'Foto' Gilze en Rijen 1. Inleiding Het gemeentebestuur van Gilze en Rijen gaat een visie opstellen voor de ontwikkeling van de gemeente. De visie fungeert als richtsnoer en afwegingskader in discussies over de rol en taken van de gemeente en de ontwikkeling van de gemeentelijke organisatie richting 2020-2025. Centraal in het visietraject staat de vraag: wat voor gemeente willen we als Gilze en Rijen zijn over 10 à 15 jaar? Hiervan afgeleide vragen zijn: 1. Wat kunnen burgers en organisaties van de gemeente verwachten? 2. Welke rol speelt de gemeente Gilze en Rijen in de regio Midden-Brabant? 3. Wat voor een soort organisatie moet het ambtenarenapparaat van de gemeente zijn?
1.1
Achtergrond
Er zijn verschillende ontwikkelingen die het urgent en noodzakelijk maken om als gemeente, samen met de lokale gemeenschappen, aan de slag te gaan met het formuleren van een visie op de toekomstige taak en rol van de gemeente. Wij noemen in dit verband: Het groeiend takenpakket van de gemeente. Het huidige takenpakket is en blijft volop in beweging. De afgelopen jaren is het takenpakket van de gemeente door decentralisatie van taken flink gegroeid. Denk aan: de uitvoering van de sociale wetgeving en de maatschappelijke zorg. Deze decentralisatie van taken wordt de komende jaren naar verwachting versneld doorgezet, vanuit de filosofie van 'de gemeente als eerste overheid'. Momenteel is de VNG met het Rijk in overleg over nieuwe taken op het terrein van Jeugdzorg, Maatschappelijke Zorg en Sociale Zaken (Bestuursakkoord). De bezuinigingen en heroverwegingen op landelijk niveau. Het Rijk bezuinigt miljarden. Dit heeft gevolgen voor de gemeente, onder andere via afnemende inkomsten die gemeenten ontvangen vanuit het gemeentefonds. Daarnaast krijgt de gemeente tal van nieuwe taken op zijn bordje in combinatie met efficiencykortingen. Door de economische teruggang krijgt de gemeente te maken met stijgende kosten in het kader van Sociale Zaken en zullen inkomsten vanuit het grondbeleid naar verwachting teruglopen en risico's toenemen. De krapte op de arbeidsmarkt op de middellange termijn dwingt gemeenten tot keuzes ten aanzien van de toekomstige ontwikkeling. In een krapper wordende arbeidsmarkt moet de gemeente keuzes maken ten aanzien van het type organisatie dat men wel zijn. De gemeente zal zich naar verwachting steeds meer ontwikkelen van uitvoerder naar regisseur. Deze ontwikkeling heeft gevolgen voor het vereiste opleidingsniveau van de medewerkers.
Pagina 1
1.2
De foto
Dit rapport geeft een beeld van de gemeente Gilze en Rijen anno 2011 en de vragen die voor de ontwikkeling van de gemeente kunnen worden gesteld. De ontwikkeling van de gemeente heeft betrekking op de rollen die de gemeente in relatie tot de burger heeft. De gemeentelijke rollen kennen hun tegenhanger in de rollen van de burger. Onderstaande tabel laat dit zien. Burger
Gemeente
Kiezer en belastingbetaler
Democratisch bestuursorgaan
Klant
Dienstverlener
Onderdaan
Regeltoepasser en handhaver
Partner
Ontwikkelaar
(wijk) Bewoner, gebruiker
Beheerder
Op basis van de foto gaan we met burgers, verenigingen, ondernemers en organisaties praten over het Gilze en Rijen van de toekomst. De uitkomsten van deze gesprekken verwerken we in een visiedocument met daarin het ontwikkelperspectief voor de komende tien tot vijftien jaar. Het proces 'van foto naar visie' wordt in hoofdstuk 10 nader toegelicht.
1.3
Werkwijze
KplusV heeft feiten en cijfers over een aantal relevante thema's verzameld en geanalyseerd. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten bij informatie die beschikbaar is binnen de organisatie. Er is informatie verzameld over trends en ontwikkelingen, zoals de demografische ontwikkelingen en decentralisatievoornemens van het kabinet (Bestuursakkoord). Daarnaast zijn interviews gehouden met vertegenwoordigers van de gemeentelijke organisatie. De foto dient als basisdocument voor de rondetafelgesprekken. De indeling van het document komt overeen met de onderwerpen die we hebben benoemd voor de rondetafelgesprekken. De onderwerpen vormen dus de hoofdstukken van het document. Aan het eind van ieder hoofdstuk geven we in de vorm van 'vragen voor de toekomst' richting aan de rondetafelgesprekken. Op basis van deze vragen willen we met partners van de gemeente en raadsleden doorpraten over de gewenste ontwikkelrichting van de gemeentelijke rol op het betreffende onderwerp.
1.4
Leeswijzer
Wij starten deze 'foto' met een profielschets van Gilze en Rijen (hoofdstuk 2). Daarna vatten we de belangrijkste punten uit de gemeentelijke visie 'Gilze en Rijen 2020' samen (hoofdstuk 3). Vervolgens beschrijven we zes samenhangende thema's die voor de toekomstige ontwikkeling van Gilze en Rijen van groot belang zijn: Economie: bedrijven en toerisme (hoofdstuk 4). Werk, inkomen en zorg (hoofdstuk 5). Welzijn, onderwijs en sport (hoofdstuk 6). Wonen en leefbaarheid (hoofdstuk 7). Buitengebied: natuur en landschap (hoofdstuk 8). Bestuurlijke positie (hoofdstuk 9).
Pagina 2
2. Profielschets De gemeente Gilze en Rijen heeft (per 31 december 2010) 25.723 inwoners en bestaat uit twee hoofdkernen: Gilze (7.466 inwoners) en Rijen (16.575 inwoners), en twee kleinere kernen, Molenschot (1.356 inwoners) en Hulten (326 inwoners). De gemeente vormt een groene buffer tussen de steden Breda en Tilburg. De twee hoofdkernen worden fysiek gescheiden door twee rijkswegen (A58, N282) en een spoorverbinding. Centraal in de gemeente ligt de vliegbasis. De gemeente heeft een groot, groen buitengebied.
2.1
Ruimtelijke structuur
De ruimtelijke hoofdstructuur van de gemeente Gilze en Rijen ziet er als volgt uit:
Bron: Gemeente Gilze en Rijen, Structuurplan Gilze (2006)
De gemeente ligt aan de A58 en wordt door de N282 en de spoorverbinding 's-Hertogenbosch – Roosendaal doorsneden.
Pagina 3
De oppervlakte van de gemeente bedraagt ruim 6.500 hectare, waarvan 89% buitengebied is. In Gilze en Rijen heeft circa 70% van het buitengebied een agrarische bestemming, circa 30% is bos en natuurlijk terrein. Ten opzichte van andere Brabantse gemeenten heeft Gilze en Rijen veel bos en natuurlijk terrein (60 ha per 1000 inwoners, tegenover 35 ha gemiddeld). Daarnaast is er meer recreatief terrein dan gemiddeld (9 ha per 1000 inwoners, tegenover 5 gemiddeld). Aan de oostzijde van Rijen ligt een uitgestrekt landbouwgebied en aan de westzijde ligt het uitgestrekte complex van de Boswachterij Dorst. Ten noorden van Gilze ligt de vliegbasis GilzeRijen. Ten westen, zuiden en oosten van Gilze liggen uitgestrekte landbouwgebieden, vooral aan de zuidzijde begrensd door boscomplexen. Het Prinsenbos, Annabos en de Ulvenhoutse bossen maken hier deel van uit. Molenschot is een van oorsprong agrarisch dorp met aan de noordzijde een golfbaan. Ten zuidwesten van de kern bevindt zich voornamelijk agrarisch gebied. De vliegbasis Gilze-Rijen ligt ten oosten van Molenschot. Hulten ligt in een agrarisch gebied met aan de zuidwestzijde de vliegbasis. Het is de kleinste kern van de gemeente. De vliegbasis ligt op een meer dan 500 hectare groot terrein met naast de militaire complexen ook grote aaneengesloten bosgebieden. De vliegbasis ligt op nog geen kilometer afstand van de bebouwde kom van de kern Molenschot en vlakbij de kern Hulten. Belangrijk gevolg van de nabijheid van de basis is de geluidscontour, die groei van Molenschot planologisch vrijwel onmogelijk maakt en de ontwikkeling van Hulten bemoeilijkt.
2.2
Voorzieningen
Voorzieningen in de kernen De gemeente Gilze en Rijen heeft qua voorzieningenaanbod (winkels, cultuur, onderwijs) geen (sub-)regionale centrumfunctie. De gemeente heeft winkelvoorzieningen in Gilze en Rijen, binnen- en buitensportaccommodaties, tien basisscholen, maar kent geen voortgezet onderwijs. Het winkelcentrum in Rijen wordt uitgebreid. Het centrum van Rijen wordt in dit kader autoluw gemaakt. Diverse voorzieningen zijn zowel in de kern Gilze als in de kern Rijen voorhanden; bijvoorbeeld: sociaal-culturele centra, bibliotheken, zorgcentra, sporthallen en zwembaden. Ook in de kleinere kernen Molenschot en Hulten zijn verschillende voorzieningen aanwezig. Beide kernen hebben een basisschool, peuterspeelzaal en gemeenschapshuis. In Molenschot wordt een nieuwe multifunctionele accommodatie ontwikkeld. Economische voorzieningen Qua economische bedrijvigheid is de gemeente Gilze en Rijen, door haar ligging aan het spoor en de A58, met goed bereikbare bedrijventerreinen Haansberg, Broekakkers en MiddenBrabant Poort een regionale factor van betekenis. Daarnaast zorgt de vliegbasis voor economische dynamiek en veel werkgelegenheid. Als gevolg van herstructurering van oude industriecomplexen zijn er verschillende inbreidingslocaties voor woningbouw in de kernen Gilze en Rijen.
Pagina 4
2.3
Bevolkingssamenstelling en demografie
Het aantal inwoners is vanaf 2003 ieder jaar (licht) gestegen; van ruim 25.000 inwoners in 2003 tot bijna 26.000 eind 2009. Het jaar 2010 is het eerste jaar dat er geen sprake is van een groei 1
van de bevolking, maar van een afname (met 256 inwoners). De CBS-prognose gaat ervan uit dat de omvang tot 2030 zal toenemen. De prognose van 2008 gaat uit van 27.115 inwoners op 1 januari 2020 en van 28.435 inwoners op 1 januari 2030. De bevolkingssamenstelling van de gemeente is vergelijkbaar met de overige landelijke gemeenten in de regio. Op een aantal punten wijkt de samenstelling af. De gemeente heeft een relatief grote Turkse gemeenschap van circa 1.300 personen die met name in de kern Rijen wonen (8 % van de totale bevolking van Rijen is van Turkse afkomst). Binnen de gemeentegrenzen ligt het asielzoekerscentrum Prinsenbos. Deze locatie valt binnen de kernvoorraad van het Centraal Opvangorgaan Asielzoekers (COA) en huisvest momenteel zo'n 800 asielzoekers. De bevolkingssamenstelling verandert. De gemeente zal tussen nu en 2030 verder vergrijzen: het aandeel 65-plussers neemt toe; van 15% in 2010 naar 23% in 2030. Het aandeel jongeren (tot 29 jaar) zal iets dalen; van 34% in 2010 tot 31% in 2030. Deze trends van vergrijzing en ontgroening doen zich overigens ook bij andere gemeenten in de regio Midden-Brabant voor.
1
De oorzaak van de daling is dat in het asielzoekerscentrum Prinsenbos veel minder mensen bleken te wonen dan stonden ingeschreven in de GBA. Dit is in 2010 gecorrigeerd.
Pagina 5
3. Bestaande toekomstvisie De raad heeft in 1998 de strategische visie 'Gilze en Rijen 2020' vastgesteld. Al eerder, in 1991, heeft de raad de strategische nota 'Gilze en Rijen 2015. Een toekomstverkenning' uitgebracht. In dit hoofdstuk staan we stil bij de belangrijkste uitgangspunten van de strategische visie 2020, bekijken of deze nog actueel zijn en wat de doorwerking in de praktijk hiervan is geweest.
3.1
Uitgangspunten strategische visie 2020
Als toekomstvisie wordt gestreefd naar: 'Gilze en Rijen een dynamische gemeente in het groen'. De gemeente wil enerzijds fungeren als groene buffer tussen de steden Breda en Tilburg. Anderzijds wordt een keus gemaakt voor een beperkte groei van bedrijfs- en volkshuisvesting. Door een groei van inwoners en bedrijven na te streven, kan volgens de gemeenteraad het voorzieningenniveau op een adequaat niveau gehandhaafd blijven. Algemene uitgangspunten Als algemene uitgangspunten zijn destijds in de visie 2020 vastgesteld: Versterking van de bufferpositie door samenwerking te zoeken met de gemeenten Dongen, Alphen/Chaam en Baarle-Nassau; alsook met de gemeenten Breda en Tilburg. De samenwerking kan plaatsvinden binnen de kaders van het Samenwerkingsverband Midden Brabant (SMB) en/of andere regionale verbanden. De gemeente houdt vast aan de bestaande grenzen en opteert voor het handhaven van de autonome gemeente. De gemeenteraad zal ten behoeve van de vormgeving van de autonomie en de positie in de regio streven naar een inwonertal van 30.000. Beleidsbepaling wil de gemeente zoveel mogelijk zelf realiseren. De uitvoering van beleid zal in intensieve samenwerking met derden kunnen plaatsvinden. Samenvattend heeft de raad in de visie 2020 de volgende ontwikkelrichtingen geformuleerd: Taakveld
Ontwikkelingsrichting
Openbare orde en veiligheid
"Het kwaliteitsniveau zal in de komende jaren op een hoger plan moeten worden gebracht. Zeer uitdrukkelijk geldt dit voor het onderwerp rampenbestrijding."
Verkeer en vervoer
"Voorop staat het verbeteren van het leefmilieu door het bevorderen van de verkeersveiligheid en waar mogelijk terugdringen van automobiliteit."
