Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk, gemeenten Waalwijk en Heusden Ruimtelijk advies op basis van bureauonderzoek
Rapportnummer:
V1083
Projectnummer:
V13-2601
ISSN:
1573 - 9406
Status en versie:
Definitief 2.0
In opdracht van:
Rijkswaterstaat Noord-Brabant
Rapportage:
W.J. Weerheijm, B.A. Brugman, K. Klerks
Plaats en datum:
Amersfoort, 26 maart 2013
Niets uit dit werk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, daaronder mede begrepen gehele of gedeeltelijke bewerking van het werk, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Vestigia of Rijkswaterstaat Noord-Brabant Vestigia BV Spoorstraat 5 3811 MN Amersfoort telefoon 033 277 92 00 fax 033 277 92 01
[email protected]
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
Initiatief Toponiem / locatie Plaats Gemeente Provincie Opdrachtgever
Contactpersoon opdrachtgever Oppervlakte plangebied Diepte grondwerkzaamheden Huidig grondgebruik Onderzoeksmelding Soort onderzoek RD-hoekcoördinaten van het plangebied Kaartblad (1:25.000) Uitvoerder en documentatie Projectleider/Senior archeoloog Projectmedewerkers
Uitvoering booronderzoek Bevoegd gezag Contactpersoon Deskundige namens BG Gecontroleerd door Geaccordeerd door
Projectgegevens Vervanging brug en viaduct, aanpassingen A59 A59 brug Drongelskanaal en viaduct Hoogeind Waalwijk Waalwijk/Heusden Noord-Brabant Rijkswaterstaat Noord-Brabant Zuidwal 58 5211 JK ’s-Hertogenbosch Dhr. P. van Lier 75,6 ha onbekend Grasland 55.847 Bureauonderzoek 132.982/531.572 411.279/336.632 136.029/743.917 412.206/70 .307 44H Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie Dr. R.M. van Heeringen Drs. K. Klerks (fysisch geograaf) Drs. B.A. Brugman (historisch geograaf) Mr. W.J. Weerheijm MA (archeoloog) n.v.t. Rijkswaterstaat Dhr. P. van Lier Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Vestigia/R.M. van Heeringen d.d. 14 maart 2013 Rijkswaterstaat/P. van Lier d.d. 26 maart 2013
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
2
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
Inhoudsopgave Samenvatting en advies ........................................................................................................................................................... 5 Onderbouwing advies .............................................................................................................................................................. 7 1 Projectomgeving .............................................................................................................................................................. 7 1.1 Plangebied ..................................................................................................................................................................... 7 1.2 Onderzoeksdoel en -methode ............................................................................................................................ 7 2 Verwachtingsmodel ........................................................................................................................................................ 9 2.1 Landschappelijke context ..................................................................................................................................... 9 2.2 Archeologische context ...................................................................................................................................... 10
2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.3
2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4
Archeologisch beleid ...................................................................................................................................... 10 Bekende archeologische waarden in de omgeving van het plangebied ........................................... 11 Historische geografie ......................................................................................................................................14 Gespecificeerde archeologische verwachting ..........................................................................................18 Advies archeologie .......................................................................................................................................... 19 Cultuurhistorische context ............................................................................................................................... 19
Cultuurhistorisch beleid ............................................................................................................................... 19 Lange lijnen in het landschap ...................................................................................................................... 21 Bekende cultuurhistorische waarden in het plangebied ..................................................................... 22 Advies cultuurhistorie ................................................................................................................................... 23
Literatuur................................................................................................................................................................................... 25 Digitale bronnen ...................................................................................................................................................................... 26 Kaarten en bijlagen ................................................................................................................................................................. 27
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
3
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
4
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
Samenvatting en advies In opdracht van Rijkswaterstaat Noord-Brabant heeft Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie een archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek verricht voor een plangebied in de gemeenten Waalwijk en Heusden (kaart 1). Rijkswaterstaat Noord-Brabant heeft werkzaamheden gepland in het kader van de vervanging van de brug van de A59 over het Drongelse kanaal ter hoogte van Waalwijk. De werkzaamheden richten zich voornamelijk op de aanleg van een tijdelijke brug, de bouw van een nieuwe brug en aan aanpassingen aan de huidige A59 om een betere verkeersdoorstroming te bevorderen. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 75,6 hectare. Door deze werkzaamheden worden er gronden ontgraven dan wel extra belast; het exacte inrichtingsplan is nog niet bekend. Voorafgaand aan de ontwikkelingen dient in kaart gebracht te worden of zich binnen het onderzoeksgebied behoudenswaardige archeologische of cultuurhistorische waarden (zouden kunnen) bevinden, die tegen de achtergrond van de ingrepen gevaar lopen. Archeologie Op basis van het bureauonderzoek en de archeologische beleidskaarten van Waalwijk en Heusden geldt voor het westelijke deel van het plangebied een gematigde archeologische verwachting. Dit gedeelte kan worden begrenst als de strook langs de A59 ten westen van de Veldsteeg/Baardwijksestraat, en het tracé van de A59 tussen de Veldsteeg/Baardwijksestraat en viaduct Hoogeind, en het gebied ten zuiden daarvan. Hier kunnen vuursteenvindplaatsen uit de periode Laat-Paleolithicum/Neolithicum worden aangetroffen, waaronder sporen van tijdelijke jachtkampjes. Vondsten zullen voornamelijk de vorm hebben van bewerkt vuursteen, zoals die in de directe omgeving van het plangebied zijn aangetroffen. Dit gebied is sindsdien niet aantrekkelijk geweest voor bewoning; de kans op het aantreffen van nederzettingsresten uit met name de periode Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd wordt dan ook laag ingeschat. Het gebied ten westen van het Drongelskanaal dat op de beleidskaart met een ‘waarde archeologie’ en een hoge archeologische verwachting staat aangegeven (de noordoosthoek van Baardwijk) heeft binnen de bescherming van de Winterdijk gelegen. Hier is in principe bewoning uit de Late Middeleeuwen/ Nieuwe tijd te verwachten, hoewel deze niet op basis van historisch kaartmateriaal kan worden getraceerd. Uitzondering hierop is een reeds verdwenen molen waarvan de locatie niet helemaal zeker is. Binnen deze zone kunnen grondsporen van structuren zoals boerderijen, bijgebouwen, sloten, greppels en afvalkuilen worden gevonden, en vondsten van onder andere aardewerk, bot en metaal. Deze sporen kunnen op of vlak onder het maaiveld worden aangetroffen. Bovendien geldt ook hier een gematigde archeologische verwachting op het aantreffen van vuursteenvindplaatsen. Het gebied ten noorden van de A59 tussen de Veldsteeg/Baardwijksestraat en het Drongelskanaal heeft een lage archeologische verwachting voor alle perioden. Dit geldt eveneens voor het gebied ten noorden van de A59 ten oosten van het Drongelskanaal. Het gebied ten zuiden van de A59 aan de oostzijde van het Drongelskanaal heeft een hoge archeologische verwachting. Deze verwachting is voornamelijk gebaseerd op de ligging van het plangebied in een zone met hoge zwarte enkeerdgronden. Deze hoge zwarte enkeerdgronden (ook wel essen genoemd) hebben mogelijk een goede conserverende werking gehad op onderliggende archeologische sporen, waaronder de reeds genoemde vuursteenvindplaatsen. De huidige A59 en Overstortweg zijn mogelijk bovenop de oude Winterdijk en Langstraat aangelegd, waarvan mogelijk nog de resten zijn aan te treffen. Dit geldt ook voor mogelijke bebouwing uit de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd, alsmede restanten van oversteekplaatsen, oude wegdelen, bruggen etc. Binnen het plangebied zijn waarschijnlijk nog de spaarzame resten van een molen en enkele huizen aan te treffen. De exacte locatie hiervan is echter
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
5
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
moeilijk te bepalen. In de uiterste zuidoosthoek van het plangebied hebben in ieder geval tot aan het e begin van de 19 eeuw enkele huizen gestaan. Op het moment van het uitvoeren van het onderhavige bureauonderzoek is nog geen exact inrichtingsplan bekend, behalve het voorlopige ontwerp van een tijdelijke brug (bijlage 3), gepland direct ten zuiden van de huidige brug over het kanaal. Voor de locatie waar in het kader van de aanleg van deze tijdelijke brug bodemingrepen en grootschalige ophogingen gaan plaatsvinden, wordt geadviseerd in eerste instantie een verkennend booronderzoek uit te voeren om de bodemopbouw en de dikte van de bouwvoor te toetsen. Ten oosten van het kanaal kan gedacht worden aan een verkennend onderzoek met een dichtheid van circa 6 boringen per hectare. De dichtheid van het boorgrid ten westen van het kanaal zal grotendeels gedicteerd worden door het inrichtingsplan in relatie tot de bestaande infrastructuur (wegen, ophogingen, kanaaldijk) en eventuele kabels/leidingen. Gedacht kan worden aan circa 6 boringen binnen het gebied tussen de A59, de huidige afrit en de dijk. Op basis van deze gegevens kan worden bepaald of door de geplande ingrepen mogelijk archeologische waarden worden bedreigd, of dat de bodem mogelijk (plaatselijk) reeds diepgaand is verstoord. Voor het verkennende booronderzoek dient eerst een Plan van Aanpak te worden opgesteld. Bij het aantreffen van een intact bodemprofiel of archeologische indicatoren bij dit verkennende onderzoek dient aanvullend onderzoek te worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door middel van een karterend/waarderend booronderzoek of proefsleuven. Omdat verder een groot gedeelte van het plangebied een gematigde tot hoge archeologische verwachting heeft en de geplande ingrepen waarschijnlijk de vorm krijgen van één of meerdere in oppervlakte beperkte lijnelementen, wordt geadviseerd om zodra het verdere inrichtingsplan is vastgesteld in dergelijke gebieden een archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een verkennend booronderzoek met een dichtheid van circa 6 boringen per hectare. Voor het gedeelte ten noorden van de A59 tussen de Veldsteeg/Baardwijksestraat en het Drongelskanaal wordt geen verder onderzoek geadviseerd. Dit geldt eveneens voor het gebied ten noorden van de A59 ten oosten van het Drongelskanaal. Gezien het nooit volledig is uit te sluiten dat tijdens eventueel grondverzet een ‘toevalsvondst’ wordt gedaan, is het wenselijk de uitvoerder van dit grondwerk te wijzen op de plicht om hiervan zo spoedig mogelijk melding te doen bij Rijkswaterstaat en diens adviseur, de RCE.
Cultuurhistorie In het plangebied liggen diverse bekende cultuurhistorische waarden. Het meest in het oog springende element is de Baardwijkse overlaat (deelgebied 1). De Baardwijkse overlaat is een unieke overlaat waarvan de karakteristieken behouden dan wel versterkt dienen te worden. Dit karakter is open en groen, begrensd door (lei)dijken. De tweede karakteristiek dat het gebied kenmerkt is de overgang tussen zand en klei. Het oorspronkelijke (middeleeuwse) ontginningslandschap is door de aanleg van de Baardwijkse overlaat in het oostelijk deel van het plangebied echter niet meer zichtbaar. Het westelijk deel van het plangebied ligt grotendeels ten noorden van de Winterdijk en is een kleilandschap (deelgebied 2). De karakteristieken van het (rivier)kleilandschap zijn voornamelijk openheid en robuustheid. Om dit open karakter te respecteren adviseert Vestigia het nieuwe ontwerp zo veel mogelijk te laten inspireren door de ‘lange lijn’ van de A59. Tenslotte ligt een klein deel van het plangebied ten zuiden van de voormalige Winterdijk (deelgebied 3). Vestigia adviseert het bestaande deel van deze dijk te behouden en mogelijk het voormalige tracé van het verdwenen deel als inspiratiebron te gebruiken.
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
6
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
Onderbouwing advies 1 1.1
Projectomgeving Plangebied
In opdracht van Rijkswaterstaat Noord-Brabant heeft Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie een archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek verricht voor een plangebied in de gemeenten Waalwijk en Heusden (kaart 1). Rijkswaterstaat Noord-Brabant heeft werkzaamheden gepland in het kader van de vervanging van de brug van de A59 over het Drongelse kanaal ter hoogte van Waalwijk. De werkzaamheden richten zich voornamelijk op de aanleg van een tijdelijke brug, de bouw van een nieuwe brug en aan aanpassingen aan de huidige A59 om een betere verkeersdoorstroming te bevorderen. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 75,6 hectare. Door deze werkzaamheden worden er gronden ontgraven dan wel extra belast; het exacte inrichtingsplan is nog niet bekend. Voorafgaand aan de ontwikkelingen dient in kaart gebracht te worden of zich binnen het onderzoeksgebied behoudenswaardige archeologische of cultuurhistorische waarden (zouden kunnen) bevinden, die tegen de achtergrond van de ingrepen gevaar lopen.
1.2
Onderzoeksdoel en -methode
1
Doel van het archeologisch vooronderzoek was vast te stellen of er in het plangebied sprake is (of kan zijn) van archeologische resten die door de voorgenomen ingrepen verstoord dreigen te worden en, indien mogelijk, uitspraken te doen over de waarde hiervan in termen van fysieke en inhoudelijke kwaliteit zoals zeldzaamheid en gaafheid. Hiertoe is een bureauonderzoek verricht, waarbij voor het plangebied een specifiek archeologisch verwachtingsmodel is opgesteld. Vervolgens is een advies opgesteld in het kader van de cyclus van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ). In aanvulling op het archeologisch bureauonderzoek is tevens een cultuurhistorisch bureauonderzoek uitgevoerd, op basis waarvan eveneens een advies is opgesteld met betrekking tot het vervolgtraject.
