S C H O O L G I D S SCHOOLJAAR Tel Website:

SCHOOLGIDS SCHOOLJAAR 2015-2016

Tel. 076- 5612777 E-mail: [email protected] Website: www.bs-mattheus.nl

Schoolgids 2015 - 2016

Mattheusschool Galder

1

1883 – 2014

2014 ………………………



2

Inhoud 1.

Een woord vooraf ………………………………………………………………………….....….blz.06

2.

Een korte karakteristiek van onze school…………………….……..... blz.07 2.1 Schoolgegevens - 2.1,1 Bevoegd gezag - 2.1.2 Het Groene Lint - 2.1.3 De Mattheusschool 2.2 Personeel op de Mattheusschool………………………………………………….…..…….. blz.08 - 2.2.1 Directie / management. - 2.2.2 Het team en de bezetting van de groepen - 2.2.3 De leerkrachten - 2.2.4 De leerkracht met ICT – taak - 2.2.5 De intern begeleider - 2.2.6 De directeur - 2.2.7 Onderwijs ondersteunend personeel 2.3 Kenmerken ,omgeving, inrichting, ouders en leerlingen…………………...…blz.09

3.

School en opvang voor alle leeftijden. …………………………………..….blz.10

4.

Waar staat de Mattheusschool voor ? …………………………………...…blz.11 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5

5.

Algemeen uitgangspunt Het kind en de ouders/ verzorgers Katholiek onderwijs…………………………………………………………………………………….blz.13 Schoolregels……………………………………………………………………………………….……….blz.14 Deelname aan projecten

Het onderwijs op onze school………………….. ……………………………….....blz.15 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5

Het onderwijs aan de groepen 1-2 De overgang naar groep 3……………………………………………………………….…………blz.16 Ons onderwijs in de groepen 3 t/m/ 8 Methodes die wij gebruiken…………………………………………………………………….….blz.17 Korte toelichting van de methodes…………………………………………………………….blz.18 5.5.1 Rekenen en wiskunde 5.5.2 Nederlandse taal 5.5.3 Lezen 5.5.4 Schrijven 5.5.5 Engels 5.5.6 Wereldorientatie 5.5.7 Studievaardigheden 5.5.8 Verkeer 5.5.9 Lichamelijke oefening 5.5.10 Muziek /schoolband 5.5.11 Techniek 5.5.12 Tekenen en Handvaardigheid 5.5.13 Drama 5.5.14 Levensbeschouwing 5.6 Didactisch handelen…………………………………………………………………………………… blz.21 5.7 Pedagogisch handelen



3

5.8 Zelfstandig werken 5.9 Opbrengstgericht werken………………………………………………………………….…….blz.21 5.10 ICT onderwijs…………………………………………………………………………………….….blz.22 5.11 21 st century skills 5.12 Cultuur…………………………………………………………………………………………………..blz.24 5.13 Sociaal- emotioneel leren 6.

De ontwikkeling van uw kind………………………………………………….… blz.25 6.1 Leerlingzorg 6.2 Methodegebonden toetsen 6.3 Niet – methode gebonden toetsen 6.4 Kwaliteitsbewaking 6.5 Consquenties van ons LOVS…………………………………………………………………..blz.26 6.6 Sociaal emotionele ontwikkeling 6.7 Rapportage over leerlingen 6.8 Gescheiden ouders………………………………………………………………………………...blz.27 6.9 Leesproblemen 6.10 Regeling diagnose en behandeling dyslexie………………………..……………..blz.28 6.11 Deltaklas 6.12 Overgang naar het voortgezet onderwijs

7.

Zorgen rondom uw kind………………………………………………………………….blz.29 7.1 definitie zorg – leerling 7.2 Intern begeleider…………………………………………………………………………………….blz.30 7.3 Zorg advies team 7.4 Onderwijsadvies 7.5 Leerlingzorg door externen 7.6 Externe zorgverleners…………………………………………………………………………….blz.31 7.7 Doorstromen en doubleren 7.8 School CJG ‘er op de Mattheusschool 7.9 Zorg voor jeugd………………………………………………………………………………………blz.32 7.10 Zindelijkheid 7.11 Kinderen en hun gezondheid……………………………………………………………….blz.33 GGD Hoofdluis Medicijngebruik en medisch handelen Be cool – feel good

8.

Passend onderwijs……………………………………………………….……………………blz.34 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8

Wat is passend onderwijs Wat kan de school bieden ? Samen met ouders Naar een andere school Toelaatbaarheidverklaring …………………………………………………………………….blz.35 Ondersteuning door het samenwerkingsverband Aanmelden door ouders Bezwaar maken

9.Tevredenheidspeilingen…………………………………………………………………..blz.36 10.

Onderzoek door inspectie…………………………………………………………….blz.38



4

11.

De organisatie van ons onderwijs………………………….…………..…….. blz. 38 11.1 Aanmelding, Inschrijving en toelating 11.2 Vervanging van leerkrachten………………………………………………………………....blz.39

Ouders en school……………………………………………..………………………………..… blz. 40

12.

12.1 Ouderparticipatie en educatief partnerschap 12.2 De Ouderraad 12.3 Ouderbijdrage 12.4 Medezeggenschap: MR en GMR 12.5 Directeur- bestuurder…………………………………………………………………………..….blz.41 12.6 Contact ouder – school 12.7 Hulplijst 12.8 Stichting bibliotheek op school………………………………………………………..……….blz.42 12.9 Wet bescherming persoonsgegeven 12.10 Klachtenregeling…………………………………………………………………………..…………blz.43 12.11 Gedragsregels mbt. sexuele intimidatie…………………………………….………….blz.44

Wie,waar en hoe werken we op onze school?.....................blz.44

13.

13.1 13.2 13.3 13.4

Ontwikkelingen schooljaar 2014 – 2015 ( Jaarplan) Bijzondere activiteiten door het jaar heen……………...…….……………………… blz.46 Groepsbezetting………………………………………………………………………………………..blz.47 Regelingen en praktische aangelegenheden…………............………………….blz.49

Regelingen en praktische zaken………………………….…………………….. blz.49

14.

14.1 Schooltijden 14.2 Regels vooraanvang en einde schooltijd 14.3 Vakantieregeling 14.4 Afspraken mbt. extra verlof 14.5 Huiswerk……………………………………………………………………………………………………blz.50 14.6 Muziek – en gymrooster 14.7 Vakantierooster 2014 – 2015……………………………………………………………………blz.51 14.8 Verzekeringen 14.9 Abonnementen 14.10 Overblijven 14.11 Verjaardagen 14.12 Roken op school 14.13 Fotograaf……………………………………………………………………………………………… blz.52 15.

Namen, E-mailadressen en telefoonnummers ……………….……blz.52

14.1 School 14.2 Directeur bestuurder en HGL 14.3 Ouderraad 14.4 Medezeggenschapsraad 14.5 Het team van de Mattheusschool ………………………………………………………..blz. 53 14.6 Onderwijs ondersteunend personeel 14.7 Inspectie basisonderwijs 14.8 EDUX 14.9 GGD-JGZ team



5

1. Een woord vooraf Beste ouders /verzorgers. Omdat U uw kind dagelijks toevertrouwt aan de zorg van de leerkrachten van een basisschool, willen wij in deze schoolgids niet aleen aangeven wat de Mattheusschool allemaal doet voor uw kind, maar ook wat dat voor Uw kind betekent! Afgelopen schooljaar hebben we met elkaar een nieuw schoolplan 2015 – 2019 geschreven. Hierin staat omschreven hoe we de komende vijf schooljaren vorm willen geven aan die “nieuwe” betekenis , maar waarbij we onze bewezen “oude” normen en waarden niet uit het oog willen verliezen. We hebben het fundament vanuit onze “oude” school meegenomen naar de nieuwe situatie. Een school moet echter veranderen omdat de samenleving verandert, waardoor we voor nieuwe uitdagingen komen te staan. Er worden nieuwe inzichten over het onderwijs en de opvoeding ontwikkeld. Door dit soort ontwikkelingen is het noodzakelijk om als school een proactieve en onderzoekende houding aan te nemen en voortdurend de kwaliteitszorg te waarborgen: doen we nog wel de goede dingen en doen we die dingen wel goed genoeg? De tijd verandert snel en wij willen de kinderen, samen met U, voorbereiden op de toekomst. Ook willen we voor de leerlingen een veilige haven en rustpunt zijn in deze woelige tijden. Op basis hiervan geeft deze schoolgids antwoord op uw vragen zodat u weet waar onze school voor staat en wat de school voor U kan betekenen. Tevens kunt U in de gids een aantal praktische zaken terugvinden zodat U met een gerust hart Uw kind aan ons kunt toevertrouwen. Voor verdere informatie kunt u altijd contact opnemen met de directeur van de school. Bovendien vindt u achter in de gids gegevens van mensen die betrokken zijn bij de school. De schoolgids wordt door het team en de MR vastgesteld en ter beschikking gesteld via onze website aan de ouders/verzorgers van onze leerlingen. Ik hoop dat de gids aanzet tot een prettige samenwerking en …….

Onze deur staat altijd open !

Namens het team van de Mattheusschool, John Meeuwissen. Directeur Mattheusschool



6

2. Een korte karakteristiek van onze school.

2.1. Schoolgegevens Naam: Adres: Telefoon: E-mail : Denominatie: Brinnummer:

Mattheusschool Brinnr. 09AJ St. Jacobsstraat 1b 4855AK Galder 076-5612777 [email protected] Rooms-Katholiek 09AJ

2.1.1.Bevoegd gezag: De school ressorteert onder de stichting ‘ SKO HET GROENE LINT’ onder leiding van een directeur – bestuurder. 2.1.2 Het Groene Lint De Mattheusschool is onderdeel van S.K.O. Het Groene Lint. Deze stichting vormt het bevoegd gezag van een zevental scholen in de gemeenten Goirle (Riel), Breda (Bavel), Alphen-Chaam (Alphen, Chaam en Galder) en Baarle Nassau (Ulicoten en Baarle Nassau.

http://www.hetgroenelint.nl 2.1.3 De Mattheusschool Onze school is de enige school in de leefgemeenschap Galder-Strijbeek. Als 'dorpsschool' vervult zij naast het geven van onderwijs een duidelijke sociale functie. Zij ondersteunt een groot aantal activiteiten dat in het dorp plaatsvindt: Koninginnedag, Carnaval, St. Nicolaas, Nieuwjaar zingen, activiteiten van de werkgroep Jeugdbelangen, kerkelijke activiteiten enz. De Mattheusschool bestaat sinds 1883. Het voormalige gebouw aan de Galderseweg 55, hebben we in januari 2014 verlaten voor de nieuwe accommodatie aan de St. Jacobsstraat. Sinds 1983 zittten de kleuters ook in de Mattheusschool. Hiervoor waren zij gehuisvest in een apart schoolgebouw t.w. “De Kleuterhof”. Met de invoering van de basisschool in 1985 is de kleuterschool volledig geïntegreerd met de lagere school. In maart 2008 is de gemeenteraad akkoord gegaan met het voorstel om in Galder te komen tot de bouw van een Multi Functionele Accommodatie (MFA).



7

Sedert 1 januari 2014 zijn wij gehuisvest in deze schitterende accommodatie aan de St. Jacobsstraat te Galder. 2.2 Personeel op de Mattheusschool. 2.2.1 Directie/managementteam Het management van de school bestaat uit de directeur en de interne begeleider. Op afroep is een leerkracht uit groep 1-2 vanwege haar expertise oproepbaar als het gaat om ondersteuning van het managementteam De directeur heeft zitting in het bovenschools directieberaad onder leiding van de directeur –bestuurder van HGL. De intern begeleider en directeur hebben zitting in het zorgteam, waar de zorg voor individuele leerlingen en het zorgbeleid van de school door de intern begeleider wordt gecoördineerd. 2.2.2 Het team en de bezetting van de groepen. De Mattheusschool heeft vier combinatiegroepen; groep 1-2, 3-4, 5-6 en 7-8. Het gemiddelde leerlingaantal zal in de komende schoolplanperiode liggen tussen 85 en 95 leerlingen. In de afgelopen vier jaar lag zaten er 20 – 26 leerlingen in een combinatiegroep. 2.2.3 De leerkrachten. Zijn verantwoordelijk voor het primaire proces; het geven van onderwijs. Zij hebben in hun normjaartaak ook ieder een stukje verantwoordelijkheid voor de praktische en de beleidsmatige gang van zaken, die het onderwijs, de school of de leerlingen direct of indirect betreffen (taakbeleid). De Mattheusschool streeft ernaar zoveel mogelijk full time leerkrachten in een combinatiegroep te plaatsen. Vakdocent: de Mattheusschool heeft een vakdocent muziekonderwijs. De leerkrachten op onze school voldoen aan het school specifiek rolprofiel van leerkracht van de Mattheusschool. 2.2.4 De leerkracht met ICT – taak. Is ondersteunend voor het personeel op het gebied van ICT-zaken. Hij/Zij is verantwoordelijk voor de implementatie van het computergebruik in de breedste zin op onze school. Ook is hij/zij betrokken bij het uitvoeren van het ICT- beleid op schoolniveau en neemt deel aan de boven schoolse werkgroep. De ICT ‘er stelt in samenwerking met de directie en het team een ICT beleidsplan op voor de schoolplanperiode (Bijlage) 2.2.5 Intern Begeleider (IB-er) Op onze school is 2 dagen per week een meerschoolse intern begeleider aanwezig. De intern begeleider volgt mede de ontwikkeling van de leerlingen. Dit gebeurt d.m.v. de gegevens vanuit het leerlingvolgsysteem en het voeren van zorgbesprekingen. Minimaal twee keer per jaar informeert de leerkracht de intern begeleider over de stand van zaken aangaande de zorgen aandachtsleerlingen. Tijdens deze bespreking wordt de leerkracht in de gelegenheid gesteld om hulpvragen te stellen. De IB-er zorgt voor de ondersteuning van de leerkrachten bij het verlenen van zorg. De ondersteuning kan bestaan uit het afnemen van diagnostische toetsen op diverse gebieden. Naar aanleiding van die gegevens en die van de leerkracht wordt er samen besloten of de leerling(e) een ander programma en/of andere begeleiding/instructie nodig heeft. Deze extra zorg wordt vastgelegd in een groepsplan/handelingsplan. 2.2.6 De directeur. Is het eerste aanspreekpunt en eindverantwoordelijk. De directeur neemt deel aan het directieberaad waarin alle directeuren van de scholen van Stichting K.O. “Het Groene Lint” zitting hebben onder voorzitterschap van onze directeur-bestuurder. De directeur op de Mattheusschool heeft lesgevende taken.



8

2.2.7 Onderwijs ondersteunend personeel. Wij hebben, in deeltijd, een conciërge en twee interieurverzorgster op onze school. 2.3 Kenmerken omgeving, inrichting, ouders en leerlingen. Ligging: Onze school staat in Galder, een dorpskern behorende bij de Gemeente Alphen- Chaam. Galder ligt onder de rook van Breda en dicht bij een belangrijke verkeersader de E19. Sinds 2014 is de Mattheusschool gehuisvest in het prachtige nieuwe “Dorpshuis” in Galder, gelegen in een prachtige “groene” omgeving wat verkozen is tot “kind vriendelijkste omgeving” van Nederland. Mobiliteit: De Mattheusschool kende in het verleden geen concurrentie. De bewoners kozen uit praktische overwegingen voor onze school. De Mattheusschool moet zich nu meer onderscheiden omdat onze bevolking niet louter meer bestaat uit oorspronkelijke bewoners. De mensen die vanuit diverse windstreken hier komen wonen hebben als belangrijkste motivatie het prettige woonklimaat. Gebouw en omgeving. De verhuizing van de Mattheusschool naar de nieuwe school is goed verlopen. Er is gezorgd voor een nieuwe inrichting van de school met aanpassingen die ten goede zijn gekomen aan het “werken” in onze school. De nieuwe speelplaats is ontworpen vanuit onze visie en is “UNIEK” te noemen.

De ruimtes in de multifunctionele accommodatie worden optimaal gebruikt voor het groep overstijgend werken. De ontwikkeling van het unieke leer -, lees- en werkplein heeft ervoor gezorgd dat didactische werkvormen buiten de groepen kunnen plaatsvinden en creativiteit niet afgeremd wordt door gebrek aan ruimte. Samenwerking door leerlingen onderling, alsmede individuele leerbehoefte of begeleiding en toets momenten kunnen optimaal ingevuld worden. Van elkaar en met elkaar leren vinden wij belangrijk. De samenwerking met de overige gerbuikers in het MFA wordt als prettig en constructief ervaren en krijgt in de komende schoolpllanperiode de nodige aandacht. Inmiddels is de verkeerssituatie en het wegdek in de omgeving van onze school herzien en opnieuw ingericht. De school heeft in samenwerking met de gemeente Alphen Chaam ervoor gezorgd dat er een nieuwe mogelijkheid, langs het voetbalterrein is gecreeerd om onze leerlingen op een veiligte manier naar school te laten komen. In samenwerking met de gemeente en Voetbalvereniging Gesta is een grasveld met omheining ter beschikking gekomen aan de achterzijde van het gebouw waar onze leerlingen gymlessen krijgen ,maar waar de leerlingen ook na schooltijd gebruik van kunnen maken. Een werkgroep bestaande uit wijkbewoners, dorpsraad, ouders en de school verwacht in dit schooljaar vorm te geven aan de nieuwe “dorpstuin” naast het schoolplein.



