SBZ
> wijzer Alles over de SBZ-Pensioenregeling
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars
≥
goed geregeld!
SBZ Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars Hoofdstraat 256 3972 LK Driebergen-Rijsenburg Postbus 109 3970 AC Driebergen-Rijsenburg tel: 0343-534000 fax: 0343-534009 e-mail:
[email protected] website: www.sbz.nl
P
ensioen is natuurlijk niet echt een spannend o nd er w erp. Een h o o p getallen, moeilijk gedoe, ingewikkelde sommetjes. Wat zou je je erin verdiepen?
Toch maar even doen, vinden wij. Het is namelijk best goed om te weten waar je zo’n beetje op kunt rekenen als je straks stopt met werken. Of wat er bij het pensioenfonds voor je geliefden geregeld is als jou wat zou overkomen. En het is ook verstandig om jezelf de vraag te stellen: is dit naar mijn zin, of zijn er dingen die beter kunnen? Dit boekje helpt daarbij. De hele pensioen regeling van SBZ wordt in gewone mensentaal uitgelegd. Het zou ons niet verbazen als u het op een gegeven moment nog leuk gaat vinden ook. Mocht dat gebeuren, dan hebben we nog iets
|
interessants in de aanbieding: onze website www.sbz.nl . U kunt daar berekeningen maken met uw eigen pensioengegevens. Want mis schien wilt u wel een jaartje eerder met pen sioen, of een jaartje later. Dan is het natuurlijk handig om te weten wat de financiële consequen ties zijn. Mocht u verder nog vragen hebben, u bent van harte welkom. Driebergen-Zeist, zomer 2006 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars SBZ
|
pagina
vraagnummer/onderwerp
sbz> wijzer
6 8 10
13
14 16 17
18
Alles over de SBZ pensioenregeling Was u op 31 december 2005 al SBZ-deelnemer?
met pensioen! 1 2 3 4 5 6 7 8
Wat is de pensioenleeftijd bij SBZ en hoeveel pensioen krijg ik dan? Is het SBZ-pensioen waardevast? Hoeveel belasting betaal ik over mijn pensioeninkomen? Hoeveel bedraagt de AOW? Wordt mijn AOW gekort op mijn pensioenuitkering? Mag je bijverdienen tijdens je pensionering? Hoe wordt het pensioen uitbetaald? Moet ik mijn pensioen zelf aanvragen?
pagina
vraagnummer/onderwerp
24 bijzondere omstandigheden 26 23 Wat gebeurt er met mijn pensioenrechten als ik ga scheiden? 24 Wat gebeurt er met mijn pensioenopbouw als ik werkloos word? 27 25 Wat biedt de pensioenregeling bij arbeidsongeschiktheid? 26 Hoe werkt de pensioenopbouw in combinatie met de levensloopregeling? 27 Wanneer kan er sprake zijn van een pensioentekort en wat is daaraan te doen? 28 28 Hoe werkt bijsparen bij SBZ? 29 Hoeveel mag je bijsparen binnen de eigen bijspaarmodule van SBZ? 29 30 Ik ben wel geïnteresseerd in bijsparen bij SBZ voor meer pensioen.
Waar kan ik meer informatie krijgen of me aanmelden?
30 en verder... 32 31 Hoeveel kost mijn pensioenvoorziening en wie betaalt dat? 32 Wie bestuurt SBZ? 33 Wie controleert SBZ? 34 Hoe kom ik aan informatie over mijn pensioen?
het nabestaandenpensioen
33
9 Hoe is het nabestaandenpensioen van SBZ geregeld? 10 Hoe weet ik op hoeveel nabestaandenpensioen mijn nabestaanden recht hebben? 11 Hoe werkt de overheidsvoorziening Anw? 12 Hoe werkt de Anw-hiaatverzekering van SBZ? 13 Is het nabestaandenpensioen waardevast? 14 Houdt mijn nabestaande recht op nabestaandenpensioen bij hertrouwen? 15 Ik ben niet getrouwd maar woon samen. Komt mijn partner dan in aanmerking voor nabestaandenpensioen? 16 Wat gebeurt er met het nabestaandenpensioen bij echtscheiding? 17 Hoe werkt het nabestaandenpensioen als je meer dan één keer getrouwd bent? 18 Hoe moet een nabestaande het nabestaandenpensioen aanvragen?
34 kiezen 37 1. Kies zelf wanneer u met pensioen wilt (pensioendatum uitstellen of vervroegen) 2. Nabestaandenpensioen inruilen voor meer ouderdomspensioen 38 3. Deeltijdpensioen
20 van baan veranderen en uw pensioen 22 19 Kan ik mijn SBZ-pensioen meenemen naar een volgende werkgever?
4. Eerst méér, later minder pensioen
Omwille van de leesbaarheid zijn we in deze uitgave niet op alle details van de pen sioenregeling ingegaan. U kunt aan de tekst van deze brochure dan ook geen rechten ontlenen. Bindend is het pensioenreglement, dat u bij SBZ kunt opvragen.
20 Ik kom in de zorgverzekeringssector werken. Kan ik het pensioen van mijn vorige werkgever laten overdragen naar SBZ? 21 Is het altijd gunstig om pensioenrechten mee te nemen van de ene werkgever naar de volgende? 22 Ik heb ooit bij een werkgever pensioenrechten laten staan. Kan ik die rechten alsnog laten overdragen naar SBZ?
23 |
|
W
as u op 31 december 2005 al SBZ-deelnemer?
Op 1 januari 2006 hebben alle SBZ-deelnemers een nieuwe pensioenregeling gekregen met een pensioenleeftijd van 65 jaar. Wat u in de oude pensioenregeling had opgebouwd aan pensioenrechten voor de periode 6265 jaar is niet in de nieuwe regeling ingebracht, maar wordt apart gehouden. Sinds 1 januari 2006 heeft u daarom bij SBZ twee pensioenen voor uw oude dag, elk met een eigen ingangsleeftijd: 1. Pensioen voor de periode 62-65 jaar Dit pensioen bestaat uit wat u tot eind 2005 in de oude regeling heeft opgebouwd aan: - levenslang ouderdomspensioen, met een ingangsdatum van 62 jaar en - tijdelijk ouderdomspensioen of TOP. Het TOP is bedoeld voor de periode 62-65 jaar en is bedoeld om te compenseren dat u op die leeftijd nog geen AOW krijgt. Deze twee pensioenen samen noemen we het prepensioen. Wat u had blijft van u, maar de verdere opbouw is stopgezet.
Van beide pensioenen kunt u de ingangsdatum vervroegen of uitstellen. Dat biedt u de moge lijkheid om de diverse pensioenen samen te voegen en tegelijkertijd laten ingaan. Zo kunt u een pensioendatum kiezen waarop het inkomen genoeg is om te kunnen stoppen met werken. Hoe langer u aan de oude pensioenregeling heeft deelgenomen, des te vroeger zult u waarschijnlijk met pensioen kunnen. U zult dan namelijk veel pensioen hebben opgebouwd voor de periode vóór 65 jaar en u kunt dat nog steeds benutten. Zolang u in de zorgverzekeringssector werkzaam blijft zullen al uw pensioenrechten jaarlijks ver hoogd worden om de loonontwikkelingen binnen de sector bij te houden.
