Samenwerking Werk en Inkomen, Heusden, Loon op Zand en Waalwijk (Gezamenlijk door de drie gemeenten opgesteld) 0. Samenvatting De gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk werken al jaren samen op het terrein van gesubsidieerd werk via de Wet sociale werkvoorziening (WSW). Een viertal jaren geleden werd ook de uitvoering van de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) aan het gezamenlijke Werkbedrijf Midden Langstraat (WML) opgedragen. Voor wat betreft het verzorgen van de regeling In- en doorstroombanen (IDLW) wordt nu een zelfde aanpak vanaf 1 januari 2003 voorgestaan. Medio 2001 heeft de gemeente Heusden besloten gezamenlijk met Loon op Zand en Waalwijk aan te sluiten op de dienstverlening vanuit het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) in het bedrijfsverzamelgebouw De Schoenhoorn te Waalwijk. Het is een logische vervolgstap in het ontwikkelingsproces van verdere regionale samenwerking op het terrein van Werk & Inkomen. De ontwikkelingen vinden plaats binnen de kaders van de Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen (SUWI) welke per 1 januari 2002. van kracht is geworden. Het CWI is voor onze gemeenten een gegeven, de taken zijn wettelijk voorgeschreven. Voor het realiseren van de Sluitende Aanpak, de ketendienstverlening in aansluiting op werkprocessen binnen het CWI, zijn gemeenten verantwoordelijk. In september 2001 hebben wij een Stuurgroep Sluitende Aanpak ingesteld. De Stuurgroep heeft in december 2001 een projectplan aangeboden. De totale projectperiode zal het tijdvak tot 1 juli 2003 omvatten. Met bedoeld projectplan hebben wij ingestemd. Via een afzonderlijk bulletin hebben wij u omtrent onze bevindingen ingelicht. Thans ligt het door de Stuurgroep ingediende projectprogramma ter besluitvorming voor (zie bijlage I). In dit voorstel zullen wij eerst in het kort nogmaals de kaders schetsen voor het gemeentelijk beleid. Wij beseffen dat een verdere intensivering van de samenwerking tussen de drie gemeenten onontkoombaar is. Alvorens definitieve besluiten te kunnen nemen zal nogmaals onderzoek dienen plaats te vinden Wij verwachten omstreeks september 2002 meer duidelijkheid te kunnen aanreiken. Vooruitlopend op een gemeenschappelijk kantoor voor de 3 gemeenten wil de gemeente Loon op Zand als tussenstap de verzorging van de uitkeringsadministratie, per 1 januari 2003, onder nog nader te bepalen voorwaarden, aan de gemeente Waalwijk opdragen. Het spreekt voor zich dat er vele extra personele kosten zijn gemoeid met deze gehele operatie. Dekking kan geschieden via verkregen rijksmiddelen. 1. Aanleiding advies / ingekomen brief / probleemstelling / vroegere besluiten Medio 2001 heeft de gemeente Heusden besloten gezamenlijk met Loon op Zand en Waalwijk aan te sluiten op de dienstverlening vanuit het CWI in het bedrijfsverzamelgebouw De Schoenhoorn te Waalwijk. Samenwerking op het terrein van Werk & Inkomen binnen de regio is onontkoombaar. De ontwikkelingen vinden plaats binnen de kaders van de per 01-01-2002 van kracht geworden Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen(SUWI). De stuurgroep Sluitende Aanpak heeft een projectprogramma gepresenteerd
1
2. Wijze van aanpak / oplossingsrichting Wettelijk kader In de wet SUWI, zijn een 3-tal hoofddoelstellingen geformuleerd: • werk boven inkomen in een activerend stelsel van sociale zekerheid • een hierop afgestemde klantgerichte dienstverlening • een doelmatige en rechtmatige uitvoering Deze structuur is maatgevend voor de gemeentelijke inrichting van de dienstverlening. Daarbij gelden een aantal onderling samenhangende elementen als dienstverleningsconcept: de klant als maat voor de dienstverlening de keten van werk, inkomen en zorg de kwaliteit van de dienstverlening klantenparticipatie in relatie tot de dienstverlening Centraal in die uitvoeringsstructuur staat het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). De sluitende dienstverlening dient volgens het SUWI-concept plaats te