VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 33 NUMMER 17 7 november 2008
Laboratoria bundelen krachten in één afdeling Foto: Frank Muller
Na een lange aanloop is de kogel bijna door de kerk: de UMClaboratoria voor patiëntenzorg integreren tot één afdeling Laboratoriumgeneeskunde. Een projectgroep onder leiding van prof. dr. Dirk Ruiter ontwierp het afgelopen half jaar de blauwdruk. Vorige week presenteerde prof.dr. Melvin Samsom namens de Raad van Bestuur het hierop gebaseerde ‘voorgenomen besluit’ dat naar de adviesorganen gaat. De ambitie: een ‘regional dominant global player’. Toonaangevend in de regio, zichtbaar in de wereld. paul van laere
‘In Europa ontstaan grote laboratoriumconsortia die kleinere labs opkopen. Ook in Nederland zie je schaalvergroting. Daarnaast leidt de marktwerking tot een scherpere concurrentie op prijs en kwaliteit. Intern is door de versnipperde situatie de dienstverlening en de efficiëntie voor verbetering vatbaar.’ Lid van de Raad van Bestuur prof. dr. Melvin Samsom schetst aan het begin van zijn presentatie kort de belangrijkste factoren die de vereniging van de laboratoriumkrachten in het UMC urgent maken. Dát besef, samen met de nieuwe organisatiewind die door het UMC waait, heeft ervoor gezorgd dat de geboorte van de nieuwe afdeling ‘na een draagtijd van meer dan twintig jaar’, aanstaande is.
Pagina 8 Schisis goed te behandelen, maar vergt wel uithoudingsvermogen. Precieze oorzaken nog onbekend
Pagina 10 Vroege diagnostiek kan ernstige geweldsdelicten voorkomen
De voorgestelde afdeling Laboratoriumgeneeskunde is gesneden volgens het format van het UMC-nieuwe stijl, met één afdelingshoofd dat integraal verantwoordelijk is, geflankeerd door een bedrijfsleider. De nieuwe eenheid bestaat uit vier deellaboratoria – algemeen, medische immunologie, hematologie, en genetische, metabole en endocriene ziekten. Elk van de vier wordt aangevoerd door een subhoofd. Geavanceerde en veelal dure technieken worden gebundeld in ‘Technology Platforms’ (TP’s) die bedoeld zijn voor gezamenlijk gebruik.
Academische functie versterken Met de nieuwe organisatie wordt op diverse fronten een stap vooruit gezet. Allereerst voor de klanten. De vragen en wensen van de aanvragers staan voorop. Voorheen was bijvoorbeeld niet altijd duidelijk bij wie ze voor welke bepaling moesten aankloppen. Nu ontstaat één loket. De samenvoeging verhoogt ook de efficiëntie en verlaagt de kosten. ‘Door het grotere volume en de betere benutting van mankracht en apparatuur is nog veel winst te halen’, aldus Samsom. Als sterk punt constateert de projectgroep het wetenschappelijke onderzoek dat de diverse labs samen met de klinische afdelingen doen. Doel is die academische functie te versterken, onder meer door inrichting van de genoemde TP’s en door het waarborgen van de samenwerking met de clinici. Samsom verwacht dat na consultatie van de adviesraden nog voor het eind van het jaar een definitief besluit over de integratie valt. Daarna volgen de benoemingen. In de tussentijd wordt echter niet stilgezeten. De projecten om de pré-analyse en de ICT te verbeteren lopen door, een werkgroep is bezig met de TP’s. Ook liggen er een aantal huisvestingspuzzels. Formulering van het beoogde uitdagende personeelsbeleid wordt ter hand genomen wanneer de nieuwe leiding benoemd is. Samsom: ‘Halverwege 2009 moeten we een heel eind zijn met de inrichting van de nieuwe afdeling.’ n
Pagina 11 Computer kan beter voorlichten dan artsen
Pagina 16 Vrouwelijke artsen plegen vaker zelfmoord dan de gemiddelde vrouw, maar niet meer dan mannen
r a d b o d e 1 7 - 2 0 0 8
inhoud 3
10
Beleid • Concernstaf nam bedrijfsplannen onder de loep. Raad van Bestuur is hierover al in gesprek met afdelingshoofden. • Kredietcrisis: Fortis is de huisbank van het Radboud. Om de kredietcrisis hoeven ziekenhuizen zich geen zorgen te maken, wel om de marktwerking.
4
Patiëntenzorg Stollingsexpert • Afscheid van Irena Nováková, dé expert op het gebied van trombose en hemostase. • Meester-gezelmodel als oplossing voor personeelstekort
5
Interview Hoogwaardige zorg Kernleerstoelhouder Kees Punt is opvolger van wijlen Pieter de Mulder. In het Radboud Translational Oncology program worden patiënten behandeld voor wie een standaardbehandeling niet meer mogelijk is. Zij weten dat de kans op een nuttig effect klein is en dat ze niet zullen genezen.
8
agenda
Reportage Schisis goed te behandelen Schisis is vrij goed te behandelen. Al vergt dit een lange adem. ‘We beginnen vrijwel direct na de geboorte en stoppen als de kinderen een jaar of twintig zijn.’
Oecumenische vieringen
Onderzoek Voorkomen van ernstige geweldsdelicten Mensen die een TBS-veroordeling krijgen, hebben vaak een psychiatrische stoornis zoals een psychose of een persoonlijkheidsstoornis. Wat is het verschil met psychiatrische patiënten zonder TBS? Een onderzoek.
9,16 en 23 november 10.00 uur personeelsrestaurant: zondag 9 november; voorganger Els Groeneveld, zondag16 november, voorganger Els Groeneveld, zondag 23 november voorganger Ries van de Sande.
P AOG - H e y e n d a e l Voor alle cursussen en meer informatie: www.paogheyendael.nl
2 e n 2 3 o k t o b e r, 7 n o v e m b e r en 12 december Cursus vaardigheidstrainingen in kleine groepen.
13
12 november Cursus Post ICS en Post IUGA, bestemd voor urologen en gynaecologen.
Onderwijs Traumazorg
18 november
In Nederland is de verzorging van traumapatiënten overal verschillend.
15
44e regionale nascholingsavond Anesthesiologie in de Hippocrateszaal. Onderwerp: De “moeilijke” luchtweg.
24 november Avondcyclus Jeugdgezondheidszorg: kindertandheelkunde Hippocrateszaal, Studiecentrum, G. Grooteplein 21, Nijmegen, tijd: 19.00 - 22.15 uur.
27 november en 22 januari Hands-on nascholing op het Geriatrisch Diagnostisch Dagcentrum getiteld: Complexe Geriatrische Problematiek. Bestemd voor huisartsen (i.o), verpleeghuisartsen (i.o) en geïnteresseerde geriaters en internisten.
Opinie Het betoog
10 en 11 december
Ernstige problemen kunnen verborgen blijven. Er moet een ondergrens zijn voor sancties bij besloten meet- en analyse systemen zoals visitaties, complicatieregistraties en het melden van incidenten, vindt Hub Wollersheim.
En verder...
Nascholingscursus getiteld: Vaardigheden in de geronto psychiatrie. Verplichte kost voor de intra- en extramuraal specialiserende verpleeghuisarts
8 januari Cursus: Palliatieve zorg voor verpleegkundigen en verzorgenden.
januari
Nieuwsladder Afdelingshyves Isoleercel, Crisis in de zorgsector, In bedrijf Computer kan arts vervangen in voorlichting Accreditatie Verpleegkundige Vervolgopleiding Actueel, Zelfmoord vrouwelijke artsen
3 5 7 6 11 13 16
Unit 4 (bijscholing) van SVG verzorgt bij- en nascholing voor medewerkers en voor externe klanten, zoals: werkbegeleiding en coaching, venapunctie en scholing inbrengen perifeer infuus, cursus verbandleer. Zie: www.umcn.nl/svg, kies dan “Bijscholing (unit 4)” en daarna ‘Scholingen’.
24 november Herhalingsles scholing ‘Ambulante Compressie Therapie (Compressief Zwachtelen). Scholing gebaseerd op protocol compressietherapie voor verpleegkundigen. Sluitingsdatum inschrijving: 2 weken voor start scholing.
Hele jaar door
kunst
BLS (Basic Life Support). Reanimatiecursus voor alle medewerkers van het ziekenhuis die patiëntencontact hebben.
Overig 29 oktober – 19 november ‘Preparatie, Interventie en Gezondheidsonderzoek bij Ongevallen en Rampen met Gevaarlijke Stoffen (PIGOR)’, bedrijfsartsen, GGD-artsen, milieugezondheidskundigen, epidemiologen, arbeidshygiënisten, veiligheidskundigen en toxicologen. PIGOR A: 29 en 30 oktober en 5 november, PIGOR B: 6, 13 en 19 november.
10 november Het tiende Papendal Symposium SBO, SBBS en SBBT. Titel ‘Het Nederlands bevolkingsonderzoek in perspectief van de nieuwe Europese richtlijn’. Tijd: 17.30 - 21.00 uur, te Papendal, Arnhem. Meer informatie:
[email protected]
10 november t/m 21 november Help kinderen! Koop kaarten en cadeaus van UNICEF. Verkoop van 10 t/m 21 november van 9.00-18.00 uur in de centrale hal van het UMC St Radboud.
11 november Wand Stiltecentrum UMC St Radboud, zuidcorridor, begane grond, vorm gegeven door Jan-Wieger van den Berg De wand van het Stiltecentrum, gelegen in de Zuid corridor bij het verlaten van de Centrale Hal, er valt niet meer naast te kijken. Hij is een soort van totaalproject geworden. Aan Jan-Wieger van den Berg, kunstenaar en vormgever, werd gevraagd deze wand een eigentijdse uitstraling te geven: oproepen wat achter die wand geboden wordt en uitnodigen de ruimte die daar ligt te bezoeken: het stiltecentrum en de islamitische gebedsruimte. De Dienst Geestelijke Verzorging en Pastoraat van het UMC St Radboud had met een tekst van Huub Oosterhuis de opdracht gedeeltelijk vastgelegd, maar met het appel aan het zien dat erin steekt, de weg naar een beeldende uitwerking open gehouden. Op het hel rode vlak dat Jan-Wieger van den Berg bedacht, bracht hij een raster aan, bestaande uit een strak patroon
Foto: Jan van Teeffelen
van de oneindige herhaling van de twee korte strofen. Daaroverheen is dezelfde tekst één keer, groot en in een ander kleur gezeefdrukt. Dit brengt een passend evenwicht teweeg tussen het repeterende eigen aan gods dienstige patronen, cycli en voorwerpen enerzijds en het individuele van het zich erdoor te laten inspireren anderzijds. Via het aanlichten – waarbij het onderste deel van de wand donkerder blijft dan het bovenste – wordt de blik naar omhoog getrokken en ontstaat een verticale, transcendente beweging. En in het raster is één vakje oningevuld gelaten – als een soort sleutelgat: de aanzet door de tekst te heen gaan om de achterliggende ruimte te bezoeken én in de geest van de tekst te treden. Daan Van Speybroeck, kunstcoördinator UMC St Radboud
2
In de week van Chronisch Zieken organiseert het UMC St Radboud op dinsdag 11 november samen met regionale patiëntenverenigingen een informatiemarkt in de Zuid corridor (gang begane grond). Tussen 11.00 - 16.00 uur kunt u bij diverse patiëntenverenigingen terecht voor informatie over ziektebeelden, behandelingen en lotgenotencontact. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om uw bloeddruk, suiker gehalte, cholesterol en longfunctie laten meten. Lezingen: 11.15-11.45 uur ‘Beroerte en risicofactoren’ (mw. drs. Lucille Dorresteijn) en 11.45-12.15 uur ‘Beroerte en nieuwste behandel methoden’ (dr. Frank-Erik de Leeuw). Deze worden herhaald: 14.30-15.00 uur en 15.00-15.30 uur.
25 november Afscheidssymposium ter ere van dr. Irena Nováková, internist-hematoloog van 12.00 - 16.30 uur. Na afloop vindt er een receptie plaats van 16.30 - 18.30 uur. Beide activiteiten vinden plaats in de ING zaal van Concertgebouw “de Vereeniging”, Keizer Karelplein 2d te Nijmegen (www.keizer karelpodia.nl). Informatie:
[email protected]
eleid b
radbode 17 - 2008
Concernstaf nam bedrijfsplannen onder de loep Afdelingshoofden en bedrijfsleiders hebben keihard gewerkt om hun bedrijfsplan voor 1 oktober bij de Raad van Bestuur te kunnen inleveren. Een plan dat laat zien hoe een afdeling de komende twee jaren zelfstandig de patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs organiseert, hoe zij denkt de patiëntveiligheid en kwaliteit te garanderen, welke ontwikkelingen er op stapel staan enzovoort. En dit alles met een gezonde kostenstructuur. De concernstaf informeerde de Raad van Bestuur, die zelf afdelingen bezoekt om de plannen te bespreken, over haar bevindingen.
Drie dagen lang boog een zeskoppig team uit de concernstaf zich over de bedrijfsplannen van de afdelingen. Elk lid ploegde de plannen stuk voor stuk door en toetste ze aan de hand van criteria en items die de Raad van Bestuur uitdrukkelijk in het businessplan wilde zien. Deze criteria had de Raad van Bestuur tevoren vast gesteld en bekendgemaakt. ‘Ieder van ons kreeg ook de opdracht het plan vanuit een bepaalde invalshoek te bekijken’, merkt bestuursadviseur Andries Hoitsma op. Hoitsma zelf keek naar patiënttevredenheid, kwaliteit en veiligheid. ‘Ik kon aan de hand van het NFU-patiënttevredenheidsonderzoek zien hoe afdelingen daarin scoren. Scoort een afdeling slecht, dan is het vanzelfsprekend dat in het bedrijfsplan verbeteracties zijn opgenomen.’ Projectdirecteur primaire afdelingen Jeroen Kreuger bekeek de plannen op strategie- en organisatieaspecten. ‘En mijn specifieke opdracht was de plannen te toetsen op klantperspectief, ambitie, uitdagingen, strategie en actieplannen. Zo keek ik of de plannen realistisch waren en
nieuwsladder Kerstkaart UMC St Radboud
focus hadden.’ Arnoud Weermeijer en Edwin Maalderink hadden vooral de financiële pagina’s in het vizier, terwijl Pierre Rutgers de personele aspecten aan een kritische blik onderwierp. Diny Kerkman, bestuurscoördinator, ondersteunde het team. De bedrijfsplannen mochten tien pagina’s omvatten. Dat lukte de meesten niet. Hoitsma: ‘Daar zijn we soepel mee omgegaan. Het is ook niet reëel om alle afdelingen dezelfde opdracht te geven, er zijn nu eenmaal grote en kleine afdelingen.’ ‘Maar ongeveer tien afdelingen met plannen die substantieel afweken van het aantal pagina’s hebben we gevraagd een compacte versie of managementsamenvatting aan te leveren’, zegt Kreuger. ‘Zet kort en krachtig neer waar je voor staat. Een simpele en heldere boodschap draagt bij aan het succes van de afdeling.’ De plannen zagen er volgens de groep goed uit. Hoitsma: ‘Natuurlijk waren er verschillen. Sommige afdelingen hebben de zaken zo goed op orde dat ze al veel meer een blik in de toekomst kunnen werpen.’ ‘Inderdaad’, zegt Kreuger. ‘Waar een aantal afdelingen al kijkt naar de concurrentievoordelen en de markt, zijn andere nog meer naar binnengekeerd om vooral interne zaken op te lossen.’ Het team informeerde de Raad van Bestuur, die zelf alle plannen beoordeelt, over zijn bevindingen. De Raad van Bestuur bezoekt de afdelingen om gesprekken te voeren, waarvan al driekwart is gedaan. Zijn de nieuwe plannen verantwoord, dan krijgt het afdelingshoofd het startbrevet om de komende twee jaar zijn of haar plannen waar te maken. ND
Ook dit jaar kunt u weer een fraaie UMC-kaart aan uw externe relaties sturen. Dit jaar is er gekozen voor een kaart volledig in de Radboudhuisstijl uitgevoerd op luxe papier die sober en stijlvol tegelijk is. Op de voorkant wordt het wapen uit het UMC St Radboud logo in reliëf gestanst, een zogenaamde ‘präg’. Het ontwerp is gebaseerd op de kleuren goud en wit verdeeld over grote vlakken. In de binnenkant staat een aansprekende tekst met het thema ‘de toekomende tijd’. We raden u aan nu al uw bestelling te plaatsen via Matrix. Bij de kaart wordt geen aparte envelop geleverd. Kijk op www.umcn.nl/kerstkaart voor meer informatie, voorbeelden en de prijs per set (25 stuks).
