Inzicht Vereniging Openbaar Onderwijs
08 12 14
Obs De Berenburcht in Baarland blijft nog een jaar open Vereniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB bundelen krachten Omgevingsprijs voor nieuw gebouw Obs De Vlinder in Ter Apel
April 2009 nr
02 Inzicht is een uitgave van de Vereniging Openbaar Onderwijs
0800 5010, voor ouders én MR’en, overonderwijs Voor vragen en antwoorden, kijk op pagina
32
Ouders en school
Vereniging Openbaar Onderwijs Medezeggenschap
Openbaar onderwijs
Vereniging Openbaar Onderwijs School en opvang
Uitnodiging Congres 2009 Zaterdag 18 april a.s. vindt het jaarlijkse congres van de Vereniging Openbaar Onderwijs in Amersfoort plaats. U bent als lid van harte welkom om aan een van de speciaal samengestelde workshops deel te nemen, die worden gegeven door beleidsadviseurs van de Vereniging Openbaar Onderwijs. Voorafgaand aan de workshops vindt het huishoudelijk deel van het congres plaats. Na afloop kunt u een lunch gebruiken. Deelname aan het congres is gratis. Wij hopen u te kunnen begroeten op 18 april! U kunt zich aanmelden op www.voo.nl/congres. Namens de Raad van Toezicht van de Vereniging Openbaar Onderwijs,
Marijke van Hees, voorzitter
Het congres vindt plaats in congrescentrum Regardz De Eenhoorn in Amersfoort. 09.45 - 10.00 uur Ontvangst 10.00 - 10.35 uur Huishoudelijk deel; vaststellen inhoudelijk en financieel jaarverslag, vaststellen begrotingen 10.45 - 11.50 uur Workshopronde 1 12.55 - 13.00 uur Workshopronde 2 13.00 uur Lunch U kunt een keuze maken uit onderstaande workshops: Workshop 1 Levensbeschouwing op de openbare school ( over godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs) Workshop 2 GMR of MR, wie is aan zet? (over de rolverdeling zoals vastgelegd in de Wet Medezeggenschap Scholen) Workshop 3 De positie van ouders op de basisschool (over verschillende vormen van ouderbetrokkenheid) Aanmelden Via www.voo.nl/congres meldt u zich aan. Daar vindt u ook meer informatie over de inhoud van de workshops en onder andere adresgegevens van Regardz De Eenhoorn en een routebeschrijving. Deelname aan het congres is gratis.
inhoud
redactioneel
Michiel Jongewaard
De dorpsschool 04 07 08 10 13 14 17 18 21 22 24 27 30 32
Halverwege de vorige eeuw waren dorpen gesloten gemeenschappen met een eigen kerk, kroeg en school. In de afgelopen halve eeuw veranderde de samenleving sterk. De welvaart nam toe en vrijwel iedereen profiteerde van meer koopkracht en vrijheid. Plattelanders werden minder afhankelijk van voorzieningen in hun eigen dorpsgemeenschap en voelden zich vrijer om eigen keuzes te maken. Geert Mak schreef er zijn bekendste boek over, Hoe God verdween uit Jorwerd.
Kort nieuws Rimpels Clemens Cornielje: bij goed onderwijs horen voldoende lesuren Tijd rijp voor fusie traditioneel en realistisch rekenen Reactie Vereniging Openbaar Onderwijs op rapport onderwijstijd Ieder kind op school een eigen trompet Column Alexander Pechtold Den Haag kent lange traditie in natuur- en milieueducatie Nieuwe website Vereniging Openbaar Onderwijs Antoine Bodar: onderwijs als breekijzer voor integratie De Haagse Scholen als zelfstandig ondernemer Denises moeizame weg om haar diploma te bemachtigen Leerkrachten Archipelscholen draaien warm voor levensbeschouwing 5010: vraag en antwoord
Het beeld van Mak is herkenbaar: Mensen uit de stad kwamen in het dorp wonen, maar gingen geen deel uitmaken van het dorpsleven. Middenstanders konden niet op tegen nieuwe supermarkten en warenhuizen en moesten hun winkels sluiten. Veel reuring verdween uit de dorpen. Overal worden scholen, ook heel kleine, in stand gehouden: waardevol voor kinderen om in de buurt naar school te gaan en in het dorp vaak een van de laatste plekken waar je elkaar als plaatsgenoten nog eens tegenkomt. Door dalende leerlingenaantallen wordt het steeds moeilijker om dorpsscholen open te houden. In het Noorden van het land, maar ook elders, zoeken schoolbesturen en scholen, bijzonder en openbaar, toenadering tot elkaar. Doel is de school voor het dorp te behouden. Om te voorkomen dat jonge gezinnen wegtrekken en om nieuwkomers aan te trekken. Een voorbeeld vinden we in het Zeeuwse Baarland, waar de met opheffing bedreigde openbare basisschool De Berenburcht nog een jaar wordt opengehouden. Staatssecretaris Dijksma maakte na Kamervragen gebruik van een nieuwe wetswijziging, die haar met terugwerkende kracht de bevoegdheid geeft om een school toch open te houden, bijvoorbeeld wanneer zicht is op een stijgend leerlingenaantal. Verderop in dit nummer leest u een interview met de directeur van De Berenburcht. Waar geen perspectief is op een groeiend leerlingenaantal, lijken samenwerkingsbesturen en samenwerkingsscholen de oplossing. De Vereniging Openbaar Onderwijs is daar geen voorstander van. Voor een samenwerkingsbestuur moet je minstens twee scholen hebben. Die luxe kennen ze straks op het platteland niet. En een samenwerkingsschool wordt weliswaar genoteerd als algemeen bijzondere school, maar is het niet. Al die betrokkenen willen gewoon één school, waar alle kinderen naartoe kunnen. Dat is nog niet mogelijk, zolang de politiek aan het verzuilde onderwijsbestel blijft vasthouden. Het wordt tijd dat de politiek stopt met achter de feiten aan te lopen en nu eens snel en kordaat reageert op de vraag van ouders, schoolteams en schoolbesturen naar een alternatief. Dat lukt niet door krampachtig vast te houden aan een afspraak uit 1917. Het wordt tijd voor school, zonder het voorvoegsel openbare, protestantschristelijke, katholieke, islamitische of welk dan ook, als oplossing voor het behoud van die ene dorpsschool!
JAARGANG 143 nr. 1 - februari 2009 Verschijnt 7x per jaar - Oplage 11.000
Foto omslag José Krijnen
ADVERTENTIES Bureau Vereniging Openbaar Onderwijs
REDACTIE Jaap Adema - Jan Barendse Lineke Eerdmans - Fred Kruidenberg Rob Limper. Eindredactie: Michiel Jongewaard e-mail:
[email protected]
LIDMAATSCHAP Vereniging Openbaar Onderwijs Het lidmaatschap loopt van 1 januari t/m 31 december. Aanmelding kan schriftelijk of telefonisch. Opzegging van het lidmaatschap en andere wijzigingen dienen schriftelijk te geschieden vóór 1 december.
REDACTIE EN ADMINISTRATIE Bureau Vereniging Openbaar Onderwijs, Postbus 60182, 1320 AE ALMERE tel.: (036) 533 15 00 fax: (036) 534 04 64 Bezoekadres: Louis Armstrongweg 120
[email protected] www.voo.nl
AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Paul Bijlsma (5010 p32), Evert Bosman, Marion Braat (opmerkelijk p36), Anita Janse en Alexander Pechtold.
Vormgeving en druk Hollandia Media Productions Hollandia Printing, Heerhugowaard
Overname van artikelen is, mits met vermelding Inzicht, Vereniging Openbaar Onderwijs, toegestaan.
Inzicht nummer 2 van 2009 verschijnt op 25 maart 2009. Inzicht nummer 3 van 2009 verschijnt op 6 mei 2009. De uiterste inleverdatum voor kopij voor nummer 3 is: 19 maart 2009. Met de nieuwe website is het algemene ledenwachtwoord vervallen. Leden kunnen vanaf nu een persoonlijk wachtwoord instellen op www.voo.nl.
Vereniging Openbaar Onderwijs
02 kort nieuws Nationale dagboekwedstrijd De Anne Frank Stichting organiseert een nationale dagboekwedstrijd voor groep 7 en 8 van de basisschool. Deelnemende scholen moeten een zelf ingevuld doorgeefdagboek insturen, waarna een professionele jury op 12 juni 2009, de geboortedag van Anne Frank, de winnende klas bekend zal maken. De leerlingen vullen samen in de klas het doorgeefdagboek met verhalen, gedichten, tekeningen en foto’s. De winnende klas wint een bijzonder uitje naar het Anne Frank Huis. Het doorgeefdagboek maakt onderdeel uit van een lespakket van de Anne Frank Krant 2009, voorzien van docentenhandleiding. Meer informatie is te vinden op: www.annefrankkrant.nl. ●
Lesmateriaal over Tweede Wereldoorlog Voor zowel het basis- als voortgezet onderwijs is er uitgebreid lesmateriaal beschikbaar over de herdenking van de Tweede Wereldoorlog. Op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei kunnen scholen naast gratis lesmateriaal ook cd-roms en andere publicaties bestellen. Veel basisscholen hebben inmiddels het Nationaal Aandenken ‘Vrijheid maak je met elkaar’ ontvangen, dat gratis kon worden besteld. Het boekje vertelt over het belang van vrede, vrijheid en democratie, en de traditie en achtergronden van herdenken en vieren op 4 en 5 mei. Meer informatie staat op www.4en5mei.nl. ●
Informatie over agressieve meiden in voortgezet onderwijs Het Centrum School en Veiligheid heeft een uitgebreide verzameling informatiebladen voor leerkrachten en schoolleiders. Op de informatiebladen wordt telkens een thema behandeld, waarbij informatie en tips worden gegeven. Het nieuwe informatieblad ’Agressieve meisjes’ heeft als thema ‘agressieve meisjes van 12 jaar en ouder’. Volgens het centrum zorgt
Inzicht nr 2 - maart 2009
onderhuids meidenvenijn met regelmaat voor meiden die elkaar letterlijk in de haren vliegen. Dergelijk agressief gedrag kan een bedreiging zijn voor de individuele veiligheid van meisjes, maar ook voor die van de vriendinnengroep eromheen en soms zelfs van de klas of school. De informatiebladen zijn te downloaden via www.schoolenveiligheid.nl. ●
03 Meldpunt over gratis schoolboeken in voortgezet onderwijs
Levensbeschouwing op openbare school De organisaties van het Landelijk Overleg Minderheden hebben op voorstel van de Vereniging Openbaar Onderwijs en in navolging van de landelijke onderwijsorganisaties een manifest ouderbetrokkenheid vormgegeven met de titel Ouders doe(n) mee!. De organisaties roepen de ouders (van verschillende etnische achtergrond) op om zich in te zetten voor het vergroten en versterken van hun betrokkenheid bij het onderwijs aan hun kinderen. Het manifest is op donderdag 12 februari jl. door voorzitter Glenn Helberg uitgereikt aan staatssecretaris Sharon Dijksma. In haar dankwoord zei Dijksma onder meer blij te zijn dat de LOM-organisaties hun best doen om ouders meer bij school te betrekken. Dijksma zei verder op dat gebied veel te verwachten van de samenwerking tussen de verschillende organisaties. Tot slot hebben de aanwezigen een aantal vragen voorgelegd aan het forum, waaraan Marion Braat, beleidsadviseur van de Vereniging Openbaar Onderwijs heeft deelgenomen. De LOM-organisaties zijn IOC (Inspraakorgaan Chinezen), IOT (Inspraakorgaan Turken), Lize (overlegpartner Rijksoverheid Zuideuropese gemeenschappen), OCaN (Overlegorgaan Caribische Nederlanders), SIO (Surinaams Inspraak Orgaan), SMN (Samenwerkingsverband van Marokkanen in Nederland) en VON (Vluchtelingen Organisaties Nederland). ●
Snel onderzoek openbaar voortgezet onderwijs in Barneveld Er komt een onderzoek naar de haalbaarheid van openbaar voortgezet onderwijs in Barneveld. De gemeenteraad heeft het college opdracht gegeven via een uitgebreide enquête in beeld te brengen hoeveel ouders interesse hebben in openbaar voortgezet onderwijs. Dit onderzoek moet in drie tot vier maanden worden uitgevoerd door een extern onafhankelijk bureau. Naar schatting kost het onderzoek de gemeente zo’n 25.000 euro. Volgens een aantal lokale politieke partijen waren er al lange tijd signalen dat veel ouders hun kind liever naar een openbare school zouden sturen dan naar een van de christelijke scholen. ●
Speciaal voor ouders uit de medezeggenschapsraad opent 5010 van 1 maart tot 15 juni 2009 een gratis meldpunt gratis schoolboeken. Ouders kunnen in die periode met al hun vragen en opmerkingen over de invoering van de gratis schoolboeken terecht bij het meldpunt van 5010. Met ingang van komend schooljaar (2009/2010) wordt er voor de schoolboeken een bedrag van € 316,- opgenomen in de lumpsumbekostiging voor de scholen. Dit bedrag is bedoeld voor lesmaterialen die specifiek voor een leerjaar door de school worden voorgeschreven en noodzakelijk zijn voor het volgen van het onderwijsprogramma. Scholen mogen de ouders hiervoor geen kosten meer in rekening brengen. Het meldpunt is te bereiken via het gratis telefoonnummer 0800 5010, kies of draai eerst 1 (onderwijs), dan 4 (voor openbare scholen). Meer informatie vindt u op pagina 28 van dit nummer. ●
