Evaluatie vluchtelingenopvang Loon op Zand 30 juni 2016
Kaatsheuvel l Loon op Zand l De Moer
Inleiding Voor u ligt de analyse van de kwalitatieve gesprekken die zijn gevoerd naar aanleiding van de noodopvang van vluchtelingen op Droomgaard. Er is in totaal een drietal gesprekken met de samenleving gehouden in de periode 31 mei tot 7 juni met de volgende indeling: 1. (semi) Professionele organisaties 2. Omwonenden en buurtpreventieteams 3. Ouderen, ouders, jeugd en ondernemers
(31 mei) (1 juni) (7 juni)
Deze gesprekken zijn de basis voor de analyse die voor u ligt. Wij hebben deze groepen gevraagd om hun ervaringen te delen betreffende de noodopvang op Droomgaard. Hoe hebben zij het beleefd? Wat zijn de positieve punten en wat zijn kritische punten? Daar waar kritische kanttekeningen werden geplaatst is gezocht naar mogelijke oorzaken en verklaringen (beperkte analyse). Daarnaast zijn we met hen in gesprek gegaan welke kansen en bedreigingen zij zien als er wederom een vraag komt voor opvang binnen de gemeente Loon op Zand. Met de geboden opvang op Droomgaard in het achterhoofd, aangevuld met zaken die nog meer kunnen (gaan) spelen is een overzicht van leerlessen/aandachtspunten voor een mogelijke opvang in de toekomst beschreven. De gesprekken zijn gehouden met vier thema’s als leidraad: 1. Veiligheid en leefbaarheid 2. Voorzieningen 3. Integratie 4. Overig Deze indeling vindt u ook terug in dit document. In de analyse hebben we de rode draad uit al deze gesprekken gehaald. Tevens hebben wij de fotoverslagen1 van deze avonden bijgevoegd zodat u meer op detailniveau terug kan vinden wat er gezegd is. Niet onbelangrijk om te melden is dat iedereen die heeft deelgenomen aan de gesprekken, zowel deelnemers, gespreksleiders als toehoorders, deze als zeer prettig en zinvol heeft ervaren. De gesprekken zelf kunnen getypeerd worden als open, constructief en respectvol. Men voelde de ruimte om zijn of haar mening uit te spreken en er werd respectvol met ieders mening omgegaan. De sfeer was goed en heeft vruchtbare gesprekken tot gevolg gehad.
1
foto’s van de tijdens de gesprekken ingevulde sheets
Leeswijzer Tijdens de bespreking van de verschillende thema’s bleek dat de ervaringen rondom de opvang op Droomgaard in grote mate bepaalt hoe men de toekomst ziet rondom een eventuele nieuwe opvang van vluchtelingen. Het aangeven van de positieve en kritische punten van de opvang op Droomgaard was ook makkelijker dan het specificeren van de kansen en bedreigingen voor de toekomst. Richting de toekomst sprak men dan ook liever van aandachtspunten of leermomenten, die zowel een kans als een bedreiging in zich hebben. Dit heeft geleid tot een indeling van de analyse op de vier thema’s, en is per thema zowel de terugblik als de mogelijke toekomst weergegeven. Hierbij wordt specifiek ingegaan op de positieve en kritische punten van de opvang op Droomgaard en in aandachtpunten het toekomstperspectief weergegeven.
De gesprekken: algemene reacties Alvorens in te gaan op de verschillende thema’s, willen we graag eerst een aantal veel gehoorde, meer algemene, reacties met u delen. Deze zijn niet of in mindere mate in te delen in de vier thema’s, maar zijn zeker zo belangrijk in deze analyse. Deuk in vertrouwen in lokaal bestuur Als het gaat om de opvang van vluchtelingen op Droomgaard kan gezegd worden dat het nieuws in december insloeg als een bom. Mensen hadden het gevoel dat de opvang hen zogezegd ‘door de strot werd geduwd’. Het beeld daarbij is dat de gemeente zich onder druk heeft laten zetten door het COA. De betrokkenen bij de gesprekken vinden het jammer dat er geen inspraak is geweest voor de besluitvorming. Wat ook een extra zorg was, was de combinatie van de arbeidsmigranten en de vluchtelingen en wat het effect hiervan zou zijn. Hierdoor heeft het vertrouwen van de burgers in de gemeente als instituut een forse klap gekregen. Hier kwam ook nog eens de onjuiste informatie bij over samenstelling van de groep, het moment waarop de vluchtelingen kwamen en het al dan geen leefgeld krijgen, wat het vertrouwen verder geschaad heeft. Twijfel maakt plaats voor trots en herstel van vertrouwen Echter, na de opstart geeft men aan dat de opvang op Droomgaard goed verlopen is. Men is trots op de gemeente en op de gemeenschap, trots op de wijze waarop de opvang is verlopen. Deze trots richting gemeente komt voort uit het feit dat de gemeente na de opstart de zaken over het algemeen goed heeft opgepakt en ruim voldoende inzet heeft gepleegd op dit dossier. Hierdoor is ook het vertrouwen weer gegroeid. Trots is men op de samenleving doordat –in tegenstelling tot andere gemeenten in die periode- er geen escalatie is geweest. De samenleving was over het algemeen gastvrij en ook het vrijwilligersleven (zowel organisaties als individuen) heeft zich sterk ingezet voor de vluchtelingen. De prima samenwerking tussen de betrokken professionals2 In algemene zin in de samenwerking en informatie-uitwisseling door alle betrokken partijen zeer positief gelabeld. Men heeft ervaren dat we allemaal hetzelfde doel voor ogen hadden en dat bij iedereen de wil aanwezig was om de opvang goed te laten verlopen. Communicatie en informatievoorziening Veel van de gehoorde opmerkingen op ieder thema was het onderwerp ‘communicatie c.q. informatievoorziening’. Dit is een duidelijke rode draad in de gesprekken. Veel meningen en opmerkingen hangen ook nauw samen met informatie en verhalen (feitelijk of niet) die men tot zich heeft genomen. Vanwege de nauwe verbondenheid van ‘communicatie en informatie’ met de genoemde thema’s, hebben we communicatie niet als apart onderwerp benoemd, maar zie je het onderwerp in verschillende verschijningsvormen terug in de besproken thema’s. Een aantal algemene zaken over communicatie en informatievoorziening is wel dat de beelden die men heeft over de vluchtelingenproblematiek, de opvang van vluchtelingen en de vluchtelingen zelf, niet altijd op feiten berusten. Social media heeft hier een belangrijke rol in, maar ook ‘van horen vertellen’ en de vaak negatieve beeldvorming in de media spelen een rol. Dit draagt bij aan negatief (sfeer)beeld rondom de vluchtelingen, waarbij ook beelden van ongelijkheid, concurrentie met minder gefortuneerde Nederlanders, en “nu kan het ineens wel” een voedingsbodem vinden. Verder wordt in het kader van de informatievoorziening het kostenaspect van de vluchtelingenopvang veelvuldig genoemd. Er is grote vraag en onduidelijkheid over wat opvang in het algemeen en Droomgaard in het bijzonder nu daadwerkelijk kost en wie deze kosten voor zijn rekening neemt. 2