Economische zaken
"Er wordt gestreefd naar een gedifferentieerd bedrijvenbestand (incl. recreatievoorzieningen) ten behoeve van het bevorderen van de werkgelegenheid en het terugdringen van de werkloosheid. (…) Naast uitgifte van nieuwe bedrijfsgronden zal het revitaliseren van de oude bedrijfsterreinen ter hand genomen worden."
Onderwijs
"Als kernpunten van ons beleid gelden het realiseren en in stand houden van een pluriform en adequaat onderwijsaanbod gerelateerd aan de schaal van de gemeente. Daarnaast blijft een kernpunt van beleid het in stand houden van basisonderwijs in alle kernen."
Pagina 6
Welzijn
"In het beleid wordt gestreefd naar het versterken van het particulier initiatief. De visie is dat de overheid faciliterend en voorwaardenscheppend aanwezig dient te zijn teneinde de inwoners van de gemeente in staat te stellen zelf vorm te geven aan diverse welzijnsactiviteiten."
Voorzieningenniveau
"De leefbaarheid in de kernen is gebaat bij de aanwezigheid van een gemeenschapshuis, oftewel in iedere kern sport- en sociaal-cultureel accommodatie; de specifieke positie van de kern Hulten zal daarbij in ogenschouw genomen worden."
Recreatie
"Recreatiebeleid is een belangrijk aandachtspunt voor het toekomstig beleid van onze gemeente. (…) Door onder andere de ontwikkeling van fietsroutes in het buitengebied en het verbeteren van het kwaliteitsniveau van het bestaande campingaanbod kan imagoversterking van de gemeente als groene gemeente tussen Breda en Tilburg meer gestalte krijgen."
Sociale voorzieningen
"Uitgangspunt is dat de gemeente aan de ene kant zeer intensieve activiteiten op het terrein van de arbeidsmarkttoedeling ter hand neemt. Aan de andere kant wordt waar mogelijk ook een actieve benadering van de werkgevers voorgestaan."
Volksgezondheid en milieu
"Milieubeleid vormt één van de kerntaken van de gemeentelijke overheid. (…) Uitgangspunt van beleid blijft dat de gemeenteraad naast de verplichte wettelijke taken ook een aantal keuzetaken op dit terrein zo optimaal mogelijk uitvoert."
Ruimtelijke ordening
"Indien financieel haalbaar hebben inbreidingsplannen prioriteit boven uitbreidingsplannen. (…) Bij de herziening van het bestemmingsplan buitengebied vormt uitgangspunt van beleid de keuze voor ontwikkeling in plaats van beheer. Het handhaven en zo nodig verbeteren van agrarische, landschappelijke en natuurbelangen dient daarbij bepalend te zijn."
Bedrijventerreinen
"De meest optimale locaties liggen na de invulling van Haansberg Oost langs de A58. Deze locaties dienen verder tot ontwikkeling te worden gebracht. Overigens blijft de gemeente streven naar vestingsmogelijkheden bij de bedrijvenstrook gelegen tussen de Vliegende Vennen en de spoorlijnen, de zgn. Paarse strook. Het doel is aantrekken van bedrijven met een potentieel hoog openbaar vervoergebruik."
Volkshuisvesting
"Met betrekking tot de verdeling van het bouwvolume wordt gekozen voor een evenwichtige ontwikkeling van de hoofdkernen, met een extra impuls voor Hulten en Molenschot."
Uitgangspunten woon- en werkfunctie Na het opstellen van de visie 'Gilze en Rijen 2020' heeft onderzoek plaatsgevonden gericht op onderbouwing van de behoefteramingen bedrijfsterreinen en volkshuisvesting. Op basis van dit onderzoek is de visie op de woon- en werkfunctie verder uitgewerkt. Voor de woonfunctie ging het toenmalige college uit van ca. 1.500 woningen meer in 2020 ten opzichte van het jaar 1997. Dit betekende een gemiddelde productie van zo'n 70 woningen per jaar vanaf het jaar 1998. Onzekere factor hierbij was het proces van gezinsverdunning. Met betrekking tot de werkfunctie koos het college voor de variant waarbij een uitbreiding met 75 hectare bedrijfsterrein wordt gerealiseerd. Dit betekent een ruimtebehoefte tot 2020 van minimaal 2,2 ha en maximaal 3,3 ha per jaar.
Pagina 7
In het raadsbesluit van februari 1998 wordt overigens geconstateerd dat de ontwikkelde visie op het gebied van woningbouw en bedrijventerreinen op gespannen voet staat met het provinciale beleid. De behoefteraming met betrekking tot de woonfunctie is in de praktijk te klein gebleken. In de periode 2000 – 2010 is de woningvoorraad toegenomen met 1.220 woningen. De raming voor de werkfunctie is te groot gebleken. In dezelfde periode is 11,8 ha. bedrijventerrein verkocht.
3.2
Doorwerking strategische visie 2020
'Gilze en Rijen 2020' is een visie op hoofdlijnen en heeft een algemeen karakter. De visie is niet uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma. Om die reden is het niet gemakkelijk om na te gaan of (delen van) de visie ook echt werkelijkheid zijn geworden. Diverse ontwikkelingsrichtingen zijn uitgewerkt in beleidsplannen; bijvoorbeeld in de woonvisie 2008-2015, structuurvisies voor Gilze, Rijen en het buitengebied, dorpontwikkelingsplannen voor Hulten en Molenschot en (kader-)nota's op het gebied van maatschappelijke zorg (Wmo), sport, cultuur en jeugd. Hierbij dient aangetekend te worden dat een gemeente niet de volledige vrijheid heeft om, op basis van een strategische visie op de toekomst, een groot aantal expliciete keuzes te maken. Veel taken worden in medebewind uitgevoerd en voor een aantal belangrijke thema's is de richting helder: iedereen wil vraaggerichte en klantvriendelijke dienstverlening, een goed voorzieningenniveau, leefbare kernen en buurten, een dynamisch centrum en samenwerken met buurgemeenten waar dat loont. Op enkele onderwerpen zijn in de visie 2020 wel expliciete richtinggevende uitspraken gedaan; zoals het streven naar een inwonertal van 30.000. Uit de cijfers blijkt dat deze ambitie van het gemeentebestuur niet gehaald is. In de visie is deze ambitie gekoppeld aan het ontwikkelen van meer draagvlak voor voorzieningen. De gedachte hierachter is dat verhoging van het inwonertal leidt tot een betere benutting en exploitatie van de voorzieningen.
3.3
Vragen voor de toekomst
Het loslaten van de groeiambitie uit de visie 2020 (30.000 inwoners) roept de vraag op wat dit betekent voor de houdbaarheid van het huidige voorzieningenniveau. Met andere woorden: wil de gemeente alle voorzieningen handhaven, ook in de kleinere kernen, en is zij bereid om daar structureel tekorten in de exploitatie voor af te dekken? Vragen voor het gemeentebestuur (rondetafelgesprek raadsleden) Welk profiel streeft Gilze en Rijen voor de periode tot 2025 na? Dekt de visie 'Gilze en Rijen een dynamische gemeente in het groen' nog steeds de lading anno 2011? In hoeverre is differentiatie tussen kernen mogelijk, bijvoorbeeld door functies toe te wijzen? Gelden de geformuleerde ontwikkelingsrichtingen uit 1998 nog steeds als richtinggevend? Zo ja, waar blijkt dat dan uit? Moet de gemeente met de blik op 2025 zelfstandig blijven? Moet de gemeente een echte keuze maken voor bepaalde samenwerkingspartners? Wat is de positie en bijdrage van Gilze en Rijen in de ontwikkeling van de regio? Bouwt de gemeente voor eigen behoeften of ook voor de regionale behoeften?
Pagina 8
Legt de gemeente de nadruk op versterking van landschappelijke kwaliteiten (groene buffer, toerisme en recreatie) of op ontwikkeling van woon- en werklocaties? Vragen voor maatschappelijke organisaties (overige rondetafels) Worden de ontwikkelingsrichtingen uit de visie 2020 herkend? Wat missen de maatschappelijke partners op hun beleidsveld, bijvoorbeeld als gevolg van maatschappelijke trends en ontwikkelingen? Hoe zien zij de toekomstige rol van de gemeente in het Gilze en Rijen van 2025? Wat betekent deze rol vervolgens voor de positie van de gemeente in de samenwerking?
Pagina 9
4. Economie: bedrijven en toerisme Hieronder gaan we in op het thema economie: bedrijven en toerisme. De gemeente heeft op dit werkveld geen specifieke wettelijke taken. De gemeente heeft vanuit haar rol van publieke organisatie en ontwikkelaar, vooral een stimulerende en regisserende functie. Deze functie wordt door Gilze en Rijen deels samen met buurgemeenten in regionaal verband opgepakt. Allereerst staan we stil bij relevante trends en ontwikkelingen. Daarna worden de ambities en het beleid van de gemeente kort samengevat. Vervolgens beschrijven we de organisatie en uitvoering van het beleid. Ten slotte formuleren we vragen voor de toekomst; deze dienen als input voor het rondetafelgesprek met vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.
4.1
Cijfers, trends en ontwikkelingen
De gemeente Gilze en Rijen heeft een stabiele bovengemiddelde economische positie in de regio. Binnen de gemeentegrenzen zijn per 31 december 2010 in totaal circa 12.650 banen. De omvang van de beroepsbevolking in Gilze en Rijen is 12.604. De verhouding tussen de beschikbare werkgelegenheid en omvang van de beroepsbevolking is circa 1:1. Deze verhouding is voor een gemeente van de omvang van Gilze en Rijen en die gelegen is tussen twee grote steden, uniek te noemen; de werkgelegenheid in onze gemeente is relatief hoog. Werkgelegenheid De gemeente herbergt een aantal grote werkgevers. Dit brengt naast kansen ook risico's met zich mee voor de toekomstige werkgelegenheid. Denk in dit verband aan de toekomst van de vliegbasis (1.900 directe banen) en het bedrijf Ericsson. De grootste werkgevers zijn naast de twee genoemde, Audax (mediaproducten), Gemeente Gilze en Rijen, Jardin (tuinmeubelen) en De Valk (hotel en motel). Daarnaast is er ook een aantal kleinere specialistische bedrijven dat relatief veel werkgelegenheid biedt. Qua werkgelegenheid zijn de belangrijkste sectoren: groot- en detailhandel (22%), industrie (20%), openbaar bestuur (15%). Ook de sectoren zorg en welzijn (9%), horeca, recreatie en overige vrije tijdsbedrijvigheid (5%) en vervoer en opslag (7%) zorgen voor substantiële werkgelegenheid. In Gilze en Rijen zijn circa 150 agrarische ondernemers. De sector landbouw zorgt voor ongeveer 3% van de totale werkgelegenheid. Net als in veel andere gemeenten neemt het aantal tijdelijke arbeidsplaatsen toe. Vele daarvan worden bezet door mensen afkomstig uit Oost-Europese landen, zoals Polen. De precieze omvang daarvan is niet bekend. Werkloosheid Het aantal banen en bedrijfsvestigingen is in de periode 2004-2010 ieder jaar toegenomen. De werkloosheid bedroeg in 2010 568 personen. In 2009 was dit aantal 620 personen. Het aantal 'niet werkende werkzoekenden' fluctueert over de jaren tussen de 500 en 700 personen. 2
De bruto participatiegraad geeft inzicht in het aantal arbeidsplaatsen in de gemeente. Deze is in Gilze en Rijen, met name door de ligging van het vliegveld, ten opzichte van buurgemeenten relatief hoog. De werkloosheid is met 4,2% iets hoger dan gemiddeld (4%) in de regio.
2
BPG: beroepsbevolking, uitgedrukt als percentage van de bevolking tussen de 15 en 65 jaar.
3
Als referentiegemeenten fungeren: Goirle, Dongen, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk.
Pagina 10
3
Opleidingsniveau en pendelrelaties Uit CBS-cijfers (2009) blijkt dat 31% van de inwoners een laag opleidingsniveau heeft, 44% heeft een middelbaar niveau en 25% een hoog opleidingsniveau. Dit komt redelijk overeen met het gemiddelde opleidingsniveau in de regio Midden-Brabant. Uit CBS-cijfers (2005) blijkt verder dat het percentage forenzen in Gilze en Rijen (met 60% inkomende pendel) vergelijkbaar is met dat van soortgelijke gemeenten in de regio Midden4
Brabant . Bedrijventerreinen De aanleg van bedrijventerrein Midden-Brabant Poort, ten oosten van Gilze, is gaande en de uitbreiding van Haansberg in Rijen staat in de planning. De bestaande bedrijventerreinen staan voor revitalisering en/of optimalisering op het programma. De (winkel)centra van Gilze en Rijen worden de komende jaren uitgebreid en gerevitaliseerd. Dit genereert naar verwachting nieuwe werkgelegenheid. De gemeente Gilze en Rijen beschikt over ruim 19 ha direct uitgeefbare bedrijfslocaties. Na Tilburg (24 ha) en Waalwijk (25 ha) beschikt de gemeente Gilze en Rijen binnen de regio Midden-Brabant over de grootste hoeveelheid uitgeefbare gronden. De prognoses met betrekking tot ruimtebehoefte aan werklocaties gaan uit van een minder hoge vraag naar nieuwe bedrijventerreinen. In regionaal verband is ruim voldoende aanbod van bestaande terreinen om aan de vraag te kunnen voldoen. De regio heeft daarnaast nog nieuwe plannen voor de komende 10 jaar, waaraan (op basis van de prognoses) geen behoefte is. Vrije tijdseconomie In de periode 2006-2008 nam de werkgelegenheid in de vrijetijdssector in Midden-Brabant toe met 8,2%. Aanzienlijk meer dan in de provincie Noord-Brabant (6,5%) en Nederland (6,7%). Daarnaast is ook het aandeel van de vrijetijdssector in Midden-Brabant ten opzichte van de totale werkgelegenheid met 7% groter dan in Brabant (6,3%) en in Nederland (6,8%). Binnen de gemeente zijn 210 hotelkamers, verdeeld over 2 hotels en 4 B&B's/pensions. Er zijn 7 café-restaurants en 5 campings. Er zijn geen recreatieparken in Gilze en Rijen. Over het voorzieningenniveau geven inwoners van Gilze en Rijen in het onderzoek waarstaatjegemeente.nl (2010) aan dat er in de gemeente onvoldoende horeca en uitgaansgelegenheden zijn. Gilze en Rijen scoort een 6,1 tegenover 6,7 gemiddeld.
