Ruimte om te groeien. Olivier. Pedagogisch werkplan Buitenschoolse Opvang. Ingangsdatum: April Pagina 1 van 18

Ruimte om te groeien

Pedagogisch werkplan 20162017 Buitenschoolse Opvang

Olivier

7b.WI.09 Versie 3

Documentverantwoordelijke: Kwaliteitsfunctionaris

Ingangsdatum: April 2016

Evaluatiedatum: April 2018

Pagina 1 van 18

1. INHOUDSOPGAVE

Woord vooraf

3

1.

De basisgroep

4

2.

Welbevinden en ontwikkeling

9

3.

Pedagogische doelen

13

4.

Begrippenlijst

15

7b.WI.09 Versie 3




Pagina 2 van 18

OPVANG

ONTWIKKELING

ONTSPANNING

OPVOEDING

ONDERWIJS

WOORD VOORAF Voor u ligt het werkplan van locatie: Buitenschoolse Opvang Olivier Dit werkplan maakt deel uit van ons pedagogisch beleidsplan, het Wasko ABC en het Convenant Kinderopvang. In dit convenant staan de landelijke kwaliteitsregels voor de kinderopvang beschreven. In ons pedagogisch beleidsplan beschrijven wij onze algemene pedagogische visie en werkwijze. Het Wasko ABC geeft praktische algemene informatie, van Aanmelding tot Voeding. Deze drie documenten zijn te vinden op de website van Wasko (www.wasko.nl). In hoofdstuk 1 staat praktische informatie die specifiek voor de genoemde locatie geldt. In hoofdstuk 2 beschrijven wij hoe we met de kinderen omgaan. In hoofdstuk 3 wordt beschreven waar wij de komende periode op onze locatie extra aandacht aan besteden. In de bijlage is een begrippenlijst opgenomen. De onderstreepte begrippen in dit document worden daar toegelicht.

Mocht u na het lezen vragen hebben dan zijn wij graag bereid deze te beantwoorden. De medewerkers

Teamleider: Vestigingsmanager: Datum

7b.WI.09 Versie 3

Antoinette Smit Els Boon mei 2016




Pagina 3 van 18

GROEPSOPBOUW

LEIDSTER KIND RATIO

ACTIVITEITEN

VEILIGHEID

SAMENWERKING

AFSPRAKEN

1. DE BASISGROEP Ieder kind zit in een basisgroep, waar vaste pedagogisch medewerkers werken. Tijdens afwezigheid van de vaste pedagogisch medewerkers streven wij ernaar vaste flexkrachten op de groep in te zetten. Hierdoor zien de kinderen zoveel mogelijk vertrouwde gezichten. Op onze locatie zijn de volgende basisgroepen: Naam groep Tom Poes Naam groep Heer Ollie

Leeftijd 4-7 jaar Leeftijd 8-12 jaar

Maximum aantal kinderen 20 kinderen Maximum aantal kinderen 20 kinderen

AANTAL PEDAGOGISCH MEDEWERKERS PER KIND

Het aantal aanwezige pedagogisch medewerkers is afhankelijk van het aantal aanwezige kinderen en wordt berekend via de PKR-regeling. In principe zijn er op iedere groep twee pedagogisch medewerkers aanwezig. Op de volgende momenten is er, gezien het aantal kinderen, slechts één pedagogisch medewerker aanwezig: Begin van de dag tot 7.00-7.30 uur. Van 17.00-18.00 uur tot het einde van de dag op vrijdag. Wanneer het aantal kinderen op onze locatie zodanig is dat er slechts één pedagogisch medewerker aanwezig is (conform de PKR regeling) dan hebben wij, als volgt de achterwacht geregeld: Wasko locatie Maasplein is de achterwacht, Maasstraat 30. Conform de halfuur regeling kan het na schooltijd voorkomen dat er minder pedagogisch medewerkers ingezet worden dan volgens de PKR regeling wordt vereist. Op onze locatie gebeurt dat tussen 17.30-18.00uur Indien buitenschoolse opvang de hele dag wordt aangeboden geldt de drie-uursregeling; ook dan kan het gebeuren dat er minder pedagogisch medewerkers ingezet worden dan de kind-leidster ratio vereist. Dit gebeurt dan op de volgende tijdstippen: Begin van de dag: 08.00-09.00 uur Tussen de middag: 13.30-15.00 uur Aan het einde van de dag: 17.00-17.30 uur