vinden waar ze thuishoort: dicht bij de burgers, in de gemeenten. De gemeente heeft de regie over de ‘Sluitende Aanpak’, de keten van dienstverlening voor elke klant die daarop aangewezen is. Naast de ontwikkelingen op het gebied van SUWI heeft met name de invoering van het Fonds voor Werk en Inkomen (FWI) invloed op de bedrijfsvoering en de financiële omstandigheden van de gemeenten. Gekoppeld aan een belangrijke mate van ‘deregulering’ en ‘ontschotting’ van geldstromen wordt de gemeente in belangrijke mate risicodragend ten aanzien van de ABW en de WIW (zie bijlage II: FWI- Heusden, Loon op Zand en Waalwijk: effecten voor de samenwerkende gemeenten). Vereenvoudiging, c.q. afschaffing van uitvoeringsvoorschriften moeten de uitvoering ontlasten opdat de uitgangspunten binnen de SUWI-operatie beter gestalte kunnen krijgen. Een verdere budgettering in het kader van het FWI maakt dat de kwalitatieve verbetering van het dienstverleningsproces aan de cliënt ook aantrekkelijk wordt voor de gemeente. Met deze ontwikkelingen dient voorop te staan dat: • de dienstverlening aan de cliënt zo moet worden georganiseerd dat daarmee recht wordt gedaan aan het uitgangspunt ‘werk boven inkomen’ • de vraag van de cliënt leidend is voor de wijze van dienstverlening • de effectiviteit van beleid en efficiency in de uitvoering binnen dit kader, als gevolg van de toenemende gemeentelijke financiële verantwoordelijkheid en daarmee gepaard gaande risico’s, steeds belangrijker worden. 2.1 Ontwikkelingen in het cliëntenbestand. Het aantal bijstandsgerechtigden is de laatste jaren fors gedaald en het cliëntenbestand bestaat thans grotendeels uit personen zonder arbeidsverplichting op grond van leeftijd of zorgtaken alsmede personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (fase 4). Bij deze laatste categorie is veelal spraken van een meervoudige problematiek zoals het
2
ontbreken van een voldoende startkwalificatie door een afgebroken of onvoldoende opleiding, problematische schulden, psychosociale problemen, taalachterstand of verslavingsproblematiek. Daarnaast heeft de gemeente per 1 januari 2002 de zorg gekregen over de nietuitkeringsgerechtigde werkzoekende en degenen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW). Ook van deze cliënten mag worden aangenomen dat ze tot het overgrote deel niet tot de direct-bemiddelbare groep van personen behoren en intensieve begeleiding nodig hebben. 2.2 Opdracht van Rijk aan gemeenten Van de gemeenten wordt verwacht dat zij de Sluitende Aanpak vormgeven door middel van een integrale en resultaatgerichte aanpak en de centrale regie op de uitvoering van (gecombineerde en/of gefaseerde) activerings-, arbeidstoeleidings- en zorgtrajecten. Dat moet ertoe leiden dat de gemeenten, in samenspraak met alle (ook huidige) ABWklanten uiterlijk 1 januari 2003 te hebben vastgesteld wat het ontwikkelings-, activerings- en/of uitstroomperspectief is, en dat er dan ook voor alle cliënten een traject is vastgesteld dat leidt naar arbeidsintegratie dan wel naar maatschappelijk integratie en zelfredzaamheid. Deze opdracht staat verder uitgewerkt in de Agenda voor de Toekomst (afspraken door de minister van SZW met de VNG gemaakt op 24 april 2001) waar sprake is van een sluitende keten voor zowel nieuwe instroom als het zittend bestand. 2.3 Intentieverklaring Sluitende Aanpak Wij hebben in augustus 2001 een verklaring Sluitende Aanpak Midden Langstraat Werkt! opgesteld. Immers wij zijn van oordeel dat voor een effectieve uitstroom van werkzoekenden met name de categorie fase 4 een gezamenlijke aanpak nodig is. Het werkbezoek aan de gemeente Farum in Denemarken, de opzet van de pilot Sociale Activering door WML (Fidant) en de ervaringen in het parapluproject voor de ketendienstverlening “Midden Langstraat Werkt!” hebben bijgedragen aan de inzichten zoals deze ook in een gezamenlijke nota Sociale Activering zijn vastgelegd. Deze specifieke regionale aanpak houdt in dat nieuwe cliënten binnen 14 dagen een actiefgarantie krijgen tot deelname aan een activiteit die leidt tot reïntegratie op de arbeidsmarkt. De huidige ABW-cliënten krijgen na het eerste contact in het kader van de Sluitende Aanpak binnen 4 weken een op hem of haar afgestemde activeringsroute voorgelegd. Hiervoor zal de klantmanager bij de afdeling sociale zaken zorgdragen. Door middel van de te ontwikkelen gezamenlijke regie- en inkoopfunctie zal zijn werk worden ondersteund. 