1
Het onderzoek is uitgevoerd volgens de richtlijnen van de KNA versie 3.2 (zie bijlage 2).
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
7
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
8
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
2
Verwachtingsmodel
2.1
Landschappelijke context
Het plangebied ligt ten noorden van Baardwijk en ten westen van Drunen en bevindt zich daarmee in het gebied van de dekzandpolders. Het dekzandpoldergebied wordt gekenmerkt door weinig reliëf en een relatief lage ligging. Het gebied wordt in het noorden begrensd door het rivierengebied en in het zuiden begrensd door het dekzandrug- en duingebied en het beekdal- en dekzandgebied. Het gebied wordt gekenmerkt door dekzand aan het oppervlak waarin een aantal kleine dekzandruggen opduiken. De dekzandruggen hebben dezelfde oriëntatie als de dekzandrug met stuifduinen ten zuiden ervan. Het gebied was gedurende het grootste deel van het Holoceen een nat zandgebied waar zich onder invloed van hoge grondwaterstanden veen kon vormen. Vanaf de Middeleeuwen is het gebied vanuit het noorden ontgonnen (net zoals de Langstraat ten westen ervan), waardoor het veen bijna geheel is verdwenen. Het zuidelijke deel van het gebied ligt in het verlengde van de Beerse Maas, waar een groot deel van de afvoer van de Maas bij hoogwater via de Beerse overlaten in het oosten naar de mond van de Dieze of naar de Baardwijksche overlaat werd gesluisd. Ten zuiden van de plaatsen Drunen, Nieuwkuijk, Vliedberg en Vlijmen liggen dan ook dijken die die plaatsen moesten beschermen voor het water. Pas na 1942 werd de Beerse Maas na grootschalige waterstaatkundige projecten definitief gesloten. De belangrijkste geomorfologische eenheden zijn dekzandvlakte met dekzandruggen, verspoelde dekzanden en dekzanden vervlakt door veen en/of overstromingsmateriaal. De vervlakte dekzanden met veen en/of overstromingsmateriaal liggen in het noorden op de overgang naar het rivierengebied en in het zuiden ter hoogte van de Beerse Maas. In de vervlakte dekzanden komen voornamelijk van nature natte gronden voor: gooreerdgronden en beekeerdgronden. Op de dekzandvlakte met dekzandruggen komen veldpodzolgronden, hoge bruine enkeerdgronden, hoge zwarte enkeerdgronden en laarpodzolgronden. De enkeerdgronden en laarpodzolgronden zijn bodems met een dikkere humeuze bovenlaag. Deze bovengrond is ontstaan door aanvoer van humeus materiaal uit andere gebieden (plaggen) of mest (potstal). In veel gevallen is de oorspronkelijke bodem, veelal een podzol, bij dit proces verstoord. Het plangebied grenst aan de oostzijde aan de Elshoutse Zeedijk bij Drunen. Deze dijk is aangelegd na de e St. Elisabethsvloed in 1421 en had een waterkerende werking tot halverwege de 16 eeuw, waarna de laatste buitendijkse gebieden ten noorden van de Langstraat tussen Dussen en Waalwijk zijn 2 ingepolderd. De grote overstroming in 1421 had grote directe gevolgen maar al in de eeuwen daarvoor stond het hele gebied onder invloed van getijden. Dit houdt in dat in met name het noordelijk deel van het plangebied nog jonge getijdeafzettingen op het dekzand kunnen worden verwacht. De huidige e Bergsche Maas, ten noorden van het gebied, is pas veel later in de 19 eeuw aangelegd. Het oostelijk deel van het plangebied ligt in het gebied dat behoort tot de Baardwijksche overlaat in het e verlengde van de Beerse Maas. Deze overlaat is halverwege de 18 eeuw aangelegd en fungeerde met enige regelmaat als afvoer van overtollig rivierwater uit de Maas , met name ten behoeve van het voorkomen van wateroverlast bij Den Bosch. De archeologische verwachting op basis van het landschap kan als volgt worden samengevat: de basis wordt gevormd door het dekzand dat hier vanaf de laatste IJstijd vrijwel aan de oppervlakte ligt. Het voorkomen van vuursteenvindplaatsen vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met het Neolithicum kan nooit helemaal worden uitgesloten. Vanaf ongeveer 3.000 jaar geleden vormden zich uitgestrekte e 3 veengebieden in dit deel van Brabant. Deze venen werden pas vanaf de 13 eeuw ontgonnen. Bewoning tot die tijd zal zich hebben geconcentreerd op de allerhoogste dekzandruggen en dus niet in het
2 3
Noort 2009. Leenders 1989.
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
9
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
e
e
plangebied. Tussen de 13 eeuw en de grootschalige waterstaatkundige ingrepen aan het begin van de 20 eeuw lag het plangebied vrijwel geheel in een dynamische en natte omgeving. Bewoning uit deze periode is niet te verwachten.
Landschappelijke verwachting per deelgebied Het westelijk deel van het plangebied langs de A59 ligt in een gebied met moerige podzolgronden. Omdat het oorspronkelijke oppervlak hier nog intact is, krijgt dit deel, ondanks de relatief natte landschappelijke omstandigheden, een middelhoge verwachting. Met name de aanwezigheid van steentijdvondsten kan hier niet worden uitgesloten. Het oostelijk deel ten noorden van de A59 en ten westen van het afwateringskanaal ligt in een zone met poldervaaggronden. In het dekzand is geen podzol (meer) aanwezig en de omstandigheden zijn tot aan de bedijking ongeschikt voor bewoning. De verwachting is hier laag. Het oostelijk deel ten noorden van de A59 en ten oosten van het afwateringskanaal ligt in een gebied met gooreerdgronden. In de gemeente Waalwijk krijgen deze (relatief hooggelegen) gronden een middelhoge verwachting op basis van andere vondsten in de gemeente. In gemeente Heusden krijgen deze gronden in combinatie met de geomorfologische eenheid verspoeld dekzand een lage verwachting. De methodiek waarmee de verwachtingen in de twee aangrenzende gemeenten worden vastgesteld is afgestemd op de plaatselijke situatie en wijkt dus onderling wat af. Dit leidt in dit geval tot een andere interpretatie van de verwachting van dit type bodem en landschap. In dit specifieke geval, een gooreerdgrond in de zone van de Baardwijkse overlaat, kan gesteld worden dat de verwachting laag is voor intacte archeologie van het LaatPaleolithicum tot de Middeleeuwen. Het oostelijk deel ten zuiden van de A59 heeft in beide gemeenten een hoge verwachting op basis van de aanwezige hoge zwarte enkeerdgronden. 2.2
Archeologische context
2.2.1
Archeologisch beleid
Voor dit project treedt Rijkswaterstaat op als bevoegd gezag op het gebied van archeologie, met de 4 Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed als haar adviseur. In geval van ontgrondingsvergunningen treedt de provincie Noord-Brabant op als bevoegd gezag; voor het aanvragen van omgevingsvergunningen en bestemmingsplanwijzigingen de gemeenten Waalwijk en Heusden. In de Verordening Ruimte van de provincie Noord-Brabant geeft de provincie aan dat de initiatiefnemer bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zorgt voor een kwaliteitsverbetering van het landschap om daarmee het verlies aan omgevingskwaliteit te beperken. Bij kwaliteitsverbetering van het landschap kan in het bijzonder worden gedacht aan concrete tegenprestaties gericht op ter verbetering van de volgende landschapaspecten: bodem (aardkunde) en water, natuur- en landschapselementen, cultuurhistorische elementen incl. archeologie, recreatieve toegankelijkheid van het landschap, sloop en ontstening. 5
Volgens de archeologische beleidskaart van de gemeente Waalwijk ligt het plangebied grotendeels in een zone aangeduid met een gematigde archeologische verwachting (‘Categorie 4’); dit geldt voor het gebied tussen het viaduct over de Hertog Janstraat tot aan het viaduct Hoogeind. De noordzijde van de A59 heeft ter hoogte van de Veldsteeg tot aan het Drongelskanaal een lage archeologische verwachting (‘Categorie 5’); de zuidzijde van de A59 heeft hier deels een gematigde archeologische verwachting. Ter hoogte van het viaduct Hoogeind ligt het plangebied voor een klein gedeelte binnen een zone met een (vastgestelde) archeologische waarde (‘Categorie 2’). Het gaat hier om de uiterste noordoostrand van de historische kern van Waalwijk (AMK-terrein 16.815). Het plangebied heeft hier ook nog een klein gedeelte een hoge archeologische verwachting (‘Categorie 3’). Aan de oostzijde van het Drongelskanaal heeft het plangebied binnen de gemeente Waalwijk aan de noordzijde van de A59 een gematigde en aan de zuidzijde een hoge
4 5
Zie het convenant tussen RWS en de toenmalige RACM/RCE (RWS/RACM 2007). Hessing et al. 2011B.
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
10
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
archeologische verwachting. Voor Categorie 2 geldt een archeologische onderzoeksplicht voor plangebieden groter dan 100 m2 en bij ingrepen dieper van 30 cm –mv; voor Categorie 3 en 4 is dit respectievelijk 500 m2/50 cm –mv en 5000 m2/50 cm –mv. Voor Categorie 5 geldt alleen een onderzoeksplicht bij m.e.r.-plichtige projecten. De gemeente Heusden heeft een gezamenlijke archeologische beleidsadvieskaart laten opstellen met de 6 gemeenten Haaren, Loon op Zand en Vught. Volgens deze kaart ligt het plangebied ten zuiden van de A59 binnen een zone met een hoge archeologische verwachting (‘Archeologisch waardevol gebied 3’). Het plangebied ten noorden van de A59 ligt binnen een zone met een lage archeologische verwachting (‘Archeologisch waardevol gebied 7’). De gemeente Heusden heeft nog geen vastgesteld archeologiebeleid, maar toetst de bestemmingsplannen wel al volgens de archeologische beleidsadvieskaart. Deze beleidsadvieskaart dient verwerkt te worden in de gemeentelijke bestemmingsplannen. Het bestemmingsplan buitengebied houdt de begrenzing en aanduiding aan van de archeologische beleidsadvieskaart. Voor gronden met ‘Archeologisch waardevol gebied 3’ (hoge archeologische verwachting) wordt een onderzoeksplicht aangehouden bij ingrepen groter dan 500 m2 en dieper dan 50 cm. Voor ‘Archeologisch waardevol gebied 7’ (lage verwachting) is geen maatregel opgenomen. 2.2.2
Bekende archeologische waarden in de omgeving van het plangebied
Voor de archeologische gegevens omtrent het huidige plangebied is het Archeologisch Informatiesysteem (Archis) geraadpleegd, dat alle geregistreerde archeologische monumenten, onderzoeken, waarnemingen en vondsten bevat. Archeologische monumenten zijn terreinen met een (hoge/zeer hoge) archeologische waarde, die ofwel fysiek (wettelijk en juridisch) beschermd worden, ofwel een planologische bescherming hebben waarbij in het bestemmingsplan voorschriften voor het gebruik zijn opgenomen. Archeologische waarnemingen zijn meldingen van archeologische vondsten en/of sporen van bijvoorbeeld nederzettingen, grafvelden, akkersystemen, heiligdommen, enz., die niet nader onderzocht en gewaardeerd zijn. Archeologische vondstmeldingen zijn meldingen die nog niet zijn gecontroleerd om in het systeem te worden opgewaardeerd tot een waarneming (kaart 2). Binnen het plangebied zelf zijn geen archeologische monumenten, waarnemingen of vondstmeldingen gedocumenteerd in het Archeologische Informatiesysteem (Archis). Echter in de nabije omgeving ligt een tweetal archeologische monumenten en een aantal waarnemingen, vondsten en onderzoeken. Binnen een straal van 500 meter rondom het plangebied zijn in totaal twee AMK-terreinen in Archis geregistreerd (tabel 1). In beide gevallen gaat het om historische dorpskernen: de kern van Drunen (AMKnr. 16.810) en de kern van Waalwijk. In Archis (en op de provinciale Monumentenkaart) valt de begrenzing van de kern van Waalwijk niet binnen het plangebied. Op de gemeentelijke archeologische beleidskaart valt ter hoogte van viaduct Hoogeind nog een klein stukje van plangebied binnen een zone aangegeven met een “vastgestelde archeologische waarde”. Dit is het voormalige binnendijkse gebied. AMKAMK-nr. nr.
Waarde
Toponiem
1
16.810
Hoge waarde
Drunen
6
Hessing et al. 2011A.
Afstand plangebied in m. <100 m
Periode
Typering
Late Middeleeuwen- Historische dorpskern Nieuwe Tijd 2 16.815 Hoge waarde Waalwijk <100 m Late Middeleeuwen- Historische dorpskern Nieuwe Tijd Tabel 1: Overzicht AMK-terreinen binnen een straal van 500 meter rond het plangebied (Bron: ArchisII).