9

Ouders: De kengetallen laten zien dat onze school te maken heeft met hoogopgeleide ouders (MBO, HBO WO). De ouders zijn betrokken bij het schoolgebeuren, denken en doen actief en positief kritisch mee op alle niveaus. Leerlingen: Het leerlingenaantal is redelijk stabiel. Aanmeldingen vanuit “passend onderwijs” zijn merkbaar. De leerlingen werken in combinatiegroepen en de grootte hiervan ligt tussen de 15 en 25 leerlingen. De school heeft, op grond van de geboortecijfers van de gemeente, de komende vier jaren een leerlingaantal van gemiddeld 87 – 95 leerlingen

3. School en opvang voor alle leeftijden (ook tijdens de vakantie) Samen met peuterspeelzaal “Kiekeboe”, hebben we het nieuwe pand in januari 2014 betrokken. De verhuizing was een hele “happening” waarbij de gehele gemeenschap heeft meegeholpen. Kiekeboe valt inmiddels onder “PUUR” kinderopvang. Op 11 maart 2014 is PUUR kinderdagverblijf (voormalig Pebbels )in het kindgedeelte van het gebouw ondergebracht. Deze kinderdagverblijfgroep heeft plaats voor maximaal 12 kinderen tussen 0 en 4 jaar. Een combinatie-opvang met peuterspeelzaal Kiekeboe is mogelijk! De kinderen komen na de peuterochtend naar Pebbels en blijven de rest van de dag op het kinderdagverblijf. Daarnaast wordt er Buitenschoolse opvang aangeboden. Met ingang van 1 juni 2014 wordt de Buitenschoolse opvang door aangeboden voor kinderen van de Mattheusschool. De Buitenschoolse opvang is ook op maandag en tijdens vakanties en extra vrije schooldagen geopend. U kunt meer informatie vinden bij naschoolse opvang verderop in deze schoolgids Kijk ook op : http://www.puur-kinderopvang.nl/ contactperoon: Carolien Wamsteker tel . 06-31915259



10

4. Waar staat de Mattheusschool voor ? 4.1. Algemeen uitgangspunt. De Mattheusschool is een katholieke basisschool voor kinderen van 4 t/m 12 jaar. Op onze school is iedereen welkom tenzij het schoolondersteuningsprofiel verheldert dat wij het kind onvoldoende ondersteuning kunnen bieden. Wij zien het als onze taak zorg te dragen dat het kind “passend “ onderwijs op een andere school kan krijgen. In de komende planperiode zijn een aantal speerpunten aan te geven die als rode draad door onze schoolontwikkeling lopen: sociaal- emotionele ontwikkeling, opbrengsten, 21 st century skills, tijdbeheersers, educatief partnerschap en passend onderwijs. Het team van de Mattheusschool heeft in het schooljaar 2014 – 2015 geinvesteerd in het onderzoeken van de ideologie van onze medewerkers (waar geloven wij in ? ) in onze visie (wat zien we gebeuren in de wereld om ons heen ?) in een missie (wat willen we betekenen voor onze ouders en leerlingen? ) Tevens hebben we onze unieke kracht (waar zijn we goed in ?)onderzocht en onze kernwaarden(Hoe willen we werken?) benoemd. Tot slot hebben we onderzocht en omschreven wannneer we deze ambities inlossen. Het team heeft ook geinvesteerd in haar eigen identiteit en drijfveren om elkaar beter te leren begrijpen en te zorgen voor een “open”communicatie die voor leerlingen en ouders herkenbaar is. Bovenstaande is omschreven in een “identiteitsdocument wat U kunt vinden op onze website www.bs-mattheus.nl 4.2 Het kind en de ouders/ verzorgers Ons uitgangspunt is dat elk kind UNIEK is. Iedereen die op de Mattheusschool werkzaam is onderschrijft dit en wil zich hieraan dagelijks in gedrag en handelen houden: U N I E K

: : : : :

UITNODIGEND NORMEN EN WAARDEN INDIVIDU EMOTIONEEL WELBEVINDEN KENNIS

Vanuit deze letters hebben we een aantal uitgangspunten vastgesteld, die we ieder jaar bij de evaluatie van het jaarplan zullen toetsen. Uitgangspunt Uitnodigend


Resultaatgebieden Welkom aan de kinderen We kennen “alle “ kinderen

Doelen/activiteiten/kenmerken De kinderen moeten elke dag voelen dat ze welkom zijn. Dit begint bij het betreden van de speelplaats om 08.30 uur. Elke ochtend krijgen de kinderen de optimale kans om die zaken te melden die ze kwijt willen aan de leerkracht en /of klasgenoten.

Welkom aan de ouders De directie en leerkrachten zijn altijd aanspreekbaar.

De ouders zijn voor ons heel belangrijke medespelers in het onderwijs en de opvoeding van de kinderen. De deur staat voor hen altijd open. Een belangrijke participatie door de ouders proberen we op diverse


11

manieren te bewerkstelligen: o.a. meedraaien in de groepen, deelnemen aan de verschillende activiteiten, uitnodigen bij vieringen, exposities e.d. Elke vier jaar houden wij een oudertevredenheidsonderzoek (laatste januari 2015).Een Werkgroep met ouders verwerkt de aandachtspunten in een plan van aanpak. Uitnodigende inrichting van het gebouw. Sfeer, veiligheid en duidelijkheid.

Wij streven er steeds naar om een ‘warm nest’ te zijn voor de kinderen. Niet alleen in de sociaal-emotionele sfeer, maar ook in de fysieke inrichting van de school.

Uitgangspunt Normen en waarden

Resultaatgebieden De kinderen moeten duidelijk weten wat wel en niet kan. Aandacht voor: -orde en rust -sfeer en netheid –hygiëne en gedrag

Doelen/activiteiten/kenmerken Alle kinderen kennen de vaste schoolregels. Deze moeten garanderen dat zij zich veilig en geborgen voelen. Bij de start van het schooljaar worden de school- en groepsregels doorgenomen en vastgesteld en worden gedurende het schooljaar weer onder de aandacht gebracht. .

Uitgangspunt Individu

Resultaatgebieden Het individu moet tot zijn recht komen. Hoge motivatie en inzet van de leerkracht om dit te realiseren

Doelen/activiteiten/kenmerken Wij zijn er ons goed van bewust dat de mens een sociaal wezen is. Daar werken wij dan ook heel erg aan door veel samen te werken. Maar ook de eigenheid van elke individuele persoon staat bij ons hoog in het vaandel (‘elk kind is uniek’). Elk kind moet zichzelf kunnen zijn. Ook bij het aanbieden van de leerstof proberen we aan te sluiten bij het niveau van elk kind. (weektaakplanner).We werken met drie niveaus per groep Instructie – afhankelijk , -gevoelig en onafhankelijk. Ook worden er groep -overstijgende activiteiten aangeboden.

Uitgangspunt Emotioneel welbevinden

Resultaatgebieden Elk kind moet zich prettig voelen op school.

Doelen/activiteiten/kenmerken Sociaal Emotionele Ontwikkeling De leerling moet zich ‘vrij’ voelen op school. Het “goed in je vel zitten” is de basis voor alles wat we op school



12

met de kinderen willen bereiken. Dit moet als een vanzelfsprekend- heid ervaren worden. We maken in groep 1 t/m 8 gebruik van het sociaal-emotioneel leerlingvolgsysteem ZIEN om de ontwikkeling van de kinderen in kaart te brengen en zo nodig bij te sturen. De gegevens vanuit deze leerlingvolgsystemen geven ons handvatten om tot een groepsplan te komen waarin omschreven staat aan welke deelgebieden op sociaal emotioneel vlak gewerkt zal worden. We maken gebruik van de SOEMOkaarten om met de leerlingen belangrijke zaken op sociaalemotioneel gebied te bespreken.

Uitgangspunt Kennis

Resultaatgebieden Wij streven ernaar om op kennisgebied het hoogst mogelijke te bereiken. Vakbekwame leerkrachten

Doelen/activiteiten/kenmerken De intellectuele vorming staat bij ons op een hoog plan. Wij vinden het erg belangrijk om de kinderen voldoende en goede bagage mee te geven voor het voortgezet onderwijs. Het goed volgen van de leerprestaties tijdens de basisschoolperiode (LOVS) is hierbij erg belangrijk. Kinderen die moeite hebben bij het vergaren van deze kennis krijgen hierbij de nodige extra begeleiding. De Mattheusschool zet in op groeikansen en zet bij elke leerling in op een stijgend leerresultaat. Digitale analyse van LOVS gegevens vormen de basis om maatwerk te leveren als het gaat om opbrengsten per leerling.

4.3 Katholiek onderwijs De Mattheusschool is een katholieke school. Dit wil zeggen dat wij als team onze inspiratie putten vanuit een christelijke levensvisie en houding, met name vanuit de katholieke achtergrond. Het vak katechese wordt op onze school gegeven maar met een moderne methode “Hemel en aarde” die actuele zaken aanbiedt. Hierbij werken we met onderwijsprojecten, waarin bepaalde levensvragen van kinderen centraal staan. Hierin wordt zeker niet het katholieke antwoord als enige naar voren gebracht. Ook voor andere antwoorden is volop ruimte. Daarom nemen wij kinderen die geen of een andere godsdienst hebben zonder enig probleem aan. Op het moment dat de kinderen de leeftijd hebben dat zij mee kunnen doen aan de Eerste Communie of het Vormsel worden hun ouders/verzorgers benaderd door de parochie. Bij de voorbereiding helpt de school daar waar dat mogelijk is. De voorbereiding gebeurt niet onder schooltijd, maar daarbuiten onder leiding van een werkgroep van ouders en pastores.



13

4.4 Schoolregels: Naast de “normale” omgangsregels hebben we vijf schoolregels geformuleerd waar “iedereen” zich aan dient te houden. We lopen altijd rustig door de school. Ga voorzichtig om met de spullen van een ander. Wij praten vriendelijk en beleefd tegen iedereen. Als je een onenigheid niet zelf op kunt lossen praat dan met je juf of meneer. Wij spelen op de speelplaats samen en letten op de veiligheid van een ander. 4.5 Deelname door de school aan projecten.  Onze school is aangesloten bij de Stichting Samenwerkingsverband WSNS Regio Land van Nassau.  In dit schoolplan zijn de activiteiten die de school gaat uitvoeren in het kader van het lidmaatschap van de stichting beschreven.  Wij nemen elke twee jaar deel aan het project “Be Cool, Feel Good van de gemeente Alphen Chaam. Het project wordt verzorgd door de leerkrachten van de scholen in samenwerking met medewerkers van Bureau Halt, de GGD en Novadic Kentron. Het is één van de initiatieven van de gemeente om ouders te ondersteunen in hun opvoedingstaak en de kinderen bewust te maken van de belangrijke keuzes die ze moeten maken.  Wij nemen deel aan het project “kunstzinnige vorming” (Bisk / De ontdekking) van de gemeente Breda.  De Bovenbouw van de school neemt jaarlijks deel aan “Tour de techniek” een initiatief van LPI Breda om leerlingen kennis te laten maken met techniek.  Al vele jaren maken wij gebruik van het leesproject ‘ DE RODE DRAAD’.  De school werkt jaarlijks mee aan de goede doelen van de “kinderpostzegelactie”.  De school werkt jaarlijks mee aan de “Vastenactie”.  De school werkt mee aan de goede doelen van de Orange babies”.  Sinds augustus 2005 nemen wij deel aan het verkeersveiligheidsproject van de provincie Noord-Brabant (BVL).  Ieder jaar nemen we deel aan de “boomplant dag” van de gemeente Alphen Chaam.  Jaarlijks verkopen we paaseitjes t.b.v. VISEO. (kinderen met een handicap)  Jaarlijks organiseren we een “zwerfvuilactie” met de gemeente Alphen Chaam.  Deelname aan projecten van Parochies Jeruzalem Ulvenhout en Bavel (Ineke Leemput).



14

5. Het onderwijs op onze school Op de Mattheusschool proberen we een goed evenwicht te vinden in het aanleren van kennis, het stimuleren van persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van praktische vaardigheden. 5.1 Ons onderwijs aan de groepen 1 en 2 Als kleuters op 4 jarige leeftijd de school in komen krijgen ze eerst de tijd om rustig te wennen. Er verandert in korte tijd enorm veel voor deze kinderen. Ze moeten wennen aan de juffen, kinderen en materialen in de klas, maar vooral aan het feit dat ze nu 5 dagen in de week naar school mogen. Tegelijkertijd krijgen ze te maken met heel veel structuur en regeltjes die anders zijn dan ze gewend waren. Voordat kinderen tot leren kunnen komen moeten ze eerst emotioneel vrij zijn, zelfvertrouwen hebben en nieuwsgierig zijn. Wanneer aan deze voorwaarden zijn voldaan kunnen leerlingen: actief zijn, zich uiten en vorm geven, communiceren, de wereld verkennen, voorstellingsvermogen en creativiteit ontwikkelen, samen spelen en werken, zelfsturing en zelfstandigheid opbouwen, reflecteren, redeneren en problemen oplossen. De kinderen van groep 1 en 2 zitten bij elkaar in de klas. Zo kunnen de kinderen van en met elkaar leren. Bij het kleuteronderwijs is er aandacht voor de totale ontwikkeling van het kind. Verspreid over de dag komen alle aspecten aan bod. - De cognitieve ontwikkeling, zowel op reken- als op taalgebied. - Ontwikkeling van grove en fijne motoriek - Sociaal- emotionele ontwikkeling - Taak-werkhouding - Zelfstandigheid In de kleuterklas komt het leren spelenderwijs aan bod. Kinderen hebben daarom niet in de gaten dat ze aan het leren zijn. De kring is een mogelijkheid om leerstof aan te bieden. Dit komt meerdere keren per dag terug op het rooster. Het is een leermoment voor de groep, waarbij we aansluiten bij het niveau van de kinderen. Vaak wordt ook gewerkt in kleine groepjes. Tijdens deze kring komen zowel taal- als rekenactiviteiten aan bod, maar ook muziek, geheugen- en concentratie oefeningen. Na de kring is er een ruim aanbod aan ontwikkelingsmateriaal. Dit zijn materialen die de kinderen stimuleren in hun totale ontwikkeling. De ontwikkeling van ieder kind staat centraal, de leerkracht heeft hierin een begeleidende, stimulerende en observerende rol. Om zo goed mogelijk bij het kind aan te sluiten is het voor de leerkracht belangrijk om te weten wat de zone van de naaste ontwikkeling is, om zo in kleine stapjes steeds verder te komen. Om dit te bereiken kunnen we de diverse materialen inzetten, maar ook de hoeken, speelzaal en speelplaats bieden een ruim aanbod voor de kinderen om zich te ontwikkelen. Kinderen in groep 2 gaan we steeds meer, nog steeds op een spelende manier, aan de slag om de basisvaardigheden voor groep 3 aan te leren. Ontluikende geletterdheid en gecijferdheid worden dan steeds belangrijker, maar ook concentratie, werkhouding en zelfstandigheid krijgen steeds meer aandacht . Er wordt erg veel tijd besteed aan de taalvorming , omdat dit de basis is voor veel andere vaardigheden. Thematisch onderwijs staat hierbij centraal om op deze manier zoveel mogelijk aan te sluiten bij de leefwereld van het kind. Hierbij maken we o.a. gebruik van de methode Schatkist. De ontwikkeling van de kleuters wordt nauwkeurig geregistreerd voor zowel kinderen van groep 1 als van groep 2. Hiervoor gebruiken we - Observatiemethode ZIEN. Deze brengt de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in beeld van 4 tot en met 12 jaar.



15

- Cito rekenen en taal voor kleuters - CPS toets geeft duidelijkheid over de auditieve ontwikkeling van kleuters. - DHH geeft aan of een kind wel of niet hoogbegaafd is. - Eigen tussentijdse registratie om de totale ontwikkeling in beeld te brengen buiten de toetsmomenten om. 5.2 Overgang naar groep 3 Op onze school gaan de kinderen steeds met ingang van het nieuwe schooljaar naar groep 3. We hanteren hierbij de volgende instapcriteria: • Een kind dat voor 1 oktober zes wordt, mag doorstromen naar groep 3. Indien verwacht wordt dat een kind problemen gaat krijgen met het aanvankelijk leerproces, neemt de groepsleerkracht contact op met de ouders en brengt een advies uit. Het managementteam neemt de uiteindelijke beslissing over het al dan niet doorstromen • Een kind dat tussen 1 oktober en 1 januari zes jaar wordt, mag doorstromen naar groep 3, indien naar oordeel van de groepsleerkracht en het managementteam het kind daarvoor in aanmerking komt. • Kinderen die na 1 januari zes jaar worden, kleuteren in principe twee en een half jaar. In geval van twijfel kan de school deskundig advies inroepen. Het managementteam van de school neemt de uiteindelijke beslissing. - We volgen hierbij de HGL procedure najaarskinderen. - We volgen hierbij de uitkomsten van de kleutertoetsen. 5.3 Ons onderwijs in de groepen 3 t/m 8 Kinderen van nagenoeg dezelfde leeftijd zitten in combinatiegroepen bij elkaar en de verschillende leer- en vormingsgebieden worden meer dan in de kleutergroepen gescheiden gepresenteerd, zonder de samenhang uit het oog te verliezen. We houden in alle groepen steeds rekening met het ontwikkelingsniveau van de kinderen en ze krijgen waar nodig individuele aandacht. Wij noemen dat adaptief onderwijs. Er wordt altijd gestreefd naar een zo breed mogelijke basis, zodat onze kinderen later een goede aansluiting krijgen met het voortgezet onderwijs. De leerkrachten van groep 3 gaan door op wat de kinderen in de groepen 1 en 2 geleerd hebben. In het bijzonder waar het gaat om het leren rekenen, lezen en schrijven. De begrippen die hier geleerd zijn, worden in groep 3 verder met de kinderen behandeld. We moeten dan denken aan begrippen als meer, minder en evenveel. Hetzelfde geldt voor het kunnen plaatsen van getallen op de getallenlijn. Pas als dat allemaal op allerlei manieren duidelijk is gemaakt, kan een begin gemaakt worden met rekenen. Denk hierbij aan sommetjes t/m 10. Het getalbegrip wordt uitgebouwd in groep 4. Kinderen moeten vooral inzicht krijgen in hoeveelheden. Ze moeten begrijpen wat getallen betekenen, wat ze inhouden. Het optellen en aftrekken t/m 100 wordt verder uitgebreid, evenals het aanleren van de schrijfwijze van getallen. Met de tafels van vermenigvuldiging wordt begonnen. Bovendien wordt er gekeken naar de getallen boven de 100. Zo gaat het ook met het aanvankelijk lezen: kinderen moeten leren om ‘tekeningetjes’ om te zetten in letters die een klank hebben en door het samenvoegen van letters (klanken) woorden te lezen. Daarna komt pas het leren lezen. In de vorm van hele woorden, daarna korte zinnen en uiteindelijk verhalen. Vervolgens wat het betekent wat je leest, het ‘begrijpend lezen’. Het proces van aanvankelijk lezen wordt in groep 4 voortgezet. De zinsbouw en woorden worden iets moeilijker. Ook het tempo gaat omhoog. Het accent komt steeds meer te liggen op weten en begrijpen van wat er gelezen wordt. Nadat het proces van aanvankelijk lezen, rekenen en schrijven in de groepen 3 en 4 is afgerond, kunnen de kinderen de opgedane kennis en ervaringen verder gaan uitbouwen in de daarop volgende groepen.



16

Naast de nadrukkelijke aandacht voor de hierboven genoemde aspecten besteden we uiteraard ook aandacht aan diverse activiteiten op creatief gebied. Het sociaal-emotioneel aspect krijgt ook in deze groepen voldoende aandacht. 5,4 Methodes die wij gebruiken Zoals in het voorwoord reeds vermeld verandert de tijd snel en vragen we ons af wat we de leerlingen moeten leren om optimaal voorbereid te zijn op de samenleving in de 21ste eeuw. Naast taal , rekenen en lezen hebben de zogenaamde “21 century skills” onze aandacht. Wij willen de competenties samenwerken, creativiteit, ICT geletterdheid, communiceren , probleemoplossend vermogen, kritisch denken en sociale en culturele vaardigheden steeds toetsen aan onze (nieuwe ) methodes. Overzicht van de gebruikte methoden: Vakvormingsgebied Taal / Rekenen

Methode Schatkist

Groep 1-2

aanschaf 2005

Aanvankelijk lezen

3

2014

Voortgezet technisch lezen

Veilig Leren Lezen (maan, roos, vis) speelleesset Goed Gelezen

4-5-6

2005

Begrijpend lezen

Nieuwsbegrip

4-5-6-7-8

2015

Taal

Taal Actief

3-4-5-6-7-8

2008

Rekenen

Pluspunt

3-4-5-6-7-8

2013

Muziek

vakleerkracht

1-2-3-4-5-6-7-8

Schrijfvaardigheid

Schrijfdans Pennenstreken

1-2 3-4-5-6-7-8

2003 2015

Aardrijkskunde

Geobas Incl.TOPO Brandaan

5-6-7-8

2013

5-6-7-8

2013

Nieuws uit de natuur Natuurlijk Hemel en Aarde Soemo Kaarten “Zien”

5-6 7-8 1-2-3-4-5-6-7-8 1-2-3-4-5-6-7-8

Nvt. 2010 2008 2008 2014

Geschiedenis Biologie Catechese Sociaal emotioneel

Tekenen - handvaardigheid Techniek Bewegingsonderwijs

Cultuureducatie


Beeldend onderwijs “Laat maar zien “ Techniek torens Basislessen bewegingsonderwijs Werkboek bewegingsonderwijs Basisdocument bewegingsonderwijs basisonderwijs We maken hierbij gebruik van het aanbod van de gemeente Breda: ‘De ontdekking’ (BISK)


2009 1-2-3-4-5-6-7-8

2008 2010

1-2-3-4-5-6-7-8

17

Verkeer

Rondje verkeer (1-4) Klaar …………Over ( 5-8)

1-2-3-4 5-6-7-8

2014 2014

Engels Rekenkundig en taalkundig ontleden

Take it easy Ajodact.

