2016
Schoolplan 1620 SAMEN TALENTEN ONTDEKKEN & VAARDIGHEDEN ONTWIKKELEN
Inleiding Voor je ligt het schoolplan van het Griftland College voor de jaren 2016 tot 2020. Het schoolplan heeft als doel de koers voor deze periode te bepalen, het geeft de richting aan waarin we ons als school willen ontwikkelen: leerlingen en medewerkers samen. Het Platform Onderwijs2032, onder voorzitterschap van Paul Schnabel, heeft in 2015 een eindadvies gepresenteerd aan de staatsecretaris van onderwijs. In een notendop luidt het eindadvies: ‘een kleiner verplicht kerncurriculum, meer keuzevrijheid voor scholen en volop ruimte voor individuele talentontwikkeling. Laat kinderen zien waarom iets belangrijk is om te leren en hoe wat ze leren aansluit bij het echte leven’. Het eerste deel van dit advies heeft ons geïnspireerd na te denken over onderwijsvernieuwing op het Griftland College, het tweede deel is een bevestiging voor de invoering van ‘Betekenisvol Onderwijs’, waaraan wij de afgelopen jaren hebben gewerkt. Twee begrippen hebben een centrale plaats in het schoolplan: gedifferentieerd en gepersonaliseerd leren. Gedifferentieerd leren zien wij vooral als een docentactiviteit. De docent brengt bewust en doelgericht verschil aan in instructie, leertijd of leerstof aan een groep leerlingen, op basis van onder andere hun prestaties. Bij gepersonaliseerd leren ligt de focus op individuele leerroutes, waarbij verschillen tussen leerlingen als vertrekpunt worden aangeduid. Het individuele leerproces staat centraal, ondersteund door ITtoepassingen. We willen met dit schoolplan niet een kant-en-klaar plan neerleggen voor de komende jaren, het is geen blauwdruk. We beschrijven ‘de streep’ op de horizon en laten ruimte om per jaar een meer gedetailleerde ontwikkeling uit te werken. Dit zie je terug in de planning op hoofdlijnen, waarin de planning voor het eerste jaar meer gedetailleerd is uitgewerkt dan de latere jaren. Jaarlijks maken we een ‘schoolplan op een poster’, met een vertaling naar concrete doelen voor elk jaar. In het schooljaar 2015-2016 hebben we op een aantal momenten met collega’s - en in beperkte mate met ouders en leerlingen - aandacht besteed aan het nieuwe schoolplan. Eerst door samen de opbrengst van het schoolplan 1216 te bepalen en daarna door vooruit te kijken naar het nieuwe schoolplan. Op deze manier hebben we zoveel mogelijk mensen betrokken bij de inhoud en het proces. Daarin ligt de basis voor een gedeelde visie en gedeelde verantwoordelijkheid voor de plannen voor de komende jaren. In het schoolplan 1620 gaan we in op de volgende onderwerpen:
Opbrengst van het schoolplan 1216 Identiteit, missie & visie Dromen van onderwijs Ontwikkeling van het onderwijs Ontwikkeling van de school- en organisatiecultuur Randvoorwaarden: faciliteiten zoals ICT, gebouw en HRM Kwaliteit in orde Planning op hoofdlijnen
Koos Nieuwland & Eric Hordijk
Pagina 1 van 9
schoolplan 1620 – Griftland College
Opbrengst van het schoolplan 1216 Het centrale thema in het schoolplan 1216 was de invoering van Betekenisvol Onderwijs. Betekenisvol Onderwijs is een reactie op de motivatieproblematiek van veel leerlingen. Met de drie pijlers inhoud, werkvorm en contact betrekken we de leerlingen actief bij de les. In de jaren 1216 hebben op verschillende manieren gewerkt aan het vormgeven van Betekenisvol Onderwijs. We hebben een aantal studiedagen aan dit thema besteed, hierin ondersteund door het APS. Het APS heeft daarna trainingen verzorgd voor docenten. Ook hebben we sectiewerkmiddagen gereserveerd om in sectieverband het thema verder uit te diepen en te vertalen naar de lespraktijk. Het werken aan Betekenisvol Onderwijs bevalt ons goed. Dicht bij de kern van het onderwijs blijven resulteert in toegenomen betrokkenheid van docenten bij het vormgeven van het onderwijs in de lessen en daarbuiten. Het overgrote deel van de docenten is enthousiast aan de slag gegaan om Betekenisvolle Lessen te ontwikkelen en in praktijk te brengen, en doet dat nog steeds. Daarbij is tijd geïnvesteerd in het bezoeken van elkaars lessen, om vervolgens het gesprek aan te gaan over leselementen die een les betekenisvol maken. Betekenisvol Onderwijs is dan ook het vertrekpunt voor het schoolplan 1620. Vanwege de gewenste