2.4 Centrum voor Werk en Inkomen In de lokale/subregionale uitvoeringsstructuur staat het CWI derhalve centraal. De belangrijkste CWI-taken: • informatie en advies aan werkzoekenden en werkgevers over rechten en plichten op het gebied van uitkeringen en over de arbeidsmarkt • bemiddeling voor werkzoekenden en werkgevers
3
• • •
• •
acquisitie en registratie van vacatures bepaling van de afstand tot de arbeidsmarkt (fasering) kwalificerende intake (KWINT) fase 2 en 3 en vervolggesprekken fase 4 en de daaraan verbonden advisering over individuele reïntegratiemogelijkheden, alsmede de advisering ten behoeve van het inburgeringprogramma nieuwkomers (WIN) uitkeringsintake (voor WW of ABW c.a.) bemiddelingsgesprekken fase 1
2.5 Gemeentelijke taken Het gemeentelijk proces Sluitende Aanpak, de activiteiten welke onder de verantwoordelijkheid van de gemeente worden uitgevoerd, begint officieel op het moment dat de klantgegevens door het CWI aan de gemeente worden geleverd. De taken zijn: • vaststellen van het recht op bijstand • laten opstellen trajectplan. • regie voeren inzake externe processen reïntegratie en zorg, alsmede overige gemeentelijke processen • uitvoeren van heronderzoeken • handhavingsbeleid toepassen • beëindigen van de uitkering De klantmanager is zowel aanspreekpunt voor de klant als regisseur van het gehele traject, waarbij zowel werk-, zorg- als inkomensaspecten in hun samenhang worden bezien. De uitkeringsverstrekking (binnen de door de wet- en regelgeving gestelde grenzen) en de noodzaak tot het aanbieden van zorgtrajecten is daaraan ondersteunend. De omschrijving van de taken van de klantmanager in relatie tot uitstroombevordering en maatschappelijke participatie is in een bijlage bij het projectplan opgenomen. Het gezamenlijke opleidingstraject voor de klantmanager is inmiddels afgerond. 2.6 Service Niveau Overeenkomst (SNO) De wetgever geeft aan dat partijen het gewenste niveau van dienstverlening door Centrum voor Werk en Inkomen regelen via een SNO. Het landelijk conceptmodel SNO is op een aantal punten na breed overleg aangevuld. Op 25 februari 2002 is de overeenkomst namens de gemeenten door de portefeuillehouders Sociale Zaken ondertekend (zie bijlage III). Het referentiewerkproces binnen het CWI is leidend. Werk boven uitkering wordt praktisch vorm gegeven door eerst de werkintake te verzorgen. Helaas is het voorlopig nog niet mogelijk om die gegevens via het automatiseringspakket CWIntake aangeleverd te krijgen. De verwachting bestaat dat eerst omstreeks 1 juli 2002 het pakket landelijk voor de CWI-organisatie beschikbaar komt. Er lopen nu enkele pilots in het land. Voorlopig is er dus sprake van een papieren overdracht van de noodzakelijke gegevens ter beoordeling van de aanspraak op bijstand. 2.8 Sluitende Samenwerking Midden Langstraat Een intensivering van de gemeentelijke samenwerking op het terrein van de Sluitende Aanpak is onontkoombaar. Gezamenlijk stellen we de klant centraal. Dat vraagt ook om een andere professionele benadering, een vraaggerichte organisatie met alle
4
