GEMEENTE LOON OP ZAND

080-049

GEMEENTE LOON OP ZAND Bestemmingsplan Kasteelweide

mei 2008

INHOUD

BLZ

1.

INLEIDING ................................................................................3

1.1. 1.2. 1.3.

Ligging plangebied ......................................................................... 3 Motivering bestemmingsplan.......................................................... 3 Korte beschrijving inhoud van de toelichting.................................. 5

2.

Bestaande situatie ..................................................................6

2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.

Archeologie en cultuurhistorie........................................................ 6 Flora en fauna ................................................................................ 8 Ruimtelijke opbouw ........................................................................ 9 Kasteelweide ................................................................................ 11 Bodem .......................................................................................... 12

3.

Beleidskader..........................................................................13

3.1. 3.2. 3.3. 3.4.

Rijksbeleid .................................................................................... 13 Provinciaal beleid ......................................................................... 14 Gemeentelijk beleid...................................................................... 16 Nota van uitgangspunten inrichting Kasteelweide ....................... 21

4.

Uitwerking..............................................................................23

4.1. 4.2. 4.3.

Evenemententerrein ..................................................................... 23 Voet- en fietspaden ...................................................................... 24 Aanvullende bebouwing ............................................................... 25

5.

OMGEVINGSASPECTEN.......................................................30

5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5.

Geluid ........................................................................................... 30 Luchtkwaliteit................................................................................ 32 Flora en Fauna ............................................................................. 32 Waterhuishouding ........................................................................ 35 Externe veiligheid ......................................................................... 37

6.

JURIDISCHE SYSTEMATIEK ................................................39

6.1. 6.2. 6.3. 6.4.

Opbouw van de voorschriften ...................................................... 39 Wijze van toetsen ......................................................................... 39 Artikelgewijze bespreking............................................................. 40 Handhaving .................................................................................. 41

7.

ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID .................................42

8.

MAATSCHAPPELIJK OVERLEG ..........................................43

Bestemmingsplan Kasteelweide

080-049

mei 2008

1

8.1. 8.2. 8.3.

Provincie Noord-Brabant .............................................................. 43 Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten 47 Monumentencommissie gemeente Loon op Zand....................... 47

9.

BIJLAGE LITERATUURLIJST ...............................................51

BIJLAGE 1: Geluid BIJLAGE 2: Luchtkwaliteit


080-049

mei 2008

2

1.

INLEIDING

1.1. Ligging plangebied Het voorliggende bestemmingsplan heeft betrekking op de Kasteelweide in de kern Loon op Zand. Het plangebied wordt omsloten door de Kasteellaan, de Kerkstraat/Oranjeplein en de Ecliptica. De zuidgrens van het plangebied wordt gevormd door het domein van het kasteel.

Voor het noordelijk deel van het plangebied vigeert het bestemmingsplan “Kom Loon op Zand”, vastgesteld door de gemeenteraad op 23 maart 2000, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 24 oktober 2000 en in werking getreden na de beroepstermijn van zes weken op 29 december 2000. Daar het beroep tegen de goedkeuring van Gedeputeerde Staten is ingetrokken, is het bestemmingsplan met ingang van de inwerkingtreding tevens onherroepelijk geworden. De Kasteelweide zelf valt onder het bestemmingsplan “Buitengebied Loon op Zand”. De locatie heft de bestemming “Landschappelijk waardevol agrarisch gebied”.

1.2.

Motivering bestemmingsplan

In de kern Loon op Zand ligt aan de zuidkant van het dorp het Witte Kasteel. Dit historische monument wordt omgeven door bos, lanen en weilanden. De gemeente Loon op Zand heeft het weidegebied tussen het kasteel en de zuidrand van het dorp aangekocht. Dit gebied wordt “de Kasteelweide” genoemd. De gemeente wil de weide openstellen en gebruiken voor diverse Loonse evenementen en festiviteiten.


080-049

mei 2008

3

De eigendomssituatie biedt de mogelijkheid dit gebied een openbaar karakter te geven door het openstellen van lanen en het wegnemen van hekwerken. Het unieke gegeven van ontmoeting van verschillende sferen en functies op deze plek, zal als leidraad dienen voor de inrichting van deze weide. Bij de inrichting wordt de samenhang tussen de stenige sfeer van de kern en de groene serene sfeer van het kasteel benut. Hierdoor ontstaat een samenspel tussen het kasteelpark en de omringende functies (kerk, winkels, De Wetering, het kasteel en het restaurant). De in het gebied aanwezige lanen worden bij de herinrichting te allen tijde gehandhaafd. De begin- en eindpunten van deze lanen worden gemarkeerd. De inrichting zal mede worden gericht op het wegnemen van knelpunten in het centrum van Loon op Zand. Eén van deze knelpunten betreft de parkeersituatie bij De Wetering. Tijdens grootschalige evenementen is er sprake van grote parkeerdruk. Deze parkeerdruk doet zich vooral voor op zondagmiddagen. De parkeerdruk bedraagt op die momenten circa 180 tot 200 auto's. Momenteel wordt deze parkeerdruk opgevangen door het parkeren op de bermen van de Ecliptica. Dit leidt tot een aantasting van het groen en tot ongewenste verkeerssituaties. De behoefte aan een overloopparkeerterrein met de noodzakelijke parkeercapaciteit doet zich frequent voor. De Kasteelweide kan hierin voorzien door het incidenteel gebruik van de groene weide voor parkeren. Dit betekent, dat het landschappelijk beeld van deze weide niet door deze maatregel wordt geschaad. Over de herinrichting van de Kasteelweide heeft veelvuldig overleg plaatsgevonden met belanghebbenden in het dorp. Dit overleg heeft geresulteerd in een Programma van eisen voor de herontwikkeling. In dit programma van eisen heeft ook de stedenbouwkundige vormgeving van de noordrand van de Kasteelweide aandacht gekregen. Deze noordrand wordt gevormd door de achterzijde van de bebouwing langs het Oranjeplein. De beeldkwaliteit van deze achterzijde laat te wensen over. Nu de Kasteelweide een meer openbare functie krijgt, ontstaat de behoefte dit beeld te verbeteren door de herontwikkeling van deze achtertuinen. Dit betekent, dat van de achterkant van de bebouwing aan de Kerkstraat een voorkant gericht op de Kasteelweide wordt gemaakt. Het landschapsontwerpbureau G84 heeft op basis van dit programma voor de gehele Kasteelweide een inrichtingsplan opgesteld. Dit plan voldoet aan het programma van eisen. Ook dit plan is regelmatig met belanghebbenden besproken, evenals met de vooroverleginstanties waaronder de Rijksdienst voor Archeologie, Culuurlandschap en Monumenten. De beoogde herinrichting had daarmee een breed maatschappelijk draagvlak verkregen. Om de beoogde herinrichting feitelijk mogelijk te maken is besloten tot het opstellen van de voorliggende partiële herziening van het vigerende Bestemmingsplan Kasteelweide

080-049

mei 2008

4

bestemmingsplannen “Kom Loon op Zand” en “Buitengebied Loon op Zand”. Daarbij is overigens afgezien van het aanvankelijk in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen parkeerterrein op de noordzijde van de weide. Uit een nader parkeerdrukonderzoek1 is gebleken dat dit parkeerterrein geen oplossing biedt voor de parkeerproblematiek van het (winkel)centrum van Loon op Zand.

1.3.

Korte beschrijving inhoud van de toelichting

In de voorliggende toelichting wordt achtereenvolgens ingegaan op: • de kenschets van de bestaande situatie (hoofdstuk 2); • het structureel kader (hoofdstuk 3); • de uitwerking van het streefbeeld (hoofdstuk 4); • overzicht omgevings- en milieuaspecten (hoofdstuk 5); • de regelgeving (hoofdstuk 6); • de economische uitvoerbaarheid (hoofdstuk 7) • maatschappelijk overleg (hoofdstuk 8).

1

Parkeerdrukonderzoek cetrum Loon op Zand d.d. maart 2008


080-049

mei 2008

5

2.

Bestaande situatie

In dit hoofdstuk wordt een kenschets gegeven van de bestaande situatie van het plangebied.

2.1.

Archeologie en cultuurhistorie

Voor het plangebied heeft een zogenaamd archeologisch vooronderzoek plaatsgevonden.2 Volgens de Archeologische Monumenten Kaart bevinden zich geen archeologische monumenten in en in de nabijheid van het plangebied. Volgens het Archeologisch Informatie Systeem is in de directe omgeving van het plangebied (straal van circa 0.5 km) een aantal archeologische vindplaatsen bekend. Deze vindplaatsen liggen ten zuiden van de kern Loon op Zand in dekzandgebieden met hoge zwarte enkeerdgronden. Het betreft archeologische vindplaatsen uit het Mesolithicum, Neolithicum, Bronstijd, Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Het eerste kasteel is gebouwd door Paulus van Haastrecht. Hij kreeg in 1383 toestemming tot het bouwen van het kasteel en is daar vrijwel meteen mee begonnen. Via verscheidene verbouwingen en uitbreidingen is dit kasteel uitgegroeid tot het huidige kasteel, ook wel Witte Kasteel genoemd. Recent bouwhistorisch onderzoek heeft aangetoond, dat het muurwerk van het huidige kasteel nog grotendeels op dit eerste kasteel teruggaat. Het plangebied betreft de Kasteelweide behorende bij het kasteel. De genoemde archeologische vindplaatsen vallen buiten het plangebied. Op basis van de Lo-naam dateert Loon op Zand mogelijk uit de Vroege Middeleeuwen. Hierbij is echter voorzichtigheid geboden. Ook in de Late Middeleeuwen zijn lo-namen aan nederzettingen gegeven en bovendien kunnen ze een hoge ouderdom hebben als bosnaam, die pas later is overgegaan op een laat middeleeuwse nederzetting. Dit laatste heeft mogelijk betrekking op Loon op Zand. Hoewel Loon op Zand tengevolge van overstuiving verplaatst zou zijn naar de huidige plek, is niet eenduidig aangetoond dat dit inderdaad het geval is. Volgens de Indicatieve kaart van Archeologische Waarden geldt voor het plangebied een hoge kans op het aantreffen van archeologische waarden. Bij het onderhavige, gespecificeerde verwachtingsmodel wordt onderscheid gemaakt naar jagers/verzamelaars en landbouwers. Op basis van bureauonderzoek gold voor het plangebied bij aanvang van het veldonderzoek een lage archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de late Steentijd t/m de Late Middeleeuwen.

2

Raap-notitie 975, Archeologisch vooronderzoek, een bureau en inventariserend onderzoek (januari 2005).


080-049

mei 2008

6

Tijdens het veldonderzoek zijn in het plangebied verschillende plekken vuursteenmateriaal, verbrande leem en aardewerk uit de Prehistorie, Romeinse tijd/Middeleeuwen en Late Middeleeuwen aangetroffen. De vondst van een musketkogel wijst erop, dat het plangebied waarschijnlijk deel heeft uitgemaakt van het schootsveld rond het kasteel, dat mogelijk al uit de 16e eeuw (tachtigjarige oorlog) dateert.

Ondanks het feit, dat op de vindplaats vrij diepe bodemverstoringen aanwezig lijken te zijn, is de gaafheid goed tot matig. De conservering van de materiële resten is echter slecht, aangezien in de zure, goed ontwaterde podzolbodem naast (archeologische) grondsporen alleen onvergankelijk materiaal is geconserveerd, zoals vuursteenmateriaal, aardewerk en metaal. De fraaie bomenlaan in het plangebied dateert in ieder geval van voor circa 1773. Vanwege deze hoge ouderdom en het feit, dat ze een zichtbaar cultuurhistorisch element is, is deze bomenrij van een hoge cultuurhistorische waarde. Op grond van de resultaten wordt aanbevolen de kwaliteit (gaafheid en conservering), aard, datering, omvang en diepteligging van de archeologische resten waar nodig nader vast te stellen door middel van een waarderend onderzoek in de vorm van proefsleuven. Vanwege de hoge cultuurhistorische waarden van de bovenlaag wordt aanbevolen om deze te behouden. Een waarderend onderzoek in de vorm van proefsleuven houdt in, dat door middel van proefsleuven archeologische resten worden blootgelegd en gedocumenteerd. De ingrepen in de bodem zijn echter zeer beperkt en komen overeen met het normaal agrarisch gebruik van de gronden (bewerken van de toplaag).


080-049

mei 2008

7

Om deze reden wordt de uitvoering van het proefsleuvenonderzoek niet noodzakelijk geacht voor de Kasteelweide, die een groenfunctie behoudt. Voor de gronden van de geprojecteerde bebouwing op de achtererven van het Oranjeplein wordt wel een nader archeologisch onderzoek uitgevoerd. Tenslotte wordt opgemerkt, dat de archeologische waarden in het groengebied mede worden beschermd door het opnemen van een aanlegvergunningstelsel. Uit cultuurhistorisch oogpunt is van belang dat de Kasteelweide deel uitmaakt van een door de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten aangewezen beschermd gebied: historisch parken en buitenplaatsen. Het Witte Kasteel is het centrum van een stelsel van lanen en weiden, waarvan de Kasteelweide een belangrijk onderdeel is.