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
11
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
Binnen een straal van 500 meter rond het plangebied zijn in totaal 13 waarnemingen geregistreerd (tabel 2). De waarnemingen zijn geconcentreerd ten zuiden van het plangebied, binnen de historisch kernen van Waalwijk en Baardwijk. Deze waarnemingen hebben vrijwel uitsluitend betrekking op de bewoning binnen die kernen (of beter gezegd lintbebouwing) in de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. In twee gevallen werd tijdens het onderzoek ook bewerkt vuursteen aangetroffen dat uit het Paleo-, Meso- of Neolithicum kan dateren. In een wijdere omtrek (straal ca. 1 kilometer) beperken de waarnemingen zich eveneens tot vondsten binnen de historische kernen van Waalwijk en Baardwijk van bewoningssporen uit de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd. Uitzondering hierop is waarneming 46.420, geregistreerd ten zuiden van het plangebied aan de Baardwijkse Overlaat. Hier is een vuurstenen kling uit het Mesolithicum/Neolithicum aangetroffen. Waarnemingsnr.
1
36.229
Afstand plangebied in m. Ca. 300 m
Verwerving
Periode
Typering/vondsten
Nietarcheologisch graafwerk Opgraving
Nieuwe tijd
Waterput, steengoed, pijpenkop
2
45.356
Ca. 300 m
Late Middeleeuwen/ Nieuwe tijd Late Middeleeuwen/ Nieuwe tijd Late Middeleeuwen/ Nieuwe tijd Late Middeleeuwen/ Nieuwe tijd Nieuwe tijd
Fundering, cultuurlaag, glas, baksteen Fundering, tegel kloostercomplex Kunstmatige ophoging, greppel, keramiek Greppels, aardewerk
3
46.760
Ca. 400 m
4
48.306
Ca. 300 m
Indirect: archief Opgraving
5
403.899
Ca. 400 m
Proefsleuven
6
416.370
Ca. 100 m
Begeleiding
7
416.501
Ca. 200 m
Proefsleuven
Aardewerk, glas, bouwmateriaal, pijpenkop, greppel Greppel, cultuurlaag
Late Middeleeuwen/ Nieuwe tijd 8 419.468 Ca. 400 m Booronderzoek Late Middeleeuwen Aardewerk 9 420.306 Ca. 400 m Proefsleuven Mesolithicum, Late Vuursteen (Mesolithicum), Middeleeuwen/ aardewerk, steengoed, bot, Nieuwe tijd huttenleem (LME/NT) 10 423.408 Ca. 400 m Archeologisch: Paleolithicum/ Vuursteen (Paleo/Neo), kuil, onbepaald Neolithicum, Late greppel, paalgat, aardewerk, Middeleeuwen/ metaal, muur, bot, glas Nieuwe tijd (LME/NT) 11 428.595 Ca. 300 m Begeleiding Nieuwe tijd Muurrestant 12 428.841 Ca. 300 m Opgraving Late Middeleeuwen/ Munt, paalgat, glas, malsteen, Nieuwe tijd aardewerk, fundering 13 430.064 Ca. 300 m Opgraving Late Middeleeuwen/ Metaal, aardewerk, Nieuwe tijd steengoed, hout, glas, metaal Tabel 2: Overzicht waarnemingen binnen een straal van 500 meter rond het plangebied (Bron: ArchisII). Binnen een straal van 500 m rondom het plangebied is nog een vondstmelding geregistreerd, vondstmeldingsnr. 420.874 (ca. 300 m ten zuiden van het plangebied, binnen de historische kern van Waalwijk). Hier is aardewerk uit de Late Middeleeuwen aangetroffen.
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
12
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
Tenslotte zijn binnen een straal van 500 m in totaal 18 onderzoeken geregistreerd, waarvan 15 in de historische kern van Waalwijk en een drietal onderzoeken in of nabij de historische kern van Drunen (onderzoeksmeldingsnrs. 15.452, 23.718 en 33.302). Bij Waalwijk zijn vijf onderzoeken uitgevoerd ten noorden van de Winterdijk: de onderzoeksmeldingsnrs. 15.101, 18.540, 22.654, 29.007 en 37.666. Onderzoeksmeldingsnr. 15.101 betreft een archeologische begeleiding bij de aanleg van een riool. Hierbij e zijn sporen van greppels uit de jongste ontginningsfase aangetroffen (vanaf de 17 eeuw); verder 7 onderzoek is niet geadviseerd. Onderzoeksnr. 22.654 betreft een bureauonderzoek uit 2007 in het kader 8 van een reconstructie van de Putstraat/Groenstraat. Op basis van het bureauonderzoek is vervolgonderzoek in de vorm van een archeologische begeleiding geadviseerd. Onderzoeksmeldingsnr. 9 18.540 betreft een booronderzoek uit 2006. Hierbij zijn ook greppels aangetroffen, uit de fase na de St. Elisabethsvloed. Het rapport vermeldt nog dat hoewel de omstandigheden bewoning in het LaatPaleolithicum/Neolithicum toestonden, er geen aanwijzing voor een vuursteenvindplaats is aangetroffen. 10 Het onderzoeksmeldingsnr. 37.666 betreft een booronderzoek uit 2009. Tijdens dit onderzoek bleek de bodem volledig verstoord. Het rapport behorende bij het booronderzoek uit 2008, horende bij het onderzoeksmeldingsnr. 29.007 bleek niet traceerbaar in Archis/Livelink, het e-depot noch in de bibliotheek van de RCE. Onderzoeks Afstand Jaar Toponiem Aard onderzoek meldingsnr. plangebied in m. 1 2.422 Ca. 300 m 1999 Grotestraat Opgraving 2 2.454 Ca. 200 m 2001 Hooisteeg 2A-10 Opgraving 3 4.487 Ca. 300 m 2003 Sint Jansplein Proefsleuven 4 15.101 Ca. 100 m 2007 Taxandriaweg Begeleiding 5 15.452 Ca. 400 m 2006 Venne West 3 Booronderzoek 6 18.540 Ca. 200 m 2006 Taxandraweg Booronderzoek 7 22.654 < 100 m 2007 Putstraat/Groenstraat Bureauonderzoek 8 23.718 Ca. 200 m 2007 Drunen-Zuid Bureauonderzoek 9 25.811 Ca. 300 m 2007 Wilhelminastraat Bureauonderzoek 10 28.353 Ca. 400 m 2008 Grotestraat Booronderzoek 11 29.007 < 100 m 2008 Taxandriaweg 14 Booronderzoek 12 29.611 Ca. 300 m 2008 Grotestraat 266 Proefsleuven 13 31.356 Ca. 300 m 2008 Grotestraat 266 Opgraving 14 33.302 Ca. 400 m 2009 A59 geluidschermen sectie 3-1 Bureauonderzoek 15 37.666 < 100 m 2009 Taxandriaweg 13 Booronderzoek 16 43.401 Ca. 300 m 2010 Grotestraat-Putstraat Proefsleuven 17 47.198 Ca. 300 m 2009 Grotestraat-Putstraat Begeleiding 18 49.757 Ca. 400 m 2011 Waalwijk Bureauonderzoek Tabel 3: Overzicht onderzoeksmeldingen binnen een straal van 500 meter rond het plangebied (Bron: ArchisII). Wat geconcludeerd kan worden op basis van de beschikbare archeologische gegevens is dat er in de directe omgeving van het plangebied vondsten zijn gedaan uit de periode Laat-Paleolithicum en vanaf de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd. In het eerste geval betreft het vuursteenvondsten, en in het tweede geval vondsten die betrekking hebben op de bewoning en gebruik van het land gedurende de Late
7
Van Nuenen 2006. Calisvaart 2007. 9 Van Putten 2006. 10 Krekelbergh 2009. 8
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
13
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
Middeleeuwen, hetgeen in lijn is met wat op grond van de landschappelijke analyse verwacht mag worden. 2.2.3
Historische geografie
De streek de Langstraat ontleend zijn naam aan de voormalige Langstraatschedijk, de huidige Winterdijk. Vanaf 1450 wordt de Winterdijk aangelegd ter bescherming tegen het water. Deze dijk vormt de centrale as voor de verdere ontwikkeling van het cultuurlandschap. Langs de dijk vestigden zich boeren die het land ontgonnen in lange stroken die loodrecht op de dijk stonden, het zogenaamde slagenlandschap. Een groot deel van de dijk is bebouwd en langs de dijk ontstonden nederzettingen, onder andere Waalwijk en Baardwijk. Voor de St. Elisabethsvloed in 1421 lagen de Langstraat-dorpen ten noorden van de latere Winterdijk. De naam Waalwijk (Walwic) duikt voor het eerst op omstreeks 1200. Deze nederzetting heeft zich waarschijnlijk in de loop van de tijd in zuidelijke richting verplaatst. Het huidige centrum van e Waalwijk ontwikkelde zich in de 15 eeuw, na de St. Elisabethsvloed, tussen de Winterdijk en de Meerdijk, waarbij de bewoning zich concentreerde langs de Grotestraat. De naam Bardwich (Baardwijk) komt in de bronnen voor het eerst voor in 1136 en zou ‘nederzetting aan de waterkant’ betekenen. Baardwijk ontwikkelt zich op dezelfde manier als Waalwijk, waarbij het dorp zich eveneens in zuidelijke richting heeft verplaatst. Het huidige (cultuurhistorische) landschap wordt daarom bepaald door de ontginningen vanaf 1450. Drunen is eveneens een Langstraat-dorp met lintbebouwing. Het dorp ligt echter op een oostwest gerichte dekzandrug en niet op een oeverwal zoals bijvoorbeeld Waalwijk. Het dorp heeft niet te lijden gehad van de St. Elisabethsvloed en is dan ook niet verplaatst. De Winterdijk sloot aan op de Elshoutse Zeedijk, een middeleeuwse dijk van Doeveren tot Drunen die op zijn beurt weer aansloot op de Heidijk. De Elshoutse Zeedijk vormde deels de begrenzing van de Baardwijkse overlaat. Op de Kadasterkaart van 1811-1832 is in het gebied ten noorden van de Winterdijk geen bebouwing zichtbaar. Het plangebied is agrarisch gebied en is in feite onveranderd tot aan de aanleg van de A59 in 1969. Aan de uiterste noordoostzijde van Baardwijk valt het plangebied nog net binnen de op de beleidskaart van Waalwijk aangegeven historische kern, dit vanwege de ligging van het plangebied binnen de Winterdijk. Op de Kadasterkaart van 1811-1832 is met uitzondering van een inmiddels verdwenen molen verder geen sporen van bebouwing zichtbaar. Voor het gebied ten oosten van Baardwijk geldt echter wel een bijzondere situatie. In 1764 werd besloten tot de aanleg van de Baardwijkse overlaat. Het ontwerp was van de hand van Martinus van Barneveld, burgemeester van Gorinchem. Later is dit gewijzigd door de majoor van de Genie De Roy en dit plan werd in 1766 uitgevoerd (afbeelding 1). Eerder (tussen 1658 en 1661) had Bastingius al een afwateringskanaal via het tracé van de Donge ontwerpen, daarvoor moest de Melkdijk worden 11 doorbroken. Dit plan is nooit uitgevoerd (afbeelding 2).
11
Van den Noort 2009.
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
14
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
Afbeelding Afbeelding 1:1: Uitsnede van het ontwerp voor de Baardwijkse overlaat van M. van Barneveld, gewijzigd door de majoor van de 12 Genie De Roy (1754).
Afbeelding 2: Een uitsnede van de kaart met het ontwerp van Bastingius (1658) met een afwateringskanaal 13 via het tracé van de Donge, met onder van links naar rechts Drunen, Baartwijk en Waalwijk.
