salto jaarverslag 2013
Samen
Actief
Leren
Ta l e n t e n
Ontwikkelen
Inhoudsopgave Voorwoord van de voorzitter College van Bestuur
4
Hoofdstuk 1 SALTO, kengegevens en activiteiten 1.1 Kengetallen 1.2 Juridische structuur 1.3 De SALTO filosofie 1.4 Code Goed Onderwijs Goed Bestuur 1.5 Organisatiestructuur
5 5 5 5 6 6
Hoofdstuk 2 Beleid 2.1 Managementverslag 2013 2.2 Toelichting op de ontwikkelingen van de beleidsgebieden 2.2.1 Onderwijsprestaties, leerling- en onderwijsontwikkeling 2.2.2 Personeel en Organisatie 2.2.3 Huisvesting en Facilitair 2.2.4 ICT 2.2.5 Financiën 2.2.6 SALTO-vervangingspool 2.2.7 Bestuursbureau SALTO 2.2.8 Governance ontwikkelingen 2.2.9 Interne beheersing 2.3 Ontwikkelingen na 31 december 2013 – De toekomst van SALTO
8 8 12 12 14 18 19 19 20 20 21 21 21
Hoofdstuk 3 Jaarverslagen interne partners 3.1 Jaarverslag externe vertrouwenspersonen SALTO 2013 3.2 Jaarverslag 2013 Gemeenschappelijke Medezeggenschap Raad (GMR) 3.3 Verslag Raad van Toezicht
23 23 25 27
Hoofdstuk 4 Financieel jaarverslag 4.1 Financiële positie SALTO • Balans en exploitatierekening SALTO • Kasstroomoverzicht • Financiële kengetallen • Toelichting op de financiële positie en gang van zaken verslagjaar 4.2 Treasuryparagraaf 4.3 Continuïteitsparagraaf
28 28 28 29 29 31 33 33
Kengetallen scholen Verklaring van afkortingen
40 45
Dit jaarverslag is vastgesteld op 21 mei 2014 3
Voorwoord van de voorzitter College van Bestuur De ontwikkeling die we in 2013 hebben doorgemaakt, is te kenschetsen als het richten en inrichten van de organisatie. Het richten betekende de focus van al onze activiteiten baseren op de uitwerking van de beleidsdoelen zoals geschetst in het nog lopende Strategisch Beleidsplan en in mijn 100 dagen notitie ‘Lopen, rennen, vliegen…….SALTO in beweging’. Maar ook ervoor zorgen dat we met elkaar, dus gezamenlijk, vorm geven aan SALTO vanuit de filosofie dat een goede samenwerking in een professionele cultuur leidt tot betere resultaten. Het inrichten had betrekking op het ontwikkelen van een adequate organisatiestructuur als voertuig voor school- en organisatieontwikkeling. De juiste mensen met deskundigheden op de juiste plaatsen inzetten in de organisatie, met passende rollen, taken en verantwoordelijkheden. In oktober 2012 ben ik in dienst getreden. In 2013 is voor mij persoonlijk het jaar geweest, waarin ik de organisatie en de mensen die er werken, heb mogen ontmoeten en heb leren kennen. Een uitermate plezierige ervaring om te zien dat er zo veel enthousiasme en deskundigheid binnen SALTO aanwezig is. De collega’s, zowel op de scholen als op het bestuursbureau, zijn bereid zich in te zetten om samen tot een veilige en stimulerende leeromgeving voor kinderen en zichzelf te komen. 2013 was dan ook het jaar waarin er veel positieve dynamiek zichtbaar en voelbaar was en waarbij gebleken is dat we ook kunnen en willen leren van en met elkaar.
Angelica Bus Voorzitter College van Bestuur SALTO
4
Hoofdstuk 1 SALTO, kengegevens en -activiteiten Stichting SALTO is het bevoegd gezag van 22 basisscholen en 2 speciale basisscholen in Eindhoven. De naam SALTO is de afkorting van Stichting voor Algemeen Toegankelijk Onderwijs. Onze visie is ook te vatten in onze naam SALTO: Samen Actief Leren Talenten Ontwikkelen. Met een aandeelpercentage in leerlingenaantal van ruim 36 procent is SALTO qua grootte het tweede schoolbestuur voor het primaire onderwijs in Eindhoven.
SALTO hanteert het Raad van Toezicht model.
College van Bestuur Mevrouw drs. A.L. Bus
Raad van Toezicht De heer ir. P.F.M Hulshof, voorzitter Mevrouw M.M.J.P. van Roosmalen, lid De heer drs. R.P.J. van Disseldorp, lid De heer I. van Hooff, lid
Correspondentiegegevens 1.1 SALTO in kengetallen Leerlingenaantallen op 1 oktober 2013: 6.842 Toename leerlingen t.o.v. 1 oktober 2012: 0,3% Onderwijsresultaten: alle scholen hebben een basisarrangement Aantal scholen met brinnummer: 24 Aantal locaties: 25 Gemiddeld aantal arbeidsplaatsen in 2013: 472 fte Aantal werknemers per 31 december 2013: 637
1.2 Juridische structuur SALTO bestaat sinds 1 januari 2001 en is sinds 1 januari 2005 een samenwerkingsstichting tussen twee voormalige organisaties voor primair onderwijs in Eindhoven, namelijk de Stichting voor Algemeen Toegankelijk Onderwijs Eindhoven (SATOE) en de Commissie voor Openbaar Basis- en Speciaal Onderwijs (COBSO). De rechtspersoonlijkheid van het bevoegd gezag is een stichtingsvorm. Stichting SALTO is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Eindhoven onder dossiernummer 17132101.
Odysseuslaan 2 5631 JM Eindhoven tel.: 040 - 260 67 10 e-mail:
[email protected] website: www.SALTO-eindhoven.nl bank: ING 67.59.12.334 bestuursnummer: 41248
1.3 De SALTO filosofie SALTO missie en visie Trouw zijn aan je afkomst, hetgeen te maken heeft met je identiteit, met je verleden en met de reden waarom je ooit bent opgericht, speelt bij de inrichting en vaststelling van de missie en visie een grote rol. In 2013 is een herdefiniëring van de SALTO missie en visie in gang gezet.
Onze missie luidt: DE basis om te leren voor het leven! Of zoals te doen gebruikelijk in onze huidige ICT gedreven maatschappij DE basis om te leren voor het leven #SALTO Ook onze visie is opnieuw gedefinieerd en met de totstandkoming van het nieuwe logo en bijpassende symbolen luidt deze:
SALTO:
Samen
Actief
Leren
Ta l e n t e n
Ontwikkelen
5
Om dit te bereiken wordt van medewerkers gevraagd zich respectvol op te stellen, talenten van kinderen te ontdekken en te ontwikkelen en de kennis en vaardigheden te hebben om kinderen verder te helpen in hun ontwikkeling. Dit impliceert dat medewerkers van SALTO professioneel zijn in denken en doen, proactief handelen en zelf ook vorm geven aan een leven lang leren. Vanuit de gesprekscyclus worden alle medewerkers binnen SALTO op de daarbij behorende kerncompetenties bevraagd en zo nodig wordt hen de kans geboden zich te ontwikkelen. Genoemde bouwstenen voor onze kernwaarden, die in 2014 verder vorm zullen krijgen, zijn in ieder geval: • Kleurrijkheid (ieder kind is welkom evenals iedere werknemer); • Diversiteit (het aanbod van de scholen is up to date en divers); • Keuzemogelijkheid (ouders en leerlingen worden binnen SALTO een breed palet aan onderwijsconcepten geboden); • Gelijkwaardigheid (ieder kind, elke ouder en elke medewerker wordt als een gelijkwaardige behandeld en met respect tegemoet getreden); • Excellente kwaliteit (de SALTO scholen streven naast de basiskwaliteit van de inspectie zo mogelijk een hoger doel na); • Open voor alle kinderen (voor elke leerling wordt een passend aanbod geboden of gezocht); • Vooruitstrevend (elke SALTO school zoekt steeds naar nieuwe vormen om kinderen te boeien gekoppeld aan vernieuwingen aansluitend bij de veranderingen in de maatschappij); • Toekomstgericht leiden we op voor nog onbekende banen (kinderen worden met behulp van de 21ste century skills uitgedaagd en gefaciliteerd om het nog onbekende te exploreren). Dit alles doen we in een cultuur waarin we samen SALTO zijn, waarin we vertrouwen hebben in elkaar en afspraken nakomen, waarin fouten mogen worden gemaakt en waarin we willen leren. Een cultuur dus waarin betrokkenheid en nieuwsgierigheid wordt uitgedragen en beleefd.
Beleidsdoelstellingen in 2013 Om de visie en missie waar te kunnen maken is in 2013 gewerkt aan onderstaande issues:
6
-D e organisatie is her ingericht, rollen en posities zijn met taken en verantwoordelijkheden belegd. -D e directeuren hebben mede door middel van een ontwikkeltraject, hun positie als onderwijskundig leider verstevigd. -D e besluitvormingsstructuur is zo aangepast dat medewerkers en directies in werkgroepen meedenken en adviezen uitbrengen over belangrijke beleidsissues. -W e werkten gezamenlijk aan een professionele en lerende cultuur. -D e bedrijfsvoeringsprocessen zijn geoptimaliseerd om daarmee de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk in te kunnen zetten. -W e verantwoordden onze resultaten op transparante wijze. -B esturen en toezicht houden zijn vanuit de governance gedachte gescheiden. In de specifieke paragrafen is te lezen wat we en hoe we dit hebben gedaan.
1.4 Code Goed Onderwijs Goed Bestuur In het kader van de code Goed Onderwijs Goed Bestuur in het Primair Onderwijs, is gekozen voor een overgang naar een College van Bestuur en Raad van Toezicht model. Dit proces is in 2013 afgerond. De aangepaste statuten zijn vastgesteld en door de gemeenteraad van Eindhoven geaccordeerd. Met de gemeenteraad is tevens een convenant vastgesteld. Het oude bestuur is afgetreden en de nieuwe Raad van Toezicht is aangetreden. Het College van Bestuur is bevoegd gezag en de Raad van Toezicht is toezichthouder. In 2013 is een governancetraject doorlopen, waarbij de diverse rollen op elkaar zijn afgestemd en de mandatering intern in de organisatie verder correct gestalte heeft gekregen. De Raad van Toezicht hanteert de Code Goed Bestuur van de PO-raad.
1.5 Organisatiestructuur De voorzitter College van Bestuur is eindverantwoordelijk voor de totale organisatie. Dit houdt in het vaststellen en laten uitvoeren van het meerjaren strategisch beleid, waarbij rekening wordt gehouden met de eisen gesteld aan de onderwijskwaliteit en de continuïteit van de organisatie.
De voorzitter College van Bestuur geeft leiding aan de directeuren van de 24 SALTO-scholen en het bestuursbureau. Iedere SALTO-school wordt geleid door een directeur, die verantwoordelijk is voor de onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen en een goede gang van zaken binnen de eigen school. Gezien de omvang van de organisatie is een kwalitatief goed samengesteld bestuursbureau noodzakelijk. Het zorgt ervoor dat alle interne processen en de in- en externe communicatie goed gestroomlijnd zijn.
Organigram in 2013
In 2013 zijn twee programmamanagers gestart op het bestuursbureau op het gebied van bedrijfsvoering en onderwijs ter ondersteuning van de voorzitter College van Bestuur. De beleidsadviseurs van het bestuursbureau hebben een adviserende en ondersteunende rol voor bestuurder en schooldirecteuren. Binnen het bestuursbureau is het beleid is verdeeld over de volgende aandachtsterreinen: 1. Onderwijs en Kwaliteitszorg; 2. Personeel en Organisatie (inclusief vervangingspool); 3. Huisvesting en Facilitair; 4. Financiën; 5. ICT.
Raad van toezicht SALTO Eindhoven
GMR
Voorzitter College van Bestuur
Bestuurbureau: bovenschoolse bedrijfsvoering
Onderwijs & Kwaliteitszorg
Personeel & Organisatie
Huisvesting & Facilitair
Financiën
ICT
Programma manager bedrijfsvoering Programma manager Onderwijs
SALTO-basisscholen 1. de Bergen 2. Louis Buelens 3. Cornelis Jetses 4. Drents Dorp 5. de Driesprong 6. de Driestam 7. Floralaan 8. Hanevoet 9. de Hasselbraam 10. de Hobbitstee 11. ‘t Karregat
12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
de Klapwiek de Klimboom de Ontmoeting de Opbouw Reigerlaan de St@rtbaan de Tempel de Trinoom de VierRing de Vuurvlinder de Zevensprong
MR per school
SALTO-sbo-scholen 23. de Vijfkamp 24. Jan Nieuwenhuizenschool
7
Hoofdstuk 2 Beleid
Samen
Actief
Leren
2.1 Managementverslag 2013 Bedrijfsplan en (onderwijs)inhoudelijke ontwikkelingen In het strategisch beleidsplan SALTO 2011 - 2015 worden naast de in 2006 vastgestelde missie en visie als centrale thema’s de leerlingontwikkeling, de medewerkersontwikkeling en de organisatieontwikkeling genoemd. Pijlers die ook de komende jaren een nadere uitwerking zullen gaan krijgen. Samen Actief Leren Door de 100 dagen notitie ‘Lopen, rennen, vliegen… SALTO in beweging’ heeft de focus in 2013 vooral gelegen op het richten en inrichten van de organisatie. Dat daarbij de organisatie op tal van fronten in beweging was, wordt helder uit hetgeen er in 2013 is gerealiseerd.