Collegae benoemen Topartsen 2008 MedNet, nieuwsmagazine en -website voor artsen, heeft de nationale verkiezing van de MedNet Topartsen 2008 geopend. Hierbij benoemen collegae binnen ieder specialisme de beste algemeen functionerende arts. De Topartsen worden bekend gemaakt tijdens het MedNet Event op 8 januari. Stemmen kan tot 1 december op www.mednet.nl/ topartsen2008. De uitslag komt in MedNet Magazine 1 van 2009 en op www.mednet.nl.
Vaccin tegen malaria stap dichterbij Een vaccin tegen malaria is een stap dichterbij door een ontdekking van onderzoekers van het UMC St Radboud en het Leids Universitair Medisch Centrum. Zij brachten de eiwitten van een dodelijke malariaparasiet in kaart en slaagden erin één van deze eiwitten uit te schakelen. Die ontdekking kan de basis vormen voor een malariavaccin, aldus de wetenschappers. Per dag sterven in Afrika tweeduizend kinderen aan malaria.
PIP bestaat 10 jaar
Na goedkeuring van de plannen door de Raad van Bestuur krijgt het afdelingshoofd een startbrevet
Foto: Jan van Teeffelen
Ziekenhuizen en de kredietcrisis Minister Ab Klink van Volksgezondheid laat de gevolgen van de kredietcrisis voor ziekenhuizen en zorgverzekeraars onderzoeken, omdat ziekenhuizen wellicht moeilijker geld kunnen lenen en daardoor de patiëntenzorg in het gedrang kan komen. Hoewel het er even spannend uitzag, maakt Arnoud Weermeijer, stafdirecteur Financiën, zich geen grote zorgen over de kredietcrisis. De invoering van de marktwerking in de zorg zal veel grotere gevolgen hebben.
‘De gevolgen van de marktwerking in de zorg zijn veel ingrijpender dan de kredietcrisis’, zo begint Arnoud Weermeijer zijn antwoord op de vraag wat de kredietcrisis voor het Radboud betekent. ‘Natuurlijk was het even spannend toen Fortis in de problemen raakte, maar dat was snel over met de kapitaalinjecties. De kans dat een bank als Fortis omvalt is vrijwel nihil.’ Fortis is de huisbank van het UMC St Radboud. Via deze bank lopen alle betalingen aan leveranciers en worden de salarissen gestort. Dat de kredietcrisis helemaal geen negatieve effecten op de ziekenhuizen zou hebben, beweert Weermeijer niet. ‘Wij vragen leningen aan voor onder andere de nieuwbouw. Door de kredietcrisis zal het rentepercentage omhoog gaan en zullen banken moeilijker geld uitlenen. Maar op korte termijn is dit voor ons geen probleem.’ Veel problematischer vindt Weermeijer dat banken ziekenhuizen niet meer zien als instanties die gegarandeerd hun
rekeningen kunnen vereffenen. ‘Ziekenhuizen moeten namelijk met elkaar concurreren en zorgverzekeraars krijgen een sturende rol. Zorgverzekeraars zullen eerder contracten afsluiten met instellingen die goedkoper zijn. Hierdoor komen ziekenhuisinkomsten op losse schroeven te staan, waardoor ook banken uitkijken of een zorginstelling wel kredietwaardig is. Er zijn nu al instellingen die voor grote nieuwbouwprojecten geen geld meer kunnen lenen. Overigens wordt de betrouwbaarheid van UMC’s door banken hoger ingeschat dan die van algemene ziekenhuizen.’ Over de pensioenen hoeven we ons volgens Weermeijer geen zorgen te maken. ‘Wij zijn aangesloten bij het ABP. Die hebben nu met beleggingen veel geld verloren, maar de eisen om aan hun betalingsverplichtingen te voldoen zijn heel hoog. Vorige week kwam al in het nieuws dat De Nederlansche Bank scherp toekijkt of pensioenfondsen aan die eisen blijven voldoen. Het is niet uitgesloten dat dit bijvoorbeeld tot een premiestijging leidt.’ Voor de zorgverzekeraars gelden ook hoge eisen, die hebben een forse buffer. Volgens Weermeijer is er voor het Radboud geen acute nood. ‘Wel moeten we met het oog op de marktwerking op onze tellen passen bij grote investeringen en ons steeds afvragen of bijvoorbeeld nieuwbouw voldoende inkomsten genereert, want nieuwbouw leidt ongetwijfeld tot hogere kapitaallasten.’ ND
3
Op 19 november bestaat het Personeels Informatie Punt (PIP) tien jaar. Die week zijn er diverse feestelijke activiteiten. Op dinsdag 18 november (11.3013.00 uur) staat het PIP met een stand bij Gebouw Vrouw en Kind. Op donderdag 20 november (11.3013.00 uur) verplaatst deze stand zich naar het C-gebouw. Het PIP trakteert bezoekers van de stand op iets lekkers en attendeert ze op de digitale informatiemogelijkheden, zoals PIP online. Woensdag 19 november worden voorbijgangers bij het PIP getrakteerd op iets lekkers. De hele week staat er bij het PIP een wensboom waar medewerkers hun ideeën en wensen voor het PIP kwijt kunnen.
G e r i a t r i e o n t v a n g t V AR - p r i j s Verpleegafdeling Geriatrie ontving op 28 oktober de 100 procent Vakmensen!!!-prijs. Sinds 2008 wordt deze prijs jaarlijks toegekend door de Adviesraad voor Verpleegkundigen & Paramedici (VAR) van het UMC St Radboud. Hoofdverpleegkundige Wim van de Vrie nam de prijs in ontvangst. De prijs wordt toegekend aan een team dat zich zichtbaar onderscheidt op het gebied van verbetering van kwaliteit in de zorg. Meer informatie, zie de website van de VAR op www.umcn.nl.
Reuzengen netvliesziekte Onderzoekers van het UMC St Radboud hebben, in samenwerking met het Rotterdam Oogziekenhuis en de McGill Universiteit in Montreal, een groot gen gelokaliseerd dat gerelateerd is aan de oogziekte retinitis pigmentosa. Vierduizend mensen in Nederland hebben deze erfelijke kwaal die tot blindheid kan leiden. De onderzoekers vonden het reuzengen door het DNA van gezonde mensen en van patiënten met elkaar te vergelijken. Ze publiceren hierover in American Journal of Human Genetics.
p a t i ë n t e n z o r g
‘Ik heb hier pas geleerd een mening te hebben’ Op 25 november gaat hematologe Irena Nováková, na een loopbaan van 40 jaar, met pensioen. Indertijd was ze het liefst in Tsjechië gebleven, maar ze is in het UMC St Radboud uitgegroeid tot dé expert op het gebied van trombose en hemostase.
J a n n i e M e u ss e n
Ze vertrok maart 1969 – na lang twijfelen – uit Tsjechië. ‘De situatie was uitzichtloos onder het communistische regime. In het bestuur van het ziekenhuis waar ik werkte, zaten een ambulancechauffeur en schoonmaker. Als je maar lid van de Communistische Partij was, dát telde. Je moest enorm oppassen wat je zei, voor niets kon je worden opgepakt’, vertelt Irena Nováková. Hier in het Radboud, waar ze al na een maand als arts aan de slag ging, verbaasde ze zich dat er amper vrouwelijke artsen waren. ‘In Tsjechië werkte destijds al meer dan 90 procent van de vrouwen buitenshuis. Ik was hier volgens mij een van de eerste moeder-artsen, met bovendien een parttime dienstverband.’ De eerste tijd werkte ze vooral in het hematologisch laboratorium, ‘want ik sprak geen woord Nederlands.’ Na een jaar zag ze de eerste patiënten. Wat haar in Nederland vooral opviel, was de openheid. ‘Ik heb hiér pas geleerd een mening te hebben en ervoor uit te komen!’ Zij volgde de opleiding tot internist en specialiseerde zich tot hematoloog, waarbij hemostase en trombose, vooral hemofilie, geleidelijk aan haar aandachtsgebied werd. Hemofilie is een erfelijke bloedstollingsziekte, die zich alleen bij mannen openbaart. Vroeger werden patiënten gemiddeld 25 jaar, omdat een kleine bloeding fatale gevolgen kon hebben. ‘Als één van de eerste ziekenhuizen zijn wij bij hen prothesen gaan plaatsen, want zij kampten al jong met beschadigde gewrichten. Met de komst van goede medicatie in de zestiger jaren, is de levensverwachting van hemofiliepatiënten nu gelijk aan die van gezonde mensen. Kinderen krijgen vanaf twee/drie jaar preventieve spuiten met stollingsconcentraten, zo’n drie keer per week. In de tachtiger jaren kwam het voor dat patiënten besmet raakten met Hepatitis B, C of HIV. Dat is nu door de komst van recombinant preparaten en verbeterde plasmaproducten vrijwel uitgesloten.’ Patiënten hoeven zich ook niet meer als
Irena Nováková: ‘De levensverwachting van hemofiliepatiënten is nu gelijk aan die van gezonde mensen’. kasplantjes te gedragen, vertelt Nováková. ‘Ze gaan gewoon op wintersport. Een van onze patiënten beklimt momenteel zelfs een berg van 6000 meter in Nepal.’
Foto: Frank Muller
sociaal samen met maatschappelijk werkers. Een van onze verpleegkundigen is als eerste in Nederland bezig met de opleiding tot nurse practitioner op het gebied van hemofilie.’ Nováková was verantwoordelijk voor de klinische stolling diagnostiek. Alle specialismen in huis, maar ook daarbuiten konden bij haar terecht voor ondersteuning en advies bij patiënten met trombose en bloedingen. Mede dankzij haar speelt het stollinglaboratorium internationaal een belangrijke innovatieve rol. Zij heeft tevens het initiatief genomen tot het starten van translationeel stollingsonderzoek, dat op dit moment met vier junioronderzoekers een herkenbare rol speelt in Nederland. ‘Want’, zegt ze met klem, ‘zonder laboratorium, zouden wij onze deuren kunnen sluiten. Onze hematologische bepalingen komen er bij Europese kwaliteitstoetsen uitstekend uit. Ons werk valt buiten de routine. Het zijn biologische tests die uitgevoerd worden door deskundige mensen. Wij zijn verplicht die kwaliteit te handhaven, ook na de lopende reorganisatie van patiënten zorglaboratoria.’ n
Dure groep Nováková hoopt dat de kwaliteit van zorg voor deze patiënten, nu het accent meer op kosten/baten ligt, goed gewaarborgd blijft. Het is in Nederland een kleine, maar enorm dure groep van circa 1600 patiënten die levenslang aandacht en therapie nodig heeft. ‘Ik heb veel discussies over geld moeten voeren’, lacht ze zuur. ‘Kan die operatie niet tot volgend jaar wachten…? Het was een verademing toen wij eind 1999 aangewezen werden tot Hemofilie Behandelcentrum. Vanaf die tijd drukken de kosten niet meer op het ziekenhuisbudget. Toen hebben wij ook een multidisciplinair centrum kunnen oprichten en zijn wij nauw gaan samenwerken met Kindergeneeskunde. De gespecialiseerde verpleegkundigen spelen een belangrijke rol. Zij zijn de schakel van vertrouwen tussen de patiënt die hier komt en het ziekenhuis. Zij trainen in het toedienen van stollingconcentraten en begeleiden patiënten psycho-
Meester-gezelmodel als oplossing voor personeelstekort
M a r l i e s M i e l e k a mp
Eigenlijk kiezen genoeg jongeren voor een opleiding in de zorg, weet Maret Kloek. ‘Maar het gaat vaak mis in het eerste studiejaar’, vertelt ze. ‘Ik vermoed dat studenten
werken als je specifiek voor het ziekenhuis hebt gekozen.’ Ze kent een leraar van een regionaal ROC die via een uitzendbureau studenten in het weekend als verpleeghulp uitzendt. ‘Een prima initiatief; zo verdienen deze studenten een centje bij en kunnen tegelijk kennis maken met het werk in een ziekenhuis’. Kloek schreef zelf een plan voor een traineetraject voor MBO-ers volgens een meester-gezel model waarin een instromende MBO-er gekoppeld wordt aan een verpleegkundige met meerdere jaren ervaring. ‘Het zou fijn zijn als verpleegkundigen met hart voor de zaak continu twee stagiaires zouden begeleiden. Zij kunnen een echt rolmodel voor hen zijn. In mijn visie zouden dat heel goed 55plus-verpleegkundigen kunnen zijn die zo hun ervaring doorgeven.’ Omdat vacatures voor ervaren en seniorverpleegkundigen steeds moeilijker te vervullen zijn, ziet Kloek ook toekomst in een traineetraject voor déze groep. ‘Er is daarvoor al een eenjarig traject bij Flex, maar dat zou moeten worden uitgebreid naar een vierjarig traineetraject voor afgestudeerde HBO-V’ers. Tijdens die vier jaar verwerft de trainee professionele vaardigheden en competenties om door te groeien in het vak. We weten dat zo’n traject echt wervingskracht heeft.’
vaak een verkeerde voorstelling van zaken hebben. Ze zien het beroep van verpleegkundige door een roze bril en schrikken als ze geconfronteerd worden met zaken als ernstige ziekten, wonden en overlijden. Verplegen doe je niet alleen met je hart, daar hoort ook professionele distantie bij, dat moet je wel willen en kunnen.’
Rolmodel Wat zeker ook een rol speelt bij de uitval in de opleiding is het gebrek aan stageplaatsen in ziekenhuizen, meent Kloek. ‘Daardoor moeten studenten uitwijken naar de thuiszorg of het verpleeg- en verzorgingshuis. Dat kan demotiverend
Zorg aan Bod
Foto: Frank Muller
Na een korte opleving in 2001 laat zich het personeelstekort in de zorg steeds sterker voelen. Tijd voor oplossingen op maat, meent coördinator arbeidsmarktcommunicatie Maret Kloek. ‘Verpleegkundigen met hart voor de zaak zouden een rolmodel kunnen zijn voor stagiaires.’
4
Een andere nieuwe ontwikkeling om tekorten te lijf te gaan is de vroegere stichting Zorg aan Bod. Hierin werken instellingen voor zorg en welzijn samen aan promotie van het werkveld ‘In de korte periode dat we geen tekorten voelden is dat versloft, maar daar wordt nu nieuw leven ingeblazen’, vertelt Kloek. ‘Zij willen ondermeer gaan werken aan behoud van personeel, instroom van nieuw personeel en innovatie. De speerpunten van de stichting lijken een belofte voor de toekomst.’ n
i n t e r v i e w / b e l e i d
radbode 17 - 2008
‘Meerwaarde voor de kankerpatiënt’ Hoogwaardige, innovatieve zorg leveren aan de patiënt met kanker. En daardoor een aantrekkelijke partner zijn voor verwijzers en subsidiegevers. Dat moet het UMC St Radboud worden. Prof. dr. Kees Punt, sinds kort leerstoelhouder van de kernleerstoel Medische Oncologie maakt zich er sterk voor.
Hélène van Beek
noemt Punt de vaccinatie met dendritische cellen, een vorm van immuuntherapie waarin het UMC St Radboud uniek is en waarbij dendritische cellen van de patiënt worden gebruikt om het eigen afweersysteem actief te maken tegen de kanker. Punt: ‘De kilo’s papier die moeten worden aangeleverd voor de uiteindelijke goedkeuring, vertraagt de voortgang van het onderzoek.’
Heel de mens Excelleren in vroeg-klinisch en translationeel onderzoek. Het UMC St Radboud moet een duidelijke meerwaarde kunnen bieden aan kankerpatiënten binnen en buiten de regio. Dat is de missie van prof.dr. Kees Punt, die sinds kort de kernleerstoel Medische Oncologie bezet. Hij volgt de te jong overleden prof.dr. Pieter De Mulder op. Punt is tegelijkertijd hoofd van de afdeling Medische Oncologie. En hij wil dat zijn afdeling tevens een aantrekkelijke partner is voor de farmaceutische industrie en andere subsidiegevers, licht hij toe. Om dit te bereiken is het Radboud Translational Oncology Program (RTOP) opgericht. Hier wordt innovatief onderzoek, bijvoorbeeld op het gebied van beeldvorming of weefselonderzoek, gekoppeld aan de behandeling met een nieuw geneesmiddel. Dat moet tot een beter inzicht van het werkingsmechanisme van dat middel leiden. Cruciaal zijn de patiënten die hiervoor worden verwezen. ‘Het gaat om mensen met kanker voor wie er geen standaardbehandeling meer bestaat’, aldus prof. Punt. ‘Zij komen hier om mee te doen aan experimenteel klinisch onderzoek, het zogeheten fase I onderzoek, naar nieuwe geneesmiddelen.’ Meedoen aan fase I onderzoek heeft voor mensen met kanker twee kanten. Hoogleraar Punt is zich daarvan goed bewust: ‘Enerzijds hoopt de patiënt dat hij baat zal hebben bij een nieuw middel. Maar daar tegenover staat de belasting van de behandeling, met mogelijke bijwerkingen. Plus de frequente ziekenhuisbezoeken waarbij het ondergaan van allerlei onderzoek hoort.’ De patiënten die meedoen aan dit type onderzoek krijgen altijd eerlijke informatie, stelt Punt. ‘De patiënten worden uitgebreid voorgelicht en begeleid door een team van medisch oncologen en verpleegkundigen. Ze weten dat de kans op een nuttig effect klein is en dat ze niet zullen genezen.’