2.2.

Flora en fauna

Het plangebied maakt deel uit van het landgoed rond het Witte Kasteel. De ingrepen in het bestaande milieu zijn zo beperkt mogelijk. Om de waarden van het milieu vast te stellen is een tweetal onderzoeken uitgevoerd, te weten: • Opname laanbeplanting aan de Kasteellaan in het kader van de inrichting Kasteelweide Loon op Zand (september 2004) door G84 Maashees en • Onderzoek tracé fietsverbinding Kasteelweide te Loon op Zand door Pius Floris Boomverzorging Vught (24 maart 2005). Aan de westkant van de Kasteelweide is een groenstrook met een laanbeplanting van 3 bomenrijen aanwezig. Ten behoeve van de inrichting van de Kasteelweide is deze laanbeplanting geïnventariseerd en is een advies met betrekking tot de inpassing van een wandelpad in deze groenstrook gegeven. Uit de gegevens van de opname en de visuele beoordeling van de beplanting blijkt, dat de bomen indertijd als een driedubbele laan zijn aangeplant, maar niet als dusdanig zijn onderhouden. Na uitval zijn geen nieuwe bomen bijgeplant en onder de bomen is een dikke composteringslaag ontstaan van eikenblad met een bosvegetatie. Er zijn zichtbare uitwendige gebreken geconstateerd aan de laanbeplanting, die kunnen leiden tot schade als gevolg van stam- of takbreuk en omvallen. Bij wet is geregeld, dat de eigenaar een zorgplicht heeft. Hiertoe dienen regelmatig en systematisch op deskundige wijze de bomen beoordeeld en zonodig actie ondernomen te worden.


080-049

mei 2008

8

In het aanvullend onderzoek is geconstateerd, dat de stabiliteit en veiligheid van de 35 beoordeelde bomen redelijk tot goed is. De levensduur van de bomen is gemiddeld genomen voldoende: > 10 jaar. De kwaliteit van 2 bomen is matig. Het betreft de bomen aan de Ecliptica. De onderhoudstoestand van de bomen in de 3 bomenrijen is achterstallig. Er bevindt zich veel dood hout in de boomkronen. De Lindebomen op de Kasteelweide vormen veel stamschot. Uit het groeiplaatsonderzoek blijkt, dat de bomen relatief oppervlakkig en breeduit wortelen. Het plan voorziet niet in ingrepen die de betekenis van de Kasteelweide voor flora en fauna zullen aantasten.

2.3.

Ruimtelijke opbouw

De bebouwing in de noordrand van de Kasteelweide vormt een onderdeel van de wordingsgeschiedenis van het dorp. Het dorp is met de achterzijde naar het kasteel gericht. De bebouwing bestaat overwegend uit de hoofdgebouwen langs het Oranjeplein. Direct aan de Kasteelweide grenzen voornamelijk bedrijfsgebouwen en bijgebouwen. De hoogte van deze gebouwen is beperkt. Enkele grote, volwassen bomen bepalen mede het landschapsbeeld. Door deze opbouw hebben de bijgebouwen slechts een relatief beperkte invloed op het landschapsbeeld. Deze invloed wordt nog verder beperkt door de grote afstand tussen het openbaar domein (Ecliptica en Kasteellaan) en deze zuidrand van het centrum. Onderkend moet worden, dat door het toegankelijk maken van de gehele Kasteelweide deze achterzijde meer intensief beleefd zal gaan worden. Bestemmingsplan Kasteelweide

080-049

mei 2008

9

Met andere woorden, de negatieve elementen worden sterker opgemerkt. Langs de Ecliptica is een dorpse bebouwing aanwezig. Deze bebouwing heeft een beeldondersteunend karakter. Van een directe schakel tussen de Kasteelweide en het kernwinkelgebied is geen sprake. De beeldkwaliteit is redelijk tot goed en geeft geen aanleiding tot een ingrijpende dorpsvernieuwing. De enige dissonant betreft het grote nutsgebouw. Dit presenteert zich echter ingetogen in het straatbeeld

De Kerkstraat en het Oranjeplein hebben een historische tot historiserende bebouwing. De recente nieuwbouw is sterk gerelateerd aan de oorspronkelijke kenmerken van de dorpse bebouwing. Dit betekent, dat er sprake is van een duidelijke stedenbouwkundige eenheid. Dit betreft zowel de vorm, maat en schaalverhoudingen. Voor het gemeentelijke beleid betekent dit een consoliderende invalshoek. Wel kan de functie van de bebouwing geleidelijk worden aangepast. Het gehele gebied maakt immers deel uit van het kernwinkelgebied. De kansen op een verdere verwinkeling van deze zijde van het Oranjeplein zijn overigens niet groot. Immers, het grote woonhuis (zie afbeelding) is verbouwd tot meerdere appartementen. De aanwezige winkels trekken in principe relatief weinig publiek. Een deel van de bevoorrading vindt vanaf het openbaar domein plaats. Dit blokkeert met een zekere regelmaat de vrije doorgang voor het doorgaande verkeer. De panden hebben de volgende kenmerken: 1. één (ruime) bouwlaag met kap; 2. de kap is haaks op de straat geplaatst; 3. tussen de gebouwen bevindt zich een redelijke ruimte. Mede hierdoor worden contrasten tussen bouwvormen afdoende opgevangen; 4. de panden hebben karakteristieke (klok)gevels; 5. de gevelindeling van enkele winkelpanden wordt door moderne etalages bepaald. Het oorspronkelijk karakter is hiermee verloren gegaan; 6. de achterzijde van de percelen hebben een overwegend groen karakter. Dit sluit redelijk aan op de aangrenzende Kasteelweide.


080-049

mei 2008

10

Conclusies In de bestaande situatie wordt aan de zuidkant van het Oranjeplein een gemêleerde bebouwing aangetroffen. De vormstijl van deze bebouwing varieert. Dit geldt ook voor de functies. Naast woningen komen ook enkele commerciële ruimten voor.

2.4.

Kasteelweide

De beeld- en belevingswaarden van de Kasteelweide zijn direct gekoppeld aan de historische betekenis en de landschappelijke ligging van de weide in de directe nabijheid van het Witte Kasteel. Het gebouw met daaromheen de tuin, de gracht, de lanen en de weidegebieden vormen tezamen een landschappelijke eenheid met cultuurhistorische waarden. De weide vormt een markante overgang tussen het buitengebied en de bebouwde kern van Loon op Zand en is daarmee een herkenbare entree van het dorp. De weide wordt aan vier zijden door fors groen omzoomd. Grotendeels is dit groen gekoppeld aan de groenstructuur rondom het kasteel. Monumentale lanen en een dicht begroeide beplantingsstrook aan de westzijde geven de Kasteelweide een groene omranding. De noordelijke rand bestaat uit achtertuinen afgewisseld met lage bouwwerken behorend bij de bebouwingszone aan het Oranjeplein en de Kerkstraat. Afgezien van het wat rommelige karakter vormt deze rand grenzend aan het open weidegebied een treffend silhouet op de dorpsrand van Loon op Zand en de kerktoren. Aan de oostzijde wordt de Kasteelweide afgesloten door een hekwerk. Het hekwerk ziet er slecht uit en sluit niet aan bij het historische karakter van het gebied. Schuin over de weide loopt een monumentale lindelaan. Deze laan is op het Witte Kasteel georiënteerd en verbindt ruimtelijk het gebouw met de weide. De laan komt in de andere richting uit bij de entree van De Wetering en de pleinruimte voor dit gebouw. Ruimtelijk is deze verbinding minder hecht. De afstand tussen de laan, het plein en het dorpsgebouw is te groot voor een merkbare relatie. Tevens ontbreekt op het plein een accent of element, waardoor de pleinruimte ruimtelijk niet aan de Kasteelweide is gekoppeld. De Kasteelweide heeft een licht glooiend oppervlak. Op een aantal plekken ziet de weide er versleten en modderig uit. Dit is een gevolg van slijtage als gevolg van tijdelijk parkeren tijdens evenementen die in de Wetering worden georganiseerd. De weide is nu niet openbaar toegankelijk. Langs de westzijde ligt de Kasteellaan. Tussen deze laan en de weide ligt een dichte afsluitende beplantingsstrook. De weide is vanaf deze zijde niet toegankelijk.


080-049

mei 2008

11

De laan voorlangs het Witte Kasteel is in eigendom van de kasteelbewoners. Deze laan is aan beide zijden afgesloten. Een doorgaande verbinding is hierdoor niet mogelijk. De weide wordt tijdens evenementen incidenteel opengesteld voor parkeren, evenementen en manifestaties (kroakfestival, koningschieten, jeugdvakantiewerk, de oranjevieringen en de braderie).

2.5.

Bodem

Voor het plangebied heeft een Verkennend bodemonderzoek (Grontmij Nederland B.V.) d.d. 8 december 2004 plaatsgevonden. Door middel van dit uitgevoerde bodemonderzoek is inzicht verkregen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse van de onderzoekslocatie. Gezien de resultaten van het onderzoek wordt geconcludeerd, dat de opgestelde hypothese “onverdachte locatie” onjuist is. In de bovengrond ter plaatse van boring 21 wordt een gehalte aan PAK aangetroffen, dat de tussenwaarde overschrijdt. Op basis van de uitkomsten van het bodemonderzoek wordt vastgesteld, dat er vanuit milieuhygiënisch oogpunt vooralsnog beperkingen zijn voor het toekomstige gebruik van de locatie als intensief openbaar groen. Indien de grond van de locatie vrijkomt en wordt toegepast in een ander werk, is een partijkeuring conform de eisen van het Bouwstoffenbesluit noodzakelijk. Geadviseerd wordt om nader onderzoek te verrichten naar de aard en omvang van de aangetroffen verontreiniging met PAK in de bovengrond ter plaatse van boring 21. De locatie 21 bevindt zich op een dusdanige plek binnen het plangebied, dat aldaar geen tot een zeer beperkte bodembewerking wordt overgegaan. Met andere woorden, het nadere bodemonderzoek is gelet op het beoogde gebruik niet noodzakelijk.


080-049

mei 2008

12

3.

Beleidskader

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de opgave voor het bestemmingsplan. In deze opgave ligt tevens de visie op het plangebied besloten.

3.1.

Rijksbeleid

De Nota Ruimte bevat het nieuwe ruimtelijke beleid van het Rijk, waarmee het op hoofdlijnen sturing wil geven aan de inrichting van de ruimte en sociale, culturele en economische ontwikkelingen ruimtelijk wil accommoderen. Het rijk wil verstedelijking en infrastructuur zoveel mogelijk bundelen in nationale stedelijke netwerken, economische kerngebieden en hoofdverbindingsassen. Binnen de bundelingstrategie wordt voldoende aanbod van ruimte gereserveerd voor stedelijke functies en bij de vraag aangesloten. Er wordt optimaal gebruikt gemaakt van de ruimte die in het bestaande bebouwd gebied aanwezig is en er wordt ruimte geboden aan gemeenten om te kunnen bouwen voor de eigen bevolkingsgroei. Daardoor worden de steden ondersteund in hun functie van economische en culturele motor. In steden en dorpen wordt het draagvlak voor voorzieningen ondersteund en de infrastructuur optimaal benut. Binnen elk nationaal stedelijk netwerk geeft het rijk indicatief een aantal gebieden aan waar de verstedelijking wordt gebundeld. Het is vervolgens de verantwoordelijkheid van provincies en (samenwerkende) gemeenten om het generieke bundelingsbeleid uit te werken en uit te voeren met het oog op specifieke problemen en uitdagingen. Delen van de gemeente Loon op Zand, waaronder onderhavig plangebied, vallen binnen één van de Nationale Stedelijke Netwerken, de zogenaamde ‘Brabantstad’. Relevante passages voor de ontwikkelingen zijn terug te vinden in hoofdstuk 2 “Netwerken en steden” van de Nota Ruimte. De hoofdlijn van de beleidstekst is als volgt; ‘Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten betekent dat nieuwe bebouwing voor deze functies grotendeels geconcentreerd wordt gelokaliseerd in bestaand bebouwd gebied, aansluitend op het bestaande bebouwde gebied of in nieuwe clusters van bebouwing daarbuiten. Daarbij wordt aangesloten bij de bestaande ruimtelijke structuren.’


