10 Rotterdam
sociaal
gemeten 3e meting Sociale Index
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
10
Rotterdam
sociaal
gemeten 3e meting Sociale Index
Inhoud 0. Woord vooraf 1. Inleiding 2. De Sociale Index nader verklaard 3. Rotterdam 2010 4. Vergelijking uitkomsten Sociale Index ‘08/‘09/‘10 5. Situatie per deelgemeente Centrum Prins Alexander Pernis Overschie Noord Kralingen-Crooswijk IJsselmonde Hoogvliet Hoek van Holland Hillegersberg-Schiebroek Feijenoord Delfshaven Charlois Rozenburg Bijlage 1: Beschrijving van de begrippen Bijlage 2: Verantwoording Bijlage 3: Tabellen Bijlage 4: Deelgemeente en wijkindeling
2 4 5 7 9 14 15 16 18 19 20 22 24 26 27 28 30 32 34 36 37 39 40 44
1
2
0
Woord vooraf In deze uitgave presenteren we de uitkomsten van de derde Sociale Index. Het goede nieuws is dat er het afgelopen jaar vooruitgang is geboekt in de scores van schoolverzuim (anti-spijbelacties werpen hun vruchten af) en opleiding (meer leerlingen maken hun school af en hun opleiding is bovendien hoger dan een aantal jaren geleden). Het slechte nieuws is dat de Rotterdammers zich minder gezond voelen en dat ze zich zorgen maken over hun werk en inkomen. Het is teleurstellend dat de sociale kwaliteit van onze stad als geheel weer iets gedaald is naar het niveau van 2008: van 6,0 naar 5,8. We vermoeden dat de economische crisis sterke gevoelens van onzekerheid over baan en inkomen oproept. Als gevolg van de komende (landelijke) bezuinigingen en de gevolgen daarvan voor de Rotterdammers is het mogelijk dat de komende jaren verdere daling te zien zal zijn.
Het is bemoedigend dat de scores op de thema’s waaraan we de laatste jaren hard hebben gewerkt, zoals ‘werk en school’, ‘adequate voorzieningen’, ‘voldoende opleiding’ en ‘vervuiling en overlast’ een stijgende lijn laten zien. Dat geeft ons de motivatie om ook de komende periode speerpunten op te pakken waarmee we volop aan de slag gaan om de sociale kwaliteit van Rotterdam te verbeteren. Wij willen ons de komende jaren richten op gebieden waar we direct invloed op kunnen uitoefenen. Zo zullen we actie ondernemen om de gezondheid van de Rotterdammers te verbeteren. Vooral het creëren van sportvoorzieningen in de wijken vormt een speerpunt. Natuurlijk zullen we ons inspannen om de gevolgen van de economische crisis zoveel mogelijk te beperken.
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
De Sociale Index geeft ons gedetailleerde informatie per wijk. Daarmee kunnen we gericht beleid inzetten op plekken waar dat het meest nodig is. Dat doen we uiteraard met deelgemeenten en andere partners in de wijken. Onder de paraplu van het gebiedsgericht werken maken we wijkactieprogramma’s waarin we heel precies inzoomen op zwakke punten in de wijken. Daar ondernemen we dan concrete actie op. We kunnen als Rotterdammers trots zijn op het instrument Sociale Index. Onze Sociale Index is voor steden in binnen- en buitenland een voorbeeld.
Jantine Kriens Wethouder Financiën, Bestuur en Organisatie, Volksgezondheid en Maatschappelijke Ondersteuning.
3
4
1
Inleiding Dit rapport geeft de resultaten van de derde meting voor de Sociale Index weer. De index meet de sociale kwaliteit van Rotterdam als geheel en van de afzonderlijke deelgemeenten en wijken. De Sociale Index is een vliegwiel dat het gebiedsgericht werken stimuleert. De doelen van de Sociale Index zijn: --Meten: het in kaart brengen van de sociale situatie op een bepaald moment; --Analyseren: het vergelijken en onderzoeken van verschillen tussen de diverse sociale factoren en het vergelijken van de cijfers met voorgaande jaren. De Sociale Index is bedoeld als monitor. Door ieder jaar opnieuw de scores van een gebied vast te stellen, kunnen gemeente en partners bepalen of en hoe de sociale kwaliteit van dat gebied verandert; --Sturen van het gebiedsgericht werken: het leveren van informatie waarbij – indien noodzakelijk – het beleid bijgestuurd of geïntensiveerd kan worden; --Versterken: aansluiting zoeken bij de sterke punten van de stad of een gebied.