Natuurlijk is het niet enkel ergernis bij Kees Punt. Integendeel. Hij noemt de Medische Oncologie een fantastisch vak. ‘Het boeiende is dat patiënten met kanker niet komen met een klacht aan één orgaan maar met een ziekte die hun hele lichaam en leven betreft. Het gaat om heel de mens. Zowel medisch als psychosociaal. Als oncoloog krijg je met al die aspecten te maken en kun je veel voor de patiënt betekenen, ook al kun je hem niet genezen.’ Ook de revolutionaire medisch-technische vooruitgang die in zijn vak is geboekt, stemt Punt vrolijk. ‘Naast de chemotherapie, hormoontherapie, en immuuntherapie hebben we er een hele nieuwe klasse geneesmiddelen bij gekregen, de zogenoemde targeted therapy. Deze geneesmiddelen zijn specifiek gericht tegen signalen in kankercellen die belangrijk zijn bij de groei van de tumor.’ Een ander speerpunt van de afdeling is de kwaliteit van zorg: de optimalisatie van kwaliteit van medische en psychosociale zorg. Met speciale aandacht voor ouderen, adolescenten en jong volwassenen en de zorg in de terminale levensfase: palliatieve zorg.
Toename kanker Er is de komende jaren een toename van kanker te verwachten, voornamelijk als gevolg van de vergrijzing van de bevolking. Kanker is vooral een ziekte van de oudere mens. Over patiënten vanaf 70-75 jaar is nu nog veel onbekend omdat zij zijn ondervertegenwoordigd in klinisch wetenschappelijk onderzoek. Punt daarover: ‘Hoe verdragen ze medicijnen? Hebben zij dezelfde kans op bijwerkingen of juist meer? En hoe is hun kans op een gunstig effect ten opzichte van de jongere patiënten? We weten het nog niet goed genoeg. Wat doen we met iemand van tachtig die nog behoorlijk fit is? Wat zijn de interacties tussen onze behandelingen en de vaak vele andere medicijnen die oudere patiënten gebruiken? Op dit terrein moeten we meer onderzoek gaan doen.’ En samen met prof. Kris Vissers is de afdeling ook actief op het gebied van de palliatieve zorg. Punt: ‘Als er geen behandeling meer is voor de ziekte, is er meestal nog wel behandeling mogelijk voor de klachten. En als wij patiënten steeds langer kunnen laten leven met uitgezaaide ziekte, wordt de kwaliteit van leven steeds belangrijker. Een goede palliatieve zorg draagt hier veel aan bij.’ n
Het Radboud Translational Oncology Program (RTOP) is een multidisciplinaire samenwerking tussen de afdelingen Medische Oncologie, Pathologie, Nucleaire Geneeskunde, Radiotherapie, Tumor Immunologie en Radiologie.
Ergernis Het translationeel onderzoek -van laboratorium naar mensis een speerpunt van de afdeling en Punt is er trots op. Maar dit type onderzoek geeft ook ergernis: ‘De regelgeving neemt zó toe dat de bureaucratische inspanning die je moet leveren onevenredig is geworden. Het kost meer en meer tijd om een nieuwe studie operationeel te maken. Dat geldt zeker voor academisch-geïnitiëerd onderzoek waar geen farmaceutische industrie achter zit. Er worden soms eisen gesteld die geen doel meer lijken te dienen.’ Als voorbeeld
Prof.dr. Kees Punt: ‘Er is een toename van kanker te verwachten, met name door de vergrijzing’.
Foto: Frank Muller
Gezellig op Radboudhyves Hallo collega’s, lekker gezellig met z’n allen op Radboudhyves is het eerste wat je tegenkomt als je even googelt. Zoek je verder dan vind je tientallen Radboudhyves. Er is er zelfs een voor ouders van kinderen die op de IC hebben gelegen. Maar ook buiten het ziekenhuis delen mensen kennis over het Radboud via hyves of andere community’s. Wie heeft er al coschappen gelopen op Heelkunde bij het Radboud? Hoe is dat daar? Het antwoord staat er open en bloot. Een organisatie die denkt dat wanneer zij zwijgt, er niemand over haar praat heeft het goed mis. Kennis delen is in. Maar waar ligt de grens?
Meer dan zes miljoen Nederlanders hebben een Hyvesprofiel, daar zitten ook heel veel medewerkers van het UMC St Radboud tussen, met persoonlijke én afdelingshyves. Zo maakte Tanja Zaalberg van Zelst, Financiën en Administratie, twee jaar geleden een Radboudbrede hyves aan. ‘Het leek me leuk om collega’s beter te leren kennen.’ En Lisette Miechels, Cardiologie, die een afdelingshyves aanmaakte zegt: ‘Dat deden we om een centraal punt te hebben voor het plaatsen van foto’s van personeelsuitjes, afscheidsetentjes en dergelijke. Het is een ideale manier om dingen te delen en je kunt ze voor buitenstaanders blokkeren.’ De Raad van Bestuur heeft de productgroep ICT om advies gevraagd voor het gebruik van afdelingshyves. ‘In
principe is iedereen vrij om informatie met anderen te delen’, reageert ICT-adviseur Krijn Schuurman. Hij schreef het advies voor de Raad van Bestuur. ‘De trend is dat mensen kennis en privézaken met elkaar willen delen. Hyves en soortgelijke functionaliteiten zijn daar uitermate geschikt voor. Het is snel en je bereikt in één keer tegelijk heel veel mensen.’ Maar er staat ook een hoop bagger op. ‘Klopt’, zegt Schuurman, ‘maar dat filtert zich vanzelf uit. Dat zag je ook aan de bloggers, van lieverlee valt de bagger weg en houd je bloggers over die interessante dingen te melden hebben. Overigens ben je altijd vrij om te kiezen wat je wel of niet wilt lezen ofwel ontvangen. Je kunt je bijvoorbeeld abonneren op RSS-feeds van mensen die volgens jou interessante kennis willen delen. Dat kan verdomd handig zijn.’ Veel organisaties huiveren bij het idee over afdelings hyves. ‘Inderdaad’, zegt Schuurman, ‘want medewerkers zijn zich niet altijd bewust dat ze bedrijfsgeheimen prijsgeven, zoals informatie over patiënten. Dat kan natuurlijk niet.’ Lisette Miechels zegt ook uitdrukkelijk dat zij daar mordicus tegen is. Echter bij de top van bedrijven regeert de angst van de vuile was op straat en dat medewerkers zich negatief uitspreken over personen. Dat is smullen voor de media. ‘Natuurlijk is dat een risico, maar er
5
bestaat ook een regel van goed fatsoen. De meeste mensen nemen hun verantwoordelijkheid’, reageert Schuurman. ‘Maar we moeten medewerkers wel bewust maken van de gevaren, een organisatie mag daar best regels voor opstellen. Voor het praten met de pers heeft het Radboud ook regels, dat is voor dit ook denkbaar.’ Het advies van Schuurman aan de Raad van Bestuur is eerst alle afdelingshyves goed in kaart te brengen en te kijken of daar informatie op staat die schadelijk is voor patiënten of voor de organisatie. ‘Daarna moeten er regels komen en controle op handhaving ervan.’ Maar Schuurman vindt ook dat het Radboud zelf een dergelijke functionaliteit zou moeten aanbieden. ‘Je kunt daar een gesloten community van maken, waar mensen kennis met elkaar kunnen delen en afdelingen zich kunnen profileren. En het is een prachtig middel om medewerkers met elkaar te verbinden. Binnen het nieuwe Sharepoint kan dat. We gaan nu zo snel mogelijk het web een boost geven. Dan gaat het vooral om begeleiding van afdelingen bij het maken van een webprofiel en websites. Dan zijn de mogelijkheden van Team Sites en My Sites nog niet meteen aan de orde, maar het zou mooi zijn als we dit snel kunnen aanbieden. Hoe meer je faciliteert, des te meer zicht je er op hebt.’ ND
i n b e d r i j f worden. De evolutionaire ontwikkeling van dit gen geeft aan, hoe genetisch materiaal in hogere organismen complexer kan worden, zonder dat genen in aantal toenemen. LRTOMT2 blijkt nauw verwant aan een enzym, dat dopamine inactiveert. Nader onderzoek, door drs. Hanka Venselaar van het Centre for Molecular and Biomolecular Informatics (CMBI) voorspelt dat alle mutaties in het LRTOMT-gen effect hebben op LRTOMT2, met doofheid als gevolg. Toch is niet uit te sluiten dat ook defecten in het eiwit LRTOMT1 bijdragen aan het ontstaan van doofheid. JG
Beddenmonitoring Op de foto, v.l.n.r.: eindredacteur/presentator Michel van der Maas, met de winnaars van de Gouden Olifant 2008: Iris Lamers en Juul van Ewijk, allebei maatschappelijk stagiaires en Lotte Vossen, vrijwilligster en cameravrouw. Foto: Jan van Teeffelen
Gala Gouden Olifant
Vijftien jaar Radboud Kindertelevisie Dit jaar bestond Radboud Kindertelevisie vijftien jaar. ‘s Avonds werd dat uitbundig gevierd met het Gala van de Gouden Olifant, een semi-jaarlijkse Oscaruitreiking. Vrijwilligers, oud-vrijwilligers, stagiaires, pedagogisch medewerkers en medewerkers van de Educatieve Voorziening liepen die avond over een rode loper Huize Heyendaal binnen. Vijftien jaar geleden sprak Ria Bremer, jarenlang presentatrice van de kindertalentenjacht Stuif-es-in, bij de opening van Kinder TV. Ze kon niet bij het Gala aanwezig zijn, maar liet op film horen met hoeveel plezier ze de genomineerde filmpjes en uitzendingen bekeken heeft. ‘Mijn hemel, wat is het goed geworden, jongens. Zo veel meer dan ik me destijds heb voorgesteld.’ De Gouden Olifant ging naar Timothy Kobossen, een hartpatiëntje (4 jaar), die de zaal vertedert met zijn optreden in het Kinder TV-programma De Wereld draait Mooi, waarin Timothy droomt van een reis naar Afrika. MvdM
Fusiegen
Eén gen, twee eiwitten Eén gen, dat codeert voor twee, volledig verschillende eiwitten. Dat druist in tegen de klassieke genetica, die stelt dat er bij elk gen één uniek eiwit hoort. Onderzoekers van het UMC St Radboud hebben zo’n afwijkend gen (een zogenoemd fusiegen) ontdekt, samen met onderzoekers uit de USA en uit Tunesië. Het gaat om een gen dat, als het gemuteerd is, tot doofheid leidt. Een onderzoeksgroep onder leiding van dr. Hannie Kremer van de afdeling Antropogenetica, vond het LRTOMT-gen, dat een zeldzame vorm van doofheid veroorzaakt. Dit gen bleek twee reading frames te hebben. Het reading frame (leesraam) is het stuk van een gen, dat als mal voor RNA fungeert en de daadwerkelijke code voor een eiwit bevat. Gebruikelijk is één reading frame per gen. De twee reading frames van LRTOMT zijn ongeveer even lang en overlappen elkaar gedeeltelijk. Er ontstaat één RNA, waarvan twee totaal verschillende eiwitten afgelezen worden. De onderzoekers noemden deze eiwitten LRTOMT1 en LRTOMT2. De onderzoekers hebben de evolutie van het LRTOMT-gen bekeken. Zo hebben muizen twee afzonderlijke genen voor LRTOMT1 en LRTOMT2, die naast elkaar liggen. Het is aannemelijk dat in de loop van de evolutie deze twee genen bij primaten, waaronder de mens, gefuseerd zijn; vandaar de naam fusiegen. Het evolutionaire voordeel daarvan zou kunnen zijn, dat de synthese van de twee eiwitten, die allebei (onder meer) voorkomen in de haarcellen van het slakkenhuis in het binnenoor, gelijktijdig gereguleerd kan
Uitgaan van ‘warme bedtijd’ Waarom berekenen we de gemiddelde bedbezetting van afdelingen niet op basis van ‘warme bedtijd’ in plaats van het aantal lig- of verpleegdagen? Dat levert nauwkeurige cijfers op, je kunt er beter op sturen. En het is géén extra werk, want ziekenhuizen registreren al jaar en dag de exacte tijdstippen van opname, eventuele overplaatsing en ontslag. Het is dus een kwestie van een handige tool ontwikkelen. Het lijkt zo voor de hand liggend? ‘Dat zou je denken, maar zover wij kunnen nagaan is het nieuw,’ zegt bedenker ir. Leo Berrevoets van de adviesgroep Procesverbetering en Innovatie Servicebedrijf. Zijn collega drs. Arjan Kouwen heeft inmiddels met de productgroep ICT een gebruiksvriendelijke tool ontwikkeld. Het is gebruikelijk de gemiddelde bedbezetting te berekenen op basis van lig- of verpleegdagen. ‘Die cijfers zijn heel grofmazig, zeker voor afdelingen met een snelle doorloop. Ga je uit van de precieze opname- en ontslagtijd dan krijg je exacte gegevens en kun je beter sturen’, benadrukt Berrevoets. ‘Kijk, hier zie je van een afdeling de gemiddelde bedbezetting per uur en het weekpatroon. En hier van alle afdelingen naast elkaar, daarmee kun je goed vergelijken. Waarom is bijvoorbeeld de personele inzet op de ene IC groter dan op de andere? Je kunt dieper en sneller op alle niveaus doordringen. Een verpleegafdeling met 45 formatie plaatsen zet per jaar ruim 2 miljoen euro aan personele middelen in. Een efficiencywinst van 5 procent levert 100.000 euro op.’ Momenteel vinden er diverse presentaties plaats van de nieuwe tool voor beddenmonitoring, onder meer voor bedrijfsleiders en medisch administrateurs. Iedereen kan deze rapporten straks raadplegen. Meer informatie? Op intranet onder /umc-brede projecten/patiëntenlogistiek en ketenzorg/actueel staat een uitgebreid artikel’. JM
Educatieve Voorziening
Onderwijs aan zieke kinderen Als een kind of jongere is opgenomen in het ziekenhuis, kan het onderwijs gewoon doorgaan. De afdeling Educatieve Voorziening (EV) van het UMC St Radboud begeleidt de school, ondersteunt de zieke leerling (door bijvoorbeeld les te geven) en geeft voorlichting over ziek zijn en onderwijs. ‘Niet alle specialisten en verpleegkundigen weten wat wij doen’, zegt Harry Sanderink, consulent EV. ‘Vandaar dat we een week lang allerlei activiteiten organiseren.’ Het programma ‘EV in beeld’ vindt plaats van 17 tot en met 21 november. Op 20 november is de Internationale Dag van de Rechten van het Kind. ‘Ieder kind heeft recht op onderwijs, ook elk ziek kind’, verduidelijkt Beate ten Böhmer, consulent EV. De activiteiten op een rij: op 17, 18 en 19 november is er open huis in de klaslokalen van de Educatieve Voorziening (route 804). Daarnaast verzorgt de EV klinische lessen op diverse afdelingen. Een dialysepatiënte van dertien jaar houdt die week op intranet een weblog bij over haar schoolactiviteiten en ziekenhuis bezoeken. Verder zullen op 20 november RvB-voorzitter Emile Lohman en een staflid van het Kinderziekenhuis, via videoconferencing, een les verzorgen voor leerlingen van een middelbare school in Helmond. Dit gebeurt van 11 tot 13 uur op het Theaterplein van Gebouw Vrouw en Kind (route 800). Vooraf wordt een film vertoond van het werk van de EV. Meer info over de week: www.umcn.nl/ev. GM
Borstvoeding
Moeders erg tevreden
V.l.n.r. Hanka Venselaar, Rob Collin, Hannie Kremer en Jaap Oostrik.
Foto: Flip Franssen
Voor de derde keer op rij is het UMC St Radboud na een externe beoordeling beloond met het WHO/Unicef certificaat ‘Zorg voor Borstvoeding’. Verpleegkundige en lactatiekundige Vera van Haaren is net zo trots als de eerste keer. ‘Zeker tien nieuwe medewerkers blijken dus ook weer voldoende deskundigheid in huis te hebben.’
6
‘In 2002 waren wij het tweede ziekenhuis en het eerste academisch centrum dat gecertificeerd werd door de Stichting Zorg voor Borstvoeding’, vertelt Vera van Haaren. ‘Om de drie jaar volgt een kwaliteitsonderzoek en het blijft altijd spannend of het weer gaat lukken met alle nieuwe medewerkers die ook weer de nodige kennis moeten hebben.’ De kennis over borstvoeding neemt door onderzoek nog steeds toe. Van Haaren: ‘Zo zijn inzichten over de anatomie van de borst veranderd, vroeger dacht men dat er voorraadholtes vooraan in de borst zaten waar zoete voormelk uit kwam. Die vergissing ontstond door onderzoek met wasinspuitingen in de borsten bij dode vrouwen. Tegenwoordig weten we door nieuwe beeldvormende technieken dat die voorraadholtes er helemaal niet zijn en de kwaliteit van de ‘voormelk’ niet zo veel verschilt van de rest.’