2. Pensioen voor de periode na 65 jaar In de regeling die is beëindigd per 31 december 2005 bouwde u levenslang ouderdomspensioen op, dat inging op uw 62ste en dus doorliep na uw 65ste. U had dus in de oude regeling al een bepaald bedrag aan ouderdomspensioen voor na 65 jaar opgebouwd. In de nieuwe regeling gaat u verder met de opbouw van dit levenslange ouderdomspensioen. U bouwt in de nieuwe regeling per jaar meer ouderdomspensioen op dan in de oude regeling, maar daar staat tegenover dat de ingangsleeftijd hoger is (65 in plaats van 62 jaar).
|
|
K
l a ar me t werken. Stropdas af. Mantelpakje in de motteballen. De baas en collega’s een laatste hand en lachend de wijde wereld in. Op naar een nieuw leven. Wat je plannen ook zijn, net als nu heb je straks geld nodig. En daar spaar je voor - bijna zonder het te merken eigenlijk. Zodat je straks bovenop je AOW een prettig pensioen hebt.
|
> met pensioen!
|
1 Wat is de pensioenleeftijd bij SBZ en hoeveel pensioen krijg ik dan? De standaardpensioenleeftijd bij SBZ is 65 jaar. Op uw jaar lijkse pensioenoverzicht staat onder het kopje Te bereiken pen sioen>Als u uw huidige dienst verband voortzet tot leeftijd 65 ontvangt u > vanaf 65 jaar een prognose van het pensioen waar u op uit zult komen als u tot uw 65ste in de zorgverzeke ringssector zult blijven werken. In dezelfde rubriek vindt u ook het pensioen dat gereserveerd is voor de periode 62-65 jaar. Bij de berekening van deze prognose gaat SBZ ervan uit dat u tot aan uw pensioendatum hetzelfde zult blijven verdienen, wat in de praktijk waarschijnlijk niet het geval zal zijn. Als uw salaris omhoog gaat, gaat u vanaf dat moment over uw hogere salaris pensioen opbouwen en zal uw pensioen dus hoger uitko men. Bovendien worden uw opgebouwde pensioenrechten jaarlijks geïndexeerd. Zolang u in de zorgverzekerings sector werkt gebeurt dat met de loonindex, daarna met de prijsindex. Ook door indexatie gaat uw pensioen omhoog. Hoe dichter de pensioendatum nadert, des te dichter zal de prognose in de buurt zitten van wat u daadwerkelijk aan pensioen zult krijgen.
10 |
2 Is het SBZ-pensioen waardevast? De ingegane pensioenen maar ook de pensioenrechten van zogeheten slapers (mensen die niet meer bij een zorg verzekeraar werken maar hun pensioenrechten bij SBZ hebben laten staan) kunnen jaarlijks worden verhoogd met een prijsindex om de inflatie te compenseren. Het pensioenfonds moet daarvoor wel over voldoende middelen beschikken. Er wordt niet voor toeslagen gereserveerd en er wordt geen premie voor betaald. Van de actieve (d.w.z. premie betalende) deelnemers worden de pensioenrechten over alle achterliggende jaren ieder jaar verhoogd met de loonindex. De loonindex dekt niet alleen de inflatie, maar ook de gemiddel de loonontwikkeling en is dus een afspiegeling van de groei van de welvaart. Deze indexatie is bij SBZ (en dat is in het Nederlandse pensioenstelsel een zeldzaamheid) gegaran deerd, dus niet afhankelijk van de financiële situatie van het pensioenfonds. Kortom, de opbouw van uw pensioen verloopt welvaarts vast, en tijdens uw pensio nering is uw pensioen onder voorwaarden (zie hiervoor) waardevast.
3 Hoeveel belasting betaal ik over mijn pensioeninkomen? Na uw 65ste gaat u minder aan de schatkist afdragen dan u gewend was. U betaalt als gepensioneerde weliswaar nog altijd belasting, maar bijna alle sociale verzekeringspremies komen te vervallen. Het komt erop neer dat u over de eerste € 17.046 van uw belastbare som slechts 16,25% en over de volgende € 13.585 slechts 23,55% hoeft af te dragen in plaats van de gebruikelijke 32,35% respectievelijk 37,85%. Alles daarboven valt wel in het gebruikelijke schijventarief van 42% of 52% (cijfers 2006). Voor uw besteedbaar inkomen na uw 65ste heeft dit gunstige gevolgen. Hoewel uw pensioen bruto altijd lager is dan uw salaris, valt het verschil in de nettosfeer vaak erg mee.
Geboren in 1950 of later? Dan krijgt u te maken met de versoberde AOW! Mensen die in 1950 of later geboren zijn krijgen met een belang rijke versobering in het AOW-systeem te maken: in 2015 wordt de toeslag voor de jongere partner met geen of weinig eigen inkomen afgeschaft. Er is dan dus alleen nog AOW voor wie daadwerkelijk 65 jaar of ouder is. Om duidelijk te maken wat de verandering precies inhoudt is het nodig eerst het huidige AOW-stelsel uit te leggen. We nemen als voorbeeld een echtpaar: de man is kostwinner, zijn vier jaar jongere echtgenote heeft geen eigen inkomen. Als deze man 65 jaar wordt krijgt hij voor zichzelf AOW: ongeveer € 8.200 bruto per jaar. Zijn echtgenote krijgt geen AOW; zij is immers nog geen 65 jaar. Maar: de man krijgt voor zijn echtgenote een toeslag op de AOW die afhankelijk is van het inkomen van de echtgenote. Heeft de echtgenote geen inkomen, zoals in dit voorbeeld, dan wordt de maximale toeslag uitgekeerd. Die bedraagt € 8.200 per jaar, precies evenveel dus als de AOW voor de man. In totaal ontvangt het echtpaar dus € 16.400 AOW per jaar. De toeslag loopt door tot de vrouw 65 jaar wordt en zelf AOW krijgt. In 2015 wordt deze toeslag afgeschaft. Als u op of na 1 januari van dat jaar 65 wordt, en uw partner is jonger en heeft geen eigen inkomen, dan zult u met z’n tweeën moeten leven van een eenper soons AOW van € 8.200 per jaar plus uw pensioen. Deze situatie duurt voort totdat uw partner 65 jaar wordt en zelf AOW krijgt.
...wat is de pensioenleeftijd?
| 11
4 Hoeveel bedraagt de AOW?
...hoeveel is de AOW eigenlijk?
In 2006 bedraagt de AOW plusminus € 8.200 bruto per jaar als u getrouwd bent of samenwoont met een andere AOW-gerechtigde die eveneens 65 jaar of ouder is. Samen ontvangt u in dat geval dus € 16.400 bruto per jaar. Als uw partner jonger is dan 65 jaar, dan bedraagt uw geza menlijke AOW tussen € 8.200 en € 16.400 bruto per jaar, afhankelijk van het inkomen van uw partner. Als u alleen staande bent zonder kinderen onder de 18 jaar, dan ontvangt u € 11.950 bruto per jaar. De ge noemde bedragen zijn inclusief vakantietoeslag. Let op: Bent u geboren in 1950 of later? Lees dan de tekst op pagina 11.
6 Mag je bijverdienen tijdens je pensionering?
8 Moet ik mijn pensioen zelf aanvragen?
Ja. U mag zoveel bijverdienen als u wilt. Uw verdiensten worden niet verrekend met de AOW of met uw pensioen.
Dat hoeft niet. Zo’n zes maan den voor uw pensioen ingaat neemt SBZ contact met u op. U ontvangt daarbij uitgebreide schriftelijke informatie over de keuzemogelijkheden die de pensioenregeling bij pensio nering biedt. Meer daarover vertellen we u in het laatste hoofdstuk van dit boekje. Wilt u eerder met pensioen dan met 62 of 65 jaar, dan moet u dat zelf melden bij SBZ, liefst zo’n 6 maanden voor de gewenste ingangsdatum. Wilt u later met pensioen dan met 62 respectievelijk 65 jaar, dan kunt u dit kenbaar maken op het antwoordformulier dat u krijgt toegestuurd op de standaardpensioendatum (62 of 65 jaar).
7 Hoe wordt het pensioen uitbetaald? In maandelijkse termijnen. Premies, belastingen en premie zorgverzekeringswet worden door SBZ al ingehouden; u krijgt dus twaalf maal per jaar een netto bedrag op uw rekening bijgeschreven. U krijgt geen vakantieuitkering meer; deze is al opgenomen in de maandelijkse uitkering.
