Ruggespraak
2 14 Innovator: een ruwe diamant 20 Opereren aan de poolcirkel 24 De hectiek van de primeuraardappelmarkt
4 Werken aan praktijkoplossing residu-emissie:
Afwachten is geen optie
Relatiemagazine van HZPC • jaargang 17 • nummer 2 • juni 2015
voorspraak
Afsluiting van het jaar 2014/15
• Ruggespraak
Het einde van juni is voor HZPC de periode waarin we het jaar afsluiten en ook volop met het nieuwe seizoen bezig zijn. Bij het afsluiten van het jaar hoort ook het uitrekenen van de definitieve uitbetalingsprijzen voor oogst 2014. Over deze definitieve prijzen bent u geïnformeerd. De gemiddelde prijs voor pootaardappelen in de potermaat over alle klassen voor de HZPC kwaliteit is uiteindelijk nog anderhalve euro (ca. 5%) hoger uitgekomen dan we eind februari hadden geprognotiseerd. Dat is een (te) groot verschil. Achteraf gezien zijn we in februari te voorzichtig geweest. Er waren toen nog zoveel onzekere factoren dat we voor een voorzichtigere benadering hebben gekozen.
2
Een paar zaken wil ik opmerken over deze prijs. • De gemiddelde uitbetalingsprijs die we publiceren geldt voor de pootaardappelen met HZPC-norm. Dit jaar was het percentage aardappelen dat aan de HZPC-norm voldeed, lager dan we de laatste jaren hebben gezien. Daarnaast zijn diverse partijen uit de markt gehaald om kwaliteitsredenen. De betrokken telers krijgen voor deze partijen uiteraard lagere prijzen. Maar eigenlijk betalen we voor matige en slechte partijen nog een te hoge prijs. Er is geen vraag naar matige kwaliteit binnen het merk HZPC. We verkopen NAK-norm aardappelen, als er geen andere opties zijn. De klant verwacht HZPC-norm aardappelen. • HZPC heeft in het afgelopen seizoen belangrijke keuzes moeten maken ten aanzien van de prijsstelling van onze aardappelen. Er zijn aanbieders die het afgelopen seizoen de prijzen bijzonder sterk hebben verlaagd. HZPC heeft gekozen voor een stabiel prijsbeleid. Daardoor hebben we bepaalde orders gemist. Maar kijkend naar het resultaat zijn we blij dat we deze keuzes hebben gemaakt. • De gemiddelde uitbetalingsprijs is dan wel geen 30 euro per 100 kg, maar het komt er dicht bij. Dat is met name verdiend in de landen overzee. In Europa was de markt bijzonder slecht, in die zin dat de vraag veel kleiner was dan in andere jaren. De HZPC-telers in andere Europese landen, waar we alleen voor de lokale markt produceren, profiteren niet of nauwelijks van export naar overzeese landen. Het zal duidelijk zijn dat we daardoor buiten Nederland, afhankelijk van het land, beduidend lagere prijzen uitbetalen dan in Nederland. Dit geeft uiteraard wel enige discussie. • De handel overzee is goed gegaan. In veel landen is het onrustig. Met creativiteit en inspanning lukt het veelal om de producten af te leveren. Maar de gevechten in Jemen
hebben voor ons problemen opgeleverd. Containers waren onderweg toen er ook in de belangrijke havensteden gevechten uitbraken. Deze containers zijn nooit op de plaats van bestemming aangekomen. • De uitbetalingsprijs voor de bovenmaten is, zoals gebruikelijk, gerelateerd aan de prijzen op de consumptiemarkt, en die waren laag dit jaar. Maar desondanks krijgt de gemiddelde pootgoedteler met HZPC-norm aardappelen toch een mooie financiële bijdrage per hectare. Daarmee is het ha-saldo voor de pootgoedteler dit jaar beduidend beter dan voor de consumptieteler. Dit leidt ertoe dat een aantal consumptietelers hun bedrijfsstrategie herijken en de overstap maken naar de pootgoedteelt. Voor de telers ligt momenteel oogst 2014 al in het verleden en is men volop met oogst 2015 bezig. Een jaar met nieuwe uitdagingen. Het areaal pootgoed in Europa is wederom toegenomen. Een groter areaal hoeft nog niet tot een groter aanbod te leiden. Het is voor de markt van groot belang hoe de vraag zich zal ontwikkelen. Dan moeten we vooral kijken naar wat er op de Europese markt gebeurt. We hebben twee belangrijke ontwikkelingen gezien in 2015. a. Er is veel minder areaal consumptieaardappelen uitgeplant in het zuiden van Europa als gevolg van de lage consumptie-aardappelprijzen op het moment van planten. Hierdoor is het aanbod van vroege aardappelen op dit moment veel kleiner dan vorig jaar, waardoor de prijs op een hoger niveau blijft. Dat creëert inkomen voor de telers en vertrouwen om wellicht weer terug te gaan naar een groter areaal in 2016. b. Er is in 2015 bijzonder veel Farm Saved Seed (FSS) uitgeplant en beduidend minder gecertificeerd pootgoed. Dit gaat gepaard met meer of minder succes. De vraag is of de teler die dit jaar voor FSS heeft gekozen volgend jaar hetzelfde gaat doen. Of besluit die teler om weer terug te keren naar gecertificeerd pootgoed? Het succes van zijn teelt en de prijs van de consumptieaardappelen zullen dit bepalen. Momenteel is er een opleving van de aardappelmarkt voor de oude oogst. 2015/16 wordt ook het jaar waarin de certificering in de EU gaat veranderen. Per 1 januari 2016 gelden andere regels in Europa. Daar is het nodige over geschreven. De keuringsnormen worden nog wel per land vastgesteld. Die worden niet geüniformeerd omdat de Europese Commissie de discussie over de invoering van de zaaizaad- en pootgoedverordeningen heeft stopgezet. Maar de naamgeving van de klassen gaat veranderen. Die worden uniform in de EU en bij internationale handel in de EU verliezen de partijen niet meer een klasse. Voor Nederland verandert er niet zo veel, maar aan een aantal veranderingen zal men wel even moeten wennen. Ik wens een ieder veel succes met de kwaliteit van oogst 2015. Gerard Backx
In deze Ruggespraak 4
Afwachten is geen optie
18 De veelzijdigheid van Texel Familie Langeveld combineert
Telers werken aan praktijkoplossing residu-emissie
9
Financieel nieuws
aardappelteelt met hotel
19 HZPC UK Bike Ride voor goede doelen
4
Koers HZPC-certificaten
10 Teelt in beeld Farida
20 Opereren aan de poolcirkel
11 Kent u Huabi Tao? HRM
23 Power to the pieper NAO aardappelpromotie 24 De hectiek van de aardappelprimeurmarkt
11
12 Feestelijke uitreiking kwekersvergadering 13 Wie was Geert Veenhuizen? 14 Innovator Een ruwe diamant
21
HZPC Kantaperuna
23
26 Uit de markt 27 Challenger toert door België
13
28 Een dag uit het leven van Team Finance
16 College van Telers 17 Nieuwe rassen
24
30 Nieuwe medewerkers 14
31 Agenda & Personeel
28
va n de r ed a ctie
Small world... Douwe Lodewijk, communicatiemanager, was samen met zijn vrouw Iet op vakantie op het Griekse eiland Lesbos. Ze lopen in Kalloni, een dorp van ca. 8.000 inwoners, langs een winkel waar je moestuinbenodigheden kunt kopen. Met de Griekse groet ‘Calimera’ lopen ze naar binnen en vragen: ‘Can we have a look around? I am working for a potato company.’ De eigenaar pareert de vraag terstond met: ‘For Haazetpeecee company?’ Verbouwereerd vraagt Douwe: ‘Will you repeat that, please?’ En nu verstaat hij het beter: ‘For Haazetpeecee company!’ en helemaal als hij eraan toevoegt: ‘From Spunta, Mondial and Carlita.’ Is dat niet een binnenkomer? Waarop Douwe weer vraagt: ‘From where do you get the seed?’ De winkelier antwoordt vlot: 'From Agroline from Athens! Douwe weer: 'Do you know our agent, Mr. Bambos?' De winkelier: 'You mean Charalambos Panagis? Yes of course, we know each other for many years. Good people, good quality seeds! Will you please pass him regards from ... Alexiou Mihalis! ’It's a small world where we live in.’ De redactie
3
Telers werken aan praktijkoplossing residu-emissie
Afwachten is geen optie Vanaf 2016 gaan de Waterschappen handhaven op emissie van middelen in het oppervlaktewater rond percelen en rond boerenerven. In het hele land liggen veldproeven tegen emissie, uitgevoerd door het Delta Plan Agrarisch Waterbeheer. HZPC-teler Tineke de Vries uit Hallum doet met vijf collegabedrijven mee aan het onderzoek naar praktijkoplossingen voor ongewenste perceelsemissie op de noordelijke klei.
• Ruggespraak
Pootgoedteler Tineke de Vries: ‘Dit is geen korte termijn proces, we gaan de kop niet in het zand steken.’
4
C SR Afwachten is geen optie voor De Vries. ‘Als we de kop in het zand steken, krijg je steeds meer regelgeving en kunnen we belangrijke middelen kwijtraken. De telers worden zich dat bewust. Er is volop animo om mee te denken over praktijkoplossingen.’ Tineke de Vries, de eerdere voorzitter van het college van telers, is altijd in beweging. Met haar dynamische netwerk binnen HZPC en LTO Friesland is ze betrokken bij tal van projecten waarin ze graag boeren, onderzoekers, scholen en beleidsmensen laat samenwerken. De Vries is, niet zo verrassend dus, ook een van de stuwende krachten achter de oprichting van de Akkerbouwacademie op de noordelijke klei.
Resistentie Thuis, in de pittige klei aan de voet van de oude Middelzeedijk tussen Hallum en Oude Leije boert Tineke met echtgenoot Gosse Jensma. Ze telen dit jaar 42 ha pootgoed voor HZPC: Spunta, Red Scarlett, Desiree, Victoria, Vivaldi, Voyager, Carrera, Innovator en Farida. Daarnaast hebben ze drie ha consumptie gepoot, 50 ha graan, 3,5 ha graszaad, 8,5 ha bieten en 4 ha hoog resistente (zetmeel)rassen tegen AM, voor AVEBE dochter Averis Seeds. ‘De resistente rassen zetten we sinds een jaar of zes in, preventief, en als bestrijdingsmaatregel. Dat bevalt ons goed. We voorkomen chemische grondontsmetting. Die behandelingen zijn vaak minder effectief dan het telen van resistente rassen op percelen met moeheid.’ Met het strategisch planten van resistente rassen raakt Tineke de kern van haar idee over de aanpak van residuen in het oppervlaktewater. ‘Ik denk dat je het probleem aan de voorkant aan moet pakken door als sector te streven naar minder middelen.’ Minder middelen betekent voor de telers nieuwe keuzes maken in raseigenschappen, betere bewaringssystemen en een andere inrichting van het teeltplan. ‘En soms ook een keuze voor andere, ‘groenere’ middelen. Waarom zou je niet eens durven kiezen voor producten die maar 70 tot 80 procent effectief zijn. Wij behandelen Rhizoctonia en luizen tegenwoordig in de rij met de pootmachine. In vol veld spuit je 3 liter per hectare, nu gebruiken we slechts de helft. Het zijn allemaal stukjes uit een groot verhaal. Dit is geen korte termijnproces. Uiteindelijk willen we allemaal de
weerbaarheid van de plant verbeteren.’ Breekpunt bij nieuwe onderzoeken en uitkomsten is de realiteit dat bedrijven steeds groter worden. Als het mis gaat met een oogst, gaat het heel erg mis. ‘Dat moeten we bij het onderzoek steeds voor ogen houden. Wat is een oplossing voor de grote groep? Telers neigen naar risicomijdend gedrag en blijven dus ook preventief middelen toepassen’, aldus Tineke.
Twee fronten De aanpak van residuen-emissie onderscheidt zich op twee fronten: de puntemissie op het erf, bij het schoonmaken van spuit en kisten en daarnaast de perceelsemissie op het veld. De erfemissie is vooral technisch met een aanpassing op het erf op te lossen. Het gaat geld kosten, maar daarin is ook bij te sturen. Met de GPS-ondersteuning is tegenwoordig heel precies de dosering te berekenen. Van de machineschoonmaak komt nagenoeg geen residu meer. ‘Dat is de milieuwinst van precisielandbouw. Het is een keuze die je als teler zelf maakt. Wij komen niet meer met restmiddelen thuis, alles wordt aangewend op het perceel. Water uit de schoonwatertank is al door de spuit geweest, voordat we het perceel verlaten. Maar het kisten wassen loopt ons nu wel voor de voeten. Als je 1000 kisten wast, 50 per uur, dan komt er echt heel veel water vrij.’