Foto: Frank Muller
Behalve medewerkers zijn ook de moeders geïnterviewd en het meest blij is Van Haaren met de moeder die tijdens dat interview zei: ‘Beter kan niet, de eerste druppel moedermelk werd meteen naar mijn baby gebracht’. ‘Daaruit blijkt dat borstvoeding goed verankerd is en de samenwerking tussen Kraamafdeling en Neonatologie uitstekend verloopt. Al het personeel doet zijn uiterste best om te zorgen dat juist deze zieke kindjes het beste krijgen wat mogelijk is: moedermelk.’ MM
Uitslag OR-enquête
Medewerker weet niet wat de OR doet Hoewel het werk van de Ondernemingsraad (OR) gewaardeerd wordt, weten medewerkers eigenlijk niet wat de OR doet. Dit is de belangrijkste conclusie uit het onderzoek van de OR, waarvan recent de resultaten bekend zijn. 288 medewerkers vulden via intranet de vragenlijst in. ‘Je bent gekozen voor en door medewerkers’, zegt Hanneke Santegoets, OR-voorzitter. ‘Daarom is het belangrijk dat je achterban weet wat je doet. We gaan dus zeker verbeteringen inzetten.’ De huidige communicatiemiddelen van de OR kunnen beter, aldus het onderzoek. Het bereik van het bulletin is niet ideaal. De website is niet actueel genoeg en komt rommelig over. Santegoets: ‘We zijn druk bezig om onze site gebruiksvriendelijker te maken. Verder willen we ons bulletin per mail verspreiden naar alle UMC-medewerkers. Er is veel vraag naar een digitale versie. Bovendien vergroot het bereik hiermee enorm.’ Sinds kort worden de adviezen van de OR aan de Raad van Bestuur op de website van de OR geplaatst. ‘We moeten meer doen om onze adviezen beter onder de aandacht te brengen. Bijvoorbeeld door in het digitale bulletin een link te maken naar onze site.’ Een ander idee is om te starten met een inloopspreekuur voor medewerkers bij het OR-bureau. ‘Zo wordt de OR laagdrempelig om naar toe te gaan. Bovendien krijgen medewerkers in mondeling contact meer de ruimte om hun verhaal te doen’, aldus Santegoets. ‘Verder is het plan om de communicatie met het PIP te verbeteren, om zo vanuit die hoek te weten wat ‘er leeft’ onder de medewerkers.’ In het onderzoek geven de respondenten aan dat ze de onderdeelcommissies (OC’s) dichterbij de medewerker vinden staan dan de OR, maar dat niet alle OC’s even herkenbaar zijn. ‘De OR zou de OC’s beter kunnen ondersteunen in hun communicatie met de achterban’, aldus Santegoets. Over enkele weken wordt de nieuwe medezeggenschapsstructuur van het Radboud bekend. ‘Ons plan is dat er een structuur blijft met een OR en OC’s. Rond maart, april 2009 zal de medezeggenschap op de nieuwe manier gaan werken.’ GM Het onderzoeksrapport is op intranet te vinden op de website van de OR.
at i ë n t e n z o r g p
radbode 17 - 2008
Vervoer van patiënten in kritieke toestand IC-zorg moet altijd optimaal zijn, ook tijdens het vervoer. Het UMC St Radboud gaat daarom in een ruime regio het transport met de Mobiele Intensive Care Unit coördineren. Er wordt hierbij een grootvolume ambulance ingezet met een speciale IC-trolley. ‘Intensive care moet onderweg dezelfde kwaliteit hebben als in het ziekenhuis.’
G i js M u n n i c h s
IC-patiënten moeten soms naar een ander ziekenhuis gebracht worden, omdat bepaalde apparatuur of specialismen niet aanwezig zijn, denk aan nierfunctievervanging of cardiopulmonale chirurgie. Dit vervoer gebeurde in Nederland niet optimaal, rapporteerde de Inspectie voor Volksgezondheid in 2005. Daarom heeft minister Klink bepaald dat transport van IC-patiënten alleen nog mag met de Mobiele Intensive Care Unit (MICU): een grootvolume ambulance met een speciale trolley, uitgerust met volwaardige IC-apparatuur, bemand door speciaal opgeleid personeel. Zes centra in Nederland zijn bevoegd om het transport van IC-patiënten te (gaan) coördineren. Het Radboud is een van die centra. Sinds 1 september is de MICU operationeel.‘We vervoeren volwassen IC-patiënten, net als de vitaal bedreigde kinderen, sinds 1993 al met een speciale IC-trolley’, zegt intensivist Jeroen Verwiel. ‘Sommige ziekenhuizen lieten echter deze zeer kwetsbare mensen vervoeren zonder noodzakelijke IC-apparatuur. Dat kan ernstige gevolgen hebben. Deze patiënten verkeren immers in een instabiele, kritieke toestand.’ In de MICU kan, anders dan bij een gewone ambulance, wel complexe beademing gegeven worden. Verwiel: ‘Daarbij rijdt er altijd een intensivist, of een specialist in opleiding tot intensivist, en een MICU-verpleegkundige mee.’ Voor de duidelijkheid: de MICU is voor gepland transport van IC-patiënten, niet voor trauma’s.
Zes regio’s Het MICU-transport in Nederland is verdeeld over zes regio’s. Het Radboud coördineert dit voor de regio rond Nijmegen, zich uitstrekkend naar Arnhem en Deventer, maar ook naar Den Bosch en Oss. Het gaat om het vervoer tussen het UMC en andere ziekenhuizen, en tussen perifere ziekenhuizen. ‘Als er bijvoorbeeld een patiënt van een ziekenhuis
in Deventer naar een ziekenhuis in Arnhem moet, dan worden wij gebeld’, zegt Verwiel, MICU-coördinator regio Nijmegen. ‘Vervolgens wordt de patiënt transportklaar gemaakt. Er vindt schriftelijke overdracht plaats, medicatie en infusen worden klaargemaakt en alle bewaking wordt ingesteld zoals op een IC. IC-zorg moet onderweg dezelfde kwaliteit hebben en even veilig zijn als in het ziekenhuis.’ De MICU rijdt normaal zonder zwaailicht, in een geleidelijk tempo zodat de intensivist en verpleegkundige goed kunnen werken. ‘In het Radboud zijn veertig MICU-verpleegkundigen geschoold om mee te rijden. We hebben in de landelijke werkgroep een competentieprofiel voor ze opgesteld. Zo moeten ze extra stressbestendig zijn en goed kunnen samenwerken met collega’s uit andere ziekenhuizen’, vertelt hoofdverpleegkundige a.i. Stephanie Kaalberg, die samen met verpleegkundig coördinator Maurice Peters het verpleegkundig deel van de MICU heeft opgezet. Door de
MICU krijgen IC-patiënten sneller de zorg die ze moeten krijgen. Peters: ‘We werken hierbij zowel “level up” als “level down”. Het MICU-transport gaat van een normale IC naar een academische IC, maar ook andersom. Het doel is: de juiste zorg op de juiste plek, om zo de ICcapaciteit in onze regio optimaal te benutten.’
Financieel gewaarborgd Voor het MICU-vervoer is een DBC (diagnosebehandelingcombinatie) ingevoerd. ‘Dus ook financieel is de veiligheid en kwaliteit van IC-zorg onderweg gewaarborgd’, aldus Verwiel. Het Radboud heeft van de Inspectie de vergunning gekregen om, in ieder geval, tot 2011 het MICU-vervoer te coördineren. In december zal de nieuwe ambulance er in Nijmegen zijn; in januari volgt de nieuwe IC-trolley. Tot dan worden volwassen IC-patiënten vervoerd met een verbeterde variant van de trolley die sinds 1993 in gebruik is. n
Minder in de isoleercel door interactietraining
Aanleiding voor de ophef was het overlijden van een patiënt in een isoleercel in een Amsterdamse kliniek. Daarna volgde een rapport van de Stichting Patiëntenvertrouwenspersonen dat meer misstanden toonde in
minder goed, omdat ze dan kunnen terugvallen en steeds ernstiger gedrag gaan vertonen.’
het isolatiebeleid. De media haakten er gretig op in met ervaringsverhalen van patiënten in de isoleercel. Zowel positief als negatief: sommige patiënten werden suïcidaal door de isoleercel, andere ervoeren er juist rust. ‘Bij psychotische mensen is sprake van misinterpretatie van de dingen om hun heen’, zegt Harm Gijsman, psychiater/manager zorg op Aurora. ‘In de isoleercel krijgen sommigen minder prikkels en worden ze rustiger, maar ook kan het misinterpreteren doorgaan, waardoor de angst en spanning toeneemt. Ook worden soms patiënten met een impulsiviteitstoornis, die zichzelf nogal eens beschadigen, in isolatie genomen. Dat werkt meestal
Roodgroene matten
Foto: Jan van Teeffelen
Het separeren van psychiatrische patiënten doet de laatste tijd veel stof opwaaien in de media. Het UMC St Radboud neemt samen met GGz Nijmegen deel aan een project om de opnames in isoleercellen terug te dringen. Verpleegkundigen en psychiaters volgen hierbij een speciale training om de interactie met de patiënt te verbeteren.
7
Bijna de helft van de Nederlandse GGz-instellingen neemt deel aan een landelijk project om opname in de isoleercel terug te dringen. Binnen GGz Nijmegen, waaronder ook de dependance Aurora in het UMC St Radboud, volgen verpleegkundigen en psychiaters hiervoor een speciale interactievaardigheidstraining. Hierbij spelen de hulpverlener en een simulatiepatiënt op twee roodgroene matten een casus na. Als de één het gedrag van de ander niet accepteert, gaat hij op het rode vlak staan. Accepteert hij het wel, dan gaat hij op groen staan. ‘Je krijgt zo letterlijk in beeld hoe de patiënt zich voelt, wat het gevolg van je eigen handelen is en of de patiënt bereid is om samen te werken’, aldus Tom Kuipers, directeur GGz Nijmegen, die de training mede ontwierp. Er kunnen allerlei situaties geoefend worden. Je kunt spelen dat een patiënt zijn medicijnen niet wil innemen of dat die heel opgefokt is. ‘Een “samenwerkingsdoel” kan zijn dat de patiënt op zijn minst naar je luistert’, zegt Kuipers. ‘Psychiatrische patiënten, die erg achterdochtig kunnen zijn, geven vaak weinig ruimte daartoe. Het is samenwerken op de vierkante millimeter. Maar is het begin gemaakt, dan neemt de kans toe dat de patiënt rustig wordt en naar je wilt luisteren.’ ‘Door de training leren hulpverleners vaardigheden zodat situaties niet gauw escaleren. Machtsmiddelen zoals gedwongen isolatie zijn dan minder snel nodig’, aldus Gijsman. Eind november wordt bekend of de training in Nijmegen inderdaad dit effect heeft gehad. In het landelijke project wordt daarna geëvalueerd welke interventies van de 43 instellingen breder inzetbaar zijn. GM
r e p o r t a g e
De komst van een baby met een duidelijk zichtbare spleet in de lip, kaak en/of het gehemelte, is voor veel ouders een schok. Toch valt een schisis – zoals zo’n spleet officieel heet – vrij goed te behandelen. Al vergt dit een lange adem. ‘We beginnen vrijwel direct na de geboorte en stoppen als de kinderen een jaar of twintig zijn.’
Femke van den Berg
Baby Jordy is een maand oud. Dat hij in het ziekenhuis is, ontgaat hem. Hij ligt in zijn rode kinderwagen en is diep onder zeil. Net zoals zijn tweelingzusje Livian, op wie hij veel lijkt. Hetzelfde haar, dezelfde tevreden bolle toet. Toch is er één opvallend verschil: Jordy heeft een spleet aan de rechterkant van zijn lip met vlak daarboven een witte, smalle pleister. Deze is bedoeld om de spleet minder breed te maken. Om te kijken of dat lukt, is Jordy op controle bij het Centrum voor Schisis en Aangeboren Schedel- en Gelaatsafwijkingen van het UMC St Radboud. Hoogleraar Orthodontie Anne Marie Kuijpers-Jagtman, al dertig jaar in het vak, trekt de pleister voorzichtig een beetje los. Moeder Marzena Boymanns kijkt benauwd. ‘Doet dat geen pijn?’, vraagt ze bezorgd. ‘Nee hoor’, zegt Kuijpers-Jagtman. ‘En al sputtert Jordy tegen, het is toch belangrijk dat u de tape regelmatig vervangt. Doordat de spleet ook door zijn gehemelte loopt, zijn delen van de bovenkaak niet met elkaar vergroeid. Ze staan daardoor wat scheef ten opzichte van elkaar. Als je de pleister er “onder spanning” opplakt, stuur je ze in de goede richting. Dat maakt de operaties straks makkelijker. En de spleet wordt kleiner. Kijk maar.’ ‘Echt waar?’, vraagt Marzena met een ongelovige blik. ‘Is de spleet nu al smaller? Dat gaat snel!’
Schisis goed te beh maar het vergt wél uithoud
Foto's: Flip Franssen
Vraagteken Jordy kwam ter wereld met een enkelvoudige schisis: een spleet in de rechterkant van zijn lip en kaak die in zijn geval ook doorloopt tot in het gehemelte. Hij is bepaald niet de enige: een op de zeshonderd pasgeborenen heeft de aandoening. De oorzaak van schisis is niet precies bekend. Normaal groeien de verschillende delen van de lip, de kaak en het gehemelte de eerste drie maanden van de zwangerschap naar elkaar toe om te versmelten. Als dit niet of onvolledig gebeurt, blijft er een spleet bestaan. ‘Verschillende factoren spelen een rol bij het “mislukken” van de samensmelting’, zegt Kuijpers-Jagtman. ‘Bijvoorbeeld: erfelijkheid, roken, vitaminegebrek. Maar hoe die precies op elkaar inwerken, is een vraagteken.’ De spleet is niet bij iedereen hetzelfde. Bij sommige kinderen zit deze aan een kant van de lip, bij anderen aan beide. Ook een spleet in de lip en kaak komt voor. Of alleen in het gehemelte. Of in lip, kaak en gehemelte, waarbij de spleet doorloopt tot in de neus. In twintig procent van de gevallen gaat een schisis bovendien gepaard met andere aandoeningen, zoals hartproblemen, schedelafwijkingen of een ‘klompvoetje’. De behandeling moet worden afgestemd op het soort schisis en de ontwikkelingsfase van het kind. ‘We starten vlak na de geboorte en gaan door totdat de kinderen volwassen zijn’, zegt Kuijpers-Jagtman.
Schisisteam Het Nijmeegse Schisisteam bestaat uit orthodontisten, plastisch chirurgen, een KNO-arts, een kaakchirurg, logopedisten, een neurochirurg, een kinderarts, een psycholoog, een klinisch geneticus, een secretaresse en
8
radbode 17 - 2008
‘We kennen zestig procent van onze patiënten al voor hun geboor te’
het bot, waardoor de groei van de bovenkaak kan worden belemmerd. Daarom kan het verstandig zijn te wachten. Maar vanwege de spraakontwikkeling wil je die operatie juist zo vroeg mogelijk doen. Anders bestaat de kans dat de patiënt problemen krijgt met praten en het gehoor. De spieren in het gehemelte zijn gespleten en daardoor werkt de zogeheten buis van Eustachius, die naar het middenoor loopt, niet goed en loopt het kind het risico slechter te gaan horen. Doordat de mondholte anders is, kan het spreken bovendien afwijkingen vertonen. Kinderen met een schisis klinken soms wat nasaal of ze slissen een beetje. Logopedie kan helpen de uitspraak te verbeteren.’
Beugel Nadat het gehemelte is gesloten, moet Jordy in zijn puberteit vermoedelijk nog een aantal lichtere behandelingen ondergaan. Hoeveel en welke, is nog niet te voorspellen. Kuijpers-Jagtman: ‘Dat hangt af van hoe hij zich ontwikkelt. Vanaf negen jaar kan de spleet in de bovenkaak worden gesloten met behulp van getransplanteerd bot uit de kin. Verder zal hij wellicht cosmetische ingrepen ondergaan, zoals correcties aan de neus. Mocht hij problemen krijgen met zijn uiterlijk of gepest worden, dan kan psychologische begeleiding worden ingeschakeld. En als hij een jaar of achttien is, is het misschien nodig de bovenkaak naar voren te halen. Sowieso zal hij jarenlang een beugel moeten dragen om de tanden netjes in de kaak te zetten.’
handelen, dingsvermogen een verpleegkundig consulente, die als aanspreekpunt fungeert. Ouders mogen de consulente 24 uur per dag bellen. Dat is fijn, vindt Marzena. ‘Zeker in het begin hadden we echt informatiehonger! Toen ik twintig weken zwanger was, ontdekte de verloskundige tijdens de echo dat een van de kindjes een schisis had. Wij schrokken natuurlijk en wilden méér weten. Via de verloskundige kwamen we bij het Schisisteam terecht. Hier hebben ze ons veel kunnen vertellen, zodat we ons extra goed konden voorbereiden op de komst van Jordy. Zo schaften we bijvoorbeeld speciale knijpflesjes aan, omdat Jordy niet uit een gewone fles of de borst zou kunnen drinken.’ Sinds prenataal onderzoek aan iedere zwangere wordt aangeboden, komt het steeds vaker voor dat zwangeren het Schisisteam weten te vinden, signaleert KuijpersJagtman. ‘Tegenwoordig kennen we zestig procent van onze patiënten al voor hun geboorte!’