variatie in betekenisvolle werkvormen hebben we gezocht naar de optimale lesduur. Na onderzoek, waarbij we scholen met een variatie in lesduur hebben bezocht, hebben we besloten over te stappen op een lesduur van 60 minuten. We hebben ruim de tijd genomen voor de voorbereidingen op de overstap. Er is vooral hard gewerkt aan de aanpassingen van de lessentabel. We hebben extra overlegtijd aan docenten beschikbaar gesteld voor de voorbereiding van nieuwe lessen. In het schooljaar 1415 zijn we met de nieuwe lessentabel gestart. Uit de tussenevaluatie, die we in 1415 hebben uitgevoerd, bleek grote tevredenheid met de nieuwe lesduur. In de tweede helft van het schooljaar 1516 organiseren we een meer uitgebreide evaluatie van de nieuwe lesduur. Het is moeilijk vast te stellen of de overstap op de nieuwe lesduur heeft geleid tot een verhoging van de motivatie van leerlingen, het eerste doel van Betekenisvol Onderwijs. Het tweede doel was het mogelijk maken van meer variatie van werkvormen in de les. In de tussenevaluatie en in alle gesprekken, ook van de kerndirectie met de sectievoorzitters, komt duidelijk naar voren dat dit doel gehaald is. Er is door de nieuwe lesduur meer rust en ruimte in de les om te kunnen variëren. De lesduur van 60 minuten kent ook enige knelpunten. Vakken met slechts één lesuur per week in het rooster vinden lesuitval heel bezwaarlijk. Er valt immers in een keer veel lestijd uit, met consequenties voor het lesprogramma. Enkele vakken met één lesuur per week zijn overgestapt op periodisering: een deel van het jaar geen les, de andere helft meer lessen per week. De rust in het gebouw vanwege het lagere aantal leswisselingen is geen expliciet doel geweest bij de overgang op de nieuwe lesduur. De rust is wel veel genoemd in alle gesprekken en evaluatie-momenten als een mooie en belangrijke nevenopbrengst.
Pagina 2 van 9
schoolplan 1620 – Griftland College
Identiteit, missie en visie Identiteit In de 40 jaar dat het Griftland College bestaat is de christelijke identiteit altijd een belangrijke factor geweest in de ontwikkeling van het DNA van de school. Het leven van Jezus Christus inspireert ons om leerlingen en medewerkers persoonlijke aandacht en ruimte voor persoonlijke ontwikkeling te geven. De passie en inspiratie voor ons werk ligt in de relatie die we zoeken met elke leerling en elke medewerker, je leeft tenslotte niet alleen voor jezelf! Het is die identiteit die bepaalt dat op het Griftland College iedereen mee doet, vanuit de overtuiging dat ieder mens uniek en waardevol is. Het Griftland College verzorgt voortgezet onderwijs voor leerlingen in de regio Soest en Baarn, vanuit de open christelijke identiteit van de school. Open christelijk betekent dat alle leerlingen welkom zijn, zolang zij de christelijke identiteit van de school in alle vormen respecteren. Missie Wij bereiden leerlingen voor op het functioneren in een snel veranderende wereld, flexibiliteit is daarbij een voorwaarde. Daarom … … helpen we leerlingen hun talenten te ontdekken, … helpen we leerlingen hun vaardigheden ontwikkelen. We vinden het belangrijk dat leerlingen zich als mens ontwikkelen, zodat zij na hun schoolloopbaan als volwaardig lid kunnen deelnemen aan de maatschappij van morgen. Visie Ons onderwijsconcept is er op gericht leerlingen in de loop van hun schooltijd steeds meer verantwoordelijkheid te geven voor hun leerproces, waarbij zij in toenemende mate ruimte krijgen voor een individuele invulling van het lesprogramma. In dit concept kent het onderwijs een goede verdeling tussen klassikale programmaonderdelen en individuele leerroutes. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen leren om in samenwerking met elkaar te functioneren, om zo tot resultaat te komen. In ons onderwijs hanteren we de drie domeinen van het onderwijs volgens Gert Biesta, kwalificeren, socialiseren en persoonsvorming. Ook de Onderwijsraad noemt in haar rapport (mei 2016) de expliciete verantwoordelijkheid van scholen voor deze drie domeinen. Het eerste domein, kwalificeren, gaat over de kennis, vaardigheden en houdingen die nodig zijn om te functioneren in een complexe, moderne samenleving. Het tweede domein, socialisatie, heeft te maken met de kennismaking en verbinding met bestaande