Creatieve gracht De Vries had al een creatieve oplossing om de afgedamde gracht rond de boerderij als opvangbassin te gebruiken. Een technische voorziening met beluchting zou de middelen dan kunnen afbreken, voordat het spoelwater terug kan naar de boezem. ‘We werken nog aan dat idee, maar ik vrees dat het Waterschap het niet zomaar afdoende vindt.’ Wellicht wordt het alsnog een kostbare technische oplossing. De aanpak van perceelsemissie, de middelen die van het land afspoelen, is veel lastiger en weersafhankelijk, stelt Tineke. ‘De precisielandbouw zal daar ook op aansluiten. Sensortechnologie ontwikkelt zich snel. We krijgen door te meten steeds meer data beschikbaar en dat moet kennis opleveren. Het is aan de telers die technologie te koppelen aan de praktijk.’
Veldproeven perceelsemissie Klaas Jan Jensma uit Hijum is één van de vijf telers die met Tineke de Vries meedraait in de praktijkproeven tegen perceelsemissie. Hij heeft onder meer op de kopakker een compostgreppel getrokken. Het water dat tussen de ruggen door naar het einde van het perceel loopt, bezinkt in de compostgreppel, de residuen worden door de compost afgebroken, waarna de greppel uitlekt in het oppervlakte water. ‘De middelen in de pootgoedteelt zijn al snel normoverschrijdend voor het Waterschap’ verklaart Tineke. ‘Wij zoeken met deze proeven naar heel praktische oplossingen die telers gemakkelijk kunnen toepassen. Met deze greppel passen we het principe van de phytobac toe op het open veld.’
De 'emissie'-greppel voorlangs, wordt door een medewerker van SPNA Kollumerwaard gevuld met compost.
>> 5
>> Phytobac principe Het principe van de phytobac, ontwikkeld door Bayer Crop-Science en Beutech Agro, is afgeleid van het biobed. De producent van phytobac beschrijft dat de werking is gebaseerd op actief bodemleven. Het bed is een mengsel van stro en aarde. Deze aarde is afkomstig van de toplaag van de percelen van het eigen bedrijf. De toplaag bevat bodemleven dat al gewend is aan de gewasbeschermingsmiddelen die het bedrijf gebruikt.
Grootste uitdaging bij de veldproeven is de exacte route van het water te vinden en de toestand waarin het water de sloot bereikt. Zowel het water uit de drains als het water uit de compostgreppels wordt in deze proef bemonsterd. ‘Wij hebben op sommige percelen ook ‘Transformer’ toegepast, een grondconditioner die de indringing en de hechting aan de grond bevordert. De meningen over deze toepassing zijn nogal verdeeld, daarom willen we het resultaat direct mee onderzoeken. Uiteindelijk willen we dat elk toegediend middel doelmatig werkt, op het perceel blijft en niet wegspoelt.’
Aeres in Dronten bouwt schakelbare spoelplek Ton Kempenaar van Aeres praktijkcentrum in Dronten wil voor eens en altijd een oplossing voor het spoelwater. Hij bouwt een spoelplaats die bestaat uit twee gescheiden compartimenten, gekoppeld door een driewegkraan. De fundering van de nieuwe wasplaats met zuivering is onlangs gelegd. Het afbouwen is nog in ontwikkeling.
Waterdammen Tussen een deel van de ruggen zijn overdwars aarden wallen van 5-8 cm hoogte opgeworpen om een te snelle afwatering af te remmen. In Limburg wordt deze vorm van extra waterberging al decennia lang gebruikt tegen erosie. Onder meer in de consumptieteelt. De praktijkproef moet uitwijzen of dit ook in de pootgoedteelt werkbaar is. Pootgoedtelers moeten voor de selectie veel vaker tussen het gewas door rijden. De greppels zijn met al die dwarse dammen beslist geen comfortabel rijspoor. En blijven ze heel en functioneel? ‘Alleen wanneer het werkbaar is zal de grote groep er ook aan willen. Dat is voor ons de uitdaging van dit soort op praktijkgerichte veldproeven.’ Meer info: www.deltaplanagrarischwaterbeheer.nl
Kempenaar is directeur van het landbouwbedrijf van Aeres. ‘Vooropgesteld: wij zijn geen pootgoedtelers en hoeven geen grote hoeveelheden kuubskisten te reinigen. Maar we moeten wel de piekbelasting van vervuild spoelwater op het erf op kunnen vangen.’ Het begint ermee de hoeveelheid te zuiveren water beperkt te houden. Hij koos voor een tweedeling in spoelwater. Als een trekker wordt afgespoten vanwege grondresten loopt het water naar een gangbare slibvangput met olie- en vetafscheider, die het water doorvoert naar het oppervlaktewater. Echter, als de spuitmachine, terug van het veld, wordt gereinigd, komt het water uit een groot voorraadvat. Zodra deze koppeling aan het vat plaatsvindt, schakelt de driewegkraan automatisch de andere kant op naar de tweede put met emissiezuivering. De automaat is een borging, zodat het nooit mis kan gaan.
• Ruggespraak
Heliosec
6
Tekst en foto’s: Jacob de Hoop, deeltijdboer en auteur van 'Boeren met Smaak'.
Over de definitieve zuiveringsmethode is Kempenaar nog niet uit. Het Waterschap kan residuen van middelen genadeloos na jaren soms nog aantreffen. Zijn overwegingen zijn ernstig. ‘De Phytobac vind ik voor Aeres een behoorlijk kostbaar en groot systeem. Ik denk dat een compacte zuivering zoals de Heliosec van Syngenta wel een praktisch boerensysteem is dat meer in de richting komt. Uiteindelijk moet ieder een eigen capaciteitsberekening maken van hoeveel water je gebruikt en hoeveel je in kunt dampen. Mijn gedachte is dat de meeste pootgoedtelers richting wasinstallaties gaan die water meerdere keren hergebruiken.’
Mechatec wast en ontsmet kisten zonder restwaterlozing Henk Petter van Mechatec BV (Tollebeek) loopt al sinds 1995 mee in de kistenwasserij. Hij heeft een kistenwasser ontwikkeld die het restwater niet loost, maar die al het water na het wassen van de kisten zuivert en hergebruikt. De Waterschappen en Wageningen UR PPO Lelystad volgen hem met grote belangstelling. Ook de NVWA kijkt mee. Zijn reiniger draait dit jaar bij PPO Akkerbouw mee in het onderzoek van Jan Lamers naar het uitschakelen van residu-resten in kuubskisten. Heeft Mechatec de oplossing? Heeft Mechatec de oplossing? ‘Ja, ik denk het wel’, zegt Henk Petter. Proefopstellingen op verschillende locaties sporen momenteel de laatste technische kinderziekten op. Zijn oplossing komt niet zomaar anno 2015 uit de lucht vallen. ‘Ik werk vanaf 1995 mee in de kistenwasserij, maar sinds 2004 hebben wij het kistenwassen verder ontwikkeld. Vanaf dat moment zoek ik naar steeds compactere zuiveringsmethoden, die het wassen in een gesloten systeem bij kunnen houden. Als je 15 kuub water per uur gebruikt om de kisten te wassen, moet je tegelijk ook 15 kuub water per uur kunnen zuiveren. Tenzij je grote bezinkbassins achter de hand hebt, is het bijhouden van de wasser de grootste uitdaging.’ Mechatec ging vooral te rade bij aardappelfabrieken en publieke rioolzuiveringsinstallaties om ervaring en kennis van waterzuivering te vergaren. Meerdere voetangels en klemmen kom je dan tegen. Elk systeem met hergebruik van water loopt kans een besmetting te recirculeren. Dat is het laatste wat je wilt, vandaar dat wassen en ontsmetten in één werkgang de beste methode is.
het residu. De afbraak van het residu is ons volgende vraagstuk. Daarvoor zijn we al in gesprek met verschillende fabrikanten. Ik ben geen chemicus, maar het begin van de oplossing ligt bij de samenstelling en de manier van aanwenden van die middelen.’ Een beetje chemicus is Petter inmiddels wel. De gecontroleerde menging van het desinfectiemiddel in dit systeem is cruciaal, vertelt hij. ‘De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) wil namelijk aantoonbaar kunnen meten hoeveel middel per kuubskist is aangewend.’ Mechatec werkt met een gesloten systeem. Hij hoeft het gebruikte water dus nooit te lozen. ‘Sterker nog, ik kan het water bij de teler in een tank van 1000 ltr (IBC) achterlaten en het bij volgende bezoeken steeds opnieuw gebruiken.’ Op verschillende locaties worden de wassers uitgetest. Klankgroepen van onder meer enkele HZPC-telers kijken mee. Technisch gezien lijkt het systeem te werken. Het systeem word volop getest. Aankomend jaar gaat Mechatec ermee de boer op.
Afbraak Het kisten reinigen kost gemiddeld zo’n 15 kuub water per uur. De uitdaging is om die hoeveelheid van 15 kuub terug te brengen naar een of twee kuub. ‘En dat is nu gelukt. We jagen één kuub water 15 keer per uur in het rond. De grove fracties van modder en plantdelen worden eruit gefilterd tot je een waterkwaliteit overhoudt die met een desinfectiemiddel de kist helemaal vrij maakt van besmetting. We voorkomen de emissie van
7
Waterlooponderzoek Kollumerwaard Op proefboerderij SPNA in de Kollumerwaard voert Thomas Pollema onderzoek uit op meerdere objecten, die deels aansluiten bij de veldproeven van Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Pollema is dagelijks op deze proefboerderij voor de noordelijke akkerbouw. In zijn hart is hij vooral veredelaar. Hij doet thuis op het familiebedrijf in Oude Leije aan stamselectie voor HZPC.
‘Volgend jaar willen we ook andere planten zaaien om het effect van afbreken van residuen te kunnen vergelijken.’
• Ruggespraak
‘Bij deze proeven in de Kollumerwaard meten we vooral de hoeveelheid afspoeling. We gaan dit jaar geen residuen meten. Grote vraag is hoe de waterstromen op aardappelpercelen lopen onder verschillende omstandigheden.’ Er zijn zes verschillende ‘objecten’ aangelegd naast een gangbare nulmeting. De meest opvallende is het perceel waarin, net als bij Tineke de Vries en haar buurman, de geulen tussen de ruggen door dammetjes worden onderbroken. Ze remmen het water. ‘Op het perceel met de dammetjes tussen de ruggen willen we meten hoeveel water wordt geremd, maar ook wat de gevolgen onderin de rug zijn. Het is niet voor niks dat telers hoge ruggen en greppels maken om het water snel af te kunnen voeren. We hebben de dammetjes van 5-8 cm dit eerste jaar niet te hoog gemaakt.’
8
Het tweede object bestaat uit gangbare ruggen, waarbij met een lange pen de bodem van de geul tussen de ruggen is doorkliefd. Zo kan het water direct wegzakken. In het derde object is de grond behandeld met een bodemconditioner, die de middelen langer vasthoudt. De kosten van zo’n conditioner bedragen ongeveer 150 euro per hectare. ‘We zijn erg benieuwd of deze grond niet teveel vocht vasthoudt en wat deze grond doet als ze verzadigd raakt.’
Het vierde object bestaat uit vaste rijpaden op 3 meter 20, waartussen de ruggen op onbereden grond liggen, zodat ze maximaal water en middelen kunnen bufferen. Dit kost elke vier ruggen 20 cm grond die niet beteeld wordt.
Biodiversiteit De kopakkers (object 5) zijn met graszaad ingezaaid tot FAB randen, een Functioneel Agro Biodiversiteits rand, als zes meter brede buffer op het eind van het perceel. ‘Dit jaar hebben we een mengsel van grassoorten en haver gezaaid’, vertelt Pollema. ‘Volgend jaar willen we ook andere planten zaaien om het effect van afbreken van residuen te kunnen vergelijken.’ Net als bij de veldproeven van het Deltaplan Waterbeheer zijn op het eind van de ruggen, enkele meters compostgreppels aangelegd (object 6), waardoor het water naar de sloot leidt. Plastic emmers zijn na het poten bij de sloot en op het diepste deel van de ruggen ingegraven om de waterafspoeling te kunnen meten. De veldproeven worden gefinancierd vanuit de Europese TOPPS projecten tegen emissie, provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân. Thomas hoopt op 7 juli, bij de open dag van SPNA de eerste vergelijkende resultaten te kunnen tonen.
fin a ncieel nieuw s
'Waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien.' De belangstelling voor het HZPC certificaat is tijdens de laatste handelsdag vertaald in wederom een maximale stijging van 10%. Deze maximale stijging geeft per mei 2015 een koers van 113,15 euro per certificaat. De vraag naar 14.821 certificaten kon slechts met een aanbod van 8.202 certificaten worden beantwoord. De koers van het certificaat is in vijftien jaar tijd met maar liefst 471 procent gestegen. Het verloop van de waarde van het certificaat en de handel is in de grafiek afgebeeld. Ook dit jaar is het vertrouwen van onze certificaathouders in de HZPC-organisatie groot. De samenwerking met onze kwekers en telers in de wereldwijde pootgoedmarkt wordt vertaald in dertien keer de
mail, per fax, of per telefoon. Naast het feit dat dit extra zorg en controle vraagt voor een juiste en tijdige verwerking, brengt dit natuurlijk ook extra kosten met zich mee; zowel voor de vereniging als voor de kopers en verkopers. De directie is voornemens een onderzoek te doen om te zien hoe dit percentage kan worden verhoogd.
