RUP KASTEEL SINT-MAARTEN TE SINT-NIKLAAS m.e.r-screening. juni 2012 OHPL1367

RUP KASTEEL SINT-MAARTEN TE SINT-NIKLAAS m.e.r-screening juni 2012 OHPL1367

COLOFON Project m.e.r-screening RUP Kasteel Sint-Maarten

Opdrachtgever Stad Sint-Niklaas Grote Markt 1 - 9100 Sint-Niklaas Contactpersoon Bart Van Lokeren

Opdrachtnemer Interwaas Contactpersonen Bart Casier Vera De Martelaere Georgie Wauters

Versie 01002-RUP-MS-d4

Inhoudsopgave

4

1. BESCHRIJVING PLAN EN AFBAKENING PLANGEBIED 1.1 Situering 1.2 Aanleiding en doelstellingen 1.3 Nulalternatief 1.4 Grafisch plan 1.5 Mogelijke alternatieven

9 9 9 9 13 16

2. AFBAKENING VAN HET TOEPASSINGSGEBIED EN DE PLAN-MERPLICHT 2.1 Definitie van plan of programma 2.2 Toepassingsgebied 2.3 Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-MER 2.4 Beoordeling of het plan grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben

17 17 17 18 18

3. GEVOELIGHEDEN VAN HET PLANGEBIED EN POTENTIËLE EFFECTEN VAN HET VOORGENOMEN PLAN OF PROGRAMMA 3.1 Gezondheid en veiligheid van de mens 3.2 Ruimtelijke ordening 3.3 Fauna, flora en de biodiversiteit 3.4 Energie- en grondstoffenvoorraden 3.5 Bodem 3.6 Water 3.7 Atmosfeer en de klimatologische factoren 3.8 Geluid 3.9 Licht 3.10 Stoffelijke goederen 3.11 Cultureel erfgoed, inclusief architectonisch en archeologisch erfgoed 3.12 Landschap 3.13 Mobiliteit 3.14 De samenhang tussen de genoemde factoren

19 20 20 21 23 23 27 28 29 30 30 31 34 35 37

RUP Kasteel Sint-Maarten

m.e.r-screening - juni 2012

4. AFBAKENING VAN HET TOEPASSINGSGEBIED EN DE PLAN-MERPLICHT EN TOETSING OF PASSENDE BEOORDELING RELEVANT IS

38

5. VERZOEK TOT RAADPLEGING VAN DE ADVIESINSTANTIES

39



5

Kaarten Kaart 1. Situering topografische kaart Kaart 2. Orthofoto Kaart 3. Gewestplan Kaart 4. Schets grafisch plan Kaart 5. Biologische waarderingskaart Kaart 6. Bodemkaart Kaart 7. Waterlopen Kaart 8. Watertoetskaarten Kaart 9. Landschapsatlas - cultureel erfgoed Kaart 10. Atlas buurtwegen

6

9 9 9 13 21 23 27 27 31 35





7

legende plangebied

kaart : situering topografische kaart gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Kasteel Sint-Maarten schaal:

1:5.000

datum:

2011

locatie:

01002_RUP_PL_2.3

bron: topografische kaart 1/10.000 kleur, opname 1991-2005

Intergemeentelijk samenwerkingsverband Land van Waas Lamstraat 113 9100 Sint-Niklaas T. 03/780.52.00 - F. 03/780.52.19

1. BESCHRIJVING PLAN EN AFBAKENING PLANGEBIED 1.1 Situering Kaart 1. Situering topografische kaart Kaart 2. Orthofoto

Het plangebied van het voorliggend RUP Sint-Maarten is gelegen in de Zandstraat te Niewkerken-Waas; een deelgemeente van Sint-Niklaas (op de grens tussen Sint-Niklaas en Beveren). Het bevindt zich in vogelvlucht 1 km ten oosten van de dorpskern Niewkerken-Waas en op 2,5 km ten noordwesten van de dorpskern Haasdonk. De zone van 3,73 ha ligt gekneld tussen twee grote lijninfrastructuren m.n. de spoorweg Gent-Antwerpen en de N70. Ten noorden en westen van het gebied bevinden zich uitgestrekte akkers met hier en daar een boerderij. Ten zuiden van de N70 bevindt zich het militair domein Westakkers. Naar het oosten toe bevindt zich een kleine woonwijk ter hoogte van de Zandstraat en Westakkerlaan. Het plangebied wordt in het zuidoosten begrensd door de Zandstraat en Westakkerlaan, ten westen door de Kwakkelhoekstraat en ten noorden door de spoorweg Gent-Antwerpen.

1.2 Aanleiding en doelstellingen In 2003 stelde het ministerie van Defensie het Kasteel Sint-Maarten met bijhorend kasteelpark te koop. Omdat de site bestemd is als militair domein besliste het stadsbestuur tot een herbestemming van het kasteel; daarbij rekening houdend met de vraag van potentiële kopers. Het ruimtelijk uitvoeringsplan Sint-Maarten wordt bijgevolg opgemaakt ter bescherming van een stukje kasteelpark dat nog steeds militair bestemd is. Vermits het plangebied tot heden bestemd is als militair domein is het gebruik van het kasteel enkel beperkt tot militaire functies. Bijgevolg dient vooreerst een kader te worden geschept dat alternatieve functies (zoals wonen, commerciële activiteiten, enz...) toelaat. Het RUP laat, mits het in ere houden van het kasteel, enige flexibiliteit toe naar invulling van het kasteel en de bijgebouwen. Het beschermen van de natuurwaarde binnen het plangebied is tevens een niet onbelangrijk punt. Dit wordt mede gerealiseerd door de opname in de algemene en bijzondere stedenbouwkundige voorschriften van een heraanplantingsplicht bij het vellen van een boom.

1.3 Nulalternatief Kaart 3. Gewestplan

Het nutalternatief is een alternatief waarbij het plangebied zich verder zou ontwikkelen zonder het voorgestelde RUP “Kasteel Sint-Maarten”. De ontwikkeling die mogelijk is volgens het gewestplan Sint-Niklaas Lokeren (KB 07/04/1977, gedeeltelijk gewijzigd bij BVR op 09/19/1997): •• militair gebied Het nulalternatief laat geen andere functie invullingen toe dan de ontwikkeling die mogelijk is volgens het gewestplan m.n. militair gebied.