tradities en praktijken – zowel sociaal-culturele, politieke, religieuze en levensbeschouwelijke, als beroeps- en professionele praktijken. In het derde domein, persoonsvorming, werken we aan kwaliteiten als zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en volwassenheid. Het Griftland College is een school die de persoonlijke aandacht voor elke leerling vormgeeft door de combinatie van enerzijds de uitdaging voor iedere leerling tot excelleren op het eigen niveau en anderzijds de ondersteuning van elke leerling die dit nodig heeft. Betekenisvol Onderwijs ondersteunt het leren van leerlingen. Wanneer leerlingen betekenis kunnen geven aan het leren, bevordert dit hun motivatie voor het onderwijs. Met de drie pijlers inhoud, werkvorm en contact betrekken we de leerlingen actief bij de les en werken we aan Betekenisvol Onderwijs. Pagina 3 van 9
schoolplan 1620 – Griftland College
Dromen van onderwijs Wij dromen van onderwijs waarin leerlingen ruimte krijgen en uitgedaagd worden hun talenten te ontdekken en vaardigheden te ontwikkelen. Vaardigheden die nodig zijn om te kunnen functioneren in een complexe wereld, waarin zaken snel veranderen. Daarom betrekken wij de omgeving van de school bij de vormgeving van het onderwijs. We kijken naar de maatschappij van morgen, om van hieruit een vertaling te maken naar het nu. De maatschappij waarin onze leerlingen opgroeien is voortdurend in beweging. Technische en digitale ontwikkelingen gaan heel snel, we bereiden leerlingen voor op studies en banen die nu nog niet bekend zijn en waarvan de inhoud niet vast staat. In een snel veranderende wereld is flexibiliteit, zelfstandigheid en het maken van afgewogen keuzes van groot belang. Wij werken daarom aan vaardigheden die in de 21ste eeuw belangrijk zijn: creativiteit, kritisch denken, probleemoplossingsvaardigheden, communicatie, samenwerken, digitale geletterdheid, sociale en culturele vaardigheden en zelfregulering. Als leerlingen de school verlaten hebben zij zich niet alleen gekwalificeerd voor het vervolgonderwijs door een diploma te halen, zij hebben tevens vaardigheden ontwikkeld die hen helpen zich in de complexe maatschappij staande te houden. Ook hebben zij in de jaren die zij op school hebben doorgebracht zichzelf beter leren kennen en weten ze welke stappen ze moeten zetten om in het vervolgonderwijs en in het leven daarna succesvol te zijn. Gedifferentieerd en gepersonaliseerd leren zijn middelen om eigenaarschap bij leerlingen te vergroten. Het onderwijs is in de kern lang gericht geweest op ‘one size fits all’, de maatschappij vraagt om een andere aanpak, één waarin maatwerk veel meer ruimte krijgt. Door leerlingen gefaseerd meer verantwoordelijkheid te geven voor het onderwijsproces, leren zij gemotiveerde keuzes maken. De keuzes betreffen de inhoud van het lesprogramma en de persoonlijke invulling er van. Zo worden leerlingen steeds meer eigenaar van hun eigen leerproces. Wij verwachten dat zo de motivatie van de leerlingen voor het onderwijs wordt verhoogd. Het maken van eigen keuzes door leerlingen is mogelijk gemaakt door binnen het klassikale onderwijssysteem ruimte te creëren voor een individuele invulling van het programma. Leerlingen volgen het basisprogramma en kunnen excellentieprogramma’s volgen, verdieping en/of ondersteuning zoeken. Het klassikale programma draagt bij aan de socialisering, terwijl de eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen persoonsvorming stimuleert. In het leerproces van leerlingen spelen ouders een belangrijke rol. Het is daarom belangrijk ouders nadrukkelijk te betrekken bij het onderwijs van hun kinderen. Omdat het onderwijsproces zich voor een belangrijk deel buiten het blikveld van de ouders afspeelt, vinden we goede communicatie over ons onderwijs belangrijk. We willen niet alleen met ouders in gesprek zijn over de inhoud van het onderwijs, ook vinden we het belangrijk verantwoording af te leggen aan ouders over de resultaten er van. Deze droom heeft een sterk lange termijn perspectief. We realiseren ons dat we een aantal stappen moeten doorlopen om deze droom te verwezenlijken. Voor de periode tot 2020 betekent dit dat we inzetten op bewustwording bij docenten en op differentiatie in en buiten de les.
