1
WIJ Dongen Gilze en Rijen Goirle Heusden Hilvarenbeek Loon op Zand Oisterwijk Tilburg Waalwijk WERKEN SAMEN REGIO-HARTVANBRABANT.NL
DESIGN BY BERKEL & COLORES
2
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ......................................................................................................................................... 4 1. HART VAN BRABANT, REGIO VAN SOCIAL INNOVATION ......................................................... 9 2. BEDRIJVIGHEID ........................................................................................................................23 2.1 Leisure .......................................................................................................................23 2.2 Aerospace & Maintenance ...............................................................................26 2.3 Logistiek ..................................................................................................................29 2.4 Care ............................................................................................................................33 3. ARBEIDSMARKT ...................................................................................................................... 41 4. LEEFBAARHEID, VEILIGHEID, ZORG VOOR JONG EN OUD ................................................... 51 5. DUURZAAMHEID ......................................................................................................................59 6. RUIMTE & BEREIKBAARHEID ................................................................................................67 7. PARAGRAFEN ...........................................................................................................................75 7.1 Weerstandsvermogen en financiën................................................................75 7.2 Weerstandsvermogen en financiën bij Regio Hart van Brabant ...........75 7.3 Bedrijfsvoering.......................................................................................................76 7.4 Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) ..................................................77 8. FINANCIËLE BEGROTING REGIO HART VAN BRABANT .........................................................79 8.1 Overzicht van baten en lasten ..........................................................................79 8.2 Reserves ..................................................................................................................82 8.3 Meerjarenoverzicht 2013-2017........................................................................83 9. VASTSTELLINGSBESLUIT .......................................................................................................86 BIJLAGE 1 - FINANCIËLE BEGROTING MIDPOINT BRABANT...................................................87 BIJLAGE 2 - REGIONAAL ECONOMISCH ACTIEPROGRAMMA (REAP) .................................90
3
Inleiding Hart van Brabant is de regio die zich via de programma’s van Midpoint Brabant onderscheidt als dé regio van Social Innovation. Aan de Midpoint Brabant programma’s werken overheid, onderwijs en ondernemers mee. Social Innovation werkt het beste als de samenwerkende partners ook zichzelf hebben georganiseerd en hun agenda op orde hebben. De ‘O’ van overheid heeft dit geregeld in de Gemeenschappelijke Regeling ‘Regio Hart van Brabant’. Hierin werken Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk samen. Voor u ligt de ontwerpbegroting 2014 van Regio Hart van Brabant. Conform de bepalingen uit de wet gemeenschappelijke regelingen wordt deze ontwerpbegroting voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten voor het verkrijgen van zienswijzen. Het algemeen bestuur van Regio Hart van Brabant stelt vervolgens een definitieve begroting vast met inachtneming van deze zienswijzen en verstrekt de definitieve begroting aan Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant die als toezichthouder optreedt.
Samenwerking in Regio Hart van Brabant: organisatie en legitimatie Op het moment van het aanbieden van deze ontwerpbegroting aan de gemeenteraden ligt bij een aantal raden van deelnemende gemeenten, vanuit het betreffende college, nog het verzoek voor of de raad goedkeuring aan het eigen college wil geven voor het aangaan van een nieuwe gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant onder gelijktijdige intrekking van de bestaande gemeenschappelijke regeling Regionaal Overleg Midden-Brabant (ROM). Een aantal raden heeft deze goedkeuring intussen verleend. Met de nieuwe gemeenschappelijke regeling wordt niet alleen de naam van het samenwerkingsverband officieel gewijzigd, maar wordt ook meer ruimte geschapen om regionale opgaven te identificeren en op basis daarvan gezamenlijke projecten te definiëren, te initiëren en richting uitvoering te brengen. In de nieuwe gemeenschappelijke regeling zijn daarnaast de aanbevelingen verwerkt uit de notitie ‘Governance Regio Hart van Brabant & Midpoint Brabant’. Deze notitie is opgesteld door een werkgroep die in opdracht van het algemeen bestuur heeft gekeken naar verbetermogelijkheden op dit terrein. De werkgroep kreeg deze opdracht in het kader van de inhoudelijke discussie die hierover met de gemeenteraden is gevoerd op onder meer de Hart van Brabant Radendagen. De veranderingen in de regeling betreffen op dit punt vooral explicietere begripsomschrijvingen, bepalingen ten aanzien van besluitvorming en omschrijving van bestuurlijke en ambtelijke taken en bevoegdheden. Daarnaast is bij het formuleren van de nieuwe gemeenschappelijke regeling nadrukkelijk aandacht besteed aan de democratische legitimatie van de regionale samenwerking. Dit is in de regeling terug te zien in uitgebreidere en concretere afspraken over informatie- en verantwoordingsplicht van het algemeen en dagelijks bestuur. Bovendien is de introductie van de mogelijkheid om een Verenigde Vergadering bijeen te roepen een belangrijk verschil met de huidige regeling.
Begroting 2014: nieuwe opzet De nieuwe naam en de nieuwe regeling markeren het proces dat de regio de afgelopen jaren heeft doorlopen. In 2010 kreeg de regionale samenwerking een stevige impuls. De samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs binnen ‘De Ideale Connectie’ werd doorontwikkeld en geïnstitutionaliseerd in Midpoint Brabant. De samenwerking tussen de gemeenten onderling werd geconcretiseerd, binnen Regio Hart van Brabant, middels een gezamenlijke werkagenda die in 2011 werd vastgesteld. Uit de werkagenda volgden concrete projecten waarvoor met de uitvoering werd gestart in de tweede helft van 2012. Over de eerste resultaten hiervan is verslag gedaan in het Jaarrapport 2012. 4
De ontwikkeling die de samenwerking in Regio Hart van Brabant doormaakt, maakt dat een begroting in de vorm zoals deze tot en met 2012 werd opgesteld, niet meer voldoet. Om die reden werd voor het begrotingsjaar 2013 een begroting opgesteld in een andere vorm. Het werd een begroting die is opgebouwd rondom een zevental portefeuilles. Elke commissie die binnen de intergemeentelijke samenwerking al bestond in de vorm van een zogenaamd ‘portefeuillehoudersoverleg’ werd in deze begroting afzonderlijk opgenomen: Algemeen Bestuur, Arbeidsparticipatie, Economische Zaken - Recreatie & Toerisme, Milieu & Afval, Maatschappelijke Ontwikkeling & Jeugd, Jeugdgezondheidszorg, Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting, Verkeer & Vervoer. De voor 2013 geprioriteerde projecten uit de werkagenda van Regio Hart van Brabant werden in deze begroting opgenomen onder deze portefeuilles. Mede als gevolg van de discussie over governance en democratische legitimatie die in het jaar 2013 wordt gevoerd en de aanbevelingen voor verbeteringen op dat vlak die werden overgenomen en verwerkt in een nieuwe gemeenschappelijke regeling, kent de begroting voor 2014 een iets andere opzet dan die van 2013. Gevolg van de veranderingen in de gemeenschappelijke regeling is dat de begroting van Midpoint Brabant nu officieel en integraal wordt opgenomen in die van Regio Hart van Brabant. Hiermee kan de overheidsbijdrage aan het triple helix samenwerkingsverband worden vastgesteld. Daarnaast wordt hiermee invulling gegeven aan de wens om het totale regionale samenwerkingsprogramma zichtbaar te maken, alsook de onderlinge samenhang tussen de activiteiten van zowel Regio Hart van Brabant als van Midpoint Brabant en de bijbehorende kosten.
Begroting 2014: proces De ontwerpbegroting 2014 ligt later voor bij de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten dan gebruikelijk. De later dan gebruikelijke oplevering van de ontwerpbegroting hangt samen met het streven van het algemeen bestuur van Regio Hart van Brabant om bij het opstellen ervan zoveel mogelijk rekening te houden met de informatie-uitwisseling met raadsleden die plaatsvond op de Hart van Brabant Radendag van 6 april 2013 die door de regio werd georganiseerd en op de Dialoogconferentie van 22 mei 2013 die door de provincie werd georganiseerd. Bovendien is nadrukkelijk inhoudelijke inbreng opgevraagd bij de portefeuillehouders. Zo is de colleges van de deelnemende gemeenten, bij het aanreiken van het Jaarrapport 2012, een concept aangereikt van de regionale agenda voor 2014. Via behandeling in de colleges is de portefeuillehouders gevraagd hun zienswijzen op deze agenda in het portefeuillehoudersoverleg in te brengen dat tijdens de Hart van Brabantdag op 30 mei 2013 plaatsvond. In de regionale agenda 2014 die in de colleges is behandeld is het werkprogramma voor de regio voor 2014 opgenomen. Tot het opstellen van dit totaalprogramma werd besloten door het algemeen bestuur van Regio Hart van Brabant en het dagelijks bestuur van Midpoint Brabant tijdens een Hart van Brabant Heidag op 7 februari 2013. Van deze agenda zijn de uitvoeringsprogramma’s en bijbehorende begrotingen voor 2014 van zowel Regio Hart van Brabant, als van Midpoint Brabant afgeleid. De aldus ontstane ontwerpbegroting is door het Algemeen Bestuur bekeken en beoordeeld. Besloten is de begroting voor te leggen aan de gemeenteraden van de samenwerkende gemeenten, zodat deze hun zienswijzen kunnen geven en de colleges hierover te informeren zodat zij hun gemeenteraad kunnen adviseren. Zienswijzen dienen bij het algemeen bestuur kenbaar te worden gemaakt. Vervolgens zal de begroting, met inachtneming van die zienswijzen door het Algemeen Bestuur worden vastgesteld en aan de provincie worden aangeboden. De provincie is schriftelijk door het Algemeen Bestuur van Regio Hart van Brabant geïnformeerd over het feit dat ze de begroting niet zoals gebruikelijk ontvangt op uiterlijk 15 juli van het kalenderjaar voorafgaand aan het begrotingsjaar, maar pas na het zomerreces. De nieuwe gemeenschappelijke regeling biedt ruimte voor het maken van afspraken voor de toekomst over een geschikt en werkbaar aanlevermoment bij de raden van de ontwerpbegroting door het algemeen bestuur. Het streven is bij het bepalen van dit aanlevermoment de geldende bepalingen daarover uit de wet gemeenschappelijke regelingen (zoals deze dan geldt) na te leven. 5
Midpoint Brabant volgt omtrent haar begroting, als zelfstandige stichting, een eigen afstemmingsproces met de stuurgroepen en besluitvormingsproces binnen het dagelijks bestuur. Dit geldt ook voor de financiële verantwoording achteraf.
Leeswijzer Het gevolg van de integrale presentatie van de begrotingen van Regio Hart van Brabant en van Midpoint Brabant is dat een indeling in (publieke) bestuursportefeuilles niet meer voldoet. Een presentatie die is afgeleid van de inhoudelijke opgaven en de daarbij horende regionale ambities is in dit stadium van de ontwikkeling van de regionale samenwerking het meest geschikt.
De ontwerpbegroting 2014 laat zich aldus als volgt lezen:
Hoofdstuk 1: Wie zijn we? Of hoe wensen we ons te onderscheiden? En waar staan we? Hoofdstuk 2 tot en met 6: Per in hoofdstuk 1 geformuleerd doel van de regionale samenwerking wordt een algemene typering gegeven van de huidige situatie, wordt antwoord gegeven op waarom we zouden moeten samenwerken om dit doel te behalen en wordt beschreven hoe we dat willen doen. Bij de beschrijving van hoe we dat willen doen wordt steeds uitgegaan van beleidskaders en documenten die er al zijn, of position papers die gemaakt (moeten) worden.
De hoofdstukken 2 tot en met 6 geven inzicht in welke activiteiten begroot worden met de volgende doelen. De regio:
is economisch weerbaar en onderscheidend (hoofdstuk 2), heeft een goed functionerende arbeidsmarkt: iedereen doet mee (hoofdstuk 3), is leefbaar, veilig en heeft zorg voor jong en gezond ouder worden (hoofdstuk 4), koestert haar ecologisch kapitaal en is duurzaam (hoofdstuk 5) heeft haar basis op orde: via regionaal ruimtelijk beleid, en bereikbaarheid via alle modaliteiten (hoofdstuk 6).
6
Investeren in de regio: urgent én met multipliereffect De investering die de gemeenten doen in regionale samenwerking beoogt een multipliereffect te sorteren. De investering kan leiden tot grotere investeringen van hogere overheden en tot meer financiële betrokkenheid van de twee andere triple-helix partners: onderwijs en bedrijfsleven.
OP Zuid en Interreg Investeren in de regio maakt niet alleen de interne samenhang sterker, het moet er ook voor zorgen dat de positie van de regio op provinciaal, landelijk en internationaal toneel sterker wordt. Als de regio zich een betrouwbare, effectieve, slagvaardige en succesvolle eenheid toont, die een onderscheidende meerwaarde heeft, zal dat eerder resulteren in investeringen van partners op hogere overheidsniveaus, dan wanneer dit niet het geval is. Dit is concreet aan de orde nu de relevante beleidsprogramma’s (en de daaruit voortvloeiende mede-financieringsmogelijkheden voor activiteiten en projecten) aflopen. Er wordt op Europees, nationaal en regionaal niveau hard gewerkt aan de beleidsprogramma’s voor de periode 2014-2020. OP Zuid en Interreg zijn daarbij twee voorbeelden van omvangrijke programma’s.
Onderwijs en bedrijfsleven De samenwerking met onderwijs en ondernemers in de regio is goed. In lijn met het belang dat ook deze twee triple-helix partners hebben bij een sterke regio, zal bezien worden of er mogelijkheden bestaan tot grotere (financiële) participatie van onderwijs en bedrijfsleven. De mogelijkheden nemen, in het geval van regionale samenwerking, toe als de overheid een solide basis faciliteert. Dat is extra urgent nu de financiering van de sectorale programma’s van Midpoint Brabant per 31 december 2013 afloopt. De afgelopen jaren is via de programma’s Logistics Cities, Leisure Boulevard, Aerospace & Maintenance Cluster en Care Avenue voor ongeveer 25 miljoen Euro in de regio geïnvesteerd. De dekking voor die programma’s kwam uit het provinciale programma Samen Investeren en werd gecofinancierd door gemeenten, bedrijfsleven en onderwijs.
7
“De regio wordt uitgenodigd om de lead te nemen bij de operationalisering van Social Innovation.“
8
1. Hart van Brabant, regio van Social Innovation In 2010 heeft de regio zich geschaard achter een regionale profilering en een strategische agenda. Daarmee moest de regionale (economische) ontwikkeling effectiever gestimuleerd worden dan met de eerdere gefragmenteerde sectorale profilering. Vooral moesten de profilering en agenda de regio in staat stellen om te participeren in de ontwikkelingsagenda van Brabant en de agenda van Zuid(-oost) Nederland. Hiermee werd ook gehoor gegeven aan de oproep van de Commissaris van de Koning, die met de vier Brabantse regio’s, op basis van sterke regionale agenda’s, wilde komen tot een toekomstgerichte provinciale agenda. In 2011 werd de profilering voorzien van een nieuw gezicht, met de oprichting van Midpoint Brabant. Het tripartiete samenwerkingsverband Midpoint Brabant zou, op basis van het eenduidige profiel “Regio van Social Innovation”, aan het projectenprogramma van de Ideale Connectie (zoals het samenwerkingsverband tot dan toe heette), samenwerking op het niveau van de strategische agenda toevoegen. Voor de projectmatige vertaling van de ambitie werd aangesloten bij het bestaande projectenprogramma van de Ideale Connectie (Leisure Boulevard, Logistics City, Aerospace & Maintenance, Care Avenue). In 2012 kreeg ook de intergemeentelijke samenwerking een boost, onder meer omdat gestart werd met de uitvoer van verschillende regionale activiteiten en projecten en de inrichting van een compact programmabureau dat de sturing op het proces rondom deze activiteiten verzorgt. Intussen functioneert de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant, met een eigen herkenbaar gezicht, een eigen (aansluitend op het Midpoint programma) werkprogramma en een geregeld overleg op alle bestuurlijke niveaus. Ondertussen wijzigde het speelveld waarin de regio opereert. Met specifieke gevolgen voor zowel de triple helix samenwerking binnen Midpoint Brabant, als voor de intergemeentelijke samenwerking binnen regio hart van Brabant.
Gewijzigd speelveld voor Midpoint Brabant De Agenda van Brabant met uitwerkingsnota’s is door de provincie Noord-Brabant vastgesteld en speelt in op de bijdrage van vier Brabantse regio’s, waardoor de regio expliciet wordt bevraagd op haar bijdrage aan de realisatie van de provinciale agenda. De relevante beleidsprogramma’s (en de daaruit voortvloeiende mede-financieringsmogelijkheden voor activiteiten en projecten) lopen af. Er wordt op Europees, nationaal en regionaal niveau hard gewerkt aan de beleidsprogramma’s voor de periode 2014-2020. Alle toekomstige programma’s hebben een programmeringshorizon van (ten minste) het jaar 2020. In elke discussie wordt de regio bevraagd op haar strategische positionering, programmering en prioritaire projecten. Brainport 2020 is de leidende ontwikkelingsstrategie voor Zuidoost Nederland. Om nationaal en internationaal succesvol te kunnen zijn (ook in het verwerven van externe financiering voor projecten en programma’s) moet de regio een positie verwerven binnen de Brainport 2020 strategie en wordt daar ook toe uitgenodigd. Binnen Brainport 2020 wordt Social Innovation erkend als cruciale innovatiestrategie. De regio wordt uitgenodigd om de lead te nemen bij de operationalisering van Social Innovation op Zuid(oost)-Nederlandse schaal. Social Innovation is nationaal en internationaal sterk in ontwikkeling. De regio is niet meer uniek in zijn profilering, maar kan daarin nog wel onderscheidend zijn. Veel regio’s en netwerken zoeken aansluiting bij onze regio en wij moeten aansluiting vinden bij andere regio’s en initiatieven in Europa. Concretisering en onderbouwing van de claim ‘Regio van Social Innovation’ wordt steeds belangrijker om het onderscheidend vermogen in dit speelveld te behouden. ‘Concurrentie’ (in het economisch domein) gaat steeds minder tussen individuele gemeenten en steeds meer tussen sterk presterende en geprofileerde regio’s. De regio bevindt zich voor wat betreft de triple helix samenwerking dus in een woelige, maar gezien de profilering ook zeer kansrijke, omgeving. 9
Gewijzigd speelveld voor Regio Hart van Brabant De genoemde ontwikkelingen die van invloed zijn op het speelveld waarin Midpoint Brabant opereert zijn onverkort van toepassing op de samenwerkende gemeenten. Op zijn minst omdat de samenwerkende gemeenten via Regio Hart van Brabant (samen met onderwijs en bedrijfsleven) één van de drie partners vormen binnen Midpoint Brabant. Maar ook voor de intergemeentelijke samenwerking op zichzelf geldt dat er de volgende ontwikkelingen zijn die invloed hebben. De aandacht voor regionale samenwerking neemt toe, onder meer als gevolg van landelijke discussie over bestuurskracht. In veel discussies staat opschaling van de omvang van gemeenten centraal als antwoord op de vraag hoe krachtig en slagvaardig bestuur georganiseerd kan worden. De regio Hart van Brabant kiest echter voor samenwerking over de band van de inhoud. Afstemming van beleid geschiedt via de intergemeentelijke samenwerking in de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant. Samenwerking op de uitvoering geschiedt, afhankelijk van de opgave, in coalities van gemeenten binnen de regio. Centrumstad Tilburg biedt, naar wens of wanneer regionaal afgestemd beleid dit voorschrijft, regionale dienstverlening aan regiogemeenten, ook op de uitvoering. Provinciaal bestuurskrachtonderzoek wijst uit dat Regio Hart van Brabant compact en slagvaardig is en dat bestuurlijk draagvlak voor de samenwerking verder groeit. In korte tijd blijkt, ook ten opzichte van andere regio’s in Brabant, een grote inhaalslag te zijn gemaakt. Aandacht voor bestuurlijke samenwerking met andere regio’s is nodig, evenals voor versterking van het onderscheidend vermogen. De regio wordt daarbij geadviseerd regiogrenzen als fluïde te zien en bijvoorbeeld de gemeente Heusden de ruimte te bieden tot aansluiting. Het belang dat wordt gehecht aan goed georganiseerde regionale samenwerking neemt toe, getuige de lopende discussie in de regio over de governance en democratische legitimatie van de samenwerking. De discussie is zeker niet uniek voor onze regio en speelt op de meeste plaatsen waar regionaal wordt samengewerkt, maar onze regio wenst (als regio van Social Innovation) een goed voorbeeld te geven op dit vlak en heeft dan ook al verschillende maatregelen genomen die voor verbetering moeten zorgen. Te denken valt aan de verbetering van de gemeenschappelijke regeling, de organisatie van Radendagen, de mogelijkheid tot het bijeenroepen van een Verenigde Vergadering en uitgebreidere rapportages. Er komen grote en complexe nieuwe opgaven op de regio af die om bestuurlijke afstemming vragen op strategisch-beleidsmatig niveau en op uitvoerend niveau. Daarnaast is programmatische coördinatie op de uitvoering van regionaal beleid nodig. Met name de decentralisaties in het sociale domein (de decentralisatie van de jeugdzorg, de invoering van de participatiewet en de transitie van de begeleiding van de zorg voor mensen met een beperking en ouderen vanuit de AWBZ naar de WMO) zullen veel aandacht en coördinatie vragen. De regio bevindt zich, voor wat betreft de intergemeentelijke samenwerking, in een speelveld waarop zich grote ontwikkelingen voordoen maar heeft dankzij toenemend draagvlak voor samenwerking en investering in een flinke inhaalslag een goede uitgangspositie om toekomstige uitdagingen aan te kunnen.
10
Basis voor verdere ontwikkeling De omgeving is woelig, maar kansrijk. De uitgangspositie is relatief goed. Tellen we hierbij op dat:
de regio een divers opgebouwde, relatief conjunctuurongevoelige, regionale economie heeft met een aantal sectoren die, soms van oudsher al, sterk vertegenwoordigd zijn en die ontwikkelpotentie hebben, er een aangenaam woonklimaat is, evenals een goede arbeidsethos en een uitstekende (kennis)infrastructuur, dat er van oudsher samenwerkingsbereidheid, daadkracht en veerkracht getoond wordt, en dat de regio in relatief korte tijd met de programma’s van Midpoint Brabant en de eerste projecten van Regio Hart van Brabant bewijst dat investeren loont en concrete resultaten oplevert, dan mag geconcludeerd worden dat er een heel goede basis voor verdere ontwikkeling van de regio ligt.
Waarom regionaal samenwerken? Dat er een basis voor ontwikkeling van de regio ligt is een belangrijke randvoorwaarde, maar op zichzelf nog geen reden om samen te werken aan die ontwikkeling. Samenwerken doen we uiteindelijk met een inhoudelijk doel: om een goed antwoord te hebben op de grote maatschappelijke opgaven. De Europese Unie heeft in Horizon 2020 de zogenaamde ‘societal challenges’ geformuleerd waar de komende jaren haar budget naartoe gaat. Deze challenges komen deels overeen met nationale topsectoren, provinciale speerpunten en de Brainport 2020 agenda. De regio sluit met haar agenda aan op deze societal challenges. Met de inzet op regionale samenwerking wil ze op dit tastbare schaalniveau een bijdrage leveren aan de antwoorden op maatschappelijke vragen. Het doel kan derhalve als volgt worden geformuleerd.
De regio: o o o o o o
is economisch weerbaar en onderscheidend, heeft een goed functionerende arbeidsmarkt: iedereen doet mee, is leefbaar, veilig en heeft zorg voor jong en gezond ouder worden, koestert haar ecologisch kapitaal en is duurzaam, heeft haar basis op orde: via regionaal ruimtelijk beleid, en bereikbaarheid via weg, water, spoor, lucht en maximale digitale toegang tot informatie, en realiseert dit alles op goed georganiseerde wijze.
11
Hoe regionaal samenwerken? In de notitie ‘Social Innovation als regionale opgave’ is het landschap geschetst van de toepassingen van het begrip Social Innovation in Nederland en Europa is de wijze beschreven waarop Social Innovation in het programma van de regio vertaald kan worden naar concrete projecten en activiteiten. De notitie (en het position paper Social Innovation van Midpoint Brabant dat erop volgde) stellen dat het voor het behalen van de regionale doelen belangrijk is dat social innovation op een conceptuele en programmatische manier wordt benaderd (we moeten anders gaan nadenken over arbeid, zorg voor jong en oud en duurzaamheid, er is een nadrukkelijker koppeling tussen technologische en sociale innovatie nodig en het is belangrijk om vanuit Europese opgaven te redeneren). Vervolgens valt af te leiden dat het belangrijk is dat zowel direct betrokkenen als anderen begrijpen wat Social Innovation is en waarom en hoe de regio zich op dit gebied onderscheidt.
Uit het ‘waarom’ volgt de noodzaak tot het vertellen van het verhaal: middels profilering laten zien wat de regio onderscheidend maakt op het vlak van Social Innovation. Uit het ‘hoe’ volgt de intrinsieke motivatie om bij alle activiteiten en projecten die de regio zelf onderneemt de methode Social Innovation toe te passen: de regio stelt zich op als proeftuin waar nieuwe (zaken)modellen worden toegepast die economische én maatschappelijke meerwaarde moeten hebben en waarbij uiteenlopende stakeholders betrokken zijn.
Het hoe en waarom komen samen in een regionaal uitvoeringsprogramma waarin voor zowel Midpoint Brabant als voor Regio Hart van Brabant verantwoordelijkheden zijn belegd.
Uitvoeringsprogramma 2014 Midpoint Brabant Midpoint Brabant biedt het platform voor samenwerking tussen ondernemers, onderwijs en overheid. Vanuit dit platform worden programma’s en projecten in gang gezet waarvan het opdrachtgeverschap en de coördinatie op de realisatie bij de triple helix is belegd. Dat kan betekenen dat Midpoint Brabant zelf projecten uitvoert, maar betekent minstens even vaak dat de programmatische coördinatie bij Midpoint Brabant ligt en de uitvoering elders is belegd. Voor deze coördinatie is het nodig dat in 2014 capaciteit in de vorm van programmadirectie en -management beschikbaar is, die in opdracht van een triple helix samengesteld dagelijks bestuur en inhoudelijk gestuurd door een per deelprogramma geformeerde stuurgroep, stuurt op het ontstaan van programma’s en projecten die op hun beurt concreet resultaat opleveren. Dit compacte programmabureau omvat enige secretariële ondersteuning en maakt standaardkosten voor huisvesting, specialistische dienstverlening en communicatie.