Versneld investeren in schoolgebouwen Zeventien onderwijsorganisaties, waaronder de Vereniging Openbaar Onderwijs, hebben de regering opgeroepen de financiële crisis aan te grijpen om flink te investeren in de huisvesting van basisscholen. Tijdens de crisis kan de overheid de werkgelegenheid stimuleren door investeringen naar voren te halen. Daarbij komt dat uit onderzoek van TNO is gebleken dat op 80% van de schoolgebouwen het binnenklimaat zo slecht is dat leerlingen ‘s middags niet meer goed kunnen leren. Door te investeren kunnen schoolbesturen hun gebouwen versneld voorzien van betere isolatie en ventilatie en kunnen schoolgebouwen worden aangepast aan de nieuwe eisen voor goed onderwijs. Ook plannen voor nieuwbouw kunnen volgens de onderwijsorganisaties versneld worden uitgevoerd. ●
De school heeft uw kind geschorst? 0800 5010 of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg)
04 kort nieuws Ingezonden: Aan Antoine Bodar
Samenwerking Vereniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB De Vereniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB gaan nauw met elkaar samenwerken. De besturen van beide organisaties hebben daarvoor een intentieverklaring ondertekend. In de verklaring, die is ondertekend door Rob Limper, directeur van de Vereniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB-directeur Theo Hooghiemstra, staat dat het openbaar onderwijs juist in deze tijd een herkenbaar gezicht nodig heeft. ‘Bovendien’, zo staat in de verklaring, ‘lopen de belangen van leerlingen, ouders, leerkrachten, schoolleiders, medezeggenschapsraden en schoolbesturen in het openbaar onderwijs steeds meer parallel’. Meer informatie staat op pagina 13 van dit nummer. De volledige intentieverklaring is te vinden op www.voo.nl. ●
Levensbeschouwing op openbare school Op de nieuwe website www.gvoenhvo.nl is uitgebreide informatie te vinden over godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs op openbare basisscholen. Ook biedt de website een overzicht van de samenwerkende organisaties, waaronder de Vereniging Openbaar Onderwijs, en staat er relevante informatie voor ouders, leerkrachten, schoolleiders en schoolbestuurders. Vanaf komend schooljaar (2009/2010) gaat de overheid de leraren godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs bekostigen. Voorheen werden deze lessen bekostigd door gemeenten en kerkelijke organisaties. Het gaat om (niet verplichte) lessen onder schooltijd aan kinderen van wie de ouders dat willen. ●
Inzicht nr 2 - maart 2009
Naar aanleiding van uw pleidooi in Inzicht 1 moet mij van het hart dat ik dit met genoegen heb gelezen. Ik ben het roerend met u eens. Een klein woord van kritiek: U schrijft dat wij een joodschristelijke, humanistische verlichtingscultuur hebben (over dat joods zou nog te twisten kunnen zijn; wat hebben wij, christenen hen het leven zuur gemaakt). U beweert dat de moslims nét binnen zijn en ook, volgens u ten onrechte, een plaats voor de islam opeisen en dat de aanhang maar vijf procent van onze bevolking bedraagt. Maar er zijn plaatsen waar ze in de meerderheid zijn. Juist voor hun kinderen is het van groot belang dat er aandacht wordt besteed aan hun religie, de islam. Mensen die kracht putten uit hun geloof, dienen niet te worden genegeerd en moeten gelijkwaardig godsdienstonderwijs te krijgen. Beter godsdienstonderwijs in het openbaar onderwijs dan onderwijs op een islamitische school, die de segregatie in stand houdt. Het artikel op pagina 30 (artikel over levensbeschouwing op de Archipelscholen in Zeeland, red.) is hartverwarmend. Trudi van Bemmelen. ●
Rimpels 05 Rob Limper
Directeur Vereniging Openbaar Onderwijs
Ingezonden: Streektaal stimuleert taalontwikkeling In Inzicht 1 van februari 2009 stond in de rubriek ‘opmerkelijk’ dat het spreken van een dialect niet altijd gunstig is voor de taalontwikkeling. Dit vraagt om nuancering. In zijn algemeenheid kan een mens nooit te veel taal tot zich nemen. Hoe meer hoe beter! En taalkundig gezien is er geen verschil tussen talen en dialecten. Meer dan zeventig procent van de wereldbevolking praat thuis een andere taal dan op school. Het op hoog niveau brengen van de landstaal vereist het mee ontwikkelen van de thuistaal, vereist waardering voor de thuistaal. De moedertaal van een kind afwijzen, impliceert voor het kind dat het zelf wordt afgewezen. Een rijke taalomgeving gunnen we elk kind; dat er een goed, rijk en gevarieerd taalaanbod is. Ouders met een streektaal als moedertaal kunnen vaak beter dialect met hun kinderen spreken. In die taal beheersen ze alle nuances en voelen ze zich vrij om ook op een abstracter niveau te communiceren. Anders verzandt het al snel in concrete ‘opdrachtentaal’ in gebrekkig Nederlands. En omdat een rijke thuistaal verrijkend is en goed is voor de taalontwikkeling in algemene zin, is in Drenthe het project Klaor veur de start ontwikkeld. In dit project leren peuterleidsters de thuistaal te zien als verrijking en daarnaar te handelen. Het is dus volkomen logisch om in de thuissituatie een warme streektaal te spreken en de kinderen naar een Nederlandstalige school te sturen. Immers: van taal krijg je nooit genoeg. Jan Germs, directeur Huus van de Taol ●
Bekostiging godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs De tien miljoen euro die de rijksoverheid beschikbaar heeft gesteld voor professionalisering van godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs (G/HVO) lijkt onvoldoende om de vraag hiernaar volledig te kunnen dekken. Dat staat in een brief die het nieuwe dienstencentrum G/ HVO aan alle openbare basisscholen en hun besturen heeft gestuurd. Bij de brief zitten bijlagen om een aanvraag in te dienen in het kader van de nieuwe landelijke subsidieregeling. Waarschijnlijk hebben vooral de scholen die al g/hvo aanbieden, profijt van deze nieuwe regeling. Zij krijgen bij de subsidieaanvraag namelijk voorrang. Meer informatie staat op www.gvoenhvo.nl. ●
Sensatie Netwerk belt. Of de Vereniging Openbaar Onderwijs wil reageren op de schorsing van een twaalfjarige leerling in Almere, die een agente heeft belaagd. Tot verbazing van de redactie van Netwerk wil de Vereniging Openbaar Onderwijs dat niet. Wat kunnen we te melden hebben? ‘s Avonds komt de schoolleider in Netwerk. Hij meent dat elke andere school de leerling ook zou hebben geschorst. Hij zegt: ‘Wij moeten een voorbeeld stellen om te laten zien dat wij zulk gedrag niet accepteren.’ De jongen wordt straks zelfs verwijderd van school. Zijn ouders vinden dat zijn gedrag niet door de beugel kan, zien we in de uitzending. Daarover zijn zij het met iedereen eens. Met een verwijdering gaan zij niet akkoord. Hun advocaat ziet een goede kans om de schorsing en verwijdering aan te vechten. Hij heeft gelijk. De maatregel houdt geen stand in een bezwaar- en beroepsprocedure. De jongen heeft zich immers op school niet misdragen. Wanneer alle scholen het voorbeeld van deze schoolleider zouden volgen, kan een flink aantal leerlingen niet meer naar de eigen school. Er gebeurt veel buiten school dat niet door de beugel kan. Maar daar gaat de school niet over. Dat zouden we hebben kunnen melden, maar we doen het niet. De jongens in Weesp bedreigen een school. Grapje, blijkt achteraf, en zeer misplaatst. In het belang van het onderzoek, zoals dat heet, worden de ouders van de scholen en de rest van de samenleving niet geïnformeerd over de aard van de bedreigingen. Een ouderorganisatie treedt op in de media en roept schande over het achterhouden van informatie. De Vereniging Openbaar Onderwijs doet dat niet. Het is immers volstrekt zinloos om zoiets te roepen. En het is de vraag of het geven van deze informatie kinderen en ouders wel goed doet; los van de vraag of daarmee het onderzoek wel of niet wordt geschaad. Zodra zich een incident met een leerling voordoet, weet een aantal media de Vereniging Openbaar Onderwijs direct te vinden. Bij voorkeur gaan zij op bezoek bij een leerkracht die als gevolg van het gedrag van de leerling in het ziekenhuis ligt. Nog mooier is het wanneer doorbloed verband kan worden gefilmd en een arm of been in een stellage. Of we zo iemand weten. Dan zien de kijkers hoe erg het is. En de Vereniging Openbaar Onderwijs mag dan soms in beeld reageren. Wij doen dat dus niet. Omdat we niet tegen iedere prijs in de publiciteit willen komen. Zeker niet als het om sensatie gaat.
08
Tekst Patrizia Antuzzi Beeld Jeroen Moerdijk
We zijn wel een dorpsschool, maar geen ouderwetse
Obs De Berenburcht heeft volgend schooljaar 20 leerlingen Aan media-aandacht geen gebrek bij obs De Berenburcht in het Zeeuwse Baarland. Begin dit jaar werd bekend dat de school in de gemeente Borsele voorlopig open blijft, ondanks het feit dat het leerlingenaantal in het komend schooljaar onder het minimumaantal van 23 leerlingen duikt. Sindsdien verschenen directeur Rob Hettema (44) en zijn team regelmatig in de pers en zelfs in een uitzending van Netwerk.
H
et levert ook mooie beelden op; de dorpsschool met 23 leerlingen op Zuid-Beveland, beschermd liggend achter de dijk van de Westerschelde. Het uit de middeleeuwen stammende dorp Baarland, bestaande uit 560 inwoners en omringd door dorpen met namen als Hoedekenskerke en Kwadendamme. En de herinneringen aan de strijd tegen het water met de watersnoodramp van 1953 als meest recente dieptepunt, toen de storm in de dijk van de Baarlandpolder twintig bressen van tien tot tweehonderd meter breedte sloeg. Het toont een aspect van Nederland dat bij veel bezoekers nostalgische gevoelens oproept.
Prima inspectierapporten Directeur Rob Hettema wil bij dit beeld echter een kanttekening plaatsen: ‘Natuurlijk zie ik zelf ook de schoonheid van mijn omgeving en de charme van
een dorpsschool. Ik ben niet voor niets van Vlissingen naar deze gemeente verhuisd. Ik ben behalve directeur van deze school ook directeur van de openbare school in het hiernaast gelegen dorp Oudelande. Tegenover het schoolplein zitten vijf uilen in de bomen. Waar zie je dat nog? Maar ik waak er wel voor dat De Berenburcht niet als een ‘Ot en Sien’-school wordt afgeschilderd. Wij zijn geen ouderwetse school. We hebben prima inspectierapporten en blijven steeds zoeken naar verbetering van de kwaliteit van onderwijs. Zo werken de docentes voor iedere zes weken een leerplan uit, waarin ze beschrijven welke leerstof ze willen gaan behandelen en hoe ze dat op leerlingniveau van les tot les gaan doen. Die plannen worden van tevoren in teamverband besproken en na afloop geëvalueerd. Voor de drie leerlingen die gebruikmaken van een rugzakje gaan we regelmatig op cursus, zodat we hen optimaal kunnen begeleiden.’
Gemotiveerd De betrokkenheid en motivatie van het personeel wordt volmondig beaamd door ouder en MR-lid Angelique Boers, die bij het gesprek aanwezig is: ‘Ik ben moeder van vier kinderen, van wie er drie op De Berenburcht zitten. Mijn oudste zoon Ruben ging tot voor kort ook hier naar school, maar met ingang van dit jaar gaat hij naar een mytylschool in Goes. We, de school en wij, hebben het zo lang mogelijk geprobeerd, maar de lichamelijke handicap van Ruben maakte het voor hem en de leerkrachten niet langer mogelijk dat hij op De Berenburcht bleef.’ Nadrukkelijk: ‘De beslissing is in goed overleg genomen en onze zoon Ruben doet het prima op zijn nieuwe school.’ Hettema:’ Het streven van onze school is zo min mogelijk leerlingen door te verwijzen naar het speciaal
Inzicht nr 2 - maart 2009
09
maakte, dacht ik een relaxte tijd tegemoet te gaan. Niet dus. Ik moest per dag in drie groepen lessen tegelijk tot in detail voorbereiden en zorgen dat ik iedereen aan het werk had. Minutieus plannen en organiseren is een ‘must’ voor elke docent van een combinatieklas, ook als die klas maar tien leerlingen heeft.’ Angelique Boers ziet in de gedeelde aandacht voor de leerlingen een voordeel: ‘We horen vaak vanuit het voorgezet onderwijs dat leerlingen uit onze combinatiegroepen goed zelfstandig kunnen werken.’
Toch open Dat Hettema en Boers blij zijn dat De Berenburcht open blijft, wil overigens niet zeggen dat zij niet graag meer leerlingen op school zouden zien. Angelique Boers hierover: ‘Mijn zoon Stefan is momenteel de enige leerling van groep 4. Dat is natuurlijk niet ideaal. Hij kan zich niet spiegelen aan medeleerlingen en ervaringen met hen delen. Ook is de keuze uit mogelijke vriendjes natuurlijk beperkt als er maar vijf andere kinderen in de klas zitten.’
Spannend
onderwijs. We willen kinderen zoveel mogelijk in hun vertrouwde omgeving naar school laten gaan. Ik denk dat de kleinschaligheid van deze school en de deskundigheid en het enthousiasme van het team juist voor kinderen met leer- en/of gedragsproblemen een hele goede start vormen. Hier kunnen de kinderen de eerste acht jaar van hun schooltijd in alle rust doorbrengen.’