080-049

mei 2008

13

Uitsnede plankaart Nota Ruimte

Het provinciale, respectievelijk regionale, beleid voor bundeling van verstedelijking en economische activiteiten moet volgens de Nota Ruimte verder voorzien in: verdeling van de ruimte voor wonen en werken over gemeenten waarbij uitgangspunt is dat in heel Nederland ruimte wordt geboden aan de natuurlijke bevolkingsaanwas en lokaal georiënteerde bedrijvigheid; tijdige en voldoende beschikbaarheid van een bij de vraag aansluitend aanbod van ruimte voor alle overige aan de verstedelijking verbonden functies; optimale benutting van bestaand bebouwd gebied; goede afstemming met het verkeers- en vervoerssysteem; ontwikkeling van een locatiebeleid voor bedrijven en voorzieningen; behoud en verbetering van de balans tussen groen en verstedelijking; optimale aansluiting op het watersysteem (zowel grond- als oppervlaktewater) waarbij nadelige effecten op de waterhuishouding voorkomen worden.

3.2.

Provinciaal beleid

Het ruimtelijke beleid voor de provincie Noord-Brabant is neergelegd in het streekplan Brabant 2002. Het streekplan heeft het zorgvuldiger gebruik van de ruimte als hoofddoel. Het gaat er om, om met het ruimtelijke beleid bij te dragen aan de balans tussen het economische, het ecologische en het sociaal-culturele kapitaal van Noord-Brabant. Om hieraan richting te geven zijn in het streekplan vijf leidende principes voor het provinciaal ruimtelijk beleid verwoord: meer aandacht voor de onderste lagen, zuinig ruimtegebruik, concentratie van verstedelijking, zonering van het buitengebied en grensoverschrijdend denken en handelen.

Uitsnede plankaart streekplan Brabant 2002

Het streekplan heeft een globaal karakter. Dit komt vooral tot uitdrukking in de beleidslijnen voor de verstedelijking. Deze bestaan uit de aanduiding van stedelijke en landelijke regio’s en algemene en regiospecifieke uitwerkingsregels die bij de uitwerking gehanteerd moeten worden als uitgangspunt. De verstedelijkingsopgave, zoals die in het streekplan is verwoord, wordt vervolgens vormgegeven in de zogenaamde uitwerkingsplannen. Van de gemeente Loon op Zand ligt de kern Kaatsheuvel binnen de stedelijke regio Waalboss (De kern Loon op Zand valt buiten de begrenzing van de regio). Voor de regio is eind 2004 het zogenaamde Uitwerkingsplan Waalboss 2004 vastgesteld door de provincie. Het uitwerkingsplan is een ruimtelijk plan op het regionale schaalniveau. Het vormt een kader voor ruimtelijke ontwikkelingen en maakt onderdeel uit van het provinciale toetsingskader op grond waarvan ruimtelijke plannen en initiatieven van gemeenten worden beoordeeld.


080-049

mei 2008

14

Hierbij gaat het om de advisering over structuurvisies(Plus) en de advisering en goedkeuring van bestemmingsplannen en de besluitvorming over art.19 verzoeken. Het uitwerkingsplan geeft de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen weer en bevat voor onderdelen afspraken over de realisering daarvan. Verder wordt vastgelegd hoe het programma voor wonen en werken verdeeld wordt, welke locaties worden ontwikkeld en in welke volgorde en tempo dat programma gerealiseerd wordt.

Uitwerkingsplan Groot Langstraat De ruimtelijke opgaven zijn gevisualiseerd op de bij het uitwerkingsplan behorende plankaart. Met een rode cirkel is in onderstaande afbeelding de ligging van het plangebied gemarkeerd. Hierop zijn de volgende legenda-eenheden voor het plangebied van onderhavige bestemmingsplan te onderscheiden: Beheer en intensivering Dit betreft het stedelijk gebied waar het beleid nu en in de toekomst gericht is op het beheer van de bestaande kwaliteiten. Intensivering van het ruimtegebruik en aanpassing van het stedelijk gebied, waar dat vanwege bestaande ruimtelijke kwaliteiten mogelijk en verantwoord is, kan nodig zijn. Dit zal niet snel leiden tot een totaal andere structuur of functie van stadsdelen en of wijken.


080-049

mei 2008

15

De landelijke regio Groot-Langstraat omvat gebieden die behoren tot de gemeenten Waalwijk, Loon op Zand, Heusden, Vught en 'sHertogenbosch. Het Streekplan 2002 heeft aan de landelijke regio de opdracht meegegeven om ruimte te zoeken voor woningbouw en bedrijventerreinen. De ontwikkelingen in het buitengebied zijn buiten dit plan gelaten. Bij het bepalen van ruimtelijke ontwikkelingen is in dit uitwerkingsplan uitgegaan van de lagenbenadering en water als meeordenend principe. Het uitwerkingsplan is een combinatie van een duurzaam ruimtelijk structuurbeeld en het verstedelijkingsprogramma tot 2015 voor de regio Groot-Langstraat. Het duurzaam ruimtelijk structuurbeeld geeft aan welke gebieden voor natuur, landschap, waterberging en landbouw behouden moeten blijven. Op de plankaart is aangegeven waar woningbouw en bedrijventerreinen ontwikkeld kunnen worden. Het uitwerkingsplan vormt de basis voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen voor Groot-Langstraat. Het is samen met het Streekplan 2002 het provinciale toetsingskader voor gemeentelijke plannen. Bestuurlijk is afgesproken om de ruimtelijke ontwikkelingen in de tijd te volgen en indien nodig het verstedelijkingprogramma bij te stellen.

3.3.

Gemeentelijk beleid

StructuurvisiePlus 2004 De "StructuurvisiePlus gemeente Loon op Zand" geeft de gemeentelijke kaders aan voor het beheer en ontwikkeling van stedelijk en landelijk gebied. De eigen identiteit en de mogelijkheden om deze te versterken staan hierbij centraal. De structuurvisie ontwikkelt een duurzame structuur. Binnen deze structuur kan kwaliteit geleidelijk “groeien”. Elementen die van belang zijn voor de bestendigheid in de ruimtelijke opbouw en van bijzondere betekenis zijn voor de identiteit en beleving worden niet alleen vastgelegd, maar ook bewust ontwikkeld. Voor de verkeersstructuur zijn de volgende hoofdlijnen van beleid geformuleerd: • de verkeersdruk moet aanmerkelijk worden verminderd door combinatie van lagere intensiteit en rijsnelheid; • de lagere rijsnelheid wordt bereikt door aanpassing van straatprofielen (zoals inmiddels in de Kloosterstraat is gerealiseerd); • voor lagere intensiteiten zijn nieuwe wegen nodig, die een deel van de functies van de huidige route overnemen; • bestemmingsverkeer zal de centrumwegen blijven belasten. De beperking van de intensiteiten moet komen van verkeer, dat nu noodzakelijkerwijs door het centrum rijdt zonder daar te moeten zijn.


080-049

mei 2008

16

De omleidingroutes voor dat verkeer moeten zo gemakkelijk, logisch en vlot zijn, dat het volgen van de huidige route normaal gesproken geen alternatief meer is; • voorgesteld wordt twee wegen aan het net toe te voegen, te weten: - een verbinding van de Udenhoutseweg met de A261 inclusief een aansluiting op de A261; - een directe verbinding van de woonwijk Molenwijck met de Kasteellaan. Deze wegen zorgen ervoor, dat het verkeer naar en van Udenhout een veel gemakkelijker verbinding krijgt met de A261. Het verschil met de bestaande route is zo groot, dat sluipen door de dorpskern onaantrekkelijk wordt. Door de nieuwe aansluiting en de verbindingsweg met de Kasteellaan kan vooral bestemmingsverkeer voor Molenwijck buiten het centrum om rijden. Met deze ingrepen ontstaat het volgende beeld: • de Udenhoutseweg en de aansluiting naar de A261 zijn gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom; • de Kasteellaan en de nieuwe verbinding met Molenwijck zijn eveneens gebiedsontsluitingswegen; • binnen de bebouwde kom zijn Ecliptica, Kloosterstraat, Kerkstraat Hydra en Hoge Steenweg ontsluitingsstraten; dat geldt ook voor het gedeelte van het Oranjeplein tussen de Kloosterstraat en de Kerkstraat en voor de Kasteellaan. Kasteelweide Met betrekking tot de Kasteelweide merkt de structuurvisiePlus het volgende op: De Kasteelweide is eigendom van de gemeente. Dit biedt de mogelijkheid dit gebied een openbaar karakter te geven door het openstellen van lanen en het wegnemen van hekwerken. Het unieke gegeven van ontmoeting van verschillende sferen en functies op deze plek, zal als leidraad dienen voor een definitieve inrichting van deze weide. Bij de inrichting moet de samenhang tussen de stenige sfeer van de kern en de groene serene sfeer van het kasteel worden benut. Hierdoor ontstaat een samenspel tussen het kasteelpark en de omringende functies (kerk, winkels, de Wetering, het kasteel en het restaurant). De in het gebied aanwezige lanen worden bij de herinrichting te allen tijde gehandhaafd. De begin- en eindpunten van deze lanen worden gemarkeerd. De inrichting zal mede worden gericht op het wegnemen van knelpunten in het centrum. Eén van deze knelpunten betreft de parkeersituatie bij de Wetering. Tijdens grootschalige, veelal bovenlokale evenementen is er sprake van grote parkeeroverlast. Deze doet zich vooral voor op zondagmiddagen.


080-049

mei 2008

17

De parkeerdruk bedraagt op die momenten circa 180 tot 200 auto's. De behoefte aan een maximale parkeercapaciteit doet zich frequent voor. De herinrichting vindt voorts binnen de volgende randvoorwaarden plaats: • aanleg van een permanent parkeerterrein in de noordrand (40 à 60 auto’s)3. Deze zone bevindt zich op loopafstand van de Wetering en van het centrum. Dit verlicht de parkeerdruk in het centrum. Er wordt gestreefd naar een zo beperkt mogelijke omvang en een passende terughoudende inrichting. • waarborgen openheid Kasteelweide zodat zowel de lanen als de randen van kern zichtbaar zijn; • behoud karakteristieke lanen en markeren van begin- en eindpunten. Over de lanen worden openbare voetpaden aangelegd c.q. in stand gehouden; • de huidige achterzijde van het centrum is rommelig. Bij de herontwikkeling wordt gestreefd naar een grotere samenhang en eenheid in deze wand; • centraal op de weide kan een manifestatieterrein worden ingericht ten behoeve van incidentele evenementen voor de gemeenschap in Loon op Zand. Uitgegaan wordt van een zonering in intensiteit van functies en inrichting: • kernrandzone; • attractieve zone (thematuin, buiten expositie); • extensieve open zone (evenemententerrein). De feitelijke invulling vindt stapsgewijs vanuit een totaal concept plaats. Hierbij kan telkens worden gereageerd op de ruimtelijke effecten van een eerdere stap. Verkeersplan Loon op Zand 2006 -2010 In 1997 is in opdracht van de gemeente Loon op Zand door bureau Goudappel en Coffeng een Gemeentelijk Verkeersplan (GVP) gemaakt, dat in mei 1998 door de gemeenteraad is vastgesteld. In een Verkeersplan wordt het verkeersbeleid voor de middellange termijn (5 jaar) vastgesteld en wordt een actieplan weergegeven om dat beleid vorm te geven. Een periode van vijf jaar wordt in het algemeen aangehouden, omdat het verkeersbeleid na verloop van tijd wijzigt, andere accenten en prioriteiten krijgt en met name wat de verkeersveiligheid betreft, steeds verder wordt uitgebouwd en verfijnd. De externe ontsluiting van de kern Loon op Zand na 2010 zal door de ombouw van de N261 aanzienlijk veranderen. Over deze ombouw heeft door de provincie Noord Brabant en de betrokken gemeenten besluitvorming plaatsgevonden. Het Milieu Effect Rapport (MER) voor de N261 is afgerond. Op basis van dit MER wordt momenteel een bestemmingsplan opgesteld als ruimtelijk besluit. 3

De noodzaak van dit parkeerterrein is vervallen op grond van een actueel parkeeronderzoek d.d maart 2008


080-049

mei 2008

18

De huidige ontsluitingswegen in de kern voldoen niet aan de te stellen eisen voor de nieuwe ontsluitingsstructuur. Het betreft hier met name de Hoge Steenweg, De Kerkstraat, Oranjeplein , Kloosterstraat en de Kasteellaan (ged). Het uitgangspunt is, dat de gehele dorpskern autoluw wordt. De voornoemde wegen worden zo mogelijk onderdeel van een 30 km/h-zone. Centrumvisie Loon op Zand Vanuit de distributieve opbouw van het centrum van Loon op Zand is het gewenst, dat de centrumvoorzieningen meer worden geconcentreerd rond het Oranjeplein. Na de reconstructie van het winkelgebied en de bouw van het horecapunt ter plaatse van de kiosk is dit deel van het centrum duidelijk te herkennen als zwaartepunt. Deze beleidskeuzes zijn onder meer in de StructuurvisiePlus Loon op Zand vastgelegd en in verschillende deelnota’s met betrekking tot het centrum. In het vigerende bestemmingsplan “Kom Loon op Zand” is de feitelijke opbouw van het centrum tot uitgangspunt genomen. Er zijn - binnen het beperkte distributieve draagvlak - in het verleden diverse opties onderzocht om de opbouw van het kernwinkelgebied te versterken. Struikelblok bij deze herontwikkeling is steeds de verwerfbaarheid van de noodzakelijke panden geweest. Dit werpt een extra drempel op voor de verwezenlijking van het beoogde, geconcentreerde kernwinkelgebied rond het Oranjeplein. Thans wordt uitgegaan van versteking van de winkel – en parkeervoorzieningen rond de bestaande supermarkt aan het Oranjeplein.