7-8 7-8

2014 2010

Raak werkwoordspelling

Bekius

7-8

2015

5.5 Korte toelichting van de methodes 5.5.1 Rekenen en wiskunde. Vanaf groep 3 wordt er gewerkt met de methode ‘Pluspunt’ . We gebruiken de nieuwste versie van deze methode. Een zogenaamde realistische rekenmethode. Realistisch rekenen wil zeggen, dat de kinderen leren praktische problemen uit het dagelijks leven op te lossen en niet alleen rijtjes sommen te maken.In het afgelopen jaar hebben we de digitale ondersteuning van pluspunt onderzocht en als erg waardevol ervaren. We gebruiken dit om optimale instructielessen te kunnen verzorgen. 5.5.2 Nederlandse taal. De Mattheusschool werkt met de methode ‘Taal Actief’. Het taalonderwijs is veelomvattend. Onze taalmethode kent een basisprogramma dat volledig voldoet aan de eisen die de inspectie eraan stelt. Het blijkt dat we met “Taal Aktief” goed kunnen differentiëren. We kunnen met de methode kinderen individueel helpen bij kleine achterstanden, maar ook kunnen we hen extra stof bieden als zij daaraan toe zijn. Het digitale gedeelte van de methode zorgt ervoor dat de leerlingen op hun eigen niveau kunnen oefenen. De toetsresultaten uit het digitale gedeelte verschaffen de leraar de mogelijkheid om de juiste vervolgstof aan te bieden. 5.5.3 Lezen. In groep 3 maken we een start met het structureel leren lezen. Er wordt gewerkt met de nieuwste versie van ‘Veilig Leren Lezen’. Hierbij worden ook I – pads ingezet in dit schooljaar In de groepen 4, 5 en 6 gebruiken we voor het voortgezet technisch de methode ‘Goed Gelezen’. Voor begrijpend lezen stappen dit jaar over naar een nieuwe methode voor begrijpend lezen: “Nieuwsbegrip” De teksten van nieuwsbegrip zijn digitaal en komen rechtstreeks uit de actualiteit en bieden de mogelijkheid om de I – pads in te zetten. We leren de kinderen niet alleen technisch en begrijpend lezen; we brengen ze ook de liefde voor boeken bij. We werken zeer nauw samen met Theek 5 (bilbliotheek op school) , die schooljaar haar intrek in onze school (1e verdieping) genomen heeft. Het protocol leesonderijs is dit jaar ter beschikking en we hebben hiervoor zowel roostertechnisch als qua organisatie de nodige voorwaarden gecreëerd. 5.5.4 Schrijven. Schrijven leren de kinderen met de methode Pennenstreken in groep 3- 6. Onze omgeving hecht nog steeds aan een goed handschrift en we gaan de komende schoolplanperiode schrijfonderijs in groep 3-6 intensiveren. Dit jaar wordt onderzocht of de typevaardigheid geintroduceerd kan worden methode. In groep 1 en 2 leren we de schrijfbasis aan met de methode Schrijfdans. Schrijfonderwijs draagt er toe bij dat leerlingen een duidelijk, leesbaar, verzorgd en vlot handschrift krijgen. In groep 7-8 is er geen sprake meer van schrijfjles, maar is er aandacht voor een duidelijke schriftelijke verwerking in alle door de leerlingen gemaakte opdrachten.



18

5.5.5 Engels. In groep 7 en 8 wordt Engels gegeven. We werken in het schooljaar 2014 – 2015 met de nieuwe methode “Take it easy” Kinderen leren eenvoudige gesprekjes te voeren over allerlei alledaagse onderwerpen. Ze worden via het digibord begeleid door een “native speaker”. Het praten met elkaar en plezier beleven aan het spreken in een andere taal is het belangrijkste. Omdat het VO steeds meer tweetalig onderwijs (TTO)aanbiedt (ook op HAVO niveau) wordt in groep 5-6 onderzocht of leerlingen in een vroeger stadium een (extra) Engelstalig aanbod kunnen krijgen waardoor een basis (woordenschat, uistpraak enz. )gelegd wordt voor het volgen van de Engelse lessen in groep 7-8. Het uiteindelijke doel is om in deze schoolplan periode in “alle”groepen Engelse les te gaan geven. 5.5.6 Wereldoriëntatie Op heel veel momenten wordt gesproken over de wereld om ons heen en brengen we kinderen kennis bij over het heden en het verleden. Wij werken met aparte vakken Geschiedenis (Brandaan groep 5-8) Aardrijkskunde (Geobas groep 5-8))en Biologie/ Natuurkunde (Natuurlijk groep 7-8). Ook hier gebruiken we de ondersteuning van het internet om de wereld, de natuur en de historie in de klas te brengen. Ook door middel van klassengesprekken, spreekbeurten, schooltelevisie, werkstukjes e.d. werken wij aan wereldoriëntatie. 5.5.7 Studievaardigheden Studievaardigheden worden voor kinderen steeds belangrijker. In de fcito – eindtoets komen vaak vraagstukken aan de orde waarbij de leerlingen geconfroneteerd worden met andere vraagwijzen als uit de reguliere methodes. Het voldoende beheersen van de onderdelen uit studievaardigheden geeft inzicht in de vaardigheden van de leerlingen die ze nodig hebben in het voortgezet onderwijs. In groep 7-8 hebben we de methode Blits voor de groepen 7 en 8. Met Blits leren de kinderen het lezen, begrijpen en verwerken van allerlei informatiebronnen: teksten, kaarten, tabellen en grafieken. 5.5.8 Verkeer Ondanks dat we in een zeer rustige woonomgeving werken, vinden we het belangrijk dat de kinderen zich de verkeersregels en het juiste gedrag op straat eigen maken. We gebruiken hiervoor de methode Klaar over. De oudste kinderen nemen deel aan het verkeersexamen van Veilig Verkeer Nederland. Hiernaast doen we als school mee aan het z.g. BVL-project van de provincie NoordBrabant. BVL staat voor Brabants VerkeersveiligheidsLabel. Het BVL biedt basisscholen en gemeenten de helpende hand om structureel en meer op de praktijk van alle dag gerichte verkeerseducatie te geven. Het is een parapluproject van de provincie Noord-Brabant voor verkeerseducatie gericht op jongeren tussen 4 en 12 jaar. Jaarlijks stellen we hiervoor een activiteitenplan op en om de vier jaar proberen we weer de nodige punten te behalen om”SEEF” te kunnen behouden. www.bvlbrabant.nl

In samenwerking met de gemeente Alphen-Chaam en een opgerichte werkgroep besteden we extra aandacht aan een verkeersveilige schoolomgeving. We bespreken dit jaarlijks in een bovenschoolse werkgroep.



19

Vorig schooljaar waren we verbonden aan het “STARS” project Na een evaluatie is besloten met dit project te stoppen gezien de werkdruk die dit met zich meebracht en de gerringe meerwaarde voor onze leerlingen. 5.5.9 Lichamelijke oefening (gymnastiek) In groep 1 en 2 staat bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. Er wordt in de speelzaal en op het schoolplein gespeeld en gegymd. Vanaf groep 3 krijgen de kinderen 2 lessen per week in de sporthal bij de Leeuwerik. Hiervoor gebruiken we de methode Basislessen Bewegingsonderwijs 5.5.10 Muziek Elke groep krijgt een half uur les van onze vakleerkracht. Plezier in musiceren staat bij de muzieklessen voorop. Het accent ligt op het zingen, spelen op instrumenten en het bewegen op muziek. Daarnaast leren de leerlingen enkele basisbegrippen en eenvoudige beginselen van het notenschrift. Op school is een uitgebreid instrumentarium aanwezig. Tijdens de schoolvieringen laten de leerlingen elkaar zien wat ze allemaal kunnen: zingen, acteren, musiceren, dansen, enz. Bij deze vieringen zijn ouders van harte welkom om te komen kijken en luisteren. Samen muziek maken bevordert het groepsgevoel en uit verschillende onderzoeken is gebleken dat creativiteit leidt tot betere leerprestaties. Aan het eind van het schooljaar voert groep 8 een musical op waarbij ze behalve acteren en zingen ook zelf het decor maken. Schoolband: Vanaf groep 6 kunnen leerlingen meespelen met het schoolorkest. Elke instrumentalist mag gratis meedoen. De kinderen krijgen partijen mee naar huis die ze zelf (of met hulp van hun eigen muziekleraar) oefenen. De schoolband treedt gemiddeld 3 keer per jaar op en wordt geleid door de vakleerkracht muziek. 5.5.11 Techniek Hiervoor gebruiken we de methode ‘Techniek Torens’. Onder de noemer “TOUR de TECHNIEK” ,ontstaan dankzij een initiatief van het bedrijfsleven , zorgt de werkgroep “LPI Breda” jaarlijks voor een impuls om de leerlingen met vele vormen van techniek in diverse beroepen kennis te maken. 5.5.2 Tekenen en handvaardigheid We gebruiken we de digitale methode ‘Beeldend onderwijs ‘. (“Laat maar zien”) 5.5.13 Drama We hebben hiervoor geen aparte methode, maar we begeleiden de leerlingen in hun eigen creatieve ideeën. Deze toneelstukken, musicals, en rollenspelen worden dan, met name tijdens de vieringen en bij de creatieve onderdelen uit onze methodes, in de klas of in een voorstelling gepresenteerd. De producties van o.a. Benny Vreden en Spotlight Musical Productions worden regelmatig aangeschaft en uitgevoerd als een themavoorstelling voor de hele school. 5.5.14 Levensbeschouwing. Onze school is een katholieke school. Dit wil zeggen dat wij als team onze inspiratie putten uit een christelijke levensvisie en houding. Als methode gebruiken wij ‘Hemel en Aarde’. Aan de kerkelijke feesten wordt uitgebreid aandacht besteed. De Eerste Communie en het Vormsel worden verzorgd door een werkgroep vanuit de parochie. Dit gebeurt buiten schooltijd. De districtskatecheet bezoekt jaarlijks onze



20

school om informatie uit te wisselen, onze projecten te begeleiden en informatie aan te leveren. Deelname aan projecten van Parochies Jeruzalem, Ulvenhout en Bavel (Ineke Leemput). 5.6 Didactisch handelen Op onze school geven de leraren op een effectieve wijze gestalte aan gedifferentieerd onderwijs (werken met groepsplannen). We differentiëren bij de instructie (directe instructie) en de verwerking (zowel naar inhoud als naar tempo). Omdat we veel waarde hechten aan de zelfstandigheid van de leerlingen laten we leerlingen waar mogelijk samenwerken. 5.7 Pedagogisch handelen Onze leerkrachten zijn van cruciaal belang. Zij hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak: hun leerlingen op te voeden tot goede burgers. Daarom vinden we het belangrijk dat leerlingen goed met zichzelf en met anderen (dichtbij en ver weg) kunnen omgaan. leerkrachten creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Kernwoorden zijn: relatie, competentie en autonomie. Wij hechten veel waarde aan een positieve, gekwalificeerde en motiverende leraar, een begeleider die ervoor zorgt dat de leerlingen het werk zelfstandig (samen met anderen) kunnen doen. 5.8 Zelfstandig werken. Op onze school hechten we veel waarde aan de zelfstandigheid van de leerlingen. Kernwoorden daarbij zijn: zelf(samen) ontdekken, zelf (samen) kiezen, zelf (samen) doen. Naast zelfstandigheid vinden we het belangrijk om de eigen verantwoordelijkheid van onze leerlingen te ontwikkelen. Het is vanzelfsprekend dat autonomie en eigen verantwoordelijkheid niet betekent dat de leraren de leerlingen te snel en te gemakkelijk loslaten. Leraren begeleiden de leerprocessen en doen dat “op maat”: leerlingen die (wat) meer sturing nodig hebben, krijgen die ook. De Mattheusschool werkt met een protocol “opbrengstgericht werken”. Doordat wij groot belang hechten aan het “volgen” van onze leerlingen en het “analyseren” van (digitale) toetsgegevens zijn wij in staat om het aanbod voor elke leerling op maat te verzorgen. We spreken dan over drie instructiegroepen: - Instructie- afhankelijke leerlingen - Instructie - gevoelige leerlingen - Instructie- onafhankelijke leerlingen. Het goed zelfstandig kunnen werken is in onze combinatiegroepen een vereiste om voldoende te kunnen oefenen en leren. Het kunnen omgaan met “uitgestelde aandacht” wordt vanaf groep 1 in het didactisch concept van elke groep als speerpunt ingevoerd. Als basis voor de indeling van onze leerlingen werken we met groepsplannen en individuele handelingsplannen. Deze groepen en individuele leerlingen krijgen een eigen aanbod per vakgebied in de zogenaamde “weektaak” (In groep 3 een dagtaak) Deze weektaak wordt door de leerkracht gevuld met taken uit de methodes die de leerling zelfstandig moet kunnen afwerken. De verkorte interactieve instructie voor de hele groep , gevolgd door zelfstandig werken en verlengde instructie voor de “gevoelige” leerlingen moeten leiden tot een prettig en duidelijk werkklimaat. Tijdens het zelfstandig werken leren de leerlingen met vaardigheden als samenwerken, plannen, indelen, nakijken en verantwoorden omgaan. 5.9 De opbrengsten: Opbrengstgericht werken Op onze school werken we opbrengstgericht (doelgericht).9protovcol opbrengst gericht werken) Daarbij richten we ons op de gemiddelde vaardigheidsscore van de Citotoetsen. Per Cito-toets is een doel (een norm) vastgesteld In bepaalde gevallen is deze afgeleid van de inspectienormen( zie managementrapportage) en waar dat niet het geval is, hebben we zelf doelen (managementrapportage) vastgesteld. Het opbrengstgericht



21

werken wordt ondersteund door ons Cito leerlingvolgsysteem. Het digitaal toetsen van de leerlingen op het gebied van spelling en rekenen draagt bij tot het nauwkeurig analyseren van de getoetste onderdelen. Hierdoor kan maatwerk geleverd worden op specifieke onderdelen. Bij de bespreking van de groep (leerlingen) wordt de uitslag van de toets (de gehaalde gemiddelde vaardigheidsscore) vergeleken met de norm (de gewenste gemiddelde vaardigheidsscore). Als de gewenste score structureel onder de gewenste score is, worden er door de IB-er en de leraar interventies afgesproken. Deze interventies kunnen zijn: Meer tijd besteden aan dat vak-/vormingsgebied (roosteren) Instructie wijzigen en verbeteren: consequent directe instructie toepassen Intensiever automatiseren Methode-aanbod uitbreiden Differentiatie aanpassen De schoolleiding en de IB-er voeren klassenconsultaties uit om te observeren of het de leraar lukt om de interventies toe te passen en te bepalen of de interventies effect hebben. Leraren worden ook gekoppeld (collegiale consultatie) om good-practice op te doen. Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven (zo hoog mogelijke) opbrengsten na m.b.t. met name taal, rekenen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. We achten het van belang dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden, en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend en succesvol vervolgonderwijs. 5.10 ICT onderwijs. De computer is niet meer weg te denken uit het leven van leerlingen. ICT geletterdheid (21 century skill) is als speerpunt voor de komende planperiode weggezet en wordt ondersteund door een significante investering van het bestuur door het ter beschikking stellen van nieuwe en verbeterde ICT middelen (netwerk, hardware en software) . Hiermee speelt het bestuur passend in op de nieuwe ontwikkelingen. Het is nu zaak dat deze investering aanzet tot samenwerking in digitale leergemeenschappen, over de grenzen van leeftijden, vakken, jaren, scholen, hardware en softwarepakketten heen. De digitale leerweg optimaal uitstippelen voor leerlingen vraagt doorgedreven teamwork, vanuit een visie op de vaardigheden, attitudes en kennis die jonge mensen nodig zullen hebben. Onze school beschikt over een compleet computernetwerk inclusief draadloos Wi-Fi systeem waardoor het mogelijk is dat werkplekken flexibel in te zetten zijn in alle ruimtes De school heeft 3 digitale schoolborden en de kleutergroep beschikt over een “Touch screen”. De hardware voor de leerlingen beslaat uit 13 laptops en 13 I – PADS waardoor het mogelijk is leerlingen in een combinatieklas in zijn geheel en individueel met een digitaal instrument te laten werken. De leerlingen leren al in groiep 1-2 om te gaan te gaan met ICt middelen. Op de computer wordt er met programma’s gewerkt die bij de methoden horen. Ook wordt deze veel ingezet om leerlingen extra hulp te bieden. Het tweemaal per schooljaar cito - LOVS toetsen van onze leerlingen gebeurt ook digitaal evenals de registratie van de sociaal emotionele ontwikkeling via het programma ZIEN. Vanaf het schooljaar 2015- 2016 heeft de school de beschikking over een opgeleide ICTcoach/ coördinator die de opdracht heeft een nieuwe impuls te geven en voorstellen te doen m.b.t. ICT. Ook is de Rolf groep aangetrokken als nieuwe beheerder van ons systeem . 5.11 21st century skills Leerlingen krijgen vaardigheden mee waardoor ze klaar zijn voor het functioneren in de 21ste eeuw. Deze vaardigheden worden niet als apart vak aangeboden maar maken onderdeel uit van het dagelijks aanbod. In onze didactische en pedagogische aanpak zullen de leerkrachten bewust deze skills onderwijzen en zelf tonen.



