Pedagogisch werkplan Buitenschoolse opvang Bso de Boemerang september 2012
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Inhoud Inleiding Algemeen 1.
Algemene praktische informatie
2.
Kindbeeld
3.
Visie Beweeg Wijs
4.
Gezondheid en veiligheid
5.
Specifieke bso-zaken
Inhoudelijk 4 pedagogische opvoedingsdoelen
6.
Bieden van emotionele veiligheid
7.
Ontwikkelen van de persoonlijke competentie
8.
Ontwikkelen van de sociale competentie
9.
Eigen maken van normen en waarden
-2-
-2-
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Inleiding Voor u ligt het pedagogisch werkplan van buitenschoolse opvang de Boemerang, onderdeel van SWW Kinderopvang BV. De inhoud is in overeenstemming met het kindbeeld en de pedagogische uitgangspunten van SWW Kinderopvang BV. Dit pedagogisch werkplan gaat over het opvoeden / begeleiden van kinderen op de buitenschoolse opvang. Het geeft richting aan keuzes die we maken in het omgaan met kinderen en geeft antwoord op bijv. vragen als: “een kind ruimt zijn spullen niet op, wat doe ik als pedagogisch medewerker? ”Twee kinderen willen beide met de skelter spelen, wat doe ik?” In dit pedagogisch werkplan zijn afspraken vastgelegd: pedagogische doelen zijn vertaald naar pedagogisch handelen op de bso. Het vastleggen van een pedagogisch werkplan vinden we belangrijk om de volgende redenen: we willen een eenduidige pedagogische kwaliteit ontwikkelen en vasthouden we willen deze pedagogische kwaliteit kunnen bewaken we kunnen nagaan of we bereiken wat we willen bereiken en elkaar aanspreken op onze pedagogische afspraken het pedagogisch werkplan biedt ons steun bij ons werk met de kinderen we kunnen op deze manier aan ouders en andere buitenstaanders duidelijk maken hoe we werken. We kunnen ons profileren op ons pedagogisch beleid het pedagogisch werkplan biedt een handvat aan pedagogisch medewerkers Het pedagogisch werkplan is in 2008 ontwikkeld. Onder andere zijn heel duidelijk de pedagogische opvoedingsdoelen van Mw. Riksen-Walraven terug te vinden in het werkplan. In het voorjaar van 2012 is het pedagogisch werkplan herzien en is de methodiek Beweeg Wijs, waar al onze bso’s inmiddels mee werken, verweven in het pedagogisch werkplan. Een pedagogisch werkplan is geen vaststaand gegeven, maar blijft zich in de loop der tijd steeds verder ontwikkelen. Bijvoorbeeld naar aanleiding van nieuwe pedagogische inzichten of ontwikkelingen in de praktijk. Het werkplan wordt ten minste een keer per jaar geëvalueerd in de werkgroep Kwaliteit en indien nodig wordt het op onderdelen aangevuld of gewijzigd door de pedagogisch beleidsmedewerker. Veranderingen worden ter advies met de oudercommissie besproken en ouders worden hierover geïnformeerd. De pedagogisch beleidsmedewerker bewaakt deze procedure. In dit werkplan wordt gesproken over wij. Daarmee wordt de organisatie in zijn algemeenheid en de pedagogisch medewerkers in het bijzonder bedoeld. In het pedagogisch werkplan wordt over kinderen gesproken. Hierbij is de mannelijke vorm aangehouden maar hier kan natuurlijk ook de vrouwelijke vorm worden gelezen.
-3-
-3-
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Het pedagogisch werkplan is in te zien op de groep.
Doel Buitenschoolse opvang (bso) de Boemerang stelt zich ten doel opvang voor kinderen voor- en na schooltijd en op schoolvrije dagen te verzorgen van verschillende basisscholen in Winterswijk. De nadruk ligt op vrijetijdsbesteding van kinderen in een omgeving waar ze zich veilig en prettig voelen, waarbij de pedagogisch medewerkers sturend en voorwaardenscheppend aanwezig zijn. Bso de Boemerang biedt opvang aan kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 9 jaar, na schooltijd. Buitenschoolse opvang betekent geen verlenging van de schooltijd; buitenschoolse opvang vindt plaats in de vrije tijd van de kinderen en biedt derhalve gelegenheid aan kinderen voor, vinden wij, een fijne invulling van die vrije tijd. Kinderen in de basisschoolleeftijd die de bso bezoeken, hebben te maken met maar liefst drie verschillende leefmilieus: thuis, school en de buitenschoolse opvang. De situatie thuis en op school verschillen erg van elkaar, beiden hebben een grote impact op het kind. Omdat een kind op de basisschool al veel moet, is buitenschools opvang nadrukkelijk vrije tijd voor de kinderen.
Bso en vrije tijd Wij vinden dat vrije tijd wordt gekenmerkt door speels bezig zijn. Dat kinderen spelen en daaraan plezier beleven, is belangrijker dan wat ze daarbij leren. Vrije tijd is speeltijd waarbij het kind zelf kan bepalen wat het doet, hoe het dat doet en met wie. Eigen initiatief staat voorop. Dit sluit echter niet uit dat er ook activiteiten door ons worden georganiseerd. We werken met de methode Beweeg Wijs. Deze methode zet zich onder andere in om beweging bij kinderen te stimuleren doormiddel van een programma. Verderop in dit werkplan wordt dit nader toegelicht. Daarnaast betrekken we de kinderen bij het kiezen en het uitwerken van gerichte activiteiten. Tijdens de vrije tijd ontwikkelt het kind sociale vaardigheden als initiatief nemen, zelfstandigheid, samenwerking en openheid. Zelf kiezen van activiteiten vereist aangepaste ruimten en een gevarieerd spel- en speelgoedaanbod. Vrije tijd doet ook denken aan huiselijkheid en gezelligheid. Dit betekent een gezellige inrichting, maar het betekent ook op een goede manier (sociale vaardigheden) omgaan met elkaar.
Bso en opvang als aanvulling op de ontwikkeling van kinderen Op de bso bieden we kinderen opvang: onderdak, zorg, bescherming, gezelligheid en persoonlijke aandacht voor ieder kind. Opvang die aansluit bij de ontwikkeling van de kinderen, maar waarbij de pedagogisch medewerkers ook sturend zijn: wat kan wel en wat kan niet. We hebben het dan over normen en waarden, over het vaststellen van regels.
-4-
-4-
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Algemeen
-5-
-5-
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
1. Algemene praktische informatie Bso de Boemerang vangt kinderen op van ouders die werken en/of studeren. SWW Kinderopvang BV beschikt momenteel over 6 locaties buitenschoolse opvang. Te weten: bso de Vuurtoren, bso de Mini-Vuurtoren, bso de Boemerang, bso de Schakel, bso Kicken en bso de Bargerbengels. Bso Kicken is een sport en spel bso.
Openingstijden Bso de Boemerang is standaard op werkdagen na schooltijd geopend, in de regel van 11.30 tot 18.00 uur alsmede op aanvraag iedere dag voor schooltijd, van 7.30 – 8.30 uur. Verlengde opvang tot 18.30 uur is alleen structureel mogelijk, op aanvraag. Tijdens de vakanties is de bso geopend van 8.00 tot 18.00 uur. En op aanvraag vanaf 07.30 en tot 18.30 uur. Kinderen die bijvoorbeeld normaal gesproken op dinsdag en donderdagmiddag de bso bezoeken, kunnen tijdens de schoolvakanties op deze dagen de gehele dag terecht. Tijdens sommige vakantieweken waarin het relatief rustig is, komt het voor dat de kinderen van de Boemerang, de Schakel, de Bargerbengels en de Vuurtoren samengevoegd en op een van de locaties worden opgevangen. Hierover wordt altijd ruim op tijd met ouders gecommuniceerd.
Basisgroep en groepsgrootte Op de middagen is er bij de Boemerang plaats voor maximaal 60 kinderen in de leeftijd van 4 t/m 10 jaar. De kinderen komen op vaste dagen en worden opgevangen door beroepskrachten. De kinderen van de basisschool de Stegeman worden lopend door de pedagogisch medewerkers van school opgehaald. Kinderen van de basisscholen St. Jozefschool, Vrije basisschool de Esch, de Schakel en Julianaschool worden met eigen personenbusjes of taxivervoer naar de bso begeleid. De kinderen worden als ze binnenkomen bij de bso opgevangen in een ruimte waar eerst wat gedronken en gegeten wordt. In een schoolweek worden er vier ruimten gebruikt om kinderen op deze wijze in een voor hen vertrouwde groep op te vangen. Er wordt geprobeerd om iedere dag dezelfde pedagogisch medewerker(s) de groep te laten leiden. Dit is vaak een vaste pedagogisch medewerker die ook de kinderen van school gehaald/begeleid heeft. Kinderen van bepaalde scholen zitten samen aan tafel, er wordt dan wat gegeten en gedronken. De eventuele activiteiten of bijzonderheden van die dag worden dan ook besproken. Na het tafelmoment is het kind vrij om buiten, op de hal of in de vrije ruimte te gaan spelen. Pas als kinderen die in een bepaalde ruimte zitten hun tafelmoment gehad hebben, mag daar gespeeld worden. Bepaalde ruimten zijn leeftijdsgebonden, de bovenruimte bij de Boemerang is speciaal ingericht voor de 8+ kinderen. Op vrije dagen en vakanties worden afhankelijk van de groepssamenstelling en de leeftijden kinderen opgevangen, waarbij niet meer dan max. 20 kinderen in een ruimte samenkomen met een kind-pedagogisch medewerker-ratio van 1 op 10 kinderen. In het algemeen hanteren wij een aangepast opendeurenbeleid waarbij kinderen in meerdere ruimten kunnen spelen.
-6-
-6-
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Als de kinderen uit school komen en de rest van de dag op de bso doorbrengen, is er gelegenheid voor activiteiten, maar ook voor het opzoeken van de rust en de stilte. Kinderen kunnen binnen en buiten bezig zijn, vrij spelen of aan een gericht spel meedoen. Gedurende de (mid)dag op de bso worden heel bewust rustige momenten ingebouwd, zoals bijvoorbeeld het samen ranja drinken. Op deze momenten kunnen kinderen tot rust komen en kunnen er afspraken gemaakt worden betreffende de verdere invulling van de vrije tijd: “welke activiteiten ga je doen en met wie?’ De oudere kinderen hebben duidelijk behoefte aan een aparte plek en mogelijkheden om hun eigen gang te kunnen gaan, daartoe zijn er de aparte ruimten. De jongere kinderen hebben meer behoefte aan veiligheid, geborgenheid en vertrouwdheid. Zij vragen ook meer ruimte, ze hebben behoefte om zich op allerlei manieren uit te leven. Er is ruimte nodig om te bewegen. In dit opzicht is de buitenruimte een verlengstuk van de groepsruimte binnen en kunnen we het gymlokaal van de Stegeman gebruiken. We hebben de mogelijkheid om de jonge kinderen op een strikt gescheiden buitenruimte te laten spelen. Om een optimale opvang te creëren voor kinderen is het noodzakelijk om te kunnen inspelen op de veranderende behoeften en interesses, dit is een voortdurend proces binnen een bso. Om in te kunnen spelen op de veranderende behoeften binnen een groep door wisselende trends, door wijzigingen in de groepssamenstelling (andere leeftijden, andere verhoudingen jongens/meisjes) is het belangrijk om de inrichting te kunnen aanpassen. Het grootste deel van de inventaris is dus verplaatsbaar. In de inrichting wordt gestreefd naar een evenwicht tussen accenten ten aanzien van het individuele kind, kleine groepjes kinderen en de gehele groep.
