In het kort houdt dit in dat onbevoegden geen inzage hebben en dat ouders voor inzage een afspraak kunnen maken met de locatieleider van de school. Het Privacyreglement kunt u bij de administratie opvragen.
59
8
2.3 Raad van Advies De Raad van Toezicht wordt geadviseerd door een Raad van Advies. De leden van deze Raad worden benoemd door de classes van de in de Stichting participerende kerkgenootschappen. Namen en adressen van de leden van deze Raad vindt u bij hoofdstuk 16.
14.4 Zendingsgeld Elke maandagochtend mogen de leerlingen zendingsgeld meenemen. Het is ook voor hen belangrijk dat zij herinnerd worden aan de nood van onze verre naasten. Dit geld zal verdeeld worden over de volgende zendingsgenootschappen: • Zending Gereformeerde Gemeenten • Mbuma Zending Daarnaast hebben we twee kinderen via Woord&Daad geadopteerd. Per maand ontvangt hij/zij onderwijs, voedsel en kleding. Ook geven we per maand geld aan een groepsadoptie via de stichting Stephanos.
2.4 Bank- en girorekening van de stichting Collecten, jaarlijkse donaties, incidentele giften en testamentaire beschikkingen worden gaarne tegemoet gezien op de bankrekening van de Stichting: NL49RABO0305583026 t.n.v. Stichting voor Speciaal Onderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs op Gereformeerde Grondslag te Ede
14.5 Activiteitenrooster 2015-2016 25-08-2015 Opening schooljaar (10.00 uur) in Ede 08-10-2015 Contactavond 26-10-2015 Studiedag: Leerlingen vrij 18-12-2015 Kerstviering (10.00 uur) 21-01-2016 Oudermorgen 26-01-2016 Oudermorgen 27-01-2016 Oudermorgen groep A6 09-02-2016 Contactavond 17-03-2016 Ouderavond 29-03-2016 Extra vrije dag 22-04-2016 Koningsdagviering 02-06-2016 Schoonmaakavond 06-06-2016 Schoonmaakavond 10-06-2016 Schoolreis 17-06-2016 Schoolreis 27-06-2016 Afscheid leerlingen 28-06-2016 Overgang SO-VSO 30-06-2016 Kennismaking nieuwe leerlingen
ANBI De Stichting Speciaal Onderwijs (SSOGG) beschikt over een ANBIverklaring van de belastingdienst en is daarmee een Algemeen Nut Beogende Instelling. Het voordeel hiervan is dat u uw gift in aftrek kunt brengen op uw belastbaar inkomen. De registratiegegevens zijn te vinden op de website van KOC/VBSO (www.koc.nu) waar alle scholen die onder de groepsbeschikking vallen, vermeld staan. 2.5 Postadres bestuur en school Stichting Speciaal en Voortgezet Speciaal Onderwijs op Gereformeerde Grondslag Postbus 560 6717 GL Ede Rehobothschool voor ZML-MG Postbus 560 6710 BN Ede (geldt ook voor Ochten) 2.6 Schoolgrootte Onze school telde op de wettelijk verplichte teldatum (01-10-2014) 104 leerlingen. Op D.V. 1 augustus 2015 telt de school waarschijnlijk 103 leerlingen. Deze leerlingen zijn verdeeld over elf groepen, waarvan 10 in Ede en 1 in Ochten (zie hoofdstuk 4). Op 1 augustus 2015 zijn er 47 medewerkers aan de school verbonden. 2.7 Nevenvestiging Ochten In Ochten is er een nevenvestiging van Rehoboth SO. In het cursusjaar 2015-2016 is er één groep met leerlingen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar.
9
58
Hoofdstuk 14
Deze groep is in hetzelfde gebouw gehuisvest als de groepen van de Sébaschool (bao) en van Rehoboth SBO. Vanwege het grote leeftijds- en niveauverschil in de groep wordt er gezocht naar samenwerkingsvormen met Rehoboth(sbo). In het cursusjaar 2015-2016 draaien leerlingen bij wijze van proef mee in de sbo-groepen. Het jaar daarna zullen de leerlingen, waar mogelijk, integreren in sbogroepen. Dit zal niet voor alle leerlingen mogelijk zijn. In dat geval zoeken we, in overleg met ouders, naar de meest passende plek. Qua organisatie maken we een keuze: volledig integreren of het blijven werken met een so-stamgroep. Het blijft altijd mogelijk om so-leerlingen in Ochten in te schrijven.
Praktische en huishoudelijke Informatie
14.1 Pauze, overblijven Om 10.45 of 11.00 uur hebben de leerlingen een kwartier pauze. Voor die tijd is er gelegenheid om het meegebrachte fruit of iets dergelijks te gebruiken. In de jongere groepen doen we dat gezamenlijk, waarbij zoveel mogelijk gelet wordt op de zelfredzaamheid. Om 12.00 uur of 12.30 uur eten de leerlingen het meegebrachte brood in hun klas op. Op woensdag krijgen de leerlingen gelegenheid om op school te eten vóór ze naar huis gaan. Dit is echter niet verplicht. 14.2 Schoolmelk Het is voor uw zoon/dochter van groot belang dat hij/zij voldoende te drinken krijgt. Op school krijgt uw kind de gelegenheid om te drinken ’s morgens bij de pauze, tussen de middag bij het eten en ’s middags aan het eind van de middag. Als u voor uw kind bij één of meerdere momenten schoolmelk wilt, dan kunt u een schoolmelkformulier vragen op school. Op dit formulier treft u alle nodige informatie aan. 14.3 Gymkleding, zwemkleding e.d. Tijdens de gymlessen is het verplicht dat iedereen gymschoenen aan heeft. Het dragen van gymkleding is niet verplicht. Wel dient u er op te letten dat uw kind kleding draagt, waarin hij/zij zich goed kan bewegen. We vragen hiervoor uw medewerking. Bij het zwemmen neemt uw kind eigen zwemkleding met een handdoek mee. Het zwembad Aqua Indoor levert voor onze school T-shirts in de kleuren rood en geel. Daarmee kunnen ze duidelijk zien wie in welk gedeelte van het zwembad hoort; de kinderen met een geel T-shirt zwemmen in het diepe bad. De T-shirts blijven op school. Komt uw kind in aanmerking voor diplomazwemmen, dan krijgt u informatie van het zwembad over de vereiste kleding. Vooral voor jongere kinderen is het raadzaam om reserve onder- en bovenkleding op school te hebben. We raden u aan om alle persoonlijke eigendommen van uw kind te voorzien van hun naam. Op school wordt regelmatig gebruikgemaakt van verf- en lijmschorten. In de keuken gebruiken de leerlingen tijdens het koken en bakken een schort. Bij het werken in de tuin dragen ze een overall en laarzen. Aan het begin van het schooljaar informeert de leerkracht uw zoon/dochter u over het één en ander.
57
10
Hoofdstuk 3
Identiteit van de school
Hoofdstuk 13
3.1 Grondslag De Rehobothschool gaat uit van de Stichting voor Speciaal en Voortgezet Speciaal Voortgezet Onderwijs op Gereformeerde Grondslag. De Stichting heeft als grondslag de Heilige Schrift als onfeilbaar Woord van God, zoals daarvan belijdenis wordt gedaan in de artikelen 2 tot en met 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Zij onderschrijft geheel en onvoorwaardelijk de Drie Formulieren van Enigheid, zoals die zijn vastgesteld door de Nationale Synode van Dordrecht in de jaren 1618 en 1619. De Stichting en de van haar uitgaande scholen maken gebruik van de Statenvertaling als de meest getrouwe overzetting van Gods Woord uit de grondtalen, zoals deze tot stand gekomen is volgens het besluit van bovengenoemde Synode en heden uitgegeven wordt door de Gereformeerde Bijbelstichting.
Vervoer
13.1 Regeling leerlingenvervoer In het totale schoolgebeuren neemt het vervoer een belangrijke plaats in. Veel kinderen wonen op een betrekkelijk grote afstand van de school. Ruimschoots voor de aanvang van het nieuwe schooljaar – eind april/begin mei – moet u bij de gemeente een aanvraag indienen voor een vergoeding inzake de vervoerskosten. Het ondersteuningsteam geeft een advies aan de gemeente over de noodzakelijk geachte wijze van vervoer. De gemeenten kunnen geen eigen bijdrage van de ouders vragen in de vervoerskosten. Sommige gemeenten vragen wel een zogenaamd drempelbedrag. Als u vragen en/of klachten hebt over het vervoer dan kunt u zich wenden tot de afdeling onderwijs (leerling-vervoer) van uw woonplaats. Wij vinden het heel belangrijk dat er een goed overleg is tussen ouders, buschauffeur en school. Wanneer er problemen in de bus of taxi zijn, kunt u dit het beste eerst met de chauffeur bespreken. Probeer steeds het overleg open te houden. Als u er met de chauffeur niet uitkomt, kunt u zich wenden tot de heer Geneugelijk. Een steeds weer terugkerend probleem is het gebruik van de radio in de auto. Wij wijzen de chauffeurs er steeds op dat we als school en ouders het gebruik van radio afwijzen en daarom hen vriendelijk verzoeken om het gebruik ervan na te laten. Als school en ouders hierin samen optrekken, is het voor chauffeur en kinderen duidelijk. We rekenen op uw medewerking!
3.2 Doel van de opvoeding en het onderwijs Het doel van de opvoeding is dat de kinderen hun hoop op God leren stellen, Zijn daden niet vergeten en Zijn geboden bewaren. Het Woord Gods moet ingescherpt worden, opdat ze van hun jonge jaren af weten van de Heilige Schrift, die hen wijs kan maken tot zaligheid door het geloof in Jezus Christus. Gewezen moet worden op hun verantwoordelijkheid ten opzichte van God hun Schepper, maar ook tegenover hun naaste en de schepping. De school draagt er zorg voor, de haar toevertrouwde kinderen in overeenstemming met Gods Woord en de daarop gegronde belijdenisgeschriften te leiden, te vormen en hulp te verlenen, opdat zij hun taak en opdracht in kerk, gezin en maatschappelijke samenleving zoeken te vervullen naar de eis van Gods Woord. De hoogste prioriteit binnen ons onderwijs blijft de leerlingen te onderwijzen in de waarheden van Gods onfeilbaar Woord. Dit mag niet beperkt blijven tot de bijbellessen, maar dient het geheel van onderwijs en opvoeding te doortrekken.
Wanneer uw zoon/dochter niet naar school kan, wegens ziekte of door een andere verhindering, belt u dan zo vroeg mogelijk (liefst voor half acht) het vervoersbedrijf. Het kan gebeuren dat de taxi al onderweg is. Probeer dan een voorafgaand adres te bellen. Het moet voorkomen worden dat de taxi’s een vergeefse reis maken!
3.3 Visie Onderwijs is actief, intentioneel en doelgericht het leerproces van de leerling begeleiden. Daarom wil de school: 1. Gods Woord als leidraad voor ons onderwijs gebruiken De leerkrachten geven Bijbelse waarden en normen mee als bagage aan de leerlingen. Het kader van Matth. 22 : 37 – 39 geldt zowel voor leerkrachten als leerlingen: ‘Gij zult liefhebben den Heere uw God met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het eerste en het
11
56
grond van een medische of een sociale indicatie betreffende één van de gezinsleden. Tenslotte: de directeur van de school is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te doen van ongeoorloofd verzuim. 12.4 Vakantierooster 2015-2016 eerste dag Geen lesdag ma 24-08-2015 Herfstvakantie ma 19-10-2015 Dankdag wo 04-11-2015 Kerstvakantie ma 21-12-2015 Voorjaarsvakantie ma 22-02-2016 Biddag wo 09-03-2016 Pasen vr 25-03-2016 Koningsdag wo 27-04-2016 Meivakantie do 28-04-2016 Pinksteren ma 16-05-2016 Zomervakantie ma 04-07-2016
grote gebod. En het tweede aan dit gelijk is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.’ De gehanteerde gedragscode is gebaseerd op de Tien Geboden. De leerkrachten hebben daarin een voorbeeldfunctie naar de leerlingen. 2. Een veilige omgeving creëren waar de leerling uitgedaagd wordt om te leren. Rust, ruimte, regelmaat, relatie en reflectie zijn de voorwaarden voor een klimaat waarin geborgenheid en veiligheid centraal staan. Binnen dit klimaat worden de leerlingen aangemoedigd om initiatieven te nemen, zelf te handelen en zelf beslissingen te nemen. Het betekent dat de school de plaats is waar ze kunnen leren en zich verder ontwikkelen.
laatste dag vr
23-10-2015
vr vr
01-01-2016 26-02-2016
di
29-03-2016
vr
06-05-2016
vr
19-08-2016
3. Zorg dragen voor een doorgaande lijn in het leerstofaanbod. De CED-leerlijnen zijn gebaseerd op de kerndoelen en geven richting aan het leerstofaanbod op onze school. 4. Het ontwikkelingsperspectief van de leerling als uitgangspunt zien voor het onderwijs. In het ontwikkelingsperspectief stellen we doelen voor de korte en voor de lange termijn. We hebben daarbij hoge, realistische verwachtingen van de leerlingen. Elke leerling is geschapen met zijn/haar eigen mogelijkheden en beperkingen. Het ontwikkelingsperspectief is hierop gebaseerd. 5. Het gedrag wat de leerling laat zien uitleggen als een hulpvraag We willen (meer) leerlingen met moeilijk verstaanbaar gedrag een plaats bieden binnen de school. We gaan een onvoorwaardelijke ondersteuningsrelatie aan met de leerling. We focussen niet op probleemgedrag. We zorgen voor een betekenisvolle daginvulling. 6. De positie van leerlingen op de arbeidsmarkt optimaliseren Kennis en vaardigheden aanleren als voorbereiding op de periode van stage en de arbeidsmarkt. Leerlingen stromen uit overeenkomstig hun uitstroomprofiel. De school streeft naar het vermeerderen van het aantal arbeidsplaatsen binnen het uitstroomprofiel arbeidsgericht. 7. Ouders als partners zien van de school Het ontwikkelingsperspectief wordt samen met de ouders vastgesteld.