5 Wordt mijn AOW gekort op mijn pensioenuitkering? Nee. Wel is het zo, dat er bij de opbouw van uw pensioen rekening wordt gehouden met het feit dat u vanaf uw 65ste een volledige AOW zult ont vangen. Daarom bouwt u over de eerste € 13.365 (cijfer 2006) van uw salaris (de zogeheten franchise) geen pensioen op.
12 |
| 13
‘t
Is het enige pensioen waarvan je hoopt dat het nooit gebruikt hoeft te worden. Nabestaanden pensioen. Niet aan denken. Hoewel, ‘t is natuurlijk wel fijn dat er wat is voor de mensen die je liefhebt. Voor het geval dat. Zet het eens op een rijtje: wát is er nou precies geregeld? Is het genoeg, of w i l j e to c h n o g wat extra´s? Even doen. En dan gewoon weer verder. 14 |
≥
het nabe staanden pensioen
| 15
9 Hoe is het nabestaandenpen sioen van SBZ geregeld? Als u overlijdt heeft uw man of vrouw recht op een nabestaandenpensioen. Uw nabestaande houdt dit pensioen levenslang, ook als hij of zij in de tussentijd hertrouwt. Uw kinderen tot 21 jaar en studerende kinderen tot 27 jaar krijgen wezenpensioen. Als u overlijdt tijdens uw dienstverband bij een zorgverzekeraar dan gaat SBZ voor de bereke ning van het nabestaandenpensioen uit van het ouderdomspensioen dat u zou hebben opge bouwd als u tot uw pensionering in dienst was gebleven. Het jaarlijks nabestaandenpensioen voor uw partner is in beginsel (afhankelijk van eventuele ex-partners en opgebouwde rechten vóór 1 januari 2006) 65% van dat bedrag, het wezenpensioen is 13% van dat bedrag per kind. Als u gescheiden was, dan zal het percentage lager zijn (zie vraag 16). Concrete bedragen kunt u vinden op het pensioenoverzicht dat u jaarlijks van SBZ krijgt. Daarnaast zou uw partner recht kunnen hebben op tijdelijk nabestaandenpensioen van SBZ; meer daarover bij vraag 11 en 12. Als u overlijdt na uw pensionering dan ontvangt uw partner tot zijn of haar overlijden een jaarlijks nabestaandenpensioen van in beginsel (afhan kelijk van eventuele ex-partners en opgebouwde rechten vóór 1 januari 2006) 65% van het bedrag dat u zelf aan ouderdomspensioen ontving. Als u gescheiden was, dan zal het percentage lager zijn (zie vraag 16). Kinderen onder de 21 of studerende kinderen tot 27 jaar krijgen 13% van het ouderdomspensioen.
16 |
Als u overlijdt voor uw pensionering, maar u werkt op dat moment al niet meer bij een zorg verzekeraar dan ontvangt uw partner levenslang een nabestaandenpensioen van in beginsel 65% van het ouderdomspensioen dat u tot uw ont slagdatum heeft opgebouwd. Als u gescheiden was, dan zal het percentage lager zijn (zie vraag 16).
Het nabestaandenpensioen wordt overigens ook na uw ontslagdatum onder voorwaarden jaarlijks geïndexeerd (zie vraag 13). Als u uw pensioenrechten heeft meegenomen naar het pensioenfonds van uw volgende werk gever, dan krijgt uw partner uiteraard geen nabestaandenpensioen van SBZ, maar van uw volgende werkgever. Voor het nabestaandenpensioen geldt: – eigen inkomsten van uw nabestaande hebben geen invloed op de hoogte van de uitkering; – de uitkering wordt onder voorwaarden jaar lijks voor inflatie gecorrigeerd; – het wezenpensioen wordt verdubbeld als kinderen beide ouders hebben verloren. Daarnaast kan uw partner recht hebben op de overheidsuitkering Anw. Dat wordt behandeld bij vraag 11.
10 Hoe weet ik op hoeveel nabestaandenpensioen mijn nabestaanden recht hebben? Bent u gepensioneerd, dan bedraagt het nabestaandenpensioen in principe 65% (als u ge scheiden was, dan zal het percentage lager zijn, zie vraag 16) van het ouderdomspensioen, tenzij u er op uw pensioendatum voor gekozen heeft om het nabestaandenpensioen geheel of gedeel telijk in te ruilen voor meer ouderdomspensioen. Meer over deze inruil vindt u in het hoofdstuk over de keuzemogelijkheden achterin dit boekje. U kunt het bedrag ook vinden op het pensioenoverzicht, onder het kopje ‘Uitkering bij overlijden.’ Bent u nog niet gepensioneerd, dan kunt u de bedragen vinden in het pensioenoverzicht dat u jaarlijks van SBZ krijgt. Kijkt u onder ‘Uitkering bij overlijden>uw partner ontvangt’ Dat is het bedrag waar uw partner jaarlijks recht op krijgt als u zou overlijden tijdens het jaar waarop het pensioenoverzicht betrekking heeft. Het wezenpensioen per kind per jaar vindt u in het pensioenoverzicht onder Uitkering bij overlijden>Uw kinderen ontvangen per kind.
11 Hoe werkt de overheidsvoorziening Anw?
13 Is het nabestaandenpen sioen waardevast?
Ook de overheid kent een voorziening voor gezinnen die een ouder verliezen, de Algemene nabestaandenwet of Anw. Voor een Anw-uitke ring komt een weduwe of weduwnaar alleen in aanmerking als – het jongste kind jonger dan 18 jaar is, óf – de nabestaande voor 45% of meer arbeidson geschikt is, óf – de nabestaande geboren is voor 1 januari 1950. Wie wel aan de voorwaarden voldoet maar eigen inkomsten heeft wordt gekort op zijn of haar Anw-uitkering. De Anw bedraagt ongeveer € 12.700 op jaarbasis (cijfer 2006). Nabestaan den met een kind onder de 18 jaar krijgen een extra uitkering van 20% van het netto minimum loon, de zogeheten halfwezenuitkering. Voor 2006 bedraagt de halfwezenuitkering € 2.960 per jaar. Op deze uitkering wordt niet gekort.
Het nabestaandenpensioen kan jaarlijks voor inflatie worden gecorrigeerd. Voorwaarde is wel dat het pensioenfonds over voldoende middelen moet beschikken om dit te kunnen financieren. Er wordt niet voor toeslagen gereserveerd en er wordt geen premie voor in rekening gebracht.
...waar vind ik informatie over het nabestaandenpensioen?
12 Hoe werkt de Anw-hiaatverzekering van SBZ? De Anw is de sobere opvolger van de vroegere Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW). Om de negatieve financiële gevolgen van de invoering van de wet te verzachten kwam SBZ met een Anw-hiaatverzekering, die wij het tijdelijk nabestaandenpensioen noemen. Dit pensioen, dat even hoog is als de Anw, keert uit als uw partner niet voldoet aan de Anwvoorwaarden die in vraag 11 staan vermeld. Maar: als uw partner wél aan de Anw-voorwaar den voldoet, dan ontvangt uw partner geen tijdelijk nabestaandenpensioen (ook al wordt de Anw-uitkering gekort omdat uw partner eigen inkomsten heeft). In de brochure De nabestaan denregeling van SBZ vindt u een handig stroom schema hierover. Het tijdelijk nabestaandenpen sioen wordt uitgekeerd totdat de rechthebbende overlijdt of 65 jaar wordt.
| 17
14 Houdt mijn nabestaande recht op nabestaandenpen sioen bij hertrouwen?
16 Wat gebeurt er met het nabestaandenpensioen bij echtscheiding?
Ja. Uw partner houdt levenslang recht op nabestaandenpensioen.