Hiermee wordt gemeente, politie, brandweer, Boa’s, wijkteam, GGD, ContourdeTwern en het COA bedoeld
Veiligheid en leefbaarheid: De positieve punten Angsten zijn niet bewaarheid In het kader van veiligheid en leefbaarheid was het meest besproken thema het veiligheidsgevoel tijdens de opvang op Droomgaard. Wat zeer regelmatig is uitgesproken, is dat de negatieve verwachtingen niet zijn uitgekomen. Er werd weinig tot niets gemerkt van de opvang. Sterker nog, deze goed is verlopen. De vooroordelen en angst bleken voor het merendeel ongegrond. Overigens werden ‘het goede verloop’ en ‘het niets merken van de opvang’ als voornaamste reden genoemd voor het niet ingaan op de uitnodiging voor deze gesprekken. De inzet van politie , Boa’s en andere betrokken instanties Het veiligheidsgevoel werd versterkt door de dagelijkse aanwezigheid van politie op het park en de regelmatige aanwezigheid van de wijkagenten, Boa’s en wijkteamleden in de omgeving. Ook het gering aantal meldingen c.q. incidenten en daarbij het kordate optreden van de politie zorgde voor een versterkt veiligheidsgevoel. De beveiliging op Droomgaard was tevens goed geregeld. De concentratie op 1 locatie werd door de professionals nog genoemd als een positief punt voor veiligheid en veiligheidsgevoel. Hierdoor kon ook meer efficiënt en effectief inzet gepleegd worden op deze locatie en de daarbij behorende omgeving. Dit geldt o.a. voor politie, BOA, wijkteam, GGD en de beveiliging o het park. Kanttekening die hierbij geplaatst is, is dat de wijkagent door deze aanvullende werkzaamheden minder tijd had voor andere ‘reguliere’ zaken. Aanpak signalen Signalen van verontruste burgers werden goed opgepakt zoals het plaatsen van een snelheidsbord, het aanpakken van de tunnel bij Duinlaan en het verzoek tot meefietsen met de scholieren van het Zilverlicht. Onbekend maakt onbemind Het veiligheidsgevoel groeide ook naarmate de vluchtelingen langer verbleven in het park. Dit heeft te maken met het begrip ‘onbekend maakt onbemind’. Naarmate de gezichten bekender werden, er positieve ontmoetingen ontstonden en acties door vluchtelingen zelf opgezet werden, namen de vooroordelen en de angst af. Communicatie rondom gebruiken De rol van het COA om de vluchtelingen te informeren, zoals de Nederlandse gebruiken rondom carnaval, werd als positief gezien.
Veiligheid en leefbaarheid: De kritische punten De groepsgrootte en samenstelling De groepsgrootte en de samenstelling van de groep (veel alleenstaande jonge mannen) zorgde voor een onveilig gevoel. Het straatbeeld veranderde hierdoor. Ondanks dat er vaak geen feitelijke aanleiding was, was er een onveilig gevoel. In dit kader werd ‘onbekend maakt onbemind’ ook genoemd: vooral in het begin was dit gevoel sterker vertegenwoordigd dan later in de opvangperiode. De negatieve rol van de media De media werd genoemd als belangrijke bron voor een gevoel van onveiligheid. Kranten en TV polariseerden de vluchtelingenproblematiek en opvang en veelal werden de negatieve verhalen
uitgelicht. Dit negatieve beeld sijpelt door in de samenleving en dit zorgde op voorhand al voor onrust, ongerustheid en negatieve denkbeelden. Social media versterkte het onveiligheidsgevoel juist meer tijdens de opvangperiode. Er waren veel zogenoemde ‘indianenverhalen’ op social media die vaak niet waar bleken te zijn. Dit bleken onder meer veel verhalen te zijn over diefstallen en bedreigingen. De consequenties voor de lokale bevolking De angst en vooroordelen hadden ook hun weerslag op de lokale bevolking die geen Europees uiterlijk heeft. Ook zij werden in sommige gevallen gezien als vluchteling en op een meer negatieve manier bejegend dan voor de opvang. Het niet kennen van elkaars gebruiken en regels Het niet kennen van elkaars normen, waarden, gebruiken en regels versterkt het onveiligheidsgevoel en verkeersoverlast. Voorbeelden die genoemd zijn: - het altijd in groepjes lopen van de vluchtelingen, - het pinnen in groepen en - op de weg of aan de verkeerde kant van de weg lopen, - het zonder verlichting fietsen en - onverantwoord oversteken van de weg. Overigens werd aangegeven dat het in groepsverband staan of bewegen altijd een gevoel van onveiligheid geeft, vluchteling of niet. Het feit dat vluchtelingen onverstaanbaar zijn, versterkt wel dit gevoel. Overhaast acteren op signalen De gemeente heeft in een aantal gevallen te snel gereageerd op emoties vanuit de samenleving, zoals het meefietsen met scholieren van het Zilverlicht. Deze acties zorgden juist voor meer onrust (met andere woorden: het zal wel nodig zijn, anders doen ze het niet). Denk op voorhand na over de effecten voor de lokale bevolking De gemeente had op voorhand meer aandacht mogen geven aan de effecten die de opvang heeft op de omgeving. Voorbeelden hierbij waren: - de verkeershinder, - de lange rijen bij het pinnen en - de drukte in de winkels. Nu is er wel (tijdelijk) aandacht Er leefde een gevoel dat ten tijde van de opvang ineens zaken wel opgepakt konden worden die al eerder waren gemeld (zoals overleg over de arbeidsmigranten en het snelheidsbord). Dit gaf een vervelend gevoel, alsof de eigen burgers minder belangrijk waren. Het feit dat het snelheidsbord ook direct na het vertrek van de vluchtelingen werd weggehaald, versterkte dit gevoel. Het missen van informatie over de incidenten Er werd informatie gemist over aantallen en soorten incidenten. Dit had er voor kunnen zorgen dat het beeld (positief) was bijgesteld. Dit naar aanleiding van alle geruchten en het pas verkregen overzicht van de daadwerkelijke incidenten.