4.2
Ambities en beleid
Werkgelegenheidsbeleid De gemeente streeft naar een gedifferentieerd bedrijvenbestand (incl. recreatievoorzieningen), ten behoeve van het bevorderen van werkgelegenheid en terugdringen van werkloosheid. Bij het faciliteren van ontwikkelingen wordt ingezet op de gekwalificeerde beperkte ontwikkeling van bestaande bedrijfsterreinen en nieuwe bedrijfshuisvesting langs de A58 en de spoorlijn.
4
Referentiegemeenten zijn: Dongen (58%), Goirle (69%), Hilvarenbeek (60%), Loon op Zand (64%) en Oisterwijk (59%).
Pagina 11
Als uitgangspunt van beleid is gesteld dat de werkgelegenheidsfunctie minimaal 1,0 moet zijn. Dat wil zeggen behoud van de verhouding van het aantal arbeidsplaatsen en de omvang van de beroepsbevolking van 1:1. Deze verhouding is zoals is aangegeven, voor een gemeente als Gilze Rijen uniek en er zal daarom een grote inspanning moeten worden gepleegd om het 5
beleidsuitgangspunt te realiseren en die verhouding te behouden.
Ook de werkgelegenheidsontwikkeling in de kernen Gilze en Rijen en nieuwe vormen van werkgelegenheid in het buitengebied zijn van belang voor de economische positie van Gilze en Rijen. Zo geeft het nieuwe winkelcentrum in Rijen een flinke impuls aan het stedelijke profiel van deze kern. In het buitengebied is de laatste jaren steeds meer sprake van nieuwe economische initiatieven, mede als gevolg van de schaalvergroting in de agrarische sector en daarbij vrijkomende agrarische bebouwing. Dit roept keuzevraagstukken op voor ruimtegebruik en functietoedeling in het buitengebied (profilering/zonering). Hier komen we op terug in het hoofdstuk over het Buitengebied: natuur en landschap. Arbeidsmarktbeleid Naast de werkgelegenheidsontwikkeling is het arbeidsmarktbeleid van de gemeente belangrijk voor de economie. De gemeente wil ruimte maken op de arbeidsmarkt voor mensen met een grote achterstand tot werk (langer dan één jaar werkloos). De gemeente zet in eerste instantie in op reguliere arbeid; voor langdurig werklozen is echter ook 'sociale activering' een oplossing. Deze thematiek komt in het hoofdstuk Werk, Inkomen en Zorg meer uitgebreid aan de orde. Midpoint Brabant Gilze en Rijen werkt op het terrein van economische structuurversterking samen met zeven buurgemeenten in Midden-Brabant, ondernemers en kennis- en onderzoeksinstellingen in het 'Midpoint Brabant'. Dit label voor de economische regio is de opvolger van 'De ideale connectie'. De 'Midpoint' agenda concentreert zich op 'Social Innovation' in vier speerpuntsectoren: 1. logistiek ('logistics'); 2. toerisme & recreatie ('leisure'); 3. zorg & wellness ('life sciences'); 4. luchtvaart & industrieel onderhoud ('aerospace & maintenance'). Met name het laatste speerpunt biedt aanknopingspunten voor de gemeente Gilze en Rijen. Hier wordt door Midpoint een potentie gezien van 4.500 banen in de regio (in 2030). Deze potentie hangt samen met het vliegveld in combinatie met bedrijfslocaties die in de toekomst mogelijk een nieuwe bestemming krijgen. De gemeenteraad heeft middelen vrijgemaakt voor de verdere uitwerking van de Midpoint-agenda in de vorm van een bijdrage aan het project Aerospace Maintenance.
5
Bron: visiedocument 'Gilze en Rijen 2020'
Pagina 12
Vrije tijdseconomie Zoals gezegd heeft de vrijetijdssector in Midden-Brabant groeipotentieel. Binnen het Regionaal Overleg Midden-Brabant (ROM) ontstond in 2008 de behoefte aan een gemeenschappelijk regionaal ambitiedocument voor recreatie en toerisme. Dit heeft geleid tot de ambitie 'Hart van Brabant: kracht in vrije tijd!' Het doel van deze ambitie, onderdeel van 'Leisure Boulevard', is het stimuleren en faciliteren van een aantrekkelijke en duurzame toeristisch-recreatieve sector als economische drager in het gebied Midden-Brabant. Ter profilering van het 'Hart van Brabant zijn de kernwaarden van Midden-Brabant beschreven. Met 'kernwaarde' wordt bedoeld datgene wat de plaats of regio uniek maakt ofwel waarmee zij zich onderscheidt ten opzicht van andere plaatsen en regio's. Als kernwaarden zijn benoemd: natuurrijk, waterrijk en agrarisch; ‘Bourgondisch’, gastvrij en authentiek; maken; ambachtelijk, industrieel en modern; attractief; avontuurlijk en actief ontspannend, verwondering en zinnenprikkelend. Specifiek voor Gilze en Rijen zijn in het kader van 'Hart van Brabant' de karakteristieken, het bijzondere aanbod en (hiervan afgeleide) de kernwaarden benoemd. Karakteristieken en bijzonder aanbod binnen de gemeente zijn: de vliegbasis Gilze – Rijen, golfbanen, Chaamse bossen en boswachterij Dorst, St. Annakapel en langgevelboerderij in Molenschot, religieus evenement St. Anneke, verblijfsaccommodatie (campings, zakelijk, wellness) en het dorpskarakter in de kleine kernen. Hiervan afgeleide kernwaarden zijn: "actief ontspannen, natuurrijk, focus op groen, gemoedelijk (Gilze), cultuurhistorisch en industrieel".
4.3
Organisatie en uitvoering
Partners van de gemeente bij het (lokale) werkgelegenheidsbeleid zijn: Gilze en Rijen Industrieel Contact (GRIC), de bedrijvenverenigingen van Haansberg en Broekakkers, de winkeliersverenigingen, de afdeling Gilze en Rijen van Horeca Nederland, de Recron en de lokale toeristische adviesraad (LTA). Partners van de gemeente in regionaal verband ('Midpoint Brabant') zijn zeven buurgemeenten in Midden-Brabant, de Kamer van Koophandel, de Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging, grotere werkgevers in de regio en verschillende kennis- en onderzoeksinstellingen. Midpoint kent een Regional Development Board (RDB), welke bestaat uit vertegenwoordigers van de drie O’s (overheid, ondernemingen, onderwijs- en kennisinstellingen) en is verantwoordelijk voor het 6
realiseren van de strategische agenda . De gemeente richt zich vooral op het faciliteren van de economische ontwikkeling door actief deel te nemen in lokale en regionale initiatieven (zoals Midpoint) en via de bedrijvencontactfunctionaris, die een linking pin is tussen de gemeente en het bedrijfsleven.
6
Zie voor informatie: www.midpointbrabant.nl
Pagina 13
4.4
Vragen voor de toekomst
De volgende vragen worden beantwoord: Wat is goed op orde binnen het beleidsveld en moet zeker behouden blijven? Wat is niet goed op orde en moet verbeterd worden? Welke kansen dienen zich vanuit de buitenwereld aan? Welke bedreigingen komen vanuit de buitenwereld op ons af? Algemeen Hoe kijken maatschappelijke partners aan tegen het beleid van de gemeente Gilze en Rijen op het terrein van Economie: bedrijven en toerisme? Dient vooral ingezet te worden op economische ontwikkeling en werkgelegenheidsontwikkeling in regionaal verband of in de eerste plaats op lokaal niveau? Wat zijn volgens de maatschappelijke partners de kritische succesfactoren van de gemeente Gilze en Rijen op dit terrein? Welke rol speelt de gemeente c.q. moet de gemeente spelen op dit terrein? Welke rol kan/moet het bedrijfsleven zelf spelen bij het realiseren van de ambities? Hoe verloopt de samenwerking tussen de gemeente en de maatschappelijke partners? Hoe ver reikt de ambitie: wil Gilze en Rijen voorzien in primaire behoeften van inwoners of voorzien in een groter (regionaal) verzorgingsgebied? Focus of differentiatie? Moet er sprake zijn van beleid met een breed aanbod van bedrijven (aandacht voor bedrijventerreinen, industrie, dienstverlening, detailhandel én toerisme en recreatie) of juist van focus in beleid (speerpunten kiezen)? Waarop moet het zwaartepunt liggen voor de economische ontwikkeling van de gemeente? Hoe wordt aangekeken tegen de toekomst van de campings in de gemeente, mede in relatie tot de huidige semi-permanente bewoning? Moet de gemeente de eigen beroepsbevolking faciliteren (vasthouden van het uitgangspunt: '1-op-1') of de bredere regio Midden-Brabant faciliteren? Als naar uitbreiding van bedrijvigheid wordt gestreefd, wat voor type bedrijvigheid wordt dan belangrijk gevonden voor de toekomst van Gilze en Rijen? Hoe kijken maatschappelijke partners aan tegen de speerpunten uit de regionale Midpoint agenda? En het gekozen speerpunt voor Gilze en Rijen: luchtvaart & industrieel onderhoud? Sturing of laissez faire? Moet de gemeente inzetten op bundeling van economische activiteiten op bedrijventerreinen of op diversificatie van bedrijvigheid en differentiatie over de kernen? Moet de gemeente anticiperen op de sterke groei van het aantal zzp-ers, bijvoorbeeld door meer dan nu economische activiteiten in de woonomgeving toe te staan? Moet de gemeente anticiperen op de toename van het aantal 'tijdelijke werknemers' in de gemeente, bijvoorbeeld door middel van het intensiever begeleiden van Poolse werknemers? Moet de gemeente ontwikkelprofielen maken voor de kernen en 'proeftuinen' vaststellen voor het buitengebied (ter facilitering van nieuwe bedrijvigheid)? Moet de gemeente actief naar buiten treden en inzetten op acquisitie van bedrijvigheid of heeft de gemeente meer een rol in de voorwaardenscheppende sfeer (ruimtelijk etc.)?
Pagina 14
5. Werk, inkomen en zorg Hieronder gaan we in op de thema's: werk, inkomen en maatschappelijke zorg. Allereerst staan we stil bij relevante trends en ontwikkelingen. Daarna worden de ambities en het beleid van de gemeente kort samengevat. Vervolgens beschrijven we de organisatie en uitvoering van het beleid. Ten slotte formuleren we vragen voor de toekomst; deze dienen als input voor het rondetafelgesprek met vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.
5.1
Cijfers, trends en ontwikkelingen
Belangrijke algemene ontwikkelingen op het gebied van werk, inkomen en zorg zijn: De economische ontwikkeling, afhankelijk van de economische conjunctuur stijgt of daalt de vraag naar producten van de afdeling Sociale Zaken. De demografische ontwikkeling, de bevolkingssamenstelling verandert. De samenleving vergrijst en ontgroent. Dit brengt toenemende kosten met zich mee voor maatschappelijke zorg en zet druk op voorzieningen (waaronder de mantelzorg). Sociaal culturele ontwikkeling, de individualisering van de samenleving. Maatschappelijke zorg en welzijnsvoorzieningen zijn deels gebaseerd op mantelzorg en vrijwilligerswerk. Individualisering en krimpende budgetten bij de gemeente zet druk op deze zaken. Bestuurlijk financiële ontwikkeling, vermaatschappelijking van de zorg en de verschuiving van verantwoordelijkheden naar de gemeente vanuit het Rijk. Zie onder bestuursakkoord. Bestuursakkoord De taakvelden Werk, Inkomen en Zorg zijn volop in beweging. Het (concept) bestuursakkoord tussen Rijk en VNG leidt tot een uitbreiding van het takenpakket van gemeenten op het sociaalmaatschappelijke domein, in combinatie met efficiencykortingen. Decentralisatie van taken van het Rijk en de provincies naar gemeenten vindt plaats op de beleidsterreinen: Onderkant arbeidsmarkt: Wet Werken naar vermogen (integratie van drie wettelijke kaders: Wajong, Wsw en Wwb). Begeleiding AWBZ (uitbreiding van de huidige prestatievelden van de Wmo). Jeugdzorg (coördinatiefunctie wordt overgeheveld van de provincie naar gemeenten). NB: de impact van deze grootschalige decentralisatieoperatie moet nog blijken en is nog onderwerp van gesprek/onderhandeling (tussen Rijk en VNG). Werk en inkomen Het aantal werkloosheidsuitkeringen is (met 15 uitkeringen per 1000 inwoners van 15 tot 65 jaar) in Gilze en Rijen iets lager dan gemiddeld in Noord-Brabant (16 per 1000 inwoners) en gelijk aan het gemiddelde in Nederland. Het aantal bijstandsuitkeringen is (met 18 per 1000 huishoudens) substantieel lager dan het gemiddelde in Noord-Brabant (30 per 1000) en 7
Nederland (40 per 1000) .
7
Bron: CBS, Gemeente op Maat (2009).