60000
€ 120
55000 € 100
50000 45000
€ 80
40000 35000
€ 60
30000 25000
€ 40
20000 15000
€ 20
10000 5000
€0
koers
maximale koersstijging in de afgelopen jaren. Vanaf de introductieprijs van omgerekend 24 euro in 1999 naar een waarde van 113,15 euro nu, is een teken van vertrouwen van de certificaathouders in de strategie van de onderneming. Of, zoals de kop hierboven aangeeft: 'Als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden.' Opvallend deze handelsdag is dat wederom een lager percentage (13%) certificaathouders hun orders via de internetportal van de RABO heeft ingeleverd. Het merendeel van de kopers en verkopers kiest er nog steeds voor hun orders in te leveren per
vraag
14/15
13/14
12/13
11/12
10/11
09/10
08/09
07/08
06/07
05/06
04/05
03/04
02/03
01/02
00/01
99/00
0
aanbod
Als gevolg van een moeizame pootgoedmarkt in Europa wordt in juni over oogst 2014 een lagere pootaardappelprijs vastgesteld dan voorgaande jaren. Teeltopbrengsten per hectare voor oogst 2014 zijn over het algemeen genomen lager dan in de voorgaande jaren. De eerstvolgende beursdag organiseert HZPC op 13 november 2015. Doet u weer mee? Dan het liefst via het internet uw orders opgeven! Herman D. Heijtmeijer, CFO (a.i.)
9
p r o ductie N e d e r l a n d
Teelt in beeld:
Farida Farida (RZ 91-2313 x VDW 87-36) is een middenlaat ras met een hoge opbrengst en grove knollen, bestemd voor de traditionele markt.
Maatschap W. Talsma bestaat uit vader Wiebren, moeder Etty en zoon Sieger. Het is de vierde generatie Talsma die op de boerderij aan de Seepmawei, vlak buiten Ternaard, woont. Samen met de nieuwe HZPC-buitendienstmedewerker, Rein Spoelhof, zitten we op een mooie dag in mei aan de koffie met lekkere koek en al snel gaat het natuurlijk over aardappelen en met name over Farida. Het pootgoedareaal van ca. 50 ha, dat bestaat uit Evora, Fabula, Innovator, Spunta, Sylvana en natuurlijk Farida, wordt in een 1 op 3 rotatie geteeld op eigen bedrijf en op huurland in de omgeving. Het is een gesloten bedrijf met productie vanuit miniknollen. Na vier generaties wordt het pootgoed afgeleverd. Bewaring en groei De miniknollen worden uiteraard met de hand gerooid en de tweedejaars stammen met een stammenrooier. De eerste- en tweedejaars stammen worden in kiembakken bewaard, oudere stammen worden bewaard in kisten in een Ethyleenkoeling op een temperatuur van 5 graden, oplopend naar 7 graden in het voorjaar. Medio februari wordt Farida in kiembakken onder een luifel buiten gezet, nadat ze zijn behandeld met Moncereen Pro. Vanwege het grote knolaantal is dit ras ook geschikt om uit te poten op zwaardere percelen. De pootaardappelpercelen worden in de herfst geploegd, meestal met gerst als voorvrucht. De ruggen worden voor het poten gefreesd, waarna Farida wordt gepoot op een diepte van 17 cm, iets boven het maaiveld. Tijdens het poten wordt Amistar gebruikt als knolbehandeling.
• Ruggespraak
Bemesting De bemesting bestaat uit 22 kg Fosfaat (Fertiphos), 235 kg kali (300 kg kalisulfaat na het poten en 150 kg tijdens de knolzetting) en 110 kg stikstof (300 kg Entec bij het poten en 250 kg N-XT tijdens het opfrezen). Dit nog relatief jonge ras lijkt iets meer stikstof te vragen dan Spunta.
10
Opbrengst Als Phytophthora-middel wordt eerst Revus gebruikt, gevolgd door Ranman Top en gecombineerd met minerale olie. Dit vanwege de virusgevoeligheid van Farida. Ook wordt elke twee weken een luizendoder gebruikt door Talsma. De virusgevoeligheid is groter dan van Spunta. Farida wordt volvelds doodgespoten met een combinatie van Reglone en Spotlight,
Bedrijfsgegevens • Firma W. Talsma
• Waarvan 5 ha Farida
• 53 ha pootgoed
• 18 tot 35% afslibbaar
maar wordt op een later tijdstip wel geklapt in combinatie met een nabespuiting met Finale. De opbrengst van dit ras ligt hoger dan van Spunta. Na het doodmaken wordt minimaal drie weken gewacht voordat er geoogst wordt. De bewaring van dit ras vindt plaats in kisten en er wordt Diabolo toegepast tijdens het inschuren. Aandachtspunt is de zwarte spikkel: Farida lijkt hier gevoelig voor. Aandachtspunten Als reden om Farida te telen noemen de heren Talsma de hoge opbrengst en de hoge schurftresistentie. Als aandachtspunten worden genoemd: het voorkomen dat Farida te vroeg afsterft vanwege het hoge knolaantal. Ook zijn virus-gevoeligheid wordt genoemd als aandachtspunt. Helaas heeft Farida geen resistenties tegen AM. Bennie Huizenga, buitendienstmedewerker
HRM
Kent u Huabi Tao? Of kent u misschien Noa Mintz, Jack Ma, Larry Page, Angela Ahrendts, Richard Brandson of Anna Brunila? Nee? Het zijn enkele namen van grote leiders die werden genoemd door de groep internationale studenten die HZPC op 24 april bezocht. Leiders die zij zien als hun voorbeeld. Wat maakt deze leiders zo uniek? Wat maakt hen tot de gewenste leiders voor de toekomst?
Tijdens de dag die HZPC - inmiddels voor het derde jaar op rij - organiseerde voor studenten van Stenden Hogeschool in Leeuwarden, zijn we op zoek gegaan naar de antwoorden op bovenstaande vragen. Daaruit komt een diversiteit aan persoonlijkheidskenmerken naar voren. Bovenstaand de eigenschappen die de jonge generatie bewondert in hun grote voorbeelden. Waarom een dag met studenten? We vinden het belangrijk om aansluiting te houden met de toekomstige generatie werknemers, afnemers, toeleveran-
ciers, etc. Daarom zijn we geregeld aanwezig bij carrièredagen, organiseren we bijeenkomsten of bieden we jaarlijks vele mogelijkheden voor stages en opdrachten. Tijdens de dag met Stenden-studenten lag het accent op kennisuitwisseling. Het programma bestond dit jaar uit onze visie op internationalisering, verschillende culturen en leiderschap. Verschillende HZPC-collega’s hadden hierin hun inbreng. Omgekeerd hebben wij waardevolle input van de studenten gekregen. Al met al een zeer leerzame dag voor beide partijen! Koenraad Witteveen, manager HR
11
c o llege va n k we k e r s
Feestelijke uitreiking op kwekersvergadering Het is mooi weer en veel mensen hebben het druk, daarom is de nieuwe voorzitter, Aart Doppenberg, blij met alle aanwezigen die deze woensdag 18 maart toch zijn gekomen. Doppenberg doet allereerst verslag van het overleg dat het college van kwekers met de directie van HZPC heeft gehad. Een belangrijk punt van overleg zijn de licentie-inkomsten die kwekers ontvangen over de verkoop van pootgoed van rassen die zij gekweekt hebben. Daarnaast heeft het college het initiatief genomen om niet alleen een tweejaarlijkse buitenlandse excursie te organiseren, maar om nu ook in eigen land een bezoek te brengen aan een interessant bedrijf. Een excursie van één dag in het drukke seizoen geeft voor meer kwekers de ruimte hieraan deel te nemen.
• Ruggespraak
Vanuit het kweekbedrijf wordt de stand van zaken toegelicht met betrekking tot het merker-onderzoek. Daarnaast leven bij de kwekers veel vragen omtrent het Nagoya Protocol en de regelgeving van de NVWA over het PSTVd pospiviroïde, waarover al een artikel in de Ruggespraak van maart 2015 stond. Na de koffiepauze houdt mevrouw ir. Doretta Boomsma, programmaleider Plant Pathology, een presentatie over aardappelziekten en de resistentietoetsen die bij HZPC worden uitgevoerd.
12
1
2
3
4
Feestelijke uitreiking Henk Visser, veredelaar bij HZPC R&D, mag een aantal kwekers een bokaal uitreiken vanwege het heuglijke feit dat hun ras op de rassenlijst is gekomen. • De heer Hiddema krijgt een bokaal voor zijn ras Fortus, • De heren Van der Werff voor hun ras Panamera, • De heer Heringa voor het ras Heraclea en • Ronald Hutten, van Universiteit Wageningen-vakgroep plan tenveredeling, ontvangt de bokaal voor het ras Double Fun. Voor Ronald Hutten was dit een grote verrassing, want hij dacht aanwezig te zijn voor het uitreiken van twee borden van het Geert Veenhuizen Fonds. Hij reikte deze borden uit aan: • Aart Doppenberg, die de rassen Paloma, Jupiter en Volumia heeft gekweekt en • de heer Scholtens met het ras Sylvana, een zeer succesvol ras op de rassenlijst. Met de gelukwensen en een grote bos bloemen van HZPC was het een zeer geslaagde HZPC-kwekersvergadering. Henk Visser, veredelaar R&D
Vierdubbel fun: Henk Visser reikt de bokalen uit aan: 1. de heer Hiddema voor Fortus, 2. de heren Van der Werff voor Panamera, 3. de heer Heringa voor Heraclea en 4. Ronald Hutten ontvangt de bokaal voor het ras Double Fun.
R&D
Wie was Geert Veenhuizen? Geert Veenhuizen werd op 18 november 1857 in Noordbroek in Groningen geboren. Zijn vader, Berend Ebels Veenhuizen, was stuurman op de grote vaart. Geert bezocht de lagere school in zijn geboorteplaats en kreeg, zoals destijds bij meer begaafde leerlingen gebruikelijk was, privélessen van het hoofd van de school. Op dertienjarige leeftijd verliet hij de school en ging hij in de leer bij een boomkweker te Noordbroek. Veenhuizen bleef daar, met een jaar onderbreking wegens vervulling van de militaire dienstplicht, tot zijn drieëntwintigste jaar. Gedurende deze tien jaren onderwees de doopsgezinde predikant ds. B. ten Bruggencate hem in de plantkunde en de Latijnse nomenclatuur (systematische naamgeving van planten). Daarna trad hij enige tijd in dienst bij een kweker in Gouda en vervolgens te Boskoop, waar hij de intensieve tuinbouw leerde kennen. In 1882 trouwde Veenhuizen met kwekersdochter Jantje van der Wijk. Hij volgde zijn schoonvader op als eigenaar van een bloemen boomkwekerij in Sappemeer, waar hij in korte tijd het bedrijf moderniseerde. Nieuwe vaste planten en sierheesters werden ingevoerd, de hoeveelheid plat glas (broeibakken) werd uitgebreid, terwijl tevens een nieuwe kas werd gebouwd. Ook maakte hij weldra naam als tuinarchitect, die zich specialiseerde op het aanleggen van tuinen bij boerderijen. Alle voorwaarden waren dus aanwezig om te verwachten dat Veenhuizen een goede carrière als boomen bloemkweker tegemoet zou gaan. Maar niets is minder waar.