12
Omdat Midpoint Brabant het platform is waar vanuit het beste sturing plaats kan vinden op projecten waarmee de regio zich kan onderscheiden als regio van Social Innovation (deze projecten bestaan immers bij de gratie van het feit dat er meerdere stakeholders in samenwerken), zijn de meeste projecten die een bijdrage leveren aan dat profiel hier belegd. In 2014 zet Midpoint Brabant capaciteit in om ervoor te zorgen dat de volgende activiteiten projecten kunnen worden, met een bijhorende projectstructuur en financiering (via uiteenlopende publieke en private dekkingsbronnen):
Topinstituut Social Innovation De profilering van de regio als dé regio van Social Innovation vereist dat de regio een erkende top kennisinstelling op het terrein van Social Innovation herbergt. De Universiteit van Tilburg is een universiteit die midden in de maatschappij staat en voldoet, zowel ten aanzien van de kennisdomeinen als ten aanzien van het kennisniveau en de uitstraling van veel van haar instituten, aan alle voorwaarden om zich als topinstituut Social Innovation te profileren en daarmee de regio te onderscheiden. De Universiteit onderzoekt, onder leiding van prof. R. in ’t Veld, de mogelijkheden om deze strategische keuze te maken. Inmiddels worden door de universiteit op het thema Social Innovation al samenwerkingsverbanden gesloten met universiteiten in diverse steden in Europa.
Pathfinders Social Innovation legt het vertrekpunt voor het innovatieproces bij initiatiefnemers, die gezamenlijk werken aan oplossingen voor een maatschappelijk vraagstuk, zoals veiligheid of gezond ouder worden. Dat is een ander vertrekpunt dan de behoefte aan productvernieuwing bij een individueel bedrijf, die traditioneel de basis is voor innovatie. Onze ondersteuning van innovatieprocessen (ecosysteem) is slecht toegerust voor Social Innovation. Pathfinders is een groep van 30 ‘transition leaders’ uit de regio die gezamenlijk bewust een Social Innovation proces doorlopen, van maatschappelijke uitdaging tot nieuwe producten. Om te laten zien dat het werkt en om te leren waar onze innovatieondersteuning beter en effectiever kan. De universiteit (Centre for Innovation Research) vertaalt de ervaringen van het project naar wetenschappelijke inzichten. SI Kennisvalorisatie (TISIL) De universiteit en de HBO instellingen in de regio hebben veel specialismen in huis, waarmee maatschappelijke ontwikkelingen kunnen worden ondersteund. Social innovation biedt de samenwerkende kennisinstellingen een uniek platform om deze verschillende kennisdomeinen te verbinden en in zgn. ‘living labs’ of ‘proeftuinen’ in samenwerking met bedrijven toe te passen op maatschappelijke vraagstukken. Het Tilburg Social Innovation Lab is het samenwerkingsproject van de universiteit en regionale hogescholen, dat deze ‘Social Innovation kennisvalorisatie’ stimuleert en organiseert.
Centrum voor Social Innovation Het Centrum voor Social Innovation wordt het vlaggenschip van Social Innovation in de regio. Het vormt de broedplaats van ondernemerschap en innovatie, waar de regio zijn sterkte: het creëren van economische en maatschappelijke waarde, in de praktijk brengt. Het centrum stimuleert, verbindt en ondersteunt Social Innovation initiatieven van samenwerkende bedrijven en maatschappelijke instellingen in de regio, organiseert evenementen, bijeenkomsten en manifestaties (zoals de Social Innovation Week). Vanuit het Centrum voor Social Innovation worden de verbindingen gelegd tussen de partners in de regio en vanuit de regio met initiatieven en partnerregio’s in Europa. Het centrum vormt, samen met het Topinstituut Social Innovation en het Tilburg Social Innovation Lab, de ankerpunten voor de innovatie van de toekomst, het profiel van de regio.
13
Innovative Contract Design Social Innovation heeft als kenmerk dat de innovatie plaatsvindt in samenwerking van partners. Dat vereist dat in een vroegtijdig stadium, onder grote onzekerheid, contractuele afspraken gemaakt moeten worden omtrent inzet, eigenaarschap, opbrengsten, kosten, etc. De gebruikelijke inrichting van contracten is daarvoor ongeschikt. In samenwerking met bedrijven is door de universiteit/TiSIL een methode ontwikkeld voor contractontwerp, die past bij de uitgangspunten van Social Innovation. Door middel van living labs en proeftuinen zal deze methode worden omgezet in concrete hulpmiddelen voor samenwerkende partijen. Innovative contract design slecht een belangrijke, door samenwerkende bedrijven gevoelde, barrière voor Social Innovation en open innovatie.
Regiomarketing Midden-Brabant is dé regio van Social Innovation. Die positie draagt bij aan de aantrekkelijkheid van de regio voor de vestiging van bedrijven, instellingen en kenniswerkers. Die positie opent ook deuren naar samenwerking met andere regio’s en externe financiering voor projecten en initiatieven. Daartoe moet dat profiel wel bekend en erkend worden, binnen, maar ook buiten de regio zelf. Regiomarketing is het instrument dat de regio daarvoor inzet. Het omvat een heldere communicatie van de sterktes van de regio en de participatie in de samenwerkingsverbanden en netwerken, waar onze sterktes zichtbaar kunnen worden gemaakt aan partners binnen en buiten de regio.
Regionale acquisitie Midden Uit de positionering van de regio als aantrekkelijke vestigingsplaats met een duidelijk profiel volgt dat er een taak is weggelegd voor Midpoint Brabant op het gebied van acquisitie. Vanuit de triple-helix wordt gestuurd op het aantrekken van bedrijven en investeerders die passen in het profiel van de regio. Waar mogelijk en relevant wordt hierbij gericht geworven binnen de speerpuntsectoren Logistiek, Maintenance, Leisure en Care. Uitgangspunt is om op strategisch niveau, vooral gericht op stakeholders van buiten de regio, over het aanbod van vestigingsmogelijkheden te communiceren, waarbij het primair gaat om het ondersteunen van het regionale belang. Het aantrekken van nieuwe bedrijven mag nooit ten koste gaan van het behoud van gevestigde bedrijven. Waar mogelijk moet het de bestaande bedrijvenstructuur zelfs versterken. Dat triple-helix sturing op een marktgerichte taak als acquisitie voor de hand ligt is evident. Dat de overheid in deze sturing (onder meer vanwege de uitgifte van grond en vergunningverlening) een belangrijk aandeel heeft ook. Een nauwe betrokkenheid van de portefeuillehouders Economische Zaken is dus noodzakelijk. Daarnaast is het een uitgangspunt dat bij de uitvoering van de regionale promotie en acquisitiestrategie projectdeelnemers betrokken kunnen worden uit de deelnemende gemeenten. Hierbij wordt in ieder geval een beroep gedaan op de gemeente Tilburg dat een eigen acquisitieteam heeft en op de gemeente Waalwijk die in het kader van de uitbreiding Haven I t/m VI en voor de revitalisering van bedrijventerrein Haven (It/mVI) promotie en acquisitie wil opzetten en daarvoor financiële middelen gereserveerd heeft binnen de desbetreffende projecten. Over de exacte organisatievorm en de financiële dekking wordt nog een bestuursbesluit genomen.
14
MKB United De regionale bedrijvigheid wordt gekenmerkt door een heel groot MKB-gehalte. Op zichzelf prima, het MKB is immers de banenmotor van de economie. Het is wel zaak om dat midden- en kleinbedrijf te verenigen. ‘MKB United’ noemen we dat. Ofwel zorgen voor een hecht samenspel en er een interne arbeidsmarkt van maken. Daarmee moet de sector een sterker profiel krijgen en wordt deze ook interessanter voor studenten. Met een verenigd MKB moeten talenten beter aan de regio gebonden worden en dat is weer van belang voor de economische concurrentiekracht van de regio. Naast het creëren van een interne arbeidsmarkt is het bundelen van innovatiekracht door samen in R&D te investeren van belang. Zodoende wordt innovatie minder het optimaliseren van bestaande producten en meer het creëren van nieuwe producten. Naast deze projecten vindt, vanuit dezelfde reeds beschreven structuur, sturing plaats op programma’s voor vier economische speerpuntsectoren (zie hoofdstuk 2). Ten slotte vindt sturing plaats op projecten die, samen met de projecten die in dat verband vanuit de publieke verantwoordelijkheid ondernomen worden en waarop gestuurd wordt door Regio Hart van Brabant, bijdragen aan het anders gaan nadenken over arbeid, zorg voor jong en oud, duurzaamheid en bereikbaarheid (zie hoofdstuk 3 tot en met 6).
15
Begroting Midpoint Brabant – Bestuur en algemeen management
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
Programmakosten Apparaatskosten
430.000
Bijdrage via Regio Hart van Brabant
Totaal
430.000
N 430.000 430.000
V 430.000
430.000
0
Lasten
Specificatie Apparaatskosten
€ Personeelskosten
150.000
Secretariaat
70.000
Financiële administratie/ controlling
60.000
Huisvesting
35.000
Kantoorkosten
35.000
Ict
35.000
Meetings
5.000
Marketing/ communicatie
40.000
Totaal
430.000
16
Toelichting Apparaatskosten Personeelskosten Personeelskosten betreffen de kosten voor de algemeen directeur en programmadirecteur voor in totaal € 150.000,-. Secretariaat Secretariaat zijn de primaire kosten voor het functioneren van het Midpoint bureau (€ 35.000,-) inclusief inhuur voor specifieke secretariële ondersteuning (€ 35.000,-). Financiële administratie/controlling Voor de financiële administratie/controlling ten behoeve van de Stichting Midpoint Brabant alsmede de totale financiële afronding en verantwoording van de Samen Investeren Programma’s Leisure Boulevard, Logistics Cities en Aerospace & Maintenance wordt een bedrag geraamd van € 60.000,-. Huisvesting Voor huisvestingskosten is in de begroting een bedrag van € 35.000,- opgenomen. Voorheen werd door de Kamer van Koophandel huisvesting beschikbaar gesteld, hetgeen naar het zich laat aanzien in 2014 komt te vervallen. Kantoorkosten Kantoorkosten betreffen de kosten die verbonden zijn met het functioneren van het Midpoint secretariaat als facilitair centrum. Hiervoor wordt € 35.000,- geraamd. ICT Voor het functioneren en up to date houden van de ICT infrastructuur en apparatuur en licenties wordt € 35.000,- geraamd. Meetings Voor het faciliteren van besprekingen en bijeenkomsten is een zaalhuur van € 5.000,- geraamd. Marketing & Communicatie Voor het actueel houden van onder meer de website, het produceren van de nieuwsletter en ander vormen van berichtgeving over de uitvoering van programma’s en projecten wordt € 40.000,- geraamd.
Toelichting dekking kosten Bijdrage via Regio Hart van Brabant De kosten voor de basisorganisatie van Midpoint Brabant (zijnde de totale kosten die voor Midpoint Brabant in deze begroting worden opgevoerd) worden gedekt door een bijdrage per inwoner van de deelnemende gemeenten en een klein deel door cofinanciering. De bijdragen van de deelnemende gemeenten worden via Regio Hart van Brabant aan Midpoint Brabant beschikbaar gesteld.
17
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant Regio Hart van Brabant biedt het platform voor intergemeentelijke samenwerking. Vanuit dit platform worden programma’s en projecten in gang gezet waarvan het opdrachtgeverschap en de coördinatie op de realisatie bij de negen samenwerkende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant is belegd. Het samenwerkingsverband is gericht op strategisch-beleidsmatige regionale afstemming. Enerzijds ten behoeve van het realiseren van publieke samenwerkingsopgaven, anderzijds ten behoeve van het leveren van de overheidsbijdrage aan de triple helix samenwerking in Midpoint Brabant. Soms voert Regio Hart van Brabant zelf projecten uit, maar minstens even vaak geldt dat de programmatische coördinatie bij Regio Hart van Brabant ligt en de uitvoering elders is belegd. Deze wijze van organiseren veronderstelt overigens niet dat de samenwerkende gemeenten geen triple-helix contact aangaan bij de projecten waarvan zij opdrachtgever zijn. Integendeel, bedrijfsleven en onderwijs zijn in veel gevallen natuurlijke samenwerkingspartners. Het betekent wel dat tussen Regio Hart van Brabant en Midpoint Brabant goede en regelmatige afstemming nodig is. Niet voor niets zijn de bureaus van beide entiteiten op dezelfde locatie ondergebracht. Voor deze coördinatie is het nodig dat in 2014 capaciteit in de vorm van programmamanagement beschikbaar is, dat in opdracht van het Algemeen Bestuur (bestaande uit de burgemeesters van de samenwerkende gemeenten) en inhoudelijk gestuurd door een per bestuurlijke portefeuille geformeerd portefeuillehoudersoverleg, stuurt op het ontstaan van programma’s en projecten die op hun beurt concreet resultaat opleveren. Dit compacte programmabureau omvat enige secretariële ondersteuning en maakt standaardkosten voor huisvesting, specialistische dienstverlening en communicatie. In 2014 wordt er door het programmabureau, in opdracht van het AB, voor gezorgd dat een gestructureerd overlegplatform in stand gehouden wordt tussen de deelnemende gemeenten dat erop gericht is dat:
deelnemende gemeenten geïnformeerd zijn over gemeentelijke activiteiten die voor de regio van belang kunnen zijn, afstemming plaatsvindt tussen deelnemende gemeenten, bijvoorbeeld strekkend tot aanbeveling van beleid dat gemeenten gemeenschappelijk zouden kunnen voeren, of aanbeveling van maatregelen waarvan vastgesteld wordt dat het in het belang van de regio wenselijk zou zijn als de individuele gemeenten die zouden nemen, projecten door gemeenten gezamenlijk kunnen worden ontwikkeld en naar uitvoer kunnen worden gebracht.
Ter uitvoering van deze taken wordt de totstandkoming en coördinatie van vakinhoudelijke overlegstructuren tussen portefeuillehouders van de deelnemende gemeenten bevorderd. Bovendien wordt de continuïteit van deze overlegstructuren bewaakt, wordt gezorgd voor een samenhangende communicatie en verslaglegging, voor een aanspreekpunt voor derden over zaken die de intergemeentelijke samenwerking betreffen en worden afspraken gemaakt ten aanzien van portefeuille overstijgende zaken. Het AB komt in 2014 ten minste vier maal per jaar bijeen en zorgt ervoor dat ook de portefeuillehouders overleggen vier maal per jaar bijeenkomen. Dat gebeurt tijdens zogenaamde Hart van Brabant Dagen. Op deze dagen komen ook de gemeentesecretarissen van de deelnemende gemeenten bij elkaar. Ter voorbereiding op de Hart van Brabant Dagen komt deze ‘Kring gemeentesecretarissen’ nog een keer extra bij elkaar. In totaal vergadert de kring dus acht keer in 2014. Ook de portefeuillehoudersoverleggen hebben in de regel minimaal één ambtelijk vooroverleg.
18
Over besluiten die tijdens de Hart van Brabant Dagen worden genomen, of over beleid van het AB dat op een andere wijze tot stand komt, worden colleges en raden van de deelnemende gemeenten gevraagd en ongevraagd geïnformeerd, zodat beoordeling van het door het AB gevoerde beleid kan plaatsvinden. Dat gebeurt in 2014 onder meer door de organisatie van twee Hart van Brabant Radendagen. Ook bestaat de mogelijkheid voor raden om op eigen initiatief een Verenigde Vergadering bijeen te roepen. Ook deze vergaderingen zullen gefaciliteerd worden. Tevens wordt zo veel mogelijk openbare informatie verstrekt op het digitale platform van Regio Hart van Brabant. De bestuurlijke samenwerking binnen de regio is met voorgaande geduid. Vanuit de regio wordt bestuurlijke samenwerking gezocht met de drie andere regio’s in Brabant. Internationaal worden relaties onderhouden met Bilbao (Social Innovation), Orlando (Leisure) en met zustersteden Changzhou (China), Unna/ Dortmund (Duitsland). Ten slotte zorgt Regio Hart van Brabant voor aansluiting bij hogere overheden, met als doel samen te werken op de totstandkoming van en de inbedding van de eigen regio in relevante beleidsagenda’s.
Begroting Regio Hart van Brabant – Bestuur en algemeen management Programmakosten Apparaatskosten Apparaatskosten BWS
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
75.000
N 75.000
296.500
N 296.500
2.914
Bijdrage gemeenten Bijdrage uit reserve werkagenda Bijdrage uit reserve BWS
Totaal
374.414
2.500
N 414
294.331
V 294.331
79.669
V 79.669
414
V 414
374.414
0
Lasten
Specificatie Programmakosten
€ Hart van Brabant Dagen (vier maal per jaar)
20.000
Hart van Brabant Radendagen (twee maal per jaar)
20.000
Communicatie
25.000
Notulist AB/ secretarissenoverleg
10.000
Totaal
75.000
19
Lasten
Specificatie Apparaatskosten
€ Personeelskosten
230.000
Apparaatskosten
50.000
Secretariaatskosten
1.500
Specialistische dienstverlening
15.000
Sub-totaal
296.500
Uitvoeringskosten BWS
2.500
Rente BWS
414
Totaal
299.414
Toelichting Programmakosten Hart van Brabant Dagen/ Hart van Brabant Radendagen Een Hart van Brabant Dag kost naar verwachting gemiddeld € 5.000,-. Dit bedrag is gebaseerd op ervaringen met de organisatie van eerdere Hart van Brabant Dagen. Voor de Hart van Brabant Radendagen is, vanwege het verwachte flink hogere aantal deelnemers, het dubbele bedrag aangehouden. Communicatie Als gevolg van de vernieuwing van de Regio Hart van Brabant zijn in 2012 kosten gemaakt voor ontwikkeling van een brochure 'Werkagenda'. Voor actualisatie zullen waarschijnlijk kosten gemaakt worden, als ook voor onderhoud en verdere verbetering van het digitale platform dat in 2013 is ontwikkeld. Notulist AB en secretarissenoverleg Als gevolg van de gewijzigde taakstelling van de voormalige secretaris (nu programmamanager) is het noodzakelijk om een notulist aanwezig te laten zijn bij het Algemeen Bestuur en het overleg van de Kring Gemeentesecretarissen. De kosten hiervan worden geraamd op € 10.000,-.
20
Toelichting Apparaatskosten Personeelskosten De salariskosten voor een fulltime programmamanager, assistent-programmamanager en management assistente bedragen in totaal naar verwachting € 230.000,-. Apparaatskosten Er worden apparaatskosten doorberekend door Midpoint Brabant voor gebruik van werkplek(ken) met automatisering, postverwerking, repro, telefonie, etc. Het betreft hier specifiek de kosten die gepaard gaan met de werkplek(ken) die voor Regio Hart van Brabant worden ingericht. De kosten voor de werkplekken van Midpoint Brabant zelf worden via de begroting van Midpoint Brabant gedekt. Daarnaast worden vanuit de gemeente Tilburg kosten doorberekend in verband met overige personeelskosten, facilitaire kosten (o.a. archief) en een opslag voor het dragen van de verantwoordelijkheid van het organiseren van vervanging bij langdurige afwezigheid vanwege ziekte of om andere redenen. Over de precieze hoogte van dit bedrag moeten nog dvo-afspraken gemaakt worden met de gemeente Tilburg. Daarnaast is enige financiële ruimte geraamd voor opleidingen medewerkers. In totaal is met deze apparaatskosten naar verwachting ongeveer € 50.000,- gemoeid. Secretariaatskosten Secretariaatskosten zijn bijvoorbeeld bankkosten. Voor deze en andere secretariaatskosten is in de begroting 2014, net als in 2013, een klein bedrag gereserveerd. Het gaat om € 1.500,-. Specialistische dienstverlening Onvermijdelijke kosten zijn de kosten van de accountantscontrole, administratie en beheer. Voor accountantskosten is in de begroting 2014 € 6.000,- gereserveerd. Hierbij is rekening gehouden met een kleine toename in verband met de verbreding van de werkzaamheden van de Regio Hart van Brabant met de 'Werkagenda'. Verder is een bedrag van € 8.500,geraamd voor administratiekosten. Het betreft hier kosten voor het voeren van de financiële administratie en voor advies en begeleiding bij het opstellen van de jaarlijkse begroting en jaarstukken die door de gemeente Tilburg worden doorberekend. Voor beheer en onderhoud aan het relatiebeheersysteem is € 500,- gereserveerd. Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) Als wettelijke taak heeft Regio Hart van Brabant de uitvoering van het Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS). De uitvoering wordt verzorgd door de gemeente Loon op Zand, die hiervoor een bijdrage van € 2.500,- ontvangt. De kosten worden bij de aangesloten gemeenten in rekening gebracht en zijn daarom tevens als baten in de begroting opgenomen. In de begroting 2014 zijn geen baten in verband met de BWS-regeling opgenomen. De vordering is door het Rijk in 2009 afgekocht (zie ook paragraaf 8.4). Als lasten zijn opgenomen de rentebetalingen in het kader van BWS. Als gevolg van de afkoop van de verplichtingen aan sociale huurders betreft dit enkel de sociale koopwoningen. Deze cijfers zijn ontleend aan een door Deloitte uitgebracht advies omtrent het verwachte renteresultaat tot het einde van de looptijd van de regeling. De afwikkeling van de BWS-subsidieverstrekking, de vordering ter zake op het voormalige ministerie van VROM (nu I&M) en de mutaties in de reserves, vindt via de balans plaats en verloopt budgettair neutraal voor Regio Hart van Brabant. De rentelasten komen uit de berekening verloop BWS. Basis zijn de verplichtingen ultimo 2011. Er is geen rekening gehouden met verdere vrijval. Het resultaat BWS dient gedekt te worden door de achtergebleven voorziening BWS. Een bedrag van € 35.000,- is daarvoor ruim voldoende.
Toelichting dekking kosten Bijdrage gemeenten/ bijdrage uit reserve werkagenda De dekking uit bijdragen per inwoner van gemeenten en co-financiers voor de totale begroting van Hart van Brabant geeft een tekort van € 80.083,-. Om praktische redenen is de voorgestelde verrekening met de reserve werkagenda (€ 79.669,-), respectievelijk met de reserve BWS (€ 414,-) op Bestuur en algemeen management verwerkt.
21
“Ondernemerschap is een voorname competentie in de regio, gezien het aantal startende bedrijven en de sterke vertegenwoordiging van het MKB.”
22
2. Bedrijvigheid Hart van Brabant kenmerkt zich door een stabiele economische structuur. Geen oververtegenwoordiging van één sector, maar juist een goed gediversifieerde economische structuur waarin zowel de industrie als dienstensector sterk vertegenwoordigd is. Ondernemerschap is een voorname competentie in de regio, gezien het aantal startende bedrijven en de sterke vertegenwoordiging van het MKB. De regio kent daardoor een goed investerings-, woon- en leefklimaat. De kwaliteit van leven is hoog, mede doordat er een goed aanbod is van onderwijsmogelijkheden en recreatieve voorzieningen. Met de nabijheid van groot- en kleinschalige Leisure mogelijkheden, is de regio uniek in Nederland, en daarbuiten. De regionale programmering voor het onderdeel bedrijvigheid focust zich op de meest krachtige economische sectoren van de regio. Sectoren die van oudsher sterk vertegenwoordigd zijn en die de drijvende economische krachten kunnen zijn voor de toekomst:
Leisure Logistiek Aerospace & Maintenance Care
Het hoofddoel van de sectoraal ingestoken programmering is het versterken van het onderscheidend vermogen en de economische weerbaarheid van de regio via het stimuleren van werkgelegenheid.
2.1 Leisure Regionaal belang De leisure sector is sterk vertegenwoordigd in de regio. Iconen zoals de Efteling, de Beekse Bergen, Nationaal Park de Loonse en Drunense Duinen, de Oisterwijkse Bossen en Vennen, De Regte Heide en de diverse musea en culturele evenementen (Incubate, Tilburgse Kermis, Festival Mundial) zorgen ervoor dat de regio dé leisure hotspot van Nederland is. Naast bestaande locaties, beschikt de regio over ontwikkellocaties die de sector als geheel verder kunnen versterken (bijvoorbeeld De Poort van Heusden, de Spoorzones in Oisterwijk en Tilburg, de uitbreidingsmogelijkheden in Loon op Zand, Hilvarenbeek, Goirle en Waalwijk). Deze sterke vertegenwoordiging vertaalt zich door in het regionaal economisch belang van de sector voor de regio. De Leisure Boulevard trekt jaarlijks 10 miljoen bezoekers en 2,1 miljoen Nederlanders besteden hun binnenlandse vakantie in de regio. Dit resulteert in een jaaromzet van 900 miljoen Euro. De leisure sector is verantwoordelijk voor 13.650 directe arbeidsplaatsen, inclusief indirecte werkgelegenheid (reclamebureaus, toeleveranciers etc.) telt de sector 17.630 arbeidsplaatsen. Sinds de oprichting van de Leisure Boulevard is door de provincie Noord-Brabant en gemeenten via Samen Investeren 4,3 miljoen Euro geïnvesteerd.
23
Stand van zaken In 2009 is het projectplan opgesteld voor het programma Leisure Boulevard. Vervolgens is het programma onder coördinatie van Midpoint Brabant uitgevoerd. Nu, vier jaar later, kan gesteld worden dat de Leisure Boulevard een grote ontwikkeling heeft doorgemaakt. Er is sprake van draagvlak vanuit overheid, onderwijs en bedrijfsleven en er is een tripartiet samengestelde stuurgroep georganiseerd die een succesvolle doorontwikkeling monitort. Door de samenwerkende gemeenten in Regio Hart van Brabant is het programma ondersteund met diverse projecten en activiteiten. Veelal onder (inhoudelijke) sturing van het portefeuillehoudersoverleg ‘Economische Zaken, Recreatie en Toerisme’. In 2013 besloot Provinciale Staten in te stemmen met de voorstellen voor het beleidskader en de contouren van een uitvoeringsagenda om van Brabant de meest innovatieve en gastvrije provincie van Nederland te maken. De provincie steekt de komende drie jaar 6 miljoen Euro extra in de Brabantse vrijetijdseconomie.