55
12
Vakantieverlof Een verzoek om vakantieverlof op grond van artikel 13a van de Leerplichtwet 1969 dient minimaal twee maanden van tevoren aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Extra verlof buiten de normale schoolvakanties is alleen mogelijk als de specifieke aard van het beroep van de ouders hiertoe aanleiding geeft. Voorwaarde hierbij is, dat het gezin geen mogelijkheid heeft of had om op een ander moment in het schooljaar gebruik te maken van de normale schoolvakanties. Er moet een werkgeversverklaring worden overgelegd, waaruit blijkt dat geen verlof buiten de officiële schoolvakanties mogelijk is. Dit extra verlof mag in ieder geval niet de eerste twee weken van het schooljaar betreffen. Verder mag het verlof slechts eenmaal per jaar worden verleend en niet meer dan tien dagen zijn. Het gaat hier dus om maximaal twee schoolweken.
Bij leerlingen met moeilijk verstaanbaar gedrag is samenwerking met ouders een vereiste. We vinden het belangrijk dat de begeleiding in de diverse leefmilieus van de leerling overeenkomt. 8. Het welzijn en de weerbaarheid van de leerlingen op school, in kerk, gezin en samenleving vergroten. De redzaamheid van de leerlingen vergroten en versterken, zowel sociaal als maatschappelijk. We bereiden de leerlingen voor op een deelname in de maatschappij. 3.4 Missie Onze missie sluit aan bij de gelijkenis van de talenten (Matth. 25 : 11 – 30) Als talent de inzet is, werkt het beter.
Gewichtige omstandigheden Het verlenen van verlof in verband met ‘andere gewichtige omstandigheden’ is mogelijk op grond van artikel 14, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 voor tien schooldagen per schooljaar of minder. Het verzoek dient vooraf aan de locatieleider van de school te worden voorgelegd. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: • voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden; • voor verhuizing voor ten hoogste één dag; • voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de e 3 graad voor één of ten hoogste twee dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende; e • bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de 3 graad, duur in overleg met de directeur; e • bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1 graad voor ten hooge ste vier dagen, van bloed- of aanverwanten in de 2 graad voor ten e e hoogste twee dagen, van bloed- of aanverwanten in de 3 of 4 graad voor ten hoogste één dag; • bij 25-, 40- en 50-jarig ambtjubileum en het 12,5-, 25-, 40-, 50- en 60jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor één dag; • voor andere naar oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof. Het verlenen van verlof in ieder geval voor ‘gewichtige omstandigheden’ op grond van artikel 14, lid 3 van de Leerplichtwet 1969 voor méér dan tien dagen per schooljaar dient minimaal één maand van tevoren, bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden voorgelegd. Dergelijk verlof wordt alleen verleend indien: • de ouders een verklaring van een arts of een maatschappelijk deskundige kunnen overleggen waaruit blijkt, dat verlof noodzakelijk is op
Onze missie heeft een bijbels uitgangspunt. Zij verplicht ons om de talenten van de leerlingen optimaal te benutten. Daarbij vraagt zij niet het onmogelijke, maar houdt rekening met de beperkingen van de leerlingen. De identiteit en de professionaliteit van de school zijn de voorwaarden om de visie en de missie te realiseren. Identiteit en professionaliteit worden gevormd door de kwaliteit van: • levensbeschouwelijk onderwijs op gereformeerde grondslag; • samenhangend, talentgericht leren binnen en buiten de school; • het innovatief vermogen van het team; • een flexibele organisatie; • teamwork en collegiale consultatie; • onderwijskundig leiderschap; • aanpassingsvermogen van veranderingen buiten de school. 3.5 Identiteitsverklaring Opdracht Het reformatorisch onderwijs ziet het als zijn opdracht om op grond van de Bijbel en de daarop gefundeerde Drie Formulieren van Enigheid bij te dragen aan de opvoeding van leerlingen en aan hun vorming tot zelfstandige persoonlijkheden die hun burgerschap verstaan. Aan deze opdracht wordt invulling gegeven vanuit de volgende belijdenis: Wij geloven in God, de almachtige Schepper. God heeft Zich in de Bijbel geopenbaard als de drie-enige God: Vader, Zoon en Heilige Geest. Er is onder de hemel geen andere naam onder de mensen gegeven, door welke wij moeten zalig worden dan de naam van Jezus Christus, Die ons van God tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en tot een volkomen ver13
54
Hoofdstuk 12
lossing geschonken is. Alleen een waar geloof maakt de mens, in de weg van wedergeboorte en bekering, Christus en al Zijn weldaden deelachtig. Dit geloof komt van de Heilige Geest, Die dat werkt in de harten door de verkondiging van het heilig Evangelie, en het sterkt door het gebruik van de sacramenten. Zonder een waar geloof is de mens echter geestelijk dood door de misdaden en de zonden.
Regeling van de school- en vakantietijden
12.1 Schooltijden Ede Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 08.45-15.20 uur Woensdagmorgen: 08.45-12.35 uur De morgenpauze duurt 15 minuten en de middagpauze 50 minuten. VSO-leerlingen hebben een kwartier korter middagpauze omdat de morgenpauze van hun lestijd afgaat. Alle leerlingen blijven tussen de middag op school. Alle leerlingen die nog geen 7 jaar zijn, hebben elke woensdagmorgen vrij.
Bijbel Wij ontvangen de Bijbel voor heilig en canoniek en geloven zonder enige twijfel alles wat daarin begrepen is (“Al de Schrift is van God ingegeven”; 2 Timótheüs 3:16). Wij geloven daarom dat God, nadat Hij de hemel en de aarde in zes dagen uit niet heeft geschapen, Zijn schepping onderhoudt en regeert. Het reformatorisch onderwijs hanteert de Statenvertaling zoals deze tot stand is gekomen volgens het besluit van de Nationale Synode te Dordrecht (1618-1619).
Ochten Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 08.30-15.00 uur Woensdagmorgen: 08.30-12.15 uur Leerlingen in Ochten gebruiken op woensdag de lunch niet op school, maar thuis.
Drie Formulieren van Enigheid In een bloeiperiode van de kerk zijn op de Nationale Synode, die in 1618 en 1619 in Dordrecht is gehouden en waaraan door een groot aantal Nederlandse en buitenlandse theologen is deelgenomen, zijn de zogenaamde Drie Formulieren van Enigheid als klassiek gereformeerd belijden aanvaard. Dit zijn de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. Omdat deze formulieren in alles overeenkomen met de Bijbel onderschrijven wij ze onvoorwaardelijk, en verwerpen wat daarmee in strijd is.
12.2 Verzuim Elk verzuim dient door de ouders gemeld te worden. Omdat we uitgaan van een goed contact tussen school en thuis, vinden we dat het altijd mogelijk moet zijn om over verzuim met elkaar te spreken. Voor afspraken met de dokter, orthodontist of tandarts, verzoeken wij u zoveel mogelijk rekening te houden met de schooltijden.
Kerk De Zoon van God vergadert door Zijn Geest en Woord een gemeente uit het gehele menselijke geslacht, die tot het eeuwige leven is uitverkoren, die Hij ook beschermt en onderhoudt. Op grond van de Bijbel en de belijdenis behoren kinderen als lidmaten van de gemeente gedoopt te worden. Personeelsleden in het reformatorisch onderwijs zijn (belijdende) lidmaten van de: • Gereformeerde Gemeenten; • Gereformeerde Gemeenten in Nederland; • Hersteld Hervormde Kerk; • (Vrije) Oud Gereformeerde Gemeenten (in Nederland). • Andere kerken – dit ter beoordeling van het bevoegd gezag.
12.3 Extra vrije dagen De gemeente Ede heeft voor de scholen een leidraad opgesteld, waarin de visie, het beleid en de uitvoering aangaande de toepassing van de wet wordt beschreven. De scholen dienen zich hieraan te houden. Alleen in zeer bijzondere omstandigheden kan verlof worden verleend. Elk verlof dient u aan te vragen bij de locatieleider. Om een aantal redenen kunnen ouder(s)/verzorger(s) extra schoolverlof voor een leerplichtig kind (vanaf 5 jaar) aanvragen. Dit kan de locatieleider toetsen als het gaat om een periode tot en met tien dagen. Gaat het om meer dan tien dagen, dan moet het verzoek ingediend worden bij de gemeentelijke leerplichtambtenaar. Voor deze verlofaanvragen zijn bij de locatieleider van de school formulieren verkrijgbaar. Verlof voor leerlingen in Ochten moet eveneens bij de locatieleider aangevraagd worden.
Toekomst Allen die Christus en al Zijn weldaden door een waar geloof aannemen, verwachten het eeuwige leven. Dat wil zeggen dat zij na dit leven volkomen zaligheid zullen bezitten, die geen oog heeft gezien, geen oor gehoord en in het hart van geen mens is opgeklommen, om zo God daarin eeuwig te prijzen. Er is ook een keerzijde, namelijk voor hen die niet in 53
14
Christus zijn en zich niet bekeren, wacht de eeuwige rampzaligheid. De zaligheid zoals hierboven beschreven, is zonder enige verdienste van mensen te verkrijgen omdat God, in Zijn soeverein welbehagen mensen wil zaligen. Romeinen 8 vers 30 zegt hierover het volgende: ‘En die Hij tevoren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook tevoren geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt’. Het reformatorisch onderwijs wordt door deze realiteit gestempeld. Dat blijkt uit de grote plaats die de leer die naar de Godzaligheid is, in het onderwijs inneemt.
2013/2014 Activiteitengerichte dagbesteding Eind VSO 1 Tussentijds VSO
Tien geboden Onze waarden en normen vinden we samengevat in de Tien geboden. Uitgangspunten zijn daarbij: • dat het leven naar Gods geboden als een blijvende opdracht tot ons komt; • dat de Bijbelse leer van de gehele verdorvenheid van de mens niets afdoet aan het blijvende karakter van deze opdracht; • dat door Gods algemene genade, die de doorwerking van de zonden enigszins afremt, gewetensvorming en opvoeding naar de eis van Gods geboden in uiterlijke zin, mogelijk zijn; • dat het leven tot Gods eer nooit door onze inspanningen gestalte krijgt, maar altijd vrucht is van de onweerstaanbare genade van God in Christus. • dat het bovenstaande de verantwoordelijkheid van de mens niet uitsluit om te zoeken naar de vergeving van zonden en de gerechtigheid in Christus.
2014/2015 Activiteitengerichte dagbesteding Eind VSO Tussentijds VSO
Arbeidsmatige dagbesteding
Reguliere arbeidsplaats
5
3
Arbeidsmatige dagbesteding
Reguliere arbeidsplaats
3
2
VSO-ZML (MG) elders
Zorg / behandeling zonder onderwijs
2
1
VSO-ZML (MG) elders
Zorg / behandeling zonder onderwijs
1 (PRO)
1
1. God heeft recht op aanbidding en verering, in geloof en gehoorzaamheid. Het is niet geoorloofd enig schepsel of een geschapen macht of kracht met God gelijk te stellen of daaraan goddelijke eer toe te kennen. Ieder mens wordt, als schepsel van God, in zijn persoonlijkheid gerespecteerd. Dit betekent dat alle mensen gelijkwaardig zijn en achterstelling op grond van bijvoorbeeld verschil in ras of geslacht niet mag voorkomen. De mens is als rentmeester geroepen tot een verantwoord en toegewijd beheer van alles wat God hem in de schepping heeft toevertrouwd. 2. De wijze waarop God gediend moet worden, is door Hem bepaald. Wij hebben niet het recht over Hem iets te zeggen of te denken buiten hetgeen Hij omtrent Zichzelf aan ons heeft geopenbaard. Daarom zal God op geen enkele wijze door ons worden afgebeeld. Hij eist een voortdurend luisteren naar Zijn Woord, omdat het zonder dat niet mogelijk is Zijn wil te kennen en te gehoorzamen. 3. God eist dat met eerbied, ontzag en liefde over Hem wordt gesproken en dat eerbiedig de Bijbel wordt gelezen en ter sprake wordt gebracht. In het lezen, in het zingen en in het gebed en ons hele leven dienen wij Gods eer te zoeken. Misbruik van Gods Naam, lichtvaardig gebruik van Bijbelwoorden en alle spreken over God dat niet uit eerbied voortkomt, wordt 15
52
afgewezen.