Kennismaking Voordat een kind start op de bso vindt er een kennismakingsgesprek met de ouders en eventueel het kind plaats op de groep. Pedagogisch medewerkers bereiden dit gesprek voor. Ouders (en kind) worden tijdens dit gesprek geïnformeerd over de gebruiken en gewoontes van de groep. Ook wordt er verteld wat de ouders en het kind van ons kunnen verwachten en wat wij van de ouders en het kind verwachten. Na dit gesprek begint een kind met wennen op de groep. Het is belangrijk dat het kind eerst een keer, samen met de ouder(s), komt kijken. Vervolgens is het goed om, zeker bij jonge kinderen, het kind de eerste keer wat eerder op te halen. Het kind krijgt de ruimte om te wennen. Als de wenperiode goed is verlopen start het kind vervolgens op zijn vaste dagen.
Beroepskrachten en stagiaires Er werken momenteel op bso zes vaste pedagogisch medewerkers. Zij zijn allemaal gekwalificeerd. Het aantal pedagogisch medewerkers dat tegelijkertijd aanwezig is hangt af van de aantallen kinderen die komen. We baseren ons hierbij op de beleidsregel uit de Wet kinderopvang. Gemiddeld is er één pedagogisch medewerker per 10 kinderen. Soms is er een extra volwassene op de groep, dit kan een stagiaire zijn.
-7-
-7-
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Stagiaires zijn in principe boventallig. In situaties dat er heel weinig kinderen aanwezig zijn en één pedagogisch medewerker voldoet (bijvoorbeeld bij extra opvang tijdens studiedagen) is er altijd een tweede volwassene in het gebouw of direct oproepbare achterwacht aanwezig/beschikbaar. Bso de Boemerang werkt samen met verschillende beroepsopleidingen zoals ROC het “Graafschap College” te Doetinchem-Groenlo. Bij activiteiten van stagiaires is altijd een eigen pedagogisch medewerker aanwezig die de eindverantwoordelijkheid draagt.
Oudercontacten Ouders en bso delen de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van het kind. Om een kind goed op te kunnen vangen moeten wij op de hoogte zijn van de thuissituatie van het kind. Uiteraard voor zover dit van betekenis is voor de opvang. Andersom moet de ouder ook weten hoe de dag op de bso is verlopen, hoe het kind zich daar gedraagt, voelt etc. Regelmatige uitwisseling tussen ouders en groepsleiding vinden wij belangrijk. We nemen de tijd voor een intakegesprek: dit gesprek is een kennismaking waarin de basis wordt gelegd voor verdere samenwerking. Na een paar maanden is er de mogelijkheid voor ouders om een evaluatiegesprek te hebben. Tijdens dit gesprek kijken we met ouders terug op de wenperiode van het kind en bespreken we hoe het tot dan toe gaat. Contacten met ouders zijn er natuurlijk ook tijdens het brengen en halen van de kinderen. Als ouders of pedagogisch medewerkers behoefte hebben aan een uitgebreider gesprek over hun kind, kan daartoe een afspraak worden gemaakt. Gegevens over de kinderen worden op papier vastgelegd en dienen als uitgangspunt voor de gesprekken met de ouders. Op verzoek van het team kan een kind ingebracht worden tijdens de kindbespreking, die voorgezeten wordt door de leidinggevende bso. Het kan daarvoor wenselijk zijn dat de leidinggevende bij zorgen rondom gedrag en ontwikkeling het kind in de groep observeert.
-8-
-8-
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
2. Kindbeeld; algemeen pedagogische visie Pedagogische visie Ieder kind is uniek, heeft eigen wensen en mogelijkheden. Elk kind heeft recht op respect voor dit eigene. De manier waarop een kind zich ontplooit en het tempo waarop dit gebeurt, zijn mede afhankelijk van de mensen en de wereld om hem heen. Om zich te kunnen ontwikkelen, heeft een kind zowel veiligheid als uitdaging nodig. Een kind heeft behoefte aan veiligheid, geborgenheid, het weten waar het aan toe is. Deze veiligheid zoekt het bij mensen om hem heen: opvoeders, broertjes en zusjes, vriendjes. Het kind wil zich door deze personen geaccepteerd voelen. Ook de directe omgeving (zijn bed, slaapkamer, huis, groepsruimte, kindercentrum) is van belang voor het gevoel van veiligheid. Een kind kan zich pas ontplooien als het zich veilig en geborgen voelt. Een kind heeft ook een enorme drang om zijn omgeving te onderzoeken, te ervaren en te ontdekken. Soms doet hij dit alleen, maar veel vaker samen met anderen: opvoeders, broertjes en zusjes, vriendjes. Kinderen zijn van nature competente wezens, ontdekkingsreizigers, die ook zelf hun leerproces vormgeven. Hiertoe hebben ze ruimte nodig. Kinderen willen invloed uitoefenen op hun omgeving, dingen voor elkaar krijgen. Als dit lukt, ontwikkelen ze zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld.
Missie Onder missie verstaan wij de opdracht die wij onszelf geven, wat willen we zijn en waar staan we voor. De missie die SWW Kinderopvang BV wil uitdragen is: wij zorgen voor kwalitatief goede opvang, bieden continuïteit en zijn flexibel in ons aanbod. Wij zien onszelf als partners in de opvoeding! Toelichting: bij SWW Kinderopvang werken gediplomeerde pedagogisch medewerkers die de kwaliteit van hun pedagogisch handelen blijvend onder de aandacht houden. In kindvriendelijke accommodaties werken vaste teams aan de vier pedagogische opvoedingsdoelen: emotionele veiligheid, het ontwikkelen van persoonlijke competenties, het eigen maken van waarden en normen en het ontwikkelen van sociale competenties. Met ons veelzijdige aanbod komen wij tegemoet aan de wensen van ouders/verzorgers.
Pedagogisch proces Om bovengenoemd klimaat te kunnen scheppen is het belangrijk om structureel aandacht te besteden aan pedagogisch beleid. Dit doen we door middel van het Pedagogisch proces. Het Pedagogisch proces is het structureel werken aan pedagogisch beleid en de koppeling met de praktijk.
-9-
-9-
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Implementatie vindt plaats tijdens teamoverleg, themabijeenkomsten, trainingen Beweeg Wijs en op de werkvloer. De basis van het Pedagogisch proces is het pedagogisch werkplan. Hierin is onze manier van werken vastgelegd en ook de middelen die wij daarbij gebruiken. De vier pedagogische opvoedingsdoelen, te weten: het bieden van sociaal-emotionele veiligheid, ontwikkelen van de persoonlijke en de sociale competentie en eigen maken van normen en waarden, zijn daarin leidend. De methodiek Beweeg Wijs is een middel om dit vorm te geven. Vanuit het pedagogisch werkplan worden concrete speerpunten geformuleerd waar pedagogisch medewerkers op de groep mee aan het werk zijn.
- 10 -
- 10 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
3. Visie Beweeg Wijs Bso de Boemerang werkt sinds de 2011 met de methode Beweeg Wijs. De pedagogische medewerkers van alle locaties buitenschoolse opvang hebben hiervoor een opleiding (teamtraining) gevolgd, zodat deze methode niet alleen bij de sport- en spelopvang, maar bij alle locaties voor buitenschoolse opvang geïmplementeerd is.
Beweeg Wijs is een project om kinderen spelenderwijs in beweging te krijgen. Beweeg Wijs is ontwikkeld voor kinderen op school en bij de buitenschoolse opvang. Het is de bedoeling dat er meer gespeeld, dus meer bewogen wordt. Beweeg Wijs wil spelen en bewegen een vaste plaats geven in de buitenschoolse opvang. De methode Beweeg Wijs
heeft als meerwaarde dat kinderen die minder actief zijn, gestimuleerd worden te bewegen. Het gaat bij de methode Beweeg Wijs om, de naam zegt het al, bewegen. Dit kan zijn in de vorm van sport-activiteiten maar dit kunnen ook spellen of creatieve activiteiten zijn. Je hoeft dus niet goed te kunnen sporten om met Beweeg Wijs te werken. Het gaat om bewegen, dat zijn bijvoorbeeld activiteiten zoals knikkeren, bouwen of tikspelen. De spelen bieden ontspanning, uitdaging en kinderen kunnen tevens competitief bezig zijn. Vooral de oudere kinderen willen graag prestatiegericht bezig zijn. De pedagogisch medewerkers van de sport- en spelopvang vormen samen met van elke locatie 1 pedagogisch medewerker het Beweegteam. Dit team stelt o.a. het programma vast voor alle locaties buitenschoolse opvang en zorgt dat de benodigde materialen beschikbaar zijn. De andere pedagogisch medewerkers kunnen het Beweegteam om advies en materialen vragen. Centraal uitgangspunt bij de methode Beweeg Wijs is dat een groot deel van onze kinderen te weinig beweegt en een groter wordend gedeelte een te hoog gewicht heeft in verhouding tot zijn / haar lengte. Veel van de kinderen in ons land halen de beweeg norm niet. Voor een goede gezondheid is voldoende beweging nodig. Werkwijze De werkwijze ziet er als volgt uit: We werken met de zogenaamde speelpleinmethode. Er zijn jaarlijks een aantal perioden waarin een spelprogramma aangeboden wordt. Het Beweegteam stelt het programma vast. Dit varieert van Oud- Hollandse spelen tot sportspelen zoals basketbal, voetbal en handbal. Het Beweegteam zorgt dat iedere middag de activiteiten voorbereid zijn en de materialen klaar staan. Iedere week is er een zogenaamd rode-draad spel dat iedere dag gedaan kan worden. En elke dag is er een tweede spel zodat kinderen die meerdere dagen komen gevarieerde spelen kunnen doen. De kinderen maken die middag een keuze en de spelen worden door de pedagogisch medewerkers uitgelegd. Zij begeleiden het spel. Kinderen kunnen ook individuele activiteiten kiezen, de zogenaamde Solospelen, of er voor kiezen een andere activiteit te doen; tekenen, knutselen of lezen.
- 11 -
- 11 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Het Beweegteam gebruikt een basisboek waarin de spelen beschreven worden. Elk spel wordt uitgelegd middels speelkaarten. Hierop zijn de spelen kort samengevat. De oudere kinderen op de buitenschoolse opvang krijgen een belangrijke rol. Zij kunnen worden ingezet als junior-coaches. Zij gaan na instructie van de pedagogisch medewerkers een spel uitleggen aan een groep jongere kinderen en begeleiden dit spel zelfstandig. Onderdeel van de methode zijn de aangebrachte kleurenzones op het speelplein. Bij elke kleurenzone horen specifieke activiteiten die afgestemd zijn op de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen. Elke maand worden er nieuwe speelthema’s aangeboden en wordt het schoolplein in speelvakken ingedeeld. Die indeling wordt maandelijks uitgeprobeerd, net zo lang tot we precies weten waar we elk spel het beste kunnen spelen. Elk kind speelt dan veilig op de plek die het best bij hem / haar past. De kleuren volgen de speelontwikkeling van de kinderen. Als kinderen in de kleurenzones spelen, dan houden ze zich aan de afgesproken Beweeg Wijs pleinafspraken. Ze staan hieronder beschreven.
blauw Naast elkaar spelen. Zelfstandig spelen en leren wat je allemaal kan. Bijvoorbeeld: diabolo, touwtje springen, bal mikken, zandbak. Afspraken: Ik heb een eigen speelplek. Ik word met rust gelaten. Ik mag doorgaan/stoppen wanneer ik wil. Ik blijf binnen de lijnen van een vak. Ik ken het spel en de speelmaterialen geel Om de beurt spelen. Eerlijk spelen en even kunnen wachten als een ander speelt. Bijvoorbeeld: eenwieleren, hordelopen, duikelen, hinkelbaan. Afspraken: Ik kan even wachten, ik weet waar ik kan wachten. Ik accepteer wanneer een ander aan de beurt is. Ik moedig een ander aan terwijl ik wacht. Ik geef een compliment aan een ander. Ik moedig een ander aan. oranje Samen delen spelen. Delen van materiaal en het spel op gang houden. Bijvoorbeeld: pleintennis, tikspelen, afgooispel, badminton. Afspraken: Ik speel hier om samen met iemand anders het spel op gang houden. Ik houd rekening houden met medespelers, samen genieten. Ik speel hier niet om te winnen, ik wil samen plezier maken. Ik help mee om het spel lekker te laten lopen. groen Samen werk spelen. Samenwerken en rekening houden met een ander. Bijvoorbeeld: parachute, pleinravijn, gordiaanse knoop, knuppelbrug. Afspraken: Ik hoor bij een groep, we hebben elkaar nodig.