consequenties van dien. Het Centrum voor Werk en Inkomen speelt daarbij een centrale rol. Een bundeling van krachten binnen de gemeentelijke organisaties (met name afdelingen sociale zaken) is noodzakelijk om onder de veranderende omstandigheden de gewenste kwaliteit en continuïteit te kunnen (blijven) bieden. Voorts wordt het belang van de aanbieder van trajecten volstrekt ondergeschikt aan dat van klant. In de meeste situaties zal derhalve maatwerk geleverd dienen te worden. De volgende onderwerpen zijn thans aan de orde: − introductie van klantmanagement − regie van de ketendienstdienstverlening − inrichting van ketenproces en ICT − verdere ontwikkeling BVG De Schoenhoorn − inkoop van reïntegratietrajecten − aanbod van nieuwe doelgroepen − regionaal platform − klantenparticipatie De stuurgroep Sluitende Aanpak onder voorzitterschap van wethouder J. Klijs van de gemeente Heusden, heeft inmiddels het projectprogramma “Sluitende Samenwerking Midden Langstraat” aangeboden. De projectorganisatie is ingericht, de werkgroepen zijn op 7 maart 2002 van start gegaan. Binnen de gestelde kaders zullen er vele activiteiten ter hand genomen moeten worden. Als uitgangspunt is er voor gekozen om zoveel mogelijk werkzaamheden met de medewerkers binnen de afdelingen samen op te pakken. Dat is niet alleen belangrijk voor betrokkenheid, het geeft ook ruimte aan de kwaliteiten van medewerkers. Echter de dienstverlening aan onze klanten moet gewaarborgd blijven. Dit laatste houdt tevens in dat bijvoorbeeld het productieverlies vanwege het inschakelen van de eigen medewerkers opgevangen zal moeten worden door in te huren krachten. 2.9 Rechtsvorm samenwerking Al vroeg in het proces is de keuze van de organisatievorm gewenst. Immers deze kan een dominante factor bij een aantal aspecten inhouden. Verder is het natuurlijk ook van betekenis dat medewerkers zich een beeld kunnen gaan vormen over een toekomstige structuur van de organisatie waarin of waarmee zij gaan samenwerken. Eveneens moeten we voorkomen dat eerst in de laatste fase van het proces afzonderlijke belangen van de organisatie, de leiding en de medewerkers de aandacht krijgen welke ze verdienen. De ontwikkelingslijn visie - beleid - taken - organisatie - functies is helder. Echter de vraag van medewerkers waartoe de van hen verlangde extra inzet in het komend jaar uiteindelijk toe zal leiden moet zo spoedig mogelijk beantwoord worden. Gelet op de gewenste gelijkwaardige bestuurlijke inbreng ligt een gemeenschappelijke regeling in de rede. De Stuurgroep verwacht in mei 2002 een advies te kunnen presenteren inzake de gewenste juridische vorm voor de samenwerking. 2.10 Versnelde samenwerking Loon op Zand - Waalwijk Burgemeester en wethouders van Loon op Zand hebben de gemeente Waalwijk verzocht reeds per 1 januari 2003 de dienstverlening op het terrein van de uitkeringsadministratie te doen verzorgen. Deze versnelde samenwerking, startend op het automatiseringsgebied, geschiedt uiteraard in het licht van de intensivering van de samenwerking tussen de 3 gemeenten. Het aangaan van een overeenkomst van
5
dienstverlening wordt aangeduid als een eerste projecttussenstap naar een gemeenschappelijke backoffice voor de 3 gemeenten. Het ligt in de rede dat de te ondernemen activiteiten in een afzonderlijke projectvorm worden samengebracht. Echter aan de stuurgroep Sluitende Aanpak is indringend verzocht de sturing, coördinatie en communicatie te begeleiden. Over de inhoud van het pakket, de voorwaarden, de kwaliteit van dienstverlening en de kosten zal nog nader overleg moeten plaatshebben. 3. Beoogde effecten/meetpunten voor succes/evaluatiemomenten Als doelen zijn geformuleerd: 1. Het realiseren van de sluitende aanpak voor werkzoekenden in aansluiting op het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) zodat: a. 15 % bestandsreductie per jaar, met ingang van 2002, bij gelijkblijvende economische ontwikkelingen, in de subregio Midden Langstraat, mogelijk is, en b. Voor 25 % van de klanten per jaar, vanaf 2002, voor wie (betaald) werk geen haalbare kaart is, een aanbod sociale activering, waarmee hun persoonlijke leefsituatie substantieel verbetert, kan worden gedaan. 