Operaties Als Jordy een maand of zes is, zal hij zijn eerste echte operatie ondergaan: de lipsluiting. Hij ligt dan vier dagen in het ziekenhuis. ‘Daar zie ik een beetje tegenop’, zucht vader Peter. ‘Het idee dat zo’n klein jongetje echt pijn gaat krijgen, dat vind ik niet prettig. Maar ja, het moet gebeuren.’ Als Jordy ongeveer één is, wordt het achterste (zachte) deel van zijn gehemelte gesloten. Het tijdstip van de volgende operatie, waarbij het voorste (harde) deel wordt dichtgemaakt, ligt tussen de drie en acht jaar en wordt bepaald door de ontwikkeling van zijn bovenkaak en zijn spraak. Kuijpers-Jagtman: ‘Een operatie aan het harde gehemelte veroorzaakt littekenweefsel bij
Iemand die kan meepraten over beugels, is de vijftien jarige Nina Caris. Samen met vader Eric laat zij zich vandaag een nieuwe beugel aanmeten. Nina’s kaak staat aan een kant een beetje naar binnen: de beugel moet deze naar buiten duwen. ‘Kijk Nina’, zegt Kuijpers-Jagtman, ‘middendoor het plaatje van de beugel zie je een groef lopen. Daarin zit een schroef. Je krijgt straks van mij een haakje, waarmee je de schroef een keer per twee weken één slag naar voren moet draaien.’ Kuijpers-Jagtman laat zien wat ze bedoelt. ‘De groef zet uit en het plaatje van de beugel wordt breder. Zo kun je jouw kaak stap voor stap naar buiten duwen. Probeer het zelf maar.’ Nina pakt de haak en frummelt wat aan de beugel. ‘Ik snap het’, zegt ze. ‘Mooi!’, zegt Kuijpers-Jagtman. ‘Dan is het de bedoeling dat je de beugel dag en nacht inhoudt. De eerste dagen kan dat vervelend zijn, want dan voel je ‘m zitten. Ook praten en eten gaan dan lastig. Maar na een dag of vier ben je eraan gewend.’
Feest Tot Nina’s vreugde, is het eind van haar behandeling in zicht. Gemiddeld komt ze nog maar twee keer per jaar bij het Schisisteam. Rond haar twintigste zal ze uitbehandeld zijn. Van haar schisis zijn dan alleen nog wat kleine littekens in het gezicht te zien. Toch zal ze ook als volwassene nog eens in de vijf jaar worden uitgenodigd voor controle van de tanden en kaken. Kuijpers-Jagtman: ‘Soms zien we dat deze weer scheef groeien, omdat het littekenweefsel ze als het ware naar binnen trekt. Om dit te voorkomen, adviseren we ook de volwassenen ’ s nachts een beugel te dragen.’ Voor Kuijpers-Jagtman is het altijd een feest om volwassen patiënten terug te zien. ‘Door de jaren heen heb je een band met hen opgebouwd. Natuurlijk ben je benieuwd hoe het ze verder vergaat. Sommige van degenen die ik als baby voor het eerst zag, hebben zelf inmiddels kinderen en soms een kindje met een schisis. Het is mooi om die kleintjes dan weer te mogen begeleiden.’ n
Nieuwe wegen Het Schisisteam van het UMC St Radboud bestaat veertig jaar. Dat wordt op 15 november in Nijmegen gevierd met het congres New ways to go, bedoeld voor medewerkers van de vijftien Nederlandse schisiscentra. Het onderzoek naar (de behandeling van) schisis is volop in ontwikkeling. Ook bij het UMC St Radboud, dat met 75 nieuwe baby’s per jaar het grootste schisiscentrum van Nederland heeft. Zo ontdekten Nijmeegse wetenschappers dat het geen zin heeft om een gehemeltespleet te ‘sluiten’ met een plaatje, zoals in het verleden vaak gebeurde. Kinderen met een schisis gaan er niet beter door eten, drinken of praten. Deze bevindingen hebben ertoe geleid dat een groot aantal schisiscentra in binnen- en buitenland de gehemelteplaatjes in de ban heeft gedaan. Tijdens het congres presenteren de Nijmegenaren hun nieuwste onderzoeksresultaten. Zo wordt ingegaan op een nieuwe methode om schedelafwijkingen te behandelen: door middel van endoscopie. Ook worden de ontwikkelingen op het terrein van de driedimensionale beeldvorming belicht. De weergave van gezichten en schedels in 3-D maakt het makkelijker om afwijkingen te zien en behandel
9
methoden te verbeteren. Tot slot vertellen de onderzoekers over de mogelijkheden van tissue engineering: een methode waarbij het laboratorium weefsel van de patiënt zelf kweekt. Het is de bedoeling dat dit weefsel in de toekomst gebruikt wordt om de spleten te sluiten, waardoor littekenvorming wordt beperkt.
o n d e r z o e k
Mensen die een TBS-veroordeling krijgen, hebben vaak een psychiatrische stoornis zoals een psychose of een persoonlijkheidsstoornis. Wat onderscheidt deze mensen eigenlijk van psychiatrische patiënten die niet in de TBS terechtkomen en in hoeverre maakt het bij de TBS-ers uit aan welke psychiatrische aandoening zij lijden? Op deze vragen zocht dr. Kris Goethals, forensisch psychiater in de Nijmeegse Pompekliniek een antwoord. Op 24 oktober promoveerde hij op zijn onderzoek.
Voorkomen ernstige geweldsdelicten Marten Dooper
In Nederland kunnen daders van een ernstig geweldsdelict soms TBS (ter beschikkingstelling van de staat) krijgen opgelegd. Dat gebeurt als er sprake is van een zeer ernstig geweldsdelict (moord, doodslag), er sprake is van een psychiatrische ziekte of stoornis in de geestelijke ontwikkeling ten tijde van het gepleegde delict én er een grote kans bestaat op herhaling van eenzelfde delict. Dat mag de TBS-ers voor de gemiddelde burger tot een homogene groep ‘gewelddadige gestoorden’ maken, voor de psychiater valt er toch onderscheid te maken tussen verschillende categorieën TBS-ers. ‘Een interessant onderscheid is dat tussen enerzijds TBS-ers met een psychotische aandoening, bijvoorbeeld schizofrenie, TBS-ers met een persoonlijkheidsstoornis en TBS-ers met beide aandoeningen en anderzijds patiënten uit de algemene psychiatrie die lijden aan een psychotische aandoening’, vertelt Goethals. ‘Door deze groepen met elkaar te vergelijken hoopte ik meer inzicht te krijgen in de relatie tussen de psychiatrische aandoening en het ontstaan van het ernstige geweldsdelict dat heeft geleid tot het opleggen van de TBSmaatregel. Daarbij was ik vooral geïnteresseerd in de vraag waarom sommige mensen met een psychotische aandoening wel overgaan tot dergelijk geweld en anderen niet. Met als achterliggende gedachte de vraag of inzichten hierin mogelijk kunnen bijdragen aan een betere behandeling van de TBS-ers of liefst nog het voorkomen dat de patiënt in de TBS terechtkomt.’
Hulpverleners als bedreiging Goethals verzamelde zoveel mogelijk gegevens over 137 patiënten verdeeld over vier groepen: TBS-ers met een psychotische aandoening, TBS-ers met een persoonlijkheidsstoornis, TBS-ers met zowel een psychotische aandoening als een persoonlijkheidsstoornis en patiënten met een psychotische aandoening die geen TBS-delict op hun geweten hadden. ‘Het bleek dat er wat betreft hun psychiatrische aandoening eigenlijk niet zo heel veel verschil is tussen mensen met een psychotische aandoening die wel en die niet in de TBS terecht komen. De psychotische patiënten en psychotische TBS-ers hebben over het algemeen een jeugd zonder ernstige geweldsconflicten. TBS-ers met een persoonlijkheidsstoornis daarentegen vertonen vaak al op jonge leeftijd delinquent gedrag. Wat verder opvalt is dat de TBS-ers met een psychotische aandoening weliswaar al zo’n 7 tot 9 jaar voordat zij hun TBS-delict pleegden in contact kwamen met de psychiatrische hulpverlening, maar dat zij in vergelijking met patiënten die geen TBS-delict hebben begaan minder intensief behandeld zijn. Dat komt mogelijk doordat de latere TBS-ers meer zogeheten negatieve symptomen vertonen. Zij trekken zich meer terug uit de maatschappij en zien hulpverleners als een bedreiging. Ze wenden zich af van de hulpverleners, waardoor hulpverleners van hun kant ook gemakkelijker afhaken.’
Afglijden voorkomen
Foto: Frank Muller
10
Juist voor deze groep ziet Goethals op grond van zijn onderzoek mogelijkheden. ‘Die periode van 7 tot 9 jaar kan de algemene psychiatrie gebruiken om het afglijden van de patiënt naar een ernstig geweldsdelict te voorkomen. Met name deze patiënten zijn gevoelig voor hun omgeving, waar bij patiënten met een persoonlijkheidsstoornis deze stoornis zelf veel eerder de motor is achter het totstandkomen van het geweldsdelict. Middelenmisbruik, vaak toegepast als een vorm van zelfmedicatie, vormt in combinatie met een gebrekkig sociaal functioneren bij de psychotische patiënt vaak een belangrijke risicofactor om te komen tot een geweldsdelict. Een delict dat dan vaak gericht is op mensen uit de directe omgeving zoals hulpverleners. Ik pleit er daarom voor dat de algemene psychiatrie zich meer bekommert om deze groep mensen. Toegegeven, dat is met de huidige wetgeving moeilijk. Hulpverleners mogen pas tegen de wil van de patiënt ingrijpen als het al bijna mis is gegaan. Wetgeving die meer ruimte biedt voor bemoeizorg, dat wil zeggen zorg waarvoor de patiënt zelf nog niet gemotiveerd is, zou hierbij nuttig zijn.’ Omdat het geweld van deze categorie patiënten zich vaak richt tegen de directe omgeving zouden de hulpverleners ook beter getraind moeten worden in het anticiperen op deze agressie. Daarnaast zou de algemene psychiatrie meer gebruik kunnen maken van voorspellende methodieken, zoals die in de forensische psychiatrie worden toegepast, om een inschatting te kunnen maken over de kans dat iemand in de nabije toekomst een ernstig geweldsdelict zal begaan. Anderzijds zou de forensische psychiatrie meer aandacht kunnen besteden aan het onderscheiden van verschillende categorieën TBS-ers. Naast het behandelen van de antisociale persoonlijkheid moet er ook aandacht zijn voor middelenmisbruik en de psychiatrische co-morbiditeit. n
radbode 17 - 2008
Computer kan arts vervangen in voorlichting Een zorgvuldig ontworpen computerprogramma is beter dan een arts in staat patiënten voor te lichten over hun aandoening en de bijbehorende behandeling. Inschakelen van zo’n programma geeft de behandelende arts bovendien meer ruimte om dieper in te gaan op specifieke vragen en omstandigheden bij de patiënt. Dit concludeert promovendus Bram Keulers, plastisch chirurg in opleiding.
Onderschatting artsen Om een goed computerprogramma te ontwikkelen onderzocht Keulers eerst aan welke informatie de patiënt eigenlijk het meest behoefte heeft. Hiervoor ontwierp hij een vragenlijst met tachtig onderwerpen, variërend van de ziekte zelf en wat er vooraf gaat aan de behandeling, tot de mogelijkheid van zelfzorg na de behandeling en algemene informatie over het ziekenhuis. Hij liet 125 patiënten bij elk van de tachtig onderwerpen aangeven hoe belangrijk hij of zij het vond dat hierover informatie werd verstrekt. Ook 24 chirurgen gaven aan hoe belangrijk volgens hen de onderwerpen voor de patiënten waren. ‘Daaruit bleek allereerst dat artsen de informatiehonger van de patiënten onderschatten. Daarnaast bleken de artsen er vanuit te gaan dat de patiënten vooral informatie willen over de oorzaak, de effecten en de behandeling van de ziekte, terwijl de patiënten vooral informatie willen over wat er aan de behandeling voorafgaat en over de periode na de behandeling. Wat zij bijvoorbeeld wel en niet kunnen en mogen na de behandeling.’
Meer onthouden
Foto: Flip Franssen
Marten Dooper
Voorlichting geven aan de patiënt is niet alleen een belangrijke taak van de behandelende arts, de patiënt heeft sinds de WGBO (wet op geneeskundige behandelovereenkomst) zelfs wettelijk recht op uitleg – in begrijpelijke taal – over zijn ziekte, de behandeling en de mogelijke gevolgen daarvan. ‘Goede voorlichting heeft bovendien een gunstig effect op het verloop van de ziekte. Als patiënten meer weten over hun ziekte en hoe hiermee om te gaan kan dat onder andere het gebruik van medicijnen verminderen, de kans op ziekenhuis opname verkleinen en ook de kans op complicaties verminderen’, weet promovendus Bram Keulers. Goed voorlichten van de patiënt kost echter tijd; tijd die niet altijd in ruime mate voorhanden is. Keulers onderzocht daarom een gewaagd concept: de voorlichting door de arts vervangen door voorlichting via een computer programma. ‘Het inzetten van computerprogramma’s bij het voorlichten van patiënten is al eerder onderzocht. Echter, daarbij werden de programma’s gebruikt als aanvulling op het gesprek met de arts. Wij wilden wel eens weten of de computer de arts ook helemaal kan vervangen.’
Keulers ontwierp vervolgens een computerprogramma voor patiënten met het carpale tunnelsyndroom, een relatief eenvoudige aandoening waarbij een zenuw die naar de hand loopt beknelt raakt. Van een kleine honderd patiënten die in aanmerking kwamen voor een operatie bij deze aandoening gaf hij de helft voorlichting via het computerprogramma, terwijl de andere helft werd voorgelicht door de behandelend arts. ‘Beide groepen patiënten waren even tevreden over de kwaliteit van de voorlichting, maar de groep die het computer programma had gebruikt had meer van de voorlichting onthouden,’ aldus Keulers. ‘Dat laatste komt waarschijnlijk doordat de informatie via het programma op meer manieren wordt aangeboden: tekst, gesproken woord, plaatjes en animaties. De patiënt kan de informatie op zijn eigen tempo doornemen en waar nodig herhalen. Ten slotte kan de patiënt, via een quiz die in het programma is ingebouwd, de opgedane kennis testen.’ Het is dus mogelijk de arts, wat betreft de basale voorlichting, te vervangen door een computerprogramma, mits dit goed is ontworpen, concludeert Keulers. ‘Voordeel daarbij is dat de arts tijdens het spreekuur kan ingaan op vragen die buiten de standaardvoorlichting vallen: omstandigheden van de patiënt of bepaalde angsten die er bij de patiënt leven. Daarnaast kun je zo’n programma gebruiken om allerlei extra informatie aan de patiënt te geven. Bijvoorbeeld informatie over de rechten en plichten van de patiënt. En informatie over de periode na de behandeling. Bijvoorbeeld over het verzorgen van wonden. De patiënt hoeft dan minder snel de arts hierover te raadplegen en het vermindert bovendien de kans op complicaties. Een typische win-win situatie dus.’ n
Hoe groot is de kans dat een vrouw van 50 voor haar 75ste overlijdt aan borstkanker? Bijna 2 procent, oftewel 1 op de 50 vrouwen. En wat is de kans voor een 50-jarige man om binnen tien jaar de diagnose prostaatkanker te krijgen? Minder dan 1 procent. Dat zijn relevante vragen voor de overheid, als er bijvoorbeeld een besluit moet komen over extra voorlichting over het nut van de mamma bus of over screening op prostaatkanker. Een groep kankeronderzoekers, werkzaam bij KWF Kankerbestrijding, UMC Utrecht, UMC St Radboud, Integraal Kankercentrum Oost en Integraal Kankercentrum Amsterdam, heeft de antwoorden op dit soort vragen berekend. Ze combineerden daarvoor gegevens van de Nederlandse Kankerregistratie met cijfers van het Centraal Bureau voor
D r. D a n i e l A r o n s o n Prof.dr. D.C. (Daniel) Aronson is per 1 oktober benoemd tot hoogleraar aan de Faculteit der Medische Wetenschappen / UMC St Radboud met als leeropdracht Heelkunde, in het bijzonder Kinderchirurgie.