Veiligheid en leefbaarheid: de toekomst Ten aanzien van het thema veiligheid en leefbaarheid leveren de bijeenkomsten voor de toekomst het volgende beeld op: Communiceer wat je weet en via verschillende kanalen De gemeente moet zich inspannen om betere informatie bij het COA te verkrijgen over de samenstelling, hoeveel en opvangduur van vluchtelingen. Laat ook weten dat je deze informatie niet weet of onvolledig is zodat je transparant en eerlijk bent richting de inwoners. Vooraf dient het verwachtingspatroon van de burger te worden gemanaged. Informeer inwoners over de samenstelling, herkomst, aantallen en de lengte van het verblijf. Gebruik hiervoor communicatiemiddelen die aansluiten bij de doelgroep. Is voor ouderen het lokale huis- aan-huis blad een belangrijke bron van informatie, jongeren vinden hun informatie meer in de social media. Stem je communicatie (instrument en boodschap) af op de beoogde doelgroep en hun informatiekanalen. Effectieve communicatie kan ervoor zorgen dat de beelden en verwachtingen van inwoners feitelijk en helder zijn en dat ze ‘voorbereid’ zijn op de aanwezigheid van ‘andere’ mensen in het dorp en bij de pinautomaat. Tevens moet de invloed (scope) van de media niet worden onderschat. De ervaring leert dat bij eventuele negatieve berichtgeving er een behoorlijke katalysator is voor het uitvergroten van gevoelens dan wel problemen. Probeer juist aan te sluiten bij (lokale) kranten/ journalisten. Een veilige omgeving is een voorwaarde Van belang is om een veilige omgeving te realiseren. Allereerst geldt dit voor de opvanglocatie. Deze moet aan alle bouw- en brandeisen voldoen. Zorg ook voor een veilige omgeving rondom de opvanglocatie. Een tip is om omwonenden en buurtpreventie hierbij te betrekken. Niet alleen omdat zij direct omwonenden zijn en een direct belang hebben bij een ordentelijke gang van zaken, maar ook kunnen zij zich als vrijwilliger optreden. Het extra plaatsen van verkeersborden en prullenbakken en de aanwezigheid van politie als middel om de veiligheid en het veiligheidsgevoel toe te laten nemen worden als effectief beschouwd. Organiseer kennismakingen In het kader van onbekend maakt onbemind wordt aangeraden om met elkaar kennis te maken. Hiermee doorbreekt je het dogma van de vreemdeling (onbetrouwbaar, eng, profiteur). Vrijwilligers/omwonenden kunnen kennis maken met vluchtelingen en vice versa. Deze informatie/kennismakingsbijeenkomsten moeten ook een element in zich dragen over de geldende waarden en normen (verkeersregels, aanspreekvormen, gedragsnormen) in Nederland. Deze waarden en normen gelden voor alle inwoners van Nederland en ook voor vluchtelingen. Hierbij is ‘taal’ een noodzakelijk voorwaarde om verbinding tussen verschillende partijen te leggen. De aanwezigheid van tolken is hierbij van belang. Daarnaast moet er aandacht zijn voor geestelijke en fysieke ondersteuning van vluchtelingen. Insteek (veiligheid vs. integratie) bepaalt de locatie Bij het thema binnen of buiten de kern zijn 2 duidelijke lijnen te herkennen. 1. Bij opvang in het buitengebied kiest de gemeente voor geen/verminderde integratie en legt het accent op het welzijn van de eigen inwoners. Inwoners moeten zo min mogelijk ‘last’ hebben van de maatregel. 2. Bij opvang in de kern/ woonwijk kiest de gemeente duidelijk voor het accent van integratie. Hierbij is het van belang dat naar de samenstelling van de groep vluchtelingen wordt
gekeken. Deze moet ook een afspiegeling zijn van de maatschappij. Deze keuze heeft direct invloed op omwonenden en vooraf moet duidelijk getoetst worden of hiervoor draagvlak is. Bij beide opties geldt dat er gepleit wordt voor een pinautomaat op of in de directe nabijheid van de opvanglocatie. Middellange termijn heeft de voorkeur Daarnaast is er een voorkeur voor langdurige opvang (2-5 jaar). Dit heeft een aantal redenen. Allereerst vindt men dat mensen niet blijvend rondgereden moet worden (van locatie naar locatie). Dit bevordert de integratie niet en is bovendien mensonterend. Een tweede reden die gegeven wordt is dat de voorzieningen en faciliteiten die voor vluchtelingen worden geregeld/ opgebouwd een bepaalde doorlooptijd moeten hebben om te renderen. Denk hierbij aan het organiseren van activiteiten op sportclubs, de organisatie van dagbesteding, onderwijs mogelijkheden etc. Al deze voorzieningen worden opgebouwd en moeten eerst worden ingeregeld. Na verloop van tijd zal dit effectief en efficiënt zijn. De groepsgrootte is van veel factoren afhankelijk Ten aanzien van de grootte van de groep zijn de opmerkingen diffuus. De keuzes voor groot dan wel klein worden met name bepaald door (a) de mate van integratie die men voor ogen heeft en (b) (on)veiligheidsgevoelens. Het voordeel van een grote groep is de beheersbaarheid op korte termijn. COA zorgt voor de faciliteiten en indien er goede voorzieningen op de locatie zijn biedt dit een bepaald overzicht. De aanname is dat de