Pedagogisch werkplan
buitenschoolse opvang Bergbeklimmers
Inleiding Voor u ligt het pedagogisch werkplan voor BSO Bergbeklimmers van KMN Kind & Co. Dit pedagogisch werkplan vormt samen met het Algemeen Pedagogisch Beleid één geheel en is bestemd als leidraad voor ons als medewerkers van BSO Bergbeklimmers. Tevens is dit pedagogisch werkplan bedoeld als informatie voor ouders, zodat zij weten hoe er bij ons op de BSO wordt gewerkt. Zoals u in onze brochure ‘Welkom bij KMN Kind & Co’ kunt lezen, ziet KMN Kind & Co zichzelf als pedagogisch partner. Zijn in het Algemeen Pedagogisch Beleid de vier speerpunten uit de Mission Statement nader toegelicht, in dit pedagogisch werkplan werken wij de vier basisdoelen zoals ook vastgelegd in de Wet Kinderopvang & Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen verder uit: Het bieden van (emotionele) veiligheid Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties Overdracht van waarden en normen . KMN Kind & Co is HKZ-gecertificeerd (ISO 9001) hetgeen o.a. betekent dat wij werken vanuit richtlijnen, protocollen en werkinstructies. Deze documenten zijn opgenomen in ons kwaliteitshandboek. Het kwaliteitszorgsysteem ondersteunt de pedagogisch medewerkers bij het dagelijkse handelen. Onze locaties worden (jaarlijks) geïnspecteerd door de GGD. Ons inspectierapport is te vinden op onze eigen websitepagina. Dit pedagogisch werkplan wordt 1 x per 2 jaar bijgesteld en ter advisering voorgelegd aan de oudercommissie. Mocht u toch nog informatie missen, dan kunt u hier altijd naar vragen bij de pedagogisch medewerker, senior of clustermanager. Ook is in de brochure ‘Welkom bij KMN Kind & Co’ veel algemene en aanvullende informatie terug te vinden.
Wij wensen u veel leesplezier. Team BSO Bergbeklimmers Datum: augustus 2014
1
Inhoudsopgave Inleiding ....................................................................................................................................... 1 Inhoudsopgave ............................................................................................................................. 2 Algemene informatie ..................................................................................................................... 3 Onze accommodatie en de groepsruimten................................................................................... 3 Onze buitenruimte ..................................................................................................................... 3 Onze openingstijden .................................................................................................................. 4 Het afnemen van een extra dag(deel)......................................................................................... 4 Onze (mid)dagindeling ............................................................................................................... 4 Eten en drinken ......................................................................................................................... 5 Persoonlijke hygiëne .................................................................................................................. 6 Oudercontacten: eerste kennismaking, wennen, overdracht en ouderavonden .............................. 6 De oudercommissie ................................................................................................................... 7 Observeren ............................................................................................................................... 7 Zorgkinderen............................................................................................................................. 8 Onze buitenschoolse opvang in de wijk; onze externe samenwerkingspartners.............................. 8 Pedagogische uitgangspunten ........................................................................................................ 8 Het bieden van (emotionele) veiligheid ....................................................................................... 9 De pedagogisch medewerkers ................................................................................................ 9 De groepsruimte ................................................................................................................... 9 De buitenspeelruimte ........................................................................................................... 10 Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties ................................................. 10 Spel & Speelgoed ................................................................................................................ 10 Activiteiten .......................................................................................................................... 10 Zelfstandigheid bevorderen .................................................................................................. 11 Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties......................................................... 12 Overdracht van waarden en normen ......................................................................................... 13 Gewenst en ongewenst gedrag ............................................................................................ 13 Afspraken, regels en omgangsvormen .................................................................................. 14 Rituelen .............................................................................................................................. 15 Tot slot ....................................................................................................................................... 15
2
Algemene informatie Wij vinden het belangrijk dat de kinderen zich kunnen ontplooien in een warme, veilige en stimulerende omgeving. Wij gaan uit van de behoefte van het kind, ingepast in de groep. Daarbij kijken wij vooral naar de mogelijkheden van het kind. Dit betekent dat wij op een positieve en uitnodigende manier met kinderen omgaan. Wij bewaken de kwaliteit van onze opvang en proberen voortdurend deze kwaliteit te verbeteren. Dit doen wij door te werken volgens interne en externe kwaliteitseisen. Wij staan open voor op- en aanmerkingen van ouders. Wij kijken kritisch naar ons zelf en spreken elkaar aan op ons handelen. Onze deskundigheid vergroten wij door het bijwonen van professionaliseringsbijeenkomsten en door collegiale consultatie tijdens onze teambesprekingen. Maar bovenal vergroten wij onze deskundigheid door te blijven kijken naar ieder kind dat aan onze zorg is toevertrouwd.
Onze accommodatie, groepsruimten en basisgroepen
In de groepsruimte hebben wij diverse hoeken gecreëerd waarin verschillende activiteiten kunnen worden aangeboden zoals een chillhoek, een bouwhoek, een hoek met de theaterkast en een hoek met de wii en tv. Er staan twee tafels in de groepsruimte waaraan we ’s middags gezellig met elkaar crackers en fruit eten en limonade drinken. Naast de groepsruimte is er een knutsellokaal. In dit lokaal staan twee werkbanken waar kinderen aan kunnen timmeren en zagen. Ook zijn er twee tafels waaraan kinderen kunnen verven, plakken, kleuren en nog meer vormen van knutselen kunnen uitvoeren. Aan het begin van de middag wordt aan deze tafels gegeten met de oudste kinderen van de groep. Tot slot is er een gymzaal. In de gymzaal mogen de kinderen tussen 16.00uur en 17.00uur gymactiviteiten uitvoeren.
Basisgroepen
Binnen onze BSO hebben wij op dit moment maandag en op dinsdag vier en donderdag drie basisgroepen van elk maximaal 20 kinderen. De tussengroep 7/8 jarigen bestaat uit maximaal 10 kinderen. Tijdens het eet- en drinkmoment zijn de kinderen op leeftijd ingedeeld. De oudste kinderen zitten aan tafel in de benedenruimte, de middelste kinderen en de jongste kinderen zitten in de bovenruimte aan tafel. Kinderen kunnen tijdelijk in twee basisgroepen worden geplaatst. Bijvoorbeeld omdat er op een bepaalde dag nog geen plek is in de gewenste groep, of omdat er op bepaalde dagen groepen worden samengevoegd. Indien dit aan de orde is, geven ouders hiervoor toestemming op het toestemmingsformulier1. Ook in vakanties kunnen er groepen worden samengevoegd. Ouders worden tijdig geïnformeerd over de samenvoeging van groepen, welke vaste pedagogisch medewerker aanwezig is en waar de kinderen worden opgevangen.
Onze buitenruimte
Er is momenteel een klein speelplein bij de BSO met een zandbak en speelhuisje. In het najaar van 2014 zal het speelplein een facelift krijgen. Onze buitenruimte zal dan zo worden ingericht, dat de kinderen er naar hartenlust kunnen spelen met voor elk wat wills. De kinderen (vanaf 8+) mogen – indien ouders schriftelijk toestemming hiervoor hebben gegeven ook gebruik maken van het vlakbij gelegen speelplein van de Margrietschool. Hierop staat een klimrek met glijbaan, een duikelrek, draairad en een tafeltennistafel. Ook is er volop ruimte om te voetballen, te rennen, tikkertje te spelen, verstoppertje te spelen en noem maar op. In de buurt van de BSO is ook een veld met een kabelbaan en schommels. Hier mogen de kinderen ook spelen (wederom vanaf 8+) – mits schriftelijk toestemming van de ouders. 1
Voor het incidenteel samenvoegen van groepen, zoals aan het begin en einde van de dag, tijdens activiteiten in het kader van het opendeurenbeleid en in het geval van vakanties hoeft er geen toestemming te worden gevraagd.