Hoofdstuk 11
De resultaten van het onderwijs
4. De zondag is een bijzondere dag. Christus kwam op aarde om de wet te vervullen. Met Zijn opstanding uit de doden op de eerste dag van de week is de wet vervuld. Daarmee is de zondag ook de vervulling van de sabbat. In het licht daarvan en op grond van de blijvende opdracht, zoals verwoord in het vierde gebod uit de Tien Geboden, is de zondag in het bijzonder afgezonderd voor de dienst van God. Dat houdt in dat wij trouw de samenkomsten van de christelijke gemeente, waartoe we behoren, bezoeken. De zondag dient te worden geëerbiedigd als een geschenk van God om naar Zijn Woord te horen, dat te onderzoeken en naar lichaam en geest tot rust te komen. De zondag is dan ook als rustdag van de andere dagen onderscheiden.
11.1 Opbrengsten van het onderwijs In het OPP van de leerling worden de opbrengsten van het gegeven onderwijs vermeld. De vorderingen zijn te zien op de CED-leerlijnen in Parnassys. 11.2 Uitstroom SO en VSO Uitstroomgegevens SO 2012/2013
Eind SO Tussentijds SO
VSO-ZML (MG) 12
SO-ZML (MG) elders
Praktijkonderwijs
5. De Bijbel geeft ook richtlijnen ten aanzien van de verhoudingen tussen mensen. Op elk niveau van werken bestaan er gezagsverhoudingen: van bestuur – naar directie – naar overig personeel – naar leerlingen. Gezag is er ons ten goede. Gezag moet dan ook in liefde en binnen de kaders en de grenzen van de Bijbel worden uitgeoefend. Gezagsverhoudingen worden erkend, wat betekent dat voorschriften en aanwijzingen worden opgevolgd. Dit sluit uiteraard het gesprek daarover niet uit.
Zorg / behandeling zonder onderwijs 1
2013/2014
Eind SO Tussentijds SO
VSO-ZML (MG) 12
SO-ZML (MG) elders
Praktijkonderwijs 1
Zorg / behandeling zonder onderwijs
Praktijkonderwijs
Zorg / behandeling zonder onderwijs
6. We behoren de medemens lief te hebben als onszelf. Liefde tot de medemens, naar de eis van Gods geboden en het voorbeeld van Christus, dwingt ons ons in te zetten voor het geestelijke en lichamelijke welzijn van de medemens. Er is eerbied voor het leven. Dit komt in ons onderwijs ook tot uiting in onze omgang met elkaar en in het bijzonder met de leerlingen.
1
7. Seksualiteit heeft in de Bijbel te maken met het vormen van een onverbrekelijke verbintenis in een huwelijk tussen één man en één vrouw, en krijgt in het licht hiervan een plaats. Daarbij zijn de Bijbelse voorschriften bindend voor het seksuele leven. Deze seksuele moraal betekent dat de huwelijksrelatie geëerbiedigd wordt. De medemens wordt met respect (en rein en zuiver) benaderd. Dit sluit seksueel getinte grappen en intimidatie uit. Ook voor losse seksuele contacten is geen ruimte, omdat het monogame huwelijk de door God gegeven vorm van omgang tussen man en vrouw is. God wil dat wij het lichaam dat voor degenen die in Christus geloven een tempel van de Heilige Geest is, zuiver en heilig bewaren. Ook in ons uiterlijk laten wij het in de schepping gelegde onderscheid tussen man en vrouw tot uitdrukking komen.
2014/2015
Eind SO Tussentijds SO
VSO-ZML (MG) 9
SO-ZML (MG) elders 1 (cluster 4)
1
Uitstroomgegevens VSO 2012/2013 Activiteitengerichte dagbesteding Eind VSO 1 Tussentijds VSO
Arbeidsmatige dagbesteding
Reguliere arbeidsplaats
VSO-ZML (MG) elders
Zorg / behandeling zonder onderwijs
8. De eigendommen van de ander, zowel van personeel, leerlingen en instelling, worden gerespecteerd. Het nut van de medemens moet worden bevorderd en met hem moet worden gehandeld als ik wilde dat hij met mij handelde.
3 1
51
16
9. In gesprekken met en over anderen moet zuiverheid worden betracht, zonder te roddelen of een voorstelling van zaken te geven die met de waarheid in strijd is. Wij staan een eerlijke communicatie voor. Informatie die als leugen bestempeld moet worden, wordt afgewezen. De eer en het goed gerucht van anderen moeten we bevorderen. 10. We behoren in liefde en zuiverheid van intentie het voorgaande in praktijk te brengen. Dat zal onze handel en wandel, ook in de omgang met elkaar, stempelen. Voorkomen moet worden dat zondige begeerten worden opgewekt en dat ze worden opgevolgd. Gezocht wordt het leven en het welzijn van de ander te dienen: persoon, privacy en bezit worden gerespecteerd.
•
Triple-C Triple-C is een begeleidingsaanpak voor leerlingen met moeilijk verstaanbaar gedrag. Het is belangrijk dat deze aanpak schoolbreed gedragen wordt. Daarom plannen we opnieuw intervisiebijeenkomsten met het hele team. We analyseren videobeelden, zodat we elkaar kunnen helpen en van elkaar leren m.b.t. het begeleiden van onze leerlingen. Nieuwe teamleden worden ingewerkt. Ook dit jaar organiseren we drie ouderbijeenkomsten.
•
Differentiatie in onderwijstijd We willen de onderwijstijd per vak beter afstemmen op de behoefte van de leerlingen. We werken met een lessentabel voor de groepen. Voor een enkele individuele leerling passen we de onderwijstijd aan. Dit wordt aangegeven in het OPP.
•
Totale Communicatie We willen beter leren communiceren met leerlingen die een communicatieve beperking hebben. De logopediste heeft hierin een belangrijke rol. Zij draagt kennis over en coacht leerkrachten. Van iedere leerling wordt een communicatieprofiel gemaakt.
•
Arbeidstoeleiding We hebben in het document ‘arbeidstoeleiding’ de route beschreven die we volgen om leerlingen te begeleiden naar een passende uitstroombestemming. Onderdelen zijn onder meer: interne stage, leren op locatie (LOL) en externe stage. Het is belangrijk dat we de verwachtingen van school, ouders en leerlingen goed afstemmen. Daarbij gaan we ook in gesprek met het arbeidsveld. Wat verwachten zij van onze leerlingen? En hoe kunnen we de overstap zo goed mogelijk voorbereiden en begeleiden? We willen in een vroeg stadium leerlingen een beeld geven van de mogelijkheden. Dat gebeurt in de groepen, maar ook buiten de school. Zo staat er een bedrijfsbezoek en een bezoek aan een dagactivitetencentrum op het programma. Daarnaast gaan we werken met een arbeidskeuzetest waarmee we de belangstelling van de leerling willen peilen.
Het in het reformatorisch onderwijs werkzame personeel wil zijn leven naar het bovenstaande inrichten en daarmee in de levenswandel een goed voorbeeld voor de leerlingen zijn. De pedagogische opdracht en relaties Visie op de mens (en daarmee ook op de leerling). De mens is als schepsel in de eerste plaats verantwoording schuldig aan God. Het betreft hier de meest fundamentele relatie. Het bestaan van de mens is geen doel in zichzelf, maar dient gericht te zijn op God. De mens wordt in de Bijbel ook getekend als individu en als gemeenschapswezen. Hij (Adam) is door God zeer goed geschapen. Door de zondeval is de mens echter geneigd God en zijn naaste te haten. Het blijft voor ieder mens de opdracht om tot Gods eer én tot heil van de naaste te leven. Het reformatorisch onderwijs kan daarom ook slechts in afhankelijkheid van Gods hulp en zegen gestalte krijgen. Alleen in de weg van wedergeboorte en bekering zal de ware liefde tot God en de mens gewerkt worden. Visie op opvoeding en onderwijs Het reformatorisch onderwijs beoogt bij te dragen aan de vorming van de leerling tot een zelfstandige, God naar Zijn Woord dienende persoonlijkheid, die de ontvangen gaven wenst te besteden tot Zijn eer en tot heil van de medemensen in alle levensverbanden (kerk, gezin en maatschappij) waarin God hem plaatst. Het reformatorische gedachtegoed werkt dan ook door in alle aspecten van het schoolleven en heeft bijvoorbeeld ook consequenties voor de visie op kunst, cultuur en op de hedendaagse maatschappij. Het reformatorisch onderwijs zoekt daarin aansluiting bij de door de ouders bij de Heilige Doop gedane belofte om hun kind in de leer van de Bijbel en de artikelen van het christelijk geloof naar hun vermogen te doen (en te helpen) onderwijzen. Het genoemde opvoedingsdoel is verweven
We hebben onze plannen beschreven. We zijn daarin afhankelijk van de hulp en de zegen van de Heere. Hij zegt: ‘zonder Mij kunt gij niets doen.’
17
50
Hoofdstuk 10
met de algemene onderwijsdoelstelling, namelijk het doen verwerven door de leerling van kennis, inzicht, vaardigheden en attituden met inachtneming van zijn persoonlijke begaafdheid. Opvoeding in gezin, school en kerk behoren dan ook in elkaars verlengde te liggen.
De ontwikkeling van het onderwijs
Ontwikkelingen van het onderwijs We staan voor een nieuwe schoolplanperiode. Van elke school wordt verwacht dat er één keer per vier jaar een schoolplan wordt geschreven. In het schoolplan beschrijven we de doelen, met name op onderwijskundig gebied, voor de komende vier jaar. Daarnaast leggen we verantwoording af over de kwaliteit van het onderwijs.
Visie op de school De school is een leer- en opvoedingsgemeenschap. Als “poort naar de maatschappij” staat de school tussen het gezin en de maatschappij in. Het onderwijs is daarmee meer naar buiten gericht dan het gezin, maar biedt – mede afhankelijk van de leeftijd van de leerling – een veilige omgeving om zich voor te bereiden op een plaats in de maatschappij. Het pedagogisch klimaat krijgt in het reformatorisch onderwijs gestalte door het onderwijs, in te richten naar de norm van de Bijbel en daarbij oog te hebben voor de context van de huidige samenleving. Veiligheid ontstaat door het zich in leer en leven te houden aan Gods geboden, die heilzaam zijn voor alle mensen en hun onderlinge relaties.
Het afgelopen jaar hebben we met ons team nagedacht over de inhoud van ons schoolplan. Wat vinden we belangrijk? Waar willen we met onze school over vier jaar staan? Met het uitgezette beleid sluiten we aan bij de eisen die de overheid aan ons stelt. Daarnaast zijn we vrij om eigen keuzes te maken. Een nieuw schoolplan wil niet zeggen dat er allemaal nieuwe speerpunten instaan. Het is belangrijk om datgene wat in gang gezet is ook blijvend aandacht te geven. De komende jaren is de schoolverplaatsing naar Barneveld een belangrijk gebeuren. Het is prachtig om in een gebouw te gaan werken wat aansluit op onze onderwijskundige visie. Daar zien we naar uit. Tegelijkertijd zal dit ook de nodige aandacht vragen. Dat heeft gevolgen voor de keuzes die we maken. Het nieuwe cursusjaar bereiden we ons voor op de verhuizing en we richten ons met name op onderwerpen die in gang gezet zijn en nog verdieping nodig hebben. Hieronder een korte beschrijving. •
Het Ontwikkelingsperspectief (OPP) We streven naar verbetering van de evaluatie en van het beschrijven van de ondersteuningsbehoefte. We zien het OPP als een samenwerkingsdocument van school, ouders en leerling.
•
Het leerlingvolgsysteem voor de sociaal-emotionele ontwikkeling ZIEN! De sociaal-emotionele ontwikkeling volgen we met het instrument ZIEN! Van iedere leerling is er een profiel. We organiseren opnieuw een studiedag voor het team. Hoe interpreteren we het profiel en welke keuzes maken we voor de groepsplannen?