Belangrijke zaken in 2013 waren: • In april 2013 is de overgang naar een College van Bestuur en Raad van Toezicht model voltooid; • Vanwege de organisatorische vernieuwingen zijn de plannen voor het schooljaar 2012 - 2013, die in de toenmalige commissies zouden worden uitgewerkt stopgezet, en zijn nieuwe plannen uitgewerkt, die zijn gebaseerd op het strategische beleidsstuk ‘Lopen rennen vliegen… SALTO in beweging’; • De ingehuurde programmamanager heeft de bedrijfsvoering verbeterd. Met name door de processen van Personeel en Financiën beter op elkaar te afstemmen en door het inrichten van klantenteams. De programmamanager Bedrijfsvoering is in dienst gekomen om daarmee de benodigde continuïteit te kunnen waarborgen; • In september 2013 is een programmamanager Onderwijs ingehuurd om Onderwijs en Kwaliteitszorg van en tussen de scholen te versterken. Hiermee werd naast de focus op de kolom Bedrijfsvoering ook aandacht geschonken aan het primaire proces; • Het bestuursbureau is in 2013 verder versterkt met een adviseur Onderwijs, Beleid & Kwaliteit, dit om de benodigde analyses bestuursbreed te kunnen maken; • Vanaf september 2013 is een strategische controller ingehuurd om meer invulling te geven aan de strategische control;
8
Ta l e n t e n
Ontwikkelen
• In oktober 2012 is een start gemaakt met de invoering van het PO-Raad model voor de begroting 2013. Hierdoor kwam er meer uniformiteit in toedeling van de middelen; • In het verslagjaar heeft de meerjarenbegroting en de formatiebegroting veel aandacht gehad. De in 2012 in gang gezette optie om personeel de mogelijkheid te bieden de organisatie (voortijdig) te verlaten is in 2013 bijna voltooid. De in de jaarrekening 2011 gevormde voorziening personeel is T a l e n t e nhiervoor O n tinw2013 i k k ebijna l e n geheel benut; • In 2013 zijn drie directeuren uit dienst getreden. Voor opvolging zijn nog geen nieuwe directeuren benoemd, maar heeft een van de directeur nu meerdere scholen onder zijn hoede gekregen. Op deze wijze wordt ook de vervanging van zieke directeuren ingevuld. Daarnaast is een adjunct- directeur doorgestroomd naar een directeursfunctie.
Participatie van SALTO met externe partners Hoewel SALTO veel aandacht schenkt aan de interne organisatieontwikkeling, heeft SALTO de in voorgaande jaren reeds ingezette koers vervolgd, om de relaties met de externe omgeving te intensiveren. Door de twee grote Eindhovense besturen voor basisonderwijs, SKPO en SALTO, zijn in 2013 wederom gezamenlijke initiatieven genomen om thema’s van gemeenschappelijk belang op te pakken. Hierbij kan gedacht worden aan VVE, het Integraal HuisvestingsPlan, gemeenschappelijk overleg met de gemeente Eindhoven en het Samenwerkingsverband Weer Samen naar School. Ook met de gemeente en overige partners is nauw samengewerkt op belangrijke, veelal SPIL gerelateerde dossiers. Denk daarbij aan de bibliotheek, WIJ Eindhoven en de kinderopvangorganisaties.
Bewaking / waarborging openbaar karakter en actieve pluriformiteit SALTO vindt verscheidenheid belangrijk en heeft ‘actieve pluriformiteit’ hoog in het vaandel staan. Daarom heeft elke SALTO-school een eigen concept, waarbij in principe elke leerling welkom is, ongeacht afkomst, milieu en/of levensovertuiging. SALTO heeft zich ook gedurende 2013 sterk gemaakt het openbaar karakter van de organisatie te waarborgen. 9
Klachten(procedure), geschillen en externe vertrouwenspersonen SALTO Gedurende de verslagperiode hebben de vertrouwenspersonen 25 cases behandeld en is 4 keer overleg geweest met de voorzitter College van Bestuur. Een klacht heeft geleid tot behandeling bij de Landelijke Klachtencommissie. In 2013 zijn door de twee externe vertrouwenspersonen twee studiemiddagen voor de interne schoolcontactpersonen georganiseerd.
Andere (landelijk) relevante aandachtspunten in 2013: • Ondanks de recessie in de economie zijn er in 2013 geen extra bezuinigingen doorgevoerd in het Primair Onderwijs. In december zijn er op basis van het Herfstakkoord zelfs onverwachts extra inkomsten van het Rijk verkregen, die tot een fors positief resultaat hebben geleid. Dat neemt de noodzaak niet weg om ook de komende jaren steeds kritisch naar formatiebeleid te kijken en indien nodig de nodige acties te nemen; • De landelijke daling van het leerling aantal is niet zichtbaar in Eindhoven. In deze gemeente is nog steeds sprake van een lichte groei. Toch is er ook bij SALTO op een paar scholen al een aantal jaren sprake van een daling van het leerlingen. Dat is ook in 2013 doorgegaan. Deze scholen zijn in 2013 nog in stand gehouden op basis van het gemiddelde leerlingenaantal op bestuursniveau. Fusie van een of meerdere scholen is een optie die nader onderzocht is en heeft geleid tot het besluit om een tweetal scholen ook daadwerkelijk te laten fuseren, elk met een andere school van SALTO; • De code Goed Onderwijs Goed Bestuur eist een verdere professionalisering van bestuur en intern toezicht. Dit proces, dat door de interim directeur in 2012 in gang was gezet, heeft in 2013 verder gestalte gekregen door de overgang naar het Raad van Toezicht en College van Bestuursmodel.
Stedelijke ontwikkelingen in 2013 Voor goed onderwijs is een goede samenwerking met de gemeente Eindhoven onontbeerlijk. Er bestaat een directe relatie tussen ontwikkelingen, die op stedelijk niveau de aandacht hebben en het beleid zoals SALTO dat graag wil vormgeven. Belangrijke ontwikkelingen worden gezamenlijk besproken tijdens het overleg lokale educatieve agenda (LEA). Dit overleg wordt door de gemeente geïnitieerd. 10
• Er is het afgelopen jaar opnieuw veel aandacht uitgegaan naar de verdere ontwikkeling van VVE (voor- en vroegschoolse educatie). Vertrekkend vanuit het door de gemeente en partners opgestelde Pedagogisch Educatief Raamplan, werd binnen ieder SPIL-centrum een doorvertaling gemaakt naar de specifieke situatie geldend voor het eigen SPIL-centrum en de wijk. De SALTOscholen werkten opnieuw intensief samen met diverse kinderopvangorganisaties. Een belangrijk element daarbinnen vormde de pilot LOGO3000, uitgevoerd op een aantal SALTO-scholen, waarbij kinderen, maar ook ouders te maken krijgen met een intensieve woordenschattraining. Ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie zijn van groot belang bij een succesvol uitrollen van VVE-trajecten; • Medio 2013 is een start gemaakt met het opstellen van een Integraal HuisvestingsPlan (IHP) samen met overige onderwijsbesturen en de gemeente Eindhoven. De schoolbesturen voor primair onderwijs en de gezamenlijke kinderopvangorganisaties hebben de handen in elkaar geslagen om vanuit visie en realisme te komen tot een plan voor de komende decennia. Dat vraagt de moed om over de eigen grenzen, van de besturen en de individueel scholen, heen te kijken. We willen stadsbreed komen tot een aanbod van kwalitatief goede SPIL-centra in goede en duurzame gebouwen. De eerste besprekingen in dit kader hebben geleid tot een twaalftal gedeelde uitgangspunten, die voor alle besturen en de gemeente steeds richtinggevend zijn. Bij het SPIL-concept wordt gedacht vanuit diverse schillen. De primaire activiteiten worden gevormd door de onderwijs- of kind gerelateerde voorzieningen en deze kunnen daartoe gerekend worden tot de eerste schil. Activiteiten op het gebied van sport, cultuur en welzijn (buurt gerelateerde voorzieningen) en activiteiten met betrekking tot het verenigingsleven, zorg en wijk en leefbaarheid (maatschappelijk gerelateerde voorzieningen) zijn opgenomen in de daaropvolgende schillen. Hierbij wordt gestreefd naar een integratie onder één dak, in ieder geval van de voorzieningen in de eerste schil, maar dit blijkt niet altijd haalbaar. Dan geldt het credo dat de voorzieningen zo nabij mogelijk in de wijk een plaats moeten krijgen. In de loop van 2014 hopen alle partners gezamenlijk te komen tot een definitief IHP, inclusief financiële onderbouwing;
• Er is de gemeente veel aan gelegen om bibliotheekvoorzieningen toegankelijk te laten zijn voor alle kinderen. Dat heeft ertoe geleid dat een aantal eigenstandige nevenvestigingen van de bibliotheek gesloten zijn en het bibliotheekwerk in de scholen is geïntegreerd. Daartoe worden wisselende en eigentijdse boekencollecties beschikbaar gesteld, waar school en kinderen gebruik van kunnen maken en hun voordeel mee kunnen doen. Ook werden er vanuit de bibliotheek lessen gegeven in mediawijsheid. Zo willen we kinderen ook leren op verantwoorde wijze hun weg te vinden in de digitale wereld. Een veilig gebruik van internet en social media hoort daarbij; • Bij de vormgeving van Passend Onderwijs is ook de gemeente als partner vanuit haar verantwoordelijkheid voor goed jeugdbeleid betrokken. Het ondersteuningsplan zoals dat door het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Eindhoven wordt opgesteld, zal ook met de betrokken gemeenten moeten worden besproken. Voor het samenwerkingsverband waarbinnen SALTO opereert zijn dat de gemeenten Eindhoven, Best en Son en Breugel. Dit overleg is voorzien voor de eerste weken van 2014. Het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband zal dan op de agenda staan; • Eindhoven heeft naast de wet op Passend Onderwijs ook te maken met de transitie van de jeugdzorg. Dat maakt dat vanaf 1 januari 2015 de verantwoordelijkheid voor de totale jeugdzorg onder regie van de gemeente valt. De beleidsterreinen onderwijs en jeugdzorg raken elkaar uiteraard ten volle, waarmee ook genoemde transitie de aandacht van SALTO heeft. Een belangrijke ontwikkeling vormde daarbij het van start gaan van WIJeindhoven. Binnen dit concept krijgt iedere wijk binnen de stad zijn eigen WIJteam. Vanuit een te zeer verkokerd zijn van de hulpverlening wil de gemeente graag de expertise bundelen. Scholen krijgen te maken met generalisten die vanuit een brede kijk de juiste specialisten uit hun team in gaan zetten als dat nodig is. De scholen van SALTO zullen uiteraard de ontwikkeling met belangstelling blijven volgen, waarbij de vraag naar effectiviteit en nabijheid van de hulp doorlopend aan de orde is.
11
2.2 Toelichting op de ontwikkelingen van de beleidsgebieden 2.2.1 Onderwijsprestaties, leerling- en onderwijsontwikkeling De onderwijskwaliteit binnen de SALTO-scholen is goed. In 2013 kregen alle scholen van de inspectie het basisarrangement, waardoor er binnen SALTO geen zwakke scholen meer voorkomen. Echter SALTO kan en mag daarbij niet achterover leunen en volgt daarom op de voet de landelijke ontwikkelingen. Door het maken van eigen analyses zijn we alert op de (tussentijdse) resultaten. De adviseur Onderwijs, Beleid & Kwaliteit speelt hierin een belangrijke rol. Door het bij elkaar brengen van partijen met eenzelfde problematiek wordt samen opgetrokken om benodigde doelen, minimaal het basisarrangement, te realiseren. Ook wordt actief gestimuleerd dat we bijvoorbeeld via Vensters PO ons verantwoorden. In 2013 zijn naast de reguliere inspectiebezoeken een tweetal bestuursgesprekken gevoerd met de inspecteur van het onderwijs. De inspectie gaf daarbij terug dat SALTO een positieve organisatieontwikkeling doormaakt.
Op weg naar Passend Onderwijs Evenals voorgaand jaar heeft de aanstaande invoering van de wet op Passend Onderwijs ook in 2013 veel impact gehad op de scholen van SALTO. Op alle niveaus werd en wordt nog steeds hard gewerkt aan de voorbereidingen om per 1 augustus 2014 goed van start te kunnen gaan. Daarbij is sprake van een groeiend besef dat er per genoemde datum geen nieuwe werkelijkheid ontstaat. Weliswaar veranderen de wettelijke kaders, denk daarbij enkel maar aan de zorgplicht die in werking gaat treden, maar goed onderwijs en passend onderwijs is van alle tijden. Daar waren onze inspanningen op gericht en dat zal ook zeker zo blijven. Tegelijkertijd staan onze scholen en de medewerkers voor de uitdaging van een volgende professionaliseringsslag. Medio 2013 is het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Eindhoven en omgeving officieel opgericht (PO 3007). Daarmee heeft de bestuurlijke inrichting van het samenwerkingsverband passend
12
onderwijs zijn beslag gekregen. Door de keuze voor het bestuursmodel (alle middelen gaan rechtstreeks naar het bestuur om te verdelen over de scholen) en het feit dat er binnen het samenwerkingsverband sprake dient te zijn van een passend netwerk, zal er veel van de individuele besturen worden gevraagd. Het spreekt voor zich dat SALTO als grote onderwijsstichting hierbij een rol van betekenis wil spelen. Naast deze bestuurlijke mijlpaal is er uiteraard eerst en vooral werk gemaakt van de ontwikkeling van de teams. Alle scholen zijn aan de slag gegaan om te komen tot een schoolondersteuningsprofiel, een verplichting voortvloeiend uit de wet op Passend Onderwijs. Voor iedere school gold de opdracht om in kaart te brengen op welke wijze er straks vorm gegeven kan worden aan de basisondersteuning. Door scherp naar het eigen kennen en kunnen te kijken, heeft iedere school steeds beter inzicht welke groei er nog noodzakelijk is om aan deze basisondersteuning te voldoen. Daarnaast zijn teams geprikkeld om na te denken over de plus die ze nog graag zouden willen bieden. Het handelingsgericht werken en de handelingsgerichte procesdiagnostiek blijven daarbij als fundament aanwezig. Binnen het groepsplan krijgt dit alles zijn concrete vertaling voor het werken met de kinderen in de groep. Uitgeschreven ontwikkelingsperspectieven voor kinderen waarvoor dat nodig is helpen daarbij ook. De leerkracht in de groep geldt bij dit alles als cruciale factor. De passie en het vakmanschap van de leerkracht doen er terdege toe. Het samenwerkingsverband heeft als taakstelling passend onderwijs te bieden aan alle kinderen die worden aangemeld. Daartoe is er collegiaal overleg tussen de stichtingen voor primair onderwijs, de diverse SBO’s die onder deze stichtingen ressorteren en de diverse voorzieningen voor Speciaal Onderwijs (regionale expertisecentra). Het samenwerkingsverband heeft in het ondersteuningsplan aangegeven hoe invulling gegeven zal gaan worden aan de zorgplicht. Uiteindelijk gaat het erom te kunnen voldoen aan de verplichting een passend onderwijsaanbod voor ieder kind te kunnen leveren. Een uitdaging van belang waarvoor ieder onderwijshart zal kloppen.
SPIL en VVE
Werkoverleg Interne Begeleiders
Binnen het concept van SPIL (spelen, integreren, leren), dat stadsbreed gedragen wordt, werkt SALTO samen met partners aan het creëren van een doorgaande ontwikkelingslijn voor kinderen van 0 tot 13 jaar. Het voeren van de regie binnen ieder SPILcentrum, als ook het handen en voeten geven aan de coördinatie van VVE, heeft een impuls gekregen doordat de gemeente hiervoor middelen ter beschikking heeft gesteld.