080-049

mei 2008

19

Voor de zuidkant van het centrum is aangegeven, dat daar de parkeercapaciteit t.b.v. incidentele evenementen dient te worden verruimd. De parkeerplaatsen liggen strategisch ten opzichte van De Wetering. Het uit laten lopen van de basisvoorzieningen naar deze zuidrand lijkt gelet op de afstanden en de opbouw van het kernwinkelgebied niet reëel en wenselijk.

Welstandsnota; beschermde stads- en dorpsgezichten (streng) Dit zijn door de ministers van OCenW en VROM aangewezen ‘groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijk of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarden en in welke groepen zich één of meer monumenten bevinden’ (Monumentenwet art 1:2f en 2g). De gemeente moet voor deze gebieden een bestemmingsplan opstellen ter bescherming van de cultuurhistorische waarden. Voor de beschermde stads- en dorpsgezichten wordt een gedetailleerd beoordelingskader opgesteld, dat nauw gerelateerd is aan de beschrijving en de toelichting op het beschermd gezicht en de bij de kenmerken- en waardenkaart gemaakte beschrijvingen. Daarbij moet er rekening gehouden worden, dat de bouwwerken die elders vergunningvrij zijn in deze gebieden licht vergunningsplichtig zijn.


080-049

mei 2008

20

Binnen de gemeente Loon op Zand komt deze categorie (nog) niet voor. Wel zijn de gebieden met “historische dorpse bebouwing” en “gemengde bebouwing” met deze beschermde stads- en dorpsgezichten vergelijkbaar. Ook deze gebieden omvatten immers diverse (cultuur)historische waarden. Dit vormt de reden om voor deze gebieden –waaronder het onderhavige plangebied - toch uit te gaan van het strenge niveau voor welstandstoezicht.

3.4.

Nota van uitgangspunten inrichting Kasteelweide

Het uitgangspunt voor de ontwikkelingsmogelijkheden van bebouwing rond de Kasteelweide wordt gevormd door het omgevingsontwerp van bureau G84. Dit ontwerp is gebaseerd op het behoud van het huidige landschappelijk sfeerbeeld. Hierbij zijn onder meer de volgende ingrepen voorzien, te weten: • de aanleg van circa 50 parkeerplaatsen in de noordrand van de Kasteelweide4; • het geschikt maken van de weide voor evenementen en het incidenteel opvangen van parkeerpieken; • de aanleg van voet- en fietspaden tussen en langs de bomenlanen door en langs het gebied; • het plaatsen van bankjes en verlichtingselementen. Langs de noordkant van de Kasteelweide dient een pad te worden aangelegd, die de mogelijkheid biedt tot: • ontsluiting van de percelen vanaf de achterzijde voor langzaamverkeer; • aanleg van een extra aantal parkeerplaatsen4 ter ontlasting van het nu te intensief gebruikte kernwinkelgebied en De Wetering; • aanleg van één of meerdere verbindende stegen tussen Kasteelweide en het Oranjeplein ten behoeve van het verkrijgen van een zo direct mogelijke voetgangersrelatie. Massavorming Oranjeplein Langs het Oranjeplein dient een evenwichtige inpassing in de bestaande gevelwanden te worden verkregen. Elk bouwplan dient het totale sfeerbeeld van het centrum te ondersteunen. Voor dit deel van het Oranjeplein is het positief te constateren, dat door het volgen van een historiserende bouwstijl in de afgelopen decennia er toch een redelijk "authentiek" dorpsbeeld is ontstaan c.q. behouden. Oud- en nieuwbouw voegen zich op een harmonieuze wijze samen. Deze keuze uit het verleden, dient ook de keuze voor de toekomst te zijn. Vormcontrasten tussen de oorspronkelijke dorpse bebouwing en nieuwbouw, zoals het Looiershof, dienen te worden voorkomen.

4

De noodzaak hiertoe is komen te vervallen op grond van een recent parkeeronderozek voor het centrum van Loon op Zand.


080-049

mei 2008

21

Massavorming Kasteelweide Het is duidelijk, dat de overgang van de bebouwing naar de Kasteelweide om aandacht vraagt. Naarmate deze weide een meer publieksgerichte functie krijgt, zal het contrast in kwalitatief opzicht des te scherper worden ervaren. Toegevoegde bouwvolumes mogen daarbij in hun monumentaliteit geen afbreuk doen aan de uitstraling van het Witte Kasteel.


080-049

mei 2008

22

4.

Uitwerking

De Nota van Uitgangspunten is uitgewerkt een inrichtingsplan. Deze uitwerking vond plaats aan de hand van de gekozen inrichtingsprincipes. Het bestemmingsplan legt deze principes overwegend niet dwingend vast. Dit betekent, dat er nog enige marge bestaat om het inrichtingsvoorstel aan te passen. Een belangrijke afwijking van het inrichtingsplan is het weglaten van de parkeerstrook langs de noordzijde van de Kasteelweide naar aanleiding van actueel parkeeronderzoek.

4.1.

Evenemententerrein

De belangrijkste ingreep van het inrichtingsplan betreft het meer openbaar maken van de Kasteelweide. De weide zou dienst moeten doen als dagelijkse ontspannings- en ontmoetingsplek en moet bovendien ruimte bieden voor diverse jaarlijkse evenementen en manifestaties. Met andere woorden, de Kasteelweide moet een plek worden waar veel Loonse activiteiten kunnen plaatsvinden en waar de dorpsbewoners elkaar kunnen ontmoeten voor rust en ontspanning. Dit betekent onder meer, dat de weide toegankelijk moet worden gemaakt en ontsloten moet worden. Dit wordt bereikt door het afsluitende hekwerk aan de zijde van de Ecliptica te verwijderen en door op een aantal plekken paden aan te leggen, die aansluiten op aanwezige routes. De weide zelf blijft zoveel mogelijk open en leeg. Het huidige landschapsbeeld blijft hierdoor nagenoeg behouden en de ruimte is geschikt voor diverse manifestaties en evenementen. Een te specifieke inrichting van de weide als bijvoorbeeld een kinderboerderij, een rozentuin of met andere recreatieve voorzieningen zou niet alleen het karakter van de weide teniet doen, maar betekent ook dat de beschikbare ruimte om grotere evenementen te organiseren onvoldoende is. De weide wordt conform het renovatieadvies geschikt gemaakt om evenementen te laten plaatsvinden. Dit houdt onder meer in, dat de waterdoorlatendheid van de bodem moet worden verbeterd en dat kleine oneffenheden in de bovengrond uitgevlakt worden. Tijdens evenementen in De Wetering treedt een hoge parkeerbelasting op. Dit doet de behoefte ontstaan aan een zogenaamd overloopparkeerterrein. De Kasteelweide zal in deze incidentele behoefte voorzien. Dit grasparkeren vindt zoveel mogelijk plaats aan de noordkant van de weide. Dit geeft echter slijtage aan het grasoppervlak. Om deze schade zoveel als mogelijk te voorkomen en de weide zoveel mogelijk haar groene uitstraling te laten houden, vindt een beperkte renovatie van de bodem en ondergrond van de Kasteelweide plaats.


080-049

mei 2008

23

Deze maatregelen betreffen voorname een verbetering van de ontwatering en een versteviging van de bovenlaag van de weide. In het uiterste geval kan een gedeelte van de bovenlaag met een kunststoffen draagmat extra worden versterkt. Deze mat wordt vervolgens met gras ingezaaid. Dit medegebruik van de Kasteelweide biedt de mogelijkheid het huidige parkeren in de berm van de Ecliptica te verbieden. Het parkeren wordt daar als ongewenst ervaren nu de weide wordt opgesteld.

4.2.

Voet- en fietspaden

De Kasteelweide wordt opengesteld voor allerlei activiteiten. De wens neemt ook toe de weide toegankelijk te maken voor meer dagelijks gebruik. Tevens is er de wens om door het gebied een fietspad aan te leggen, dat voor een korte, veilige verbinding tussen Molenwijck en het sportcomplex de Klokkenberg zorgdraagt. Hierbij kan niet van de meest logische route – de laan tussen de Ecliptica en de Kasteellaan – gebruik worden gemaakt. Deze laan is privé eigendom en de eigenaar heeft aangegeven deze laan geen openbare karakter te willen geven. Mede hierdoor is de gemeente genoodzaakt aan deze wens tegemoet te komen door aanleg van een nieuw fietspad min of meer parallel aan deze bomenlaan. Deze opzet van de wandelen fietspaden kan als volgt worden toegelicht: 1. de laan tussen de Wetering en het kasteel krijgt een openbaar karakter. Over deze laan wordt een wandelen fietspad aangelegd; 2. tussen de Ecliptica en de Kasteellaan wordt een vrijliggend fietspad aangelegd. Dit verhardingsvlak wordt zeer terughoudend in het beeld van de weide ingepast en volgt min of meer de buitenzijde van de laaghangende kronen van de bomen. De effecten op het bestaande milieu langs deze route zijn hierdoor minimaal; 3. een wandelpad parallel aan de Kasteellaan. De aanwezige struikenlaag en ondergroei maken de aanleg van dit pad buiten de bestaande beplanting wenselijk. Hiervan is bij de planvorming uitgegaan; 4. een wandel-en fietspad direct langs de achtererven van het Oranjeplein. Met dit pad wordt de Ecliptica en de Kasteellaan direct met elkaar verbonden; 5. een wandelpad langs de Ecliptica. Dit wandelpad wordt in de bermen aangelegd en vormt een onderdeel van de paden langs deze erfontsluitingsweg van de woonwijk Molenwijck 6. Met dit stelsel van paden ontstaat de mogelijkheid langs en over de Kasteelweide te lopen. Mede hierdoor wordt deze groenvoorziening meer tot een geïntegreerd parkgebied in het dorp Loon op Zand.


080-049

mei 2008

24

4.3.

Aanvullende bebouwing

In het vorenstaande is gewezen op de overgang naar de bestaande bebouwing langs het Oranjeplein. Het nieuwe ruimtelijke beeld van de Kasteelweide biedt nu de mogelijkheid om – geleidelijk – van de achterzijde van de bebouwing een voorzijde te maken. Uitgangspunt In de huidige sfeerbeleving van de Kasteelweide staat centraal, dat het oorspronkelijke dorp met de achterzijde zich op deze weide oriënteert. De -van oorsprong agrarische- weide vormt een landschappelijke informele open ruimte tussen het kasteel en het dorp. De fraaie lanen en de terughoudende bebouwing bepalen het ruimtelijke beeld. Dit laat onverlet, dat de achterliggende bebouwing min of meer zichtbaar blijft. Dit betekent, dat in het landschapsplan de authentieke samenhang tussen het landschap en de achterzijde van het dorp waarneembaar blijft. Het vorenstaande betekent het volgende: 1. het huidig stedenbouwkundige kader voor deze gehele ruimte is - ook na uitvoering van de herinrichting bevredigend; 2. "lelijke" elementen kunnen door middel van eenvoudige maatregelen (beplanting voor of aan de gevel) worden verzacht en verfraaid. Dit betekent, dat er een zekere harmonie is en zal ontstaan tussen de omgeving en deze bebouwing.

Minimale maatregelen Voor de kwalitatieve verbetering kunnen de volgende bouwstenen worden aangedragen: 1. er wordt een doorlopend, groen lijnelement langs deze rand aangebracht; 2. er wordt aanvullend een muur langs de perceelsgrenzen aangebracht; Deze minimale maatregelen maken deel uit van het basispakket ten aanzien van de herinrichting van de Kasteelweide. In deze “rand” is het ook mogelijk aanvullende bebouwing te realiseren. Hiervoor gelden de volgende randvoorwaarden: 1. de bebouwing mag geen solitair karakter dragen. Er dient een duidelijke wand langs de Kasteelweide te worden gerealiseerd; 2. de bebouwing dient wat betreft sfeer in te spelen op het kasteel. Er dient als het ware een eenduidige décor te ontstaan, waarin oud en nieuw zich volgens een eenduidig architectuurthema presenteren; 3. het kasteel vormt het voornaamste gebouw in/aan deze ruimte. Dit stelt paal en perk aan de maatvoering van de nieuwe wand; 4. er dient een evenwichtige verkaveling van het bouwblok tussen het Oranjeplein en de Kasteelweide te worden gerealiseerd. Deze wand dient gefaseerd te kunnen worden ontwikkeld. Dit maakt de ontwikkeling minder afhankelijk van de medewerking van een individuele eigenaar.