Pagina 4 van 9
schoolplan 1620 – Griftland College
Ontwikkeling van het onderwijs Het vergroten van de verantwoordelijkheid van de leerling vraagt om een andere rol van de docenten. De docent wordt regisseur van het onderwijsproces, met veel aandacht voor de individuele behoeften en keuzes van de leerlingen. Hiervoor krijgt de docent – op zijn beurt – eigen verantwoordelijkheid en regelruimte. Kennis van en inzicht in het leerproces van de leerlingen is hierbij noodzakelijk. Een belangrijke vraag voor docenten is dan ook hoe leerlingen leren. Inzicht in het leren van leerlingen en kennis van succesvolle interventiemogelijkheden zijn voorwaarde om het leren van leerlingen te versterken. De eerste stap in dit schoolplan is de verdere bewustwording van het leerproces van leerlingen en de veranderende rol van de docent hierin. Wat werkt en hoe kunnen we dit versterken? Waar docenten nog vaak gericht zijn op het overdragen van kennis om vervolgens te toetsen welke inspanning de leerlingen hebben geleverd om zich de aangeboden kennis eigen te maken, gaan docenten met de leerlingen op reis om antwoorden te vinden op vragen die de leerlingen zichzelf stellen. De docent zorgt voor een veilige leeromgeving waarin leerlingen hun talenten kunnen ontdekken en hun vaardigheden kunnen ontwikkelen, docenten worden zo steeds meer coach van het leerproces, naast aanbieder van lesstof. In het eerste jaar van dit schoolplan werken we onder andere tijdens studiebijeenkomsten aan een aantal onderwerpen: verdiepte kennis van het leerproces van leerlingen, de rol van de docent in het leerproces en het vergroten van eigenaarschap bij leerlingen. Zoveel mogelijk betrekken we leerlingen (en ouders) bij deze studieactiviteiten, zij weten immers als geen ander waardoor zij ‘aan’ gaan. Iedereen is gelijk én we verschillen allemaal van elkaar. Dit geldt voor leerlingen en docenten. Omdat docenten niet gelijk zijn in de manier waarop zij onderwijs vormgeven, differentiëren we ook in de scholing van docenten. Docenten die nieuw zijn op het Griftland College worden geschoold in Betekenisvol Onderwijs. Een groeiende groep docenten heeft de scholing ‘differentiëren kun je leren’ gevolgd en doet in de praktijk ervaringen op. Deze groep kan als voorbeeld dienen voor anderen en zo het differentiëren dieper de school in brengen. We stimuleren en faciliteren docenten deze scholing te gaan volgen. Door gebruik te maken van de kennis en ervaringen van docenten, zetten we hen in als teacher-leaders, zodat het onderwijs vanuit de basis wordt versterkt. Ook wordt door een groep docenten geëxperimenteerd met diverse vormen van onderwijsvernieuwing, waaronder het programma voor uitdaging en ondersteuning. Zo bereiden we ons voor op de volgende stappen naar gepersonaliseerd leren; we motiveren en faciliteren (groepen) docenten om te experimenteren. Voor deze experimenten maken we ruimte vrij voor docenten om echt aandacht aan onderwijsvernieuwing te kunnen besteden. Docenten krijgen – in sectieverband - ruimte voor eigen keuzes in het lesprogramma. De keuzes betreffen doelen, lesinhoud, lesmethode, werkvormen, en verdere opzet van het programma. Gaandeweg maken docenten steeds meer eigen keuzes bij het oplossen van praktijkproblemen. Zo geven docenten invulling aan hun verantwoordelijkheid voor het onderwijs.