- 12 -
- 12 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Ik help mee om samenwerkend het doel voor elkaar te krijgen. Ik help een ander mee te denken, anderen helpen mij. rood Tegen elkaar spelen voor je tegenstander en sportief spelen. Bijvoorbeeld: pleinbasketbal, pleinvoetbal, estafette, lijnbal. Afspraken: Ik speel met mijn team een wedstrijd tegen een ander team. Ik ga respectvol om met mijn teamgenoten. Ik ga respectvol om met mijn tegenstander. Ik geef complimenten (ook aan verliezende team). Fair Play wit Even niet spelen. Je rust kunnen nemen, kijken, kletsen en/of nadenken. Bijvoorbeeld: bankje, gras, klimrek. Afspraken: Ik weet dat er veilige witte plaatsen zijn waar ik geen last heb van een ander. Ik kan kijken, kletsen, muziek luisteren, chillen, broodje eten, even wat drinken. Ik heb geen last van skelters, ballen , springtouwtjes , knikkers. Soms kan ik hier ook lezen of tekenen, er is een tafel en een bankje.
- 13 -
- 13 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
4. Gezondheid en Veiligheid De SWW Kinderopvang BV beschikt over een groot aantal werkinstructies op het gebied van gezondheid, veiligheid en verzorging van kinderen. Deze zijn vastgelegd in de verschillende protocollen. De werkinstructies hebben onder andere betrekking op voeding, voedselhygiëne, hygiëne en gezondheid, omgaan met zieke kinderen, het toedienen van medicijnen, uitvoeren van medische handelingen (wet BIG), veiligheid van de accommodatie en materialen, calamiteiten, opzet en oefening van het brandactieplan en ontruimingsplan. Deze werkinstructies en protocollen zijn verzameld in de map ‘ Veiligheid en Gezondheid’ die op alle groepen aanwezig is. Tijdens themabijeenkomsten en teamoverleg wordt aandacht besteed aan deze werkinstructies. Jaarlijks voert elke locatie een risico-inventarisatie op gebied van veiligheid en gezondheid uit. Per groep worden er vervolgens actieplannen gemaakt en huisregels opgesteld. Waar nodig leidt dit tot actie. Per locatie wordt hiervan een verslag gemaakt. De ouders worden via “het Startblok” geïnformeerd over de acties die naar voren komen uit de risico-inventarisaties. “Het Startblok” is een informatiebulletin voor ouders en kinderen dat een keer per jaar wordt uitgegeven. Ook wordt de risico-inventarisatie en evaluatie besproken met de oudercommissie. Gemiddeld een keer per jaar voert de GGD namens de Gemeente Winterswijk een inspectie uit om te controleren of we voldoen aan de eisen die de Wet Kinderopvang aan kinderopvangorganisaties stelt. Zij bekijken onder andere de risico-inventarisatie en evaluatie en bezoeken alle locaties van de SWW Kinderopvang BV.
Voeding We vinden het belangrijk dat kinderen in principe gezonde voeding (mee)krijgen. Iets extra’s (Danoontje, snacks, fruitrepen e.d.) mag niet meegegeven worden. Uitzonderingen ( bij eetmoeilijkheden) kunnen wel in overleg met de pedagogisch medewerkers gemaakt worden. We stimuleren de kinderen om minimaal 1 boterham te eten. Bij de boterham (lange middag of vakantie(dag)) die ze van de bso krijgen wordt melk of water gedronken. Als de kinderen uit school komen hebben zij vaak ook trek. Zodra alle kinderen op de bso zijn wordt er ranja gedronken en krijgen de kinderen een biskwietje, ontbijtkoek of rijstwafel. Er wordt op toegezien dat iedereen in ieder geval wat drinkt. Later op de middag wordt er fruit gegeten. In vakanties en op lange middagen krijgen de kinderen wel eens ‘iets lekkers’ bij de broodmaaltijd, bij voorkeur gezond. Kinderen mogen geen meegebracht snoep van thuis of school op de bso opeten. Als een kind jarig is dan mag het trakteren met iets lekkers van de bso.
- 14 -
- 14 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Als een kind vanwege zijn gezondheid (of allergieën) andere voeding moet krijgen dan op de bso beschikbaar is, wordt er in overleg met de ouders naar een oplossing gezocht. We hanteren richtlijnen voor het bewaren en bereiden van voeding en letten erop dat de kinderen en pedagogisch medewerkers voor het eten hun handen wassen.
Zieke kinderen Wij zijn van mening dat een ziek kind in principe thuis moet zijn. We zullen dan ook in alle gevallen waarin kinderen ziek worden op de bso contact opnemen met de ouders. We hebben echter wel begrip voor situaties waarin het misschien niet altijd mogelijk is om een ziek kind meteen op te komen halen. Moet een ziek kind onverhoopt toch op de bso blijven dan is er de gelegenheid voor het kind om bijvoorbeeld rustig op een bank te gaan liggen. Mocht er een ongeval gebeuren met een van de kinderen, dan wordt er in overleg met de ouders (als zij te bereiken zijn) de huisarts van het kind geraadpleegd, of in tweede instantie de huisarts van de bso (huisartsenpraktijk ’t Manschot). Indien nodig gaan we samen met het kind naar de EHBO van het SKB-ziekenhuis. De bso heeft een taak in het signaleren van verwaarlozing of mishandeling van kinderen. Als er een vermoeden is van verwaarlozing of mishandeling dan wordt dit in het team besproken. Bij twijfel wordt er contact opgenomen met de ouders. Pas als gesprekken met ouders niet lukken wordt advies ingewonnen bij het AMK. We volgen hierbij het protocol Voorkoming Kindermishandeling..
Veiligheid en hygiëne Met de kinderen zijn duidelijke afspraken gemaakt welke ruimten van de school gebruikt mogen worden. In de overige ruimten mogen de kinderen niet komen. De groepsruimte is de basisgroep. Als de kinderen naar 1 van de andere ruimten willen waar ze mogen komen, zoals de hal, moet dit worden overlegd met de pedagogisch medewerkers. De toiletten zijn niet bedoeld om in te spelen, in deze ruimte mag dan ook niet gespeeld worden. Ten aanzien van het schoonhouden van ruimten, kleding en speelgoed zijn afspraken gemaakt. De groepsruimten worden tweemaal per week schoongemaakt, de vloeren worden iedere dag geveegd en na een maaltijd, het keukenblok en het sanitair elke dag. Het speelgoed en de verkleedkleren worden periodiek schoongemaakt. Er worden twee schoonmaakroosters gehanteerd, een voor de dag en een voor de week/maand. Deze hangen in het kantoor. De kinderen worden zoveel mogelijk gestimuleerd om zorg te dragen voor hun omgeving. We leren ze om zorgvuldig met de spulletjes om te gaan. Dit betekent dat we er gezamenlijk voor zorgen dat de ruimten en de spullen schoon en heel blijven.
Zelfredzaamheid
- 15 -
- 15 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
De kinderen worden, afhankelijk van hun leeftijd, zoveel mogelijk zelfstandig gelaten in het zorgdragen voor hun persoonlijke hygiëne. We vinden het belangrijk dat de kinderen schoon en verzorgd naar de bso komen en zorg (leren) dragen voor hun persoonlijke hygiëne. Zo letten we erop dat kinderen hun handen wassen na het toiletbezoek en voor het eten.
- 16 -
- 16 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
5. Specifieke bso-zaken Vervoer De kinderen worden lopend opgehaald of met eigen personenbus/personenauto of per taxi(bus) opgehaald uit school. Hier zijn met de kinderen en scholen duidelijke afspraken over (wachtplekken en ophaalroosters) en dit gaat onder begeleiding van pedagogisch medewerkers of zoveel mogelijk vaste taxichauffeurs. In de vakantie worden kinderen door de ouders zelf naar de bso gebracht. Ouders moeten hun kind tijdig afmelden als het niet naar de bso komt. Bij ongemelde afwezigheid nemen de pedagogisch medewerkers contact op met de ouders.
Opvang tijdens schoolvakanties Op een vakantiedag worden kinderen tussen 8.00 uur en 9.00 uur gebracht en tussen 16.30 uur en 18.00 uur weer opgehaald. Vroegopvang en verlengde opvang kan alleen in overleg en niet incidenteel. Voor de vakantie wordt een activiteitenprogramma bedacht, ook eventueel in samenwerking met de andere bso’s. Tijdens de vakantieweek kunnen ouders het programma lezen dat bij de entree wordt aangegeven. We streven naar voldoende afwisseling tussen activiteit en rust. Ook maken we in de vakanties geregeld uitstapjes, bijvoorbeeld naar een speeltuin, de kinderboerderij of naar het bos.
Externe contacten De bso werkt af en toe samen met het jongerenwerk en onderzoekt de mogelijkheden voor samenwerking met plaatselijke verenigingen op gebied van sport en cultuur.
- 17 -
- 17 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Inhoudelijk 4 pedagogische opvoedingsdoelen
- 18 -
- 18 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Op 1 januari 2005 is de Wet kinderopvang in werking getreden. Hierin wordt onder andere aangegeven wat de overheid onder kwaliteit in de kinderopvang verstaat: “Verantwoorde kinderopvang is kinderopvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige omgeving.” Ter onderbouwing van de Wet is gekozen voor de vier opvoedingsdoelen van professor J. M. A. Riksen-Walraven. Zij omschrijft die opvoedingsdoelen als volgt: “Als de vier pedagogische basisdoelen van de opvoeding van kinderen in gezin en kinderopvang beschouw ik het aanbieden aan kinderen van: A. B. C. D.
Een gevoel van –emotionele- veiligheid; Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie; Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competentie; De kans om zich waarden en normen, de ‘cultuur’ van een samenleving eigen te maken; socialisatie.”
Deze opvoedingsdoelen gelden voor alle kinderen in de leeftijd van 0 – 12 jaar die binnen onze kindercentra opgevangen worden. In de komende hoofdstukken worden deze doelen nader uitgewerkt en wordt duidelijk hoe wij ze in de praktijk vorm geven.