9

legende plangebied

kaart : orthofoto gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Kasteel Sint-Maarten schaal:

1:5.000

datum:

2011

locatie:

01002_RUP_PL_2.4

bron: orthofoto's, middenschalig kl, provincie Oost-Vlaanderen, opname 2009 (AGIV-product)


legende plangebied woongebieden woonpark N

natuurgebieden bosgebieden agrarische gebieden ambachtelijke bedrijven en kmo's

M

N

militaire gebieden reservatiegebied

M

kaart : gewestplan gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

N

RUP Kasteel Sint-Maarten schaal:

M

1:10.000

datum:

2011

locatie:

01002_RUP_PL_10.1

bron:

gewestplan Sint-Niklaas-Lokeren topokaart z/w


SITUERINGSPLAN

1:25.000

´

LEGENDE basis kadastrale perceelsgrenzen kadastrale gebouwen wegenis (GRB 2010)

feitelijke toestand spoorweg

¶

hoogstammige boom

n Za

gracht weiland

n Za

akker

dst

raa

dst

raa

t

t

bos

rlaa

n

waterplas

kke

grafisch plan

We sta

perimeter RUP "Kasteel Sint-Maarten" art.1 kasteelparkgebied art.2 cultuurhistorisch waardevol gebouw (overdruk) art.3 waardevolle parkboom (indicatieve overdruk)

at

k

¶

Zan d

stra

art.4: vista (indicatieve overdruk)

´ 0

10

20

n Ge

tse

we

g

m 40

30

Dit plan werd gemaakt op basis van het GRB 2010 van de stad Sint-Niklaas.

en G in zijn ontwerpversie gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad van .................... de secretaris

de voorzitter

en G het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan in zijn ontwerpversie ter inzage van het publiek op het gemeentehuis werd neergelegd van .................... tot .................... de secretaris

de burgemeester

Kw

gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad van ....................

ke

lh

oe

ks

en G tra

at

de voorzitter

Za n

ds

t ra

at

de secretaris

ak

provincie

Oost-Vlaanderen Sint-Niklaas

gemeente

gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kasteel Sint-Maarten GRAFISCH PLAN Intergemeentelijk samenwerkingsverband Land van Waas Lamstraat 113 9100 Sint-Niklaas T. 03/780.52.00 - F. 03/780.52.19 Georgie Wauters/Vera De Martelaere Ruimtelijk Planner

Bart Casier Directeur / Ruimtelijk Planner

schaal:

1:500 plannummer: 01002_RUP_PL_021_3V_d1 dossiernummer: 01002_RUP datum: februari 2012 versie:

voorontwerp

e ts

Ba

an

e ts

we

g

e ts

we

g

1.4 Grafisch plan 1.4.1. Aanzet van grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften Kaart 4. Schets grafisch plan

In het RUP “Kasteel Sint-Maarten” worden volgende zones onderscheiden (zie kaart 4) •• Kasteelparkgebied Het militair gebied krijgt een herbestemming als parkgebied waarbij het behoud van het parkkarakter voorop staat. De (kasteel)bijgebouwen op het domein kunnen worden behouden, verbouwd en herbouwd maar kunnen niet worden uitgebreid. Bij herbouw van de (kasteel)bijgebouwen dient men rekening te houden met volgende randvoorwaarden: ○○ de herbouw zorgt voor een betere integratie in het kasteeldomein ○○ de herbouw zorgt voor een betere terreinbezetting en kadert in een kwalitatief concept ○○ de herbouw houdt rekening met de bijzondere kenmerken van het kasteel en het park ○○ de herbouw vrijwaart de waardevolle parkbomen Naar het voorkomen van het kasteelgebouw, de kasteelbijgebouwen en de bijgebouwen dient er eenheid in vormgeving en in gebruikte materialen te bestaan. Het kleurgebruik van buitenmuren, buitenramen en –deuren is esthetisch verantwoord en in harmonie met elkaar rekening houdend met de eigenheid en de identiteit van het kasteelparkgebied. De inrichting van het park moet rekening houden met de aanwezige ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten van het gebied. Waardevolle of potentieel waardevolle elementen worden opgenomen als onlosmakelijke, volwaardige onderdelen van het park. Het gaat onder meer over zichtassen, waardevolle bomen en andere waardevolle beplanting. De park- en tuinaanleg dient te kaderen in het op te maken parkbeheerplan. De heester- en boomsoorten moeten voor minstens 85% streekeigen en inheemse zijn. Merkwaardige bomen van het kasteelpark bepalen sterk de identiteit van het plangebied en geven een uitgesproken groen karakter aan het kasteeldomein. Waardevolle bomen dienen in de toekomst zoveel mogelijk te worden behouden. •• Cultuurhistorisch waardevol gebouw (overdruk) Het bestaand kasteel wordt beschermd en kan rekening houdend met de architectuur en vormgeving van het kasteelgebouw beperkt uitbreiden in functie van de activiteiten. De vormelijke elementen waaraan dit kasteelgebouw zijn waarde te danken heeft dienen behouden te blijven. In het bijzonder dienen het bouwvolume van het hoofdgebouw, de dakvorm met dakkapellen en kroonlijstafwerking, de gevelgeleding, en het gevelmateriaal, alsook de eventueel aanwezige plinten, speklagen en geprononceerde druiplijsten, poort-, deuren/of raamomlijstingen, sluitstenen en uitgewerkte lateien, hoekbanden, balkons, erkers, in gewerkte nissen en houtwerk, waaraan het ge¬bouw zijn bijzondere waarde te danken heeft, behouden te worden. Daarbij staan deze vormelijke elementen niet op zich, maar wordt het gebouw als één geheel bekeken. Waardevolle interieurelementen zoals trappen, schouwmantels, binnenschrijnwerk, plafonds en vloeren worden maximaal geïntegreerd. Afwijkingen zijn mogelijk mits grondige motivatie.



13

Het uitbreiden van het bestaande volume van het kasteelgebouw is toegelaten mits voldaan is aan volgende voorwaarden: ○○ de uitbreiding dient te gebeuren in functie van de toegelaten functies; ○○ de uitbreiding moet fysisch één geheel vormen met het bestaande kasteelgebouw en respecteert de voorop genoem¬de vormelijke elementen van het kasteelgebouw; ○○ de uitbreiding van het bouwvolume leidt tot een volumevermeerdering van maximaal 120% het uitbreiden van het bouwvolume is in overeenstemming met de schaal van het kasteelgebouw. •• Waardevolle parkboom (indicatieve overdruk) De bestaande waardevolle bomen (indicatief aangeduid op het grafisch plan) moeten behouden blijven. Het rooien van hoog¬stammige bomen kan slechts worden toegestaan voor zover dit uitdrukkelijk nodig is voor het oprichten van gebouwen, de veilige en noodzakelijke organisatie van het plangebied en het nemen van toegangen tot de gebouwen of voor een verantwoord parkbeheer. •• Vista (indicatieve overdruk) Het open zicht naar het kasteel wordt behouden en versterkt. In de vista is het oprichten van nieuwe constructies en het aanplanten van groenmassieven die het zicht belemmeren of schaden verboden. In het RUP wordt er gestreefd naar het behoud van het bestaande kasteelgebouw en de bijhorende waardevolle groene elementen (parkbomen, waterpartijen, enz...) in het kasteelpark.