080-049

mei 2008

25

Minimale bebouwing Het meest westelijk gelegen perceel komt in ieder geval voor bebouwing in aanmerking. Dit waarborgt een samenhangende parkeerstructuur. Deze bebouwing dient aan de volgende voorwaarden te voldoen: 1. een woonfunctie; 2. één bouwlaag met kap; 3. een beeldvorming, die past bij de ambiance van het kasteel; 4. voor het langzaam verkeer kan mede een externe ontsluiting vanaf de Kasteellaan worden aangelegd. Deze eenlaagse bebouwing sluit goed aan op de maatvoering van de bijgebouwen, waardoor toch een samenhangend beeld ontstaat. Het vorenstaande betekent, dat het perceel van de winkel in witgoed moet worden opgesplitst. Het achterste deel kan worden herontwikkeld. Gelet op de beeldkwaliteit van het hoofdpand aan het Oranjeplein verdient het aanbeveling dit pand te handhaven.

Eenlaagse bebouwing Het gehele perceel tussen het Oranjeplein en de Kasteelweide heeft een diepte van circa 55 meter. De ontwikkeling van een ondiepe bebouwing behoort tot de mogelijkheden. Gelet op de eigendomssituatie moet met een geleidelijke, gefaseerde ontwikkeling rekening worden gehouden. Deze opsplitsing van de kavels heeft tot gevolg, dat de percelen circa 25 meter diep worden. Dit is stedenbouwkundig acceptabel. Niet uitgesloten wordt, dat er een geleidelijke, bescheiden herontwikkeling plaatsvindt. Dit betekent, dat op nader te bepalen plaatsen: 1. gesloten bijgebouwen plaatsmaken voor bebouwing met een meer open gevelbeeld (eenlaagse woningen met kap); 2. het sfeerbeeld van deze herontwikkeling dient te passen bij het karakter van de achterzijde van een lintbebouwing. Dit betekent, dat de maat- en schaalverhoudingen bescheidener zullen moeten zijn als de voorname bebouwing langs de Kerkstraat en het Oranjeplein; 3. de woningen worden aan de zijde van de Kasteelweide ontsloten door een voet/fietspad. Met andere woorden, een terughoudende herontwikkeling op individueel initiatief kan de gesloten achtertuinen ruimtelijk geleidelijk verlevendigen. Hiermee wordt het geleidelijke groeiproces van het historisch dorp gevolgd. Dit heeft de voorkeur boven een schoksgewijze, meer integrale herontwikkeling. In het Centrum van Loon op Zand is op een aantal plaatsen in het recente verleden nieuwbouw gerealiseerd in een historiserende stijl. Deze nieuwbouw versterkt de authentieke sfeerbeleving van het centrumgebied. Een zelfde stijl wordt stedenbouwkundig voorgestaan bij


080-049

mei 2008

26

een eventuele herontwikkeling van de noordkant van de Kasteelweide. De exacte keuze van de bouwstijl wordt door de functie bepaald.


080-049

mei 2008

27


080-049

mei 2008

28

Uitgaande van wonen heeft de navolgende vormgeving de voorkeur: Deze historiserende bouwstijl kan als volgt worden omschreven: • de bebouwing staat dicht uit de rand van het openbaar gebied; • de gevels hebben een zeker gesloten, ingetogen karakter; • de gevels krijgen een duidelijke plint; • de goothoogte bedraagt circa 3.00 meter en de bouwhoogte maximaal circa 8.00 meter; • de ramen en deuren krijgen een verticaal karakter met een duidelijke roedeverdeling; • de gevelmaterialen bestaan uit bakstenen met een ingetogen, rode kleur; • de verticale gevelvlakken worden afgesloten met een duidelijke kroonen gootlijst; • er wordt een redelijk steile kap toegepast, waarbij de hellinghoek circa 50 á 60 graden bedraagt; • schoorstenen krijgen een markante vormgeving en worden gemetseld uitgevoerd; • in het gevelvlak heeft toepassen van kleine dakkapellen de voorkeur boven in het dakvlak geplaatste vensters. In deze opzet is ook aandacht voor de samenhang tussen het gebouw en de openbare ruimte (het voet/fietspad) noodzakelijk. Deze samenhang kan worden vormgegeven door de inrichting van een “plint” in de bestrating met paaltjes van bijvoorbeeld smeedijzer. Nevenstaande afbeelding geeft hiervan een sfeerimpressie. Concept-bouwplan Voor deze gehele locatie is op basis van het voornoemde programma van eisen een concept bouwplan opgesteld. Dit bouwplan is op nevenstaande afbeelding weergegeven. Opgemerkt wordt, dat onder het gehele gebouw een parkeergarage wordt gerealiseerd. Deze wordt vanaf de Kerkstraat ontsloten. De omvang van deze garage is zodanig, dat hier de parkeerbehoefte van de geprojecteerde bebouwing volledig wordt opgevangen. Voorts heeft de garage een overcapaciteit. Dit betekent, dat ook de bestaande woningen in de directe omgeving een parkeerplaats in de garage kunnen kopen. Hiermee wordt de parkeerdruk op dit deel van het centrumgebied evenredig verlicht. Verbetering bevoorrading In overleg met de winkeliers en omwonenden is aangegeven, dat langs de Ecliptica tussen nr 2 en de hoek Kerkstraat nr 20 een laad- en loszone voor grotere vrachtwagens wordt aangelegd. Daartoe zijn binnen het kader van het vigerende bestemmingsplan al enkele inrichtingsmaatregelen genomen.


080-049

mei 2008

29

5.

OMGEVINGSASPECTEN

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de omgevingsaspecten als gevolg van de ontwikkeling van het plangebied.

5.1.

Geluid

Voor de wijdere omgeving van het plangebied zijn diverse ingrepen in de lokale en regionale wegenstructuur voorzien. Deze ingrepen hebben gevolgen voor de verkeers- en geluidbelasting afkomstig van het wegverkeer op respectievelijk de Kasteellaan, de Kerkstraat en de Ecliptica. Deze gevolgen zijn onder meer in het kader van het bestemmingsplan “Verbindingsweg Molenwijck” belicht. Het doel van de aanleg van de (gebiedsontsluitings)weg tussen Molenwijck-Zuid naar de Kasteellaan, is dat de bewoners van de wijk Molenwijck een kortere weglengte kunnen afleggen tussen de wijk en de Kasteellaan. Daarnaast zal de Midden-Brabantweg worden omgebouwd naar een autosnelweg en wordt het aansluitpunt Loon op Zand worden verplaatst naar het zuiden (ter hoogte van de Klokkenlaan). In onderstaande tabel 1 zijn de verkeersintensiteiten gepresenteerd van de huidige situatie (2007) en de toekomstige situatie (2020). Voor een autonome groei is (indien van toepassing) uitgegaan van 1% per jaar.

Afbeelding 3 situatie zonder Ontsluitingsweg (getallen in blauw zijn verkeersintensiteiten in 2007).


Afbeelding 4 situatie met Ontsluitingsweg (2020).

080-049

mei 2008

30

Tabel 1: Verkeersintensiteiten5 in huidige situatie, 2007 (zonder Ontsluitingsweg Molenwijck-zuid) en toekomstige situatie 2020 (met Ontsluitingsweg Molenwijck-zuid), maar met verplaatsing van het aansluitpunt Loon op Zand.

Wegvak

Huidige situatie (zonder Ontsluitingsweg)

Toekomstige situatie (met Verbindingsweg)

Ontsluitingsweg

0

3360

Ecliptica (west)

3365

1380

Kasteellaan noord

1872

1760

Kasteellaan zuid

5562

6530

Oranjeplein

4182

2410

Op het moment dat de Ontsluitingsweg wordt aangelegd, zal het snelheidsregiem in de kern van Loon op Zand worden aangepast; de wegen zullen allen 30 km/uur wegen worden. In de berekeningen is van de minst gunstige situatie uitgegaan. Dat houdt in dat er vanuit gegaan wordt dat er van een 50 km/uur situatie. De wettelijke voorkeursgrenswaarde ten gevolge van een bestaande weg op nieuwe woningen bedraagt 48 dB. De maximaal te ontheffen geluidsbelasting bedraagt 63 dB. In de tabel 2 zijn de 48 dB contouren van de Kasteellaan, het Oranjeplein en de Ecliptica weergegeven voor de begane grond en de 1e verdieping. Tabel 2: 48 dB contour ten gevolge van de omliggende wegen. Wegvak Kasteellaan

Rekenhoogte Begane grond

1e verdieping

16 meter

18 meter

Oranjeplein

13 meter

Ecliptica (west)

30 meter

1)

14 meter 1) 36 meter

1)

rekening gehouden met afscherming van bebouwing; Voor de Kasteellaan en de Ecliptica is rekening gehouden met een beperkte zichthoek; voor de Kasteellaan is uitgegaan van een maximale snelheid van 35 km/uur (profielbreedte). De nieuwe woningen liggen op 27 meter uit de wegas van de Kasteellaan, 49 meter uit het Oranjeplein en 36 meter van de Ecliptica. Hieruit kan geconcludeerd worden dat er geen overlap met de 48 dB contour het bouwvlak en de wijzigingsbevoegdheid.

5

Verkeersintensiteiten, zijn motorvoertuigen per etmaal


080-049

mei 2008

31

De berekeningsbladen ten aanzien van het geluid zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze toelichting.

5.2.

Luchtkwaliteit

Alle ontwikkelingen van de afgelopen jaren op het gebied van luchtkwaliteit hebben geleid tot een aanpassing van de Wet milieubeheer met betrekking tot luchtkwaliteitseisen (ook wel ‘Wet luchtkwaliteit’). Daarnaast zijn het Besluit en de Regeling “Niet In Betekenende Mate bijdrage” die op 15 november 2007 in werking zijn getreden. Het Besluit luchtkwaliteit 2005 is hiermee komen te vervallen. Deze wetswijziging brengt de volgende veranderingen met zich mee: • Uitsluiting van het stand-still beginsel. Het stand-still beginsel houdt in dat een situatie die voldoet aan de normen, toch niet mag verslechteren tot aan de norm. Uitsluiting van dit beginsel ten aanzien van luchtkwaliteit betekent dat de luchtkwaliteit mag worden ‘opgevuld’ tot aan de grenswaarde. • Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit bij (dreigende) overschrijding grenswaarden. Hiertegen is geen beroep mogelijk. • Niet in betekenende mate verslechteren; een verslechtering van de luchtkwaliteit is toegestaan, mits dit niet in betekende mate is. Hiervoor wordt een interim-grens van 1% gehanteerd. Het plan voorziet direct in de mogelijkheid voor de realisatie 6 woningen aan de kasteelweide en als wijzigingsbevoegdheid van maximaal 4 woningen. Gemiddeld zullen er per woning 5 nieuwe verkeersbewegingen per etmaal gegenereerd worden, 10 nieuwe woningen zullen 50 nieuwe verkeersbewegingen genereren. Dit aantal is dusdanig gering dat een beoordeling van het plan (ook als “niet in betekenende mate”) achterwege kan blijven. Voor de volledigheid is de luchtkwaliteit beoordeeld ten gevolge van de lokale wegen. Het achtergrondniveau kent geen overschrijdingen van grenswaarden of plandrempels voor de onderzochte jaren 2006, 2008, 2010, 2015 en 2020 voor alle (in de Wet) genoemde stoffen. Daarom wordt geconcludeerd, dat voor aspect luchtkwaliteit geen belemmeringen bestaan. De berekeningsbladen ten aanzien van de luchtkwaliteit zijn opgenomen in bijlage 2 bij deze toelichting.

5.3.

Flora en Fauna

Het plangebied is vanuit de Groene Hoofdstructuur aangewezen als RNLE. Het plangebied bezit op zichzelf geen bijzondere (potentiële) natuurwaarden, maar is een schakel tussen belangrijke bos- en natuurgebieden. Het beleid is gericht op bescherming en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden.