Jos van der Meer De Alliance for the Prudent Use of Antibiotics heeft de jaarlijkse prijs voor leiderschap op het gebied van zorgvuldig antibioticagebruik toegekend aan de Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (SWAB) en de Werkgroep Infectiepreventie (WIP). De prijs werd onder andere uitgereikt aan prof.dr. Jos van der Meer, hoogleraar interne geneeskunde bij het UMC St Radboud, één van de stichters van de SWAB.
Drs. Der y Yakar Drs. Derya Yakar, als arts-onderzoeker verbonden aan de afdeling Radiologie, heeft een eervolle vermelding gekregen voor haar lezing op het congres van de European Society of Urogenital Radiology in München.
Drs. Thomas Hambrock Drs. Thomas Hambrock, arts-onderzoeker bij Radiologie, heeft met zijn lezing de 1e prijs behaald op het congres van de International Cancer Imaging Society in Bath, Engeland.
D r. J . N . H . ( A n j a ) T i m m e r - B o n t e Dr. J.N.H.(Anja) Timmer-Bonte kreeg van de afdeling Medische Oncologie de prijs van beste oncologieproefschrift van het jaar 2008. Anja Timmer promoveerde op het proefschrift ‘Effective chemotherapy support: a matter of timing and combining?’ met als promotores prof.dr. V.C.G. Tjan-Heijnen en prof.dr. P.H.M. De Mulder (†).
Omar Hamza Op de Interscience Conference on Antimicrobial Agents and Chemotherapy (ICAAC) in Washington, is een publicatie van Omar Hamza besproken in een sessie getiteld ‘The Top Ten Papers in Clinical Mycology’. In deze sessie werden de tien belangrijkste publicaties besproken die in het afgelopen jaar verschenen zijn op het gebied van schimmelinfecties. Omar Hamza is een promovendus uit Tanzania die daar onderzoek verricht onder begeleiding van dr. Andre van der Ven en prof.dr. Paul Verweij.
Promoties, oraties, afscheidsredes*
Kansen op kanker Pasgeboren jongetjes hebben een kans van 44 procent dat zij in de loop van hun leven kanker krijgen. Voor pasgeboren meisjes is dat 38 procent. Als individu heb je weinig aan dit soort kennis. Of je kanker krijgt hangt niet alleen af van leeftijd en geslacht, maar ook van aanleg en leefstijl. Kansen op kanker vormen echter wel nuttige informatie bij de aanpak van beleidsvraagstukken in de gezondheidszorg. Daarom publiceerde een groep kankeronderzoekers, onder leiding van de Nijmeegse hoogleraar kankerepidemiologie prof.dr. Bart Kiemeney, onlangs gedetailleerde statistische gegevens over 56 verschillende vormen van kanker.
prijzen en benoemingen
de Statistiek. Ze stelden tabellen op met de kans op 56 vormen van kanker, voor mannen en vrouwen, vanaf elke leeftijd tot elke leeftijd met intervallen van vijf jaar. Alle resultaten zijn beschikbaar op www.ikcnet.nl. Enkele cijfers: van alle vormen van kanker is voor vrouwen de kans om borstkanker te krijgen het grootst: 13 procent. Voor mannen is de kans op prostaatkanker het grootst: 10 procent. Pasgeboren vrouwen hebben een kans van 5 procent om voor hun 50ste kanker te krijgen en een kans van 30 procent om voor hun 80ste kanker te krijgen. Voor mannen zijn deze percentages 3 en 36 procent. Tot en met de leeftijd van 55 jaar is de kans om binnen tien jaar kanker te krijgen voor mannen en vrouwen vrijwel gelijk, maart vanaf het 60ste levensjaar wordt die kans voor mannen veel hoger. De piekleeftijd voor de kans om binnen tien jaar kanker te krijgen ligt voor zowel vrouwen als mannen op 75 jaar. Die kans is bijna 15 procent voor vrouwen en 25 procent voor mannen. De gerapporteerde kansen hebben enkele beperkingen. Het zijn gemiddelden, die niets zeggen over iemands individuele kans. Behalve van leeftijd en geslacht hangt die ook af van erfelijke en andere factoren. Verder verschillen de risico’s op kanker voor niet-westerse allochtonen in Nederland sterk van die voor de autochtone bevolking. De hier verzamelde cijfers gelden niet voor niet-westerse allochtonen. JG
11
• Promotie mw. drs. W. Kievit, vrijdag 7 november om 13.30 uur. Titel: Evaluation of new drugs in daily clinical practice: anti-TNFα in rheumatoid arthritis patients • Oratie prof. dr. F.J. Meijboom, hoogleraar Kindergeneeskunde, in het bijzonder aangeboren hartafwijkingen, vrijdag 7 november om 15.45 uur. Titel rede: En ze leefden nog lang en gelukkig • Promotie mw. drs. S. Heemskerk, woensdag 12 november om 10.30 uur. Titel: Inducible nitric oxide synthase in septic acute kidney injury • Promotie drs. W.S. Tuil, woensdag 12 november om 15.30 uur. Titel: IVF and internet. Evaluation of an interactive personal health record for IVF patients • Promotie mw. drs. M.C. Vonk, donderdag 13 november om 15.30 uur. Titel: Systemic sclerosis: assessment and treatment. Tight control in a tight disease • Promotie drs. B.J. Keulers, maandag 17 november om 13.30 uur. Titel: Computer-based patient education: Its potential in general and plastic surgery * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2 Voor een volledig overzicht en korte inhoud van alle promoties, oraties en afscheidsredes, zie www.umcn.nl, ingang ‘scientist’, doorklikken op ‘science agenda’
Te koop.
Adviesburo van den Berk uw partner voor financiële zekerheid (sinds 1963)
WEURT Kapittelweg 33
Financiële planning
Praktijkfinanciering
Hypotheken
Praktijkbemiddeling
Verzekeringen
Pensioenen
Regentessestraat 3
T. 024 - 3230731
www.vandenberk.com
6522 AM Nijmegen
F. 024 - 3601567
[email protected]
Fraaie hoekwoning met garage gelegen aan de rand van het dorp. Goed onderhouden. Ruime zonnige voor-, zij- en achtertuin met vrij uitzicht. Woonkamer ± 44 m² met eiken parket en grote schuifpui. 3 Slaapkamers en grote zolder te bereiken met vaste trap. Vraagprijs ` 349.000,-- kk. Meer info op
www.claase.nl of www.funda.nl
TEKOOP Snelliusstraat 13 te Wijchen Wie wil er werken en wonen combineren ? Schitterende villa met aparte kantoorof praktijkruimte ! Op15 auto-minuten van Nijmegen-UMC. Vraagprijs : € 575.000,=k.k. Kijk voor meer informatie over deze woning op: www.demakelaar.info DEMAKELAAR • Baron d’Osystraat 28 • Wijchen Tel.: 024 3481978
NIJMEGEN Heidebloemstraat 171 Unieke kans voor starters!
Fraai 3 kamer appartement op de 12e en tevens bovenste woonlaag. De situering op de bovenste woonlaag geeft werkelijk een panoramisch weids uitzicht. Het appartement is gelegen nabij de universiteit, ziekenhuizen en het Goffertpark. Het centrum alsmede het natuurgebied Heumensoord zijn dichtbij. Indeling: entree, hal en toilet. Zeer lichte woonkamer. Badkamer met douche en v.w., 2 ruime slaapkamers, nette en eenvoudige keuken. Binnenkort voorzien van nieuwe kozijnen en isolatieglas betaald door verkoper. Algemeen: • Bouwjaar: 1956; • Inhoud: 190 m³; • Woonoppervlak: 65 m²; • Voorzien van lift; • berging met elektra op de begane grond;
Voor de persoonlijke aanpak
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Vraagprijs: € 163.500,- k.k.
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37
Aanvaarding: in overleg
Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
Telnr. 024-3606060
www.jacobs-makelaardij.nl
assurantiën | pensioenen | hypotheken | financieel advies
Radboud Collectiviteit! Financieel voordeel voor alle (oud-)medewerkers van het UMC St Radboud Akkermans Van Elten Privé Pakket
Internets paren, rente 4,2 5%!
Voordelig, overzichtelijk en perfecte dekking. Kijk in onderstaand schema hoeveel voordeel u kunt behalen.
Verzekering
Premie zonder Radboud korting
Premie met Radboud korting
Auto Peugeot 307, 80% no-claimkorting
€ 576,00
€ 417,65
Auto (2e gezinsauto) Renault Twingo, 80% no-claimkort. Inboedel € 75.000,- verzekerde som Woonhuis € 225.000,- verzekerde som
€ 324,50 € 234,75 € 211,50
€ 243,25 € 176,05 € 187,85
Aansprakelijkheid Gezin Rechtsbijstand
€ 53,00 € 195,90
€ 37,00 € 176,20
Doorlopende reis Gezin
€ 81,85
€ 65,00
€ 1.677,50
€ 1.303,00
Totaal per jaar
Onze adviseurs in het UMC St Radboud: Jeanette Millecam en Agneta Nijsse
Direct meer weten?
Uw voordeel per jaar € 374,50!*
Bel onze speciale Radboudlijn: 0481-367077 op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur
* Deze tabel is een rekenvoorbeeld per product, inclusief 7% assurantiebelasting en 10% pakketkorting. Identieke situaties komen zelden voor, dit voorbeeld is een indicatie voor de voordelen van de Radboud Collectiviteit.
Het Radboud Hypotheekarrangement
Kom langs of maak een afspraak:
Een voorbeeld van de totale besparing met het Radboud Hypotheekarrangement bij een gewenst hypotheekbedrag van € 242.000,-. (koopsom € 220.000,-)
U vindt ons in het UMC St Radboud (vlakbij het PIP en FLEXPUNT): kamer 1.04, routenummer 526, 527
Tot 0,3% rentekorting (jaarlijks) 50% korting op de taxatiekosten 25% korting op makelaarscourtage bij aankoop 25% korting op makelaarscourtage bij verkoop Besparing notariskosten (schatting)
€ 726,00
en vrijdag van 9.00 tot 14.00 uur
€ 250,00 € 1.210,00 € 1.210,00 € 600,00
Uw voordeel bij aanvang* € 3.270,00
Openingstijden: maandag van 11.30 tot 17.00 uur
Bereken zelf uw voordeel: Kijk op www.akkermansvanelten.nl gebruikersnaam: radboud
per jaar* € 726,00
* Identieke situaties komen zelden voor, dit voorbeeld is een indicatie voor de voordelen van het Radboud Hypotheekarrangement.
12
wachtwoord:
voordeel
Onze website is ook bereikbaar via het intranet van het UMC St Radboud
n d e r w i js o
buitenland In deze columns schrijven studenten over bijzondere ervaringen in het buitenland. Dit keer een verhaal van Femke Deelen die van maart t/m mei 2008 coschap OWL in Sumve liep. Sumve is een klein dorpje vlakbij Mwanza aan het Victoriameer.
W o r s t e l e n m a a r… Tja, daar sta je dan als ‘mzungu’, klaar om de ronde te doen op de kinderafdeling. Ik heb geprobeerd het zo lang mogelijk uit te stellen: meer dan honderd kinderen die in één ochtend gezien moeten worden, dat betekent een hoop hectiek. Ook zullen er voor mij aangrijpende situaties tussen zitten, maar ik kan niet meer terug: het einde van mijn coschap nadert. Ik kijk vanuit de deuropening naar de kinderafdeling, die vol met donkere kindjes is. Ze kijken me met grote ogen aan. Sommigen beginnen spontaan te huilen wanneer ze deze blanke, blonde dokter zien, anderen spelen rustig verder. Met het WHO-boekje op zak treed ik de afdeling binnen. ‘Heerlijke geuren’ komen me tegemoet, terwijl ik – al ‘bol-aaiend’ en kietelend – me een
radbode 17 - 2008
Zorg voor traumapatiënten overal anders Je valt van een ladder en loopt een wervelfractuur op. Kom je op afdeling A dan krijg je vloeibare voeding, op B mag je direct eten. Werkplekken houden er verschillende praktijken op na in de zorg voor traumapatiënten. Sinds begin dit jaar is de Werkgroep Traumaverpleegkundigen actief. ‘Door in elkaars keuken te kijken, kun je de zorg verbeteren. We kijken ook waar verpleegkundig onderzoek de praktijk kan versterken en waar scholing nodig is. Dat doen we uiteraard in nauwe samenspraak met de artsen. We willen zo uitgroeien tot een kenniscentrum voor de regio’, vertelt wetenschappelijk onderzoeker Sivera Berben.
‘Eigenlijk zou er meer tijd voor uitwisseling moeten worden vrijgemaakt’, zegt senior-verpleegkundige Jan Pouwels van de Neuro IC. ‘Je spreekt dezelfde taal, bent met dezelfde dingen bezig.’ Hij zit in de club van de Werkgroep Traumaverpleegkundigen, die zich buigt over het protocol Wervelfracturen zonder dwarslaesie. ‘De eerste keer was het bijna lachwekkend. Wanneer mag de patiënt bij jullie uit bed? Hoe lang moet ie nuchter blijven en wanneer gaat hij van vloeibare voeding over op vast? Wat bleek, we doen het overal anders. We hebben de verschillen in kaart gebracht, daarover gediscussieerd en vervolgens vragen geformuleerd voor betrokken artsen en eventuele andere disciplines. Zo willen we komen tot best practices en meer eenduidigheid. Dit moet uitmonden in een protocol dat maart volgend jaar op KWINT (kwaliteit op intranet) staat.’
‘Traumazorg is een speerpunt van het Radboud. Er komen steeds meer patiënten naar hier. Wij willen de verpleeg kundige zorg beter onderbouwen voor de vijftien afdelingen waar traumapatiënten komen’, vertelt nurse practitioner Patricia van Mierlo. ‘Naast de Spoedeisende Hulp, OK, en IC’s zijn dat diverse verpleegafdelingen. Ook de communicatie over de nazorg kan beter. In hoeverre mag een patiënt, eenmaal thuis, bijvoorbeeld seksueel actief zijn met zo’n korset? Je kunt daar om lachen, maar patiënten durven het uit zichzelf niet aan de arts te vragen.’ De werkgroep Traumaverpleegkundigen begint dus vruchten af te werpen. ‘Artsen zijn heel enthousiast over ons initiatief. Wij zijn nu ook afgevaardigd in de Coördinatie Commissie Traumatologie en dat wordt als heel zinvol ervaren’, zegt Sivera Berben. Binnen de werkgroep inventariseert momenteel ook een groepje verpleegkundigen waar behoeften liggen. Van Mierlo: ‘Aan scholing bijvoorbeeld. Medische protocollen veranderen regelmatig op basis van nieuwe inzichten. Verpleegkundigen missen vaak de ratio erachter. Er is ook behoefte aan training in begeleiding. Een traumapatiënt verkeert in een crisissituatie. Daar reageren zij vaak heftig op, tot een doodswens toe. Hoe ga je daar als verpleegkundige mee om?’ ‘Wij willen bovendien gericht verpleegkundig onder zoek gaan uitzetten’, vertelt Berben, die zelf wil promoveren op pijn bij trauma’s. ‘Dat is een gigantisch probleem’, weet ze inmiddels uit interviews met patiënten. JM
‘I k zie de big burden van onder voeding, HIV en malaria’ weg baan door de menigte van kinderen, doeken waarop mama’s/papa’s slapen, en bedden die schots en scheef staan. Uiteindelijk zit ik dan toch achter mijn tafel. Het kleine kamertje, waarin zich een tafel, drie krukken, twee banken en een weegschaal bevinden, wordt overspoeld door duwende mama’s en papa’s met aan hen ergens een kind bungelend. Ik lees de namen van de statussen één voor één op: een hoop gejubel; blijft lastig dat Kiswahili. De statussen overhandig ik aan de desbetreffende mama/papa die dan met hun kind op de banken plaatsnemen. De brutaalste, best worstelende ouder zit als eerste voor mij op de kruk. Dit keer een lachende moeder met op haar schoot een schattig, vijftien maanden oud jongetje. Het kind kan z’n hoofd niet meer optillen en is zwak. Hij is ondervoed. De weegschaal waar het kindje slap in hangt geeft 4,3 kg aan. 4,3 kg voor 15 maanden leven…: ondervoedingsprotocol. De volgende. Weer geduw en getrek voor de eerst volgende op de kruk. De verpleger op de andere kruk kijkt me lachend aan terwijl we dit schouwspel gadeslaan. Nog iets minder dan honderd te gaan. Ik zie de ‘big burden’ van ondervoeding, HIV en malaria langs me voorbij gaan. Ik zie vele borsten van moeders die hun kinderen voeden terwijl ze wachten om door mij gezien te worden. Eenmaal bij me voor op de kruk vraag ik ze door te gaan met voeden zodat ik het kindje rustig kan onderzoeken. Nieuwe worstelronde. Ik hoor de woorden out of stock (niet meer op voorraad) op de meest verschrikkelijke momenten, zoals ‘Ceftriaxon: out of stock’ wanneer ik een kindje met meningitis wil behandelen of bloedtransfusie: out of stock wanneer een anemisch kindje met malaria weer rode bloedcellen in z’n adertjes nodig heeft. Het blijkt inderdaad een aangrijpende, hectische afdeling te zijn. Maar we worstelen gewoon verder om zo zoveel mogelijk kindjes weer gezond te kunnen ontslaan… en dat lukt nog best goed ook!