14



1.4.2. Ruimtebalans Gewestplan (ha)

Totaal RUP (ha)

Saldo (ha)

1

Wonen

-

-

-

2

Bedrijvigheid

-

-

-

3

Recreatie

-

-

-

4

Landbouw

-

-

-

5

Bos

-

-

-

6

Overig groen

-

3,73

+3,73

7

Reservaat en natuur

-

-

-

8

Lijninfrastructuur

-

-

-

9

Gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen

-

-

-

10

Ontginning en waterwinning

-

-

-

11

Ander grondgebruik

3,73

0

-3,73

TOTALE OPPERVLAKTE PLANGEBIED

3,73

3,73

0

TABEL RUIMTEBALANS In totaal zorgt dit RUP dus voor: •• een afname van het militair gebied met 3,73 ha •• een toename van overig groen



15

1.5 Mogelijke alternatieven Op basis van de doelstelling, reikwijdte en detailleringsgraad van het voorgenomen plan kan er nagegaan worden of er doelstellingsalternatieven, locatiealternatieven of inrichtingsalternatieven voor het voorgenomen plan mogelijk zijn. Aangezien de doelstellingen van het RUP strikt omlijnd zijn en het locatiegebonden is zal het onderzoek naar doelstellings- en inrichtingsalternatieven weinig relevant zijn. Meerdere inrichtingsalternatieven zijn mogelijk bij (her)aanleg van het kasteelpark of bij herbouw van de bijgebouwen maar deze moeten voldoen aan de doelstellingen van het RUP en de voorwaarden opgelegd in de stedenbouwkundige voorschriften. Dit geldt ook voor de functie-alternatieven. Het RUP wil rekening houden met meerdere ontwikkelingsmogelijkheden waarin volgende functiewijzigingen mogelijk kunnen zijn: •• woonfunctie: zowel voor particuliere als collectieve gezinnen (bv. serviceflats) •• commerciële functie: horeca, hotel, restaurant, bed and breakfast,... •• maatschappelijk-economische functie: praktijkruimte voor vrije beroepen,.... •• sociale functie: gemeenschapsvoorziening, openbare nutsvoorziening, evenementsruimte, ontmoetingsplaats,... •• educatieve functie: opleidingscentrum, seminarieruimte,... •• wetenschappelijke functie: onderzoekscentrum, arboreta,... •• recreatieve functie: welnesscentrum, schoonheidsinstituut, ... •• cultuurhistorische functie: galerij, tentoonstelling, kasteeltuin, botanische tuin,... •• ecologische functie: natuurgebied, park, bos,.... Bij een nieuwe invulling van de gebouwen dient een reconversierapport worden opgemaakt om een kwalitatieve herbestemming van het kasteelpark Sint-Maarten te garanderen. In het reconversierapport dient onder andere een evaluatie te doen van de effecten die het project op de omgeving zal hebben, van de kwaliteitsverhoging die het project voor de omgeving zal meebrengen en van de ingrepen die voorzien worden om negatieve effecten op de omgeving te milderen. Deze evaluaties hebben betrekking op : •• de natuurlijke en functionele draagkracht van de plaats en van de omgeving (verkeersaantrekking, verschuiving van activiteiten, milieulasten,...) •• de harmonie met de omgeving qua volume, gevelcompositie en materiaalgebruik. •• de belevingsaspecten (attractiviteit, comfortverhoging voor bezoekers,...). Het reconversierapport wordt gevoegd bij de aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning of kan voorafgaandelijk worden gevoegd bij de aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundig attest.

16



2. AFBAKENING VAN HET TOEPASSINGSGEBIED EN DE PLAN-MERPLICHT 2.1 Definitie van plan of programma Een plan of programma, of de wijziging ervan: •• Wordt door een instantie op regionaal, provinciaal of lokaal niveau opgesteld en/of vastgesteld of wordt door een instantie opgesteld om middels een wetgevingsprocedure door het Vlaams Parlement of de Vlaamse Regering te worden vastgesteld. •• Is voorgeschreven op grond van decretale of van bestuursrechtelijke bepalingen. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft de opmaak en de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen voor. Het RUP wordt opgemaakt op initiatief van de gemeente Sint-Niklaas. Een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan wordt vastgesteld door de gemeenteraad en goedgekeurd door de Deputatie. Het RUP valt bijgevolg onder de definitie van plan of programma. Een plan of programma dat een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan veroorzaken, dient te worden onderworpen aan een passende beoordeling wat betreft de betekenisvolle effecten voor de speciale beschermingszone.

2.2 Toepassingsgebied Het betrokken plan of programma valt onder het toepassingsgebied van het D.A.B.M. Het toepassingsgebied wordt in twee categorieën van plannen en programma’s opgesplitst: •• Plannen of programma’s, of de wijziging ervan, die het kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project, •• Plannen of programma’s, of de wijziging ervan, waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling is vereist uit hoofde van artikel 36ter, §3, eerste lid van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. Het ruimtelijk uitvoeringsplan vormt het kader op basis waarvan stedenbouwkundige vergunningen zullen worden toegekend, zodoende is aan deze voorwaarde voldaan.



17

2.3 Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-MER Voor het toetsen van de MER-plicht dienen volgende vragen te worden beantwoord.

1) Vormt de wijziging van het RUP een kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 of in de bijlage bij Omzendbrief LNE 2011/1 - 22 juli 2011? Neen, het RUP maakt geen deel uit van de opgesomde projecten in voorgenoemde bijlagen.

2) Regelt de wijziging van het RUP niet het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging? Ja, het RUP regelt het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau.

3) Heeft de wijziging van het RUP betrekking op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik? Ja, de opmaak van het RUP heeft betrekking op ruimtelijke ordening, het regelt de herbestemming van het plangebied.

4) Heeft de wijziging van het RUP mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones? Neen, het plangebied zelf is niet gelegen in een vogel- of habitatrichtlijngebied of VEN-gebied en heeft ook geen impact op naburige vogel- en habitatrichtlijngebieden of VEN-gebieden. Worden de eerste drie vragen allen positief beantwoord is het plan van rechtswege Plan-MER-plichtig. Wanneer één van de eerste drie vragen negatief wordt beantwoord is het RUP ‘screeningsplichtig’. Wanneer de vierde vraag positief wordt beantwoord, dan is een analyse nodig om te bepalen of er een passende beoordeling vereist is. Conclusie: het RUP valt niet van rechtswege onder de plicht tot opmaak van een plan-MER.