3
Onze openingstijden
Wij zijn drie dagen per week, aansluitend aan schooltijd, geopend van 14.00 tot 18.30 uur. Tijdens de algemeen erkende feestdagen zijn wij gesloten; zo ook eens in de vijf jaar op bevrijdingsdag. Ouders hebben bij ons als een pilot de keuze uit twee ophaaltijden: 17.30 uur en 18.30 uur. Er zijn dus twee ophaalrondes al naar gelang waar de ouders voor gekozen hebben: de eerste ronde is rond 17.30 uur (liefst vanaf 17.00 uur) en de tweede ronde tussen 17.30-18.30 uur. In de schoolvakanties zijn wij geopend op maandag, dinsdag en donderdag vanaf 7.30 uur. Dan vragen wij de ouders hun kind tussen 7.30uur en 9.00uur te brengen. Soms komen de kinderen van BSO Koters ook bij ons spelen óf gaan we bij hen spelen. Ouders dienen dan hun kind naar de BSO te brengen waar we die vakantie spelen en hun kind daar ook weer op te halen. Per vakantie wordt er duidelijk in de vakantiebrief aangegeven op welke locatie we zitten. Vanaf 17.00uur is er gelegenheid om de kinderen te komen halen. Mochten ouder(s) hun een kind een keertje later willen brengen (in een schoolvakantie) of eerder willen halen, dan is dat geen probleem. Wel vragen wij dit door te geven aan de pedagogisch medewerkers van desbetreffende groep. Als het kind door iemand anders dan door de ouder(s) wordt opgehaald, dan dienen ouders dat aan ons door te geven, anders geven wij het kind niet mee!
Het afnemen van een extra dag(deel)
Wanneer ouders incidenteel een extra dag(deel) willen afnemen, dan leggen zij dat voor aan een pedagogisch medewerker en/of clustermanager van de locatie. Deze bepaalt of het kan. Behalve dat zij hierbij rekening houdt met het aantal kinderen en pedagogisch medewerkers op de groep, bekijkt zij ook of het goed is voor het welzijn van het kind/de groep. Een toegekende extra- of ruildag(deel) wordt altijd schriftelijk vastgelegd; ook wanneer dit op een andere groep plaatsvindt. Wanneer ouders structureel een extra dag(deel) willen afnemen, dan leggen zij dat voor aan de afdeling planning. Deze bepaalt of dit binnen de eigen basisgroep kan. Als dit niet kan, overlegt de afdeling planning met de clustermanager of het kind (zo lang het nodig is) op een andere groep geplaatst kan worden. Als de clustermanager in overleg met de pedagogisch medewerker verwacht dat dit voor het welzijn van het kind en de andere groep geen problemen oplevert, dan wordt (tijdelijke) plaatsing voor desbetreffend dag(deel) aan de ouders voorgesteld.
Onze (mid)dagindeling
Een reguliere BSO-middag begint als de kinderen uit school komen. De kinderen worden dan door een pedagogisch medewerker opgehaald óf komen zelfstandig naar de BSO. Kinderen mogen alleen zelfstandig (of met broers/zussen, vriendjes/vriendinnetjes) naar de BSO komen als dit in overleg met ouders is opgenomen in het zelfstandigheidscontract. Bij het ophalen van kinderen wacht de pedagogisch medewerker of vrijwilliger op een afgesproken plek op de kinderen. Hij of zij draagt een opvallende rode bodywarmer van KMN Kind en Co, zodat de kinderen hem of haar snel en gemakkelijk kunnen vinden. Wij streven ernaar, zeker voor de jongste kinderen, om met de leerkracht informatie uit te wisselen, want het is prettig om te weten hoe de schooldag is verlopen en of er bijzonderheden zijn. Als alle kinderen verzameld zijn en informatie is uitgewisseld gaan we met de hele groep lopend naar de BSO. Hierbij gelden de volgende regels: de kinderen dragen gele hesjes, rustig lopen, bij elke oversteekplaats stoppen en wachten tot de pedagogisch medewerker zegt dat je mag oversteken. De pedagogisch medewerker betrekt het kind hierbij door samen goed links en rechts te kijken om kinderen verantwoordelijk aan te leren en bewust zich te leren verplaatsen in het verkeer.Tijdens de wandeling wordt er gezellig met elkaar gepraat over de schooldag. Op de BSO wordt er dan eerst met de hele groep een energizer gedaan. Dit is een kort spelletje om even uit te leven en lol te maken na de lange schooldag. Dit maakt de overgang van school naar de BSO voor kinderen makkelijker. Ook is het meteen een gezellig groepsmoment om de middag met elkaar te beginnen. Hierna, zo tegen 15.15 uur, gaan we met de eigen basisgroepen aan tafel en eten een stuk fruit, crackers en drinken limonade. Dit is een rustmoment in de groep waarin gezellig met elkaar gekletst kan worden of plannen worden gemaakt voor die middag.
4
Rond 15.45 uur mogen de kinderen van tafel. Elke dag heeft van elke basisgroep 1 kind corvee. De andere kinderen gaan kiezen wat ze gaan doen: vrij spelen of meedoen met een activiteit. De gymzaal is open voor activiteiten tussen 16.00 uur en 17.00 uur en het knutsellokaal is open tot 17.00 uur. Om 17.00 uur staan er limonade en een schaal met koekjes klaar. Ouders hebben bij ons als een pilot de keuze uit twee ophaaltijden: 17.30 uur en 18.30 uur. Er zijn dus twee ophaalrondes al naar gelang waar de ouders voor gekozen hebben: de eerste ronde is rond 17.30 uur (liefst vanaf 17.00 uur) en de tweede ronde tussen 17.30-18.30 uur. Eventueel kan in overleg tussen ouders en pedagogisch medewerker afgesproken zijn dat een kind eerder opgehaald wordt of naar huis gaat, bijvoorbeeld vanwege een sporttraining. Wij streven ernaar om bij het ophalen van de kinderen regelmatig even met de ouders een gesprek aan te gaan over hoe het op de BSO gaat. Dit kan eventueel ook telefonisch plaatsvinden, wanneer ouders bellen om door te geven dat hun kind zelfstandig naar huis mag komen. Op een vakantiedag kunnen de kinderen gebracht worden tussen 7.30uur tot 9.00 uur. Er wordt eventueel belangrijke informatie uitgewisseld tussen ouders en pedagogisch medewerkers over hoe het met het kind gaat. Er is dan ruimte voor vrij spel. Om 10.00 uur wordt er samen wat gegeten en gedronken. Daarna is er een activiteit. Elke vakantie heeft een specifiek thema. De activiteiten op een vakantiedag passen dan ook binnen dit thema. Soms is er ook ruimte voor een uitstapje met de kinderen, bijvoorbeeld naar de bioscoop. In de vakantie stimuleren we de kinderen om allemaal mee te doen met de activiteiten. Tijdens de reguliere BSO-middag is hier meer vrijheid in, omdat de kinderen dan al een lange schooldag achter de rug hebben gehad. Tussen 12.00uur en 13.00uur is het tijd voor de lunch. Als het weer het toelaat gaan de kinderen na de lunch even lekker buitenspelen. Rond 14.00uur is er dan weer een activiteit. Om 15.30 gaan we weer aan tafel. Daarna is er ruimte voor nog een activiteit of vrij spel. Vanaf 17.00uur kunnen de kinderen worden opgehaald of zelfstandig naar huis gaan. In overleg kunnen kinderen ook alleen een ochtend of middag naar de BSO komen. De kinderen worden in dat geval na het middageten gebracht of opgehaald. Aan het begin en einde van de dag zijn er minder kinderen aanwezig op de BSO, waardoor op die momenten niet alle pedagogisch medewerkers aanwezig hoeven te zijn. Wij houden hier rekening mee bij het inroosteren van personeel.