22

Uit observaties en interviews bleek dat leerkrachten over deze vaardigheden beschikken en vaak toepassen in de praktijk. Het is zaak dat in het aanbod er bewust wordt omgegaan met deze talenten en dat we vaardigheden ontwikkelen om in dit aanbod te kunnen voorzien. Het bestuur van de stichting erkent deze noodzaak en heeft voor de komende periode extra mogelijkheden (met name ICT) gecreëerd om in optimale omstandigheden te kunnen gaan werken. Ons team wil deze mogelijkheden optimaal benutten en zal zich richten op de volgende speerpunten: Samenwerken Bij samenwerken gaat het om het gezamenlijk realiseren van een doel en anderen daarbij kunnen aanvullen en ondersteunen. Meer specifiek gaat het om: - verschillende rollen bij jezelf en anderen (h)erkennen; - hulp kunnen vragen, geven en ontvangen; - een positieve en open houding ten aanzien van andere ideeën; - respect voor culturele verschillen; - kunnen onderhandelen en afspraken maken met anderen in een team; - kunnen functioneren in heterogene groepen; - effectief kunnen communiceren. Probleemoplossend werken Bij deze vaardigheid gaat het om het (h)erkennen van een probleem en om het kunnen komen tot een plan om het probleem op te lossen. Meer specifiek gaat het om de volgende kennis, (deel)vaardigheden en houdingen: - problemen kunnen signaleren, analyseren en definiëren; - kennen van strategieën om met onbekende problemen om te gaan; - oplossingsstrategieën kunnen genereren, analyseren en selecteren; - het creëren van patronen en modellen; - het kunnen nemen van beargumenteerde beslissingen. ICT-geletterdheid Bij deze vaardigheid gaat het om het effectief, efficiënt en verantwoord gebruiken van ICT. Het gaat hierbij om een combinatie van: ICT-(basis)vaardigheden: * het kennen van basisbegrippen en functies van computers en computernetwerken (‘knoppenkennis’); * het kunnen benoemen, aansluiten en bedienen van hardware; * het kunnen omgaan met standaard kantoortoepassingen (tekstverwerkers, spreadsheetprogramma’s en presentatiesoftware), * het kunnen omgaan met softwareprogramma’s op mobiele apparaten; * het kunnen werken met internet (browsers, e-mail); * op de hoogte zijn van en kunnen omgaan met beveiligings-en privacyaspecten; computational thinking: Denkprocessen waarbij probleemformulering, gegevensorganisatie, -analyse en representatie worden gebruikt voor het oplossen van problemen met behulp van ICTtechnieken en gereedschappen Kritisch denken Bij kritisch denken gaat het om het kunnen formuleren van een eigen, onderbouwde visie of mening. Meer specifiek gaat het om: - het effectief kunnen redeneren en formuleren; - informatie kunnen interpreteren, analyseren en synthetiseren; - hiaten in kennis kunnen signaleren; - het kunnen stellen van betekenisvolle vragen; - het kritisch reflecteren op het eigen leerproces;



23

- het open staan voor alternatieve standpunten. Communiceren Het gaat bij communiceren om het effectief en efficiënt overbrengen en ontvangen van een boodschap. Meer specifiek gaat het om het: - doelgericht kunnen uitwisselen van informatie met anderen (spreken, luisteren, de kern van een boodschap herkennen, effectief verwoorden, duidelijk zijn, ruis voorkomen); - kunnen omgaan met verschillende communicatieve situaties (gesprekken, presentaties, debatten, etc.) en het kennen van de gesprekstechnieken, - regels en sociale conventies bij elke situatie; - kunnen omgaan met verschillende communicatiemiddelen (teksten, films) en het hanteren van verschillende strategieën daarbij; - hebben van inzicht in de mogelijkheden die ICT biedt om effectief te communiceren. Sociale en culturele vaardigheden Bij deze vaardigheden gaat het om het effectief kunnen leren, werken en leven met mensen met verschillende etnische, culturele en sociale achtergronden. Meer specifiek gaat het om: - constructief kunnen communiceren in verschillende sociale situaties met respect voor andere visies, uitingen en gedragingen; - het (her)kennen van gedragscodes in verschillende sociale situaties; - eigen gevoelens kunnen herkennen en gekanaliseerd en constructief kunnen uiten; - het tonen van inlevingsvermogen en belangstelling voor anderen; - bewust zijn van de eigen individuele en collectieve verantwoordelijkheid als burger(s) in een samenleving. De 21st century skills en de implementatie hiervan hebben gevolgen voor de deskundigheid van de leerkrachten, voor ons aanbod, voor onze middelen (digitale leermiddelen) en onze organisatie (inclusief didactiek en klassenmanagement). Het laatste aspect vraagt ook om doordenking van de rol van de leraar, de rol van de leerling en de rol van de ouders/verzorgers. In de komende planperiode zal deze rol duidelijk worden. 5.12 Cultuur Wij maken gebruik van de diensten van het Bisk (=Brabants Instituut Steunfunctie Kunstzinnige Vorming). Binnen een menu van vier jaar komen de kinderen twee maal per jaar in contact met verschillende vormen van kunst/cultuur. We doen dit in de vorm van een project en brengen dan ook een bezoek aan een museum, theater enz. 5.13 Sociaal emotioneel leren (citaat “Kees van Overveld”(gedragsdeskundige) “Veel leraren wijzen op de eenzijdige oriëntatie van groepsplannen: veel aandacht voor rekenen, lezen, taal (en daarbinnen ook nog alleen op spelling en woordenschat) en weinig aandacht voor het sociaal-emotioneel leren van de leerling. Wereldwijd is er een beweging gaande die pleit voor een evenwichtigere balans tussen ‘denken en voelen’: naast academische vakken meer aandacht voor sociaal-emotioneel leren en groepsontwikkeling. Veel leraren zijn ervan overtuigd dat sociaal-emotioneel leren (SEL) deel uit moet maken van het lesaanbod. Want SEL en groepsontwikkeling: • hebben een preventieve insteek; leerlingen ontwikkelen niet of minder snel emotionele of gedragsproblemen;



24

• zorgen voor positieve resultaten, zoals een prettiger schoolklimaat en een toename van sociale en emotionele competenties; • maken de weg vrij voor leerlingen om effectief en veilig te kunnen leren waardoor de leerresultaten kunnen worden verbeterd. Wij denken dat leraren meer waarde hechten aan het werken met groepsplannen als het hele kind daarin terugkomt. Dus: zowel gedrag en sociaal-emotioneel leren als het cognitieve deel. Een goed en evenwichtig groepsplan zou daarom moeten bestaan uit een voorwaardelijk deel (gedrag, groepsontwikkeling en sociaal-emotioneel leren) en een deel over de schoolse vakken.” Op de Mattheusschool is altijd sprake geweest van een prettig pedagogisch klimaat. Het team van de Matteusschool zal zich blijven inspannnen om het sociaal emotioneel leren en welbevinden een wezenlijk onderdeel van onze pedagogische aanpak te laten zijn.

6 De ontwikkeling van uw kind 6.1 Leerlingzorg Wij begeleiden uw kinderen zo goed mogelijk en nemen maatregelen als de prestaties en het welbevinden van een kind achterblijven bij de verwachtingen. Dit geheel wordt de leerlingenzorg genoemd. Om ouders te informeren over de vorderingen of prestaties van hun kind stellen onze leerkrachten rapporten samen, die mondeling worden toegelicht tijdens de 10-minutengesprekken. De kwalificaties op onze rapporten zijn gebaseerd op methodegebonden toetsen en objectieve toetsen (niet-methodegebonden toetsen). 6. 2 Methodegebonden toetsen Dit zijn toetsen die afgenomen worden naar aanleiding van de lessen in de groep ter afsluiting van een leerstofeenheid of hoofdstuk. Vaak staan ze in de handleiding van de methode en zijn ze door de uitgeverij samengesteld. Vaak zijn deze ook voorzien van een grove normering. 6.3 Niet-methodegebonden toetsen: Om er zeker van te zijn dat het onderwijs op onze school op niveau is, toetsen we de kinderen regelmatig met objectieve landelijk genormeerde toetsen op een aantal gebieden van lezen, begrijpend lezen, taal en rekenen en in de hogere leerjaren ook op andere gebieden, zoals studievaardigheden en sociaal-emotionele elementen. Deze zijn van CITO (= centraal instituut toetsontwikkeling). Wij noemen dat het Leerlingen en Onderwijs Volg Systeem (LOVS). Het LOVS geeft leerkrachten betrouwbare informatie over de vorderingen van leerlingen en de groep als geheel. Verder geeft het LOVS inzicht in de kwaliteit van het onderwijs op scholen. Op onze school hanteren wij een uitvoerige toetskalender. De kinderen van groep 7 doen mee aan de ‘Cito-Entree Toets’ en de leerlingen van groep 8 aan de ‘Drempeltoets 678’ en aan de ‘Cito – Eindtoets’ (voor meer informatie zie: www.cito.nl/po). 6.4 Kwaliteitsbewaking (LOVS) Het leerlingen onderwijsvolgsysteem (LOVS) voor de cognitieve vaardigheden, ook wel verstandelijke vaardigheden genoemd, is een systeem, dat bestaat uit een procedure van tweemaal per jaar af te nemen toetsen over alle leerjaren. Het toetst kinderen op veel verschillende onderdelen in veel verschillende vakgebieden. Zo worden de vakken rekenen, lezen, taal en wereldoriëntatie op verschillende onderdelen getoetst. Het systeem laat zien hoeveel een kind in een bepaalde periode heeft bij geleerd. Als een kind bijvoorbeeld een grotere hoeveelheid en een moeilijkere tekst kan lezen na dezelfde



25

periode, kun je constateren dat het kind iets heeft bijgeleerd. Op deze ‘meten is weten’ wijze kunnen we het niveau van ons onderwijs vergelijken met het gemiddelde niveau van onderwijs van de andere scholen in Nederland. Met de door ons gebruikte toetsen is het mogelijk de vorderingen van een kind te vergelijken met alle kinderen in ons land. Zo heeft de school een goede maatstaf voor het beoordelen van die vorderingen. Ook kunnen we achterhalen of elk individueel kind op de goede weg is. We nemen de volgende Cito LVS toetsen af:  Lettertoets (groep 2)  Taal voor kleuters gr. 2 (groep 1 en 2)  Rekenen voor kleuters gr. 2 (groep 1 en 2)  Spelling (groep 3-8)  Begrijpend lezen (eind groep 3 en tweemaal groep 4-8)  Rekenen/wiskunde (groep 3-8)  Werkwoorden (groep 7/8)  Studievaardigheden (vanaf schooljaar 2014 – 2015)  Drie-minutentest (groep 3-8)  AVI-lezen  Cito entreetoets (groep 7)  Cito Eindtoets (groep 8) 6.5 Consequenties van het LOVS. Het leerlingen onderwijsvolgsysteem geeft ons op schoolniveau de mogelijkheid om consequenties te trekken uit onze manier van onderwijs geven en/of onderdelen van het onderwijsprogramma te verbeteren. Als de resultaten niet beantwoorden aan de verwachtingen, willen we graag weten waarom dat is en kunnen we aanpassingen doen. Het LOVS kun je beschouwen als de kwaliteitsbewaking van ons onderwijs. 6.6 Sociaal Emotionele Ontwikkeling Belangrijke zaken zoals persoonlijkheidsvorming, sociaal-emotionele ontwikkeling, werkhouding en gedrag laten zich moeilijk meten, maar ze zijn zeker zo belangrijk als leren. Door nauwkeurig naar kinderen te kijken , observeren, probeert een leerkracht ook hierover voldoende gegevens te krijgen. We maken in groep 1 t/m 8 gebruik van het sociaal-emotioneel leerlingvolgsysteem “ZIEN” om de ontwikkeling van de kinderen in kaart te brengen en zo nodig bij te sturen. De gegevens vanuit deze leerlingvolgsystemen geven ons handvatten om tot een groepsplan te komen waarin omschreven staat aan welke deelgebieden op sociaal emotioneel vlak gewerkt zal worden. We maken gebruik van de SOEMO-kaarten om met de leerlingen belangrijke zaken op sociaal-emotioneel gebied te bespreken. 6.7 Rapportage over leerlingen Wij zien nogal wat van de kinderen en merken heel wat op. Omdat veel ouders hun kinderen naar school brengen, hebben de leerkrachten veel korte, informele gesprekjes. Met name bij jonge kinderen is dit erg gebruikelijk. Naast informele contacten wordt er ook formeel over de leerlingen gesproken. De school kent drie rapportage momenten in januari , april en juli. Het eerste en tweede rapport worden besproken in de 10-minutengesprekken (ouderavonden in januari en april). In deze rapporten vindt u de resultaten van de observaties, de methode gebonden toetsen en de resultaten van het Cito - Leerlingvolgsysteem. Naar aanleiding van de vorderingen van uw kind kan de leerkacht u ook op andere momenten , liefst samen met de leerling , uitnodigen om de voortgang te bespreken. Het is duidelijk dat wij een goede communicatie tussen ouders en leerkrachten erg belangrijk vinden in de begeleiding van een kind en dat het kind hier deelgenoot van mag zijn. In de komende plan periode gaan we de leerling steeds meer betrekken bij deze afspraken. Wij hopen dan ook dat u altijd ingaat op een uitnodiging voor een gesprek over en met uw kind.



26

Vorig schooljaar zijn we voor het eerst begonnen met overdrachtgesprekken. De reden hiervoor is dat we de doorgaande lijn van de groepen voort wilen zetten. U wordt in het begin van het nieuwe schooljaar, indien nodig, uitgenodigd om bijvoorbeeld de afspraken van het voorgaande jaar, het laatste rapport en de zorg voor uw kind met de “nieuwe” leerkracht te bespreken. Dit initiatief mag ook van U uitgaan. Dit juichen wij erg toe. Blijf niet rondlopen met vragen ,maar laat U informeren. De leerkracht is voor U het eerste aanspreekpunt als U vragen heeft. Komt U er niet uit dan zijn de intern begeleidster en directeur graag bereid om U van verder advies te dienen. In navolging van de Wet op de Persoonsregistratie heeft iedere ouder altijd het recht de op school geregistreerde informatie over zijn/haar kind in te zien. Wij verstrekken slechts gegevens (dus ook rapportgegevens) aan derden, als daar een wettelijke verplichting voor is. Wij denken hierbij aan rapportage naar scholen voor voortgezet onderwijs, waar uw kind na onze basisschool naar toe gaat. 6.8 Gescheiden ouders In november 1995 is de Wet Gezag en Omgang van kracht geworden. Deze wet verplicht scholen om alle nodige informatie te verschaffen aan de ouder die het kind niet verzorgt. Deze ouder moet hier echter wel zelf om verzoeken. Een dergelijk verzoek houdt weer niet in dat de school periodiek informatie moet verschaffen. Indien bij ons het adres van de niet verzorgende ouder bekend is, wordt de jaarlijkse schoolgids en het rapport (indien de ouder dit wenst) toegezonden. Indien deze ouder ook de ouderavonden wenst te bezoeken, dan spreekt deze ouder dat zelf af met de betreffende leerkracht. Bij gescheiden ouders of ouders die hun kinderen in co-ouderschap opvoeden vinden wij het erg wenselijk dat beide ouders op gesprek komen. Als dit niet mogelijk is, bent u zelf verantwoordelijk om elkaar op de hoogte te brengen van de vorderingen van uw kind (art. 1:377b Burgerlijk wetboek). 6.9 Leesproblemen Op onze school willen we zo goed mogelijk onderwijs verzorgen. Dat betekent ook dat we tijdens de leerprocessen nauwkeurig observeren hoe de kinderen met de leerstof omgaan; begrijpen ze de opdrachten meteen, voeren ze de taken goed uit en kunnen ze wat ze geleerd hebben goed onthouden? Bij alle vakken volgen we de leerlingen nauwkeurig. In de eerste leerjaren, vooral in groep 3 en groep 4, is het leren lezen voor kinderen een geweldig belangrijke stap. In onze moderne maatschappij is goed kunnen lezen een eerste vereiste. Daarom volgen we het leesproces bij onze leerlingen ook zo nauwkeurig, zodat we snel kunnen reageren als het kind dat nodig heeft. Zoals bij alles wat we leren gaat ook het leren lezen niet bij alle kinderen op dezelfde manier en in dezelfde tijd. Naar leesproblemen is veel onderzoek gedaan; er wordt steeds meer duidelijk over hoe je leesproblemen vroeg kunt signaleren en wat je dan aan begeleiding van de kinderen kunt doen. Op de Mattheusschool blijven wij ons ook voortdurend bijscholen over de nieuwe ontwikkelingen bij het lezen. In Nederland blijken zo'n 10 % van de leerlingen moeite te hebben met het leren lezen in groep 3 en groep 4. De hulp die we dan kunnen geven is vaak extra oefening, veel herhaling en nog eens opnieuw uitleg geven. We kunnen nu vaak al in het begin van het leesproces zien, dat sommige kinderen meer tijd nodig hebben om zich het aanvankelijk lezen eigen te maken. Dit bespreken we dan met de ouders van die kinderen en kunnen dan voorstellen om extra thuis te oefenen. Voor een enkele leerling is al deze hulp niet voldoende en kan er sprake zijn van dyslexie. Dyslexie is een specifieke taalstoornis die



27

het gevolg is van problemen met het verwerken van de fonologische of klankinformatie van de taal. Dyslexie komt bij ongeveer 3 à 4% van de leerlingen voor. 6.10 Regeling diagnose en behandeling dyslexie Vanaf 1 augustus 2014 moeten scholen aan leerlingen een passende onderwijsplek aanbieden. Ook voor leerlingen met lees- en spellingsproblemen of dyslexie heeft de basisschool de zorg om passende ondersteuning te realiseren. Op grond van de Jeugdwet zijn gemeenten vanaf 1-1-2015 verantwoordelijk voor de beschikbaarheid en de bekostiging van de specialistische diagnostiek en behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED.) Leerlingen (vanaf 7 jaar) met Ernstige Enkelvoudige Dyslexie komen in aanmerking voor specialistische behandeling. Enkelvoudig betekent dat een kind naast dyslexie geen ggz-stoornis, beperking of andere taal- en of leerstoornissen heeft die belemmerend zijn voor dyslexieonderzoek en/of behandeling. De gemeenten vergoeden geen hulpmiddelen of andere zaken, anders de EED-zorg voor kinderen in de leeftijd van 7 tot 13 jaar. De gemeente heeft daarvoor contracten afgesloten met zorgaanbieders, die de diagnostiek en behandeling uitvoeren. Voor meer specifieke informatie verwijzen we naar het schoolspecifiek protocol dyslexie. Deze is in te zien/aan te vragen bij de IB-er van de school. 6.11 Deltaklas Binnen HGL zijn leerlingen die bovenmatig pienter zijn. Daarmee zijn ze begaafd of heel begaafd, maar nog niet altijd hoogbegaafd. De ervaring in Nederland geeft aan dat het samenbrengen van ontwikkelingsgelijke kinderen een grote invloed heeft op hun motivatie en dat zij het ook als erg prettig ervaren. Om te kijken of een leerling in een aanmerking komt voor de Deltaklas, wordt het protocol DHH (Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid) doorlopen onder begeleiding van de hoogbegaafdheidsspecialist van het Groene Lint. De kinderen krijgen in de Deltaklas een dagdeel in de week een speciaal programma aangeboden. Zij hebben een middenbouwgroep (groep 3, 4 en 5) en een bovenbouwgroep (groep 6, 7 en 8) Zij werken aan pittige opdrachten en werkstukken, hebben lessen in filosoferen en drama en worden uitgedaagd door puzzels, spellen en computeropdrachten. Daarnaast krijgen zij moeilijkere werkjes mee die tijdens de lessen ‘zelfstandig werken’ in de klas gemaakt worden. Binnen HGL hebben we een Deltaklas op De Spindel in Bavel en de Willibrordusschool in Alphen. In principe gaan onze kinderen naar Bavel. 6.12 Overgang naar het voortgezet onderwijs Kijkend naar de laatste jaren mogen wij stellen dat onze leerlingen voldoende bagage mee hebben gekregen om het voortgezet onderwijs in te stappen. Het is natuurlijk moeilijk om de resultaten van ons onderwijs in cijfers uit te drukken. Zaken als: plezier in school hebben, je geborgen en gerespecteerd voelen zijn moeilijk te meten.De landelijke gemiddelde score van de cito-eindtoets ligt meestal rond 535. Onze scores de laatste 5 jaren waren: 2010 2011 2012 2013 2014 2015