De intern begeleiders (IB-ers) zijn de afgelopen jaren steeds meer gegroeid naar ondersteuner, begeleider en coach van leerkrachten. Dit heeft met de ontwikkelingen rondom Passend Onderwijs nog een extra impuls gekregen. De kwaliteit van iedere leerkracht, zich vertalend in handelingsbekwaamheid en een hoge mate van professionaliteit, staat steeds meer centraal. De IB-er kan als geen ander de leerkracht coachen bij zijn ontwikkeling. Door die beweging te maken komt de hulp steeds meer in de groep en bij het kind te liggen. Dat impliceert dan ook dat de IB-ers zelf aanhoudend werken aan hun eigen deskundigheid. Het WIB (werkoverleg interne begeleiders) is daarbij een belangrijk platform. Tijdens deze bijeenkomsten worden kennis en expertise met elkaar gedeeld, wordt informatie uitgewisseld en wordt er geleerd van en met elkaar. De bijeenkomsten worden voorbereid en begeleid door de orthopedagoog van SALTO en de adviseur Onderwijs, Beleid & Kwaliteit, onder verantwoordelijkheid van de programmamanager Onderwijs. Gedurende dit kalenderjaar is er binnen dit netwerk onder andere aandacht geweest voor: • informatie vanuit het autismesteunpunt; • een presentatie rondom het jonge risicokind; • het werken met ontwikkelingsperspectieven, het medisch kinderdagverblijf, de Omnio-groepen voor hoogbegaafden; • het protocol ernstige rekenproblemen en dyscalculie; • het schoolondersteuningsprofiel en de weg daar naar toe. Ook is er een eerste aanzet geleverd om te komen tot een uitwisseling tussen het WIB en het directieoverleg. Directeuren in hun rol als onderwijskundig leider en de IB-ers als onderwijsspecialisten binnen de school hebben elkaar nodig. Door meer en meer dezelfde taal te spreken en samen het licht te laten schijnen over belangrijke ontwikkelingen, groeit de professionaliteit van SALTO. Het vormgeven aan deze gezamenlijke opdracht, met te onderscheiden verantwoordelijkheden, is een belangrijk aandachtspunt voor het nieuwe jaar.
Bij de doorgaande ontwikkelingslijn van kinderen van 0 tot 13 jaar neemt voor- en vroegschoolse educatie een belangrijke plaats in. De wet OKE (ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie) heeft de ambitie in zich dat aan alle kinderen, die dat nodig hebben, voor- en vroegschoolse educatie wordt aangeboden. De gemeente dient daarbij zorg te dragen voor voldoende en kwalitatief goede voorzieningen. Primaire doelstelling is dat alle doelgroepkinderen (door Zuidzorg als VVE-geïndiceerd) deelnemen aan de voorschool en van daaruit doorstromen naar de vroegschool, zijnde de onderbouw van onze basisscholen. Alle betrokken partners in de stad zijn overeengekomen dat het 100% doelgroepenbereik wordt opgeschaald tot een 100% peuterbereik. Het handelen binnen de voor- en vroegschool is beschreven in het Pedagogisch Educatief Raamplan. Dit plan kent voor iedere SPIL-locatie een verbijzondering en mondt ieder jaar opnieuw uit in een verbeterplan. Naar de toekomst toe geldt dat we nog sterker willen inzoomen op de integraliteit van het werken binnen de SPIL-centra. Deze integraliteit komt ook terug in alle onderliggende plannen, waarbij het schoolplan meer en meer het fundament zal zijn waarop gebouwd wordt. Dat sluit ook aan bij de door partners overeengekomen zienswijze, dat het onderwijs de lead heeft binnen SPIL en daarmee ook binnen VVE. SALTO is ervan overtuigd dat SPILcentra en een kwalitatief goede invulling van VVE aan de basis kunnen staan voor ontwikkelkansen voor ieder kind.
SALTO-scholen in ontwikkeling
13 5
Ook het denken over scherpere profilering van alle SALTO-scholen is in gang gezet. Scholen zullen in de toekomst steeds meer geprikkeld worden zich in positieve zin te onderscheiden. Naast hoge opbrengsten zijn er ook andere kenmerken waarmee een school zich kan positioneren. Behalve aan een gekozen onderwijsconcept zou bijvoorbeeld gedacht kunnen worden aan kunst en cultuur, techniek, de gezonde school of een sluitend aanbod van dagarrangementen. Startend vanuit een groeiend zelfbewustzijn zal deze profilering steeds meer gestalte gaan krijgen. Bij dat alles zien we een toenemende behoefte van de professionals om elkaar in lerende netwerken te ontmoeten. Een beweging die wordt toegejuicht en die waar mogelijk gestimuleerd zal worden. Want nogmaals: de kwaliteit van het onderwijs wordt in de kern bepaald door de collega in de groep. Iedereen mag groeien bij SALTO! Op een aantal vraagstukken zijn werkgroepen bezig gegaan om adviezen voor het directeurenoverleg voor te bereiden. In 2013 stonden daarbij o.a. op de agenda: • VVE (inclusief neveninstroom); • Keuze kwaliteitszorgsysteem; • Achterstandenbeleid; • Hoog- en meerbegaafdenbeleid; • ICT in het onderwijs; • Het inrichten van een Onderwijs Ondersteuningscentrum; • Monitoring inspectieresultaten (Vensters PO, bestuursmodule binnen het leerlingvolgsysteem); • Kleine scholen; • Directie- management formatie per school; • Herijking regelingen (waaronder klachten, schorsing/ toelating/verwijdering).
14
2.2.2 Personeel en Organisatie De kwaliteit van onderwijs staat en valt met het werken met professionele medewerkers, zowel in het primaire proces als in de ondersteunende processen. De centrale P&O thema’s die aan bod kwamen in 2013 waren:
Het monitoren van de formatie en de systemen Het personeelsinformatiesysteem is geheel nagelopen en zo nodig hersteld. Hiermee werd inzichtelijk onder welke afdeling medewerkers vallen en welke leidinggevende primair verantwoordelijk is voor het welbevinden en functioneren van de personeelsleden. In 2013 is gestart met klantenteams, waarin adviseurs van financiën en personeel samen met de directeur de begroting, de formatie en de tussentijdse rapportage bespreken. In deze klantenteamgesprekken zijn veel zaken op de rails gezet en is er nu sprake van regelmatige monitoring en overleg. De managementrapportages zijn vereenvoudigd en congruent met de begroting gemaakt, hetgeen een adequate sturing bevordert. Deze aanpassingen worden als zeer positief ervaren. Met de afdeling Financiën en het administratiekantoor zijn alle personele en financiële processen uitgelijnd en opnieuw vastgesteld, teneinde rollen en verantwoordelijkheden te duiden. De werkprocessen vormden de onderlegger voor de nieuwe contractbesprekingen met het administratiekantoor, waarin SALTO steeds meer werkzaamheden in eigen beheer nam. Rond de zomer 2013 besprak het directeurenoverleg een advies betreffende de (complexe) toepassing van de Wtf (werktijdfactor) binnen de SALTO-scholen. Dit had tot doel iedere medewerker op een juiste manier in te zetten op de overeengekomen werktijdfactor. Standaardisatie van lesroosters en correcte toepassing van de Wtf leiden naast een efficiëntere inzet van middelen ook tot het vergemakkelijken van mobiliteit binnen SALTO. De afrondende besluitvorming in deze wordt verwacht in het voorjaar 2014.
Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) Voor de uitvoering van de Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) is gebruik gemaakt van de Arbomeester. Een instrument waarmee scholen in het primair onderwijs zelfstandig aan de slag kunnen gaan met het inventariseren en analyseren van de eventuele risico’s. De Arbomeester is erkend als branche RI&E-model voor het primair onderwijs. Middels een presentatie binnen het directeuren overleg is in 2012 reeds een start gemaakt met de uitvoer van het project. Doordat er onvoldoende regie is gevoerd heeft dit traject onnodig lang geduurd. Met een extra impuls in 2013 heeft na de zomer een presentatie plaatsgevonden in het directeurenoverleg door de Arbo Unie. Een aantal conclusies: • De verzuimbegeleiding is divers op de verschillende scholen; • Er is onvoldoende planmatig aandacht geschonken aan arbobeleid, een centrale aanpak verdient de voorkeur;
• BHV-ers zijn onevenredig verdeeld over de scholen. Op basis van de bevindingen is afgesproken dat alle scholen een plan van aanpak opstellen voor 2014 en dit ook in de begroting meenemen.
Arbobeleid en verzuim Een van de conclusies uit de RI&E is dat het Arbobeleid SALTO-breed aandacht moet gaan krijgen. In dit beleid worden aandachtspunten uit de RI&E meegenomen zoals Bedrijfshulpverlening (BHV), Psychosociale hulpverlening en het bieden van de mogelijkheid tot Preventief Medisch Onderzoek (PMO) aan alle medewerkers. Veiligheid, preventie en omgang met gevaarlijke stoffen komen ook aan de orde in samenwerking met de adviseur facilitaire zaken en huisvesting van het bestuursbureau. Het ziekteverzuim 12 maands voortschrijdend van SALTO is in 2013 gedaald naar 6,72% in december.
Ziekteverzuimpercentage 2013 Jaar Maand
Ziektepercentages
Voortschrijdend ziektepercentage
2013 januari
8,85%
8,23%
2013 februari
8,59%
8,16%
2013 maart
7,49%
7,91%
2013 april
6,73%
7,72%
2013 mei
6,44%
7,59%
2013 juni
7,13%
7,48%
2013 juli
5,10%
7,36%
2013 augustus
4,84%
7,23%
2013 september
5,76%
7,09%
2013 oktober
5,95%
6,91%
2013 november
7,27%
6,84%
2013 december
6,63%
6,72%
15
Vanaf augustus, toen het 12 maands voortschrijdend ziekteverzuim nog 8,54% was, is een dalende tendens waarneembaar. Er is actief beleid om het ziekteverzuim verder te verlagen. Het contract met de Arbo Unie, de inzet van de bedrijfsarts en de rollen van de participanten zijn aangescherpt. Daarbij zijn de systemen waarmee we verzuim en de Wet Poortwachter monitoren geoptimaliseerd.
Pool en flexibele inzet medewerkers De inzet van poolmedewerkers (de flexschil) is gewijzigd. Er is een dienstverlening aangegaan met Driessen, die een medewerker beschikbaar heeft om de vraag van directeuren om invalkrachten, bijvoorbeeld ter vervanging van ziekte, adequaat te matchen met het aanbod aan poolkrachten. Driessen heeft een grote schil aan invalkrachten, ook met specialisatie op SBO, Jenaplan of Montessori, waardoor naast kwantiteit ook kwaliteit door invalkrachten geleverd kan worden. Met de inzet van Driessen en de eigen poolmanager (voor vaste invallers) zal er meer aandacht komen voor personeelsbeleid ten behoeve van pool- en invalkrachten, kan er meer aandacht komen op de kwaliteit van de invaller, naast de kwantiteit, en wordt middels een gesprekscyclus en training ook aandacht geschonken aan de loopbaan van de poolmedewerker. Het is de intentie dat werken in de pool uitgroeit tot een loopbaan-incentive waarbij een groep medewerkers wordt gevormd, die graag flexibel inzetbaar is.
HRM en ontwikkeling van talenten Voor de zomer is het complete functiebouwwerk SALTO opgeleverd. Alle reeds beschreven en voorkomende functies binnen het salarissysteem van SALTO zijn in een zelfde format beschreven en gewogen. Na de zomervakantie is het functiebouwwerk aan de scholen en bestuursbureau beschikbaar gesteld als werkdocument met de vraag om er mee aan de slag te gaan, in bijvoorbeeld de gesprekscyclus en bij werving en selectie, en ervaringen terug te geven. Doel is het functiebouwwerk verder te optimaliseren en op termijn over te gaan naar een meer flexibel functiebouwwerk, waarin loopbaanpaden inzichtelijk zijn voor medewerkers. In 2013 is de functiemix voor zover mogelijk verder door de scholen ingevuld. Na een analyse in het najaar zal voor 2014 gestuurd worden op de doelstel-
16
lingen om daarmee de door de overheid gestelde streefcijfers, in ieder geval op bestuursniveau, te behalen. Ten opzichte van 2014 en de te behalen doelstellingen is nog een grote slag te maken, waarbij moet worden onderkend dat een aantal scholen gezien de wens en noodzaak op die betreffende school, alleen niet in staat zal zijn het percentage te behalen. De SBO scholen hebben het streefpercentage functiemix inmiddels wel behaald. Dit betekende voor een aantal medewerkers een bevordering. Voor de adviseurs van het bestuursbureau is een professionaliseringstraject gestart, gericht op o.a. de adviesvaardigheden. Dit betrof een theoretisch kader en vaardigheidstrainingen. In het nieuwe jaar zal dit een vervolg krijgen. De deelnemers monitoren hun vorderingen door onder andere een opgesteld Persoonlijk Ontwikkelingsplan. Voor alle directeuren is een ontwikkelassessment georganiseerd. De bevindingen zijn geanonimiseerd in het directeurenoverleg besproken op basis van een ‘rode draden analyse’. Op basis hiervan zijn de plannen voor 2013 - 2014 ingericht waarin naast een gezamenlijk management development traject een ieder zijn eigen competenties en leerwegen beschrijft in een Persoonlijk Ontwikkel Plan. Op de scholen is er continu sprake van deskundigheidsbevordering, zowel op team- als individueel niveau. Vanuit de HRM- gedachte is er de intentie dit verder te faciliteren middels een SALTO-academie. Doel is het inspelen op de verschillende leervragen en door dit slim in te kopen en te organiseren meer te kunnen investeren in de ontwikkeling van de medewerkers. Leerkringen waarin onderling deskundigheden worden uitgewisseld maken hier ook onderdeel van uit.
Ontwikkelingen In 2014 zal een integrale gesprekscyclus worden geïmplementeerd. Deze wordt ingebed in een Integraal PersoneelsBeleid (IPB) waarmee de onderwijsontwikkeling en de ontwikkeling van de medewerkers een op een samengaan. Ook zal in 2014 mobiliteitsbeleid verder worden uitgeschreven en geïmplementeerd. Dit is tevens nodig in verband met de fusie van een aantal scholen.
In de klantenteams zal monitoring plaatsvinden op de omvang van de directie- en managementformatie binnen de scholen. Dit ter voorkoming van scheefgroei en het bieden van gelijke kansen op basis van leerlingenaantallen. Daarnaast wordt de mogelijkheid bezien om eventuele benodigde extra bovenschoolse impulsen te kunnen geven, bijvoorbeeld bij het
achterblijven van resultaten op die scholen die dit nodig hebben. In het op te stellen Strategische Personeels Beleid zal aandacht worden geschonken aan het landelijk schoolleiders- en lerarenregister en hoe SALTO hieraan inhoud wil geven.