Strategie De financiering van het programma Leisure Boulevard (via het provinciale traject Samen Investeren) loopt formeel eind 2013 af. Dat betekent echter niet dat de ontwikkeling die in gang is gezet en de strategie die is verwoord In het ambitiedocument ‘Dreamport Brabant 2025’ niet meer doorgezet worden. In dit door onderwijs, ondernemers en overheid gesteunde ambitiedocument zijn de doelstellingen geformuleerd en is inzichtelijk gemaakt wat de kansrijke toekomstperspectieven zijn als wordt doorgepakt op de ingezette lijn. De regio heeft de ambitie geformuleerd om in 2025 dé leisure regio van Noordwest-Europa te worden voor de e ‘family/short break’-vakantie. Hoge kwaliteit, passend bij de 21 eeuw en veel toegevoegde waarde voor ‘de vakantie tussendoor’ zijn in 2025 de kenmerken van het leisure cluster. Om deze ambitie waar te maken, is een aantal doelstellingen opgesteld, waaronder groei van het aantal dagrecreatieve verblijven per jaar, seizoensverlenging, toename leisureomzet, verdubbeling werkgelegenheid en nieuwe investeringen in de regio. De coördinatie op het Leisure Boulevard programma -en op het uitvoeringsprogramma gericht op de realisatie van de ambitie zoals die is geformuleerd in het document Dreamport 2025 dat moet volgen op het aflopen van het Leisure Boulevard programma- ligt bij het samenwerkingsverband van ondernemers, onderwijs en overheid, Midpoint Brabant. Binnen dat samenwerkingsverband spelen de samenwerkende gemeenten de rol van mede-opdrachtgever. Daarnaast worden vanuit de zuiver publieke verantwoordelijkheid via Regio Hart van Brabant projecten gecoördineerd die faciliterend zijn aan de triple-helix ambitie uit Dreamport 2025. Een en ander resulteert in de volgende uitvoeringsprogramma’s voor 2014 voor Midpoint Brabant en voor Regio Hart van Brabant.
Uitvoeringsprogramma 2014 Midpoint Brabant In 2014 richt Midpoint Brabant zich op sturing op de volgende beeldbepalende projecten: Leisure Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij Het LIOM moet het ontwikkelvehikel worden voor de Leisure sector in (Midden)Brabant. Deze netwerkorganisatie zal zorgen voor een adequate ondersteuning van het bedrijfsleven op terreinen als Research and Development, business ontwikkeling en clustervorming. Huis van de Leisure Voor de ontwikkeling van de Leisure bedrijvigheid is de beschikbaarheid van adequaat toegerust personeel een eerste vereiste. In alle economische sectoren wordt de beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd personeel de belangrijkste belemmerende factor voor de ontwikkeling van de bedrijvigheid. Vanuit het Huis van de Leisure wordt deze doelstelling vormgegeven voor deze sector.
24
Acquisitie Een acquisitietaak binnen de sector is van belang om bedrijven te bewegen om te investeren in de regio Midden-Brabant via een (gedeeltelijke) verhuizing van de bedrijvigheid. Leisure Academy Brabant De ontwikkeling van de Leisure Academy sinds 2010 met deelnemende partners NHTV en Tilburg University is gericht op de ontwikkeling van Academische Werkplaatsen waarin de partners onderzoek, ontwikkeling en toepassing verbinden aan actuele thema’s over de vrijetijdseconomie. Hier gaat het onder meer om multifunctionele Leisure locaties. Leer.Waalwijk Een project dat het in De Langstraat aanwezige potentieel in de schoen en leder(waren) branche op economisch en cultureel gebied tot wasdom wil laten komen. Het project initieert een nieuwe beeldbepalende ontwikkeling rond het centrale thema van het beeldverhaal Langstraat: “Leer en Schoenen”.
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleg ‘Economische Zaken, Recreatie en Toerisme’ in afstemming met andere relevante portefeuilles, op sturing op de volgende projecten:
Kansenkaart Leisure; De kansenkaart is in 2013 opgeleverd. De kaart biedt een helder overzicht van waar in de regio economische kansen op het gebied van leisure ruimtelijk kunnen worden vertaald. De kaart en toelichting daarbij dient elk jaar vernieuwd te worden, om de meest actuele stand van zaken weer te geven. De eerste update vindt in 2014 plaats.
Leisure Loket Als vervolg op de kansenkaart onderzoekt de regio in 2013 de wijze waarop invulling gegeven gaat worden aan een Leisure Loket. Het Leisure Loket wordt het adviespunt voor leisure ondernemers, waar in ieder geval de kansenkaart wordt ondergebracht. Het projectplan wordt gerealiseerd in 2013. Tevens wordt een start gemaakt met sturing op de realisatie. Realisatie en uitvoering lopen door in 2014.
Ontsluiting Leisurevoorzieningen Bij het verwezenlijken van de leisure ambitie van de regio komt voortdurend de bereikbaarheid van de leisurevoorzieningen ter sprake. Vaak wordt de bereikbaarheid benoemd als aandachtspunt of zelfs knelpunt. Dit speelt op allerlei niveaus: bij zowel de grotere als de kleinere voorzieningen én ook de in de Kansenkaart Leisure benoemde mogelijke nieuwe locaties voor leisure. In 2013 is het project Bereikbaarheid Leisure Boulevard opgestart. Dit project richt zich op: voorstellen voor fysieke aanpassing van de infrastructuur / verbetering van de bereikbaarheid van (mogelijke) leisurevoorzieningen, voorstellen voor fysieke maatregelen langs/ bij infrastructuur om de regio als ‘leisure regio‘ weg te zetten, voorstellen voor het realiseren van een uitnodigend (openbaar) vervoersconcept. Het zal hier ook vooral gaan om de haalbaarheid van concepten en de rol van verschillende partijen daarin. Daarnaast speelt bij de vervoersconcepten ook de leisure uitstraling. Bij de verschillende onderdelen wordt aangegeven wie voor het vervolg op de voorstellen welke rol / verantwoordelijkheden heeft. Een en ander gebeurt in nauwe relatie tot de activiteiten die voortvloeien uit de beleidsagenda Verkeer & Vervoer Regio Hart van Brabant die in 2013 is opgeleverd.
Diverse overige activiteiten Er wordt rekening gehouden met diverse overige activiteiten in 2014 waarvoor een werkbudget beschikbaar is. Te denken valt aan een (stage-)onderzoek naar de kansen voor waterrecreatie in de regio en een onderzoek naar de mogelijkheid om en de wijze waarop de regio zich gezamenlijk zou kunnen profileren als leisure regio richting bezoekers. Ook ondersteuning van de uitwerking van het Beeldverhaal Leer en Textiel, dat sinds enige tijd bestaat en met beelden en verhalen de identiteit van het industriële verleden van de regio toont, behoort tot de mogelijkheden. Onder uitwerking kan in dit verband het stimuleren van het opzetten door derden van
25
toeristische activiteiten worden verstaan. Ten slotte is ook de beleidsmatige sturing op een praktischuitvoerende taak als beheer en onderhoud van de recreatieve routes een agendapunt voor het portefeuillehoudersoverleg Economische Zaken, Recreatie en Toerisme’.
2.2 Aerospace & Maintenance Regionaal belang De luchtvaartsector is sterk gemondialiseerd. Grote multinationals spelen een belangrijke economische rol. Onze regio heeft hierin een uniek profiel, vanwege haar historie in de maakindustrie en onderhoudssector. Meer dan 26.000 personen werken in deze sectoren. Het onderhoud van luchtvaart gerelateerde producten en onderdelen van vliegtuigen en helikopters is een alsmaar groeiende markt, zeker ook omdat het aantal vliegbewegingen toeneemt. Niet alleen de onderhoudsbedrijven in de regio gedijen, maar ook high-tech bedrijven uit andere sectoren, die mogelijk een nieuwe kans zien in de luchtvaartsector. Dit is de reden geweest voor provincie, regio en bedrijfsleven meer dan € 10 miljoen te investeren in de sector. Onder de vlag van Gate2 is inmiddels een campusontwikkeling gaande in de gemeente Gilze en Rijen die steeds meer bekendheid geniet en als exemplarisch wordt gezien voor triple helix samenwerking. Het Rotary Wing Training Centre, het simulatorenpark en het Aerospace & Maintenance house bepalen het beeld op de campus. Met multinationals als Eurocopter en Boeing zijn spelers van formaat verbonden aan de sectorale strategie van de regio. In de gemeente Heusden wordt door overheid, bedrijfsleven en onderwijs al enige jaren geïnvesteerd in de Metal Valley campus. Metal Valley Netherlands heeft tot doel de innovatie en R&D op het gebied van hoogwaardige non-ferro producten te stimuleren, en zich te ontwikkelen als een kenniscentrum op het nonferro gebied. Hierin leidend zijn de wensen van klanten, die voor het ontwikkelen van nieuwe high tech producten en het oplossen van hun problemen in Metal Valley Netherlands een uitstekende partner hebben. De drie stichters van Metal Valley, LDM, Sapa en Wärtsilä hebben een lange historie in de regio, en hebben zich de laatste decennia ontwikkeld tot spelers van wereldformaat op het gebied van high tech non-ferro solutions. Onder meer vanwege het belang van de metaalsector binnen de industrie in de regio en de provincie en de complementariteit van beide ontwikkelingen, ligt een strategie waarin samenwerking tussen Gate2 en Metal Valley aan de orde is voor de hand. De deelname van de gemeente Heusden aan regio Hart van Brabant en Midpoint Brabant zet deze samenwerking extra kracht bij.
Stand van zaken Onder sturing van Midpoint Brabant vindt vanuit het programma ‘Aerospace & Maintenance Cluster’ de reeds benoemde lopende transformatie plaats van de Ericsson campus in de gemeente Gilze en Rijen tot Aerospace & Maintenance hotspot. Er zijn in dat verband meerdere projecten ontwikkeld tot op heden. Met het Rotary Wing Training Centre (RWTC) is een ‘Centre of Excellence’ gevestigd voor helikopteropleidingen en –onderhoudsactiviteiten. Het technisch onderwijs dat hier wordt geboden, trekt personeel aan op mondiale schaal. De eerste Italiaanse en Australische monteurs hebben al een Chinook-opleiding ontvangen, dankzij het feit dat het trainingscentrum van Boeing zich vestigde op de campus. Eurocopter gaat specifieke militaire Cougar en civiele Puma-helikopter opleidingen beginnen.
26
Sim Synergy is de titel van het voorgenomen simulatorenpark dat op Gate2 wordt gerealiseerd. Inmiddels heeft Gate2 een aanbieding gedaan aan het Ministerie van Defensie om haar luchtmachtsimulatoren op Gate2 te vestigen. Dat zou een enorme impuls betekenen voor de regionale economie. Tevens gaat op Gate2 een expertisecentrum gestart worden rond onbemande luchtvaart, ook wel ‘drones’ genoemd. De partners hierin zijn het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR), AEC Air support en de World Class Aviation Academy (WCAA). Het Aerospace & Maintenance House (AMH) is gericht op de verbreding en versterking van het luchtvaartcluster ecosysteem. Het doel van het AMH, dat inmiddels verbouwd en operationeel is, betreft de huisvesting van nieuwe bedrijvigheid en de ondersteuning van nieuwe business in de regio. Met projecten rond gedigitaliseerd onderhoud en een lijmacademie zijn ook hier de eerste projecten gestart. Veelal onder (inhoudelijke) sturing van het portefeuillehoudersoverleg ‘Economische Zaken, Recreatie en Toerisme’ wordt het programma ondersteund met diverse projecten en activiteiten. De provincie Noord Brabant investeert (samen met Zeeland en Limburg) al enige jaren in het World Class Maintenance programma dat de sector en de industrie moet ondersteunen om te ontwikkelen en continu te innoveren.
Strategie De regionale strategie voor de ontwikkeling van de sector is belegd via het fiche ‘Aerospace & Maintenance Cluster‘ waarvoor de financiering geleverd is door een bijdrage vanuit het Noord-Brabantse Samen Investeren programma met cofinanciering van het bedrijfsleven en de gemeente Tilburg. De financiering in het kader van Samen Investeren loopt eind 2013 af. Inmiddels worden stappen gezet om de toekomstige strategie te vormen. Dit gebeurt door een projectteam dat gevormd wordt door Midpoint Brabant, de gemeente Tilburg, Avans, KEC, NLR en het RWTC. Belangrijkste focus van de strategie is het versterken van de functie die de Gate2 campus heeft als fysiek kristallisatiepunt van de sector. Op de Gate2 campus wordt voorlopig gekozen voor een doeltreffende inzet op productietechnologie en het simulatorenpark. Via de Midpoint Brabant stuurgroep ‘Aerospace & Maintenance Cluster’ wordt deze strategie verder ontwikkeld, getoetst en geladen met projecten. Er is een sterk publiek-privaat samenwerkingsverband aanwezig dat bereid is verschillende projecten uit te gaan voeren. Hiermee gaat Gate2 een nieuwe fase in van haar ontwikkeling in Gilze en Rijen. De coördinatie op het Aerospace & Maintenance Cluster programma -en op het uitvoeringsprogramma gericht op de realisatie van de ambitie zoals die wordt geformuleerd in de strategie voor de doorontwikkeling van de sector- ligt bij het samenwerkingsverband van ondernemers, onderwijs en overheid, Midpoint Brabant. Binnen dat samenwerkingsverband spelen de samenwerkende gemeenten de rol van mede-opdrachtgever. Daarnaast worden vanuit de zuiver publieke verantwoordelijkheid via Regio Hart van Brabant projecten gecoördineerd die faciliterend zijn aan de triple-helix ambitie. Een en ander resulteert in de volgende uitvoeringsprogramma’s voor 2014 voor Midpoint Brabant en voor Regio Hart van Brabant.
27
Uitvoeringsprogramma 2014 Midpoint Brabant In 2014 richt Midpoint Brabant zich op sturing op de volgende twee beeldbepalende projecten:
Doorontwikkeling simulatorenpark
Het simulatorenpark is een doorontwikkeling van het Sim Synergy project dat in het Samen Investeren programma is ontwikkeld. De vraag naar slimme maintenance oplossingen wordt meer en meer via serious gaming ingevuld. Daarnaast krijgt high tech simulatie in de luchtvaart een voornamere plaats vanwege de hoge kosten van echte vlieguren. Een simulatorenpark zal zich overigens niet beperken tot de luchtvaart. Crisisbestrijding en logistieke optimalisatie kan ook via simulatoren worden ingevuld. Binnen dit project zijn de volgende aandachtsgebieden te onderscheiden: o
o o
o
o
UAV Training Centre (EUTA) Verzorgen van training en opleiding van UAV (onbemande luchtvaart) operators. Dit moet gebeuren vanuit een commercieel bedrijf dat in 2013 van start gaat. Centralisatie luchtmacht simulatoren De beweging binnen defensie tot concentratie van simulatoren op Gilze-Rijen. Serious Gaming Crisisbeheersing Centrum voor toepassing van serious gaming voor trainingsdoeleinden. Vooral voor crisisbeheersing, veiligheid en complexe besluitvorming. Shared OEM control tower Experimenteerplatform voor innovatieve onderhoudsconcepten, op basis van onder meer sensoren, beslismodellen, kunstmatige intelligentie, nieuwe sensoren, augmented reality, cyber security, interactive manual. Integrated Maintenance Support System Concentratie van bedrijvigheid en ontwikkelingen op het gebied van 'digitized maintenance' (digitaliseren van maintenance processen, met bijbehorende mogelijkheden op het gebied van augmented reality, interactieve manuals en optimaliseringen).
Centrum voor productietechnologie
Voor het productietechnologie park wordt ingezet op de toepassing van beschikbare technologieën in de Maintenance, Repair and Overhaul, mechatronica, materialen en slimme productiesystemen. Deze keuze wordt gemaakt op basis van het feit dat de regio vooral hier een krachtig en uniek profiel kan overleggen. Geen fundamenteel onderzoek, maar wel toegepaste meerwaarde. Binnen dit project zijn de volgende aandachtsgebieden te onderscheiden: o
o
o
o
o
European Engines Service Center Clustervorming gericht op het ontzorgen van klanten met engines, civiel en militair. Daarbij inspelend op niches en nieuwe business modellen. Cougar Service Shop Clustering en expertise centrum, gericht op het onderhouden van Cougars voor internationale luchtmachten. 3D Printing laboratorium Opzet 3D printing (additive manufacturing) experimenteeromgeving voor dual use: voor 3D productiedoeleinden, alsook voor ontwikkel- en opleidingsdoeleinden. Toegepast onderzoek en business development. Biobased Manufacturing & MRO Experimenteren en toepassen van kennis omtrent biobased manufacturing & MRO. Onderscheidend door duurzaamheid. Expertise centrum, gericht op toegepast onderzoek en industriële ontwikkeling. Conditioned Based Maintenance Kennis- en Ontwikkelhub Experimenteerplatform voor innovatieve onderhoudsconcepten, op basis van sensoren, beslismodellen, kunstmatige intelligentie.
28
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleggen ‘Economische Zaken, Recreatie en Toerisme’ en ‘Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting’, op sturing op de volgende projecten:
Vertaling campusvisie voor Gate2 naar gebiedsvisie en bestemmingsplan Een belangrijke randvoorwaarde voor de ontwikkeling van de Gate2 campus is een campusvisie en een doorvertaling daarvan naar een integrale gebiedsvisie en een aangepast bestemmingsplan die zich het beste lenen voor een goede programmering. De campusvisie is in opdracht van de samenwerkende gemeenten reeds gemaakt door Buck Consultants. De doorvertaling naar gebiedsvisie en bestemmingsplan zal nog moeten plaatsvinden.
Planvorming en lobby civiel medegebruik vliegbasis Gilze-Rijen De planvorming en lobby voor civiel medegebruik van de vliegbasis lopen sinds 2012. Het belang van civiel medegebruik van de basis is gelegen in het feit dat verdere uitbouw van de activiteiten op de Gate2 campus gebaat zijn bij de mogelijkheid tot medegebruik. Bijvoorbeeld van de state of the art onderhoudsruimte en faciliteiten op de basis voor het accommoderen van vliegeropleidingen. Intussen heeft Defensie aangegeven open te staan voor het onderzoek tot medegebruik. Planvorming verloopt verder onder aansturing van Midpoint Brabant. Voor de bestuurlijke lobby richting hogere overheden is nadrukkelijk ondersteuning van Regio Hart van Brabant nodig.
2.3 Logistiek Regionaal belang Onze regio is een van de belangrijkste en grootste vooruitgeschoven logistieke hubs in Nederland. Een aanzienlijk deel van de logistieke Oost-West corridor in Europa wordt via Rotterdam, Antwerpen en vervolgens Tilburg-Waalwijk ingevuld. Op het terrein van dienstverlening en kennis is een uniek cluster aanwezig in de gehele keten van kennis, kunde en kassa. Niet voor niets prijkt de regio jaar na jaar in de top 3 van logistieke hotspots van Nederland. De ambitie van de regio is om, in samenwerking met omringende regio’s, haar toppositie in duurzaam goederenvervoer en logistiek verder uit te bouwen. In het lopende Logistics Cities programma van Midpoint Brabant, waar door provincie, gemeenten en bedrijfsleven ruim 4 miljoen euro in is geïnvesteerd in het kader van Samen Investeren, is een viertal focuslijnen gedefinieerd. Vanuit de meer publiek georiënteerde functie is een goed verankerd regionaal samenwerkingsverband van belang voor de beleidspropositie in de regio. Daarnaast ligt er voor de publieke actoren ook een belangrijke rol weggelegd in termen van de fysieke infrastructuur. Tripartiete samenwerking is van toepassing op thema’s als ‘arbeid en scholing’ en ‘kennis’. Deze onderwerpen zijn van belang om de sector duurzaam te blijven voorzien van goed geoutilleerd personeel en voldoende innovatiekracht. De ontwikkeling van hoogwaardige kennis blijft van belang voor de consolidatie van de kennispositie van de regio.
Stand van zaken Het logistieke programma van de regio is goed op gang gekomen. Logistics Cities draait onder inhoudelijke sturing van Midpoint Brabant. De portefeuillehouders ‘Verkeer & Vervoer’, ‘Economische Zaken, Recreatie en Toerisme’ en ‘Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting’ komen met regelmaat bijeen voor hun portefeuillehoudersoverleg en sturen inhoudelijk op publieke zaken waarmee het programma ondersteund wordt. Het aldus ontstane recent gerealiseerde Huis van de Logistiek is de spil van de logistieke ambitie in de
29
regio. Het Huis van de Logistiek in Tilburg biedt een platform voor komen bedrijven, kennisinstellingen en overheden om samen vorm te geven aan projecten rond arbeid, opleiding en toegepaste kennis. In het Huis van de Logistiek is intussen ‘Boostlogix’ gestart, een onderneming die zich richt op kennis- en talentontwikkeling ten behoeve van jong talent. Vijf transportondernemers uit de regio dragen dit project. Tevens zijn twee arbeidspools ontwikkeld. In Waalwijk is een aan het Huis van de Logistiek gelieerd logistiek trainingscentrum gestart. Ook aan de multi-modale ontsluiting van de regio wordt hard gewerkt. De upgrade van de Haven van Waalwijk is een project waarvan het belang voor de nationale sector is onderstreept door het ministerie, onder meer via de recente toezegging tot subsidiering van de opwaardering met vijf miljoen euro. De opwaardering van de haven leidt ertoe dat schepen met vaarklasse V binnenkort de haven kunnen bereiken. In regionaal perspectief heeft het Masterplan Havens Midden-Brabant gezorgd voor een betere behartiging van belangen van de havens van Dongen, Oosterhout, Tilburg en Waalwijk. Er is een havenatlas gemaakt en de containerstromen van en naar Antwerpen worden structureel gebundeld. Dit past binnen de ambitie om synchromodaliteit in de regio als werkwijze te kiezen. Synchromodaliteit is het optimaal flexibel en duurzaam inzetten van verschillende transportmodaliteiten in een netwerk onder regie van een logistiek dienstverlener, zodanig dat de klant (verlader of expediteur) een geïntegreerde oplossing voor zijn (achterland)vervoer krijgt aangeboden. Voor synchromodaliteit is een goede multimodale ontsluiting van de regio een absolute voorwaarde.
Strategie De regionale ambitie voor de ontwikkeling van de sector is opgetekend in het document ‘De logistieke ambitie van Midden-Brabant’ dat in het kader van Logistics Cities is gemaakt. De financiering voor het Logistis Cities programma werd geleverd door een bijdrage vanuit het Noord-Brabantse Samen Investeren programma met cofinanciering van het bedrijfsleven en de gemeente Tilburg. Samen Investeren eindigt per 31 december 2013. Dat betekent echter niet dat de ontwikkeling die in gang is gezet en de strategie die is verwoord In het ambitiedocument niet meer doorgezet worden. De vervolgstrategie voor de logistieke sector is op dit moment in ontwikkeling. Deze wordt vormgegeven via de stuurgroep van Logistics Cities in samenwerking met het Huis van de Logistiek. Centraal zullen staan: het investeren in verbetering van de multi-modale ontsluiting van de regio en van de regie op goederenstromen om zo synchromodaal vervoer te faciliteren en stimuleren, het creëren van een ‘ecosysteem logistiek’ waarin arbeid, scholing en kennis hand in hand gaan en specifieke verdieping op het gebied van actuele thema’s als veiligheid, duurzaamheid en internet logistiek. Een en ander moet zorgen voor bestendiging en versterking van de logistieke toppositie van de regio op de as Rotterdam-Venlo. De coördinatie op het Logistics Cities programma -en op het uitvoeringsprogramma gericht op de realisatie van de ambitie zoals die wordt geformuleerd in de toekomstige strategie voor de doorontwikkeling van de sectorligt bij het samenwerkingsverband van ondernemers, onderwijs en overheid, Midpoint Brabant. Binnen dat samenwerkingsverband spelen de samenwerkende gemeenten de rol van mede-opdrachtgever. Daarnaast worden vanuit de zuiver publieke verantwoordelijkheid via Regio Hart van Brabant projecten gecoördineerd die faciliterend zijn aan de triple-helix ambitie. Een en ander resulteert in de volgende uitvoeringsprogramma’s voor 2014 voor Midpoint Brabant en voor Regio Hart van Brabant.
30
Uitvoeringsprogramma 2014 Midpoint Brabant In 2014 richt Midpoint Brabant zich op sturing op (het schrijven aan en de totstandkoming van) de volgende projecten: Doorontwikkeling Huis van de Logistiek Het Huis van de Logistiek moet als platform gaan functioneren waarop diverse overlegtafels gekoppeld en/of gecombineerd worden (Robo - Oog voor Logistiek - Transtil - WTC - stichting Midpoint Huis van de Logistiek). Stimuleren synchromodaliteit Investeren in de multi-modale ontsluiting en organiseren van de regio op goederenstromen. Binnen deze programmalijn zijn de volgende aandachtsgebieden te onderscheiden: o Shared top transport lanes Combineren van goederenstromen op de drukste wegtransport lanes van en naar Midden-Brabant. Via een slim platform met een aantal uitvoerende partners transportlanes combineren en verdelen. o Ourwarehouse.com Virtueel warehouse voor back-up (contingency) en vraag - aanbod samenbrengen bij pieken en dalen. o Bundelen van goederenstromen in internet logistiek Bundelen van internet logistiek goederenstromen aan einde dag (bijv. via milkrun principes) om gezamenlijk service en efficiency te verhogen. Ecosysteem logistiek Het creëren van een systeem waarin onderwijs, kennis- en talentontwikkeling en arbeidsmarkt met elkaar in samenhang zijn gebracht. Toepassing van innovatieve arrangementen op de arbeidsmarkt voor de logistieke sector van hoog (bijvoorbeeld Logistic Talent Incubator), tot laag (opleiding- en flexpools). Een en ander in nauwe samenhang met de activiteiten die vanuit het onderdeel Arbeidsmarkt (zie hoofdstuk 3) worden ondernomen. Logistic Facility & Security Cooperation (LFSC) Gezamenlijke organisatie voor veiligheid en facility vraagstukken (van keuring van sprinklers tot aan TAPA certificering tot aan keuring brandblussers tot aan een veelheid van producten).