Samenstelling De Berenburcht bestaat momenteel uit vier leerkrachten, een onderwijsassistente en 23 leerlingen. De leerlingen zijn verdeeld over drie groepen; een groep 1/2 met zeven leerlingen, een groep 3/4/5 met zes leerlingen en een groep 6/7/8 met tien leerlingen. In verband met IB-taken (Intern Begeleider) van één van de leerkrachten zijn op dinsdagmiddag de groepen 1 tot en met 4 en de groepen 5 tot en met 8 samengevoegd. Er zullen veel leerkrachten jaloers kijken naar de grootte van deze klassen, maar directeur Hettema vindt niet dat het docentschap op zijn school een fluitje van een cent is: ‘En ik kan het weten, want ik heb als docent zowel voor een groep 4 met 36 kinderen gestaan als voor een combinatieklas 3/4/5 van 18 kinderen. Toen ik die overstap
Hettema hoopt dat de bouw van twaalf starterappartementen in het dorp jonge mensen stimuleert in Baarland te blijven wonen: ‘Het is een verbetering, want momenteel zijn er hier helemaal geen starterwoningen, maar het is geen garantie voor een groeiend aantal leerlingen. Ik kan moeilijk langsgaan en vragen of ze gauw op willen schieten met kinderen. De directeur besluit: ‘We kunnen weer even vooruit, maar de komende jaren blijft het spannend of we het leerlingenquotum wel of niet halen.’ ●
Obs De Berenburcht blijft toch open Volgens de wet moet een zelfstandige school sluiten als deze drie jaar onder de opheffingsnorm (leerlingenaantal) zit, ongeacht de toekomstperspectieven. Bij obs De Berenburcht in Baarland was dat op de officiële teldatum 1 oktober 2008 het geval. Toch betekende dit voor De Berenburcht niet direct sluiting, omdat wethouder Jan Zandee (SGP/ ChristenUnie) de school open wilde houden. De kosten (130.000 euro) zouden door de gemeente worden betaald. Staatssecretaris Sharon Dijksma maakte onlangs bekend dat de school in elk geval komend schooljaar open kan blijven, ondanks het feit dat De Berenburcht onder het wettelijk minimumaantal leerlingen zit. Dijksma maakt gebruik van een wetswijziging, die het mogelijk maakt om met discretionaire bevoegdheid (te) kleine scholen open te houden. Per geval wordt dan bekeken of een school die onder de minimumgrens van het aantal leerlingen zakt, toekomst heeft. Deze wet zal met terugwerkende kracht vanaf 1 augustus 2008 gelden.
De directeur wil u de klachtenregeling niet geven? Bel 5010, op schooldagen tussen 10 en 3
10
Tekst Michiel Jongewaard Beeld Peter Buijs
Peter Buijs vindt tijd rijp voor ‘school’
Ik geloof maar in één ding: in goede scholen ‘Er zijn hier in Klundert ongeveer 450 leerlingen in het basisonderwijs, verdeeld over vier scholen: een openbare, twee protestants-christelijke en een katholieke. Onderling is er weinig contact.’ Peter Buijs is sinds 2004 lid van de Raad van Toezicht van de Vereniging Openbaar Onderwijs en in het dagelijks leven directeur van openbare basisschool De Cocon in Klundert. Hij is een groot voorvechter van ‘school’, de missie van de Vereniging Openbaar Onderwijs.
D
e Vereniging Openbaar Onderwijs is voor afschaffing van het verzuilde onderwijsbestel en heeft daarom het concept ‘school’ ontwikkeld. School heeft geen voorvoegsels meer als openbare, katholieke of islamitische en elk kind is er welkom. Peter Buijs vindt de tijd rijp voor ‘school’. ‘In het onderwijs zelf, op scholen en bij besturen, komt steeds meer draagvlak voor het opheffen van het verzuilde bestel. Het zijn vooral de politiek en de onderwijskoepels, de instanties, die vasthouden aan de bestaande situatie.’
Waarom moet er iets veranderen? ‘Kijk eens, ik ben een groot voorstander van openbaar onderwijs. In het openbaar onderwijs zijn alle richtingen en kleuren welkom. De bekende slogan ‘niet a-pa-r-t maar samen’ spreekt me nog steeds aan. Maar het is toch van de zotte dat wij als volwassen mensen iets in stand houden wat je nergens anders in de maatschappij meer tegenkomt. Wie werkt er op een katholieke scheepswerf of een protestants-christelijk accountantskantoor? Waar de verzuiling ooit heeft bestaan, zijn de muren allang geslecht, behalve in het onderwijs. Ouders hechten meer waarde aan een goede school dan aan de identiteit van een school.’
Wat vindt u het grootste bezwaar aan de huidige situatie? ‘Door die zuilen bestaat er in het onderwijs een sterke segregatie. Dat zie je bijvoorbeeld terug op de witte en zwarte scholen. Wanneer er ‘school’ zou zijn, dus zonder denominatieve richting, gaan kinderen samen naar dezelfde school en ontstaan er meer gemengde scholen.
Peter Buijs, lid Raad van Toezicht van de Vereniging Openbaar Onderwijs Peter Buijs is sinds 2004 lid van de Raad van Toezicht (tot 2009 hoofdbestuur) van de Vereniging Openbaar Onderwijs. Hij begon zijn loopbaan als leerkracht in het katholieke onderwijs en was van 1980 tot 2002 directeur van openbare basisschool De Baayaert in Wouw. In 2002 werd hij wethouder in Roosendaal. In 2008 verliet Buijs de politiek en werd hij weer directeur, van openbare basisschool De Cocon in Klundert.
Inzicht nr 2 - maart 2009
De school zoals wij die in de missie van de Vereniging Openbaar Onderwijs hebben geformuleerd, is toegankelijk voor elk kind, ongeacht afkomst of religie. We vinden het daarbij wel van belang dat er genoeg ruimte is voor een goede invulling van levensbeschouwing en godsdienstonderwijs. Het is waardevol als kinderen in aanraking komen met elkaars overeenkomsten en verschillen, die vaak worden bepaald door afkomst of religie. Dan is onderwijs dat is gebaseerd op een enkele geloofsovertuiging of richting echt niet meer nodig. Dat komt de integratie ten goede.’
Blijft er dan wel genoeg keuze voor ouders? ‘Natuurlijk wel. Ik werd in 1980 directeur van een nieuw gestichte openbare school, De Baayaert, in het Brabantse Wouw. De school groeide in zo’n tien jaar tijd van 38 leerlingen naar 240 leerlingen. Dat was voor mij het bewijs dat het in zo’n katholieke omgeving toch mogelijk is om een school zonder katholiek karakter tot een succes te maken. Ouders die zelf op de katholieke school hadden gezeten, kozen toch voor De Baayaert. De keuze voor kwaliteit kwam duidelijk vóór de identiteit van de school.’
Kunnen scholen zich nog onderscheiden, als identiteit geen belangrijke rol meer speelt? ‘Kwaliteit kan voor elke ouder verschillend zijn. Het kan een klassikale school zijn, een vernieuwingsschool, of misschien gewoon een mooi gebouw. Een school moet zich wel onderscheiden, maar dan in pedagogisch of didactisch opzicht. Laten er Jenaplan- en Montessorischolen zijn en laten ouders dan kiezen voor de juiste school voor hun kind. Natuurlijk blijven er ouders, voornamelijk uit protestants-christelijke hoek, die zeggen ‘dat is mij niet genoeg. Ik wil per se dat er ’s morgens een gebed plaatsvindt’. Voor hun kinderen kan het aanbieden van godsdienstig vormingsonderwijs dan uitkomst bieden. Maar het verweven van een levensovertuiging door alle vakken heen is helemaal niet mogelijk en het is in ieder geval niet meer van deze tijd.’
11
Ouders vinden kwaliteit het belangrijkst U werkte zelf dus jaren op een openbare school in Wouw. Werd daar ook godsdienstles gegeven? ‘Nee. Ik was wel voorstander van het geven van katholieke godsdienstles, gezien de achtergrond van de meeste leerlingen op onze school. Dat wilde ik dus graag realiseren, maar dat stuitte destijds gewoon op verzet van de pastoor, die niet wilde meewerken. Hij vond dat je je kind dan maar op de katholieke school moest doen.’
Daarna bent u zes jaar wethouder in Roosendaal geweest, maar inmiddels bent u weer directeur van een basisschool. ‘Ik ben dit schooljaar begonnen als directeur op openbare jenaplanschool De Cocon in Klundert. Daar was het leerlingenaantal sterk gedaald. Er is veel misgegaan, waardoor er nu nog 45 leerlingen over zijn, van de oorspronkelijke honderd. De school komt nu gelukkig in wat rustiger vaarwater. Om de neerwaartse spiraal te doorbreken, heeft men gekozen voor een andere onderwijsvorm, Jenaplan. Daarmee kunnen we ons duidelijker op de kaart zetten. Maar eigenlijk is de kwaliteit van de school nog veel belangrijker. Die moet gewoon goed zijn. Daar richten we ons dus in eerste instantie op en dan komt groei vanzelf.’
Er zijn met name in kleine dorpen veel scholen die rond de opheffingsnorm verkeren. Hoe kijkt u aan tegen de grootte van uw eigen school? ‘Ik vind onze school, met 45 leerlingen, te klein. We hebben vier combinatieklassen, onze groep 7 en 8 heeft bijvoorbeeld 11 leerlingen. Aan de ene kant krijgen de leerlingen natuurlijk veel individuele aandacht, maar organisatorisch en financieel is het niet aantrekkelijk. Een goede leerkracht kan overigens ook makkelijk een groep van 25 leerlingen aan. Bovendien is het vaak leuker om met 25 kinderen een gymles of muziekles te doen. Natuurlijk vind ik dat kleinere scholen in dorpen moeten kunnen blijven bestaan. Als het alternatief is dat de kinderen elke ochtend in een busje naar een school in een ander dorp, twaalf kilometer verderop, moeten worden gebracht, is dat ook niet aantrekkelijk. Maar er zijn wel grenzen. Onze school kan nu eenmaal beter draaien met 90 leerlingen dan nu met 45.‘ ● ●
12
Tekst Evert Bosman Beeld Wilbert van Woensel
Vereniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB gaan nauw samenwerken
Krachtenbundeling versterkt openbaar onderwijs De Vereniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB gaan nauw met elkaar samenwerken. De besturen van beide organisaties hebben gezamenlijk een intentieverklaring ondertekend voor intensieve samenwerking in 2009 en 2010. Beide besturen hebben het voornemen uitgesproken om medio 2010 vervolgconclusies te trekken over de uiteindelijke organisatorische vormgeving van dit proces in 2011 en daarop volgende jaren.
I
n de verklaring, die is ondertekend door Rob Limper, directeur van de Vereniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB-directeur Theo Hooghiemstra, staat dat het openbaar onderwijs juist in deze tijd een herkenbaar gezicht nodig heeft. Bovendien, zo staat in de verklaring, ‘lopen de belangen van leerlingen, ouders, leerkrachten, schoolleiders, medezeggenschapsraden en schoolbesturen in het openbaar onderwijs steeds meer parallel’.
Inzicht nr 2 - maart 2009
De samenwerking zal positieve effecten hebben voor de belangenbehartiging voor het openbaar onderwijs. De Vereniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB kunnen hun kennis en kunde bundelen. Er worden gezamenlijke initiatieven ontwikkeld, bijvoorbeeld om de kernwaarden van het openbaar onderwijs meer onder de aandacht te brengen. Andere punten waarop de Ver-
eniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB gaan samenwerken, zijn versterking van de medezeggenschap, ouderbetrokkenheid en governance-praktijk van de schoolbesturen, de ontwikkeling van tussen- en buitenschoolse opvang, het onder de aandacht brengen van hernieuwde mogelijkheden voor godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs en het opzetten en uitvoeren van een imagocampagne voor het openbaar onderwijs. ●
13
Tekst Michiel Jongewaard
VOS/ABB en Vereniging Openbaar Onderwijs juichen initiatief toe
Centraal aanmeldpunt goede stap tegen segregatie Het centrale aanmeldpunt voor het basisonderwijs in Nijmegen, een van de experimentgemeenten van staatssecretaris Dijksma, verdient navolging in andere plaatsen. Dit initiatief, dat voor een rechtvaardigere verdeling van de beschikbare plaatsen op scholen moet zorgen, getuigt van breed draagvlak onder de Nijmeegse schoolbesturen. De Vereniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB juichen het initiatief toe, temeer omdat nu ook het bijzonder onderwijs door een open houding werk maakt van een evenwichtigere schoolpopulatie.
H
et tegengaan van segregatie in het basisonderwijs is een belangrijke stap om integratie al vanaf jongs af aan te bevorderen. De verdeling van kansrijke en kansarme kinderen verschilt tussen de scholen soms enorm. Een school die eenmaal als ‘zwart’ te boek staat, wordt door autochtone ouders veelal gemeden en krijgt weinig kansen op een meer gemengde samenstelling. De Vereniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB vinden het te prijzen dat de Nijmeegse schoolbesturen gezamenlijk hun verantwoordelijkheid nemen en proberen alle scholen even populair te krijgen.
De spelregels die de schoolbesturen met elkaar hebben afgesproken, zijn duidelijk en geven ouders voldoende ruimte om te kiezen. Ouders kunnen zelf zes voorkeursscholen opgeven, waarna op basis van een aantal criteria een bindend plaatsingsadvies wordt gegeven. De belangrijkste criteria zijn of er al een broer of zus op de school zit en of de school in de buurt staat. Ten slotte wordt gekeken naar de voorkeur van ouders op basis van geloof of levensovertuiging. Hiermee stelt het bijzonder onderwijs in Nijmegen zich nadrukkelijk open voor elk kind en is zodoende solidair met het openbaar onderwijs, dat wettelijk al algemeen toegankelijk is.
School Een groot deel van de segregatieproblematiek in het onderwijs kan eenvoudig worden opgelost als er ‘school’ zou zijn. School, zonder de voorvoegsels openbare, katholieke, protestants-christelijke, islamitische of welk voorvoegsel dan ook, waar alle kinderen zonder meer terechtkunnen, maar wel mét aandacht en ruimte voor geloof en levensbeschouwing. Als de onderwijssector de opdracht heeft een bijdrage te leveren aan de integratie en dat doet binnen een verzuild onderwijssysteem, is dat weinig geloofwaardig naar kinderen en naar de samenleving. Dat is een van de redenen waarom de Vereniging Openbaar Onderwijs het concept ‘school’ heeft ontwikkeld.