080-049

mei 2008

32

Het plangebied is te typeren als soortenarm en voedselrijk met een lage ecologische waarde waar een rijk ontwikkelde vegetatie ontbreekt. Uit inventarisatie en veldbezoek is gebleken dat het plangebied een geschikte habitat vormt voor een aantal algemene, beschermde soorten. Per februari 2005 geldt voor ruimtelijke ingrepen een aanpassing op het ontheffingenbeleid van de Flora-en faunawet. Bij ruimtelijke ingrepen geldt op voorhand een vrijstelling voor algemeen voorkomende soorten, mits een lichte toets heeft plaatsgevonden. De ecologische quickscan geldt als lichte toets. Op basis van artikel 2 van de Flora- en faunawet geldt de zorgplicht, die stelt dat binnen alle redelijkheid schade aan flora een fauna zo veel mogelijk dient te worden beperkt. Met inachtneming van hierna genoemde handelingen hoeft voor de algemene soorten geen ontheffingsaanvraag ingediend te worden. De lijnvormige elementen in en in de directe omgeving van het plangebied geven de locatie enige ecologische betekenis. Voor vleermuizen die mogelijk deze lijnelementen als aanvliegroute gebruiken, wordt de bereikbaarheid tussen foerageergebied en voortplantingsgebied door de geplande ingrepen, onder bepaalde voorwaarden niet aangetast. Wanneer het plangebied ingericht wordt met felle lantaarnpalen, kunnen deze een verstorende werking hebben op vleermuizen en daarmee de mogelijke foerageerroutes aantasten. Inrichting met spaarzame verlichting en bloemrijke bermen kunnen zelfs het insectenaanbod in het plangebied verhogen, waardoor het als foerageergebied aantrekkelijk wordt. De ingrepen in het bestaand milieu als gevolg van de voorgestelde ingrepen zijn beperkt. Langs de Kasteellaan is het voetpad buiten de laanbeplanting getraceerd. Omdat het eikenblad slecht verteert, is hiervan onder laanbeplanting een dikke laag aanwezig. Bij aanleg van een pad tussen de bomenrijen zou deze ter plaatse van het pad verwijderd moeten worden (draagkracht). Daarnaast vertoont het maaiveld ter plaatse van de laanbeplanting veel ongelijkheden in hoogteligging (kuilen en gaten). Uitgaande van de aanwezige zandige bodem mag verondersteld worden, dat in de bovenste bodemlaag, die ontstaan is, boomwortels aanwezig zijn. De onderlinge afstand tussen de bestaande bomenrijen is circa 5.70 meter. Om schade aan wortels te voorkomen, is aanleg van een pad tussen de bomen niet wenselijk en derhalve ook niet uitgewerkt. De aanleg van de geplande voet- en fietsverbinding zal 2.5 tot 3.0 meter breed worden. Voor de aanleg de fundatie (cunet) zal het huidige maaiveld 0.2 tot 0.5 meter worden afgegraven. Gezien de relatief oppervlakkig gevormde beworteling van de bomen wordt de ontgraving van de fundatie beperkt tot maximaal 0.3 meter onder het maaiveld. Het percentage wortelverlies blijft hierdoor beperkt. De ontgraving voor het plaatsen van een kantopsluiting wordt eveneens tot 0.3 meter beperkt. Bestemmingsplan Kasteelweide

080-049

mei 2008

33

Door plaatsing van anti-worteldoek onder het zandcunet kan beworteling hierin en daarmee de opdruk van de verharding in de toekomst worden voorkomen. Het anti-worteldoel dient onder en langs de kantopsluiting tot aan het maaiveld te worden geleid. Bij groeiplaatsonderzoek nabij de lindelaan op het midden van de Kasteelweide blijkt, dat vrijwel alle bomen enkele dikkere wortels direct aan de oppervlakte hebben gevormd. Tijdens de maaiwerkzaamheden blijken deze wortels meerdere keren achtereen beschadigd. Deze oppervlakkige wortels kunnen ten behoeve van het fietspad worden verwijderd. Het niveau van het huidige maaiveld op de beoordeelde onderzoekslocaties is niet gelijk. Door aanvulling/ophoging van het maaiveld met name bij de lindelaan op het midden van de Kasteelweide kan wortelschade bij de bomen zoveel mogelijk worden beperkt. Deze ophoging dient binnen de kroonprojectie van de bomen plaats te vinden met een grove (lucht) doorlatende zandgrond. Bij eventuele aanleg van een kabel- en/of leidingentracé (verlichting) langs de verbinding dient diepere ontgraving (> 30 cm) binnen de kroonprojectie van de te behouden bomen te worden voorkomen. Beperking van schade aan plant- en diersoorten • Kappen of snoeien van bomen Ten aanzien van broedende vogels verleent het ministerie van LNV geen ontheffing. In het plangebied zijn het struweel, het bos en de boszoom broedlocaties voor diverse algemeen voorkomende broedvogels. In het voorstel worden geen bomen gekapt. Alleen vindt het noodzakelijk groot onderhoud (snoeien) plaats. • Grondverzet en bouw Het broedseizoen valt ongeveer samen met de kwetsbare periode van kleine grondgebonden zoogdieren. Het is daardoor gewenst voorafgaand aan ontgraving ruigtes en grazige vegetaties kort te maaien, zodat dit onaantrekkelijk wordt voor het verblijf van zoogdieren. Wanneer tijdens de uitvoering dieren worden aangetroffen, kunnen deze worden weggevangen en buiten het plangebied in een soortgelijke biotoop worden uitgezet. Effecten geplande ingrepen Het plangebied is te typeren als voedselrijk. De lijnvormige elementen geven het plangebied enige ecologische betekenis. Effecten op de omgeving De effecten op de omgeving van de Kasteelweide als gevolg van de beoogde ingrepen in het milieu zijn zeer beperkt. De activiteiten vinden louter in het plangebied plaats. Het gebied is van de landschappelijke omgeving afgesneden door de domein rond het Witte Kasteel. Immers, dit is volledig particulier eigendom en is derhalve niet vrij betreedbaar.


080-049

mei 2008

34

Het parkeren heeft incidenteel een verhoging van de geluidbelasting tot gevolg. Dit heeft geen schadelijke effecten op de omgeving. Het houden van lokale evenementen, zoals in de inleiding van deze toelichting zijn geneomd, kan leiden tot een hogere geluidproductie. Dit zal in de praktijk vooral door de kermis worden veroorzaakt. De geluidbelasting beperkt zich tot een korte periode en zal moeten voldoen aan de door de gemeente af te geven milieuvergunningen. Deze geluidbelasting op de omgeving heeft geen direct schadelijke effecten op de aanwezige en te verwachten fauna. Door de opstelling en verlichting op een zorgvuldige wijze te doen plaatsvinden, kan de lichtuitstraling van de activiteit in de avondperiode op de ruimtelijke omgeving tot een minimum worden beperkt. Dit betekent, dat de lichtverstoring voor de fauna niet of slechts heel beperkt plaats zal vinden.

5.4. Adres Oppervlakte plangebied Huidig gebruik Toekomstig gebruik

Waterhuishouding

percelen plangebied Kasteelwijde te Loon op Zand: globaal ten zuiden van het Oranjeplein, ten oosten van de Kasteellaan en ten westen van de Ecliptica ca. 3 ha, waarvan ca 0,75 ha is uitgegeven Huiskavels en agrarisch Huiskavels en agrarisch annex evenemententerrein

In het geval van bestemmingswijziging van terreinen toetst het bevoegde gezag of realisering van het plan geen ongewenste effecten heeft op de waterhuishouding. Daarom is een watertoets uitgevoerd. In het navolgende wordt ingegaan op de waterhuishouding van het gebied, en de eisen die vanuit de ‘waterbelangen’ aan het plan worden gesteld door vooral het waterschap Brabantse Delta die een coördinerende rol heeft bij besluitvorming over waterbelangen in planvorming. Een belangrijke toetssteen voor de inpassing van water in ruimtelijke plannen is de notitie “Werkafspraken watertoets in Brabant” (oktober 2004). Hiermee is rekening gehouden. Tabel Uitgangspunten voor de watertoets 1

2 3 4

Drietrapsstrategie. Er wordt uitgegaan van het principe dat een overvloed aan water wordt opgevangen waar deze ontstaat. Dat betekent dat het water niet meer zo snel mogelijk afgevoerd wordt, maar dat er geprobeerd wordt het vast te houden. Is vasthouden niet meer mogelijk, dan wordt het water geborgen in gebieden die daarvoor zijn uitgekozen. Pas als het niet anders kan, wordt het water afgevoerd. De waterbeheerders zijn actief betrokken bij de totstandkoming van o.a. gemeentelijke plannen op het gebied van ruimtelijke ordening. De nadelige invloed van het bebouwd gebied op de natuurlijke lokale en regionale watersystemen moet in principe gecompenseerd worden. Nieuwe rioolstelsels worden aangelegd volgens het verbeterd gescheiden principe of een daaraan gelijkwaardig systeem.


080-049

mei 2008

35

De uitgangspunten voor de watertoets volgen uit het relevante beleid, dat is geformuleerd op landelijk, provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau, met name in de volgende stukken: • 4de Nota waterhuishouding; • Nota’s van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw; • 2e provinciale Waterhuishoudingsplan van de provincie NoordBrabant; • Waterbeheersplan van Waterschap Brabantse Delta; • Waterbeheersplan van Waterschap De Dommel; • Gemeentelijk Rioleringsplan Loon op Zand 2004 – 2008. In deze situatie zijn de waterbelangen, die door de provincie NoordBrabant worden behartigd, gering omdat: • het gebied niet in een grondwaterbeschermingszone is gelegen; • activiteiten in het diepe grondwater in dit project niet aan de orde zijn; • voor wat betreft het gebruik van bouwmaterialen bij infiltratie van afgekoppeld hemelwater de ‘normale’ eisen in acht zullen worden genomen. Om deze reden is de provincie Noord-Brabant niet actief benaderd of geïnformeerd. Algemene richtlijnen die de provincie hanteert in hun wateradvies bij projecten waarin stedelijk gebied wordt ontwikkeld zijn: • eventueel aanwezige verontreinigingen mogen niet verder worden verplaatst/verspreid als gevolg van de aanlegactiviteiten (bijvoorbeeld tijdelijke bemaling) of de eindsituatie (bijvoorbeeld door vergraving van scheidende lagen); • bij voorkeur dienen bij nieuwe initiatieven de mogelijkheden voor een gescheiden afvoer van hemelwater te worden onderzocht. Indien mogelijk geeft de provincie er de voorkeur aan dat hemelwater wordt afgekoppeld en zoveel mogelijk lokaal wordt geïnfiltreerd. Hierbij dient natuurlijk onderzocht te worden of dit gezien de lokale ydro(geo)Iogische situatie haalbaar is en of de kwaliteit van het te infiltreren water dit toelaat. Het infiltreren van regenwater mag verder niet tot wateroverlast leiden. Verder worden bij infiltreren van regenwater in de bodem eisen gesteld aan de kwaliteit van het te infiltreren water en de bodem opbouw onder het infiltratiebed; • bij de keuze van bouwmaterialen dient rekening te worden gehouden met eventueel uitlogen van stoffen naar het (grond)water. Materialen waarbij dit kan optreden dienen niet gebruikt te worden. Naar de geconstateerde bodemverontreiniging vindt nog nader onderzoek plaats. Het onderhavige plan gaat in principe uit van handhaving van de locatie van de geconstateerde verontreiniging. De gronden worden ter plaatse niet geroerd. De overige werken betreft het beter betreedbaar maken van het terrein en daarmee het geschikt maken


080-049

mei 2008

36

van het terrein voor multifunctioneel gebruik. Deze werken hebben geen effecten op de waterhuishouding in het gebied. In het gebied zelf worden enkele fiets- en wandelpaden aangelegd. Het regenwater vanaf deze verhardingen stroomt direct af naar het belendend onverhard terrein. Dit betekent, dat de voorgestelde werken op en rond de Kasteelweide geen invloed hebben op het watersysteem. In de noordrand van de Kasteelweide wordt op de huiskavels enige aanvullende bebouwing voorzien. Ten opzichte van het vigerende plan betekent dit een (beperkte) toename van het oppervlak van verharding. In het plangebied zal een gescheiden stelsel worden aangelegd. Het regenwater van daken zal worden opgevangen in een schoonwaterriool. Deze wordt gecombineerd met een regenriool onder de verharding (voet/fietspad). Dit betekent, dat ook dit water in de bodem ter plaatse zal kunnen infiltreren. Het regenwater kan geborgen worden in een bermen en een aan te leggen HWA-stelsel. Indien het HWA-stelsel boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) ligt en de buizen uitgevoerd worden als permeabele buizen is tevens infiltratie van het regenwater mogelijk. In overleg met Waterschap Brabantse Delta wordt de wijziging van berging van hemelwater en de locatie nader uitgewerkt in een waterhuishoudkundig plan conform de door het waterschap opgestelde nota hydraulische randvoorwaarden. Voor dit nader overleg is ten aanzien van de aanvullend te ontwikkelen bebouwing in de voorschriften een voorwaarde in de betreffende wijzigingsbevoegdheid opgenomen.

5.5.

Externe veiligheid

De provincie Noord-Brabant heeft een zogenaamde risicokaart opgesteld. Op de kaart zijn zoneringsafstanden van plaatsgebonden risico berekend. De zoneringsafstand is de afstand vanaf een risicobron waar een bepaald plaatsgebonden risico (PR) is. In de Nederlandse milieuwet- en regelgeving zijn er grenswaarden gesteld voor het plaatsgebonden risico. Het PR geeft aan op welke plek (de risicocontour) er een bepaalde kans is op een ramp en eventuele slachtoffers daarbij. Vanaf de rand van de risicocontour neemt het risico tot de bron toe. Nieuwe gevoelige bestemmingen mogen niet worden gerealiseerd in gebieden waar sprake is van een plaatsgebonden risico van meer dan 10-6 per jaar, oftewel de kans per jaar dat een persoon, die op een bepaalde plaats (onafgebroken en onbeschermd) verblijft, komt te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval, waarbij een gevaarlijke (afval)stof of bestrijdingsmiddel is betrokken, moet kleiner zijn dan 1 op 1 miljoen.