De Sociale Index is daarmee een belangrijk instrument voor het (stedelijk en deelgemeentelijk) bestuur om richting te geven aan het sociale beleid. Bij het uitkomen van deze derde meting is een nieuw stadsbestuur aangetreden dat op grond van het coalitieakkoord 2010-2014 ‘Ruimte voor talent en ondernemen’ het sociale beleid voor de komende jaren samen met deelgemeenten uitstippelt. De ambities van het nieuwe college om te investeren in de sociale kwaliteit van de stad worden uitgewerkt in een werkprogramma dat na de zomer van 2010 uitkomt. Bij de ontwikkeling en uitvoering van het sociale beleid zijn ambtelijk de Gemeentelijke Gezondheidsdienst Rotterdam-Rijnmond (GGD), Jeugd Onderwijs en Samenleving (JOS), dienst Kunst en Cultuur (dKC), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe), Sport en Recreatie (SenR) en de deelgemeenten betrokken.
Rotterdam sociaal gemeten 3e meting Sociale Index
2
De Sociale Index nader verklaard De Sociale Index meet sinds 2008 jaarlijks de sociale kwaliteit van Rotterdam als geheel, de deelgemeenten en de wijken.1
Aspecten, thema’s en indicatoren De Sociale Index biedt een indexscore, opgedeeld in vier aspecten: capaciteiten, leefomgeving, meedoen en sociale binding. Ieder aspect is vervolgens onderverdeeld in thema’s. Behalve bij sociale binding, dat uit twee thema’s bestaat, zijn de aspecten opgebouwd uit vier thema’s. Bijvoorbeeld: het aspect leefomgeving bestaat uit de thema’s ontbreken van discriminatie, passende huisvesting, adequate voorzieningen en vervuiling en overlast. De thema’s zijn weer onderverdeeld in diverse indicatoren: Het thema adequate voorzieningen, bijvoorbeeld, is opgebouwd uit de twee indicatoren tevredenheid met de fysieke voorzieningen (speelplaatsen, basisscholen, etcetera) en bekendheid met de sociale voorzieningen (zoals thuiszorg en maatschappelijk werk).
Categorieën Alle scores die aan een wijk worden toegekend, of het nou gaat om totaal-, aspect- of themascores, vallen in één van de vijf categorieën, variërend van sociaal zeer zwak, via problematisch, kwetsbaar en sociaal voldoende, tot sociaal sterk. In de volgende tabel worden de vijf categorieën in combinatie met de scores gepresenteerd. Als een wijk op, bijvoorbeeld, het aspect capaciteiten een 6,5 scoort, dan krijgt de wijk op dit aspect het stempel ‘sociaal voldoende’. Tabel 1: Categorie-indeling indexscores Score
Categorie
3,8 en lager
Sociaal zeer zwak
3,9 tot en met 4,9
Probleem
5,0 tot en met 5,9
Kwetsbaar
6,0 tot en met 7,0
Sociaal voldoende
7,1 en hoger
Sociaal sterk
Scores
Monitor
Een gebied krijgt voor iedere indicator een score (rapportcijfer). Bijvoorbeeld: hoe minder mensen in een gebied discriminatie hebben ervaren, hoe hoger het gebied scoort op de indicator ervaren discriminatie. Een hoge score is dus positief. Op basis van indicatorscores worden themascores berekend. Een themascore is het gemiddelde van de onderliggende indicatorscores. Bijvoorbeeld: een gebied dat op de indicator tevredenheid fysieke voorzieningen een 7,0 en op de indicator bekendheid met de sociale voorzieningen een 6,0 scoort, krijgt voor het thema adequate voorzieningen een 6,5. Een aspectscore is het gemiddelde van de bijbehorende themascores. Ten slotte levert het gemiddelde van de vier aspectscores van een gebied een indexcijfer voor de sociale kwaliteit van betreffend gebied op.