12
Kaart dienende tot het Project van den Heer M: van Barneveld Vrijheer van Noordeloos en Overslingeland en Burgemeester enz: te Gorinchem Wegens het maken van een Overlaat tusschen Baardwijk en Drunen tot aflatinge van het overvloedig afkomende bovenwater en voorkomingen van Inundatien breeder in de Memorie hier toe relatief vervat, zijnde in deze kaart [vermits de kortheid van tijd] maar gesteld geworden de voornaamste dijken, Wegen, Rivieren en Sluizen &c: van boven Crevecoeur, tot aan het Bergse Veld, of den Biesbos, met aanwijzingen van de kerken en Molens der Dorpen, Zijnde het voorsz: Terrein uitvoeriger en netter getekend in de kaart voor Haar Ed: Mogende volgens Resol: in dato der 16 feb: 1753. Door den Landmeter Pn Adk Ketelaar geformeerd [onderstond] Ten oirconde deze door ons ondertekend in de Maand October 1754 B:J:D: Roy. P: Ketelaar. G: Beket. 1754. P.K. del (Brabant in Kaart: Generaliteitsland Brabant / Oost / Land van Heusden / 1754 (2)). 13 Afmeetingen van alsulke Velden, Dijken, Wegen en Uitwateringen, als by dese Kaarte vertoont word, nemenden zijn begin van de stad van s'Hertogen-bosch, langs de Loonse Vaart tot aan de Houvenaars Dijk, en hebben aldaar bevonden in den voorsz. Dijk twee
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
15
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
In 1766 werd ten behoeve van de Baardwijkse overlaat de dijk langs de Langstraatse buitenpolder en de kade langs het inundatiegebied van Den Bosch afgegraven en werden er twee leidijken aangelegd. Ondanks dat er veel water stroomde door de overlaat droeg de afleiding niet duidelijk bij aan de vermindering van hoge waterstanden op de Waal en Maas. Wel werd de wateroverlast rond Den Bosch minder. Vlak na de instelling van de eerste afzonderlijke rivierendienst binnen de Rijkswaterstaat (1875) werd de Baardwijkse overlaat verruimd. Dit stond in verband met de werken aan de Beerse Maas. Deze verruiming werd dringend noodzakelijk gevonden voor een betere afvoer van het water dat bij 14 aanhoudend hoogwater van de Bovenrijn op het Bossche veld gebracht werd. Voor de aanleg van de overlaat werden enkele tientallen huizen en schuren gesloopt. De Meerdijk en Baardwijkse Zeedijk werden over een lengte van 622 meter verlaagd tot 4,11m +NAP. Lager kon niet vanwege de noodzaak tot militaire inundatie van de directe omgeving van Den Bosch bij een vijandelijke aanval. Om Baardwijk en Drunen te beschermen werden er twee leidijken van 1.600 meter aangelegd. Het van nature aflopende terrein tussen deze leidijken werd geëgaliseerd om uitspoeling te voorkomen. In het najaar van 1766 was de overlaat gereed. Hij zou tot in het begin van de twintigste eeuw 15 functioneren. De middeleeuwse Winterdijk, ter plaatse de Baardwijkse dijk, is voor een deel ten behoeve van de overlaat geamoveerd. De dijk liep vanaf het huidige Vooreinde (daar eindigt de dijk nu) door de verlaat en sloot aan op Elshoutse zeedijk, ongeveer ter plaatse van de Langstraat (de huidige Grotestraat). De exacte loop van de Winterdijk is niet bekend. Op basis van historisch kaartmateriaal is een globale e loop van het tracé geconstrueerd op basis van het georefereren van vroeg 18 eeuws kaartmateriaal (voor de aanleg van de overlaat in 1766). Het zelfde geldt voor de Langstraat ten zuiden van de Winterdijk ligt en tussen Waalwijk en Drunen lag voordat de overlaat werd aangelegd. Ook voor het tracé van dit deel van de Langstraat is een globale loop van het tracé geconstrueerd op basis van georefereren. Het is echter ook mogelijk dat de Stortweg het oude tracé van de Langstraat volgt. Verder zijn voor de aanleg van de overlaat diverse gebouwen gesloopt. Ook hiervan is de exacte locatie moeilijk te bepalen. Op de kaart van Ketelaar (afbeelding 3) zijn behalve een molen geen gebouwen in de e overlaat zichtbaar, terwijl op een andere kaart uit de eerste helft van de 18 eeuw diverse gebouwen in de 16 e overlaat staan getekend. Voor de 19 eeuwse uitbreiding van de overlaat aan de Drunense zijde zijn wel diverse gebouwen en een molen (buiten het plangebied) gesloopt (afbeeldingen 3 en 4).
Inbraacken, mitsgaders nog vier inbraacken daar ontrent gelegen, dewelke door de hooge Wateren van desen Jare 1658 [...] geteykent [...] alles met de Rhijnlantsche Mate, Anno 1658. [...] welke voorsz Meetinge en Afpeylinge by mijn ondergeschrevene is gedaan, door ordre van de E: Heere Magistraten der Hooft-Stad 's-Hertogen-bosch. By myn J. Bastingius geswooren en geadmitteert Landmeeter, 1658 (Brabant in Kaart: Generaliteitsland Brabant / Oost / Langstraat / 1757 (1)). 14 Van Heezik 2007. 15 www.BHIC.nl. 16 Caart van het Terrein tussen Baardwijk en Dru waar op de strekkinge van den Overlaat en der Nieuw te maken Leydijken aangewezen wordt (Brabant in Kaart: Generaliteitsland Brabant / Oost / Langstraat / XVIII B (1)).
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
16
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging vervanging brug A59A59 Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
(1826 Afbeelding 3: Kaart van een plan tot verruiming van de traverse der Baardwijkse Overlaat (1826-27, 17 Kadastrale kaart met in roodbruin de voorgestelde veranderingen (manuscript kaart).
Afbeelding 4: Globale schets van de aanleg van de Baardwijkse overlaat (Brugman/Simons 2011).
17
Brabant in Kaart: 1282-255.
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0,, d.d. 26 maart 2013
17
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
e
Eind 19 eeuw werd de zogenaamde Halve Zolenlijn aangelegd, deze liep dwars door de overlaat (buiten het plangebied). Dwars door de Baardwijkse overlaat is tussen 1900 en 1940 het Afwateringskanaal 'sHertogenbosch-Drongelen aangelegd. Een bijna 20 kilometer lang, oost-west georiënteerd afwateringskanaal, tussen 's-Hertogenbosch en Drongelen. Ter hoogte van Waalwijk maakt het kanaal een scherpe bocht naar het noorden, richting de Bergsche Maas, waarin het uitwatert. Met het verkregen 18 ste zand werden de begeleidende kaden aan weerszijden van het kanaal aangelegd. In de 20 eeuw is de A59 aangelegd (geopend in 1969). 2.2.4
Gespecificeerde archeologische verwachting
Op basis van het bureauonderzoek en de archeologische beleidskaarten van Waalwijk en Heusden geldt voor het westelijke deel van het plangebied een gematigde archeologische verwachting. Dit gedeelte kan worden begrenst als de strook langs de A59 ten westen van de Veldsteeg/Baardwijksestraat, en het tracé van de A59 tussen de Veldsteeg/Baardwijksestraat en viaduct Hoogeind, en het gebied ten zuiden daarvan. Hier kunnen vuursteenvindplaatsen uit de periode Laat-Paleolithicum/Neolithicum worden aangetroffen, waaronder sporen van tijdelijke jachtkampjes. Vondsten zullen voornamelijk de vorm hebben van bewerkt vuursteen, zoals die in de directe omgeving van het plangebied zijn aangetroffen. Dit gebied is sindsdien niet aantrekkelijk geweest voor bewoning; de kans op het aantreffen van nederzettingsresten uit met name de periode Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd wordt dan ook laag ingeschat. Het gebied ten westen van het Drongelskanaal dat op de beleidskaart met een ‘waarde archeologie’ en een hoge archeologische verwachting staat aangegeven (de noordoosthoek van Baardwijk) heeft binnen de bescherming van de Winterdijk gelegen. Hier is in principe bewoning uit de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd te verwachten, hoewel deze niet op basis van historisch kaartmateriaal kan worden getraceerd. Uitzondering hierop is een reeds verdwenen molen waarvan de locatie niet helemaal zeker is. Binnen deze zone kunnen grondsporen van structuren zoals boerderijen, bijgebouwen, sloten, greppels en afvalkuilen worden gevonden, en vondsten van o.a. aardewerk, bot en metaal. Deze sporen kunnen op of vlak onder het maaiveld worden aangetroffen. Bovendien geldt ook hier een gematigde archeologische verwachting op het aantreffen van vuursteenvindplaatsen. Het gebied ten noorden van de A59 tussen de Veldsteeg/Baardwijksestraat en het Drongelskanaal heeft een lage archeologische verwachting voor alle perioden. Dit geldt eveneens voor het gebied ten noorden van de A59 ten oosten van het Drongelskanaal. Het gebied ten zuiden van de A59 aan de oostzijde van het Drongelskanaal heeft een hoge archeologische verwachting. Deze verwachting is voornamelijk gebaseerd op de ligging van het plangebied in een zone met hoge zwarte enkeerdgronden. Deze hoge zwarte enkeerdgronden (ook wel essen genoemd) hebben mogelijk een goede conserverende werking gehad op onderliggende archeologische sporen, waaronder de reeds genoemde vuursteenvindplaatsen. De huidige A59 en Overstortweg zijn mogelijk bovenop de oude Winterdijk en Langstraat aangelegd, waarvan mogelijk nog de resten zijn aan te treffen. Dit geldt ook voor mogelijke bebouwing uit de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd, alsmede restanten van oversteekplaatsen, oude wegdelen, bruggen etc. Binnen het plangebied zijn waarschijnlijk nog de spaarzame resten van een molen en enkele huizen aan te treffen. De exacte locatie hiervan is echter moeilijk te bepalen. In de uiterste zuidoosthoek van het plangebied hebben in ieder geval tot aan het e begin van de 19 eeuw enkele huizen gestaan.
18
CHW Noord-Brabant (L284).
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
18
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
2.2.5
Advies archeologie
Op het moment van het uitvoeren van het onderhavige bureauonderzoek is nog geen exact inrichtingsplan bekend, behalve het voorlopige ontwerp van een tijdelijke brug (bijlage 3), gepland direct ten zuiden van de huidige brug over het kanaal. Voor de locatie waar in het kader van de aanleg van deze tijdelijke brug bodemingrepen en grootschalige ophogingen gaan plaatsvinden, wordt geadviseerd in eerste instantie een verkennend booronderzoek uit te voeren om de bodemopbouw en de dikte van de bouwvoor te toetsen. Ten oosten van het kanaal kan gedacht worden aan een verkennend onderzoek met een dichtheid van circa 6 boringen per hectare. De dichtheid van het boorgrid ten westen van het kanaal zal grotendeels gedicteerd worden door het inrichtingsplan in relatie tot de bestaande infrastructuur (wegen, ophogingen, kanaaldijk) en eventuele kabels/leidingen. Gedacht kan worden aan circa 6 boringen binnen het gebied tussen de A59, de huidige afrit en de dijk. Op basis van deze gegevens kan worden bepaald of door de geplande ingrepen mogelijk archeologische waarden worden bedreigd, of dat de bodem mogelijk (plaatselijk) reeds diepgaand is verstoord. Voor het verkennende booronderzoek dient eerst een Plan van Aanpak te worden opgesteld. Bij het aantreffen van een intact bodemprofiel of archeologische indicatoren bij dit verkennende onderzoek dient aanvullend onderzoek te worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door middel van een karterend/waarderend booronderzoek of proefsleuven. Omdat verder een groot gedeelte van het plangebied een gematigde tot hoge archeologische verwachting heeft en de geplande ingrepen waarschijnlijk de vorm krijgen van één of meerdere in oppervlakte beperkte lijnelementen, wordt geadviseerd om zodra het verdere inrichtingsplan is vastgesteld in dergelijke gebieden een archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een verkennend booronderzoek met een dichtheid van circa 6 boringen per hectare. Voor het gedeelte ten noorden van de A59 tussen de Veldsteeg/Baardwijksestraat en het Drongelskanaal wordt geen verder onderzoek geadviseerd. Dit geldt eveneens voor het gebied ten noorden van de A59 ten oosten van het Drongelskanaal. Gezien het nooit volledig is uit te sluiten dat tijdens eventueel grondverzet een ‘toevalsvondst’ wordt gedaan, is het wenselijk de uitvoerder van dit grondwerk te wijzen op de plicht om hiervan zo spoedig mogelijk melding te doen bij Rijkswaterstaat en diens adviseur, de RCE. 2.3
Cultuurhistorische context
2.3.1
Cultuurhistorisch beleid
In de Structuurvisie ruimtelijke ordening Provincie Noord-Brabant (2011) geeft de provincie de 19 hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040) weer. Daarnaast houdt de Structuurvisie ruimtelijke ordening rekening met het provinciaal beleid op economisch, sociaal-cultureel en ecologisch vlak, zoals de Cultuurhistorische Waardenkaart. In de Structuurvisie beschrijft de provincie onder andere haar kernkwaliteiten. Deze zijn gerelateerd aan drie perioden in de ontstaansgeschiedenis van Noord-Brabant: de natuurlijke basis, het ontginningslandschap en het moderne landschap. Een belangrijke kernkwaliteit van de natuurlijke basis is het contrast tussen klei en zand. Dit betekent dat de hoofdkenmerken van de zand- en kleigebieden bijdragen aan de kernkwaliteiten van Noord-Brabant. In de kleigebieden zijn de openheid en robuustheid, de krekenstructuur, de rivieren en de Biesbosch belangrijke dragers. In de zandgebieden zijn de kleinschaligheid, de beken, de breuklijnen van de Peelrandbreuk en de Brabantse wal belangrijke dragers van de ruimtelijke structuur. Grote delen van het Brabantse zandlandschap zijn bedekt geweest met
19
Provincie Noord-Brabant 2011.