31
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleg ‘Verkeer & Vervoer’ (in afstemming met de portfeuillehoudersoverleggen ‘Economische Zaken, Recreatie en Toerisme’ en ‘Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting’), op sturing op projecten die eveneens faciliterend kunnen en zullen zijn aan het Logistics Cities programma van Midpoint Brabant. De projecten zijn onderdeel van de Beleidsagenda Verkeer & Vervoer die in 2013 is opgeleverd. In hoofdstuk 6 ‘Ruimte & Bereikbaarheid wordt een en ander nader toegelicht. Specifiek ten behoeve van ondersteuning aan het Logistics Cities programma lichten we hier een drietal projecten uit de agenda: Wilhelminakanaal fase 1,5 In de opwaardering van het Wilhelminakanaal naar een waterweg die geschikt is voor schepen tot en met vaarklasse IV, wordt in fase 1 een afstand van 3,5 kilometer verbreed en verdiept en komt er een nieuwe sluis. De geplande aanleg hiervan start in 2012 en zal in 2016 gereed zijn. In fase 1,5 wordt het rendement op fase 1 vergroot door ook de bedrijventerreinen Kanaalzone en Loven bereikbaar te maken voor schepen uit vaarklasse IV. De damwanden en de onderhoudsdiepte worden opgewaardeerd naar klasse IV, er worden vier lage ophaalbruggen verbreed, er komen geleidewerken bij vier hoge ophaalbruggen en er wordt verkeersmanagement ingesteld. Fase 1,5 is op korte termijn uitvoerbaar. Het doel is deze fase te hebben afgerond als fase 1 geopend wordt (2016), zodat onmiddellijk maximaal rendement wordt behaald. De nog resterende kosten voor fase 1,5 worden bij voorkeur gedekt uit het aanbestedingsvoordeel dat mogelijk wordt behaald op fase 1. Ook de provincie en het Rijk worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid. In het belang van de ontwikkeling van de regionale economie wordt gezamenlijk en eensluidend opgetrokken om de hogere overheden (financieel) te betrekken bij dit project. Opwaarderen haven Waalwijk De toegang tot de Waalwijkse industriehaven is momenteel beperkt tot kleine schepen (vaarklasse III). Voor de doorontwikkeling van de logistieke sector in de regio levert dit op middellange termijn al problemen op voor de aan- en afvoer van met name containers. Doel is te komen tot een haven in Waalwijk, die geschikt is om grotere schepen, tot en met vaarklasse V, te kunnen faciliteren voor laden en lossen. De regio Hart van Brabant heeft zijn steun aan deze ontwikkeling betuigd door het project op te nemen in de Werkagenda voor de komende jaren. In het belang van de ontwikkeling van de regionale economie wordt gezamenlijk en eensluidend opgetrokken om de hogere overheden (financieel) te betrekken bij dit project. Dit doel is geslaagd nu de minister van Infrastructuur en Milieu in 2013 heeft besloten 5 miljoen Euro beschikbaar te stellen voor de ontwikkeling van een nieuwe insteekhaven. Na het besluit van de gemeenteraad van Waalwijk over de aanbestedingsopzet van het project, zal de aanbesteding volgen en kan naar verwachting begin 2014 een uitspraak worden gedaan over de uitkomst van de aanbesteding en de realisatieovereenkomst voor de aanleg van de haven. Waar nodig zal gezamenlijk worden opgetrokken in het aanbestedingstraject en in eventuele (MER-)procedures. Bestuurlijke lobby Vanuit de regio wordt een eensluidende strategie uitgedragen richting hogere overheden met als doel de opwaardering van de infrastructuur (onder meer met betrekking tot de N261, N65, A58, A59 en de gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL)) gerealiseerd te krijgen. Voor logistieke doeleinden ligt de focus op Knooppunt Hooipolder, de A58 en het GOL.
32
2.4 Care Regionaal belang Op het terrein van zorg gaan de uitdagingen in toenemende mate impact hebben op samenleving en economie. Enerzijds wordt de regio geconfronteerd met een vergrijzende bevolking en toenemende zorgkosten, anderzijds biedt dit weer kansen in economische opzicht. Onze regio heeft een uitstekend profiel om van deze uitdaging een kans te maken. De zorg is de grootste dienstverlenende werkgever in de regio. Met twee ziekenhuizen, een gespecialiseerd kankerinstituut, (zorg-)verzekeraars en een sterk zorgnetwerk dat zich uitstrekt tot de wetenschappelijke top (Tranzo, Netspar), lonkt een aantrekkelijk perspectief.
Stand van zaken De ambitie van de regio is vastgelegd in het Care Avenue programma. Een drietal lijnen wordt gevolgd in het document. Ten eerste is arbeidsmarkt en scholing ook in deze sector van belang. De doelstelling van de uit te voeren projecten is de verhoging van de organisatiekracht in de regio ten aanzien van in-, uit- en doorstroom van personeel in het zorgcluster. Het businessplan voor de zorgacademie is het belangrijkste project in deze. Ten tweede wordt er ingezet op campusontwikkeling in de zorg, waar een concentratie van onderzoek, onderwijs en bedrijfsleven plaatsvindt in een open innovatie omgeving. De campusontwikkeling betreft in eerste instantie niet de ontwikkeling van een fysieke campus, maar heeft het karakter van een proeftuin. De focus van de zorginnovaties ligt op chronische aandoeningen. In eerste instantie is een proeftuin Dementie in ontwikkeling. Ten derde is innovatiebevordering een aandachtsgebied. Het belangrijkste project is Into D’mentia, een mobiele simulator, waar (mantel)zorgverleners zich kunnen inleven in het gedragspatroon van de dementerende patiënt. De verhoging van het inlevingsvermogen is cruciaal in het ontzorgen van de dementerende patiënt en zijn of haar omgeving.
Strategie Het Care Avenue programma is nog relatief jong en volop in ontwikkeling. De aansluiting tussen de meer technologische georiënteerde expertise in Zuidoost-Brabant en de aanwezige gammakennis in onze regio is de rode draad die door de Care strategie loopt. Slimmer leven en slimmere zorg bepalen de Care agenda. Thema’s als Healthy Ageing en chronische ziektebeelden zijn van hoog maatschappelijk belang. De regio kan hier via een focus op de ziektebeelden waar de aanwezige zorginstellingen in uitblinken en in daaropvolgende aansluiting bij en positionering in de Brainport agenda op kapitaliseren. De komende jaren –te beginnen in 2014- zullen de ambities verder geconcretiseerd moeten worden. De regionale inzet moet uiteindelijk uitmonden in bestendiging en versterking van deze sector die op zichzelf wellicht niet van onderscheidende betekenis is, maar die wel potentie heeft verder te groeien en ook nu al een heel groot deel van de regionale economie vertegenwoordigd. Bij de verdere concretisering van de strategie zal het position paper ‘The Healthy Region’ dat in 2013 geschreven wordt een uitgangspunt vormen. Net zoals het dat doet voor de strategie op het thema ‘Leefbaarheid, Veiligheid en de Zorg voor jong en oud (zie hoofdstuk 4). Met het position paper wordt concreet gemaakt hoe een meer conceptuele en programmatische benadering van Social Innovation effectief is voor het behalen van de regionale doelen op het gebied van zorg(economie). In de benadering staat per definitie de combinatie van technologische en sociale innovatie centraal.
33
De coördinatie op het Care Avenue programma -en op het uitvoeringsprogramma gericht op de realisatie van de ambitie zoals die wordt geformuleerd in de toekomstige strategie voor de doorontwikkeling van de sectorligt bij het samenwerkingsverband van ondernemers, onderwijs en overheid, Midpoint Brabant. Binnen dat samenwerkingsverband spelen de samenwerkende gemeenten de rol van mede-opdrachtgever. Daarnaast worden vanuit de zuiver publieke verantwoordelijkheid via Regio Hart van Brabant projecten gecoördineerd die faciliterend zijn aan de triple-helix ambitie. Een en ander resulteert in de volgende uitvoeringsprogramma’s voor 2014 voor Midpoint Brabant en voor Regio Hart van Brabant.
Uitvoeringsprogramma 2014 Midpoint Brabant In 2014 richt Midpoint Brabant zich op sturing op (het schrijven aan en de totstandkoming van) de volgende projecten: Ontwikkeling proeftuin Dementie Op verzoek van de Provincie Noord-Brabant ontwikkelt Midpoint Brabant in samenspraak met de PG Raad een proeftuin ‘dementie’. Een proeftuin ‘dementie’ betreft een herkenbare experimenteer- en implementatieregio voor ondersteunende diensten en producten voor langer thuis met dementie: life-style & zelfmanagement, mantelzorg support, (vroeg) diagnostiek, dementie vriendelijke gemeenten (participatie), domotica. Zorgacademie Onder regie van ROC Tilburg en het Zorgnetwerk Midden-Brabant wordt er gewerkt aan een betere verbinding tussen onderwijs en praktijk, onder meer door het inrichten van virtuele communities waar docenten, beroepskrachten, studenten en cliënten met elkaar aan het curriculum werken. Matchmaking innovatievragen Deze activiteit betreft het actief verbinden van innovatievragen van de zorgsector met kennis en kunde van het MKB. Dit is een aanpak die samen met KvK en Syntens zal worden uitgevoerd . IT en Domotica in relatie tot Healthy Ageing Hierbij gaat het om social innovation in de betekenis van koppelen van technologische innovatie aan sociale context en gedragseffecten. En aan een van de grotere maatschappelijke opgaven waar ons land en de EU voor staat. Gezond oud-worden: healty aging. Inzet bij het concept is een samenwerking met het in brainport-kader ontwikkelde "slim leven" project dat technologisch geïnspireerd is en met de kennis en kunde aanwezig bij Tilburg University kan worden verbreed. Onze regio is een uitstekende proeftuin om pilots en businesscases hiervoor te ontwikkelen. Aan een projectopzet zal geschreven moeten worden in 2014, naar analogie van het bestaande samenwerkingstraject met Brainport rondom DITSS. Nature Assisted Health Foundation Onder de koepel van Nature Assisted Health Foundation wordt ook gewerkt aan een proeftuin betreffende oncologische zorg en natuur. Effect evaluatie van dementie tuinen als initiatief onder de koepel van Nature Assisted Health Foundation. Europees Health Congres In 2014 zou een Europees Health Congres moeten plaatsvinden in de regio. Hiervoor wordt een EUsubsidieaanvraag voorbereid, samen met Brainport en de provincie Noord-Brabant. Het betreft een congres over langdurige zorg thuis.
34
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleg ‘Maatschappelijke Ontwikkeling & Jeugd, Jeugdgezondheidszorg’ (waar relevant, vanuit een zorg-economisch perspectief, in afstemming met het portefeuillehoudersoverleg ‘Economische Zaken, Recreatie en Toerisme’), op sturing op projecten die eveneens faciliterend kunnen en zullen zijn aan het Care Avenue programma van Midpoint Brabant. De activiteiten zijn onderdeel van de agenda rondom de transitie van het onderdeel begeleiding uit de AWBZ naar de WMO. In hoofdstuk 4 ‘Leefbaarheid, Veiligheid en de Zorg voor Jong en Oud’ wordt een en ander nader toegelicht. Specifiek ten behoeve van ondersteuning aan het Care Avenue programma lichten we hier een activiteit uit die agenda: Stimuleren van maatschappelijk EHBO Maatschappelijk EHBO betreft een 24/7 gecoördineerde aanpak voor urgente zorg. De achterkant van het ‘meldpunt’ vraagt om een hele goede organisatie, wellicht ook met gegevensuitwisseling tussen organisaties over bij hen bekende cliënten. Het betreft een eerste conceptidee voor een project. Bestuurlijk draagvlak wordt in 2013 en 2014 getoetst en in het geval van draagvlak wordt het verder uitgewerkt tot een concreet projectidee.
35
Begroting Midpoint Brabant – Bedrijvigheid Programmakosten
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
345.000
N 345.000
Apparaatskosten
Bijdrage via Regio Hart van Brabant
189.862
V 189.862
Cofinanciering
155.138
V 155.138
345.000
0
Totaal
345.000
Lasten
Specificatie programmakosten
€ Programmamanagement Leisure Boulevard
60.000
Programmamanagement Aerospace & Maintenance Cluster
60.000
Programmamanagement Logistics Cities
60.000
Programmamanagement Care Avenue
60.000
Consultancy, accountancy
70.000
Projectontwikkeling
35.000
Totaal
345.000
36
Toelichting Programmakosten Programmamanagement diverse programma’s Het doel van de Midpoint Brabant begroting voor het onderdeel bedrijvigheid is expliciet om projecten op te werken, uit te voeren en gefinancierd te krijgen binnen de contouren van de regionaal economische strategie. De kosten die hieraan zijn verbonden, zijn niet op projectniveau gedefinieerd. Het is belangrijk om te vermelden dat de begroting van Midpoint Brabant zich richt op de kosten van de organisatie. Dus de programmamanagers worden gefinancierd uit de Midpoint Brabant begroting, maar de projecten zullen op andere wijzen gefinancierd moeten worden. Midpoint programmamanagers hebben in 2014 een drietal taken. Gedurende naar verwachting 25 dagen zij de verantwoordelijkheid voor de afronding van de lopende (Samen Investeren) projecten. Dat wil zeggen dat zij de projectuitvoerders ondersteunen bij de afronding en verslaglegging, zorgen voor de afronding en verslaglegging van de eigen projecten, de projectresultaten verzamelen en presenteren, zorgen voor complete en toegankelijke dossiers, de presentaties van de programma’s en projecten aan de stakeholders (subsidiënten, stuurgroepen) verzorgen. Gedurende naar verwachting 25 dagen dragen zij de verantwoordelijkheid voor programmaontwikkeling: het tot stand brengen, stimuleren enthousiasmeren van samenwerkingsverbanden van triple helix partners, gericht op het ontwikkelen en realiseren van gezamenlijke projecten, zorgen voor verbindingen met ontwikkelingen in partnerregio’s, verspreiden van (project-)kennis en ervaringen, organiseren van bijeenkomsten, deelnemen aan conferenties, marketing en communicatie. Gedurende ongeveer 25 dagen dragen zij zorg voor projectinitiatie: (zorgen voor) toetsing nieuwe project ideeën, ondersteuning bij projectdefinitie en –ontwikkeling, lobby en toets op haalbaarheid. De kostenpost voor het onderdeel bedrijvigheid, komt uit op € 345.000,-. Naast deze kosten, worden de gemeenten door Midpoint Brabant gefactureerd voor de cofinanciering van het REAP-fonds. Vanuit dit regionale fonds worden projecten aangejaagd die bijdragen aan de regionale economie. De provincie trekt een bedrag uit van € 248.121,-, dat wordt gecofinancierd door de regio. Een toelichting op deze kostenpost staat opgenomen in bijlage 2. Consultancy, accounting De kosten voor consultancy en accounting worden voor de helft veroorzaakt door de eis om de lopende programma’s (totale omvang 25 miljoen Euro) af te sluiten met goedkeurende accountantsverklaringen. Ervaring met programma financiering heeft inmiddels de wijsheid gebracht dat het verantwoorden van complexe subsidietrajecten specialistische expertise vereist. De overige 50% heeft betrekking op de inzet van specialistische expertise bij de toespitsing van de nieuwe programma’s en projecten op de externe financieringsmogelijkheden (subsidieprogramma’s en fondsen), lobby, etc. om de toegang tot die financiering voor projecteigenaren te vereenvoudigen. Projectontwikkeling Onder projectontwikkeling wordt verstaan de projectschets (doel, activiteiten/aanpak, eigenaar, partners, planning, ontwikkelbudget, evt. indicatie totaalbudget). Het budget van € 35.000,- is bestemd voor externe opdrachten voor het uitvoeren van haalbaarheidstoetsen, draagvlakanalyses, subsidiabiliteitstoetsen, etc. Het budget maakt het mogelijk om een aantal startnotities / projectschetsen voor nieuwe projecten te laten opstellen. Daarmee geeft Midpoint Brabant de start voor het ontwikkelen van projectvoorstellen/ -aanvragen voor externe financiering (Europese en andere programma’s).
Toelichting dekking kosten Bijdrage via Regio Hart van Brabant De kosten voor de basisorganisatie van Midpoint Brabant (zijnde de totale kosten die voor Midpoint Brabant in deze begroting worden opgevoerd) worden gedekt door een bijdrage per inwoner van de deelnemende gemeenten en een klein deel door cofinanciering. De bijdragen van de deelnemende gemeenten worden via Regio Hart van Brabant aan Midpoint Brabant beschikbaar gesteld. Om praktische redenen is de voorgestelde dekking uit cofinanciering het thema Bedrijvigheid verwerkt.
37
Begroting Regio Hart van Brabant – Bedrijvigheid Programmakosten Apparaatskosten
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
130.000
N 130.000
30.000
N 30.000
Bijdrage gemeenten
Totaal
160.000
160.000
V 160.000
160.000
0
Lasten
Specificatie Programmakosten
€ Faciliteren Leisure Boulevard
70.000
Faciliteren Aerospace & Maintenance Cluster
60.000
Totaal
130.000
Lasten
Specificatie Apparaatskosten
€ Leisure Loket
30.000
Totaal
30.000
38
Toelichting Programmakosten Faciliteren Leisure Boulevard Voor het faciliteren van het Leisure Boulevard programma met diverse leisureprojecten is in totaal € 70.000,- gemoeid. Voor het actualiseren van de Kansenkaart Leisure wordt € 10.000,- geraamd voor inhuur van een bureau dat deze actualisatie verzorgt, gebruikmakend van het materiaal dat er al is. Voor het project ‘Ontsluiting leisure Boulevard’ is de inzet van een projectleider nodig voor hetzelfde bedrag als daarvoor in 2013 beschikbaar was, te weten € 40.000,-. Ten slotte wordt € 20.000,- geraamd voor overige projecten, zoals een (stage-)onderzoek naar de kansen voor waterrecreatie in de regio en een onderzoek naar de mogelijkheid om en de wijze waarop de regio zich gezamenlijk zou kunnen profileren als leisure regio richting bezoekers. Faciliteren Aerospace & Maintenance Cluster Voor de vertaling van de campusvisie voor Gate2 naar een integrale gebiedsvisie en een aangepast bestemmingsplan werd in de begroting Regio Hart van Brabant 2013 een projectleider begroot die gedurende het jaar 2013 en het jaar 2014 (voor een bedrag van € 90.000,- per jaar) ingezet zou worden. De praktijk leert dat inhuur van een adviesbureau onder aansturing van bestaande (ambtelijke) capaciteit een efficiëntere en goedkopere oplossing is. Voor 2014 wordt daarom € 50.000,geraamd. Als werkbudget voor de bestuurlijke lobby voor civiel medegebruik van de vliegbasis wordt € 10.000,- geraamd voor de organisatie van lobbybijeenkomsten en aanverwante onkosten. Faciliteren Logistics Cities De projecten zoals beschreven onder het uitvoeringsprogramma van regio Hart van Brabant die faciliterend zijn aan het Logistics Cities programma betreffen in het geval van het Wilhelminakanaal en de haven in Waalwijk projecten waarvoor de kosten worden gedekt uit eigen begrotingen (met Rijksmiddelen en overige subsidies). De eventuele kosten voor de derde activiteit die wordt genoemd, worden (evenals de overige activiteiten van die deel uitmaken van de Beleidsagenda Verkeer & vervoer) gedekt uit de eigen begroting van het portefeuillehoudersoverleg Verkeer & Vervoer / GGA Hart van Brabant en drukken daarom niet op de begroting van hart van Brabant. Faciliteren Care Avenue De activiteit zoals beschreven onder het uitvoeringsprogramma van regio Hart van Brabant die faciliterend is aan Care Avenue programma (Maatschappelijke EHBO) betreft een project waarvoor eventuele toekomstige kosten worden gedekt uit de begroting rondom het thema ‘Veiligheid Leefbaarheid en Zorg voor Jong en Oud’. De kosten zijn daarom in hoofdstuk 4 opgevoerd.
Toelichting apparaatskosten Bemanning Leisure Loket Met de (ambtelijke) bemanning van het Leisure Loket is naar schatting € 30.000,- gemoeid als wordt uitgegaan van de inzet van 500 uur tegen een uurtarief van gemiddeld € 60,-.
Toelichting dekking kosten Bijdrage gemeenten De dekking van de kosten vindt plaats uit bijdragen per inwoner van gemeenten.
39
“Om te voorkomen dat de arbeidsmarkt in de toekomst de achilleshiel van die economie wordt, is verdere verbetering van aansluiting van vraag en aanbod noodzakelijk.”
40
3. Arbeidsmarkt Regionaal belang Midden-Brabant is een relatief jonge regio. De werkloosheid is relatief laag en de groene druk is relatief hoog. De regio liet de afgelopen jaren sociaaleconomische stijging zien en een groei van het gemiddelde opleidingsen inkomensniveau. Er zijn in de regio vele onderwijsinstellingen aanwezig die mensen toe leiden naar de arbeidsmarkt. Daarnaast is er specialistische kennis aanwezig van aan arbeidsmarkt gerelateerde thema’s. Een internationaal opererend instituut zoals Reflect is alom bekend en gewaardeerd. Reflect staat voor Research Institute for Flexicurity, Labour Market Dynamics and Social Cohesion en is verbonden aan Tilburg University. Ondanks deze mooie uitgangspositie voor de regio is er werk aan de winkel op het terrein van de arbeidsmarkt. De economische crisis gaat ook aan onze regio niet ongemerkt voorbij en heeft een stijging van de werkloosheid tot gevolg. Om te voorkomen dat de arbeidsmarkt in de toekomst -als de economie weer aantrekt- de achilleshiel van die economie wordt, is verdere verbetering van aansluiting van vraag en aanbod noodzakelijk. Arbeid staat voor mobiliteit, wat betekent dat een programma om deze te stimuleren zich niet kan beperken tot gemeentegrenzen. Er is een grote wetswijziging op komst met betrekking tot de Participatiewet. De enige wijze om dergelijke grote ontwikkelingen (tenminste beleidsmatig) te benaderen is op regionale schaal. Het Rijk verwacht ook dat er congruente regionale samenwerkingsverbanden ontstaan in alle regio’s om aan deze opgave het hoofd te kunnen bieden.
Ambities In algemene zin heeft de regio de ambitie om zich te onderscheiden met een goed functionerende arbeidsmarkt die uitblinkt in toepassing van innovatieve arrangementen en oplossingen voor knelpunten en die daarvoor samenwerking organiseert tussen onderwijs, overheid en ondernemers. Of het nu gaat om vraag- en aanbodmatching, re-integratie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of technisch onderwijs, allen zijn van belang voor een goed draaiende economie en maatschappij waarin iedereen meedoet. In de regio is het van belang om via een gedragen arbeidsmarktprogramma, er specifiek voor te zorgen dat:
deze, met gezamenlijk beleid op de uitvoering, goed is voorbereid op de invoering van de Participatiewet (waardoor een meer innovatief, effectief en betaalbaarder systeem ontstaat); jeugdwerkloosheid en werkloosheid onder ouderen wordt teruggedrongen; er meer banen voor hoger opgeleiden worden gecreëerd, evenals voor elementair en laaggeschoolden; het functioneren van de arbeidsmarkt wordt gemoderniseerd (meer competentiegericht opleiden en werken); de dienstverlening van de overheid aan werkgevers wordt verbeterd en beter wordt afgestemd.
Stand van zaken De regio kent een bestaande en goede samenwerking op het gebied van de arbeidsmarkt. Er is in 2010 een Taskforce Arbeidsmarkt Hart van Brabant ingesteld die arbeidsmarktknelpunten heeft geïnventariseerd met bijbehorende oplossingsrichtingen. Een en ander is in 2011 gepresenteerd in het rapport ‘De Regio Werkt!’, dat op haar beurt is uitgewerkt in een actieprogramma. In de tweede helft van 2012 en in de loop van 2013 werden in lijn met de uitgangspunten uit het actieprogramma respectievelijk een programmamanager en een 41
HRM+ adviseur aangesteld. Formeel opererend in opdracht van de samenwerkende gemeenten In Regio Hart van Brabant en inhoudelijk gestuurd door het portefeuillehoudersoverleg Arbeidsparticipatie werden deze mensen bij Midpoint Brabant gepositioneerd, omdat het actieprogramma dat zij uitvoeren zeer is gebaat bij directe betrokkenheid van alle triple helix partners. Het regionale arbeidsmarktprogramma is nog relatief jong. De meeste projecten erin staan zijn in ontwikkeling maar dienen nog gerealiseerd te worden. Daarnaast is er de ambtelijke ‘Werkgroep 3D’ ingericht die zich in bestuurlijke afstemming met de portefeuillehoudersoverleggen ‘Arbeidsparticpatie’ en ‘Maatschappelijke Ontwikkeling & Jeugd, Jeugdgezondheidszorg’ voorbereidt op de decentralisaties/transities:
de invoering van de Particpatiewet; de decentralisatie van de Jeugdzorg en de invoering van de wet Passend Onderwijs; de transitie van de begeleiding van ouderen en langdurig zieken van AWBZ naar WMO .
Omdat er wisselwerking kan bestaan tussen de verschillende prioriteiten in het sociale domein worden deze in samenhang met elkaar besproken in deze werkgroep en in de poretfeuillehoudersoverleggen die daarvoor tenminste vier maal per jaar bijeenkomen. Een en ander geschiedt volgens de beleidsfilosofie die door de samenwerkende gemeenten is vastgesteld over de samenhang tussen de drie decentralisaties in het zogenaamde ‘Koersdocument ROM’. De uitgezette koers wordt bijgesteld naar aanleiding van actuele ontwikkelingen (bereiken Sociaal Akkoord in 2013, veranderingen in de invoerdata van de verschillende wetten, etc). Zodoende is recentelijk een actualisatie van het koersdocument opgeleverd in de vorm van de ‘Sociale Agenda’.
Strategie De genoemde uitdagingen en geformuleerde ambities vragen om een nieuwe, maar vooral regionale, aanpak. Een aanpak waarin de samenwerkende gemeenten vanuit hun publieke verantwoordelijkheid in relatie tot wettelijke taken zorgen dat ‘de basis op regionale schaal op orde is’. Daar houdt het echter niet op. Passend bij de ambitie van de regio om in het sociale domein innovatieve arrangementen toe te passen als oplossing voor gesignaleerde knelpunten, wordt in samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven een ‘plus’ gedefinieerd op deze (publieke) basis.
Basis: deze wordt gevormd door de publieke taken, voor zover bepaald is dat het relevant is deze gezamenlijk te ondernemen. Dit geschiedt via de intergemeentelijke samenwerking in Regio Hart van Brabant. Plus: deze wordt gevormd door extra ambitie in de vorm van innovatieve arrangementen, in eerste instantie en waar mogelijk met een focus op de vier speerpuntsectoren, samengesteld met partners uit onderwijs, overheid en bedrijfsleven. Dit geschiedt via triple helix samenwerking in Midpoint Brabant.