vluchtelingen minder geneigd zijn de opvanglocatie te verlaten. Dit beheersmatige aspect zal op termijn minder worden omdat de vluchtelingen zich toch binnen het dorp/gemeenschap gaan begeven. Een grote groep heeft men liever in het buitengebied. Terwijl bij een kleinere opvang (90-150) er meer tijd kwijt is bij de voorbereiding. Denk hierbij aan de zoektocht naar een goede locatie en het in kaart brengen van de scenario’s (wat zijn de gevolgen voor de direct omwonenden).De aanname is dat een kleine opvanglocatie in een kern/woonwijk kan worden gerealiseerd. Er lijkt onder de inwoners een voorkeur te bestaan voor een opvanglocatie in het buitengebied. Een aandachtspunt dat de inwoners ook meegeven is dat er goed moet worden gekeken naar de samenstelling van de groep. Zeker als men het aspect van integratie meeneemt in de overweging om vluchtelingen op te vangen. Daarnaast doet men de aanbeveling dat bij de zoektocht naar een eventueel geschikte locatie gekeken worden naar de sociaaleconomische kenmerken van de omwonenden (wijk). Reden hiervoor is dat er behoorlijk geïnvesteerd wordt in vluchtelingenopvang en aanverwante voorzieningen dat dit wellicht gevoelig kan liggen bij sommige kwetsbare doelgroepen in de samenleving. Tenslotte moet bij de overweging van de grootte van de groep meetellen in hoeverre de politie inzetbaar is en bovendien in het dorp zichtbaar aanwezig kan zijn. Dit is een noodzakelijke voorwaarde om een positief veiligheidsgevoel te realiseren. Homogeniteit heeft de voorkeur Een homogene groep vluchtelingen heeft de voorkeur boven groepen uit verschillende landen omdat er maar op één groep is waarop je moet richten en er geen differentiatie (t.a.v. taal, gewoonten, cultuur) hoeft plaats te vinden. In de openbare ruimte geeft dit meer houvast bij ontmoetingen met inwoners.
Integratie: de positieve punten Het doen van vrijwilligerswerk Veel vrijwilligers hebben zich aangemeld om samen met de vluchtelingen activiteiten op te zetten. Uiteindelijk zijn er ook veel vrijwilligers ingezet, zeker gezien de korte periode. Onder andere de kledinginzameling was een groot succes. Er was ook veel waardering voor ieders vrijwillige inzet, zowel vanuit COA en gemeente maar zeker ook vanuit de vluchtelingen zelf. Het doen van vrijwilligerswerk liet de betrokkenheid van burgers en de gemeenschap als geheel zien. Ook de vluchtelingen zelf hebben zich als vrijwilliger ingezet bij onder meer de voedselbank en het organiseren van activiteiten zoals de omgeving schoonmaken en het bijhouden van tuinen voor mensen die dat zelf niet meer kunnen. Er werd bij de vluchtelingen ook een bereidheid gevoeld om zich in te zetten, ook al mocht het soms niet vanuit de regelgeving. De dankbaarheid van de vluchtelingen voor het feit dat ze opgevangen werden, was goed zichtbaar. Het volgen van de door vrijwilligers gegeven Nederlandse lessen had een driedubbele positieve uitwerking: de vrijwilligers die lesgaven vonden het leuk om te doen, de vluchtelingen zelf vonden het prettig de taal te leren en het had een positief effect richting de samenleving doordat de vluchtelingen zichzelf verstaanbaar konden maken. Vrijwilligerswerk als dagbesteding De opgezette activiteiten worden gezien als een goede (gedeeltelijke) dagbesteding voor de vluchtelingen en een goede manier om te integreren in de samenleving.
Integratie: de kritische punten De communicatie rondom het vrijwilligerswerk Het informeren en inzetten van het grote aanbod van vrijwilligers bleek in de situatie van Droomgaard niet helemaal goed te verlopen. Er werd weinig gecommuniceerd over en met de vrijwilligers. In het begin hebben zich veel vrijwilligers aangemeld met het idee dat ze snel ingezet zouden worden. Het heeft lang geduurd voordat de communicatie en inzet tot stand kwam. De motivatie bij de spontaan aangemelde vrijwilligers wordt door gebrek aan informatie en coördinatie negatief beïnvloed. Niet alle vrijwilligers zijn hierdoor ingezet en dat is een gemiste kans. Het COA was ook enkel actief rondom vrijwilligerswerk op het park of door de vluchtelingen zelf. Vrijwilligerswerk als dagbesteding Men vond de dagbesteding die de vluchtelingen geboden werd, te gering. De rol van het COA werd wel gemist bij bijv. begeleiding van vluchtelingen naar sportclubs. De noodzaak van een VOG Er werden tevens vraagtekens gezet bij de noodzakelijkheid van een VOG (Verklaring Omtrent Gedrag) voor vrijwilliger. COA hanteert deze regels, maar nut en noodzaak waren niet duidelijk, vooral gezien de tijd die dit vergt. Heterogeniteit als belemmering van integratie Doordat er zoveel verschillende nationaliteiten op het park aanwezig waren werd de onderlinge integratie ook niet bevorderd. Men spreekt hierdoor niet dezelfde taal en heeft andere normen en waarden, gewoonten en gebruiken. Het feit dat er ook vluchtelingen uit veilige landen werden opgevangen, werkt niet bij aan de integratie met de samenleving.