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
19
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
veen. De wijze waarop de bedekking en de ontginning van het veen heeft plaatsgevonden, zijn een belangrijke leidraad voor toekomstige ontwikkelingen. De provincie wil de contrasten tussen klei, zand en veenontginning versterken. Dit betekent enerzijds inzet op de ontwikkeling van functies die de grootschaligheid en de openheid van de kleigebieden ondersteunen. Anderzijds het versterken van het mozaïeklandschap van het Brabantse zand door menging van functies die de afwisseling en kleinschaligheid versterken. De kernkwaliteiten van het huidige Noord- Brabant hangen ook voor een belangrijk deel samen met de ontginningsgeschiedenis. De variatie aan natuurlijke omstandigheden in Noord-Brabant heeft vanaf de vroegste ontginning geleid tot een rijk palet aan agrarische cultuurlandschappen. Ook de militaire, industriële en kerkelijke geschiedenis hebben bijgedragen aan de vorming van Noord-Brabant. De provincie heeft op de Cultuurhistorische Waardenkaart in beeld gebracht waar de vroegere ontginningsen bewoningsgeschiedenis nog goed afleesbaar zijn. Daar waar nu nog in hoge mate samenhang is tussen die geschiedenis en het huidige landschap heeft de provincie 21 cultuurhistorische landschappen (ook historisch-landschappelijke topgebieden) aangeduid. In deze gebieden zijn de ontginning van zand, klei en veen, de vroegere waterbeheersing met overlaten langs de Maas en de defensie met waterlinies nog goed herkenbaar. De provincie wil de samenhang tussen het erfgoed in deze landschappen behouden en toeristisch-recreatief ontsluiten. Bij de inzet van middelen focust de provincie op deze landschappen. Maar ook in de gebieden buiten deze gebieden is het ontginningslandschap een belangrijke drager van de kwaliteiten en de identiteit. De meest kenmerkende deelgebieden van de 21 cultuur historische landschappen zijn weergegeven als cultuurhistorische vlakken (ca. 230). De provincie heeft deze vlakken opgenomen in de verordening ruimte en zorgt zo voor bescherming van deze kenmerkende 20 deelgebieden. Aardkundige waarden zijn ook opgenomen in de verordening ruimte. Tenslotte staan op de CHW 12 regio’s, elk met hun eigen geschiedenis en hun eigen, kenmerkende erfgoed. In de gebiedspaspoorten geeft de provincie aan welke landschapskenmerken zij op regionaal schaalniveau bepalend vindt voor de kwaliteit van deze regio’s. De provincie wil de identiteit van de regio’s versterken door de kenmerkende erfgoedwaarden als inspiratiebron te gebruiken voor nieuwe ontwikkelingen. Een deel van het plangebied ligt in het cultuurhistorische landschap de Beerse en Baardwijkse Overlaat, dit deel is door de provincie ook aangemerkt als cultuurhistorisch vlak (Baardwijkse Overlaat). Dit vlak is opgenomen in de verordening ruimte. Hetzelfde deel valt ook binnen de regio Maaskant. Er liggen geen provinciaal aardkundige monumenten in het plangebied en het plangebied valt niet binnen een 21 provinciaal archeologisch landschap. De ambitie van de provincie met betrekking tot Maaskant is het versterken van het contrast tussen de oeverwallen en rivierkleipolders met overlaten. De provincie doet hiertoe een aantal voorstellen, waarvan er twee betrekking hebben op de Baardwijkse overlaat. 1. Het open karakter van de rivierkleipolders versterken door het stelsel van overlaten beter beleefbaar te maken door voor de Beerse, Baardwijkse en Bokhovense Overlaat in te zetten op verbetering van het doorgaande open groene karakter van de overlaten. Daar waar de A-59 de overlaten kruist pakt de provincie dit op in het kader van de “Businesscase Gebiedsversterking Oostelijke Langstraat”. 2. De cultuurhistorische waarden in de Maaskant in hun samenhang verder ontwikkelen, beschermen en toeristisch-recreatief ontsluiten. Een goede afstemming tussen het kleinschalige en historische karakter van de kleine kernen op de oeverwallen en mogelijke recreatieve ontwikkelingen is daarbij van belang. Dit geldt in het bijzonder voor het cultuurhistorisch landschap: “Maaskant met Beerse en Baardwijkse Overlaat”.
20 Artikel 7.4 van de Verordening ruimte bepaalt dat gemeenten in hun bestemmingsplan – waar nodig – bescherming moeten bieden aan de waarden en kenmerken van de cultuurhistorische vlakken. Welke waarden en kenmerken dit zijn, is per vlak beschreven op de CHW. 21 CHW Noord-Brabant.
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
20
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
De gemeente Waalwijk heeft het voornemen een structuurvisie voor haar grondgebied op te stellen. Voorafgaand aan de structuurvisie heeft de gemeenteraad van Waalwijk in 2010 de strategische visie ‘Waalwijk 2020 De schakel van Midden-Brabant’ vastgesteld. In de visie Waalwijk 2020 is het beeld beschreven hoe de gemeente Waalwijk er in het jaar 2020 uit zal zien. In de structuurvisie zal dit beeld als het ware ‘ruimtelijk vertaald’ worden. In de visie ‘Waalwijk 2020 De schakel van Midden-Brabant’ worden Kunst en cultuur(historie) als kans benoemd. Dit is echter niet verder uitgewerkt, alleen worden aansprekende karakteristieke gebouwen in het historisch centrum van Waalwijk en in de dorpen genoemd. Daarnaast heeft de gemeente Waalwijk een cultuurhistorische waardenkaart laten opstellen. Op basis van de geïnventariseerde cultuurhistorische waarden levert de gemeente een bijdrage aan de wijze waarop 22 cultuurhistorie kan bijdragen aan de ruimtelijke ontwikkeling binnen haar gemeentegrenzen. De waarden die in het plangebied liggen worden hieronder besproken. Tenslotte heeft de gemeente Waalwijk een erfgoedverordening (2011) waarin naast rijksmonumenten ook gemeentelijke monumenten 23 zijn opgenomen. De gemeente Heusden heeft in 2009 de Structuurvisie ‘Ideeën voor een plek’ vastgesteld. In de structuurvisie wordt de toekomstige ontwikkeling van de Gemeente Heusden tot het jaar 2030 weergegeven. Voor zover het gaat om de bescherming van de bestaande landschappelijke en cultuurhistorische waarden, biedt de structuurvisie een signalerende aanduiding. De middeleeuwse dijk wordt expliciet genoemd in de visie. Verder heeft de gemeente Heusden de Erfgoednota gemeente Heusden (2012). Dit is een visiedocument over hoe de gemeente de komende jaren het DNA van Heusden willen behouden en versterken. Maar vooral ook over hoe de gemeente het als inspiratiebron willen inzetten voor toekomstige ontwikkelingen. Het aanwezige cultureel erfgoed is in de nota globaal in kaart gebracht door de unieke kernwaarden van het Heusdens DNA te benoemen. Hierin komen onder andere een aantal elementen die betrekking hebben op het plangebied naar voren, dit zijn de dijken, de overgang tussen klei en zand en de Baardwijkse overlaat. Verder bezit de gemeente een recente archeologische verwachtingskaart, met daarin een cultuurhistorische overzichtskaart van een selectie cultuurhistorische 24 elementen. Momenteel wordt gewekt aan een cultuurhistoriekaart. De gemeente Heusden heeft een Monumentenverordening (2012) waarin naast archeologische terreinen, beschermde stads- of dorpsgezichten en rijksmonumenten ook gemeentelijke monumenten en beschermde beeldbepalende 25 zaken zijn opgenomen. 2.3.2
Lange lijnen in het landschap
Het plangebied ligt in de streek Langstraat. De Langstraat is in de Nota Belvedere (1999) aangewezen als Belvederegebied vanwege het uniek historisch slagenlandschap. Voor een deel van dit gebied (ten westen van Waalwijk en het plangebied gelegen) is een integrale toekomstvisie opgesteld. In die visie wordt de 26 gelaagde historisch-geografische ontwikkeling van het gebied in beeld gebracht. De visie stelt cultuurhistorie als inspiratiebron te gebruiken en bij het maken van keuzen cultuurhistorie richtinggevend te laten zijn. Het is belangrijk dat het landschap levend en echt blijft. Dat betekent dat bij ontwikkelingen met respect voor bestaande kwaliteiten op een intelligente manier nieuwe elementen of patronen worden toegevoegd. Maar ook dat geen ‘cultuurhistorisch landschap’ gemaakt moet worden. Cultuurhistorie kan bijvoorbeeld wel als aanleiding worden gebruikt voor de locatiekeuze. De centrale
22
Brugman/Simons 2011. Gemeente Waalwijk 2011. 24 Hessing et al. 2011A. 25 Gemeente Heusden 2012. 26 Strootman Landschapsarchitecten et al. 2003. 23
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
21
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
opgave van de Langstraat is het versterken van de openheid van het gebied en het herstellen van lange lijnen en daar vervolgens heel zuinig op zijn. 2.3.3
Bekende cultuurhistorische waarden in het plangebied
Voor het overzicht van bekende cultuurhistorische waarden in het plangebied zijn de volgende bronnen geraadpleegd: de CHW Noord-Brabant, Cultuurhistorische themakaart Waalwijk (2011), Overzichtkaarts cultuurhistorie Heusden, het CultGIS bestand, het rijksmonumentenbestand en de MIP-objecten database.
Waardevaste elementen De Baardwijkse Overlaat komt voor op de CHW van Noord-Brabant als cultuurhistorisch vlak (en op de Cultuurhistorische themakaart Waalwijk (2011) en in het CultGIS bestand). Cultuurhistorische vlakken zijn beschermd middels de Verordening ruimte. Cultuurhistorische vlakken zijn de meest kenmerkende deelgebieden van de cultuurhistorische landschappen (ook wel historisch-landschappelijke topgebieden). De Baardwijkse Overlaat is een onderdeel van het landschap Beerse en Baardwijkse Overlaat. Deze landschappen zijn niet opgenomen in de verordening ruimte. De provincie wil de samenhang tussen het erfgoed in deze landschappen behouden en toeristisch-recreatief ontsluiten. In het plangebied liggen geen nationale of provinciale landschappen en geen rijksmonumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten. Er liggen echter wel drie rijksmonumenten in zeer dichte nabijheid van het plangebied. Het gaat om de kerktoren aan de zuidzijde van de Winterdijk (Winterdijk 58) en om twee spoorbruggen in de spoordijk van de voormalige ‘Halve Zolenlijn’, in de gemeente Heusden.
Waardevolle elementen Waardevolle objecten zijn cultuurhistorische waarden die bijzonder of kansrijk worden geacht en als dusdanig zijn benoemd, maar die (nog) geen beschermde status genieten. Waardevaste objecten zijn 27 cultuurhistorische waarden met een beschermde (monumentale) status. Hieronder volgt een opsomming van cultuurhistorisch waardevolle objecten binnen het plangebied. •
• •
•
• •
27
Afwateringskanaal ’s-Hertogenbosch-Drongelen: Het Afwateringskanaal ’s-Hertogenbosch-Drongelen is opgenomen op de Cultuurhistorische themakaart Waalwijk (2011), de CHW Brabant (zeer hoog) en CultGIS. De Winterdijk: De Winterdijk voor op de CHW Brabant (zeer hoog), op de Cultuurhistorische themakaart Waalwijk en in het CultGIS bestand. Lintbebouwing Baardwijk: De lintbebouwing van Baardwijk (nu Waalwijk) ligt voor een klein deel binnen het plangebied. De lintbebouwing komt voor op de CHW Brabant, op de Cultuurhistorische themakaart Waalwijk en in het CultGIS bestand. Echter binnen het plangebied ligt geen huidige bebouwing meer. De begrenzing van deze bebouwing is gerelateerd aan de Winterdijk, dit wijkt af van de begrenzing van het AMK-terrein. De Overstortweg: De Overstortweg is op de CHW Brabant aangegeven als lijn van hoge waarde. Dit was de weg tussen Baardwijk en Drunen toen de overlaat werd aangelegd, mogelijk is het zelfs het tracé van de Langstraat voor de aanleg van de overlaat. Molenbiotoop: Een deel van de molenbiotoop van de molen? (CHW Brabant) valt binnen het plangebied. Inundatie gebied stelling van Heusden: Het inundatie gebied van de stelling van Heusden komt voor in het CultGIS bestand en in POMI. De Stelling van Heusden had als doel een aantal verbindingen via de Maas tussen het noordwestelijk deel van Brabant en Holland/Gelderland te verdedigen. De
Dit onderscheid sluit aan bij het ‘Ambitie- en beleidsspoor’ zoals geformuleerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
22
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
e
e
stelling is aangelegd in 18 /19 eeuw en opgeheven in 1926. Hij bestond uit de vesting Heusden, het fort bij Hedikhuizen, een batterij aan de Pruimendijk, diverse werken en een aantal inundatievelden. Waarvan een deel binnen het plangebied valt. • Inundatie gebied stelling van ’s-Hertogenbosch: Het inundatie gebied van de stelling van ’sHertogenbosch komt voor in het CultGIS bestand en in POMI. De Stelling van ’s-Hertogenbosch is in de loop van meer dan zes eeuwen (begin 13e eeuw - 19e eeuw) aangelegd als gordel van verdedigingswerken rond de stad. De linie bestond in hoofdzaak uit de stedelijke vestingwerken van ’s-Hertogenbosch, forten e.d. ter verdediging van accessen, sluizen e.d., dijken en inundatievelden (sommige fasen van de Stelling). Een klein deel van een inundatieveld valt binnen het plangebied. In het plangebied liggen geen MIP-objecten, echter 1 MIP-object ligt dicht tegen het plangebied aan. Het gaat om Vooreinde 40, een arbeiderswoning. In de Baardwijkse overlaat heeft een molen gestaan. Deze molen werd waarschijnlijk al in 1383 door Johanna van Brabant als dwangmolen gebouwd. In 1765 is de molen verplaatst in verband met de aanleg van de Baardwijkse overlaat. De molen kwam te staan aan het Hoogeinde in Baardwijk. In 1830 werd de molen verwoest door brand, waarna de molen in 1840 herbouwd aan de Molenvlietstraat. In 1882 raakte 28 de molen buiten gebruik en werd afgebroken. Beide molenlocaties staan globaal aangegeven op de kaart 6. Aan de Drunense zijde van de overlaat heeft ook een molen gestaan, die ten behoeve van de 19e eeuwse uitbreiding van de overlaat is gesloopt, deze molen lag echter buiten het plangebied. 2.3.4
Advies cultuurhistorie
Op basis van het bureauonderzoek liggen diverse bekende cultuurhistorische waarden in het plangebied. Het meest in het oog springende element is de Baardwijkse overlaat (deelgebied 1). De Baardwijkse overlaat is een unieke overlaat waarvan de karakteristieken behouden dan wel versterkt dienen te worden. Dit is vastgelegd in de verordening ruimte van de provincie Noord-Brabant. De overlaat kent een open en groen karakter. De tweede karakteristiek dat het gebied kenmerkt is de overgang tussen zand en klei. Het oorspronkelijke (middeleeuwse) ontginningslandschap is door de aanleg van de Baardwijkse overlaat in het oostelijk deel van het plangebied echter niet meer zichtbaar. Het westelijk deel van het plangebied ligt grotendeels ten noorden van de Winterdijk en is een kleilandschap (deelgebied 2). De karakteristieken van het (rivier)kleilandschap zijn voornamelijk openheid en robuustheid. Een klein deel van het plangebied valt ten zuiden van de voormalige Winterdijk (deelgebied 3). De provincie Brabant vindt het belangrijk dat bij ruimtelijke ontwikkelingen ook de cultuurhistorische waarden worden betrokken. Specifiek voor de Baardwijkse overlaat wil de provincie dat de karakteristieken worden versterkt. Ook de gemeenten Waalwijk en Heusden vinden het belangrijk dat cultuurhistorische waarden worden meegenomen en als inspiratiebron worden gebruikt. Dit wordt benadrukt in de toekomstvisie voor de Langstraat. Hoewel het plangebied van deze visie net buiten het plangebied valt kan de visie wel worden toegepast op voornamelijk het westelijk deel van het plangebied. Waarvoor de opgaven vooral is het versterken van de openheid van het gebied en het herstellen van lange lijnen. Voor de Baardwijkse overlaat (deelgebied 1) adviseert Vestigia de karakteristieken van de overlaat te behouden of te versterken. Het gaat dan voornamelijk om het groene open karakter. De westelijke leidijk valt buiten het plangebied, de oostelijk leidijk doorkruiste het plangebied. Deze is echter binnen het plangebied niet meer aanwezig, maar nog wel herkenbaar in het tracé van de Valkenvoortweg-Kanaaldijk. De voormalige grens van de overlaat zou bij een nieuwe inrichting gebruikt kunnen worden als lijn element.