7b.WI.09 Versie 3




Pagina 4 van 18

Op onze locatie kan het zo zijn dat er tijdens de bovenstaande tijden geen twee pedagogisch medewerkers aanwezig zijn. Op de volgende manier zorgen wij er voor dat er altijd een andere volwassene in het pand aanwezig is: Wanneer de teamleider niet aanwezig is in het pand, zal de pedagogisch medewerker te allen tijde pauze houden in het pand, zodat er altijd 2 volwassenen in het pand aanwezig zijn. Samenvoegen van basisgroepen aan het begin en einde van de dag. De kinderen van de groep Tom Poes worden aan het begin en einde van de dag samengevoegd met de groep Heer Ollie, ze gebruiken de ruimte van Heer Ollie. Als de vaste pedagogisch medewerker van de basisgroep niet meer aanwezig is, zorgt zij voor een overdracht naar een collega Samenvoegen van basisgroepen, anders dan aan het begin en einde van de dag Indien het kind aantal het toelaat, kunnen basisgroepen samengevoegd worden tot één groep, waarbij in principe één vaste pedagogische medewerker aanwezig is. Wij doen dit op de volgende momenten: Tussen de middag tijdens de lunch en op vrijdagmiddag. In de vakanties zijn wij gesloten en voegen wij samen met en op BSO Maasplein. ACTIVITEITEN

Dagritme schoolweken: 07.00 uur Verlengde opvang van 7:00-7:30 uur. Kinderen worden op de BSO gebracht en kunnen kiezen wat ze willen gaan doen. 08.10 uur

Het is tijd om op te ruimen. De kinderen van de Boeg (vanaf groep 7) gaan zelfstandig naar school. De kinderen van ‘t Nokkenwiel Boerenpad (vanaf groep 3) mogen om 08.15 uur naar het plein. De kleuters worden naar de klas gebracht.

12.00 uur

De kinderen van groep 1 en 2 worden door een pedagogisch medewerker in de klassen opgehaald. Overige kinderen mogen zelfstandig naar de BSO, waar een pedagogisch medewerker aanwezig is om hen te ontvangen. Alle kinderen wassen hun handen waarna we ( na een moment stilte voor degene die willen bidden) gezamenlijk beginnen aan de lunch. Na de lunch kunnen de kinderen vrij spelen.

12.45 uur

De kinderen mogen, vanaf groep 3, zelfstandig naar school. De kleuters worden naar hun klas gebracht.

14.00 uur

De kinderen van De Boeg (vanaf groep 7) komen zelfstandig naar de BSO en worden ontvangen op de BSO door de pedagogisch medewerker. Zij gaan vrij spelen en wachten tot de kinderen van ’t Nokkenwiel uit school komen.

15.00 uur

De kinderen van groep 1 en 2 van ’t Nokkenwiel worden door een pedagogisch medewerker in de klassen opgehaald. De overige kinderen mogen zelfstandig naar de BSO waar een pedagogisch medewerker aanwezig is om hen te ontvangen.

15.15 uur

Alle kinderen wassen hun handen en gaan aan tafel om fruit te eten en wat te drinken. Tijdens het drinken en fruit eten is er ruimte voor groepsgesprekken, een verhaaltje, liedjes zingen of een spelletje. Vervolgens wordt met de kinderen besproken aan welke activiteiten zij deel kunnen nemen. Er een gevarieerd (creatief, sport en spel, expressie, koken en bakken) activiteitenprogramma dat gericht is op de verschillende ontwikkelingsgebieden en ontwikkelingsfases van de kinderen. Naast het activiteitenprogramma is er ook ruimte voor de kinderen voor vrij spel.

7b.WI.09 Versie 3




Pagina 5 van 18

16.30 uur:

De kinderen krijgen nog iets te eten/ drinken, een kaakje of iets lekkers wat door de kinderen is gemaakt tijdens een van de activiteiten. De eerste kinderen worden opgehaald. De medewerkers dragen zorg voor een goede overdracht naar de ouders.

18.00 uur:

De BSO sluit.

Dagritme VAKANTIEDAG (we blijven in dit geval op locatie): 07.00 uur 7:00-7:30 verlengde opvang. De kinderen kunnen tot 9.00 uur op de BSO gebracht worden. Wanneer kinderen later naar de BSO komen dan horen wij dit graag. 10.00 uur De kinderen krijgen fruit/ koek/ cracker en limonade/ water/ thee. 12.30 uur We lunchen aan tafel. Regelmatig eten we een door de kinderen zelfgemaakte lunch. 16.00 uur De kinderen krijgen fruit/ koek/ zelfgemaakte lekkernij en limonade/ water/ thee. 18.00 uur Alle kinderen zijn opgehaald en de BSO sluit. Tussen de eet en drinkmomenten door is er een gevarieerd activiteitenprogramma dat gericht is op de verschillende ontwikkelingsgebieden en ontwikkelingsfases van de kinderen. Naast het activiteitenprogramma is er ook ruimte voor de kinderen voor vrij spel. Het programma van de vakantie wordt tijdig bekend gemaakt via onze Wasko site en via de mail naar ouders. Er worden soms in de vakanties ook uitstapjes gemaakt (bijv. kinderboerderij, speurtocht, speeltuin e.d.). Op de BSO worden de kinderen ontvangen in de basisgroepsruimte. Vervolgens kunnen zij deelnemen aan diverse activiteiten. Op onze locatie worden op de volgende wijze activiteiten aangeboden en gebruik gemaakt van de volgende speelplekken; Bij iedere geplande activiteit is een pedagogisch medewerker aanwezig. Dit kan zijn op het grote plein, het kleine plein, de crea ruimte, de hal van de school of in (één van) de drie groepen. De lokalen bevinden zich allemaal in hetzelfde gebouw. VEILIGHEID