De opvang was te kort voor integratie. De opvang op Droomgaard duurde te kort om integratie echt op gang te krijgen. Tevens was een aparte school voor de vluchtelingenkinderen in het kader van integratie niet de beste oplossing, alhoewel men op andere thema’s juist wel de voordelen ziet van een aparte school.
Integratie: de toekomst Betrek je inwoners bij de besluitvorming en blijf informeren Er zijn duidelijke kansen ten aanzien van het betrekken van inwoners bij de totstandkoming van besluiten rondom de opvang van vluchtelingen. Betrek inwoners bij het voortraject. Laat ze input geven ten aanzien van aantallen, samenstelling, herkomst, duur. Hierdoor betrek je ze bij de totstandkoming van besluitvorming en geef je hun een positie als partner die gehoord wordt. Informeer hen ook over dilemma’s en knelpunten. Openheid en eerlijkheid zij hierbij kernwoorden. Informeer een ieder over de samenstelling, herkomst van de vluchtelingengroep en maak verschil tussen statushouders en doortrekkers. Kortom er moet actieve communicatie zijn op scholen/ verenigingen waarbij aangesloten wordt bij de taal van de doelgroepen (jongeren). Daarnaast actieve en juiste communicatie naar bewoners en vluchtelingen. Maak hierbij gebruik van de al bestaande netwerken. Denk goed na over de locatie Waak voor negatieve beeldvorming/ berichtgeving. Let op dat inwoners met een laag inkomen niet het gevoel krijgen dat vluchtelingen worden voorgetrokken. Hierbij geldt dat bij de toewijzing van een eventuele locatie gekeken moet worden naar de sociaaleconomisch kenmerken van de omgeving. Denk vooraf na over integratie en inzet vrijwilligers Maak vooraf een goed communicatieplan, een integratieplan en een dagbestedingsprogramma. Hierdoor kan de grote groep vrijwilligers die zich zullen aanmelden op een goede en snelle wijze worden ingezet en hen heb je nodig bij het uitvoeren van je integratie beleid. Hiermee geef je de vrijwilligers ook een goed gevoel. Realiseer ook een goede dagbesteding. Verveling is de doodsteek van integratie. Hierbij wordt ook de suggestie gedaan dat vluchtelingen ook vrijwilligerswerk kunnen doen en kunnen worden ingezet ten behoeve van het dorp. Hiermee zijn al goede ervaringen opgedaan (bijv. zwerfvuil opruimen). Het (mogen) betrekken van vluchtelingen bij vrijwilligerswerk leidt teven tot een betere beeldvorming en voor de vluchteling het gevoel “iets terug te mogen doen”. Deze wederkerigheid werd ook in de gesprekken als zeer positief bestempeld. De (landelijke) regels zijn mogelijk strikt, wellicht dat door vroegtijdige inventarisatie en discussie met COA toch een activiteitenplanning kan worden opgesteld. Gesuggereerd wordt om te onderzoeken of dit binnen het (financiële) domein van welzijn te organiseren is. Aandacht voor onderwijs Besteed nadrukkelijk aandacht voor onderwijs. Dit is een noodzakelijke voorwaarde. Zorg voor een goede communicatie over onderwijsvoorzieningen. Het COA moet het schoolbestuur beter informeren en schoolbestuur moeten de Nederlandse ouders informeren. Heb oog voor de begeleiding van (Nederlandse) schooljeugd. Maak een instructie voor kinderen (vluchtelingen) hoe school in elkaar steekt. Tevens is in het kader van integratie er een voorkeur voor een werkbare vorm van instroom in de reguliere onderwijslocaties.
Integratie vraagt om een kleine locatie binnen de kern Vanuit het oogpunt van integratie heeft een kleine locatie, binnen de kern/woonwijk met een langdurig karakter de voorkeur. Hierdoor kan je sneller verbinden en komt de kwaliteit van onderwijsvoorzieningen, dagbesteding etc. ten goede. Organiseer kennismakingen met elkaar en leer elkaars regels en gebruiken Er wordt ook gepleit voor een actieve kennismaking met vluchtelingen. Hierdoor krijgen de vluchtelingen de kans om over hun herkomst en reden van vlucht te praten. Ze krijgen een gezicht en kunnen bovendien een persoonlijk verhaal vertellen en dit geeft een prikkel op meer begrip en bovendien bevordert dit het veiligheidsgevoel. Geef als gemeente ook ruimte voor initiatieven die op een lager niveau worden georganiseerd (straat-of buurtniveau). Bijvoorbeeld samen koken, BBQ, straatvoetbal toernooi. Een “kennismaking op locatie” tussen bewoners en vluchtelingen en een rondleiding op de locatie worden tevens als mogelijkheden geopperd voor de vraag naar informatievoorziening en meer wederzijds begrip. Degenen die er geweest zijn, kunnen dan ook vanuit hun eigen ervaring spreken. Soms zelfs als vaandeldrager optreden. Als het gaat om integratie binnen de lokale samenleving, wordt tevens gepleit voor kennis en aanpassing aan de gewoontes en regels die in Nederland gelden. Om de integratie te bevorderen, werd wel aangegeven dat het goed was als de lokale bevolking op een of andere manier kennis kan nemen van de gewoonten en gebruiken van de vluchtelingen, zodat er begrip ontstaat.