20
Tekst Gonneke Bonting Beeld Nicole Holsheimer
Obs De Vlinder in Ter Apel wint de Omgevingsprijs 2008
Als een vlinder in het park ‘Een paviljoen, perfect om een boom heen gebouwd, in de vorm van een vlinder’. Het gebouw van openbare basisschool De Vlinder in het Oost-Groningse Ter Apel is al op veel manieren beschreven. Alleen maar complimenteus en vaak zelfs een beetje poëtisch. Toch wil de school ook effectief, strak en rustig zijn. Een ontmoetingsplaats, of zoals directeur Harry Gelling het omschrijft: ‘We dromen niet, maar we hebben wel een droomgebouw.’ Het gebouw won de Omgevingsprijs 2008.
W
ie de straat inrijdt, kan niet om De Vlinder heen. Aan de ene kant van de vijver staan woningen uit de jaren zestig. De andere kant oogt ruim. Een eindje naar achteren staat obs De Vlinder. Het is een langgerekt gebouw met ronde vormen en herfstachtige tinten: geel en groen. De ramen zijn van de vloer tot het plafond. Nergens staan hekken, ook niet om het schoolplein. Voor kinderen is het om het gebouw heen al leuk, met zandbakken, speeltoestellen en een skatebaan. Het gebouw is vorig jaar genomi-
neerd voor de landelijke Scholenbouwprijs. Die prijs wordt iedere twee jaar uitgeloofd in opdracht van het ministerie van Onderwijs. Aan de Scholenbouwprijs 2008 hebben bijna honderdveertig scholen voor basis- en voortgezet onderwijs meegedaan. Vier basisscholen werden genomineerd. Gaandeweg heeft de jury van de Scholenbouwprijs besloten aan beide onderwijssectoren een extra prijs toe te kennen aan scholen die op een bijzondere manier hebben ingespeeld op de omgeving, ruimtelijk of maatschappelijk: de Omgevingsprijs. En die was dit jaar voor obs De Vlinder.
Enthousiast
Het gebouw oogt rustig, netjes en huiselijk
Inzicht nr 2 - maart 2009
Donderdagmiddag 29 januari togen twee leerlingen, hun ouders en het onderwijspersoneel naar Utrecht. Ze wisten toen nog niet wie had
gewonnen. Harry Gelling: ‘De jury was op school geweest en was erg enthousiast. Wat ook erg goed voelde, was dat de bekende presentatrice Dieuwertje Blok had gezegd dat ze met een gerust hart een kind zou toevertrouwen aan deze school. Dat hebben trouwens wel vaker mensen gezegd.’ Naast voorzitter Sybilla Dekker (voormalig minister VROM) zaten onder meer Dieuwertje Blok, bouw- en stedenbouwkundigen en winnaars van eerdere jaren in de jury. En dat ze inderdaad erg enthousiast waren, bleek tijdens de prijsuitreiking. Behalve de eer en felicitaties kreeg de school ook een cheque ter waarde van vierduizend euro.
Filosofie Harry Gelling vertelt hoe het winnende gebouw er is gekomen. Obs De Vlinder is ontstaan uit een fusie
21 Heel kinderachtig, maar ons kwam het op dat moment natuurlijk maar wat goed uit. In feite pakken we ze nu gewoon op hun eigen regeltjes. Een koekje van eigen deeg dus.
van twee openbare scholen. ‘Beide scholen hadden gebouwen die aan vervanging toe waren. De gemeente Vlagtwedde, waarin Ter Apel ligt, stond voor de keus: twee nieuwe scholen bouwen, of er één grotere school van maken. Ze kozen voor
het laatste, zodat er een school ontstond van ruim honderdveertig leerlingen, en gaven ons alle kans daar iets moois van te maken. We zijn met beide teams twee dagen ‘de hei op’ geweest en al snel bleek dat de ideeën van de teams erg
dicht bij elkaar lagen. Zoiets is een prachtige kans om opnieuw na te denken over je onderwijs.’ Niet alleen de manier van lesgeven en omgaan met de kinderen werd besproken, ook het gebouw dat er zou komen. En ook daarin gaf de gemeente alle ruimte aan de mensen die erin moesten werken. De architect hield rekening met de plek waar het gebouw zou komen te staan: tegen een parkje aan. Dat verklaart de natuurlijke tinten en de ronde vormen. ‘Juist die natuurlijke kleuren en vormen passen perfect in de filosofie van de school’, haast Gelling zich te zeggen. Die filosofie is terug te vinden in de schoolgids, maar je kunt ook even een wandelingetje door de school maken om de ideeën van de school te doorgronden.
Ronde ramen en taal aan de muur Meteen bij binnenkomst, valt op dat vrijwel geen muur recht is. Een logisch gevolg van de ronde buitenkant. Maar het zorgt meteen voor een vriendelijke sfeer. Aan de ➜
Het schoolkamp zorgt nu al voor nachtmerries? 0800 5010 of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg)
22
Als een vlinder in het park
De kinderen en leerkrachten voelen zich op hun gemak rand van de grote, ronde hal en ontvangstruimte - met meubels in de vorm van Engelse drop - staat een rode bar, die fungeert als keuken. De hal en keuken hebben een ontmoetingsfunctie. In de schoolgids staat een verhaal over Onderwijsland, een land dat een ontmoetingsplaats moet zijn. Wie verder de school in loopt, valt op dat de hallen niet breed zijn. Er zijn lange rijen strakke kapstokken met vakjes eronder voor tassen en schoenen. ‘Brede hallen geven een rommeliger aanblik’, legt Gelling uit, terwijl hij hier en daar een openstaande deur dicht doet. Door het ronde raam in elke deur zie je de klaslokalen. ‘Ze lijken op huiskamers, vind je niet? Kinderen moeten
Inzicht nr 2 - maart 2009
zich op hun gemak voelen. Dat is belangrijk.’ Ook dat past bij de ideeën van de school. ‘Rust, reinheid en regelmaat’ worden in de schoolgids genoemd. De schoolloopbaan van de kinderen wordt vergeleken met de groei van een vlinder. Vierjarigen hebben behoefte aan bescherming, aan een cocon. Als ze in groep 8 zitten, begint de cocon te knellen. Het
duurt dan niet lang meer voordat de vlinder uitvliegt. De Vlinder is een ontmoetingsplaats, een beschermende omgeving, maar ook duidelijk een plek om te leren. ‘Effectief leren’ is één van de uitgangspunten. ‘Het leerkrachtgedrag is daarbij heel belangrijk’, aldus Gelling. ‘Maar ook de middelen. Die moeten
column 23
Alexander Pechtold Tweede Kamerlid en fractievoorzitter D66
Het bestuur valt door de mand De kredietcrisis legt pijnlijk bloot hoe bestuurders van grote banken zichzelf hebben verrijkt ten koste van hun spaarders. Geïnspireerd door hebzucht en blind voor de belangen van hun klanten laten nu ook bestuurders van publieke instellingen hun meest zwarte kant zien. De IJsselmeerziekenhuizen gaan failliet, Philadelphia en Meavita staan op de afgrond en de directeur van woningcorporatie Rochdale kijkt onschuldig door de achteruit van zijn Maserati ‘van de zaak’ naar de puinhoop die hij heeft achtergelaten. Den Haag is wakker geschrokken. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bereidt in rap tempo een wet voor die bestuurders in de zorg bestuurlijk aansprakelijk zal maken. Bovendien gaan ook de toezichthouders niet langer vrijuit. ‘Toezicht houden is niet langer vrijblijvend’, zegt de minister. De voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg vindt zelfs dat ‘commissarissen moeten hangen’. praktisch zijn. We hebben digitale schoolborden, een studieruimte met computers en prettige werkplekken, veel taal aan de muur in de vorm van kunstwerkjes en tekstbordjes en in elke klas staat een ronde tafel: de instructietafel.’ Want natuurlijk is het prachtig dat alles er bijzonder en mooi uitziet. Maar Ter Apel blijft een dorp van nuchtere Groningers. Harry Gelling: ‘Er zijn de laatste tijd veel foto’s van ons gemaakt, voor allerlei kranten en bladen. ‘Waarom kijk je niet eens blij op de foto?’, vroeg iemand me laatst.’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Vlinder of niet, je moet wel met beide voeten op de grond blijven.’ ●
Nieuw gebouw obs De Vlinder Bij de keuze van materiaal, energie-, licht- en watervoorzieningen is zoveel mogelijk gekozen voor duurzame oplossingen. Zo zijn er bijvoorbeeld een gescheiden afvalwatersysteem, daglichtgestuurde verlichting en vloerverwarming en is de technische infrastructuur flexibel.
Tussen zorg en onderwijs bestaan veel overeenkomsten. Beiden staan voor gevoelige maatschappelijke opdrachten; het verzorgen van onze ouderen, de zwakkeren in onze samenleving, en het opleiden van onze kinderen tot verantwoordelijke burgers. Maar we verwachten ook steeds meer van zorg en onderwijs: hogere eisen, nieuwe taken en een waslijst aan wensen. Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid moeten scholen nu ook de zorg voor overbelasten op zich gaan nemen. Leraren moeten hun leerlingen volgens Pieter Winsemius ‘meer achter de broek zitten’. Voor je het weet zien ouders al die extra taken als een recht. Het is dan een kwestie van tijd voordat ook voor schoolbesturen de roep om aansprakelijkheid losbarst. Dat is wat mij betreft onwenselijk. Ik ga uit van vertrouwen in mensen. Bij vrijheid hoort verantwoordelijkheid. Ook bestuurders moeten dat vertrouwen en die vrijheid verdienen. Dat kan door transparant te zijn over je activiteiten: naar ouders, leerlingen, de inspectie en de politiek. Het is net onze democratie in het klein. De premier legt verantwoording af aan het volk. Bijvoorbeeld over politieke steun aan de oorlog in Irak. Ik vraag mij echter af of ouder-, leraren- en leerlingenraden wel voldoende kritische tegenmacht vormen voor schoolbesturen. Let op, ik wil een tegenmacht waar schoolbesturen echt iets aan hebben! Geen raden die moeilijk te vullen zijn, geen vragen durven te stellen of geen onderzoek mogen uitvoeren. De Onderwijsraad pleit voor meer betrokkenheid vanuit de samenleving. Dat is mooi. Maar alleen mogelijk als de samenleving zich ook betrokken voelt bij de school. Zelfs als je geen schoolgaande kinderen hebt. Hoe meer extra taken een school gaat uitvoeren, hoe meer de samenleving bij de school wordt betrokken. De samenleving moet zich verantwoordelijk voelen voor die taken. Ik sluit mij aan bij de mening van Alexander Rinnooy Kan dat er ook meer verantwoording richting de gemeenteraad moet zijn. En financiële slagkracht van de gemeente om het onderwijs te steunen. Wij zijn samen aansprakelijk voor het resultaat. Niet het schoolbestuur.
18
Tekst Lineke Eerdmans Beeld Lineke Eerdmans
De leerlingenraad heeft zelfs een stem in het benoemingsbeleid
Leerlingenraad Utrechts Stedelijk Gymnasium boekt veel resultaat Ze zijn nog jong, maar al overtuigd lid van de leerlingenraad van het Utrechts Stedelijk Gymnasium. Elise Jelsma (14 jaar, klas 2c) is lid omdat ze houdt van organiseren en graag inspraak wil hebben. Ze zit bovendien in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, van alle openbare scholen in Utrecht. En volgende week volgt ze bij het LAKS (Landelijk Aktie Komitee Scholieren) een driedaagse cursus. ‘Dat gaat over medezeggenschap, contact met je achterban, het bereiken van doelen, et cetera’, legt ze uit. Ook Olivier Go uit klas 5d weet met zijn 15 jaar (hij sloeg groep 6 over) al goed wat hij wil. Na een jaar werd hij door zijn goede verkiezingsspeech verkozen tot voorzitter van de leerlingenraad. Voor zitting in de raad staan 100 studie-uren, maar ze werken zo efficiënt dat ze dat aantal niet halen. ‘Maakt niet uit. Ik doe ook nog als extra vak Chinees, dus punten genoeg’, aldus Olivier.
H
et Utrechts Stedelijk Gymnasium (USG) telt 618 leerlingen en is het op een na oudste gymnasium van Nederland: volgend jaar bestaat het 535 jaar. De school staat voor persoonlijke ontplooiing en openheid. Leerlingenparticipatie is een belangrijk goed. En dat er ruimte is voor kritiek, dat is duidelijk. Zo mochten leden van de leerlingenraad deelnemen aan een studiemiddag voor leraren, waarin de omgang met leerlingen centraal stond. Olivier: ‘We gaven kritiek op hoe ze lesgeven, hoe het beter en voor
Inzicht nr 2 - maart 2009
de leerlingen leuker kon worden. We gebruikten dat moment heel bewust om onze mening gehoord te krijgen. Op een studiedag accepteren leraren kritiek en ze nemen het vervolgens mee in hun lessen. Zolang je het maar positief en opbouwend brengt.’ De leerlingenraad doet veel aan naamsbekendheid. Elise schrijft een nieuwsbrief in iedere uitgave van de schoolkrant en het blad van de ouderraad. Acties krijgen aandacht via posters in de school en vanaf volgend jaar worden de klassenvertegenwoordigers betrokken bij
19 Er is veel ruimte voor leerlingenparticipatie Schone schijn
zaken van de leerlingenraad. Vergaderen doen ze minimaal eens per twee weken en ze onderhouden goed contact met de schoolleiding, de leraren en de ouderraad. En aangezien een van hun leden lid is van het bestuur van het LAKS (Mara Soekarjo, 5b), zijn ze ook van landelijke onderwerpen goed op de hoogte.