Samenstelling personeelsbestand per 31-12-2013 Personeelsbestand per 31-12-2013 (inclusief vervangers)
Functie
% vrouw
% man
Directeur
38%
Adjunct-directeur
Totaal 2013
Totaal 2012
vrouw
man
62%
8
13
21
21
54%
46%
7
6
13
15
Groepsleraar
87%
13%
448
65
513
523
OOP
68%
32%
61
29
90
102
661
• onderwijsassistent • klassenassistent • administratief medewerker • conciërge • medewerkers bestuursbureau
Totaal in 2013
82%
18%
524
113
637
Totaal in 2012
81%
19%
533
128
661
Leeftijdsopbouw personeel per 31-12-2013
Leeftijd
% vrouw
% man
< 25 jaar
84%
25 tot 35 jaar
Totaal 2013
Totaal 2012
vrouw
man
16%
16
3
19
28
92%
8%
181
15
196
197
35 tot 45 jaar
85%
15%
129
22
151
142
45 tot 55 jaar
86%
14%
116
19
135
136
55 en >
60%
40%
82
54
136
158
Totaal in 2013
82%
18%
524
113
637
661
Totaal in 2012
81%
19%
533
128
661 17
2.2.3 Huisvesting en Facilitair Binnen de afdeling Huisvesting en Facilitaire Zaken worden de zaken met betrekking tot huisvestingsprojecten, onderhoud en schades geregeld met de gemeente. Daarnaast wordt door middel van centrale inkoop bezien of efficiencyslagen kunnen worden gemaakt. Door de enorme hoeveelheid werk, die mede ontstaan is door het gedurende jaren niet invullen van vacatures binnen deze kolom, is een extra adviseur aangenomen in 2013. De afdeling streeft naar duurzaamheid in de volle breedte, van aanpassingen in gebouwen tot inzet van materialen.
IHP De schoolbesturen in Eindhoven hebben in 2013 gezamenlijk een Integraal HuisvestingsPlan (IHP) opgesteld en dit aangeboden aan de wethouder. Een volgende stap, om een eensgezind uitgangspunt te krijgen voor de scholen binnen de gemeente Eindhoven, is het opstellen van businesscases per wijk. In de uitgeschreven cases wordt rekening gehouden met de demografische ontwikkelingen in de wijk, spreiding van de scholen en de mogelijkheden van gebouwen en SPIL voorzieningen in de wijk.
Huisvestingsprojecten In 2013 stonden er veel majeure bouw- en verbouwprojecten op de agenda. De nieuwbouw van Spilcentrum Drents Dorp aan de Apeldoornlaan is daadwerkelijk van start gegaan. Door de zachte winter zijn er weinig tot geen “onwerkbare” dagen en vlot het project zienderogen. Op 3 oktober 2013 is door de wethouder en 3 kinderen een tijdscapsule begraven met hedendaagse zaken. Het streven is om in het schooljaar 2014 - 2015 in het nieuwe gebouw met een nieuw onderwijs-concept te starten. De initiatieffase van de renovatie van basisschool ’t Karregat heeft erg veel tijd gekost, maar vlak na kerst 2013 is de school daadwerkelijk verhuisd naar de tijdelijke locatie aan de Partituurlaan. De daadwerkelijke renovatie van ‘t Karregat start naar alle waarschijnlijk rond het tweede kwartaal van 2014. Voorbereidingen voor de projecten renovatie en uitbreiding Reigerlaan en uitbreiding St@rtbaan lopen ook al enkele jaren. Voor de Reigerlaan is het
18
definitief ontwerp gereedgekomen en zijn we in afwachting van de vergunningen. In overleg met de gemeente zal gedurende het bouwproces een tijdelijke locatie betrokken worden. De oplevering van de renovatie staat gepland voor begin 2015. Bij de St@rtbaan wordt nog steeds gebruik gemaakt van noodlokalen, dit omdat de school de afgelopen jaren enorm is gegroeid. In overleg met de SPILpartners wordt onderzocht of het nodig is of er gebruik moet worden gemaakt van een nabij gelegen locatie om alle partners te huisvesten. Dan ook kan worden gestart met de aanbouw van de benodigde lokalen om daarmee de school in één pand te vestigen. Daarnaast hebben in 2013 diverse huisvesting- en onderhoudsprojecten plaatsgevonden, in overeenstemming met de door de gemeente goedgekeurde projectaanvragen uit 2012.
MOP 2013 In het verleden werden ieder jaar de onderhoudsplannen van 8 scholen geactualiseerd. Daardoor was er nooit een compleet actueel beeld van het onderhoud over alle 24 scholen. Daarom is er gekozen om in 2013 voor alle scholen tegelijkertijd een actualisatie te doen. Dat heeft geleid tot een nieuw Meerjaren Onderhouds Plan (MOP). In 2013 is er minder groot onderhoud uitgevoerd dan gepland was volgens de MOP. Onderbezetting van de afdeling is daar de voornaamste oorzaak van geweest. Een groot deel van deze werkzaamheden wordt doorgeschoven naar 2014. In 2014 zal tevens nog aanvullend achterstallig onderhoud worden uitgevoerd, waardoor dan in totaal ca 1 miljoen aan onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd zal gaan worden. Deze onderhoudskosten worden gefinancierd uit de onderhoudsvoorziening.
Doordecentralisatie Een actueel onderwerp voor de overheid en daarmee ook voor de gemeenten betreft de doorcentralisatie van het buitenonderhoud. De PO-raad vindt dat de financiering rondom onderwijsgebouwen moet worden verbeterd. Maar ook de overheid heeft geconstateerd, dat de aan gemeenten beschikbaar gestelde middelen voor onderwijshuisvesting niet
altijd volledig daaraan besteed worden. Op dit moment is de gemeente verantwoordelijk voor het onderhoud van de buitenkant van het schoolgebouw en het schoolbestuur voor de binnenkant, dat geeft soms tegenstrijdige belangen. Vanaf 2015 wordt het gehele buitenonderhoud van de scholen overgeheveld naar de schoolbesturen met de daarbij behorende budgetten. Daarmee kunnen we onze eigen keuzes maken, maar zijn we tevens verantwoordelijk voor de onderhoudsstaat van de gebouwen binnen het financiële beschikbare budget.
Facilitair Op facilitair gebied kunnen we SALTO breed inkoopvoordelen behalen. In 2013 zijn hier nog geen stappen in gezet, vanwege prioritering van andere ontwikkelingen. Daarbij gaven directeuren aan dat huisvestingstechnische zaken de prioriteit moesten krijgen. Steeds meer wordt echter binnen SALTO helder dat met een betere coördinatie en bundeling van contracten veel efficiency winst te behalen is en dat vooral met de centrale inkoop van energie en het structureren van repro aanzienlijke kosten bespaard kunnen worden. Voor 2014 zal dit derhalve een prominente plek krijgen in de werkzaamheden van de afdeling.
Een eigentijdse vindplaats voor ouders met algemene en schoolspecifieke informatie, die ook via mobiele diveces goed bereikbaar is. Tegelijkertijd is er nagedacht over de realisatie van een intranet dat in de loop van 2014 in gebruik zal worden genomen. Het ICT overleg, waaraan de ICT-ers van alle scholen deelnemen, vindt jaarlijks structureel vijf keer plaats. Tijdens dit overleg zijn o.a. de volgende zaken besproken: - Het gebruik van social media; - De samenwerkingsovereenkomst met Prowise; - Informatie over de nieuwe netwerkomgeving Edugrip 2.0; - Opbrengstgericht werken en ICT; -V orderingen en updates van Eduscope (het leerlingvolgsysteem); - Gebruik van Apps; - Wenselijke afschrijvingstermijnen van de hardware. Verder is er met de ICT-specialisten en directeuren gezocht naar optimale samenwerkingsvormen binnen SALTO. Er is een aantal werkgroepen geformeerd die structureel overleg voeren en zorgen voor een goede implementatie van ICT toepassingen en 21 century skills binnen SALTO. Deze werkgroepen gaan samenwerken op het gebied van:
2.2.4 ICT SALTO wil zoals gesteld in de 100 dagen notitie ‘Lopen, rennen, vliegen, ……..SALTO in beweging’ aandacht schenken aan de benodigde 21ste century skills bij de leerlingen, om daarmee voorbereid te zijn op de toekomst. Dit betekent ook dat de ICT infrastructuur hierbij moet aansluiten. Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar de wensen van de SALTOICT omgeving voor nu en de toekomst. Daarop is besloten om in 2013 de overstap te maken naar Edugrip 2.0, met een Windows 7 omgeving, waarbij het mogelijk is om niet alleen op de eigen locatie, maar ook via een telewerk omgeving de beschikking te hebben over een eigen virtuele werkplek. De eerste school en het bestuursbureau zijn aan het einde van 2013 gemigreerd naar deze omgeving. De SALTO-scholen volgen in de eerste twee kwartalen van 2014. Samen met het nieuwe logo van SALTO is ook de nieuwe website van SALTO gebouwd en live gegaan.
- Sociale media; - Eduscope; - Presenter / Gynzy (digibord gebruik); - Onderwijsinnovaties. In 2013 zijn de belangrijkste voorwaarden om de 21st century skills doelstellingen te kunnen behalen, gerealiseerd.
2.2.5 Financiën De begroting 2013 is tot stand gekomen op basis van het PO- raad model. Hiermee was vergelijking tussen scholen, ook in meerjarenperspectief mogelijk. De invulling van strategisch control en intern beheer kenmerken het financieel beleid en werkzaamheden in 2013. Met het financieel plan is de relatie gelegd tussen beleid en geld. Het financiële toetsingskader, de verdeling van middelen en het reserve beleid staan centraal in het financieel plan.
19
Hierdoor is voor iedereen duidelijk waar het financiële beleid aan getoetst wordt en hoe het geld wordt ingezet binnen de stichting. De meerjarenbegroting is opgesteld binnen het financiële kader van het financiële plan. Ook in de meerjarenbegroting komt de koppeling tussen beleid en geld tot uitdrukking. Gekozen is voor een transparante indeling in kostenplaatsen met een kostenplaats bovenschools gezamenlijk waar de investeringen in beleidsdoelstellingen tot uitdrukking komen. Het verschil tussen de begroting 2013 en de realisatie van 2013 is gering als we de extra baten voor professionalisering schoolleiders en de extra baten uit het Herfstakkoord buiten beschouwing laten. Door het inzichtelijk maken van de cijfers in managementrapportages is ook op directieniveau bekend waar eventuele afwijkingen zich voordoen en wat daarvan de oorzaak is. In het kader van intern beheer zijn de financiële werkprocessen beschreven en op elkaar afgestemd, inclusief de werkzaamheden die door het administratiekantoor worden uitgevoerd. We zijn overgestapt naar digitaal factureren, wat de efficiency ten goede komt. Verder is opdracht gegeven tot het uitvoeren van een SALTO-brede risicoanalyse en is er gekozen voor een andere accountant. In 2014 zal de rapportagestructuur worden verbeterd waarbij middelen en beleid meer aan elkaar worden gekoppeld en inzichtelijk worden gemaakt. Tevens zal in 2014 op basis van een analyse op de kengetallen gekeken worden welke allocatie- en begrotingssysteem het beste past bij de diversiteit zoals SALTO deze kent. Dit omdat we nu bijvoorbeeld zien dat de huidige allocatie o.b.v. de bekostigingssystematiek ongelijkheid te weeg brengt tussen de scholen, daar waar sprake is van een hoge dan wel lage gemiddelde gewogen leeftijd in relatie tot de bekostiging.
2.2.6 SALTO-vervangingspool SALTO heeft al jaren een eigen vervangingspool. De Pool is in 2013 anders georganiseerd en is in augustus 2013 van start gegaan onder leiding van een manager Pool met 8 vaste en 11 tijdelijke Poolmedewerkers. De matching van de Poolmedewerkers op vraag en aanbod wordt sindsdien door het externe bureau Driessen HRM aangestuurd.
20
Het hoofddoel van de SALTO vervangingspool is om een kwalitatief sterk vangnet te zijn voor afwezige leerkrachten op de SALTO-scholen. Hierbij staat het continueren van goed en eigentijds onderwijs centraal. De Poolmedewerkers zijn aangestuurd, begeleid en ondersteund door de manager Pool. Door middel van de gesprekkencyclus en klassenbezoeken zijn de Poolmedewerkers gevolgd in hun ontwikkeling. In 2013 zijn 4 teambijeenkomsten georganiseerd waarin de medewerkers zijn geïnformeerd over de ontwikkeling in de organisatie en waar tijd was gereserveerd voor een intervisiemoment. Er hebben twee studiemiddagen plaatsgevonden waarbij de inhoud aansloot op de ontwikkelingen binnen de SALTO-scholen.
2.2.7 Bestuursbureau SALTO Vanwege de organisatieomvang van SALTO, met (24 scholen, de zorg voor ca. 640 personeelsleden en ruim 6.800 leerlingen), is een bestuursbureau van voldoende omvang en kwaliteit noodzakelijk, zodat alle interne processen en de in- en externe communicatie goed gestroomlijnd zijn. Het bestuursbureau staat ten dienste van het onderwijs en dient duidelijk meerwaarde te bieden voor het functioneren van de scholen in het realiseren van hun primaire taakstelling, namelijk het geven van goed en adequaat onderwijs conform de missie en visie van SALTO.
Huisvesting SALTO-bestuursbureau SALTO heeft begin 2004 de stap gezet naar een eigen gehuurd bedrijfspand aan de Odysseuslaan 2 in Eindhoven, waar het bestuursbureau is gevestigd en alle geledingen in de gelegenheid zijn elkaar te ontmoeten en (vergader)faciliteiten hebben. Bovendien draagt dit ertoe bij, dat hiermee de organisatie nog beter als eenheid functioneert. In het najaar van 2013 is het pand aan de binnenzijde verbouwd en opgeknapt door de verhuurder. Hiermee heeft het een eigentijdse uitstraling gekregen. Naast het SALTO-bestuursbureau wordt een deel van de vleugel onderverhuurd aan andere onderwijspartners. Vanwege de onderhuur aan de andere partners ontvangt SALTO als hoofdhuurder huurpenningen, waardoor de huisvestingskosten worden beperkt. Een aantal huurders heeft inmiddels, mede door de ontwikkelingen binnen passend onderwijs, het huurcontract opgezegd.