2.4 Beoordeling of het plan grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben Gezien de ligging t.o.v. de gewest- en landsgrens en de beperktheid van het plan worden bij de realisatie van het plan geen grensoverschrijdende effecten verwacht.

18



3. GEVOELIGHEDEN VAN HET PLANGEBIED EN POTENTIËLE EFFECTEN VAN HET VOORGENOMEN PLAN OF PROGRAMMA Dit hoofdstuk beschrijft, analyseert op hoofdlijn en beoordeelt, waar nodig op basis van de beschikbare informatie en studies, de mogelijke effecten van de nieuwe projecten en ontwikkelingen die het RUP zal toelaten / verplichten ten opzichte van de huidige mogelijkheden volgens het gewestplan. Volgende (MER)disciplines komen hierbij aan de orde: •• de gezondheid en veiligheid van de mens •• de ruimtelijke ordening •• de fauna, flora en biodiversiteit •• de energie- en grondstoffenvoorraden •• de bodem •• het water •• de atmosfeer •• de klimatologische factoren •• het geluid •• het licht •• de stoffelijke goederen •• het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed •• het landschap •• de mobiliteit •• de samenhang tussen de genoemde factoren. Het accent ligt daarbij evident op deze disciplines waar mogelijk de meeste nadelige gevolgen van de nieuwe opties in het RUP ten opzichte van het bestaande gewestplan zich kunnen manifesteren (welke ook nader worden bekeken).



19

3.1 Gezondheid en veiligheid van de mens 3.1.1. Beschrijving Het plangebied is gelegen op grote afstand van de dorpskernen Nieuwkerken-Waas en Haasdonk. In het oosten grenst het plangebied aan een woonwijk in de gemeente Beveren. De woonwijk situeert zich ter hoogte van de Westakkerlaan en telt een 40-tal woningen. In het plangebied is geen SEVESO-inrichting aanwezig. In het RUP worden geen aandachtsgebieden betreffende veiligheid voorzien. Bovendien zijn in een straal van 2 km rond het plangebied geen SEVESOinrichtingen aanwezig. In het plangebied zijn deze niet gepland, noch toegelaten.

3.1.2. Effectbeoordeling Het RUP creëert de mogelijkheid het kasteel Sint-Maarten commercieel uit te baten maar beschermt eveneens het aanliggende kasteelpark van enige ontwikkeling. Door deze functiewijziging komt echter noch de gezondheid, noch de veiligheid in gedrang.

3.1.3. Conclusie De uitvoering van het RUP zal geen bijkomende risico’s voor de gezondheid en de veiligheid van de omwonenden opleveren.

3.2 Ruimtelijke ordening 3.2.1. Beschrijving Het plangebied Sint-Maarten is momenteel bestemd als militair gebied. Ten oosten van het plangebied bevindt zich een strook woongebied. Ten noordwesten van het gebied zien we een uitgestrekt landbouwgebied en in het zuiden ligt het afgesplitste militair domein Westakkers. Desbetreffend RUP wordt niet expliciet vermeld als uit te voeren RUP in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, maar ligt wel in de lijn van het richtinggevend gedeelte van het structuurplan. Door de bescherming van het kasteelpark kan de ruimtelijke samenhang, gesteund op het concept van de multifunctionele Z-vormige bosstructuur, bewaard blijven. Door de bestemmingswijziging zal ook enerzijds voldoende rechtszekerheid worden geboden en anderzijds ontwikkelingsmogelijkheden worden gecreëerd voor de eigenaars van het domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de kenmerken van het kasteelpark en de aangrenzende open ruimte.

3.2.2. Effectbeoordeling Het RUP ondersteunt de doelen vooropgesteld in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en is er zeker niet mee in strijd.

3.2.3. Conclusie Het RUP zorgt uitsluitend voor positieve effecten op het gebied van ruimtelijke ordening en veroorzaakt geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline ruimtelijke ordening.

20



3.3 Fauna, flora en de biodiversiteit Kaart 5. Biologische waarderingskaart

3.3.1. Beschrijving Op de biologische waarderingskaart wordt het gehele plangebied aangeduid als een complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen. Deze waardering is gegeven vanwege het parkachtig karakter. Er bevinden zich geen VEN- en IVON-gebieden of vogel- of habitatrichtlijngebieden in de onmiddellijke omgeving. De boskartering van het Vlaamse Gewest geeft enkel “loofhout andere of mengingen” aan voor het noordelijk deel van het plangebied met een sluitingsgraad van meer dan 2/3. Op de ecosysteemkwetsbaarheidskaarten wordt het volledige plangebied aangeduid als kwetsbaar gebied voor ecotoopverlies, eutrofiëring en verzuring. Het plangebied heeft een parkachtig karakter en wordt gekarakteriseerd door een landschappelijke parktuin met open grasvelden rondom het kasteel. Langs de spoorweg en de Kwakkelhoekstraat bevindt zich het meer beboste gedeelte met daarin een aantal grachten en een organische vijver. Het bomenbestand bestaat voornamelijk uit beuk en eik. In kleiner aantal vinden we plataan, els, populier, kastanje en berk terug.

3.3.2. Effectbeoordeling Door uitvoering van het RUP kan er tuin- en parkzone verdwijnen door uitbreiding van het kasteelgebouw, door herbouw van de bijgebouwen op een andere locatie en door de aanleg van (half)verhardingen in functie van parkeren, tuinpaden en terrassen. Het verdwijnen van de tuin- en parkzone kan als een negatief effect worden beschouwd omdat hiermee een deel van het parkachtig karakter van het domein kan verdwijnen. Om dit effect tot een minimum te herleiden worden in de stedenbouwkundige voorschriften het gebruik van waterdoorlatende materialen opgelegd. In het RUP wordt er gestreefd naar het behoud van de waardevolle parkbomen waarbij oude bomen met een mooie habitus de voorkeur krijgen. Deze ‘merkwaardige’ bomen bepalen de identiteit van het plangebied. Alvorens de bouwwerken aan te vatten of beschermingsmaatregelen uit te werken dient het bomenbestand in het plangebied geïnventariseerd te worden door een deskundige. Er moet een kaart en tabel opgemaakt worden met boomnummer, wetenschappelijke naam, stamdiameter, kroondiameter en welstand van de boom. Voor bomen die verwijderd worden geldt een heraanplantingsplicht.

3.3.3. Conclusie Het RUP behoudt het parkachtig karakter van het kasteeldomein; globaal genomen zal het plan niet bijdragen tot biotoopverlies. Bestaande waardevolle groene zones en bomen worden behouden waardoor er geen sprake is van rustverstoring, barrièrewerking, versnippering en ecotoopverlies (door o.a. verzuring, verdroging, eutofiëring,...). Het RUP veroorzaakt geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline fauna, flora en biodiversiteit.