Tijdens zijn veertigjarig kwekerschap heeft hij duizenden nieuwe rassen gekweekt. Aardappelen uit zaad Tijdens de vergaderingen van de landbouwvereniging 'Borger en Tripscompagnie en Kleinemeer' werd zijn interesse gewekt voor het kweken van meer productieve aardappelrassen. Dat kwam mede omdat in die tijd ook de aardappelzetmeelindustrie, onder leiding van W.A. Scholten, in de veenkoloniën in Oost-Groningen tot volle bloei kwam. In 1889 besloot de landbouwvereniging een variëteitenproefveld aan te leggen, waarvan de leiding aan Veenhuizen werd opgedragen. Sedert 1903 was hij cultuurchef van het Centraal Proefveld te Sappemeer, dat onder meer met steun van het Rijk werd aangelegd. Als eerste in Nederland werd door hem aardappelen uit zaad gekweekt, dat verkregen was door kunstmatige kruising. Tijdens zijn veertigjarig kwekerschap heeft hij duizenden nieuwe rassen gekweekt. Het overgrote deel daarvan werd, na enige jaren op opbrengst en kwaliteit te zijn onderzocht, weggedaan, maar niet minder dan 94 rassen bleken geschikt voor de praktijk en werden in de handel gebracht. Zijn rassen Eigenheimer, Thorbecke, Rode Star, Bravo en Paul Krüger maakten zo'n opgang, dat in de jaren '20 en '30 dikwijls meer dan de helft van het aardappelareaal in Nederland uit kweekproducten van Veenhuizen bestond. Bovendien werd zijn pootgoed naar tal van andere landen uitgevoerd. Pas na de Tweede Wereldoorlog werden zijn rassen door nieuwe rassen verdrongen, maar som-
Een mooi Geert Veenhuizenbord voor de heer Scholtens (links) en Aart Doppenberg.
mige mensen zweren nog steeds bij Eigenheimer of Rode Star. Veenhuizen overleed in 1930. Veel straten herinneren nog steeds aan hem. Met name in Oost-Groningen, maar ook Sint Jacobiparochie in Friesland heeft een Geert Veenhuizenstraat. Met recht wordt hij de Nederlandse pionier van het kweken van aardappelrassen genoemd. Geert Veenhuizen Fonds In 1957 werd de honderdste geboortedag van Veenhuizen herdacht met een symposium. Ook werd het Geert Veenhuizen Fonds (GVF) opgericht om hedendaagse succesvolle kwekers te eren. Sindsdien ontvingen ca. 100 kwekers de onderscheiding. Het fonds onderscheidt kwekers met een Makkumer bord. De criteria om hiervoor in aanmerking te komen zijn: 1) een kweker moet ten minste 25 jaar actief kweker zijn in het kweken van nieuwe aardappelrassen; 2) hij moet ten minste één ras op de Nationale Rassenlijst of de Europese Rassenlijst hebben. Bronnen: Instituut voor Nederlandse Geschiedenis - VEENHUIZEN, Geert (1857-1930) De grote aardappelkweker Geert Veenhuizen 1857 - 1930
13
Innovator, een ruwe diamant De echte aardappelliefhebber is het vast opgevallen dat het afgelopen najaar paginagrote advertenties van McDonald’s in De Telegraaf en in Libelle stonden met als kop 'Een ruwe diamant'. Innovator werd hierbij groot afgebeeld als een ruwe diamant. In de advertentie wordt beschreven hoe van Innovator de mooiste Franse frietjes worden gemaakt. Hoe als het ware de ruwe diamant Innovator wordt bewerkt en geslepen tot de juiste Franse frietjes voor het bekende McDonald’s kartonnetje. Een mooi moment om Innovator eens onder de loep te nemen: hoe is Innovator ontstaan, welke ontwikkeling heeft Innovator doorgemaakt en welke mondiale plaats neemt het ras in.
Een ruwe diamant Deze aardappel is het begin van iets moois: een Frans Frietje van McDonald’s. Het is dan ook geen gewone aardappel, maar een aardappel uit een speciaal geselecteerd ras: de ‘Innovator’. Na een nauwkeurige selectie wordt deze aardappel gewassen, geschild, gesneden, geblancheerd en gebakken in 100% plantaardige olie, een combinatie van zonnebloemolie en raapzaadolie. Van ‘t land tot restaurant wordt hij meerdere malen streng gecontroleerd op vele kwaliteitskenmerken zoals vorm, kleur, krokantheid en smaak. Pas daarna mogen de frietjes zichzelf Franse Frietjes van McDonald’s noemen. Trouwens, de zorg die we besteden aan onze Franse Frietjes, besteden we aan al onze producten. Dat doen we al sinds de oprichting door Ray Kroc in 1955. Heb je vragen over onze producten en ingrediënten? We beantwoorden ze graag op mcdonalds.nl/meerweten
© 2014 McDonald’s
• Ruggespraak
Ontstaan: het begin van iets moois
14
De creatie van Innovator was een bijzonder proces. We spreken hier over begin jaren '90. De kloon met als nummer RZ-892693 had een bruine 'russet'-schil. In Europa werd in die tijd heel vreemd aangekeken tegen rassen met die schilkleur. Naast de aloude Russet Burbank, die een zeer beperkt marktaandeel had, waren er geen rassen met dezelfde russet schil. Op de versmarkt is deze schilkleur buiten Noord-Amerika (nog) niet gewenst en vanuit dat perspectief bekeken leken de kansen in Europa beperkt. De kloon kreeg de naam Innovator. Met deze naam wordt de link gelegd naar vernieuwen; vanwege het bijzondere uiterlijk van de knol, de resistenties tegen Globodera Pallida en de bijzondere eigenschappen voor frites. Innovator is ontstaan uit een kruising tussen een ras uit Noord-Amerika en een kloon uit Europa. Een combinatie van het beste uit twee werelden. In een vroeg stadium in de beproeving viel de kloon RZ-89-2693 al op en werd het testen en beproeven geïntensiveerd. Hierdoor kon de ontwikkelingstijd voor het ras worden
verkort en binnen een tijdsbestek van acht jaar was de beproeving afgesloten en werd overgegaan tot commerciële teelt.
Pootgoedopbouw Toen eenmaal duidelijk werd dat Innovator een grote markt zou kunnen bedienen, moest het pootgoedareaal worden opgeschaald. Er werd grootschalig ingezet op de productie van miniknollen om het areaal snel te kunnen laten groeien. In die periode was het nog niet zo vanzelfsprekend om miniknollen te gebruiken en de pootgoedproductie was ook niet echt gemakkelijk. Vanwege het lage knolaantal was het in de eerste jaren erg moeilijk om een redelijke pootgoedoogst te krijgen. Dankzij het gebruik van veel pootgoed per hectare en teelttechnische maatregelen is de pootgoedopbrengst per hectare flink toegenomen. De opbrengst verschilt echter nog steeds aanzienlijk per teler. De laatste pootgoedvermeerdering - voordat het pootgoed wordt gebruikt voor consumptieteelt - wordt lokaal gedaan in de gebieden waar de fritesproducenten hun fabrieken hebben staan.
r a s o ntwi k k eling s ect o r f r ench f r ie s
'Daar waar andere rassen zeer sterk reageren op wisselende omstandigheden is Innovator toch wat meer flexibel' 'Ieder nadeel heb zijn voordeel'
Mondiale expansie
De ontwikkeling van Innovator in Nederland werd positief beïnvloed door het feit dat het ras resistenties bezit tegen Globodera Pallida. In met name de Flevo- en de Noordoostpolder, daar waar veel fritesaardappelen worden geteeld, was er grote vraag naar een fritesaardappel die deze eigenschappen heeft. Veel telers hadden percelen met een forse besmetting met het aaltje Globodera Pallida. Innovator was het eerste ras in deze categorie dat hiervoor resistenties heeft. Een bekend Cruijffiaans citaat is 'Ieder nadeel heb zijn voordeel', maar voor Innovator zou je het om kunnen draaien en zeggen 'ieder voordeel heb zijn nadeel'. Wat was namelijk het geval: vanwege de resistenties van het ras werd Innovator in het begin veelal ingezet als een medicijn. Het werd geteeld op percelen met een grote besmetting en een hoge aaltjespopulatie. Dit had tot gevolg dat het zwakke wortelgestel van Innovator veel schade ondervond van deze aaltjes en de potentiële opbrengstcapaciteit lang niet werd benut. In deze situaties was de opbrengst veelal rond de 40 ton per hectare, terwijl opbrengsten van 60 ton per hectare onder goede omstandigheden haalbaar zijn. Ook werd de kwaliteit negatief beïnvloed omdat de knollen hierdoor kleiner bleven, wat niet geschikt is als er lange frites gewenst zijn.
Samen met onze partners van de fritesindustrie is de ontwikkeling van Innovator wereldwijd voortvarend aangepakt. Buiten Europa waren al snel de continenten Zuid-Amerika en Oceanië aan de beurt waar Innovator een prominente positie heeft verworven. Daarna volgden Noord-Amerika, Afrika en Azië. Met name in China zien we een sterke groei van de verwerkende industrie voor frites en Innovator groeit uitstekend in het Chinese klimaat. De mondiale expansie van Innovator is voor een groot deel te danken aan de 'elasticiteit' van het ras in de teelt. Daar waar andere rassen zeer sterk reageren op wisselende omstandigheden is Innovator toch wat meer flexibel. De opbrengst kan wel eens wat lager zijn, maar de kwaliteit van de frites is altijd top. Daarnaast is Innovator een vroeg ras, wat voordelen biedt in veel gebieden in de wereld waar de lengte van het groeiseizoen een beperkende factor is. Van alle frites in de wereld is momenteel ca. 15% gemaakt van Innovator.
Topgrondstof voor een topkwaliteit QSR-frietje In de beginjaren van de commerciële ontdekkingsreis van Innovator is er veel werk verricht om het ras de juiste teeltbegeleiding te geven. Telers waren niet gewend om een dergelijk ras te telen. Om de maximale prestatie te bereiken was het nodig om de teelt aan te passen. Het juiste aantal planten per hectare gecombineerd met een uitgekiende stikstofbemesting en irrigatie zijn noodzakelijk om optimaal te kunnen presteren. Daarnaast was ook de juiste bewaring een uitdaging, zodat ze ook later in het seizoen tot een prima frietje kunnen worden verwerkt. In de verwerking was het intussen niet onopgemerkt gebleven dat deze aardappel met zijn baksteenvorm een perfect frietje voor de QSR oplevert. QSR staat voor Quick Service Restaurant, waaronder bekende ketens zoals McDonald’s, Burger King, en KFC vallen. Deze restaurants serveren de zeer dunne Franse frietjes waarvoor specifieke eisen aan de grondstof gesteld worden. Textuur en krokantheid zijn hierbij van doorslaggevend belang en Innovator bezit hiervoor unieke eigenschappen.
Zoeken, vinden, slijpen en polijsten Zoals ieder ras is ook Innovator niet het perfecte ras onder alle omstandigheden en is er altijd ruimte voor verbetering. De zoektocht naar een nieuwe ruwe diamant stopt nooit. En op het moment dat er weer één gevonden is, begint opnieuw het proces van slijpen en polijsten. Net zolang totdat ook deze aardappel voluit kan schitteren. Martin Jansen Klomp, sectormanager Processing
15
c o llege va n tele r s
Nieuwe ronde, nieuwe kansen
Fascinerend...
Rond deze tijd van schrijven, de laatste dagen voor Pinksteren, worden in het noorden van het land de laatste aardappelruggen opgefreesd. Vanwege het koude (en droge) voorjaar duurt het lang voordat de eerste aardappelen boven komen. Het prille begin van een nieuw groeiseizoen. Een nieuwe ronde met nieuwe kansen. Als college van telers kijken wij gematigd tevreden terug op het afgelopen seizoen. Met de prijzen die in de pootgoedpool zijn gerealiseerd kunnen wij als telers zeker tevreden zijn. Gezien het verloop van het verkoopseizoen, waarbij Europa zich afwachtend opstelde maar de vraag in de overzeese gebieden goed was, kan het percentage verkocht als pootgoed, gemiddeld genoemd worden. Het seizoen voor de consumptiepools daarentegen is desastreus verlopen. Aan het begin van het seizoen waren de prijzen al uitzonderlijk laag en gedurende het seizoen kwam er geen enkele opleving van de markt. Integendeel, de prijzen voor met name de tafelaardappelen gingen gestaag onderuit. Wat de uiteindelijke uitbetalingsprijzen zijn voor deze rassen, Innovator, Challenger, Annabelle en Mozart zal bij het verschijnen van deze Ruggespraak wel bekend zijn. De telers van consumptieaardappelen, al dan niet in poolverband geteeld, hebben intussen een uitnodiging gekregen voor de consumptietelersvergadering, welke gehouden zal worden op woensdag 24 juni bij de ZOS in Emmeloord. Daar krijgt u, als consumptieteler een toelichting op de gerealiseerde poolprijzen en zal het onderwerp 'bewaring van consumptieaardappelen' besproken worden.