: 541.9 : 544,1 : 540,1 : 543,9 : 539,5 (inclusief 1 leerling niveautoets (542,2 gemiddelde overige lln) : 537,3 (inclusief 1 leerling niveautoets) 539,4 (gemiddelde overige lln. )

De uitstroom naar het Voortgezet Onderwijs van de laatste vijf jaren was als volgt: 2010 : 12 leerlingen: 2011 : 16 leerlingen: 2012 : 08 leerlingen:


MAVO 2, MAVO/HAVO 5, HAVO/VWO 4, VWO 1 MAVO 2, MAVO/HAVO 2, HAVO/VWO: 10, VWO 2 VMBO 2 , HAVO/VWO 6


28

2013 : 13 leerlingen 2014 : 12 leerlingen : 2015 :

13 leerlingen:

VMBO 2, MAVO/HAVO 5, VWO 6 VMBO Basis 1. leerlingen VMBO TL (Mavo) 2 Mavo – Havo 2 Havo-VWO 4 VWO 1 gymn.ath TTO 2, Vmbo kader 2 ,vmbo TL – Mavo 3, Havo-vwo 4, atheneum Tweetalig onderwijs 3, gymnasium 1

Na acht jaar gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Ze hebben de keuze uit nogal wat scholen. Wij proberen hen en hun ouders bij die keuze te helpen. Met de BOVO-procedure willen we alle kinderen het laatste jaar begeleiden om het juiste niveau voor voortgezet onderwijs te bepalen Voorts bestaat er de mogelijkheid om een psychologisch onderzoek te doen via de onderwijsbegeleidingsdienst of een ander instituut. Bij twijfel geeft de leerkracht van groep 8, na overleg met de ouders, deze kinderen hiervoor op. In november 2015 is een eerste informatieavond Voortgezet onderwijs. Naar aanleiding van de bijeenkomst kunnen ouders een voorlopig advies krijgen van de leerkracht groep 8. Op deze wijze kunnen ouders met hun kinderen gericht gaan kijken naar scholen in het voortgezet onderwijs. De scholen van het voortgezet onderwijs houden jaarlijks voorlichtingsavonden, waarop verschillende V.O.-scholen zich naar ouders en kinderen presenteren. Bovendien wijzen we kinderen en ouders op de open dagen die in de maanden januari en februari door het voortgezet onderwijs worden gehouden. Daarnaast gaan de schoolverlaters op bezoek bij een V.O.-school “in bedrijf”. Meet informatie over de scholen in Breda, de procedure ,de aanmelding enz. kunt U vinden op: www.vobreda.nl . Tijdens de eerste rapportbesprekingen in Januari wordt door de leerkracht van groep 8 een eerste gesprek gevoerd over de schoolkeuze en wordt er met de ouders gesproken over de wensen van de leerling en de ouders. De leerkracht formuleert, in samenspraak met teamleden die de leerling in de groep gehad hebben, de intern begeleider en de directie naar aanleiding van de resultaten van de leerling, de wensen van de ouders en leerling een advies. In het schoolkeuzegesprek in februari wordt aan de ouders en de leerling dit advies toegelicht. Er wordt door de leerkracht groep 8 een plaatsingsadvies en een diploma - perspectief aangegeven. De leerling maakt vervolgens zijn of haar schoolkeuze bekend alsmede twee alternatieven die noodzakelijk zijn als bij de school naar keuze te veel aanmeldingen zijn.

7. Zorgen rondom uw kind Dit hoofdstuk gaat over problemen met kinderen op school. Als uw kind problemen heeft, dan wilt u natuurlijk graag helpen. In dit hoofdstuk staat hoe u dat kunt doen. Maar tevens wat de school doet. De meeste kinderen hebben weinig of geen problemen op school. Soms gaat het wat minder goed met een kind. Wellicht is dit voor korte tijd, maar mogelijk heeft een kind ook langere tijd extra aandacht nodig. Meestal krijgt een kind die hulp van de eigen leerkracht in de eigen groep op momenten, dat de anderen bezig zijn met zelfstandig werk of andere activiteiten. 7.1 Definitie zorg leerling Mattheus Een zorg leerling op onze school is een kind met extra onderwijsbehoeften dat op grond van systematisch verzamelde informatie aantoonbaar in deze groep, bij deze leerkracht, in deze school met deze thuissituatie en afgezet tegen zijn of haar mogelijkheden onvoldoende profiteert van het onderwijsaanbod en daarom van de leerkracht vraagt dit aanbod didactisch en/of pedagogisch zo af te stemmen dat het kind weer zo optimaal mogelijk kan leren om de gestelde doelen te bereiken.



29

Wij willen er steeds meer aan gaan werken om “onderwijs op maat” aan te bieden. Hierdoor kunnen we leer- en/of gedragsproblemen in een vroeg stadium signaleren en een eventuele behandeling al op jonge leeftijd plaats laten vinden. We maken hierbij gebruik van de volgende mogelijkheden: 7.2 Intern Begeleider (IB-er) Op onze school is anderhalve dag per week een meer schoolse intern begeleider aanwezig. De intern begeleider volgt mede de ontwikkeling van de leerlingen. Dit gebeurt d.m.v. de gegevens vanuit het leerlingvolgsysteem en het voeren van zorgbesprekingen. Minimaal twee keer per jaar informeert de leerkracht de intern begeleider over de stand van zaken aangaande de zorgen aandacht leerlingen. Tijdens deze bespreking wordt de leerkracht in de gelegenheid gesteld om hulpvragen te stellen. De ib-er zorgt voor de ondersteuning van de leerkrachten bij het verlenen van zorg. De ondersteuning kan bestaan uit het afnemen van diagnostische toetsen op diverse gebieden. Naar aanleiding van die gegevens en die van de leerkracht wordt er samen besloten of de leerling(e) een ander programma en/of andere begeleiding/instructie nodig heeft. Deze extra zorg wordt vastgelegd in een groepsplan/handelingsplan. 7.3 Zorg Advies Team (ZAT) Het kan voorkomen dat u of wij behoefte hebben aan speciale hulp om problemen bij een kind te kunnen begeleiden. Wij hebben binnen onze school een Zorg Advies Team wat vier keer per jaar bij elkaar komt. Dit team bestaat uit onze IB-er, de collegiale consultatiegever uit het speciaal basis onderwijs, een orthopedagoog van Edux, een maatschappelijk werkster vanuit het CJG en de directeur van onze school. Dit zorgteam kan op afroep aangevuld worden met externe specialisten zoals een GGD-verpleegkundige of leerplichtambtenaar van de gemeente. De leden van het ZAT hebben een adviserende rol m.b.t. het opstellen van begeleidingsadviezen voor leerlingen en de ontwikkeling van de zorg binnen de school. 7.4 Onderwijsadvies Het kan ook voorkomen dat een probleem zo groot is, dat we behoefte hebben aan een aanvullend onderzoek. In zo’n geval kunnen we een beroep doen op Edux (het onderwijsadviesbureau waar wij als school gebruik van maken). Met uw toestemming wordt een leerling geobserveerd en voert een medewerker van Edux een specialistisch onderzoek uit. Het onderzoek wordt met u doorgesproken en samen gaan we bekijken welke maatregelen nodig zijn om uw kind optimaal te kunnen begeleiden. Deze uitgebreide onderzoeken kunnen maar in beperkte mate plaatsvinden. 7.5 Leerlingenzorg door externen In toenemende mate zien we dat ouder(s) op eigen initiatief en voor eigen rekening externe hulp inschakelen om extra zorg voor hun kinderen te organiseren. Daarom is er een regeling vastgesteld voor het alle scholen die onderdeel zijn van Het Groene Lint, getiteld ‘Leerlingenzorg door externen onder schooltijd’. U vindt deze regeling op de website van SKO Het Groene Lint (www.hetgroenelint.nl) Het bevoegd gezag van Het Groene Lint staat in beginsel afwijzend ten opzichte van het inschakelen door ouders van externe hulp. Indien er sprake is van een medische indicatie of indien er door het zorgteam van de basisschool kan worden aangetoond dat de te verlenen hulp een onmisbare schakel in het hulpverleningsproces is, wordt hierop een uitzondering gemaakt. Als dit is aangetoond, dient er door de ouder(s) en de uitvoerder van de hulpverlening aan de school een verklaring te worden afgegeven waaruit blijkt dat de school is gevrijwaard van verantwoordelijkheid ten aanzien van deze extra begeleiding.. Op deze manier kunnen school en bevoegd gezag niet aansprakelijk worden gesteld voor de



30

kwaliteit of gevolgen van de door de externe hulpverlener geleverde diensten en producten. Wel dienen goede afspraken gemaakt te worden over de frequentie, tijdsduur en wijze waarop terugkoppeling naar school plaatsvindt. Als dit allemaal goed is geregeld, kan de school alsnog toestemming geven. 7.6 Externe zorgverleners In overleg is het mogelijk dat externe zorgverleners onder schooltijd in het schoolgebouw leerlingen begeleiden. Dit is alleen mogelijk als er in het gebouw een ruimte hiervoor beschikbaar is. Bovendien moet aan alle voorwaarden voldaan zijn die in de notitie "Leerlingenzorg door externen onder schooltijd" genoemd worden, met uitzondering van wat gesteld wordt bij de genoemde begin- en eindtijden van de school. Met nadruk moet hier gesteld worden dat deze tijd besteed aan kinderen niet onder de verantwoordelijkheid van de school valt. De school verleent alleen onderdak. 7.7 Doorstromen/doubleren Het doorstroom- en/doubleerbeleid is altijd gericht op de ontwikkeling van de individuele leerling. De school bekijkt in samenspraak met de ouders of kinderen al dan niet kunnen doorstromen naar het volgende jaar. Specifieke afspraken zijn vastgelegd in het protocol versnelde leertijd/leertijdverlenging groepen 1 t/m 8. 7.8 School CJG- er op de Mattheusschool Hallo, ik ben Mieke van Elsacker, sinds enkele jaren ben ik werkzaam als School CJG-er in Galder op de Mattheusschool Wat is het CJG? Het Centrum Jeugd en Gezin is er om ouders en jeugdigen van 0 tot 23 jaar te ondersteunen bij kleine en grote vragen over opvoeden en opgroeien. CJG Breda is dé vraagbaak voor ouders, opvoeders en kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar uit gemeente Breda en Baarle Nassau. Ook brengt het CJG ouders en jeugd met elkaar in contact. Door samen ervaringen uit te wisselen ervaren zij dat zij er niet alleen voor staan. Waarvoor voor kunt bij mij terecht? Als u vragen heeft over opvoeden dan kunt u bij mij terecht. Bijvoorbeeld als uw kind angstig is en niet kan slapen, of als uw kind wordt gepest. Ik kan u dan adviseren hoe u hier mee om kunt gaan. Door er met elkaar over te praten kunnen we voorkomen dat kleine vragen, grote problemen worden. Ik werk nauw samen met de intern begeleider van de school. Samen met de docenten kijk ik mee hoe de leerlingen van school zich ontwikkelen en of ze lekker in hun vel zitten. Wanneer kinderen hier op school problemen hebben kan ik samen met de leerkracht en ouder meedenken hoe hiermee om te gaan. Als er (tijdelijk) meer ondersteuning nodig is voor uw kind of u als ouder, kan ik een CJG-coach inschakelen. Op de Mattheusschool is dat Hannie Bankers. Zij kan een aantal gesprekken hebben met u en / of met uw kind(eren). Mocht er meer gespecialiseerde hulp nodig zijn, dan kunnen Hannie of ik u hierover adviseren. Welzijn van het kind voorop Als school CJG-er werk ik nauw samen met de school, maar ik ben niet in dienst van de school. Ik ben een onafhankelijke en neutrale gesprekspartner. De ontwikkeling en het welzijn van uw kind staan voorop. Als u vragen heeft kunt u mij bereiken via [email protected] Meer informatie over het CJG kunt u vinden op www.cjgbreda.nl.



31

Opvoeden en opgroeien is niet altijd even gemakkelijk. Soms is informatie of ondersteuning welkom of simpelweg zelfs nodig. Maar wie helpt u het beste op weg? Er zijn zoveel organisaties voor jeugd(gezondheids)zorg! De medewerkers van het CJG geven advies en denken met u / je mee. Het CJG is op verschillende manieren bereikbaar: - via de website www.cjgbreda.nl - algemeen telefoonnummer (gratis): 0800 – 444 0003 - via de mail: [email protected] 7.9 Zorg voor Jeugd In de keten van jeugdzorg werkt een groot aantal instellingen samen. Elk voelt zich vanuit zijn eigen invalshoek zeer verantwoordelijk voor de problemen van of met jongeren. Dat vergt optimale samenwerking, co, informatie-uitwisseling en afstemming, maar dat werkt niet altijd vanzelfsprekend. Soms gaat het niet goed en dan dreigt er een jongere tussen wal en schip te geraken. Soms gaat het zelfs echt mis. Om dat zoveel mogelijk te voorkomen heeft de provincie Noord-Brabant subsidie beschikbaar gesteld om de coördinatie van zorg in heel Noord-Brabant te verbeteren. Met deze subsidie is een signaleringssysteem ontwikkeld in de vorm van een webbased computerprogramma. Met dit programma worden problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0-23 jaar in een vroegtijdig stadium gesignaleerd, waarna direct overgegaan wordt tot coördinatie. Eén van de signaalgevers zijn wij als basisschool. Dit houdt in dat twee van onze personeelsleden geautoriseerd zijn meldingen binnen dit systeem te doen. De school zal daadwerkelijk melden ingeval van mishandeling en ernstige verwaarlozing. De school geeft aan de ouders door dat een melding gedaan gaat worden. Meer info op: www.zorgvoorjeugd.nu Bij het vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld volgen wij de volgende vijf stappen: Stap 1: Eerst brengen wij de signalen in kaart. Stap 2: We vragen advies aan deskundige collega, aandachtsfunctionaris, bij AMK/BJZ en/of SHG. Stap 3: We praten met cliënt, ouder(s) en/of kind. Stap 4: We wegen aard, ernst van een risico op kindermishandeling of huiselijk geweld. Stap 5: We beslissen: zelf hulp organiseren of melding doen bij AMK/BJZ en/of SHG 7.10 Zindelijkheid Het frequent voorkomen van leerlingen die nog niet zindelijk zijn noodzaakt ons tot het vaststellen van een protocol ‘Zindelijkheid’. Het liefst zouden wij alle kinderen welkom heten en hulp geven maar de praktijk leert ons dat dit praktische problemen oplevert. Zowel voor de leerling en ouders als de leerkracht en klasgenoten. Maatschappelijke instellingen en zorgverzekeraars bieden nog niet altijd de gewenste (tussen)oplossingen. Daarom de hieronder genoemde aandachtspunten: 1. Het af en toe verschonen van kinderen bij incontinentie is voor de leerkracht geen probleem. Het is afhankelijk van de situatie: of de leerkracht verschoont of een ouder/oppas wordt gebeld. 2. Wanneer echter sprake is van een structureel probleem wordt er contact opgenomen met de ouders om samen een oplossing te zoeken. Wanneer ouders niet in staat zijn om assistentie te organiseren, ondernemen ouders en directie in overleg vervolgstappen. Dit kan inhouden dat de school afwijkt van bovenstaande regels en helaas de leerling niet langer op school kan toelaten. De school zal uiteraard alle medewerking verlenen bij een eventuele verwijzing naar een passende onderwijssituatie.



32

7.11 Kinderen en hun gezondheid. GGD Bij de aanvang van de basisschoolperiode wordt de zorg voor het kind van het consultatiebureau overgenomen door de GGD, afdeling jeugdgezondheidszorg (JGZ). Aan de Mattheusschool is een team van de GGD verbonden bestaande uit een jeugdarts, logopedist, jeugdverpleegkundige met assistente. Het team wordt verder ondersteund door een jeugdpsycholoog en voorlichters van de afdeling Gezondheidsbevordering. De GGD-medewerkers zetten zich in voor een gezonde groei en ontwikkeling van de jeugd. Zij doen dit door het actief opsporen van gezondheidsrisico’s en het uitvoeren van programma’s en activiteiten die de gezondheid van de jeugd bevorderen en beschermen. Een greep uit de activiteiten die de GGD uitvoert: Vroegtijdig opsporen van spraak-, taal- en stemstoornissen door de logopedist. Gezondheidsonderzoek van groep 2 door de jeugd-verpleegkundige. Onderzoek door jeugdverpleegkundige in groep 7. Hoofdluis. Hoofdluis hebben is beslist geen drama en u hoeft uzelf geen verwijten te maken als uw kind hoofdluis heeft opgelopen. Het krijgen van hoofdluis heeft helemaal niets te maken met lichamelijke hygiëne: hoofdluis komt niet alleen voor op vuile,ongewassen hoofden, maar juist op schone haren. Hoofdluis is betrekkelijk onschadelijk. Het geeft alleen veel jeuk en door krabben kunnen er infecties ontstaan. Constateert u hoofdluis bij uw kind, waarschuw dan de school. Op woensdag na elke vakantie worden de kinderen door ouders die de luizencommissie vormen gecontroleerd. Wordt bij zo’n controle hoofdluis geconstateerd, dan worden de ouders daarvan in kennis gesteld. Het spreekt vanzelf, dat wij verwachten dat er dan maatregelen genomen worden. Wij maken als preventie gebruik van luizenzakken, waarin de kinderen elke dag hun jas opbrengen. Medicijngebruik en ‘medisch’ handelen van leerkrachten Het kan gebeuren dat kinderen onder schooltijd medicijnen moeten innemen. Ook moeten er soms onder schooltijd controles uitgevoerd worden of andere ‘medische’ handelingen worden verricht die met ziekte of medicijngebruik te maken hebben. Voor alle zaken die met het bovenstaande te maken hebben heeft Het Groene Lint een Protocol Medicijnverstrekking en Medisch handelen vastgesteld. U kunt op de website van Het Groene Lint daar kennis van nemen (www.hetgroenelint.nl). Twee hoofdzaken hieruit zijn dat er nooit medicijnen, dus ook geen pijnstiller, aan een kind zal worden verstrekt zonder uitdrukkelijke toestemming van een van de ouders. Voor bepaalde handelingen is een bekwaamheidsverklaring vereist. Zonder deze verklaring kan en zal de school bepaalde handelingen niet verrichten. Verder kan van de school nooit worden geëist dat bepaalde ‘medische’ handelingen uitgevoerd dienen te worden. Belangrijk is een goede afstemming tussen ouders en school waar het gaat om chronische ziekte van het kind. Daarin moeten verwachtingen en mogelijkheden helder worden besproken. Be cool Feel good … Het preventieproject voor de groepen 7 en 8 wordt verzorgd door de leerkracht van de scholen in samenwerking met medewerkers van Bureau Halt, de GGD, de Politie, Novadic Kentron en Sportservice Noord-Brabant. 'Be Cool......Feel Good' is één van de initiatieven van de gemeente om ouders te ondersteunen in hun opvoedingstaak en de jongeren zelf bewust te maken van belangrijke keuzes die ze nu al - op zo jonge leeftijd - zullen moeten gaan maken: ga ik alcohol gebruiken? ga ik drugs gebruiken? blijf ik sporten? Een aantal jaren geleden werd het project voor het eerst georganiseerd in Alphen-Chaam en wegens succes telkens geprolongeerd.Dit schooljaar wordt weer uitgebreid aandacht geschoniene aan deze matyerie in groep 7-8.