•
Visie op personeel Het personeel in het reformatorisch onderwijs dient, als medeopvoeder en gezagsdrager, een identificatiefiguur in en buiten de school te zijn. Opvoeders en medeopvoeders zijn gezagsdragers omdat hun zeggenschap over de kinderen berust op Gods scheppingsorde. De Heere Zelf heeft opdracht gegeven in liefde gezag uit te oefenen. Gezag mag daarom nooit worden misbruikt. Opvoeders en medeopvoeders zijn ook identificatiefiguur, wat zeggen wil dat zij ‘model’ staan voor het kind. (Mede)opvoeders hebben de Bijbelse roeping het goede voorbeeld te geven, zij hebben een voorbeeldfunctie. Dat betekent dat ze zelf een waar geloof moeten kennen en het leven daarnaar zoeken in te richten. Het personeel in het reformatorisch onderwijs dient het geheel van Bijbelse normen en waarden te vertegenwoordigen, zodat het kind zich daarmee kan identificeren. Er dient eenheid te zijn tussen leer en leven, zodat de (mede)opvoeder voor de leerlingen geloofwaardig zal zijn in het uitdragen van de grondslag van de school. Dit geldt zowel het onderwijzend personeel, als ook voor het onderwijsondersteunend personeel. Er is tussen hen slechts een gradueel verschil in mate van ontmoeting met de leerlingen in de opvoedingsgemeenschap. Visie op maatschappij; burgerschapsvorming De maatschappijvisie van het reformatorisch onderwijs is te typeren met enerzijds het begrip “betrokkenheid” en anderzijds met de aanduiding “distantie” (namelijk vanuit het besef dat de maatschappij waarin wij leven – net als wijzelf- zondig en tijdelijk is). Deze spanningsvolle houding tegenover de maatschappij wordt ook aan de leerlingen meegegeven. Het reformatorisch onderwijs opteert voor een christelijk burgerschap in het besef wel in de wereld maar niet van de wereld te zijn. Dat wil zeggen dat leerlingen vanuit een Bijbelse visie worden voorbereid op het participeren in de pluriforme, multiculturele maatschappij. De school wil leerlingen le-
Het onderwijsaanbod voor de lessen sociaal-emotionele ontwikkeling. De methode STIP is zowel voor het SO als het VSO aangeschaft. Daarnaast zijn er andere bronnen die we gebruiken voor de lessen sociale vaardigheid. Het instrument ZIEN! verwijst naar deze bronnen.
49
18
ren de Bijbel concreet gestalte te geven in een christelijke levenshouding. Leerlingen worden gestimuleerd om niet het eigenbelang als uitgangspunt te nemen, maar zelfstandig en actief verantwoordelijkheid te dragen voor de belangen van de gemeenschap in en buiten de school. Belangrijke aspecten daarbij zijn vreemdelingschap, rentmeesterschap en leven in eeuwigheidperspectief.
9.5 Ouderbijdrage Onze school vraagt van de ouders geen financiële bijdragen ten behoeve van het onderwijs of andere kosten die door school gemaakt worden voor de leerlingen. We sturen u jaarlijks met de special, dat door het bestuur wordt uitgegeven, een acceptgirokaart toe, waardoor u de gelegenheid krijgt een gift in te vullen.
Verwachting Het gebed neemt in het reformatorisch onderwijs een belangrijke plaats in. De Heere heeft bevolen te bidden voor alle geestelijke en lichamelijke nooddruft. Daarbij heeft God beloofd, ondanks de menselijke onwaardigheid, uit genade te horen en te schenken wat is tot Zijn wil. Dat geldt ook voor het gebed om bekwaammaking; vanuit de mens bezien is het een onmogelijke opdracht om reformatorisch onderwijs vorm en inhoud te geven. Vanuit deze optiek wordt het onderwijs gegeven, met hoop op zegen!
9.6 Sponsoringbeleid Voor sommige doelen, zoals de inrichting van het schoolplein, wordt gebruikgemaakt van financiering door sponsors. Indien sponsors geld beschikbaar stellen, mag dit geen invloed hebben op de inhoud van het onderwijs.
Beide ouders worden verzocht deze identiteitsverklaring te ondertekenen. 3.6 Aansprakelijkheid De leerlingen zelf, dan wel hun ouders of wettelijke vertegenwoordigers zijn aansprakelijk voor schade door de leerling toegebracht aan de eigendommen van de Stichting, en voor andere schade, die de Stichting door de daad van een leerling zou lijden. De Stichting is niet aansprakelijk voor diefstal of beschadiging van eigendommen van leerlingen en voor schade door onrechtmatig gedrag van leerlingen. De Stichting heeft geen collectieve ongevallen- of WA-verzekering t.b.v. de leerlingen afgesloten. 3.7 Schoolregels 1. Alle leerlingen zijn verplicht de aanwijzingen van de directeur van de school, de docenten en het overige personeel betreffende de orde in de schoolgebouwen, op het schoolterrein en in de bus op te volgen. 2. De leerlingen van de school dienen zich te houden aan de aanwijzingen van de directeur van de school betreffende kleding en haardracht. De kleding dient eerbaar te zijn. Deze aanwijzingen gelden behoudens beroep op het bestuur. In elk geval zijn in schoolverband niet toegestaan het dragen van lange broeken, broekrokken, leggings of korte rokken tot boven de knie door meisjes en korte broeken door jongens, kettinkjes bij jongens en piercings, mouwloze shirts bij zowel jongens als meisjes. 3. De leerlingen mogen in het schoolgebouw en op de terreinen behorende tot de school, niet roken. 4. Boeken, tijdschriften, walkmans, MP3-spelers e.d., waarvan de inhoud naar het oordeel van de directeur van de school ontoelaatbaar is, mogen niet in de school worden gebracht op straffe van inbeslagneming. Van zo’n inbeslagname worden de ouders in kennis gesteld. 19
48
5. Moderne lectuur, muziekuitingen en massamedia worden kritisch beoordeeld en zo nodig afgewezen. Het gebruik van televisie en open internet in de gezinnen wordt onverenigbaar geacht met een identiteit die gebaseerd is op de in paragraaf 2.1 genoemde grondslag vanwege het godonterend en mensverwoestend karakter van veel programma's en sites. 6. Het bij zich hebben van zakmessen, aanstekers, vuurwerk en andere gevaarlijke voorwerpen is verboden. Deze worden direct in beslag genomen. De ouders worden daarna in kennis gesteld. 7. Mobiele telefoons zijn in de school en op het schoolterrein uit en niet zichtbaar. Bij gebruik van een mobiele telefoon in genoemde situaties, neemt het personeel het toestel tijdelijk in beslag. 8. Indien een leerling wegens ziekte of andere feitelijke verhindering niet op school kan komen, geven de ouders of verzorgers daarvan zo snel mogelijk kennis aan de administratie van de school. Daarbij wordt de reden van verhindering opgegeven. 9. Vrijstelling van het volgen van lessen dient door de ouders of verzorgers van de leerling zo mogelijk twee dagen van tevoren te worden aangevraagd. 10. In gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist de directeur van de school, behoudens beroep op het bestuur.
• de special; de special is een uitgave van de Stichting voor Speciaal Onderwijs op Gereformeerde Grondslag en verschijnt één keer per jaar. Hierin reflecteren we met tekst en beeld op het afgelopen jaar. • Aan het einde van het cursusjaar wordt er een informatiemoment gepland voor de ouders van de nieuw aangemelde leerlingen Mochten er van uw kant nog vragen zijn, dan kunt u altijd contact opnemen met de leerkracht, de directeur of het bestuur. De telefoonnummers en de adressen kunt u in deze schoolgids vinden. 9.2 Ouderhulp Op verschillende momenten kunnen ouders worden ingezet. Het betreft o.a. hulp bij het aan- en uitkleden bij zwemonderwijs, begeleiding bij schoolreis/excursies, bibliotheek, boeken kaften, schoonmaken van ontwikkelingsmateriaal etc. Desbetreffende ouders worden benaderd middels de maandelijkse informatiebrief of door de groepsleerkracht. 9.3 Klachtenregeling De groepsleerkracht van de leerling is in de eerste plaats de contactpersoon tussen school en gezin. Mochten zich zaken of problemen voordoen waar de ouders mee zitten, dan kunnen zij in de eerste plaats contact opnemen met de leerkracht. Als er thuis ingrijpende zaken gebeuren, waarmee het kind veel bezig is, stellen wij het op prijs dat de ouders ons als school op de hoogte stellen. Klachten moeten op een goede wijze behandeld worden. Wij vinden in de Bijbel richtlijnen voor het afhandelen van klachten en wel in Mattheüs 18. Elke klacht dient in de eerste plaats met de aangeklaagde (bijvoorbeeld de leerkracht) besproken te worden. Zo deze geen gehoor geeft, wordt de klacht besproken met de locatieleider en/of directeur. Indien dit niet tot een bevredigende oplossing leidt, kan de klacht ingediend worden bij het bestuur van de school. Pas als het bestuur met de betrokkenen niet tot overeenstemming kan komen, kan de klacht ingediend worden bij de klachtencommissie. Zie voor adresgegevens hoofdstuk 16.3. Bij onverhoopt voorkomen van ongewenste intimiteiten handelt de school volgens een stappenplan. Dit ligt ter inzage op school. 9.4 EHBO/Medicijnprotocol Als uw zoon/dochter een ongelukje heeft, zal de hoofd BHV-er veelal de eerste hulp verlenen. Als we met een leerling naar een huisarts of polikliniek moeten, wordt er als regel eerst contact opgenomen met de ouders. Jaarlijks wordt u gevraagd recente medische gegevens van uw kind in te vullen op een daarvoor bestemd formulier. Binnen de school hebben we een medicijnprotocol. U wordt gevraagd een toestemmingsformulier voor het verstrekken van medicijnen (paracetamol/azaron/specifiek medicijn) te ondertekenen.
47
20
Hoofdstuk 4
Organisatie van de school Hoofdstuk 9
4.1 De organisatie van de school Het onderwijs is georganiseerd in twee grote lijnen: ZML en ZML/MG. De leerlingen worden op grond van hun indicatie ingedeeld in een ZML of ZML/MG-groep.
9.1 Contacten met de ouders Er is contact met de ouder(s)/verzorger(s) door middel van: • de contactmap; de contactmap is bedoeld voor regelmatig schriftelijk wederzijds contact tussen school en ouders/verzorgers. Er wordt ook gebruik gemaakt van foto’s en tekeningen. We proberen hiermee het zelf vertellen van de kinderen te stimuleren. De kinderen hebben de map iedere dag bij zich. In de map staan ook gegevens van de logopediste, fysiotherapeute, over Bijbelvertellingen, het te leren psalmvers, over geleerde versjes, over lezen, enz. • direct telefonisch of mailcontact; bij ziekte, vragen etc. • de informatiebrief voor ouders; iedere eerste vrijdag van de maand ontvangt u deze informatiebrief met actuele informatie • het persoonsbeeldgesprek; het opgestelde ontwikkelingsperspectief van de leerling wordt met de ouders in een apart daarvoor gepland gesprek • de contactavond; in oktober en februari is er gelegenheid om met de leerkracht te spreken naar aanleiding van de werkplannen. Er is dan ook gelegenheid om te spreken met een lid van het managementteam, de logopediste, de fysiotherapeute en de ergotherapeute. • de ouderavond; één keer per twee jaar is er een ouderavond. Deze wordt georganiseerd naar aanleiding van een thema. N.a.v. het thema is er de gelegenheid om met andere ouders, teamleden en een spreker van gedachte te wisselen. • de kijkavond; één keer per twee jaar is er een kijkavond naar aanleiding van een project. De ouders kunnen dan met hun kind(eren) en andere belangstellenden komen kijken naar het werk van de leerlingen. • de oudermorgens; elk jaar worden er twee data gepland voor een oudermorgen. U kunt de lessen in de groep van uw zoon/dochter bijwonen. • de schoolkrant; aan het einde van het jaar ontvangt u de schoolkrant. • de schoolgids; vormt een schakel in de contacten met de ouders en de school. De gids bevat alle informatie over het reilen en zeilen op school, de adressen en telefoonnummers kunt u erin vinden alsook de data van bijzondere activiteiten en vakanties. De schoolgids is bedoeld voor zowel ouders van leerlingen die de school reeds bezoeken, als voor ouders van toekomstige leerlingen. De schoolgids is te vinden op de website www.rehobothso.nl. Op verzoek ontvangt u een papieren versie.
Een ZML-toelaatbaarheidsverklaring (TVL) wordt afgegeven aan kinderen met een IQ van tussen 35 en 55. In een aantal gevallen wordt er ook een ZML-TVL afgegeven aan leerlingen met een IQ>55. Een ZML/MG-toelaatbaarheidsverklaring (TVL) wordt afgegeven aan leerlingen met een IQ lager dan 35 en/of bij een bijkomende problematiek. Op grond van hun leeftijd worden de leerlingen geplaatst in het SO (speciaal onderwijs voor leerlingen van 4 t/m 12 jaar) of in het VSO (voortgezet onderwijs voor leerlingen van 13 tot en met maximaal 20 jaar). De minimum leeftijd om in te stromen is 4 jaar. Leerlingen die nog geen 7 jaar zijn, hebben op woensdag vrij. Bij de indeling van de leerlingen in de groepen gaan we in principe uit van de leeftijd en van de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Incidenteel wijken we hier gemotiveerd van af. In sommige gevallen sluit het onderwijs in een andere groep beter aan op de hulpvraag van het kind. Daarnaast speelt ook de totale leerlingbezetting een rol. De groepsgrootte in het ZML is 12. Voor de MG-groepen geldt een groepsgrootte van 7 leerlingen. De ZML-stroom wordt in de groepsverdeling met een A aangeduid, de MGstroom met een B. Op de nevenvestiging in Ochten wordt onderwijs gegeven aan ZMLleerlingen in de leeftijd tot en met 13 jaar. e Na hun 13 jaar gaan de leerlingen weer terug naar Ede. Ede A1 A2 A3 A4 A5 A6 B1 B2 B3 B4
Ochten SO SO SO VSO VSO VSO SO SO VSO VSO
A2
De ouders
SO
21
46
4.1.1 SO
ieder van belang. Als bedrijfshulpverlener staat hij voor de leerlingen en het personeel klaar. Als technisch assistent werkt hij mee aan de praktijklessen.