• Ruggespraak
De komende periode zal het college van telers zich bezighouden met zowel routinematige als incidentele zaken. Jaarlijks terugkomende items zijn in de komende periode onder andere: de vaststelling van de werkvergoedingen, voorbereiding velddagen, bespreking definitieve telersprijs pootgoed (HZPC en Bonna Terra), rapportage overschotten HZPC-pools ten opzichte van buitenlandse pools en herbenoeming arbiters. Incidentele zaken vragen vaak meer tijd en voorbereiding dan de bovengenoemde onderwerpen. Beslissingen worden vaak genomen voor een termijn van meerdere jaren, zoals de raswaardebepaling. Ook de herijking van de HZPC-norm neemt een langere periode in beslag, omdat dit onderwerp een gedegen argumentatie verdient. U zult hierover ongetwijfeld meer horen in de komende tijd.
16
De natuur heeft soms wonderlijke spelingen. Ad Vrolijk, werkzaam bij R&D, vond deze wel heel oude aardappel met nieuwe spruiten en Roelof Varkevisser legde dit wonderlijke verschijnsel digitaal vast. Dit oude 'besje' had geen IVF behandeling nodig om nieuw leven voort te brengen!
Rectificatie Ging het in de vorige Ruggespraak op het laatste moment toch nog mis met de foto's van de komende en gaande man binnen het college. Afscheid werd er genomen van Durk Bierma en Lieuwe Dijkstra werd in zijn plaats benoemd. Met het plaatsen van de juiste foto's bij de namen hoopt de redactie het te hebben goedgemaakt.
Ondertussen is het selectiewerk alweer begonnen. Het is voor ons allen weer een hele uitdaging om de percelen in de gewenste klasse te houden. Namens het college van telers wens ik u daarbij veel succes. We hopen elkaar op de velddagen weer te ontmoeten. Nanning Giliam, secretaris
Durk Bierma
Lieuwe Dijkstra
Nieuwe rassen FARIDA (VDW 02-171) Betekenis van de naam: uniek • Hoge opbrengst • Geschikt voor 2e teelt • Goede schurftresistentie
• Grove, langovale knollen (Spunta type)
TRADITIONAL
Kweker: Y.P. van der Werff sr. en jr.
ROSI (HZD 02-1499) Betekenis van de naam: vanwege de rose schilkleur TRADITIONAL
Kweker: HZPC
• Goede opbrengst • Regelmatige sortering en knolvorm • Hoog drogestofgehalte
• Goede adapdatie aan weersomstandigheden • Goede resistentie tegen schurft en poederschurft RETAIL FRESH
JENNIFER (BIE 02-1612) Betekenis van de naam: mooie vrouwelijke naam
Kweker: Hans en Karel Biemond
• Geschikt voor de teelt van krielaardappelen • Zeer mooie heldere schil • Hoog knolaantal
• Regelmatige knolvorm en sortering • Vroeg drogestofgehalte
RETAIL FRESH
FORTUS (HID 00-3) Betekenis van de naam: kracht
Kweker: K. Hiddema
• Grove knollen • Zeer sterk ras • Goede opbrengst • Geschikt voor (thuis)frites
• Goede bewaarbaarheid
RETAIL FRESH
HERACLEA (HER 01-61) Betekenis van de naam: naam uit de Griekse mythologie
Kweker: B.H. Heringa
• Uitstekende chipskwaliteit • Niet gevoelig voor knol • Geschikt voor lange phytophthora bewaring • Hoog knolaantal • Nematoden Ro 2/3 resistent
CRISPS
17
De veelzijdigheid van Texel Insiders weten dat op Texel aardappelen worden geteeld, maar voor veel mensen zal dit als een verrassing in de oren klinken. In vergelijking met de andere Waddeneilanden is deze akkerbouwtak voor Texel inderdaad een uitzondering. De aardappelteelt beslaat ongeveer 1.000 hectare, waarvan HZPC ongeveer 450 ha in beslag neemt. De eilanden kennen een eigen bestaansdynamiek, mede door de eeuwenoude strijd tegen de natuurelementen als water en wind en de recreatieve aantrekkingskracht. Nergens anders in Nederland zie je dat de aardappelteelt zo verbonden is met andere sectoren als op Texel. In de toeristische zomermaanden zoeken bedrijven uitbreiding van hun activiteiten om hierop ‘mee te liften’. Waar Texel ongeveer 14.000 vaste inwoners telt, kunnen in het zomerseizoen namelijk tot 47.000 toeristenbedden gevuld worden. Waar de één een aardbeienkraam plaatst voor de fietsende toerist langs de openbare weg of een boerencamping, zal de ander zijn toevlucht zoeken in een gemengd bedrijf met schapen of koeien. Kortom, ’schoenmaker houd je bij je leest‘ is op Texel minder van toepassing. Daarvoor word je te veel meegesleept in de drukte van het toeristenseizoen en in de kansen die daardoor bij de ondernemers voor het grijpen liggen. Illustratief voor bovengenoemde dynamiek van het eiland is de familie Langeveld uit De Cocksdorp, met 150 ha akkerbouw zeker geen kleintje op het eiland. Ze telen o.a. asperges, HZPC Perupas, Hermes en Annabelle. De familie is al tientallen jaren bezig zich ook op andere fronten te manifesteren. Samen met loonbedrijf Van der Star heeft de familie Langeveld opslagbedrijf LCT (Landbouwcentrale Texel, koeling en talentbewaring) opgestart. Daarnaast is het bedrijf depothouder voor Agrifirm (graan in- en overslag, gewasbescherming en kunstmest) en opslaglocatie voor HZPC-emballage.
• Ruggespraak
In 2007 is de familie begonnen met een boerderijcamping (op dit moment met 15 staanplaatsen). Vrijwel gelijktijdig hebben zij het naast de boerderij gelegen hotel van de broer van Langeveld overgenomen met 20 kamers en een zwembad. Na uitbreiding biedt het hotel nu 42 kamers, waarvan vier zeer luxe grand suites, een wellness met zwembad (Spa woolness Texel), een nieuw restaurant en is het hotel ge-upgraded van een driesterren naar een viersterren kwalificatie.
18
Het familiebedrijf is opgesplitst in een akkerbouwtak, onder leiding van zoon Pieter en het splinternieuwe hotel dat door dochter Marianne wordt gerund. Vader Arnold en moeder Annemiek Langeveld zijn als general managers op de achtergrond het perfecte klankbord om de fanatieke jongelingen te coachen waar dat nodig is. Begrijpelijkerwijs is er niet veel sprake van synergie tussen beide bedrijfstakken en de twee medewerkers op het akkerbouwbedrijf staan in schril contrast met de ruim 20 medewerkers in het hotel met restaurant. De relatie met de landbouwtak is echter nooit ver weg.
Arnold Langeveld is de centrale spil in de ontwikkelingen van de afgelopen jaren, niet in de laatste plaats gedreven door de visie die in tal van nevenactiviteiten als bestuurder en organisator ook steeds centraal staat. Marktgericht denken en opereren waarbij kwaliteit voorop dient te staan om continuïteit te waarborgen. Deze ervaring vormt een stevig fundament om de zaken op de thuisbasis op dezelfde manier toe te passen. Eén van de grootste uitdagingen voor de komende jaren is dat de landbouw zich als onmisbare en zichtbare productieschakel op het eiland Texel blijft profileren. Met belangrijke natuurgebieden als de Muy en de Slufter in de nabijheid en het vliegveld en golfbaan naast de deur plus de prominente rol van de recreatie op het eigen erf en het moderne akkerbouwbedrijf, kan de familie Langeveld hier prima uiting aan geven. ’Texel is Nederland op zijn kleinst,‘ aldus Arnold Langeveld, ’het heeft alle facetten in zich van lokaal tot internationaal‘ en in die slotconclusie kan ik mij prima vinden. Johannes Terpstra, exportplanner
HZPC UK Bike Ride voor goede doelen op een HZPC UK heeft haar 10-jarig bestaan s rker ewe med De erd. gevi e bijzondere wijz ke, Roo Jon k, Spin id Dav r, Richard Bake , Stacey Richard Griffith en Natalie Harisson HZPC een ben heb r Bake n Meggitt en Kare le loka e twe voor den gere UK Bike Ride pice Hos e Lodg sey Lind het goede doelen, r. eime Alzh en de stichting
De rit ging van Crowle, in middenEngeland, waar het HZPC UK kantoor is gevestigd, via HZPC Research & Development in Metslawier naar het kantoor in Joure, waar de finish was op maandag 1 juni. De bezemwagen werd bereden door Christopher Baker, de vader van Richard. De route was 420 kilometer lang exclusief de boottocht - en leidde langs vele HZPC-telers in NoordHolland en Friesland. De bike riders kregen een warm onthaal in Metslawier en Joure!
19
Opereren aan de poolcirkel Als internationaal opererende onderneming heeft HZPC momenteel dertien buitenlandse deelnemingen binnen en buiten Europa. De vestigingen Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Polen, Finland, Rusland, Canada, Argentinië en India hebben lokale productie, terwijl de vestigingen in Spanje, Portugal, Italië en China als verkoopkantoor opereren. In ’Ruggespraak’ belichten we telkens één van die vestigingen. Deze keer is dat HZPC Kantaperuna, gevestigd in Tyrnävä, Finland. Finland, in het hoge noordoosten van Europa, is na IJsland de noordelijkste staat van Europa. Een derde van het land ligt ten noorden van de poolcirkel. HZPC Kantaperuna is gevestigd in Tyrnävä, een plaats in de regio Oulu. Gelegen aan de Botnische Golf vlak onder de poolcirkel, op de 64e breedtegraad, heeft Tyrnävä een bijzondere ligging.
Ideale teeltomstandigheden De teeltomstandigheden in dit gebied zijn ideaal, en het is dan ook aangewezen als High Grade Area door de EU. ’High Grade’ verwijst naar een gebied dat vrij is van plantenziekten en plagen. Een speciaal kenmerk van deze regio is het noordelijke klimaat met strenge vorst in de winter waardoor plantenziekten en plagen niet kunnen ontwikkelen. De fijne hu-
• Ruggespraak
Het Finland-team: (van links naar rechts): Pasi Viuhkola: logistiek, IT, financiën; Antti Hintikka, algemeen directeur; Anna-Sofia Rajala: logistiek, verkoop; Anne Parkkinen: verkoop; Mika Paassilta: verkoop (Retail Fresh); marketing en product management; Mika Kauppinen: verkoop (Processing sectoren en export). Op de foto ontbreekt Samuli Läspä: productie.
20
H Z P C & d e e l n e m ing e n buit e n l a n d
Rooien... met op de achtergrond het kantoor van HZPC Kantaperuna in de typerende Finse stijl in rood en geel.
musrijke zandgrond van Tyrnävä is zeer geschikt voor aardappelteelt. De korte zomer lijkt een uitdaging voor de landbouw, maar hier staat tegenover dat de daglengte in Noord-Finland ’s zomers heel lang is zodat de gewassen snel kunnen opkomen en rijpen. Kortom, een pakket van voorwaarden dat zeer geschikt is voor de productie van kwalitatief hoogwaardig pootgoed. HZPC Kantaperuna Oy is in 1987 in Finland opgericht als Pohjoisen Kantaperuna Oy. In oktober 2012 heeft HZPC Holland B.V. alle aandelen van Kantaperuna overgenomen en is de naam van het bedrijf gewijzigd in HZPC Kantaperuna Oy. Hiermee is de lokale pootgoedproductie en de ontwikkeling van nieuwe rassen verstevigd.
Sectorbenadering Het team van HZPC Kantaperuna bestaat uit zeven medewerkers. Antti Hintikka, de algemeen directeur van HZPC Kantaperuna, is verantwoordelijk voor proces management, HR en finance control. Sinds afgelopen jaar richt Kantaperuna zich meer op de sectorbenadering van de markt. Gebaseerd op deze nieuwe strategie ligt de focus op de key customers, de belangrijkste spelers in de verschillende marktsegmenten. Zo houdt Mika Paassilta zich als verkoopmanager bezig met de Retail Fresh markt, terwijl Mika Kauppinen de verkoop voor de sectoren Peeled, French Fries en Crisps verzorgt. Daarnaast is hij ook verantwoordelijk voor de export.
Import vitro planten uit Metslawier De productie wordt opgebouwd uit miniknollen die lokaal worden geproduceerd. Na de overname door HZPC is HZPC Kantaperuna gestopt met de in vitro vermeerdering van plantjes in eigen laboratorium. Tegenwoordig importeren ze de plantjes uit Metslawier. Het doel is met een cyclus van drie tot vier vermeerderingen in het veld gebruikspootgoed te telen. Het pre-basis pootgoed wordt geproduceerd op kleine geïsoleerde bedrijven, buiten het aardappelteeltgebied. Vervolgens wordt het pootgoed naar het productiegebied in Tyrnävä gebracht. HZPC Kantaperuna test de klonen op proefvelden onder de specifieke omstandigheden van die regio: een kort seizoen en een lange daglengte. De snelle opeenvolging van lente, zomer en herfst zorgt voor een specifieke selectiedruk die informatie oplevert voor hun telers.