33

8. Passend onderwijs Het bestuur waar onze school onder valt, werkt met een groot aantal andere schoolbesturen in de regio samen in twee samenwerkingsverbanden. Voor naam school is dit het samenwerkingsverband SWV OOK / SWV Plein 013. Dit is het samenwerkingsverband waarin de schoolbesturen afspraken maken over Passend onderwijs. De afspraken die in het samenwerkingsverband worden gemaakt gelden voor alle aangesloten scholen, dus ook voor onze school. Daarnaast adviseert en ondersteunt het samenwerkingsverband onze school bij het vormgeven van Passend Onderwijs. 8.1 Wat is Passend onderwijs? Heel veel kinderen in onze school leren en ontwikkelen op een manier zoals de ouders/verzorgers en de school verwachten. Er is dan niet veel reden tot zorg. Maar soms gaat het leren moeilijk, mist een kind de uitdaging of is er sprake van een beperking of een probleem met het gedrag. De leraar kan een signaal geven dat het minder gaat op school. De leraar neemt dan contact met u op. Maar ook u als ouder/verzorger kunt een signaal afgeven dat het niet goed gaat met uw kind. Het is belangrijk dat u dat samen met de leraar bespreekt. Misschien is extra zorg of begeleiding noodzakelijk. Passend onderwijs wil graag bereiken dat elk kind de ondersteuning krijgt die nodig is. En u als ouder/verzorger bent daarbij een belangrijke partner. Onze school kan vaak prima passend onderwijs bieden. Maar soms is hulp daarbij nodig. Partners helpen ons daarbij. Zo is voor onze school een schoolmaatschappelijk werker en een sociaal-verpleegkundige van de GGD beschikbaar. En er is een consulent van het samenwerkingsverband die ons helpt bij het in beeld brengen van het probleem en bij het bespreken van de oplossingen. We betrekken daarbij ook jeugdhulpverlening als dat voor het kind of gezin noodzakelijk is. Natuurlijk wordt u daar nauw bij betrokken. We maken dan samen een arrangement dat past bij de ondersteuningsbehoefte van het kind. Ouders zijn wel verplicht daaraan mee te werken, bijvoorbeeld door informatie beschikbaar te stellen. 8.2 Wat kan de school bieden? Wat onze school kan bieden aan extra ondersteuning staat beschreven in het ondersteuningsprofiel van de school. Dat profiel is door onafhankelijke deskundigen eind 2013 beschreven. In dit profiel is te lezen wat onze school aan extra ondersteuning kan bieden en wat de ambities zijn voor de komende jaren. Het ondersteuningsprofiel van onze school is opgenomen in het overzicht van het samenwerkingsverband. Als u daarover meer wilt weten, kunnen we u informeren. 8.3 Samen met ouders Om Passend onderwijs te kunnen realiseren is samenwerking van het grootste belang. U als ouders/verzorgers bent daarbij voor ons de belangrijkste partner. U kent het kind in de thuissituatie, wij kennen het kind in de schoolsituatie. Samen vullen we dat aan. Samenwerken betekent elkaar als partner zien. Het betekent ook dat we van elkaar verwachten dat we elkaar steunen, afspraken nakomen en informatie met elkaar delen. Communicatie met elkaar over uw kind is heel belangrijk. 8.4 Naar een andere school Voor sommige kinderen moet de school vaststellen dat ze, ondanks al de extra hulp, het kind niet kan bieden wat het nodig heeft. Dan moet de school besluiten om een andere passende plek voor het kind te zoeken. De school doet dit altijd in overleg met de ouders/verzorgers en houdt daarbij rekening met de wensen van de ouders/verzorgers. Het samenwerkingsverband heeft daar regels voor opgesteld die passen binnen de wet op Passend Onderwijs. Het kan betekenen dat het beter is voor het kind om geplaatst te worden op een andere basisschool die wel de ondersteuning kan bieden of dat het kind



34

geplaatst wordt op een school voor speciaal basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs. De school heeft de taak om deze passende plek voor het kind te vinden. 8.5 Toelaatbaarheidsverklaring Voordat deze keuze definitief gemaakt wordt, moet de school een Toelaatbaarheidsverklaring vragen bij het samenwerkingsverband. Dit is wettelijk verplicht. 8.6 Ondersteuning door het samenwerkingsverband Het samenwerkingsverband helpt de scholen bij deze stappen. Zo is in elke school een consulent aanwezig die de school ondersteunt bij het opstellen van arrangementen. Ook bij het vinden van een passende school kunnen wij de hulp inschakelen van een zogenaamde onderwijsmakelaar van het samenwerkingsverband. 8.7 Aanmelden door ouders Zodra de school, in samenspraak met de ouders/verzorgers, een passende plek gevonden heeft, kunnen de ouders hun kind op de nieuwe school aanmelden. 8.8 Bezwaar maken Het kan voorkomen dat u het niet eens bent met de ondersteuning die onze school biedt aan uw kind. Mocht u besluiten tot een formeel bezwaar dan kunt u zich richten tot het bestuur van onze school. Als u het niet eens bent met de keuze van de Toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband of met de keuze van een andere school dan kunt u een bezwaarprocedure starten bij de landelijke geschillencommissie www.onderwijsgeschillen.nl Verder verwijzen we naar de paragraaf Klachtenregeling in deze schoolgids.



35

10. Tevredenheidspeilingen. Eens in de 4 jaar vragen we aan de ouders of zij tevreden zijn over de kwaliteit van onze school. In januari 2015 zijn deze enquêtes voor het laatst afgenomen.Ouders op onze school hebben de school een cijfer gegeven van 7,74. Wij werken met de vragenlijsten van ‘Scholen met Succes’. Dit is een landelijke organisatie waardoor onze resultaten vergeleken worden met een hele grote groep scholen door heel Nederland. Om de vier jaar nemen we ook een tevredenheidspeiling af bij alle personeelsleden van de school. Op basis van beide analyses alsmede de aandachtspunten van het team en directie hebben we het ouderteverdenheidsonderzoek meegenomen in een SWOT analyse van onze school SWOT is een afkorting van Strengths, Weaknesses, Opportunities, Threats. In de SWOT analyse leggen we een verband tussen de belangrijkste sterke en zwakke punten van de school en de belangrijkste kansen en bedreigingen. Tevens heeft het team een aantal aspecten in een focusgroep nader onderzocht en hebben ouders deelgenomen aan een bijeenkomst waarin de oudertevredenheidspeiling en de verwachtingen voor de toekomst nader werden besproken. Op basis van deze bevindingen werd de volgende analyse gemaakt. 9.1. Oudertevredenheid a. Sterke punten van de school zijn (strengths):

Pluspunten 1. Hygiëne en netheid binnen de school 2. Inzet en motivatie leerkracht 3. Aandacht voor uitstapjes en excursies 4. Gelegenheid om met de directie te praten 5. Muziekonderwijs 6. Aandacht voor normen en waarden 7. Vakbekwaamheid leerkracht 8. Omgang leerkracht met de leerlingen 9. Duidelijkheid van de schoolregels 10. Sfeer en inrichting schoolgebouw

Mattheusschool 100% 98% 98% 97% 97% 97% 96% 96% 94% 94%

Referentie Alle scholen 72% 92% 85% 76% Eigen vraag 87% 91% 93% 89% 91%

Bedreigingen (Threats) vanuit deze pluspunten gezien: - Het nieuwe gebouw zal intensief gebruikt worden. Planmatig onderhoud en aandacht voor gebruik, regels, sfeer en inrichting blijven belangrijk. - Er wordt een grote betrokkenheid verwacht van de leerkrachten. Het project tijdbeheersers zal aandacht schenken aan de werkdruk. - Onze muziekleerkracht werkt op meerdere scholen en heeft op meerdere gebieden grote waarde voor ons aanbod. Dit aanbod kan niet kwalitatief niet eenvoudig overgenomen worden. b. Verbeterpunten (weakness) zijn: ‘Top 10’ Ontevredenheid

Verbeterpunten 1. Speelmogelijkheden op het plein


Mattheusschool 97%


Referentie Alle scholen 25%

36

2. Veiligheid op weg naar school 3. Veiligheid op het plein 4. Website 5. Overblijven tussen de middag 6. Aandacht voor creatieve vakken 7. Aandacht voor pestgedrag 8. Extra mogelijkheden goede leerlingen 9. Rust en orde op school 10. Informatievoorziening over de school

83% 51% 34% 26% 24% 20% 14% 11% 11%

39% 17% 13% 14% 12% 18% 11% 11% 14%

Kansen (Opportunity’s) vanuit deze verbeterpunten zijn: -

-

-

Samen met de gemeente Alphen-Chaam wordt gekeken naar de verkeersveiligheid en zijn inmiddels initiatieven ondernomen. De website krijgt een nieuwe look en wordt onderhouden door een specialist. Het overblijven is in 2015 gereorganiseerd onder begeleiding van het bureau “Adminiris”. Het pedagogisch klimaat is onderzofht en wordt dit jaar geevalueerd Creatieve vakken worden in de komende periode onderzocht en er worden inspanningen gedaan om de werkwijze te professionaliseren en uit te dragen. De digitale methode “laat maar zien ”blijft een goede leidraad en er komt meer aandacht voor de 21 st century skills om creativiteit op verschillende vakgebieden te integreren. Pestgedrag wordt voortdurend gemonitord op onze school. Signalen worden via een procedure uit ons pestprotocol aangepakt. Indien nodig (bij verplichting vanuit ministerie) wordt een pestmethode onderzocht en ingevoerd. De aanschaf van nieuwe ICT – middelen en het onderzoek naar een verbeterde didactische aanpak moeten een verbeterd aanbod leveren voor “alle” leerlingen. Hierbij wordt de didactische aanpak voor wat betreft leerlingen met uitstekende resultaten en of talenten op bepaalde vakgebieden onderzocht. Met betrekking tot de informatievoorziening is de nieuwsbrief geïntroduceerd en wordt onderzocht of Parnassys beter geschikt is als vervanging van safeschool om ouders beter en uitgebreider te informeren. Ook zal de pers vaker gezocht worden om onze activiteiten ook buiten Galder en aan derden kenbaar te maken.

Op basis van deze bevindingen is een plan van aanpak geschreven wat als bijlage onderdeel uitmaakt van dit schoolplan. 9.2. Personeelstevredenheidspeiling De peiling gaf aan dat het team van de Mattheusschool een hoog tevredenheidscijfer scoorde ( 8,33). De aandachtspunten zijn besproken en in een plan van aanpak omschreven.



37

10. Onderzoek door de inspectie. De inspectie van het onderwijs controleert regelmatig de opbrengsten van de school. Het spreekt voor zich, dat dan ook de wijze van lesgeven, eisen aan methoden en het omgaan met kinderen grondig wordt bestudeerd. Het laatste bezoek van de inspectie aan onze school vond plaats in mei 2011. De resultaten van zo’n inspectiebezoek kunt u vinden op: www.owinsp.nl.

11. De organisatie van ons onderwijs 11.1 Aanmelding, Inschrijving en toelating Vóór uw kind vier jaar wordt kunt u het op onze school aanmelden. Hiertoe verschijnt een oproep in weekblad Nieuw Ginneken (april/mei) bij peuterspeelzaal Kiekeboe en via ons digitaal communicatieprogrammal SafeSchool. Iedereen is welkom op onze school onder voorwaarde dat ons onderwijsaanbod passend is bij de ontwikkeling van uw kind. Als er sprake is van een verstandelijke of fysieke beperking, gaan wij in gesprek om de mogelijkheden op onze school of een andere school te verkennen. Ook verwachten wij dat uw kind zindelijk is. De Wet Passend onderwijs : houdt o.a. in dat de basisschool , na het aanmelden van een leerling, automatisch de ZORGPLICHT krijgt. Als de basisschool, na verkregen informatie, van mening is dat het de leerling onvoldoende ondersteuning kan bieden zijn er mogelijkheden voor plaatsing op een speciale school. Omdat de basisschool voldoende inzicht moet krijgen in de mogelijkheden voordat de leerling wordt aangenomen is in de wet Passend onderwijs het volgende geregeld: De aanmelding van een leerling moet schriftelijk gebeuren. De school heeft zes weken de tijd om te onderzoeken of de leerling plaatsbaar is Deze termijn kan , indien noodzakelijk, met vier weken verlengd worden. Om te kunnen onderzoeken of een leerling op onze school plaatsbaar is heeft de school, indien aanwezig, gegevens nodig van : De voorschoolse voorziening. (peuterspeelzaal , kinderopvang) De door ouders / verzorgers ingevulde vragenlijst Gegevens van GGD of onderzoeksgegevens van externen Voor de meeste aanmeldingen zal de informatie van de ouders / verzorgers en een voorschoolse instantie voldoende zijn en zal toelating geen probleem zijn. Indien blijkt dat een leerling meer ondersteuning nodig heeft dan wat onze school regulier kan bieden, dan wordt door ons contact opgenomen met de ouders / verzorgers en gaan we samen bekijken hoe we een vorm van passend onderwijs op onze eigen school of elders kunnen bieden. De voorschoolse voorziening is door de Wet Passend onderwijs verplicht informatie te verstrekken aan de basisschool. U bent als ouder / verzorger verplicht hieraan uw medewerking te verlenen. De Mattheusschool verzoekt de ouders/ verzorgers dan ook een uitgebreide vragenlijst in te vullen om het beeld van de leerling die op onze school komt zo volledig mogelijk te krijgen. Wij hopen dat , na het lezen van deze tekst , u begrijpt dat dit in het belang van uw kind en de school is.



38

Op de dag van aanmelding kunt u informatie over de school krijgen en kunnen er afspraken gemaakt worden over o.a. het kennismakingsgesprek. en de momenten dat uw kind in de groep mee gaat draaien voor deze jarig is. Dit betreft maximaal 5 dagdelen. Kinderen die zes weken voor of in de zomervakantie 4 jaar worden, komen echter 1 dagdeel kennismaken en starten na de zomervakantie. Als kinderen zes worden, kunnen ze in het nieuwe schooljaar naar groep 3. Omdat wij op onze school de doorgaande lijn voor de leerlingen zo goed mogelijk willen bewaken, kan dat voor een enkele leerling betekenen, dat het om cognitieve-, didactische- en/of sociaal emotionele redenen aan te raden is om hetzelfde leerjaar in een aangepaste vorm nogmaals te volgen: doubleren dus. Ook kan het soms zo zijn, dat er bij een leerling sprake is van een ontwikkelingsvoorsprong. In een enkel geval wordt er dan in samenspraak met de ouders besloten om het kind vervroegd naar de volgende groep te laten gaan. Ook hier worden de cognitieve-, didactisch- en sociaal emotionele aspecten bekenen en getoetst. De voordelen en mogelijke valkuilen worden met de ouders besproken en vastgelegd voordat er een besluit wordt genomen. De totale ontwikkeling van het kind staat centraal bij ons op school. In het belang hiervan kunnen wij advies vragen/werken wij samen met het CJG. Hierin zijn externe partners vertegenwoordigd. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de website van het CJG: www.cjgbreda.nl Bezocht uw kind al een andere school, dan bespreken wij met u de reden van aanmelding. Wij vragen u of wij contact met de huidige school van uw kind mogen hebben. Eventueel doen wij een kort onderzoek naar de leervorderingen van uw kind. Zijn wij het er over eens dat uw kind bij ons op zijn plaats is, dan is het bij ons welkom. 11.2 Vervanging van leraren Op onze school mogen niet meer dan twee leerkrachten voor een combinatiegroep staan (deeltijd).Wij streven ernaar om zoveel mogelijk een full time leeerkracht voor de groep te plaatsen. In dit schooljaar is er in groep 1-2 sprake van een duo – baan en in groep 56 is alleen op de woensdagochtend een andere leerkracht in de groep. In de overige groepen staat dezelfde leerkracht de hele week voor de groep. Omdat leerkrachten ook andere taken hebben die ze binnen hun 40- urige werkweek moeten vervullen kan het zijn dat op enkele momenten een leerkracht vrijgesteld wordt van lesgevende taken om bijv. aandacht te schenken aan ICT of aan voorbereiding van activiteiten of scholing. Om de kwaliteit te waarborgen zal er in eerste instantie gezocht worden naar een interne oplossing. De directeur van de school heeft op woensdagochtend een lesgevende taak in groep 5-6 maar kan ook ingezet worden op de genoemde momenten. Daarnaast kan het gebeuren dat een leerkracht ziek is of buitengewoon verlof heeft en er geen mogelijkheid is om dit intern op te vangen. Het Groene Lint werkt, als het gaat om vervangingen in het schooljaar 2015 – 2016, zoveel mogelijk met leerkrachten uit het “eigen” personeelsbestand. Deze leerkrachten van andere scholen behorende bij “Het Groene Lint” kunnen de bedoelde vervanging op professionele wijze invullen en hebben ervaring met betrekking tot de doelgroep waar men gaat vervangen. Om dit in goede banen een bovenschoolse coordinator aangesteld die deze vervangingen regelt. Bij calamiteiten als het gaat om vervanging van leerkrachten (epidemie)worden eerst allerlei organisatorische maatregelen genomen om uw kind toch onderwijs te geven. U kunt uw kind nooit onverwacht thuis krijgen. Wanneer een bovenstaand geval speelt, krijgt u altijd minimaal 2 dagen tevoren van ons bericht.