Lekker spelen in de modder. gezond voor kinderen!
Eten en drinken
Samen eten/drinken is belangrijk. Samen eten/drinken is gezellig en versterkt het onderlinge contact. Deze momenten geven structuur aan de dag. Hierdoor ontstaat rust en een veilig gevoel voor het kind. We gaan na de energizer en het vrij spel of activiteit, zo tegen 15.15 uur aan tafel voor het eten en drinken. Tijdens de eet- en drinkmomenten is er ruimte om gezellig met elkaar te praten over wat iedereen heeft meegemaakt of wat we die dag/middag verder gaan doen. Een gezellige sfeer vinden we hierbij erg belangrijk. Er wordt gestimuleerd dat de kinderen naar elkaar luisteren als anderen praten en op elkaar reageren of vragen te stellen. Ook worden de kinderen gestimuleerd om zelf met een leuk verhaal te komen. Om de zelfstandigheid van de kinderen te bevorderen, mogen de kinderen zelf hun fruit snijden met bijvoorbeeld de appelboor en zelf hun brood en crackers smeren. Als ze hierbij hulp nodig hebben, 5
mogen ze dit natuurlijk altijd aan de pedagogisch medewerker vragen. Deze helpt hen dan en probeert hen te leren hoe ze het een volgende keer eventueel zelf kunnen doen. Ook mogen de kinderen zelf hun limonade inschenken. Na het eet- en drinkmoment ruimt ieder kind zijn/haar eigen bordje en bekertje op en zet zijn/haar eigen krukje weg. Elke dag is er 1 kind per basisgroep aan de beurt die corvee heeft. Deze kinderen ruimen de rest van de spullen van de tafels op, maken de tafels schoon en doen de vaat in de vaatwasser.
Persoonlijke hygiëne
Wij leren de kinderen persoonlijke hygiëne, door hen na wc-gebruik en voor het aan tafel gaan, de handen met zeep te laten wassen. Wij geven hierin natuurlijk het juiste voorbeeld.
Oudercontacten: eerste kennismaking, wennen, overdracht en ouderavonden Als een kind voor het eerst bij ons komt, nemen wij de tijd voor een kennismakingsgesprek met de ouders en het kind, zodat wij van hen zoveel mogelijk informatie krijgen. Bovendien kunnen wij dan ook vertellen hoe wij op onze BSO werken en informatie met elkaar uitwisselen waardoor een goede onderlinge afstemming ten behoeve van het kind mogelijk is. Vaak hebben de ouders en het kind dan al een rondleiding gehad door het gebouw, zodat zij zich al een voorstelling hebben kunnen maken van de BSO en hoe er gewerkt wordt. Daarna is er de gelegenheid om het kind desgewenst te laten wennen. Het wennen vindt in de regel plaats als de plaatsingsovereenkomst is ingegaan. Tijdens het kennismakingsgesprek worden er desgewenst wenafspraken met de ouder gemaakt. Deze kunnen per kind verschillend zijn. Gedurende twee weken kan het kind een oplopend aantal uren op de groep waarin het kind geplaatst is, wennen. Bijvoorbeeld de eerste dag 1,5 uur en de tweede dag 3 uur. De wenafspraken worden tijdens het kennismakingsgesprek genoteerd op het formulier ‘Checklist kennismakingsgesprek’. Met de ouders wordt afgesproken dat zij dan telefonisch bereikbaar zijn, zodat zij zo nodig hun kind kunnen ophalen. Als een kind overgeplaatst wordt vanuit een andere groep binnen de organisatie, wordt afhankelijk van het kind, in een periode van maximaal 2 weken voorafgaand aan de plaatsing in een nieuwe groep, wenafspraken gemaakt gelijkend op de wenperiode van nieuwe kinderen. ( zie hierboven) Bij een interne wenperiode kan het kind boventallig op de nieuwe groep geplaatst worden gedurende de afgesproken wenmomenten in een periode van maximaal 2 weken. In de regel blijkt dat aan wennen vaak geen behoefte meer is. De kinderen die naar de Bergbeklimmers komen, zijn vaak al een BSO gewend en stromen door vanaf een andere groep. Ook kennen ze soms de groep, de pedagogisch medewerkers en de ruimtes al een beetje doordat ze mee zijn geweest met het ophalen of brengen van hun oudere broer(s) of zus(sen). Het kind mag ook bij het kennismakingsgesprek aanwezig zijn. Na afloop van het gesprek krijgen zowel het kind als de ouders een rondleiding door de BSO, als zij deze nog niet hebben gehad. We hebben tijdens de eerste periode in de groep wat extra aandacht voor het nieuwe (vaak jongere) kind binnen deze groep. Als we het kind van school halen, letten we erop hoe het kind zich voelt, we maken een praatje en stellen het kind op zijn/haar gemak. Bij aankomst op de locatie introduceren we het kind in de groep. Het is Welkom! In het verloop van de middag observeren we het kind, hoe gaat het met hem/haar? We vragen naar de ervaringen van het kind en tonen belangstelling voor zijn/haar gevoelens in deze nieuwe situatie. Zo merken we dan in de loop van enkele weken hoe het wennen van het kind in deze nieuwe groep zich ontwikkelt. Over het algemeen wordt een kind al snel onderdeel van de groep. Overigens heeft elk kind een eigen laatje waarin zijn persoonlijke spullen worden bewaard zoals knutselwerkjes. Wij vinden een goede en regelmatige overdracht essentieel en nemen hiervoor de tijd. Als de kinderen door ouders worden opgehaald vindt er altijd een kort gesprekje met ouders en eventueel kinderen zelf plaats over wat de kinderen die dag gedaan hebben en hoe de dag is verlopen. 6
Eventuele bijzonderheden worden hier ook bij aangegeven. Er is aandacht voor zowel de positieve punten als de negatieve punten van die dag. Wij vinden het belangrijk dat ouders weten hoe het met hun kind gaat op de BSO en ook als het minder goed gaat. Wanneer kinderen zelfstandig naar huis gaan streven we ernaar om eens in de zo veel tijd telefonisch contact te hebben met ouders over hoe het gaat op de BSO. Soms bellen ouders zelf op wanneer de kinderen naar huis mogen. Dit is ook een goed moment voor de overdracht. Als er bijzonderheden zijn geweest op een dag of middag worden ouders altijd opgebeld om hen op de hoogte te stellen. Eenmaal per jaar vindt er een ouderavond plaats waarbij een bepaald thema zal worden behandeld. Ouders zullen daartoe uitgenodigd worden. Ook wordt er 1x per jaar een 10 minutengesprek met de ouders gehouden over hoe het gaat met het kind op de BSO.