2. Een efficiënte en effectieve uitvoering van overige werkzaamheden bij sociale zaken door middel van intensieve samenwerking 4. Financiële consequenties en dekkingsvoorstel 4.1 Kosten In de oorspronkelijke financiële raming was een indicatie van de totale kosten ad € 590.540,- opgenomen. Hierin waren niet begrepen de kosten i.v.m. automatisering e.d. Inmiddels is besloten om vooral gelet op de gewenste specifieke kwaliteiten de werkgroep softwareondersteuning door een extern deskundige te laten trekken. Ook het onderzoek naar de vorm van samenwerking zal door een extern deskundige worden begeleid. Dit zal verder ook bij andere specifieke onderwerpen, evenals de noodzakelijke ondersteuning bij afzonderlijke procesdelen, het geval zijn (bij het opstellen van het Plan van Aanpak is bijvoorbeeld een extern adviseur betrokken geweest). De Stuurgroep heeft voor deze benadering gekozen in plaats van een algehele procesondersteuning door een externe organisatie. Kortom de verwachting is gewettigd dat deze kosten nog verder toenemen. Waar het gaat om die gezamenlijke kosten is het redelijk dat iedere gemeente 1/3 deel voor haar rekening neemt. Tot de gezamenlijke kosten worden in ieder geval gerekend: • projectleiding • projectsecretariaat • kosten externe ondersteuning bij opstellen Plan van Aanpak • kosten externe ondersteuning bij werkgroep softwareondersteuning • kosten externe ondersteuning bij onderzoek rechtsvorm samenwerking • kosten uitvoering communicatieplan • kosten opzet en instandhouding pool van medewerkers • -budget voor onvoorziene uitgaven Daarnaast heeft iedere gemeente extra personeelskosten vanwege productieverlies bij de uitvoering van reguliere taken. Dit geldt zowel voor de afdeling sociale zaken als de
6
overige bij het proces betrokken disciplines in gemeentelijke dienst. Deze kosten zal elke gemeente intern zelf dienen te dragen. Wellicht ten overvloede mag worden opgemerkt dat al de kosten van de sluitende aanpak, de aansluiting op het Inlichtingenbureau, de invoering van de monitor Scholing & Activering en de ontwikkeling van het klantmanagement ook zonder het streven naar de intergemeentelijke samenwerking gemaakt zouden moeten worden. In de dekking van de totale kosten kan grotendeels worden voorzien door de inzet van middelen van het Rijk. Er is gekozen voor een gezamenlijke aansluiting Inlichtingenbureau per 1 oktober 2002. De daarvoor te ontvangen vergoeding van het Rijk wordt derhalve als doeluitkering voor het project gereserveerd. Aanvankelijk was ten onrechte ook de stimuleringsbijdrage ad € 22.689,- voor de opzet en inrichting van het Bedrijfsverzamelgebouw (BVG) als dekkingsmiddel voor de gemeenschappelijke uitgaven genoemd. Echter de verantwoordelijkheid voor het BVG en de daarin aan te brengen resp. aan te bieden voorzieningen ligt primair bij de gemeente Waalwijk. Het hierop betrekking hebbende Plan van Aanpak moet vóór 1 mei 2002 zijn ingediend bij het ministerie van SZW. Het vrijvallend budget van het Inkomensgedeelte Fonds Werk en Inkomen (FWI), ontstaan door lagere bijstandslasten dan de hoogte van de rijksvergoeding (WFA) in 2001 dient conform voorschrift van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden besteed in de geest van de wet SUWI. Hiertoe mogen ook de uitvoeringskosten worden begrepen (zie brief Rijksconsulentschap Zuid). Gezien de ontwikkelingen ten aanzien van Sluitende Aanpak, waarbij de daadwerkelijke uitvoering in 2002 zijn beslag zal krijgen, is het wenselijk dit restantbudget te bestemmen voor de uitvoering van het project “Sluitende Samenwerking”. 4.2
Financiële dekking
a. Voordeel Inkomensgedeelte FWI 2001 Inmiddels kan een reële inschatting worden gemaakt van de werkelijke effecten van het verschil tussen de werkelijke bijstandsuitgaven en het toegekende beschikbare budget. Het toegekende budget is bedoeld ter financiering van het 25% aandeel van de uitkeringslasten en is Inkomensgedeelte van het Fonds Werk en Inkomen. Wanneer de huidige cijfers worden omgerekend naar het gehele jaar kan worden geconcludeerd dat in Heusden, Loon op Zand en Waalwijk van het WFA-budget een fors bedrag zal resteren na betaling van het 25%-aandeel. U vindt een uitgebreide beschrijving in de notitie Fonds Werk & Inkomen van februari 2002.