Als u en uw partner uit elkaar gaan, wordt de opbouw van het nabestaandenpensioen ten behoeve van uw partner stopgezet. Uw ex houdt wel recht op het nabestaandenpensioen dat was opgebouwd tot het moment van de scheiding. Dit geldt ook voor samenwonende partners die zich hadden aangemeld bij SBZ. Van de wettelijke regels die hiervoor gelden kunt u in onderleg overleg besluiten af te wijken. U dient uw afspraken dan wel schriftelijk vast te leggen en SBZ moet met de afspraken akkoord gaan. Zelf bouwt u na de scheiding nabestaandenpensioen op voor een eventuele volgende partner. Zie daarover ook de volgende vraag.
15 Ik ben niet getrouwd maar woon samen. Komt mijn partner dan in aanmerking voor nabestaandenpensioen?
18 |
Als u samenwoont als geregistreerd partners, dan komt uw partner automatisch in aanmerking voor nabestaandenpensioen. Als u zonder geregistreerd partnerschap samenwoont, dan kan uw partner alleen voor nabestaandenpensioen in aanmerking komen als u en uw partner voldoen aan de volgende voorwaarden: – u bent beiden ongehuwd; – u voert een gemeenschappelijke huishouding; – u beschikt over een notarieel vastgelegde samenlevingsovereenkomst waarin de ge meenschappelijke huishouding is geregeld en waarin u uw partner heeft aangewezen als rechthebbende voor het partnerpensioen; – u en uw partner zijn geen bloed- of aanver want in de rechte lijn (ouder en kind mag niet, broer en zus kan wel); – u en uw partner wonen op hetzelfde adres. Of aan al deze voorwaarden is voldaan wordt pas bekeken als uw partner bij SBZ een aanvraag indient voor nabestaandenpensioen. Deze werkwijze heeft als voordeel dat u tijdens uw dienstverband in principe niets hoeft te regelen, maar er is ook een risico aan verbonden. Als er namelijk na uw overlijden geen samenlevingscon tract blijkt te zijn dat aan de voorwaarden voldoet, dan kan er geen nabestaandenpensioen worden uitgekeerd. SBZ raadt samenwonenden dan ook aan om een kopie van hun samenlevingsovereen komst (meestal volstaan ook de eerste en laatste bladzijde daarvan) bij het pensioenfonds in te leveren. SBZ controleert dan direct of alles in orde is en u bent er zeker van dat uw partner later niet voor een vervelende verrassing komt te staan.
...ik woon samen. Komt mijn partner dan in aanmerking voor nabestaandenpensioen?
17 Hoe werkt het nabestaandenpen sioen als je meer dan één keer getrouwd bent? - Als u bent gescheiden en daarna bent hertrouwd, dan moeten uw eerste en uw tweede partner het nabestaandenpensioen delen. Uw eerste partner heeft recht op het deel dat tot aan de datum van de scheiding is opgebouwd. Uw tweede partner heeft recht op de rest. - Als uw partner is overleden en u trouwt vóór uw pensionering opnieuw, dan heeft uw tweede vrouw of man na uw overlijden recht op een volledig nabestaandenpensioen.
18 Hoe moet een nabestaande het nabestaandenpen sioen aanvragen? In principe neemt SBZ contact op met de na bestaande. Als de nabestaande enige weken na het overlijden nog niets van ons gehoord heeft, dan doet hij of zij er goed aan zelf contact op te nemen met SBZ. | 19
20 |
≥
E
en nieuwe ba an. He t behoort tot de spannends te dingen in je leven. De kans dat je op zo’n moment nadenk t over je pensioen, lijkt ons dan ook niet al te groot. Toch moet het even. Als je van baan verandert, kun je je pensioen namelijk meenemen. In dit hoofdstukje lees je hoe het werk t en wat de voor delen ervan zijn.
van baan veranderen en uw pensioen
| 21
19 Kan ik mijn SBZpensioen meenemen naar een volgende werkgever? Ja. U heeft het wettelijk recht uw pensioenrechten mee te nemen van de ene werkgever naar de andere. U bent hier echter niet toe verplicht; uw rechten achterlaten bij SBZ is ook toegestaan. Ze kunnen dan jaarlijks geïndexeerd worden, zodat ze hun waarde behouden (zie vraag 2). Let op: het overdragen van pensioenrechten gaat niet auto matisch. U moet een aanvraag tot waarde-overdracht indienen bij uw nieuwe pensioenfonds, liefst zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen zes maan den na uw indiensttreding. Er wordt dan een procedure in gang gezet, die hieronder wordt beschreven.
20 Ik kom in de zorgverzekeringssector werken. Kan ik het pensioen van mijn vorige werkgever laten overdragen naar SBZ?
22 |
Ja, maar pensioenoverdracht gaat niet automatisch. U moet hiervoor zelf een aanvraag indienen bij SBZ. Wij nemen dan contact op met uw vorige pensioenuitvoerder. Voordat er wordt overgegaan tot over dracht van de pensioenrechten krijgt u van ons een offerte waarin wordt voorgerekend hoeveel u bij SBZ voor uw oude pensioenrechten ‘terugkrijgt.’
Meer over deze procedure leest u op de pagina hiernaast.
21 Is het altijd gunstig om pensioenrechten mee te nemen van de ene werkgever naar de volgende? Een praktisch voordeel van het meenemen van uw pensioenrechten van de ene werkgever naar de volgende is in ieder geval dat u na uw pensionering van slechts één pensioenuitvoerder een pen sioenuitkering ontvangt. Dit vinden de meeste mensen een stuk prettiger dan bij allerlei loketten stukjes pensioen te moeten afhalen. Of het ook financieel gunstig is om uw pensioenrechten mee te nemen hangt af van hoe de ver gelijking uitvalt tussen uw oude en uw nieuwe pensioenfonds. Bij de overstap van het ene naar het andere pensioenfonds kunt u er nooit op achteruit gaan wat uw al opgebouwde rechten betreft. Maar het is wel mogelijk dat het voor de toe komstige groei van uw in het verleden opgebouwde rechten beter is om uw pensioen wel of juist niet over te dragen. De belangrijkste punten om op te letten zijn: 1. Hoe wordt inflatie gecompenseerd? Inflatie kan een pensioen behoorlijk aantasten en als alle omstandigheden verder hetzelfde zijn zou u dus altijd voor het pensioenfonds met de ruimste inflatiecor rectie moeten kiezen. Als u
uw pensioenrechten bij SBZ achterlaat, dan worden ze in beginsel gecompenseerd met de prijsindex. Komt u bij SBZ binnen met pensioenrechten, dan worden die rechten zolang u premiebetalend deelnemer bent gecompenseerd met de loonindex (die normaal ge sproken hoger is en bovendien gegarandeerd). 2. Heeft u te maken met een eindloonregeling of een middelloonregeling? Een eindloonregeling is een regeling waarbij het pensioen wordt afgeleid van het salaris dat een werknemer aan het eind van zijn carrière ver diende. Zo’n eindloonregeling is gunstig als u een typische carrièremaker bent: iemand die vaak promotie maakt en dus om de zoveel jaar een forse salarisverhoging krijgt. Bent u dus van plan om (verder) carrière te gaan maken, dan zou u naar een eindloonrege ling altijd uw rechten moeten meenemen. Uw meegebrachte pensioenrechten worden dan namelijk bij iedere salarisverho ging met terugwerkende kracht opgehoogd. In een middelloon regeling (zoals bij SBZ) wordt het pensioen afgeleid van het salaris dat iemand in de loop van zijn carrière gemiddeld verdiend heeft. Een middel loonregeling heeft normaal gesproken een sterke inflatie correctie, anders zouden uw opgebouwde rechten in de loop der jaren steeds minder waard worden. Voor iemand die tij dens zijn loopbaan een gemid deld carrièreverloop doormaakt
is een middelloonregeling even voordelig als een eindloonrege ling. Het kan zelfs gunstiger zijn, omdat de meeste middel loonregelingen werken met een hogere jaarlijkse opbouw dan eindloonregelingen. Bij SBZ bijvoorbeeld is het opbouwper centage 2,25%, terwijl het in de meeste eindloonregelingen 1,75% is. 3. Bent u van plan om te gaan bijsparen? Als u bij uw nieuwe pen sioenuitvoerder wilt gaan bijsparen voor extra pensioen, dan is het meestal raadzaam om uw oude pensioenrechten mee te nemen naar uw nieuwe werkgever. Uw oude pen sioenjaren tellen dan namelijk mee voor het bepalen van de fiscale ruimte die u heeft om te kunnen bijsparen. Bij twijfel kunt u het beste contact opnemen met uw financieel
adviseur of met uw oude of nieuwe pensioenuitvoerder. SBZ is altijd graag bereid u een objectief advies te geven.