21

legende plangebied biologisch minder waardevol complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch waardevol complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch zeer waardevol

kaart : biologische waarderingskaart gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Kasteel Sint-Maarten

´

schaal:

1:10.000

datum:

april 2010

locatie:

01002_RUP_PL_6.1

bron:

BWK, versie 2, toestand 25/07/2007 (AGIV) topokaart z/w


3.4 Energie- en grondstoffenvoorraden 3.4.1. Beschrijving In de omgeving van het plangebied liggen geen ontginningsgebieden.

3.4.2. Effectbeoordeling De ontwikkeling van het plangebied heeft bijgevolg geen gevolgen voor de verdere exploitatie van enige ontginningsgebieden.

3.4.3. Conclusie Deze discipline is niet relevant voor dit RUP zodat het geen betekenisvolle negatieve effecten voor de energie- en grondstoffenvoorraden veroorzaakt.

3.5 Bodem Kaart 6. Bodemkaart

3.5.1. Beschrijving Het plangebied heeft een antropogene ondergrond. Rondom het projectgebied bevinden zich uitgestrekte zones met vochtig zand, droog zand en vochtig zand antropogeen In de nabijheid van de Kwakkelhoekstraat bevindt zich het boringspunt (kb15d27e-B248) waar volgende geologische lagen voorkomen: •• Quartaire afzettingen: hoofdzakelijk leemhoudende zand afzettingen met een schelpenbank (0 tot 2,9 m) •• Formatie van Kattendijk: kleiig, middelmatige fijn zand afzettingen met een glauconiethoudende laag

3.5.2. Effectbeoordeling Wanneer het RUP wordt uitgevoerd kan er lokaal een profiel- en structuurwijziging van de bodem worden verwacht: •• In functie van uitbreiding van het kasteelgebouw en bij herbouw van de bijgebouwen kunnen bodemvreemde materialen en constructies zoals funderingen aangebracht worden in de grond. •• In functie van de parkeerbehoefte kunnen parkeerplaatsen aangelegd worden waarbij bodemvreemde materialen in de grond kunnen komen. Profiel- en structuurwijzigingen door bebouwde en verharde oppervlakten wordt beperkt via de verordenende stedenbouwkundige voorschriften en het grafisch plan. De stedenbouwkundige voorschriften leggen maximale oppervlakten vast voor verharde en bebouwde ruimten. De effecten op de huidige bodemtoestand blijven op die manier nihil.

3.5.3. Conclusie De structuur- en profielwijzigingen gebeuren lokaal en zijn kleinschalig met als gevolg dat ze geen invloed hebben op de bodemfacetten van de aanpalende terreinen.



23

legende plangebied

01. Antropogeen 04. Vochtig zand 05. Droog zand 07. Vochtig zand antr 08. Droog zand antro

kaart : bodemkaart gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Sint-Maarten schaal:

1:10.000

datum:

2011

locatie:

01002_RUP_PL_11

bron:

Vectoriële versie van de Bodemkaart, AGIV, IWT, Laboratorium voor Bodemkunde van de UG


legende plangebied bevaarbaar 1ste categorie 2de categorie 3de categorie

ee

k

niet geklasseerd

en

sb

kaart :

St

.M

aa

rt

waterlopen gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Kasteel Sint-Maarten schaal:

1:5.000

datum:

2011

locatie:

01002_RUP_PL_4.1

bron:

provincie Oost-Vlaanderen, opname 2006 (AGIV-product) (VMM) / afd. Operationeel Waterbeheer


overstromingsgevoelige gebieden

erosiegevoelige gebieden

legende plangebied Watertoets - overstromingsgevoelige gebieden Niet overstromingsgevoelig Effectief overstromingsgevoelig Mogelijk overstromingsgevoelig Watertoets - erosiegevoelige gebieden Niet erosiegevoelig Erosiegevoelig Watertoets - grondwaterstromingsgevoelige gebieden Geen informatie beschikbaar Zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) Matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) Weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3) Watertoets - infiltratiegevoelige bodems Niet infiltratiegevoelig Infiltratiegevoelig

grondwaterstromingsgevoelige gebieden

infiltratiegevoelige gebieden kaart : watertoetskaarten gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP-Kasteel Sint Maarten schaal:

1:10.000

datum:

2011

locatie:

01002_RUP_PL_4.2

bron: Vlaamse Milieumaatschappij AGIV


3.6 Water Kaart 7. Waterlopen Kaart 8. Watertoetskaarten

3.6.1. Beschrijving Het plangebied behoort tot het Beneden-Scheldebekken. Op de Vlaamse hydrologische atlas (VHA) is op ca. 150 m ten oosten van het plangebied de tweede klasse waterloop Sint-Maartensbeek gelegen. Volgens de watertoetskaarten is het plangebied: •• niet gelegen in een “effectief overstromingsgevoelig gebied”, enkel een kleine zone buiten het plangebied, ter hoogte van de Gentseweg is mogelijk overstromingsgevoelig, •• niet gelegen erosiegevoelig gebied, •• valt onder type 2 van de grondwaterstromingsgevoeligheid: matig gevoelig voor grondwaterstroming, •• infiltratiegevoelig gebied. Het plangebied is niet in de nabije omgeving van een VMM-meetpunt gelegen. Het gebied is niet gelegen in een waterwingebied of bijhorende beschermingszone type I, II of III, afgebakend volgens het besluit van de Vlaamse Regering van 27/03/1985 houdende maatregelen voor de afbakening van waterwingebieden en de beschermingszones. Het plangebied is op de grondwaterkwetsbaarheidskaart aangeduid als zeer kwetsbaar (Ca1). De kwetsbaarheidscode Ca1 staat voor: •• zandige watervoerende laag, •• zandige deklaag met een dikte van =< 5 m en/of zandig. Over de grondwaterkwaliteit zijn geen gegevens gekend.

3.6.2. Effectbeoordeling Het RUP laat een beperkte toename van de bebouwde en verharde oppervlakte toe. Verharde oppervlakten in functie van toegangen en paden worden tot een minimum beperkt. Bij de keuze van de materialen wordt er geopteerd voor materialen die aansluiten op het parkkarakter. Om de waterinsijpeling van het hemelwater te bevorderen, wordt in de stedenbouwkundige voorschriften opgenomen om verhardingen zoveel mogelijk in waterdoorlatend materiaal aan te leggen. De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening betreffende hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater dient gevolgd te worden. Ondertussen heeft de stad Sint-Niklaas als verfijning van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening de gemeentelijke richtlijnen inzake regenwaterafvoer bij nieuwbouw en verbouwingswerken (09/02/2011) ingevoerd.

3.6.3. Conclusie Het RUP veroorzaakt geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline water, mits het nemen van voldoende milderende maatregelen wat betreft infiltratie.