Voor de basis is aanvankelijk het programma ‘De Regio Werkt! geschreven en geactualiseerd naar aanleiding van actuele ontwikkelingen en veranderingen in wetsvoorstellen. Deze nota vormt de leidraad voor de publieke strategie en het uitvoeringsprogramma van de samenwerkende gemeenten in Regio Hart van Brabant. Om bovenop die basis een plus te realiseren wordt een position paper geschreven: ‘The Enabling Region’. Dat position paper brengt, rekeninghoudend met de SER-adviezen hierover, in beeld hoe de veranderingen en vernieuwingen in arbeid en arbeidsprocessen plaatsvinden en geeft een perspectief op hoe de regio dat andere, nieuwe en slimme werken kan faciliteren en hoe ze hierin uit kan blinken door toepassing van nieuwe product-markt combinaties. Met het position paper als uitvloeisel van de in hoofdstuk 1 genoemde notitie ‘Social Innovation als regionale opgave’ wordt concreet werk gemaakt van het conceptueel en op een programmatische manier benaderen Social Innovation voor het behalen van de regionale doelen op het gebied van de arbeidsmarkt. Het begrip 42
Social Innovation wordt hiermee in het arbeidsmarktprogramma van de regio vertaald naar concrete projecten en activiteiten. Het position paper moet hiermee de grondslag kunnen vormen voor de formulering van een aantal (ESF-)projecten en een uitvoeringsprogramma met verantwoordelijkheden voor overheden, onderwijsinstellingen en bedrijfsleven. De coördinatie op het zuiver publieke deel van het arbeidsmarktprogramma ligt bij Regio Hart van Brabant. De coördinatie op het triple helix programma ligt bij Midpoint Brabant. Binnen dat samenwerkingsverband spelen de samenwerkende gemeenten de rol van mede-opdrachtgever, waardoor de samenhang tussen de ‘(publieke) basis’ en de ‘plus’ is gegarandeerd. Bij Midpoint Brabant wordt een stuurgroep ingesteld voor de inhoudelijke sturing op het regionale arbeidsmarkt programma. Deze stuurgroep (met als werknaam stuurgroep Economie & Arbeidsmarkt) wordt door de regionaal programmamanager Arbeidsmarkt samengesteld met mensen uit onderwijs, overheid en bedrijfsleven. Een en ander resulteert in de volgende uitvoeringsprogramma’s voor 2014 voor Midpoint Brabant en voor Regio Hart van Brabant.
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleg ‘Arbeidsparticipatie’, op organisatie van de publieke basis middels sturing op de volgende projecten: Gezamenlijk beleid op de uitvoering van de nieuwe Participatiewet Het betreft de beleidsvoorbereiding op de uitvoering van de Participatiewet, die een vervanging is van het eerdere wetsvoorstel Werken naar Vermogen. Het beleid wordt in samenhang bepaald met het beleid voor de decentralisatie van de Jeugdzorg, de nieuwe wet Passend Onderwijs en de transitie begeleiding van ouderen en langdurig zieken van AWBZ naar WMO. Regionaal toepassen Startersbeurs De Startersbeurs biedt jongeren de mogelijkheid om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten en te verbeteren. De starter werkt 6 maanden lang in het bedrijfsleven aan competenties en vaardigheden die belangrijk zijn op de arbeidsmarkt én aansluiten bij zijn of haar opleidingsniveau. Tijdens deze periode ontvangt de starter van de werkgever een tegemoetkoming. Deze tegemoetkoming komt in plaats van een eventuele uitkering (of studiebeurs). De Startersbeurs helpt jongeren om werkervaring op te doen in de huidige krappe arbeidsmarkt en voorkomt stilstand en uitkeringsafhankelijkheid. Het is een landelijk tot de verbeelding sprekend initiatief van de Universiteit van Tilburg en de gemeente Tilburg in samenwerking met de vakbonden CNV en FNV en kan op regionale schaal worden toegepast. Uitvoering gezamenlijk programma voor het terugdringen van de jeugdwerkloosheid Gestart in 2013 en doorlopend in 2014 gaat de regio Hart van Brabant € 1,65 miljoen investeren in een regionale aanpak ter voorkoming en bestrijding van jeugdwerkloosheid. Dankzij het Europees Sociaal Fonds en het Pact Brabant -het provinciale overlegplatform om structurele knelpunten op de Brabantse arbeidsmarkt op te lossen- is er geld beschikbaar. De regionale aanpak is aanvullend op bestaande instrumenten en lokaal beleid. Het is met name gericht op kwetsbare jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De Regionale aanpak is het vervolg op het "Actieplan voorkomen en bestrijden van Jeugdwerkloosheid MiddenBrabant" uit 2009. Gezamenlijk beleid om arbeidsmigratie in goede banen te leiden Met het openen van de grenzen binnen de Europese Unie is de arbeidsmigratie binnen de unie flink toegenomen. Per 1 januari 2014 is Nederland volgens EU-afspraken verplicht ook arbeidsmigranten uit Roemenië en Bulgarije toe te laten. De reeds bestaande en vanaf 2014 verder groeiende arbeidsmigratie brengt een aantal uitdagingen met zich mee, bijvoorbeeld op het vlak van ontduiking van de Nederlandse arbeidsvoorwaarden en van huisvesting, waarvoor op regionale schaal beleid ontwikkeld kan worden.
43
Techniek-pact Aandacht voor techniek op alle basisscholen in 2020. Een investeringsfonds om techniek in het onderwijs te stimuleren en 1000 beurzen per jaar voor techniekstudenten om ze te binden aan het bedrijfsleven. €100 miljoen om de technische kennis van docenten te vergroten en €300 miljoen voor bij- en omscholing van mensen met interesse in techniek. Met dit pact willen de ondertekenaars bereiken dat méér jongeren kiezen voor techniek, leren in de techniek en dat méér werknemers gaan en blijven werken in de technieksector. Daarmee behoudt Nederland haar positie in de wereldtop als het gaat om concurrentiekracht, innovatie en wetenschappelijk onderzoek. Terwijl de werkloosheid in Nederland oploopt ontstaat er in sommige sectoren echter een tekort aan tienduizenden technische arbeidsplaatsen. Tot 2020 zijn er jaarlijks 30.000 extra technici nodig. In het pact staan tweeëntwintig afspraken die vertegenwoordigers van werknemers, werkgevers en het onderwijsveld hebben afgesproken met het kabinet en regionale overheden die de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt in de technieksector versterken en het tekort aan technisch personeel tegen te gaan. In 2014 bevordert de regio de implementatie van deze afspraken in het eigen gebied. Internationalisering en kenniswerkers De regio internationaliseert: onderwijsinstellingen trekken steeds meer buitenlandse studenten, bedrijven zijn in toenemende mate buiten de landsgrenzen actief en hebben expats in dienst op cruciale posities binnen de organisatie. Voor het behouden en aantrekken van hoogopgeleide kenniswerkers en internationale studenten is het van belang een regionale strategie te ontwikkelen en te volgen die in ieder geval voorziet in de noodzakelijke randvoorwaardelijke faciliteiten (zoals huisvesting voor internationale studenten via Talent Square en hulp bij vestiging en vergunningen via Expat Center South).
44
Begroting Regio Hart van Brabant – Arbeidsmarkt
Programmakosten
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
200.000
N 200.000
Apparaatskosten
Bijdrage gemeenten
Totaal
200.000
200.000
V 200.000
200.000
0
Lasten
Specificatie programmakosten
€ Participatiewet
75.000
Startersbeurs
25.000
Arbeidsmigratie
25.000
Techniek-pact
25.000
Internationalisering – Expat Center South
50.000
Totaal
200.000
45
Toelichting Programmakosten Participatiewet In 2013 is gebleken dat er een sterke behoefte is aan extra ondersteuning van zowel de portefeuilles ‘Arbeidsparticipatie’ als ‘Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd & Jeugdgezondheidszorg’ om de drie decentralisaties regionaal te kunnen begeleiden. De ambtelijke coördinatoren van de portefeuillehoudersoverleggen deden de beleidsvoorbereiding erbij en dat bleek niet langer realistisch. Er gaat veel tijd zitten in:
het verzamelen en delen van actuele ontwikkelingen op dit gebied; het bijeen brengen van standpunten van de HvB gemeenten; het voorbereiden, organiseren en begeleiden van gezamenlijke bijeenkomsten; het formuleren van projectopdrachten, het trekken van projecten en het voorbereiden van besluitvorming hierover.
In 2013 is voor de tweede helft van het jaar op basis van een voorstel van de ambtelijk opdrachtgevers van de voorbereiding van de decentralisaties in het sociale domein besloten om 300 uur voor ‘Arbeidsparticipatie’ en 300 uur voor ‘Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd & Jeugdgezondheidszorg’ beschikbaar te stellen tegen een uurtarief van gemiddeld 60 Euro. Voor het hele jaar 2014 wordt voorgesteld 500 uur beschikbaar te stellen per portefeuille. Voor ‘Arbeidsparticipatie’ betekent dit een post van € 30.000,-. Voor het hele jaar 2014 wordt, vanwege de snel naderende data van invoering, voorgesteld om 1.250 uur beschikbaar te stellen per transitie. Dit betekent een post van € 75.000,- Euro per transitie. Van dit budget kan (evenals bij de overige transities) € 50.000,- worden ingezet voor specifieke beleidsvoorbereiding op de betreffende transitie en € 25.000,- voor de integrale benadering van de drie transities in samenhang met elkaar (in het zogenaamde 3D-overleg). Het bedrag dat specifiek beschikbaar is voor de voorbereiding op de Participatiewet zal worden aangewend voor de ontwikkeling van een visie op een regionale uitvoeringsdienst Participatie. Startersbeurs Voor het geschikt maken voor regionale uitrol van het concept Startersbeurs en voor de coördinatie op de daadwerkelijke uitrol is een bedrag van € 25.000,- geraamd. Het bedrag zal besteed worden aan het bekend maken van het initiatief bij bedrijven en starters in alle regiogemeenten en het uitbreiden van het digitale platform. Terugdringen Jeugdwerkloosheid De kosten voor uitvoering van dit programma worden gedekt door de middelen die vanuit het programma beschikbaar zijn. Arbeidsmigratie Indien voor het in goede banen leiden van de arbeidsmigratie op regionale schaal beleid gemaakt wordt, dan is daarvoor, naar analogie van wat er moet gebeuren ter voorbereiding op de Participatiewet, capaciteit nodig voor:
het verzamelen en delen van actuele ontwikkelingen op dit gebied; het bijeen brengen van standpunten van de HvB gemeenten; het voorbereiden, organiseren en begeleiden van gezamenlijke bijeenkomsten; het formuleren van projectopdrachten, het trekken van projecten en het voorbereiden van besluitvorming hierover.
Er wordt voor 2014 ongeveer 400 uur geraamd tegen een uurtarief van gemiddeld € 60,-. Techniek-pact In 2014 bevordert de regio de implementatie van de afspraken uit het Techniek-pact in het eigen gebied. Een bedrag van € 25.000,- wordt geraamd voor de besteding aan uren om dit in de praktijk te brengen.
46
Expat Center South Voor het lopende project Expat Center South worden voor 2014 dezelfde bedragen begroot als voor 2013. De kosten bedragen € 50.000,-. Dit bedrag valt uiteen in een deel (€ 40.000,-) dat wordt besteed aan de organisatie van de formaliteiten (de bijdrage ‘Formalities’ aan de Expat Center South organisatie waarin de Regio Hart van Brabant participeert) en een deel (€ 10.000,-) dat wordt besteed aan ‘Services’: informatievoorzieningen, welkomstprogramma's, inhoudelijke en sociale programma's die in samenwerking met de expats, ECS, kennisinstellingen en bedrijfsleven worden opgezet dan wel georganiseerd
Toelichting dekking kosten Bijdrage gemeenten De dekking van de kosten vindt plaats uit bijdragen per inwoner van gemeenten.
Uitvoeringsprogramma 2014 Midpoint Brabant In 2014 richt Midpoint Brabant zich op sturing op de plus middels (het schrijven aan en de totstandkoming van) de volgende projecten: Instituut voor Toekomst van Werk Het Instituut voor de Toekomst van Werk beoogt een maatschappelijke bijdrage te leveren aan het beter laten functioneren van de arbeidsmarkt. De missie is het creëren van een plek waar scholieren kunnen kennismaken met werk in historisch en toekomstig perspectief en hun beroepskeuze kunnen vormen, organisaties kennis kunnen nemen van innovatieve strategieën voor de inrichting van werk en waar wetenschappelijk onderzoek plaatsvindt naar de oplossing van arbeidsmarktvraagstukken op Europese schaal. Centraal in het bijbehorende Social Platform-model van het Instituut staat stimulering van het individu in leren, stimuleren van organisaties om ‘slim te verbinden’. Het businessplan wordt in 2013 geschreven en gefinancierd met REAP subsidie en een cofinanciering van de gemeente Tilburg. Op basis van een sluitende business case is in 2014 enige capaciteit nodig om te sturen op het gereedmaken van het project voor realisatie. Innovatieve sectorspecifieke arrangementen via regionaal programmamanagement Toepassing van innovatieve arrangementen op de arbeidsmarkt voor de logistieke sector van hoog (bijvoorbeeld Logistic Talent Incubator), tot laag (opleiding- en flexpools). En ontwikkeling en introductie van soortgelijke arrangementen/ arbeidsmarkt deelprogramma’s in de leisuresector (via het Huis van de Leisure), in de industrie en techniek (via het A&M House) en in de zorg. Een en ander geschiedt onder aansturing van de regionale programmamanager en de HRM+ adviseur die in 2012 respectievelijk 2013 zijn aangesteld vanuit publiek initiatief in het kader van ‘De Regio Werkt!’. Het voornemen was (zoals ook in het jaarrapport 2012 van Regio Hart van Brabant gesteld) hen niet alleen wat presentatie en communicatie naar buiten toe betreft, maar ook organisatorisch onder te brengen bij Midpoint Brabant. Vanuit Midpoint Brabant wordt door hen een overlegstructuur gerealiseerd voor de triple helix voor afstemming van de economische-, onderwijstechnischeen arbeidsmarktagenda ( de stuurgroep Economie & Arbeidsmarkt).
47
Begroting Midpoint Brabant – Arbeidsmarkt Programmakosten
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
100.000
N 100.000
Apparaatskosten
Bijdrage via Regio Hart van Brabant
Totaal
100.000
100.000
V 100.000
100.000
0
Lasten
Specificatie programmakosten
€ Regionaal programmamanagement
100.000
Totaal
100.000
48
Toelichting Programmakosten Instituut Toekomst voor Wergk Het businessplan voor het Instituut Toekomst voor Werk wordt in 2013 geschreven en gefinancierd met REAP subsidie en een cofinanciering van de gemeente Tilburg. Op basis van een sluitende business case is in 2014 enige capaciteit nodig om te sturen op het gereedmaken van het project voor realisatie. Omdat dit uit de programmacapaciteit zal moeten gebeuren die langs andere wegen al is gefinancierd (zie de deelbegrotingen van Midpoint Brabant in hoofdstuk 1 en 2), worden hiervoor worden geen separate kosten opgevoerd. Regionaal Programmamanagement In totaal was voor de investeringsagenda arbeidsmarkt in 2013 voor een programmamanager, HRM+adviseur, communicatie etc. € 257.000,- beschikbaar. De eerste helft van het jaar werden de kosten gedekt door de destijds acht deelnemende gemeenten (dus exclusief Heusden) uit de gemeentebegrotingen op basis van acht collegebesluiten. Vanaf de tweede helft van het jaar werden de kosten gedekt uit de begroting regio Hart van Brabant. Daarom was voor de tweede helft van 2013 hiervoor € 128.500,- opgenomen. Voor het totale regionale arbeidsmarkt programma blijft in 2014 met € 245.000,- ongeveer evenveel budget beschikbaar als in 2013 (toen € 257.000,-). Het totale budget is in 2014 echter verder gespecificeerd op projectniveau en verdeeld over de programma’s van regio Hart van Brabant en Midpoint Brabant. Voor het programmamanagement als zodanig, dat vanaf 2014 organisatorisch ondergebracht zal zijn bij Midpoint Brabant, wordt in totaal € 100.000,- geraamd voor de bekostiging van een deeltijd programmamanager en een deeltijd HRM+adviseur.
Toelichting dekking kosten Bijdrage via Regio Hart van Brabant De kosten voor de basisorganisatie van Midpoint Brabant (zijnde de totale kosten die voor Midpoint Brabant in deze begroting worden opgevoerd) worden gedekt door een bijdrage per inwoner van de deelnemende gemeenten en een klein deel door cofinanciering. De bijdragen van de deelnemende gemeenten worden via Regio Hart van Brabant aan Midpoint Brabant beschikbaar gesteld.
49
“ De regio wil uitblinken in toepassing van innovatieve arrangementen.” 50
4. Leefbaarheid, veiligheid, zorg voor jong en oud Regionaal belang Midden-Brabant is een prettige en aantrekkelijke regio. De regio scoort gemiddeld tot goed in rankings over veiligheid en leefbaarheid. Verbeteringen op beide fronten zijn echter altijd wenselijk en in het belang van mensen die er willen wonen, werken, recreëren en bedrijven die er gevestigd zijn of die zich er willen vestigen. Midden-Brabant is ook een regio die nationaal gezien minder sterk vergrijst dan andere regio’s. Echter, ook in onze regio spelen demografische ontwikkelingen als ontgroening en vergrijzing een steeds belangrijkere rol. Door deze en andere sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen kan de leefbaarheid in wijken en dorpen onder druk komen te staan. Om leefbaarheid op peil te houden is regionale aandacht voor een gezond, sociaal en veilig leefklimaat van belang. Maar niet alleen demografische en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen zorgen ervoor dat regionale aandacht voor leefbaarheid, veiligheid en de zorg voor kwetsbare groepen mensen belangrijk is. Ook veranderingen in wet- en regelgeving van Rijkswege maken dat de regio zich moet bezinnen op de wijze waarop deze in staat is een antwoord te formuleren op maatschappelijke uitdagingen. Er is een aantal grote wetswijzigingen op komst die het takenpakket voor de gemeenten in de regio sterk verzwaren in een tijd dat budgetten onder druk staan. Zoals het zich nu laat aanzien vindt 1 januari 2015 de decentralisatie plaats van de Jeugdzorg. Per 1 augustus 2014 gaat de nieuwe wet Passend Onderwijs in En ten slotte is de transitie van de begeleiding en persoonlijke verzorging van mensen met een beperking en ouderen van de AWBZ naar de WMO aanstaande. Zoals dat ook geldt voor de op handen zijnde transitie op het terrein van de arbeidsmarkt, geldt ook voor deze complexe decentralisaties dat ze (ook) op regionale schaal benaderd moeten worden. Het Rijk verwacht ook dat regionale samenwerkingsverbanden deze opgaven het hoofd zullen kunnen en moeten bieden.
Ambities In algemene zin geldt dat de regio zich wenst te onderscheiden als veilige en leefbare regio waar de zorg voor jong, oud en ziek en gezond goed is georganiseerd. De regio wil daarbij uitblinken in toepassing van innovatieve arrangementen en oplossingen voor knelpunten en organiseert daarvoor samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven. Meer concreet en specifiek zijn de doelstellingen:
voorbereid te zijn op de decentralisatie van de Jeugdzorg (invoeringsjaar bij gemeenten 2015, wet treedt in werking in 2015), de nieuwe wet Passend Onderwijs (1 augustus 2014) en de transitie van de begeleiding van mensen met een beperking en ouderen van AWBZ naar WMO (invoeringsjaar 2015), volgens een innovatief, effectief en betaalbaar systeem; criminaliteit, (huiselijk) geweld en het aantal veelplegers te beperken; een goed samenspel te realiseren tussen gamma kennis over veiligheid en harde kennis over technologie om de leefbaarheid te verbeteren; een goed samenspel te realiseren tussen gamma kennis over zorg en harde kennis over technologie om gezond en langer zelfstandig ouder te worden.
51
Stand van zaken Sociale prioriteiten namen reeds een belangrijke positie in, in de regio Hart van Brabant. Bij het streven naar (economische) ontwikkeling van de regio werd en wordt expliciet gekeken naar de samenhang met het sociale kapitaal van de regio. Maar ook los van het streven naar verdere (economische) ontwikkeling van de regio heeft het sociale domein hoge prioriteit. De samenwerkende gemeenten in Regio Hart van Brabant bereiden zich via het goed functionerende portefeuillehoudersoverleg ‘Maatschappelijke Ontwikkeling & Jeugd, Jeugdgezondheidszorg’ al langere tijd voor op de aanstaande transities. Dat gebeurt in samenspraak met het portefeuillehoudersoverleg ‘ Arbeidsparticipatie’ dat zich voorbereidt op de invoering van de nieuwe Particpatiewet. Recentelijk is de ‘Sociale Agenda’ geschreven die een actualisatie vormt van het eerder geschreven ‘Koersdocument ROM’ en de daaruit afgeleide transitieplannen voor de Jeugdzorg en de overgang van de AWBZ naar de WMO. In de Sociale Agenda zijn actuele ontwikkelingen en veranderingen in wetsvoorstellen meegenomen. Afgezien van de strategisch-beleidsmatige afstemming binnen de portefeuillehoudersoverleggen, is in relatie tot een gezond, sociaal en veilig leefklimaat het noemen van Zorg- en Veiligheidshuis Midden-Brabant van belang. Dit initiatief is een samenwerkingsverband van 20 partnerorganisaties die werken aan een gezamenlijke aanpak van sociale veiligheid. Het Veiligheidshuis Tilburg is in 2002 opgericht door de gemeente Tilburg, Politie Midden en West Brabant en het Openbaar Ministerie Breda. In 2008 is het Zorghuis opgericht. Het Zorghuis richt zich op volwassenen en gezinnen met een meervoudige en complexe problematiek. Zorgpartners maken onder regie van de gemeente één integraal en bindend plan van aanpak voor deze mensen. Omdat er een grote overlap bestaat tussen de partners en doelgroepen van het Zorghuis en het Veiligheidshuis werden beide per december 2011 samengevoegd onder een dak: het Zorg- en Veiligheidshuis Midden-Brabant. Bij het huis zijn momenteel alle samenwerkende gemeenten in de regio (met uitzondering van de gemeente Heusden) aangesloten. Het huis is intussen een best practice voorbeeld in Nederland. Met de strategisch-beleidsmatige bestuurlijke samenwerking en uitstekende praktijkvoorbeelden als het Zorgen Veiligheidshuis bewijst de regio het effect van goede samenwerking. De regio is daarmee ook een betrouwbare gespreks- en samenwerkingspartner voor de provincie Noord-Brabant. Dat is prettig omdat ook de provincie zich via het Uitvoeringsprogramma 2012-2015 Leefbaarheid@Brabant (kortweg L@B) op diverse fronten inzet om de leefbaarheid te verbeteren. De provincie ondersteunt gezamenlijke initiatieven van burgers en (boven)lokale partijen. De provincie zoekt daarvoor binnen Leefbaarheid@Brabant samenwerking met regionale samenwerkingsverbanden en netwerken.
Strategie Voor de genoemde uitdagingen en geformuleerde ambities is een regionale aanpak het meest geschikt. Een aanpak waarin de samenwerkende gemeenten vanuit hun publieke verantwoordelijkheid in relatie tot wettelijke taken zorgen dat ‘de basis op regionale schaal op orde is’. In het op orde hebben van de basis kan en zal veel ambitie gelegd worden. Daarbij houdt het niet op. Passend bij de ambitie van de regio om innovatieve arrangementen toe te passen als oplossing voor gesignaleerde knelpunten, wordt in samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven een ‘plus’ gedefinieerd op deze (publieke) basis.
Basis: deze wordt gevormd door de publieke taken, voor zover bepaald is dat het relevant is deze gezamenlijk te ondernemen. Dit geschiedt via de intergemeentelijke samenwerking in Regio Hart van Brabant. Plus: deze wordt gevormd door extra ambitie in de vorm van innovatieve arrangementen, in eerste instantie en waar mogelijk met een focus op de vier speerpuntsectoren, samengesteld met partners uit onderwijs, overheid en bedrijfsleven. Dit geschiedt via triple helix samenwerking in Midpoint Brabant.
52
Voor de basis is de ‘Sociale Agenda’ geschreven die een actualisatie vormt van het eerder geschreven ‘Koersdocument ROM’ en de daaruit voorvloeiende transitieplannen Jeugdzorg en AWBZ naar WMO. In de Sociale Agenda zijn actuele ontwikkelingen en veranderingen in wetsvoorstellen meegenomen en zijn de decentralisaties (ook op het terrein van Arbeidsparticipatie) in samenhang met elkaar beschreven. Deze notitie vormt de basis voor de strategie en het uitvoeringsprogramma van de samenwerkende gemeenten. Door het Zorg- en Veiligheidshuis is het richtinggevende document ‘De Maatschappelijke Opdracht’ geschreven. In dit stuk wordt de vraag beantwoord wat het initiatief doet en waarom het bestaat. Het stuk vormt daarmee de basis voor de verdere strategie van de samenwerkende partners binnen het initiatief. Voor de zogenaamde ‘plus’ wordt in 2013 een position paper geschreven: ‘The Healthy Region’. Het position paper is een uitvloeisel van de in hoofdstuk 1 genoemde notitie ‘Social Innovation als regionale opgave’. Met de notitie wordt expliciet gemaakt hoe het meer conceptueel en op een programmatische manier benaderen van Social Innovation effectief is voor het behalen van de regionale doelen op het gebied van veiligheid, leefbaarheid en de zorg voor jong en oud. Het begrip Social Innovation wordt hiermee in het programma van de regio vertaald naar concrete projecten en activiteiten. In deze projecten staan per definitie de combinatie van technologische innovatie en sociale innovatie centraal. Het position paper moet hiermee de grondslag kunnen vormen voor de formulering van een aantal (ESF-)projecten en een uitvoeringsprogramma met verantwoordelijkheden voor overheden, onderwijsinstellingen en bedrijfsleven. De coördinatie op het zuiver publieke deel van het ligt bij Regio Hart van Brabant. De coördinatie op het triple helix programma ligt bij Midpoint Brabant. Binnen dat samenwerkingsverband spelen de samenwerkende gemeenten de rol van mede-opdrachtgever, waardoor de samenhang tussen de ‘(publieke) basis’ en de ‘plus’ is gegarandeerd. Een en ander resulteert in de volgende uitvoeringsprogramma’s voor 2014 voor Midpoint Brabant en voor Regio Hart van Brabant.
53
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleg ‘Maatschappelijke Ontwikkeling & Jeugd, Jeugdgezondheidszorg’, op organisatie van de publieke basis middels sturing op de volgende projecten: Gezamenlijk beleid op de uitvoering van de decentralisatie van de Jeugdzorg In 2013 en 2014 wordt de gezamenlijke beleidsvoorbereiding voortgezet voor de decentralisatie van de Jeugdzorg per 1 januari 2015. Het beleid wordt in samenhang bepaald met het beleid voor de overige decentralisaties. Het gaat om ongekend grote veranderingen in het sociale domein zodat veel aandacht uit zal moeten gaan naar voorbereiding, monitoring, tussentijdse evaluatie en mogelijk bijstelling van het beleid op de uitvoering. Het vanaf het najaar van 2013 vast te stellen Regionale Beleidskader Jeugdhulp Hart van Brabant zal de kaders geven voor de inrichting van de uitvoeringsorganisatie voor de jeugdhulp en voor de afzonderlijke beleidsplannen in de gemeenten en voor de inkoop van hulp- en ondersteuningsvormen per individuele gemeente in 2014.