22 Ik heb ooit bij een werkgever pensioenrechten laten staan. Kan ik die rechten alsnog laten overdragen naar SBZ?
...Is het wel altijd gunstig om je pensioenrechten mee te nemen?
Als u voor 1 juli 1994 bij uw vorige werkgever bent vertrok ken, dan kunt u geen aanspraak maken op het wettelijk recht om uw pensioenrechten te laten overdragen. U bent dan afhankelijk van de vrijwillige medewerking van het vorige pensioenfonds. SBZ is in ieder geval altijd bereid aan de overdracht mee te werken. De rechten die u inbrengt worden op dezelfde wijze behandeld als andere waardeoverdrachten.
De procedure van waarde-overdracht 1) Binnen zes maanden na uw indiensttreding dient u bij uw nieuwe pensioenuitvoerder een aanvraag in tot waardeoverdracht. Uw nieuwe pensioenuitvoerder neemt dan contact op met uw vorige pensioenuitvoerder. 2) Na enige tijd krijgt u van uw nieuwe pen sioenuitvoerder een offerte waarin u kunt zien hoeveel pensioen (of pensioenjaren) u in de nieuwe regeling voor uw oude rechten terug krijgt. U kunt bij de overdracht nooit geld of rechten kwijtraken. Wel lijkt dat soms zo, omdat het mogelijk is dat u in de nieuwe regeling minder pensioenjaren toegekend krijgt dan u er in uw oude had. Als dat gebeurt, dan is dat meestal omdat u in de nieuwe regeling meer
of een ander pensioen opbouwt per jaar en/of dat u meer gaat verdienen. De waarde van uw oude pensioenrechten is dan niet genoeg om er eenzelfde aantal dienstjaren bij een hoger salaris voor terug te kopen. Vergelijk het met waterfles jes: als u de inhoud van zes halve literflesjes over wilt gieten in literflessen, dan heeft u er daar maar drie van nodig. De hoeveelheid water blijft echter gelijk. 3) Als u en uw eventuele partner akkoord gaan met de offerte, dan vindt de daadwerkelijke waarde-overdracht plaats. Gaat u niet akkoord, dan blijven uw oude rechten bij uw vorige pensioenuitvoerder.
| 23
D
it hoofdstuk heet bijzondere omstandighed en . M a a r ei genl ijk gaat het over dingen die best va ak voorkomen. Scheiden. Arbeidsongeschiktheid. De vraag is: wat g e b e u r t e r d a n met je pensioen? Ook in dit hoofdstuk: bijsparen voor extra pensioen. Wat kan er en wat mag er bij je eigen pensioenfonds — als je een beetje méér wilt? 24 |
≥
bijzondere omstandigheden
| 25
23 Wat gebeurt er met mijn pensioenrechten als ik ga scheiden? Uw ouderdomspensioen valt onder de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Deze wet bepaalt dat uw expartner recht heeft op de helft van het ouderdomspensioen dat u tijdens uw huwelijk of geregistreerd partnerschap hebt opgebouwd, behalve als u en uw partner de verdeling van pensioen hebben uitgesloten in het convenant bij de scheiding of de beëindiging van het geregi streerd partnerschap. Wat u vóór het huwelijk of geregistreerd partnerschap aan pensioen hebt opgebouwd telt niet mee. Bij de verdeling van het pen sioen kunnen u en uw ex-partner kiezen uit twee manieren van uit betaling, die hieronder worden uitgelegd. U moet de verdeling van de pensioenaanspraken bin nen twee jaar na uw scheiding aanvragen bij SBZ met een formulier genaamd Mededeling van scheiding in verband met
26 |
verdeling van ouderdomspensioen. Het formulier is verkrijgbaar is bij het Ministerie van Financiën, evenals de brochure Verevening van pensioen bij scheiding. Op samenwonenden is de Wet Verevening pensioenrechten bij scheiding niet van toepassing. Als samenwonenden die uit elkaar gaan binnen 2 jaar na het beëindigen van het samenwo nen gezamenlijk een verzoek om verevening indienen bij SBZ, dan kunnen ook voor hen de principes van de Wet Verevening worden toegepast. Zie vraag 16 voor informatie over het nabestaandenpensioen bij echtscheiding. Over pensioen en scheiding heeft SBZ trouwens ook een aparte brochure getiteld Uit elkaar.
24 Wat gebeurt er met mijn pensioenopbouw als ik werkloos word? Als u werkloos wordt, stopt in principe de opbouw van uw pensioen. Er wordt geen premie meer betaald en uw rechten
blijven bij SBZ staan tot uw pen sionering of tot u uw pensioen meeneemt naar een volgende werkgever. Uw rechten worden in principe jaarlijks verhoogd om de inflatie te compenseren. Als u 40 jaar of ouder bent op het mo ment dat u werkloos wordt, dan kunt u in aanmerking komen voor de zogenaamde FVP-rege ling (Financiering Voortzetting Pensioenverzekering). In dat geval gaat de opbouw van uw pensioen door zolang u een loongerelateerde WW-uitkering krijgt. Als u op het moment dat u werkloos wordt ouder bent dan 57 jaar en zes maanden, dan gaat de opbouw van uw pen sioen door tot u 65 jaar bent. De FVP-regeling zorgt ervoor dat u een volledige pensioenopbouw krijgt over uw inkomensdeel tot de maximale WW-dagloon grens (circa € 37.000). Over het gedeelte dat daar bovenuit komt wordt de pensioenopbouw gedeeltelijk voortgezet. Een voorwaarde is wel dat u kunt aantonen dat u onvrijwillig werkloos bent. Onder bepaalde
Pensioen verdelen: u en uw ex-partner kunnen kiezen uit twee manieren van uitbetalen door SBZ Conversie Pensioenverevening Uw ex heeft bij SBZ recht op een deel van uw Uw ex ruilt het recht op nabestaandenpensioen ouderdomspensioen. plus zijn of haar deel van uw ouderdomspen sioen in voor een eigen ouderdomspensioen. Uw ex krijgt eigen aanspraken bij SBZ. Zodra u met pensioen gaat, krijgt uw ex ook Uw ex krijgt pensioen zodra hij/zij zélf de pen pensioen. sioengerechtigde leeftijd bereikt. Als u overlijdt, krijgt uw ex bijzonder Als u overlijdt, heeft uw ex geen recht partnerpensioen. Ontving uw ex op dat mo op partnerpensioen, want dit is uitge ment al een deel van uw ouderdomspensioen, ruild. Hij of zij houdt recht op het eigen dan stopt dit. SBZ-ouderdomspensioen. Als uw ex eerder overlijdt dan u, krijgt u weer Als uw ex eerder overlijdt dan u, vervallen recht op het gehele ouderdomspensioen. zijn/haar rechten aan het pensioenfonds.
voorwaarden zorgt de FVP er ook voor dat de opbouw van het nabestaandenpensioen gedeel telijk doorgaat. Het aanvraag formulier voor de FVP-regeling ontvangt u van de instantie die de WW-uitkering verstrekt. Let op: De Stichting FVP heeft aangegeven op termijn met de premiebijdragen bij werkloos heid te stoppen, omdat er onvoldoende geld is om de toegenomen kosten het hoofd te kunnen bieden. De stichting heeft de intentie uitgesproken de FVP-bijdragen voor werk nemers die vóór 2008 WWgerechtigd zijn geworden zoveel mogelijk intact te laten. Wie vanaf 2008 werkloos wordt, zal niet meer in aanmer king komen voor een bijdrage uit de FVP-regeling.