28
www.molendatabase.org.
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
23
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
Het kleigebied ten noorden van de Winterdijk (deelgebied 2) zou de openheid van het kleigebied moeten respecteren. Aangezien het plangebied voornamelijk een smalle strook langs de A59 betreft, zou het ontwerp zich moeten laten inspireren door deze ‘lange lijn’, dit sluit ook aan bij de toekomstvisie voor de Langstraat. Tenslotte valt een klein deel van het plangebied aan de zuidzijde van de Winterdijk. De dijk zelf is een cultuurhistorisch waardevol element en zeer bepalend voor de ontwikkeling van het gebied. Een deel van de dijk is inmiddels verdwenen en het tracé wordt deels overschreden door de huidige A59. Een deel van dijk bestaat nog en zou behouden moeten blijven, waar het tracé van het verdwenen deel als inspiratiebron gebruikt kan worden in het ontwerp.
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
24
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
Literatuur BRUGMAN, B.A./M. SIMONS, 2011: Actualisering erfgoedkaart gemeente Waalwijk. Toelichting op de cultuurhistorische themakaart, Amersfoort (Vestigia-rapport V795B). CALISVAART, C.C., 2007: Plangebied Putstraat/Groenstraat (gemeente Waalwijk). Archeologisch bureauonderzoek, Deventer (BAAC rapport V07.0226). GEEL, B. VAN/S.J.P. BOHNCKE/H. DEE, 1980/1981: A palaeoecological study of an upper late glacial and holocene sequence from “de borchert”, The Netherlands, Review of Palaeobotany and Palynology 31, 367-392. GEMEENTE HEUSDEN, 2009: Gemeente Heusden. Visiedocument Structuurvisie. GEMEENTE HEUSDEN, 2012: Erfgoednota gemeente Heusden. GEMEENTE HEUSDEN, 2012: Monumentenverordening 2012. GEMEENTE WAALWIJK, 2011: Erfgoedverordening 2011. HEEZIK, A.A.S. VAN, 2007: Strijd om de rivieren. 200 jaar rivierenbeleid in Nederland of de opkomst en ondergang van het streven naar de normale rivier (proefschrift TUDelft). HESSING, W.A.M., K. KLERKS, R.J.J. QUAK, M. SIMONS, 2011A: Archeologische verwachtingskaart voor de gemeenten Haaren, Heusden, Loon op Zand en Vught, Amersfoort (Vestigia-rapport V834). HESSING, W.A.M., R. SCHRIJVERS EN K. KLERKS, 2011B: Actualisering erfgoedkaart gemeente Waalwijk Archeologiekaart gemeente Waalwijk - verantwoording en toelichting voor de gebruiker, Amersfoort (Vestigia-rapport V795A). HOEK, W. Z., 2001: Vegetation response to the ~14.7 and ~11.5 ka cal. BP climate transitions: is vegetation lagging climate?, Global and Planetary Change 30 (1-2), 103-115. HOEK, W. Z., 2008: The Last Glacial-Interglacial transition, Episodes 31(2), 226-229. KREKELBERGH, N.J., 2009: Waalwijk. Plangebied Taxandriaweg 13. Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), Deventer (BAAC rapport V-09.0279). LEENDERS, K.A.H.W. 1989: Verdwenen venen, een onderzoek naar de ligging en exploitatie van thans verdwenen venen in het gebied tussen Antwerpen, Turnhout, Geertruidenberg en Willemstad, Wageningen. LOUWE KOOIJMANS, L.P./P.W. VAN DEN BROEKE/H. FOKKENS/A. VAN GIJN, 2005: Nederland in de prehistorie, Amsterdam. NOORT, J. VAN DEN, 2009: Langs de rand van het zand, Waterstaatgeschiedenis in de Brabantse delta, Breda. NUENEN, F. VAN, 2006: Waalwijk, Taxandriaweg. Archeologische begeleiding verlegging stamriool, Deventer (BAAC rapport 05.246). PROVINCIE NOORD-BRABANT, 2011: Structuurvisie ruimtelijke ordening. PROVINCIE NOORD-BRABANT, 2012: Verordening ruimte. PUTTEN, M.J. VAN, 2006: Plangebied Taxandriaweg te Waalwijk. Inventariserend archeologisch veldonderzoek karterende fase, Deventer (BAAC rapport V06.185). RASMUSSEN, S.O./K.K. ANDERSEN/A.M. SVENSSON/J.P. STEFFENSEN/B.M. VINTHER/H.B. CLAUSEN/M.-L. SIGGAARDANDERSEN/S.J. JOHNSEN/L.B. LARSEN/D. DAHL-JENSEN/M. BIGLER/R. RÖTHLISBERGER/H. FISCHER/K. GOTOAZUMA/M.E. HANSSON/U. RUTH, 2006: A new Greenland ice core chronology for the last glacial termination, Journal of Geophysical Research 111, D06102. RIJKSWATERSTAAT/RIJKSDIENST VOOR ARCHEOLOGIE, CULTUURLANDSCHAP EN MONUMENTEN 2007: Convenant RWS
en RACM. Samenwerkingsovereenkomst tussen Rijkswaterstaat en de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten betreffende archeologisch onderzoek en vondsten bij uitvoering van werken. STROOTMAN LANDSCHAPSARCHITECTEN/ALTERRA/ INGENIEURSBUREAU ORANJEWOUD/ZLTO-ADVIES, 2003: Lange lijnen in een gelaagd land. Beheers- en ontwikkelingsperspectief voor De Langstaat vanuit een cultuurhistorische invalshoek. WESTERHOFF, W.E./T.E. WONG/E.F.J. DE MULDER, 2003: Opbouw van de ondergrond – Opbouw van het Neogeen en Kwartair, in: E.F.J. de Mulder/M.C. Geluk/I.L. Ritsema/W.E. Westerhoff/T.E. Wong (red.), De ondergrond van Nederland, Houten.
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
25
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
Digitale bronnen -
Actueel Hoogtebestand Nederland: www.ahn.nl. Archeologisch Informatiesysteem (Archis): http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html. Atlas Leefomgeving: www.atlasleefomgeving.nl. Brabant in Kaart: www.brabantinkaart.nl. Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC): www.bhic.nl. CHW Noord-Brabant: atlas.brabant.nl. Gemeente Heusden: www.heusden.nl. Gemeente Waalwijk: www.waalwijk.nl. Molendatabase: www.molendatabase.org. Provincie Noord-Brabant: www.brabant.nl. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE): www.cultureelerfgoed.nl. WatWasWaar: www.watwaswaar.nl.
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
26
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
Kaarten en bijlagen Kaart 1: Kaart 2: Kaart 3: Kaart 4: Kaart 5: Kaart 6:
Ligging plangebied Geomorfologische kaart Bodemkaart Archeologische inventarisatie Waardenkaarten Waalwijk en Heusden Cultuurhistorische inventarisatie
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3:
Overzicht van archeologische en geologische perioden Toelichting Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek Voorlopig ontwerp tijdelijke brug
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
27
V13-2601: Archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek ten behoeve van de vervanging brug A59Drongelskanaal en viaduct Hoogeind ter hoogte van Waalwijk
VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1083, definitieve versie 2.0, d.d. 26 maart 2013
28
! ! ! !
:
! !
! ! !
!
!
!
!
!
!
! !
! !
!
!
!
!
!
! !
!
!
: :
!
: : : : : : : : :
: : : : : :
:
È
È
È
:
:
È
È
133921
: È
:
: : : :
È
133421
È
:
È È
132921
: : : :
:
:
134421
È
:
È
: : : : : :
134921
È
: : :
:
È
È
:
: : : : : : : : : : : : : : : : :
:
135421
135921
Project:
V13-2601: BO Archeologie en cultuurhistorie A59 brug en viaduct Waalwijk
Rapport: Datum: Bron:
Vxxx, concept 1.0 Maart 2013 Basisregistratie topografie, Kadaster 2012
Tekenaar: Schaal:
BB 1:20.000 / A4
:
È
È
È È
: : : : : : :
: : : : : : : : : : : : : : : : : :
!
!
È
È
È
È
È
: : : : : : È :È : : : : : :
: : : : : : : : : : : : :
È
: : È : : : : : : : : : : : :Y : : :YY : Y: :YYY :Y : YY :YY YYY Y: YYY :YY Y: YY Y YY :Y : : : : : : : : : : : : :
!
!
È
: : :
: 132421
:
!
: : : : : : : : : : : È : : : : : : : : : : : : =: =: = : : : : = È: : : : = : È : : : : : : : = = : : : : : : : : : : = = = = = : : : : : : : : : : : = = = = = : : : : : : : : : : : : = = = = = : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : = = = = = : : : : : : : : : : : : : : : : : : : == = = = = = =: : : : : : = : : : : : : : : : È
:
: :
È
: :
È
:
È
È
: : : :
: :
È
: : : : : : : :
: Waalwijk Gemeente
!
!
:
È
È
È
È
: È : : : : :
!
È
:
!
!
!
È
411959
: : : :
!
!
!
! !
!
!
!
! !
!
: : : : : : : : : : : : : : : : : : È : : : : : : : : : Gemeente : : : :Heusden : : : : : : : : Y: : : : : YY Y: : : YY Y !
!
!
!
! !
! !
! !
!
!
!
!
!
!
! !
! !
! !
! !
!
!
! !
! !
! !
!
!
! !
!
! !
! !
!
! !
!
!
! !
!
!
! !
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
!
!
!
! !
!
!
! !
! !
! !
!
!
!
!
!
!
!
! !
! !
!
!
!
! !
! !
!
! !
!
! !
! !
!
! !
È
411459
!
!
!
È
410959
: : :
! !
È
412459
: : : : :
:
410459
! !
