Nr. 2 - Donderdag 11 oktober Wmo nieuwsbrief
MO-zaak en Van Brederode bundelen hun krachten
‘Samen zijn we sterk!’ In het vorige nummer van MO-zaken introduceerden we het praktische hulpmiddel van organisatie- en adviesbureau Van Brederode, dat gedrag en vaardigheden van medewerkers meet en prestaties kan beïnvloeden. Sinds begin dit jaar werkt het bureau samen met de MO-zaak. ‘Alleen werken is niet meer van deze tijd,’ zegt Rik van Brederode. ‘Als je samenwerkt, haal je het beste uit de mens naar boven. Vandaar dat we begin dit jaar met de MO-zaak wilden onderzoeken hoe we onze gezamenlijke krachten kunnen bundelen. Wat zijn onze sterke punten en hoe kunnen we die samen inzetten in de wereld van de zorg? Wij hebben een praktisch hulpmiddel om gedrag en vaardigheden te meten, de MO-zaak heeft weer connecties. Wij weten veel over de jeugdzorg, zij weten veel van de AWBZ, dat is een prima combinatie om opdrachten samen uit te voeren.’
Visie Het is zo goed als zeker dat de jeugdzorg en AWBZ overgaan naar de Wmo en dus komen die taken bij gemeenten en zorginstellingen terecht. ‘Om te zorgen dat zij straks goed voorbereid aan de slag kunnen, zitten we nu al bij ze aan tafel,’ zegt Van Brederode. Want wie denkt dat hij met een cursus Wmo in twee weken tijd is gekanteld, komt van een koude kermis thuis. Zo werkt het niet, stelt hij. ‘Zo’n grote verandering vergt gedragsverandering, dat krijg je niet voor elkaar in een cursus van een dag; je moet de medewerkers coachen. Die visie deelt de MO-zaak met ons, vandaar dat we samen aan tafel zitten bij gemeenten en zorgaanbieders. Onze methode maakt het niveau van de medewerkers inzichtelijk, waardoor je precies kunt zien hoe ze zich ontwikkelen en daardoor uiteindelijk beter presteren.’
Voeten in de klei
Rik van Brederode
De samenwerking met de MO-zaak is niet alleen efficiënt – twee weten meer dan één – maar beide partijen vergroten ook hun netwerk. Een ander groot voordeel, stelt Van Brederode. ‘Wij vinden dus altijd de juiste expertise voor onze klant. Ik ken de mensen van de MO-zaak, en zij kennen de mensen van Van Brederode. We hebben allebei kennisexperts in huis, we geven opleidingen, zonodig kunnen we elkaars coaches inzetten en we staan ook allebei met onze voeten in de klei. We weten dus niet alleen theoretisch hoe het zit, maar we ervaren de praktijk elke dag zelf. Daardoor, en door onze samenwerking hebben we een sterke positie in de markt.’
Meer informatie? Wilt u reageren op een artikel, heeft u suggesties of wilt u meer informatie? Mail naar
[email protected].
1
Donderdag 11 oktober
Carintreggeland en de opleidingen van de
MO-zaak:
‘Praktische training, we hebben veel geleerd!’ Jeannette Flokstra is procesbegeleider zorgregelaars en coacht verpleegkundig consulenten met arrangeertaken bij Carintreggeland, organisatie voor wonen, welzijn en zorg in het oosten van het land. Een zorgregelaar begeleidt een cliënt bij de verhuizing naar een passend woonzorgcentrum, terwijl een verpleegkundig consulent met arrangeertaken kijkt welke hulp een cliënt thuis nodig heeft. Voor beiden geldt: wat is precies de vraag? En vaak ook: wie vraagt om hulp, is dat de patiënt of diens familie? Pas als dat duidelijk is, kan de zorgregelaar of verpleegkundige bepalen welke zorg noodzakelijk is. Vervolgens regelen zij dat de juiste zorgvraag of herindicatie bij het CIZ terecht komt.