25 Wat biedt de pensioenregeling bij arbeidsongeschiktheid? De SBZ-pensioenregeling biedt een aanvulling op de WIA(WIA, ofwel Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen is de opvolger van De WAO). Bent u volledig arbeidson geschikt, dan vult het SBZ arbeidsongeschiktheidspen sioen gedurende het derde tot en met zesde jaar van uw arbeidsongeschiktheid (gedu rende de eerste twee jaar hebt u immers recht op loondoorbeta ling door uw werkgever) uw WIA-uitkering aan tot 80% van uw laatste jaarsalaris, daarna wordt er aangevuld tot 70% tot uiterlijk de pensioendatum.
Verder wordt de opbouw van uw pensioen premievrij voortgezet zolang u arbeidsongeschikt bent. Bij gedeeltelijke arbeids ongeschiktheid heeft u recht op een aanvulling naar rato van het arbeidsongeschiktheids percentage. Ook de premievrije pensioenopbouw zal in dat geval naar rato plaatsvinden. Dit alles gaat door totdat u weer wordt goedgekeurd of totdat uw pensioen ingaat. Vervroeging of uitstel van de pensioenleeftijd is niet mogelijk als u een SBZ-ar beidsongeschiktheidsuitkering geniet. Dat geldt ook voor het prepensioen: dat gaat verplicht in op uw 62ste. Er ontstaat dan een bijzondere situatie, want tot uw 65ste krijgt u nog WIA-uitke ring. Tijdens die periode wordt alleen dat deel van het prepen sioen uitgekeerd dat boven de WIA-uitkering uitkomt. Komt uw prepensioen niet boven de WIA-uitkering uit, dan krijgt u helemaal geen prepensioen, het prepensioen vervalt dan in feite. Gedurende de periode 62-65 jaar loopt wél de opbouw door van het ouderdomspensioen en het nabestaandenpensioen. Over uw SBZ-pensioen en arbeids ongeschiktheid zal in de loop van 2006 een aparte brochure verschijnen.
26 Hoe werkt de pensioenopbouw in combinatie met de levensloopregeling? Meedoen aan levensloopspa ren heeft geen invloed op uw pensioenopbouw. Wat u aan levenslooptegoed spaart
wordt niet afgetrokken van uw pensioengevend salaris. Kortom, of u nu wel of niet aan levensloopsparen doet, u bouwt evenveel pensioen op. In de periode waarop u uw levenslooptegoed aan het opnemen bent kunt u gewoon blijven meedoen aan de pen sioenregeling. Sommige werkge vers betalen het werkgeversdeel door tijdens uw verlof, andere doen dat niet. In dat laatste geval zult u zelf het werkgevers deel moeten betalen indien u gedurende het opnemen van het levenslooptegoed voor pensioen verzekerd wilt blijven.
27 Wanneer kan er sprake zijn van een pensioentekort en wat is daaraan te doen? Ook in een op zich goede pensioenregeling kunt u een pensioentekort oplopen. Dat komt eigenlijk altijd door persoonlijke omstandigheden: echtscheiding, een aantal jaren niet in een pensioenregeling gezeten, pensioenbreuk. Een pensioentekort kan ook ont staan doordat u te weinig AOW krijgt, bijvoorbeeld omdat u een aantal jaren in het buiten land gewoond heeft of omdat u in 1950 of later geboren bent en een jongere partner heeft met geen of weinig eigen inkomsten (zie pagina 11) U kunt iets aan een pen sioentekort doen door bij te sparen voor meer pensioen. Dat kan bij SBZ en hierna leggen we uit hoe dat allemaal werkt.
| 27
28 Hoe werkt bijsparen bij SBZ? Bijsparen gaat volgens het principe: u stort via uw werkgever een bedrag, en dit bedrag wordt omgezet in een recht op een levenslang ouderdomspensioen en/of een nabestaandenpensioen. Hoe meer u inlegt en hoe vroeger u met bijsparen begint, des te hoger het pensioen dat u ervoor krijgt. Het mooie (en we mogen wel zeggen het unieke) van bijsparen bij SBZ is dat u al op het moment van uw inleg weet hoeveel pensioen u daar later voor terugkrijgt. Wat er met de beleggingen ook gebeurt, uw pensioentoezegging is gega randeerd. Bovendien wordt het afgesproken bedrag, zolang u SBZ-deelnemer bent, in prin cipe jaarlijks geïndexeerd met de loonindex. Daarvoor moet het pensioenfonds wel over voldoende middelen beschik ken; zijn die er niet, dan kunt u het pensioen welvaartsvast houden door zelf een stukje bij te storten. Meer over bijsparen kunt u lezen in een aparte folder geti teld Meer pensioen opbouwen.
29 Hoeveel mag je bijsparen binnen de eigen bijspaarmodule van SBZ?
28 |
Hoeveel u mag bijsparen wordt bepaald door fiscale normen. Waar deze normen op neerkomen is dat er een bepaald fiscaal maximum is
gesteld aan wat u aan pensioen mag opbouwen, en als uw pen sioenregeling onder dat maxi mum blijft, mag u het verschil opvullen door bijsparen. Omdat de SBZ-regeling sinds 1 januari 2006 vrijwel het maximale biedt wat fiscaal is toegestaan, is bijsparen naast uw huidige of toekomstige pen sioenopbouw nog maar in zeer beperkte mate mogelijk. Extra pensioenopbouw over het verleden – toen de SBZ-rege ling wat minder bood dan het toenmalige fiscale maximum – kan nog wel. Als u dus voor 2006 een groot aantal jaren bij een bij SBZ aangesloten organisatie heeft gewerkt en u nog niet heeft bijgespaard, dan kan uw bijspaarruimte aanzienlijk zijn*. Bijsparen moet altijd gebeuren vanuit uw bruto salarisbestanddelen: uw bruto salaris, vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, overwerk of ATV- en verlofdagen. Anders gezegd: geld van uw spaarreke ning afhalen en dat overmaken naar de bijspaarregeling is niet mogelijk. * Heeft u dergelijke ruimte niet, maar u wilt toch sparen voor meer pensioen, dan is deelname aan een levensloopregeling of het afsluiten van een lijfrente wellicht het overwegen waard. Voor deze producten kunt u niet bij SBZ terecht, wel bij banken en verzekeraars.
30 Ik ben wel geïnteresseerd in bijsparen bij SBZ voor meer pensioen. Waar kan ik meer informatie krijgen of me aanmelden? Bij uw afdeling P & O kunt u een uitgebreide SBZ-folder krijgen over bijsparen, plus formulieren waarmee u zich kunt aanmelden. Voor nadere informatie kunt u natuurlijk ook bellen met SBZ. Wilt u daadwerkelijk gaan bijsparen, dan is het handig om eerst een paar berekeningen te laten uitvoeren. Daarbij kunt u op twee manie ren te werk gaan: 1. U vertelt SBZ hoeveel u wilt storten, en wij vertellen u hoeveel pensioen u daar te zijner tijd voor terugkrijgt (waarbij we ervan uit gaan dat u binnen de fiscale normen blijft) Voorbeeld. Henk Jansen, 41 jaar, wil een eenmalige storting doen van € 3000. Zijn bedoe ling is een hoger pensioen vanaf z’n 65ste verjaardag plus extra nabestaandenpensioen. Het extra ouderdomspensioen dat deze storting oplevert bedraagt € 481 per jaar, vanaf 65 jaar tot aan het einde van zijn leven. Na zijn overlij den krijgt mevrouw Jansen de rest van haar leven een nabestaandenpensioen van € 337 per jaar.