39

12. Ouders en school Omdat ouders en school samen verantwoordelijk zijn voor de opvoeding vinden wij een goede samenwerking erg belangrijk. Dit komt op verschillende manieren tot uiting: 12.1 Ouderparticipatie en educatief partnerschap Opvoeding en onderwijs beschouwen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders en school. Hieronder verstaan we dat ouders bij een aantal schoolse activiteiten, zoals het begeleiden bij interne groepsacitiviteiten, het begeleiden bij de activiteitenmiddag, het helpen bij handenarbeiden techniek, het zorgen voor vervoer bij excursies, het mede verzorgen van de jaarlijkse feestdagen enz. Ook willen we in zogenaamde focusgroepen praten met ouders over de verwachtingen die men heeft van onze school, adviezen die men vanuit hun eigen beroepssfeer kan meegeven en gezamenlijk onderzoeken welke richting we met ons aanbod op moeten gaan. Aan het eind van het schooljaar worden al deze ouders in het zonnetje gezet tijdens de 'ouderbedankavond'. 12.2 De ouderraad Deze bestaat uit maximaal 7 personen. Deze worden gekozen door en uit de ouders/verzorgers. De ouderraad houdt zich o.a. bezig met: - het beheren van de ouderbijdragen van het schoolfonds. - het meehelpen bij het organiseren van diverse activiteiten door het jaar zoals: sinterklaas, kerstmis, carnaval, eindeschooljaar activiteiten, activiteitenmiddagen enz. - Tijdens de ouderraads-vergaderingen kunnen bepaalde zaken aan de orde gesteld worden. 12.3 Ouderbijdrage Het schoolfonds is een vrijwillige ouderbijdrage, die bedoeld is om vieringen en zaken op het gebied van culturele vorming, excursies, eindejaarsactiviteiten e.d. te bekostigen. De ouderraad beheert dit fonds. De jaarlijkse bijdrage per kind bedraagt € 30,-- . Kinderen die na 01 februari de school bezoeken betalen € 15,U kunt het bedrag met vermelding van de voornaam van uw kind(eren) overmaken op Raborekening: NL03RBRB0845014897 12.4 de medezeggenschapsraad(MR) en de gemeenschappelijke medezeggenschpsraad (GMR) Een school wordt gemaakt door de kinderen, hun ouders, de leerkachten die er lesgeven, het niet-onderwijzend personeel en het bestuur. Al deze groepen hebben hun eigen belangen. Ouders en kinderen zijn gebaat bij een zo goed mogelijk onderwijs en een prettig opvoedingsklimaat. Voor leerkrachten is bovendien een goede rechtspositie belangrijk. Om een school goed te laten functioneren is het belangrijk tegemoet te komen aan ieders belangen. De MR behartigt de belangen van iedereen die aan de school verbonden is. De taken en bevoegdheden van de MR zijn nauwkeurig omschreven in een reglement. De MR van onze school wil toegankelijk zijn voor alle geledingen binnen de school. De leden zijn vraagbaak en hebben een open oor. Op afspraak is het mogelijk een vergadering van de MR bij te wonen. Hiervoor kunt u contact opnemen met één van de leden van de MR. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) is een overkoepelend orgaan van alle medezeggenschapsraden van de scholen van Het Groene Lint. De reden is duidelijk: soms moeten onderwerpen besproken worden die voor alle MR’s van de afzonderlijke



40

scholen van belang zijn. Ook de bevoegdheden van de GMR zijn in een reglement vastgelegd. Zowel MR en GMR zijn bevoegd om voorstellen te doen, standpunten kenbaar te maken, adviezen te geven en instemming te verlenen i.v.m. voorstellen van het College van Bestuur. 12.5 directeur bestuurder Sinds januari 2014 is er een directeur- bestuurder aangesteld en is het college van bestuur afgetreden. Hij bepaalt samen met de directeuren het beleid van Het Groene Lint. Ook is hij volgens de wet het bevoegd gezag op de scholen. De directeuren zijn echter verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding. Onze school maakt deel uit van Stichting Katholiek Onderwijs Het Groene Lint. Hiertoe behoren de katholieke basisscholen uit Bavel (De Spindel), Alphen-Chaam ( De Driesprong, Willibrordusschool, Mattheus), Ulicoten (Bernardus), Baarle-Nassau (De Akkerwinde), en Riel (De Vonder). Hoewel deze scholen op een aantal terreinen flink samenwerken is het toch zo dat elke school haar eigen identiteit en eigen programma heeft. Dit schooljaar zullen de plannen verder uitgewerkt worden om het College van Bestuur te vervangen door een bovenschools bestuurder. 12.6 Contact ouder –school Zoals gezegd vindt het team een goed contact met de ouders erg belangrijk. Het komt o.i. het onderwijs en de sfeer op school ten goede. Op welke manieren kan dit gebeuren? * mondeling:  U kunt steeds een afspraak met de leerkracht maken. Zij zijn altijd bereid u na schooltijd te woord te staan. Wel vinden wij het fijn als u even een afspraak maakt. Omdat de leerkracht vanaf de eerste schoolbel de verantwoordelijkheid heeft over de groep verzoeken wij U na deze schoolbel geen overleg meer aan te gaan met de leerkracht.  De leerkracht kan op eigen initiatief U oproepen voor een gesprek.  Daarnaast hebben we twee keer de zgn. 10- minutengesprekken n.a.v. de verslagen en rapporten van de kinderen. Deze vinden plaats in november en maart.  In het begin van het schooljaar houden we een informatieavond in alle groepen. Hier kunt u kennis maken met de leerkracht van uw kind, die allerlei specifieke zaken van een bepaald schooljaar zal bespreken.  Om een beter beeld van onze werkwijze te krijgen en om te zien hoe uw kind functioneert kunt u na de herfstvakantie tot 01 mei een ochtend ‘meedraaien’ in de groepen 1,3,5,7. * schriftelijk: Ook schriftelijk (digitaal)proberen wij u zo goed mogelijk over het wel en wee van onze school te informeren. Dit geschiedt aan de hand van deze schoolgids, de informatiekalender, onze info’s via Safe-school en de nieuwsbrief die op gezette tijden verschijnen en onze website. En u weet het: zijn er zaken als ergernis, verschil van mening of andere klachten, neem dan direct contact met de school op! 12.7 Hulplijst In het begin van het schooljaar ontvangt u een formulier waarop u aan kunt geven of u in de loop van het jaar bij een aantal activiteiten wilt helpen. Hierna zal de leerkracht u benaderen.



41

12.8 Bibliotheek op school Het belang van lezen Het maakt een groot verschil in het leven van kinderen of ze lezen of niet. Onderzoek toont aan dat lezers niet alleen hoger scoren op taalvaardigheid, maar ook op schoolsucces en intelligentie. Leren begint bij lezen. Wie kan lezen en teksten begrijpt, kan kennis verwerven en zich ontwikkelen. Een goede taalbeheersing zorgt er voor dat kinderen betrokken zijn bij wat er om hen heen gebeurt. Daar willen wij graag professioneel vorm aan geven door ervoor te zorgen dat “leesplezier” niet geremd wordt. Wij hebben een convenant gesloten met de stichting “bibliotheek op school”. Dit houdt in dat ons lees/ leerplein van een professionele inrichting is voorzien om ervoor te zorgen dat de leerlingen hier onder begeleiding van professionele hulp boeken kunnen kiezen en lezen. Ook het team profiteert van de samenwerking door samen met de consulent samen te werken. Voor meer informatie : www.bibliotheek.debibliotheekopschool.nl/ 12.9 Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) Vele regels in de WBP zijn terug te brengen tot één belangrijke vuistregel: er moet met grote zorgvuldigheid omgegaan worden met persoonsgegevens. Het bestuur van SKO Het Groene Lint heeft in een reglement (te vinden op www.hetgroenelint.nl) de wijze waarop de scholen leerlinggegevens verwerken vastgelegd. De praktische uitwerking komt op het volgende neer: - Leerlingdossiers blijven bewaard in een afgesloten ruimte die alleen toegankelijk is voor leraren, intern begeleider, r.t.-leraren en directie. - Niemand mag dossiers mee naar huis nemen of op school in een ruimte onbeheerd achter laten. - Als een leerling naar het voortgezet onderwijs gaat, blijft alleen het inschrijfformulier en de aannamemelding van de school van voortgezet onderwijs vijf jaar op school bewaard. De leerkracht van groep 8 stelt ten behoeve van de aanname een onderwijskundig rapport op. Dit rapport wordt door de ouders voor gezien ondertekend en hierna pas door ons doorgestuurd naar de betreffende school - Als een leerling naar een andere (basis)school verhuist, wordt een onderwijskundig rapport opgesteld. Dit rapport wordt eerst door de ouders voor gezien ondertekend en pas daarna door ons doorgestuurd naar de betreffende basisschool. - Van leerlingen die vanwege leer-, gezondheids- en/ of gedragsproblemen verwezen worden naar een vorm van speciaal onderwijs (SbO of SO) blijft het volledige dossier nog drie jaar in onze administratie bewaard. Hierna blijft het inschrijfformulier en het aannameformulier nog twee jaar in de administratie aanwezig. - Als een leerling vóór de aanmelding op onze school op een andere basisschool les heeft gekregen, dan wordt een wettelijk verplicht meldingsformulier van aanmelding naar de vorige school gestuurd. Hierop staan naam, adres, woonplaats en geboortedatum van de leerling. - Via Safeschool kunnen ouders adres- en telefoongegevens van klasgenootjes raadplegen. Gegevens die op Safeschool te vinden zijn, zijn door de betreffende ouder hiertoe vrijgegeven. - Bij de start van het schooljaar wordt per groep een "telefoonketting" met de kinderen mee naar huis gegeven. In geval van een calamiteit kunnen met het gebruik van deze ketting alle ouders vrij snel op de hoogte worden gebracht. - Laatst bekende naw-gegevens inclusief geboortedatum, blijven voor onbeperkte tijd in een elektronisch archief op school aanwezig. - Digitale dossiers (leerlingenadministratie, leerlingdossier en leerlingvolgsysteem) zijn beveiligd en alleen met wachtwoorden voor leerkrachten beperkt toegankelijk. Directie en intern begeleider hebben volledige toegangsrechten tot deze dossiers.



42

12.10 KLACHTENREGELING Mochten er problemen zijn, dan is het natuurlijk prettig dat u dit eerst probeert op te lossen met de direct betrokkene(n). Wanneer dit niet naar tevredenheid verloopt, kunt u contact opnemen met de directie. Mocht dit ook geen oplossing bieden, dan heeft onze school een procedure voor melding en afhandeling van eventuele klachten. Klachtenregeling: Het model klachtenregeling van de klachtencommissie Stichting KOMM is voor onze school vastgesteld. Hierin is de procedure opgenomen die gevolgd kan worden als er een klacht is.De regeling heeft betrekking op machtsmisbruik op school, seksuele intimidatie, ernstige vormen van pesten, discriminatie, racisme, agressie en lichamelijk geweld en overige klachten.De Stichting KOMM is een onafhankelijke regionale klachtencommissie. Op de website van het bestuur van S.K.O. Het Groene Lint (www.hetgroenelint.nl) vindt u de complete klachtenregeling. Wat is seksuele intimidatie? Eigenlijk alles wat ervaren wordt als ongewenste seksueel getinte aandacht, vooral als er sprake is van machtsverschil. Leerlingen kunnen last hebben van opmerkingen over hun uiterlijk, kleding, gedrag, van aanrakingen, blikken met een eventueel seksuele bijbedoeling. Niet iedere leerling die zich seksueel geïntimideerd voelt, heeft hierop een afdoende antwoord. Wat kunt u doen bij problemen of klachten? Voor problemen en klachten op school kunt u terecht bij onze interne contactpersoon. Voor klachten van ernstige omvang kunt u ook een externe vertrouwenspersoon van de Het Groene Lint inschakelen. U kunt het telefoonnummer van de externe vertrouwenspersoon opvragen bij de interne contactpersoon of de directeur van de school. Zowel de interne contactpersonen als de externe vertrouwenspersonen hebben een geheimhoudingsplicht. Dat betekent dat er alleen met uw toestemming aan anderen informatie gegeven mag worden. Eventueel kunt u ook direct een klacht indienen bij de klachtencommissie Stichting KOMM. De interne contactpersonen: De contactpersoon is gemakkelijk aanspreekbaar, zowel voor de leerlingen als voor hun ouders. Wat doet de interne contactpersoon? · luisteren naar de klacht; · informatie geven over de klachtenprocedure; · overleggen met de externe vertrouwenspersoon; · eventueel verwijzen naar de externe vertrouwenspersoon; · contact houden met de leerling/ouders. Daarnaast heeft de interne contactpersoon een belangrijke taak op het gebied van preventie van seksuele intimidatie op school. De externe vertrouwenspersoon: Wat doet de externe vertrouwenspersoon nog meer dan de interne contactpersoon? · zo nodig bemiddelen; · nadere informatie geven over de klachtenprocedure; · adviseren en ondersteunen bij het indienen van een klacht bij de onafhankelijke klachtencommissie en zedenpolitie; · bijstand geven tijdens de klachtenprocedure; · zo nodig verwijzen naar professionele hulpverlening; · contact houden met de interne contactpersoon op school om de belangen van de leerling te bewaken. De klachtencommissie Stichting KOMM:



43

De klachtencommissie onderzoekt de klacht en adviseert het bestuur van de school over de te nemen maatregelen. De leden van de klachtencommissie hebben onder andere deskundigheid op het gebied van arbeidsrecht, seksueel geweld en onderwijs. Adres Stichting KOMM Mw. A. de Koning- Meeus Postbus 75 4850AB Ulvenhout tel. 06 10585367 email: [email protected] website : www.Komm.nl 12.11 Gedragsregels met betrekking tot seksuele intimidatie Op onze school hanteren we met betrekking tot seksuele intimidatie gedragsregels. Deze regels zijn tot stand gekomen door gedachtewisselingen van de teamleden en ouders. De totale gedragscode is opgenomen in de personeelsgids, die alle personeelsleden op onze school ontvangen. Bent u geïnteresseerd in de exacte inhoud dan kunt u daar op school steeds inzage in krijgen.

13. Wie, waar en hoe werken we op de Mattheusschool? 13.1 Ontwikkelingen schooljaar 2015-2016 ( Jaarplan) Dit schooljaar gaan we onze vernieuwingen concentreren rondom: 

Schoolplan 2015 - 2019 Dit schoolplan is in het schooljaar 2014 – 2015 geschreven en sinds 1 augustus 2015 onze leidraad voor de komende planperiode.



Nieuwe methode voor begrijpend lezen. Onze leerlingen gaan vanaf groe 4 werken met “Nieuwsbegrip”, een nieuwe methode voor begrijpendf lezen. De nieuwe I –pads worden ingezet met deze methode.



Tijdbeheersers Lian van Beijsterveldt en John Meeuwissen hebben de curus gevolgd en zorgen voor de nodige navolging. Er komt een onderzoek of werken met “groepsplanvernellers” tijdbesparend en efficienter zijn.



Huiswerk voor groep 5-6 Automatiseren , inoefenen en agenda discipline zijn zaken die we de leerlingen in een vroeger stadium willen aanleren. Vandaar dat we hiswerkopdrachten vanaf groep 5 gaan intensiveren.



21 st centrury skills Het team heeft onderzocht in welke mate deze skills al in ons aanbod aanwezig zijn. We gaan kijken hoe we hier een lijn in kunnen vinden, ons kunnen specialiseren en hoe we dit in de komende schoolplanperiode vorm gaan geven.



Talentontwikkeling, excellentie en uitdaging We werken nu enige jaren met drie niveaus In dit schooljaar gaan we beklijkne hoe we het aanbod voor de meer begaafde leerlingen kunnen vergroten door hun talenten beter te ontwikkelen of in te zetten voor hun toekomstige school. (bijv. Engelse taal ) Ook in het leesonderwijs (tutor) wordt onderzocht hoe we het aanbod voor onze leerlingen kunnen aanpassen zodat iedereen aan zijn trekken komt.



44



Parnassys en ZIEN Binnen Het Groene Lint is de afspraak gemaakt dat alle scholen gaan werken met het digitale programma Parnassys. Dit omvat verschillende modules. De leerlingenadministratie is hier in verwerkt. In de loop van dit jaar zullen we de module Integraal verder uitdiepen. Hierin gaan het om het administreren en analyseren van de kwaliteit en de leerlingenzorg. Dit schooljaar zullen we ook gaan werken met de module ZIEN in groep 1-2 om de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen in beeld te krijgen.



Groepsplannen (vervolg) We gaan dit jaar, i.s.m. Edux, binnen de groep de leerlingen in niveaugroepen indelen, zodat we ze nog beter op hun eigen niveau kunnen begeleiden. Afgelopen jaar hebben we hiervoor de groepsoverzichten gemaakt en het onderdeel spelling verwerkt in groepsplannen. Dit schooljaar wordt rekenen in een groepsplan opgenomen.



Multifunctionele accomodatie Samen met de andere gebruikers hebben we inmiddels de eerste afspraken gemaakt en wordt , naast een beheersoverleg een gebruikersoverleg georganiseerd. Dit overleg en de samenwerking krijgt de nodige aandacht.



SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL (aanpassing) Wij gaan onderzoeken welke dfriteria we moeten aanpassen op basis van ervaringen in het vorige schooljaar.



Professionalisering Het team wil extra aandacht voor het thema “autisme “en zal zich laten scholen op dit gebied.



Educatief partnerschap Een toekomstbestendige organisatie eist betrokkenheid van alle belanghebenden. Er zijn vanuit het vorig schooljaar initiatieven om de oudebetrokkenheid te vergroten. Deze krijgen navolging in dit schooljaar.



Ouder – en personeelstevredenheid Hiervoor is een plan van aanpak geschreven wat regelmatig op de agenda zal terugkomen.



Portfolio Om de betrokkenheid bij het eigen leerproces te vergroten wordt een eerste aanzet gemaakt voor een leerling – portfolio.



Schrijfonderwijs en typevaardigheid Er is een aanvulling gekomen op de methode pennenstreken voor groep 3-6. Onderzocht wordt op welke wijze we de typevaardigheid van de leerlingen kunnen vergroten.



45

13.2 Bijzondere activiteiten door het jaar heen Gedurende het schooljaar zal er zowel binnen de groep als met de gehele school aandacht besteed worden aan de jaarfeesten zoals sinterklaas, kerstmis, carnaval en afsluiting schooljaar. De organisatie hiervan geschiedt in nauwe samenwerking met de ouderraad. Ongeveer vier keer per jaar hebben wij een zgn. viering. Deze vieringen kunnen gerelateerd zijn aan een bijzondere dag, maar kunnen ook door en voor de leerlingen georganiseerd worden. De kinderen presenteren zich dan d.m.v. toneelstukjes, muziek, poppenkast, dans, etc.. Doel hiervan is o.a. dat de kinderen zich leren uiten en optreden voor een grote groep. Ze hebben dan ook mogelijkheden om met elkaar vooraf te oefenen en te repeteren. Bij deze vieringen zijn de ouders van harte welkom. Op de informatiekalender staat aangegeven wanneer deze vieringen zijn. Zij beginnen in principe om 14.30 uur. Op dinsdagmiddag hebben we jaarlijks onze muzikale viering( 22 maart 2016) en aan het eind van het schooljaar hebben we onze Z@PP-avond (15 juni 2016) . Hier presenteert onze muziekleerkracht een aantal muzikale hoogtepunten van haar muzieklessen gedurende het afgelopen schooljaar. Naast deze vieringen hebben we om de twee jaar de zgn. activiteitenmiddagen. Vijf vrijdagmiddagen zijn de kinderen zowel in onder- als in bovenbouw in gemengde groepen bezig met diverse activiteiten zoals: koken, videofilm maken, volksdansen, handvaardigheid, techniek enz.. Bijna al deze activiteiten worden begeleid door ouders. Dit jaar hebben we geen activiteitenmiddagen. Op sportgebied hebben we het Paasvoetbaltoernooi. Dit vindt plaats op de voetbalvelden in Alphen. Hieraan nemen bijna alle scholen van Het Groene Lint deel en de school uit Baarle-Hertog. We nemen ook deel aan een volleybaltoernooi in de sporthal van Gilze. Voor de groepen 5-6-7-8 is er de jaarlijkse sportdag in Chaam, waar de strijd aangegaan wordt met een school uit Ulvenhout (Rosmolen) en twee scholen uit Chaam (Driesprong en Het Beekdal). Het einde van het schooljaar heeft een 3-jarige cyclus. Afwisselend hebben we: een speldag (2013) , de bivak (2015) (=op school slapen rondom een bepaald thema) en het schoolreisje (2014). Dit jaar hebben we weer een speldag in de planning. Groep 7-8 sluiten het schooljaar af met een kamp dit jaar gaan we weer naar Goirle naar het scoutinggebouw Groep 8 zegt elk jaar de basisschool vaarwel middels een afscheidsmusical.