Bezetting SALTO-bestuursbureau De personele bezetting op het bestuursbureau is in 2013 op diverse vlakken versterkt. De sinds oktober 2012 ingehuurde programmamanager Bedrijfsvoering is in juni 2013 in dienst gekomen. Vanaf augustus is een programmamanager Onderwijs ingehuurd en een adviseur Onderwijs, Beleid & Kwaliteit in dienst genomen. Financiën is versterkt met een ingehuurde strategische controller en Huisvesting met een adviseur Huisvesting en Facilitair. Ook bij Personeel & Organisatie hebben zich diverse personele mutaties voorgedaan. Het bestuursbureau heeft eind 2013 een bezetting van 16 fte.
2.2.8 Governance ontwikkelingen In 2013 is de overgang naar een Raad van Toezicht model afgerond met nieuwe statuten en een convenant met de gemeente Eindhoven. Het College van Bestuur is in dit model bevoegd gezag en de Raad van Toezicht is intern toezichthouder. Aan de hand van een toezichtskader wordt inhoud gegeven aan de scheiding bestuur en intern toezicht. Naast dit toezichtskader zal in een verantwoordingskalender worden vastgelegd hoe, wanneer en waarover de Raad van Toezicht geïnformeerd wordt. De uitdaging ligt nu in het pakken van de juiste rol, waarin de Raad van Toezicht naast intern toezichthouder ook adviseur en werkgever is van het College van Bestuur.
vervolg in 2014 naast interne audits op andere terreinen, zoals leerlingentelling, inventarisoverzichten en belasting. In 2014 wordt een risicoanalyse uitgevoerd. Een advies met betrekking tot de hoogte van de reserve en de beheersmaatregelen worden respectievelijk opgenomen in het financieel plan en actieplannen. Hierdoor is de risicoanalyse ingebed in de reguliere planning en controlcyclus.
2.3 Ontwikkelingen na 31 december 2013 De toekomst van SALTO Organisatie en cultuur Zoals al eerder aangegeven zullen de komende jaren nodig zijn om de gewenste en noodzakelijke duurzame veranderingen voor SALTO te realiseren, om daarmee onze organisatie nog steviger op de kaart te zetten, tot een organisatie die ertoe doet. De vooruitgang die daarbij al na ruim één jaar te zien is, is enorm vertrouwenwekkend. Echter een cultuurverandering, van een familie- naar een professionele cultuur, duurt en aantal jaren. Deze zullen we nodig hebben. De veranderingen die nu al zichtbaar zijn, de rolneming daarin van het leidende team van directeuren en programmamanagers, geven vertrouwen voor de toekomst. Vanuit de 8 geredeneerd moeten we daar ook de medewerkers nauw bij betrekken. Een opgave voor ons als leidend team de komende tijd, hetgeen zijn beslag zal krijgen in een SALTObrede dag in oktober 2015.
2.2.9 Interne beheersing De verschillende onderdelen van de planning en controlcyclus met financieel plan, meerjarenbegroting, rapportages en jaarverslag zijn opnieuw bekeken en waar nodig aangepast. Met het in kaart brengen en op elkaar afstemmen van werkprocessen op het bestuursbureau is een belangrijke stap gezet. Naar verwachting zijn de werkprocessen in 2014 geïmplementeerd en als zodanig ook onderdeel van de werkoverleggen en functioneringsgesprekken. Alle zaken rond bank en kas zijn onder de loep genomen en dit heeft geleid tot een aanscherping van de bank- en kasinstructie alsmede de procuratie en het mandaat. Ook dit heeft een
Ook het nieuw op te stellen Strategische Meerjaren Beleidsplan, mede gebaseerd op de nieuwe schoolplannen zal in 2015/2016 vormkrijgen.
Structuur In 2013 is bij de directies en de scholen een mooie samenwerkingsslag gemaakt. Meer en meer weten medewerkers elkaar te vinden als collega’s om ook samen vraagstukken op te lossen en ondersteuning te vinden bij elkaar. Voor 2014 zullen de directeuren zich middels het MD traject nog meer bekwamen in de verschillende rollen die zij hebben als manager, leider en coach middels gerichte trainingen, op specifieke thema’s.
21
De structuur herinrichting die in 2013 is gerealiseerd, zal in 2014 worden gecontinueerd. De borging zal plaatvinden door na het richten en inrichten hetgeen wordt beoogd in de nieuwe structuur ook daadwerkelijk in ons handelen (het verrichten) te laten zien. De daarbij behorende kernbegrippen ‘Toegankelijk, Talentvol en Toekomstgericht’, die typerend zijn voor ons dagelijks handelen, zullen worden voorzien van waarneembare gedragingen. Dit proces zal begin 2014 worden afgerond.
Medewerkers Door de medewerkers elkaar te laten ontmoeten in de op te richten SALTO-academie zal deskundigheid worden uitgewisseld en nieuwe competenties worden geleerd. Dat daarbij ICT een prominente rol zal innemen, in een vergrijzende werkomgeving, staat vast. De SALTO-Safari die daartoe inmiddels is ontwikkeld zal hierbij als middel worden gebruikt. Hiermee kunnen we dan ook onze leerlingen enthousiasmeren. Leerlingen die het nodig hebben dagelijks ook door ons uitgedaagd te worden. Ook het op te richten Onderwijs Ondersteuningscentrum zal als vindplaats dienen voor deskundigheidsontwikkeling ‘on the job’.
Systemen Verzuimbeleid en het daarmee samenhangend eigen risico dragerschap zullen in 2014 in relatie tot de pool bekeken worden. Een eerste analyse levert op dat bij een ziekteverzuim blijvend lager dan 6% het eigen risicodragerschap van groot voordeel kan zijn. De middelen die hierdoor beschikbaar komen, kunnen worden gebruikt om de pool optimaler in te zetten. De werkkostenregeling, Strategisch Personeels Beleid, de gesprekscyclus, de keuze voor een SALTObreed kwaliteitssysteem en digitalisering zijn een aantal zaken die in de planning staan.
Maatschappelijke omgeving Ouderbetrokkenheid krijgt nog onvoldoende systematisch de aandacht en wordt naast het centrale GMR-niveau vooral op schoolniveau vorm gegeven. Weliswaar is het van belang om de niveaus tussen meedenken en meebeslissen steeds helder te formuleren (zeggenschap versus medezeggenschap), maar door het gebruiken van klanten als klankbord, kan steeds worden afgestemd met de gebruikers en de koers mede worden vormgegeven. Dat daarbij ook het voortgezet onderwijs, als ‘afnemer’ van de door ons opgeleide kinderen een meer prominente rol moet gaan krijgen, staat vast. Ook de inspectie zal scherper toezien op de overgang tussen het PO en VO. In ieder geval zal een nadere kennismaking met het VO daartoe worden gepland.
Samen op weg Het investeren in relaties en het committeren aan gezamenlijke waarden en normen maakt dat we worden geïnspireerd en in staat zijn samen meer te bereiken. Door het geven van het goede voorbeeld voegt ieder individu waarde toe aan de ontwikkeling van het team en van de leerlingen. Aan SALTO als geheel.
22
Hoofdstuk 3 Jaarverslagen interne partners 3.1 Jaarverslag externe vertrouwenspersonen SALTO 2013 Hieronder wordt een geanonimiseerd verslag over 2013 van de externe vertrouwenspersoon weergegeven over de verrichte activiteiten, signalen en trends die de vertrouwenspersonen signaleren.
Beleid vertrouwenspersonen SALTO voert een actief beleid voor een gezond werkklimaat voor de werknemers en leeromgeving van de kinderen. Het is belangrijk dat medewerkers, ouders en kinderen respectvol met elkaar omgaan. Ongewenste omgangsvormen en ongewenst gedrag moeten worden voorkomen en medewerkers die er onverhoopt toch mee te maken hebben, moeten deskundige ondersteuning ontvangen.
procedures / werkwijzen, kunnen zij een beroep doen op de externe vertrouwenspersoon. Ditzelfde geldt voor de ouders van de kinderen. De externe vertrouwenspersoon is aangesteld om uitvoering te geven aan het proactieve en preventieve beleid van directie en bestuur van SALTO, betreffende preventie en het omgaan met klachten, op alle SALTO-locaties. De externe vertrouwenspersonen zijn beschikbaar voor alle medewerkers, ouders en kinderen van SALTO, dus ook voor gedetacheerd en ingehuurd personeel, zoals uitzendkrachten en stagiaires. De externe vertrouwenspersonen zijn: André Lubbers en Ad v.d. Meijden.
Werkzaamheden 2013 In het kader van dit beleid zijn er twee externe vertrouwenspersonen aangesteld binnen SALTO. Als medewerkers worden geconfronteerd met ongewenste omgangsvormen van andere medewerkers, ouders en kinderen en als het niet lukt om dit probleem samen op te lossen, binnen de gangbare
Gedurende de verslagperiode (2013) hebben 11 locaties gebruik gemaakt van ondersteuning of begeleiding van een van de vertrouwenspersonen. Er zijn 25 casussen voorgelegd aan de externe vertrouwenspersonen, waarbij onderstaande thema’s aan de orde zijn geweest.
Aantal
Omschrijving casuïstiek 1. Arbeidsconflict / aansturing 2. Conflict ouders met leerkracht / school 3. Geweld / bedreiging 4. Problemen met functioneren i.v.m privésituatie 5. Pesten
6 15 2 1 1 Totaal
25 23
De telefonische consulten en vragen per mail zijn niet geregistreerd en opgenomen in het overzicht. Jaarlijks worden door de externe vertrouwenspersonen twee studiemiddagen georganiseerd voor de interne schoolcontactpersonen. Hierbij staan onderlinge uitwisselingen en het op de hoogte blijven van ontwikkelingen ten aanzien van de werkzaamheden van de schoolcontactpersonen centraal. De thema’s van 2013 waren: • Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling; • Effecten van de veranderende maatschappij op school, kinderen, ouders en collegae; • Bespreking casuïstiek. In het verslagjaar 2013 hebben de externe vertrouwenspersonen twee keer overleg en/ of afstemming gehad. Er heeft vier keer een overleg plaatsgevonden met het College van Bestuur.
Vergelijking inzet externe vertrouwenspersonen met voorafgaande jaren Vergelijking
24
2013
2012
2011
2010
Locaties
11
18
15
17
Casussen
25
34
31
31
Evaluatie
Aandachtspunten voor 2014
• Het aantal casussen waarbij sprake is van arbeidsconflicten of problemen met de aansturing door het management, die bij de vertrouwenspersonen zijn binnengekomen, is afgenomen met meer dan 50%. Arbeidsconflicten zijn primair geen werkzaamheden voor de externe vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon heeft bij de conflicten een adviserende en bemiddelende rol vervuld; • Het aantal casussen, waarbij sprake is van conflicten tussen ouders en school is toegenomen in 2013 met bijna 50%; • De externe contactpersonen zorgen ervoor dat situaties/problemen van ouders en/of personeel besproken worden binnen de gangbare structuren, zowel de hiërarchische structuren als de medezeggenschapstructuren, zodat er geen parallele processen ontstaan; • De onberispelijkheid van de externe vertrouwenspersoon vormt de voorwaarde voor uitvoering van de werkzaamheden.
• Communicatie interne vertrouwenspersonen, rond lastige thema’s, met collega’s; • Evaluatie werkwijze externe vertrouwenspersonen.
3.2 Jaarverslag 2013 Gemeenschappelijke Medezeggenschap Raad (GMR)
Dit jaar werd het MR café gehouden op BS ’t Karregat, waar voor de groepsdiscussies dankbaar gebruik gemaakt werd van vele lokalen. Agenda en verslag van vergaderingen werden verSamenstelling GMR: zonden aan alle MR-en binnen SALTO. Op 31 december 2013 bestond de GMR uit de Na de vergaderingen werd een nieuwsbrief ‘Nieuws volgende leden: uit de GMR’ verzonden aan alle MR-en en (op hun Oudergeleding: verzoek) aan alle directeuren van de basisscholen en aan het bestuursbureau. In 2013 verschenen zo Personeelsgeleding: 6 nieuwsbrieven en een speciale uitgave rond het Dhr. R. (Rob) Van Vliet MR Café. Ter voorbereiding op de GMR vergadering Dhr. S. (Stefan) Meskers overlegde het DB van de GMR maandelijks met de Dhr. R. (Rein) Constant voorzitter College van Bestuur. Dit overleg werd als Mevr. A. (Annemarie) Walrecht zeer constructief ervaren. Dhr. H. (Hans) van den Hatert Ten behoeve van de voorbereiding van adviezen Mevr. D. (Desiree) Vervuurt voor de GMR vergadering heeft de GMR commissies Mevr. E. (Elena) Digirolama ingesteld, waarin leden van de GMR zitting hebben. Mevr. A. (Annemarie) Valkenburg De werkwijze van de commissie zal komend jaar Mevr. A. (Annelies) van Santvoort geëvalueerd worden. Het College van Bestuur in de Dhr. H. (Hans) Nieuwkerk persoon van mw. Angelica Bus, was regelmatig aanDhr. F. (Fons) Kremers wezig tijdens de GMR vergadering voor nadere toeMevr. C. (Carolien) Jongeling lichting en informatieverstrekking. Dit werd als zeer Dhr. J. (Jac) van Vught constructief ervaren. Mevr. I. (Irene) Klaassens-Lambriex Mevr. M. (Mirjam) Bezemer Onderwerpen Dhr. M. (Matti) Lemmens Tijdens de vergaderingen kwamen de volgende onderwerpen aan de orde: De GMR behartigt de belangen van alle SALTODe geactualiseerde handleiding GMR, resultaat scholen conform de Wet Medezeggenschap verkiezingen GMR, Begroting 2013 (positief advies) Scholen. De GMR bestaat uit 12 leden in de ouderwaarbij de afspraak werd gemaakt dat de GMR de en 12 leden in de personeelsgeleding. financiële kwartaalberichten zal ontvangen, uitvoerig In beide geledingen bestaan vacatures. Al een het thema passend onderwijs, de inspirerende ‘100 aantal jaren blijkt het moeilijk om vooral de ouderdagen notitie’ van het College van Bestuur met de geleding voltallig te krijgen. Aan het eind van 2012 werden verkiezingen gehouden, waarbij alle zittende titel: ‘Lopen, rennen, vliegen…..SALTO in beweging’, de definitieve aantreding van de Raad van Toezicht leden werden herbenoemd en er één nieuw lid voor de ouder- en twee nieuwe leden voor de personeels- en daarmee van het College van Bestuur in de persoon van mw. Angelica Bus, de ‘Notitie kleine geleding bijkwamen. scholen’ (positief advies), ‘Statuut Medezeggenschap’, GMR Reglement en een kader voor MR Reglement Vergaderingen (zal begin 2014 vastgesteld worden), vervangingsDe GMR kwam in 2013 tien keer bijeen. Op 3 april pool, MARAP, het Meer Jaren Bestuurs formatie Plan hield de GMR het jaarlijks ‘MR café’ waarvoor alle (MJBFP), WSNS Zorgplan (positief advies), de beteleden van de MR-en van alle scholen betrokken bij kenis van een door de GMR voorgedragen lid van de SALTO uitgenodigd waren. Het thema van dit MR Raad van Toezicht, financiële reserve GMR (besluit), café was ‘Zeggenschap en/of Medezeggenschap’. presentatie kwartaalcijfers SALTO, Functiebouwwerk Ruim 80 leden van MR-en, vele directeuren van de (toelichting), Functiemix, notitie ‘ Werving en selecscholen, het College van Bestuur en het merendeel tie directeuren (positief advies), website en intranet, van de GMR leden was op dit thema afgekomen. Communicatieplan GMR (vastgesteld), eindejaars Mr. Allard Bekius van Nysingh, advocaten in Zwolle etentje op uitnodiging van DB in samenspraak met (als jurist en ouder actief in een MR op een basisvoorzitter College van Bestuur, eerste kwartaalschool), kundig op dit thema, hield een inspirerende rapportage en bijgestuurde begroting, Jaarrekening inleiding waarop een boeiende discussie volgde. 25 5
2012 (positief advies), Jaarverslag 2012 - 2013, nieuw logo SALTO, conflict BS Reigerlaan, Ondersteuningsplanraad (OPR) Passend Onderwijs, Risico Inventarisatie en Evaluatie (presentatie), Voorbereiding School Ondersteunings Profiel in het kader van Passend Onderwijs (presentatie), folder ‘Ziekteverlof, samen beter worden’, Kaderbrief 2014, Financieel Beleidsplan 2014 - 2017 (toelichting), Cito normering (afspraken), Integraal Huisvestingsplan (toelichting), Fusies basisscholen (informatie), Procedure personele overplaatsing bij fusie en/of sluiting, vakantierooster 2014 - 2015 (positief advies), etc.