Veiligheid is een belangrijk thema in onze organisatie. Het bieden van een veilig klimaat zit verweven in onze werkwijze. Naast het creëren van een open aanspreekcultuur, zijn er tal van afspraken en maatregelen die wij nemen om de veiligheid te waarborgen. Enkele voorbeelden hiervan zijn:  Indien ouders hun kind niet zelf komen ophalen wordt het kind uitsluitend na toestemming van ouders met een andere volwassene meegegeven. Bij oudere kinderen worden de afspraken over halen en brengen vastgelegd in het zogenaamde zelfstandigheidscontract.  Waar mogelijk zorgen we voor een transparante omgeving; glazen wanden, doorkijkjes etc. Bij het plaatsen van meubels en aanbrengen van versieringen houden we er rekening mee dat het zicht op de kinderen niet wordt belemmerd.  Voor zowel ouders als medewerkers hebben we beschreven waar ze terecht kunnen met vragen, signalen en klachten. Meer informatie hierover kunt u vinden op www.wasko.nl  We stimuleren dat kinderen zelf hun eigen grenzen aangeven.  Elk jaar wordt er een risico-inventarisatie gemaakt inzake (brand-)veiligheid, gezondheid en hygiëne.  Binnen onze organisatie hebben we een aandachtfunctionaris kindermishandeling en huiselijk geweld. Leidinggevenden en medewerkers kunnen met vragen en twijfels op dit gebied bij haar terecht. Indien nodig wordt een hulpverleningstraject in gang gezet. Het inschakelen van “Veilig thuis” (voorheen Advies Meldpunt Kindermishandeling) en het melden in het Zorg voor Jeugd Signaleringssysteem behoren daarbij tot de mogelijkheden.

7b.WI.09 Versie 3




Pagina 6 van 18

Op onze locatie hebben we daarnaast de volgende maatregelen genomen:  De buitendeuren zitten op slot en gaan open d.m.v. een code. Deze code wordt 1x per jaar aangepast.  We stimuleren een open aanspreekcultuur. Collega’s aanspreken op iets wat je niet goed vindt, is vaak lastig. Onze leidinggevenden zijn zich bewust van hun voorbeeldfunctie hierin. Het bespreekbaar maken van problemen, het geven van onderlinge feedback, en open communiceren over wat je doet, wordt bewust gestimuleerd.  Met uitstapjes gaan twee pedagogisch medewerkers mee. Indien dit niet mogelijk is, wordt er extra aandacht besteedt aan het voorkomen van risico’s. Dit gebeurt m.b.v. een lijst waarop de risico’s worden geïnventariseerd en het opstellen van risicobeheersmaatregelen. De afspraak is dat pedagogisch medewerkers nooit de kinderen mee mogen nemen naar hun eigen huis.  Alle kinderen hebben een eigen mentor. Vanzelfsprekend letten alle pedagogische medewerkers op, maar een mentor houdt de ontwikkeling en welbevinden van haar mentorkinderen extra goed in de gaten en zal eventuele zorg bespreekbaar maken bij de ouders en directe collega’s. Minimaal een keer per jaar houden wij een ontruimingsoefening SAMENWERKING MET HET ONDERWIJS

De samenwerking met het onderwijs stimuleren wij door:  We plannen gezamenlijke activiteiten met school.  Indien wij ons zorgen maken om een kind bespreken wij, na dat we het met de ouder hebben besproken, deze zorgen met school. Wanneer ouders hier niet akkoord mee gaan, kunnen ze dit kenbaar maken.  ‘t Nokkenwiel is een Dalton school en wij hebben een aantal Dalton aspecten doorgevoerd op de BSO, zoals het planbord. Ook gebruiken we hetzelfde stilteteken als op school.  Wanneer wij vanuit ouders of kinderen te horen krijgen dat er huiswerk gemaakt moet worden, dan bieden wij een rustige plek en eventueel begeleiding aan. VOEDING

Wij hebben de volgende afspraken met betrekking tot traktaties en voeding:

 

Wij stimuleren gezonde traktaties. In de gang staat een map met daarin ideeën voor gezonde traktaties en wij bieden ouders graag de kans aan om hieruit iets te kunnen kiezen. Ouders kunnen altijd informeren naar eventuele allergieën van kinderen. Wij streven ernaar iedere dag fruit en/of rauwe groenten aan te bieden. Het aanbod variëren wij door steeds andere fruitsoorten te gebruiken.

7b.WI.09 Versie 3




Pagina 7 van 18

AFSPRAKEN OVER HET GEBRUIK VAN MOBIELE TELEFOONS, I-PADS, SPELCOMPUTERS, ETC.