De Sociale Index is bedoeld als monitor. Door jaarlijks de scores van een gebied vast te stellen, kan worden bepaald of en hoe de sociale kwaliteit van dat gebied verandert.
1 Rozenburg, deelgemeente sinds 18 maart 2010, is tevens meegenomen in het onderzoek. De uitkomsten voor Rozenburg worden echter nog niet meegenomen in de berekeningen van de Sociale Index Rotterdam. In hoofdstuk 18 zal hierop nader worden ingegaan. Begin 2010 heeft nog een kleine gebiedswijziging plaatsgevonden: Wilhelminapier behoort niet meer tot deelgemeente Centrum, maar tot deelgemeente Feijenoord en heet nu Kop van Zuid. Met deze wijziging worden er in de Sociale Index 2010 65 in plaats van 64 wijken onderscheiden.
5
6
Leeswijzer Dit rapport gaat in op de totaal-, aspect- en themascores van Rotterdam, de deelgemeenten en de wijken. Het rapport begint in hoofdstuk 3 met een beschrijving van de uitkomsten van 2010 voor de stad Rotterdam. Er wordt ingegaan op veranderingen in de scores voor de drie metingen op stedelijk niveau. Daarna volgen besprekingen op hoofdlijnen van de aspecten en thema’s. Vervolgens worden de wijken naar categorie onderscheiden. Ten slotte geeft het rapport een overzicht van de totaal- en aspectscores van Rotterdam en de deelgemeenten en gaat het in op de scores van het Pact op Zuid-gebied en de WWI-wijken (Wonen Wijken en Integratie). Hoofdstuk 4 vergelijkt de belangrijkste scores voor 2008, 2009 en 2010. Ingegaan wordt op de verschillen op stedelijk niveau en per deelgemeenten en op wijkniveau. Daarnaast wordt in de vergelijking het Pact op Zuid en de WWI-wijken nader belicht. Tenslotte worden enkele voorlopige conclusies getrokken over de invloed van de economische crisis op de uitkomsten van de Sociale Index. De hoofdstukken 5 tot en met 18 behandelen de resultaten per deelgemeente. Ieder hoofdstuk beschrijft de uitkomsten van de derde meting voor de betreffende deelgemeente en de afzonderlijke wijken van de deelgemeente. Van bijzondere orde is de (nieuwe) deelgemeente Rozenburg, behandeld in hoofdstuk 18, die door het ontbreken van een aantal indicatoren niet vergelijkbaar is met de overige deelgemeenten. Waar het rapport spreekt over alle wijken of alle deelgemeenten, is Rozenburg niet inbegrepen. In het rapport is in principe de terminologie van categorieën (sociaal sterk, sociaal voldoende, etc.) aangehouden. Dit geldt ook voor de namen van aspecten en thema’s. Omwille van de leesbaarheid (afwisseling in zinnen) wordt hier soms van afgeweken. Bijvoorbeeld: “…de wijk scoort voldoende…” waar een wijk sociaal voldoende scoort, of “…gezondheid is een probleem…” waar een wijk bijvoorbeeld 4,0 scoort op het thema voldoende gezondheid. Tot slot is een aantal tabellen opgenomen.
Rotterdam sociaal gemeten 3e meting Sociale Index
3
7
Rotterdam 2010 Uitkomsten 2010
ontbreken van discriminatie
Rotterdam scoort in 2010 een 5,8 op de Sociale Index. Deze score is net niet hoog genoeg om de stad als ‘sociaal voldoende’ te kwalificeren. Er zijn twee aspecten die voldoende scoren: meedoen en leefomgeving, twee die kwetsbaar zijn: capaciteiten en sociale binding. Problematisch zijn de thema’s voldoende inkomen (4,4), voldoende gezondheid en voldoende taalbeheersing (beide 4,8). Onderstaande tabel 2 geeft de scores weer voor Sociale Index Rotterdam 2010 op index-, aspect- en themaniveau.