27

3.7 Atmosfeer en de klimatologische factoren 3.7.1. Beschrijving Op basis van interpolatiekaarten kan een benadering worden gegeven van de luchtkwaliteit in Vlaanderen. Hierbij wordt enkel gefocust op de concentraties van stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) omdat het naleven van de Europese grenswaarden voor deze polluenten het meest kritisch is in Vlaanderen. Het plangebied ligt in een roostercel van de interpolatiekaart waar er 23,33 overschrijdingen van 50 μg/m³ daggemiddelde concentratie van PM10 optreden. Omdat deze waarde op een jaar onder de 35x blijft wordt de norm niet overschreden. Het plangebied is gelegen in een roostercel van de interpolatiekaart met een jaargemiddelde concentratie van PM10 van 28,43. Omdat de jaargemiddelde concentratie onder 40 μg/m³ blijft wordt de norm niet overschreden. Het plangebied bevindt zich in een roostercel van de interpolatiekaart met een jaargemiddelde concentratie van NO2 van 23,97. Omdat de jaargemiddelde concentratie onder 40 μg/m³ blijft wordt de norm niet overschreden. De totale index toont de hoogste index per roostercel van de 3 vorige lagen. Het plangebied bevindt zich aldus in een roostercel met een groene kleur en een totale index van 5.

3.7.2. Effectbeoordeling Door verbouwingswerken en de heraanleg van het kasteeldomein kan er tijdelijke stofhinder optreden. Door de verwarming en het energieverbruik zal er een lokale luchtverontreiniging optreden. Ook het aantal wagens van de bewoners, werknemers en eventuele bezoekers van het kasteel zullen na realisatie van het RUP een beperkte impact op de luchtkwaliteit hebben. Als milderende maatregelen kunnen de huidige EPB-regelgeving en de promotie van duurzame technieken betreffende verwarming worden aangehaald. Voor de verwarming en de voorziening van warm water in het project zal er dan ook best gebruik worden gemaakt van energiezuinige condensatieketels om het effect op de luchtkwaliteit zo klein mogelijk te houden.

3.7.3. Conclusie De realisatie van het RUP brengt geen aanzienlijke effecten met zich mee op het vlak van atmosfeer en klimatologische factoren.

28



3.8 Geluid 3.8.1. Beschrijving In een peiling van het NIS uit 2001 naar de tevredenheid over de rust in de woonomgeving verklaarde niet minder dan 26,1 % van de huishoudens in Sint-Niklaas ‘last te hebben van lawaai of geluidshinder in de buurt’. Min of meer permanente geluidshinder wordt veroorzaakt in grote delen van de gemeente door het zeer drukke en nog steeds groeiend verkeer op de autoweg E17, de gewestwegen en het lokale wegennet. De peiling geeft aan dat industriële activiteiten, bouwwerven, horecazaken, uitgaansgelegenheden, elektronisch versterkte muziek tijdens bepaalde evenementen, burenlawaai… aanleiding kunnen geven tot punctuele of periodiek weerkerende geluidshinder. In de nabije omgeving van het plangebied vormen twee drukke en belangrijke lijninfrastruren m.n. de spoorwegverbindingen (Gent - Antwerpen en Sint-Niklaas - Mechelen) en de verkeersweg N70 een bron van lawaai of geluidshinder. Vergeleken met het autoverkeer op de N70 zorgen de spoorwegverbindingen voor een beperkte bijkomende geluidslast.

3.8.2. Effectbeoordeling Ter realisatie van het plangebied van het RUP kan volgende tijdelijke geluidshinder optreden: •• Bij uitbreiding en verbouwing van het kasteelgebouw; •• Bij verbouwing en herbouw van de bijgebouwen; •• Bij herinrichting van kasteeldomein (groenaanleg, oprit, parking, ed.).

3.8.3. Conclusie De realisatie van het RUP brengt geen betekenisvolle negatieve effecten mee voor de discipline geluid.



29

3.9 Licht 3.9.1. Beschrijving Het kasteel ligt op een vrij grote afstand van de Zandstraat-Westakkerlaan en ligt tevens afgesloten van de weg door enerzijds de stalling en conciërgewoning en anderzijds door bomen en struikgewas. Er is geen melding van grote lichtpollutie.

3.9.2. Effectbeoordeling Bij de realisatie van het RUP is het weinig waarschijnlijk dat er in het plangebied bijkomende straat- of andere buitenverlichting wordt aangebracht. Bovendien vormt voorliggend RUP niet het kader voor projecten die veel verlichting met zich meebrengen zoals sportvelden, serrebedrijven en winkels met lichtreclame of verlichtte buitenterreinen. Tot slot kan bij eventuele nieuwe buitenverlichting worden gekozen voor goede lichtarmaturen met afschermingen die zoveel mogelijk de lichtverstrooiing naar boven toe vermijden, waardoor het effect minimaal zal zijn.

3.9.3. Conclusie Gezien het RUP slechts de bestaande toestand bestendigt zijn er geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline licht te verwachten.

3.10 Stoffelijke goederen 3.10.1. Beschrijving De huidige site is momenteel eigendom van een private eigenaar.

3.10.2. Effectbeoordeling Dit RUP zal de bestaande toestand in grote mate bevriezen, ter bescherming van het kasteel en kasteelpark. Voor de realisatie van dit RUP zal niet onteigend moeten worden.

3.10.3. Conclusie Aangezien voor de verwezenlijking van het RUP geen onteigeningsprocedure tot verwerving van gronden wordt ingezet, heeft dit RUP geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline stoffelijke goederen.