Over het gebruik van mobiele telefoons, IPads, spelcomputers en dergelijke hebben wij de volgende afspraken:  Kinderen mogen geen mobiele telefoon gebruiken als zij op de BSO zijn. Als zij willen telefoneren dan vragen zij daarvoor toestemming aan de pedagogisch medewerker. De mobiele telefoons van de kinderen liggen op een daarvoor afgesproken plaats.  In schoolweken hanteren wij de regel dat er na schooltijd een spelcomputer gebruikt mag worden. In overleg spreken wij met het kind af hoelang zij hiermee mogen spelen. Een kind mag 30 minuten gebruik maken van spelcomputers. Meerdere kinderen mogen samen 45 minuten gebruik maken van de spelcomputers. Dit wordt aangegeven met een kookwekker. Bij mooi weer en activiteiten wordt er minder gebruik gemaakt van spelcomputers. In vakanties gaan wij hier soepeler mee om. Het gebruik van de BSO computer door de kinderen hebben wij als volgt geregeld: 

De kinderen vanaf 7 jaar tekenen een computercontract, hierin staan o.a. afspraken over websites bezoeken en er wordt vermeld hoe lang zij achter de computer mogen. Een kind mag 30 minuten gebruik maken van de BSO computer. Dit wordt aangegeven met een kookwekker.

Op de volgende manier gaan wij met TV kijken om:  Op de televisie kijken wij alleen naar video’s en Dvd’s die geschikt zijn voor de leeftijdscategorieën.  We kijken in de regel maximaal 2 keer per week tv. Soms is er een uitzondering op deze regel, bv. rond Sinterklaas of bij erg slecht weer.

7b.WI.09 Versie 3




Pagina 8 van 18

ONDERSTEUNING

AUTONOMIE

STRUCTUUR

COMMUNICATIE

BEGELEI-

STIMU-

DING

LEREN

2. WELBEVINDEN EN ONTWIKKELING Door haar/zijn manier van werken stimuleert de pedagogisch medewerker het welbevinden en de ontwikkeling van de kinderen. Om invulling te geven aan de 5 O’s worden de volgende interactievaardigheden gebruikt:      

Het bieden van emotionele ondersteuning Tonen van respect voor de autonomie Het bieden van structuur en het stellen van grenzen Praten, uitleggen en luisteren Het begeleiden van de interacties tussen de kinderen Het stimuleren van de ontwikkeling

Op bovenstaande punten worden de pedagogisch medewerkers jaarlijks bijgeschoold door middel van Beeldcoaching. HET BIEDEN VAN EMOTIONELE ONDERSTEUNING

Wij zorgen er voor dat de kinderen zich emotioneel veilig, gerespecteerd, gewaardeerd en geaccepteerd voelen bij ons. Dit doen wij o.a. op de volgende manieren:  Wij bieden een luisterend oor, vragen hoe het op school is geweest of wat de kinderen in het weekend gaan doen/gedaan hebben.  De kinderen kunnen altijd terecht bij de pedagogisch medewerkers met problemen en vragen.



Zelfvertrouwen wordt gestimuleerd door het geven van complimenten en door observeren en geven van positieve aandacht.



Belangrijk! Kind moet zich veilig voelen, zodat het zijn eigen ik in de groep kan vinden en de ruimte krijgt voor eigen initiatief. Ieder kind heeft een eigen mentor die op vaste dagen aanwezig is op de basisgroep. Eens in het jaar worden de ouders uitgenodigd voor een oudergesprek. De kinderen leren respect te hebben voor elkaar en de pedagogisch medewerkers. Op de BSO zijn twee vaste basisgroepen waar met een vast dagritme gewerkt wordt. De twee basisgroepen zijn verdeeld in leeftijd.

  

HET TONEN VAN RESPECT VOOR DE AUTONOMIE

Wij gaan er vanuit dat elk kind uniek is en recht heeft op eigen ideeën en wensen. Het bevorderen van de autonomie vinden wij erg belangrijk.



De pedagogisch medewerkers bieden verschillende activiteiten aan waar de kinderen uit kunnen kiezen.

7b.WI.09 Versie 3




Pagina 9 van 18





De activiteiten worden aangepast aan de ontwikkelingsfases van de kinderen. De kinderen kunnen op het planbord, wat in het lokaal hangt, zelf aangeven welke activiteit zij willen gaan doen. Ze zijn niet verplicht om aan de geplande activiteiten mee te doen, maar worden hiervoor wel gemotiveerd. Als kinderen niet mee willen doen aan een aangeboden/ geplande activiteit, dan kunnen zij ervoor kiezen om vrij te gaan spelen. Als kinderen een probleem (ruzie, onenigheid o.i.d.) hebben, moeten ze het eerst zelf proberen op te lossen. Als de kinderen er onderling niet uitkomen wordt er hulp gevraagd aan de pedagogisch medewerkers om het probleem samen op te lossen.

HET BIEDEN VAN STRUCTUUR EN STELLEN VAN GRENZEN

Kinderen ontwikkelen zich het beste in een liefdevolle, veilige omgeving. Door regels te stellen en structuur te bieden, krijgen kinderen vat op hun omgeving. Wij zorgen voor een veilig klimaat door:  Structuur bieden wij door het vaste dagritme wat wij hebben bij de BSO. De kinderen gaan o.a. op een vast tijdstip aan tafel om fruit te eten en wat te drinken. Bij de stamgroep met de jongste kinderen is dit de tijd om bijvoorbeeld een verhaal voor te lezen. Bij de oudste kinderen is dit de tijd om te vragen hoe de dag op school is verlopen.  Het uitleggen en plannen van de activiteiten door de kinderen: op het planbord kunnen zij na het tafelmoment kiezen wat zij willen gaan doen.