Tot slot De GMR heeft het afgelopen jaar ervaren als een stabiel jaar, waarin de samenwerking met het College van Bestuur op een zakelijke wijze vorm kreeg. Er ontstaat duidelijk een nieuwe minder vrijblijvende cultuur binnen de organisatie, waarbij iedereen op haar verantwoordelijkheid aangesproken wordt. Uiteraard blijft de GMR, als onderdeel van deze cultuur, dit proces kritisch volgen. Ook blijft de GMR er naar streven haar relatie met de MR-en van betrokken scholen te optimaliseren. Hopelijk, door op korte termijn gebruik te kunnen maken van de digitale wegen van SALTO. Belangrijke aandachtspunten voor het komend jaar zullen zijn: de invoering van Passend Onderwijs, de kwaliteit van onderwijs, de communicatie vanuit SALTO met belanghebbenden, personeels- en loopbaanbeleid en het arbobeleid. Namens de GMR I. (Irene) Klaassens-Lambriex, voorzitter R. (Rein) Constant, vice-voorzitter
26
3.3 Verslag Raad van Toezicht Begin 2013 heeft de Raad van Toezicht haar functie opgepakt, nadat de gemeenteraad van Eindhoven de overgang van de oude situatie van een bestuur en een directie naar een Raad van Toezicht en een College van Bestuur had goedgekeurd. Hiermee wordt vormgegeven aan de wettelijke eisen rondom governance. De relatie van SALTO met de gemeente Eindhoven is naast in nieuwe statuten ook vastgelegd in een convenant. In dit convenant is met name de rapportage van SALTO naar de gemeente, de beslissings- en adviesbevoegdheid van de gemeente met betrekking tot de SALTO-organisatie en de inbreng van de gemeente bij de benoeming van de leden van de Raad van Toezicht vastgelegd. De Raad van Toezicht bedankt het terugtredende SALTO-Bestuur voor haar inbreng over de afgelopen periode. In dit eerste jaar heeft de Raad van Toezicht zich met name bezig gehouden met het formuleren en opstellen van het Toezichtskader. Hierin is met name de scheiding vastgelegd tussen besturen en toezicht houden en zijn ook de taken en verantwoordelijkheden van de Raad van Toezicht vastgelegd. Ook is een concrete invulling gegeven aan de jaarkalender van de Raad van Toezicht waarin met name vastgelegd is hoe, wanneer en waarover de Raad van Toezicht geïnformeerd wordt. In het afgelopen jaar heeft de Raad van Toezicht ingestemd met het voorgenomen besluit met betrekking tot de samenvoeging van de Zevensprong en ‘t Karregat en van de samenvoeging van De VierRing en de Klapwiek. Beide samenvoegingen moeten nog instemming krijgen van de respectievelijke MR en de eerste zal ook nog geaccordeerd moeten worden door de gemeente, daar de Zevensprong van oorsprong een openbare school is. De Raad van Toezicht heeft in overleg met het College van Bestuur een aantal accountants aangeschreven en uitgenodigd om mee te dingen naar de opdracht om de jaarrekening van SALTO te mogen controleren. Er is besloten om deze opdracht te gunnen aan het accountantskantoor Flynth. Zij zullen de jaarrekening van 2013 controleren. Rest mij nog om het College van Bestuur, onze medewerkers, onze leerlingen en hun ouders te bedanken voor hun inbreng in het afgelopen jaar. Mede door hun inbreng heeft SALTO het nu behaalde goede resultaat neer kunnen zetten.
Paul Hulshof Voorzitter Raad van Toezicht
27
Hoofdstuk 4 Financieel jaarverslag 4.1 Financiële positie SALTO
Balans SALTO 31-12-2013
Activa
31-12-2013
31-12-2012
Passiva
31-12-2013
31-12-2012
Materiële vaste activa
5.004.564
5.662.220
Eigen vermogen
12.964.507
11.162.874
Financiële vaste activa
5.717.432
5.724.548
Voorzieningen
2.356.884
2.631.785
Vorderingen
2.312.197
2.559.189
Langlopende schulden
21.539
25.703
Liquide middelen
6.434.636
3.673.378
Kortlopende schulden
4.125.899
3.798.973
Totaal activa
19.468.829
17.619.335
Totaal Passiva
19.468.829
17.619.335
Exploitatierekening SALTO 2013 Realisatie
Begroting
Verschil
Realisatie
2012
2013-2012
34.158.336 933.917 2.099.352 37.191.605
32.319.317 791.305 2.191.282 35.301.904
1.839.019 142.612 -91.930 1.889.701
33.008.390 613.591 2.123.114 35.745.095
1.149.946 320.326 -23.762 1.446.510
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten
29.044.924 1.144.959 2.482.370 2.735.334 35.407.587
29.093.570 877.731 2.200.660 3.429.949 35.601.910
-48.646 267.228 281.710 -694.615 -194.323
29.748.813 812.147 2.482.625 3.151.124 36.194.709
-703.889 332.812 -255 -415.790 -787.122
Saldo baten & lasten
1.784.018
-300.000
2.084.024
-449.614
2.233.632
0
0
0
0
0
17.614
300.000
-282.386
475.936
-458.322
1.801.632
0
1.801.638
26.322
1.775.310
2013
2013
Verschil
Baten Rijksbijdragen OCenW Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten
Lasten
Gerealiseerde herwaardering Financiële baten & lasten Nettoresultaat
Gemiddelde personele last (GPL) in 2013
28
Bekostigings GPL
Feitelijke GPL
Sbo in 2013
58.926,74
60.413
Bao in 2013
56.363,05
60.240
Bestemming van het resultaat Het positieve resultaat van 2013 is voor een groot deel veroorzaakt door de extra baten uit het Herfstakkoord van e 1.254k en de bijdrage jonge leerkrachten van e 150k. Tegenover deze extra baten staan geen lasten in 2013 vanwege het onverwachte karakter en het feit dat de baten in december zijn ontvangen. Deze baten zullen in 2014 en 2015 worden ingezet voor extra kwaliteitsimpulsen en zijn op de balans terug te vinden als bestemmingsreserve kwaliteit voor een bedrag van e 1.404.586. Aan dit bedrag wordt het saldo van de huidige bestemminsreserve voortgangsimpuls toegevoegd met als doel extra financiering in de kwaliteit van het onderwijs. Het restant van het positieve resultaat wordt minus de kosten MR/GMR, toegevoegd aan de algemene reserve. Aan de algemene reserve zal per saldo een bedrag van e 397.046 worden toegevoegd.
Kasstroomoverzicht en financiële kengetallen 2013
2012
Saldo baten en lasten
1.784.018
-449.614
Afschrijvingen
1.144.959
812.147
-274.901
317.575
Mutaties vorderingen
246.992
780.032
Mutatie kortlopende schulden
326.926
-1.304.076
17.614
475.936
3.245.608
632.001
-539.683
-648.136
52.381
15.768
7.116
-432.300
-4.164
-24.754
2.761.258
-457.422
Mutaties voorzieningen
Ontvangen interest Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Overige investeringen in financiële vaste activa Aflossing langlopende schulden Mutatie liquide middelen
Financiële kengetallen De waarden van de financiële kengetallen zien er eind 2013 als volgt uit:
Kengetal
2013
2012
Solvabiliteit 1)
66,6
63,4
2)
78,7
78,3
2,1
Signaleringsgrens Commisie Don ondergrens
bovengrens
30%
n.v.t.
1,6
0,5
2
4,8%
0,1%
-1%
1,5%
Kapitalisatiefactor
52,1%
48,6%
39 %
39 %
Weerstandsvermogen
23,3%
16,7%
10 %.
n.v.t.
Liquiditeit Rentabiliteit
29
Solvabiliteit: 1) Eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen 2) Eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen. De solvabiliteit geeft de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen aan en geeft daarmee inzicht in de financieringsopbouw. De solvabiliteit geeft ook aan in hoeverre de instelling op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. De solvabiliteit van SALTO van 66,6% en 78,7% wil zeggen dat het vermogen grotendeels uit eigen vermogen bestaat. De solvabiliteit ligt ruim boven de signaleringsgrens. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de vermogenspositie van SALTO goed is en SALTO in staat is om aan haar verplichtingen op langere termijn te kunnen voldoen.
Liquiditeit: De verhouding tussen de vlottende activa (som van liquide middelen, vorderingen en voorraden) en de kortlopende schulden. De liquiditeit geeft aan in hoeverre de instelling op korte termijn (korter dan een jaar) aan haar verplichtingen kan voldoen. De liquiditeitsratio geeft aan dat 2,1 keer kan worden voldaan aan de uitstaande kortlopende schulden, bestaande uit kortlopende verplichtingen aan kredietinstellingen, crediteuren, nog te betalen posten en de overlopende passiva. SALTO heeft op 31 december 2013 de beschikking over € 2.761.258 aan liquide middelen en heeft daarnaast € 2.312.197 openstaan aan nog te ontvangen bedragen. Deze bedragen zijn binnen één jaar opeisbaar, waardoor kan worden voldaan aan de openstaande schulden die binnen één jaar voldaan moeten zijn, te weten € 4.125.899. De liquiditeitspositie van SALTO is goed.
Rentabiliteit: Resultaat gedeeld door de totale baten (inclusief rentebaten). De rentabiliteit geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief bedrijfsresultaat in relatie tot de totale baten. SALTO heeft van de totale opbrengsten (inclusief rentebaten), te weten € 37.209.219, een positief resultaat behaald van € 1.801.632. Dit is 4,8% van de baten. In vergelijking met vorig jaar is de ratio fors gestegen. Bovendien komt de rentabiliteit boven de signaleringsgrens uit. De hoge rentabiliteit van 2013 wordt veroorzaakt door de extra baten uit het Herfstakkoord en de baten jonge leerkrachten.
Kapitalisatiefactor: Het balanstotaal minus de materiële vaste activa; betreffende onroerende goederen gedeeld door de totale baten. De kapitalisatiefactor geeft een indicatie hoe efficiënt een schoolbestuur omgaat met het kapitaal. De kapitalisatiefactor zit eind 2013 boven de signaleringsgrens. Het hogere resultaat door de extra baten van het Herfstakkoord en Jonge leerkrachten eind 2013 zorgt voor een hogere waarde van de kapitalisatiefactor dan eind 2012. Deze extra baten zullen in 2014 en 2015 worden ingezet waardoor de kapitalisatiefactor de komende jaren zal dalen richting de signaleringsgrens als de baten op hetzelfde niveau blijven.
Weerstandsvermogen: Het eigen vermogen minus de materiële vaste activa, uitgedrukt in een percentage van de rijksbijdrage OCW. Het weerstandsvermogen geeft aan in hoeverre de organisatie erin slaagt om niet-voorziene tot de reguliere bedrijfsvoering behorende risico’s te financieren. Het weerstandsvermogen bij SALTO is ten opzichte van 2012 toegenomen. Bij toepassing en verankering van het risicomanagement in de organisatie en het goed functioneren van de planning & control cyclus blijven altijd restrisico’s achter. Voor het opvangen van de mogelijke financiële effecten hiervan heeft SALTO ruim voldoende weerstandsvermogen. 30
Toelichting op de financiële positie en gang van zaken verslagjaar Grondslagen De grondslagen voor waardering van activa, passiva en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. De afschrijvingstermijn van ICT van nieuwe investeringen vanaf 2013 is verlaagd van 7 naar 5 jaar. Hierdoor kan beter ingespeeld worden op ICT ontwikkelingen.
Toelichting op de balans De materiële vaste activa, die voornamelijk bestaan uit inventaris en apparatuur en leermiddelen zijn in 2013 fors gedaald. De investeringen (€ 540k) waren beduidend lager dan begroot (€ 854k) en ook lager dan de afschrijvingen (€ 1.145k). Door de verlaging van de afschrijvingstermijn van ICT is er in 2013 € 314k extra afgeschreven. De lagere investeringen hebben voor een deel te maken met uitgestelde investeringen door latere oplevering van nieuw- of verbouwtrajecten. De financiële vaste activa bestaan uit beleggingen in de vorm van obligaties. Er wordt uitsluitend belegd in obligaties van maatschappelijk verantwoorde instellingen. Dit in overeenstemming met de wensen van het bestuur. De beheerder van de beleggingen heeft een statuut inzake maatschappelijk verantwoord beleggen opgesteld. De beleggingen voldoen aan de criteria van de “Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010”. Als gevolg van de dalende marktrente en het defensieve beleggingsbeleid is de boekwaarde van de beleggingen in 2013 gedaald € 7k. De vorderingen zijn in vergelijking met 31 december 2012 afgenomen met € 247k door lagere vorderingen op de gemeente met betrekking tot huisvestingsprojecten en minder vooruitbetaalde kosten. De liquide middelen zijn in 2013 toegenomen met € 2.761k. Dit komt met name door de eind december 2013 verkregen extra baten van het rijk van het Herfstakkoord en Jonge leerkrachten van in totaal € 1,4 miljoen, het verschil van ca. € 600k tussen de afschrijvingen en de investeringen in vaste activa en door een toename van de kortlopende schulden en een afname van de vorderingen. Het eigen vermogen is toegenomen met het positieve resultaat over 2013 tot € 12.964.507.