- 19 -
- 19 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
6. Het bieden van emotionele veiligheid Wij onderscheiden in dit hoofdstuk twee soorten veiligheid. Fysieke veiligheid en emotionele veiligheid. Uiteraard moet onze bso veilig zijn. Om hiervoor te zorgen volgen we de richtlijnen die uit de Risico-inventarisatie en Evaluatie Veiligheid gevolgd zijn. Ook zijn er duidelijke huisregels met betrekking tot de fysieke veiligheid van kinderen. Zo mogen kinderen binnen bijvoorbeeld niet rennen en gooien met spullen. We vinden het belangrijk dat kinderen zich op de bso prettig en op hun gemak voelen, dat ze zich veilig en geborgen voelen. Vanuit dit gevoel van veiligheid maken ze contact en ontwikkelen ze zich. Om zich geborgen te voelen, moet een kind merken dat hij geaccepteerd wordt, dat we hem en zijn behoeften kennen, dat we hierop inspelen en dat hij op ons kan terugvallen. Daarnaast moet een kind structuur en duidelijkheid ervaren, weten waar hij aan toe is.
6.1 We vinden het belangrijk dat een kind vertrouwde gezichten om zich heen heeft Wil een kind zich geborgen voelen, dan moet het zich gekend weten. Dit kan alleen als het kind opgevangen wordt door pedagogisch medewerkers die het kind kennen. Andersom is het ook belangrijk dat het kind de pedagogisch medewerkers kent, dat het bekende gezichten zijn waarvan hij weet dat hij ze kan vertrouwen. Het is belangrijk dat kinderen het gevoel hebben onderdeel uit te maken van een groep, ergens bij te horen. Dit kan door andere kinderen te leren kennen, door met elkaar vertrouwd te raken, door relaties aan te gaan. We realiseren dit op bso de Boemerang op de volgende wijze:
De basisgroep Op de bso worden kinderen opgevangen in een vaste basisgroep. Een kind ‘hoort’ tot een basisgroep. Bij deze groep horen ook vaste pedagogisch medewerkers. We streven ernaar dat elke pedagogisch medewerker ten minste twee dagdelen op bso de Boemerang aanwezig is om zo de continuïteit voor de kinderen te waarborgen. Bij afwezigheid van een van de vaste pedagogisch medewerkers door bijvoorbeeld ziekte of verlof proberen we zoveel mogelijk dezelfde invalkrachten in te zetten.
Verlaten van de basisgroep
- 20 -
- 20 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Het komt soms voor dat gedurende de vakantieweken de kinderen van de Schakel, de Bargerbengels, de Vuurtoren, de Vuurtoren Mini en de Boemerang worden samengevoegd op 1 locatie. We streven er dan naar dat er voor de kinderen een bekende kracht (pedagogisch medewerker of stagiaire) aanwezig is. We verlaten soms de basisgroep voor een uitstapje buiten de locatie. Dit gebeurt met name tijdens de vakanties. We starten en eindigen de dag altijd in de basisroep. We bespreken met de kinderen voor we vertrekken wat we gaan doen en maken afspraken over bijvoorbeeld de veiligheid tijdens het uitstapje.
6.2 Wij vinden het belangrijk dat een kind zich geaccepteerd en gewaardeerd voelt Hoewel de kinderen in een groep worden opgevangen, vinden we aandacht voor het individuele kind heel belangrijk. Elk kind is anders. We respecteren en accepteren de eigenheid van kinderen. We nemen kinderen serieus en stimuleren de eigen inbreng van kinderen. We benaderen kinderen op een positieve wijze. Daar waar “de eigenheid” van een kind anderen schade berokkent of belemmert, wordt deze begrensd. Een kind moet zich niet alleen door ons gerespecteerd weten, maar ook door de kinderen om hem heen. We vinden het dan ook erg belangrijk dat kinderen leren met respect met elkaar om te gaan. We realiseren dit op de volgende wijze:
Elk kind is van harte welkom op de bso. We vinden het fijn als het kind er is en we laten dit duidelijk merken. We begroeten elk kind bij het ophalen op school of bij de bso en informeren naar nieuwtjes en bijzonderheden. Als een kind naar huis gaat, nemen we de tijd om afscheid te nemen en wensen het kind en ouder(s) een fijne avond. We nemen de tijd voor individuele gesprekjes met kinderen, of met een klein groepje. We vragen kinderen naar hun ervaringen en vragen door. We zijn werkelijk geïnteresseerd in wat het kind meemaakt en bezighoudt. Deze gesprekjes vinden plaats tijdens het lopen van de basisschool naar de bso, in de bus, tijdens het drinken in de kring of tijdens activiteiten. We praten door over zaken die kinderen aangeven. Soms doen we dit meteen, soms komen we er op een rustig moment op terug. We zijn er attent op dat we alle kinderen zien en horen. Op de bso vinden regelmatig kindbesprekingen plaats tijdens het teamoverleg. De overdracht naar ouders toe vinden wij hierin heel belangrijk. Als het tijdens het ophaalmoment te druk is om met een ouder uitgebreid te spreken dan proberen we een ander gespreksmoment te plannen. We houden rekening met verschillen in karakter en temperament. De kinderen krijgen de gelegenheid om hun energie kwijt te kunnen. Een teruggetrokken kind wordt gestimuleerd om zich te uiten maar dit wordt niet geforceerd. Een druk kind wordt afgeremd, maar niet volledig ingeperkt.
- 21 -
- 21 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Emoties van kinderen mogen er zijn. Dit geldt niet alleen voor gevoelens zoals blijdschap, vriendschap en trots, maar ook voor verwarring, verlegenheid, boosheid, verdriet of teleurstelling. Er is ruimte voor het uiten van gevoelens, zolang een ander hier geen last van heeft. Is dit wel het geval, dan wordt samen gedacht naar een meer acceptabele manier van uiten. We leren de kinderen zaken waarmee het kind zit onder woorden te brengen. We geven de kinderen veel positieve aandacht en waardering. We benoemen dat het kind iets goed doet of bepaalde dingen goed kan. We proberen ons vooral bij de kinderen die extra (negatieve) aandacht vragen te richten op de dingen die goed gaan, door ze bijvoorbeeld extra taakjes te geven of mee te laten helpen met de pedagogisch medewerkers. We leggen de aandacht op het positieve in plaats van alleen de negatieve dingen te benadrukken. We knuffelen kinderen die daar behoefte aan hebben en stoeien met ze. We besteden veel aandacht aan de ontwikkeling van sociale vaardigheden. We letten erop dat kinderen naar elkaar luisteren, dat ze elkaar helpen en speelgoed samen delen. We zijn erop attent dat kinderen niet worden buitengesloten van gesprek of spel. Pesten wordt meteen aangepakt. We stimuleren een “groepsgevoel” door o.a. na schooltijd, aan het begin van de bso-dag, tijdens een broodmaaltijd, samen iets te drinken, te eten. We bieden kinderen een ontspannen sfeer. De bso-tijd zien wij als vrijetijdsinvulling, dit betekent dat “niets” moet maar het kind vrij is om aan activiteiten deel te nemen. We besteden aandacht aan/bij verjaardagen of speciale dagen zoals sinterklaas. We zorgen dat er ook rustige activiteiten gedaan kunnen worden, er wordt bijvoorbeeld regelmatig voorgelezen of bij slecht weer een videootje gekeken.
6.3 We vinden het belangrijk in te spelen op behoeften van kinderen Wil een kind zich bij ons prettig voelen, dan moeten we zijn behoeften kennen en hierop inspelen. Om dit maatwerk te kunnen realiseren, moeten we het kind goed begrijpen. De behoeften van kinderen zijn van invloed op de manier waarop we met de kinderen omgaan, op ons aanbod en op de manier waarop we de groep ‘aansturen”. Kinderparticipatie Kinderen hebben invloed op de activiteiten / mogelijkheden die worden geboden en op de gang van zaken op de bso. Kinderen moeten het gevoel krijgen dat het hun bso is. Kinderen mogen bijvoorbeeld posters ophangen van idolen en eigen muziek of spelletjes meenemen. Waar nodig bieden we hulp, troost en steun, aangepast op de behoefte van het kind. Op de bso is deze steun vaak gericht op het leren samenspelen en het leren van oplossen van conflicten met anderen. We realiseren dit op de volgende wijze:
- 22 -
- 22 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Bij een conflict tussen kinderen laten we de kinderen in eerste instantie het probleem oplossen als dit niet lukt grijpen we in en bieden wij een helpende hand. We laten de kinderen elkaar helpen bij bijvoorbeeld het aantrekken van schoenen en jas. We kijken en luisteren goed naar wat een kind ons te vertellen heeft, zowel verbaal als non-verbaal. Dit kijken en luisteren doen we eigenlijk de hele dag door, het is de basis van ons pedagogisch handelen. Op moeilijke momenten zijn we vlak bij de kinderen. We nemen hier de tijd voor. Dit kan bijvoorbeeld bij het afscheid nemen in de vakantie zijn, of tijdens de middag als een kind verdrietig is. Als we zien dat een wat ouder kind iets dwarszit, kunnen we die even apart nemen. We vragen waar een kind op dat moment behoefte aan heeft. Wil het alleen gelaten worden, of wil het ergens over praten. We proberen op de behoeften en interesses van kinderen in te gaan. Als kinderen aangeven iets graag te willen doen, dan wordt er gekeken of dat op de bso mogelijk is. We stimuleren kinderen om hun eigen mening te geven. “Wat vind jij?” Kinderen hebben inspraak. Er wordt bijvoorbeeld gevraagd wat kinderen graag zouden willen doen. Als er nieuw materiaal aangeschaft wordt, gaan we samen met de kinderen in de catalogus kijken wat ze graag zouden willen hebben. Regels en afspraken worden vaak opgesteld in overleg met de kinderen. Afhankelijk van de veranderende behoefte van kinderen worden afspraken bijgesteld. Na overleg met en toestemming van de ouders, mogen kinderen alleen naar de winkel om een boodschap voor ons te doen of zelfstandig naar een andere activiteit. Daartoe wordt een akkoordverklaring ingevuld. Er zijn op de bso hoekjes in de ruimten waar de kinderen zich kunnen terug trekken, alleen of met een groepje kinderen. Oudere kinderen ( 8+ en 10+) kunnen in hun eigen ruimte leeftijdsgebonden activiteiten ondernemen met een toepasselijk speelaanbod We bieden ook activiteiten aan, maar kinderen kiezen zelf wat ze gaan doen, leeftijdsafhankelijk van welke ruimte van de bso en met welke kinderen. Er zijn een aantal open kasten. Hierin liggen de spelletjes en hieruit kunnen de kinderen zelf de knutselmaterialen pakken die ze nodig hebben. In de af te sluiten bergruimte (magazijn) liggen de potentieel “gevaarlijke” spullen en de voorraden, deze worden alleen onder begeleiding gebruikt en de kinderen moeten er om vragen.