De oudercommissie De mening van de ouders is voor ons een vanzelfsprekende zaak. Wij willen graag hun mening en visie horen. Daartoe hebben wij een oudercommissie opgericht. Deze heeft ten minste drie keer per jaar overleg met de clustermanager. De oudercommissie heeft een adviserende functie in onderwerpen zoals voedingsaangelegenheden, pedagogisch werkplan, risico inventarisatie veiligheid en gezondheid. De oudercommissie van Snel en Polanen vertegenwoordigt alle BSO´s van deze wijk. Dit zijn de BSO´s Belhamels, Bikkels en Bergbeklimmers. Elk van deze BSO´s heeft een afvaardiging in de Oudercommissie Snel en Polanen (
[email protected]). Naast de oudercommissie Snel en Polanen is er nog een overkoepelende centrale oudercommissie (COC). Deze vertegenwoordigt alle oudercommissies binnen KMN Kind & Co, die de COC hebben gemandateerd. Deze centrale oudercommissie adviseert over beleidsmatige onderwerpen en (gevraagd en ongevraagd) over voor ouders belangrijke onderwerpen (
[email protected]).
Observeren
Kijken naar kinderen en de groep geeft iedere dag stof tot praten met collega’s en ouders. Om het praten en kijken naar gerichter te doen, maken wij gebruik van de observatiemethode Werken aan Welbevinden. Deze observatiemethode richt zich zowel op de individuele kinderen als op de groep. Met behulp van observatielijsten beschrijft de pedagogisch medewerker het kind in zijn omgeving, het kind in relatie tot de volwassene en het kind in relatie tot andere kinderen. Zo kan het welzijn van het individuele kind en de kinderen in de groep goed worden gevolgd. Kinderen vanaf 8 jaar vullen hun eigen lijst in. Ook ouders worden uitgenodigd om een beeld te schetsen van hun kind en zijn/haar ervaringen in de groep. Aan de hand van de observaties, vinden één keer per jaar 10-minutengesprekken plaats met de ouders. Ook na de eerste drie maanden nadat een kind op de groep komt vindt een 10-minuten gesprek plaats. Iedere pedagogisch medewerker heeft ‘een eigen groep kinderen’ die hij/zij gedurende de jaren op de BSO volgt. Deze pedagogisch medewerker voert het intakegesprek met de ouders en doet ook ieder jaar de observaties en de 10-minuten-gesprekken over deze kinderen. Tijdens het 10-minuten-gesprek vertelt de desbetreffende pedagogisch medewerker over hun observaties van het kind en hoe zij het welzijn van het kind en de groep beleven. Hierbij wordt steeds aan ouders gevraagd of ze deze bevindingen herkennen. Daarna wordt de ingevulde vragenlijst van de kinderen en de ingevulde vragenlijst van de ouders besproken. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan eventuele afwijkingen tussen deze vragenlijsten en de observaties van de pedagogisch medewerker. Tot slot vinden wij het ook belangrijk om van de ouders te horen hoe het thuis en op school met de kinderen gaat of hoe ouders thuis met bepaald specifiek gedrag van het kind omgaan. Bij de afsluiting van het gesprek wordt ouders gevraagd of zij zelf nog vragen hebben of opmerkingen/feedback voor de BSO in het algemeen. Mocht dit het geval zijn dan wordt hier een antwoord gegeven op de vragen. Bij feedback wordt een reactie gegeven en aangegeven wat hiermee gedaan wordt en hoe dit eventueel teruggekoppeld wordt naar ouders. Als collega’s bespreken we met elkaar de uitkomsten van de observaties en de tienminutengesprekken om alle kinderen professioneel te kunnen begeleiden in hun eigen specifieke behoeftes. 7
Naast de individuele observaties, vinden er ook twee keer per jaar (februari en oktober) groepsobservaties plaats. Tijdens deze observaties wordt gericht gekeken naar het welzijn en functioneren van de gehele groep en het contact onderling. Onderwerpen die aan bod komen zijn bijvoorbeeld: onderlinge relaties en betrokkenheid, contact met en reactie op de pedagogisch medewerker, omgaan met de ruimte en materiaal. De uitkomsten van deze observaties worden in een groepsoverleg geëvalueerd. Er wordt dan besproken hoe het welzijn en functioneren van de groep op deze verschillende gebieden momenteel ervaren wordt en wat hier eventueel nog in verbeterd kan worden. Doordat de groepsobservaties ieder half jaar terug komen, blijft dit onderwerp onder de aandacht en kan gezien worden of eventuele veranderingen tot verbetering in het welzijn van de groep hebben geleid.
Zorgkinderen
Als wij ons zorgen maken over een kind zullen wij dat zo snel mogelijk met de ouders bespreken en overleggen hoe hier (met elkaar) mee om te gaan. Als de zorg blijft voortbestaan kan de clustermanager een van de medewerkers kwaliteit raadplegen om gezamenlijk te overleggen wat mogelijke vervolgstappen zijn waarbij de procedure zorgkinderen gevolgd zal worden. Indien nodig kunnen wij externe hulp inroepen ( bijvoorbeeld het Centrum voor Jeugd en Gezin). Ook dit gebeurt bij voorkeur in samenspraak met de ouders. In geval van ernstige zorg over een kind, welke niet gedeeld wordt door de ouders, kunnen na intern overleg, vervolgstappen gezet worden en wordt dit meegedeeld aan de ouders. De zorg kan ook gemeld worden in de Verwijs Index Ricicojongeren (VIR). In geval van vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling maakt KMN Kind & Co gebruik van de landelijke Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling. De meldcode is een stappenplan waarin staat hoe een professional moet omgaan met het signaleren en melden van huiselijk geweld en kindermishandeling.
Onze buitenschoolse opvang in de wijk; onze externe samenwerkingspartners. We werken in onze wijk samen met de scholen, het centrum voor Jeugd en gezin (Jeugdgezondheidszorg), met artsen, met andere BSO’s in het cluster en de regio, waaronder ook de sport BSO. Vooral tijdens vakanties bezoeken we activiteiten die in de omgeving worden aangeboden zoals de kinderboerderij, de bibliotheek, speeltuinen, de bioscoop, de Pretfabriek, speelweiden of het cattenbroekerdijkstrandje voor gezellige waterpret.
Overgang BSO 7- groep naar de 7+ groep (tussengroep 7-8 jarigen). Als een kind van de 7- groep naar de 7+ groep komt vindt er niet alleen een kennismakingsgesprek plaats tussen ouders en de pedagogisch medewerker van de nieuwe groep. Ook de pedagogisch medewerker van de oude groep heeft een (telefonisch) overdrachtsgesprek met de pedagogisch medewerker van de nieuwe groep. De bijzonderheden van het kind en het verloop van de periode dat het kind op de 7- groep heeft gezeten, wordt dan overgedragen. Het kinddossier wordt bij de overgang van de ene naar de andere groep ook overgedragen.
Pedagogische uitgangspunten Binnen KMN Kind & Co werken wij vanuit de vier pedagogische basisdoelen zoals ook vastgelegd in de Wet Kinderopvang & Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen: Het bieden van (emotionele) veiligheid Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties Overdracht van waarden en normen
8
In de volgende paragrafen hebben wij uitgewerkt hoe wij in de praktijk vorm geven aan deze pedagogische basisdoelen.
Het bieden van (emotionele) veiligheid
Wij willen de kinderen in de gelegenheid stellen om zich bij ons te ontwikkelen en te ontspannen in een veilige omgeving. Daarom hechten wij veel belang aan het scheppen van een zowel fysieke als emotionele veilige omgeving voor het kind. Wij sluiten aan bij datgene waar het kind mee bezig is, begeleiden het daarin en prikkelen het kind door het in nieuwe situaties te brengen.