Opbouw SO De interieurverzorgster zorgt ervoor dat de leerlingen en de leerkrachten hun werk kunnen doen in een schoon schoolgebouw. We hechten zeer aan nette en overzichtelijke lokalen en nevenruimten. Dagelijks wordt het sanitair schoongemaakt. De lokalen en hallen krijgen wekelijks een grondige beurt. In de zomervakantie vindt de grote schoonmaak plaats.
A groepen zijn de ZML groepen B groepen zijn de ZML/MG groepen
Het Ondersteuningsteam (OT) bestaat uit een intern begeleider, een orthopedagoge, een maatschappelijk werkster, een jeugdarts en de directie. De leden van de commissie hebben tot taak vanuit hun discipline adviezen te geven aan de intern begeleider, groepsleerkracht en ouders. Indien nodig wordt na toestemming van de ouders nader onderzoek gedaan naar de leer- en of gedragsproblemen. In de regel vergadert het ondersteuningsteam één keer per zes à acht weken. 8.2 Vervanging Wanneer een leerkracht afwezig is door welke oorzaak dan ook, wordt geprobeerd vervanging te regelen. Wanneer een leerkracht vrij heeft i.v.m. lesvrije uren, neemt een vaste parttime leerkracht de groep waar. We streven ernaar om wisselingen van leerkracht zoveel mogelijk te beperken. Bij ziekte van een leerkracht of onderwijsassistente wordt, als er op korte termijn geen vervanging geregeld kan worden, gewerkt met een verdeelprotocol. Op deze manier kan plotselinge en/of kortdurende uitval van leerkrachten of onderwijsassistentes opgevangen worden.
Leerroute E
Leerroute P
Leerroute P-C
Leerroute C
IQ < 35 Leerstijl: Sensomotorisch
IQ 36-45 Leerstijl: Pragmatisch
IQ 46-55 Leerstijl: Egocentrisch
IQ 56-70 Leerstijl: Performaal
Lichaamsgebonden ervaringsordening
Associatieve ordening
Associatieve ordening
Structurerende ordening
Dit betekent: Leren door aan den lijve te ervaren. Samen zijn en samen doen.
Dit betekent: Leren door vooren nadoen. Enkelvoudige, routinematige taken. Concrete, betekenisvolle leerstof in het hier en nu. Begeleiding op korte afstand
Dit betekent: Denkrelaties kunnen maken. Zelf iets nieuws kunnen bedenken. Begeleiding op afstand. Kunnen reflecteren. Sociaal redzaam.
Uitstroombestemming: VSO-ZML/MG
Uitstroombestemming: VSO-ZML
Dit betekent: Leren met behulp van werkkaarten. Meervoudige taken aan kunnen. Begeleiding kan onder voorwaarden en regelmatig iets meer op afstand. Sociaal emotioneel afhankelijk. Uitstroombestemming: VSO-ZML
8.3 Scholing van de leerkrachten In het kader van verdere professionalisering van de groepsleerkrachten is het noodzakelijk dat er als school een goed beleid is op het gebied van de nascholing. Gezamenlijk wordt er jaarlijks bepaald waar we ons verder in willen ontwikkelen. 8.4 Begeleiding en inzet van stagiaires Regelmatig worden we als school gevraagd om stagiaires te begeleiden. De stagiaires kunnen van verschillende opleidingen komen. In de meeste gevallen hebben we te maken met SAW-studenten van het Hoornbeeck College uit Amersfoort. Deze stagiaires zijn gewoonlijk voor een periode van een aantal maanden bij ons op school. Door het inzetten van stagiaires kunnen we meer handen in de klas realiseren.
45
Uitstroombestemming: VSO-ZML/ PRO
22
4.1.2 VSO
De stagedocent onderhoudt contacten met gezinnen en instellingen waar de leerlingen stagelopen. Hij/zij begeleidt het leerproces van de leerling in overleg met de stagewerkgever.
Opbouw VSO
De onderwijsassistente assisteert bij het geven van onderwijs. Zij functioneert onder leiding van de groepsleerkracht en verricht allerhande activiteiten die de goede gang van het onderwijs bevorderen. Zij werkt ook met leerlingen en groepjes leerlingen. Samen met de groepsleerkracht geeft zij specifieke hulp in de uitvoering van het ontwikkelingsperspectief dat voor de leerlingen is opgesteld. De onderwijsassistente draagt alleen verantwoordelijkheid voor het uitvoerend werk.
Oriënterende en voorbereidende fase 13-16 jaar
• • • •
Cognitieve vakken: Taal / Rekenen / Lezen / Wereldverkenning / Expressie / Bewegen Praktische vakken: Algemene vaardigheden / Zelfredzaamheid / Sociale redzaamheid / Communicatieve redzaamheid / ZEDEMO Van 12-20 wordt gewerkt aan transitie: omgaan met hulpmiddelen / resultaatgerichtheid / taken en rollen / regels en rituelen Stagevorm: Interne stage, Leren op locatie (LOL) en op het PRO vanaf 15 jaar
De logopediste zal in de eerste weken dat een leerling op school is d.m.v. een logopedisch onderzoek de beginsituatie van de leerling bepalen. Als screening daartoe aanleiding geeft, zal zij overleg met de ouders en groepsleerkracht beginnen met een behandeling. De logopediste zal daartoe een handelingsplan opstellen, gegrond op haar onderzoeksgegevens. Verder kan gebruik gemaakt worden van de informatie van leerkrachten en/of ouder(s) en de gegevens uit het dossier. De logopediste evalueert regelmatig de voortgang van de behandeling en doet daar verslag van tijdens de leerlingbesprekingen. Regelmatig houdt zij de ouders via een schriftje op de hoogte van de gegeven oefeningen die eventueel ook thuis gedaan kunnen worden. Jaarlijks maakt zij een verslag van de vorderingen.
Arbeidsgerichte fase 16-20 jaar.
• •
Praktische en cognitieve vakken gaan op in: Wonen, Werken, Vrije tijd en Burgerschap De leerlingen kunnen uitstromen in 4 profielen:
Leerroute E
Leerroute P
Leerroute P-C
Leerroute C
IQ < 35 Eind stage: - Geen externe stage - Interne stage of LOL Uitstroombestemming: DagbestedingBelevingsgericht/ervaringsgericht
IQ 36-45 Eind stage: - Externe stage
IQ 46-55 Eind stage: - Externe stage
IQ 56-70 Eind stage: - PRO-stage - Externe stage
Uitstroombestemming: DagbestedingActiviteiten gericht
Uitstroombestemming DagbestedingArbeidsmatig gericht Beschermde arbeid (SW)
De managementassistente is belast met het verlenen van secretariële ondersteuning aan directeuren en managementteams. Zij werkt binnen interne administratieve en procedurele afspraken, die van belang zijn voor wijze en tijdstip van de uit te voeren werkzaamheden. Zij neemt beslissingen bij het voorbereiden en de verslaglegging van vergaderingen, bij het zelfstandig concipiëren van brieven, bij het verzamelen en ordenen van gegevens en bij het maken van afspraken. Daarnaast loopt de inkomende poststroom via de managementassistente. Het werk van de administratief medewerksters omvat zowel de leerlingals personeelsadministratie. De administratie draagt zorg voor de afhandeling van de aanmeldings- en benoemingsprocedure van leerlingen en personeel. Zij plannen de bezoeken aan de schoolarts en versturen de uitnodigingen aan de ouders. Ook worden diverse andere financiële en personele zaken afgehandeld. De werkzaamheden gebeuren in overleg en onder verantwoordelijkheid van de directeur.
Uitstroombestemming: Beroepsmatige arbeid (met of zonder jobcoaching/ certificering)
De conciërge zorgt ervoor dat de leerlingen en de leerkrachten hun werk kunnen doen in een goed verzorgde werkomgeving. Kleine storingen, kapotte apparaten worden spoedig verholpen. Hulp bij ongevallen is voor 23
44
Hoofdstuk 8
4.2 Het onderwijs in de groepen
Het personeel
4.2.1 ZML In alle groepen zijn relatie, rust, orde en regelmaat belangrijke voorwaarden om te komen tot leren. Voor het aanbrengen en aanleren van een duidelijke structuur maken we veel gebruik van het visualiseren. De dagplanning wordt m.b.v. dagritmekaarten zichtbaar gemaakt. In de onderbouw ligt de nadruk op zelfredzaamheid en het kunnen functioneren in een groep. Het leeraanbod bestaat vooral uit taal- en spelontwikkeling, motorische ontwikkeling (fijne motoriek), voorbereidend lezen (tastwaarneming, visuele waarneming, auditieve waarneming en ontluikende geletterdheid), voorbereidend rekenen (lichamelijke en ruimtelijke oriëntatie), bewegingsonderwijs en creativiteit. Er wordt veel aandacht besteed aan het spel, aan het omgaan met elkaar en aan het werken aan een opdracht (taakgerichtheid). In de vervolggroepen ligt het accent op de verdieping van de cognitieve ontwikkeling (kennis verwerven: lezen, schrijven, rekenen). Aan de vakken mondelinge taal en lezen besteden we veel tijd. Voor het vak mondelinge taal werken we in het hele SO met de methode Fototaal. Wereldoriëntatie, verkeer en sociale vorming zijn belangrijke onderdelen van het programma.
8.1 Functieomschrijving van het onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel De directeur draagt zorg voor het uitvoeren van het door het College van Bestuur vastgestelde beleid. Zij is belast met de dagelijkse leiding van de school op het gebied van organisatie, personeel, financiën. Samen met de adjunct-directeur is zij verantwoordelijk voor het ontwikkelen en bewaken van de identiteit en de pedagogisch-didactische en onderwijskundige kwaliteit. De intern begeleider is verantwoordelijk voor: 1. de ondersteuning van het onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel. Methoden die ter beschikking staan zijn: werkbegeleiding, intervisie, supervisie en videobegeleiding; 2. het organiseren van de leerlingenzorg; 3. het organiseren van een zo optimaal mogelijk leerklimaat binnen de school. Dit houdt onder andere in: • zorgen voor een goed leerlingvolgsysteem, • zorgen voor een goede indeling van leerlingen in groepen, • aansturen van inhoudelijke vergaderingen m.b.t. leerlingenzorg en onderwijsinhoudelijke aspecten; 4. het leiden van de leerlingbesprekingen, en het daarin hebben van een pedagogisch-didactische inbreng; 5. het coördineren van de vergaderingen van het OT. 6. de orthotheek
Bij de overgang naar het VSO is verdere ontwikkeling van de zelfstandigheid nodig. In het VSO komt de nadruk geleidelijk aan meer te liggen op de praktische vakken. Huishoudelijk werk, koken en bakken, tuin- en pleinonderhoud, persoonlijke verzorging, techniek, wereldoriëntatie en sociale (SOVA). In het kader van arbeidstoeleiding oefenen de leerlingen met een speciaal trainingsprogramma: Zedemo. Er wordt systematisch gewerkt aan motorische vaardigheden en werknemersvaardigheden die van belang zijn voor het toekomstig arbeidsproces. In de middengroepen van het VSO komt stage in beeld. Er wordt een start gemaakt met het oriënteren op een werkplek. In eerste instantie gaat dat om een interne stage of het leren op locatie. Dit houdt in dat leerlingen binnen de school stage-gerelateerde opdrachten uitvoeren of op een locatie buiten de school aan het werk gaan onder begeleiding van een leerkracht/onderwijsassistente. In de eindgroep ligt de nadruk op de beroepsvoorbereidende stage. Door arbeidstraining binnen en buiten de school maken de leerlingen kennis met werksituaties. De meeste leerlingen krijgen nu een stageplaats buiten de school. Er is veel aandacht voor het bespreken van de werkervaringen. Er wordt gewerkt aan werkhouding, doorzettingsvermogen, omgaan met kritiek en verantwoordelijkheid voor een taak.