2001 en de werkelijke ABW-uitgaven Werkelijke bijstandsuitgaven 25% deel Toegekende WFA-budget Voordeling verschil
Heusden Loon op Zand ƒ 2.915.671 ƒ 1.202.997 ƒ 3.600.671 ƒ 1.401.392 ƒ 685.000 ƒ 198.395 Samenwerkende gemeenten Euro
Waalwijk ƒ 4.215.810 ƒ 4.827.005 ƒ 611.195 ƒ 1.494.590 € 678.215
7
Vanuit dit perspectief bezien levert het FWI de samenwerkende gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk in 2001 ruim € 678.215 (ƒ 1.494.590) op. b. Budget uitvoeringskosten t.b.v. nieuwe doelgroepen. Ten aanzien van het werkdeel is per 1 januari 2002 het budget (en de verantwoordelijkheid) voor de reïntegratie van niet-uitkeringsgerechtigden (NUG’ers) en personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaanden wet (ANW’ers) naar de gemeente overgeheveld. Voor de gemeenten zijn de bedragen voor de uitvoeringskosten waarop de gemeenten in 2002 en 2003 recht hebben, in het kader van de Regeling vergoeding uitvoeringskosten reïntegratie niet-uitkeringsgerechtigden en ANW’ers, inmiddels vastgesteld. Uitvoeringskosten nieuwe doelgroepen:
Gemeente Heusden Loon op Zand Waalwijk Totaal
2002 Euro € 20.272 € 12.573 € 22.828 € 55.673
Gulden ƒ 44.674 ƒ 27.707 ƒ 50.306 ƒ 122.687
2003 Euro € 20.272 € 12.573 € 22.828 € 55.673
Gulden ƒ 44.674 ƒ 27.707 ƒ 50.306 ƒ 122.687
c. Tijdelijke stimuleringsregeling bevordering activering en uitstroom De regeling heeft tot doel het verstrekken van subsidie teneinde te bevorderen dat gemeenten door middel van klantmanagement een extra impuls geven aan activering en uitstroom van personen die zijn aangewezen op een uitkering krachtens de ABW, Ioaw en Ioaz. Gemeenten maken afspraken inzake een (oplopende) taakstelling ten aanzien van de uitstroom. Per traject wordt een subsidiebedrag van € 900 bij voorschot beschikbaar gesteld. Verantwoording en afrekening geschiedt op basis van realisatie. De bevoorschotting per gemeente over de komende jaren is: Subsidie (€) Heusden Loon op Zand Waalwijk Totaal
2001 2002 € 97.256 € 38.756 € 129.431 € 265.443
2003 € 149.175 € 59.963 € 198.169 € 407.307
2004 € 149.175 € 59.963 € 198.169 € 407.307
2005 € 62.246 € 25.110 € 81.925 € 169.281
2006 € 29.048 € 11.509 € 39.407 € 79.964
Totaal € 486.900 € 195.300 € 647.100 €1.329.300
Bovengenoemde tabellen zijn dus indicatief, waarbij de feitelijke toekenning achteraf plaatsvindt, op basis van feitelijke realisatie. Gemeenten kunnen in hun aanvraag aangeven of zij lager of hoger in willen steken. Gezien de geëtaleerde ambities en het belang dat wordt gehecht aan klantmanagement, verdient het aanbeveling een aanvraag voor de regeling in te dienen. d. Tegemoetkoming in de kosten van aansluiting op het Inlichtingenbureau (IB) Het Inlichtingenbureau is de intermediaire organisatie die gegevens uitwisselt tussen sociale diensten en gegevensbronnen. Via vergelijking van geregistreerde gegevens kan een belangrijk deel van de fraude binnen de bijstandswet worden opgespoord. Het Inlichtingenbureau verhoogt de effectiviteit van het rechtmatigheidonderzoek van de
8
sociale dienst, waardoor meer tijd vrijkomt voor andere taken. Het tijdig signaleren van onrechtmatigheid houdt in dat bedragen makkelijker terugvorderbaar zijn en cliënten op tijd weten waar ze aan toe zijn. Voor de kosten van aansluiting op het IB is een eenmalige subsidieregeling opgesteld. De bedragen zijn:
Gemeente Heusden Loon op Zand Waalwijk Totaal
Subsidiebedrag Euro Gulden € 17.370 ƒ 38.278 € 13.450 ƒ 29.639 € 19.820 ƒ 43.677 € 50.640 ƒ 111.594
e. Samenvatting dekkingsmiddelen: Subsidie (€) 1. FWI-voordeel 2. NUG’ers/ANW 3. Bevordering activering & uitstroom 4. Aansluiting IB Totaal
2001 € 678.215
2002
2003
2004
2005
2006