6.4 We vinden het belangrijk dat een kind ritme en structuur ervaart Naast een gevoel van geborgenheid, hebben kinderen behoefte aan structuur en duidelijkheid. Dit biedt houvast, voorspelbaarheid en het weten waar ze aan toe zijn. In
- 23 -
- 23 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
deze zin is duidelijkheid heel belangrijk voor het gevoel van veiligheid van kinderen. We passen de structuur die we bieden aan:
aan de behoefte van het kind de behoefte van de groep de situatie -
-
De jongste (vooral nieuwe) kinderen worden elke dag opgehaald door zoveel mogelijk dezelfde groepsleiding Een kind dat de bso bezoekt heeft te maken met drie verschillende situaties: thuis, op school en op de bso. De overgang van de ene naar de andere situatie moet helder zijn en soepel verlopen. We vinden het daarom belangrijk dat een kind weet door wie en hoe het bij school wordt opgehaald. We maken gebruik van rituelen. We vieren bepaalde gebeurtenissen, zoals verjaardagen, of het afscheid van een kind, op een speciale manier. Deze speciale manier hoort uitsluitend bij een bepaalde gebeurtenis en komt hierbij telkens terug. Bij een verjaardag besteden we kort aandacht aan het jarig-zijn, in overleg met het kind. Het kind mag een traktatie van de bso uitdelen en hoeft zelf geen traktatie mee te nemen.
dagritme Een kind dat de bso bezoekt heeft te maken met drie verschillende situaties: thuis, op school en op de bso. De overgang van de ene naar de andere situatie moet helder zijn en soepel verlopen. We beschrijven per situatie hoe het dagritme er globaal uitziet: Dagindeling bso de Boemerang korte middag 14.30 –15.30 Kinderen worden van diverse scholen opgehaald door (waar mogelijk) vaste pedagogisch medewerkers. 14.50 –15.50 De kinderen die inmiddels op de bso zijn gearriveerd gaan met de pedagogisch medewerker die hen heeft opgehaald in de Koeskoes eten en drinken (ranja met fruit) Ondertussen praten we over de regel van de maand en over de activiteiten die er voor die dag op het programma staan 15.10 – 17.00 Kinderen gaan vrij spelen of doen mee met activiteit Rond 16.15u gaan een aantal kinderen naar de zwemles en voor de tijd wordt er rond gegaan met een koekje of snoepje of ijsje (is er een jarige dan helpt deze met trakteren.) 17.00 - 18.00 De kinderen worden opgehaald. Dagindeling bso de Boemerang lange middag: 12.00 – 12.30 Kinderen worden van school opgehaald door (waar mogelijk) vaste pedagogisch medewerkers.
- 24 -
- 24 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
12.30 – 13.00
13.00 – 14.00 14.00 – 14.30 14.30 – 14.50
14.50 – 17.00 17.00 – 18.00
We gaan aan tafel in Koeskoes voor de broodmaaltijd. Tijdens de maaltijd overleggen we met kinderen wat we zullen gaan doen (vaak zijn dit kleine groepen) Na het eten gaan we buiten spelen (als het weer het toelaat) Activiteit (binnen of buiten de deur) We gaan drinken en fruit eten en nemen het programma van de middag door met de kinderen. We bespreken de regel van de maand. Activiteit vervolgen of lekker vrij spelen. Tussendoor een snoepje/koekje/ijsje De kinderen worden opgehaald.
Dagindeling bso de Boemerang hele dag: 8.00 - 9.00 De kinderen worden gebracht op de bso. 9.00 – 10.00 Vrij spelen 10.00 – 10.20 We gaan drinken en fruit eten en nemen het programma van de dag door met de kinderen. We bespreken de regel van de maand. 10.20 – 11.30 Activiteit op locatie of vrij spelen 11.30 – 12.00 We gaan aan tafel in Koeskoes voor de broodmaaltijd. 12.00 – 14.00 Na de maaltijd gaan we buiten spelen. (als het weer het toelaat). Tussen 12.00u-14.00u kunnen er kinderen opgehaald en gebracht worden. 14.00 – 17.00 Activiteit buiten de deur of op locatie. 14.30 Drinken en fruit. Tussendoor krijgen de kinderen nog een snoepje/ koekje/ijsje of iets dergelijks 17.00 – 18.00 De kinderen worden opgehaald. Dit is een algemene indeling van een vakantiedag. Er worden tijdens de vakantie ook regelmatig activiteiten buiten de bso georganiseerd voor de kinderen. Dan ziet het programma van de dag er iets anders uit. We nemen de dagindeling altijd uitgebreid door met de kinderen. Rust- en eet momenten blijven zoveel mogelijk het zelfde. Ouders die 1 dagdeel opvang hebben worden in overleg verzocht hun kind elders op te halen of af te wijken van de haal-brengtijd (als dit mogelijk is voor hen natuurlijk)
6.5 We vinden het belangrijk dat een kind weet welke regels en afspraken er op de bso gelden Dit is belangrijk voor een gevoel van houvast, het weten waar de grenzen liggen. We doen dit op de volgende manier: We proberen de regels die gelden binnen de bso onderling zo goed mogelijk af te stemmen. Voor de jongere kinderen gelden andere regels dan voor de oudere. We geven zelf uiteraard het goede voorbeeld. Als we een fout maken, geven we dit toe en verontschuldigen ons.
- 25 -
- 25 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
We bespreken geregeld met de kinderen de regels, in de groep of tijdens/na een situatie en dan vooral het waarom van de regel. We proberen de regels consequent te hanteren. Een kind dat we aanspreken op grensoverschrijdend gedrag, kijken we aan en spreken we rustig aan. Het ongewenste gedrag wordt benoemd en uitgelegd waarom dit gedrag ongewenst is. Bij een kind dat moeite heeft zich aan een afspraak te houden, helpen we bij het zoeken naar een oplossing. Een kind dat geregeld zich bewust niet aan een belangrijke afspraak houdt, halen we kort uit de situatie. Daarna zoeken we samen met het kind naar een manier om het gewenste gedrag mogelijk te maken. We zorgen ervoor dat kinderen het onderling weer goed maken voordat ze naar huis gaan en de pedagogisch medewerker zorgt ervoor dat een conflictje met een kind altijd uitgesproken wordt voordat de (mid)dag voorbij is. Ouders worden hierover geïnformeerd. Daarbij wordt aangegeven dat het voor wat de pedagogisch medewerkers betreft zo goed is. We vinden het belangrijk dat ouders op de hoogte zijn van de belangrijkste regels die voor de kinderen gelden. De (huis)regels hangen bij de entree.
De regels en afspraken zijn opgesteld in de vorm van huisregels en hebben vrijwel allemaal te maken met: - Fysieke veiligheid en hygiëne - Respect voor jezelf, voor elkaar en voor de omgeving - Het aanleren van gebruikelijke omgangsvormen - Het handhaven van een plezierige sfeer De huisregels worden geregeld besproken, ook met de kinderen. Nieuwe inzichten of een verandering in de ruimte of groepssamenstelling kunnen aanpassing van regels nodig maken. In sommige gevallen is aanpassing van de situatie de beste oplossing. Soms is een vraag van een ouder of kind aanleiding om bepaalde regels tegen het licht te houden. In onze regels proberen we rekening te houden met waarden van ouders. Daarnaast worden de huisregels 1 keer per jaar geëvalueerd door het team en zo nodig aangepast. Dit gebeurt jaarlijks na het invullen van de risico inventarisatielijsten veiligheid en gezondheid.
6.6 We vinden het belangrijk dat de ruimte voor een kind veilig en overzichtelijk is De overzichtelijkheid en veiligheid van een ruimte draagt bij aan het gevoel van veiligheid. Bovendien is het een voorwaarde om in de ruimte je eigen weg te kunnen vinden. We doen dit door: We houden ons aan de GGD-eisen op het gebied van veiligheid, gezondheid en hygiëne Er zijn vaste plekken voor activiteiten, er zijn ook plaatsen waar een kind zich kan terugtrekken
- 26 -
- 26 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
De inrichting wordt niet te vaak veranderd Kinderen die tijdens de vakantieopvang op een andere locatie dan de Boemerang worden opgevangen en er niet bekend zijn, krijgen aan het begin van de (mid)dag een rondleiding en worden zoveel mogelijk opgevangen door voor hen bekende gezichten. Soms maakt een invalpedagogisch medewerker vooraf kennis met de kinderen
6.7 We vinden een goed contact met de ouders belangrijk We vinden het belangrijk dat de ouders op de hoogte zijn van hoe het er aan toe gaat op de bso en hoe het kind zich hier gedraagt. We houden ouders op de hoogte over leuke en minder leuke gebeurtenissen op de bso waarbij het kind betrokken is. Het kind speelt zelf zo mogelijk een rol bij de communicatie met ouders. Als een kind ons iets nadrukkelijk in vertrouwen vertelt, laten we het aan het kind over om dit aan de ouders te vertellen. We stimuleren wel dat het kind dit vertelt. Als het nodig is bieden we hierbij ondersteuning. Van ouders horen we graag eventuele bijzonderheden over het kind waar we op de bso rekening mee kunnen houden (bijvoorbeeld bij een scheiding, verhuizing of sterfgeval) Ouders worden geregeld via een nieuwsbrief of het info-blad Startblok geïnformeerd over het reilen en zeilen op de bso. Er wordt eenmaal per jaar een algemene ouderavond georganiseerd.
We merken dat een van de kinderen al een poosje niet zo lekker in z’n vel zit. Hij is huilerig, stilletjes en moeilijk tot een activiteit te bewegen. Hij kan zelf niet aangeven wat er aan de hand is. Wij maken ons hier zorgen over. Bij het ophaalmoment nemen we de ouder even apart en bespreken met hem onze observatie en spreken onze zorg uit. De ouder geeft aan in scheiding te liggen en vraagt ons wat extra aandacht te besteden aan het kind en het gedrag in de gaten te houden.
- 27 -
- 27 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
7. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van de persoonlijke competentie Ieder kind heeft een eigen karakter, eigen mogelijkheden. We willen een kind de kans geven deze mogelijkheden te ontplooien. We zijn ervan overtuigd dat wanneer een kind ergens door “gepakt” wordt, aandacht voor heeft, het ervaringen opdoet en zich spelenderwijs ontwikkelt. We baseren ons aanbod op de behoeften van de kinderen, op hun leefwereld en de betekenis die dit voor kinderen heeft. Het initiatief van kinderen, de keuzes die zij maken staan voorop. Kinderen die naar de bso komen zijn erg verschillend qua leeftijd, aard en achtergrond. Een kind van vier verschilt van een kind van tien. Bovendien zijn er grote verschillen tussen leeftijdsgenoten. De meeste jongere kinderen hebben behoefte aan structuur en rust, een plek waar ze rustig bij kunnen komen van de inspanning op school. Oudere kinderen hebben hele andere vaardigheden, behoeften en belangstelling dan jongere. Waar de een met tien jaar al bijna een puber is, is de ander nog echt een kind. Het aanbod op de bso is daarom gedifferentieerd. Naarmate de kinderen ouder worden, lopen de individuele behoeftes van de kinderen meer uiteen. Ook hun leefmilieu breidt steeds verder uit. Kinderen gaan niet alleen naar de basisschool en buitenschoolse opvang, maar ook naar de sportclub, toneel, ballet, muziek etc. In de vakanties zijn er andere activiteiten mogelijk die kinderen kunnen uitdagen/stimuleren. Zo gaan we wel eens naar een bos, het zwembad of een museum. Naast de behoeften en interesses van kinderen, kunnen ook wensen van ouders een rol spelen bij de uitdaging die wordt geboden.
Een van de ouders geeft in een gesprekje met een van de pedagogisch medewerkers aan dat haar kind zich verveelt tijdens de dagen dat het op de bso komt. Het kind geeft ’s ochtends aan dat het geen zin heeft om naar de bso te gaan omdat het niets te doen heeft. Het betreft hier een van de oudere kinderen. Een pedagogisch medewerker neemt op een van de middagen de tijd om met het kind en met de andere oudere kinderen te praten over wat ze graag zouden willen doen. Er wordt besloten om spullen aan te schaffen om te figuurzagen en handwerkjes te maken. Ook wordt er geregeld dat er een pedagogisch medewerker een toneelstuk gaat instuderen met de kinderen.. Uitdaging wordt geboden met behulp van de omgeving (materialen, ruimtes, inrichting) en activiteiten. Bij het vormgeven van deze uitdaging staat het feit dat de bso ‘vrije tijd’ is, centraal. Een kind moet op de bso kunnen doen waar het zin in heeft. We streven hierbij naar een goede balans tussen georganiseerde activiteiten en vrij spelen (= ongeorganiseerde activiteiten) . Teveel nadruk op georganiseerde activiteiten betekent dat een kind niet leert om zelf keuzes te maken, zichzelf bezig te houden. Anderzijds is het aanbod van uitsluitend vrij spel te weinig uitdagend voor de meeste kinderen. Zij willen graag iets nieuws leren of hun vaardigheden oefenen.