De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor het onderwijsleerproces in de groep. Hij/zij geeft vorm aan het onderwijsprogramma, houdt de resultaten bij en rapporteert intern aan de directeur en extern aan de ouders. Als pedagoog heeft de groepsleerkracht een taak in het leiden en begeleiden van de leerlingen. Hier is belangrijk dat hij/zij een zodanig pedagogisch klimaat weet te creëren, dat de kinderen een stuk veiligheid gaan ervaren zodat fundamentele voorwaarden om tot leren te komen tot hun recht komen. De groepsleerkracht is ook de uitvoerende ‘remedial teacher’. Hieronder valt de extra zorg binnen de klas. Via het handelingsplan wordt zoveel mogelijk zorg binnen de klas en tijdens de gewone les georganiseerd. Deze extra begeleidingsactiviteiten kunnen plaatsvinden in overleg met de intern begeleider.
43
24
De vakken die gegeven worden in de eindgroepen hebben betrekking op wonen, werken, vrije tijd en burgerschap. De methode Zowonik is hierbij een hele goede leidraad. De cognitieve vakken worden vooral gekoppeld aan de praktijk. De leerlingen houden een portfolio bij van datgene wat ze geleerd hebben.
7.6 Contact met de school Vanuit de school zoekt de stagedocent contact. Tijdens de stage heeft hij/zij steeds mondeling (ook telefonisch) of schriftelijk contact met degene, die de leerling onder zijn/haar hoede heeft (de stagewerkgever of stagebegeleider). Alle contacten lopen via school! De school staat direct klaar voor gevraagd overleg. We proberen zoveel mogelijk informatie te geven. Ook op school is de stagewerkgever en stagebegeleider van harte welkom. Een goede samenwerking met het stageadres waar onze leerling begeleid wordt, ziet de school als zeer noodzakelijk. Een keer per cursusjaar worden de stagewerkgevers en stagebegeleiders een morgen op school uitgenodigd voor een bezoek in de groep. Samen met de leerlingen wordt dan een informatieve en gezellige morgen georganiseerd.
4.2.2 ZML/MG Het programma in de onderbouw ZML/MG is vergelijkbaar met de ZMLonderbouwgroepen. Het verschil ligt in tempo, niveau en begeleidingsintensiteit. De mate van zelfstandigheid van de leerling vraagt om het nabij zijn van de begeleider. Om te komen tot leren is het kunnen beleven en ervaren van veiligheid noodzakelijk. Voor het duidelijk maken van de structuur van het dagprogramma wordt er gebruik gemaakt van picto’s en voorwerpen. Het is belangrijk om in- en ontspanning af te wisselen. Hiervoor worden o.a. snoezelactiviteiten ingezet. Deze hebben een tweeledig doel. Leerlingen worden hierdoor rustig of ze worden erdoor geactiveerd. MG-leerlingen worden gestimuleerd tot leren door het bewust leren opdoen van informatie die binnen komt via de zintuigen (Sensorische integratie van zien/ horen/ voelen/ ruiken). Er wordt veel aandacht gegeven aan lichaamsoriëntatie. De leerling moet zich bewust worden van de mogelijkheden van zijn lichaam, van de ruimte en van de ander. Op deze manier ervaart hij wat zijn plaats is in zijn omgeving en in relatie tot anderen. De Sherborne-lessen zijn een middel om hieraan te werken. Er is veel aandacht voor de dagelijkse zelfredzaamheid. Bij de taalontwikkeling wordt gewerkt aan het uitbreiden van de woordenschat. Hierbij wordt veel gebruik gemaakt van het visualiseren en van gebaren. Heel belangrijk vinden we het stimuleren van de mondelinge taal. We gebruiken hiervoor de methode Fototaal. In de middengroepen wordt er meer aandacht besteed aan het ontwikkelen van een goede werkhouding en het taakgericht bezig zijn. Hiervoor is heel belangrijk dat de leerling voelt: ‘dat doe ik graag, dat kan ik goed, dat kan ik alleen’. Vandaar dat we voor elke leerling zoeken naar een favoriete bezigheid. De leerlingen zijn nog het liefst procesmatig bezig. Het gaat vaak niet om de leerprestatie maar om het leerplezier in een veilig en warm klimaat. We proberen de leerlingen cognitief uit te dagen op leesen rekengebied. Ook in de VSO-MG-groepen wordt gebruik gemaakt van het Zedemotrainingsprogramma. We werken dan vooral aan de basale vaardigheden. Wanneer beroepsvoorbereidende stage mogelijk is, dan is deze vooral gericht op het leren wonen en werken in een beschermde setting.
7.7 Verwachtingen van de school t.o.v. de stagewerkgever en/of stagebegeleider Van de stagewerkgever en/of stagebegeleider wordt verwacht dat hij/zij: • tijd vrij maakt voor regelmatige bespreking met de leerling; • de leerling begeleidt bij de uitvoering van de opdrachten; • zoveel mogelijk afwisselende opdrachten aan de leerling geeft wat betreft spanning en ontspanning. Daarbij is het belangrijk dat de leerling ook telkens terugkerende opdrachten heeft om zich te kunnen oefenen en zich voor die opdracht verantwoordelijk te kunnen voelen; • een duidelijke vulling heeft van de stageuren. Een dagindeling heeft voor de leerling en zonodig een visuele planning maakt; • de stagemap invult, indien mogelijk samen met de leerling; • een (eind)beoordelingsformulier invult; • in het belang van de leerling zonodig bij eventuele moeilijkheden de stagedocent op de hoogte brengt. 7.8 Hoe verloopt de informatie naar de ouders? De stagemap, die de leerling altijd bij zich heeft, gaat na de stagedag mee naar huis ter informatie. De bedoeling is dat er een handtekening gezet wordt en de map dan de volgende dag ingeleverd wordt op school. Ouders/verzorgers mogen in de stagemap op- of aanmerkingen zetten, wat leuk kan zijn of leerzaam in het begeleiden van de stage van de leerling. Wanneer zij het met bepaalde zaken rondom stage niet eens zijn, dienen zij dit via de stagedocent van school te regelen. De stagedag is een gewone schooldag. Dit betekent dat als de leerling niet op het stageadres terecht kan, hij/zij dan gewoon op school verwacht wordt. Verder is er het gebruikelijke mondeling (veelal telefonisch) en schriftelijk contact.
25
42
Hoofdstuk 7
Per leerling wordt gekeken wat de meest passende route is in de begeleiding naar de toekomstige werkplek.
Arbeidstoeleiding waaronder: Stage
Met name in de MG-groepen wordt er veel samengewerkt met andere disciplines zoals de logopediste, de ergotherapeute en de fysiotherapeute.
7.1 Begrippen • Stage: de praktijktijd buiten de school. • Stagewerkgever: de persoon bij wie de stage wordt doorlopen. • Stagebegeleider: persoon die de leerling op de stageplek begeleidt. • Stagedocent: leerkracht van de school waarop de leerling is ingeschreven, belast met de begeleiding van de leerling tijdens de stage • Leerling: degene die stage loopt. • Arbeidstoeleiding: alle activiteiten die leerlingen voorbereiden op het verkrijgen arbeidsplaats, al dan niet zelfstandig, begeleid of beschut.
4.3 De vakken in het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs Voor het Speciaal Onderwijs zijn er kerndoelen opgesteld. In deze kerndoelen wordt aangegeven waar de inhoud van het onderwijs aan dient te voldoen. De vakken die gegeven worden zijn aan de kerndoelen gekoppeld. Hieronder een overzicht. De SO groepen • Godsdienstige Vorming (Bijbelverhaal, psalmen, liturgie in de kerk) • Zelfredzaamheid • Spelontwikkeling • Senso-motorische ontwikkeling (gym, zwemmen, sherborne) • Communicatie en taal • Wereldoriëntatie • Expressie (handvaardigheid, handwerken, tekenen, muziek) • Sociale redzaamheid (SOVA) • Cognitieve denkontwikkeling (zintuiglijke ontwikkeling, lezen, rekenen, schrijven)
7.2 Doel van de stage Door middel van de stage willen we de leerlingen voorbereiden op een plaats in de maatschappij. Leerlingen stromen uit overeenkomstig hun uitstroomprofiel. In veel gevallen is dat een vorm van dagbesteding. Voor leerlingen met het uitstroomprofiel ‘arbeidsmarktgericht’ zoeken we een passende plaats op de arbeidsmarkt. In alle gevallen is de stage een voorbereiding hierop. 7.3 Stage opbouw In het document ‘arbeidstoeleiding’ is de opbouw van de verschillende soorten stage beschreven. Ieder uitstroomprofiel kent vormen van stage. Een korte beschrijving vindt u in de paragrafen 4.1.1 t/m 4.2.2.
De VSO groepen hebben als extra vakken • Godsdienstige Vorming: Kerkgeschiedenis en Catechismus worden toegevoegd. • Praktijkvakken: Wonen (waaronder huishoudkunde) Techniek Tuin en dier Zedemo
7.4 Voorwaarden die aan stageadressen gesteld worden We zoeken bedrijven, instellingen en gezinnen waar tijd, aandacht en begeleiding is voor de leerling, zodat deze zich kan ontwikkelen. Voorwaarden zijn: • de stageadressen moeten principieel aanvaardbaar zijn (volgens de grondslag van de school); • de stageadressen bevinden zich in de buurt van thuis of school; • op het stageadres wordt een stagebegeleider aangewezen, die zorgt voor de begeleiding van de leerling (het kan een ander zijn dan de stagewerkgever); • de stageovereenkomst wordt ondertekend.
In het VSO staan de vier thema’s wonen, werken, vrije tijd en samenleving centraal. Alle leeractiviteiten, zowel de praktische vakken als de cognitieve vakken zijn gekoppeld aan deze thema’s. 4.4 Zwemmen Leerlingen van 9 t/m 12 jaar komen in aanmerking voor zwemmen. • Leeftijd; de leerlingen uit de middenbouwgroepen gaan mee. De leerlingen zijn ongeveer 9, 10, 11 en 12 jaar. Qua lengte kunnen ze in het
7.5 Verzekering Vanuit de school zijn de leerlingen niet verzekerd tegen het risico van wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen. Het bestuur van de Rehobothschool zal, indien zij aansprakelijk wordt gesteld, de onkosten van het ongeval vergoeden.
41
26
bad. Ze zijn instructiegevoelig om mee te doen met een groepje of met individuele begeleiding. • Zwemdiploma; kinderen die een zwemdiploma hebben, vallen in principe af. Voor jongere kinderen kan dit heroverwogen worden, om nog te voorzien in bewegingsbehoefte. • Toekomstverwachting; als verwacht wordt dat een kind binnen het volgende jaar een diploma gaat halen, dan kan besloten worden dat een kind nog een jaar langer te laten zwemmen. Andersom kan ook: als een kind niet verder komt, zich niet inzet of angst heeft, kan besloten worden dit kind niet meer te laten zwemmen (dit in overleg met ouders). • Sociale en/of medische redenen; in overleg met de IB-er kan besloten worden dat voor bepaalde leerlingen zwemmen nodig blijft.
6.6.4 Speltherapie Speltherapie is een onderdeel van het aanbod aan therapieën wat op school geboden kan worden. De speltherapeut maakt deel uit van de Brede Ambulante Dienst. De therapie wordt gegeven in één van de ruimtes van het schoolgebouw. Ouders/verzorgers kunnen hun kind zelf aanmelden. Ook de school of huisarts kan een kind verwijzen voor speltherapie. Speltherapie kan een uitkomst zijn voor kinderen die op de een of andere manier geremd worden of vastgelopen zijn in hun ontwikkeling. Het is een vorm van therapie voor kinderen waarbij spel gebruikt wordt om het kind vooruit te helpen. Spel is voor kinderen een manier om ervaringen en belevingen te uiten. Wat het kind nog niet zo goed kan zeggen, kan het wel in zijn spel laten zien.
Er bestaat een mogelijkheid voor therapeutisch zwemmen in het zwembad van ’s Heeren Loo Zorggroep in Ede/Wekerom. Het zwemmen is een onderdeel van fysiotherapie. Aanmeldingen hiervoor verlopen via de fysiotherapeute.
Doel Het kind wordt geholpen om gedachten en gevoelens te uiten, te experimenteren met allerlei vormen van gedrag en er wordt hulp geboden bij het op zoek gaan naar andere manieren van omgaan met problemen. Het kind wordt de mogelijkheid geboden nieuwe ervaringen op te doen en nieuwe inzichten te verwerven op emotioneel en cognitief gebied. Dit stimuleert de ontwikkeling en kan voor zowel het kind als zijn/haar omgeving meer evenwicht brengen.
4.5 Omgaan met ICT 1. Verantwoording In het kader van ICT-gebruik binnen de school worden strikte bepalingen in acht genomen. De uitgangspunten van gebruik van ICT-toepassingen en moderne media zijn: • Gebruik van welke middelen dan ook dient in overeenstemming te zijn met dat wat God ons in Zijn Woord aangeeft en met de lijnen zoals die zijn vastgelegd in de Drie Formulieren van Enigheid. • Gebruik van ICT op school dient een onderwijskundige meerwaarde te hebben. • Voor zover niet strijdig met het eerste uitgangspunt, dient aan de kerndoelstellingen van het ministerie van OC&W, die op dit gebied zijn of worden geformuleerd, invulling te worden gegeven. 2. Uitgangspunt Het gebruik van spelletjes op de computer is op school niet toegestaan. Voor wat betreft het internet is alleen Kliksafe als provider toegestaan. Het gebruik van ICT- en multimedia toepassingen binnen de school is enkel toegestaan na toetsing op toelaatbaarheid door de ICT’ers. 3. ICT-ers De beoordeling van alle binnen de school te gebruiken ICT-toepassingen en Moderne Media is in handen van de ICT’ers.