Pagina 15
5.2
Ambities en beleid
De gemeente Gilze en Rijen wil de voorwaarden scheppen voor participatie van alle inwoners in de samenleving, zowel economisch (op de arbeidsmarkt) als maatschappelijk (als burger binnen gemeenschappen). Het beleid van de gemeente is gericht op het laten deelnemen van inwoners met een achterstand (in taal, met handicap of anderszins) aan de maatschappij. Hiertoe voert de gemeente verschillende wettelijke taken uit, waaronder de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), de Wet werk en bijstand (Wwb) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Sociale voorzieningen De gemeente werkt (via de afdeling Sociale Zaken) aan de arbeidsmarkttoeleiding van werkloze inwoners. De eigen verantwoordelijkheid van de burger staat daarbij voorop. Uitgangspunt is dat iedere uitkeringsgerechtigde meedoet naar vermogen. Waar mogelijk worden werkgevers door of namens de gemeente actief benaderd, zodat vraag en aanbod op elkaar aansluiten. De raad heeft als uitgangspunt gekozen voor "inclusief beleid waar mogelijk en doelgroepenbeleid in uitzonderingssituaties". 'Inclusief beleid' betekent dat de gemeente uitgaat van de vraag van de klant, waarbij vraag en oplossing in een breder kader worden geplaatst. Ter illustratie: Als iemand een Wmo aanvraag doet, wordt breder naar de problematiek achter de vraag gekeken, bijvoorbeeld ook naar de mogelijkheden van bijzondere bijstand. Er wordt maatwerk geleverd vanuit de gedachte wat iemand nodig heeft en niet waar iemand recht op heeft. Een belangrijke opgave voor de gemeente is het anticiperen op de nieuwe Wet werken naar vermogen, die de huidige regimes van Wwb, Wajong en Wsw integreert. Het kabinet Rutte heeft gekozen voor één regeling voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt met een andere doelgroepafbakening, indicatiestelling, rechten en plichten en financieringssystematiek. Een van de overwegingen bij de integratie is de versplinterde toeleiding naar de arbeidsmarkt, doordat verschillende partijen hierop inzetten: Werkplein, werkbedrijf (SW) en gemeente. Maatschappelijke zorg De gemeenteraad heeft in 2006 de kadernota Wet maatschappelijke ondersteuning vastgesteld, met als titel 'Werk maken van participatie'. De doelstelling voor 2015 is een beleid dat zich richt op het versterken van burgers via een vraaggerichte sociale infrastructuur. Hieronder wordt verstaan 'het geheel van organisaties, diensten en voorzieningen, dat tot doel heeft individuele burgers in hun eigen omgeving de mogelijkheid van volwaardige deelname aan de maatschappij te bieden'. Belangrijke elementen uit deze visie zijn: iedereen wordt de mogelijkheid geboden om zich te ontplooien tot een zelfstandige en zelfredzame burger; de gemeente ondersteunt hen bij deze initiatieven en zorgt voor een goede sociale infrastructuur; er zal gebruik gemaakt worden van de kracht van de sociale omgeving; het eigen initiatief van de burger wordt beloond.
Pagina 16
De Kanteling Een belangrijke opgave voor de gemeente is het vormgeven van 'de Kanteling' in de maatschappelijke zorg. Doel van dit project is om de compensatieplicht op een nieuwe wijze vorm te geven, zodat mensen met een beperking betere kansen hebben om volwaardig mee te doen aan de samenleving. Een gekantelde manier van werken vergt van gemeenten én burgers een nieuwe benadering: Gemeenten zullen meer tijd moeten nemen in het eerste gesprek met de zorgklant. Het gesprek wordt meer vraagverhelderend, minder beoordelend. Gemeenten én burgers moeten afstappen van de standaard voorzieningenlijst en alle mogelijkheden verkennen om een hulpvraag op te lossen. Hierbij staan behoud van regie over het eigen leven en zelfredzaamheid voorop. Samen met de burger wordt vastgesteld wat het resultaat van de ondersteuning moet zijn en welke oplossingen daaraan bijdragen. Het gaat dan lang niet altijd om individuele voorzieningen, ook met algemeen aanbod kan het resultaat bereikt worden.
5.3
Organisatie en uitvoering
Sociale voorzieningen Een belangrijke partner voor de afdeling Sociale Zaken van de gemeente is het SW-bedrijf (sociale werkvoorziening). De Diamantgroep voorziet in passend werk voor mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. De gemeente (als bevoegd gezag) en het SW-bedrijf (als uitvoeringsorganisatie) staan voor de gezamenlijke opgave om te komen tot een nieuwe rolverdeling en herinrichting van het sociaal domein. Andere partners van de gemeente op het taakveld van Werk en Inkomen zijn: Werkplein, Stichting Leergeld en de Goederenbank. Maatschappelijke zorg Partners van de gemeente op het terrein van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zijn onder meer: Stichting Maatschappelijk Werk, Wmo-raad, cliëntenraad, De Zonnebloem, Platform gehandicapten en Thebe thuiszorg/dagopvang.
5.4
Vragen voor de toekomst
De volgende vragen worden beantwoord: Wat is goed op orde binnen het beleidsveld en moet zeker behouden blijven? Wat is niet goed op orde en moet verbeterd worden? Welke kansen dienen zich vanuit de buitenwereld aan? Welke bedreigingen komen vanuit de buitenwereld op ons af? Algemeen Hoe kijken maatschappelijke partners aan tegen het beleid van de gemeente Gilze en Rijen op het terrein van Werk, inkomen en zorg? Welke rol speelt de gemeente c.q. moet de gemeente spelen op dit terrein? Is de gemeente uitvoerder van landelijk beleid of moet zij als bestuur eigen ambities en doelen formuleren?
Pagina 17
Welke rol kan/moet de lokale samenleving zelf spelen bij het realiseren van de ambities? Hoe verloopt de samenwerking tussen de gemeente en de maatschappelijke partners? Hoe ver reikt de ambitie: ruimhartig sociaal beleid of focus op zelfredzaamheid? Ontwikkelingen Hoe kan de gemeente zelfredzaamheid en zelfwerkzaamheid van burgers bevorderen? Hoe moet de gemeente anticiperen op de nieuwe Wet werken naar vermogen, waardoor naar verwachting de sociale werkvoorziening onder druk komt te staan? Hoe kan de gemeente in de trend van individualisering, de maatschappelijke solidariteit en de sociale cohesie in de kernen versterken? Nieuwe werkwijze Hoe gaan de vernieuwde werkwijzen de Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl uitpakken? Is de gemeente klaar voor 'de Kanteling' van de Wmo-voorzieningen? Wat gaat er gebeuren als het aanbod van intramurale voorzieningen in bepaalde gemeenten en regio's zo schaars is dat er in feite geen sprake meer is van eigen keuze? Wie bewaakt of er geen onverantwoorde situaties ontstaan? (coördinatiefunctie)
Pagina 18
6. Welzijn, onderwijs en sport Hieronder gaan we in op de thema's: welzijn, onderwijs en sport. Allereerst belichten we enkele relevante trends en ontwikkelingen. Daarna worden de ambities en het beleid van de gemeente kort samengevat. Vervolgens beschrijven we de organisatie en uitvoering van het beleid. Ten slotte formuleren we vragen voor de toekomst; deze dienen als input voor het rondetafelgesprek met vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.
6.1
Cijfers, trends en ontwikkelingen
Jeugd en Gezin Het Centrum voor Jeugd en Gezin richt zich op ouders en kinderen van 9 maanden tot 23 jaar. 8
In Gilze en Rijen zijn er ruim 7000 jeugdigen in de leeftijd van 0 tot 23 jaar . Aangezien niet alleen de jeugdigen, maar ook de ouders doelgroep zijn van het CJG is het van belang om te weten dat er in Gilze en Rijen 4070 huishoudens met kinderen zijn. Totaal heeft de gemeente Gilze en Rijen 10.479 huishoudens. Negenendertig procent van het totaal aantal huishoudens is een huishouden met kinderen. Hiervan is 15% (592) een éénoudergezin. Deze percentages komen overeen met de gegevens van referentiegemeenten en de landelijke cijfers. Uit landelijk onderzoek (2006) blijkt het volgende. In 85% van de gezinnen is geen sprake van opvoedingsproblemen (hetgeen niet betekent dat ze geen vragen hebben). Van de 15% van de ouders die wel opvoedingsproblemen ervaart, gaat het bij 10% om lichte problemen, bij 4% zijn 9
de problemen matig en bij 1% wordt de problematiek 'zwaar' genoemd . Deze gegevens zijn naar verwachting ook voor de ouders uit de gemeente Gilze en Rijen van toepassing. Onderwijs Er zijn 9 basisscholen in de gemeente en één dependance van een basisschool in het asielzoekerscentrum Prinsenbos. Er is geen voortgezet onderwijs in de gemeente Gilze en Rijen. Er zijn in de gemeente basisscholen van drie schoolbesturen: stichting Nuwelijn met 6 scholen in alle kernen, stichting Tangent met een school in Rijen en een school (met dependance) in Gilze en de stichting PCO Midden-Brabant met een school in Rijen. Het totaal aantal leerlingen is 2.480 en is als volgt verdeeld over de basisscholen (gegevens per 1 oktober 2010): Rijen
De Brakken
429
St. Jozef
479
Burgemeester van Mierlo
164
De Kring
333
Vijf Eiken
188
De Bolster
391
De Wildschut
267
oc-school Prinsenbos (AZC)
66
Molenschot
St. Anna
110
Hulten
Gerardus Majella
53
Gilze
8
www.cbs.nl – statline.
9
Snijders, 2006.
Pagina 19
Hoewel de trend niet voor alle jaren geldt, is er over de periode 2004-2010 sprake van een daling van het aantal leerlingen. Waren er in 2004 nog circa 2.600 leerlingen, in 2010 is het leerlingenaantal teruggelopen naar 2.480. Deze ontwikkeling sluit aan bij de demografische trend van ontgroening (minder kinderen in het cohort van 0 tot 14 jaar). De gemeente verwacht de volgende ontwikkeling in de leerlingenaantallen: 2009
2010
2011
2012
2013
2014
2019
2024
2029
Gilze
690
715
690
707
693
674
618
651
667
Rijen
1.617
1.577
1.579
1.622
1.626
1.645
1.667
1.688
1.573
Hulten Molenschot Totaal
59
56
54
58
59
60
66
66
57
103
108
101
94
91
83
65
69
88
2.469
2.456
2.424
2.481
2.469
2.462
2.416
2.474
2.385
Bron: Leerlingprognose en ruimtebehoefte 2009 Pronexus
Gelet op het totaal aantal leerlingen, het aantal scholen en bovenstaande leerlingenprognose zijn er de komende jaren geen draagkracht problemen in het primair onderwijs te verwachten. De school in Hulten vergt in dit verband wel specifieke aandacht van de gemeente. Er zijn, verdeeld over de kernen, zes peuterspeelzalen en acht kinderdagverblijven in de gemeente. Deze worden door verschillende organisaties geëxploiteerd. Het aantal kinderen dat een speelzaal bezoekt is 267 en is als volgt verdeeld over de locaties: Hummeldonk
8
Harlekijn
110
't Peuterbos
29
Pinkeltje
12
Pinokkio
73
De Speeldoos
35
Aantal kinderen per peuterspeelzaal op 31 december 2010
De cijfers over het aantal peuters dat een peuterspeelzaal bezoekt lopen min of meer synchroon met de ontwikkeling van de leerlingaantallen. Op dit moment zijn er wachtlijsten in de kernen Hulten en Rijen. De gemeente verwacht dat het aantal peuters op de peuterspeelzalen de komende 20 jaar ongeveer op het huidige niveau blijft. Sport en vrije tijdsvoorzieningen Het onderzoek 'Waar staat je gemeente' (2010) vraagt op verschillende onderwerpen naar de waardering door inwoners. Uit het onderzoek blijkt dat de gemeente Gilze en Rijen op het terrein van vrije tijd, met name op cultuur- en sportvoorzieningen, hoger scoort dan gemiddeld. Op uitgaansvoorzieningen wordt lager dan gemiddeld gescoord; burgers geven in hun oordeel aan dat men het voorzieningenaanbod op dit gebied onder de maat vindt. In de gemeente Gilze en Rijen is er volop gelegenheid om te sporten, zowel individueel als in groepsverband. Het aanbod wordt gekenmerkt door traditionele sporten, met daarbinnen een breed aanbod en diversiteit van sportvoorzieningen.
Pagina 20
Er zijn verschillende binnensport- en buitensportaccommodaties, waaronder twee sporthallen, vijf gymzalen, twee zwembaden, vijf fitnesscentra, vijf paardenmaneges en vier golfbanen. Verder zijn er drie sportparken met verschillende buitensportfaciliteiten (voetbal, tennis, atletiek, hockey en handbal). Diverse voorzieningen zijn zowel in de kern Gilze als in de kern Rijen voorhanden. Bijvoorbeeld: sociaal-culturele centra, bibliotheken, zorgcentra, sporthallen en zwembaden. Ook in de kleinere kernen Molenschot en Hulten zijn verschillende voorzieningen aanwezig. Beide kernen hebben een basisschool, peuterspeelzaal en gemeenschapshuis. Als belangrijkste reden voor de aanwezigheid van twee van dit soort voorzieningen wordt aangegeven dat de gemeente twee grotere kernen heeft, Rijen en Gilze, die vrij ver uit elkaar liggen. Er was één gemeentelijk zwembad in Rijen (dat in 2003 is geprivatiseerd). In Gilze heeft Hotel Van der Valk een (klein) commercieel zwembad, dat ook toegankelijk is voor niethotelgasten en waar ook zwemlessen worden gegeven. In Gilze was er aanvankelijk sprake van een klein cultureel centrum. Naar aanleiding van een renovatieverzoek heeft de gemeente in 2005 gekozen voor een centralisatie van alle welzijnsvoorzieningen in Gilze en is er een voor de kern Gilze relatief groot, cultureel centrum gerealiseerd. In Hulten en Molenschot streeft de gemeente naar het zo veel mogelijk in stand houden van de aanwezige voorzieningen.