Voorzieningen: De positieve punten Sober maar doelmatig De deelnemers aan de gesprekken waarderen het dat de gemeente op een praktische manier heeft gekeken naar wat nodig was aan voorziening voor de vluchtelingen. Ze gaven aan dat de voorzieningen sober maar doelmatig waren georganiseerd. Ook de communicatie over de voorziening is positief ervaren. Droomgaard als opvanglocatie met goede voorzieningen Droomgaard wordt gezien als een goede locatie voor de noodopvang. De investering in -en de aandacht voor- de brandveiligheid van de opvanglocatie wordt hierbij genoemd. Met name de opvang in chalets wordt gezien als positief voor zowel de vluchtelingen als de ontvangende omgeving. Gezinnen bleven bij elkaar en alleenstaanden hadden de beschikking over een eigen kamer. Dit betekende geen maximale vulling van de chalets en deze bewuste actie vanuit het COA wordt zeer positief beoordeeld. Hierdoor ontstond rust en privacy. De verwachting is dat hierdoor ook minder incidenten zijn ontstaan. Vanwege het verblijven in de chalets werd een gedeelte van de dagbesteding van de vluchtelingen vanzelf ingevuld: men moest zelf boodschappen doen, koken en schoonmaken. De voorzieningen op de locatie zorgde voor minder overlast voor de samenleving. Hierbij zijn de mogelijkheid tot ontmoeting en samen dingen doen genoemd, maar ook de aanwezigheid van een WIFI point. De (tijdelijke) aanwezigheid van de jeugdgezondheidszorg en de huisarts / medische ondersteuning op de locatie is ook als positief punt genoemd. De opvang was tot 1 april waardoor het geen belemmering vormde voor het recreatieseizoen. Het organiseren van het onderwijs Het onderwijs was snel geregeld voor zowel basis als voortgezet onderwijs. Door dit buiten de opvanglocatie te organiseren werkt dit positief door in de integratie van de vluchtelingen(kinderen). Er ontstonden spontane contacten met de overige gebruikers van de Werft. De begeleiding van de kinderen die naar het primair onderwijs gingen is ook als positief punt genoemd. Voorzieningen in het dorp De vluchtelingen hebben regelmatig gebruik gemaakt van de bibliotheek om Nederlands te leren. Dit deed men door onder andere eenvoudige kinderboeken te gaan lezen. Men verwacht dat de ondernemers en winkeliers commercieel voordeel hebben gehad aan de noodopvang.
Voorzieningen: De negatieve punten De rol van de Oostappengroep De opvang van de vluchtelingen op Droomgaard wordt gezien als een slim staaltje commercieel gewin van de Oostappengroep. In de periode dat er minder arbeidsmigranten aanwezig zijn vang je vluchtelingen op. De gecombineerde opvang van deze groepen worden daarmee communicerende vaten en de opbrengsten voor de verhuurder lopen continu door. Men had vraagtekens bij de combinatie van vluchtelingen en arbeidsmigranten op dezelfde locatie Het ontbreken van een avondklok en een centraal punt Het ‘rondzwerven’ van vluchtelingen in het dorp en in de omgeving van Droomgaard vond men met tijden onprettig. Er waren geen afspraken gemaakt dat de vluchtelingen vanaf een bepaalde tijd niet meer van de locatie af mochten (avondklok). Dit werd door een aantal mensen als wenselijk ervaren.
Doordat er geen goed centraal punt was om elkaar te ontmoeten en activiteiten te ondernemen op de locatie ontstonden er nu groepen op straat / bij de ingang van de locatie. Deze twee laatste punten zijn extra in beeld gekomen omdat het COA met opvang van grote aantallen werkt. Minimaal 200 tot 300 vluchtelingen bij elkaar wordt al als groot ervaren. Het ontbreken van pinautomaten op locatie In het dorp werd veel gebruik gemaakt van de pinautomaat die hierdoor soms overvraagd werd. De vluchtelingen kwamen vaak in groepjes pinnen. Dit zorgde voor een onveilig gevoel bij de inwoners. De impact op het onderwijs Het onderwijs was niet op locatie geregeld en de afstand was zo groot dat het kinderen van het basisonderwijs begeleid moesten worden. De periode waarin onderwijs werd gegeven was heel kort. Voor de betrokken leerkrachten was het een intensieve en emotionele periode. Met name toen de vluchtelingen vertrokken naar een andere opvanglocatie had dit veel impact op de vluchtelingen die er nog wel waren, maar ook op de leerkrachten. Voor een aantal leerkrachten was dit hun eerste klus na hun opleiding. De administratieve processen hebben veel tijd gekost voor de relatief korte periode dat het onderwijs gegeven is. Bij onze inwoners is het beeld ontstaan dat er leerkrachten onttrokken zijn aan het reguliere onderwijs. Dat was overigens niet zo. Er zijn mensen ingezet die ruimte hadden in hun aanstellingsomvang en er zijn extra leerkrachten aan getrokken. De zorg is laat opgestart. Het was beter geweest als de jeugdgezondheidszorg en de huisarts vanaf de eerste instroom van vluchtelingen beschikbaar was geweest. Vanuit de inwoners zijn vraagtekens geplaatst of het noodzakelijk was om voor alle kinderen het inentingsprogramma aan te bieden. Een gevoel van een voorkeurspositie van vluchtelingen Er wordt kritisch gekeken naar alle voorzieningen die voor de vluchtelingen worden geregeld. Het beeld bestaat dat er voor de vluchtelingen meer geregeld wordt en beschikbaar is dan voor onze eigen inwoners. Hierbij worden zaken genoemd als onderwijs (met name voor oudere jeugd), sport, jeugdactiviteiten, ondersteuning bij het vinden van een baan, leefgeld, etc. Wie draagt de kosten? Er is onduidelijkheid over de kosten die gemaakt zijn voor de opvang op Droomgaard. Deze inzage zou er alsnog moeten komen, evenals wie de kosten betaalt. Dit zou goed gecommuniceerd moeten worden.
Voorzieningen: de toekomst Communicatie c.q. informatievoorziening In vrijwel alle gesprekken komt het thema verwachtingspatronen/informatievoorziening als een verbeterpunt naar voren. Daarbij gaat het in eerste instantie om juiste feitelijke informatie zoals opvangperiode, locatie, voorzieningen ( al of niet op locatie) en groepssamenstelling (leeftijd en herkomst). Om de gemeenschap goed voor te bereiden is echter ook informatie op andere terreinen gewenst. Het feit dat er - (meer) groepen vluchtelingen door de kern lopen, - er bij de pinautomaat rijen staan en daar soms hulp aan de vluchteling nodig is, - door deze groepen in de supermarkt boodschappen worden gedaan, moet men wennen aan de nieuwe situatie. Dit nieuwe straatbeeld kan met name in het begin bij ouderen onbedoeld een gevoel van onveiligheid oproepen; afstemmen van verwachtingspatronen vooraf kan hierbij ondersteunend werken.