27
40
6.6.2 Fysiotherapie De fysiotherapeuten zijn niet in dienst van de school. Zij geven wel hun therapie in het schoolgebouw of in het zwembad (deze vorm heet hydrotherapie).
4. Protocol uitvoeringsbeleid ICT-toepassingen/moderne media • Er worden door de leerkrachten geen ICT-toepassingen en moderne media vertoond zonder medeweten van de directie en toetsing en akkoordbevinding door de ICT’ers. • Er worden namens of door leerlingen en/of ouders geen ICT toepassingen en moderne media vertoond zonder medeweten van de directie en toetsing en akkoordbevinding door de ICT’ers. • Het maken van video-opnamen in en om het schoolgebouw door leerkrachten, leerlingen, ouders en derden is toegestaan, na goedkeuring van directie. • Het maken van foto’s door derden (stagiaires, studenten enz.) in en om het schoolgebouw is toegestaan na toestemming van de directie. • Principiële bezwaren van ouders, leerkrachten of derden dienen direct aan de directie te worden gemeld. Er dient ten allen tijde zorgvuldigheid te worden betracht. • Directie legt bezwaren vast en doet verslag aan het bestuur.
Aanmelding De jeugdarts ziet alle leerlingen die onze school gaan bezoeken. Wanneer hij vindt dat fysiotherapie nodig is, zal hij dit met de ouders bespreken. De fysiotherapeut werkt voornamelijk n.a.v. een hulpvraag op activiteitenniveau. In overleg met de jeugdarts wordt een verwijzing geregeld. Bij goedkeuring van de huisarts wordt de therapie op school gestart. Verslaglegging De fysiotherapeut doet in het contactmapje (of per email) van de leerling verslag van de gegeven behandeling. Bespreekmomenten Tijdens de contactavonden in oktober en maart zijn er bespreekmomenten. Het is altijd mogelijk voor de ouders telefonisch contact op te nemen met de fysiotherapeut via de school of via de praktijk voor fysiotherapie. Contactgegevens vindt u in hoofdstuk 16.
4.6 Burgerschapskunde We vinden het belangrijk om de leerlingen voor te bereiden op hun functioneren in de samenleving. Het hoort bij onze (pedagogische) opdracht en visie dat we voor alle leerlingen streven naar een zo zelfstandig mogelijk functioneren in de maatschappij. Hierbij gaat het om actief burgerschap en sociale integratie. Het onderwijs dient bij te dragen aan de integratie van de leerlingen in de Nederlandse samenleving. Burgerschapsvorming is geen apart vak, maar onderdeel van andere leergebieden en tevens een aandachtspunt binnen ons schoolplan. Het accent bij burgerschap ligt op het gebruiken van de school als oefenplaats: ‘Leren door doen’.
6.6.3 Ergotherapie De ergotherapeuten zijn niet in dienst van de school. Zij geven wel hun therapie in het schoolgebouw. De jeugdarts ziet alle leerlingen die de ZML gaan bezoeken. Wanneer hij/zij vindt dat ergotherapie nodig is, zal dit met de ouders besproken worden. De ergotherapeuten mogen de behandeling starten als er voor de leerling een verwijzing is afgegeven door een arts of specialist.
De Wet op de Expertisecentra geeft de volgende doelen: • leerlingen groeien op in een pluriforme samenleving • onderwijs is gericht op het bevorderen van actief burgerschap • leerlingen hebben kennis van verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten
Doel Het doel van ergotherapie is mensen te helpen zo optimaal mogelijk te functioneren in het dagelijks leven, tijdens de woon-, leef- school- en werksituatie. De ergotherapeutische behandeling richt zich op leerlingen die moeite hebben met het uitvoeren van praktische handelingen (praxisproblemen), de motoriek en/of verwerking van zintuiglijke prikkels. Het gaat daarbij om functietraining, zelfvertrouwen, het opdoen van bewegingservaring, maar ook om het aanleren van praktische vaardigheden. Dit wil zeggen: problemen met schoolse vaardigheden, aan- en uitkleden, eten en drinken, kortom alle dagelijkse handelingen. Daarbij kunnen tijdens de therapie strategieën en waar nodig hulpmiddelen worden uitgeprobeerd.
Het gaat om de volgende basisvaardigheden: • vrijheid van onderwijs • verdraagzaamheid • afwijzen van discriminatie • democratische houding Daarnaast geven de kerndoelen nog specifieke doelen aan. De leerlingen leren:
39
28
1. zorgdragen voor lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen 2. zich redzaam gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument 3. hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger 4. zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaardbare normen 5. hoofdzaken van geestelijke stromingen die in de Nederlandse samenleving een rol spelen 6. met zorg om te gaan met het milieu
Kinderen kunnen verwezen worden door de orthopedagoog. De speltherapie heeft een eigen aanmeldingstraject en wordt niet gefinancierd door school. De begeleiding door een zorgondersteuner kan ingezet worden als er een indicatie afgegeven is voor ondersteunende begeleiding en/of persoonlijke verzorging. Ouders vragen deze indicatie op advies van de school aan. De maatschappelijk werker ondersteunt de ouders bij deze aanvraag.
Nr. Komt tot uitdrukking bij het vakgebied: 1 Bewegingsonderwijs, praktijkvakken, wonen 2 Nederlands, rekenen/wiskunde, verkeersonderwijs, sociale vaardigheden 3 Wereldoriëntatie 4 Bijbelse geschiedenis, sociale vaardigheden en wereldoriëntatie 5 Bijbelse geschiedenis en wereldoriëntatie 6 Praktijkvakken
Aanmelding voor individuele therapie Van alle leerlingen die voor het eerst onze school bezoeken, worden de dossiers uitgebreid gelezen. Alle nieuwe leerlingen worden in de eerste maanden na hun komst op school gescreend door de logopediste. Omdat bij jonge kinderen (logopedisch gezien) het meeste behandelresultaat te behalen is, worden de jongste leerlingen het eerst ingepland. Dit betekent dat in principe alle leerlingen uit de instroomgroepen (A1 en B1) logopedie krijgen. Per schooljaar wordt bekeken of de logopediebehandelingen voortgezet worden. Als er na één schooljaar geen vooruitgang te zien is op de gestelde doelen, dan wordt de logopedische behandeling afgerond. Dit betreft vooral de oudere leerlingen.
6.6.1 Logopedie De logopedistes zijn in dienst van onze school.
4.7 Speciale activiteiten 4.7.1 Kerstviering Met de ouders wordt op de laatste dag voor de kerstvakantie een kerstbijeenkomst gehouden. Alle groepen laten wat horen door middel van liederen en teksten die geleerd zijn. Eén van de leerkrachten vertelt een Bijbelverhaal.
Verslaglegging De logopediste schrijft na elke behandeling in de contactmap wat er tijdens de behandeling gedaan is. In deze map kunt u als ouders ook reageren. Aan het eind van elk schooljaar wordt een verslag geschreven. In dit verslag wordt weergegeven wat er dat schooljaar is gedaan en wat de resultaten hiervan zijn. Dit verslag wordt meegeven naar huis. Wanneer de behandeling stopt, ontvangen de ouders hiervan bericht.
4.7.2 Schoolreis Elk jaar wordt er voor alle leerlingen een schoolreis georganiseerd. Het programma van die dag heeft een educatief en een ontspannend karakter. Om het educatieve af te stemmen op de leerlingen, gaan we in twee verschillende groepen op schoolreis.
Bespreekmomenten Tijdens de contactavonden in oktober en maart is er gelegenheid de logopediste van uw kind te spreken. Daarnaast is het altijd mogelijk telefonisch contact te zoeken met de logopediste via de school.
4.7.3 Excursie Naar aanleiding van een thema of project kunnen de leerlingen een excursie maken. Deze heeft veelal een educatief karakter. Voor het vervoer van leerlingen bij excursies zijn richtlijnen opgesteld i.v.m. de veiligheid van de leerlingen. Bij een excursie met de hele groep maken we gebruik van georganiseerd vervoer.
Individuele behandeling De logopediste werkt tijdens de individuele behandelingen aan articulatie, taal en actief taalgebruik. Samenwerking Samenwerken met de groepen wordt gedaan op het gebied van woordenschat, taal, en het inzetten van Totale Communicatie.
29
38
4.7.4 Koningsdag Rond Koningsdag organiseren we voor de leerlingen een speldag.
Het begeleiden van leerlingen met moeilijk verstaanbaar gedrag is daarnaast een zaak van het hele team. Onder begeleiding van de orthopedagoge worden casussen besproken en middels video-opnames geanalyseerd. De aanpak die we bij deze leerlingen volgen is de Triple-C-aanpak. Als school maken we gebruik van hulp en/of coaching van interne of externe deskundigen.
N.B. In Ochten sluiten we bij bepaalde activiteiten aan bij de Detmarschool en de Sébaschool. Dit heeft tot gevolg dat bepaalde activiteiten vervallen of op een andere manier plaatsvinden dan op de locatie in Ede. 4.8 Veiligheidsbeleid Het veiligheidsbeleid binnen onze scholen heeft als doel: • Voorwaarden scheppen voor een zo veilig mogelijk schoolgebouw en-omgeving. • Stimuleren dat leerkrachten en leerlingen zich daarbinnen veilig gedragen,
6.6 Specialistische zorg Op onze school worden verschillende vormen van zorg gegeven, buiten de zorg die de leerkracht en de onderwijsassistente aan de leerlingen besteden. Alle vormen van zorg vinden plaats onder de lestijd van de leerling. Het doel van fysiotherapie/ergotherapie is om basisvaardigheden te bereiken die een leerling nodig heeft in het dagelijks leven op gebied van lerenwonen-werken- en recreëren om zo zelfstandig mogelijk te kunnen functioneren. Het doel van logopedie is het verstaanbaar kunnen spreken en het kunnen communiceren met anderen. Zijn er binnen het specialisme bepaalde vormen van specifieke zorg nodig, dan kan het zijn dat de leerling doorverwezen wordt naar zorg buiten de school. De vormen van speciale zorg op onze school zijn: 1. Logopedie 2. Fysiotherapie 3. Ergotherapie 4. Speltherapie 5. Zorg voor slechtzienden gegeven door Bartiméus 6. Begeleiding bij ernstige gedragsstoornissen – externe deskundigen kunnen via het BGT ingeschakeld worden. 7. Begeleiding door CCE (Centrum voor Consultatie en Expertise, advies en ondersteuning op gebied van moeilijk verstaanbaar gedrag) 8. Begeleiding door Pluryn (advies en ondersteuning op gebied van zindelijkheid, eten/drinken, angsten) 9. Begeleiding door Kentalis (advies en ondersteuning op gebied van communicatie) 10. Ondersteunende begeleiding en persoonlijke verzorging door een zorgondersteuner. Fysiotherapie en ergotherapie behoren niet tot het door de overheid bekostigde voorzieningenpakket van de school. Wel kan er vanuit de school, met name door de jeugdarts, een advies gegeven worden voor deze vormen van therapie. Het is een eerste verantwoording van de ouders om deze vormen van therapie te starten. Speltherapie gaat uit van Rehoboth Dienstverlening.
Dit wordt bereikt door: • Jaarlijks het gebouw en het plein te beoordelen op veiligheid en een actieplan op te stellen voor het oplossen van de knelpunten. • Jaarlijks te bekijken of de huisregels met betrekking tot de veiligheid voldoen en ervoor zorgen dat leerkrachten en leerlingen daarover expliciet geïnformeerd worden. • Bij pestgedrag en agressie werken we volgens protocol. • Een ontruimingsplan op te stellen en dit jaarlijks te oefenen met personeel en leerlingen. • Bij te houden welke risico’s en ongelukken zich op en om de school voordoen. • Elk jaar af te sluiten met een beknopt verslag van wat het afgelopen jaar gebeurd is op veiligheidsgebied en van wat komend jaar op de agenda staat. Binnen onze school is een veiligheidsprotocol opgesteld. De uitvoering hiervan berust bij de veiligheidscoördinator. Hij zorgt ook voor het arbobeleid. Samen met de preventie-medewerker en de bhv’ers draagt hij zorg voor een veilige school. Eén keer in de vier jaar wordt een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) uitgevoerd. In een plan van aanpak worden knelpunten in beeld gebracht en een actieplan voor oplossingen opgesteld.