  



Als kinderen ergens mee gespeeld hebben, dan moeten zij zelf eerst hun spullen opruimen, voordat zij iets anders gaan kiezen. Bewust te zijn van de voorbeeldfunctie van de pedagogisch medewerkers voor de kinderen. Kinderen bewust maken van hun voorbeeldfunctie voor andere kinderen. Kinderen zijn voor elkaar het perfecte voorbeeld in het doen en laten wat er op een dag gebeurt. Positief of negatief gedrag kunnen de kinderen van elkaar overnemen. Als pedagogisch medewerker springen wij hier op in door uit te leggen waarom bepaald gedrag wel of niet geaccepteerd wordt. Het opstellen van vaste regels waar de kinderen en pedagogisch medewerkers zich aan moeten houden. De regels worden met de kinderen opgesteld en besproken, zo nodig herhaald als de kinderen zich er niet aan houden.

COMMUNICATIE: PRATEN, UITLEGGEN EN LUISTEREN

Wij maken de buitenwereld en gevoelswereld voor kinderen begrijpelijk door te praten, uit te leggen en naar de kinderen te luisteren.  De taalontwikkeling van de kinderen wordt gestimuleerd door voor te lezen en liedjes te zingen bij de jongste kinderen. Bij de oudste kinderen wordt dit gestimuleerd door de kinderen zelf te laten lezen, en doormiddel van o.a. taalactiviteiten en rollenspellen te doen.  Als een kind behoefte heeft om een spelletje te doen met een pedagogisch medewerker, of een ander kind, dan is hier gelegenheid voor. Tijdens de spelletjes en andere activiteiten praten wij met de kinderen.  Als kinderen zelf om een activiteit vragen (bijv. een bakactiviteit) en de ingrediënten zijn op dat moment niet op voorraad bespreken we dat met de kinderen. We bespreken met elkaar hoe we dit kunnen oplossen en of deze activiteit naar volgende week verplaats kan worden, zodat de ingrediënten wel voorradig zijn. De communicatie met ouders/ verzorgers is op verschillende manieren bij de BSO.  Aan het begin van de dag als de ouders hun kind(eren) komen brengen, is er een overdracht over de dingen die spelen en die belangrijk zijn om te weten voor de BSO en/ of school.  We hebben aan het einde van de dag de overdracht naar ouders over het verloop van de dag. Hierbij laten we het kind ook zelf vertellen wat hij/zij gedaan heeft.

7b.WI.09 Versie 3




Pagina 10 van 18





Een andere manier van communiceren met ouders/ verzorgers is via de mail. De inventarisatie voor de vakantieperiodes wordt naar de ouders gemaild. Ouders/ verzorgers kunnen via de mail ook hun kind afmelden mocht het niet aanwezig zijn. Wanneer uw kind niet naar de BSO komt, horen wij dit graag telefonisch of via de e-mail.

HET BEGELEIDEN VAN DE INTERACTIES TUSSEN DE KINDEREN

Wij stimuleren de verbondenheid in de groep en het wij-gevoel.  De kinderen zijn vaak in groepen aan het spelen maar het komt weleens voor dat iemand niet mee mag spelen met de groep. De pedagogisch medewerkers stimuleren de kinderen om samen te gaan spelen. Dan word het begrip “samen spelen, samen delen” herhaald. Als de kinderen aangeven dat ze niet weten wat zij willen gaan doen, dan worden er verschillende opties genoemd waaruit het kind kan kiezen. Dit kan een activiteit zijn die het kind alleen kan doen of samen met andere kinderen. In een enkel geval heeft een kind behoefte aan alleen spelen, ook dat respecteren wij. HET STIMULEREN VAN DE ONTWIKKELING

Wij laten kinderen ‘groeien’ door ze nieuwe ervaringen op te laten doen. 



 



De ontwikkeling van de kinderen wordt gestimuleerd door de verschillende activiteiten die bij een thema worden aangeboden. In het activiteitenschema worden de verschillende ontwikkelingsgebieden verwerkt. In vakantie periodes doen kinderen nieuwe ervaringen op door de verschillende uitstapjes die we maken. We gaan o.a. naar de Groene BSO waar kinderen leren om te gaan met dieren en de natuur buiten. Wanneer we naar de verkeerstuin in Plaswijck gaan, leren de kinderen omgaan met verkeersregels. Het stimuleren van de ontwikkeling vindt dan ook buiten de BSO plaats. Tijdens de vakantie zijn er activiteiten op alle ontwikkelingsgebieden waardoor de kinderen gestimuleerd worden om leuke activiteiten te doen, waarbij ze kunnen ontwikkelen. De activiteiten die worden aangeboden laten we zoveel mogelijk aansluiten bij de leeftijd van de kinderen. In vakanties kunnen we door het samenvoegen van de locaties nog beter inspelen op deze verschillende behoefte van de verschillende leeftijden. We proberen de kinderen zoveel mogelijk succes ervaringen te laten hebben, waardoor de kinderen ‘groeien’. Dit doen we door ze te begeleiden waar nodig, complimenten te geven, stimuleren om te doen door zelf ook mee te doen, activiteiten op verschillende niveaus aan te bieden. Als medewerkers zien wij hier op toe en spelen er op in.