6.2
Ambities en beleid
Jeugd en Gezin De gemeente voert een actief jeugdbeleid. In 2007 heeft de gemeenteraad de nota 'Jeugd aan Zet' vastgesteld. De gemeente wil "de voorwaarden scheppen voor persoonlijke groei en welbevinden voor alle jeugdigen van 0 tot 23 jaar, waarbij zij zich kunnen ontwikkelen tot participerende burgers". Deze visie is verder niet uitgewerkt in richtinggevende uitgangspunten en/of doelstellingen. De gemeente heeft een wettelijke taak (Wmo) om gezinnen en jeugd die daar behoefte aan hebben, te ondersteunen bij de opvoeding en het opgroeien van kinderen. Om hieraan invulling te geven moeten verschillende taken (zoals opvoedingsondersteuning, jeugdgezondheidszorg en licht ambulante begeleiding) worden gebundeld en afgestemd op het individuele kind/gezin. Deze afstemming vindt plaats binnen het 'Centrum voor Jeugd en Gezin' (CJG). De gemeente heeft hierbinnen een coördinerende rol. De positionering van het CJG ziet er als volgt uit:
Pagina 21
De gemeenteraad heeft in juni 2009 een kadernota Centrum voor Jeugd en Gezin vastgesteld. Belangrijke uitgangspunten voor de gemeente zijn: Stel het kind centraal. Het antwoord op een vraag moet gegeven worden op de plaats waar de vraag gesteld wordt (conform het uitgangspunt van de Wmo). De hulp moet dicht bij het kind en de ouders wordt georganiseerd ("wrap around"). De vraag is het vertrekpunt en niet het beschikbare aanbod. De antwoorden op de vragen/ de boodschap moet(en) dezelfde zijn, ongeacht door wie de boodschap gebracht wordt. Een eenheid van taal; een eenduidige werkwijze/methode moet worden gehanteerd. Zet in op preventie. Onderwijs In de visie 'Gilze en Rijen 2020' wordt met betrekking tot het onderwijs in de gemeente gesteld: "Als kernpunten van ons beleid gelden het realiseren en instandhouden van een pluriform en adequaat onderwijsaanbod gerelateerd aan de schaal van de gemeente. Daarnaast blijft een kernpunt van beleid het instandhouden van basisonderwijs in alle kernen." Dit kernpunt hanteert de gemeente nog steeds als uitgangspunt, maar niet tegen elke prijs. Als de leerlingaantallen dalen en de instandhouding van een school onderwijskundig en/of financieel niet meer verantwoord is, wordt de school niet koste wat kost in stand gehouden. Wel wordt gekeken of de voorzieningen in de kleinere kernen zolang mogelijk kunnen blijven voortbestaan, bijvoorbeeld door het zoeken naar leerlingen van buiten de gemeente. De gemeente en de schoolbesturen werken aan een gezamenlijke Educatieve Agenda, waarin de verschillende onderwerpen die betrekking hebben op voor- en vroegschoolse educatie en andere onderwijsthema's een plaats krijgen. Sport en vrije tijdsvoorzieningen In diverse stukken is het bevorderen van sportdeelname een belangrijke beleidsdoelstelling. Met betrekking tot vrije tijdsvoorzieningen (sport, recreatie en cultuur) streeft de gemeente de 10
volgende ambities na : "Een gevarieerd aanbod van vrije tijdsvoorzieningen in stand te houden zoals sportaccommodaties, recreatieve voorzieningen en culturele gemeenschapshuizen. Het financieren/subsidiëren van diverse culturele, recreatieve en sportieve activiteiten. Het stimuleren van onze (jeugdige) inwoners om deel te nemen aan sport-, culturele en recreatieve activiteiten. Het stimuleren van vrijwilligers door ze te waarderen en te faciliteren in het werk dat ze belangeloos doen." De gemeente werkt aan een beleidsplan Sportstimulering (deze is momenteel nog in concept). Een van de doelen van het beleidsplan van de gemeente is het realiseren van een groei met tien procent van het aantal lidmaatschappen van sportverenigingen.
10
Bron: programmabegroting 2011.
Pagina 22
6.3
Organisatie en uitvoering
Jeugd en Gezin Belangrijke partners van de gemeente op het terrein van Jeugd en Gezin zijn: peuterspeelzalen, basisscholen, kinderopvang, Thebe, MEE, bureau Jeugdzorg, GGD, JGZ, IMW, CIZ, Netwerk 12- en schoolmaatschappelijk werk. Rond gezinnen en/of kinderen die specifieke aandacht behoeven, vindt casusoverleg plaats tussen de betrokken partijen. De gemeente heeft hierin op lokaal niveau een faciliterende en coördinerende rol. De decentralisatie van de Jeugdzorg roept de vraag op of dit soort taken op de gemeentelijke schaal georganiseerd kan blijven. De regio Midden-Brabant (8 samenwerkende gemeenten) gaat op een aantal punten (o.a. communicatie en registratie) samenwerken rondom het CJG. Er heeft inmiddels op verschillende onderdelen besluitvorming plaatsgevonden, zoals: de verbinding van het CJG met het zorg- en veiligheidshuis Tilburg; aansluiting op digitaal CJG-loket Tilburg; gezamenlijke generieke communicatie-uitingen over jeugd en gezin. De gemeente staat aan de vooravond van de decentralisatie van de jeugdzorg. Delen van de gedecentraliseerde taken worden straks regionaal uitgevoerd. In het transitieproces gaan we bekijken welke delen dat zijn en hoe dit wordt georganiseerd. De gemeente Gilze en Rijen vervult in dit verband samen met de gemeenten Tilburg en Waalwijk een trekkersrol. De gemeente voert zoals gezegd een actief jeugdbeleid; onder meer door financiering van een jongerencentrum in Rijen, waar een jongerenwerker aanwezig is. Het jongerencentrum is een plek voor ontmoeting tussen en activiteiten voor (groepen) jongeren. Momenteel wordt verkend of een soortgelijke voorziening ook voor Gilze kan worden gerealiseerd. De gemeente vervult op dit beleidsterrein de regiefunctie en faciliteert de uitvoering (via beleidsplannen, ketencoördinatie en subsidies). Ze heeft dus zelf geen rol in de uitvoering. Recentelijk is voor het opzetten van ambulant jongerenwerk in Gilze een subsidie beschikbaar gesteld aan het jongerenwerk en worden er met stichting Jongerenwerk afspraken gemaakt over te realiseren doelen. Onderwijs De taken van de gemeente op het gebied van onderwijs richten zich primair op het onderhoud van de onderwijshuisvesting. Deze taak is in de gemeente niet doorgedecentraliseerd naar de schoolbesturen. In het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2010-2020 staat aangegeven welke aanpassingen (nieuwbouw, uitbouw, verbouw) de komende jaren worden uitgevoerd aan de diverse scholen in de gemeente. Daarnaast heeft de gemeente een taak op het gebied van handhaving van de leerplichtwet. Ook deze taak voert de gemeente zelfstandig uit.
Pagina 23
Sport en vrije tijdsvoorzieningen De gemeente heeft bij de realisatie van het beleid omtrent Sportstimulering te maken met verschillende maatschappelijke partners. Allereerst de sportverenigingen en de sportscholen. Voor de doelgroep Jeugd richt de gemeente zich primair op de omgeving waarin kinderen zich begeven: basisonderwijs, middelbaar onderwijs (in Dongen, Oosterhout en Tilburg), kinderopvang en peuterspeelzalen. Voor de doelgroep Ouderen zijn belangrijke partners van de gemeente: de ouderenbonden, huisartsen, fysiotherapeuten en zorgorganisaties. Ook voor dit beleidsterrein geldt dat de gemeente vooral faciliterend en voorwaardenscheppend optreedt. De gemeente ontwikkelt beleid voor sportstimulering en probeert dat beleid via de sportverenigingen en andere partijen in het veld gestalte te geven. Naast beleidsontwikkeling en regie op de uitvoering, treedt de gemeente op als uitvoerder op de volgende onderdelen: Via de inzet van combinatiefunctionarissen die enerzijds optreden als vakdocent bewegingsonderwijs op de basisscholen en anderzijds als verenigingsondersteuner verenigingen helpen met het opstellen van beleidsplannen en het uitwerken van plannen om het aantal leden te vergroten. De gemeente draagt zorg voor kwalitatief goed onderhoud van sportaccommodaties. De gemeente heeft daarin een regiefunctie (uitbesteding aan partners) en oefent zelf toezicht uit op het onderhoud. De gemeente treedt op als verhuurder van sportaccommodaties en gymzalen. Vanuit de sportverenigingen worden initiatieven genomen om sport nog beter op de kaart te zetten. De gemeente Gilze en Rijen stimuleert deze inzet door middel van subsidieverstrekking, maar ook de bouw van nieuwe faciliteiten. Cultuur Naast sport zijn er andere vrije tijdsvoorzieningen, die in de vrije tijdsbeleving van de burger een rol spelen, zoals kunst en cultuur. Hieronder worden de belangrijkste culturele partners van de 11
gemeente Gilze en Rijen benoemd.
Iedere kern in de gemeente Gilze en Rijen heeft een centrale culturele ontmoetingsplek. Dit zijn: 'De Schakel' in Gilze en 'De Boodschap' in Rijen. Daarnaast beschikken Hulten ('The Chump') en Molenschot ('De Rietakker') over een gemeenschapshuis. The Chump is in 2009 gemoderniseerd en voor De Rietakker bestaan er concrete plannen om deze samen met de St. Annaschool onder te brengen in een nieuw te bouwen multifunctionele accommodatie (MFA). Dit vergt een gemeentelijke investering van enkele miljoenen euro’s. Het college van B&W heeft recentelijk het projectplan voor MFA Molenschot vastgesteld. De bibliotheek is een laagdrempelige culturele instelling en speelt een rol bij de vormgeving van kunst- en cultuureducatie in de gemeente. Theek 5 is verantwoordelijk voor het bibliotheekwerk in de gemeente Gilze en Rijen. In Rijen is zij gehuisvest in De Boodschap en in Gilze in De Schakel. De kernen Molenschot en Hulten worden bediend met een bibliobus.
11
Bron: Kadernota 'Cultuur, cement van de samenleving' (2009).
Pagina 24
Kunst- en cultuurparticipatie vraagt om faciliteiten om kunstvormen actief te kunnen beoefenen en te consumeren. Kunstpodium verzorgt allerlei vormen van muziekonderwijs in de culturele centra in Rijen en Gilze. Daarnaast zijn er verschillende muziekverenigingen en zangverenigingen. Er zijn schilderclubs en dansscholen en toneelverenigingen. 'Cultuur' betekent in de gemeente Gilze en Rijen ook het behoud van cultureel erfgoed en cultuurwaarden. Binnen de gemeente zijn 25 rijksmonumenten. Daarnaast zijn er enkele kleine musea. De Heemkundekring Molenheide werkt aan kennisverwerving en – overdracht (via het onderwijs) van streek- en lokaalgebonden culturele uitingen. Kunstvoorwerpen in de openbare ruimte wordt steeds belangrijker in de gemeente. De gemeenschappen in onze gemeente kennen een actief verenigingsleven. Niet op alleen op het vlak van sportbeoefening. Er zijn ook diverse scoutinggroepen. Binnen alle kernen zijn er voorts actieve carnavalsverenigingen, Oranje- en sinterklaascomités. In Gilze is er ook een gilde actief. Verder beschikt de gemeente over een cultureel platform en (sinds kort) een eigen omroep: Net58. Deze omroep wil zijn activiteiten stapsgewijs uitbreiden en ontvangt daarvoor ook subsidie van de gemeente. Deze partners geven, ieder op een eigen manier, invulling aan de culturele infrastructuur van Gilze en Rijen. De gemeente stimuleert deze inzet door middel van subsidieverstrekking en het bij elkaar brengen van partijen, via instrumenten als De Brede School en de Markplaats Cultuur. De rol van de gemeente is faciliterend en voorwaardenscheppend. Bijvoorbeeld via subsidies, het aandragen van ideeën om de culturele infrastructuur te versterken en het ondersteunen van de actoren in het veld bij het uitwerken van initiatieven.
6.4
Vragen voor de toekomst
De volgende vragen worden beantwoord: Wat is goed op orde binnen het beleidsveld en moet zeker behouden blijven? Wat is niet goed op orde en moet verbeterd worden? Welke kansen dienen zich vanuit de buitenwereld aan? Welke bedreigingen komen vanuit de buitenwereld op ons af? Discussiepunten voor het rondetafelgesprek Welke rol speelt de gemeente c.q. moet de gemeente spelen op dit terrein? Bijvoorbeeld: heeft de gemeente een faciliterende of een stimulerende rol op het terrein van sport? Moet de gemeente de huidige voorzieningen in alle kernen overeind houden, of moet zij meer gaan differentiëren per kern (met potentiële kwaliteitsimpulsen door clustering)? Moet de gemeente een volledig eigen voorzieningenpakket nastreven (sport, onderwijs, cultuur) of moet men het voorzieningenniveau meer in regionaal verband bekijken? Hoe kan de gemeente (ook met teruglopende budgetten en ledenaantallen) het niveau van voorzieningen overeind houden (sport, cultuur)? Hoe zorgt de gemeente ervoor dat de burger vanuit eigen verantwoordelijkheden, eigen mogelijkheden en kracht van het sociale netwerk handelt? Welke rol kunnen partners hierbij spelen? (zelfredzaamheid/zelfwerkzaamheid)
Pagina 25
Moet de gemeente zoals nu veel zelf blijven doen of juist meer taken durven los te laten door middel van uitbesteding aan maatschappelijke organisaties en marktpartijen? Hoe kan de gemeente in de trend van individualisering, het vrijwilligerswerk op het gebied van welzijn en verenigingsleven op gebied van sport en cultuur sterk houden? Hoe bevordert de gemeente, bijvoorbeeld met de grote groep inwoners van Turkse origine, het samenleven en maatschappelijke participatie van verschillende bevolkingsgroepen? Wat staat de ontwikkeling van gelijke kansen voor jongeren in Gilze en Rijen in de weg en wat kan de gemeente hieraan doen (in relatie tot decentralisatie Jeugdzorg)? Hoe kan bevordering van sportdeelname worden verknoopt met andere beleidsdoelen van de gemeente (bijvoorbeeld bevordering volksgezondheid en integratie in de samenleving)? Dezelfde vraag voor culturele activiteiten zoals muziekonderwijs. Moet de gemeente (meer) gaan differentiëren tussen verenigingen en alleen die activiteiten ondersteunen die bijdragen aan de beleidsdoelen van de gemeente?
Pagina 26
7. Wonen en leefbaarheid Hieronder gaan we in op de thema's wonen en leefbaarheid. Hierbij betrekken we ook de taakvelden: ruimtelijke ordening, Verkeer & Vervoer en milieu. Allereerst staan we stil bij relevante trends en ontwikkelingen. Daarna worden de ambities en het beleid van de gemeente kort samengevat. Vervolgens beschrijven we de organisatie en uitvoering van het beleid. Ten slotte formuleren we vragen voor de toekomst; deze dienen als input voor het rondetafelgesprek met vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.