46

De verborgen vallei (2015 ) 13.3 Groepsbezetting Op een kleinere basisschool ontkom je er niet aan om groepen (combinatiegroepen) samen te voegen. De Mattheusschool zal in de toekomst een school blijven die het ideale aantal van 100 leerlingen zal kunnen huisvesten. In onze school hebben we vier groepslokalen en een zogenaamd leerplein. Verder is het mogelijk door de multifunctionaliteit van het gebouw groepen en of individuele leerlingen te splitsen. Dit schooljaar komt u op onze school de volgende mensen tegen: Groep 1-2 Maandag

Lian van Beijsterveldt

Groep 3-4

Groep 5-6

Ilona Herijgers

Marjolein van Dort

Groep 7-8 Eline van Breugel (John Meeuwissen aantal middagen)

Dinsdag

Lian van Beijsterveldt

Ilona Herijgers

Marjolein van Dort

Eline van Breugel

Woensdag

Elke Gram

Ilona Herijgers

John Meeuwissen

Eline van Breugel

Donderdag

Eke Gram

Ilona Herijgers

Marjolein van Dort

Eline van Breugel

Vrijdag

Elke Gram

Ilona Herijgers

Marjolein van Dort

Eline van Breugel

Toelichting groepsbezetting Groep 1-2 

Lian van Beijsterveldt werkt vanaf schooljaar 2014 – 2015 op de Mattheusschool. Lian is een ervaren kleuterjuf die op de Driesprong in Chaam heeft gewerkt. Lian is 2 dagen bij ons op school. De overige tijd is Lian bovenschools werkzaam als coach voor nieuwe leerkrachten. Enkele dagen per



47



jaar verricht Lian werkzaamheden voor de Pabo in Breda. Lian zal op maandag en dinsdag in groep 1-2 te vinden zijn. Domya Verolme: werkt sinds 31 augustus 2015 bij ons. Ze stelt zich even voor Mijn naam is Donya Verolme, ik ben 25 jaar en woon in Breda. Vorig jaar januari ben ik afgestudeerd aan de PABO.Ik volg nu Master special educational needs in Utrecht. De afgelopen tijd heb ik ervaring opgedaan tijdens het invallen in verschillende kleutergroepen. Ik ben een enthousiaste, zorgzame en creatieve juf. Op woensdag, donderdag en vrijdag ga ik aan de slag in groep 1/2. Ik heb er erg veel zin in en ga er samen met de kinderen een leerzaam en gezellig schooljaar van maken! Donya zal in groep 1-2 te vinden zijn op woensdag, donderdag en vrijdag.

. Groep 3-4  Ilona Hereijgers neemt in het schooljaar 2014 – 2015 de groepen 3-4 weer volledig voor haar rekening.Ilona is voor het vierde jaar werkzaam op de Mattheusschool.  Ilona Michielsen: is als onderwijsassistente voor dit schooljaar aangenomen. Zij zal in de ochtenden van woensdag , donderdag , en vrijdag Ilona assisteren in de groep. Groep 5-6  Marjolein Oprins Heeft van haar zwangerschapsverlogf en ouderschapsverrlof gemoten in het afgelopen schooljaar en gaat vier dagen (ma. di. do. vr. ) les geven aan groep 5-6 Marjolein is inmiddels 9 jaar aan onze school verbonden.  John Meeuwissen Gaat op woensdag in groep 5-6 lesgeven. John is voor het 17 e jaar werkzaam op de Matheusschool Groep 7-8  Eline van Breugel gaat voor het derde jaar de volledige werkweek aan de slag met groep 7-8. Overig personeel 

Sandra De Jong is onze intern begeleidster die zowel op de Mattheusschool als op de Bernardusschool werkzaam is. Sandra werkt 2 dagen op de Mattheusschool. Wekelijks wordt bekeken waar haar werkzaamheden plaatsvinden. Dit kan per week verschillen en is onder andere afhankelijk van hulpvragen , afspraken met ouders en vergaderingen.Sandra is op beide scholen lid van het managementteam.



John Meeuwissen is sinds 1 augustus 2014 benoemd als directeur van de Mattheusschool.Naast directietaken heeft John ook lesgevende taken. Tevens gaat hij taakbeleiddagen van de collega’s vervullen. Bij ziekte en bijzonder verlof van de leerkrachten zal John ingezet worden. Bij de toetsmomenten, leerkachtgesprekken met de intern begeleidster/ externe deskundigen en individuele of groepshandelingen zal John de groepen overnemen. John gaat dit schooljaar de post- hbo opleiding “schoolleider vakbekwaam” afronden bij de “Via Vinci academy”.

Vakleerkracht muziek 

Renate de Jong is onze vakeerkracht muziek. Op dinsdag geeft zij aan alle groepen muziekles. Ook organiseert Renate jaarlijks de muzikale viering en de



48

Zappavond. Tevens begeleidt zij groep 8 bij de voorbereiding en uitvoering van de afscheidmusical. Concierge 

Hans Vermetten is onze concierge die op dinsdagmiddag werkzaamheden op onze school verricht.

Interieurverzorging 

Tineke Graumans en Dinie Segers zijn onze interieurverzorgsters. Zij zorgen dagelijks en op afroep voor de noodzakelijke hygiene in de school.

Invalpool 

Rita Hermans werkt dit jaar in de invalpool van “Het Groene Lint”. Ze start niet meer op de Mattheusschool , maar valt in waar nodig en wordt aangestuurd vanuit het bestuursbureau.

Leesconculente 

Annemarie de Bont is als leesconsulent voor de “stichting bibliotheek”op school aan school verbonden.

Werkzaam vanuit Amarant 

Veerle Vriens: vanuit de stichting Amarant is Veerle sedert het schooljar 2014 – 2015 bij ons op school werkzaam en zij verricht allerlei administratieve werkzaamheden voor de leerkrachten en directie. Tevens is ze soms te vinden bij de buitenschoolse opvang waar ze mee kan helpen bij de allerkleinsten. .

Stagiaires 

Marielle Wolbert: loopt het komend schooljaar stage vanuit de Fontys Hogeschool, Tilburg HBO, Pedagogiek. Marielle gaat vanuit haar opleiding een aantal vragen vanuit de school onderzoeken. Marielle heeft een voorgeschiedenis als onderwijsassistente en kan ook inzget worden voor extra ondersteuning.



Rob de Koning: Volgt de verkorte opleiding tot leerkracht (1e jaars) en zal opmaandag bij ons op school te vinden zijn. Rob wordt begeleid door Lian van Berijsterveldt.



Leny Buvens: loopt van sept tot carnaval stage in groep 7-8 op de dinsdagen. Dit betreft haar derde jaarsstage als je dit bekijkt vanuit de vierjarige opleiding. Vanaf carnaval tot juni/juli loopt ze op de dinsdagen stage in groep 1-2. Dit betreft mijn vierde jaarsstage. Ze zal in mei 2 weken achter elkaar de groep draaien. Dit betreft dan de Liostage.



49

14

Regelingen en praktische zaken

14.1 Schooltijden: GROEP 1-8 MAANDAG 08.45 - 12.00 13.10 – 15.30

DINSDAG 08.45 – 12.00 13.10 – 15.30

WOENSDAG 08.45 – 12.15

DONDERDAG 08.45 – 12.00 13.10 - 15.30

VRIJDAG 08.45 – 12.00 13.10 - 15.30

14.2 Vakantierooster De groepen 1 en 2 zijn in principe om de week een vrijdag vrij (zie kalender) Op de volgende studiedagen zijn de groepen 1-8 vrij : dinsdag 13 oktober, maandag 7 dcember vrijdag 26 februari, dinsdag 29 maart , dinsdag 17 mei en vrijdag 15 juli. De vakanties worden opgesteld in overleg met de scholen in de regio. Hierna wordt het aan onze MR ter advisering voorgelegd. We proberen het vakantierooster in een vroegtijdig stadium op onze website te publiceren De exacte data van alle vakanties staan op de schoolkalender vermeld. Deze krijgt U voor het begin van het schooljaar. 14.3 Regels voor aanvang en einde schooltijd. De kinderen mogen niet eerder dan een kwartier voor schooltijd op school zijn. Pas dan is er toezicht op de speelplaats en start de verantwoordelijkheid voor de school. Bij erg slecht weer mogen de kinderen direct naar binnen. Als de eerste zoemer gaat (08.40 uur) gaan de kinderen op de speelplaats in de rij staan, waar hun leerkracht hen ophaalt. Bij de tweede zoemer (08.45 uur) beginnen de lessen. In de middag is dit om 13.10 uur en 13.15 uur. De leerlingen die “geregistreerd” overblijven vallen tussen 12.00 uur en 13.00 uur onder de verantwoordelijkheid van de school en de overblijfploeg. Vanaf 13.00 uur nemen de leerkrachten deze taak over en leerlingen komen vanaf 13.00 uur “op het schoolplein spelen” en vallen daarmee onder toezicht van de school. De school en de overblijfploeg is niet aansprakelijk voor de leerlingen die niet geregistreerd overblijven en zich tussen 12.00 uur en 13.00 uur op of direct buiten het schoolplein (voetbalveld) begeven. 14.4 Afspraken m.b.t. extra verlof Vanaf de eerste dag van de maand volgend op de vijfde verjaardag is een kind leerplichtig. Dat betekent dat het verplicht is op alle schooldagen aanwezig te zijn en deel te nemen aan alle activiteiten die de school aanbiedt. Soms willen ouders voor hun kind graag één of meer extra verlofdagen. Zeker een laatste schooldag voor de vakantie is geliefd, omdat men graag wat eerder op vakantie wil gaan. Toch is het van belang te weten, dat de overheid zeer streng is op de naleving van de leerplichtwet. Extra vakantie kan slechts bij hoge uitzondering verleend worden. Alleen de directeur van de school mag bij zeer dringende, “gewichtige” omstandigheden ontheffing verlenen. Dat zijn omstandigheden die niet van de wil van de ouders afhankelijk zijn. Voorbeelden van deze dringende omstandigheden zijn: een huwelijk of een jubileum, een sterfgeval of ernstige ziekte in de naaste familie, toewijzing van een vakantiehuisje door een sociale instelling (bijv. Astmafonds), of gedwongen verlofopname vanwege het beroep van het gezinshoofd (bijvoorbeeld werken op een camping of als reisleider). In zulke gevallen dient een schriftelijke aanvraag, met de hiertoe bestemde formulieren, vooraf en tijdig plaats te vinden bij de directeur. Belangrijk is om zo precies mogelijk de reden van het verzoek aan te geven. De directeur beoordeelt of de aanvraag terecht is of niet. Bij twijfel wordt overleg gepleegd met de leerplichtambtenaar van de gemeente.



50

Als er meer dan 10 dagen per schooljaar verlof gevraagd wordt, zal altijd goedkeuring nodig zijn van de betrokken leerplichtambtenaar, c.q. van het gemeentebestuur. Het zal duidelijk zijn dat geen verlof gegeven mag worden aan ouders die de drukte voor willen zijn of een goedkopere vakantie willen boeken. Het is een misverstand dat een directeur zonder meer 10 dagen verlof mag verlenen. De 10 dagen die in de wet genoemd worden, geven aan dat een directeur bij meerdere verloven van een kind nooit boven die 10 dagen uit mag gaan. Worden het meer dan 10 dagen dan is een directeur niet meer bevoegd zelfstandig verlof te verlenen, maar gaat de verlofverlening altijd in overleg met de leerplichtambtenaar. Als een kind zonder toestemming of geldige reden afwezig is, is dit ongeoorloofd verzuim. Wij zijn verplicht de overheid hiervan in kennis te stellen. Dat kán leiden tot het opmaken van een proces-verbaal, waaraan een boete verbonden is. Het kan voorkomen dat uw kind naar de dokter of de tandarts moet. Probeer deze afspraken zoveel mogelijk buiten de schooltijden te plannen, zodat uw kind (in zijn eigen belang) zo min mogelijk van school mist. Iedereen is wel eens ziek en dat kan ook uw kind overkomen. In dat geval geeft u dit zo spoedig mogelijk aan ons door, bij voorkeur voor schooltijd. Gaat u tijdelijk naar het buitenland en laat u uw kind daar naar school gaan , dan moet u aan de leerplichtambtenaar vrijstelling van de Nederlandse leerplichtwet vragen. 14.5 Huiswerk In groep 7 en 8 krijgen de kinderen weektaken voor rekenen en taal. Dit enerzijds ter verrijking van kennis en vaardigheden, anderzijds om kinderen zelfstandig met leerstof om te laten gaan met de bedoeling het aanleren van juiste studievaardigheden, zoals die gevraagd worden in het voortgezet onderwijs. Ook in de groepen 5 en 6 gaan we aan de slag met huiswerk. Het automatiseren, agendagebruik en andere zaken moeten ook in de thuissitiuatie affgewerkt kunnen worden. 14.6 Muziek en gymrooster Muziek: Groep Groep 1/2 Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Gym: Groep Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8

Tijd 9.00 – 9.45 uur 9.45 – 10.30 uur 10.45 – 11.20 uur 11.20 – 12.00 uur

Dinsdag (spel) 11.00 – 12.00 uur 13.15 – 14.15 uur 14.30 – 15.30 uur

Donderdag (techniek) 13.15 – 14.15 uur 14.30 – 15.30 uur 11.00 – 12.00 uur

14.7 Vakantierooster schooljaar 2015 – 2106 Herfstvakantie : 26 oktober –30 oktober 2015 Studiedag : 13 okotber 2015 Sinterklaas : 06 december 2015 Studiedag : 07 december 2015 Kerstvakantie : 21 december – 1 januari 2016 Voorjaarsvakantie : 8 februari – 12 februari 2016 Studiedag : 26 februari 2016 Goede vrijdag : 25 maart 2016



51

Tweede Paasdag Studiedag Mei-vakantie 2e pinksterdag Studiedag Zomervakantie 2014

: 28 maart 2016 april : 29 maart 2016 : 25 april -6 mei 2015 : 16 mei 2016 : 17 mei 2016 : 25 juli – 5 september 2016

14.8 Verzekeringen Het bestuur heeft een basis schoolpakketverzekering ter dekking van risico's waaraan het bestuur, de personeelsleden en leerlingen bij het dagelijks gebeuren blootstaan. Hieronder vallen ook alle hulp(ouders) die onderwijsondersteunende activiteiten verrichten. Het Bestuur heeft een schoolongevallenverzekering afgesloten, alsmede een doorlopende reis- en evenementenverzekering. Schade door en aan motorrijtuigen is niet verzekerd. De wetgever heeft bepaald dat de eigenaar van een motorvoertuig zelf aansprakelijk is en dat deze aansprakelijkheid niet overdraagbaar is. Vervoert u dus met excursies/uitstapjes met uw auto kinderen van school, bent u zich er dan van bewust dat u zelf de volledige verantwoordelijkheid draagt. De schoolverzekering is geen vervanging van een W.A. verzekering voor uw kind. Deze moet u zelf afsluiten. Deze verzekering geldt ook voor de begeleiders. De kinderen zijn vóór, tijdens en na schooltijd verzekerd (tot één uur vóór en één uur na schooltijd). De kinderen zijn dus ook verzekerd tijdens de door de school georganiseerde activiteiten zoals schoolkamp, sportdag, excursies. 14.9 Abonnementen De mogelijkheid bestaat om lid te worden van één van de vele jeugdbladen (Okki, Taptoe, Hello You). In het begin van het schooljaar worden hiervoor inschrijfformulieren verspreid. 14.10 Overblijven De school biedt u de mogelijkheid om uw kind over te laten blijven. Het overblijven gebeurt onder leiding van vaste, betaalde overblijfmoeders. De kosten bedragen € 2,-- per keer of men koopt een 'strippenkaart' voor 20 keer ( € 40,--). U kunt contant betalen of een bedrag overmaken op bankrekening NL03RBRB0845014897 inzake overblijven Mattheus OVV naam van uw kind. Van het positief saldo wordt spelmateriaal voor de kinderen gekocht. Aanspreekpunt voor het overblijven is Terry van de Westen. 14.11 Verjaardagen Jarig zijn is voor een kind een heel erg belangrijk moment. Zij mogen dan natuurlijk trakteren in de klas.Ook mogen ze langs de leerkrachten van de andere klassen gaan. Wel stellen wij het op prijs dat de traktatie sober en gezond is. Wij hopen dat u als ouder daar goed op toe wil zien. 14.12 Roken op school Het hele schoolgebouw en het bijhorende schoolplein is rookvrij. Niet alleen onder schooltijd, maar ook tijdens avondbijeenkomsten. 14.13 Fotograaf Eens in de twee jaar komt de schoolfotograaf. Hij maakt dan een groepsfoto, een foto van elk kind apart en een broertje-zusje foto. Elk jaar wordt er een afscheidsfoto van groep 8 gemaakt. Deze ontvangen zij samen met het schoolcertificaat op de afscheidsavond. In het schooljaar 2016 -2017 worden weer foto’s gemaakt.



52

15 Namen , E- mailadressen en telefoonnummers 15.1 School Naam Adres Telefoon E-mailadres Website Richting Aantal leerlingen

: Mattheusschool : St. Jacobsstraat 1b 4855 AK Galder : 076-5612777 : [email protected] : www.bs-mattheus.nl : RK : ca. 90

15.2 Directeur bestuurder Dhr. B. van Hoek (Het Groene Lint) postadres : Postbus 21 4861 AA Chaam [email protected] [email protected]

15.3 Ouderraad: Linda Boot Peter van Aert Ilse Willemen Suzan Meijvis Patty van der Weij Patricia Martens Inge Adams

: voorzitter [email protected] : penningmeester : lid : lid : lid : lid : lid

15.4 Medezeggenschapsraad: Nicolette Zinkels

: O(uder)MR Voorzitter Mail: [email protected] Lian van Beijsterveldt: : Secretaris P(ersoneel)MR Mail [email protected] MR, GMR Ilona Herijgers : P(ersoneel)MR Secretaris Mail: [email protected] Berry de Ruyter : O(uder) GMR Mail: [email protected] Carlo Brouwers : O(ouder)MR Mail: [email protected] Dee ouderraad en de medezeggenschapsraad vergaderen ongeveer 7 keer per jaar.

15.5 Het team De teamleden zijn op de werktijden te bereiken op 0765612777 Of via [email protected] Lian van Beijsterveldt [email protected] Eline van Breugel Elone [email protected]


0161-492410 (privé)

06-57311777 (prive)


53

Ilona Herijgers [email protected]

06-10139440 (prive)

Sandra De Jong [email protected]

06-25344284 (prive)

Renate de Jong, vakleerkracht muziek [email protected] Marjolein van Dort [email protected] John Meeuwissen [email protected]

076-5229723 (prive) 06-13358569 (prive) 076-5975774 (prive) 06-38917000 (prive)

15.6 Onderwijs ondersteunend personeel Hans Vermetten, conciërge Dinie Segers en Tineke Graumans, interieurverzorgsters 15.7 Inspectie basisonderwijs Postbus 7447, www.owinsp.nl

4800 GK Breda

076-5244477

15.8 EDUX onderwijsadviseurs 076-5245500 www.edux.nl 15.9 GGD – JGZ-team Doornboslaan 225-227

4816 CZ Breda

076-5216062

Deze schoolgids 2015 -2016 is aangeboden aan de bestuureder –directeru van HGL, de onderwijs inspectie en de medezeggenschapsraad en is op de website ter beschikking gesteld aan ouders en derden.

Team Mattheusschool



54

S C H O O L G I D S SCHOOLJAAR Tel Website:

Recommend Documents