BEELDCOACHING

Bij Wasko zijn wij er van overtuigd dat de pedagogisch medewerkers bepalend zijn voor de kwaliteit van de opvang. Door middel van Beeldcoaching investeren we systematisch in de professionaliteit van onze pedagogische medewerkers. Dat is goed voor de kinderen én voor de pedagogisch medewerkers. Als kinderopvangorganisatie willen wij ons blijven onderscheiden in de markt en we kiezen er voor dat vooral te doen op het vlak van professionaliteit van de pedagogisch medewerker. In ons pedagogisch beleid gaan wij uit van Wasko met de vijf O’s. De O’s staan voor onze kernwaarden: Opvang, Opvoeding, Ontwikkeling, Ontspanning en samenwerken met het Onderwijs. De interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers staan centraal om deze doelen te bereiken. De wijze waarop de pedagogisch medewerkers met de kinderen omgaan is immers bepalend voor de mate waarin kinderen zich thuis voelen op de groep en gestimuleerd worden in hun ontwikkeling.

7b.WI.09 Versie 3




Pagina 11 van 18

Beeldcoaching is een uitstekende manier om het pedagogisch beleid handen en voeten te geven. Het is een methodiek die de medewerkers helpt om met behulp van filmopnames de pedagogische kwaliteit op een groep te optimaliseren. Er wordt gefocust op de interactie, het groepsmoment en de inhoud van de activiteiten op de groep. Bij Beeldcoaching wordt gebruikt gemaakt van filmopnames. De pedagogisch medewerker wordt tijdens haar werk gefilmd. De opname wordt met de pedagogisch medewerker op microniveau geanalyseerd en besproken (reflectiebijeenkomst). Door het terugkijken van de beelden, kan de pedagogisch medewerker de succesvolle interactiemomenten herkennen en leert zij de communicatie met het kind en de groep te verbeteren. Beeldcoaching is een krachtig middel; één beeld zegt immers meer dan 1000 woorden! Het resultaat is doorgaans direct zichtbaar: er ontstaat een betere interactie tussen pedagogisch medewerker en kinderen. De filmpjes worden uitsluitend gebruikt voor interne scholing en na afloop vernietigd.

7b.WI.09 Versie 3




Pagina 12 van 18

3. PEDAGOGISCHE DOELEN Ieder jaar spreken wij drie pedagogische doelen af waar we op onze locatie extra aandacht aan besteden. Deze doelen komen tot stand in samenspraak met de oudercommissie. In de komende periode staan de volgende onderwerpen centraal: Doel 1: Er is voldoende uitdaging voor de 8+ kinderen op de BSO: Instrument: ·  Aan de hand van DoenKids worden de activiteiten inzichtelijk voor kinderen en ouders.  Kinderen worden elke maand betrokken bij het maken van de planning Actie:  In overleg tussen de pedagogisch medewerker en kinderen een activiteiten planning realiseren.  Verslagen en foto’s van de activiteiten worden op de website gezet, activiteitenplanning is zichtbaar en de uitgevoerde activiteiten zijn het bewijs. Beoogd resultaat:  Door het gebruik van het programma DoenKids kunnen we nog meer wensen van de kinderen vervullen en leukere activiteiten voor oudere kinderen inplannen. De interesses van de kinderen en hun inbreng staat in 2016 bij ons centraal.  Het is een uitdaging voor de kinderen om een activiteitenplanning te bedenken en tevens leuk om te beleven. De ontwikkeling van de kinderen wordt op een speelse manier gestimuleerd. Kinderen vinden het super leuk op de BSO en willen graag komen. Doel 2: Een top vakantieaanbod op Maasplein Instrument:    

Planning met daarin afspraken over wanneer de BSO enquête en de vakantie overleggen met de kinderen worden gehouden. D.m.v. een BSO enquête, specifiek gericht op de vakantieopvang, gaan we bij de kinderen na wat zij graag willen doen in de vakanties. De uitkomst van de BSO enquête wordt meegenomen bij het opstellen van het vakantieprogramma DoenKids wordt gebruikt als inspiratiebron

Actie:   

BSO enquête maken gericht op de opvang op Maasplein (vakantielocatie) Planning maken wanneer enquête naar de kinderen, overzicht wanneer er overleggen zijn met de kinderen. Eventuele aanpassingen die vanuit de enquête naar voren zijn gekomen.

Beoogd resultaat: 

Bekend is wat de kinderen graag willen doen in de vakantie. Met het maken van de vakantieplanning wordt hier rekening mee gehouden. We willen dat alle vakantiekinderen de vakantie met een dikke voldoende waarderen.