30



3.11 Cultureel erfgoed, inclusief architectonisch en archeologisch erfgoed Kaart 9. Landschapsatlas - cultureel erfgoed

3.11.1. Beschrijving Binnen en rondom het plangebied zijn geen beschermde monumenten, landschappen of dorpsgezichten gelegen. Het kasteel “Sint-Maarten” is wel door het Vlaams Instituut voor het onroerend erfgoed opgenomen in de lijst van het bouwkundig erfgoed. Het kasteel werd opgenomen als: Neoclassicistisch kasteeltje met omringend park toegankelijk via een ijzeren hek tussen vierkante arduinen pijlers. Alleenstaand gebouw met twee bouwlagen en vijf traveeën brede voorgevel onder mansardedak (leien), daterend uit XIX. Bepleisterd en beschilderd parement op arduinen plint. Begrenzende hoekblokken en omlopende kroonlijst op klosjes. Drie centraal gemarkeerde uitspringende traveeën met drie bouwlagen en schilddak. Portiek van vier Ionische zuilen op de begane grond. Overigens rechthoekig omlijste vensters op doorlopend arduinen kordon op de tweede bouwlagen en dito lekdrempels op de bovenste verdieping; rolluikkasten. Geaccentueerd middenvenster onder gebogen fronton. Begane grond met centrale rondboogdeur en flankerende vensters, later toegevoegde driezijdige houten erkertjes in de zijtraveeën. Links en rechts aanbouwsels van één travee en één bouwlaag onder platdak. Zijgevels van drie traveeën met licht gemarkeerd middenrisaliet. Achtergevel eveneens van drie traveeën met breed, door hoekblokken begrensd middenrisaliet met ruim omlijst rondboogvenster ter verlichting van het trappenhuis. Licht getoogde en rechthoekige omlijste vensters in de zijtravee. Door de vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed van 14 september 2009 treden een aantal andere wettelijke bepalingen in de Vlaamse decreet- en regelgeving in werking. Er gelden binnen het onroerend erfgoedbeleid, stedenbouwkundig, woon- en energieprestatiebeleid een aantal uitzonderingsmaatregelen ten gunste van gebouwen uit de vastgestelde inventaris met als doel die zoveel mogelijk te vrijwaren. Dit decreet bepaalt tevens dat een stedenbouwkundige vergunning voor het slopen van als bouwkundig erfgoed geïnventariseerde constructies slechts kan worden afgeleverd na een algemene onroerenderfgoedtoets. De conciërgewoning en de stalling ter hoogte van de Zandstraat zijn als minder waardevol te beschouwen Volgens de lokale archeologische advieskaart van de Archeologische Dienst Waasland grenst ten noorden aan het plangebied een verstoorde zone (type A). Dit is een zone waar door bodemingrepen uit het verleden het archeologisch erfgoed is verdwenen (wegenis, ontginning, opgraving, ...). Voor deze zone geldt een meldingsplicht.

3.11.2. Effectbeoordeling Het RUP doet geen afbreuk aan de verplichtingen voortvloeiend uit de wetgeving met betrekking tot de bescherming van archeologisch erfgoed. In elk geval zal, indien de archeologische diensten aangeven dat dit belangrijk is, voor de aanvang van grondwerken in het plangebied een prospectief onderzoek kunnen gebeuren. In het RUP wordt er zoveel mogelijk naar gestreefd het oorspronkelijke karakter van het kasteel en de parkzone te behouden. Het kasteel zal gerenoveerd worden en het park zal opnieuw onderhouden en aangelegd worden. Het kappen van bomen wordt beperkt. Om het parkkarakter van het kasteeldomein te versterken kunnen bijkomende landschapskenmerken worden toegevoegd die eigen zijn aan een kasteelpark; dit kan door een landschappelijke aanleg van het kasteeldomein. In de stedenbouwkundige voorschriften zal in de zone voor kasteelgebouw het vrijwaren van het aanwezige kasteel voorop staan. Het is verboden om het kasteel af te breken en/of te herbouwen, tenzij het geheel of grotendeels vernield of beschadigd wordt door een plotse ramp buiten de wil van de aanvrager. Daarenboven wordt elke aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsver-



31

legende plangebied bouwkundig erfgoed bouwkundig erfgoed lokale archeologische advieskaart

zone A - meldingsplicht zone F - steeds arch. ADVIES in planningsfase

Boerenhuisje XVIII

Neoclassicistisch kasteeltje

kaart : landschapsatlas - cultureel erfgoed gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Kasteel Sint-Maarten schaal:

Boerenburgerhuis XVIII-begin XIX

1:10.000

datum:

2011

locatie:

01002_RUP_PL_5.1

bron:

ADW, MVG-LIN-AROHMMonumenten en Landschappen, topokaart z/w


gunning met betrekking tot het kasteel voor advies aan de afdeling onroerend erfgoed overgemaakt. Bij uitbreiding of herbouw van het kasteelgebouw en herbouwen van de bijgebouwen dienen de bouwvolumes geïntegreerd te worden in het kasteelpark.

3.11.3. Conclusie Het RUP veroorzaakt geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline cultureel erfgoed, inclusief architectonisch en archeologisch erfgoed.



33

3.12 Landschap 3.12.1. Beschrijving De landschapsatlas geeft een beeld van de relicten van traditionele landschappen in Vlaanderen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen puntrelicten, lijnrelicten, relictzones en ankerplaatsen. Relictzones zijn gebieden met een grote dichtheid aan punt- of lijnrelicten en ankerplaatsen waarin de samenhang belangrijk is voor de gehele landschappelijke waardering. Een ankerplaats is een gebied dat behoort tot de meest waardevolle landschappelijke plaatsen. In het plangebied zijn geen ankerplaatsen, puntrelicten, lijnrelicten of relictzones terug te vinden.

3.12.2. Effectbeoordeling Het RUP laat toe om de bestaande landschappelijke structuur in negatieve en positieve zin te wijzigen. Enerzijds zal er parkzone verdwijnen voor uitbreiding en verharding, anderzijds worden bepaalde landschappelijke en architecturale waarden behouden via het verordenend grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften.

3.12.3. Conclusie Het RUP zorgt uitsluitend voor positieve effecten en veroorzaakt geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline landschap.

34



3.13 Mobiliteit Kaart 10. Atlas buurtwegen

3.13.1. Beschrijving Ter hoogte van de Westakkerlaan is er enkel lokaal verkeer. Bestaande ontsluitingswegen: •• Het kasteelpark wordt en zal in de toekomst ontsloten worden via de Zandstraat en de Gentseweg. Deze wegen worden momenteel enkel gebruikt door bewoners van de doodlopende Westakkerlaan en zijn bijgevolg niet overbelast met verkeer. De huidige inrit naar het kasteel is gelegen ter hoogte van het kruispunt Zandstraat - Gentseweg – Westakkerlaan. De Kwakkelhoekstraat, gelegen ten westen van het plangebied, wordt niet gebruikt als ingang van het kasteelpark. •• Zowel de Zandstraat als de Gentseweg komt rechtstreeks uit op N70 (vlotte verbinding Gent-Antwerpen). Bestaande verkeersintensiteiten •• Het overgrote deel van het verkeer betreft autoverkeer. Het gaat hier vooral om personenwagens. •• Er zijn geen telgegevens beschikbaar. Het is op dit moment dan ook niet mogelijk om in te schatten hoe groot de verkeersintensiteit is. Vermits de baan enkel gebruikt wordt door bewoners van de Westakkerlaan zal het verkeer pieken op de normale piekuren (7.30u-9.00u en 16-18u) •• De spoorweg Gent-Antwerpen wordt intensief gebruikt. Er rijden 8 treinen per uur voor personenvervoer. Ook het goederenvervoer gebeurt over deze spoorweg, juiste getallen hieromtrent zijn niet beschikbaar. •• Er zijn geen trage wegen binnen het plangebied •• De Zandstraat en Westakkerlaan zijn aangeduid als buurtweg nr. 10. De Kwakkelhoekstraat is buurtweg nr. 11.