7.1
Cijfers, trends en ontwikkelingen
Woningbouw en ruimtelijke ordening De totale woningvoorraad in Gilze en Rijen bedraagt op 31 december 2010 10.790 woningen. e
De verhouding tussen koop- en huurwoningen is in de periode 2002-2009 ongeveer 2/3 koop e
versus 1/3 huur. Dit komt overeen met de gemiddelde verhouding in Noord-Brabant. De verhouding tussen koop- en huurwoningen is als volgt over de kernen verdeeld: Plaats
Huur
Koop
Gilze
32%
68%
Rijen
29%
71%
Molenschot
6%
94%
Hulten
3%
97
Het afgelopen jaar (2010) zijn relatief veel (koop-)woningen zijn gebouwd; er zijn in 2010 ruim 60 woningen aan de totale woningvoorraad toegevoegd. In 2011 is in opdracht van de gemeente een Woonbehoefteonderzoek 2011-2015 uitgevoerd. Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van de actualisatie van de gemeentelijke Woonvisie die in het najaar van 2011 plaatsvindt. Enkele conclusies van het onderzoek luiden: Het aantal huishoudens zal toenemen, van 10.790 in 2010 naar 13.700 in 2030. In deze periode zullen de gemiddelde woningbezetting en de grootte van de huishoudens dalen. De inwoners zijn tevreden en waarderen hun woning, straat en buurt (met rapportcijfers tussen de 7,5 en 8,1). Ook alle voorzieningen in de buurt scoren minimaal een voldoende. De binding aan de gemeente is groot: 77% van de doorstromers zoekt een woning binnen de gemeente. Weinig huishoudens in Gilze en Rijen willen binnen vijf jaar verhuizen (11%). Er zijn tamelijk veel jongeren (437) die nu nog bij hun ouders wonen, maar binnen vijf jaar zelfstandig in de gemeente Gilze en Rijen willen wonen. Op basis van het onderzoek wordt een (indicatief) woningtekort verwacht van 956 woningen in de periode 2011 tot en met 2015. Het tekort wordt veroorzaakt door het tekort in Rijen en Gilze. In Molenschot en Hulten is sprake van een zeer klein statistisch overschot. Het woningtekort is ongeveer twee keer zo groot als de door de provincie gegeven indicatie van de toename van het aantal huishoudens en is ook groter dan de thans bekende woningbouwplanning van de gemeente. Door gezinsverdunning en verandering van gezinssamenstelling zal ook de behoefte aan typen woningen veranderen.
Pagina 27
Het woningtekort dat uit het Woonbehoefteonderzoek volgt, komt overeen met de provinciale prognoses en is relatief groot in vergelijking tot andere gemeenten. Dit komt omdat de gemeente gunstig ligt tussen de grote gemeenten Breda en Tilburg. Er zijn in de gemeente verschillende vormen van ouderenhuisvesting: bejaarden en seniorenwoningen, vormen van beschermd wonen, aanleun- en inleunwoningen. Er is in de kleine kernen Hulten en Molenschot behoefte aan het realiseren van woonvormen gekoppeld aan bestaande woningen die in eigendom en bezit van de betreffende families zijn. Veiligheid Op de website www.waarstaatjegemeente.nl worden zowel feitelijke prestatiecijfers als oordelen van burgers ontsloten. Het oordeel van de burger over de verkeersveiligheid in Gilze en Rijen is met een 5,9 substantieel lager dan gemiddeld bij referentiegemeenten en in Nederland (6,5). De verkeersveiligheid in de gemeente werd al in de visie uit 1998 door het gemeentebestuur als belangrijk aandachtspunt gezien. Het is op grond van de stukken niet duidelijk op welke situaties deze beoordeling van inwoners betrekking heeft. Ten opzichte van andere gemeenten in de regio Midden- en West-Brabant is de geregistreerde criminaliteit laag in Gilze en Rijen. Verkeer & Vervoer De gemeente wordt doorsneden door de snelweg A58. Verder lopen de provinciale wegen Oosterhoutseweg (N631), Rijksweg (N282) en Langenbergseweg (N260) over gemeentelijk grondgebied. Uit de analyse van de huidige situatie (GVVP 2009-2015) blijken de drukste routes binnen de gemeente de A58 en de Rijksweg N282 te zijn. De gemeente is verder aangesloten op de spoorlijn Breda-Tilburg door het NS-station in de kern Rijen. De Rijksweg (N282) ligt direct ten zuiden van de kernen Rijen en Hulten en verbindt de steden Tilburg en Breda. In 2007 is het rapport 'Verkennende studie N282' opgesteld om inzicht te krijgen in problemen, kansen en oplossingen rond deze weg. De verkeersdruk (en daarbinnen het aandeel vrachtverkeer) is hoog, en de verwachting is dat deze op termijn zal toenemen door een toenemend aantal inwoners en arbeidsplaatsen in de regio. De N282 heeft voor Rijen een belangrijke ontsluitende functie. Ook voor bedrijventerrein Haansberg en de landbouw vormt de weg een belangrijke verbindende schakel. Er loopt een MER procedure voor de verbreding van de N282 tussen Tilburg en Hulten. Uit het onderzoek van het burgerpanel (enquête onder een beperkt aantal inwoners) dat de gemeente begin 2007 hield onder haar bewoners, blijkt dat 29% van de bewoners aangeeft dat er nog altijd te hard wordt gereden. Vierentwintig procent van de bewoners geeft aan dat verkeersdrempels een probleem vormen. Een derde probleem dat naar voren komt, en wordt aangekaart door 16% van de respondenten, is het tekort aan parkeergelegenheden.
Pagina 28
Uit onderzoek komt naar voren dat de auto verreweg het meest gebruikte vervoermiddel van de bewoners van Gilze en Rijen is. Het aantal personenauto's in Gilze en Rijen neemt toe, zowel in absolute aantallen, als het aantal per inwoner. Deze groei is overigens een landelijke trend. Zevenenzestig procent van alle verplaatsingen wordt afgelegd met de auto. Het aandeel OV is 2,7% en het aandeel verplaatsingen met de (brom)fiets ligt op 30,3%. De zogenaamde 'modal split' (verhouding in gebruik van vervoersmiddelen) van Gilze en Rijen komt overeen met die van gemeenten van vergelijkbare omvang. Milieu In Rijen ligt een milieustraat waar particulieren hun afval tegen inlevering van knippen kunnen inleveren. Het aantal bezoekers aan de milieustraat is in 2010 ten opzichte van 2009 gestegen. In 2010 waren er circa 28.800 bezoekers, tegenover een kleine 28.300 bezoekers in 2009.
7.2
Ambities en beleid
Woningbouw en ruimtelijke ordening In december 2006 is door de gemeente een woningbouwprogramma opgesteld voor de vier kernen. Tot en met 2015 ligt er een woningbouwopgave van circa 1.500 woningen. Deze wordt gerealiseerd op vijf uitbreidingslocaties en vijf herstructureringslocaties, twee volgens de Ruimte voor Ruimte-regeling uitgevoerde projecten en twee als pilots aangeduide projecten.
Pagina 29
Als ambitie is gesteld om in de periode 2002 - 2020 een woningbouwprogramma van circa 3.200 woningen te ontwikkelen. Deze ambitie moest leiden tot een structurele bouwstroom van 200 woningen per jaar. Deze bouwstroom was volgens de gemeente noodzakelijk om het voorzieningenniveau te behouden. Inmiddels is de ambitie bijgesteld. In het Coalitieprogramma is een aantal van 180 per jaar opgenomen. Dit aantal past binnen de provinciale prognoses. In de visie 'Gilze en Rijen 2020' is gekozen voor "een evenwichtige ontwikkeling van de hoofdkernen, met een extra impuls voor de kernen Hulten en Molenschot". De gemeente heeft de ambitie geformuleerd om te groeien naar een gemeente van 30.000 inwoners, waarbij de volgende verdeling wordt voorgesteld: Rijen 18.000 inwoners, Gilze 9.000 inwoners, Hulten 1.000 inwoners, Molenschot 2.000 inwoners. Ook in de Structuurvisie (2004) wordt gestreefd om naar het jaar 2020 te groeien richting 30.000 inwoners. De ontwikkeling van de woningbouw in de gemeente hangt samen met de ontwikkeling van de woningbouw in de regio (midden Brabant). De regio kent een groei van het aantal woningen de komende jaren. De mate waarin die groei wordt gerealiseerd en de verdeling van de groei over de verschillende gemeenten, zal bepalend zijn voor de ontwikkeling van de woningbouw in Gilze en Rijen. De gemeenteraad heeft in 2006 het structuurplan voor de kern Gilze vastgesteld. Met dit plan geeft de gemeente richting aan de ruimtelijke en functionele ontwikkeling van Gilze en stuurt men in het bijzonder op de ontwikkeling van de deelgebieden: Gilze-Zuid, Centrumgebied en Sportpark huidige locatie en Zoekgebied nieuwe recreatie, sport en groen. De kern Gilze heeft een dorps karakter, de insteek van de gemeente is om dit karakter te behouden; bijvoorbeeld door hier geen grootschalige woningbouw toe te staan. Voor de locaties in de kern Rijen is in 2006 een apart structuurplan vastgesteld. Met dit plan stuurt de gemeente op de transformatie van de volgende deelgebieden: OOR-zone (Oostelijke Ontsluitingsweg Rijen), Sportpark Vijf Eiken en Vliegende Vennen Oostflank. Voor de locaties in Hulten en Molenschot wordt direct de stap gezet naar wijziging van het bestemmingplan. Rijen heeft een meer stedelijk karakter, de insteek van de gemeente is om dit karakter te versterken; bijvoorbeeld door investeringen in het kernwinkelgebied en de ontwikkeling van de spoorzone. In december 2009 is een integraal dorpsontwikkelingsplan voor de kern Molenschot vastgesteld. Het plan bevat een ontwikkelingsvisie voor het dorp Molenschot en zijn buitengebied. Ook bevat het plan een leefbaarheidsagenda, waarin voor de middellange termijn is aangegeven hoe de visie kan worden uitgevoerd. Ook voor Hulten is onlangs een integraal dorpsontwikkelingsplan (iDOP) vastgesteld. De gemeente heeft voor de invulling van groenelementen binnen de bebouwde kom van de vier kernen in de gemeente een Groenstructuurplan opgesteld. Het plan sluit qua thematiek aan op het Landbouwontwikkelingsplan (LOP) dat gaat over de groenstructuur van het buitengebied. Het Groenstructuurplan is op 26 april vastgesteld door de gemeenteraad.
Pagina 30
Veiligheid Zoals iedere gemeente voert ook de gemeente Gilze en Rijen een integraal veiligheidbeleid. In het beleid worden de verschillende invalshoeken van (sociale) veiligheid met elkaar verbonden. Eind 2011 wordt gestart met de actualisatie van het integraal veiligheidsbeleid. De gemeente zet met name in op veiligheid in relatie tot Verkeer & Vervoer. Een speerpunt van het beleid is bijvoorbeeld het concept 'Duurzaam Veilig' bij de inrichting van wegen. Verkeer & Vervoer Verkeer, en dan met name de verkeersveiligheid, is een thema dat in Gilze en Rijen al geruime tijd op de agenda staat. De leefbaarheid staat onder druk als gevolg van de toenemende verkeersdrukte. Daarnaast neemt de oversteekbaarheid van het spoor in Rijen af omdat de intensiteit van het treinverkeer sterk toeneemt. De gemeente heeft in 'Gilze en Rijen 2020' actiepunten voor Verkeer & Vervoer benoemd. Hieronder wordt (tussen haakjes) steeds aangegeven wat hiervan is gerealiseerd. het aanbrengen van geluidswal(len) langs de A-58 (gereed); een fietspadennetwerk (in regionaal verband gerealiseerd); het Mobiliteitsbeheerplan (in 2009 bijgesteld in de vorm van het Gemeentelijk Verkeer & Vervoerplan 2009-2015); het Verkeersveiligheidsplan Gilze (idem; opgenomen in het GVVP); effectief openbaar vervoer (extra buslijn Gilze-Rijen en aanpassing van de dienstregeling). De gemeenteraad heeft het verkeers- en vervoersbeleid vastgelegd in het GVVP 2009-2015. Speerpunten van het beleid zijn: uitwerken van het concept 'Duurzaam Veilig', stimuleren van fietsverkeer en openbaar vervoer, onderscheid tussen verkeers- en verblijfgebieden hanteren, faciliteren van de toenemende mobiliteit. De gemeente kiest er niet voor om in één van de drie pijlers (Bereikbaarheid, Verkeersveiligheid, Leefbaarheid) te excelleren. Er dient een gezonde onderlinge balans gevonden te worden. In de visie Hart van Brabant zijn de regionale activiteiten opgenomen.
Pagina 31
Aansluitend op het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP) is gebruik gemaakt van 'gebiedsprofielen' om de ambities en uitgangspunten te formuleren. Dit vanuit de gedachte dat in een dorpskern andere eisen gelden dan op een bedrijventerrein of in het buitengebied.
Figuur 4.2: Gemeentelijke gebiedsprofielen uit GVVP Gilze en Rijen 2009-2015
Milieu Het milieubeleid van de gemeente heeft betrekking op de milieuhandhaving, afvalinzameling, bodem, lucht en geluid. Bij de inzameling van het afval hanteert de gemeente Gilze en Rijen de Diftar systematiek: differentiatie in tarieven. Hierbij is het uitgangspunt dat de vervuiler (naar rato) meer betaalt. In de visie 'Gilze en Rijen 2020' wordt als uitgangspunt van beleid gesteld dat de gemeente naast de verplichte wettelijke taken (zoals milieuhandhaving) ook een aantal keuzetaken op dit terrein zo optimaal mogelijk uitvoert.
7.3
Organisatie en uitvoering
Woningbouw en ruimtelijke ordening De gemeente verkoopt relatief veel grond aan projectontwikkelaars voor de realisatie van woningbouw of bedrijfslocaties. Hoewel de verkoop door de economische crisis is teruggelopen, blijft de verkoop van gronden en het grondbeleid van de gemeente opbrengsten genereren. De ontwikkeling van de grondverkoop hangt nauw samen met de regionale ontwikkelingen op de woningbouwmarkt en op het vlak van de bedrijvigheid (zie ook paragraaf 9.3 over de gemeente als partner in de regionale samenwerking).