De pedagogisch medewerkers
Om te bereiken dat een kind zich bij ons emotioneel zo veilig mogelijk voelt, vinden wij het belangrijk dat vertrouwde personen het kind begeleiden. Daarom werken wij zoveel mogelijk met vaste pedagogisch medewerkers (mentorschap) en vaste invalkrachten. Al onze pedagogisch medewerkers, stagiaires en vrijwilligers zijn in het bezit van een geldige Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Wij hechten groot belang aan professioneel, deskundig opgeleid personeel. Om goede zorg te waarborgen krijgen de pedagogisch medewerkers regelmatig trainingen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van zowel interne als externe deskundigen. Verder zijn wij elkaars coach. Regelmatig zijn er teambijeenkomsten. Ook wordt er 1x per jaar met iedere pedagogisch medewerker een functioneringsgesprek gehouden, waardoor wij onze kwaliteit en de deskundigheid bevorderen en vergroten. KMN Kind & Co is een door Calibris erkend leerbedrijf. Daarom werken er bij ons soms leerlingpedagogisch medewerkers, de zogeheten BBL-ers. Zij worden begeleid door een praktijkbegeleider van KMN Kind & Co. Afhankelijk van het leerjaar en leerproces is het mogelijk dat een BBL-er binnen de formatie op de groep werkt. Wij hebben ook regelmatig een stagiaire op de groep. Deze werkt boventallig, tenzij hij/zij incidenteel binnen de formatie mag worden ingezet, conform de CAO-bepaling. De pedagogisch medewerkers spreken de kinderen aan vanuit een positieve houding. Bij ongewenst gedrag wordt het gedrag afgekeurd (en uitgelegd waarom) maar niet het kind. Van onze pedagogisch medewerkers verwachten wij dat zij: - open staan voor de kinderen en op de juiste manier ingaan op hun signalen en ontwikkeling; - persoonlijke betrokkenheid tonen en gericht positieve gevoelens naar de kinderen uiten - de kinderen de ruimte geven zich te ontwikkelen in een veilige context - respect hebben voor de kinderen en hun sociale en culturele achtergrond - de kinderen kunnen en zullen motiveren, stimuleren en instrueren - in staat zijn tot een open communicatie met ouders en collega’s Doorgaans voegt BSO Bergbeklimmers in de vakanties samen met BSO Koters. Daar wordtr doorgaans niet alleen afgesloten. Mocht het In de vakanties incidenteel wel eens voorkomen dat één pedagogisch medewerker alleen afsluit, dan is er een achterwacht beschikbaar in het geval van calamiteiten. Voor de Bergbeklimmers is BSO Belhamels / gehuisvest bij Bikkels de achterwacht. Daarnaast is ook de senior Rosina de Leeuw als achterwacht oproepbaar. Informatie over de desbetreffende persoon is te vinden in het Bedrijfsnoodplan. Deze persoon is direct bereikbaar en in de onmiddelijke omgeving van de BSO aanwezig.
De groepsruimte
Wij zorgen ervoor dat alles goed beveiligd is, zoals afdekplaten voor de verwarming, plaatjes op de stopcontacten, beschermstrips voor de scharnieren van de deur, beveiliging in de kasten. Jaarlijks voeren wij een risico-inventarisatie uit. Ook registreren wij (kleine) ongevallen om tijdig te anticiperen op eventuele onveilige situaties. 9
Wij houden minimaal 1x per jaar een ontruimingsoefening met als doel dat wij precies weten wat te doen wanneer er een calamiteit plaatsvindt. Wij zorgen voor veilige groepsruimtes, maar sluiten sommige risico’s bewust niet uit. Wij vinden het namelijk belangrijk om kinderen kennis te laten maken met voor hen ‘gevaarlijke’ situaties, zoals klimmen. Dit stimuleert hun gevoel van zelfredzaamheid en zelfvertrouwen en is goed voor hun ontwikkeling.
De buitenspeelruimte
Zoals eerder genoemd is er bij onze BSO de mogelijkheid om buiten te spelen op het BSO-plein, het schoolplein van de Margrietschool en bij de Kabelbaan. Op het BSO-plein mogen de kinderen zelfstandig buiten spelen. Dit plein is aangrenzend aan de groepsruimte BSO en er is toezicht vanuit de groepsruimte op dit plein. Als de 7- kinderen op het schoolplein van de Margrietschool of bij de Kabelbaan willen spelen, moet er begeleiding mee. Deze buitenspeellocaties zijn niet te overzien vanuit de groepsruimte. De kinderen mogen hier wel zelfstandig spelen als zij hiervoor toestemming hebben in het zelfstandigheidscontract en 8 jaar zijn. Als er begeleiding mee gaat naar het Margrietplein of de Kabelbaan dan wordt hierbij rekening gehouden met het wettelijk vastgelegde pedagogisch medewerker- kindratio. Zodat er zowel op de groep als bij het Margrietplein/de Kabelbaan voldoende toezicht en begeleiding is voor de kinderen.
Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties
Als wij spreken over persoonlijke competenties, bedoelen wij dat het kind zich ontwikkelt tot een persoon die in staat is om allerlei soorten problemen op te lossen en die zich goed kan aanpassen aan veranderende omstandigheden. Dit bereikt het door persoonlijkheidskenmerken als zelfvertrouwen, veerkracht, flexibiliteit, zelfstandigheid, creativiteit en weerbaarheid op te bouwen. Onze pedagogisch medewerkers begeleiden de kinderen hierin door ruimte te bieden aan de ontwikkeling van ieder kind, waarbij zij rekening houden met de eigenheid van ieder kind. Alle ontwikkelingsgebieden worden hierbij gestimuleerd zoals taal, grove en fijne motoriek, cognitie, creativiteit.
Spel & Speelgoed Spelen is bij uitstek een manier om de wereld en jezelf te ontdekken. Het is een veel omvattend middel om verschillende aspecten van de persoonlijkheidskenmerken te stimuleren en te ontwikkelen. Denk aan het ontdekken van verschillende materialen, leren hoe speelgoed gebruikt moet worden, hoe je kunt delen, hoe je rekening met elkaar kunt houden, leren op elkaar te wachten. Kortom, spelen stelt het kind in staat te leren hoe materialen en speelgoed, de mensen en de wereld in elkaar steken. Maar niet te vergeten betekent spelen ook plezier maken, samen of alleen! Wij zorgen ervoor dat er afwisselend speelgoed op de groepen is. In het kader van de kinderparticipatie mogen kinderen mede bepalen welk speelgoed wordt aangeschaft. Wij hebben zoveel mogelijk open kasten en laten het kind zelf bepalen waarmee het wil spelen. Natuurlijk stimuleren wij een kind dat altijd hetzelfde kiest, om ook eens iets anders te gaan doen, maar wij dwingen niet. Ook stimuleren wij de kinderen om in iedere geval even buiten te gaan spelen. We maken geen onderscheid tussen jongens- of meisjesspeelgoed. Zo voetballen de meisjes ook en spelen de jongens met poppen. Wij zorgen voor uitdagend speelgoed. Het moet aansluiten bij de ontwikkelingsfase van het kind en op zijn behoefte om te onderzoeken, te ontspannen en te ontdekken. Spelen is leuk en daarom moet het niet te moeilijk zijn, maar ook niet te makkelijk. De kinderen krijgen bij ons de gelegenheid om zowel individueel als in groepsverband te spelen.