voldoende taalbeheersing
passende huisvesting
voldoende inkomen goede gezondheid
adequate voorzieningen om
cap
ac
leef
vervuiling en overlast
g
bi nd
e me
do
ing
sociale index werk en school
voldoende opleiding
n ite ite
vin ge
en
soci
ervaren binding
ale
sociale contacten sociale en culturele activiteiten
mutaties
sociale inzet
Capaciteiten
Voldoende opleiding
Goede gezondheid
Voldoende inkomen
Voldoende taalbeheersing
Leefomgeving
Ontbreken van discriminatie
Passende huisvesting
Adequate voorzieningen
Weinig vervuiling en overlast
Meedoen
Werk en school
Sociale contacten
Sociale en culturele activiteiten
Sociale inzet
Sociale Binding
Mutaties
Ervaren binding
Rotterdam 2010
Sociale Index
Tabel 2 Sociale Indexscore voor Rotterdam op index, aspect- en themaniveau, meting 2010
5,8
5,1
6,4
4,8
4,4
4,8
6,1
6,2
5,7
6,1
6,6
6,2
6,1
5,2
6,7
6,6
5,8
6,0
5,7
Tabel 3 Index- en aspect scores van Rotterdam en de deelgemeenten, meting 2010 Deelgemeente
Sociale Index
Capaciteiten
Leefomgeving
Meedoen
Sociale Binding
Centrum
6,1
6,1
6,3
6,4
5,4
Prins Alexander
6,8
6,7
7,0
6,6
6,9
Pernis
7,4
7,4
7,1
7,2
8,0
Overschie
6,1
5,6
6,3
6,1
6,5
Noord
5,9
5,4
6,3
6,2
5,8
Kralingen-Crooswijk
5,9
5,3
6,2
6,3
5,6
IJsselmonde
5,8
5,0
6,2
5,9
5,9
Hoogvliet
6,6
6,3
6,8
6,2
7,0
Hoek van Holland
7,7
7,3
8,0
7,7
7,9
Hillegersberg-Schiebroek
7,0
7,0
7,1
6,9
7,1
Feijenoord
5,2
4,1
5,4
5,6
5,6
Delfshaven
5,3
4,4
5,6
5,7
5,3
Charlois
5,1
4,5
5,6
5,4
4,8
Rotterdam
5,8
5,1
6,1
6,2
5,8
8
Overzicht totaal- en aspectscores van Rotterdam en de deelgemeenten Onderstaande tabel 3 bevat de totaal- en aspectscores van Rotterdam en de deelgemeenten. Dit geeft een indruk van de verschillen tussen de deelgemeenten en de verschillen tussen de deelgemeenten en het Rotterdamse gemiddelde. Rotterdam scoort in 2010 een 5,1 op het aspect capaciteiten. Hierbij gaat het om eigenschappen die mensen nodig hebben om mee te kunnen doen in de samenleving. Het aspect onderscheidt vier thema’s: voldoende opleiding, goede gezondheid, voldoende inkomen en voldoende taalbeheersing. Voor het aspect leefomgeving krijgt Rotterdam een 6,1. Dit cijfer geeft een beoordeling van de omgeving waarin de Rotterdammers wonen. Vier eigenschappen (thema’s) bepalen de leefomgeving: ontbreken van discriminatie, passende huisvesting, adequate voorzieningen en vervuiling en overlast. Het aspect meedoen belicht de mate waarin Rotterdammers deelnemen aan de maatschappij. De stad scoort een 6,2 op dit aspect. Meedoen is, net als leefomgeving, in vier thema’s onderverdeeld: werk en school, sociale contacten, sociale en culturele activiteiten en sociale inzet. Voor sociale binding krijgt Rotterdam in 2010 een 5,8. Dit aspect meet de binding van Rotterdammers met de stad, hun wijk en de wijkbewoners. Het aspect sociale binding bestaat uit twee thema’s: mutaties en ervaren binding.