LEGENDA Plangebied Bebouwing Akkerland Grasland Boomgaard/fruitkwekeij = = Bos : = = Zand Heide Water Snelweg Hoofdweg Regionale weg Lokale weg Straat Trein Fietspad Voetpad/ruiterpad È Duiker
: : : : : : : : : : : : :
È
: : : : : :
È
412959
KAART 1 - LIGGING PLANGEBIED
: : : : : : : : :
136421
0
500 m
KAART 2 - GEOMORFOLOGISCHE KAART NEDERLAND (1:50.000) LEGENDA
1M23
W 2M35
2M35
12B13
D1
Plangebied 12B13 Hoge storthoop
412959
2M14
1M23 Rivierkomvlakte
W
2M35
2M14 Vlakte van ten dele verspoelde dekzanden (vervlakt door veen en/of overstromingsmateriaal)
2M35 2M48 2M29
2M29 Vlakte van doorbraak afzettingen
2M14 2M35 412459
2M9
2M35 Vlakte van getij-afzettingen 2M48 Vlakte ontstaan door afgraving of egalisatie
B
2M9 Vlakte van ten dele verspoelde dekzanden
È
2M14
È
È
È
È
3K14 Dekzandrug (+/- oud bouwlanddek)
2M9 2M14
3/4L22 Lage storthopen en/of grind/zand/klei gaten
W
3L5 Dekzandruggen (+/- oud bouwlanddek)
È
È
È
411459
È
È
È
È
È
È
È
È
È
È
411959
2M14
Beb Bebouwing
È
È
D1 Lage dijk
B
È
410959
È
È
È
È
È
È
È
È
B
B
2M9
È
È
410459
È
È
È
È
Project:
È
È
È
È
È
È
È
È
W Water
2M48
3L5
4L22
È
2M48
È È
È
È
W 132421
132921
133421
Tekenaar: Schaal:
È
È
3L22
133921
134421
134921
135421
V13-2572: BO Archeologie en cultuurhistorie A59 brug en viaduct Waalwijk Rapport: V1084, concept 1.0 Datum: Maart 2013 Bron: Koomen/Maas 2004 (Alterra-rapport 1039) Topografie: Basisregistratie topografie, Kadaster '12
W
W 135921
3K14 2M48 136421
0
BB 1: 20.000 / A4 500 m
KAART 3 - BODEMTYPEN LEGENDA
V V V V V
V V V V V V
V V V V V V
V V V V V V
V V V V V V
V V V V V V
V V V V V V
V V V V V V
V V V V V V
V V V V V V
È
411959
412459
412959
V V V V
È
È
È
È
V V V V V V V V
È
È
411459
È
È
È
È
È
È
È
È
È
È
È
È
È
410959
È
È
È
È
È
È
È
È
È
Project:
È
È
È
È
È V V V V V
V V V V V V V V
È 410459
È V V V V V
V V V V V V V V
135921
V V V V V V V V
135421
V V V V V V
134921
V V V V V V V V V V
134421
V V V V V V V V V V
V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V
133921
È
È
133421
È
V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V
È
È
È
È
È
È È
132921
V13-2601: BO Archeologie en cultuurhistorie A59 brug en viaduct Waalwijk Rapport: V1083, concept 1.0 versie 1.0 Datum: Maart 2013 Bron: Hessing et al. 2011 (Vestigia-rapport V975B) / Hessing et al. 2011 (Vestigiarapport V834) / De Vries et al. 2003 (Alterra-rapport 811) Topografie: Basisregistratie topografie, Kadaster '12
È
È
È
È
132421
Plangebied Nesvaaggronden Kalkhoudende poldervaaggronden; klei Kalkhoudende poldervaaggronden; zavel Kalkloze poldervaaggronden Gooreerdgronden Gooreerdgronden, grondwater <40cm Overslaggronden Drechtvaaggronden Moerige podzolgronden Veldpodzolgronden Laarpodzolgronden Lage enkeerdgronden Hoge bruine enkeerdgronden Hoge zwarte enkeerdgronden Vlakvaaggronden Opgehoogd of opgespoten Water Bebouwd / niet gekarteerd (o.m. dijken)
136421
Tekenaar: Schaal: 0
BB 1:20.000 / A4 500 m
KAART 4 - ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE LEGENDA Plangebied 7624 412959
Archeologisch: opgraving of proefputten/proefsleuven Archeologisch: begeleiding Archeologisch: booronderzoek Archeologisch: bureauonderzoek
È
411959
412459
Terrein van hoge archeologische waarde
È
È
39743
È
È
23718
È
È
È
È
È
Project:
V13-2601: BO Archeologie en cultuurhistorie A59 brug en viaduct Waalwijk Rapport: V1083, concept 1.0 Datum: Maart 2013 Bron: Archis (13-01-2013)/AMK (sept. 2012) Topografie: Basisregistratie topografie, Kadaster '12 Tekenaar: Schaal:
È
133421
È
37687
7192
È È
132921
È
È
17428
È
132421
!
È
È
È
410459
45531 !
18017 7510 9858 7193
46420
È
403517
!
15452
È
È
9866
È 9643
22517
9644
25811
!!
16810
È
È
401430 421322
È 9640
È
È
28821 22392
È
È
È
36229
28353 410959
È
49757
È
È
È
22654
33302
È
31356
430064 420306 419468
È
È
! ! !
428595
! !!
!
È
47198
29611
È
È !
48306 2454 ! ! 416501 423408 403899 ! ! 46760 4487
16815
45356 428841
37666
È
411459
È
2422
Waarneming binnen AMK-terrein
È
È
Waarneming
!
È
È
È
29007
È
18540 15101
416370
43401
!
0 133921
134421
134921
135421
135921
136421
BB 1:20.000 / A4 500 m
KAART 5- WAARDENKAARTEN WAALWIJK EN HEUSDEN LEGENDA Plangebied
412959
ARCHEOLOGISCHE BELEIDSKAART WAALWIJK
2, Waarde 3, Hoge verwachting 4, Gematigde archeologische verwachting
412459
5, Lage verwachting 6, Geen 6, Geen (Water) BELEIDSADVIESKAART HEUSDEN
È
411959
Archeologisch waardevol gebied 2
È
Archeologisch waardevol gebied 7
È
È
È
Gemeente Waalwijk
Archeologievrij gebied
Gemeente Heusden
È
È
È
411459
È
È
È
Archeologisch waardevol gebied 4
È
È
È
È
È
È
Archeologisch waardevol gebied 3
È
È
È
È
410959
È
È
È
È
È
È
È
È
È
È
È
È
È
È
È
È
È
V13-2601: BO Archeologie en cultuurhistorie A59 brug en viaduct Waalwijk Rapport: V1083, concept 1.0 Datum: Maart 2013 Bron: Hessing et al. 2011 (Vestigia-rapport V795A) / Hessing et al. 2011 (Vestigiarapport V834) Topografie: Basisregistratie topografie, Kadaster '12
È
È
Project:
È
È
410459
È
È
È
È
È È
È
È
132421
132921
133421
Tekenaar: Schaal: 0
133921
134421
134921
135421
135921
136421
BB 1:20.000 / A4 500 m
KAART 6 - CULTUURHISTORISCHE INVENTARISATIE LEGENDA CULTUURHISTORISCHE WAARDEN IN (OF ZEER NABIJ) HET PLANGEBIED
412959
Plangebied
@ Kerktoren (rijksmonument) G Spoorbrug (rijksmonument) !
Arbeiderswoning (MIP-object)
#
Verdwenen molen
412459
Dijk Kanaal Weg Bebouwing
È
411959
Overlaat
#
È
È
È
È
È
411459
È
È
È
È
È
È
#
È
È
!
È
È
È
È
@
È
È
È
410959
È
È
È
È
È
È
È
È
GG
È
È
È
È
È
È
È
È
È
V13-2601: BO Archeologie en cultuurhistorie A59 brug en viaduct Waalwijk Rapport: V1083, concept 1.0 Datum: Maart 2013 Bron: RCE/Ministerie van EZ/Gemeente Waalwijk/Gemeente Heusden/ Provincie Noord-Brabant Topografie: Basisregistratie topografie, Kadaster '12
È
È
Project:
È
È
410459
È
È
È
È
È È
È
È
132421
132921
133421
Tekenaar: Schaal: 0
133921
134421
134921
135421
135921
136421
BB 1:20.000 / A4 500 m
Bijlage 1 Overzicht archeologische en geologische perioden
ARCHEOLOGISCHE PERIODEN
Kalender jaren v./na Christus
Kalender jaren voor heden
C14 jaren voor heden
GEOLOGISCHE PERIODEN
Nieuwe tijd 1.500 na Chr.
Late-Middeleeuwen 1.050 na Chr.
Laat Holoceen
Subatlanticum
Vroege-Middeleeuwen Romeinse tijd
450 na Chr. 12 v. Chr.
IJzertijd 2.500
2.600 800 v. Chr.
Bronstijd 2.000 v. Chr.
5.000
HOLOCEEN
Subboreaal
5.700
Midden Holoceen
Neolithicum
4.900 v. Chr.
Atlanticum
7.900
8.700
5.300 v. Chr.
Mesolithicum Boreaal
9.150
Vroeg Holoceen
10.250
8.800 v. Chr.
Preboreaal 10.150
11.650
Jonge Dryas 10.950
12.850
11.700 12.100
13.900 14.030
12.500
14.640
Laat Glaciaal
Allerød Oude Dryas Bølling Laat Pleniglaciaal
60.000
PLEISTOCEEN
30.000
Weichselien
15.000
Pleniglaciaal
Midden Pleniglaciaal
Paleolithicum
Vroeg Pleniglaciaal
75.000
Vroeg Glaciaal
117.000
Eemien 130.000
Saalien C14 ouderdommen en gekalibreerde ouderdommen van het Holoceen volgens Van Geel et al. (1980/1981). C14 ouderdom van het Laat Glaciaal volgens Hoek (2001/2008) en gekalibreerde ouderdommen van het Laat Glaciaal volgens Rasmussen et al. (2006). Overige pleistocene chronostratigrafie volgens Westerhoff et al. (2003). Archeologische perioden van de prehistorie volgens Louwe Kooijmans et al. (2005) en overige archeologische perioden volgens Archis.
Periode
Van - tot
Vroeg-Paleolithicum Midden-Paleolithicum Laat-Paleolithicum
tot 300.000 voor Chr. 300.000-35.000 voor Chr. 35.000-8800 voor Chr.
Vroeg-Mesolithicum Midden-Mesolithicum Laat-Mesolithicum
88.00-7100 voor Chr. 7100-6450 voor Chr. 6450-4900 voor Chr.
Vroeg-Neolithicum Midden-Neolithicum Laat-Neolithicum
5300-4200 voor Chr. 4200-2850 voor Chr. 2850-2000 voor Chr.
Vroege-Bronstijd Midden-Bronstijd Late-Bronstijd
2000-1800 voor Chr. 1800-1100 voor Chr. 1100-800 voor Chr.
Vroege-IJzertijd Midden-IJzertijd Late-IJzertijd
800-500 voor Chr. 500-250 voor Chr. 250-12 voor Chr.
Vroeg-Romeinse tijd Midden-Romeinse tijd Laat-Romeinse tijd
12 voor-70 na Chr. 70-270 na Chr. 270-450 na Chr.
Vroege-Middeleeuwen Late-Middeleeuwen
450-1050 na Chr. 1050-1500 na Chr.
Nieuwe Tijd A Nieuwe Tijd B Nieuwe Tijd C
1500-1650 na Chr. 1650-1850 na Chr. 1850-1950 na Chr.
Bijlage 2: Toelichting archeologisch proces B u re a u o n d e rz o e k ( K N A 3 .2 D e e l II P r o t o c o l 4 0 0 2 ) H e t d b e k e n s ta n d k a n w
o e l v a d e o f a a rd ra o rd e n
n e e n v e rw p p o r te n
b u re a u a c h te a r t m e t e e a a n z ie n
o n d e r z o e k is c h e o lo g is c h e n g e s p e c if ic e v a n (e v e n tu e
h e t w a a e r d e e l) v
v e rw rd e n a rc h e r v o
e r v e n , b in n e o lo g lg o n d
v a n e n e e is c h e e rz o e
in f o r m a t ie , a a n d e h a n d v a n b e s t a a n d e b r o n n e n , o v e r n o m s c h r e v e n g e b ie d . H e t r e s u lt a a t is e e n v e r w a c h t in g , o p b a s is w a a r v a n e e n b e s lis s in g g e n o m e n k .