080-049

mei 2008

37

De locatie is gelegen op voldoende afstand tot risicovolle activiteiten, zoals transport van gevaarlijke stoffen over de weg, het water, het spoor en door buisleidingen en risicovolle inrichtingen. Uit de Risicoatlas wegtransport gevaarlijke stoffen blijkt, dat de Midden-Brabantweg evenmin de waarde van 10-6 overschrijdt.


080-049

mei 2008

38

6.

JURIDISCHE SYSTEMATIEK

De beleidsdoelstellingen zijn juridisch vertaald in de voorschriften en de bijbehorende plankaart.

6.1. Opbouw van de voorschriften De voorschriften zijn opgedeeld in drie paragrafen met één of meer artikelen: • Paragraaf I bevat de begripsbepalingen (artikel 1) en een bepaling over de wijze van meten (artikel 2); deze worden opsommingsgewijs in alfabetische volgorde gegeven en dienen als referentiekader voor de overige voorschriften. • Paragraaf II bevat de bestemmingen. Deze artikelen hebben een min of meer vaste opbouw. • Paragraaf III bevat de aanvullende bepalingen, die van algemeen belang zijn voor het plan. Deze artikelen behelzen echter geen bijzondere of kenmerkende opbouw.

6.2. Wijze van toetsen De voorschriften en plankaart zijn bedoeld als instrument om te bepalen of gebruik in ruime zin van de gronden en opstallen in overeenstemming is met het ruimtelijke beleid dat voor een gebied geldt. Wanneer bijvoorbeeld een aanvraag voor functiewijziging of het uitbreiden van de bestaande bebouwing wordt ingediend, moet deze getoetst worden aan het bestemmingsplan. Indien een aanvraag binnenkomt dient 1. in eerste instantie op de plankaart te worden gekeken waar de betreffende locatie gesitueerd is. Hierbij zijn dus van belang de toegekende bestemming en de eventuele andere aanduidingen die op deze gronden van toepassing zijn; 2. vervolgens dient in de voorschriften onder de doeleindenomschrijving van de vigerende bestemming te worden nagegaan of de situatie in overeenstemming is met deze doeleindenomschrijving; 3. indien dit het geval is dan moet vervolgens met betrekking tot: • bebouwing worden gekeken naar de bebouwingsregels; • werken en werkzaamheden worden gekeken naar de aanlegvoorschriften; • gebruik worden gekeken naar de gebruiksbepalingen; 4. indien strijdigheid aanwezig is, kan vervolgens in de respectievelijke vrijstellingsbevoegdheden dan wel in de wijzigingsbevoegdheden worden nagegaan of in een uitzondering is voorzien. Bij het toepassen van deze bevoegdheden dient aan de daar opgenomen specifieke voorwaarden te worden voldaan.


080-049

mei 2008

39

6.3. Artikelgewijze bespreking Artikel 1. Begripsbepalingen In artikel 1 is een aantal begrippen nader gedefinieerd teneinde onduidelijkheid te voorkomen. Voor een groot deel is aangesloten bij de in de gemeente gebruikelijke definities; andere definities zijn toegesneden op de specifieke situatie. Artikel 2. Wijze van meten In artikel 2 wordt aangegeven op welke wijze gemeten moet worden bij het beoordelen of de maatvoering in overeenstemming is met de voorschriften. Artikel 3 t/m 8 De specifieke bestemmingen (artikel 3 t/m 8) sluiten aan bij het vigerend bestemmingsplan Kom Loon op Zand. Wel is voor de bebouwingsmogelijkheden aan de noordzijde van de Kasteelweide een nieuwe invulling mogelijk gemaakt, deels direct, deels via vrijstelling. Hierbij is ondergronds parkeren mogelijk gemaakt. Wat betreft de opbouw van de kaart en voorschriften, is tevens aangesloten bij andere recente plannen van de gemeente Loon op Zand. Hierbij is aangesloten bij de landelijk opgestelde standaard voor bestemmingsplannen SVBP 2006 (Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen). Voor de Kasteelweide is gekozen voor de bestemming Groen Kasteelweide. Uit deze benaming komt het specifieke karakter naar van de kasteelweide naar voren. De beoogde ontwikkelingen voor deze gronden zijn in de doeleinden en op de plankaart aangeduid. De aanwezige cultuurhistorische, landschappelijke en archeologische waarden dienen behouden te blijven. Ter bescherming van deze waarden is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen. Artikel 9. Algemene gebruiksbepaling In de gebruiksbepaling is aangegeven dat het niet is toegestaan om gronden en opstallen te gebruiken in strijd met de bestemming. Artikel 10. Algemene vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden Op basis van deze regeling zijn Burgemeester en wethouders bevoegd om voor de gronden binnen het plangebied vrijstelling te verlenen van de in de bestemmingen opgenomen bebouwingsregels. Het gaat hier om veranderingen van beperkte aard, zoals het bouwen van gebouwtjes van openbaar nut en het vergroten van de maatvoering van bouwwerken met 10 %. De mogelijke functieverandering van de gronden aan de noordkant van de Kasteelweide is door middel van een wijzigingsbevoegdheid geregeld. Aan deze bevoegdheid zijn de voorwaarden verbonden, zoals deze in hoofdstuk 4 van de toelichting zijn verwoord. Bestemmingsplan Kasteelweide

080-049

mei 2008

40

Tevens is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de wijziging van grondgebonden woningen naar appartementen aan Oranjeplein 2 en 4. Artikel 11. Dubbeltelbepaling De dubbeltelbepaling is van belang voor een juiste interpretatie van de bebouwingsvoorschriften. Aangesloten is bij de standaardbepaling ingevolge de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, die dit jaar in werking treedt. Artikel 12. Overgangsbepalingen In dit artikel is onder meer aangegeven dat bouwwerken die ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan aanwezig zijn, mogen blijven bestaan, ondanks dat zij afwijken van het plan. Gebruik van gronden en opstallen zoals dat op het moment van de inwerkingtreding van dit plan plaatsvindt, mag hoewel het afwijkt van het plan niettemin worden gecontinueerd. Gebruik dat reeds onder het hiervoor geldende bestemmingsplan illegaal is aangevangen en ook volgens het nieuwe bestemmingsplan niet kan, blijft illegaal en mag dus niet worden voortgezet. De overgangsbepalingen zoals opgenomen, sluiten aan bij de standaardbepalingen ingevolge de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, die dit jaar in werking treedt. Artikel 13. Strafbepaling In dit voorschrift is de strafbaarstelling geregeld van de overtreding van in het plan opgenomen gebruiksverboden. Deze overtreding wordt aangemerkt als strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten. Artikel 14. Titel van het plan In dit artikel is de benaming van het plan opgenomen.

6.4. Handhaving Het voorliggend bestemmingsplan betreft een overwegend consoliderend plan. Een belangrijk deel van de nieuwe ontwikkeling is door middel van een wijziging van het bestemmingsplan juridisch geregeld. Dit betekent, dat ook hier de huidige situatie juridisch is vastgelegd. Terzake van de ontwikkelingsregelingen zal een zorgvuldig beleid worden gevoerd, zoals ter zake in de voorschriften van het plan is aangegeven.


080-049

mei 2008

41

7.

ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID

Het voorliggend bestemmingsplan heeft betrekking op de herinrichting van de Kasteelweide. Het betreft gronden, die momenteel al in eigendom van de gemeente zijn. Er worden geen gronden in exploitatie genomen. Voor de beoogde herinrichting van de Kasteelweide zijn op de gemeentebegroting middelen gereserveerd. Dit betekent, dat de uitvoerbaarheid van dit deel van het bestemmingsplan verzekerd is. De bebouwing van de noordkant van de Kasteelweide vindt volledig op particuliere gronden plaats. Een ontwikkelende partij heeft een belangrijk deel van deze gronden in eigendom. De ontwikkeling en realisering van deze bebouwing vinden volledig voor rekening van de desbetreffende ontwikkelende partij(en) plaats. De gemeente heeft geen risico in deze grondexploitatie. Wel zullen nadere afspraken worden gemaakt over zaken als verrekening van eventuele planschade en een financiële bijdrage aan de gemeente. Het vorenstaande betekent, dat het voorliggende bestemmingsplan economisch uitvoerbaar is.


080-049

mei 2008

42

8.

MAATSCHAPPELIJK OVERLEG

Het voorontwerp-bestemmingsplan is in het kader van het artikel 10 Bro overleg toegezonden aan de volgende instanties: 1. Provincie Noord-Brabant, Provinciale Planologische Commissie; 2. VROM-inspectie regio Zuid; 3. Waterschap De Brabantse Delta; 4. Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten; 5. Monumentencommissie gemeente Loon op Zand; 6. Heemkundekring Loon op ’t Sand; 7. N.V. Rotterdam-Rijn Pijpleiding Maatschappij; 8. N.V. Waterleidingmaatschappij Noord-West Brabant; 9. KPN-Telecom; 10. NV Nederlandse Gasunie; 11. Essent Netwerk Brabant BV Van de onder 3, 7, 9 en 10 genoemde reacties is bericht ontvangen, dat zij geen op – en aanmerkingen hebben ten aanzien van het voorontwerp – bestemmingsplan. Van de onder 2, 6, 8 en 11 genoemde instanties is geen reactie ontvangen. In het navolgende wordt ingegaan op de geplaatste opmerkingen. Deze worden kort samengevat. Vervolgens wordt per opmerking de gemeentelijke reactie weergegeven.

8.1.

Provincie Noord-Brabant

De Provincie Noord-Brabant is beleidsmatig akkoord met het voorontwerp-bestemmingsplan “Kasteelweide”. De provincie beschouwt de herinrichting van de Kasteelweide als een beperkte afronding van de dorpskern, dat past binnen het provinciale beleid Gevraagd wordt in de toelichting het Uitwerkingsplan Groot Langstraat aan te halen Reactie gemeente De gevraagde aanvulling van het hoofdstuk “Beleidskader” heeft plaatsgevonden. De Kasteelweide wordt een toegankelijke en openbare ruimte waar evenementen kunnen plaatsvinden. In de begripsbepalingen ontbreekt het begrip “Evenementen”. Ook in de toelichting wordt het niet duidelijk om wat voor soort evenementen het hier gaat en hoeveel evenementen er per jaar zullen plaatsvinden. Gevraagd wordt in de voorschriften de bepaling op te nemen, dat het gaat om lokale evenementen, die qua aard en schaal passen bij de kern Loon op Zand.


080-049

mei 2008

43

Reactie gemeente Op de Kasteelweide wordt een beperkt aantal zelfstandige activiteiten georganiseerd. Deze hebben een lokaal karakter, zoals de dorpsfeesten en de kermis. Reden voor het toekennen van deze activiteiten is het ontbreken van een manifestatieruimte in het centrum van het dorp. In combinatie met De Wetering heeft de Kasteelweide ook een (incidentele) functie. Op enkele zondagen in het jaar worden in de Wetering activiteiten georganiseerd met een sterk publiekaantrekkende werking. De omgeving van de Wetering biedt onvoldoende mogelijkheden om het parkeren op een passende wijze op te vangen. Teneinde de overlast te beperken, kan de Kasteelweide worden ingezet als eendaags parkeerterrein. Het groene karakter blijft daarbij behouden. Alleen het medegebruik vindt op die momenten plaats. In de toelichting en de voorschriften heeft de gevraagde aanvulling ten aanzien van dit aspect plaatsgevonden. Opgemerkt wordt, dat evenementen in het desbetreffende artikel al was genoemd. De correctie betreft de toevoeging “lokale”. Er liggen mogelijkheden om de Kasteelweide te benutten voor sociaalculturele activiteiten, waardoor ontmoetingsmogelijkheden ontstaan voor onder andere ouderen. Wij adviseren u om in het bestemmingsplan nader in te gaan op deze sociale componenten. Wij vragen u tevens te verduidelijken in hoeverre de Kasteelweide ook wordt benut voor activiteiten van het dorpshuis. Reactie gemeente In overeenstemming met deze opmerking is het inderdaad de bedoeling, dat de Kasteelweide een parkfunctie krijgt voor de meer passieve recreatie. Om die reden worden in de randen van de weide voet- en fietspaden aangelegd. Op enkele plaatsen worden langs de voetpaden ook bankjes geplaatst. Hiermee wordt het wandelen vanuit de woonomgeving naar deze ruimte bevorderd en krijgt de Kasteelweide de beoogde ontmoetingsfunctie. Juist zo’n plek in de onmiddellijke omgeving van het centrum en van de (geprojecteerde) woningen leent zich bij uitstek voor een ontmoetingsplek voor onder meer senioren. De gemeente dient nader aandacht te besteden aan de aspecten van archeologie en cultuurhistorie. Gevraagd wordt om de gronden met de bestemming “Groen” mede te bestemmen tot “Archeologisch waardevol gebied”.