Zinvol Jeannette Flokstra
Zorgregelaars en verpleegkundig consulenten met arrangeertaken van Carintreggeland leerden van de MO-zaak hoe ze dat soort vragen sneller boven tafel kunnen krijgen. Begin dit jaar kregen eenendertig collega’s een training in wet- en regelgeving en toepassing daarvan binnen de indicatiestelling AWBZ en de Wmo. Jeannette Flokstra: ‘Dat was heel zinvol omdat we de kaders in beeld kregen: wat is haalbaar en wat niet? Wat zijn de AWBZ-regels en hoe passen we ze toe? De praktijkvoorbeelden tijdens de scholing waren heel herkenbaar. Wat voor indicatie geef je een man van 85 van wie de familie zich afvraagt of hij nog in staat is om alleen te wonen? Hoe bespreek je de wensen van kinderen over hun moeder bij wie de huisarts vaak op bezoek moet? Als je de zorg moet aanpassen, moet je wel weten wat de regels zijn. Het is dus heel praktisch dat we daar meer over hebben geleerd.’
Pittig Het was een pittige tijd omdat ze één dag in de week tijd moesten maken voor de training, waardoor het gewone werk bleef liggen. Maar de toepassing in de praktijk was een groot voordeel, stelt Jeannette Flokstra. ‘We oefenden veel, waardoor we het juiste gevoel kregen voor vaardigheden zoals onderhandelen en gesprekstechnieken. We bespraken de stof met elkaar, dat hielp enorm. We weten nu hoe we moeten doorvragen en dus hoe we een goede indicatie kunnen maken.’ Wat zou ze in een volgende training willen leren? ‘Wat nu niet aan de orde kwam, was de functie Begeleiding individueel en voor groepen. Dat is een lastige, al was het maar omdat iedereen het anders noemt; behandeling, begeleiding - heel verwarrend. Daar besteden we in de volgende training extra aandacht aan. Belangrijk, want zorgregelaars en verpleegkundig consulenten met arrangeertaken moeten dat allebei kunnen adviseren. Dat nemen we dan ook mee in de offerteaanvraag voor de volgende training.’
Mieke Ehlebracht, projectleider Opleidingen bij de MO-zaak: ‘Bij Carintreggeland hebben we dertien zorgregelaars intramurale zorg en achttien verpleegkundig consulenten met arrangeertaken bijgeschoold in theorie, maar vooral in vaardigheden. Hoe zorg je dat je voldoende en juiste informatie hebt om een indicatieadvies te kunnen maken? Welke kennis en kunde heb je daarvoor nodig en vooral welke vaardigheden? Je moet de wet- en regelgeving kennen, maar je moet ook de juiste vragen kunnen stellen om gegevens boven tafel te krijgen. Als iemand je vertelt dat ze bepaalde taken niet kan uitvoeren, zegt dat op zichzelf nog niets. Dat kan een lichamelijke oorzaak hebben, maar misschien is het psychisch, kan ze bijvoorbeeld de kinderen niet aan. Je komt niet achter de exacte hulpvraag als je niet doorvraagt. Bovendien moet je houding vertrouwen uitstralen zodat mensen je wíllen vertellen waar het echt om gaat. Je moet dus empathisch zijn, maar ook een vriendelijke zakelijkheid is belangrijk. Het gaat tenslotte om de beoordeling van wet- en regelgeving. In onze in-companytrainingen oefenen wij dit soort vaardigheden aan de hand van de praktijk. Ons grote voordeel is dat wij ook de Wmo in de vingers hebben. Het gaat niet meer alleen om de AWBZ, er is een verschuiving naar de Wmo en de verantwoordelijkheid daarvoor komt steeds meer bij gemeenten terecht. Wij weten hoe gemeenten werken, want wij adviseren ze bij hun vragen over de Wmo. Dus uw mevrouw Jansen? Die kennen onze opleiders ook!’ Wilt u meer informatie over de opleidingen van de MO-zaak? Stuur een mailtje naar
[email protected].
2
Mieke Ehlebracht
Uw mevrouw Jansen, die kennen wij ook!