Aandachtspunt vormt de communicatie vanuit verschillende bronnen en/of organisaties , daarbij vaak niet volledig of consistent met elkaar. In die zin worden “eenduidige aanspreekpunten” bij de gemeente (accounthouders voor deelonderwerpen) vanuit de gemeenschap zeer gewaardeerd. Locatiekarakteristieken In relatie tot de locatiekeuze voor toekomstige opvangvoorzieningen komt uit de gesprekken geen eenduidige visie naar voren. Rode draad is dat de verblijfsperiode daarin een belangrijke rol speelt. Gaat het om tijdelijke opvang ( 0-6 maanden) , dan is een grote locatie met voorzieningen, buiten de kernen goed hanteerbaar. Wanneer duidelijk wordt dat het verblijf langer gaat duren, wordt het kostenaspect ( rendabele voorzieningen t.b.v. onderwijsvoorziening, sport) maar ook integratie belangrijker. Voor langer verblijf lijken daarom kleinere groepen dichter of in woonkernen ook goed voorstelbaar. Kleinere locaties zijn beter voor kwaliteit, leefbaarheid en integratie. Over een uitwerking van het begrip “klein” bestaat geen eenduidige visie: minder dan 200 tot 500. Bij integratie speelt de vraag: in hoeverre lonen activiteiten de moeite als men de stimulering van integratie afzet tegenover de verblijfsperiode. Met name vanuit de invalshoek integratie dient de afweging omtrent de realisatie van voorzieningen op de locatie, versus vervoersmogelijkheden naar de bestaande voorzieningen( winkels, onderwijs, sport) in de kernen aandacht. Het gebruik van bestaande recreatievoorzieningen roept de vraag op in hoeverre hiermee impliciet niet een permanente situatie wordt nagestreefd. Daardoor zou dus een fundamentele wijziging in functietoekenning /bestemming moet worden geaccepteerd. Het toerisme in de gemeente zou daarmee ongewenst in de verdrukking kunnen komen. In die zin wordt voor de toekomst liever de inzet van gemeentelijke eigendommen t.b.v. de opvang van vluchtelingen gezien, dan de inzet van particuliere eigendommen. Dat betekent voor de gemeente een actieve zoektocht naar geschikte opvangplaatsen (eigendom gemeenten, financiën beter in de hand te houden) i.p.v. gebruik van particuliere campings. Onderwijs- en zorgvoorzieningen Bijzonder aandacht wordt gevraagd voor onderwijsvoorzieningen en het in bestaande schoolklassen opnemen van kinderen van vluchtelingen. Ook hier ligt een verband met de verwachte verblijfsperiode (opvang 2-6 maanden) tot en met het afwachten besluitvorming verblijfsvergunning (12-15 maanden). Het goed kunnen instromen op scholen vergt dat kinderen een basiskennis hebben van: • de hier gebruikelijke omgangsvormen (ook tussen kinderen) • “beperkt taalmachtig” zijn ( de juf om hulp kunnen vragen). Omdat dat gezien de onbekende en wisselende opbouw van de groep vluchtelingen niet vanzelfsprekend is, kan de inrichting van een “voorportaal” voor instroming in onderwijsvoorzieningen , waarbij basis taalkennis en omgangsvormen worden uitgelegd, nadrukkelijk wenselijk zijn en problemen voorkomen. Door eerder een beeld te hebben van de behoefte aan onderwijs- en zorgvoorzieningen gezien de opbouw van de groep vluchtelingen( leeftijd, samenstelling) nodig is, kan zowel het verwachtingspatroon alsook de aanwezige voorzieningen beter voorbereid worden. Sociaal maatschappelijk leven. Het verdient aanbeveling om de vluchtelingen na aankomst eveneens van informatie te voorzien over waar, in welke gemeenschap en cultuur men terecht gekomen is. De informatie dient zich te richten op opgangsvormen, omgaan met huisvuil, verkeersregels. Daarnaast kan ook helder gemaakt worden dat Nederland niet altijd beter is dan het thuisland (gelukszoekers ontmoedigen). Procedures voor economische vluchtelingen moeten zo snel mogelijk gelopen worden, zodat zij geen bedden bezet houden voor mensen die deze echt nodig hebben.
Aanbod van vrijwilligers coördineren en verzilveren. Het verdient dan ook aanbeveling om vooraf reeds over vraag en aanbod te hebben nagedacht, over een (contacten-)netwerk te beschikken en snel te kunnen informeren en schakelen. Breng vooraf de verwachte behoefte aan activiteiten voor vrijwilligers zo goed mogelijk in beeld. Door vooraf ook het aanbod (vele vrijwilligers hadden zich gemeld met een uiteenlopend aanbod: basis-taal, begeleiding, verkeer, voorzieningen, etc.) in beeld te brengen, kan makkelijker geschakeld en beter gecommuniceerd worden. Dat geldt ook voor de inzet/betrokkenheid vanuit het verenigingsleven ( carnaval, kunst, cultuur, sport, muziek). Speciale behandeling of gelijke status? Een nadrukkelijk aandachtpunt vormt de positie van vluchteling in relatie tot de minder gefortuneerde medeburgers in de samenleving, voornamelijk waar het gaat om regelingen en voorzieningen (bijv. uitkering, werk, woning). Beelden van voorkeursbehandeling verminderen het draagvlak voor de opvang en kunnen onbedoeld spanningen oproepen. Informatie en communicatie hierover is dus van groot belang, ongeacht de periode van opvang.