7b.WI.09 Versie 3




Pagina 13 van 18

Doel 3: Het stimuleren en begeleiden van de interacties tussen de kinderen. Instrument:  We gaan werken met Kind van de Week. Iedere week wordt er 1 kind in het zonnetje gezet. Alle kinderen mogen het kind van de week complimenten geven, die worden opgeschreven.  Beeldcoaching Actie:  Het introduceren van het kind van de week. Bespreken met de kinderen wat dit is.  Kinderen motiveren samen spelletjes/activiteiten te doen.  Tijdens de beeldcoaching wordt de nadruk gelegd op het stimuleren van positieve interactie tussen de kinderen onderling. Beoogd resultaat:  Door de positieve ervaringen die het kind opdoet in de sociale omgang met andere kinderen, ontwikkelen zij zelfvertrouwen, sociale competenties en een groter inlevingsvermogen.  Door kinderen in het middelpunt te zetten en te leren elkaar complimenten te geven gaan kinderen elkaar zien en horen en worden bewust van elkaar, wordt een prettige groepssfeer gecreëerd. Een sfeer waarin de kinderen zich gehoord en gezien voelen en waarin zij zich veilig en prettig voelen.

Het pedagogisch werkplan wordt 1x per twee jaar geëvalueerd en op basis daarvan bijgesteld.

7b.WI.09 Versie 3




Pagina 14 van 18

4. BEGRIPPENLIJST BEGRIPPENLIJST Begrip Vaste pedagogisch medewerker (pm’er) dagopvang

Definitie Een pedagogisch medewerker die toegewezen is aan een vaste stamgroep per opvangdag.

Vaste ruimte in relatie tot het halen en brengen

In principe hebben alle kinderen een vaste stam-/basisgroep. Wel kan besloten worden om kinderen in een andere ruimte te ontvangen of weer op te laten halen waarbij een vaste pedagogisch medewerker aanwezig is. Voor zowel kinderen als ouders moet inzichtelijk zijn welke ruimte dit is. Indien het kind aantal het toelaat, kunnen stamgroepen samengevoegd worden tot één groep waarbij in principe een vaste pedagogisch medewerker aanwezig is, uitgaande van een kloppende PKR. Voor zowel kinderen als ouders moet inzichtelijk zijn welke ruimte en welke groep dit is.

Vaste ruimte in relatie tot samenvoegen groepen op bepaalde dagen

Incidenteel extra dag(deel) afnemen

7b.WI.09 Versie 3

Een dag(deel) waarvoor opvang wordt afgenomen welke buiten de vaste contracturen valt.



Opmerkingen Aan één kind worden maximaal 3 vaste pedagogische medewerkers gekoppeld. Per opvang dag is minimaal één van deze pedagogisch medewerkers werkzaam op de groep van dat kind. Deze pedagogisch medewerker is tevens het vaste aanspreekpunt voor ouders. Indien in grotere groepen met drie pedagogisch medewerkers tegelijk wordt gewerkt**, dan worden er maximaal 4 vaste pedagogisch medewerkers toegewezen. ** Afhankelijk samenstelling groepen en PKR. Het gaat hierbij om het begin en het eind van de opvangdag.

Bijvoorbeeld tijdens vakanties en dagen met een (structureel) lage bezetting.

Voorwaarde is dat maximale stamgroepsgrootte / basisgroepsgrootte evenals aantal pedagogisch medewerkers gehandhaafd blijft (PKR). Convenantpartijen zijn van mening dat geborgenheid en gevoel van veiligheid voor kind en voor de groep als geheel voorop staan.


Pagina 15 van 18

Structureel dag(deel) op andere vaste groep

Uitgangspunt is dat bij het afnemen van een extra dag(deel) het kind in de oorspronkelijke stam-/basisgroep geplaatst wordt. Wanneer de groepsgrootte het niet toelaat het kind een extra dag(deel) in deze groep te plaatsen, kan in overleg met ouders besloten worden het kind voor die dag/dagdeel in een andere vaste groep te plaatsen

Basisgroep

Een vaste groep kinderen in de BSO met vaste pedagogische medewerkers**.

Pedagogisch medewerker (pm’er) BSO

Een pedagogisch medewerker die toegewezen is aan een basisgroep.

Achterwachtregeling dagopvang en buitenschoolse opvang

Indien de mogelijkheid bestaat dat er slechts een pedagogisch medewerker aanwezig is, op het moment dat er kinderen aanwezig zijn op de vestiging, is er een achterwachtregeling van toepassing. Deze regeling houdt in dat in geval van calamiteiten er een achterwacht beschikbaar dient te zijn die binnen ambulance-aanrijtijden in de vestiging aanwezig kan zijn. Inzichtelijk moet zijn wie deze persoon is en waar deze te bereiken is. Tevens dient deze achterwacht tijdens de openingstijden bereikbaar te zijn. Een meerderjarig persoon met wie de aanbieder aantoonbaar de afspraak heeft gemaakt dat deze wordt ingezet in geval van een noodsituatie. Wettelijke toegestane norm vanaf moment dat melding is gedaan is opgenomen in de Wet Ambulancezorg.