Wijken naar categorie De Sociale Index onderscheidt in 2010 65 wijken. Op basis van de derde meting kunnen de wijken als volgt worden ingedeeld: 7,1 en hoger : 12 sociaal sterke wijken 6,0 tot en met 7,0 : 20 sociaal voldoende sterke wijken 5,0 tot en met 5,9 : 27 sociaal kwetsbare wijken 3,9 tot en met 4,9 : 6 sociale probleemwijken 3,8 en lager : 0 sociaal zeer zwakke wijken Iets minder dan de helft van de wijken (32) scoort (meer dan) voldoende op sociale kwaliteit. Een iets minder groot aantal wijken (27) is kwetsbaar. Daarnaast zijn er zes wijken die iets lager dan een 5,0 scoren (namelijk 4,6 t/m 4,9) en daarom als sociale probleemwijken worden aangemerkt. Rotterdam heeft geen sociaal zeer zwakke wijken.
Sociaal sterke wijken (12) De sociaal sterke wijken liggen voornamelijk in de deelgemeenten Prins Alexander (3 wijken) en Hillegersberg-Schiebroek (4 wijken). Verder gaat het om Hoek van Holland, Oud IJsselmonde, Kralingen Oost/Kralingse Bos, Blijdorp en Pernis. De sociaal sterke wijken scoren op alle vier de aspecten 6,3 of hoger (maar meestal 7,1 of hoger). Sociaal voldoende wijken (20) Van de 20 sociaal voldoende wijken scoren er vier 6,0 of hoger op alle vier de aspecten. Het gaat om Hoogvliet-Zuid, Overschie en omstreken, Ommoord en Prinsenland. De meeste andere sociaal voldoende wijken zijn kwetsbaar op het gebied van sociale binding (Zuiderpark/Zuidplein, Kop van Zuid, Struisenburg, Bergpolder, Het Lage Land, Cool/Nieuwe Werk/Dijkzigt en Stadsdriehoek/C.S. Kwartier), of capaciteiten (Kop van Zuid-Entrepot, Noordereiland, Schiebroek, Hoogvliet-Noord, Liskwartier, Oosterflank en Zevenkamp). Eén wijk, De Esch, is op twee aspecten kwetsbaar, namelijk capaciteiten en sociale binding, en Wielewaal is kwetsbaar op meedoen en problematisch op capaciteiten. Sociaal kwetsbare wijken (27) In 2010 zijn er 27 kwetsbare wijken. Alle wijken van de deelgemeente Delfshaven behoren tot deze categorie. Op Oud-IJsselmonde na zijn alle wijken in deelgemeente IJsselmonde kwetsbaar. Deelgemeenten Charlois en Feijenoord laten een gevarieerd beeld zien: zowel problematische, kwetsbare als sociaal voldoende wijken. Charlois heeft vier kwetsbare wijken: Pendrecht, Oud-Charlois, Zuidwijk en Heijplaat. Feijenoord kent twee kwetsbare wijken in 2010: Vreewijk en Katendrecht. In Kralingen-Crooswijk zijn de volgende wijken kwetsbaar: Kralingen-West en Rubroek, en Nieuw en Oud Crooswijk. De Esch zit met een 6,0 op het randje. Drie van de zes wijken van Noord zijn kwetsbaar: Provenierswijk, Agniesebuurt en Oude Noorden. Resteren Kleinpolder in deelgemeente Overschie en Oude Westen in deelgemeente Centrum. Sociale probleemwijken (6) Van de zes sociale probleemwijken behoren er vier, namelijk Afrikaanderwijk, Bloemhof, Feijenoord en Hillesluis tot de deelgemeente Feijenoord. De andere twee, Carnisse en Tarwewijk, bij Charlois.