Aanpak De leerlingenraad richt zich op schoolinhoudelijke zaken, zoals de roosters en het gebouw. Met behulp van enquêtes wordt in kaart gebracht wat er speelt onder de leerlingen van de school en hoe het draagvlak is voor ideeën. Ingevoegde controlevragen zorgen voor een waarheidsgetrouw beeld. ‘Vervolgens maken we een goed onderbouwd verhaal, waarin we ook nadenken over het weerleggen van eventuele tegenargumenten. Alles gaat daarna via het hoofd Algemene Zaken, die gaat over de financiën en vormt de brug met de schoolleiding’, legt Olivier uit. ‘De leerlingenraad heeft zelfs een stem in het benoemingsbeleid. Zo gaven we onze mening over een leraar, die doorslaggevend was bij het al dan niet toekennen van een hogere salarisschaal. We weten niet wat een leraar verdient, maar zijn waarde inschatten kunnen we zeker! Wij zitten elke week in de les, dus wij weten het wel het beste.’ Dit jaar richt de leerlingenraad zich op de kantine. Die gaat door als lelijk, saai en vol met alleen maar brugklassers. Dankzij de inspanningen van de leerlingenraad komt er nu ander meubilair, krijgen de muren misschien een andere kleur en worden de kluisjes weggehaald, zodat de kantine rustiger en aangenamer wordt. De populariteit van de leerlingenraad steeg vooral toen ze drank- en snoepautomaten in de school geregeld hadden. Maar ze denken over meer dingen na. Zo is de zoemer is in de tuin van de school nauwelijks hoorbaar, waardoor leerlingen vaak te laat in de les komen. Het voorstel van de leerlingenraad om de ‘bel buiten’ te plaatsen, was dan ook snel goedgekeurd. Komt nog eens bij dat de klokken in de school op veel plekken niet goed lopen. De conciërge heeft daar geen tijd voor of geen zin in. Elise: ‘Dat houdt een van ons nu in de gaten en die zet ze waar nodig op de juiste tijd’.
De door de schoolleiding opgezette actie ‘schone school’ vindt minder steun. Leerlingen krijgen een deel van de school onder hun hoede en de groep met het schoonste resultaat wint een klassenuitje ter waarde van 750 euro. ‘Een mooi bedrag’, zegt Olivier, ‘maar het is vaak niet duidelijk wat je nou precies moet doen en niemand vind het echt leuk. Bovendien heeft de school een schoonmaakdienst, dus vaak is extra werk overbodig en bijvoorbeeld de wc’s schoonmaken wil niemand. Als ze willen dat ik dat ga doen, dan wil ik ook een cao!’ De leerlingenraad vergadert nu over hoe ze deze actie nieuw leven kunnen inblazen en hoe ze de leerlingen ervoor kunnen motiveren.
Vasten en eten voor het goede doel De jaarlijkse goede doelenactie is een belangrijke taak voor de leerlingenraad. Dit jaar gaan de opbrengsten naar Stichting Actie Calcutta, zij bouwen in India scholen voor kansarme kinderen. Tijdens de zogeheten eetweken wordt Indiaas eten verkocht in de schoolkantine en met de 24-uur vastenactie wordt via sponsoring geld ingezameld. Ook de opbrengsten van de roos en lolly-verkoopactie op Valentijnsdag gaan in de goede doelenpot. Toch vallen de opbrengsten helaas wat tegen ten opzichte van vorig jaar. Hoe dat komt? Het goede doelengala ging dit jaar niet door. Een heikel punt, het zit diep bij de leerlingen. ‘Vorig jaar hebben een paar introducés het gala erg verziekt door alcohol binnen te smokkelen en glazen kapot te gooien. Daarop heeft de schoolleiding besloten dat er dit jaar geen gala mag zijn’, vertelt Olivier teleurgesteld. ‘Dit heeft doorgewerkt in de inzet voor de goede doelenactie en we zijn er veel geld door mis gelopen. Zonder eindgala speelde het veel minder en de leerlingen waren boos. Wij als leerlingenraad werden er enorm mee geconfronteerd en moesten het maar oplossen. We hebben erg ons best gedaan en veel gesprekken gevoerd met de schoolleiding. Onze alternatieve voorstellen vonden hierdoor wel doorgang. We mogen nu een lustrumgala houden, zonder introducés. En er worden maatregelen getroffen tegen alcoholmisbruik. We hopen alsnog een mooi feest te hebben met extra opbrengsten voor India!’ We lopen naar de tuin om een foto te maken. ‘Dit is onze Gaudi-bank’, zegt Olivier, ‘die hebben we zelf gemaakt bij het vorige lustrum. En die picknicktafels verderop hebben we ook geregeld. Goh, wat hebben we eigenlijk veel gedaan als leerlingenraad!’ ●
U loopt alleen maar tegen de schoolmuren aan? Bel 5010, op schooldagen tussen 10 en 3
20
Tekst Evert Bosman Beeld Evert Bosman
Schoolbesturen Deventer gaan samen de ‘witte vlucht’ tegen
Fusie openbare en protestants-christelijke scholen stuit op regelgeving Toen Ella Vogelaar nog minister was, koos ze de Rivierenwijk in Deventer uit als een van de veertig wijken in Nederland die prachtwijken moesten worden. In tegenstelling tot andere steden verliepen de voorbereidingen voor de herstructurering hier voorspoedig. Niet in de laatste plaats omdat de dominante woningbouwcorporatie al plannen klaar had liggen voordat Vogelaar haar keuze voor deze wijk had gemaakt. Die herstructurering wordt ingrijpend; een groot deel van de woningen wordt gesloopt, nieuwbouw komt ervoor in de plaats. Maar daarnaast zijn er tal van andere voorzieningen gepland. Een wijkcentrum bijvoorbeeld, waarin ruimte is opgenomen voor een brede school.
J
an Rensink, algemeen directeur van het openbaar primair onderwijs in Deventer, heeft hoge verwachtingen van de beoogde brede school: ‘Het uitgangspunt is duidelijk: we willen met de brede school ook de toenemende segregatie in het onderwijs in deze wijk tegengaan. De Rivierenwijk is wat je noemt een allochtone wijk. Dat heeft geleid tot een vrij grote ‘witte vlucht’. Er wonen in de wijk ongeveer 550 kinderen in de basisschoolleeftijd. Meer dan de helft daarvan gaat al naar andere scholen in de stad. Het leerlingenaantal in de wijk zal, als er niets verandert, elk jaar gestaag dalen. Er zijn twee openbare scholen en één protestants-christelijke school. De prognose voor 2012 laat een daling zien tot 210 leerlingen die in de wijk naar school gaan.’ Rensink benadrukt dat de samenwerking tussen de schoolbesturen goed is. ‘Het gaat hier veel beter dan in andere regio’s, waar je vaak ziet dat de verschillende denominaties elkaar slechts gedogen. Wij hebben dat nooit gehad. Bij de start van ‘Weer Samen naar School’ kreeg de samenwerking tussen openbaar, rk- en pc-onderwijs al snel gestalte. Zo kwam er een sterk samenwerkingsverband van alle basisscholen in Deventer en omgeving, met de naam Sine Limite (zonder grens). Sine Limite heeft een dienstencen-
Op de school komt ruimte voor alle levens beschouwelijke richtingen. Inzicht nr 2 - maart 2009
trum met onderwijsloket en bundelt expertise van onderwijs en zorg- en hulpverleningsinstanties. Het succes met de leerlingenzorg vormde de basis voor de goede samenwerking.’
Brede school Rensink: ‘We zullen in de toekomst elf brede scholen in de stad tellen. Die vormen het resultaat van de bestaande samenwerking. Daarvoor is in oktober 2005 al de Stichting Brede School Deventer opgericht. In die stichting werken naast het onderwijs, ook welzijnsinstellingen, de GGD, thuiszorg, het sportservicecentrum, de openbare bibliotheek en het centrum voor cultuureducatie samen. De herstructurering van de Rivierenwijk biedt ons een unieke kans om daar een gezamenlijke brede school op te richten. Dat wordt meer dan alleen een brede school. Het is echt een fusie tussen de openbare en de pc-scholen, die één nieuwe school gaan vormen. We verwachten dat we daardoor het weglekken van leerlingen naar andere scholen in de stad kunnen tegenhouden.’ En’, voegt Rensink er aan toe, ‘dat we met het potentieel van 550 leerlingen uit de Rivierenwijk erin slagen om vierhonderd daarvan in de nieuwe school te kunnen opvangen. Die ene school in plaats van drie verschillende leidt tot een grotere efficiëntie. Er is geen energieverspillende concurrentie bij het aantrekken van leerlingen. Binnen het wijkvoorzieningencentrum kan de nieuwe brede school een hoogwaardig en breed aanbod bieden. Naast de onderwijsvoorzieningen is straks ook alles in huis op het gebied van vroeg-, voor-, tussen- en naschoolse opvang. Er komt een sportzaal en een podiumvoorziening. Met dit alles moeten we in staat zijn de kinderen uit de wijk te binden.’
21 De brede school moet voorkomen dat kinderen buiten de wijk naar school gaan.
Vertraging door wettelijke problemen
Coöperatieve vorm ‘We hebben onze plannen neergelegd bij het ministerie’, vervolgt Rensink. ‘Het ministerie zei: ‘Wat jullie willen, dat kan niet.’ Dat is een puur formeel standpunt, bepaald door de wetgeving die ervan uitgaat dat elke denominatie (bijvoorbeeld openbaar of katholiek, red.) zijn eigen school heeft. Een fusie tussen twee of drie denominaties is wettelijk gewoon niet mogelijk. We zijn bezig daar een oplossing voor te vinden. De gedachte gaat ernaar uit om voor de school een nieuw bestuur in te stellen dat als coöperatief bestuur de taken gaat invullen. We zullen daarbij wel extra juridische steun moeten inschakelen, want de wetgeving is ingewikkeld en de besluitvorming traag. Op dit moment zijn we bezig met de volgende stap: de juridische gevolgen van de nieuwe samenwerkingsvorm. De nieuwe openbare/ protestants-christelijke school zal een school worden met een gezicht dat alle ouders aanspreekt. Een school waar ruimte is voor alle levensbeschouwelijke richtingen. Als je zo’n breed en goed aanbod hebt, kun je ook islamitische ouders aan de school binden. Daarover zijn we in gesprek.’
‘Maar de keerzijde van onze plannen is dat het realiseren van de nieuwe school meer tijd kost dan we dachten’, zegt Rensink. ‘De wettelijke problemen zorgen voor vertraging. Er komen knelpunten naar voren bij de afstemming tussen de partners van het wijkvoorzieningencentrum en de exploitatie van de scholen. We hebben nu als schoolbesturen afgesproken dat we de besprekingen over de onderwijskundige inhoud op een lager pitje zetten en onze energie richten op het in stand houden en versterken van de bestaande drie scholen in de wijk. Als we straks, zeg over twee jaar, kunnen bouwen, hebben we de zekerheid dat er in het nieuwe centrum één grote, sterke school komt. Het is een behoorlijke onderneming. Het kost veel tijd en veel moeite. Toch geniet ik van dit soort uitdagingen. Je doet het voor de toekomst van het onderwijs. Dat heeft mijn hart en daar wil ik me volledig voor inzetten.’ En ziet Rensink het niet als probleem dat hij straks een ‘stuk’ openbaar onderwijs opgeeft? Hij antwoordt met een tegenvraag: ‘Voor wie houden we nu een school in stand? Voor het bestuur of voor de leerlingen? Dan is de keuze toch niet moeilijk. Een school is immers de samenleving in het klein.’
Verzelfstandiging Jan Rensink is een tevreden mens. De door hem geruime tijd bepleite verdere verzelfstandiging van het Openbaar Primair Onderwijs Deventer kreeg op 1 januari 2009 zijn beslag. ‘We zijn een stichting en krijgen een grotere vrijheid van handelen, onder andere op bestuurlijk gebied, bovendien wordt onze positie gelijkwaardig aan die van de besturen van het bijzonder onderwijs.’ Op 22 januari werd de stichting officieel ten doop gehouden tijdens een feestelijke bijeenkomst. Dat is onderstreept met de uitgave van een boek over de geschiedenis van het openbaar onderwijs in Deventer. ‘De overgang naar een stichting kent ook wat curieuze kantjes’ zegt Rensink. ‘Zo worden alle medewerkers formeel ontslagen en treden zij tegelijkertijd in dienst van de nieuwe stichting.’ Jan Rensink noemt de nieuwe stichting een mijlpaal voor het openbaar onderwijs. ‘We kunnen nu keuzes maken op basis van strategische plannen. Overigens, voor de ouders verandert er niets: we staan voor goed onderwijs.’ ●
De directeur wil per se bij de MR-vergadering zijn? 0800 5010 of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg)
22
Inzicht nr 1 - februari 2009
23 Nieuwe website Vereniging Openbaar Onderwijs De Vereniging Openbaar Onderwijs heeft een nieuwe website. Op het nieuwe internetportaal www.voo.nl vinden nu alle sites van de Vereniging Openbaar Onderwijs een plaats. De bestaande sites www.ouderraden.nl, www.medezeggenschapsraden.nl, www.verantwoordoverblijven.nl en www.actiefpluriform.nl hebben een nieuwe plek gekregen op www.voo.nl, onder een van de vier expertisegebieden van de Vereniging Openbaar Onderwijs: Openbaar Onderwijs, Ouders en School, Medezeggenschap en School en Opvang.
O
p de nieuwe internetsite staat het volledige cursusaanbod van de Vereniging Openbaar Onder wijs, zoals de cursussen medezeggenschap en tussenschoolse opvang. Inschrijven op cursussen is nog eenvoudiger geworden, doordat een aantal standaard
gegevens per gebruiker wordt opgeslagen. Leden van de Vereniging Openbaar Onderwijs kunnen zich op www.voo.nl aanmelden en een eigen wachtwoord instellen. Ook kunnen zij zich inschrijven op een van de e-mailnieuwsbrieven die vanaf maart zullen worden verstuurd. ●
www.voo.nl De schooldag is te lang? 0800 5010 of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg)
24
Tekst Gonneke Bonting Beeld Gonneke Bonting
Een beginnende leerkracht vertelt over haar ervaringen
Ik wist niet wat ik kon doen als het echt niet goed ging Onderwijzen is een vak apart. De hele dag een groep kinderen om je heen, collega’s die je alleen in de koffiepauzes en tijdens vergaderingen ziet en na schooltijd een groep ouders aan wie je verantwoording bent verschuldigd. Hoe is dat voor een beginnende leerkracht, vers van de opleiding?