Donderdag 11 oktober
Een goed gesprek Sinds januari moeten gemeenten in de beleidsregels en werkwijze nadrukkelijker rekening houden met eigen mogelijkheden van burgers. De MO-zaak bracht in kaart wat dat voor de gemeente Leeuwarden betekent. Onder de naam ‘Bureau Wmo’ voeren de adviseurs van de MO-zaak Wmo-taken voor de gemeente uit: ze doen onderzoek, geven advies, regelen de beschikking en doen bezwaar- en beroepzaken. Kortom; ze nemen het hele Wmotraject van de gemeente over. En in augustus ging een pilot voor Het Gesprek van start: samen met burgers die aanspraak maken op de Wmo bespreken ze het probleem en kijken ze naar oplossingen.
Efficiënt Hoe kan de burger zijn probleem zelf oplossen, wat is zijn eigen kracht? Wat kunnen we zelf doen voor ons welbevinden? Vier indicatieadviseurs van de MO-zaak helpen de gemeente Leeuwarden om daar meer duidelijkheid over te krijgen. Heeft een burger die om hulp vraagt misschien kinderen of buren die een handje kunnen toesteken? Als dat niet zo is, heeft de gemeente een compensatieplicht, maar eerst kijken de adviseurs uitvoerig of er andere oplossingen zijn. Iemand die een scootmobiel aanvraagt bijvoorbeeld, doet dat lang niet altijd omdat hij of zij slecht ter been is. Een achterliggende reden kan sociaal isolement zijn. Die diepere problemen komen vaak pas in Het Gesprek aan het licht. Sinds augustus bespreken de MO-adviseurs met cliënten die een Wmo-melding doen oplossingen waar ze écht mee geholpen zijn.
3
Een scootmobiel levert geen contacten op, vrijwilligers die af en toe eens op de koffie komen voor een praatje doen dat wel. En wie een keer per week naar zijn bridgeclubje wil, heeft meer baat bij een taxi dan bij een scootmobiel die de rest van de week werkeloos in de gang staat. Maatwerk levert door zo’n gesprek veel meer op. Het leidt overigens niet altijd tot kostenbesparing, want soms blijkt door zo’n gesprek dat een cliënt juist meer voorzieningen nodig heeft dan hij vroeger zelf zou hebben aangevraagd. De pilot moet uitwijzen hoeveel tijd deze manier van werken kost, wat het rendement is en of het leidt tot efficiëntere oplossingen of meer compensatie. Eind november zijn de resultaten bekend. Wordt vervolgd!
Donderdag 11 oktober
UWV en de MO-zaak Eén loket, één analyse Jaap Kooiman is manager Sociaal Medische Zaken van het UWV, de afdeling die zich bezighoudt met sociaal-medische en arbeidskundige beoordelingen en adviezen. Maar zijn divisie kijkt verder dan deze wettelijke taken en zoekt samenwerking met gemeenten om het Wmo-beleid klantvriendelijk en doeltreffend uit te voeren. Om te beginnen met Leeuwarden. Hoewel het nog onduidelijk is of en hoe de Wet werken naar vermogen wordt ingevoerd, verwachten de meeste gemeenten dat er in elk geval een wet komt voor cliënten uit de onderkant van de samenleving. En dat willen ze ook, hoort Jaap Kooiman in de gemeenten waar hij komt. Daarom bereiden ze zich ondertussen gewoon voor op de komende veranderingen. ‘Het UWV voert de Wajong uit, maar de cliënten die daaronder vallen en nog kunnen participeren, komen straks bij de gemeenten terecht. Daarmee zitten het UWV en de gemeenten vlak naast elkaar en daar zien we kansen voor integrale samenwerking.’
Korte lijnen De gemeente Leeuwarden indiceert al een paar jaar zo veel mogelijk integraal. Gemeente en indicatieadviseurs van de MO-zaak doen de hele beoordeling vanuit één loket. Het idee is dat de cliënt maar één keer langs hoeft te komen. En dat is niet alleen goedkoper, maar vooral klantvriendelijker en sneller. Kooiman: ‘Het UWV wil onderzoeken hoe de samenwerking met de gemeente en de MO-zaak vorm kan krijgen. Als een cliënt bij ons een Wajong-uitkering aanvraagt, bekijken we of er ook andere Wmo-regelingen kunnen gelden voor die man of vrouw. We beoordelen dan eerst of we dat zelf aankunnen of dat het beter is dat de MO-zaak de cliënt overneemt. En vice versa. We zitten naast elkaar, dus de lijnen zijn kort.’