Activiteiten
Voor elke week is er een apart activiteitenprogramma. Dit houdt in dat er voor die week een specifieke activiteit is in het knutsellokaal, een activiteit in de groepsruimten en per dag een activiteit in de gymzaal. Het activiteitenprogramma hangt aan het begin van de week op het whiteboard, zodat 10
de kinderen weten wat er die week op de planning staat. Zij kunnen elke dag zelf kiezen of ze meedoen aan de activiteiten of dat ze zelf gaan spelen. Bij de georgniseerde activiteiten houden we rekening met de toegestane leidster-kindratio: maximaal 10 kinderen met 1 begeleider in het knutsel-, groeps- of gymlokaal. Over het activiteitenprogramma hebben de kinderen ook wat te zeggen. Zij kunnen ideeën voor activiteiten in de ideeënbus doen of doorgeven aan een pedagogisch medewerker. De pedagogisch medewerkers zorgen er dan voor dat de ideeën een keer ingepland wordt. Zo zorgen we ervoor dat de activiteiten zijn afgestemd op de wensen en behoeften van de kinderen. Daarnaast vullen de pedagogisch medewerkers het activiteitenaanbod aan met afwisselende activiteiten en stimuleren zij de kinderen om aan die verschillende activiteiten ‘te proeven’. Met deze activiteiten willen wij een aantal dingen bereiken: Het oefenen van kennis, opgedaan op de basisschool; Extra uitdaging bieden voor de kinderen; Aanspreken van verschillende kennisgebieden en vaardigheden van de kinderen; Het stimuleren van sociale vaardigheden; Maar zeker ook: samen plezier maken! Omdat er binnen de verschillende ruimtes verschillende activiteiten zijn, kunnen de kinderen zelf kiezen in welke ruimte ze willen spelen. Ze geven dit aan op het whiteboard in de gang. Hierop is een schema aangegeven met de verschillende ruimtes waar de kinderen binnen of buiten kunnen spelen. Ieder kind heeft een magneetje met zijn of haar naam erop. Dit magneetje plakken ze op het whiteboard bij de ruimte waar ze gaan spelen. De tussengroep is per september 2014 nieuw opgestart. Deze groep voert voorlopig haar eigen activiteitenaanbod uit. Na verloop van tijd evalueren we hoe dit gaat en of er aanpassing / medegebruik van de andere ruimtes tot de mogelijkheden behoort. De tussengroep gebruikt wel al een half uur de gymzaal.
Zelfstandigheid bevorderen
De zelfstandigheid van de kinderen wordt op verschillende manieren gestimuleerd. Kinderen worden betrokken bij dagelijkse klusjes door middel van corvee en het opruimen van het eigen speelmateriaal. Soms stellen de kinderen uit zichzelf voor om iets schoon te maken of de ruimte gezelliger te maken door bijvoorbeeld een raamschildering te maken. Dit wordt dan door de pedagogisch medewerkers gestimuleerd. Kinderparticipatie vinden wij erg belangrijk. Kinderen mogen ideeën voor activiteiten, nieuw spelmateriaal, inrichting van de ruimte of eventueel nieuwe groepsregels in de ideeënbus doen of aan de pedagogisch medewerkers vertellen. De activiteitenplanning bestaat voor het grootste deel uit activiteiten waarvan de kinderen hebben aangegeven dat ze die graag willen doen. Bepaalde activiteiten of projecten worden zelfs door de kinderen zélf georganiseerd, bijvoorbeeld een modeshow waarbij het ene kind presentator is, het andere kind model en weer anderen meewerken aan het decor of de kleding. We spreken de kinderen ook aan op hun zelfstandigheid bij de keuze om aan een activiteit mee te doen. Als een kind zich heeft opgegeven voor een activiteit en hiermee is begonnen, dan wordt de activiteit ook afgemaakt. Zeker voor bepaalde specifieke activiteiten is het vervelend voor de andere kinderen in de groep als een kind er tussendoor mee stopt. Bijvoorbeeld: activiteiten in de gymzaal, zoals teamsporten, of activiteiten waar een aantal weken voorbereiding voor nodig is, zoals een circus. We leren de kinderen daarom bewust een keuze te maken om wel of niet met een activiteit mee te doen. De pedagogisch medewerkers kijken naar de behoeften van de kinderen. Als zij merken dat een kind behoefte heeft aan meer vrijheid en deze zelfstandigheid kan dragen, dan gaan zij in overleg met ouders of het kind eventueel meer vrijheid kan krijgen in het zelfstandigheidscontract. Bijvoorbeeld of het kind zelfstandig of met vriendjes naar de kabelbaan mag, of zelfstandig naar de BSO mag komen. Wij vinden het ook belangrijk kinderen zelfstandigheid te leren op het gebied van sociale vaardigheden en het voor zichzelf opkomen. Wanneer er bijvoorbeeld onenigheid is, stimuleren de pedagogisch medewerkers de kinderen om het probleem zelf op te lossen en pas om hulp te vragen als ze er zelf niet uitkomen. Als de pedagogisch medewerkers te hulp schieten, stellen zij veel vragen
11
aan de kinderen en stellen zij zich vooral bemiddelend op, waardoor de oplossing grotendeels toch uit de kinderen zelf komt. Er is veel aandacht voor het bevestigen van kinderen, wanneer zij zelfstandigheid laten zien. Zij krijgen een compliment bijvoorbeeld bij het oplossen van een ruzie, het opruimen van eigen spullen, het zelf organiseren van activiteiten enzovoorts. De Bergbeklimmers heeft een Kinderraad. Sinds 2013 zijn wij gestart met het werken met een Kinderraad. Dit is een groepje van 7 kinderen die samen met één PM’er overlegd over onderwerpen met betrekking tot de BSO. We zijn hiermee begonnen om meer kinderparticipatie te realiseren. De kinderen op de 7+ groep zijn oud genoeg om mee te denken en weten zelf nog het beste hoe de BSO voor hen zo leuk mogelijk gemaakt kan worden. De Kinderraad vergadert 1 keer in de 2 maanden over verschillende onderwerpen. Deze mogen ze zelf aandragen óf de PM’ers dragen deze aan. De kinderen kunnen zich hier van te voren op voorbereiden door zelf na te denken wat ze van de onderwerpen vinden en door de andere kinderen in de groep te vragen hoe ze hierover denken. De volgende onderwerpen zijn bijvoorbeeld het afgelopen jaar al aan bod gekomen: Inrichting binnen en buiten (nieuwe ruimte, knutsellokaal, verven op de ramen) Activiteiten (bijv. energizer) Samenspelen (regels en omgang) Regels gebruik BSO plein Speelmateriaal Huishoudelijke zaken: Luchtverfrissers, crackers ed. (10 minuten) Tijdens de vergadering wordt per agendapunt een besluit genomen óf de kinderraad brengt een advies uit en de PM’er bespreekt dit met haar collega’s en/of leidinggevenden waarnaar een definitief besluit genomen wordt. Dit is afhankelijk van het onderwerp. De besluiten worden ook weer in de groep aan alle kinderen vertelt en er wordt een notulen van opgehangen in de groepsruimte. We zijn met de Kinderraad gestart door uitleg in groep gegeven. Kinderen konden zichzelf daarna verkiesbaar stellen. Er werd één week campagne gevoerd. Kinderen konden stemmen winnen door andere kinderen te vertellen over hun plannen op de BSO. Ook konden zij posters maken met daarop teksten over wat zij voor de BSO wilden bereiken. Na de campagne week, hadden de kinderen één week de tijd om te stemmen. Dit gebeurde anoniem. De 7 kinderen met de meeste stemmen werden verkozen voor in de Kinderraad. Vanaf nu zal ieder jaar een nieuwe Kinderraad gekozen worden. Zodat er ook elk jaar weer nieuwe kinderen aan bod komen. Ieder jaar heeft de Kinderraad ook een andere begeleider. Dit jaar was ik dat. Volgend jaar zal Eunice dit op zich nemen. Wij zijn tot nu toe erg enthousiast over het werken met de Kinderraad. We merken dat het de Kinderraad-kinderen ook goed doet. Ze denken ook buiten de vergaderingen steeds meer mee! Samen hopen we zo een steeds leukere BSO te maken!
Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties
De mens is een sociaal wezen. In de praktijk betekent dit dat een kind al vanaf de geboorte samen met anderen dingen doet, immers zonder de ander (lees: ouder/verzorger) zou het kind niet (kunnen) overleven. Bij het ontwikkelen van de sociale competenties gaat het om samenzijn en samen dingen doen. Kinderen leren veel van wat ze zien, zowel van andere kinderen als van ons. Wij hebben hierin een voorbeeldfunctie en ons sleutelwoord hierbij is ‘wederzijds respect’.
12
Voorop staat bij ons dat het kind zich kan ontplooien. Wij stimuleren dan ook dat het initiatieven neemt waardoor het zelfvertrouwen kan groeien. Wij zorgen er hierbij voor dat het kind zichzelf en/of een ander geen schade berokkent. Naarmate een kind ouder wordt leert het steeds beter om rekening te houden met de ander. Dat betekent dat hij zich meer zal kunnen inleven in de ander. Anderen hebben ook gevoelens. Dus leren wij het kind om te wachten op elkaar, om geen speelgoed af te pakken, om te delen en samen te spelen. Soms leren wij het kind om juist wat meer voor zichzelf op te komen. Bijvoorbeeld door zelf aan andere kinderen te vragen of hij/zij mee kan helpen met een bouwwerk, door eigen grenzen aan te geven als het kind iets wat een ander doet niet prettig vindt, door voor zichzelf op te komen als het kind aan de beurt is voor de wii en er zitten nog andere kinderen op, maar ook door aan te geven wat het kind voor activiteiten wil doen. Bij conflicten stimuleren wij dat de kinderen die zelf oplossen. Lukt dat niet of moeilijk, dan ondersteunen wij hen. De rol van de pedagogisch medewerkers verandert met het stijgen van de kinderleeftijd van zorgen voor, naar steeds meer begeleiden van de kinderen.
Overdracht van waarden en normen
Op de buitenschoolse opvang maken kinderen deel uit van een groep. Deze is vaak breder en meer divers dan een doorsnee gezin. Dit betekent dat het kind al vroeg kennis maakt met de verscheidene aspecten van de verschillende culturen in de Nederlandse samenleving. Wij vinden het belangrijk om op respectvolle wijze met elkaar om te gaan en dragen er zorg voor dat de kinderen elkaar (leren) respecteren. Wij zijn hun voorbeeld hierin. Dit uit zich onder andere in hoe wij dagelijks met elkaar en met de kinderen omgaan Zo zijn wij in de omgang met elkaar beleefd en noemen elkaar bij de naam. Wij leren het kind om op zijn beurt te wachten, andere kinderen niet te onderbreken, groepsregels na te leven. Maar ook in wat wij doen zijn wij hun voorbeeld, zoals niet op meubulair gaan staan, voorzichtig met de spullen en het speelgoed omgaan, etc. Kortom, wij leren het kind regels, zodat het kan functioneren in een groep en later in de maatschappij. Wij houden rekening met de eigenheid van ieder kind en met de eigenheid van de cultuur waarin het kind opgroeit. Dat betekent dat wij het kind benaderen als individu, maar ook vragen rekening te houden met de afspraken en regels binnen de buitenschoolse opvang.
Gewenst en ongewenst gedrag
Wij gaan ervan uit dat gedrag over het algemeen aangeleerd is en dat het dus ook weer afgeleerd kan worden. Wij proberen gewenst gedrag te bereiken door het te stimuleren, door daaraan aandacht te schenken en/of te prijzen. Vinden wij gedrag storend (ongewenst), dan wordt dit benoemd en proberen wij dit te voorkomen of om te buigen door grenzen te stellen, te corrigeren of te negeren. Het belonen en stimuleren van gewenst gedrag heeft meer effect dan het corrigeren van ongewenst gedrag en is daarom een belangrijk uitgangspunt in ons pedagogisch handelen. Soms ontkomen wij er echter niet om in te grijpen. Wij wijzen dan niet het kind af, maar wel het (ongewenste) gedrag. Wij corrigeren het kind dan door het uit de situatie te halen of door het even apart te nemen. Na enkele ogenblikken maken wij het weer goed en kan het kind weer verder spelen.
Pestgedrag Pesten is een heel vervelend en vaak ingrijpend probleem in groepen kinderen. Wij vinden het dan ook belangrijk om pestgedrag actief tegen te gaan. Hiervoor nemen wij zowel preventieve maatregelen als maatregelen wanneer wij pestgedrag constateren. Preventieve maatregelen zijn bijvoorbeeld: Samen met de kinderen groepsregels opstellen; Groepsactiviteiten organiseren en stimuleren; Een gezellige sfeer creeëren; Sociale vaardigheden stimuleren, zoals ‘naar elkaar luisteren’, ‘samen spelen, samen delen’; Leren verschillen van elkaar te accepteren en waarderen en ‘gebruik te maken’ van elkaars kwaliteiten; 13
Positieve aandacht geven aan positief gedrag, bijvoorbeeld een compliment geven als kinderen elkaar ergens mee helpen. Wanneer wij daadwerkelijk pestgedrag constateren in de groep, maken we dit bespreekbaar. We bespreken pestgedrag als algemeen onderwerp in de groep. Dit doen wij door hier uitleg over te geven, maar ook kinderen te vragen naar wat zij pestgedrag vinden. Samen met de kinderen wordt dan bepaald welk gedrag we niet meer willen zien en hoe we voortaan anders willen doen. Het wordt gestimuleerd om elkaar aan deze afspraken te helpen herinneren. We gaan te werk via de NO BLAME methode. Deze methode houdt in dat er niet wordt gepraat in termen van ‘schuld’ en ‘onschuld’, maar dat er samen wordt gewerkt aan een oplossing en een nieuwe, betere situatie. Op het moment dat een kind naar ons toekomt en zelf aangeeft dat het gepest wordt, gaan we eerst met dit kind in gesprek. We gaan te werk volgens de volgende stappen: Stap 1: Gesprek met het slachtoffer; Het kind mag haar verhaal doen: vertellen over wie erbij betrokken zijn, wat er is gebeurd en hoe hij of zij zich voelt. Er wordt duidelijk aangegeven dat de schuldigen niet gestraft worden. Vaak is het slachtoffer bang dat als de daders straf krijgen, zij dit weer af zullen reageren op hem of haarzelf. Er wordt duidelijk gemaakt dat de pedagogisch medewerker er alles aan zal doen om het pestgedrag te stoppen. Stap 2: Gesprek met de dader(s); De pedagogisch medewerker gaat in gesprek met de hoofddaders en mededaders. Het slachtoffer is hierbij niet aanwezig. De sfeer tijdens dit gesprek is zo rustig en ontspannen mogelijk. Stap 3: Probleem duidelijk maken; Aan de daders wordt uitgelegt hoe het slachtoffer zich voelt, zonder daarbij verwijten te maken. Stap 4: De verantwoordelijkheid verdelen; Er worden geen beschuldigingen geuit, maar de pedagogisch medewerker benadrukt wel dat de daders er verantwoordelijk voor zijn dat het slachtoffer zich weer goed gaat voelen. Stap 5: De daders naar ideeën vragen; Eén voor één mogen de daders aangeven welke ideeën ze hebben om het slachtoffer te helpen. De pedagogisch medewerker spreekt hierover positieve waardering uit. Stap 6: De verantwoordelijkheid op de daders overdragen; Bij afsluiting van het gesprek draagt de pedagogisch medewerker de verantwoordelijkheid om het probleem op te lossen over op de daders. Er wordt een afspraak gemaakt voor een vervolggesprek om te zien wat er veranderd is. Stap 7: Evaluatie; Na ongeveer een week heeft de pedagogisch medewerker met elk betrokken kind afzonderlijk een gesprek over hoe het gegaan is. Het kan natuurlijk voorkomen dat een kind zelf niet durft aan te geven dat het gepest wordt. De pedagogisch medewerkers houden daarom zelf ook ogen en oren open om eventueel pestgedrag snel te kunnen signaleren en aanpakken.