37
30
Hoofdstuk 5
Tijdens dit gesprek wordt besproken of de leervorderingen van uw kind nog passen binnen de gekozen leerroute en het uitstroomperspectief. Met andere woorden: zijn de geplande leerdoelen behaald? De belemmerende en beschermende factoren met betrekking tot het leren van uw kind zijn hierin heel belangrijk. De beschreven ondersteuningsbehoeften laten zien welke voorwaarden uw kind nodig heeft om te kunnen komen tot leren. U kunt uw vragen en/of wensen van u of van uw kind kenbaar maken. De leerkracht bespreekt deze dan met de IB-er. Zo nodig wordt het OPP aangepast.
Passend Onderwijs
5.1. Samenwerkingsverband Berséba Vanaf 1 augustus 2014 hebben alle basisscholen de wettelijke taak om passend onderwijs te geven. Omdat scholen dit niet alleen kunnen, zijn alle scholen aangesloten bij een samenwerkingsverband. Onze school (SO) is aangesloten bij het samenwerkingsverband Berséba voor reformatorisch onderwijs. Alle reformatorische basisscholen en alle reformatorische scholen voor speciaal (basis)onderwijs in Nederland zijn hierbij aangesloten. Het samenwerkingsverband is opgesplitst in vier regio’s. Onze school ligt in de regio Midden.
Contactavond Na de tweede leerlingbespreking is een contactavond gepland in de tweede helft van het cursusjaar. Dan worden de leervorderingen van uw kind besproken aan de hand van het plan wat we aan het begin van het jaar hebben opgesteld. Dit plan evalueren we met u.
Zorgplicht Een kernbegrip bij passend onderwijs is ‘zorgplicht’. Zorgplicht betekent dat de school samen met de ouders onderzoekt of de basisschool aan een leerling de passende ondersteuning kan bieden. Als blijkt dat dit niet mogelijk is, heeft de school de opdracht om met de ouders naar een passende plaats te zoeken, bijvoorbeeld in het speciaal (basis) onderwijs.
6.3 Rapportage / documenten Werkplan Voor de eerste leerlingbespreking (zes weken na de start van het schooljaar) en voor de tweede leerlingbespreking maakt de leerkracht een werkplan met leerdoelen voor uw kind. Tijdens de leerlingbespreking worden de gekozen doelen (en de gemaakte vorderingen van de leerling) door de leerkracht, IB’-er en orthopedagoog besproken. U kunt via de mail/ of op papier dit werkplan ter inzage krijgen.
Ondersteuningsprofiel Onze school heeft een centrale rol in het tegemoetkomen aan de ontwikkelbehoeften van kinderen. De school heeft een ondersteuningsprofiel geschreven. U kunt dit profiel op de website van de school vinden of op school inzien. In dit profiel is te lezen op welke wijze we de begeleiding aan de leerlingen vormgeven en welke mogelijkheden voor extra ondersteuning onze school heeft. Bij het realiseren van de gewenste ondersteuning werkt de school vanuit de uitgangspunten van handelingsgericht werken (HGW). Dit betekent kort gezegd: Als een kind extra ondersteuning nodig heeft, wordt niet in de eerste plaats gekeken naar wat het kind heeft, maar naar wat het kind nodig heeft. Bij HGW is de samenwerking en afstemming met ouders en andere deskundigen een belangrijk aandachtspunt.
OPP Aan het eind van het cursusjaar krijgt elke leerling het OPP mee ter ondertekening. We bewaren het OPP op school. Ouders kunnen aangeven als ze een papieren versie van het OPP voor zichzelf willen hebben. 6.4 Zorg voor meervoudig gehandicapten Wanneer leerlingen, voor wie een aanvullende orthopedagogische en orthodidactische benadering noodzakelijk is, tevens een lichamelijke handicap of een bijzondere gedragsstoornis hebben, zal al het mogelijke gedaan worden om de nodige voorzieningen te treffen.
Ondersteuningsteam Heel vaak kan de ondersteuning door onze school zelf georganiseerd en gegeven worden. De leerkracht is als eerste verantwoordelijk voor de begeleiding en ondersteuning van leerlingen. De gesprekkencyclus m.b.t. tot leerling- en groepsbesprekingen is vastgelegd. De rol van de intern begeleider is daarin belangrijk. Zij neemt het initiatief als de leerling besproken moet worden op een ander niveau of als er externen ingeschakeld moeten worden.
6.5. Leerlingen met moeilijk verstaanbaar gedrag De school heeft een protocol opgesteld m.b.t. het toelaten van leerlingen met moeilijk verstaanbaar gedrag. Het document gaat ook in op leerlingen die op het grensgebied van onderwijs en zorg verkeren. In het document worden de mogelijkheden en de grenzen van de school aangegeven. Leerlingen met complex gedrag worden intensief begeleid. De intern begeleider en de orthopedagoog spelen daarin een belangrijke rol. Zij bieden met name ondersteuning aan de leerling en de teamleden van de groep. 31
36
De leerkracht leest voordat het kind geplaatst wordt ook het volledige dossier door. Het OPP wordt met de ouders besproken en is het uitgangspunt voor de begeleiding.
Onze school heeft een ondersteuningsteam. In dit ondersteuningsteam zit, naast de intern begeleider en de directie, ook de orthopedagoge, de maatschappelijk werker en de jeugdarts. De intern begeleider draagt er zorg voor dat leerlingen besproken worden binnen het ondersteuningsteam. In het ondersteuningsteam wordt in samenspraak met de ouders bepaald, welke ondersteuning een leerling nodig heeft en waar deze het beste plaats kan vinden. Als de situatie daar aanleiding toe geeft, kan de schakelfunctionaris van het Centrum voor Jeugd en Gezin aanwezig zijn.
6.2.2 Wat het ontwikkelingsperspectiefplan inhoudt • Het beschrijft de verwachte leerroute en uitstroom op de langer termijn. • Het beschrijft factoren die de ontwikkeling van de leerling stimuleren of juist belemmeren. • Het beschrijft de onderwijsbehoeften. • Het geeft een duidelijk overzicht van het huidige didactisch niveau. • Het geeft het proces van transitie van school naar uitstroombestemming aan.
Het Loket van regio Midden Als het ondersteuningsteam van de basisschool tot de conclusie komt, dat het voor de ontwikkeling van een leerling beter is om naar een speciale school te gaan, vraagt de school in samenspraak met de ouders een toelaatbaarheidsverklaring voor één van onze scholen aan. Dit doet de school bij Het Loket van regio Midden. Als dit Loket besluit om de toelaatbaarheidsverklaring toe te kennen, kan de leerling geplaatst worden binnen het speciaal (basis)onderwijs. Bij Het Loket kunnen we ook met andere vragen terecht: - het samen met ouders aanvragen van een extra ondersteuningsarrangement voor kinderen die zeer moeilijk leren, een lichamelijke handicap hebben of langdurig ziek zijn of gedragsproblemen hebben. Het ondersteuningsteam van de school besluit samen met de ouders om zo’n ‘arrangement’ aan te vragen; - het inwinnen van advies, wanneer het ondersteuningsteam er zelf niet uitkomt.
6.2.3 Leerroutes, leerlijnen en uitstroomprofiel In het OPP leest u het perspectief (uitstroom) van uw kind voor de lange termijn. Om dit te bereiken wordt gekozen voor een leerroute. We kennen de volgende leerroutes: Leerroute E: Ervaringsgericht Leerroute P: Praktisch gericht Leerroute P-C: Praktisch/cognitief gericht Leerroute C: Cognitief gericht De keus voor een leerroute met het daarbij behorende uitstroomprofiel wordt zorgvuldig gemaakt. Intelligentie, sociaal/emotionele ontwikkeling, didactische ontwikkeling en werkhouding spelen daarin een belangrijke rol. Voor iedere leerling vullen we beschermende en belemmerende factoren in die van invloed zijn op de ontwikkeling.
Ouderbetrokkenheid Onze school hecht eraan bij de ondersteuning aan leerlingen goed samen te werken met de ouders. Daarom vindt er bij zorgen op school en thuis regelmatig een groot overleg plaats. We vinden het belangrijk om samen met de ouders het beste voor de kinderen te zoeken.
Bij elke leerroute horen leerlijnen. Per vak zijn, speciaal voor het ZML, leerlijnen ontwikkeld. Hierin staan alle leerdoelen van gemakkelijk naar moeilijk. De leerlijn geeft aan welke doelen een leerling ieder jaar moet behalen om uiteindelijk op het juiste niveau uit te komen.
Blind of slechtziend/doof of slechthorend/taal-spraakproblemen Het Loket Midden mag niet voor alle vormen van speciaal onderwijs een toelaatbaarheidsverklaring afgeven of extra ondersteuning binnen de basisschool toekennen. Voor slechtziende en blinde kinderen, slechthorende en dove kinderen en voor kinderen met taal-spraakproblemen is Het Loket daartoe niet bevoegd. Indien nodig weet de intern begeleider op welke manier die extra ondersteuning beschikbaar kan komen.
Elke leerroute heeft een uitstroomprofiel. De verschillende uitstroomprofielen ziet u terug in de schema’s m.b.t. opbouw SO en opbouw VSO. 6.2.4 Gesprekken Ontwikkelingsperspectiefgesprek (OPP gesprek) De OPP gesprekken worden gepland aan het eind of aan het begin van het cursusjaar. Wanneer ouders, begeleidingsteam en/of intern-begeleider noodzaak zien het OPP vaker dan eens per jaar te bespreken, dan is dit mogelijk.
35
32
Contactgegevens Het Loket, regio Midden De zorgmakelaar van Het Loket regio midden is mw. Drs. K.C. van Dam. Zij is bereikbaar via telefoonnummer 0318-665266, 0900-2233449 of per e-mail via
[email protected]. U kunt via haar ook een folder aanvragen betreffende de werkwijze van Het Loket.
Hoofdstuk 6
De zorg voor de leerlingen
6.1 Algemeen Onder ‘zorg’ voor de leerlingen verstaan wij alles wat we doen om het leren van de leerlingen te begeleiden. Per leerling wordt de ontwikkeling gevolgd, geregistreerd, besproken en gestimuleerd. U als ouders wordt daarvan in kennis gesteld en ontvangt de gelegenheid om met de leerkracht van gedachten te wisselen over de gemaakte plannen. In vogelvlucht geven we hierna de leerlingbegeleiding weer zoals die op dit moment gebeurt.
Contactgegevens algemeen, regio Midden De regiomanager van onze Passend Onderwijs-regio is dhr. G. van Roekel. Hij is bereikbaar via telefoonnummer 06-23505041 of per e-mail via
[email protected]. Op de website www.berseba.nl kunt u meer informatie vinden over het samenwerkingsverband Berséba en de regio Midden, over Het Loket, nieuwsbrieven voor ouders enz.
6.1.1 De aanmelding: het indicatietraject Wanneer u van mening bent dat uw kind in aanmerking zou kunnen komen voor ZML- of MG-onderwijs (speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs cluster 3), en u kiest voor de Rehobothschool in Ede of Ochten, dan kunt u contact opnemen met onze school (hoofdvestiging Ede) en vragen naar de directeur, mw. G. van de Vendel. Zij zal met u een afspraak maken voor een oriënterend bezoek en u tijdens dit bezoek inlichten over de aanmeldings- en toelatingsprocedure via het aanmeldingsloket van het betreffende samenwerkingsverband (SWV). Het SWV verstrekt een toelaatbaarheidsverklaring (TLV).
5.2 Reformatorisch Samenwerkingsverband voor Voortgezet Onderwijs Het VSO is aangesloten bij het Reformatorisch Samenwerkingsverband voor Voortgezet Onderwijs. Contactgegevens het Loket RefSVO Het Loket RefSVO is bereikbaar per email via
[email protected] of via telefoonnummer 06-19954442.
6.2 Leerlingenzorg Begeleiden is eerst in kaart brengen Om de leerlingen op school goed te kunnen begeleiden is het belangrijk dat we inzicht hebben in de mogelijkheden van de leerlingen. Afstemming tussen ouders en school vinden we daarbij heel belangrijk. Voor het volgen van de leerlingen gebruiken we Parnassys. Parnassys gaat uit van de CED-leerlijnen. Deze leerlijnen zijn specifiek voor het ZML geschreven. Voor de bespreking van het niveau en de vorderingen van de leerling gebruiken we het document wat we het Ontwikkelings Perspectief Plan (OPP) noemen.
Op de website www.refsvo.nl kunt u meer informatie vinden over het landelijk Reformatorisch Samenwerkingsverband Passend Onderwijs voor Voortgezet Onderwijs.
6.2.1 Het Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) Voor leerlingen die voor het eerst op school komen wordt door het Ondersteuningsteam (OT) een eerste OPP geschreven. Het OT bestaat uit: de orthopedagoog, de jeugdarts, de maatschappelijk werker en de intern begeleider (IB’er) Het OPP bevat een samenvatting van het bestaande dossier van de leerling. Dit wordt aangevuld met gegevens uit onderzoeken en gesprekken gevoerd door leden van het OT en de ouders. Dit document krijgt de leerkracht als voorbereiding op de komst van de nieuwe leerling.
33
34