Pagina 5 van 9
schoolplan 1620 – Griftland College
Ontwikkeling van de school- en organisatiecultuur Eigenaarschap voor het onderwijs en eigen verantwoordelijkheid voor het resultaat daarvan ontstaan niet vanzelf. Dat geldt voor leerlingen in relatie tot hun eigen onderwijs, voor het handelen van de medewerkers en zeker ook voor de rol van de schoolleiding als zij de eigen verantwoordelijkheid van iedereen in de organisatie wil versterken, zodat iedereen zich eigenaar voelt van het werk dat hij uitvoert. ‘De leerling en de docent zelf verantwoordelijk’ vraagt om het scheppen van een duidelijk kader, dat scherp is geformuleerd. Het onderwijs aan en van leerlingen wordt in de toekomst in toenemende mate gedifferentieerd aangeboden. De keuzes die leerlingen maken zijn geen vrijblijvende keuzes. Over de keuzes gaat de leerling het gesprek aan met de docent en met de mentor. Ook medewerkers stellen, in overleg met hun direct leidinggevende, hun ontwikkeldoelen vast. Daarmee geven zij vorm aan hun eigen professionele ontwikkeling, afgeleid van de organisatiedoelen en passend in de ontwikkeling van het team en/of de sectie. De school is een professionele leergemeenschap, waarin medewerkers werken en zich ontwikkelen, waarbij zij flexibel kunnen reageren op een omgeving die snel verandert. De medewerkers hebben de instelling om te leren om zo beter te worden, om samen te werken aan het beter leren van leerlingen. Het lerend vermogen van een organisatie wordt in belangrijke mate bepaald door de interne cultuur. Een aantal cultuurkenmerken is hierop van grote invloed: - lerende organisaties bestaan uit lerende mensen; - leidinggevenden creëren de randvoorwaarden voor leren; - er is een basisgevoel van veiligheid en vertrouwen; - er bestaat duidelijkheid rondom de visie en de doelen van de school; - er zijn gedeelde opvattingen en verwachtingen over het gewenste leiderschap. Om verantwoordelijkheid in alle lagen van de organisatie te versterken is vertrouwen nodig. Vertrouwen dat groeit wanneer we weten wat we doen en weten of dat werkt. Van groot belang is dat er continu, systematisch en cyclisch wordt gewerkt aan maximale opbrengsten, uitdagend onderwijs en adequate ondersteuning. Vertrouwen groeit als de afspraken helder zijn en wij met elkaar in gesprek zijn over gemaakte afspraken. Om dit te kunnen realiseren werken we aan een goed doordachte PDCA-cyclus. Om een school- en organisatiecultuur waarin eigenaarschap en verantwoordelijkheid goed is gedefinieerd te versterken, maken we de overstap naar organisatie 2.0. In organisatie 2.0 worden leidinggevenden in beter staat gesteld om tijd te besteden aan de individuele begeleiding van medewerkers, zodat deze meer verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun handelen en dit vertalen naar voorbeeldgedrag voor leerlingen. Dit maken we mogelijk door teamleiders te benoemen die het begeleiden en ondersteunen van docenten als focus hebben, waarbij zij niet worden afgeleid door schoolbrede taken. Een belangrijke voorwaarde voor het versterken van de school- en organisatiecultuur is een goed ingerichte gesprekscyclus, waarin veel aandacht wordt besteed aan het stellen van eigen ontwikkeldoelen en goede feedback daarop.