Gezamenlijk beleid op de uitvoering van de transitie van de begeleiding en persoonlijke verzorging van mensen met een beperking en ouderen vanuit de AWBZ naar de WMO In de het regeerakkoord stond al aangekondigd dat de functies persoonlijke verzorging en begeleiding gedecentraliseerd zouden worden naar de gemeente en dat er een forse bezuiniging op de huishoudelijke hulp van 75% zou gaan plaatsvinden. In het zorgakkoord zijn hier aanvullende afspraken over gemaakt, wat heeft geleid tot wijzigingen ten opzichte van het regeerakkoord. In de brief van staatsecretaris van Rijn van april 2013 wordt de visie van de regering op de langdurige zorg omschreven. Deze visie vormt de basis voor de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning die per 1 januari 2015 in zal gaan. In de regio Hart van Brabant bereiden we ons voor op deze ontwikkelingen. Hierbij zoeken gemeenten aansluiting bij de lokale kaders van de WMO en wordt bekeken waar regionale samenwerking meerwaarde heeft. In 2014 zullen gemeenten zich voorbereiden op de invoering van de transitie door onder andere te bepalen waar gezamenlijke inkoop meerwaarde heeft en hier uitvoering aan te geven. Maatschappelijke EHBO Een interessante ontwikkeling die in relatie tot de WMO in onze regio extra aandacht krijgt is die rondom zogenaamde ‘Maatschappelijke EHBO’. Maatschappelijk EHBO betreft een 24/7 gecoördineerde aanpak voor urgente zorg. De achterkant van het ‘meldpunt’ vraagt om een hele goede organisatie, wellicht ook met gegevensuitwisseling tussen organisaties over bij hen bekende cliënten. Het betreft een eerste conceptidee voor een project. Bestuurlijk draagvlak wordt in 2013 en 2014 getoetst. Uitgaande van draagvlak wordt het verder uitgewerkt tot een concreet project. In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich daarnaast, vanuit de portefeuilleverantwoordelijkheid van de samenwerkende burgemeesters (in samenspraak met andere houders van relevante portefeuilles) op organisatie van de publieke basis middels sturing op de volgende projecten: Zorg- en Veiligheidshuis Gezamenlijk beleid bepalen ter verbetering van veiligheid en leefbaarheid en uitvoering van dit beleid via het Zorg & Veiligheidshuis gericht op jeugd, veelplegers, slachtoffers en plegers van huiselijk geweld en personen met een meervoudige en complexe problematiek. De acht samenwerkende burgemeesters in de regio voeren als portefeuilleverantwoordelijken voor openbare orde en veiligheid op het platform dat het Zorg- en Veiligheidshuis biedt ook in 2014 overleg met twintig nadere maatschappelijke instanties. Voor de gemeente Heusden geldt dat ze onder het veiligheidshuis ’s-Hertogenbosch en omstreken valt.
54
Districtelijke Driehoek De Districtelijke Driehoek is het overleg waarin de burgemeesters van Hart van Brabant in 2014 samen met de politie en het Openbaar Ministerie afspraken maken over veiligheid en de aanpak van criminaliteit. De basis hiervoor wordt gevormd door het Regionaal Beleidsplan van de politie Zeeland-West-Brabant enerzijds en de lokale beleidskaders op het gebied van integrale veiligheid anderzijds. Op dit districtelijke niveau worden alle ambities verder uitgewerkt om te komen tot een districtelijke aanpak. Zo wordt er beleid afgestemd op het gebied van: woninginbraken, overvallen en straatroof, bestuurlijke aanpak hennep, mensenhandel, georganiseerde criminaliteit, politie-inzet bij grote evenementen, jeugdoverlast. Daarnaast worden actuele zaken besproken zodat de aanpak van criminaliteit en onveiligheid voor alle betrokken instanties eenduidig is binnen het district Hart van Brabant.
Begroting Regio Hart van Brabant – Leefbaarheid, Veiligheid, Zorg voor jong en oud Programmakosten
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
135.000
N 135.000
Apparaatskosten
Bijdrage gemeenten
Totaal
135.000
135.000
V 135.000
135.000
0
Lasten
Specificatie programmakosten
€ Decentralisatie Jeugdzorg
25.000
Transitie AWBZ naar WMO
75.000
Districtelijke Driehoek
10.000
Maatschappelijke EHBO
25.000
Totaal
135.000
55
Toelichting Programmakosten Decentralisatie Jeugdzorg en transitie AWBZ naar WMO In 2013 is gebleken dat er een sterke behoefte is aan extra ondersteuning van zowel de portefeuilles ‘Arbeidsparticipatie’ als ‘Maatschappelijke Ontwikkeling’ om de decentralisaties regionaal te kunnen begeleiden. De ambtelijke coördinatoren van de portefeuillehoudersoverleggen deden de beleidsvoorbereiding erbij en dat bleek niet langer realistisch. Er gaat veel tijd zitten in:
het verzamelen en delen van actuele ontwikkelingen op dit gebied; het bijeen brengen van standpunten van de HvB gemeenten; het voorbereiden, organiseren en begeleiden van gezamenlijke bijeenkomsten; het formuleren van projectopdrachten, het trekken van projecten en het voorbereiden van besluitvorming hierover.
In 2013 is voor de tweede helft van het jaar op basis van een voorstel van de ambtelijk opdrachtgevers van de voorbereiding van de decentralisaties in het sociale domein besloten om 300 uur voor ‘Arbeidsparticipatie’ en 300 uur voor ‘Maatschappelijke Ontwikkeling’ beschikbaar te stellen tegen een uurtarief van gemiddeld € 60,-. Voor het hele jaar 2014 wordt, vanwege de snel naderende data van invoering, voorgesteld om 1.250 uur beschikbaar te stellen per transitie. Dit betekent een post van € 75.000,- per transitie. Van dit budget kan (evenals bij de overige transities) € 50.000,- worden ingezet voor specifieke beleidsvoorbereiding op de betreffende transitie en € 25.000,- voor de integrale benadering van de drie transities in samenhang met elkaar (in het zogenaamde 3D-overleg). Specifiek voor de transitie van het onderdeel begeleiding en persoonlijke verzorging van de AWBZ naar de WMO wordt verwacht dat de uren als volgt worden ingezet:
implementatie van de in 2013 gezamenlijk ontwikkelde instrumenten screening/vraagverheldering (voorlichting en training); inkooptraject: ondersteuning / inhuur expertise voor begeleiding bij de aanbestedingen die in 2014 moeten gaan plaatsvinden; communicatie (ontwikkelen van gezamenlijk communicatiemateriaal (bv basisteksten voor huis aan huisbladen); ondersteuning ambtelijk overleg (secretarieel, verslaglegging, agendavoorbereiding).
Specifiek voor de decentralisatie van de Jeugdzorg geldt dat de kosten voor de beleidsvoorbereiding en de activiteiten die ermee samenhangen, net als voorgaande jaren, zullen worden gedekt uit een eigen begroting die in het najaar van 2013 al worden opgesteld en bij gemeenten ter goedkeuring zal worden voorgelegd. Dit betekent dat voor de decentralisatie van de Jeugdzorg geen kosten worden opgevoerd voor specifieke beleidsvoorbereiding, maar uitsluitend voor de deelname in het 3D-overleg waar de transities in samenhang met elkaar worden benaderd. Districtelijke Driehoek Voorgesteld wordt een klein werkbudget van € 10.000,- beschikbaar te stellen aan de Districtelijke Driehoek voor de organisatie van bijeenkomsten/vergaderingen en daarmee verband houdende andere onkosten. Zorg- en Veiligheidshuis De kosten voor het Zorg- en Veiligheidshuis worden gedekt uit de eigen begroting van dit initiatief. Maatschappelijke EHBO Voor de uitwerking van het concept Maatschappelijke EHBO en het ontwikkelen van een methode om dit middel in te zetten in onze regio in het kader van de WMO wordt € 25.000,- geraamd.
Toelichting dekking kosten Bijdrage gemeenten De dekking van de kosten vindt plaats uit bijdragen per inwoner van gemeenten.
56
Uitvoeringsprogramma 2014 Midpoint Brabant In 2014 richt Midpoint Brabant zich op sturing op de plus middels sturing op het volgende project dat technologische en sociale innovatie combineert: Dutch Institute for Technology Safety and Security Op het gebied van veiligheid is al een (overigens bescheiden) start gemaakt met de verhouding tussen technologische en sociale innovatie. Met de oprichting in 2011 van en de participatie in het Dutch Institute for Technologie Safety & Secrurity (DITSS) is een platform geschapen voor gezamenlijk onderzoek in productontwikkeling op het terrein van veiligheid. Het echte werk moet nog beginnen, maar duidelijk is dat er kansen liggen. Er heeft zich inmiddels in de regio een groep van ondernemers en instellingen gevormd, die als een Community-Of- Practice (COP) aan DITSS zou kunnen worden verbonden. Uitbouw van dit netwerk en verdere opbouw van DITSS, heeft voor Midpoint Brabant voor het jaar 2014 prioriteit. Als deelproject van DITSS zal de zogenaamde ‘Social Lane’ (een samenwerking van Midpoint Brabant met Brainport om een veilige en prettige onderdoorgang onder het hoogspoor in Tilburg te realiseren) bijzondere aandacht krijgen.
Begroting Midpoint Brabant – Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
Programmakosten
nvt
nvt
Apparaatskosten
nvt
nvt
Bijdrage via Regio Hart van Brabant
nvt
nvt
0
0
Leefbaarheid, Veiligheid, Zorg voor jong en oud
Totaal
0
Lasten
Specificatie programmakosten
€ DITSS
nvt
Totaal
Toelichting Programmakosten DITSS Omdat de sturing op dit project uit de programmacapaciteit zal moeten gebeuren die langs andere wegen al is gefinancierd (zie de deelbegrotingen van Midpoint Brabant in hoofdstuk 1 en 2), worden hiervoor worden geen separate kosten opgevoerd. 57
“Midden-Brabant heeft een duidelijk duurzaam signatuur en wil dit uitbouwen.”
58
5. Duurzaamheid Regionaal Belang Duurzaamheid speelt een centrale rol in de creatie van welvaart en welzijn voor huidige en toekomstige generaties. Alle beleidsagenda’s kennen tegenwoordig een duurzaamheidparagraaf. Sommige regio’s herbergen dusdanige kwaliteiten, dat er additionele waarde aan verduurzaming kan worden ontleend. Midden-Brabant heeft een duidelijk duurzaam signatuur en wil dit uitbouwen, zodat deze additionele waarde ook geconcretiseerd kan worden. Zo werd Tilburg al eens uitgeroepen tot de duurzaamste stad van Nederland en heeft ze diverse initiatieven op haar naam staan, bijvoorbeeld op het vlak van energiebesparing. Daarnaast wordt in de regio hoogwaardig onderzoek praktisch gemaakt door (boven-)regionale koplopers als Telos, Globus, het Tilburg Sustainability Center en het European Centre for Nature Conservation (ECNC). Duurzame ontwikkeling is per definitie een sector- en grensoverschrijdend vraagstuk, en dient integraal te worden aangepakt. Dat gebeurt al op enkele terreinen, waar projecten gerealiseerd worden rond natuur, water(-beheer), afvalverwerking en duurzame energietoepassingen. De regio sluit echter ook samenwerking op andere gemeentegrensoverschrijdende vraagstukken als bodem- en luchtkwaliteit, geluid, externe veiligheid, geur en lichtkwaliteit in de toekomst niet uit. De duurzaamheidagenda van de regio straalt de noodzaak en het belang van regionale samenwerking uit in haar programmering voor het jaar 2014.
Ambities In algemene zin wenst de regio zich te onderscheiden in duurzaamheid en de beschikbaarheid van, en de zorg voor, het ecologisch kapitaal. Daarbij blinkt de regio uit in toepassing van innovatieve (markt)modellen in samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven. Meer specifiek richt de samenwerking zich op:
het behoud en de versterking van landschappen met grote kwaliteit en soortenrijkdom; zorgvuldig en duurzaam energiegebruik door burgers en bedrijven; efficiënt en effectief water- en afvalmanagement en afvalverwerking; gemeentegrensoverschrijdende vraagstukken als bodem- en luchtkwaliteit, geluid, externe veiligheid, geur en lichtkwaliteit.
Stand van zaken Via het bestaande platform dat het portefeuillehoudersoverleg ‘Milieu & Afval’ biedt vindt bestuurlijke afstemming en beleidsbepaling plaats over een tweetal concrete zaken gericht op optimale inzet en bescherming van het ecologisch kapitaal in de regio. Als eerste is er de Midden-Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij voor Energie en Duurzaamheid (MOED). Zij is gestart op 1 september 2011 en heeft tot eind 2012 geopereerd onder aansturing van de gemeenten Tilburg, Waalwijk en Goirle. Per 1 januari 2013 is MOED organisatorisch ondergebracht onder het samenwerkingsverband Hart van Brabant. Fysiek is zij ondergebracht bij Midpoint Brabant. Er loopt in 2013 een onderzoek naar de wenselijkheid om MOED ook organisatorisch in te bedden bij Midpoint Brabant. MOED is een door de overheid geïnitieerde organisatie, die inhoudelijk gestuurd door de triple invulling geeft aan collectieve duurzame energieopwekking in de regio. MOED stelt zich tot doel om, aan de hand van bestaande en nieuw te identificeren business cases concrete projecten te ontwikkelen en daarvoor financiële dekking te vinden via bijdragen vanuit onder meer Europa, de provincie, rijk en bedrijfsleven. De projecten dragen bij aan grootschalige duurzame energievoorziening en -besparing in de regio, rekening houdend met 59
nieuwe technologieën, veranderde regelgeving en actuele kapitaalsrente en energieprijzen. Daarnaast treedt MOED op als belangrijke kennismakelaar op het gebied van duurzame energie en energiebesparing. Ten tweede richt de samenwerking zich op een marktconform geprijsde, flexibele en milieu hygiënische wijze van inzamelen en verwerken van afval. Een zorgplicht die zij op grond van de Wet milieubeheer hebben. Voor de verwerking van hun (grof) huishoudelijk restafval en hun gft-afval hebben alle gemeenten in Noord-Brabant overeenkomsten met Attero. Via de zogenaamde Vereniging van Contractanten Afvalsturing Brabant ("VvC") worden de belangen van de regio (met betrekking tot contracten en tarieven en dergelijke) in de overeenkomsten met Attero behartigd. De regio is bestuurlijk vertegenwoordigd in het bestuur van de VvC en is aanwezig bij de Algemene Ledenvergadering. Een ambtelijk projectleider heeft namens de regio zitting in de ambtelijke ondersteuningsgroep voor het bestuur van de VvC. Na 1 februari 2017 hebben de gemeenten, hetzij individueel, hetzij collectief een keuzemogelijkheid waarmee zij hun eisen en wensen ten aanzien van marktconformiteit, flexibiliteit en duurzaamheid willen invullen. Op die datum lopen namelijk de contracten af. Thans wordt onderzocht hoe we het beste om kunnen gaan met de afvalverwerking na 1 februari 2017. Wat is het beste moment om aan te besteden en op welke schaal. Ten slotte loopt naast de strategisch-beleidsmatige samenwerking via Regio Hart van Brabant de praktischuitvoerende samenwerking via de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant die voor overheden, bedrijven en bewoners aan een leefbare en duurzame regio werkt. Vanuit het recent in Tilburg gevestigde kantoor worden omgevingsvergunningen gemaakt voor de deelactiviteit milieu en worden bedrijven gecontroleerd op het naleven van de regels. Daarnaast overlegt de Omgevingsdienst met bedrijven over milieuzorg.
Strategie Wat geldt voor de aandacht en ontwikkeling van sociaal kapitaal, geldt ook voor ecologisch kapitaal. Bij de (economische )ontwikkeling van de regio in samenhang met dit kapitaal volstaat uitsluitend een gemeentegrensoverschrijdende, regionale aanpak. Een aanpak waarin de samenwerkende gemeenten vanuit hun publieke verantwoordelijkheid, in relatie tot wettelijke taken, zorgen dat ‘de basis op regionale schaal op orde is’. Passend bij de ambitie van de regio om op het gebied van duurzaamheid innovatieve arrangementen toe te passen als oplossing voor gesignaleerde knelpunten, wordt in samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven een ‘plus’ gedefinieerd op deze (publieke) basis. Alleen met deze totaal aanpak kan gepoogd worden een compleet antwoord gegeven op de grote maatschappelijke opgaven van deze tijd.
Basis: deze wordt gevormd door de publieke taken, voor zover bepaald is dat het relevant is deze gezamenlijk te ondernemen. Dit geschiedt via de intergemeentelijke samenwerking in Regio Hart van Brabant. Plus: deze wordt gevormd door extra ambitie in de vorm van innovatieve arrangementen, in eerste instantie en waar mogelijk met een focus op de vier speerpuntsectoren, samengesteld met partners uit onderwijs, overheid en bedrijfsleven. Dit geschiedt via triple helix samenwerking in Midpoint Brabant.
Voor de ‘basis’ geldt dat er vigerend beleid is op het vlak van Doelmatig Waterbeheer en Afvalverwerking. Dit beleid vormt het vertrekpunt voor de strategie en voor concrete activiteiten die in 2014 deel uitmaken van het uitvoeringsprogramma van de samenwerkende gemeenten. Daarnaast zijn programma’s ontwikkeld gericht op burgers en bedrijven. Het regionale initiatief van de samenwerkende gemeenten om samen met bedrijfsleven en onderwijs invulling te geven aan grootschalige collectieve energieopwekking via MOED heeft een businessplan opgeleverd voor MOED dat als raamwerk zal dienen voor de verdere strategie en uitvoeringsplannen op dit vlak. Vooralsnog wordt MOED in 2013 onder de ‘basis’ geschaard. In de loop van 2013 start een onderzoek naar de wenselijkheid om MOED organisatorisch in te bedden in Midpoint Brabant. Deze variant wordt afgewogen tegen de huidige situatie dat MOED organisatorisch is ondergebracht bij het samenwerkingsverband Hart van Brabant. Onder voorbehoud van een andere uitkomst wordt MOED in de begroting van 2014 organisatorisch 60
en dus ook kostentechnisch ondergebracht bij Midpoint Brabant. (Kanttekening daarbij is dat hiermee niet zozeer de uitvoering van een project als zodanig op de begroting van Midpoint Brabant komt te staan, maar het veel meer programmatische capaciteit op het thema Duurzaamheid betreft. MOED is daarbij een project waarop vanuit een duurzaamheidsprogramma kan worden gestuurd). Voor de zogenaamde ‘plus’ wordt in 2013 een position paper geschreven: ‘The Sustainable Region’. Het position paper is een uitvloeisel van de in hoofdstuk 1 genoemde notitie ‘Social Innovation als regionale opgave’. Met de notitie wordt expliciet gemaakt dat Social Innovation van belang is om een onderscheidend karakter te verbinden aan verduurzaming van de regio en het behoud van hoogwaardig ecologisch kapitaal. Hiervoor is het relevant dat nieuwe markt- en businessmodellen worden ontwikkeld, en dat de publieke en publiek-private samenwerking in de regio wordt geïntensiveerd. Het begrip Social Innovation wordt hiermee in het programma van de regio vertaald naar concrete projecten en activiteiten. Het position paper moet dan ook de grondslag vormen voor de formulering van een aantal (ESF-)projecten en een uitvoeringsprogramma met verantwoordelijkheden voor overheden, onderwijsinstellingen en bedrijfsleven. De coördinatie op het publieke deel van de samenwerking ligt bij Regio Hart van Brabant. De coördinatie op het triple helix programma ligt bij Midpoint Brabant. Binnen dat samenwerkingsverband spelen de samenwerkende gemeenten de rol van mede-opdrachtgever, waardoor de samenhang tussen de ‘(publieke) basis’ en de ‘plus’ is gegarandeerd. Een en ander resulteert in de volgende uitvoeringsprogramma’s voor 2014 voor Midpoint Brabant en voor Regio Hart van Brabant.
61
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleg ‘Milieu & Afval’, op organisatie van de publieke basis middels sturing op de volgende projecten:
gezamenlijk beleid op de uitvoering van afvalmanagement en verwerking, onder meer op grond van de wet Milieubeheer Alle lopende werkzaamheden van de regio in relatie tot afvalinzameling en verwerking lopen door in 2014. Bestuurlijk worden de belangen richting contractpartner Attero behartigd via het bestuur van de Vereniging van Contractanten en via de Algemene Ledenvergadering. De ambtelijk projectleider is ook in 2014 actief om ondersteuning te bieden in het proces richting beleidsbepaling voor de verwerking van afval na 1 januari 2017.
gezamenlijk beleid op de uitvoering van doelmatig waterbeheer, onder meer op grond van de wet Milieubeheer Tussen acht gemeenten in de regio (Heusden uitgezonderd) en de twee voor de regio relevante waterschappen is in 2013 een samenwerkingsovereenkomst gesloten in het kader van doelmatig waterbeheer. De betrokken partners binnen het watersysteem en de (afval)waterketen willen gezamenlijk optrekken op strategisch, tactisch en operationeel niveau, onder meer om de juiste afwegingen te maken over noodzakelijke investeringsbeslissingen en om de wateropgaven voor de toekomst te kunnen realiseren en de kosten in de hand te houden. De strategisch-beleidsmatige afstemming tussen de samenwerkende gemeenten kan vanaf 2014 op de agenda van het portefeuillehoudersoverleg ‘Milieu & Afval’ worden opgevoerd. De huidige samenwerkingsovereenkomst is en blijft de basis via welke de uitvoering is belegd.
het stimuleren van particulier opdrachtgeverschap via energiecoöperaties voor en door burgers Steeds meer mensen in de regio nemen het initiatief om samen een energie-coöperatie op te richten. De keten omdraaiing bij duurzame energie waarbij burgers/bedrijven van consument producent worden biedt interessante aanknopingspunten voor nieuwe samenwerkingsvormen en businessmodellen. Voorlopig hebben de meeste mensen met plannen in de richting van particulier opdrachtgeverschap vooral veel vragen over juridische zaken en mogelijkheden. De samenwerkende gemeenten kunnen in 2014 optreden als aanjager van dit principe door het verstrekken van informatie en advies.
62
Begroting Regio Hart van Brabant – Duurzaamheid Programmakosten
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
50.000
N 50.000
Apparaatskosten
Bijdrage gemeenten
Totaal
50.000
50.000
V 50.000
50.000
0
Lasten
Specificatie Programmakosten
€ Stimuleren energiecoöperaties
50.000
Totaal
50.000
63
Toelichting Programmakosten Kosten afvalmanagement en verwerking en doelmatig waterbeheer De kosten die voor afval worden doorberekend aan de Hart van Brabant-gemeenten zijn onder meer de contributieafdracht aan de VvC (€ 0,02 per inwoner), de kosten voor alle juridische procedures (afhankelijk van hoeveelheid rechtszaken) en de projectleidersuren die op jaarbasis gemaakt worden ten behoeve van de regio (met een maximum van € 0,15 per inwoner). Deze kosten kunnen gemeenten doorberekenen in de afvalstoffenheffing. De gemeente Tilburg (BAT) schiet deze kosten voor en op het einde van het jaar worden deze, op basis van inwoneraantal, doorberekend aan de regiogemeenten. Deze kosten worden tot op heden verantwoord via de begrotingen van de deelnemende gemeenten en niet via de begroting van de Regio Hart van Brabant De kosten die voor (de organisatie van) waterbeheer worden gemaakt vloeien voort uit de samenwerkingsovereenkomst die daarover is gesloten tussen partners. Alle partners dragen in 2014 een bedrag van € 1.250,- bij op basis van individuele (college-)besluiten. Deze kosten worden tot op heden verantwoord via de begrotingen van de deelnemende gemeenten en niet via de begroting van de Regio Hart van Brabant. Stimuleren energiecoöperaties Voor het stimuleren van particulier opdrachtgeverschap van burgers via energiecoöperaties wordt een budget geraamd van € 50.000,- dat ingezet kan worden op communicatie over het principe van coöperatievorming (om dit bekender te maken) en op advies en voorlichting aan burgers over de mogelijkheden.
Toelichting dekking kosten Bijdrage gemeenten De dekking van de kosten vindt plaats uit bijdragen per inwoner van gemeenten.
Uitvoeringsprogramma 2014 Midpoint Brabant In 2014 richt Midpoint Brabant zich op sturing op de plus (een duurzaamheidsprogramma waarvan onder meer het volgende project onderdeel is: doorontwikkeling van MOED gericht op bedrijven en via MOED+ werken aan diverse deelprojecten De duurzame regio haakt met MOED+ in op de situatie dat de technologie rond duurzaamheid zich snel ontwikkelt, maar het steeds duidelijker wordt dat daarbij de gedragskant, maar ook de organisatie kant voor de toekomst dominante kwesties worden c.q. blijven. De kennis en kunde bij de TIU en de voorzichtige eerste stappen van de regionale duurzame ontwikkelingsmaatschappij (MOED) kunnen bouwstenen zijn voor een doorontwikkeling van een concept waarbij Hart van Brabant zich profileert als en CO2-neutrale regio, maar in bredere zin als het gaat om hergebruik/cradle to cradle aanpakken meer profiel krijgt. Social Innovation wordt hier opgevat om via slim/anders samen te werken een bijdrage te leveren aan de realisatie van een van de grote maatschappelijke opgaven. Via MOED+ wordt deze conceptuele benadering vertaald naar concrete activiteiten: o o
het maximaal klimaatneutraal proberen te krijgen van bedrijventerreinen in de regio; het verduurzamen van gemeentelijk vastgoed in de regio via publiek-private samenwerking als voorbeeld voor burgers en bedrijven.
64
Begroting Midpoint Brabant – Duurzaamheid Programmakosten
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
100.000
N 100.000
Apparaatskosten
Bijdrage via Regio Hart van Brabant
Totaal
100.000
100.000
V 100.000
100.000
0
Lasten
Specificatie Programmakosten
€
Programma Duurzaamheid (MOED)
100.000
Totaal
100.000
Toelichting Programmakosten Programma Duurzaamheid (MOED) Voor het programma Duurzaamheid is capaciteit nodig. In eerste instantie zal deze zich richten op het doorontwikkelen van MOED. Voor 2014 was voor MOED een bijdrage voorzien van € 135.000,- van Regio Hart van Brabant. Dit bedrag werd in 2013 gematcht door de gemeente Tilburg met € 150.000,- vanuit haar Klimaatbudget. Tevens droeg MKB Nederland € 50.000,- Euro van de kosten. Het is voor de ontwikkeling van MOED naar MOED+ nodig dat in totaal eenzelfde bedrag beschikbaar is als in 2013. Voorgesteld wordt voor € 100.000,- programmacapaciteit beschikbaar te stellen en voor € 35.000,- (secretariële) ondersteuning. Dit laatste bedrag is opgenomen in de begroting van Midpoint Brabant onder het thema Bestuur en algemeen management.