Foto: Frank Muller
Eerste erkenningen voor verpleegkundige vervolgopleidingen Vanwege een nieuwe landelijke erkenningsregeling, die sinds 1 januari 2008 geldt, moeten alle verpleegkundige vervolgopleidingen opnieuw geaccrediteerd worden. Op 29 oktober werden de eerste accreditaties uitgereikt aan onder andere de Vervolgopleiding Obstetrie Verpleegkundige en Vervolgopleiding Kinderverpleegkundige. Het UMC St Radboud ontving samen met drie andere ziekenhuizen als eerste een erkenning.
op de afdeling Verloskunde (Q10) van het Radboud. Het Slingeland Ziekenhuis te Doetinchem ontving de erkenning voor het praktijkdeel van de Vervolgopleiding Kinder verpleegkundige. De SVG van het Radboud verzorgt hiervoor het theoretische onderwijs. Beide opleidingen duren twaalf maanden, waarvan de theorieopleiding zo’n zes à zeven weken duurt.
‘Voor de accreditatie moesten we een waslijst aan vragen beantwoorden’, vertelt Theo Swinkels, hoofd Staf Vervolgonderwijs Gezondheidszorg (SVG). ‘Dit vraagt gemiddeld wel veertig uur per aanvraag. We zijn er dan ook heel trots op dat we bij de eerste ziekenhuizen horen die de erkenning krijgen. Een van de belangrijkste factoren waar de opleidingen aan moeten voldoen, is dat de theorie goed aansluit op de praktijk. Binnen het beroepsonderwijs in het algemeen schort het hier vaak aan.’ De SVG van het UMC St Radboud verzorgt het theoriedeel van de Vervolgopleiding Obstetrie. De praktijk gebeurt
De uitreiking van de erkenningen gebeurde op 29 oktober tijdens een feestelijk symposium van het College Ziekenhuisopleidingen (CZO) in Oegstgeest. De accreditaties zijn vijf jaar geldig. Het CZO is het onafhankelijke orgaan dat de opleidingen beoordeeld. Het Radboud heeft samen met drie andere ziekenhuizen als eerste de erkenning ontvangen. Er zullen nog zes andere verpleegkundige vervolgopleidingen van het Radboud beoordeeld worden. De aanvragen voor deze accreditaties moeten voor 1 december binnen zijn. ‘Dat gaat ons zeker lukken’, besluit Swinkels. GM
13
radbode 17 - 2008
mensen Ineke Wienen Ineke Wienen startte haar carrière als analiste bij de Medische Faculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Daarna kwam ze terecht op de afdeling Antropogenetica, sectie Cytogenetica, waar ze onder leiding van dr. Theo Hustinx het chromosomenonderzoek bij de mens leerde uit te voeren; een in die tijd zich snel ontwikkelende discipline binnen de genetische diagnostiek. In 1990 maakte ze vanwege een onderbreking een herstart binnen het vakgebied van de humane cytogenetica dat inmiddels de nodige veranderingen had ondergaan. Desondanks wist Ineke zich al deze nieuwe ontwikkelingen snel eigen te maken en groeide zij uit tot een zeer gewaardeerde en ervaren cytogenetisch analiste binnen de postnatale genoomdiagnostiek. Wij danken Ineke voor haar grote inzet gedurende de afgelopen jaren en wensen haar nog vele gelukkige en productieve jaren toe. Op 13 november zal Ineke haar 25 jarig jubileum in besloten kring vieren. Dr. D. Smeets, hoofd Werkgroep Postnatale Genoomdiagnostiek, Sectie Cytogenetica, afdeling Antropogenetica
Eveline Wuis Na een dienstverband van meer dan 25 jaar neemt dr. Eveline W. Wuis afscheid van het UMC St Radboud en de afdeling Apotheek/Klinische Farmacie. Zij doet dat met een borrel in de hal van Q-gebouw (gebouw nr. M325) op vrijdag 28 november van 16.30 tot 18.30 uur. U bent van harte welkom om haar daar gedag te komen zeggen. Eveline heeft binnen onze afdeling een zeer afwisselende loopbaan doorgemaakt als ziekenhuisapotheker-klinisch farmacoloog. De afgelopen jaren heeft ze zich onder andere sterk gemaakt voor patiënt- en medicatieveiligheid, zowel in de directe patiëntenzorg als ook door het verbeteren van het proces. Wij zullen haar enorme inzet en nauwgezetheid zeer missen en wensen haar een gelukkige toekomst toe. Namens alle collega’s van AKF, Ellen Frankfort, plv afdelingshoofd AKF.
Irena Nováková De Praagse Lente bracht in 1969 de jonge arts Irena Nováková naar het toenmalige Academisch Ziekenhuis Nijmegen. Zij is gedurende 35 jaar een buitengewoon gewaardeerd staflid geweest van de afdeling Hematologie. Zij was de drijvende kracht achter de ontwikkeling van de Hemostase Unit van het Centraal Hematologisch Laboratorium en van het Hemofilie
Behandelcentrum Nijmegen. In 2002 is zij benoemd tot Universitair Hoofddocent Trombose en Hemostase. Iedereen die Irena Nováková meemaakt in de dagelijkse praktijk roemt haar encyclopedische kennis, haar gezonde verstand bij het oplossen van veelal gecompliceerde klinische problematiek en haar sociale bewogenheid. Haar betrokkenheid bij de Nederlandse Vereniging van Hemofiliepatiënten is enorm groot en exemplarisch hiervoor. Het zal allemaal veranderen zonder Irena Nováková in ons midden: haar bijzonder positieve en deskundige inbreng in de staf en haar toegankelijkheid als vertrouwd aanspreekpunt voor het secretariaat en vele collega’s zullen haar zeker gaan missen. Irena, we wensen je een mooie toekomst toe samen met Cees Smale, je echtgenoot, je kinderen Petra en Bart en al je vrienden. Namens je (ex-)collega’s, Theo de Witte, hoofd afdeling Hematologie en Centraal Hematologisch Laboratorium
Francien Peters-Rokers Francien Peters-Rokers is maar liefst 40 jaar werkzaam in ons ziekenhuis. Vanaf eind 1963 heeft zij haar beste krachten gegeven aan diverse afdelingen, waaronder Bacteriologie, Kindergeneeskunde en de Apotheek. Zij was medewerkster van het Laboratorium voor Kindergeneeskunde & Chirurgie. Daarna ging zij over naar het CKCL (huidige AKC), om vervolgens weer terug te keren naar het Laboratorium van Kindergeneeskunde en Neurologie. Vanaf die tijd heeft Francien zich ontwikkeld tot een volwaardig lid van de Verdeelgroep. Met veel zorg handelt ze daarbij het materiaal af van patiënten, die verdacht worden van een stofwisselingsziekte. Ze geeft de vereiste bijzondere aandacht aan de lichaamsvloeistoffen en weefsels van heel zeldzame patiënten uit binnen- en buitenland. Vriendelijk en rustig staat zij aanvragers en collega’s te woord. Wij hopen van harte dat Francien nog een aantal jaren op LKN zal kunnen blijven werken. Het jubileum wordt op een latere datum gevierd. Dr. W. Ruitenbeek en Prof. Dr. R.A. Wevers Laboratorium voor Kindergeneeskunde & Neurologie
F r a n c i s V i s s e r, P a u l d e S o n n a v i l l e en Henk Timmers Deze maand vieren op de verpleegafdeling Dermatologie drie medewerkers hun ambtsjubileum. Paul de Sonnaville en Henk Timmers zijn 25 jaar aan het UMC St Radboud verbonden. Daarnaast is ook Francis Visser 12,5 jaar in dienst. Bijzonder is dat zij alle drie deze jaren op dezelfde werkplek hebben vol gemaakt. Onze gelukwensen met deze mijlpalen en wij genieten van hun vakkennis, loyale betrokkenheid en collegialiteit. Henk en Paul hopen wij nog lang als collega te hebben. Francis zal
kleine boodschap
Aangeboden:
Nederlandstalige au pair voor het gezin van mijn Nieuw Zeelandse zus. Kost en inwoning, eigen auto, zakgeld, weekeinden vrij, 9 maand werken, 3 maanden vakantie!
[email protected]. Huuretage/-appartement liefst met zelfstandige keuken tot, in ieder geval, voorjaar 2010. Mail naar:
[email protected].
Kiddy-board zo goed als nieuw, e 25, -. T (0487) 51 89 48. Crèmekleurig wandmeubel, 5 delen. RVS- lamp, 2 melkglazen kappen. Design wandklok. Glazen salon- + bijzettafel, messing omrand. Wie biedt? Joke T 06-18 81 45 05. Dame met auto wil u, tegen vergoeding, helpen/ begeleiden. Geen schoonmaak, tuinwerk of medische zorg. Maandag en donderdag, ook incidenteel, T (024) 344 95 84.
Paul Smits Op 1 november is Paul Smits, internist en hoogleraar klinische farmacologie, 25 jaar in dienst. Hij behoort tot onze knapste koppen. Na zijn artsexamen deed hij promotieonderzoek naar de hemodynamische effecten van coffeïne. Zijn onderzoek trok destijds veel media-aandacht. Na zijn promotie en opleiding tot internist richtte hij zich vervolgens op de orale antidiabetica en werd fellow van het Diabetesfonds. En vervolgens werd Paul (38 jaar) dè kandidaat voor de leerstoel farmacologie. Paul heeft vervolgens met Frans Russel de grote naam van de Nijmeegse farmacologie onder Ariens en Van Rossum weten te prolongeren. In zijn oratie in 1995 ging hij in op het bouwen van bruggen tussen preklinisch onderzoek en klinisch onderzoek en klinische toepassing; de bruggen die dankzij Paul tot stand kwamen zijn goed te zien. Hij is niet voor niets nu directeur van het Nijmegen Centre for EvidenceBased Practice. In woord en geschrift weet hij steeds te boeien met zijn kristalheldere denkwijze. Hij scout de beste studenten en inspireert die tot vernieuwend onderzoek. Heeft Paul ook zwakke kanten? Met enige aarzeling kunnen wij er een aan wijzen: Paul is te bescheiden! Deze eigenschap kun je echter ook als deugd zien, die een goede bruggenbouwers past! Prof. dr. Jos WM van der Meer, afdelingshoofd AIG Fons M.C. Verstralen, bedrijfsleider AIG
Mary Rossen 25 jaar geleden kwam Mary Rossen –Heuveling als voedingsassistente op de verpleegafdeling C40 en later C30 ( KNO/MKA/OHK) werken. Ondanks alle veranderingen, stormen, tegenwind en zonneschijn is zij de afdeling trouw gebleven. Patiënten iets extra’s geven, ze verwennen, met iedereen begaan zijn en vooral met veel plezier komen werken zijn begrippen die op Mary van toepassing zijn. Mary hoort bij de afdeling en je doet nooit tevergeefs een beroep op haar. Soms iets te bescheiden en zich voortdurend afvragend wat anderen er wel niet van zullen vinden, vindt zij haar weg en is zij een waardevolle collega. Imelda Degen, senior verpleegkundige en Karin van Ditshuizen hoofdverpleegkundige verpleegafdeling KNO/MKA/OHK.
www.WLOLoopbaanadvies.nl - zelf bewust richting geven aan je loopbaan -
Gratis, niet commerciële, advertenties van medewerkers, vrijwilligers en studenten. Opgave bij het Voorlichtingscentrum in de hal van het ziekenhuis. Postadres: 528 Staf Concerncommunicatie, voorlichtingscentrum. E-mail:
[email protected]. Hieronder een klein gedeelte, op intranet (www.umcn.nl) vindt u alle advertenties. Opgave van (UMC)werkadres of (RU) studentnummer is vereist. Maximale lengte 20 woorden, goederen mogen niet duurder zijn dan g 700, -.
Gevraagd:
vanaf 1 november haar carrière dichter bij huis voortzetten, waarmee wij haar veel succes wensen. Namens alle medewerkers van de verpleegafdeling Dermatologie, Teo Derksen, hoofdverpleegkundige.
Loopbaanadvies, Outplacement, Coaching en Reïntegratie. Bel voor meer informatie of een kennismakingsgesprek 026–8450786. Lid Noloc / Register Consultant CMI-C
De unieke lokatie uit de 16e eeuw voor uw kerstborrel, afdelingfeest of unieke thema feesten. www.oldcave.nl
Nieuw: energielabel! BOUWKEURMEESTER KEURT UW WONING
Een pand kopen of verkopen? Schakel bouwkeurmeester Toon Peters in voor:
UÊ>«ÊiÕÀ}i UÊ6iÀ«ÊiÕÀ}i UÊii«ÊiÕÀ}i UÊ ÊiÕÀ}i Meer informatie of een oriënterend gesprek? Bel Toon Peters!
UÊ"«iÛiÀ}i UÊëiVÌià UÊÊ iÀ}iÊ*ÀiÃÌ>ÌiÊ `Ûià Met kwaliteitsgarantie ISO 9001:9002 certificering TUV!
Sprokkelveld 52 6596 DM Milsbeek T (0485) 516 775 I www.petersbouwadvies.nl E
[email protected]
Colofon Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen (eindredactie), Jannie Meussen, Gijs Munnichs Aan dit nummer werkten mee: Hélène van Beek, Femke van den Berg, Marten Dooper, Flip Franssen, Paul van Laere, Frank Muller, Daan van Speybroeck, Jan van Teeffelen, Hub Wollersheim E-mail:
[email protected], telefoon: 024-3613538 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Product groep Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, Henk Gerrits, mr. æmiel Kerckhoffs. prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat Vormgeving en lay-out: Puntkomma Nijmegen Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023-5714745, e-mail:
[email protected] Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442 De volgende Radbode verschijnt vrijdag 21 november.
Sprok “Feesten aan de Waal” eUnieke zaal aan het water met balkon, terras en strand eSchitterende zaal op de dijk met prachtig terras onder de platanen eVoor promoties, personeelsfeesten, presentaties en vegaderingen eLeuke logementen voor uw gasten van ver eSlechts 5 autominuten van centrum Nijmegen Sprok “Feesten aan de Waal” Waaldijk 9, 6681KJ Lent/Bemmel 024-3243703
[email protected] www.sprok.nl 14
o p i n i e
radbode 17 - 2008
PIPnieuws
Is er iets goed mis?
PersoneelsInformatiePunt
Zou ik mij wel laten opereren? En zo ja, heb ik dan de garantie dat er niet van alles misgaat? Menig patiënt zal zich dit na het lezen van allerlei negatieve berichtgeving over ziekenhuizen wel afvragen. Terechte, maar ook onterechte zorg, zegt Hub Wollersheim.
Ma: 10.00 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Di: 11.30 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Wo: 10.00 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Do: 11.30 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Vrij: 10.00 - 14.00 uur. T (024) 361 91 66, route en interne post 536
[email protected] : medewerker ➔ pip on line
Actueel PIP staat al 10 jaar voor u klaar! Viert u het met ons mee? Wij trakteren op de dag van ons jubileum, woensdag 19 november. Geef ons uw wens voor het PIP door via de wensboom die de hele week bij het PIP staat.
PIP tip Wanneer u en uw partner beide werkzaam zijn bij het UMC St Radboud kunt u de verzending van één Radbode laten blokkeren. Geeft dit aan bij PIP.
Vacatures Elke dag staan de nieuwe vacatures op internet en hangt de vacatureladder bij PIP. Gebruik onze klantencomputer om vacatures te bekijken en vraag desgewenst een uitdraai.
Vacaturetip 08981 student-assistent Ter ondersteuning van de onderzoekers en de landelijke coördinator van ParkinsonNet. : werken bij het UMC ➔ vacatures
FLE X U bent een ervaren secretaresse, met recente werkervaring bij voorkeur in een ziekenhuis? Dan kan werken via FLEX, het interne uitzendbureau, interessant voor u zijn. Kijk voor meer informatie op onze site. Bel of mail ons voor meer uitleg. : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ tijdelijk werk T (024) 361 03 03,
[email protected] route 534, interne post 536 ma t/m vrij 09.00-16.30 uur
Vrijwilligers Wilt u 1 dagdeel per week gastvrouw of gastheer zijn, eens per maand op zondag bij de kerkdienst actief zijn of iets anders doen? Wij zijn blij met uw aanmelding. Voor meer informatie: Coördinator vrijwilligerswerk, Joke Hoop. T (024) 361 53 28,
[email protected]. : werken bij het UMC ➔ vrijwilligerswerk
Cursussen en trainingen Geef RSI geen KANS; bijeenkomst op 4 december 2008 van 09.00-11.00 uur voor RSI-contactpersonen en PAM-ers. U krijgt informatie over de laatste ontwikkelingen op het gebied van RSI/KANS. Aanmelden kan digitaal via intranet. : medewerker ➔ leren bij het UMC ➔ opleidingsaanbod ➔ functiegericht ➔ Geef RSI geen KANS. Het UMC St Radboud heeft een breed pakket aan cursussen en trainingen, gericht op ontwikkeling, professionalisering en deskundigheidsbevordering voor medewerkers. Een compleet overzicht vindt u op intranet.