Pagina 6 van 9
schoolplan 1620 – Griftland College
Randvoorwaarden: faciliteiten zoals ICT, gebouw en HRM ICT Een goede ICT infrastructuur is een voorwaarde voor goed onderwijs, nu en in de toekomst. Leerlingen maken steeds meer individueel gebruik van ICT-voorzieningen om hun eigen onderwijsprogramma te kunnen volgen. De investeringen die hiervoor noodzakelijk zijn, eisen een deel van het schoolbudget. Deze zullen met voorrang worden ingewilligd, het gaat immers om de kwaliteit van het onderwijs en om de uitstraling van de school als een eigentijdse en vooruitstrevende onderwijsinstelling. Gebouw Om leren in en buiten het lokaal mogelijk te maken zijn aanpassingen in het gebouw nodig. Naast de lokalen zijn ruimtes nodig voor de individuele invulling van het leerproces. Dit betekent dat we zoeken naar mogelijkheden om delen van het gebouw hiervoor meer geschikt te maken. Een deel van de lokalen wordt vervangen door flexibele ruimtes, waar zo nodig tijdens het klassikale deel van de dag les kan worden gegeven. Een eerste belangrijke stap is het creëren van deze ruimte voor mavo- en onderbouwleerlingen. Leerlingen in de Tweede Fase hebben al de beschikking over dit soort ruimtes. Leerlingen gaan niet altijd uit zichzelf aan het werk, daarom is het belangrijk dat er toezicht is in deze ruimtes. Toezicht dat kan worden vormgegeven door formatieruimte vrij te maken voor docenten en OOP en door docenten en leerlingen elkaar te laten ontmoeten in gecombineerde werkruimtes. Personeelsbeleid / HRM Het personeelsbeleid dient de beschreven ontwikkeling van het onderwijs te ondersteunen. In 2016 starten we met teamleiders als nieuwe leidinggevenden. Om de teamleiders goed in positie te krijgen, zetten we in op persoons- en situatiegericht leiderschap. Persoons- en situatiegericht leiderschap houdt in dat de teamleiders beschikken over een diversiteit aan leiderschapsstijlen die zij gericht kunnen inzetten, afhankelijk van de persoon en de situatie. De teamleiders onderhouden een intensieve gesprekscyclus met elk van de medewerkers. Een aantal malen per jaar spreken docenten met hun leidinggevende over hun doelen die in lijn liggen met de organisatiedoelen en spreken zij over de behaalde resultaten. Tegelijkertijd investeren we in het terugdringen van de werkdruk. Eigenaarschap vraagt om regelruimte en autonomie, een toename daarvan kan positief doorwerken in de beleving van werkdruk door de medewerkers.
Pagina 7 van 9
schoolplan 1620 – Griftland College
Kwaliteit in orde, doelen voor 1620 Leren Gedifferentieerd leren: docenten houden bij het lesgeven rekening met de verschillen tussen leerlingen en passen het lesprogramma daar op aan. Dit is zichtbaar tijdens periodieke lesbezoeken door teamleiders en directie. In 2020 bestaat de leerroute van elke leerling uit een kern van klassikale lessen, met ruimte voor invulling van de individuele leerroute. Aanvullend kunnen leerlingen kiezen voor verrijkende of ondersteunende programmaonderdelen. De examencijfers zijn per vak en per afdeling hoger dan het landelijk gemiddelde. Dit moet niet los gezien worden van goede rendementscijfers. Didactiek en docent-rol Docenten ontwikkelen zich op het gebied van betekenisvol onderwijs, differentiatie en/of gepersonaliseerd leren, onder andere door het volgen van scholing. De effecten hiervan zijn zichtbaar tijdens de periodieke lesbezoeken door de schoolleiding. Docenten leren van en met elkaar. Zij doen dit door deel te nemen aan een of meer activiteiten die het samen leren versterken. Het leren is een belangrijk onderwerp in de gesprekscyclus. Docenten variëren in het gebruik van de methode en andere leermiddelen. Secties voeren regelmatig (minimaal eens per jaar) een gesprek over het gebruik van de methode eventueel in combinatie met andere leermiddelen. De uitkomsten worden geïnventariseerd en besproken met de directie. Schoolklimaat De tevredenheid van de medewerkers, gemeten met een medewerkerstevredenheidonderzoek is op een hoog niveau, dat wil zeggen boven de benchmark. Lage scores op onderdelen worden aangepakt door verbeterplannen te ontwikkelen. De tevredenheid van de leerlingen en ouders, gemeten met leerling- en oudertevredenheidonderzoeken is op een hoog niveau, dat wil zeggen boven de benchmark). Lage scores op onderdelen worden aangepakt door verbeterplannen te ontwikkelen.
Pagina 8 van 9
schoolplan 1620 – Griftland College
Planning op hoofdlijnen 16/17
17/18
Scholing Betekenisvol Onderwijs Scholing Gedifferentieerd Leren Onderzoek Gepersonaliseerd Leren Byod experience Ruimte voor experimenten Netwerk, etc. ICTvoorzieningen Aanpassingen gebouw
Ruimtes voor gepersonaliseerd leren
Organisatie 2.0
Management Development
Gesprekscyclus Inzet HR middelen
Pagina 9 van 9
schoolplan 1620 – Griftland College
18/19
19/20