2. U geeft aan hoeveel extra pensioen u te zijner tijd wilt, en SBZ rekent voor u uit (rekening houdend met de fiscale normen) hoeveel u daarvoor moet storten. Voorbeeld. Henk Jansen heeft z’n € 3.000 euro toch maar niet gestort. Er zijn 4 jaar voorbij gegaan dus hij is inmiddels 45 jaar en wil nu alsnóg zijn extra ouderdomspensioen van € 481 vanaf z’n 65ste met een nabestaandenpensioen van € 337 per jaar. Dit kan als hij een eenmalige storting doet van € 3.480. U ziet aan deze voorbeelden dat het bij bijsparen voor extra pensioen loont om er zo vroeg mogelijk mee te beginnen. Zoals Einstein al zei: er bestaat geen grotere kracht in het heelal dan het effect van rente op rente.
...noteer mij maar voor dat bijsparen!
BIJSPAARRUIMTE IS GEEN PensioenTEKORT! Op uw pensioenoverzicht staat de fiscale ruimte voor bijsparen vermeld. U vindt dit onder het kopje ‘Maximale bijspaarruimte bij SBZ per 31 december 200X’. Mensen vragen zich soms af of fiscale ruimte hetzelfde is als pensioentekort. Het antwoord daarop is kort en bondig: nee. BIJSPAARRUIMTE is het verschil tussen wat fiscaal aan pensioenopbouw is toegestaan en wat de pensioenregeling van SBZ u biedt. Op uw pensioenoverzicht staat hoeveel dat in uw geval is. De bijspaarruimte over de achterliggende jaren is daarbij inbegrepen. Voor de goede orde: de bedragen op uw pensioenoverzicht hebben betrekking op het bedrag aan pensioenrecht (in de vorm van levenslang ouderdomspensioen) dat u mag bijsparen. De eenmalige storting die ervoor nodig is om dat recht in te kopen staat niet op het overzicht vermeld; dat bedrag kunt u opvragen bij SBZ. PensioenTEKORT is een begrip dat eigen lijk niet precies gedefinieerd is. Verzekeraars bedoelen met een pensioentekort alles wat een gepensioneerde tekort komt ten opzichte van het ‘ideale’ pensioen van 70% van het laatstver diende salaris. Volgens deze norm heeft meer dan drie kwart van alle Nederlanders een pen sioentekort, en dat is dan ook waar verzekeraars in hun advertenties telkens weer op wijzen. De werkelijkheid is natuurlijk wat genuanceerder. Zinniger is het om van een pensioentekort te spreken als iemand na de pensionering te weinig inkomen heeft om te kunnen leven zoals hij of zij dat zou willen. Dat kan komen doordat er te wei nig pensioen is opgebouwd, bijvoorbeeld door een tekort aan dienstjaren of door echtscheiding.
| 29
30 |
≥
E
en pensioenfonds zit op een grote zak met geld. Geld van jou en je collega’s. Geld voor later. Hoe wordt dat geld beheerd? Wie heeft het voor het zeggen bij het pensioenfonds? En eh… wat kost dat pensioen eigenlijk? Zulke vragen krijgen pensioenfondsen tegenwoordig s teeds vaker. Wij vertellen graag hoe het zit.
en verder...
| 31
31 Hoeveel kost mijn pensioenvoorziening en wie betaalt dat? De pensioenkosten worden per deelnemer vastgesteld en hangen af van leeftijd en salaris. SBZ brengt de kosten voor iedere individuele deelne mer rechtstreeks in rekening bij zijn of haar werkgever. Uw werkgever mag u op grond van de CAO Zorgverzekeraars een eigen bijdrage vragen.
32 Wie bestuurt SBZ? Het bestuur van het pen sioenfonds bestaat uit acht leden, vier van werkgeverszijde en vier van werknemerszijde. Daarnaast is er een deelne mersraad met adviserende be voegdheden. De tien leden van de deelnemersraad vormen een afspiegeling van de verhoudin gen tussen actieve deelnemers en gepensioneerden binnen de pensioenregeling.
...heb ik zelf ook nog wat te zeggen?
32 |
33 Wie controleert SBZ? Alle pensioenfondsen in Neder land moeten zich houden aan de spelregels zoals die gefor muleerd zijn in de Pensioen- en spaarfondsenwet. Hierop wordt toezicht gehouden door de Nederlandsche Bank. Deze instantie controleert onder andere of de beleggingen verantwoord geschieden, of het algehele financiële beheer en de administratie van het pensioenfonds deugdelijk zijn en of de voorlichting voldoende is. Kortom, deze instantie ziet erop toe dat de belangen van de deelnemers, de gewezen deelnemers en gepensio neerden goed behartigd worden. Daarnaast stelt een externe actuaris vast of het pensioenfonds voldoende middelen heeft om aan de toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. Een externe accountant controleert de jaarrekening.
34 Hoe kom ik aan informatie over mijn pensioen? Ieder jaar in mei ontvangt u een pensioenoverzicht, een heel belangrijk document waarin u precies kunt zien wat u al aan rechten heeft opge bouwd en waar u ongeveer op zult uitkomen als u tot uw 65ste in dienst blijft. Deze informatie kunt u ook (met een inlogcode) vinden op de SBZ-website www.sbz.nl. U kunt daar bovendien met uw eigen gegevens verschillende keuzemogelijkheden doorreke nen. Houdt u er rekening mee dat de gegevens slechts één keer per jaar worden ververst, ze zijn altijd zo recent als de meest recente pensioenopgave. Verder is er een SBZ-brochu relijn met informatie over pen sioen in al z’n facetten. Deze brochures zijn verkrijgbaar bij uw afdeling personeelszaken en bij SBZ. De complete serie bestaat uit: – Meer pensioen opbouwen (over bijsparen bij SBZ) – De nabestaandenregeling van SBZ – Uit elkaar (pen sioenverdeling bij echtscheiding) – Uw pensioen meenemen? (over het meenemen van uw pensioen bij verandering van werkgever) – Pensioen en arbeidsonge schiktheid (verschijnt in 2006)
Dan is er nog SBZ Info, onze krant met informatie over de pensioenregeling, persoonlijke financiële planning en andere wetenswaardigheden. Deze verschijnt eenmaal per jaar en wordt naar uw huisadres gestuurd. Voor concrete vragen kunt u te recht bij uw personeelschef of rechtstreeks bij SBZ, telefoon 0343-534000. U kunt ook mai len naar
[email protected]. Vermeldt alstublieft uw deelnemersnum mer of geboortedatum erbij. U vindt uw deelnemersnummer op uw pensioenopgave.
...en als ik nou eens meer wil weten?
| 33
D
e een wil liever vanda ag dan morgen met pensioen. De ander wil juist zo lang mogelijk opgesteld blijven. ‘t Is allemaal een kwestie van voorkeur. Je pensioen regeling speelt daarop in: je kunt van alles zelf kiezen. Niet alleen wanneer je met pensioen wilt, maar ook over het nabestaanden pensioen, deeltijdpensioen enzovo or t. Lee s ma ar even mee.