- 28 -
- 28 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
7.1 We vinden het belangrijk dat een kind de mogelijkheid heeft om de eigen mogelijkheden te leren kennen en zich breed te ontplooien Rol van de pedagogisch medewerkers De pedagogisch medewerker heeft een belangrijke rol als het gaat om het stimuleren en uitdagen van kinderen. De pedagogisch medewerker stuurt door onder andere het activiteitenaanbod, het aanbieden van materialen en de inrichting van de ruimte. Deze onderwerpen worden hieronder uitgewerkt. Samendoen en samenspel is leuk en ondersteunt de ontwikkeling. Kinderen kijken naar elkaar, leren van- en met elkaar, doen elkaar na, stimuleren elkaar. De groepsleiding ondersteunt waar nodig is dit samendoen en samenspelen.. Hoe dit gebeurt staat uitgebreid beschreven in het volgende hoofdstuk over sociale competentie. Bij de activiteiten gaan we uit van de interesse en behoeftes van de kinderen, soms van ouders. Veel van de activiteiten ontstaan vanuit het initiatief van de kinderen. Ook kunnen activiteiten voortkomen uit gebeurtenissen in de groep of in de omgeving (een verjaardag, moederdag, de geboorte van een broertje of zusje). We werken met de methode Beweeg Wijs waarbij we spellen en activiteiten aanbieden volgens de speelpleinmethode. Het belangrijkste doel is dat de kinderen plezier beleven aan de activiteit. Door het doen van verschillende activiteiten verspreiden de kinderen zich waardoor rust ontstaat. Soms werken we themagericht (of seizoensgericht), bijvoorbeeld met kerst of carnaval. Kinderen bepalen zelf hun bezigheden. Elk kind heeft zijn eigen persoonlijkheid en interesses. Het ene kind is bijvoorbeeld meer cognitief gericht, het andere kind meer praktisch. We gaan hier zoveel mogelijk in mee. We zorgen ervoor dat de voorwaarden in orde zijn, dat bijvoorbeeld het juiste materiaal aanwezig is en dat de kinderen weten hoe ze dit kunnen gebruiken. Bemoeienis van de pedagogisch medewerkers is vaak niet nodig, kan zelfs verstorend werken. De pedagogisch medewerker kijkt hoe het loopt en geeft indien nodig of gewenst een impuls, een eerste aanzet. Kinderen geven vaak zelf aan of ze het wel alleen kunnen of het fijn vinden als je erbij komt zitten en meedoet. Door interesse te tonen voor de ervaringen van een kind en het aan te moedigen stimuleren we het kind om zijn ervaringen uit breiden en nieuwe dingen te blijven proberen. We proberen de activiteiten van kinderen niet abrupt te onderbreken. Als de activiteit van een kind onderbroken moet worden dan bereiden we het kind daarop voor. Dit doen we bijvoorbeeld door aan te geven hoeveel tijd het kind nog heeft voordat het moet gaan opruimen, als de grote wijzer op de 5 staat is het tijd om op te gaan ruimen. Wanneer
- 29 -
- 29 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
dit praktisch haalbaar is, mogen de kinderen werkstukken laten staan. Het geeft ze de gelegenheid gedurende langere tijd met een knutselwerkstuk of bouwwerk (trein, knexx etc.) bezig te zijn. Kinderen zijn niet altijd even actief. Soms is een kind moe, of heeft het behoefte om te hangen en alleen te kijken. Dit vinden wij prima. Wij zijn van mening dat een kind de ruimte moet hebben om zich te vervelen. Alleen als wij ons zorgen maken over de ontwikkeling van een kind zullen we het doelbewust stimuleren. Dit gebeurt zoveel mogelijk in overleg met ouders. Zo zijn er af en toe kinderen die structureel niet tot spelen komen. De pedagogisch medewerker probeert zo’n kind uit te dagen met een activiteit. Hoe dit gebeurt, is uitgebreid beschreven in het hoofdstuk over sociale competentie. Materialen en activiteiten We letten erop dat de materialen en activiteiten die we aanbieden, aangepast zijn aan de leefwereld, belangstelling en het niveau van de kinderen. Omdat kinderen zich blijven ontwikkelen en hun belangstelling regelmatig wisselt, kijken we telkens opnieuw kritisch naar welke materialen we in huis hebben. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan trends als: knikkeren, voetbalplaatjes ruilen, smurfen etc. Verder werken we met materialen die de beweging stimuleren en die we gebruiken voor de uitvoering van het Beweeg Wijs programma. De materialen hebben betrekking op de verschillende ontwikkelingsgebieden: de lichamelijke-, verstandelijke-, taal-, creatieve-, sociale- en emotionele ontwikkeling. Deze ontwikkelingsgebieden zijn in de praktijk nauw met elkaar verbonden. Een scheiding hierin maken is per definitie kunstmatig. Om toch een indruk te geven van de materialen die we gebruiken en de activiteiten die we met de kinderen doen, volgen hieronder een aantal voorbeelden, ingedeeld per ontwikkelingsgebied. De emotionele- en de sociale ontwikkeling staan beschreven in afzonderlijke hoofdstukken. Voorbeelden van materialen en activiteiten die de lichamelijke ontwikkeling stimuleren zijn: kinderen kunnen buiten rennen, voetballen, springen, klimmen, bouwen etc. Er worden spellen georganiseerd in de verschillende Beweeg Wijs kleuren, zoals bal mikken, afgooispelen, pleinbasketbal en estafette. De materialen die hierbij horen zijn: bewegingsmateriaal zoals springtouw, ballen, ringen, pionnen, touwen, tennisrackets, skates, maar ook constructiemateriaal, kussens, stoeimat etc. Behalve activiteiten die een beroep doen op de grove motoriek, kunnen kinderen ook kiezen voor activiteiten waarbij de fijne motoriek aan bod komt bijvoorbeeld kleien, tekenen, borduren en kralen rijgen. Bij veel activiteiten zullen de kinderen de mogelijkheden van hun eigen lijf ontdekken en maken ze lichamelijk contact met andere kinderen (bijvoorbeeld bij het stoeien). Belangrijk hierbij is dat kinderen hun eigen grenzen ontdekken en grenzen van anderen leren respecteren.
- 30 -
- 30 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Voor jonge kinderen is fantasie- en rollenspel belangrijk. Materialen die hiervoor kunnen worden gebruikt zijn : de poppenhoek, keukentje, garage, auto´s, verkleedkleren, speelkleden etc. Op allerlei momenten zijn de kinderen op de bso bezig met de ontwikkeling van taal: tijdens het voorlezen, tijdens toneelspel, tijdens het zingen, tijdens het tafelmoment. Al doende leren kinderen om om te gaan met regels die van belang zijn voor de communicatie en voor de omgang met elkaar, zoals het naar elkaar luisteren en open staan voor andere mening. Naast de gesproken taal worden kinderen ook vertrouwd met lichaamstaal en de regels hierbij. Materialen die specifiek de taalontwikkeling van kinderen stimuleren zijn onder andere boeken, educatieve computerspellen en gezelschapsspelletjes. We vinden het van belang dat kinderen kennis kunnen maken met zoveel mogelijk verschillende (knutsel)materialen, omdat dit hun fantasie en creatieve mogelijkheden stimuleert. Kinderen kunnen hier zelf voor kiezen om bijvoorbeeld met verf en tekenmateriaal of klei aan de slag te gaan. Als de kinderen niet bekend zijn met de (mogelijkheden van) materialen , wijzen we ze op de verschillende mogelijkheden van gebruik die ze naar eigen idee kunnen toepassen. Er wordt een beroep gedaan op de eigen fantasie, op een eigen manier van omgaan met de materialen. Op de bso zijn ook computerspelletjes aanwezig. Het is populair materiaal dat vaardigheden op allerlei gebieden stimuleert. Sommige computerspelletjes hebben een educatief karakter of bevorderen creativiteit. Ook op sociaal vlak kan een computer leerzaam zijn. Sommige spelletjes speel je met elkaar. Je kunt niet met z’n allen tegelijk achter de computer, je moet op je beurt wachten, afspraken maken en elkaar helpen. Op de bso hanteren we regels wat betreft de dagen en de duur van een computerspel.
Aanbod tijdens vakantieweken Het aanbod tijdens de vakantieperiodes heeft een ander karakter dan tijdens de schoolweken. De kinderen komen dan immers hele dagen naar de bso. Dit zijn intensieve dagen. Voordat de vakantieopvang plaatsvindt, bedenken we een aantal mogelijke activiteiten die we met de kinderen kunnen doen. We werken hierbij vaak themagericht. Plezier is de meest voor de hand liggende doelstelling. In overleg met de kinderen bepalen we wat er gebeurt. Ook hierbij proberen we zo goed mogelijk aan te sluiten bij behoeftes, leeftijd, aard en belangstelling van de kinderen. Tijdens de vakantie worden soms uitstapjes gemaakt. Deze kunnen gericht zijn op een bepaalde leeftijdsgroep, op kinderen die zin hebben om mee te gaan, op alle kinderen van de bso of zelfs op kinderen van meerdere bso-locaties. Door samenwerking en uitwisseling met de Bargerbengels, de Schakel, Kicken en de Vuurtoren breiden we het vakantieaanbod verder uit.
Inrichting Bso de Boemerang heeft 4 verschillende ruimten (zie pagina 7). Zoals reeds eerder beschreven zijn de ruimten voor diverse leeftijdsgroepen. De ruimten voor de oudere kinderen zijn min of meer exclusief voor hen. We hebben de ruimten zo ingericht dat er
- 31 -
- 31 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
aparte plekken zijn voor de verschillende activiteiten, bijvoorbeeld een leeshoek, een bouwhoek, een knutselhoek etc. Ook in onze buitenruimte proberen we de verschillende leeftijdscategorieën en ontwikkelingsgebieden aan bod te laten komen. Net zoals binnen hebben we buiten verschillende activiteitenplekken; een groot speelterrein dat grenst aan ons gebouw met de daarbij behorende speelmogelijkheden voor kinderen (klim- en klautertoestellen, zandbak, fietsen, steppen en skelters)
7.2 We vinden het belangrijk dat kinderen leren hun eigen keuzes te maken en verantwoordelijk en zelfstandig te zijn We leren kinderen keuzes te maken. Op de bso mogen kinderen kiezen wat ze willen doen en met wie ze willen spelen. Of ze naar buiten willen of dat ze liever binnen blijven spelen. Of ze alleen willen spelen of met meerdere kinderen. Voor kinderen die het lastig vinden om te kiezen, maken we de keuze gemakkelijker. We laten hen kiezen uit een beperkt aantal mogelijkheden. We verwachten van de kinderen dat ze helpen bij “klussen” zoals fruit uitdelen, drinken inschenken en opruimen. Wij zien erop toe dat ze het materiaal waarmee ze spelen zelf opruimen alvorens ze met iets nieuws willen gaan spelen. We bieden een uitnodigende omgeving: bijna alle materialen worden door de kinderen zelf gepakt. Uitzonderingen worden gemaakt voor gevaarlijke “materialen” voor activiteiten. Hoe ouder de kinderen worden, hoe meer verantwoordelijkheid ze krijgen. Dit gebeurt in overleg met ouders/verzorgers. Er worden afspraken gemaakt over bijvoorbeeld zelfstandig naar huis of naar een andere activiteit fietsen. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd.