De voorzieningen bestaan naast een onderhoudsvoorziening voor gebouwen uit een voorziening voor jubileumuitkeringen en een voorziening personeel. Uit de voorziening onderhoud gebouwen is in 2013 € 179k onttrokken. Dit is lager dan begroot, voornamelijk als gevolg van minder activiteiten wegens capaciteitstekort op de afdeling huisvesting. De jaarlijkse dotatie aan de voorziening is verhoogd tot € 493k, om in de komende jaren het benodigde onderhoud aan gebouwen uit te kunnen voeren. In 2013 is het meerjaren onderhoudsplan geactualiseerd. De voorziening voor jubileumuitkeringen blijft gelijk doordat de dotatie en de onttrekking in 2013 ongeveer dezelfde was. Per 31 december 2013 is de in 2011 gevormde voorziening personeel om het boventallige personeel af te kunnen laten vloeien nagenoeg geheel benut. Het resterende saldo van € 61k zal in 2014 worden besteed. De langlopende schulden zijn afgenomen door opname van spaarverlof in 2013. De kortlopende schulden zijn met € 326k toegenomen met name door een hogere crediteurenpositie per einde boekjaar. De financiële positie op balansdatum is prima. Alle financiële kengetallen liggen ruim boven de onderste signaleringsgrens van College van Bestuur en Raad van Toezicht. De hoge kapitalisatiefactor geeft aan dat SALTO de komende jaren extra kan investeren in onderwijs (zie meerjarenbegroting in de continuïteitsparagraaf).
Toelichting op de staat van baten en lasten Het resultaat 2013 komt uit op € 1.802k. Dit positieve resultaat wordt voornamelijk gerealiseerd door de hogere baten van het Herfstakkoord ad € 1.254k en de baten Jonge leerkrachten ad € 150k. Tegenover deze extra baten van december staan nog geen kosten in 2013. Via een bestemmingsreserve worden deze baten in 2014 en 2015 ingezet. Het resultaat exclusief de extra baten uit het Herfstakkoord en Jonge leerkrachten komt uit op € 397k.
31
SALTO ontvangt van de ‘reguliere’ opbrengsten ca 92% van het rijk, ca 2% van de gemeente en ca 6% van derden. Deze verdeling is vergelijkbaar aan die in 2012. De rijksbaten zijn hoger dan begroot als gevolg van de genoemde extra baten uit het Herfstakkoord en Jonge leerkrachten, extra leerlingengroei, hogere opbrengsten rugzakjes en de verkregen subsidie professionalisering schoolleiding. De hogere overige overheidsbaten zijn hoger dan begroot door een hogere subsidie VVE van de gemeente. De beleggingen geven een fors lager resultaat dan begroot, waardoor de rente/beleggingsinkomsten fors lager uitvallen dan begroot en voorgaand jaar. Ook de overige baten vallen lager uit dan begroot, vanwege niet ontvangen inkomsten passend onderwijs van WSNS en lagere ouderbijdragen en overblijfgelden. Anderzijds zijn er hogere inkomsten medegebruik van met name SPIL-partners. De personeelskosten zijn lager als gevolg van een lagere bezetting en lagere kosten van nascholing. Daarnaast zijn de kosten van uitbesteding en vervanging voor eigen rekening hoger dan begroot evenals de Arbo kosten. Door de verlaging van de afschrijvingstermijn van ICT is er in 2013 extra afgeschreven. De reguliere afschrijvingen zijn iets lager dan be-
groot door minder investeringen dan gepland. De huisvestingslasten zijn hoger door hogere kosten van dagelijks onderhoud, energie- en schoonmaakkosten alsmede door een hogere dotatie aan de voorziening onderhoud. De overige instellingslasten zijn fors lager dan begroot. Er was sprake van lager verbruiksmateriaal, lagere kosten vanuit ouderbijdragen en overblijven en minder overige beheerskosten dan begroot. Anderzijds waren er hogere reprokosten en juridische kosten. De financiële baten zijn door tegenvallende beleggingsresultaten lager dan begroot.
GPL in 2013 De hoogte van de lumpsumbekostiging personeel van het rijk wordt bepaald door leerlingenaantallen en de hoogte van de gemiddelde personele last (bekostigings GPL). De gewogen gemiddelde leeftijd van het onderwijzend personeel op 1 oktober t-1 bepaalt de hoogte van de bekostigings GPL. De werkelijke GPL (feitelijke GPL) voor SALTO lag in 2013 hoger, waardoor SALTO tekort komt op de lumpsumbekostiging personeel en dit tekort moet aanvullen uit bijvoorbeeld het budget personeelsen arbeidsmarktbeleid of prestatiebox. De bekostigings GPL voor SALTO bedroeg in 2013:
Gemiddelde personele last (GPL) in 2013
32
Bekostigings GPL
Feitelijke GPL
Sbo in 2013
58.926,74
60.413
Bao in 2013
56.363,05
60.240
4.2 Treasuryparagraaf Eind 2013 bedraagt de waarde van de beleggingen (financiële vaste activa) 5,7 miljoen. Dit is € 18.883 lager dan de beginstand doordat er in 2013 een verlies is geleden van € 18.883 (inclusief feekosten van € 14k). Het rendement in 2013 bedraagt -0,33 %. Vanwege de lage rente op de kapitaalmarkt leveren de defensieve staatsobligaties weinig tot geen rendement op. De portefeuille zou gemiddeld een rendement op moeten leveren van 4,5 %. De afgelopen jaren, vanaf 2008 bedraagt het gemiddelde rendement van de portefeuille 4,6 %. De liquide middelen zijn eind 2013 gestegen naar 6,5 miljoen, waarvan 3,6 miljoen op een spaarrekening en 1,5 miljoen op de lopende rekening. De rente op de spaarrekening bedraagt 0,95 %.
Gezien het lage gerealiseerde rendement op de beleggingen en de verwachting dat het rendement het komende jaar ook laag zal zijn, volgt in het eerste kwartaal van 2014 een advies van de externe controller over het aanhouden of verkopen van de obligaties.
4.3 Continuïteitsparagraaf In deze continuïteitsparagraaf geven we aan hoe omgegaan wordt met de financiële gevolgen van het gevoerde en te voeren beleid. Onderstaand worden de verwachte exploitatieresultaten en de ontwikkeling van de vermogenspositie van SALTO weergegeven. Deze zijn onderdeel van door de vastgestelde meerjarenbegroting 2014 t/m 2017. De rijksbaten in de meerjarenbegroting zijn gebaseerd op de huidige leerlingenaantallen en de leerlingenprognose. De loonkosten zijn gebaseerd op de huidige en toekomstige formatie.
Door het negatieve rendement op de beleggingsportefeuille zijn de rentebaten over 2013 veel lager dan begroot.
Leerlingenprognose en begrote formatie Realisatie Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 Personele bezetting in FTE op 1 okt 29
29
29
27
366
363
357
357
- Overige medewerkers OOP
44
44
44
44
- Overige medewerkers bestuursbureau
16
17
17
17
439
436
430
428
6.555
6.681
6.650
6.748
264
249
253
258
6.819
6.930
6.903
7.006
- Management / Directie - Onderwijzend personeel
Totale bezetting in FTE op 1 okt Leerling aantallen 1 okt t-1 - Leerlingen basisscholen - Leerlingen SBO's Totaal leerling aantallen 1 okt t-1
33
Gegeven set
Meerjaren staat van baten en lasten
De leerlingenaantallen stijgen naar verwachting licht, met uitzondering van 1 oktober 2014. Dit heeft te maken met de fusie van twee kleine scholen. De leerlingenprognose van de gemeente Eindhoven geeft aan dat het leerlingenaantal in het basisonderwijs binnen de gemeente Eindhoven de komende jaren nog steeds stijgt. Dit in tegenstelling tot het landelijk gemiddelde. SALTO verwacht daarvan te profiteren en voorziet de komende jaren dan ook een lichte stijging van het leerlingenaantal van zowel het basisonderwijs als dat van het SBO. De personele bezetting is gebaseerd op de inkomsten die uit de verwachte leerlingenaantallen voor de komende jaren worden verkregen en om goed onderwijs te kunnen geven. De formatie daalt naar verwachting licht vanwege de lagere baten voor zware ondersteuning dan de huidige rugzakbaten. De uitdaging is nu om met een optimale inzet van formatie goed passend onderwijs te blijven geven.
De toekomstige resultaten zijn naar verwachting negatief. Anders gezegd: “We investeren de komende jaren meer in het onderwijs dan we ontvangen van het rijk”. Daarmee teren we in op onze reserve en daalt de kapitalisatiefactor richting de vastgestelde norm. De negatieve resultaten worden veroorzaakt door een daling van de baten van het samenwerkingsverband voor zware ondersteuning. De kosten worden vooralsnog niet teruggebracht. In 2014 en deels in 2015 wordt het tekort gefinancierd met de bestemmingsreserve kwaliteitsimpuls die is opgebouwd uit de extra baten uit het Herfstakkoord en Jonge leerkrachten van december 2013. In 2015 en 2016 is er een gecombineerde taakstelling/meevaller baten uit het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) en samenwerkingsverband opgenomen in de begroting, vanwege de onzekerheid over de hoogte van deze baten en verzwaring van de lasten.
Realisatie
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
34.158.336
32.319.317
31.877.198
31.115.295
31.147.275
933.917
791.305
806.618
728.942
696.942
2.099.352
2.191.282
1.663.746
1.485.699
1.367.677
37.191.605
35.301.904
34.347.562
33.329.936
33.211.893
29.044.924
29.093.570
29.163.814
28.915.761
28.753.188
Afschrijvingen
1.144.959
877.731
907.766
882.471
882.576
Huisvestingslasten
2.482.370
2.200.660
2.714.347
2.410.092
2.410.092
Overige instellingslasten
2.735.334
3.429.949
2.885.958
2.796.376
2.798.653
35.407.587
35.601.910
35.671.885
35.004.700
34.844.509
1.784.018
-300.000
-1.324.323
-1.674.764
-1.632.616
17.614
300.000
194.167
211.833
206.000
1.112.930
1.076.616
-350.000
-350.000
Meerjarenbegroting
2013
2013
2014
2015
2016
Baten Rijksbijdragen OCenW Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten
Lasten Personele lasten
Totaal lasten Saldo baten & lasten Financiële baten & lasten Taakstelling/meevaller NOA baten en sw
Nettoresultaat
34
1.801.632
0
-1.130.156
De extra investering in onderwijs vanuit de reserve heeft geen structureel karakter. De exploitatie zal op termijn weer in evenwicht moeten zijn. De komende jaren gebruiken we de extra investering o.a. voor professionalisering van werknemers, optimalisatie van de organisatie, onderhoud van gebouwen, investeringen in ICT. Per 1 januari vindt de overheveling plaats van het onderhoud buitenkant gebouwen. De rijksbaten die hiermee gemoeid zijn en de onderhoudskosten zijn niet opgenomen in de meerjarenbegroting.
Meerjaren balans In de meerjaren balans wordt er van uitgegaan dat het resultaat het effect in de vlottende activa (kasstroommutatie) bepaalt. Voor de overige activa worden geen veranderingen verwacht. De investeringen in materiële vaste activa zullen gelijk zijn aan de afschrijvingen. Het eigen vermogen neemt af als gevolg van de verwachte negatieve resultaten in de jaren 2014-2016. Daarbij zal de bestemmingsreserve kwaliteit ingezet worden en zal de algemene reserve dalen. De voorziening onderhoud zal waarschijnlijk stijgen vanwege de overheveling gebouwenonderhoud buitenkant. Net als bij de begroting hebben we hier geen rekening mee gehouden. Voor de overige schulden worden geen veranderingen verwacht.
Meerjarenbalans
Activa
Realisatie 31-12-2013
Prognose 31-12-2014
Prognose 31-12-2015
Prognose 31-12-2016
0
0
0
0
Materiële vaste activa
5.004.564
5.004.564
5.004.564
5.004.564
Financiële vaste activa
5.717.432
5.717.432
5.717.432
5.717.432
10.721.996
10.721.996
10.721.996
10.721.996
8.746.833
7.616.677
7.266.676
6.916.676
19.468.829
18.338.673
17.988.672
17.638.672
Immateriële vaste activa
Totaal vaste activa Totaal vlottende activa Totaal activa
35 5
Meerjarenbalans Realisatie 31-12-2013
Prognose 31-12-2014
11.131.821
11.270.711
11.195.140
10.845.140
138.890
0
0
0
1.693.796
563.640
289.210
289.210
Bestemmingsfonds publiek
0
0
0
0
Bestemmingsfonds privaat
0
0
0
0
Overige reserves
0
0
0
0
12.964.507
11.834.351
11.484.350
11.134.350
2.356.884
2.356.884
2.356.884
2.356.884
Langlopende schulden
21.539
21.539
21.539
21.539
Kortlopende schulden
4.125.899
4.125.899
4.125.899
4.125.899
19.468.829
18.338.673
17.988.672
17.638.672
Passiva Algemene reserve Bestemingsreserve MR/GMR Bestemmingsreserve kwaliteit
Totaal Eigen vermogen Voorzieningen
Totaal passiva
Prognose 31-12-2015
Prognose 31-12-2016
Kengetallen
36
1. Financiële kengetallen
signalering
2013
2014
2015
2016
kapitalisatiefactor
39%
52%
53%
54%
53%
solvabiliteit 1
>30%
67%
65%
64%
63%
liquiditeit (current ratio)
0,5 - 2
2,12
1,85
1,76
1,68
weerstandsvermogen PO
10%
23%
21%
21%
20%
rentabiliteit
-1% - 1,5%
4,8%
-3,3%
-4,4%
-4,3%
De financiële situatie blijft ook met de extra investeringen in het onderwijs zeer goed. Doordat de baten dalen heeft het negatieve resultaat bijna geen invloed op de kapitalisatiefactor. Met de overheveling van de baten buitenonderhoud naar onderwijsinstellingen zullen de baten in de toekomst stijgen en zal de kapitalisatiefactor dalen. Deze stijging van baten is nog niet meegenomen in de meerjarenbegroting omdat de omvang nog niet bekend is. De rentabiliteit overschrijdt de signaleringsgrens, maar dit is een bewuste keuze. De goede financiële uitgangspuntsituatie stelt ons in staat om de onzekerheid rond de NOA baten op dit moment te accepteren en niet tot formatieve bezuinigingen over te gaan per 1 augustus 2015.