Pagina 32
Voorbeelden van projecten die de laatste jaren zijn gerealiseerd of thans worden gerealiseerd: Centrumplan Oost, regionaal bedrijventerrein Midden-Brabant Poort, Strijp Wildschut, Wonen aan de Warande. Leertuinen en Goudsmit Hoff. Bij ontwikkelingen binnen de kernen Gilze en Rijen zijn projectontwikkelaars en corporatie Leystromen de belangrijkste partners. In de kernen Hulten en Molenschot is er minder ruimte voor ontwikkeling. De gemeente faciliteert de ontwikkeling van een nieuw multifunctioneel centrum in Molenschot. Bij ontwikkelingen in het buitengebied is er sprake van een grote inpassingsopgave en werkt de gemeente samen met de provincie, Recron, terreinbeheerders en natuurverenigingen. In december 2009 is een integraal dorpsontwikkelingsplan (iDOP) voor Molenschot vastgesteld. Het plan is in overleg met burgers, ondernemers en organisaties tot stand gekomen. Op basis van het iDOP is door de raad besloten te investeren in de basisschool en de bouw van een multifunctionele accommodatie. Veiligheid De gemeente voert overleg met de verschillende partners op het terrein van integrale veiligheid. Daarnaast organiseert de gemeente de rampenbestrijding en heeft de gemeente twee BOA's in dienst voor de aanpak van kleine ergernissen (zoals fout parkeren, hondenpoep, overlast etc.) Voor het onderwerp Verkeersveiligheid voert de gemeente Gilze en Rijen overleg met de regiopolitie, Veilig Verkeer Nederland (VVN) en scholen. Met de regionale partners werkt de gemeente aan: de aanpak van "blackspots" (onveilige locaties); Brabants verkeersveiligheidslabel voor scholen (educatie); inzet van een tekstkar bij wijzigingen in verkeerssituaties; doelgroepenoverleg met gehandicapten, ouderen en bij evenementen. Verkeer & Vervoer De gemeente werkt aan de voorbereiding van de ontwikkeling van de spoorzone als 'hart van Rijen'. In dit verband wordt overleg gepleegd met verschillende organisaties, waaronder Prorail. De belangrijkste partners van de gemeente op dit beleidsterrein zijn hierboven benoemd. Milieu De gemeente treedt op als handhaver op het gebied van de milieuwetgeving. Daarnaast voert zij wettelijke taken uit op het gebied van afvalinzameling (Wet milieubeheer) en specifieke taken op het gebied van bodem, lucht en geluid. Voorbeelden van werkzaamheden zijn: Bodem: bijhouden bodeminformatiesysteem en uitvoeren bodemsaneringen. Lucht: uitvoeren van reconstructies die de luchtkwaliteit verbeteren. Geluid: sanering bij spoor- en weglawaai.
7.4
Vragen voor de toekomst
De volgende vragen worden beantwoord: Wat is goed op orde binnen het beleidsveld en moet zeker behouden blijven? Wat is niet goed op orde en moet verbeterd worden?
Pagina 33
Welke kansen dienen zich vanuit de buitenwereld aan? Welke bedreigingen komen vanuit de buitenwereld op ons af? Hierbij dienen de volgende discussiepunten voor kleuring van het rondetafelgesprek: Woningbouw en ruimtelijke ordening Welke groeistrategie kiest Gilze en Rijen voor de komende jaren; blijft men vasthouden aan ambitie van 30.000 of past men deze ambitie aan (en dus bouwen voor natuurlijke groei plus gezinsverdunning)? Zet de gemeente in op inbreiding (bouwen binnen bestaande kernen) of uitbreiding, waarbij ook exclusieve woonvormen (wonen in het groen) mogelijk zijn? Wil de gemeente actief nieuwe inwoners aantrekken van buiten de eigen gemeenschappen of is/blijft de woningbouw primair gericht op faciliteren van de eigen autonome groei? Moet de gemeente woningbouw faciliteren voor specifieke doelgroepen in de gemeente? Om welke doelgroepen gaat het daarbij vooral? Wel of geen differentiatie per kern? Ontwikkelingen primair faciliteren in Gilze (dorps profiel) en Rijen (stedelijk profiel) of ook (meer) mogelijk maken in kernen Hulten en Molenschot? Worden de juiste woningen gebouwd in Gilze en Rijen? Moet de gemeente actiever sturen op het type woning, mede gezien de demografische trend en de en verandering van samenstelling van huishoudens? Hoe moet de gemeente omgaan met de toename van semi-permanente bewoning van campings? Verkeer & Vervoer (in relatie tot Veiligheid) Wat gaat de gemeente doen aan het accommoderen van de mobiliteit en bevorderen van de bereikbaarheid? Hoe kijken partners aan tegen de ontwikkeling van de spoorzone Rijen in relatie tot mobiliteit en verkeersveiligheid? Wat moet de gemeente doen aan de slechte scores op verkeersveiligheid, bijvoorbeeld in relatie tot het fietsverkeer van middelbare scholieren? Milieu Hoe kan (meer) invulling worden gegeven aan het thema duurzaamheid? Wat kan de gemeente doen, welke rol kunnen de partners spelen? Zet de gemeente actief in op milieu, bijvoorbeeld door verduurzaming van bestaande bouw en realiseren energiebesparing, of doet de gemeente alleen het wettelijke minimum?
Pagina 34
8. Buitengebied: natuur en landschap Hieronder gaan we in op de thema's: buitengebied, natuur en landschap. Allereerst staan we stil bij relevante trends en ontwikkelingen. Daarna worden de ambities en het beleid van de gemeente kort samengevat. Vervolgens beschrijven we de organisatie en uitvoering van het beleid. Ten slotte formuleren we vragen voor de toekomst; deze dienen als input voor het rondetafelgesprek met vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.
8.1
Cijfers, trends en ontwikkelingen
In Gilze en Rijen heeft circa 70% van het buitengebied een agrarische bestemming, circa 30% is bos en natuurlijk terrein. Van de agrarische gronden is circa 15% akkerbouw, 5% tuinbouw en 70% grasland. De gemeente kent met name rundveebedrijven en daarnaast enkele intensieve veehouderijbedrijven. Ook de rundveebedrijven ontwikkelen zich in toenemende mate tot intensieve veehouderijen (met half open stallen). Ten opzichte van andere Brabantse gemeenten heeft Gilze en Rijen veel bos en natuurlijk terrein (60 ha per 1000 inwoners, tegenover 35 ha gemiddeld). Ook is er meer recreatief terrein dan bij andere gemeenten (9 ha per 1000 inwoners, tegenover 5 gemiddeld). Een bijzonder gebied betreft de vliegbasis. Op het meer dan 500 hectare grote terrein liggen naast de militaire complexen ook grote aaneengesloten bosgebieden. Ontwikkelingen in het buitengebied zijn regionale ontwikkelingen. Daarop moet de gemeente moet anticiperen: Mede door de schaalvergroting en specialisatie van agrarische bedrijven, neemt het aantal van die bedrijven steeds verder af. De druk op het buitengebied neemt toe, doordat functies met elkaar strijden om een plek. De vrijkomende agrarische bedrijven worden steeds vaker benut door andere functies; onder meer wonen, recreatie en niet-agrarische bedrijvigheid. De behoefte aan sport en ontspanning. Door de ligging tussen Breda en Tilburg leent het grondgebied zich bij uitstek als "uitloopgebied" voor de stedelingen. Het is belangrijk om het gebied open te houden.
8.2
Ambities en beleid
De gemeente voert met betrekking tot de inrichting van het buitengebied een autonoom beleid passend binnen de beleidskaders van Rijk, provincie en regio. De hoofddoelstelling voor het buitengebied is "Versterking van de vitaliteit van het platteland". Dit bereikt de gemeente door: behoud en ontwikkeling van natuur- en cultuurhistorische waarde en ontwikkeling van landschappelijke kwaliteit na te streven; streven naar een duurzame en vitale landbouw, onder meer door mogelijkheden te bieden voor een bredere bedrijfsvoering; vergroting van de toeristisch-recreatieve mogelijkheden; ruimte bieden voor hergebruik van bebouwing in het buitengebied; ruimte bieden voor nieuwbouw in combinatie met Ruimte-voor-Ruimteregeling en/of landgoedontwikkeling.
Pagina 35
In december 2008 heeft de raad een gebiedsanalyse en gebiedsvisie voor het buitengebied Gilze en Rijen vastgesteld. De visie beslaat het gehele grondgebied van de gemeente inclusief vliegbasis Gilze-Rijen, uitgezonderd de kernen Gilze, Hulten, Molenschot en Rijen, en de uitbreidingslocaties Wildschut-Strijp en Broekakkers-Oost. Het plangebied voor het buitengebied ziet er als volgt uit:
De ontwikkeling van het buitengebied wordt in regionaal perspectief opgepakt. Naast de gemeentelijke visie voor het buitengebied vormt ook de zonering uit het reconstructieplan 'De Baronie' een belangrijk beleidsuitgangspunt. De gemeente is een bestuurlijke overeenkomst aangegaan met de provincie om dit reconstructieplan door te vertalen in haar bestemmingsplan. Het bestemmingsplan Buitengebied is op 30 december 2010 in werking getreden. Hiermee ligt in hoofdlijnen het beleid vast en kunnen op het detailniveau van de structuurvisie beleidskeuzen nader worden ingevuld. De hoofddoelstelling van de visie buitengebied Gilze en Rijen luidt: "Wij streven naar een vitaal en leefbaar buitengebied, met behoud en ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteiten, zoals natuur, landschap, cultuurhistorie." Op basis van de hoofddoelstelling zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: behoud en duurzame ontwikkeling van de landbouw; behoud en duurzame ontwikkeling van het recreatief en toeristisch perspectief, versterking van het recreatief medegebruik; behoud en versterking van de landschappelijke kwaliteiten; behoud van cultuurhistorische waarden;
Pagina 36
behoud van de aanwezige natuurgebieden en ontwikkeling van de ecologische verbindingszones; het benutten van kansen om sectorale ontwikkelingen, waar mogelijk, in onderlinge samenhang tot ontwikkeling te brengen (verbrede plattelandsontwikkeling); behoud van de vliegbasis Gilze-Rijen. Uit dit overzicht blijkt al de grote opgave voor de gemeente van de weging van functies en (mogelijk conflicterende) ontwikkelingen in het buitengebied. De gemeente zet in op hergebruik van bebouwde locaties in het buitengebied die onttrokken worden aan het agrarisch gebruik. Samenhang en balans tussen bestaande en nieuwe functies staan daarbij voorop. Dertig procent van het grondgebied van de gemeente is bos of natuur. De gemeente baseert zich bij afwegingen over functies in het buitengebied mede op het Landbouwontwikkelingsplan (LOP). Over de totstandkoming van ecologische verbindingszones in het buitengebied is met het waterschap en de omliggende gemeenten een visie geschreven.
8.3
Organisatie en uitvoering
Belangrijke partners van de gemeente op dit beleidsterrein zijn: de provincie Noord-Brabant, de samenwerking binnen de regio Hart van Brabant, het waterschap, de landschapsvereniging (NLGR), ZLTO, de Reconstructiecommissie, het Brabants Landschap en SBB (de boswachterij Dorst en Chaam). De gezamenlijke opgave voor de overheden en belangenorganisaties is om te komen tot een evenwichtige en duurzame afweging tussen de verschillende functies die om een plek in het buitengebied 'strijden'. De gemeente werkt aan de ecologische verbindingszone tussen Molenschotse heide en Chaamse Bossen, EVZ-Boomkikker.
8.4
Vragen en discussiepunten
De volgende vragen worden beantwoord: Wat is goed op orde binnen het beleidsveld en moet zeker behouden blijven? Wat is niet goed op orde en moet verbeterd worden? Welke kansen dienen zich vanuit de buitenwereld aan? Welke bedreigingen komen vanuit de buitenwereld op ons af? Hierbij dienen de volgende discussiepunten voor kleuring van het rondetafelgesprek: Hoe kijken de maatschappelijke partners aan tegen het toekomstig beeld van het landschap in het buitengebied en welke rol hebben de gemeente en andere organisaties bij de realisatie van dat beeld? Hoe wordt (agrarisch) natuurbeheer en onderhoud van het landelijk gebied gewaarborgd bij afnemend aantal agrariërs? Hoe moet worden omgegaan met de toenemende (ruimtelijke) druk op het buitengebied door nieuwe functies op het gebied van zorg, welzijn, toerisme en recreatie? Wil de gemeente nieuwe functies in het buitengebied mogelijk maken (ruimtelijk faciliteren) of heeft het buitengebied primair een agrarische bestemming?
Pagina 37
Hoe kunnen nieuwe functies en bestaande functies zich gelijktijdig ontwikkelen en wellicht elkaar versterken/aanvullen? Wat krijgt prioriteit als gekozen moet worden? Hoe kunnen de partijen samen gestalte aan de (nieuwe) functie van stedelijk uitloopgebied in het buitengebied?
Pagina 38
9. Bestuurlijke positie De gemeentelijke overheid is democratisch bestuursorgaan, dienstverlener voor haar burgers en samenwerkingspartner voor maatschappelijke organisaties en gemeenten binnen de regio. In dit hoofdstuk staan we aan de hand van deze rollen stil bij de positie van de gemeente Gilze en Rijen in relatie tot haar inwoners (als kiezer, burger, klant) en mede-overheden. Gilze en Rijen heeft in het najaar van 2010 deelgenomen aan de monitor 'Waar staat je gemeente' (een benchmarkinstrument van KING: Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten). In het onderzoek, waar in deze foto op verschillende plekken naar wordt verwezen, is de gemeente vergeleken met zestien referentiegemeenten. In het kader van de monitor is een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd, waarbij respondenten zijn gevraagd naar hun tevredenheid over vijf burgerrollen: kiezer, klant, onderdaan, partner en wijkbewoner.