Achterwacht

Ambulanceaanrijtijden

7b.WI.09 Versie 3



Schriftelijke toestemming van ouders is nodig. Indien deze situatie zich voordoet, mag een kind in maximaal 1 andere groep geplaatst worden, waarbij de eis van maximaal 2 stamgroepruimtes niet wordt losgelaten. Zodra plek is op de oorspronkelijke stam- of basisgroep wordt het kind automatisch overgeplaatst (dit wordt tevens vermeld in de plaatsingsovereenkomst, inclusief de uiterste datum die volgt uit de planning van het kindercentrum). Ondernemen moet (op verzoek van inspecteur) kunnen aantonen dat niet eerder in oorspronkelijke groep plek was. Indien de ouder het kind liever op de andere groep wil laten plaatsen dan dient hiervoor een regulier overplaatsingsverzoek ingediend te worden. **Dit geldt voor structurele rooster, behoudens ziekte, (bij)scholing, verlof of vakantie. Er worden geen specificaties gegevens over max. aantal pedagogisch medewerkers per kind (ook i.v.m. open deurenbeleid en flexibiliteit). Deze achterwachtregeling is niet van toepassing tijdens 3-uursregeling.


Pagina 16 van 18

Drie-uursregeling

Half-uursregeling BSO

7b.WI.09 Versie 3

Voor de flexibiliteit in de organisatie is het mogelijk dat in de dagopvang ten hoogste drie uur per dag (niet aaneengesloten) minder beroepskrachten worden ingezet dat volgens de pedagogisch medewerker – kind ratio is vereist, maar nooit minder dan de helft van het benodigde aantal pedagogisch medewerkers. Is er in zo’n situatie slechts één pedagogisch medewerker in het kindercentrum, dan is er ter ondersteuning ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Afwijken van de vereiste pedagogisch medewerker – kind ratio is niet toegestaan tussen 09.30 en 12.30 uur en tussen 15.00 en 16.30 uur. Vóór 09.30 uur en na 16.30 uur mag de afwijking van de pedagogisch medewerker – kind ratio niet langer duren dan anderhalf uur aaneengesloten en in de pauzeperiode tussen 12.30 en 15.00 uur niet langer dan twee uur aaneengesloten. Dit alles met een maximum van drie uur per dag. In de informatie voor ouders wordt expliciet beschreven hoe invulling wordt gegeven aan de inzet van pedagogisch medewerkers een de randen van de dag en tijdens de middagpauze. Er wordt concreet aangegeven op welke tijdstippen wordt afgeweken van de vereiste pedagogisch medewerker- kind ratio. De half-uursregeling is van toepassing na schooltijd. Voor de flexibiliteit in de organisatie is het mogelijk om in de buitenschoolse opvang ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten in te zetten dan volgens de PKR is vereist, maar nooit minder dan de helft van het benodigde aantal pedagogisch medewerkers. Is er in zo’n situatie slechts één pedagogisch medewerker in het kindercentrum, dan is ter ondersteuning ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. In de informatie voor ouders wordt aangegeven op welke tijdstippen wordt afgeweken van de vereiste PKR. Wanneer buitenschoolse opvang wordt aangeboden gedurende de hele dag, is de wijze van afwijking volgens de drie-uursregeling van toepassing.




Pagina 17 van 18

Wenbeleid

Wenbeleid extern

Beleid dat beschrijft hoe omgegaan wordt met kinderen die doorstromen naar een andere groep binnen een kindercentrum. Er wordt voldoende tijd en aandacht besteed aan de versoepeling van de overgang naar een nieuwe situatie voor het kind. Afspraken over het wennen worden gemaakt in overleg met de ouders. Indien voor een bepaalde periode op een dag gewend wordt, mag de PKR voor beide groepen (de stamgroep waar het kind vandaan komt en de stamgroep waar het kind naar toe gaat) in totaal bepaald worden. Het kan hierbij gaan om: - kinderen die de leeftijd hebben om naar een andere groep door te stromen - kinderen die eerder toe zijn aan een volgende groep en alvast gaan spelen op de nieuwe groep - kinderen die een aangepast wenbeleid nodig hebben omdat ze vanwege hun ontwikkeling(sniveau) later dan de leeftijd waarop ze door zouden moeten schuiven, overgaan naar de volgende groep. Beleid dat beschrijft hoe omgegaan wordt met het wennen van kinderen die instromen op een kindercentrum. Er wordt voldoende tijd en aandacht besteed aan het wennen aan de nieuwe situatie voor het kind. Afspraken over het wennen worden gemaakt met de ouders.

PKR-Regeling: zie de nieuwe PKR-rekentool op de website.

7b.WI.09 Versie 3




Pagina 18 van 18

Ruimte om te groeien. Olivier. Pedagogisch werkplan Buitenschoolse Opvang. Ingangsdatum: April Pagina 1 van 18

Recommend Documents