Interne risicobeheersings- en controle Het interne risicobeheersingssysteem opereert op diverse niveaus: • Het toetsingskader Raad van Toezicht met o.a. de financiële kengetallen toetst het beleid en voorkomt dat beslissingen worden genomen die de continuïteit van de organisatie in gevaar brengen; • Via de klantenteamgesprekken worden de ontwikkelingen op de scholen gemonitord en beleid vertaald naar het onderwijs; • De beschrijving van werkprocessen zorgt er voor dat werkzaamheden op elkaar afgestemd worden. Door de resultaten van de werkprocessen te benoemen wordt voor iedereen tastbaar wat er verwacht wordt en wat de bijdrage is aan goed onderwijs. De beschrijving van de werkprocessen wordt in 2014 verder opgepakt; • De financiële afdeling voert gedurende het jaar verschillende audits uit (zie ook interne beheersing). Door de samenwerking met het administratiekantoor is er een externe toets op de financiële administratie. In 2014 wordt een risicoanalyse uitgevoerd. De uitkomst met beheersmaatregelen wordt breed besproken in de organisatie om iedereen risicobewust te maken. De beheersmaatregelen worden opgenomen in de jaarplannen, begroting en rapportages en zijn daarmee onderdeel van de reguliere planning & controlcyclus.
37
Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden Overheid en politiek De definitieve vaststelling van de rijksbekostiging vindt pas na afloop van de periode plaats. Vooraf is niet duidelijk in hoeverre de stijgende salariskosten worden gecompenseerd door de lumpsumbekostiging. Voor 2014 stijgen de werkgeverslasten door hogere premies voor het vervangingsfonds en het participatiefonds. Deze kostenverhoging wordt zeer waarschijnlijk niet gecompenseerd. De materiële bekostiging loopt al jaren achter bij de feitelijke materiële lasten en komt gemiddeld per brinnummer uit op een tekort van € 25.000. Het Nationaal Onderwijsakkoord leidt waarschijnlijk tot extra baten in 2015, 2016 en 2017. Deze baten lijken vooralsnog incidenteel. Bovendien moeten nog afspraken gemaakt worden over de inzet van deze baten met de sociale partners. Mogelijk dat een eventuele verbetering van de arbeidsvoorwaarden uit deze middelen gefinancierd moet worden.
Groeibaten Door de wijziging van de groeiregeling kent DUO pas groeibaten toe als de stichting de minimaal gestelde groei realiseert. Hierdoor kan het voorkomen dat groei op de ene school op stichtingsniveau teniet wordt gedaan door krimp op een andere school. Scholen die te maken hebben met tussentijdse groei lopen het risico geen groeibekostiging te ontvangen.
CAO-PO Een nieuwe onderwijs CAO PO is in de maak. Onduidelijk is echter welke gevolgen de nieuwe CAO heeft voor de werkgeverslasten, waaronder de bapo. Onzeker is ook in hoeverre de lumpsumbekostiging meebeweegt met de werkgeverslasten.
38
Invoering Passend Onderwijs Per 1 augustus 2014 start Passend Onderwijs. Het samenwerkingsverband passend onderwijs waar SALTO deel van uitmaakt heeft te maken met een negatieve verevening. Dit houdt in dat het samenwerkingsverband 1,6 miljoen minder baten ter beschikking heeft dan op dit moment voor de extra ondersteuning aan leerlingen.
Kosten ziekteverzuim Op dit moment is onduidelijk hoe hoog de kosten voor vervanging zullen zijn. Enerzijds komt dit door onduidelijkheid over de premieontwikkeling bij het vervangingsfonds. Anderzijds is niet duidelijk wat het resultaat van de vervangingspool is inclusief inhuur bij Driessen (verschil tussen premie / administratiekosten en declaratie). In 2014 starten we met het onderzoek eigen risicodragerschap vervanging met als doel het risico en de kosten ziekteverzuim te verlagen en tegelijkertijd het ziekteverzuimbeleid te verbeteren.
Overheveling onderhoud buitenkant gebouw Het deel groot onderhoud buitenzijde gebouwen dat nu nog ten laste van de gemeente komt zal vanaf 2015 voor de verantwoordelijkheid van de scholen komen. Deze regeling is echter nog niet definitief. Aan de batenkant en in de voorziening groot onderhoud is hier nog geen rekening mee gehouden.
Overige ontwikkelingen in de bekostiging De kans is groot dat de kleine scholentoeslag vanaf 2016 anders ingezet zal gaan worden door de overheid. Ook de toekenning van de impulsgelden in de toekomst is onzeker. Veel risico’s hebben te maken met de bekostiging. Door de ontwikkelingen op de voet te volgen, door een flexibele schil in de formatie en de financiële buffer zijn we in staat om de kostenstructuur tijdig bij te stellen als dat nodig is. Voor het onderdeel governance ontwikkelingen verwijzen we naar het hoofdstuk beleid.
5 39
Kengetallen scholen: Leerlingen aantallen datum
aantal leerlingen 4 -7 jaar
aantal leerlingen va. 8 jaar
aantal groepen
aantal CVI beschikkingen
aantal leerlingen naar sbo
1-10-2011
143
125
14
3
2
2
1-10-2012
163
127
14
2
3
0
1-10-2013
176
124
14
4
0
0
1-10-2011
76
85
8
3
0
3
1-10-2012
76
84
8
2
1
0
1-10-2013
83
71
8
0
0
3
1-10-2011
151
111
12
2
3
0
1-10-2012
165
128
13
3
0
0
1-10-2013
172
134
13
3
4
2
1-10-2011
48
43
6
1
0
0
1-10-2012
45
39
5
3
0
0
1-10-2013
47
41
5
1
0
0
1-10-2011
90
83
8
1
0
1
1-10-2012
91
80
8
3
1
0
1-10-2013
83
91
8
3
1
1
1-10-2011
122
115
11
0
1
0
1-10-2012
123
117
11
0
1
0
1-10-2013
124
119
12
1
0
0
1-10-2011
148
168
14
7
3
0
1-10-2012
138
155
13
2
1
0
1-10-2013
139
154
12
1
1
2
1-10-2011
155
165
15
4
0
1
1-10-2012
172
167
14
2
1
0
1-10-2013
180
157
14
3
1
0
1-10-2011
86
75
9
0
0
1
1-10-2012
73
83
9
1
0
0
1-10-2013
69
81
8
1
1
0
1-10-2011
194
182
16
3
0
1
1-10-2012
204
198
17
5
0
0
1-10-2013
191
206
17
8
2
0
1-10-2011
138
128
12
2
1
0
1-10-2012
123
132
12
3
0
0
1-10-2013
120
126
11
5
0
1
1-10-2011
215
165
15
7
1
1
1-10-2012
205
167
15
8
3
3
1-10-2013
210
167
16
7
5
1
School 13BP 't Karregat
13HD Louis Buelens
13MG De Opbouw
13RA Drents Dorp
13YM De Hobbitstee
14BT Cornelis Jetses
14EV De Ontmoeting
14HO De Klapwiek
17KZ De Driesprong
17LW De Driestam
17NO Hanevoet
17NZ De Klimboom
40
aantal leerlingen naar so
Leerlingen aantallen vervolg datum
aantal leerlingen 4 -7 jaar
aantal leerlingen va. 8 jaar
aantal groepen
aantal CVI beschikkingen
aantal leerlingen naar sbo
1-10-2011
278
284
23
5
0
1
1-10-2012
270
295
23
7
1
0
1-10-2013
259
279
22
1
0
1
1-10-2011
71
64
7
4
2
0
1-10-2012
68
54
6
1
1
2
1-10-2013
72
59
6
1
0
0
1-10-2011
92
116
11
5
2
1
1-10-2012
94
111
10
6
2
2
1-10-2013
102
104
9
5
2
0
1-10-2011
264
284
22
19
5
0
1-10-2012
267
288
21
30
3
0
1-10-2013
279
270
21
8
0
2
1-10-2011
220
213
17
15
0
0
1-10-2012
223
208
17
21
1
0
1-10-2013
230
202
17
24
3
3
1-10-2011
56
90
11
8
1
1
1-10-2012
49
69
8
2
0
2
1-10-2013
27
60
6
2
6
1-10-2011
96
82
8
1
1
1
1-10-2012
98
93
8
0
0
0
1-10-2013
104
83
8
0
2
0
1-10-2011
128
135
11
2
1
0
1-10-2012
119
136
11
3
1
0
1-10-2013
132
138
11
3
0
0
1-10-2011
186
201
17
5
0
1
1-10-2012
192
205
16
1
1
4
1-10-2013
196
215
17
7
1
1
1-10-2011
394
205
28
6
2
1
1-10-2012
402
261
28
4
2
1
1-10-2013
416
296
29
12
2
0
School 17PF Floralaan
17PU De VierRing
17QK De Tempel
17RM De Trinoom
17RY Reigerlaan
21MZ De Zevensprong
21NA De Bergen
23RA De Hasselbraam
24AD De Vuurvlinder
26PL De St@rtbaan
aantal leerlingen naar so
35 5 41
Leerlingen aantallen vervolg datum
aantal leerlingen
aantal groepen
aantal CVI beschikkingen
aantal leerlingen naar so
1-10-2011
146
10
29
4
1-10-2012
159
10
29
0
1-10-2013
153
10
17
5
1-10-2011
112
8
3
3
1-10-2012
105
8
16
2
1-10-2013
96
7
24
1
SBO School 12EP De Vijfkamp
20ZJ JNS
Personeel
42
School
Aantal Aantal pers. fte 1-1-’13 1-1-’13
Aantal Aantal fte pers. 31-12-’13 31-12-’13
Waarvan Gem. Aant. pers. BAPO in vrouw leeftijd OP OP ouder WTF op 31-12-’13 dan 51jr. 31-12-’13
13BP ‘t Karregat
22,8
32
22,9
31
25
41,0
11
1,5
13HD Louis Buelens
15,9
21
14,7
20
16
43,8
8
0,9
13MG De Opbouw
20,6
27
20,5
28
20
42,7
9
0,6
13RA Drents Dorp
12,8
16
11,1
14
9
50,9
8
0,8
13YM De Hobbitstee
10,9
15
11,2
15
11
47,4
8
0,4
14BT Cornelis Jetses
16,1
20
16,0
19
15
44,7
7
0,7
14EV De Ontmoeting
17,7
23
15,7
21
18
41,1
4
0,2
14HO De Klapwiek
19,2
25
18,2
27
23
39,0
6
0,7
17KZ De Driesprong
17,2
21
14,3
18
17
38,8
6
0,8
17LW De Driestam
24,8
35
23,9
33
27
43,1
8
0,5
17NO Hanevoet
16,2
21
14,2
19
17
42,8
7
0,6
17NZ De Klimboom
23,2
35
24,1
33
30
40,7
9
0,6
17PF Floralaan
35,1
45
31,5
42
34
39,7
9
1,1
17PU De VierRing
10,4
16
9,8
15
13
42,6
5
0,5
17QK De Tempel
15,3
17
12,9
15
13
41,5
3
0,3
17RM De Trinoom
34,2
48
35,0
47
41
43,0
13
0,6
17RY Reigerlaan
27,9
36
27,5
36
30
41,7
11
0,6
21MZ De Zevensprong 14,9 12,5 21NA De Bergen
19
8,7
11
9
49,1
5
0,8
17
13,4
18
12
46,3
8
0,3
23RA De Hasselbraam
14,8
22
13,5
21
17
44,3
6
0,1
24AD De Vuurvlinder
23,5
30
24,0
31
24
38,2
5
0,2
26PL De St@rtbaan
39,1
55
38,6
53
47
38,3
8
0,5
12EP De Vijfkamp
31,0
25,3
24,5
31
24
40,1
9
1,0
20ZJ JNS
18,5
25
18,4
27
22
41,5
8
0,4
Verklaring van afkortingen AD
Algemeen directeur SALTO
Bao
BasisOnderwijs
BAPO
Bevordering ArbeidsParticipatie Onderwijs (een soort deeltijd-VUT)
BPA
Budget voor Personeels- en Arbeidsmarktbeleid
BSO
BuitenSchoolse Opvang
COBSO
Commissie Openbaar Basis- en Speciaal Onderwijs
CvB
College van Bestuur
DO
DirectieOverleg
EGO
ErvaringsGericht Onderwijs
FTE
Full-Time-Equivalent (volledige arbeidsplaats)
GMR
Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad
IB(-er)
Intern Begeleider
ICT
Informatie en CommunicatieTechnologie
IPB
Integraal Personeelbeleid
IHP
Integraal HuisvestingsPlan
MARAP
MAnagement RAPportage
MR
MedezeggenschapsRaad
NOA
Nationaal Onderwijs Akkoord
OLP
Onderwijs Leer Pakket
Rec-4 Regionaal Educatief Centrum cluster 4 (kinderen met meestal een optelsom van problemen: leerproblemen, (tweede-)taalproblemen, sociaal-emotionele problematien en problemen in de opvoedingssituatie). Rec Chiron Ambulante begeleidingsdienst voor kinderen met ernstige gedrags- en ontwikkelingsproblemen voor het gebied Oost-Brabant voor cluster 4 scholen) RvT
Raad van Toezicht
SALTO
Stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs Eindhoven/Samen Actief Leren Talenten
Ontwikkelen SBO
Speciaal BasisOnderwijs
SO
Speciaal Onderwijs
SALTO =
SPIL
Spelen, Integreren en Leren
Stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs Eindhoven/
SWV
SamenWerkingsVerband
Samen Actief Leren Talenten Ontwikkelen
TSO
TussenSchoolse Opvang
VOIP
VOice over IP
VVE
Voor- en Vroegschoolse Educatie
WSNS
Weer Samen Naar School (federatie van besturen in de regio Eindhoven)
WTF
WerkTijdFactor (1,0000 WTF is een volledige arbeidsplaats)
45
Colofon © 2014 Vormgeving: EEN ANDER BUREAU, Haarlem Druk: Nederlof, Cruquius Oplage: 100 stuks
.. n. ge lie ,v
en nn re n, pe Lo
Salto in beweg ing
© 2013 SALTO jaarverslag Odysseuslaan 2 • 5631 JM Eindhoven T 040-260 67 10 • F 040-243 49 39 • E
[email protected] Samen
Actief
Leren
Ta l e n t e n
Ontwikkelen