Afspraken, regels en omgangsvormen
In elke groep zijn regels nodig om het leefbaar te maken en te houden. Daarom hebben ook wij, samen met de kinderen regels opgesteld, zodat de kinderen op een goede respectvolle manier met elkaar om (leren) gaan. Onze eigen omgangsregels staan hieronder beschreven: Wij luisteren naar elkaar; Wij respecteren elkaar; Wij vergeven elkaar; Wij zijn eerlijk; Wij lachen met elkaar, niet om elkaar; Wij lossen ruzies op, door met elkaar in gesprek te gaan. Deze omgangsregels hangen ook op een grote poster in de groepsruimte boven, zodat iedereen er aan herinnerd wordt wat we met elkaar hebben afgesproken.
14
De algemene regels van KMN Kind & Co, die natuurlijk ook voor onze buitenschoolse opvang gelden, staan beschreven in het boekje ‘Welkom bij KMN Kind & Co’.
Rituelen
Er zijn veel gelegenheden in een jaar om bij stil te staan, zoals verjaardagen, afscheid, Sinterklaas, Suikerfeest, Kerst en Pasen. Dit doen wij dan ook en het maakt een jaar overzichtelijk en feestelijk. Het vieren van verjaardagen en feesten versterkt het gevoel van bij elkaar horen. De keuze of we de verjaardag van een kind uitgebreid vieren op de BSO, laten we bij het kind zelf. Sommige kinderen hebben al zo veel verschillende plekken waar ze feest vieren, bijvoorbeeld op school, de sportclub, kinderfeestje enzovoorts dat ze zelf aangeven er geen behoefte aan te hebben. Als een kind het wel leuk vind om zijn of haar verjaardag te vieren, besteden we hier aandacht aan met de hele groep. Op de groep beneden hangt een verjaardagskalender. Ieder kind heeft een eigen ‘bergje’ versiert waarop staan: een foto van het kind, de naam van het kind en de geboortedatum van het kind. Als er een kind jarig is dan wordt de knijper met een Bergbeklimmer op het bergje van het kind vastgemaakt. Hierdoor kunnen de kinderen zelf ook meteen zien wie er wanneer jarig is. Een verjaardag vieren we door na het eetmoment met alle kinderen bij elkaar te komen in de groepsruimte. De jarige Job of Jet mag dan op tafel gaan staan. Er wordt gepraat over de verjaardag, de nieuwe leeftijd en natuurlijk de cadeautjes en verwennerijen. Dan wordt er voor het kind gezongen en mag het kind zijn of haar traktatie uitdelen. Wanneer een kind weg gaat bij de BSO wordt hier, naar behoefte van het kind, aandacht aan besteed. Net als bij een verjaardag, komt de hele groep bijeen na het eetmoment. Het kind mag op de tafel gaan staan en er wordt wat gepraat over de tijd op de BSO en de tijd na de BSO. Vervolgens mag het kind zijn/haar traktatie uitdelen. Natuurlijk is er ook aandacht voor het Sinterklaasfeest. Wat het vieren van het Sinterklaasfeest bij de Bergbeklimmers bijzonder maakt is dat de oudere kinderen van de groep weten al wat meer van ‘het grote geheim over Sinterklaas’, de jongere kinderen nog niet. Er is dan tussen leiding en oudere kinderen een gezamenlijk ‘geheim’, samen maken we het extra spannend voor de jongere kinderen. De ruimte wordt versierd in Sinterklaasstemming. En er worden bijvoorbeeld pepernoten gebakken. Het échte feest wordt vaak gevierd door middel van een spel of gedicht waarin staat dat er een cadeau wordt gevonden voor de BSO. Om het een echt feest te maken wordt er lekkers gegeten en gedronken en Sinterklaasmuziek gedraait. Rond de Kerstdagen worden de ruimtes extra gezellig gemaakt. Er staan kleine kunstkerstboompjes en de ruimte wordt versierd met kerstversiering. Ook wordt er kerstmuziek gedraaid en worden er gezellige activiteiten georganiseerd met het thema kerst en/of oud & nieuw.
Tot slot Wij hopen dat u dit pedagogisch werkplan met plezier heeft gelezen en dat voor u duidelijk is hoe wij binnen BSO Bergbeklimmers werken. Mocht u toch nog vragen hebben, dan zullen onze pedagogisch medewerkers, de senior of de clustermanager hier graag antwoord op geven. Ook tips en adviezen horen wij graag. Dit pedagogisch werkplan zal regelmatig worden besproken binnen de teams en minimaal eens in de twee jaar worden bijgesteld. Met vriendelijke groeten, Team BSO Bergbeklimmers
15
Bijlage:
Voedingsbeleid Na schooltijd gaan de kinderen eerst samen wat eten en drinken. Ook is er een dagelijks gevarieerd aanbod aan fruit. Op lange middagen en tijdens vakantie- en studiedagen verzorgt KMN Kind & Co een lunch. Bij de maaltijd wordt melk, karnemelk of thee gedronken. We verwachten van de kinderen dat zij zelf even hun handen wassen voor het eten. In de vakanties staat er soms wat extra’s op het menu, zoals soep, een knakworstje, wentelteefjes of pannenkoeken. Kortom, een lekkernij. We bieden een standaard voedingspakket; dit pakket wordt periodiek getoetst aan de adviezen van het Voedingscentrum. Op onze website www.kmnkindenco.nl vindt u onze Checklist Voeding. Eten en drinken zijn gezamenlijke bezigheden: in groepjes zitten de kinderen aan tafel en voor iedereen is er tijd en ruimte voor zijn verhaal. De kinderen ervaren zo dat samenzijn en samen dingen doen gezellig is. Het ene kind eet wat sneller dan het andere. Wanneer de meeste kinderen klaar zijn, mogen zij wat anders gaan doen; de rest eet rustig door. Soms kan het kind niet alle boterhammen op bij de lunch; dan is er ’s middags bij het drinken ook nog een mogelijkheid een boterham te nemen. Eten moet te allen tijde leuk zijn. Geen enkel kind wordt gedwongen tot eten. Lust een kind iets écht niet, dan zoeken we naar een alternatief. Dieet/allergie We houden zoveel mogelijk rekening met dieetwensen. Indien een kind allergisch is of een dieet volgt, dan vragen wij u de pedagogisch medewerker hiervan op de hoogte te brengen. KMN Kind & Co houdt zich het recht voor over te gaan tot het opstellen van een aanvullende plaatsingsovereenkomst. We overleggen met u of het nodig is dat u dieetproducten voor uw kind meegeeft. Alleen bij verwijzing door huisarts kunt u de gemaakte kosten voor dieetproducten die gebruikt worden tijdens de buitenschoolse opvang declareren bij de clustermanager (op grond van kassabonnen).