€ 55.673 € 55.673 € 265.443 € 407.307 € 407.307 € 169.281
€ 79.964
€ 50.640 € 728.855 € 321.116 € 462.980 € 407.307 € 169.281
€ 79.964
Daarbij zij aangetekend dat: • de subsidies 2 en 4 eenmalige regelingen zijn, waarmede dus geen structurele uitgaven kunnen worden gedekt; • het bedrag van het FWI-voordeel over de komende jaren niet bekend is, maar sterk gerelateerd is aan effectief uitstroombeleid: hoe hoger de uitstroom, des te hoger het overschot op de uitkeringslasten. • de subsidie 3 sterk afhankelijk is van de te realiseren taakstelling aan uitstroom en derhalve slechts voor 50 % ter dekking van uitgaven over de voorziene periode in aanmerking genomen kan worden. 5. Personele consequenties Deze zullen bij de uitwerking van het projectprogramma nader in beeld worden gebracht. Voor de tijdelijke extra personele kosten zal separaat een voorstel worden ontwikkeld. 6. Resultaten van overleg en inspraak en vervolgtraject communicatie Wij hebben eerder onze instemming betuigd met het door de Stuurgroep Sluitende Aanpak voorgelegde projectplan “Sluitende Samenwerking Midden Langstraat” als een eerste stap op weg naar een besluitvormingstraject voor de 3 gemeenteraden. Op 18 december 2001 is er een eerste informatieve bijeenkomst voor de leden van de commissies Sociale Zaken in het bedrijfsverzamelgebouw De Schoenhoorn te
9
Waalwijk. Alle medewerkers van de afdelingen sociale zaken zijn in de daaraan voorafgaande week in een gezamenlijke bijeenkomst breed geïnformeerd over doelen, activiteiten en de voorgestelde aanpak. De Ondernemingsraden waren op de hoogte gesteld van de projectvoorstellen. De Cliëntenraden in Heusden en Waalwijk zijn inmiddels ook ingelicht. Ook met het door de Stuurgroep gepresenteerde communicatieplan hebben wij ingestemd. Als vervolg op het projectplan is inmiddels het Projectprogramma Sluitende Samenwerking door de stuurgroep Sluitende Aanpak aangeboden. De in het programma beschreven aanpak kunnen wij eveneens onderschrijven. De informatievoorziening naar partners in de ketendienstverlening binnen de lokale en subregionale voorzieningenstructuur rondom werk, inkomen en zorg krijgt de aandacht door middel van verspreiding van de Veranderkrant. Het is van groot belang dat thans wederom ruimte wordt geboden voor inspraak en medezeggenschap door medewerkers en Ondernemingsraden. In april 2002 zal een gezamenlijke bijeenkomst voor alle medewerkers worden georganiseerd. Aan de Ondernemingsraad hebben wij reeds instemming gevraagd om te komen tot een gemeenschappelijk kantoor sociale zaken voor de 3 gemeenten. De genoemde plannen alsmede ons besluit liggen voor u op de gebruikelijke wijze ter inzage. 7. Vervolgtraject besluitvorming - Vaststelling conceptsamenwerkingsverband
september 2002
- Vaststelling samenwerking, organisatievorm et cetera
november 2002
7.a. Advisering door de Ondernemingsraad: De Ondernemingsraad is conform de Wet op de Ondernemingsraden gevraagd advies uit te brengen over het voorliggende voorstel. In de overlegvergadering van 16 mei 2002 heeft steller het voorstel toegelicht op de door de leden van de Ondernemingsraad gestelde vragen. Vervolgens heeft de Ondernemingsraad haar advies uitgebracht. Abusievelijk werd in eerste aanleg een advies - gedateerd “8 mei 2002” – overgelegd. Later is dit vervangen door het juiste exemplaar gedateerd 17 mei 2002 De Ondernemingsraad adviseert: (citaat) “Wij hebben uw adviesaanvraag inzake bovenvermeld onderwerp in goede orde ontvangen en in onze vergadering van 6 mei jl. behandeld. Het oordeel van de OR over de op handen zijnde samenwerking met de gemeenten Waalwijk en Loon op Zand is op dit moment positief. Hoewel niet geheel duidelijk is waarover van de OR advies wordt gevraagd, benadrukken we dat dit proces onder adviesrecht valt en maken bezwaar omdat uw aanvraag niet voldoet aan de WOR, art. 25. Op basis van de aan ons ter hand gestelde stukken en de medewerkers gehoord hebbende, zijn wij tot de slotsom gekomen dat:
10
1e Over de vorm van samenwerking (nog) geen duidelijkheid bestaat. Er wordt o.a. gesproken over de intentie om te gaan samenwerken of de intentie om de mogelijkheden tot samenwerking te onderzoeken. 2e De communicatie met – en de voorlichting van de medewerkers, het proces betreffende, nog onvoldoende is. 3e Een goed doordacht en duidelijk stappenplan ontbreekt. 4e Er nog veel onduidelijkheden zijn op het gebied van personele consequenties die in een later stadium moeten worden opgelost, waarbij eventuele terugkeer naar verlaten werkplek ook opgenomen moet worden. Betreffende het concept Raadsvoorstel onder “besluit” genoemd merken wij op dat: a. Er voldoende tijd in het gehele proces moet worden ingebouwd om het personeel en de OR de gelegenheid te geven zich over de mogelijk gevolgen van een samenwerkingsvorm te beraden. b. Er voorkomen moet worden dat er een herhaling komt van het proces rond “Die Heygrave” c. De punten onder C1 t/m C5 na uitwerking ter instemming aan de OR worden voorgelegd. d. De OR van mening is dat de adviesaanvraag slechts betrekking heeft op het opstarten van het projectplan “Sluitende Samenwerking Midden Langstraat”, het doen van onderzoek naar de mogelijkheden van samenwerking en het doen van de aanvraag voor benodigde gelden voor de uitvoeringskosten. Algemeen: Het proces en tenslotte het Raadsvoorstel zijn chaotisch en niet duidelijk. Het voorstel verwijst naar stukken, soms niet gedateerd, en bovendien van andere, dan die van de gemeente Heusden, en die voor de gemeente Heusden niet, of slechts ten dele, ter zaken doende zijn. Graag ontvangt de OR een schriftelijke reactie op dit schrijven.” 8. Voorstel Wij stellen u voor; a. in te stemmen met de uitvoering van het door de stuurgroep Sluitende Aanpak aangeboden “Projectprogramma Sluitende Samenwerking” b. een conceptsamenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk op het terrein van sociale zaken, conform de planning in het oorspronkelijke projectplan, per september 2002 tegemoet te zien c. te bepalen dat bij de uitwerking van het voorstel genoemd onder b. tenminste is gevoegd: − een indicatie van de personele gevolgen
11
− − − −
het standpunt van de Ondernemingsraad inzake het voornemen om te komen tot een gemeenschappelijk kantoor een overzicht van te ondernemen acties op basis van goed werkgeverschap een inzicht in de financiële gevolgen de voorstellen ter verdeling van de met de uitvoering gemoeide kosten
d. goed te keuren dat Loon op Zand en Waalwijk in het kader van een versnelde samenwerking tijdelijk een overeenkomst van dienstverlening aangaan als tussenstap op weg naar het gemeenschappelijk kantoor e. het Waalwijkse aandeel in het geldelijk voordeel 2001 uit het Fonds Werk & Inkomen over 2001 (zijnde € 277.348,= / ƒ 611.195,=) te storten in een reserve ter voorziening in onder meer de uitvoeringskosten verbandhoudende met de invoering van de wet SUWI en de uitwerking van de “Agenda van de Toekomst” op het terrein van sociale zaken f. het Waalwijkse aandeel van de overige budgetten genoemd in paragraaf 4 onder e. eveneens als doeluitkering aan te merken g. het college van burgemeester en wethouders te machtigen deze gelden aan te wenden ter dekking van de extra personele en andere gemeenschappelijke uitgaven, zoals genoemd in het voornoemde projectprogramma. h. kennis te nemen van het advies van de OR en dit schriftelijk te bevestigen.
12