Raseigenschappen zoals een hoge drogestofgehalte, een goede schil, een hoog rendement en het ontbreken van (poeder)schurft of PMTV zijn onderwerpen die het best getest kunnen worden onder lokale Finse omstandigheden. Door de lange daglengte kan een laat ras in Finland zich ontwikkelen tot een vroeg ras. Voor HZPC Kantaperuna is het testen belangrijk om te bepalen of een ras zich aan kan passen aan de noordelijke omstandigheden, of zelfs beter presteert door het specifieke klimaat.
Aardappelareaal in Finland: Consumptieaardappelen 10.900 ha Processing 3.150 ha Zetmeel 6.100 ha Vroege aardappelen 800 ha Pootaardappelen 1.200 ha Totaal aardappelen 22.150 ha
Marktleider in Finland Sinds de oprichting heeft HZPC Kantaperuna een mooie groei doorgemaakt. Vandaag de dag is het bedrijf marktleider in Finland. HZPC Kantaperuna heeft haar pootgoedteelt ondergebracht bij een aantal gecontracteerde telers en werkt samen met diverse verpakkingsstations. Het totale pootgoedareaal varieert van 2 ha bij een teler die pre-basis pootgoed teelt, tot zo’n 100 ha bij een teler met gecertificeerd pootgoed. Meer dan 90% van de pootgoedproductie vindt plaats in Tyrnävä. Andere teeltgebieden zijn het zuidwesten en het vruchtbare kustgebied langs de Botnische Golf. Ongeveer een derde van de productie wordt geëxporteerd naar buurlanden Rusland, Zweden en andere Europese landen.
Rassenpakket De grootste concurrenten op de Finse markt voor pootaardappelen zijn SPK (Meijer), Finpom (Europlant) en Myllymäen Peruna (Norika). HZPC Kantaperuna is al enige jaren marktleider doordat ze sterke rassen aanbiedt als Van Gogh, Victoria en Asterix. Inmiddels wordt de productie van Van Gogh afgebouwd. De afgelopen jaren heeft HZPC Kantaperuna veel nieuwe succesvolle rassen op de markt gebracht zoals Annabelle, Carrera, Colomba en Challenger. Deze rassen hebben een goed marktaandeel in Retail Fresh. Colomba is in korte tijd uitgegroeid tot een belangrijk ras. Dit seizoen is Colomba
>> 21
>>
'Waar de losse verkoop van aardappelen afneemt, is een groei te zien in de verkoop van voorverpakte en gewassen aardappelen' zelfs het grootste pootgoedras dat geproduceerd wordt door HZPC Kantaperuna. Tegelijkertijd heeft HZPC Kantaperuna haar exportactiviteiten ontwikkeld. Voor de export naar Rusland worden rassen als Red Scarlett, Nevski en Colomba ingezet. De belangrijkste exportrassen voor Zweden zijn Asterix en Annabelle.
Afstemming op de consument De grootste sectoren voor afzet van aardappelen in Finland zijn Retail Fresh en Peeled, die samen bijna 90% van de totale aardappelconsumptie voor hun rekening nemen. Kleinere aandelen zijn er voor de fritessector (5%), de chipssector (3%) en de traditionele markt (2%). Voor de Retail Fresh markt ligt de nadruk op een stabiel kooktype. De verpakker bepaalt door middel van een kookmonster wat het kooktype van een ras is en laat dit middels een kleurencode terugkomen op de verpakking. HZPC Kantaperuna introduceert concepten voor de Retail Fresh markt. Vanaf komend seizoen zal het concept SunLite in verschillende winkels te vinden zijn. Daarnaast werkt HZPC Kantaperuna samen met de detailhandel en verpakkers aan rasconcepten.
Rassen die vermarkt worden in Finland.
Nieuwe trend: producten van eigen bodem
• Ruggespraak
De Finse consument eet niet alleen bij de avondmaaltijd aardappelen, maar ook bij de lunch. Op scholen en kinderopvanginstellingen worden gratis warme maaltijden aangeboden als lunch. Gebruiksgemak, daar draait het om in de toekomst. Waar de losse verkoop van aardappelen afneemt, is een groei te zien in de verkoop van voorverpakte en gewassen aardappelen. Ook het aandeel van voorgekookte aardappelproducten vertoont een stijgende lijn. Rassen die voor de Peeled sector worden geteeld, zijn bijvoorbeeld Asterix, Victoria, Saline, Annabelle en Colomba. In de French Fries sector is het aandeel van HZPC Kantaperuna groeiende. Een ontwikkeling in de Finse markt is dat er steeds meer vraag is naar producten van Finse bodem. Deze trend zorgt ervoor dat het voor het QSR segment mogelijk wordt om lokale input te gebruiken. Hier liggen kansen die HZPC Kantaperuna wil grijpen.
22
Klant Jari Matinolli, poten van Colomba.
Christa de Bos, sales support
Miniknollen Timo, lokaal geproduceerd.
m a r k eting
NAO aardappelpromotie:
POWER TO THE PIEPER! In het vorige nummer van Ruggespraak maakten we al melding van de campagne #powertothepieper en de plannen om met veldborden de campagne te ondersteunen. Inmiddels is het ontwerp van de veldborden gemaakt. Op het bovenste deel staat het campagnelogo met de verwijzing naar de website aardappels.nl. Op het onderste deel wordt de rasnaam en het HZPC-logo vermeld. Hiermee wordt het
voor een voorbijrijdende consument sneller duidelijk waar het om gaat: ‘Hé, aardappelen!‘ Heeft u een mooi perceel aardappelen langs een drukke doorgaande weg en wilt u meedoen aan de #powertothepieper campagne? Geef dit dan, met de betreffende rasnaam, door aan uw buitendienstmedewerker. Wij zorgen voor een stevig en gemakkelijk te plaatsen bord met aluminium poten. Annemarie Blitterswijk, marketing projectmanager
De afmetingen van het bord zijn 150x75 cm. Het bord wordt met vleugelmoeren bevestigd op een aluminium frame.
De onderkant van het bord komt daarmee net boven het loof.
HZPC-velddagen De proeven en de demo's met commerciële rassen voor de HZPCvelddagen zijn gepoot. Ze staan te bibberen van de kou en we hopen dat er snel wat warmte komt om de groei te bevorderen. Hopelijk hebben 'de boeren van de zee' een goede vangst om ons weer te voorzien van een lekkerbekje en is er voldoende frites om de trek te stillen. Het thema voor de velddagen dit jaar is knolaantal in de breedste zin van het woord. Hiervoor is een aantal demoproeven aangelegd met verschillende typen miniknollen, voorbehandelingen van pootgoed en plantafstanden. Ook zullen de belangrijkste nieuwe rassen te zien zijn en is er, naast de 'normale' HZPC-teeltinformatie, ook aandacht voor 'HZPC en innovatie'. De diverse onderdelen zullen ter plekke toegelicht worden door allerlei medewerkers. We hopen dat de telers weer in grote getale aanwezig zullen zijn. De planning van de dagen vindt u op pagina 31 onder het kopje 'Agenda'.
23
De hectiek van de primeuraardappelmarkt Supermarkten in Noord- en West-Europa verkopen voor het grootste gedeelte van het jaar aardappelen van eigen bodem. Maar het valt niet altijd mee voldoende product met een goede kwaliteit jaarrond van eigen bodem te kunnen leveren. Daarom worden er door de grote spelers teeltcontracten afgesloten in de landen rond de Middellandse Zee om vanaf het voorjaar tot de eigen oogst in deze behoefte te kunnen voorzien. Doordat de teelt in eigen land steeds professioneler wordt en ook de opslag van de aardappelen in de loop der jaren sterk verbeterd is, worden de importprogramma’s steeds kleiner. Toch zal er altijd een productie van primeuraardappelen blijven bestaan.
Ook de HZPC-consumptieafdeling is actief op deze primeurmarkt. Met name in Cyprus, Israël, Spanje en Portugal worden programma’s opgezet voor met name de Nederlandse en Duitse markt. De voornaamste reden is om vraag te creëren naar onze rassen in het supermarktkanaal. Met name Annabelle, de vroege vastkoker met die lekkere smaak, is erg geliefd, vooral in Duitsland. Maar deze keer is de focus gericht op Spanje als primeur aardappelleverancier.
Vraag en aanbod
• Ruggespraak
De primeurteelt van Spanje vindt vooral plaats in Cartagena en rondom Sevilla. Vooral bij Sevilla heeft HZPC met een aantal betrouwbare handelspartners de teelt van de rassen Annabelle, Challenger, Colomba en Sunita opgezet. Van Annabelle hebben we een vrij groot programma voor verschillende supermarkten. Ieder jaar is het weer een spannende en hectische tijd, omdat vraag en aanbod bijna nooit op elkaar aansluiten.
24
Normaliter komt het product uit Sevilla vanaf de tweede week in mei beschikbaar. Een maand later moet alles geoogst en verladen zijn omdat dan de temperaturen kunnen oplopen tot boven de 40 graden! De aardappelen kunnen dan, als ze een paar dagen te lang in de grond blijven zitten, kwalitatief zo snel achteruit gaan, dat ze onverkoopbaar worden. Het extreme weer, de korte verkoopperiode en de onvoorspelbaarheid van de aardappelmarkt maken dat de handel zeer hectisch en nerveus is. HZPC fungeert dan als katalysator tussen het Zuid-Europese temperament van Andalusië en de 'Pünktlichkeit' van de supermarkten. Het is ieder jaar weer een hele uitdaging om het seizoen voor alle partijen naar tevredenheid af te sluiten.
Het is belangrijk om met eigen ogen te zien wat de geschatte opbrengst zal zijn, zodat we tijdig kunnen inspelen op het verwachte aanbod.
Tijdens het groeiseizoen worden de velden een aantal keren bezocht, om daar waar nodig, teeltadviezen te geven.
Frustraties Twee jaar geleden bijvoorbeeld was er vanwege de slechte kwaliteit in Duitsland een extreem vroege en grote vraag. In dat jaar was het voorjaar erg koud, waardoor de oogst twee weken later dan normaal op gang kwam. In Zuid-Europa was er vanwege vorst gedurende het groeiseizoen een erg kleine oogst. Het gevolg was dat de prijzen omhoog schoten, waardoor veel klanten boos en gefrustreerd dreigden te raken. Dankzij het internationale netwerk van HZPC en de jarenlange ervaring in deze specialistische handel van het HZPC-team, werden er toch weer oplossingen gevonden.
is dus wel logisch dat de Spanjaarden, die ieder jaar weer veel geld investeren in pootgoed, er bovenop zitten om hun product zo goed mogelijk te verkopen. De kwaliteit van de aardappelen is over het algemeen erg goed dit jaar en ook de opbrengst is prima, zodat het nu al duidelijk is dat de Spaanse primeur aardappeltelers een uitstekend jaar zullen hebben. En dat is belangrijk, want dat betekent dat daar komend seizoen de vraag naar pootaardappelen beter zal zijn dan het afgelopen seizoen! Jelle Bos, salesmanager Retail Fresh Renzo Veenstra, salesmanager ware potatoes
Hollen of stilstaan Verleden jaar had Spanje tijdens de plantperiode in december en januari te maken met extreme regenval. Op de veelal zware, rode grond kon op de meeste plaatsen pas in februari geplant worden en ook daarna bleef het nat en veel te koud. In Noord-Europa daarentegen brak het voorjaar vroeg aan en bleef het ook daarna warm en droog, waardoor er vroeg geplant en geoogst kon worden. Het gevolg daarvan was dat de Zuid-Europese oogst bijna samenviel met die van Duitsland en Nederland. Hierdoor waren de prijzen extreem laag en werden veel aardappelen in het zuiden niet eens meer gerooid. Voor de boeren in Spanje was het een rampzalig jaar. Het gevolg hiervan is dat er dit seizoen in Spanje meer dan 20% minder geteeld is dan vorig jaar en daarom dreigt er nu weer een krapte op de markt te ontstaan. Het is dus altijd 'hollen of stilstaan' in de primeur aardappelmarkt! En het
Het primeurteam van HZPC: van links naar rechts: Renzo Veenstra, Sita Touwen, Paul Zekveld, Nathalie Terpstra en Jelle Bos.