34 |
≥
kiezen
| 35
De pensioenregeling van SBZ kent een aantal keuzemogelijkheden, die u kunt gebruiken om uw pensioen optimaal af te stemmen op uw persoonlijke wensen. Tot op zekere hoogte kunt u zelf bepalen hoe u uw pensioenkapitaal wilt opmaken, al gelden er wel regels en (fiscale) grenzen. Het principe is betrekkelijk eenvoudig: wilt u van het een wat meer, dan zult u met wat minder van het ander genoegen moeten nemen. U verliest of wint er niets bij, het is simpelweg een herschikking.
...waar wil je heen met je pensioen?
Als u op 31 december 2005 al werkte bij een bij SBZ aangesloten organisatie, dan heeft u pensioenrechten uit twee verschillende SBZ pensioenregelingen: - Tot en met 31 december 2005 had SBZ een pensioenregeling met een pensioen dat inging op 62 jaar. Deze regeling is op 1 januari 2006 beëindigd, omdat het kabinet vanaf die datum dergelijke regelingen niet langer fiscaal begunstigde. Wat u tot 1 januari 2006 aan pensioen vóór 62 jaar heeft opgebouwd, is in deze oude regeling achtergebleven onder de naam prepensioen. - Het pensioen dat u sinds 1 januari 2006 aan het opbouwen bent gaat in op uw 65ste verjaardag. De keuzemogelijkheden op een rij 1. Kies zelf wanneer u met pensioen wilt (pen sioendatum uitstellen of vervroegen) 2. Nabestaandenpensioen inruilen voor meer ouderdomspensioen 3. Deeltijdpensioen 4. Eerst méér, later minder pensioen
36 |
1 Kies zelf wanneer u met pensioen wilt (pensioendatum uitstellen of vervroegen) Het prepensioen dat u heeft opgebouwd in de oude regeling (die gold van 2000 tot en met 2005) gaat standaard in op 62 jaar. Dit pensioen kunt u vervroegen of uitstellen. De vroegste ingangsdatum is 55 jaar, de uiterste 70 jaar. Als u uw pensioendatum vervroegt, gaat het pensioen omlaag: er moet dan immers langer worden uitgekeerd. Stelt u de pensioendatum uit, dan gebeurt het omgekeerde: het pensioen gaat omhoog, omdat er korter uitgekeerd hoeft te worden. Uitstellen van de pensioendatum is dus een manier om aan een hoger pensioen te komen. Het ouderdomspensioen uit de nieuwe regeling (die is ingegaan op 1 januari 2006) gaat in op 65 jaar. U kunt de ingangsdatum uitstellen tot 70 jaar, of vervroegen, op z’n vroegst tot uw 55ste verjaardag. Ook hier geldt: vervroeging leidt tot verlaging van het pensioen, uitstel leidt tot een hoger pensioen. U kunt de twee pensioenen op elkaar laten aansluiten door het oude pensioen uit te stellen en het nieuwe pensioen te vervroegen. U kunt daarbij uitgaan van een bepaald inkomen dat u wenst, en op grond daarvan laten berekenen op welke leeftijd u dat inkomen bereikt zult hebben. Maar het omgekeerde kan ook: u kiest de door u gewenste pensioenleeftijd, en laat daar het inkomen bij laten berekenen. Spelregels – Pensioen uitstellen tot na uw 65ste verjaardag mag alleen als u naast de AOW een inkomen heeft. U kunt óf aan het werk blijven bij uw huidige werkgever (maar die moet er dan mee akkoord gaan dat u doorwerkt), u kunt ergens anders gaan werken of voor uzelf beginnen. Maar zodra u geen geld meer verdient, moet het pensioen ingaan. – Uitstel van het prepensioen naar een ingangs leeftijd tussen 62 en 65 jaar is alleen mogelijk als u nog in loondienst werkzaam bent.
– Als u de pensioendatum zover uitstelt dat de optelsom van AOW en pensioen meer gaat bedragen dan 100% van uw laatstverdiende inkomen, dan gaat het pensioen direct in. Verder uitstel is dan niet meer toegestaan.
2. Partnerpensioen inruilen voor meer ouderdomspensioen De SBZ pensioenregeling biedt de mogelijkheid om het nabestaandenpensioen (het levenslange pensioen dat uw eventuele partner krijgt als u komt te overlijden) op uw pensioendatum geheel of gedeeltelijk in te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen. Deze keuze ligt voor de hand als u op uw pensioendatum geen partner heeft; er is dan nie mand die voor het partnerpensioen in aanmer king kan komen. En als u na uw pensioendatum gaat trouwen of samenwonen, dan komt uw part ner toch al niet in aanmerking voor partnerpen sioen. Maar ook als u wél een partner heeft kunt u er samen voor kiezen het partnerpensioen op te geven. Dit kan interessant zijn als er voor uw partner al een goede inkomensvoorziening is, bijvoorbeeld in de vorm van een levensverzeke ring of een eigen pensioen. De hoogte van het nabestaandenpensioen vindt u op uw pensioenoverzicht. Als u het nabestaandenpensioen volledig inruilt dan wordt uw jaarlijkse ouderdomspensioen verhoogd met 21,5 % van het verzekerde nabestaandenpensioen. Spelregels – Als u het partnerpensioen wilt inruilen voor een hoger ouderdomspensioen en u heeft een partner, dan moet deze het verzoek tot inruil mede ondertekenen. – U kunt niet het partnerpensioen inruilen dat gereserveerd is voor een (huwelijks-)partner van wie u inmiddels gescheiden bent. – U kunt uw besluit om het partnerpensioen in te ruilen niet meer herroepen. | 37
3. Deeltijdpensioen Tussen uw 55ste en uw 70ste kunt u gebruik maken van de mogelijkheid van deeltijdpen sioen. U gaat dan minder uren werken en laat uw inkomen aanvullen door een gedeeltelijke pen sioenuitkering. Zolang u naast uw deeltijdpen sioen blijft werken bij een bij SBZ aangesloten organisatie bouwt u verder aan uw pensioen als een parttime medewerker, dus naar rato van het aantal uren dat u nog werkt. U bepaalt zelf hoe de verhouding moet liggen tussen gewerkte uren en deeltijdpensioen. Onder door het bestuur van SBZ vast te stellen voorwaarden is het mogelijk het aantal gewerkte uren geleidelijk af te bouwen en tegelijk telkens een stukje meer deeltijdpensioen op te nemen. Spelregels – Om met deeltijdpensioen te kunnen moet uw werkgever ermee akkoord gaan dat u uw fulltime dienstverband omzet in een deeltijd dienstverband. – Bij het aanvragen van deeltijdpensioen bij SBZ moet u een schriftelijke akkoordverkla ring van uw werkgever meesturen.
38 |
4. Eerst méér, later minder pensioen U kunt ervoor kiezen om de hoogte van uw pen sioenuitkering door de jaren heen te laten varië ren. Misschien wilt u eerst wat meer en later wat minder pensioen. Veel gepensioneerden hebben de eerste jaren na hun pensionering behoefte aan wat meer financiële armslag, terwijl die behoefte later vaak wat afneemt. Of, in het geval van vervroegde pensionering, omdat er vóór 65 jaar nog geen AOW is. Maar het omgekeerde komt ook voor: dat mensen eerst minder en later meer pensioen willen opnemen, bijvoorbeeld omdat ze de eerste jaren na hun pensionering nog een inkomen hebben uit arbeid. Bij SBZ mag u zelf aangeven hoe u het hebben wilt, zolang u maar binnen de fiscale kaders blijft.
Colofon Tekst en productie: A-vier Communicatie Amsterdam (www.a-vier.nl) Ontwerp: potatoPixels © A-vier Communicatie, 2006
Spelregels – De hoogste en de laagste uitkering mogen zich tot elkaar verhouden als maximaal 100:75. Maar: vóór uw 65ste mag u daarbo venop nog eens een bedrag ter grootte van de AOW extra laten uitkeren. – U maakt de keuze één keer; herroepen of veranderen is niet mogelijk.
| 39