H
et is maandagmiddag, half drie. Over een half uur gaat de school uit. In groep 5 van de openbare Borgmanschool in Groningen is het een drukte van jewelste. Een groepje meisjes speelt met lego. De hele tafel ligt vol. Achterin de klas zitten kinderen bij beeldschermen. Er wordt gedamd, gedobbeld en rummikub gespeeld en er klinkt luid geroezemoes. Bij één van de beeldschermen zit een
Inzicht nr 2 - maart 2009
meisje op haar hurken iets aan te wijzen. Een toevallige voorbijganger ziet pas na twee keer kijken dat daar de juf zit. Ze kijkt op haar horloge. ‘Ja, we gaan opruimen’, zegt ze luid. ‘Ik tel tot tien. Eén…’ Het is lastig voor te stellen dat deze groep ooit stil wordt of dat de kinderen hun spelletjes gaan opruimen. ‘Vijf…zes.’ Een paar meisjes brengen hun speldoos naar de kast. De legotafel ligt nog vol. ‘Acht…negen.’
Dan opeens zit iedereen op zijn of haar stoel. Het laatste legoblokje wordt in een doos gegooid en de doos op de kast gezet. Het is stil.
Ik vertrouw erop dat ik het goed aanpak
25
Vanmiddag ging al veel beter Lisanne Ottelé (27) gaat op de stoel zitten en overziet haar klas. ‘Wie wil vertellen wat er vandaag goed ging en wat leuk was?’ Een paar vingers gaan de lucht in. ‘Mooi. En wie durft te zeggen dat het níet helemaal goed ging?’ Weer een paar vingers, nu van andere kinderen. ‘Wat ging er dan niet zo goed?’ vraagt Lisanne aan een jongetje, in het midden van de klas. Hij antwoordt vlot: ‘Vanmorgen heb ik zitten kletsen, maar vanmiddag ging het al veel beter.’ Lisanne knikt. ‘Ja, dat vind ik ook’, zegt ze. ‘Goed dat je dat durft zeggen.’ Nadat nog een paar leerlingen hun dag hebben geëvalueerd, pakt ze een boek en leest nog een kwartiertje voor. Ademloos luisteren de kinderen naar de gebeurtenissen van Harry Potter.
‘Bijna elke morgen werd ik gebeld met de vraag of ik die dag kon komen invallen. Ik wist dus nooit van tevoren waar ik zou werken, met wie en wat ik zou aantreffen. Na een paar maanden was ik het zo zat dat ik zelfs heb overwogen om een baan te zoeken als verkoopster bij Hennes & Mauritz, iets waarvan ik zeker weet dat het helemaal niet bij me past. Toen kon ik op deze school komen werken. Ik werk hier nu sinds twee maanden als invalster voor twee klassen en dat bevalt me prima’, vertelt ze. ‘Alleen de onzekerheid, dat vind ik vervelend. Het duurt nog zeker een jaar of drie voordat ik een aanstelling kan krijgen. Je hoort wel eens dat er een tekort is aan leerkrachten in het basisonderwijs, maar in dit deel van het land is dat niet zo.’
Wachten op aanstelling
Ervaring
‘Dit is wat ik wil’, zegt ze even later, als alle kinderen weg zijn. ‘Ik heb eerst de opleiding voor maatschappelijk werk en dienstverlening gedaan, hier in Groningen. Daarna ben ik drie jaar gezinsvoogd geweest. Best pittig en, inderdaad, ik ben nog best jong. Maar ik heb gemerkt dat het helpt als je ouders met respect behandelt. Het meest frustrerende vond ik wel de wachttijden. Dan besliste ik dat het voor een kind het beste was als hij in een bepaalde groep werd geplaatst, maar dan moest hij eerst zoveel maanden wachten voordat hij er terecht kon. Ik wilde graag met kinderen werken, maar wat ik voor ze kon doen, gaf niet het effect dat ik graag wilde.’ Ze nam ontslag en volgde de tweejarige opleiding tot leerkracht basisonderwijs. Daarna liet ze zich inschrijven bij ‘alle invalpools in de omgeving’ en daarna volgde een periode die niet gemakkelijk was.
Toch heeft Lisanne geen spijt van haar overstap van de jeugdzorg naar het onderwijs. ‘Vergeleken met mijn ‘oude’ baan, voel ik meer verantwoordelijkheid. Natuurlijk, als gezinsvoogd heb je die ook wel, maar veel meer op afstand. Deze kinderen zie ik élke dag.’ Lisanne oogt zelfverzekerd, eigenlijk alsof ze dit werk al jaren doet. ‘O nee, ik merk dat ik nog veel ervaring mis. Maar ik vertrouw erop dat ik het goed aanpak. En ik kan altijd bij mijn collega’s aankloppen. Maar uiteindelijk moet ik het gewoon dóen.’ Ze neemt een slokje van haar thee en vervolgt: ‘Deze klas was in het begin trouwens best moeilijk hoor. De eerste ochtend, toen ze in de kring zaten, was bijna iedereen met zichzelf bezig. Ze deden allemaal maar wat, ik kon ze bijna niet bereiken. Ik kreeg echt een knoop in mijn maag. Opeens realiseerde ik me dat ik eigenlijk helemaal niet wist wat ik kon doen als het echt niet goed
Nadat ik een week heel streng was, werd de sfeer beter ging. Welke regels golden er? Wat voor straf kon ik opleggen?’ ‘Deze school is een school voor inclusief onderwijs. Dat betekent dat er in verhouding veel kinderen zijn die wellicht ook naar het speciaal onderwijs hadden gekund’, vertelt Lisanne. ‘Ik liep er een heel weekend over te piekeren. Maandagmorgen vroeg ik meteen aan een paar collega’s of ik een kind naar ze toe mocht sturen als het niet goed ging. En tegen de kinderen zei ik dat ik degene die niet leuk meedeed naar een andere klas zou sturen en meteen de ouders zou bellen. Aan het eind van de dag stelde ik dezelfde vraag als vanmiddag: wie durft te zeggen dat het niet helemaal goed ging? En precies díe kinderen waarbij het niet goed ging, staken hun vinger op. Nadat ik een week heel streng was geweest, kwam er een jongetje naar me toe om te zeggen hoe leuk hij het vond bij mij in de klas. Het was een jongen die echt naar niemand wilde luisteren.’ Dan gaat de telefoon. Haar vriend belt. ‘Ja hoor, het ging goed. Het was gezellig vandaag. Ze mochten zelfs spelletjes doen vanmiddag’, zegt ze. Eén ding is duidelijk: Lisanne heeft haar plek gevonden. ●
Informatie Voor haar klas(sen) maakte Lisanne een website: www.lisanne.yurls.net.
Paasmaaltijd of Suikerfeest? Bel 5010, op schooldagen tussen 10 en 3
26
Tekst Esther Oosterling Beeld Esther Oosterling
Calandlyceum in Amsterdam start met technasium Naast het gymnasium start op het openbare Calandlyceum in Amsterdam binnenkort ook het technasium. De school kreeg van de gemeente honderdduizend euro subsidie om dit type onderwijs te realiseren. Bètatalenten kunnen zich hier voortaan voorbereiden op bètaberoepen en zich trainen in het wetenschappelijk denken. De leerlingen werken voor echte opdrachtgevers.
E
en kolonie stichten in de ruimte. Het schrijven van een goede reclametekst voor een autodealer. Onderzoek doen naar nieuwe manieren om de lichtuitstoot van kassen tegen te gaan, terwijl de temperatuur in de kas gelijk moet blijven. Voorbeelden van opdrachten waaraan leerlingen van het technasium werken. Het technasium vormt een voorbereiding op een natuurwetenschappelijke vervolgstudie voor jongens en meiden met een vwo-advies, die aanleg voor exacte vakken hebben en interesse hebben in techniek en ontwerpen. Vanaf komend schooljaar start de eerste technasiumklas op het Calandlyceum in Amsterdam-Osdorp.
Onderzoeken en ontwerpen André van Rijswijck is technator ofwel coördinator voor het technasium aan het Calandlyceum. Hij is docent techniek en technologica en begeleidt de eerste pilotgroep met het vak O&O. Van Rijswijck: ‘Onderzoeken en Ontwerpen’ is het belangrijkste vak op het technasium. Leerlingen gaan twee dagdelen aan de slag met interessante projectopdrachten. Door zich te verplaatsen in de rol van wetenschappelijke beroepsbeoefenaar maken ze kennis met een groot aantal beroepen, zoals medicus, ingenieur, designer, architect of laborant. Daarnaast leren ze ook om samen het resultaat van hun werk te presenteren, te motiveren en te verdedigen. En hoe ze moeten reflecteren en met het team terugkijken op het
Inzicht nr 2 - maart 2009
resultaat en de totstandkoming ervan. Een belangrijk aspect is dat de leerlingen leren samenwerken. Daar moeten ze voor openstaan. Van tevoren vragen we daarom goed door naar hun motivatie.’ De cijfers worden gebaseerd op beoordeling van product en proces. Bij het beoordelen van het product is ook de opdrachtgever betrokken. Piet Hein Hellendoorn is afdelingsleider van de Beginschool (een apart schooldeel voor leerjaar 1 en 2, red.) en ondersteunt zijn collega André van Rijswijck bij het op
poten zetten van het technasium op school, een onderwijstype dat precies past in de filosofie die de school heeft. ‘Het Calandlyceum staat voor het stimuleren van talenten. Daarom hebben we speciale kunst- en sportklassen. We willen kinderen de mogelijkheid bieden om zich te bekwamen in de richting van hun passie. Dat kan dus ook in de exacte wetenschappen zijn. Wij zijn met 1760 leerlingen de grootste school van Amsterdam. Dat biedt mogelijkheden om allerlei bijzondere opleidingen, zoals het technasium, te organiseren.’
27 Zesde regio Elke regio heeft zijn eigen netwerk van scholen. Met de komst van een technasium op het Calandlyceum in de regio West zijn er nu in totaal ongeveer 27 technasia in Nederland. In de regio West nemen zes scholen deel aan het netwerk. Het eerste technasium startte zes jaar geleden in Groningen. Hier werd besloten om techniek, natuur- en scheikunde voortaan samen te voegen. Het Calandlyceum is de eerste school in Amsterdam waar dit ook wordt gedaan. Hellendoorn: ‘We zijn al een eind op weg en nu, met een ton subsidie van de gemeente, komt het helemaal goed.’ De overheid doet veel aan promotie van bètastudies. Met name in de randstad is het animo voor techniek bijzonder laag. Hier is een groot tekort aan bètawetenschappers. De doelstellingen van het Deltaplan Bètatechniek houdt in dat er gestreefd wordt naar 15 procent meer uitstroom naar technische studies en beroepen, waarbij het aantal meiden en allochtone leerlingen wordt vergroot.
Erkende opleiding Van Rijswijck: ‘Het Calandlyceum keek altijd al met een schuin oog naar Groningen. We hebben al veel bètaprojecten, maar om een technasium te mogen zijn, moet je je als school aan een bepaald format houden. Je moet dus niet alleen met bèta bezig zijn, maar ook met het leren van wetenschappelijk denken, plannen, organiseren en in teamverband werken.’ Het vak Onderzoeken en Ontwerpen is een nieuw examenvak. Het technasium is een door de overheid erkende opleiding waar eisen voor zijn gesteld. Zo moeten de docenten geschoold zijn in O&O, de werkplaatsen moeten in orde zijn en er dient voldoende draagkracht te zijn bij de leerkrachten eerstegraads. ‘Die zijn bekend met het werken met projecten,’ aldus Hellendoorn. ‘Deze week is het bijvoorbeeld activiteitenweek bij ons op school, waarbij op project-
‘Het technasium bereidt voor op natuurwetenschappelijke studies.’ basis wordt gewerkt. Een aantal docenten gaat ook de scholing van het technasium volgen.’ De rol van de docenten op het technasium is een begeleidende. De leerlingen werken aan de opdracht, terwijl docenten zorgen dat ze hun planning in de gaten houden en beschikbaar zijn voor vragen van de leerlingen. De werkplaatsen hebben standaard een aantal computers, een laboratorium, watervoorziening, ontwerptafels, voldoende materialen en -ook verplicht- een loungeplek.
Niet alleen technisch Alhoewel de naam anders doet vermoeden, is het technasium niet alleen technisch. De opdrachten komen vanuit bedrijven, zorg, overheid, universiteiten en maatschappelijke instellingen. De leerlingen werken elk kwartaal aan realistische onderzoeks- en ontwerppro-
jecten die vier tot vijf keer per jaar wisselen. Hellendoorn benadrukt het belang van de rol van de opdrachtgever. ‘Elke groep werkt aan dezelfde opdracht van een bedrijf en geeft daar ook de eindpresentatie. Het bedrijf is naast de school degene die de resultaten van de groepen beoordeelt. De opdrachtgever zorgt ervoor dat iemand beschikbaar is voor begeleiding.’ Piet Hein Hellendoorn bespeurt veel enthousiasme bij leerlingen. ‘Het idee spreekt een aantal leerlingen ontzettend aan. Vooral die kinderen die thuis alles al uit elkaar aan het halen zijn, die nieuwsgierig zijn naar hoe dingen in elkaar zitten, die het naadje van de kous willen weten, oftewel de knutselaars.’ Amsterdamse knutselaars met een passie voor wetenschap kunnen dus voortaan bij uitstek op het Calandlyceum terecht. ●
Wat is een technasium? Vanaf het schooljaar 2009-2010 start het Calandlyceum in de eerste klas met het technasium. Leerlingen met een vwo-advies kunnen zich hiervoor aanmelden. Het technasium is een afdeling binnen het havo en het vwo waarin leerlingen in de huid kruipen van echte wetenschappers. Het technasiumvak Onderzoek en Ontwerpen is inmiddels door het ministerie als examenvak erkend.