080-049

mei 2008

44

Reactie gemeente Het gemeentebestuur heeft naar aanleiding van het archeologisch rapport besloten tot het uitvoeren van nader onderzoek op de plek waar de woningen worden gebouwd. De overige gronden op de Kasteelweide worden – ten opzichte van het huidig agrarisch gebruik – niet extra geroerd. Mede om deze reden ziet het gemeentebestuur van onderzoek van deze gronden af. Deze benadering heeft ook de instemming van de provincie, blijkens het geleverd commentaar.. Om deze reden is aan de doeleindenomschrijving van de bestemming “Groen” “Archeologie” toegevoegd in combinatie met een aanlegvergunningstelsel. Hiermee zijn de belangen vanuit dit aspect afdoende afgedekt. Tevens dient de samenhang van het evenemententerrein en de uitstraling op de GHS en het milieu te worden belicht. Reactie gemeente De samenhang van de Kasteelweide met de GHS is beperkt. Ook de ingrepen in het fysieke milieu zijn uiterst beperkt. Dit betekent, dat de ecologische waarden van deze weide niet onevenredig worden aangetast. De incidentele activiteiten op deze locatie hebben een beperkte milieubelasting tot gevolg. Deze beperken zich tot het af- en aanrijden van auto’s ten tijde van evenementen in De Wetering en het recreatief gebruik ten tijde van evenementen op de Kasteelweide zelf. De optredende milieueffecten beperken zich – naast de betreding van de weide – tot de geluiduitstraling. De geluidbelasting zal moeten voldoen aan de geldende milieueisen. Dit mede gelet op de situering van de weide tot de omliggende bestaande en geprojecteerde woningbouw. Geluid heeft om de omliggende gebieden met natuurwaarden geen schadelijk effect. Gevraagd wordt of er overleg heeft plaatsgevonden met het Waterschap Brabantse Delta Reactie gemeente Het overleg heeft plaatsgevonden. De voorliggende toelichting is afgestemd op de resultaten van dit overleg .Opgemerkt wordt, dat het waterschap in het kader van het artikel 10 Bro overleg heeft aangegeven in te kunnen stemmen met het voorliggend bestemmingsplan. In verband met de te verwachten aanwezige bodemverontreiniging, wordt de locatie als verdacht aangemerkt. Wij wijzen u erop, dat er geen handelingen mogen worden verricht op of in de bodem voordat inzichtelijk is gemaakt wat de kwaliteit is van grond en grondwater. Het aangehaalde bodemrapport is bij de provincie niet bekend.


080-049

mei 2008

45

Reactie gemeente Het bodemrapport is separaat naar de provincie toegezonden. Het bewerken en eventueel afvoer van gronden zal aan de daartoe gestelde milieueisen voldoen. Geadviseerd wordt in de voorschriften tevens de bepaling op te nemen, dat de ontwikkeling van bebouwing op een cultuurhistorisch aanvaardbare wijze dient plaats te vinden Reactie gemeente De desbetreffende bepaling is toegevoegd. In de toelichting dient aandacht te worden besteed aan de economische uitvoerbaarheid en eventuele planschade. Voorts is het gewenst inzage te geven in de eigendomssituatie Reactie gemeente De gronden onder de Kasteelweide zijn volledig eigendom van de gemeente Loon op Zand. De gronden met de mogelijke bebouwing zijn particulier eigendom. De eventuele ontwikkelingen op deze gronden dienen op particulier initiatief plaats te vinden. Ten behoeve van de aanleg van de beoogde voorzieningen op de Kasteelweide heeft de gemeente de nodige financiële middelen op de begroting gereserveerd. Hiermee is de aanleg en uitvoerbaarheid van dit planonderdeel gewaarborgd.

De provincie heeft enkele open aanmerkingen over de voorschriften. Gevraagd wordt om in ieder geval een begripsomschrijving op te nemen van maatschappelijke doeleinden en evenementen. Reactie gemeente Naar de mening is met de omschrijving van de doeleinden van de bestemming “maatschappelijk” afdoende omschreven welke functies binnen deze bestemming toelaatbaar zijn. Het aanvullend opnemen van een omschrijving in de begripsbepalingen is derhalve overbodig. Ter zake van de evenementen is in het artikel “Groen” een nadere omschrijving opgenomen, die de aard, omvang en intensiteit van de evenementen nader omschrijft.


080-049

mei 2008

46

8.2. Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten Vanuit het oogpunt van RACM geeft het plan geen aanleiding voor het maken van op- of aanmerkingen. Verder zijn er geen archeologische rijksbelangen in het geding. Voor verder advies in het kader van artikel 10 Bro zal de provinciaal archeoloog de advisering verzorgen. Ik zou nog graag in overweging willen meegeven, dat het van belang is dat de toegevoegde bouwvolumes in hun monumentaliteit geen afbreuk doen aan de uitstraling van het bestaand kasteel. Reactie gemeente Het gemeentebestuur is verheugd met deze positief opstelling van de rijksdienst. Het gemeentebestuur onderschrijft, dat de toevoeging van nieuwe bouwvolumes op een ondergeschikte wijze dient plaats te vinden. Zoals uit deze toelichting blijkt, gaat het bouwplan uit van een eenlaags bouwvolume met kap. Dit betekent, dat de massawerking op de ruimtelijke omgeving beperkt blijft.

8.3.

Monumentencommissie gemeente Loon op Zand

De monumentencommissie adviseert de toelichting van het bestemmingsplan aan te vullen met een kort overzicht van de verlopen procedure en de in het kader daarvan uitgebrachte adviezen Reactie gemeente Het gemeentebestuur heeft ter zake van de ontwikkeling van de Kasteelweide tot het nu voorliggend bestemmingsplan een jarenlange maatschappelijke discussie gevoerd. De resultaten van deze discussie zijn in het nu voorliggende bestemmingsplan verwerkt. Het is niet zinvol alle stappen in dit proces uit te schrijven. In de toelichting heeft ter zake van dit punt een beperkte aanvulling van de teksten plaatsgevonden. Er wordt een opmerking geplaatst over de geschiedenis van het kasteel. Gevraagd wordt de toelichting op deze opmerking aan te passen. Ook wordt in dit opzicht gevraagd om de paragraaf over de archeologische verwachtingswaarde aan te vullen c.q. te verduidelijken. Met name de geconstateerde tegenstelling ten aanzien van de aard van de ingreep en de eventuele noodzaak tot het graven van proefsleuven. Omdat bij het vooronderzoek belangrijke vondsten zijn gedaan, wordt geadviseerd de gehele locatie op te graven.


080-049

mei 2008

47

Reactie gemeente De teksten over de geschiedenis van het kasteel zijn niet relevant voor het nu voorliggende idee tot ontwikkeling van de Kasteelweide. De teksten zijn wel aangepast naar aanleiding van de geplaatste opmerking. Voorts wordt opgemerkt, dat het gemeentebestuur heeft besloten tot het uitvoeren van aanvullend archeologisch onderzoek. Dit onderzoek blijft echter beperkt tot het woningbouwgedeelte. Daar vinden immers de fysieke ingrepen in het milieu plaats. De eventuele opgravingen in het resterend deel van het terrein is niet noodzakelijk. De eventuele aanwezige waardevolle archeologische elementen blijven behouden en kunnen door nieuwere generaties worden onderzocht. Geadviseerd wordt om het schootsveld van het kasteel niet te verkleinen door de aanleg van het parkeerterrein en de voorgenomen realisering van bebouwing aan de noordkant van de Kasteelweide Reactie gemeente De bebouwing aan de noordkant van de Kasteelweide vindt volledig binnen de omgrenzing van de huiskavels van de bestaande gebouwen plaats. Op basis van het vigerend bestemmingsplan kunnen op deze gronden al bijgebouwen en bedrijfsgebouwen worden gerealiseerd. Een deel van deze bebouwing is al aanwezig. Dit betekent, dat de voorgestelde vervangende woningbouw niet leidt tot een onevenredige aantasting van het schootsveld van het kasteel. Van de aanleg van het parkeerterrein is naar aanleiding van een recent parkeeronderzoek afgezien. De Monumentencommissie betwijfelt de constateringen ten aanzien van de onderhoudstoestand en kwaliteit van de aanwezige bomen. Wijzigingen uit modernistische overwegingen zijn niet noodzakelijk c.q. gewenst. Reactie gemeente Het gemeentebestuur wijst erop, dat het onderzoek naar de kwaliteit en onderhoudstoestand van de bomen door deskundige bureaus heeft plaatsgevonden. Het streven is om alle bomen te behouden en de groeiomstandigheden niet of slechts minimaal te beïnvloeden. Waar mogelijk vindt ook herstel van de bomenrijen plaats door het aanplanten van vervangende bomen. Dit betekent, dat het wezenskenmerk van de ruimtelijke structuur van het gebied – de weide omzoomd door bomen- behouden blijft. Zoals in de toelichting en de presentaties van het landschapsontwerp steeds nadrukkelijk is aangegeven, vinden de ingrepen in de Kasteelweide op een subtiele en terughoudende wijze plaats. Deze maatregelen hebben tot doel de maatschappelijke functie van dit belangrijke groenelement in het hart van het dorp te versterken. Bestemmingsplan Kasteelweide

080-049

mei 2008

48

Dit betekent, dat er geen aantasting van de bomenstructuur van de weide door modernistische ingrepen plaatsvindt. Het argument om aan de noordkant van de Kasteelweide bebouwing te willen realiseren, is niet duidelijk. Als het gemeentelijk beleid daadwerkelijk gericht is op het behoud en waar mogelijk herstel van de historische buitenplaats, dan zou bebouwing aan de noordkant van de weide verboden moeten worden. Reactie gemeente De gemeente wil de Kasteelweide meer bij het dorp betrekken. Hiertoe is besloten om van de achterkant van de Kerkstraat een voorkant naar de Kasteelweide te maken. Hiermee wordt de omgevingskwaliteit van deze ruimte versterkt. Tevens wordt de woonfunctie in het hart van het dorp geïntensiveerd. In dit verband wordt er op gewezen, dat ook de provincie heeft aangegeven, dat deze ontwikkeling als passend in het provinciaal beleid wordt beoordeeld. Tevens heeft de Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten geen problemen met deze ontwikkeling. In het Beleidskader wordt de toepassing van de Monumentenwet 1988 gemist. Reactie gemeente Het beleidskader is aangevuld. Gewezen wordt op een vermeende tegenstelling. Als zich tijdens een frequent georganiseerde, grootschalige evenementen (6x per jaar) een parkeerdruk voordoet van 180 tot 200 auto’s, dan is een parkeervoorziening van 40 à 60 auto’s geen adequate oplossing. Reactie gemeente Er is geen sprake van een tegenstelling. Het parkeerterrein was bedoeld om de parkeerdruk op het centrum en de Wetering structureel op te vangen. De inzet van de Kasteelweide als tijdelijk parkeerterrein is noodzakelijk om de –veel grotere, tijdelijke parkeerdruk tijdens evenementen in de Wetering te kunnen opvangen. Overigens is het parkeerterrein vervallen. Naar de mening wordt met de aanleg van een parkeervoorziening aan de noordkant van de Kasteelweide een grote onevenwichtigheid geïntroduceerd. Ook wordt nader argumentatie gevraagd ten aanzien van de relatie tussen de geprojecteerde bebouwing en de Kasteelweide.


080-049

mei 2008

49

Reactie gemeente Het parkeerterrein is vervallen. De woningbouw wordt in de plantoelichting genoegzaam onderbouwd.

Gevraagd wordt in de voorschriften een aanlegvergunningenstelstel op te nemen voor eventuele nadere archeologische onderzoeken Reactie gemeente Aan dit verzoek is tegemoet gekomen.


080-049

mei 2008

50

9.

BIJLAGE LITERATUURLIJST

3.

Auteur G84 Bureau voor tuin- en landschapsarchitectuur Pius Floris Boomverzorging Vught G84= Maashees

4.

Grontmij Nederland BV

5

RAAP

6

Pouderoyen Compagnons

1. 2.

Titel Nota van uitgangspunten inrichting Kasteelweide te Loon op Zand Rapport Onderzoek tracé fietsverbinding Kasteelweide te Loon op Zand Opname laanbeplanting aan de Kasteellaan Verkennend bodemonderzoek locatie kasteelweide te Loon op Zand Kasteelweide in de kern Loon op Zand Archeologisch vooronderzoek: een bureau en inventariserend veldonderzoek Parkeerdrukmeting centrum Loon op Zand


080-049

mei 2008

Datum Juni 2005 Maart 2005 September 2004 December 2004 Januari 2005

Maart 2008

51

GEMEENTE LOON OP ZAND

Recommend Documents