Toelichting dekking kosten Bijdrage via Regio Hart van Brabant De kosten voor de basisorganisatie van Midpoint Brabant (zijnde de totale kosten die voor Midpoint Brabant in deze begroting worden opgevoerd) worden gedekt door een bijdrage per inwoner van de deelnemende gemeenten en een klein deel door cofinanciering. De bijdragen van de deelnemende gemeenten worden via Regio Hart van Brabant aan Midpoint Brabant beschikbaar gesteld.
65
“We noemen onze regio niet voor niets Hart van Brabant.”
66
6. Ruimte & Bereikbaarheid Regionaal belang Voor het vitaal houden en verder versterken van de economie en een daarmee samenhangende florerende arbeidsmarkt, het verbeteren van de leefbaarheid in de regio, als ook het bevorderen van een vitaal platteland en het behouden en versterken van uitzonderlijke landschappen is het noodzakelijk dat de noodzakelijke randvoorwaarden op orde zijn. Zowel in ruimtelijke zin als qua bereikbaarheid. We noemen onze regio niet voor niets Hart van Brabant. In overdrachtelijke zin staat dit voor de benadering van innovatie door de regio vanuit de ‘mens-kant’. Maar ook letterlijk genomen heeft de naam veel betekenis. De regio vormt het fysieke hart van de provincie Noord-Brabant en neemt een centrale positie in, in ZuidNederland. De regio ligt midden op de hoofdas van Rotterdam naar Venlo en vormt het hart van ‘hashtag Brabant’. Er is een railport, er zijn diverse havens en een verbreed en verdiept kanaal. De regio ligt daarnaast gunstig ten opzichte van Eindhoven Airport. Een flink deel van de regionale economie dankt zijn bestaansrecht aan deze ligging en ontsluiting. Er is de afgelopen jaren hard gewerkt aan betere multi-modale bereikbaarheid, maar er liggen nog duidelijke opgaven voor verdere verbetering van de bereikbaarheid. Bijvoorbeeld via water over het Wilhelminakanaal en via een nieuwe klasse V haven in Waalwijk en via de weg, over de A58, A59, N65, N261. Veel van de met de bereikbaarheid gepaard gaande vraagstukken maar ook concrete infrastructurele projecten, lopen fysiek door meerdere gemeenten of zijn economisch belangrijk voor meerdere gemeenten (vanwege de ontsluiting van het volledige gebied). Naast een centrale ligging en goede bereikbaarheid ontleent de regio een groot deel van zijn aantrekkingskracht op bewoners en bezoekers aan de kwaliteit van de omgeving. De kracht van de regio ligt ook in het landschap: in de combinatie van de stad en het aantrekkelijke, vitale platteland. De regio beschikt over landschappen van uitzonderlijke kwaliteit en allure. Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen, de Oisterwijkse bossen en vennen, de Rechte Heide in Goirle, de Nieuwe Heerlijkheid en Moerenburg in Tilburg. Het zijn alle voorbeelden die bewijzen welke kwaliteit er op dit vlak voor handen is. Zowel de goede combinatie tussen stad en platteland, als de landschappen van allure en het behoud en de versterking ervan, zijn onder meer belangrijk voor een goed presterende leisure sector. Is er voor bewoners en bezoekers een kwalitatief hoogwaardige landschappelijke omgeving, voor bedrijven zijn er bestaande, soms al goed gethematiseerde, en in de meeste gevallen relatief goed onderhouden bedrijventerreinen voor handen. Er is daarnaast reële, regionaal geprogrammeerde, uitbreidingsruimte voor de toekomst. Programmering van nieuwe en revitalisatie van bestaande terreinen blijft een continue aandachtspunt. Er is de afgelopen decennia behoorlijk geïnvesteerd in woningbouw en in detailhandelsinfrastructuur. De economische crisis en het nieuwe winkelen zorgen in toenemende mate voor regionale uitdagingen op beide terreinen. Er ligt een regionaal glasvezelnetwerk naar instellingen en bedrijventerreinen. De digitale bereikbaarheid van burgers kan kwalitatief echter verder worden verbeterd.
67
Ambities In een speelveld waarin, zeker in internationaal perspectief, de concurrentie steeds minder tussen individuele gemeenten en steeds meer tussen regio’s gaat, wenst Hart van Brabant zich te onderscheiden als plaats waar de vestigingsplaatsfactoren voor bewoners, bezoekers en bedrijven op orde zijn. Waar zowel in ruimtelijke zin als wat bereikbaarheid betreft, de ontwikkeling van bedrijvigheid, arbeidsmarkt, leefbaarheid en duurzaamheid gefaciliteerd wordt. De regio blinkt daarbij uit in toepassing van innovatieve arrangementen en oplossingen voor knelpunten en organiseert daarvoor, waar mogelijk en relevant, samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven. Meer specifiek richt de samenwerking zich op:
het realiseren van een samenhangende ruimtelijke ontwikkeling van de regio die is ingericht op het faciliteren van een duurzame ontwikkeling van de vier economische speerpuntsectoren; de combinatie van een sterke leisure sector in een gevarieerde, groene omgeving als kracht van de regio verder uit te bouwen; het zoveel mogelijk voorkomen van interne concurrentie op ontwikkelingen; het organiseren van goede bereikbaarheid en uitstekend (intern) vervoer; het programmeren van voldoende en passende ruimte om te wonen en het behouden of ontwikkelen van een goed voorzieningenniveau in gemeenten en wijken; het faciliteren van maximale toegang tot digitale informatie voor burgers en bedrijven.
Stand van zaken Er zijn in regionaal verband twee relevante platforms waarop strategisch-beleidsmatige afstemming plaatsvindt met betrekking tot het thema Ruimte & Bereikbaarheid. Dat zijn de respectievelijke portefeuillehoudersoverleggen ‘Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting’ en ‘Verkeer & Vervoer’. Op specifieke onderwerpen en dossiers wordt afstemming gezocht met het portefeuillehoudersoverleg ‘ Economische Zaken, Recreatie & Toerisme’. Voor het portefeuillehoudersoverleg ‘Verkeer & Vervoer’ geldt de bijzondere omstandigheid dat dit is ondergebracht bij de GGA Hart van Brabant (GGA = Gebieds Gerichte Aanpak verkeer en vervoer). Binnen de GGA wordt ambtelijk en bestuurlijk door de gemeenten samengewerkt met de provincie, Rijkswaterstaat en politie. Op projectniveau ook met de andere O’s. Door de Gebieds Gerichte Aanpak kunnen de GGA-partners rekening houden met specifieke geografische en sociaal-economische kenmerken van de regio. De partners binnen de regio, maar ook de GGA-regio’s onderling werken samen aan oplossingen voor de bestaande verkeers- en vervoersproblemen. Elk jaar wordt er een Regionaal Uitvoerings Programma verkeer en vervoer opgesteld (RUP) waarin alle projecten zijn opgenomen die voor cofinanciering van de provincie in aanmerking komen. Deze projecten hebben bijna allemaal betrekking op het verbeteren van de interne bereikbaarheid in de regio. Daarnaast kent het RUP een pakket mensgerichte maatregelen voor elke gemeente en één voor de regionale mensgerichte projecten. De externe GGA-coördinator Hart van Brabant begeleidt de processen in de regio. Deze wordt door de gezamenlijke gemeenten ingehuurd en ook mede door de provincie betaald. Voor de regio Hart van Brabant heeft de provincie ook een interne GGA-coördinator en een relatiebeheerder. De kosten voor de externe GGAcoördinator wordt door de gemeenten en provincie betaald. Overige werkzaamheden en regionale onderzoeksprojecten worden betaald uit het Regionaal Activiteitenfonds Verkeer en Vervoer (RAVV) van de regio. De deelnemende gemeenten storten hiertoe jaarlijks een bedrag per inwoner in het RAVV. Het portefeuillehoudersoverleg ‘Verkeer & Vervoer’ komt jaarlijks vijf maal bijeen. Vier maal tijdens de Hart van Brabantdagen en één maal buiten de Hart van Brabantdagen om het Regionaal Uitvoerings Programma vast te stellen. Het ambtelijk vooroverleg komt zes maal per jaar bij elkaar. In 2013 is een volledig
68
geactualiseerde Beleidsagenda Verkeer & Vervoer opgeleverd. Hiervan worden de uitvoeringsprogramma’s afgeleid. Binnen het portefeuillehoudersoverleg Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting worden afspraken gemaakt over de ruimtelijke ontwikkelingen in de regio. Zo wordt bijvoorbeeld bekeken waar en hoe kan worden voorzien in ruimte voor bedrijven en werkgelegenheid. Ook vindt afstemming plaats over waar en welke woningen worden gebouwd. Daarnaast is de bescherming en ontwikkeling van het landschap in de regio onderwerp van gesprek en afstemming. Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting voorziet tevens in regelmatige gestructureerde afstemming met de provincie Noord-Brabant in het Regionaal Ruimtelijk Overleg (RRO). In het RRO maken de samenwerkende gemeenten, waterschappen en de provincie afspraken met elkaar over het kwantitatieve en kwalitatieve woningbouwprogramma, het ontwikkelen en opnieuw inrichten van bedrijventerreinen/werklocaties en het behouden en ontwikkelen van het landschap. Verder bespreken de partijen in het RRO ruimtelijke trends en hoe ze daar in de toekomst mee omgaan. Het RRO vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de provincie en komt twee keer per jaar bij elkaar, in de regel een week na de Hart van Brabantdag. Daarbij zijn de waterschappen De Dommel en de Brabantse Delta deelnemers aan het overleg. Het waterschap Aa en Maas is agenda lid. Er zijn vier ambtelijke werkgroepen (werkgroep wonen, werkgroep werken, werkgroep landschap en werkgroep ruimtelijke ontwikkeling) die de bestuurlijke overleggen voorbereiden. In 2012 is op basis van financiering via Regio Hart van Brabant en cofinanciering van de provincie daarnaast het Netwerk Vitaal Leisure Landschap gestart als opvolger van de reconstructiecommissie. Het portefeuillehoudersoverleg ‘Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting’ was daarnaast in 2013, samen met het portefeuillehoudersoverleg Economische Zaken, Recreatie & Toerisme, verantwoordelijk voor de oplevering van de Kansenkaart Leisure. Met de provincie is de bestuurlijke afspraak gemaakt over de kwaliteitsverbetering van het landschap (uitwerking artikel 2.2. Verordening ruimte) en wordt de Regionale Ruimtelijke Visie Hart van Brabant opgeleverd. Eind 2012 was het portefeuillehoudersoverleg, in samenhang met ‘Economische Zaken, Recreatie & Toerisme’, al verantwoordelijk voor de oplevering van de regionale bedrijventerreinenplanning. Hart van Brabant was daarmee de eerste regio in Brabant die deze planning overeenkwam met de provincie. Ieder jaar worden met de provincie de regionale woningbouwafspraken gemaakt.
Strategie Uitgangspunt is dat de basis uitstekend op orde moet zijn. Er ligt op dit vlak bij uitstek een publieke taak, voor zover bepaald is dat het relevant is zaken gezamenlijk te ondernemen. Dit geschiedt via de intergemeentelijke samenwerking in Regio Hart van Brabant. Er is daarbij een natuurlijke en vanzelfsprekende gerichtheid op de programma’s van Midpoint Brabant en de economische sectoren die daarin centraal staan. De publieke taak ligt niet uitsluitend bij het (ruimtelijk) faciliteren van deze sectoren en is breder, maar daar waar een focus aangebracht kan of moet worden zijn de programma’s van Midpoint Brabant leidend. Er is een Regionale Beleids Agenda Verkeer & Vervoer geschreven. Daarnaast wordt een Regionale Ruimtelijke Visie Hart van Brabant opgeleverd, in samenhang met een Kansenkaart Leisure, een regionale planning bedrijventerreinen en de regionale woningbouwafspraken. Er ligt bovendien een plan voor de Nieuwe Heerlijkheid als poort naar het Groene Woud in het kader van het traject Landschappen van Allure. Ten slotte is het samenwerkingsverband met uitvoeringsorganisatie en programma ‘Vitaal Leisure Landschap’ opgestart. Deze kaders vormen het vertrekpunt voor een uitvoeringsprogramma bij Regio Hart van Brabant en de formulering daarin van een aantal projecten.
69
Waar mogelijk zal bij het bepalen van het programma geredeneerd worden vanuit grote maatschappelijke opgaven en de wijze waarop projecten en activiteiten in het domein van Ruimte & Bereikbaarheid bij kunnen dragen aan het formuleren van antwoorden op deze uitdagingen. Bij het inhoudelijk sturen op de totstandkoming van projecten schakelt de overheid zoveel mogelijk met bedrijfsleven en onderwijs om tot innovatieve en breed gedragen oplossingen te komen.
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleg ‘Verkeer & Vervoer’, op organisatie van de publieke basis middels sturing op de volgende projecten: Voortzetten Gebiedsgerichte Aanpak (GGA) Binnen de GGA wordt ambtelijk en bestuurlijk door de gemeenten samengewerkt met de provincie, Rijkswaterstaat en politie. Deze goedlopende samenwerking met eigen begroting via het Regionaal Activiteitenfonds Verkeer en Vervoer (RAVV) wordt voortgezet. Uitvoer van de Beleidsagenda Verkeer & Vervoer In de regionale beleidsagenda staat welke kant de regio op wil met Verkeer en Vervoer. Er zijn in grote lijnen drie ambities. Als eerste moet de regio beter bereikbaar zijn voor andere regio's en bijdragen aan een vitale economie. Als tweede: ook de doorstroming van het dagelijkse woon- en werkvervoer moet optimaal zijn. Het gaat dan om de verbetering van de interne bereikbaarheid en de bijdrage aan een goed woon-, werk- en leefklimaat. Tot slot moet mobiliteit slimmer georganiseerd gaan worden. Bijvoorbeeld door toe te werken naar synchromodaliteit. De regio formuleerde projecten en acties die nodig zijn om die drie ambities waar te maken. Omdat niet alles in één keer kan, is er focus aangebracht. Met een onderverdeling in vier deelagenda's. In de toekomstagenda staan de onderwerpen die voor de korte termijn niet urgent zijn, maar waarop de regio al wel wil anticiperen. De lobbyagenda bestaat uit onderwerpen en projecten die de regio graag op de agenda ziet van haar externe partners, met name rijk en provincie. Bijvoorbeeld met betrekking tot de waterinfrastructuur en de weginfrastructuur (N65, N261, A58 en A59/Knooppunt Hooipolder (in het verlengde van de Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat). Het gaat bij de afstemmingsagenda om projecten en acties waarvan nut en noodzaak al breed gedeeld worden, maar waarover nog concrete afspraken en besluitvorming nodig is om de projecten uit te voeren. En op de uitvoeringsagenda staan de projecten die (zo goed als) klaar zijn voor uitvoering of projecten die al uitgevoerd worden. Ook het jaarlijkse Regionaal Uitvoerings Programma (RUP) maakt onderdeel uit van de uitvoeringsagenda. In het RUP worden alle infrastructurele projecten en mensgerichte maatregelen opgenomen die in aanmerking komen voor provinciale subsidie. In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleg ‘Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting’, op organisatie van de publieke basis middels sturing op de volgende projecten: Implementatie Regionale Ruimtelijke Visie en Kansenkaart(en) Na oplevering van de Regionale Ruimtelijke Visie zal het portefuillehoudersoverleg in 2014 bevorderen dat deze, alsook de sectorspecifiek ontwikkelde Kansenkaart Leisure, wordt verwerkt in lokaal beleid. Bezien zal worden in hoeverre productie van sectorale kansenkaarten in samenhang met de Regionale Ruimtelijke Visie voor de sectoren zorg, logistiek, aerospace & maintenance en de landbouw zinvol is. Landschappen van Allure De provincie investeert de komende jaren €56 miljoen in drie Brabantse landschappen: Het Groene Woud, de Maashorst en de Brabantse Wal. In 2013 diende Regio Hart van Brabant een planboek in om in aanmerking te komen voor een subsidie voor De Nieuwe Heerlijkheid. Een externe adviescommissie beoordeelt de voorstellen waarover GS een besluit neemt. De aanvraag voor De Nieuwe Heerlijkheid is in juni 2013 niet gehonoreerd. Projecten waarin de provincie besluit geen investering te doen, kunnen in de tweede ronde opnieuw een subsidie, een garantstelling of een lening aanvragen. Na interne evaluatie van de eerste ronde, wordt mogelijk opnieuw een voorstel ingediend.
70
Vitaal Leisure Landschap Het netwerk dat in de regio is opgezet in het kader van provinciaal programma ‘Transitie van Stad en Platteland’ wordt gevormd door de bestuurljike vertegenwoorders van de samenwerkende gemeenten, drie waterschappen (De Dommel, Aa en Maas en Brabantse Delta), de provincie Noord-Brabant, ZLTO, Brabants Landschap, Natuur-monumenten, Milieuwerkgroep WNM Tilburg, de Brabantse Milieufederatie, Leisure Boulevard en Platform Langstraat. In 2013 sloot als nieuwe deelnemer Ondernemersvereniging Land van de Hilver aan. Tevens is in principe besloten dat het overlegorgaan Nationaal Park Loonse en Drunense Duinen per 1 januari 2014 opgaat in Vitaal leisure Landschap. In 2014 blijven de regiocoördinator namens Regio Hart van Brabant en de coördinator namens de provincie actief om ideeën op te werken naar concrete projecten. Wonen Eind 2012 is een Quickscan uitgevoerd van de woonvisies en woningbouwprogramma's van de regiogemeenten. De resultaten van deze quickscan zijn vastgelegd in de rapportage ‘Lokaal woonbeleid, regionaal bezien’. De ontwikkelingen op de woningmarkt staan niet stil en de actuele situatie geeft aanleiding om bestuurlijke afstemming (bijvoorbeeld middels organisatie van een Werkconferentie Wonen) te zoeken om passende (beleids)maatregelen te bepalen en in gang te zetten. Bij maatregelen kan gedacht worden aan regionale afstemming van woningbouwprogramma’s, het (middels workshops) zoeken naar en implementeren van mogelijkheden om de woningbouw aan te jagen, te verduurzamen en/of kwalitatief te verbeteren. Dit laatste in relatie tot demografische ontwikkelingen en de behoefte aan specifieke woonkwaliteit die hiermee samenhangt. De Werkconferentie en het proces dat erop volgt zou tevens uit moeten wijzen of een regionaal woningbehoefte-onderzoek voor de hand ligt. Afhankelijk daarvan kan de keuze gemaakt worden of er een regionale woonvisie zou moeten komen of een woonparagraaf die opgenomen wordt in lokale woonvisies. Overige projecten en activiteiten Er wordt rekening gehouden met diverse overige agendapunten in 2014 waarvoor zoveel bestaande ambtelijke capaciteit wordt ingezet. Te denken valt aan het bepalen van eventuele vervolgstappen na oplevering van de regionale foto Detailhandel die in 2013 wordt opgeleverd, regionale beleidsafstemming op Wonen en het stimuleren van een regionaal glasvezelnetwerk/coöperatie voor burgers via inzet op Breedband Infrastructuurfonds van de provincie Noord-Brabant.
71
Begroting Regio Hart van Brabant – Ruimte & Bereikbaarheid Programmakosten
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
290.000
N 290.000
Apparaatskosten
Bijdrage gemeenten Cofinanciering waterschappen Cofinanciering provincie Noord Brabant
Totaal
290.000
170.000
V 170.000
20.000
V 20.000
100.000
V 100.000
290.000
0
Lasten
Specificatie Programmakosten
€ Implementatie Regionale Ruimtelijke Visie
50.000
Vitaal Leisure Landschap
200.000
Wonen
40.000
Totaal
290.000
72
Toelichting Programmakosten GGA en Beleidsagenda Verkeer & Vervoer De kosten die zijn gemoeid met GGA en de uitvoering van de onderzoeksprojecten uit de Beleidsagenda Verkeer & Vervoer zijn niet opgenomen in deze begroting omdat ze gedekt worden uit de begroting RAVV 2014. Afwikkeling vindt plaats via de individuele gemeenten op basis van een bijdrage per inwoner. Ook de provincie draagt aan het RAVV bij. Voor de coördinatiekosten betaalt Tilburg 50% en worden de overige kosten op basis van de inwoneraantallen verdeeld naar de deelnemende gemeenten. Regionale Ruimtelijke Visie en Kansenkaarten Voor de implementatie van de Regionale Ruimtelijke Visie is budget van € 50.000 nodig om:
met 'derden' verder invulling te kunnen geven aan de uitnodigingsplanologie; in 2014 met de nieuwe raden (dus 2e helft 2014) een concreet uitvoeringsprogramma/ uitvoeringsagenda op te stellen, met daarbij een kostenplaatje. Dat kostenplaatje kan dan eventueel ingebracht worden in de begroting 2015 en verder.
Landschappen van Allure Het betreft vooralsnog een belangrijk regionaal agendapunt en geen activiteit waarvoor specifieke capaciteit wordt ingehuurd. Bij gunning van de subsidie kan bezien worden in hoeverre projectcapaciteit voor De Nieuwe Heerlijkheid uit de projectbegroting in het kader van Landschappen van Allure kan worden gedekt. Vitaal Leisure Landschap De uitvoering van projecten welke bijdragen aan een vitaal leisure landschap in Hart van Brabant is in volle gang. Het eerste jaar van dit regionaal project heeft laten zien dat onze regio op deze manier een breed scala aan doelstellingen bereikt. Stad-land relaties, landbouw, leisure activiteiten, behoud en versterking van het landschap zijn er daar enkele van. Op basis van de in 2012 gesloten samenwerkingsovereenkomst is aan de stuurgroep Vitaal Leisure Landschap een voortgangsrapportage voorgelegd. Besloten is de samenwerking voort te zetten. In de begroting van dit project is een financiële bijdrage van de regio gemeenten opgenomen ter hoogte van € 80.000,-. Overige projecten De genoemde punten betreffen voorlopig voorbeelden van strategisch-beleidsmatige afstemmingspunten en geen activiteiten waarvoor specifieke capaciteit wordt ingehuurd. Er worden dan ook geen kosten voor opgevoerd. Wonen Voor de organisatie van een Werkconferentie Wonen en de organisatie van het vervolgtraject van regionale afstemming (middels bijvoorbeeld workshops) wordt een bedrag geraamd van € 40.000,-.
Toelichting dekking kosten Bijdrage gemeenten De dekking van de kosten vindt plaats uit bijdragen per inwoner van gemeenten.
73
“Regio Hart van Brabant ontwikkelt zich steeds meer tot een regio waarin initiatieven worden genomen, die leiden tot het oppakken van gemeenschappelijke projecten.”
74
7. Paragrafen Met de invoering van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) in 2004 zijn met betrekking tot de verslaggeving een aantal verplichte paragrafen (beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten) voorgeschreven, te weten: belastingen; verbonden partijen; onderhoud kapitaalgoederen; weerstandsvermogen; financiering en bedrijfsvoering. Niet alle paragrafen zijn van toepassing voor Regio Hart van Brabant. Regio Hart van Brabant ontwikkelt zich steeds meer tot een regio waarin initiatieven worden genomen, die leiden tot het oppakken van gemeenschappelijke projecten (de 'werkagenda'). Dit heeft gevolgen voor de wijze waarop een en ander moet worden georganiseerd. Het takenpakket van Regio Hart van Brabant verbreedt zich van overleg naar overleg en sturing van gemeenschappelijke projecten.
7.1 Weerstandsvermogen en financiën De mate waarin de gemeenschappelijke regeling in staat is om financiële tegenvallers op te vangen om de taken voort te kunnen zetten noemen we het weerstandvermogen. De risico’s, die niet verzekerd zijn of afgedekt door reserves, voorzieningen of overige middelen zijn van belang voor de bepaling van het weerstandsvermogen. Tegenover deze financiële risico’s staat de weerstandscapaciteit. Deze capaciteit betreft (financiële) middelen waarover de gemeenschappelijke regeling kan beschikken om risico’s te kunnen opvangen zonder dat de inzet van deze (financiële) middelen noodgedwongen leidt tot beleidswijzigingen. Het begrip weerstandsvermogen gaat derhalve over de verhouding tussen deze risico’s en de weerstandscapaciteit, zodat de gezondheid van de financiële positie van de gemeenschappelijke regeling kan worden bepaald, nu en op termijn. De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma’s en omvat de financiering van beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. Mogelijkheden om substantiële rentevoordelen te genereren door middel van intensieve invulling van het treasurybeleid worden voor Regio Hart van Brabant binnen de kaders van de Wet FIDO zeer gering geacht. Het kabinet streeft ernaar schatkistbankieren voor eind 2013 in te voeren. Dit betekent voor decentrale overheden, waaronder gemeenschappelijke regelingen als Hart van Brabant, dat zij hun overtollige liquide middelen moeten aanhouden in de schatkist bij het ministerie van Financien. Schatkistbankieren krijgt een wettelijke basis in de wet Financiering decentrale overheden (Fido). Het ministerie vergoedt een rente over de tegoeden die bij de schatkist gestald zijn. Praktisch betekent dit voor Hart van Brabant dat alle overtollige liquide middelen boven de drempel van € 250.000,- moeten worden gestald bij de schatkist zolang deze niet benodigd zijn. Hiervoor moet een nieuwe bankrekening worden geopend.
7.2 Weerstandsvermogen en financiën bij Regio Hart van Brabant Door de invoering van de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) dient vorm en inhoud te worden gegeven aan de treasuryfunctie. Het belangrijkste van de wet is het beheersen van risico’s. Voor een beoordeling van de financiële positie van een organisatie is niet alleen de huidige situatie van belang. Ook de toekomstige ontwikkelingen en risicofactoren dienen hierbij betrokken te worden.