PIPnieuws is van Servicebedrijf, productgroep HRM
het betoog De Inspectie voor de Gezondheidszorg stelt in recente rapporten over het operatieve proces (zie www.igz.nl) het volgende: ‘Operaties verlopen slordig, niet iedere patiënt wordt goed voorbereid, operateurs krijgen geen of verkeerde gegevens over een patiënt, operateurs hebben te weinig ervaring met een aantal hoogcomplexe ingrepen, protocollen en checklijsten ontbreken, het gebruik van geneesmiddelen en medische materialen en apparatuur moet veiliger, er is slechte communicatie en een onduidelijke verantwoordelijkheidsverdeling binnen operatieteams, de infectiepreventie en luchtbeheersing is onvoldoende’. Dat klinkt dramatisch en de berichtgeving in de pers sluit daarbij aan. Een overzicht van de laatste vier weken: sluiting operatie kamers van de IJsselmeerziekenhuizen in Emmeloord, Alkmaar, Zwolle en Amersfoort en zeven gedurende de operatie geïnfecteerde patiënten in het Havenziekenhuis in Rotterdam. De problemen op onze eigen Hartchirurgie en de Heelkunde in Boxmeer liggen nog vers in het collectieve geheugen. En dit betreft alleen die zaken die aan het daglicht zijn gekomen. Uit onderzoek blijkt dat slechts een kwart van de incidenten herkend wordt en dat minder dan 10 procent in de openbaarheid komt; het ijsbergfenomeen. Toch zijn operaties veel veiliger dan in het verleden. Een groot onderzoek in Utah en Colorado liet zien dat het aantal operatieve ingrepen dat gepaard ging met een incident met schade aan de patiënt in de laatste dertig jaar met meer dan 70 procent is gedaald en nu stabiel rond de 3 procent ligt. In 1911 begon Ernest Codman, chirurg te Boston, met de eerste gedegen complicatieregistratie rond operaties met analyses van ieder incident. Hoewel hij in het begin niet mocht rekenen op warme sympathie van zijn collega’s, leidde zijn activiteiten er in 1918 toe dat het ‘American College of Surgeons’ ziekenhuizen ging bezoeken en OK’s ging certificeren. In Nederland kennen wij ook een dergelijk systeem van visitaties. Medisch specialisten bezoeken elkaar (meestal eens in de vijf jaar) en spreken met de staf en artsassistenten om de vooraf aangeleverde gegevens te verifiëren. Na het formuleren van verbetervoorstellen wordt vervolgens de opleiding voor een bepaalde periode verlengd. De gegevens van de visitatie zijn niet openbaar. Met andere woorden ernstige problemen kunnen verborgen blijven; niet alleen voor de Raad van Bestuur, ook voor de interne en externe toezichthouder, respectievelijk de Raad van Toezicht en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Nog onacceptabeler is dat ook de patiënten aan wie blijkbaar insufficiënte zorg wordt aangeboden, van niets weten. Dit druist in tegen alle morele principes van goed hulpverlenerschap. Gerrit van der Wal, hoofd IGZ zei het onlangs nog: ‘Het systeem van onderlinge controle functioneert onvoldoende, er moet iets anders op gevonden worden.’ Zo wist de Nederlandse Vereniging van Heelkunde al jarenlang dat de zorg van collegae chirurgen in de IJsselmeerziekenhuizen tekortschoot. Naast de wel bekende financiële problemen waren er onderlinge ruzies, weigering om in huis te komen bij problemen en ondermaatse chirurgische prestaties. Zoals bij zovele drama’s in de gezondheidszorg wisten de betreffende specialisten dat het grondig mis was. Toch deden zij niets. Er moet dus tenminste een ondergrens voor sancties zijn bij besloten meet- en analysesystemen zoals visitaties, complicatieregistraties en het melden van incidenten. Waarom kan een Raad van Bestuur of een vertrouwenspersoon in de Raad van Toezicht niet als zodanig functioneren? Als er na een jaar geen verbeteringen aantoonbaar zijn, volgt externe rapportage naar de IGZ met sancties. Bij excessen moet er uiteraard direct worden ingegrepen.
15
Foto: Flip Franssen
Vanzelfsprekend moet de patiënt, bijvoorbeeld op de website van de wetenschappelijke verenigingen, aan een waarschuwingssysteem kunnen zien (rood of oranje bolletje achter het betreffende maatschap) dat er in een kortere periode dan de gebruikelijke vijf jaar een hervisitatie zal plaatsvinden. Het kan ook fundamenteel anders met de bestaande visitatiesystematiek. Iedereen die kinderen heeft weet dat men niet het beste uit hen haalt door hen te bestraffen. Ongetwijfeld komt men bij visitaties ook best practices tegen, die als voorbeeld voor andere afdelingen kunnen dienen. Zet deze op een openbare website en laat een gekwalificeerde jury ieder jaar een prijs voor de best practice uitreiken. Het prijzengeld is bestemd voor de implementatie van deze best practice in Nederland. Want het ondersteund mogen uitdragen van de beste patiënten zorg geeft een zorgverlener toch het meest bevredigend gevoel dat er is? En wat is er stimulerender voor de worst practices om deze best practice te bezoeken en ter plekke te leren hoe het beter kan? n Dr. Hub Wollersheim is internist en als adjunct hoofd werkzaam bij IQ Healthcare.
IN M E M ORIA M Marja Seuren Op 19 oktober is Marja Seuren overleden. Zij was vanuit Medische Psychologie gedetacheerd naar de afdeling KNO. Daar werkte ze als psychologisch medewerker bij het spraaktaalteam, ‘het klankbord’ van het kinderaudiologisch centrum. Het was haar taak om met behulp van testen het ontwikkelingsniveau van kinderen met een spraaktaalontwikkelingsstoornis vast te stellen. Ze kon daarbij soms onconventioneel te werk gaan, desnoods ging ze naast het kind op de grond zitten. Ze sloot daardoor goed aan bij het niveau en de interesse van het kind en wist op die manier uit een kind te halen wat er in zat! Marja was een spil op onze afdeling. Ze had interesse in anderen en stond altijd klaar voor een gesprekje, een advies of een tip, ook naar ouders toe. Ze regelde veel op sociaal gebied: Marja was degene die initiatieven nam rondom verjaardagen, jubilea en sinterklaasvieringen op onze afdeling. Veel liedjes, gedichten, en andere creatieve ideeën kwamen uit haar koker. Ze gaf kleur aan onze gang. Vier jaar geleden werd Marja ziek. Ze pakte dit feit nuchter op en ze vocht met alles wat ze in zich had. Geleidelijk aan moest ze stukje bij beetje inleveren. Dat ging haar niet gemakkelijk af, maar ze bleef optimistisch en belangstelling houden voor anderen. Haar werk bleef haar afleiding geven en ze probeerde het zo lang mogelijk vol te houden. Ze plande de chemokuren zodanig dat ze zoveel mogelijk op de afdeling kon zijn. Tijdens haar ziekte bleef ze heel lang hoopvol en wist ze zelfs haar omgeving op te peppen. Na elke volgende teleurstelling was het altijd verbazend hoe ze toch weer een manier vond om er positief mee om te gaan, tot op het laatst. We zullen Marja ontzettend missen op de afdeling Kinderaudiologie en als collega bij Medische Psychologie, maar het gemis is natuurlijk nog groter bij haar gezin en familie. Beste Ton, Anneke en Ton, Teun en Lynn en ouders van Marja, veel sterkte. Babette Diepeveen KNO Judith Prins Medische Psychologie
ctueel a
radbode 17 - 2008
Zelfmoord bij artsen onder de loep Vrouwelijke artsen plegen vaker zelfmoord dan de gemiddelde vrouw. ‘Daar is aandacht voor nodig’, stelt prof. dr. Toine Lagro-Janssen. Ze schreef onlangs een wetenschappelijk artikel over zelfdoding bij artsen.
Hélène van Beek
Vrouwelijke dokters plegen vaker succesvol zelfmoord dan de gemiddelde vrouw, terwijl mannelijke artsen dit even vaak doen als de rest van de mannelijke bevolking. Dat is de belangrijkste conclusie van het artikel ‘Zelf doding bij vrouwelijke en mannelijke artsen’ van prof. dr. Toine Lagro-Janssen dat onlangs verscheen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Lagro, hoogleraar Huisartsgeneeskunde UMC St Radboud en huisarts in Nijmegen, schreef het samen met collega Hilde Luijks. Met de Radbode wil Lagro wel praten over het opmerkelijke artikel. ‘Graag zelfs. Maar andere publiciteit heb ik allemaal afgehouden omdat ten onrechte de verkeerde conclusie werd getrokken dat vrouwelijke artsen meer zelfmoord zouden plegen dan hun mannelijke collega’s. En dat is niet zo.’ Van alle doodsoorzaken bij artsen betreft het in 2 tot 4 procent van de gevallen zelfmoord. Dat is vergelijkbaar met de rest van de bevolking. Artsen weten goed hoe het moet. Ze gebruiken dikwijls medicijnen voor een geslaagde suïcide en vrouwelijke artsen weer vaker dan mannelijke collega’s. Mannelijke artsen bedienen zich meer van agressieve, wrede methodes als ophanging of een pistool. Ook dat is vergelijkbaar met wat andere mannen doen. ‘Twee tot vier procent is gelukkig niet zo veel’, aldus Lagro. ‘Maar vrouwelijke artsen liggen wel boven het gemiddelde. Ze lopen blijkbaar een groter risico op suïcide dan hun seksegenoten in de bevolking. Dat is zorgelijk.’ Het kan verband houden met de door mannen gedomineerde ofwel masculiene, medische cultuur. Dokter zijn is een zwaar vak. Lagro: ‘Klinische zorg doet een groot beroep op het persoonlijke incasseringsvermogen en functioneren.’ Het is tevens een vak waarin weinig ruimte is voor zelfreflectie, iets waartoe vrouwen juist wel genegen zijn, stelt Lagro: ‘Vrouwen zien het sneller als het niet goed gaat en zijn geneigd fouten bij zichzelf neer te leggen. Maar ze piekeren ook meer en denken sneller: “Ik presteer onder de maat”.’ Het zou goed zijn als alle artsen, zowel man als vrouw, wat meer ruimte maakten voor die zelfreflectie, meent Lagro: ‘Het zou de uitvoer van de geneeskunde zeer ten goede komen.’ Ook moet disfunctioneren van artsen meer aan de kaak worden gesteld. Lagro: ‘Collegialiteit is een belangrijk punt in onze professie. Daar hecht ik zelf ook veel waarde aan. Maar er wordt heel weinig gezegd: “Het gaat niet goed”. Hetzelfde geldt voor alcohol problemen of andere verslavingen van artsen. Dat is bijna niet bespreekbaar.’
ethiek De dood in het hart Sinds 1999 is onze consumptie van antidepressiva verdubbeld. Hoogleraar wetenschapstheorie en geschiedenis van de psychologie Trudy Dehue onderzoekt in de depressie-epidemie hoe dat komt. Maar is depressiviteit een ziekte? Wat is een ziekte eigenlijk? En wat heeft het voor zin een gemoedstoestand als ziekte te beschouwen? Of als symptoom? Misschien dat je als arts de handen uit de mouwen steekt en als geneeskundig onderzoeker gemotiveerd wordt om naar nieuwe therapieën te zoeken. Want dat er ellendig geleden wordt, staat wel vast. Maar is lijden altijd een teken van ziekte? Wat als depressiviteit er nu eens gewoon bij hoort? Wat als het een stadium op een levensweg is? Een beproeving? Of een keerzijde van een medaille waar ons leven op gebaseerd is?
Foto: Frank Muller
Het is verder belangrijk dat dokters kunnen praten over hoe ze omgaan met zaken die ze tegenkomen en die hen beroeren, meent Lagro: ‘Daar hoort het maken van fouten ook bij. Het zou wel prettig zijn als er een cultuur komt waarin die dingen kunnen worden besproken.’
Hogere eisen Patricia Assmann, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Vrouwelijke Artsen wijst net als Lagro op de nadelen van de masculiene bedrijfscultuur. ‘De vrouwelijke arts zit vaak klem. De druk is heel groot. Vrouwelijke artsen hebben in vergelijking met andere academici lang gestudeerd, zijn vaak gepromoveerd om zich daarna te kunnen specialiseren. Een vrouw stelt vaak hogere eisen aan haar privéleven dan een man, en de omgeving stelt op dat gebied ook hogere eisen aan de vrouw. Een man komt er gemakkelijk mee weg als hij veel van huis is of thuis niks doet.’ De combinatie van werk en privé moet beter op elkaar worden afgestemd, aldus Assmann: ‘Vrouwelijke artsen wordt vaak verweten dat ze alleen in deeltijd willen werken. Een vrouwelijke medisch specialist werkt gemiddeld voor 80 procent, wat neerkomt op 40 uur in de week. De fulltime-norm is nog altijd vijftig uur per week werken of meer.’
Ik zie twee ernstige bezwaren tegen de interpretatie van depressiviteit als ziekte. Je verwijdert jezelf ermee van de zogenaamd gezonde medemens. Je verklaart je eigen ervaring tot iets van een totaal andere categorie dan de gewone levenservaringen waar je met vrienden en bekenden over praat en nadenkt. Hiermee maak je jezelf eenzaam. En dat is toch al een aanzienlijk
bestanddeel van het lijden dat depressie genoemd wordt. Want ongedeelde smart verdubbelt zich misschien wel. Het tweede bezwaar hangt hiermee samen. Als je ervaring een ziekte is dan wil je die weg hebben. Ziekte is een vijand. Die moet je bestrijden. Uitvlakken. Maar er
16
Lagro zou ook graag zien dat artsen vaker kenbaar durven te maken dat ze problemen hebben. ‘Dat gebeurt nauwelijks en een hulpverlener vraagt al helemaal niet zelf om hulp. Die durft er moeilijk voor uit te komen als hij of zij burn-out is, laat staan depressief. Dat hoort niet bij de professie.’ Dokters vinden het al lastig genoeg om voor lichamelijke klachten hulp te vragen, stelt Lagro. ‘De meeste vrouwelijke artsen hebben zelf wel een huisarts, vooral wanneer ze kinderen hebben. Maar ga hier in het ziekenhuis eens na hoeveel mannelijke specialisten geen huisarts hebben en denken: “Ik kom wel bij collega’s uit”. Maar tegen een collega zeg je niet snel: “Ik ben zo depressief ”.’ Lagro wil met haar artikel over zelfmoord de zwaarte van het beroep van arts bespreekbaar maken. Opvallend is dat de gegevens daarvoor komen uit zes buitenlandse studies. Naar zelfmoord onder artsen in Nederland is nauwelijks goed onderzoek gedaan. Lagro wil dat dit er wel komt. ‘De cijfers moeten bekend zijn. Zeker bij levensverzekeringen voor dokters. We zijn bezig ze te achterhalen. Maar er moet ook goed onderzoek komen naar de motivaties voor suïcide onder artsen. Daarvoor moet je dossiers bekijken, praten met nabestaanden en geliefden. Dat zou echt een heel mooie studie zijn. Ik heb nu alleen nog maar een signaal afgegeven.’ n
zit ook iets waardevols verborgen in de depressieve gemoedstoestand. Depressieve mensen zijn realistischer dan niet-depressieve mensen. zoals hoogleraar psychologie Jaap van Heerden ooit heeft aangetoond. Ze zien de werkelijkheid zoals die is. Daarom kunnen mensen ook uit waarheidsliefde depressief worden. Als je tot je door laat dringen waar wij mensen toe in staat zijn, dan is het moeilijk om opgewekt te blijven. Wat dan te doen? Misschien heb je het geluk van iemand naast je die je hand vasthoudt. Misschien heb je het geluk dat je de woestijntoestand van je ziel alleen uit kunt houden. Maar als je depressiviteit met realisme en waarheidsliefde te maken heeft, komt er een moment dat je het wel gezien hebt, dat de waarheid je verveelt. Dan zou je een andere bril kunnen opzetten. Een bril waardoor je ziet wat er voor jou, ondanks alles, aan moois en leuks mogelijk is. Die bril kun je iedere ochtend opnieuw opzetten. Jezelf elke morgen aan je haren uit een moeras trekken is een goede gewoonte. Carla Bal