7.3 We vinden het belangrijk een evenwicht te vinden tussen het bieden van uitdaging en fysieke veiligheid Het bieden van uitdaging lijkt soms in conflict te zijn met fysieke veiligheid. Met dit dilemma gaan we op de volgende manier om: Fysieke veiligheid vinden we zeer belangrijk. Maar er zijn verschillende soorten fysieke veiligheid. Je hebt ‘grote veiligheid’ die beschermd tegen brand en dood, ‘middelveiligheid’ die beschermd tegen ongelukken als benen breken en ten slotte ‘kleine veiligheid’ die beschermd tegen builen en schrammen. ‘Grote en gemiddelde veiligheid’ vinden we noodzakelijk. In het aanbieden van activiteiten en de activiteiten die de kinderen zelf kunnen ondernemen bewaken we deze twee vormen van veiligheid, waarbij we zonodig ingrijpen bij risicovolle situaties.
- 32 -
- 32 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
8. gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van de sociale competentie 8.1 We vinden het belangrijk dat kinderen leren om te gaan en samen te werken met anderen Contacten tussen kinderen zijn vanzelfsprekend op een bso. Kinderen hebben er speelgenootjes en kunnen er sociale vaardigheden opdoen. Kinderen leren zich in een ander te verplaatsen, met elkaar communiceren, samenwerken, anderen helpen, voor zichzelf opkomen, conflicten voorkomen en oplossen, het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. Kinderen zijn van nature sociale wezens, zoeken contact met elkaar, kijken naar elkaar, zoeken elkaar op. Maar het is niet zo dat samenspelen altijd vanzelf loopt. Interacties brengen ook risico’s met zich mee. Veel negatieve ervaringen in de omgang met andere kinderen kan de kans op ontwikkeling van agressiviteit of teruggetrokkenheid vergroten. De pedagogisch medewerker speelt hierbij een belangrijke rol: zij/hij heeft onder andere tot taak om interacties tussen kinderen in goede banen te leiden en mogelijkheden tot het ontwikkelen van sociale vaardigheden zo goed mogelijk te benutten. Jongere bso-kinderen vragen wat dit betreft op een meer directe manier aandacht van pedagogisch medewerkers. Bijvoorbeeld hulp bij het mogen meedoen met een groepje kinderen of bij het helpen oplossen van een conflict. Voor de oudere kinderen is een pedagogisch medewerker meer iemand bij wie ze hun verhaal kwijt kunnen, een klankbord en vertrouwenspersoon. Deze behoefte is vaak minder direct zichtbaar. Een pedagogisch medewerker is er daarom attent op dat ze ook ondersteuning biedt aan de oudere kinderen. Dit gaat vaak op een indirecte manier.
De groepsleiding ziet dat een van de oudere kinderen (een meisje van 9) wat verloren rondloopt. De groepsleiding vraagt haar om te komen helpen met de afwas. Tijdens de afwas ontstaat een gesprek over hoe het die dag op school is geweest. Het meisje vertelt dat ze die dag een ‘conflict’ met een van de andere kinderen heeft gehad wat haar nog erg dwars zit. Samen praten ze hier nog even over. Als de afwas gedaan is gaat het meisje weer lekker spelen.
Hiernaast is de voorbeeldfunctie van bso-pedagogisch medewerkers op het gebied van sociale vaardigheden van belang. Denk aan de manier waarop pedagogisch medewerkers met elkaar omgaan en de manier waarop pedagogisch medewerkers omgaan met problemen of knelpunten met de kinderen. Als iets niet mag, dan geeft de pedagogisch medewerker altijd uitleg waarom iets niet mag. Uitleg wordt ook altijd gegeven op het niveau van de kinderen, zowel op fysiek niveau (op dezelfde hoogte gaan zitten) als op mentaal niveau (aanspreken op het niveau van de leeftijd van het kind).
- 33 -
- 33 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
8.2 Wij vinden het belangrijk dat een kind onderdeel uitmaakt van een groep Kinderen die naar de buitenschoolse opvang komen, maken in principe onderdeel uit van een groep. In een groep zijn de verhoudingen tussen volwassenen en kinderen anders dan in een gezin. Alleen al door het feit dat er meer kinderen zijn, liggen de verhoudingen anders. Volwassenen zijn op een afstand aanwezig en de onderlinge relaties tussen kinderen nemen een belangrijke plaats in. Op een bso gaan de kinderen een groot deel van de tijd hun eigen gang, bso-tijd is immers vrije tijd. Er wordt veel aandacht besteed aan het scheppen van een gezellige sfeer en een gevoel van gezamenlijkheid. Zo wordt er op de bso na schooltijd altijd gezamenlijk wat gegeten en gedronken en even bijgepraat. Aan verjaardagen wordt op gepaste en persoonlijke wijze aandacht besteed. Een groep stelt beperkingen aan een kind. Kinderen lopen tegen grenzen aan. Ze moeten leren om te gaan met behoeften en belangen van anderen. Het kind merkt dat de wereld niet om zijn individu draait. In een groep moet evenwicht zijn tussen ‘op jezelf zijn’ en ‘samenzijn’ , tussen ‘er zijn’ en ‘meedoen’ , tussen alleen en samen bezig zijn. Kinderen hebben soms behoefte om alleen te spelen, zich op een rustig plekje terug te trekken uit de groep, naar anderen te kijken of een beetje te dromen. Dit is prima. Kinderen kunnen hun eigen gang gaan, terwijl ze tegelijkertijd deel uit blijven maken van de groep. Ieder kind heeft de behoefte om als volwaardig lid van de groep geaccepteerd te worden. Op zijn/haar niveau voelt het kind zich betrokken bij dingen die in de groep gebeuren. Kinderen kunnen steun ervaren van andere kinderen. Ze kunnen elkaar aandacht geven, elkaar bevestigen, genegenheid tonen voor elkaar, voor elkaar zorgen. We stimuleren dit gedrag door niet meteen zelf in te springen in het contact tussen kinderen, maar ze hiertoe de ruimte te geven. Door samen te werken kunnen kinderen zaken voor elkaar krijgen. We kunnen dit stimuleren door, waar mogelijk tegemoet te komen aan een gezamenlijk verzoek (als kinderen bijvoorbeeld aangeven iets te willen bakken).
Meehelpen We vinden het belangrijk dat kinderen zorg hebben voor het reilen en zeilen in de groep. Door kinderen binnen hun mogelijkheden verantwoordelijk te maken voor de sfeer in de groep, het welzijn van elkaar, en voor de klusjes (fruit uitdelen) die binnen een groep moeten gebeuren, geven we hen het gevoel dat ze belangrijk zijn en dat ze bij de groep horen. Betrokkenheid bij de groep houdt ook in het samen met de kinderen bespreken hoe het loopt op de groep, wat de knelpunten zijn, hoe deze opgelost kunnen worden, etc . Bij jongere kinderen betreft dit de bespreking van meer concrete onderwerpen.
Het is de pedagogisch medewerkers opgevallen dat vooral op de kleuter wc-tjes het een puinhoop is elke dag. Er wordt niet doorgetrokken, er vallen rollen toiletpapier in de wctjes etc. De pedagogisch medewerkers besluiten hierop om tijdens het drinkmoment
- 34 -
- 34 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
met de kleuters dit te gaan bespreken. Er wordt uitgelegd wat er aan de hand is en vragen de kleuters mee te denken over een oplossing. We spreken nog eens precies door wat je allemaal doet als je naar de wc gaat. Je broek open, plassen, wc-papier pakken, afvegen, broek dicht, doorspoelen en je handen wassen. De kinderen denken hier ook zelf mee en dragen voorbeelden aan. Oudere kinderen krijgen meer ruimte om over de oorzaak van een probleem te brainstormen en hier een oplossing voor te vinden. Op een bso komen kinderen in aanraking met leeftijdsgenootjes, maar ook met jongere en oudere kinderen. De kinderen ontwikkelen zich, hun positie in de groep verandert. De meeste kinderen groeien op van een van de jongste naar uiteindelijk de oudste van de groep.
Wennen Als een kind nieuw in de groep komt, proberen we het wenproces zorgvuldig te bewaken. De kinderen kennen elkaar al goed, de bestaande groep kinderen is hecht. Het kan voor een nieuw kind moeilijk zijn om een plaatsje te veroveren in de groep, zeker omdat het vaak ook al doodmoe is na een dag op de nieuwe school. De pedagogisch medewerker zorgt ervoor dat het nieuwe kind voldoende rust krijgt en dat er vertrouwen komt tussen de ‘zittende’ kinderen, het nieuwe kind en de pedagogisch medewerkers. Als het nodig is ondersteunen we bij het maken van contact met andere kinderen. Met ouders maken we meestal de afspraak dat het kind in ieder geval twee keer komt wennen. De eerste keer komt het kind met de ouders naar de bso om te kijken (intakegesprek), wat te spelen en kennis te maken met de pedagogisch medewerkers en de kinderen. De tweede keer halen wij ( zo mogelijk een vaste pedagogisch medewerker, bij jonge kinderen) het kind op van school of kinderopvang en blijft het op de bso spelen totdat ouders komen. We vragen de ouders hun kind eerder op te halen. Vooral bij de nieuwe kinderen vinden wij het contact met de ouders erg belangrijk. In de eerste weken besteden we hier dan ook extra aandacht aan.
8.3 We vinden het belangrijk om contact tussen kinderen en samenspel te bevorderen Op een bso komt een kind in aanraking met veel andere kinderen. Het kan kiezen uit verschillende speelkameraadjes. Samen spelen betekent samen praten, naar elkaar luisteren, overleggen, taken verdelen, samen plezier hebben, op elkaar wachten, delen etc. Als kinderen langere tijd bij elkaar op de buitenschoolse opvang zitten en een band kunnen opbouwen, vindt er meer en beter samenspel plaats. Ook een stimulerende houding en stimulerend gedrag van de pedagogisch medewerkers is belangrijk om de duur en kwaliteit van het samenspel te bevorderen.
- 35 -
- 35 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Sommige kinderen kiezen er bewust voor om soms alleen te zijn. Dit kan en wordt door ons geaccepteerd. Als we het idee hebben dat een kind zich verveelt of geen aansluiting vindt bij de andere kinderen, moedigen we aan of dagen we uit om met een ander kind te spelen. Of we bieden op een andere manier ondersteuning bij het contact maken. Vindt het kind het moeilijk om contact te maken en heeft het wel behoefte aan samen spelen, dan beginnen we zelf met het kind met een activiteit. Eventueel proberen we na verloop van tijd andere kinderen bij deze activiteit te betrekken. Rollenspel en fantasiespel zijn favoriete bezigheden, ook van bso-kinderen. Op de bso geven we hiervoor veel ruimte. Door met de kleuren van Beweeg Wijs te werken geven we de kinderen de mogelijkheid om op hun eigen niveau samen te spelen en samen te werken. Meestal ontstaat samenspel vanzelf. Loopt dit goed, dan houden de pedagogisch medewerkers zich voornamelijk op de achtergrond. Zij beperken zich in eerste instantie tot het in de gaten houden wat er gebeurt en eventueel benoemen wat ze zien. Door zelf een activiteit of spel te beginnen, een suggestie te geven of mee te spelen, kan een pedagogisch medewerker een spel op gang brengen, uitlokken, een extra impuls geven of uitbreiden. Pedagogisch medewerkers houden telkens het samenspel het contact tussen kinderen in het oog, om te kijken hoe het loopt en of er actie ondernomen moet worden. Als het echt uit de hand loopt of andere kinderen er last van hebben worden kinderen uit elkaar gehaald. Dit gebeurt pas nadat hierover een afspraak is gemaakt: “je mag samenspelen, maar als jullie weer zo´n lawaai maken haal ik jullie uit elkaar.” Samenspel kan ook worden beïnvloed door een of meerdere kinderen uit de situatie te halen, bijvoorbeeld ze te vragen te helpen bij een klusje. We houden goed in de gaten of kinderen geen dingen tegen hun zin doen, bijvoorbeeld omdat ze hiertoe gepusht/gedwongen worden door andere kinderen. Oudere kinderen kunnen worden gemotiveerd om beter samen te werken, door voorwaarden te stellen aan het uitvoeren van een activiteit die ze graag willen doen.