9.1
Gemeente als bestuur
Inwoners verwachten van de gemeente als bestuursorgaan dat het bestuur voordat besluiten worden genomen, goed naar hen luistert en in het algemeen waarmaakt wat zij belooft en plant. In de gemeentemonitor 'Waar staat je gemeente' (2010) scoorde de gemeente Gilze en Rijen voldoende op participatie en communicatie. Het oordeel van burgers over de betrokkenheid van burgers bij de totstandkoming en uitvoering van beleid is hoger dan gemiddeld. De burger in zijn rol van 'partner' scoort een 6,0 tegenover een 5,7 gemiddeld. Ondanks de voldoende score, wil de gemeente werk maken van een betere communicatie met en participatie van inwoners. De gemeenteraad heeft in mei 2009 het Communicatiebeleidsplan 2009-2012 vastgesteld. In het plan zijn vier doelstellingen geformuleerd: 1. Inzichtelijk en transparant maken van beleid en uitvoering. 2. Meer beleid samen met burgers maken (burgerparticipatie). 3. Communicatiever maken van de organisatie. 4. Vergroten van de herkenbaarheid van de gemeentelijke organisatie in de gemeenschap. De gemeente monitort het succes van dit plan door kritisch te kijken naar de metingen uit waarstaatjegemeente.nl. Daarnaast wil de gemeente in 2012 een publieksonderzoek houden waarin meer en specifiek lokale onderwerpen worden gemeten.
9.2
Gemeente als dienstverlener
Het meest zichtbaar voor de inwoners van Gilze en Rijen is de gemeente in haar rol als dienstverlener. Uit de monitors valt op dat inwoners de dienstverlening in 2010 hoger waarderen 12
dan in 2008. In juni 2008 is een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd . Bezoekers van de publieksbalie in Gilze en Rijen beoordelen de dienstverlening gemiddeld met een 7,2 als cijfer. Dit is lager dan de waardering voor de gemiddelde gemeente in dezelfde grootteklasse. Met een 7,2 neemt Gilze en Rijen een 86e plaats in op de ranglijst van in totaal 91 gemeenten. Voor de burger als klant scoort Gilze en Rijen in de monitor 'Waar staat je gemeente' (2010) een 7,7. Dit is een gemiddeld rapportcijfer. Hier lijkt dus sprake van een opwaartse trend.
12
Als onderdeel van Benchmarking Publiekszaken 2008 (VNG).
Pagina 39
Dienstverlening gaat niet alleen over de publieksbalie, maar ook over de staat van wegen, fietspaden, het openbaar groen en speelveldjes. Met andere woorden: het gaat ook over het onderhoud van de openbare ruimte en de beleving van de openbare ruimte door de inwoners (en bezoekers). Het aantal klachten/meldingen met betrekking tot de openbare ruimte is in 2010 ten opzichte van 2009 gestegen. In 2010 waren er circa 3.500 meldingen, in 2009 ruim 3.000. Niet duidelijk is op basis van de gegevens of sprake is van een trend. Het aantal bezoekers aan de gemeentebalie in Rijen is de afgelopen jaren afgenomen. In 2007 werden circa 26.500 bezoeken geregistreerd. In 2010 is dit aantal teruggelopen naar minder dan 22.900 bezoeken. Tegelijkertijd neemt het aantal bezoekers van de gemeentelijke website ieder jaar toe. De gemeente wil hier op anticiperen door in de toekomst meer diensten digitaal af te handelen en de fysieke dienstverlening op afspraak te laten verlopen. Hiervoor kunnen inwoners 5 dagen per week terecht in Rijen en 3 dagdelen in de nevenlocatie in Gilze. Een kernopgave van de gemeente Gilze en Rijen op het vlak van dienstverlening is de invoering van het KCC: klantcontactcentrum. De overheid werkt, in het kader van het project 'Antwoord©', aan het digitaliseren van werkprocessen en publieke dienstverlening. Het uiteindelijke doel is dat de gemeente het voorportaal is van de gehele overheid. Dit doel moet in 2015 bereikt zijn. Het doel is om de informatiehuishouding van de overheid samenhangend te maken. Daarnaast moet de burger bij één loket (het gemeentelijke KCC) alle overheidsinformatie kunnen krijgen en alle transacties kunnen verrichten. De doelstelling is om per 1 januari 2013 80% van alle vragen af te doen via het KCC. Dit vergt investeringen in digitalisering van de mid- en backoffice en heeft ingrijpende gevolgen voor de werkwijze van medewerkers. Gilze en Rijen heeft gekozen voor een generieke oplossing door middel van een 'open netwerk' benadering ('Dimpact'). Hiervoor wordt met gemeenten in heel Nederland samengewerkt.
9.3
Gemeente als partner
Gilze en Rijen is geen voorloper op het gebied van intergemeentelijke samenwerking. Dit heeft mede te maken met ervaringen die in het verleden zijn opgedaan. In het kader van het SMB (het voormalige Samenwerkingsverband Midden-Brabant) zijn samenwerkingsrelaties verkend; van ICT tot belastingen en gezamenlijke inkoop. Kenmerkend voor al deze initiatieven is dat ze niet zijn gerealiseerd. De onevenwichtige relaties in de regio worden als afbreukrisico genoemd. De gemeente wil (door samenwerking) niet te afhankelijk worden van 'grote buur' Tilburg. Recent is een onderzoek gestart naar de mogelijkheden voor samenwerking met de gemeenten Alphen en Chaam, Baarle-Nassau en Goirle. Op beleidsniveau wordt wel met andere gemeenten samengewerkt: Tilburg, Oisterwijk, Hilvarenbeek, Dongen, Waalwijk, Loon op Zand en Goirle werken samen in het Regionaal Overleg Midden Brabant (ROM). Naast het opstellen van het gezamenlijk ambitiedocument voor recreatie en toerisme ('Hart van Brabant'), werkt een aantal gemeenten samen in 'de Groene Mal Plus', gericht op het realiseren van een robuuste ecologische hoofdstructuur, gecombineerd met een toeristisch-recreatieve infrastructuur. De gemeenten in Hart van Brabant maken onderling en met de provincie afspraken over woningbouw, de ontwikkeling van bedrijfsterreinen en op het gebied van infrastructuur. Daarnaast is Midpoint Brabant (de opvolger van 'De Ideale Connectie') als economisch samenwerkingsverband voortgekomen uit het ROM.
Pagina 40
Binnen het ROM wordt gewerkt aan reguliere samenwerkingsopgaven, zoals de ontwikkeling en programmering van bedrijventerreinen, infrastructuur en (sociale) woningbouw. Momenteel ontwikkelt de gemeente het (regionaal) bedrijventerrein Midden-Brabant Poort. De filosofie van Midpoint is dat de ruimtelijke en infrastructurele ontwikkeling ten dienste staat van de economische opgaven. De acht gemeenten die binnen Midpoint samenwerken hebben zich voorgenomen om hun 'reguliere' samenwerking te structureren en te intensiveren. Door de gemeentesecretarissen van de acht regiogemeenten wordt gewerkt aan een passende bestuurs- en organisatiestructuur voor samenwerking in het Hart van Brabant.
9.4
Gemeente als organisatie
De gemeente Gilze en Rijen voert veel ondersteunende taken (zoals ICT, salarisadministratie, belastingen et cetera) zelf uit. Hoewel er sprake is van kwetsbaarheid (in de vorm van 'eenpitters'), leidt dit in de praktijk niet tot ongelukken. Het leidende uitgangspunt op het gebied van bedrijfsvoering en uitvoering van beleid is: 'we doen het zelf of kopen het in op de markt.' Samenwerking met buurgemeenten op deze vlakken is in het verleden wel onderzocht, maar zoals gezegd niet succesvol gebleken. In 2010 heeft de implementatie van de nieuwe organisatiestructuur plaatsgevonden resulterend in een tweehoofdige directie en tien afdelingen. Daarnaast is een visie geformuleerd waarin staat aangegeven wat voor een organisatie volgens het ambtelijke management en de betrokken bestuurder de gemeente moet zijn. De visie gaat over de zelfstandigheid van de gemeente, de formatieontwikkeling en op het vraagstuk van doe-gemeente versus regiegemeente. In 2011 worden net als in vrijwel alle andere gemeenten stappen gezet om voor de periode tot 2015 een bezuiniging onder meer op de personeelskosten te realiseren. Bezuinigingen dienen in de eerste plaats te worden gerealiseerd door efficiencyverbetering, met behoud van het huidige dienstverleningsniveau. Het uitgangspunt is: geen gedwongen ontslagen, maar door herschikken van taken in combinatie met natuurlijk verloop een formatiereductie te realiseren. De Ondernemingsraad van de gemeente zal over de plannen en voornemens adviezen uitbrengen. In 2009 heeft de gemeente meegedaan met een benchmark van bureau Berenschot naar de omvang van de gemeentelijke personeelsformatie. De algemene conclusie luidde dat de totale omvang van het ambtelijk apparaat van de gemeente Gilze en Rijen ongeveer 13 fte groter was dan die van qua inwoneraantal vergelijkbare gemeenten. Vanwege de verschillen in uitbestedingspatroon is dat echter geen zuivere vergelijking. Er zijn gemeenten die veel uitvoerende taken (afvalinzameling, groenonderhoud, schoonmaak et cetera) zelf doen en er zijn gemeenten die deze taken uitbesteden aan bedrijven. Daarom corrigeert Berenschot voor de formatie ingezet voor uitvoerende werkzaamheden die de gemeente zelf verricht. Hieruit blijkt dat Gilze en Rijen relatief veel zelf doet, d.w.z. hiervoor bijna 17 fte méér inzet dan de vergelijkbare gemeenten. De bruto formatie-omvang minus de formatie voor uitvoerende werkzaamheden resulteert in de netto-omvang. Deze is een fractie lager dan het gemiddelde. Deze netto formatieomvang wordt ingezet voor het primaire proces (de wettelijke taken en de "eigen" taken zoals het formuleren van beleid) en voor staf- en ondersteunende taken.
Pagina 41
De gemeente als werkgever De gemeente is ook werkgever. Landelijke trends die van invloed kunnen zijn op de ontwikkeling van de gemeente als organisatie en als werkgever zijn: de ontwikkeling van een uitvoerende naar een regisserende gemeente en de gevolgen voor het opleidingsniveau van de medewerkers; digitalisering van werkprocessen en frontoffice (KCC); de krapper wordende arbeidsmarkt; de ontwikkeling van een hiërarchische gemeentelijke organisatie die de samenleving aanstuurt naar de positie van gemeenten als netwerkorganisaties; de trend dat de scheiding werk/privé minder strikt wordt ("het nieuwe werken"). Deze ontwikkelingen kunnen andere competenties van medewerkers vergen en een appèl doen op meer naar buiten gerichte werkwijzen.
9.5
Vragen voor de toekomst
In het rondetafelgesprek spreken wij met raadsleden over bovenstaande onderwerpen. De volgende vragen worden beantwoord: Wat is goed op orde binnen de gemeente en moet zeker behouden blijven? Wat is niet goed op orde en moet verbeterd worden? Welke kansen dienen zich vanuit de buitenwereld aan? Welke bedreigingen komen vanuit de buitenwereld op ons af? Hierbij dienen de volgende discussiepunten voor kleuring van het rondetafelgesprek: Moeten inwoners en maatschappelijke organisaties meer invloed krijgen binnen het beleidsproces in Gilze en Rijen? Op welke wijze? Wil de gemeente Gilze en Rijen een 'doe-gemeente' zijn/blijven of zich ontwikkelen tot een 'regiegemeente' die uitvoerende taken op afstand van de gemeente zet? Wat betekent dit voor het type ambtenaar dat in de toekomst nodig is? Wat verstaat de gemeenteraad onder zelfredzaamheid en zelfwerkzaamheid van burgers? Betekent dit dat bepaalde taken aan de gemeenschappen kunnen worden overgelaten? Welke koers volgt de gemeente ten aanzien van de samenwerking: richt de gemeente zich vooral op de eigen zelfstandigheid (kracht van de gemeenschappen) of kijkt zij ook naar samenwerking met Tilburg en andere buurgemeenten (kracht van de regio)? Welke rol streeft Gilze en Rijen na in de samenwerking met omliggende gemeenten: een stimulator van samenwerking (regiobelang) of een calculerende partner (eigenbelang)? Hoe kijkt de gemeenteraad aan tegen de bestuurlijke organisatie in de regio; mede in relatie tot de kwetsbaarheid van buurgemeenten en het toenemende belang van samenwerking? Hoe wil de gemeenteraad anticiperen op het groeiende takenpakket; mede in relatie tot de beperkte schaalgrootte van de gemeente en daarmee samenhangende kwetsbaarheid? Met welke onderscheidende kenmerken kan de gemeente Gilze en Rijen in de toekomst blijven concurreren op een steeds krapper wordende arbeidsmarkt?
Pagina 42
10. Van foto naar visie De 'foto' die u net gelezen heeft, is zowel het startpunt van het gemeentelijk visietraject alsook het basisdocument voor een gesprek met vertegenwoordigers uit de samenleving van Gilze en Rijen over een door ons allen gewenste toekomst. De toekomst ontstaat vanzelf, maar over een gewenste toekomst moet je het met elkaar hebben en je moet ook afspraken maken over ieders rol en inzet om het gezamenlijk gewenste toekomstperspectief te kunnen realiseren. Een goed gesprek met de samenleving is voor de gemeente Gilze en Rijen dan ook een absolute voorwaarde voor het opstellen van een strategische visie voor de periode tot 2025. Dit gesprek zal in de komende maanden als volgt worden vormgegeven. In september en oktober van dit jaar vinden er acht rondetafelgesprekken plaats met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en met raadsleden. Tegelijkertijd wordt dit document op de gemeentelijke website geplaatst, zodat geïnteresseerde inwoners hierop kunnen reageren. Afhankelijk van de resultaten van deze gesprekken (en de consultatie van burgers via de website), zullen er enkele ontwikkelrichtingen voor de toekomst ontstaan, dan wel een eerste contour van een strategische visie - met daarin nog een aantal belangrijke discussiepunten of keuzemomenten. Voordat de gemeenteraad een besluit neemt over de strategische visie, worden in het najaar door middel van twee consultatiebijeenkomsten de opvattingen van geïnteresseerde burgers door de gemeente geïnventariseerd. Op basis van deze consultatiebijeenkomsten wordt de concept visie opgesteld, besproken en ter besluitvorming aan de raad voorgelegd. De politieke besluitvorming is voorzien in januari/februari 2012.
Pagina 43