25
TRADITIONAL RETAIL FRESH FRENCH FRIES TRADITIONAL RETAIL FRESH FRENCH FRIES
CRISPS CRISPS
PEELED PEELED
uit de m a r k t
Traditional
Retail Fresh
28 mei 2015 De afzet van oogstjaar 2014 is afgerond. In de belangrijkste traditionele markten verliep de afzet goed met een prima mix van verkoopprijzen en hoeveelheden. De kwaliteit van het geleverde pootgoed was redelijk, maar klanten eisen voortdurend dat wij als HZPC beter presteren dan onze concurrenten. Voor veel van de buitenlandse telers is de teelt van aardappelen de enige bron van inkomsten. De (financiële) opbrengst van een teelt voor deze buitenlandse telers is altijd ongewis. Zij moeten erop kunnen vertrouwen dat wanneer zij HZPC-pootgoed kopen, dat het kwaliteitspootgoed is. Dat is de enige zekerheid die wij ze kunnen bieden en dat bepaalt uiteindelijk de waarde van het pootgoed. Als trouwe lezer zult u denken dat dit ook voor de Nederlandse teler geldt. Echter onze klanten telen en opereren in landen waar georganiseerde sectorstructuren ontbreken. Het is voor hen daardoor onmogelijk te investeren in essentiële zaken waar dringend behoefte aan is, zoals bijvoorbeeld mechanisatie. Bovendien hebben ze te maken met politieke instabiliteit en zoals bekend, zelfs oorlog en terroristische dreigingen.
28 MEI 2015 In de maand mei is overal in Europa het plantseizoen ten einde en dat betekent ook het einde van het afgelopen verkoopseizoen. In mijn vorige ‘Uit de Markt’ artikelen heb ik een aantal keren gemeld dat we in Europa geconfronteerd worden met een uitdagende markt met grote veranderingen in het aantal hectares, de productiegebieden en de rassenkeuze. Het was toen echter onmogelijk om de uiteindelijke uitkomst te voorspellen. Hoe staan we er nu voor?
• Ruggespraak
Op dit moment worden veel zogenaamd 'redelijk veilige' landen bezocht. Waar dit niet mogelijk is, krijgen we regelmatig rapportage en beeldmateriaal van de performance van onze rassen. Frappant is dat bijna overal de vroeg geplante percelen een matig tot slechte opbrengst hebben, veroorzaakt door kou en incidenteel zelfs vorst. Als gevolg daarvan werden goede prijzen betaald, maar het productieverlies werd daarmee niet altijd gecompenseerd. Op de wat later geplante percelen lijken de opbrengsten redelijk. Positief is dat we inmiddels enkele goede nieuwe rassen voor onze sector hebben, die goed presteren en breed in de markt kunnen worden geïntroduceerd. Om een goede introductie mogelijk te maken, is het noodzakelijk dat verkoop en pootgoedproductie de noodzakelijke acties goed met elkaar afstemmen. Op dit aspect wordt dan ook intensief samengewerkt. Een goede productkwaliteit is de eerste vereiste voor de slagingskansen van een nieuw ras. Fouten worden direct afgestraft, dit in tegenstelling tot de reeds jaren bekende oude rassen die duidelijk meer krediet hebben.
26
Kortom, veel uitdagingen voor ons allen en dit maakt ons vak ook uitermate boeiend. Op dit moment is het verloop van oogst 2015/2016 om vele redenen nog niet te voorspellen en we blijven erop vertrouwen dat er onder alle omstandigheden altijd een markt is voor een goed product. Ko Geelhoed - sectormanager Traditional
Over het algemeen zien we in heel Europa een afname in het areaal consumptieaardappelen. Het areaal in de vroege gebieden in Spanje en Portugal is met meer dan 20% gedaald, terwijl het areaal in de belangrijkste teeltgebieden in de ‘big 5’ aardappellanden (Nederland, België, Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië) met ongeveer 3% is gedaald. Misschien lijkt dit niet zo veel, maar het gaat wel over 17.000 hectare aardappelen op EU-5 niveau! Echter, de veranderingen worden het meest gevoeld op rasniveau. Na een zeer moeilijk seizoen zijn aardappeltelers naar zekerheid gaan zoeken en schakelden zij over van de riskantere, complexere of, anders gezegd, de speculatieve component van hun productie naar de meer bekende, consistente en voor meerdere doeleinden geschikte rassen met contracten. Deze beweging was het meest zichtbaar in de Zuid-Europese landen met teelt voor de export, of in Frankrijk voor de ‘chair ferme’ markt. Belangrijk ook om te weten is dat de daling van het aantal hectares in Europa niet perse voor de gecertificeerde pootaardappelmarkt hoeft te gelden. De allerlaatste gegevens over de export van pootaardappelen uit Nederland naar Zuid-Europa laat een afname van 20% zien; sommige telers maken op het Traditionele opslag van pootgoed laatste moment de keuze om Farm Saved Seed (FSS) te gebruiken. Wat betekent dit nu precies? De conclusie vanuit het oogpunt van de markt is helder. Ons verkoopbudget is niet gehaald, maar onze wereldwijde prestaties zijn goed. De vraag naar onze rassen, de kwaliteit van het pootgoed en ons wereldwijde commerciële relatiebeheer worden daarmee bevestigd. Hieruit blijkt weer dat in een markt die voor zekerheid gaat, de kwaliteit van het pootgoed het belangrijkst is. Vanuit het ras bezien is de conclusie ook duidelijk. Hoewel de kwekers en wij de kans hebben om in ieder marktsegment nieuwe rassen te introduceren, is consistentie door al deze marktsegmenten heen een van onze voornaamste drijfveren. Constante productkwaliteit, een uniform uiterlijk, gebruiksgemak en smaak scheppen vertrouwen en voorspelbaarheid. Dit
is waar de hele aardappelindustrie na een economisch moeilijk seizoen naar uitkijkt. Een ras als Colomba voldoet absoluut aan de genoemde criteria op dit lijstje. Nu de nieuwe oogst is begonnen in de Zuid-Europese landen, zien we dat Colomba zijn beloftes wederom nakomt: een hoge opbrengst en een mooie presentatie tegen een normale tot hoge prijs. Kortom, een product dat kan worden verkocht voor zowel de export als voor lokale markten. Telers zijn dan ook meer dan tevreden met dit ras. In de komende maand gaan we onze prestaties in de andere vroege Europese gebieden beoordelen (de Pfalz komt er al snel aan) en wordt het nieuwe verkoopseizoen gestart. En dat wordt dan het thema voor het artikel in de volgende ‘Uit de Markt’! Lilian Escalon - sectormanager Retail Fresh
French Fries, Crisps en Peeled 28 MEI 2015 De lage grondstofprijzen voor de frites van oogst 2014 en de gunstige koers van de euro ten opzichte van de dollar hebben dit seizoen grote invloed gehad op de ontwikkeling van de mondiale fritesmarkt. Europa is dit seizoen zeer competitief ten opzichte van andere werelddelen en heeft hierdoor een groter deel van de frites export voor zijn rekening genomen. Veel frites wordt geëxporteerd naar Zuid-Amerika, Azië en het Midden-Oosten. Inmiddels zijn bijna alle fritesaardappelen gepoot, zowel in Europa als in Noord-Amerika en is het wachten op de statistieken ten aanzien van het consumptie areaal. De verwachting is dat er een zeer beperkte daling van het areaal zal zijn. Het begin van het groeiseizoen in Europa is koud geweest en de opkomst traag, wat heeft geleid tot een kleine opleving voor de grondstofprijzen voor frites.
In de chipsmarkt in Europa zien we het afgelopen seizoen een constant beeld. Er zijn ruim voldoende aardappelen beschikbaar voor de contracten en aardappelen die boven contract geproduceerd zijn, zijn moeilijk af te zetten. De pootgoedverkopen van de chipsrassen zijn het afgelopen seizoen zeer goed gegaan. Alle beschikbare hoeveelheden hebben hun bestemming naar de klant gevonden. Bij de fritesrassen hebben we dit seizoen te maken met een groter gebruik van eigen pootgoed door de consumptieteler. Hierdoor hebben we niet al het pootgoed af kunnen zetten als pootgoed. Vanwege de koele weersomstandigheden na het poten staat op dit moment (half mei) nog niet alles boven. Binnen een aantal weken wordt duidelijk hoe het beeld eruit zal zien en kunnen we de balans opmaken van de geleverde kwaliteit. Het areaal pootgoed voor de fritesrassen in Nederland is met één procent licht afgenomen. Voor de chipsrassen zien we in Nederland wederom een toename van het pootgoedareaal. Op het moment dat alle Europese arealen bekend zijn, kunnen we een totaalbeeld vormen. De totale verwerking van frites in Europa blijft stijgen door de groei bij zowel de Nederlandse als Belgische verwerkende industrie en de exportmogelijkheden van de Europese frites. We zien een duidelijke toename van de vraag naar rassen die geschikt zijn voor Foodservice en QSR (Quick Services Restaurants). De komende maanden staan in het teken van klantbezoeken in de diverse gebieden waar onze rassen groeien en het actualiseren van de planning voor de komende jaren. Martin Jansen Klomp - sectormanager Processing
Challenger toert door België
De hoofdactiviteit van Servagri is de in- en verkoop van plantaardappelen. Servagri is zellf niet actief in de veredeling van aardappelen. Hun selectiewerk bestaat er vooral uit om de rassen te selecteren die het best geschikt zijn voor de Belgische markt. Zij kiezen die leveranciers uit die de beste resultaten kunnen behalen en die op het vlak van onderzoek en ontwikkeling ruime ervaring en knowhow kunnen inbrengen. Tja, dat ze dan voor HZPC en Challenger kiezen ligt voor de hand. Mooie reclame voor ons ras!
27
De financiële afdeling: een kloppend verhaal
Van links naar rechts: Edwin van Schaik, Astrid de Bruin, Rudolf Visser en Alex Gijzenberg
Een gezonde bedrijfsvoering vraagt om kloppende cijfers. Daar draagt de financiële afdeling van HZPC in belangrijke mate aan bij. Vooral in de aanloop naar de zomer wordt er druk gerekend om de definitieve uitbetalingsprijs voor de telers vast te stellen. Financieel medewerker Astrid de Bruin en controller Rudolf Visser zitten ten tijde van dit interview tot over hun oren in het vaststellen van de definitieve uitbetalingsprijs van de Nederlandse pootgoedpool van dit seizoen. Altijd weer spannend, want wordt het minder of juist iets meer dan de prognoseprijs die in februari is gecalculeerd? ‘Die vroege prognose is een bewuste keuze’, vertelt Rudolf. ‘HZPC kent haar markt goed, daarom zijn wij al snel in het nieuwe jaar open over de te verwachten prijs per 100 kilo. Al geldt altijd een kanttekening: omdat we de markt goed kennen, weten we ook dat die per seizoen verschilt en nog een staartje kan krijgen.’
• Ruggespraak
Elk jaar spannend
28
Nu het seizoen ten einde loopt, is Astrid volop bezig om zo nauwkeurig mogelijk alle benodigde gegevens te verzamelen en te verwerken om zo de definitieve uitbetalingsprijs te kunnen calculeren. Haar betrokkenheid is groot. ‘Mijn partner runt een melkveebedrijf en de melkprijs is zijn inkomstenbron. Daarom vind ik
Tekst: Amber Boomsma; foto's: Roelof Varkevisser
het elk jaar weer spannend welke uitbetalingsprijs HZPC weet te realiseren voor de pootgoedtelers. Uiteindelijk bepaalt de markt de prijs, maar scherp controle- en rekenwerk is belangrijk. Soms komen er nog onverwachte tegenvallers boven tafel, blijken verkooporders anders uit te pakken of zijn er juist meevallers. De prognose die we begin maart presenteerden, wordt in deze periode dus aangescherpt op basis van de geactualiseerde cijfers.’ Voor Rudolf - die al in een vroeg stadium ‘best guess’ opstellingen (schattingen) maakt - vraagt de periode waarin de definitieve balans wordt opgemaakt voor de uitbetalingsprijs ook veel aandacht. ‘Het is nauwkeurig werk, waarbij financiële informatie vanuit de organisatie essentieel is. Mochten er in het laatste stadium nog grote wijzigingen zijn in verkooptransacties, dan heeft dat invloed. Wij maken een zo gedegen mogelijk voorstel voor de directie, waarbij eventuele risico’s worden ingecalculeerd. Onze doelstelling is onze telers een competitieve uitbetalingsprijs te bieden, maar we zijn daarbij altijd afhankelijk van de markt, die elk seizoen weer anders is.’
een d a g uit het le v en va n t e a m fin a nc e
Aardappeleters
Internationaal samenspel
Die dynamiek in de pootgoedsector is precies wat de medewerkers van de financiële afdeling zo boeit aan het werk bij HZPC. Voor dit interview zijn naast Astrid en Rudolf ook Edwin van Schaik en Alex Gijzenberg aangeschoven. Edwin draagt zorg voor de operationele kant van het financiële management en het is zijn verantwoordelijkheid dat het HZPC-grootboek klopt (accounting). Alex is controller van alle bedrijfsonderdelen in het buitenland. Op de vraag wat ze met aardappelen hebben, antwoorden ze eerst in koor: ‘we eten ze!’ Om vervolgens alle vier te benadrukken dat de levendige pootgoedhandel hun werk extra boeiend maakt. ‘Geen seizoen is hetzelfde in deze sector. Bovendien raken de financiën natuurlijk elke afdeling van het bedrijf, van R&D tot productie en sales, waardoor we met alle facetten van HZPC te maken hebben. Dan raak je vanzelf betrokken.’