Drie van de oudere kinderen hebben gezamenlijk bedacht dat ze graag willen kleien. Een van hen komt vragen of dit mag. Met de pedagogisch medewerkers worden duidelijke afspraken gemaakt over het klaarzetten, het gebruik van en het opruimen van het materiaal. Ze spreken elkaar hierbij ook op hun verantwoordelijkheden aan. We stimuleren kinderen om mee te doen met gezamenlijke activiteiten, zoals gezelschapsspelletjes, knutselen, buitenspelen etc. Deze activiteiten worden gedaan met een wisselende groepssamenstelling, met een grote groep of met kleine groepjes. De redenen voor gezamenlijke activiteiten zijn divers: kinderen vervelen zich of zijn druk, om ze af te leiden, op verzoek van de kinderen zelf, om andere kinderen de gelegenheid te geven om rustig te spelen of om de kinderen iets extra´s te bieden. Ook kan er een ¨praktische reden voor zijn, bijvoorbeeld met z´n allen buiten spelen zodat er binnen schoongemaakt kan worden. Zo gaan we na het eten met alle kinderen naar
- 36 -
- 36 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
buiten. We zijn ook van mening dat alle kinderen sowieso iedere dag een keer buiten horen te spelen.
8.4 We vinden het belangrijk vriendschap tussen kinderen te stimuleren en te ondersteunen Kinderen kunnen echte vriendschappen ontwikkelen. Sommige kinderen vinden ze aardig, andere niet. Vriendschappen zijn waardevol, ook voor de kinderen. Goed verlopende contacten tussen kinderen versterken het vertrouwen in zichzelf en in elkaar. Vriendjes en vriendinnetjes hebben samen veel plezier, leren elkaar aanvoelen, kunnen op elkaar bouwen, vinden steun bij elkaar. Bij jongere kinderen is vriendschap voornamelijk gebaseerd op samen doen, samen plezier hebben in activiteiten doen. Deze vriendschappen zijn meer inwisselbaar en veranderen dan ook nog regelmatig. Bij oudere kinderen is de vriendschap over het algemeen meer gebaseerd op vertrouwen, persoonlijkheid, identificatie. Er is bij oudere kinderen meer sprake van vaste vriendschappen die langer standhouden. Vaak is er ook praktische reden tot vriendschap, kinderen die samen van dezelfde basisschool komen, gaan ook bij de bso bij elkaar zitten. Soms hebben deze kinderen op school niets met elkaar, maar zijn op de bso wel dikke vrienden, Kinderen die plezier in een bepaalde activiteit delen, zoeken elkaar om samen de activiteit te doen (bijvoorbeeld dansen,voetballen, computeren). Uit samenspel ontstaan vriendschappen. We stimuleren dit. We laten kinderen ontdekken wie ze leuk vinden en geven hen de kans om samen iets te gaan doen. Bijvoorbeeld om twee kinderen waarvan je weet dat ze elkaar erg aardig vinden mee te nemen om boodschappen te gaan doen. We vertellen ouders over de vriendschap, zodat de kinderen misschien thuis eens met elkaar kunnen spelen. Kinderen in de basisschoolleeftijd spelen veel in groepjes, bestaande uit jongens, uit meisjes of gemengd. Of jongens en meisjes gescheiden van elkaar spelen lijkt vooral afhankelijk van de toevallige groepssamenstelling op dat moment. De ene periode spelen jongens en meisjes sterk van elkaar gescheiden, een andere periode loopt dit meer door elkaar. Het vormen van groepjes betekent soms dat anderen, die niet bij het groepje horen, worden buiten gesloten. De pedagogisch medewerker kan dit proberen op te lossen door het op een positieve manier te brengen: “jullie zijn zo leuk aan het spelen, Pietje wil graag mee spelen, mag dat?” Als de ‘klik’ er niet is met andere kinderen, zit er niets anders op dan het kind te stimuleren om aansluiting te zoeken bij een ander groepje en het kind hierin te ondersteunen. In dit geval geeft de pedagogisch medewerker het kind extra aandacht, begint een activiteit met het kind, betrekt andere kinderen hierbij etc.
- 37 -
- 37 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
Soms zijn vriendjes zo sterk op elkaar georiënteerd, dat het hinderlijk wordt voor andere kinderen. Ook komt het voor dat een vriendschap ongelijkwaardig is. In deze gevallen kan het nodig zijn het kind te stimuleren eens met anderen te spelen. Net zoals voorkeur voor andere kinderen, kan een kind een voorkeur hebben voor bepaalde pedagogisch medewerkers. Dit mag en kan, maar wel binnen bepaalde grenzen. Er moet met respect met elkaar worden omgegaan en alle kinderen moeten zich houden aan fatsoensregels. Indien nodig wordt het kind hierop aangesproken.
8.5 We vinden het belangrijk dat kinderen leren conflicten zelf op te lossen Soms botst het tussen kinderen (temperament), dat hoort bij contact maken. Conflicten zijn leermomenten en meestal komen kinderen er zelf wel uit. We vinden het belangrijk dat kinderen proberen zelf een oplossing te vinden voor hun conflict. Op deze manier leren kinderen het meest en bevorderen we het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid (ik kan voor mezelf opkomen, ik kan het zelf oplossen) Als zich een conflict voordoet, kijken we eerst hoe het conflict verloopt. We proberen niet te snel in te grijpen. Als de kinderen er zelf niet uitkomen, ondersteunen we bij het oplossen van ruzies. Hoe deze ondersteuning eruit ziet, hangt af van de situatie en de leeftijd van de kinderen. Bij jonge kinderen denken we mee over een oplossing en zijn we in de buurt als steun wanneer ze voor zichzelf op moeten komen. Hoe ouder de kinderen, hoe meer er met hen gepraat wordt over oorzaak en gevolg. We stimuleren het kind na te denken over zijn eigen rol in het probleem of conflict. Eerlijk zijn hierover vinden we belangrijker dan de vraag wie de “schuldige” is, of wie wat “fout” deed. We grijpen in bij conflicten waarbij kinderen elkaar pijn doen, als de situatie erg ongelijkwaardig is. Bijvoorbeeld een groot kind dat voortdurend ruzie maakt met een jong kind of een kind dat telkens een ander kind pest of als de ervaring leert dat conflicten tussen deze twee kinderen gewoonlijk escaleren. We houden goed in de gaten dat een kind confrontaties niet keer op keer uit de weg gaat of opzoekt. Een kind wat minder weerbaar is, stimuleren we om voor zichzelf op te komen.
Pesten We zijn erop attent dat kinderen niet worden buitengesloten van gesprek of spel. Pesten wordt zonder meer niet getolereerd. Als pesten zich toch voordoet dan bespreken we dit met collega’s. Indien nodig betrekken we ook de ouders van de pester en van het gepeste kind erbij om te overleggen waar het pesten vandaan komt en wat we aan de situatie kunnen doen. In principe zoeken we met de pester en het slachtoffer samen naar een oplossing. Het slachtoffer proberen we weerbaarder te maken door uit te leggen waar het pestgedrag vandaan kan komen en wat het kind kan doen als het gepest wordt.
- 38 -
- 38 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
9. Bieden van kansen om normen en waarden eigen te maken We willen kinderen een aantal normen en waarden meegeven en gaan daarom op een bepaalde manier met kinderen om. De volgende pedagogische uitgangspunten vormen daarbij de basis: we bieden de kinderen, binnen de groep, vrijheid in keuze van spel en sociale omgang; we luisteren naar de wensen van ouders en kinderen; we bieden de kinderen een veilige en vertrouwde omgeving aan; we begeleiden de kinderen in hun ontwikkeling naar zelfstandigheid en stimuleren deze waar nodig; de kinderen hebben recht op eigen risico; wij, als pedagogisch medewerkers, en de kinderen respecteren elkaars verschillen; we zijn alert op de sociale, emotionele en lichamelijke ontwikkeling van kinderen en geven eventuele zorgen daarover door aan de ouders of verzorgers. Er zijn binnen de bso regels die voor alle kinderen gelden en waarvan verwacht wordt dat ze nageleefd worden. Regels zijn nodig: je hebt nu eenmaal met meerdere kinderen te maken en om zo goed mogelijk rekening met elkaar te houden moeten er afspraken worden gemaakt. De kinderen hebben daarnaast ook vrijheden; ze kunnen zelf hun activiteiten kiezen en ze kunnen ervoor kiezen deze samen of alleen te doen. Kinderen hebben kortom rechten en plichten. Ze hebben recht op respect en aandacht voor de eigen persoon; recht op mogelijkheden tot ontplooiing; recht op het uiten van emoties; recht op een eigen mening etc. Daarnaast hebben kinderen ook plichten, zoals het respectvol benaderen van de medemens en het mede zorg dragen voor een fijne speelomgeving. Dit betekent bijvoorbeeld zowel het accepteren van veiligheidsmaatregelen als het accepteren van afspraken omtrent het samenspelen met anderen. Afspraken met betrekking tot rechten en plichten kun je samen met de kinderen maken. Kinderen zullen zich beter aan gemaakte afspraken houden als ze er zelf een stem in hebben gehad. Belangrijk is dat we consequent zijn in het hanteren van de gemaakte regels. Dit schept duidelijkheid voor de kinderen. Regels van de bso omtrent waarden en normen zijn o.a.: o boos worden mag, maar bij onenigheid wordt er geen lichamelijk of verbaal geweld gebruikt; o er dient zorgvuldig te worden omgegaan met spelmateriaal en spullen; o kinderen mogen zonder toestemming van de leiding niet in het kantoor of magazijn komen;
- 39 -
- 39 -
SWW Kinderopvang BV Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang de Boemerang
o
kinderen mogen zich niet zonder toestemming van de pedagogisch medewerkers buiten het speelterrein van de bso begeven.
Binnen de bso zijn er opvattingen met betrekking tot het omgaan met kinderen die anders zijn. Als basisopvatting geldt: respect hebben voor elkaar. Dit komt naar voren in het voorbeeldgedrag van de pedagogisch medewerkers; in hun houding, hun handelswijze wordt duidelijk dat ‘kinderen die anders zijn’ er bijhoren. Anders zijn kan juist een verrijking zijn van de omgeving, niet iedereen is hetzelfde, we kunnen wat van elkaar leren. We vinden het belangrijk dat kinderen leren waarden en normen van elkaar te accepteren (denk aan andere culturen, kinderen met een handicap).
- 40 -
- 40 -