Integraal team Integraal is integraal en dus kijkt het team UWV-Leeuwarden niet alleen naar arbeidsmogelijkheden van de cliënt. ‘We bespreken wat er nog meer speelt,’ zegt Kooiman. ‘Dat kan schuldhulpverlening zijn, gezinsproblematiek, een verslaving, slechte woning. Allemaal zaken waardoor het iemand maar niet lukt om aan het werk te komen en te blijven. Zaken die we dus meteen aan moeten pakken.’ En dat allemaal in één gesprek. Een hele toer, erkent ook Kooiman. ‘Natuurlijk moeten we dat proces nog perfectioneren, maar daarom is dit ook een proef. De bedoeling is dat we in één gesprek met de cliënt analyseren wat er moet gebeuren om die persoon weer te kunnen laten deelnemen aan de samenleving, in welke vorm dan ook. Waar dat gesprek plaatsvindt, maakt niet zoveel uit, in het klantcontactcentrum van de gemeente of een wijkgebouw, we komen ook bij de mensen thuis. Maar de analyse van het gesprek, die is essentieel. Gaat het om een enkelvoudige vraag, dan gaat de cliënt door naar het UWV, speelt er meer, dan komt het integrale team in zicht. Het gesprek is dus de essentie voor een integraal advies op maat.’
Cliënt in actie Kooiman is blij met de ervaring die de gemeente Leeuwarden en de MO-zaak op dit gebied al hebben. ‘Het uitgangspunt van deze tijd is een participerende cliënt, het draait niet meer om alleen hulpverlening, hoe noodzakelijk die soms in eerste instantie ook is. Maar we willen de cliënt verder helpen, hem weer actief krijgen. Daar vaart iedereen wel bij.’ Voor het UWV is deze samenwerking buitengewoon interessant, besluit Kooiman. ‘We zijn gewend onze wettelijke taken uit te voeren, maar als schakel in de integrale indicatie kunnen we nu nog veel meer voor de cliënt betekenen.’
4
Donderdag 11 oktober
AWBZ naar de Wmo Hoe gaan we samenwerken? Het is zo goed als zeker dat de AWBZ volgend jaar wordt overgeheveld naar de Wmo. Goede, betaalbare zorg en welzijn vragen vanzelfsprekend om een strakke voorbereiding, om samenwerking en een efficiënte invulling van de Wmo. Maar ook om investering en verandering. In de serie ‘Decentralisatie Begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo’ organiseerden de MO-zaak en Q-Consult op donderdag 4 oktober een intervisiebijeenkomst met als thema ‘Hoe kunnen we samenwerken?’ Zo’n vijfentwintig vertegenwoordigers van gemeenten en zorg- en welzijnaanbieders uit Gelderland, Brabant en Limburg deden inspiratie en ideeën op over samenwerking en profilering. Dat gemeenten en zorgaanbieders verschillende verwachtingen en culturen hebben kwam duidelijk aan de orde. Maar de belangen zijn groot en er moet met minder geld op een andere manier worden gewerkt. Tegelijk is het niet vanzelfsprekend dat een gemeente een zorgaanbieder wil contracteren. Samenwerking en creatieve oplossingen zijn dus geboden. Die kwamen dan ook volop aan bod tijdens de bijeenkomst.
Welbesteed En de middag was welbesteed, zoals blijkt uit verschillende reacties. Zo tweette Jolande Prudon: ‘Vandaag een nuttige intervisiebijeenkomst gehad bij Q-Consult in Arnhem over Wmo.’ Een andere reactie: ‘Die combinatie van een gerenommeerd bedrijfskundig adviesbureau op het gebied van zorg en welzijn, zoals Q-Consult, en de kennis en kunde van de MO-zaak, vooral als het gaat om toegang tot overheidsvoorzieningen, kom je eigenlijk niet tegen.’ Wilt u meer lezen over de bijeenkomst? Surf naar www.Qconsult.nl/zorgenwelzijn voor een impressie. Wilt u dat de MO-zaak ook in uw regio een intervisiebijeenkomst organiseert? Stuur dan een mailtje naar
[email protected].
5