Het tussenuur wordt meegeteld als lestijd? 0800 5010 of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg)
30
Tekst Yolanda Neijts Beeld Fotoburo Brabant
Horizonprogramma’s op het Stedelijk College Eindhoven moeten verkeerde keuze voorkomen
Vmbo’ers kiezen voortaan een richting in plaats van een beroep TechnoWorld, LifeStyle, SportPlaza en Theaterfabriek: vier horizonprogramma’s die de vmbo-afdeling van het Stedelijk College Eindhoven vanaf komend schooljaar aan alle leerlingen in de onderbouw gaat aanbieden. Bedoeld om leerlingen zich breder, maar vooral ook intensiever te laten oriënteren op hun toekomstmogelijkheden. Maar ook om te voorkomen dat leerlingen later in het mbo uitvallen, doordat ze verkeerde keuzes hebben gemaakt. Dus gaan de vmbo’ers in de onderbouw vanaf augustus, gedurende een half jaar, zeven uur in de week praktisch aan de slag met een van de oriëntatiemodules. Ze mogen hun eigen voorkeuren aangeven en ze mogen ook driemaal dezelfde, weliswaar steeds anders ingevulde, richting volgen.
O
pleidingsdirecteur Paula Toonen van het ‘Stedelijk’ aan de Eindhovense Avignonlaan, is overtuigd van de noodzaak van dit compleet nieuwe onderwijsconcept. Eerder maakte ze deel uit van een door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ingestelde adviesgroep voor het vmbo. Daar werd vooral duidelijk dat in met name de eerste periode op het mbo te veel leerlingen uitvallen doordat ze een verkeerde keuze hebben gemaakt. Toonen: ‘Die conclusie gold vooral voor leerlingen die de theoretische leerweg hadden gevolgd. Die hadden simpelweg vier jaar lang te veel met hun neus in de boeken gezeten en te weinig aan de praktijk geroken.’
Leerlingen kiezen bewuster voor een richting Inzicht nr 2 - maart 2009
Versnipperd Genoeg redenen voor het Stedelijk College om het bestaande onderwijsconcept, dat weliswaar al vijf uur per week Praktische Sector Oriëntatie (PSO) en 2 uur keuzewerk kent, onder de loep te nemen en in een heel nieuw jasje te steken. Paula Toonen: ‘In de be-
staande oriëntatie-uren kregen de leerlingen weliswaar ‘wat’ techniek, koken en economie en bij het keuzewerk kwamen er zaken als toneel en dergelijke aan de orde, maar dat ging niet erg diep en het was te versnipperd. Terwijl we het op deze school juist erg belangrijk vinden kinderen te geven wat ze nodig
31
Verzelfstandiging • elk half jaar zeven uur per week praktisch werken in een beroepenveld • vrije keuze voor leerlingen in de onderbouw om vier maal een ander programma te volgen of maximaal drie keer eenzelfde richting, steeds anders ingevuld • veel aandacht voor verschillende aspecten van de trajecten • zelfreflectie in ‘spiegellessen’ • samenwerking tussen leerlingen van zowel de basis-, kader- als theoretische leerweg.
hebben. Bijkomend nadeel was dat leerlingen weinig te kiezen hadden en simpelweg moesten volgen wat er op het programma stond. Dat gaat nu helemaal veranderen.’
Leren voor een sector Er is drie jaar gewerkt aan de ontwikkeling van de horizonprogramma’s en uiteindelijk heeft de school in samenwerking met het pedagogisch centrum KPC ook de materialen ontwikkeld. Paula Toonen vervolgt: ‘Natuurlijk zijn er vandaag de dag meer scholen die zelf projecten opzetten, maar met deze horizonprogramma’s zijn we absoluut voorloper in onderwijsland.’ De kracht van de programma’s zit volgens Toonen dan ook vooral in de breedte. ‘Kinderen leren vanaf augustus voor een brede sector ofwel intersecto-
raal in plaats van voor een beroep. Wij bieden ze beroepsbeelden aan, met daarbij veel aandacht voor het werkveld. Waarbij ze steeds, of ze nou meedraaien in de Theaterfabriek of bijvoorbeeld SportPlaza, worden geconfronteerd met elementen uit de overige programma’s. Theater is bijvoorbeeld meer dan een dansje of het produceren van een filmpje of videoclip. Er komt ook techniek bij kijken, ICT en organisatie. Dat geldt natuurlijk ook voor de andere modules. Daarbij hebben we bewust ervoor gekozen om elk half jaar naar een concreet eindproduct te werken. Dat stimuleert!’
Spiegel voorhouden Paula Toonen benadrukt dat er niet wordt getornd aan het aantal AVO-uren (algemeen vormend onderwijs). ‘Nederlands en re-
kenen blijven zowel in de basis-, kader- als theoretische leerweg prioriteit houden. Maar het is wel belangrijk dat kinderen van alle drie niveaus gaan samenwerken in de horizonprogramma’s en van elkaars specifieke talenten en interesses kunnen leren.’ Ten slotte zijn in de nieuwe programma’s, minimaal twee keer per half jaar, de zogenoemde ‘spiegellessen’ ingebouwd. In die lessen worden de leerlingen geconfronteerd met vragen als: wat heb ik gedaan, wat heeft het programma met mij gedaan en, last but not least, past deze richting ook bij mij?’ Tijdens een open dag van het Stedelijk College, begin februari, zijn de nieuwe horizonprogramma’s voor het eerst aan de buitenwacht gepresenteerd. Met filmpjes, sportpresentaties, modeshows en veel workshops konden aanstaande brugklassers kennismaken met de praktische mogelijkheden die de school biedt. Voor hen bleken die mogelijkheden nog moeilijk te overzien, maar leerlingen in
Vijf verschillende juffen per week? Bel 5010, op schooldagen tussen 10 en 3
32 Leerlingen op Stedelijk College blij met horizonprogramma’s
de bovenbouw zien de voordelen inmiddels des te meer.
Vergissingen voorkomen Tommie Toirkens bracht bijvoorbeeld zijn eerste twee jaar op de middelbare school door op de Eindhovense onderbouwschool Antoon Schellens voor het LWOO (leerweg ondersteunend onderwijs). Daar kreeg hij twee uur per week techniek. ‘En hoewel ik dat eigenlijk heel leuk vond, was ik vorig jaar toch bijna naar een school gegaan waar vooral veel sport wordt gegeven. Eerlijk gezegd, omdat een vriend van me daar ook naartoe ging. Pas een week voor het nieuwe schooljaar begon, kreeg
Inzicht nr 2 - maart 2009
ik spijt en wilde toch techniek gaan doen. Gelukkig kon ik hier terecht en nu voel ik me helemaal op mijn plek op de afdeling Bouw en Hout. Ik heb dus geluk gehad, maar het scheelde maar weinig of ik had een grote fout gemaakt. Ik weet nu dat meer praktijkervaring in de onderbouw belangrijk is. Je leert beter
wat de verschillende richtingen inhouden en zo kun je vergissingen voorkomen. Daar is zijn ‘collega’ Melissa Sanders het helemaal mee eens. Ze tekent, ontwerpt en máákt graag producten en inmiddels weet ze dat ze architect wil worden. ‘Maar daar had ik in de brugklas echt geen ideeën over, ik vond sport ook leuk’, vertelt ze. ‘En je ziet wel vaker dat kinderen denken dat ze kapster willen worden omdat hun zus dat ook doet, en er vervolgens achterkomen dat het helemaal niks is. Volgens mij maken daardoor wel drie op de tien leerlingen een verkeerde keuze na de onderbouw. Die horizonprogramma’s zijn dus een goed idee. Wat ik vooral goed vind, is dat kinderen kunnen kiezen. Want voor kinderen die niet weten wat ze willen, is het goed dat ze vier verschillende programma’s kunnen volgen. Kinderen die dat wel weten, kunnen voortaan al in de onderbouw veel meer dingen gaan doen die ze echt leuk vinden.’ ●
31
Tekst Michiel Jongewaard Beeld Levien Willemse
Onderwijsorganisaties en bedrijfsleven maken afspraken over sponsoring op school
Nieuw convenant ondertekend
Staatssecretaris Dijksma heeft op 19 februari met veertien partijen uit het onderwijs en bedrijfsleven, waaronder de Vereniging Openbaar Onderwijs, het ‘Convenant Sponsoring’ ondertekend. Doel van het convenant is dat er duidelijke gedragsregels zijn op het gebied van sponsoring op school, voor zowel het primair als voortgezet onderwijs.
H
et convenant is een aanscherping van eerder gemaakte afspraken over sponsoring in het onderwijs. Een belangrijke aanvulling is dat ouders, leraren en leerlingen nu via de medezeggenschapsraad meer betrokken worden bij het afsluiten van sponsorcontracten. De Inspectie van het Onderwijs zal toezien op de naleving van de wet-
geving op dit punt. Ook is in het convenant afgesproken dat alle betrokken partijen zullen bevorderen dat nieuwe sponsorcontracten een gezonde levensstijl van leerlingen mogelijk en aantrekkelijk moeten maken. Het Convenant Sponsoring is ondertekend door het ministerie van Onderwijs, de algemene
besturenorganisaties PO-Raad en VO-raad, de Vereniging Openbaar Onderwijs, de vakorganisaties AOb, CNV Onderwijs en AVS, de ouderorganisaties LOBO, NKO en Ouders&Coo, het Landelijk Aktie Komittee Scholieren (LAKS), de werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB Nederland, de Groep Educatieve Uitgeverijen (GEU) en de Consumentenbond.
Geen inzage in het leerlingvolgsysteem? Bel 5010, op schooldagen tussen 10 en 3
32 vraag & antwoord Heeft u een vraag over onderwijs van uw kind? Bel 5010, hét telefonische en digitale loket voor ouders, voor informatie en advies over onderwijs. 5010 is op schooldagen bereikbaar tussen tien en drie, via 0800-5010 (gratis), kiesk ‘onderwijs’, toets 4 (of mobiel naar 0900-5010123 / 45 ctpg). Vragen stellen kan ook via www.voo-50tien.nl
Verzekeringen op school Ieder jaar betaalt onze ouderraad de ongevallenverzekering die de school voor de leerlingen heeft afgesloten. De directeur zegt dat wij verplicht zijn deze verzekering te betalen. Is dat zo? Nee. Over dit soort verzekeringen op school bestaat veel onduidelijkheid. In feite is een school niet verplicht verzekeringen voor leerlingen af te sluiten. Iedere leerling zou namelijk verzekerd moeten zijn via de ziektekosten- en WA-verzekering van de ouders. De ouderraad (OR) hoeft dus niet mee te betalen aan deze verzekering. Mogelijk is er in het verleden afgesproken dat de ouderraad de kosten van deze verzekering op zich neemt. Het is raadzaam om dit eerst na te vragen, voordat u met de directeur in gesprek gaat over de bijdrage van de ouderraad. Als uw ouderraad het betalen voor deze verzekering wil stopzetten, is het verstandig dit op de jaarlijkse vergadering met de ouders te besluiten. ●
Schakelklas Mijn zoon heeft na de basisschool een schakelklas gedaan, omdat hij er nog niet helemaal aan toe was om naar het voortgezet onderwijs te gaan. Nu zit hij in het vierde jaar van het vmbo-t en hij staat er niet al te goed voor. Ik weet dat er op het vmbo een maximale bekostigingstermijn van vijf jaar is. Moet mijn zoon van school af als hij dit jaar niet slaagt? Ja, de schakelklas telt mee voor de maximale verblijfsduur van vijf jaar binnen het vmbo. De directeur van de vmbo-school heeft wel de mogelijkheid om, op basis van artikel 27 lid 5 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs, een jaar extra bekostiging aan te vragen. Volgens de Inspectie geeft is dit de manier om toch een jaar te kunnen doubleren. ●
Schoolplein voor iedereen? Het schoolplein bij de school van onze kinderen is ook een wijkplein. De kinderen die niet overblijven, worden tussen de middag van het schoolplein geweerd, omdat ook de kinderen van de overblijf op het plein spelen. Mag dat? Ja. Een schoolplein kan worden gebruikt voor bepaalde, vastgestelde activiteiten. Tijdens het overblijven is een aantal overblijfkrachten belast met toezicht op de kinderen die overblijven. Als daar kinderen bij komen die niet overblijven, kan er wellicht niet meer ‘voldoende en adequaat’ toezicht worden uitgeoefend, waardoor de school de veiligheid niet in voldoende mate kan garanderen. Daarom mag een schoolplein, tijdens het overblijven, worden gesloten voor de leerlingen die niet overblijven. ●
Inzicht nr 2 - maart 2009
33 Overeenkomst
vrijwillige ouderbijdrage Wij hebben als oudergeleding van de medezeggenschapsraad (MR) in het voortgezet onderwijs het bevoegd gezag gevraagd een overeenkomst te gebruiken voor de vrijwillige ouderbijdrage. Het bevoegd gezag heeft ons laten weten dat wij daar niets over te zeggen hebben. Zij beroept zich op artikel 14 lid 2c van de WMS (Wet Medezeggenschap Scholen), waarin alleen iets staat over de hoogte en de bestemming van de ouderbijdrage. Heeft het bevoegd gezag gelijk? Nee. Het klopt dat in artikel 14 lid 2c niets staat over de procedure die het bevoegd gezag hanteert om de vrijwillige ouderbijdrage onder de aandacht van de ouders te brengen. Dat is namelijk al geregeld in artikel 14 lid 1a. Hierin staat dat de ouder- en leerling-geleding instemmingsrecht heeft met betrekking tot vaststelling van de schoolgids. Volgens artikel 24a van de Wet op het Voortgezet Onderwijs moet in de schoolgids een ontwerp zijn opgenomen van de overeenkomst voor inning van de vrijwillige ouderbijdrage, dat moet voldoen aan de wettelijke regels. Het bevoegd gezag heeft gelijk dat dit niet een exclusief punt is voor de oudergeleding; de leerlinggeleding dient hier ook zijn instemming aan te geven. Mocht het bevoegd gezag geen overeenkomst willen hanteren, dan kan de ouder-/leerling-geleding haar instemming aan de schoolgids onthouden. ●
Lagere score eindtoets Het schooladvies van onze dochter is havo, maar de uitslag van de eindtoets was beduidend lager. Nu willen wij een andere test laten uitvoeren, waarmee wij aan het voortgezet onderwijs kunnen duidelijk maken dat mijn dochter wel in staat is om de havo te doen. Bestaan dergelijke toetsen?