75
De financiële positie van Regio Hart van Brabant kan worden beoordeeld vanuit een tweetal gezichtspunten namelijk vanuit de jaarlijkse exploitatie en via beoordeling van de vermogenspositie. Het saldo van de jaarlijkse exploitatie-uitgaven en -inkomsten van Regio Hart van Brabant wordt gedekt via een bijdrage per inwoner van de deelnemende gemeenten. Daarnaast kunnen er op bepaalde projecten co-financiers zijn. De vermogenspositie van Regio Hart van Brabant (exclusief BWS) bestaat uit een bescheiden algemene (vrije) reserve. De algemene reserve mag 10% omvatten van de begroting van het volgende jaar. De algemene (vrije) reserve per 31 december 2014 na bestemming bedraagt € 11.052,-. Naast de algemene reserve kende Regio Hart van Brabant per 31 december 2012 de reserve werkagenda (€ 715.377,-). Bij de jaarrekening 2012 is het voordelig resultaat van € 129.348,- toegevoegd aan de reserve werkagenda en hieruit is € 66.000,- toegevoegd aan de begroting 2013. Rekening houdend met de begroting 2013 en het voorstel in deze begroting is het saldo van de reserve ultimo 2014 nihi. Het volledige overzicht van de reserves staat in de financiële begroting. Bij Regio Hart van Brabant zijn verder geen vaste activa, voorzieningen of vreemd vermogen aanwezig en worden deze ook voor de nabije toekomst niet verwacht. Regio Hart van Brabant heeft alleen een rekeningcourant verhouding met een bankinstelling waarmee alle financiële mutaties worden afgewikkeld. Enig risico is er niet waardoor bij Regio Hart van Brabant een treasury-statuut ontbreekt.
7.3 Bedrijfsvoering De bedrijfsvoering heeft als reikwijdte de organisatie van Regio Hart van Brabant, hetgeen niet alleen de ambtelijke organisatie maar ook de bestuurlijke organisatie omvat. De burger verwacht van een gemeente dat gemeentelijke middelen rechtmatig, doelmatig en doeltreffend besteed worden, dat de gemeente een betrouwbare partner is en transparant is. Deze verwachtingen zijn tevens criteria voor de bedrijfsvoering. Regio Hart van Brabant is een overleg- en uitvoeringsplatform waarbinnen de deelnemende gemeenten uitgaande van het beginsel van autonomie van het lokale bestuur - de regionale samenwerkingsmogelijkheden op allerlei gebied onderling bespreken en daar vorm aan geven, onder meer via concrete projecten, omdat de samenhang van een aantal strategische en ordenende taken daarom vraagt. Er is sprake van een lichte overlegstructuur als kader om de feitelijke samenwerking in portefeuillehoudersoverleggen vorm te geven. De bedrijfsvoering ondersteunt de uitvoering van het overlegplatform van Regio Hart van Brabant. De verantwoordelijkheid voor de organisatie berust primair bij het Algemeen Bestuur. De burgemeesters van de deelnemende gemeenten vormen het Algemeen Bestuur. Ten behoeve van de ondersteuning van het Algemeen Bestuur en het dagelijkse management van het programma is een Programmabureau ingericht bestaande uit een programmamanager die in dienst is bij de gemeente Tilburg en een managementassistente die in dienst is bij Midpoint Brabant. In 2014 is uitbreiding voorzien met een assistent-programmamanager. Het Algemeen Bestuur gaat een dienstverleningsovereenkomst betreffende het programmamanagement aan met de gemeente Tilburg. Het programmabureau coördineert het proces zoals boven omschreven. Daarnaast geeft het sturing aan realisatie van de regionale werkagenda Hart van Brabant 2011-2015, die eind 2011 is vastgesteld. In 2012 zijn twaalf prioritaire projecten benoemd in deze werkagenda door de samenwerkende gemeenten. De sturing op de realisatie vindt plaats in 2013. Een deel van de projecten wordt afgerond; een deel loopt volgens planning door in 2014. Daarnaast zijn, binnen de kaders van de strategische werkagenda en in samenhang met de triple helix agenda van Midpoint Brabant, voor 2014 een aantal vervolgactiviteiten opgevoerd. Ongeveer de helft van de activiteiten waarop gestuurd wordt vanuit Regio Hart van Brabant betreft zogenaamde algemene publieke samenwerkingsopgaven, zoals de regionale sociale agenda. De andere helft betreft samenwerkingsopgaven die
76
faciliterend zijn aan het programma van het regionale triple-helix samenwerkingsverband Midpoint Brabant. Dit zijn projecten met een vaak hoofdzakelijk economisch karakter. De gemeente Tilburg, waar de programmamanager in dienst is, draagt zorg voor alle reguliere werkgeverslasten betreffende de programmamanager en voor vervanging bij diens afwezigheid vanwege ziekte of om andere redenen. Tevens draagt betreffende gemeente, op basis van een dienstverleningsovereenkomst met de Stichting Midpoint Brabant, zorg voor een adequate werkplek met alle bijbehorende randvoorwaarden op locatie bij Midpoint Brabant en voor de inhuur van de managementassistente die in dienst is bij de Stichting Midpoint Brabant. De administratieve werkzaamheden ten behoeve van het opstellen van de ontwerpbegroting en –rekening, evenals het beheer van de vermogenswaarden, alsook de bewaring van archiefbescheiden conform gemeentewet worden door het Algemeen Bestuur, op basis van een dienstverleningsovereenkomst, opgedragen aan de gemeente Tilburg.
7.4 Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) Als gevolg van de opheffing van het Samenwerkingsverband Midden-Brabant heeft de gemeente Loon op Zand met ingang van 1 januari 1999 het budgetbeheer Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) overgenomen, uitgezonderd de gemeente Tilburg, die zelfstandig budgetbeheerder is. De financiële mutaties als gevolg van de uitvoering van deze wettelijke taak en de verslaggeving daarover in de jaarrekening van Regio Hart van Brabant worden aangeleverd door de gemeente Loon op Zand die namens Regio Hart van Brabant als budgetbeheerder BWS optreedt. Het Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) had als doelstelling het stimuleren van een gedifferentieerd woningaanbod en het bevorderen van nieuwbouw en ingrijpende verbetering, door middel van stortingen van middelen. De subsidie was bedoeld voor budgetbeherende bestuursorganen, sociale en particuliere verhuurders. De BWS regeling is per 1 januari 2005 beëindigd en in 2008 door VROM afgekocht jegens de uitvoerende lagere overheden. Voor zover de lagere overheden sindsdien niet tot afkoop kwamen jegens de begunstigde partijen, worden bij afwikkeling van de nog lopende subsidieverplichtingen (tot 2015) door deze uitvoerende lagere overheden nog risico’s gelopen. Voor het afdekken van deze risico’s werd in de meeste gevallen een reserve aangehouden. Naarmate de einddatum van de nog lopende subsidieverplichtingen dichterbij komt, wordt het risico dat wordt gelopen kleiner. Naarmate er door de lagere overheden meer verplichtingen werden afgekocht jegens de begunstigden wordt het risico eveneens kleiner. Voor de besteding van eventuele vrijvallende reserves aan een specifiek doel bestaat geen (juridische) verplichting. Door Regio Hart van Brabant is het grootste deel van de verplichtingen in de loop der jaren afgekocht. Tevens is begin 2007 het grootste deel van de reserve uitbetaald aan de deelnemende gemeenten. Een en ander gebeurde proportioneel, op basis van de inwonertallen van de gemeenten per 1 januari 1997. Voor de risico’s die nog tot en met 2014 worden gelopen houdt Regio Hart van Brabant, conform accountantsadvies, een kleine reserve aan. Het overige deel van de reserve BWS is, middels een voorstel dat in 2012 met de jaarstukken is voorgelegd aan de gemeenteraden van de samenwerkende gemeenten bestemd om de regionale werkagenda te realiseren. Het bedrag is conform een begrotingswijziging 2012 en de begroting 2013 besteed. Deze dekkingsgrond is in 2014 niet langer voorhanden, waardoor een stijging van de inwonersbijdrage nodig is voor Regio Hart van Brabant om over ongeveer hetzelfde werkbudget te kunnen beschikken als in 2013.
77
“Investeren in de regio maakt niet alleen de interne samenhang sterker, het moet er ook voor zorgen dat de positie van de regio op provinciaal, landelijk en internationaal toneel sterker wordt.”
78
8. Financiële Begroting Regio Hart van Brabant 8.1 Overzicht van baten en lasten Overzicht van baten en lasten per programma Thema
lasten
baten
1. Bestuur en algemeen management
374.414
294.331
2. Bedrijvigheid
160.000
160.000
3. Arbeidsmarkt
200.000
200.000
4. Leefbaarheid, veiligheid en zorg voor jong en oud
135.000
135.000
50.000
50.000
290.000
290.000
1.209.414
1.129.331
lasten
Baten
5. Duurzaamheid 6. Ruimte en bereikbaarheid Totaal exclusief BTW
Toevoegingen / onttrekkingen reserves Thema 1. Bestuur en algemeen management
80.083
2. Bedrijvigheid 3. Arbeidsmarkt 4. Leefbaarheid, veiligheid en zorg voor jong en oud 5. Duurzaamheid 6. Ruimte en bereikbaarheid Totaal exclusief BTW
Saldo begroting na verrekening reserves
79
0
80.083
1.209.414
1.209.414
BTW De begrote bedragen zijn exclusief btw. De in rekening gebrachte btw wordt in eerste instantie voldaan door Hart van Brabant. De btw die voor compensatie in aanmerking komt wordt aan het einde van het boekjaar bij de deelnemende gemeenten in rekening gebracht. De deelnemende gemeenten kunnen deze btw via de declaratie bcf nog ten gunste van het boekjaar declareren waardoor deze per saldo geen meerkosten vormen. Voorwaarde is wel dat de Wet BCF blijft bestaan en dat de belastingdienst ook voor de nieuwe GR het toepassen van de transparantie methode goedkeurt.
Dekking Te dekken lasten
1.209.414
Beschikbaar uit bijdragen deelnemende gemeenten
1.006.831
Beschikbaar uit co-financiering
120.000
Beschikbaar uit bijdragen gemeenten uitvoering BWS
2.500
Saldo tekort
80.083
Dekking uit reserve werkagenda / algemene reserve
79.669
Dekking uit reserve BWS
414
Saldo
0
Bijdragen gemeenten Voorstel is de gemeentelijke bijdrage voor 2014 vast te stellen op € 2,45 per inwoner van de acht Hart van Brabant-gemeenten. De totale bijdrage is gebaseerd op 393.077 inwoners. Hierbij wordt (cf. het daarover in de Gemeenschappelijke Regeling bepaalde) uitgegaan van het aantal inwoners per 1 januari van het voorgaande begrotingsjaar conform opgave CBS. Hierop vindt geen btw-verrekening meer plaats. Daarnaast zijn Heusden en Baarle Nassau geassocieerde leden. Deze gemeenten dragen € 41.292,- resp. € 2.500,- bij in de kosten van Regio Hart van Brabant. De ontwerpbegroting 2014 gaat uit van een verhoging van de inwonersbijdrage van 1,45 in 2013 naar 2,45 in 2014. Voor 2015 en verder is vooralsnog echter geen verdere verhoging voorzien. De verhoging van de bijdrage van 1,45 naar 2,45 zorgt ervoor dat de omvang van de begroting in 2013 en 2014 nagenoeg gelijk is. In 2013 kon over een incidentele dekkingsbron worden beschikt (overtollige BWS-middelen die middels een begrotingswijziging werden toegevoegd aan de reserve werkagenda) die in 2014 niet langer voorhanden is.
80
De hoogte van de bijdrage van de gemeente Heusden is gebaseerd op volgende redenatie. De gemeente Heusden heeft besloten om, in het licht van de middels een samenwerkingsovereenkomst overeengekomen nauwere samenwerking tussen deze gemeente en de regio Hart van Brabant, voor het jaar 2014 € 75.000,- uit te trekken voor de regionale samenwerking in deze regio. De samenwerking is niet exclusief waardoor de gemeente Heusden ook € 75.000,- uittrekt voor de samenwerking in de regio Noordoost-Brabant. 2,45/4,45 deel van € 75.000 is € 41.292,-.
Inwoners per 01-01-2013*
Bijdrage 2014
Dongen
25382
62.186
Gilze en Rijen
25858
63.352
Goirle
22933
56.186
Hilvarenbeek
15086
36.961
Loon op Zand
23083
56.553
Oisterwijk
25770
63.137
208527
510.891
46438
113.773
393077
963.039
Gemeente
Tilburg Waalwijk Sub-totaal Heusden
41.292
Baarle-Nassau
2.500
Totaal
1.006.831
* Volgens opgave CBS
81
8.2 Reserves Het verloop van de reserves is in onderstaand overzicht weergegeven: Reserve
01-01-2013
Algemeen
18.043
BWS
56.241
Werkagenda
mutatie 2013
besteding 2013
31-12-2013
besteding 2014
31-12-2014
18.043
6.991
11.052
1.475
54.766
414
54.352
715.377
576.699
66.000
72.678
72.678
0
789.661
576.699
67.475
145.487
80.083
65.404
De begroting 2014 vertoont een tekort van € 80.083,-. Het voorstel is om dit te onttrekken aan de reserve werkagenda / algemene reserve, respectievelijk de reserve BWS. Om praktische redenen verwerken we deze onttrekking op het thema Bestuur en algemeen management.
82
8.3 Meerjarenoverzicht 2013-2017 In het meerjarenoverzicht is een tweetal tabellen opgenomen. Een overzicht van het jaar 2013, conform begrotingsopzet van dat jaar en een overzicht van de jaren 2014 tot en met 2017 conform de actuele begrotingsopzet. Terugkijkend op 2013 en vooruitkijkend naar de periode 2014 tot en met 2017 kunnen we concluderen dat de totale begrotingsomvang in deze jaren nagenoeg gelijk is.
Overzicht 2013
Begroting 2013
Programma
Lasten
Baten
1. Algemeen Bestuur
258.975
258.975
2. Arbeidsparticipatie
128.500
128.500
3. Economische Zaken, Recreatie & Toerisme
425.000
425.000
4. Milieu & Afval
135.000
135.000
5. Maatschappelijke Ontwikkeling & Jeugd, Jeugdgezondheidszorg
100.000
100.000
6. Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting
120.000
120.000
30.000
30.000
-45.000
-45.000
1.152.475
1.152.475
Dekking uit bijdrage per inwoner
571.801
571.801
Dekking uit reserve Werkagenda
576.699
576.699
Dekking uit reserve BWS
1.475
1.475
Bijdrage gemeenten kosten BWS
2.500
2.500
7. Verkeer en vervoer Onderuitputting Totaal
83
Meerjarenoverzicht 2014 - 2017
Thema
Begroting 2014
Lasten
Begroting 2015
Baten
Lasten
Begroting 2016
Baten
Lasten
Begroting 2017
Baten
Lasten
Baten
1. Bestuur en algemeen management
374.414
294.331
374.040
294.371
371.500
291.831
371.500
291.831
2. Bedrijvigheid
160.000
160.000
160.000
160.000
160.000
160.000
160.000
160.000
3. Arbeidsmarkt
200.000
200.000
200.000
200.000
200.000
200.000
200.000
200.000
4. Leefbaarheid, veiligheid en zorg voor jong en oud
135.000
135.000
135.000
135.000
135.000
135.000
135.000
135.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
290.000
290.000
290.000
290.000
290.000
290.000
290.000
290.000
0
0
5. Duurzaamheid 6. Ruimte en bereikbaarheid Taakstelling Totaal
Dekking uit bijdrage per inwoner
79.669
79.669
79.669
1.209.414 1.129.331 1.209.040 1.209.040 1.206.500 1.206.500 1.206.500 1.206.500
1.006.831
1.006.831
1.006.831
1.006.831
120.000
120.000
120.000
120.000
Bijdrage gemeenten kosten BWS
2.500
2.500
0
0
Dekking uit algemene reserve/ reserve werkagenda
79.669
0
0
0
414
40
0
0
Dekking uit cofinanciering
Dekking uit reserve BWS
84
Toelichting Meerjarenoverzicht 2014 – 2017 Lasten Vooralsnog is in de meerjarenbegroting voor de jaren tot en met 2017 uitgegaan van een gelijkblijvend uitgavenniveau op alle thema’s. Baten In de ontwerpbegroting 2013 werd in de meerjarenraming uitgegaan van een stijging van de inwonersbijdrage voor Regio Hart van Brabant van € 1,45 in 2013, naar € 2,45 in 2014 en naar € 3,45 in 2015 en verder. Omdat draagvlak voor deze geschetste toekomstige verhoging bij een aantal gemeenteraden ontbrak heeft het Algemeen Bestuur van Regio Hart van Brabant de begroting 2013 vastgesteld met uitzondering van de meerjarenraming. De ontwerpbegroting 2014 gaat uit van een verhoging van de inwonersbijdrage van € 1,45 in 2013 naar € 2,45 in 2014. Voor 2015 en verder is vooralsnog echter geen verdere verhoging voorzien. De verhoging van de bijdrage van € 1,45 naar € 2,45 zorgt ervoor dat de omvang van de begroting in 2013 en 2014 nagenoeg gelijk is. In 2013 kon over een incidentele dekkingsbron worden beschikt (overtollige BWS-middelen die middels een begrotingswijziging werden toegevoegd aan de reserve werkagenda) die in 2014 niet langer voorhanden is. Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) In de kosten Bestuur en algemeen management is een bedrag opgenomen ten behoeve van uitvoering van de regeling 'Besluit Woninggebonden subsidies. De uitvoeringskosten (€ 2.500,- per jaar) worden in rekening gebracht bij de gemeenten en daarmee is de bijdrage uit BWS gelijk aan de kosten. De rentelasten (€ 1.475 in 2013, € 414 in 2014 en € 40 in 2015) komen uit de berekening verloop BWS. Basis zijn de verplichtingen ultimo 2011. Er is geen rekening gehouden met verdere vrijval. In 2015 vindt de laatste betaling plaats. In 2016 en verder zijn geen lasten (en baten) meer opgenomen. Het resultaat BWS wordt gedekt uit de reserve BWS.
85
9. Vaststellingsbesluit Begroting Regio Hart van Brabant 2014 vastgesteld door het Algemeen Bestuur.
Tilburg, 19 september 2013
De voorzitter
Mr. P.G.A. Noordanus
86
Bijlage 1 - Financiële Begroting Midpoint Brabant De financiële begroting van Midpoint Brabant is opgenomen als bijlage, omdat deze als zodanig niet wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Regio Hart van Brabant. Midpoint Brabant is een zelfstandige stichting met een eigen stichtingsbestuur dat bevoegd is de begroting vast te stellen. De begroting is niettemin als bijlage in de begroting van Regio Hart van Brabant opgenomen om de hoogte te kunnen bepalen van de bijdrage die de samenwerkende gemeenten via Regio Hart van Brabant aan Midpoint Brabant willen verstrekken. Een en ander conform de bepalingen in de gemeenschappelijke regeling regio Hart van Brabant.
Overzicht van baten en lasten Overzicht van baten en lasten per programma Thema
lasten
baten
1. Bestuur en algemeen management
430.000
430.000
2. Bedrijvigheid
345.000
345.000
3. Arbeidsmarkt
100.000
100.000
0
0
100.000
100.000
0
0
975.000
975.000
lasten
baten
0
0
975.000
975.000
4. Leefbaarheid, veiligheid en zorg voor jong en oud 5. Duurzaamheid 6. Ruimte en bereikbaarheid Totaal inclusief BTW
Toevoegingen / onttrekkingen reserves Thema 1. Bestuur en algemeen management 2. Bedrijvigheid 3. Arbeidsmarkt 4. Leefbaarheid, veiligheid en zorg voor jong en oud 5. Duurzaamheid 6. Ruimte en bereikbaarheid Totaal inclusief BTW
Saldo begroting na verrekening reserves
87
BTW De begrote bedragen zijn inclusief btw. Op dit moment wordt onderzocht in hoeverre Midpoint Brabant in aanmerking zou kunnen komen voor btw compensatie via een koepelvrijstelling op grond van de Wet BCF. Dekking: Te dekken lasten
975.000
Beschikbaar uit bijdrage via Regio Hart van Brabant
819.862
Co-financiering
155.138
Saldo
0
Bijdragen via Regio Hart van Brabant De bijdrage van deelnemende gemeenten aan Midpoint Brabant verloopt via Regio Hart van Brabant en is net als bij Regio Hart van Brabant gebaseerd op een totaal van 393.077 inwoners per 1-1-2013 en een tarief van € 2,00 per inwoner. De hoogte van de bijdrage van de gemeente Heusden is gebaseerd op volgende redenatie. De gemeente Heusden heeft besloten om, in het licht van de middels een samenwerkingsovereenkomst overeengekomen nauwere samenwerking tussen deze gemeente en de regio Hart van Brabant, voor het jaar 2014 € 75.000,- uit te trekken voor de regionale samenwerking in deze regio. De samenwerking is niet exclusief waardoor de gemeente Heusden ook € 75.000,- uittrekt voor de samenwerking in de regio Noordoost-Brabant. 2/4¾ deel van € 75.000 is € 33.708,-. Inwoners per 01-01-2013*
Bijdrage 2014
Dongen
25382
50.764
Gilze en Rijen
25858
51.716
Goirle
22933
45.866
Hilvarenbeek
15086
30.172
Loon op Zand
23083
46.166
Oisterwijk
25770
51.540
208527
417.054
46438
92.876
393077
786.154
Gemeente
Tilburg Waalwijk Sub-totaal Heusden
33.708
Totaal
819.862
* Volgens opgave CBS
88
Co-financiering De begroting 2014 van Midpoint Brabant gaat uit van co-financiering voor een bedrag van € 155.138,-, buiten de bijdrage via Regio Hart van Brabant. Deze co-financiering moet nog worden gerealiseerd. Hiertoe ontstaan wellicht mogelijkheden bij hogere overheden op het moment dat Midpoint Brabant erin slaagt (co-) financiering te vinden voor programma’s en projecten binnen nieuwe subsidieprogramma’s. Mogelijk kunnen ook partners uit bedrijfsleven of onderwijs worden aangesproken. Om praktische redenen verwerken we deze op het thema Bedrijvigheid. Mocht het niet lukken deze co-financiering te realiseren, dan zullen de uitgaven van Midpoint Brabant, voor zover mogelijk, gedurende het jaar naar beneden moeten worden bijgesteld om binnen de begroting te blijven.
89
Bijlage 2 - Regionaal Economisch Actieprogramma (REAP) Opzet van het REAP Sinds 2007 is het Regionaal Economisch Actie Programma Midden-Brabant operationeel. Het betreft een tweetal meerjarenprogramma’s, die lopen in de periodes 2007-2011 en 2012-2015. De financiële opzet van het fonds bestaat uit een bijdrage van de Provincie Noord-Brabant en de regio Midden-Brabant. De regionale cofinanciering is voornamelijk publiek, behoudens de bijdrage van de Kamer van Koophandel. Laatstgenoemde cofinanciering komt hoogstwaarschijnlijk te vervallen per 1 januari 2014.
Een belangrijke bijdrage aan de regionale economie Met behulp van het REAP worden projecten aangejaagd die bijdragen aan de economische ontwikkeling van de regio Midden-Brabant. Het REAP is daarom ook losgekoppeld van het budget voor de algemene bedrijfsvoering van Midpoint Brabant. Het gaat om projectmatige cofinanciering voor regionale triple helix partners die projecten uitvoeren in het economische domein. Sinds 2007 zijn meer dan 100 projecten ontwikkeld via het REAP. Onder meer de planvormingstrajecten voor de Leisure Boulevard, Aerospace & Maintenance, Logistics Cities en Care Avenue, zijn slim gefinancierd voor het REAP. Tevens zijn vele projecten via het REAP opgeschaald naar Europees en provinciaal gefinancierde trajecten, waarmee de regio miljoenen aan investeringen heeft weten te realiseren. Uiteindelijk heeft het REAP een belangrijke vermenigvuldigingsfactor gevormd voor de regio. Deze multiplier ligt ongeveer rond de 30.
Besluitvorming en verantwoordelijkheden De beoordeling van projecten die worden ingediend bij het REAP ligt vastgelegd bij het Dagelijks Bestuur van Midpoint Brabant. De uitvoering van dit programma is tevens belegd bij Midpoint Brabant, waar een programma manager voor aangesteld is. De kosten voor de programmamanager worden betaald uit de totale financiering voor het REAP. Deze kosten mogen maximaal 20% bedragen van het volledige jaarlijkse subsidiebudget. De programma manager heeft een ontwikkel- en beheerfunctie, zowel inhoudelijk als financieel. Voor het gehele programma zorgt de programma manager voor verantwoording van alle inhoudelijke en financiële elementen richting de hoofdsubsidient, zijnde de Provincie Noord-Brabant. De jaarlijkse verantwoording wordt gecontroleerd door een onafhankelijke accountant en is openbaar. Een actuele stand van zaken is tevens opgenomen in het jaarverslag van Midpoint Brabant, dat in het voorjaar van 2013 is gepubliceerd.
Financiële inbedding voor het jaar 2014 Het tweede meerjarenprogramma voor het REAP (2012 – 2015) is voorzien van een meerjarenbegroting. In 2012 en 2013 is een bijdrage van € 278.000 door de provincie gerealiseerd. Het REAP is in de tussentijd helaas niet ontkomen aan het bezuinigingsproces van de provincie Noord-Brabant, waardoor de bijdrage van de provincie naar beneden is bijgesteld voor de uitvoeringsjaren 2014 en 2015. Inmiddels is besloten om de provinciale vaststelling voor de jaren 2014 en 2015 te organiseren als volgt: o o o
om de positieve economische ontwikkeling te bewerkstelligen heeft de provincie jaarlijks € 1.333.913 beschikbaar gesteld voor alle REAP-organisaties tezamen; toekenning per deelregio (West/Midden/Noordoost/Zuidoost) vindt plaats op basis van verhouding inwoneraantallen in de provincie Noord-Brabant; voor onze regio betekent dit dat er per resterend uitvoeringsjaar van het programma 2012-2015 een bedrag van € 248.121 door de provincie beschikbaar wordt gesteld.
90
De bijstelling van de provinciale bijdrage heeft tot gevolg dat de meerjarenbegroting aangepast dient te worden. Op 30 juni 2013 is de subsidieregeling gepubliceerd, dus er dient een nieuwe begroting gemaakt te worden en deze dient vastgesteld te worden door het Dagelijks Bestuur van Midpoint Brabant. Immers, een lagere bijdrage leidt tot minder ruimte om projecten te financieren. Mogelijk leidt deze herziening van de provincie ook tot lagere kosten voor programmamanagement en facilitaire ondersteuning. Een bijkomend vraagstuk is hoe de stopzetting van de cash en in natura bijdrage van de Kamer van Koophandel opgevangen wordt. Dit bedraagt in totaal € 56.000. Dit zou kunnen leiden tot een hogere bijdrage uit de regio om dit te compenseren. De definitieve meerjarenbegroting voor de uitvoeringsjaren 2014 en 2015 worden zo spoedig mogelijk voorgelegd.
91