Overig: De positieve punten Communicatie met de samenleving Er zijn veel positieve opmerkingen gemaakt over de (wijze van) communiceren tijdens de noodopvang. Door wekelijks nieuwe berichten te plaatsen was de informatie steeds actueel, informatief en effectief. Er is veel waardering dat de gemeente maar ook andere betrokken partijen beschikbaar en aanwezig waren tijdens de informatiebijeenkomsten in december om informatie te verstrekken en vragen aan te stellen. De bijeenkomsten met de omwonenden ten tijde van de opvang zijn positief ervaren. Er was voor iedereen ruimte om zijn/ haar mening te geven. Het wordt gewaardeerd dat alle betrokken partijen (COA, gemeente, politie) hierbij aanwezig waren. Met name de aanwezigheid van de burgemeester heeft veel goed gedaan, zeker ook in het herstellen van het vertrouwen in het lokale bestuur. De direct omwonenden hebben behoefte aan overleg, ze zijn niet uit op het voeren van actie, maar willen wel graag gehoord worden. Communicatie met de media De lokale media zijn bewust uitgenodigd en dichtbij gehouden. Hierdoor is de berichtgeving van onze reguliere mediacontacten constructief geweest en gebaseerd op feiten.
Overig: De negatieve punten Negatieve effecten vanuit de (landelijke) media In tegenstelling tot de positieve lokale media stond (het effect van) de landelijke media aandacht voor de noodopvang en de vluchtelingenopvang in zijn algemeenheid. Zowel de landelijk media en social media veroorzaken polarisatie en opruiing door het schetsen van negatieve beelden van / over vluchtelingen. Er stonden tegenstrijdige berichten in de krant. De deelnemers aan de gesprekken staan ook negatief ten opzichte van een aantal reacties op internet n.a.v. persberichten. Ook gingen er de nodige spookverhalen rond. Onjuiste informatie door de gemeente De informatie die voor en aan het begin van de opvang door de gemeente werd verstrekt klopte niet altijd (data, aantallen, samenstelling geld). Hierdoor waren er andere verwachtingen van bewoners betreffende de opvang. In het begin werd de informatiestroom ook als ‘rommelig’ bestempeld en slecht voor de beeldvorming. Bewoners vroegen zich af of de gemeente wel ‘in control’ was. Besluitvorming Het COA heeft eerst met Oostappengroep gesproken voordat gemeente werd gekend in de wens om Droomgaard te gebruiken voor vluchtelingenopvang. De algemene mening is dat dit de verkeerde volgorde is, dit hoort andersom te gebeuren. Een aantal mensen vindt dat Nederland überhaupt te snel een beslissing heeft genomen over de opvang van vluchtelingen. Daardoor wordt de voorliggende vraag of we tot opvang in deze gemeente over moeten gaan niet meer gesteld. Ook wordt de vraag gesteld of er nog ruimte is voor een lokaal standpunt nu er een landelijke taakstelling ligt voor de opvang van vluchtelingen. Men heeft het idee dat het je als gemeente nu ook overkomt. Als gemeente heb je de vluchtelingenproblematiek niet in de hand. Een andere vraag die speelt is of het nodig was om de bestemming van Droomgaard als recreatievoorziening aan te passen. En kan dat dan zomaar. Als inwoners een bestemmingswijziging willen moeten er meestal lange procedures gevolgd worden.
Verder werd de demonstratie op 26 maart niet positief beoordeeld, mede vanwege het gering aantal demonstranten uit deze gemeenschap.
Overig: de toekomst Openheid: vertel ook wat niet goed gaat Door snel te communiceren over voorvallen op de opvanglocaties of met vluchtelingen in het algemeen wordt uitgestraald dat er adequaat gehandeld wordt en ongewenst gedrag, net als bij de overige burger, niet wordt geaccepteerd. De waardering van de communicatie, wekelijkse up dates over voorvallen etc. , werd nadrukkelijk geuit. Deze openheid werkt positief door naar de gemeenschap, zo leert de ervaring en verdient dus navolging bij toekomstige situaties. Sturing van de opvang (?) “Wie bepaalt waar, wanner en hoe de opvang vorm en inhoud krijgt “ en in hoeverre zijn gemeente en gemeenschap hierbij betrokken en in staat invloed uit te oefenen? Tijdens de gesprekken overheerste de opvatting dat het landelijke COA hierin in grote mate bepalend is. Tenslotte maakt(e) die de afspraken en niet de gemeente. In hoeverre er echt sturing vanuit de gemeente mogelijk is, wordt mede gezien de ervaringen met Droomgaard, sterk betwijfeld. Dat leidt tot vraagstukken als: Is de beschikbaarheid/capaciteit van een locatie bepalend, of wordt de omvang van de te huisvesten groep vluchtelingen (ook) bepaald door de mate waarin de gemeenschap de groep kan ”opnemen”? Werk proactief: stel draaiboeken op en voorkom “overval - gevoel”. De omvang van de vluchtelingenstroom in Nederland in de periode najaar 2015-voorjaar 2016 verraste gemeenten en hun burgers, en leidde tot een noodzaak van snel handelen van de verantwoordelijke overheid. Het vraagstuk van de opvang van vluchtelingen lijkt echter een vraagstuk dat in de toekomst vaker zal voorkomen. Het zou dan ook goed zijn om beter voorbereid te zijn en als het ware als gemeente/gemeenschap al een aanpak op de plank te hebben liggen. De aandacht gaat daarbij uit naar twee uitwerkingen: • een plan voor opvanglocaties en dan voor de middellange termijn ( maak 5 jarenplan); • plannen voor de diverse porcessen bij een daadwerkelijke opvang: -communicatieplan - vrijwilligers-coördinatieplan - accounthouders binnen gemeenten en aanspreekpunten bij vrijwilligers organisaties. Belangrijkste suggestie: gebruik de opgedane ervaring van voorjaar 2016 om (beter) voorbereid te zijn als gemeente en de burger beter te (kunnen) informeren om zo verwachtingspatronen te managen.
Bijlage: fotoverslagen 31 mei: groep 1
31 mei: Groep 2
1 juni: Groep 1
1 juni: Groep 2
7 juni: Groep 1
7 juni: Groep 2
7 juni: Groep 3
7 juni: Groep 4
Bezoekadres
Het Klavier Anton Pieckplein 1, Kaatsheuvel