De internationale takken van het bedrijf hebben een toenemend aandeel in de resultaten. ‘HZPC spreidt haar vleugels verder uit, met deelnemingen in Europa, Noord- en Zuid-Amerika en tegenwoordig ook in Azië’, vertelt Alex. ‘Ter plekke zitten lokale financiële collega’s die elk kwartaal aan mij rapporteren, zodat ik de internationale financiële status kan bespreken met de directie. Samen met Edwin zorg ik er bovendien voor dat we uniforme boekhoudpakketten uitrollen in deze landen, zodat we in de toekomst nog sneller en efficiënter kunnen werken.’ Edwin vult aan: ‘Dat is voor HZPC zelf prettig, maar het is ook nodig, omdat partijen als KPMG en banken ook steeds meer eisen stellen aan de financiële bedrijfsvoering. Het is een samenspel dat wij continu verbeteren.’
Die betrokkenheid werkt twee kanten op, want voor een gezonde bedrijfsvoering is financiële managementinformatie meer dan ooit van belang. ‘Dat gaat veel verder dan kwartaalrapportages en jaarrekeningen. Wij spelen ook een rol bij het maken van prognoses, het bepalen van budgetten, risicoanalyses en de ontwikkeling van omzet en marges. Om directie en managers zo goed mogelijk te kunnen adviseren, hebben wij als afdeling ook een eigen strategie, waarbij een hoge effici-
Zo vond recent een grote verandering plaats op gebied van treasury, het ‘schatkistbeheer’, oftewel de banken die het geld van HZPC beheren. ‘We deden in Europa zaken met zo’n vijfentwintig verschillende banken en hebben dat teruggebracht tot twee centrale banken’, vertelt Rudolf. ‘Een belangrijke stap in het kader van efficiency, kostenbesparing en inzicht in de actuele financiële status van het bedrijf. Die grote hoeveelheid banken was ontstaan door het grote aantal landen waarmee HZPC zaken doet, maar dat leverde wel meer ruis op bij het tussentijds actualiseren van de cijfers. Nu hebben we dagelijks een up-to-date inzicht, echt een
Met alle collega's van het financiële team in Nederland en internationaal blijven we steeds naar verbeterpunten zoeken. ency de basis vormt. Om te blijven verbeteren en besparen, volgen we ontwikkelingen in ons vakgebied en uiteraard de technologische vooruitgang, want goede systemen zijn de basis om snel en vakkundig te kunnen rapporteren. Hoe beter ons inzicht in actuele financiële data, hoe beter wij kunnen analyseren en adviseren.’
heel grote verbeterslag. Zo blijven we - met alle collega’s van het financiële team in Nederland en internationaal - steeds naar verbeterpunten zoeken in efficiëntie, kwaliteit, snelheid en gedegen managementinformatie. Prettig voor onszelf, maar uiteindelijk essentieel voor de hele financiële bedrijfsvoering binnen HZPC.’ Amber Boomsma
Van links naar rechts: Johan Bentlage, vooraan Herman Heijtmeijer, hierachter Abe Tilstra, Anneke Giliam (stagiaire), Freddy Wiersma, Szabina Meszaros, Alex Gijzenberg, Santtu Haarala (Rusland), Antti Hintikka (Finland), Somashektar, Alain Breine, Tanya Mackinnon (Canada), Frouwkje Riedstra, Rudolf Visser, Joanna Marczynska (Polen), Karen Baker (UK), Astrid de Bruin, Edwin van Schaik en Jan Gorter (Stet).
29
nieuwe medewe r k e r s
Eerherstel voor de aardappel Als de aardappel positief in het nieuws komt, in vrouwenbladen, food magazines, kookprogramma’s, supermarktbladen als Allerhande en Boodschappen, dan streelt dat natuurlijk ons ego. Maar helemaal als de aardappel in de recent verschenen Consumentengids opduikt met de kop ‘Oppepper voor de pieper’ en ‘Een primeur op je bord’. De Consumentengids heeft toch een degelijk imago en houdt geen 'praatjes voor de vaak'. Allereerst een introductie over de oorsprong van de aardappel: Peru, maar dat wist u al. En over bijvoorbeeld het gebruik van aardappelen: rond 1900 at een arm gezin driemaal daags aardappelen, maar tegenwoordig eten we ongeveer drie keer per week een portie. Maar volgens de Consumentengids is de aardappel bezig aan een ‘come back’. Topkoks experimenteren met nieuwe rassen en smaken, telers brengen vergeten rassen terug en aardappelen worden in allerlei variaties en kleuren op de markt geïntroduceerd. Denk maar aan onze Perupa’s! Verder wordt uit de doeken gedaan wat primeur aardappelen zijn, hoe je aardappelen het beste kunt bewaren en koken, welke aardappelrassen geschikt zijn voor frites, of om te bakken, te pureren of te koken. Diëtiste Ineke Smit legt uit dat de aardappel gezonder is dan we denken. Met name omdat de aardappel vitamine B6 en C bevat, vol mineralen zit en vezels bevat. Aardappelen dragen daarom bij aan een evenwichtige maaltijd. ‘Je moet er natuurlijk niet te veel van eten, maar dat geldt voor alles.’ Maar ‘ergens’ midden in het verhaal staat wel de belangrijkste zin, refererend aan het feit dat je al vroeg in het voorjaar aardappelen uit Cyprus of Marokko kunt kopen: ‘Het zou trouwens zomaar kunnen dat voor de buitenlandse aardappelen pootgoed uit Nederland is gebruikt. Ons land is een van de grootste aardappelteler ter wereld’ Kijk, dat is nog eens een opsteker!
• Ruggespraak
Bron: Consumentengids
30
Ger Aldershof (44) Woont in de Hanzestad Zutphen met zijn vrouw Chantal en drie kinderen, zoon Jort van 10 en twee dochters Lotte & Isis van 13 jaar. Wat is je functie en wat houdt het in? Ik ben sinds 1 maart in dienst bij HZPC in Joure als (Business) Process Manager. Als (Business) Process Manager sla ik de brug tussen onze business processen en de ondersteunende (voornamelijk ICT-) middelen. Wat heb je hiervoor gedaan? Hiervoor heb ik 17 jaar als logistiek business / SAP consultant en project manager gewerkt bij verschillende internationale bedrijven, deels als zelfstandig adviseur. Waarom HZPC? Ik heb voor HZPC gekozen omdat de functie me erg aansprak en ik denk dat een organisatie als HZPC goed bij mij past. Niet al te groot, maar wel internationaal en terug naar mijn Friese roots. Wil je nog iets delen met je nieuwe collega’s? Mijn collega’s zijn tot nu toe heel open en hartelijk en ik kijk uit naar een verdere goede samenwerking.
Rein Spoelhof (26) Is geboren en getogen in St. Annaparochie, maar woont sinds kort samen met zijn vriendin in Finkum. Wat is je functie en wat houdt het in? Op 1 maart 2015 ben ik in dienst gekomen als buitendienstmedewerker pootgoed. Na mijn inwerkperiode ga ik vanaf dit teeltseizoen Willem Vellema opvolgen in het gebied rond Holwerd. Wat heb je hiervoor gedaan? Ik heb aan het Van Hall Larenstein Tuin- & Akkerbouw gestudeerd. Na mijn afstuderen heb ik een tijdje in Canada gewerkt bij een consumptieaardappelteler. Daarna heb ik een jaar als assistent veredelaar bij Fobek B.V. gewerkt. In de winter van 2014 heb ik in Australië gewerkt op een akkerbouwbedrijf en heb ik een paar weken langs de oostkust gereisd. Na acht maanden gewerkt te hebben als buitendienstmedewerker pootgoed bij Semagri B.V. kreeg ik de kans om bij HZPC te gaan werken. Waarom HZPC? Heel mijn leven ben ik al gek van (poot)aardappelen. Toen ik hoorde van de vacature bij HZPC heb ik meteen gesolliciteerd. Eigenlijk heb ik nu de baan waar ik sinds tien jaar van droom! Wat zijn je ervaringen tot nu toe en wat is je opgevallen? HZPC is een bedrijf waar je veel kunt leren en waarop je trots kunt zijn om voor te werken. Er werken stuk voor stuk gedreven en fanatieke mensen die samen hun uiterste best doen om het bedrijf nog beter te laten presteren. Je wordt als nieuwe medewerker heel enthousiast ontvangen en je krijgt een super begeleiding van je nieuwe collega’s. Wil je nog iets delen met je nieuwe collega’s? Ik hoop op een hele positieve en leerzame samenwerking.
p e r s o neel Frank van der Geest (32) Woont samen met vriendin Yohanna en hun zoon Arthur in het prachtige Emmeloord. Wat is je functie en wat houdt het in? Per 1 mei ben ik bij HZPC begonnen als buitendienstmedewerker consumptie in de regio Friesland, Flevoland en een stukje van Drenthe. In deze gebieden ga ik consumptieaardappelen contracteren, teeltbegeleiding geven en kwaliteitsmonsters nemen. Wat heb je hiervoor gedaan? Mijn vorige baan was bij Hazera Seeds B.V., een groentezadenbedrijf. Zeven jaar lang was ik daar verantwoordelijk voor de gebruikswaardeproeven en de introductie van nieuwe rassen. Waarom HZPC? Ik heb HZPC altijd gezien als een vooruitstrevend bedrijf met passie voor zijn product. Daar kan ik mezelf erg in vinden. Wil je nog iets delen met je nieuwe collega’s? Ik heb de afgelopen vier weken als zeer plezierig ervaren, veel enthousiaste mensen ontmoet en ondervonden dat alles prima was geregeld voor mij als nieuweling.
Personeel HZPC Holland B.V. Uit dienst 07-05-2015: Jappie van Dijk, kwaliteitsmanager 31-05-2015: Richard Sytema, analist
Huchette – Cap Gris-Nez SAS Uit dienst 01-03-2015: Laurent Gervais, service commercial
Jubilea 12,5 jaar in dienst: 18-05-2015: Tiede van der Wal, loodsmedewerker ZOS Stiens 25 jaar in dienst: 04-04-2015: Bart Bekkema, systeembeheerder, ontwikkelaar
Agenda Velddagen 2015 29 - 30 juni Groningen J. Werkman te Warffum 1 - 2 juli Friesland Fa Polstra te Oude Bildtzijl 7 juli Noord-Holland en Texel P. Miedema te Slootdorp 8 juli Flevoland P. voor den Dag te Bant 9 juli Noord-Brabant en Zeeland 'De Wilhelminapolder' te Wilhelminadorp
Weuthen Kartoffeltag 2015 Duitsland, 27 augustus Potato Europe 2015 2 - 3 september Tournai, België Standnummer 22
COLOFON Hoofdredacteur Jan Hendrik van der Tas Eindredacteur Martin Jansen Klomp Redactieleden Bennie Huizenga, Johannes Terpstra, Henk Visser Redactie Jessica de Bey Redactiesecretariaat Annechien Born-Stok, Janny van der Weide Vormgeving De Bey Communicatie & Vormgeving B.V. Druk Graphic Minds Aan dit nummer werkten mee: Gerard Backx, Annemarie Blitterswijk, Amber Boomsma, Jelle Bos, Christa de Bos, Lilian Escalon, Ko Geelhoed, Nanning Giliam, Herman Heijtmeijer, Jacob de Hoop, Douwe Lodewijk, Harm Steenhuis, Renzo Veenstra, Koenraad Witteveen e.a. Fotografie Ad van Luyk, Jacob de Hoop, Roelof Varkevisser e.a. Adres Postbus 88, 8500 AB Joure Telefoon 0513 - 489 888 Fax 0513 - 489 800 E-mail
[email protected] Internet www.hzpc.com Ruggespraak is een uitgave van HZPC Holland B.V. Verschijnt vier maal per jaar. Oplage 2.250 ex. Jaargang 17 Copyright © HZPC, Joure. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
31
www.hzpc.com