Bibliotheek op school Onze school heeft geen bibliotheek. De directeur heeft de ouderraad min of meer opgedragen om een bibliotheek op te zetten en te financieren. Wij vragen ons af of een school verplicht is een bibliotheek te hebben en of de directeur ons dit kan opdragen? Nee. Er is geen wettelijke verplichting voor scholen om een bibliotheek te hebben. Maar tegelijkertijd is het zo dat een school niet zonder leuke en prettige leesboeken voor de leerlingen kan. De school kan hiervoor budget vrijmaken uit de lumpsum die zij ontvangt. Mocht er worden besloten dat er een bibliotheek komt, dan is de school hier primair verantwoordelijk voor. Hierbij zijn verschillende constructies mogelijk, zoals bijvoorbeeld boeken delen met scholen van hetzelfde bestuur of een schoollidmaatschap afsluiten bij de bibliotheek. Er kan wel ondersteuning van de ouders en de ouderraad worden gevraagd, maar die vindt altijd plaats op basis van vrijwilligheid. Een ouderraad kan dus niet door de directeur worden gedwongen hier geld aan te besteden. Dit is een keuze van de ouderraad, die dit op de jaarlijkse vergadering met de ouders kan besluiten. ●
Toezicht voor schooltijd Op onze school mogen de kinderen al vanaf 8.30 uur in de klas zijn. Maar de lessen beginnen pas om 8.45 uur en er is in dat kwartier daarvoor geen toezicht in de klas. De school moet dan toch toezicht houden? Ja. Als de school toestaat dat de leerlingen om 8.30 uur in de klas worden gebracht, moet er ook toezicht worden uitgeoefend. De manier waarop toezicht wordt gehouden, is aan de school zelf. U kunt de directeur vragen hoe de school hiermee omgaat, en eventueel vragen voor toezicht te zorgen. Ook kunt u contact opnemen met een ouder uit de medezeggenschapsraad (MR), om dit in een overleg van de MR te bespreken. ●
Ja. Toch is het is niet noodzakelijk om uw dochter nog een keer te laten toetsen. In principe moet de school voor voortgezet onderwijs het schooladvies volgen om het instroomniveau van uw dochter te bepalen. Wanneer de school voor voortgezet onderwijs de uitslag van de eindtoets belangrijker vindt dan het schooladvies, kunt u samen met de basisschool in overleg gaan met de nieuwe school. Wellicht wil die school uw dochter opnieuw laten toetsen, maar de school kan ook het advies van de basisschool voor laten gaan. ●
Geen kopieën van het leerling-dossier? 0800 5010 of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg)
Ouders en school
Vereniging Openbaar Onderwijs Medezeggenschap
Openbaar onderwijs
Vereniging Openbaar Onderwijs School en opvang
Nieuw in de MR? kom naar MR-Start! Voorjaar 2009: In het hele land bijeenkomsten voor nieuwe MR-leden MR-Start is een bijeenkomst speciaal voor ouders en leerkrachten die kort geleden zijn gekozen in de medezeggenschapsraad (MR). U leert in één avond wat de rechten en plichten van de MR zijn en wat de raad in de praktijk heeft te vertellen. Hierdoor kunt u volwaardig meedraaien in uw MR.
Leer de spelregels van de medezeggenschap Bij MR Start wordt medezeggenschap vergeleken met een spel. Om het te kunnen spelen zijn verschillende partijen nodig: de spelers, de tegenspelers en andere teams.
Openbaar onderwijs Ouders en school Medezeggenschap School en opvang
Belangrijk is dat u de spelregels kent, dat u een goede opstelling kunt kiezen en dat u weet dat er een scheidsrechter is die eventueel kan ingrijpen. Natuurlijk is er alle ruimte om vragen te stellen.
Locaties Op de achterkant vindt u een overzicht van de verschillende plaatsen en data voor het voorjaar van 2009. Een bijeenkomst start om 19.30 en duurt tot 22.00 uur. Bij minimaal 15 deelnemers bestaat de mogelijkheid MRStart op locatie te laten plaatsvinden. Denkt u hierbij aan gezamenlijke scholing van alle MR-leden van uw bestuur. Informeer naar de voorwaarden bij het cursussecretariaat: 036 - 533 15 00.
Heerenveen
Zwolle Amsterdam Den Haag
Utrecht Arnhem Den Bosch
Amsterdam Amsterdam Arnhem Den Bosch Utrecht Den Haag Heerenveen Den Haag Utrecht Weert Weert Zwolle
ma.66april april 2009 ma.
wo. 8 april di. 31 maart wo. do. 15 16 april 2009 di. 7 do. 16april april 2009 wo. 15 april do. 16 april 2009 do. 16 april wo. 25 maart
Heerenveen di. 7 april 2009
Weert
Aanmelden Deelnemen aan een bijeenkomst kost E 37,50 per persoon voor leden van de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO). Wanneer u geen lid bent, betaalt u E 75,inclusief koffie/thee, cursusmateriaal en administratiekosten*. Aanmelden voor MR-Start kan via de website www.voo.nl/cursussen. Het schoolbestuur en de MR hebben belang bij goed geïnformeerde MR-leden. Daarom is in de WMS geregeld dat MR-leden recht hebben op scholing. De kosten daarvan komen voor rekening van het schoolbestuur. * Op deze bijeenkomsten zijn de annuleringsvoorwaarden van de VOO van toepassing. Kijk voor de voorwaarden op www.voo.nl/cursussen
Ook voor MR-leden: Cursus medezeggenschap In drie bijeenkomsten gaat u dieper in op complexe onderwerpen. Naast de basis: “WMS” en “De praktijk” kiest u uit zes verschillende modules om zo de cursus aan uw wensen en praktijk aan te passen. Kijk op www.voo.nl/cursussen.
Ondersteuning op maat: MR-Support Uw medezeggenschapsraad denkt, adviseert en beslist over veel complexe zaken. Als u tegen problemen aanloopt waar u zelf niet (meer) uitkomt kunt u advies op maat krijgen van gespecialiseerde adviseurs van de Vereniging Openbaar Onderwijs. Praktisch, betaalbaar en als u wilt ook op locatie. Bel 036-533 1500 of mail naar
[email protected].
opmerkelijk De kredietcrisis woedt in volle hevigheid, ook in Nederland. Aannemers en projectontwikkelaars vallen één voor één om.
Nieuwbouwprojecten komen amper nog van de grond. Voor menig werknemer een trieste zaak. Het kabinet breekt zich het hoofd over de vraag hoe deze economische malaise het hoofd kan worden geboden. Investeren lijkt een goed plan, maar waarin? Een flink aantal onderwijsorganisaties, ondersteund door onder meer de Vereniging Openbaar Onderwijs, zag direct een kans en pleitte voor versnelde investeringen in onderwijsgebouwen. Húp! Wég met die ongezonde, nauwelijks geventileerde klaslokalen, wég met die enkele beglazing die de energierekening ’s winters opstuwt tot grote hoogte en wég met die stoffige vloerbedekking die de luchtwegen van leerlingen én leerkrachten teistert! Hopelijk volgen de bewindslieden op het ministerie deze hartenkreet op, er is namelijk sprake van een win-win-win-situatie: de leer- en werkomstandigheden op school worden beter, de bouwvakkers blijven aan het werk en - last but not least - het onderwijs wordt door de opknapbeurt zomaar weer een aantrekkelijke sector om in te werken! Niets is zo slecht of het heeft wel een positieve kant, maar deze economische crisis zou er voor het onderwijs wel drie kunnen hebben! ●
De adviseurs
van de Vereniging Openbaar Onderwijs komen nog eens ergens. Op scholen met name. En ze ontmoeten op die manier nogal wat ouders. Wat daarbij opvalt is dat het aantal allochtone ouders in ouderraden en medezeggenschapsraden flink achterblijft bij het aantal autochtone ouders. Eén van de adviseurs was onlangs naar Arnhem afgereisd om vaders en moeders met een niet-Nederlandse achtergrond voor te lichten over cursussen die de Vereniging Openbaar Onderwijs de komende maanden speciaal voor deze groep ouders organiseert. In de Gelderse hoofdstad viel dit plan goed. De verwachting is dat er veel animo is voor deze cursussen. Maar allochtone ouders kunnen hun achterstand nooit inlopen, als directies en leerkrachten niet open staan voor de nieuwe groep ouders die straks geschoold en wel de school binnenkomt. En er is nog wel wat werk te verzetten voordat dat zover is! Een verhaal van een uit Zuid-Amerika afkomstige Spaanstalige moeder illustreert dat. Ze vertelde over haar eigen ervaring toen zij - bij het aanmelden van haar kind op de Arnhemse basisschool - had laten weten dat ze zich bij de volgende verkiezingen graag kandidaat wilde stellen voor de medezeggenschapsraad. De directeur had de vrouw in kwestie, die geen accentloos, maar wel correct Nederlands sprak en die een heel behoorlijke opleiding had genoten, toegevoegd dat dát toch echt te moeilijk voor haar zou zijn; nee hoor, dat ging ze vast niet redden, het zou een grote teleurstelling worden! Tegen zo’n directeur zou je willen zeggen: ‘Een tikkeltje te bevooroordeeld, amigo?’ ●
Taalvaardigheid
Drugs gebruiken
onder schooltijd. Daar zal niemand een voorstander van zijn; als we de kop koffie om wakker te worden tenminste even buiten beschouwing laten. In Rotterdam kunnen scholieren van enkele scholen voor voortgezet onderwijs zich tegenwoordig vrijwillig laten testen op het gebruik van een verboden goedje. Een leerling die niet ‘clean’ blijkt te zijn, krijgt terstond een begeleidingstraject aangeboden om hem van zijn animo voor een stickie of een pilletje af te helpen. De vraag is of dit gaat werken. Het is immers een vrijwillige test. Is het heel kort door de bocht om te veronderstellen dat jongeren die zich laten testen over het algemeen van de bedwelmende middelen afblijven en dat de kids die dat niet doen, misschien wel iets te verbergen hebben? Met alle stigmatisering die daarbij komt kijken uiteraard. Dat het gebruik van harddrugs af te raden is, zal niemand ontkennen. Maar zou een goede voorlichting over verantwoord gebruik van softdrugs, alcohol en wat er verder aan geestverruimende middelen beschikbaar is niet veel beter helpen om de jongeren bij de les te houden? Enneh…wel zo fair om de docenten meteen ook even te controleren! ●
Extra geld voor scholen met veel achterstandsleerlingen. Op initiatief van staatssecretaris Dijksma wordt de komende vier jaar 70 miljoen euro verdeeld onder basisscholen die zich in arme wijken bevinden. Die 70 miljoen is extra. Het bedrag komt bovenop de euro’s die scholen kunnen krijgen in het kader van de ‘gewichtenregeling’, die extra budget toekent aan scholen waar veel leerlingen van laagopgeleide ouders naar toe gaan. Op zich geen onaardige gedachte: geef een school in een arme wijk meer geld, want de kinderen die daar naar school gaan kunnen vast wel wat extra aandacht en begeleiding kunnen gebruiken. Wat precies een arme wijk is, werd bepaald aan de hand van de jaarlijkse landelijke ‘Armoedemeter’. Na verdeling van het geld, begin 2009, bleek echter al snel dat een arme wijk nog niet hoeft te betekenen dat de school die daar staat vooral arme kinderen mag verwelkomen. Bovendien werd duidelijk dat een school in een rijke wijk nog best aardig wat leerlingen uit een naastgelegen armere wijk kan trekken. Deze uitkomst zou geen verrassing moeten zijn voor de bewindsvrouw. Bij de invoering van de reguliere gewichtenregeling, twee jaar geleden, was immers al een soortgelijk effect gebleken. Vooralsnog lijkt de nieuwe regeling een typisch geval van ‘gewogen en te licht bevonden’! ●
is voor veel vmbo’ers niet bepaald hun sterkste punt. Soms maakt dat niet uit, geen mens die erom maalt als de bakker zijn brood niet goed kan spellen. Als ‘ie het maar lekker knapperig bakt. Toch moeten ook de jongeren die een beroepsopleiding volgen af en toe iets uit een boek leren. Een paar jaar geleden is daarom een flink aantal lesboeken voor het beroepsonderwijs herschreven. Korte zinnen, weinig moeilijke woorden en geen ingewikkelde formuleringen. Jip en Janneke-
taal heet dat ook wel. Een Utrechtse promovenda wilde wel eens weten of de herziene leerboeken voor de praktisch ingestelde leerlingen écht gemakkelijker te begrijpen waren. Ze deed enig onderzoek en wat bleek: dat was niet het geval, de scholieren raakten compleet de draad kwijt tijdens het lezen. De zinnen waren weliswaar eenvoudiger geworden, maar ook buitengewoon onsamenhangend! Kennelijk is een begrijpelijke tekst maken ook een vak apart! ●