3.13.2. Effectbeoordeling Omdat het wenselijk is om de ontsluiting van het plangebied te behouden langs de Zandstraat - Gentseweg - Westakkerlaan kan er bij ontwikkeling van het RUP lokaal een verhoogde mobiliteit en uitstoot van broeikasgassen (zowel in aanlegfase als exploitatiefase) verwacht worden indien het kasteel een commerciële functie krijgt. Bij het aftoetsten van de toegelaten functiewijzigingen zal een commerciële invulling (b.v. horeca, restaurant) de grootste wijziging op vlak van mobiliteit met zich meebrengen. In de veronderstelling dat enkel het kasteelgebouw als horecazaak/restaurant wordt ingericht en het kasteelgebouw een beperkte uitbreiding van 20% krijgt dan zal de vloeroppervlakte op het gelijkvloers ongeveer 500 m² bedragen. Op basis van de rekenmethode en de kerncijfers van de CROW1 kan de vermoedelijke verkeers- en parkeerdruk bepaald worden. Voor horeca zal er een verkeerstoename zijn van 405 pae op een normale weekdag en 1345 pae op een zaterdag. De verkeersdrukte zal het grootst zijn in de periode 19u-23u met een aandeel van 17%. Gemiddeld per uur komt dit neer op 17 pae/u (weekdag) en 57 pae/u (zaterdag). Naar verkeersleefbaarheid vormt dit geen probleem omdat het plangebied direct ontsloten wordt via de Zandstraat en de Gentseweg op de N70. De Westakkerlaan is een doodlopende straat waardoor de wijk zelf geen directe hinder zal ondervinden van de verkeerstoename. Voor een woonstraat als de Zandstraat en de Westakkerlaan komt de verkeersleefbaarheid pas in gedrang wanneer de norm van 250 pae/spitsuur/richting wordt overschreden. 1 CROW, Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden. Vuistregels en kengetallen gemotoriseerd verkeer. Ede, CROW, 2007, p37-38



35

legende plangebied gewijzigde aslijnen

0 .5 nr

13 nr.

nr.10

buurtweg voetweg

99 nr.

99 nr.

99 nr.

99

99

99

nr.11

kaart : atlas buurtwegen gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Kasteel Sint-Maarten

nr .99

99

schaal:

nr. 33

1:5.000

datum:

2011

locatie:

01002_RUP_PL_9.2

bron:

stad Sint-Niklaas, GISoost


Dergelijke waarden worden niet behaald bij een commerciële invulling van het plangebied. Er wordt dan ook geen betekenisvolle negatieve effecten verwacht op vlak van mobiliteit. De parkeernorm die gehanteerd word voor horecazaken bedraagt 8-14 parkeerplaatsen per 100 m² vloeroppervlakte.2 Voor het RUP kasteel Sint-Maarten komt dit neer op 40 tot 70 parkeerplaatsen. Rekening houdend met de ruimte dat hiervoor nodig is (± 18,75 m²/parkeerplaats), betekent dat er 700 m² (2%) tot 1.300 m² (3,5%) van het plangebied zal ingenomen worden door parkeerplaatsen. Gezien de verhouding tussen parkeerruimte en het kasteeldomein klein is, kan verondersteld worden dat gevolgen beperkt zullen zijn. Om de ruimte-inname en de impact beperkt te houden worden in de stedenbouwkundige voorschriften volgende randvoorwaarden mee opgenomen: •• de parkeerbehoefte wordt volledig opgevangen binnen het plangebied. •• de benodigde parkeerplaatsen worden aangelegd volgens het principe van gemeenschappelijk parkeren waarbij rekening wordt gehouden met een zo efficiënt mogelijke inrichting van de parkeerplaatsen. •• de gemeenschappelijke parkeerplaats moet grenzen aan de Westakkerlaan of de Zandstraat. •• de verharding dient steeds in harmonie te zijn met de omgeving en dienen bij voorkeur waterdoorlatend te zijn. •• de parkeerplaatsen zijn geïntegreerd in een groen kader met maximaal behoud van het parkkarakter.

3.13.3. Conclusie De geraamde bijkomende autobewegingen zijn aan de lage kant en kunnen niet als een aanzienlijk effect worden beschouwd. Het RUP veroorzaakt geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline mobiliteit.

3.14 De samenhang tussen de genoemde factoren De samenhang tussen de genoemde disciplines is niet in die mate relevant dat ze een aparte beschrijving en beoordeling behoeft ten opzichte van de hoger genoemde effecten. De cumulatieve effecten van de genoemde disciplines zijn immers klein tot onbestaande.

2 COR VAN DER KLAAUW, Nota Parkeernormen, Groningen, s.n., 2006



37

4. AFBAKENING VAN HET TOEPASSINGSGEBIED EN DE PLAN-MERPLICHT EN TOETSING OF PASSENDE BEOORDELING RELEVANT IS Bij plannen en programma’s die ‘van rechtswege’ onderworpen zijn aan de plan-MER-plicht is er geen voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerlegbare wijze wordt vermoed dat deze plannen en programma’s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Men onderscheidt twee groepen van plannen en programma’s. •• Plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd ○○ Een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten of voor de in bijlage bij Omzendbrief LNE 2011/1 - 22 juli 2011. ○○ Niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden. ○○ Betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (art. 4.2.3.§1°D.A.B.M.). •• Plannen en programma’s, of de wijziging ervan, waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is (art. 4.2.1., tweede lid D.A.B.M.). Het gemeentelijk RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht want •• Het vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II (overeenkomstig art. 4.23. §2.1 van DABM) of in bijlage bij Omzendbrief LNE 2011/1 - 22 juli 2011. •• Het heeft betrekking op de ruimtelijke ordening. •• Het plangebied is niet gelegen in een Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) of Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON). •• Het zal geen aanzienlijke effecten veroorzaken voor de verschillende (MER)disciplines, zoals in hoofdstuk 3 uitvoeriger werd besproken.

CONCLUSIE: HET RUP VALT ONDER DE SCREENINGSPLICHT. DE OPMAAK VAN EEN PLAN-MER IS BIJGEVOLG NIET NOODZAKELIJK.

38



5. VERZOEK TOT RAADPLEGING VAN DE ADVIESINSTANTIES Dit is een verzoek tot raadpleging van de verschillende, relevante adviesinstanties om uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek tot raadpleging het advies over te maken door betekening of tegen ontvangstbewijs van de initiatiefnemer.



39

RUP KASTEEL SINT-MAARTEN TE SINT-NIKLAAS m.e.r-screening. juni 2012 OHPL1367

Recommend Documents