H e t r a p p o r t b e v a t , w a a r m o g e lijk , g e g e v e n s o v e r a a n - o f a fw e z ig h e id , a a r d , o m v a n g , o u d e r d o m , g a a f h e id , c o n s e r v e r in g e n ( r e la t ie v e ) k w a lit e it v a n a r c h e o lo g is c h e w a a r d e n e n a a r d w e t e n s c h a p p e l ijk e e ig e n s c h a p p e n (L S 0 2 t / m L S 0 4 ). A f h a n k e lijk v a n d e o m v a n g v a n d e t o e k o m s t ig e (p la n o lo g is c h e ) in g r e e p e n w e r k z a a m h e d e n , d e a a r d v a n d e a a n le id in g t o t h e t b u r e a u o n d e r z o e k e n d e v r a a g s t e llin g (L S 0 1), z u lle n a a n v u lle n d e g e g e v e n s m o e t e n w o r d e n v e r z a m e ld . H ie r b ij b lijf t d e d o e ls t e l l in g v a n h e t b u r e a u o n d e r z o e k (h e t k o m e n t o t e e n g e s p e c if ic e e r d e v e r w a c h t in g ) o v e r e in d ( L S 0 5 ). T e n a a n z ie n v a n a r c h e o lo g is c h o n d e r z o e k in d e b e b o u w d e o m g e v in g k u n n e n o n d e r g r o n d s e b o u w h is t o r is c h e w a a r d e n a a n g e t a s t w o r d e n . H e t is d a a r o m w e n s e l ijk o m o o k in h e t a r c h e o lo g is c h b u r e a u o n d e r z o e k a a n d a c h t t e s c h e n k e n a a n d e b e b o u w d e o m g e v in g e n h e t v o o r k o m e n v a n o n d e r g r o n d s e b o u w h is t o r is c h e w a a r d e n , e n z o e e n g e s p e c if ic e e r d e v e r w a c h t in g o p t e s t e ll e n o p b a s is v a n a lle c u lt u u r h is t o r is c h e w a a r d e n in h e t o n d e r z o e k s g e b ie d . V e r v o lg e n s w o r d t h e t r a p p o r t o p g e s t e ld (L S 0 6 ) e n d e g e g e v e n s a a n g e l e v e r d b ij A r c h is , w a a r n a h e t p r o c e s k a n w o r d e n a f g e s lo t e n . D a a r n a a s t d ie n t d e d ig it a le d o c u m e n t a t ie b in n e n t w e e ja a r n a a f r o n d in g v a n h e t s t a n d a a r d r a p p o r t o v e r g e d r a g e n t e w o r d e n a a n h e t e - D e p o t ( w w w .e d n a .n l) ( D S 0 5 ) . H e t b u re a u o n d e rz o p g e s t e ld e a d v ie s . r u im t e lijk e o n t w ik g e t o e t s t d ie n t t e w e n /o f e e n In v e n ta r o n d e r z o e k s g e b ie d o n d e r z o e k . In d ie n te w o r d e n . V o o r e in z a g e o n d e rz g o e d g e g e h e le
e n In v e n d ie n t te o e k d ie n k e u r d te a r c h e o lo
H e t is a a n h e t b w e r k z a a m h e d e n s p e le n e n a ls z o b o u w v e r g u n n in d e b e tr o k k e n g e o n tsta a t o v e r d e
o e k g D it a k e lin o rd e is e r e o f to fy s ie
e ld t a ls o n d e r b o u w in g v o o r h e t d o o d v ie s g a a t n a d e r in o p d e e v e n t u e le g . U it h e t a d v ie s k a n v o lg e n d a t h e t n . D it k a n d o o r m id d e l v a n e e n In v e n d P r o e f s l e u v e n o n d e r z o e k . D it v e ld t e e n a d v ie s v o o r b e h o u d v a n d e v in k b e h o u d n ie t m o g e lijk is , d ie n t e e n
t a r is e r e n d V e ld o n d e r z o e k O v lig g e n b ij d e R ijk s d ie n s t v o o r t e e r st e e n P r o g ra m m a v a n E w o r d e n d o o r h e t b e v o e g d g e g is c h e p r o c e s t e d o o r lo p e n . e v o e g d g e z a g o m u v e r r ic h t d ie n e n t e d a n ig in g e b r a c h t w g e n . In d ie n g e w e n s m e e n t e lijk e a fd e lin g e m a a k t e a n a ly s e s
e r ig h e t is e n z a g
is C u o p (m
e e n ltu g e s e e s
P la re e l te ld ta l d
r V e s t ig ia B V A r c h e o lo g ie & C u lt u u r h is t o r ie r is ic o ’s e n b e n o d ig d e v e r v o lg s t a p p e n b ij d e v e r d e r e a r c h e o lo g is c h e v e r w a c h t in g s m o d e l n a d e r in h e t v e ld n t a r is e r e n d V e ld o n d e r z o e k O v e r ig (b o o r o n d e r z o e k ) o n d e r z o e k le id t o f t o t v r ijg a v e v a n h e t d p la a t s e n in d ie n n ie t m o g e l ijk n a d e r a r c h e o lo g is c h o p g r a v in g o f a r c h e o lo g is c h e b e g e le id in g u it g e v o e r d
n v a E r fg te w e b e
n A a n p a k v e r e is t , d a t o e d . V o o r d e a n d e re o r d e n . D it P r o g r a m m tr e ffe n d e g e m e e n te ).
it e in d e lijk t e b e s lis s e n o f n a h e t w o r d e n . H e t a d v ie s u it g e b r a c h t o r d e n b ij b e s t e m m in g s p la n o n t w t , d r a a g t V e s t ig ia z o r g v o o r e e n g e n . O p d e z e w ijz e w o r d t v o o r k .
b u re a d o o r e r p e n a d e q u o m e n
u o n V e s o f a te d a t
10 d a g e n v a n te v o r e n te r t y p e n a r c h e o lo g is c h a v a n E is e n d ie n t V e s t ig ia is b e v o e g d o m h e t
d e rz o e k n o g t ig ia k a n d a a – w ijz ig in g e n a f s t e m m in g in e e n la t e r
a n d e re r b ij e e n e n a a n v a n d e s t a d iu m
a r c h e o lo g is c h e b e la n g r ijk e r o l v ra g e n v o o r r e s u lt a t e n m e t d is c u s s ie
In v e n t a r is e r e n d V e ld o n d e r z o e k ( K N A 3 .2 D e e l II P r o t o c o l 4 0 0 3 ) H e t d o e l v a n in v e n t a r is e r e n d v e ld o a r c h e o lo g is c h e v e r w a c h t in g d o o r m v e r k r e g e n o v e r b e k e n d e e n /o f v e rw a a n - o f a f w e z ig h e id , d e a a r d , d e o m v a n d e a r c h e o lo g is c h e w a a r d e n . H e in h o u d e lijk (s e le c t ie - )a d v ie s (b u it e n (m e e s t a l e e n s e le c t ie b e s lu it ) g e n o m v e ld a c t iv it e it e n u it g e v o e r d w o r d e n
n d id a c v a t r n e n to
e r z o e k ( I V O ) is h e t a a n v u lle n e n t o e t s e n v a n d e g e s p e c if ic e e r d e d e l v a n w a a r n e m in g e n in h e t v e ld , w a a r b ij ( e x t r a ) in f o r m a t ie w o r d t h t e a r c h e o lo g is c h e w a a r d e n b in n e n e e n o n d e r z o e k s g e b ie d . D it o m v a n g , d e d a t e r in g , d e g a a f h e id , d e c o n s e r v e r in g e n d e in h o u d e l ijk e k w a e s u lt a a t v a n e e n IV O is e e n r a p p o r t m e t e e n w a a r d e r in g e n e e n o r m e n v a n t ijd e n g e l d ) , a a n d e h a n d w a a r v a n e e n b e l e id s b e s lis s in g k a n w o r d e n (S P 0 2 , V S 0 2 t / m V S 0 7 , D S 0 1 t / m D S 0 5 ). D it b e t e k e n t d a t h e t n iv e a u w a a r o p d e z e b e s l is s in g g e f u n d e e r d g e n o m e n k a n w o r d e
t d e lit e it
t d e n .
V e s t ig ia b r e n g t n a a r a a n le id in g v a n h e t v e ld o n d e r z o e k e e n g e s p e c if ic e e r d a d v ie s u it , o p b a s is w a a r v a n h e t b e v o e g d g e z a g e e n b e s lu it k a n n e m e n o v e r d e w ijz ig in g in h e t b e s t e m m in g s p la n v a n h e t o n d e r z o e k s g e b ie d e n e v e n t u e e l n o g t e n e m e n v e r v o lg s ta p p e n in h e t o n d e r z o e k . B ij h e t IV O k a n e e n o n d e r s c h e id a a n g e b r a c h t w o r d e n in e e n v e r k e n n e n d e , k a r t e r e n d e e n w a a r d e r e n d e f a v e r k e n n e n d e f a s e h e e f t t o t d o e l in z ic h t t e k r ijg e n in d e g a a f h e id v a n v o r m e e n h e d e n v a n h e t la n d s c h a p , v z o v e r d e z e v a n in v lo e d z ijn o p d e lo c a t ie k e u z e in h e t v e r le d e n . H e t d o e l is k a n s a r m e z o n e s u it t e s lu it e n k a n s r ijk e z o n e s t e s e le c t e r e n v o o r d e v o lg e n d e f a s e n v a n o n d e r z o e k . D e k a r t e r e n d e f a s e h e e f t t o t d o e l h e o n d e r z o e k s t e r r e in s y s t e m a t is c h t e o n d e r z o e k e n o p d e a a n w e z ig h e id v a n v o n d s t e n e n / o f s p o r e n . D e w a a r d e r e n d e f a s e h e e f t t o t d o e l h e t w a a r n e m in g s n e t t e v e r d ic h t e n o m d e a a r d , o m v a n g , d a t e r in g , g a a f h e c o n s e r v e r in g e n in h o u d e lijk e k w a lit e it v a n d e a r c h e o lo g is c h e r e s t e n v a s t t e s t e ll e n .
se : D e o o r e n t id ,
C r u c ia a l v o o r d e u it v o e r in g v a n h e t IV O is d e k e u z e v o o r e e n b e p a a ld e o n d e r z o e k s m e t h o d e , w a a r m e e d e g e s p e c if ic e e r d e a r c h e o lo g is c h e v e r w a c h t in g , g e s t e ld in h e t b u r e a u o n d e r z o e k s r a p p o r t g e t o e t s t k a n w o r d e n in h e t v e ld . D it d ie n t in e e n P la n v a n A a n p a k d u id e l ijk g e m a a k t t e w o r d e n (V S 0 1 , S P 0 1) . A ls e is e n g e ld e n e e n v e r a n t w o o r d in g v a n a lle g e b r u ik t e in f o r m a t ie , w a a r o p d e k e u z e g e b a s e e r d w o r d t e n e e n b e s c h r ijv in g v a n d e v e r o n d e r s t e ld e k e n m e r k e n v a n d e v e r w a c h t e a r c h e o lo g is c h e v in d p la a t s e n m .b .t . d ie p t e l ig g in g , o m v a n g , a r c h e o lo g is c h e in d ic a t o r e n , r u im t e l ijk e v e r d e l in g e n b in n e n d e v in d p la a t s , a r t e f a c t e n . B o o r - e n p r o e f s le u v e n o n d e r z o e k z ijn o p d it m o m e n t d e e n ig e k a r t e r e n d e m e t h o d e n v o o r h e t o p s p o r e n v a n (n ie t z ic h t b a r e ) s it e s b u it e n d e h is t o r is c h e k e r n d ie b r e e d in z e t b a a r z ijn . A n d e r e p r o s p e c t ie t e c h n ie k e n z ijn a ll e e n in s p e c if ie k e o m s t a n d ig h e d e n t o e p a s b a a r ( b v . g r o n d r a d a r ) . D a a r n a a s t k a n d e o p p e r v la k t e k a r t e r in g e e n b ijz o n d e r w a a r d e v o ll e a a n v u l l in g z ijn o p e e n b o o r - o f p r o e f s le u v e n o n d e r z o e k , m e t n a m e d a a r w a a r ( p la a t s e l ijk ) s p r a k e is v a n h e t a a n p lo e g e n v a n v o n d s t la g e n o f d e a a n w e z ig h e id v a n m o ls h o p e n e n g e s c h o o n d e s lo t e n . B o o r o n d e r z o e k is e e n g e s c h ik t e p r o s p e c t ie t e c h n ie k v o o r h e t o p s p o r e n v a n s it e s d ie z ic h k e n m e r k e n d o o r e e n a r c h e o lo g is c h e la a g o f e e n v o n d s t s t r o o iin g m e t e e n v o ld o e n d e h o g e d ic h t h e id . In d ie n e e n o p t e s p o r e n s it e z ic h k e n m e r k t d o o r e e n l a g e v o n d s t d i c h t h e i d ( < 4 0 v o n d s t e n / m ²) i s b o o r o n d e r z o e k m i n d e r g e s c h i k t e n k a n e e n p r o e f s l e u v e n o n d e r z o e k e e n b e t e r e m e t h o d e z ijn . V o o r d e t a ils n a a r v e r s c h ill e n d e b o o r m e t h o d e n w o r d t v e r w e z e n n a a r d e K N A L e id r a a d In v e n t a r is e r e n d V e ld o n d e r z o e k d e e l K a r t e r e n d b o o r o n d e r z o e k . V e s t ig ia a a n z ie n b u re a u o a f r o n d in t/m D S 0
B V v a n n d e g v 5 ).
A r c h e o lo g d e ra p p o r rz o e k m e t a n h e t v e ld
ie & ta g e h e t w e r
C u ltu u r h e n a a n le v v e r s c h il d k c o n fo r m
is t o r ie is e r in g s e is a t e v e n tu d e e is e n
b e v o e n to e e l v v a n
e g d t d e o n d h e t
to t p o n stm d e p
h e t e r in a te r o t b
d o e n v a n g g e ld e n ia a l (v o n d ij h e t a a n
a lle fa s d e z e lfd ste n , m g e w e z e
e n v a e e is e o n ste n d e p
n b n a r s) o t
o o ro n d e r z o e k . T e n ls b ij e e n b in n e n t w e e ja a r n a w o r d t a a n g e le v e r d (D S 0 1
Bijlage 3: Voorlopig ontwerp tijdelijke brug
Situatie schaal 1:1000
Legenda: hulpbruggen nieuw te bouwen kunstwerken nieuw te bouwen kunstwerk tbv ECO-zone aan te passen verkanting dienst
bureau uitbesteding
akk. RWS datum behoort bij in
bladen, bladnr.
getekend
projectcode
tekening
gecontroleerd
dossiercode
formaat
uitgegeven
dienstcode
schaal
status
versie
reg.nr.
This text was set using the following freely available font software: Allerta
Copyright (c) 2010, Matt McInerney (http://pixelspread.com), with Reserved Font Name Allerta.
Inconsolata_dz
Copyright (c) 2006, Raph Levien (http://www.levien.com), with Reserved Font Name
. Copyright (c) 2009, David Zhou (http://blog.nodnod.net/) with Reserved Font Name .
Molengo_Vestigia
Copyright (c) 2007, Denis Moyogo Jacquerye, with Reserved Font Name <Molengo>. Copyright (c) 2011, Vestigia BV Archeologie & Cultuurhistorie (www.vestigia.nl), with Reserved Font Name <Molengo_Vestigia>; available at www.vestigia.nl/fonts.
ofl
This Font Software is licensed under the SIL Open Font License, Version 1.1. The license is available with a FAQ at: http://scripts.sil.org/OFL