Rotterdam sociaal gemeten 3e meting Sociale Index
4
9
Vergelijking uitkomsten Sociale Index ‘08/‘09/‘10 De drie metingen van de Sociale Index laten elk andere scores zien op thema-, aspect- en indexniveau voor de wijken, de deelgemeenten en voor de stad als geheel. Door de uitkomsten van de drie metingen met elkaar te vergelijken en soms zelfs de gegevens van de drie metingen samen te voegen, kan een beter beeld worden verkregen van de ontwikkelingen in het sociale domein, dan uit de analyse van de metingen afzonderlijk. Het vele datamateriaal laat dan meer en betrouwbaardere statistische analyses en conclusies toe.
gen en dalingen voor de deelgemeenten en wijken aan bod. Na de bespreking van de resultaten voor Rotterdam, de deelgemeenten en de wijken, wordt er in aparte passage aandacht besteed aan de Sociale Indexscores voor Pact op Zuid en de WWI-wijken. Het hoofdstuk sluit af met een interpretatie van de resultaten van de Sociale Index in het licht van de economische crisis. Hierbij worden niet zozeer conclusies getrokken aan de hand van de concrete cijfers, maar wordt een begin gemaakt van een duiding van de veranderingen die zich hebben voltrokken.
Voor (thema)scores, gebaseerd op enquêtevragen, die per jaar vanwege steekproefafwijkingen sterk kunnen fluctueren, zoals taalbeheersing, kunnen de antwoorden van drie metingen bij elkaar worden genomen. Hieruit is dan een voortschrijdend gemiddelde te berekenen.
De beschrijving van de veranderingen in scores tussen de drie metingen is gebaseerd op het volgende. Veranderingen in scores tussen de metingen variëren (uiteraard) in grootte. De uitschieters hierin worden groter (en de cijfers statistisch minder betrouwbaar) naarmate het gebied kleiner wordt, en de scores uit minder indicatoren zijn opgebouwd. Naarmate het niveau daalt, dienen de veranderingen groter te zijn om in dit hoofdstuk aan de orde te worden gesteld.
Dit hoofdstuk vergelijkt de belangrijkste scores voor de drie metingen, te beginnen bij de scores voor Rotterdam. Daarna komen de belangrijkste stijgin-
Capaciteiten
Voldoende opleiding
Goede gezondheid
Voldoende Inkomen
Voldoende taalbeheersing
Leefomgeving
Ontbreken van discriminatie
Passende huisvesting
Adequate voorzieningen
Weinig vervuiling en overlast
Meedoen
Werk en school
Sociale contacten
Sociale en culturele activiteiten
Sociale inzet
Sociale binding
Mutaties
Ervaren binding
Rotterdam
2010
5,8
5,1
6,4
4,8
4,4
4,8
6,1
6,2
5,7
6,1
6,6
6,2
6,1
5,2
6,7
6,6
5,8
6,0
5,7
2009
6,0
5,4
6,2
5,2
4,9
5,2
6,3
6,5
6,3
5,9
6,5
6,3
6,0
5,8
6,6
6,7
6,1
5,9
6,4
2008
5,8
5,2
5,8
5,1
4,9
5,0
6,2
6,2
6,2
5,8
6,4
5,9
5,0
5,5
6,5
6,7
6,0
6,0
6,0
Sociale Index
Tabel 4 De Sociale Indexscores voor Rotterdam op index, aspect- en themaniveau, voor de drie metingen
10
Bevindingen op stedelijk niveau Deze paragraaf beschrijft de uitkomsten van de Sociale Index voor Rotterdam, te beginnen met een vergelijking van de drie metingen op index-, aspect en themaniveau (zie pag 10). Ten opzichte van 2009 dalen de aspecten capaciteiten en sociale binding licht (met 0,3). Nog geringere dalingen zijn te constateren bij leefomgeving (0,2) en meedoen (0,1). Het aspect meedoen scoort in 2010 het hoogst en is het enige aspect dat ten opzichte van 2008 is gestegen (met 0,3). Iets geringere dalingen zijn te constateren bij leefomgeving en meedoen. Het aspect meedoen scoort in 2010 het hoogst en is het enige aspect dat ten opzichte van 2008 is gestegen. De aspecten op onderdelen Capaciteiten Op het gebied van opleiding scoort Rotterdam voldoende en steeds beter. Goede gezondheid, voldoende taalbeheersing, maar vooral voldoende inkomen scoren ‘problematisch’. De dalingen met 0,4 - 0,5 punt ten opzichte van 2009 zijn aanzienlijk. Leefomgeving De scores voor discriminatie en huisvesting dalen in 2010 ten opzichte van 2009 met 0,3 respectievelijk 0,6 punt. De laatste twee aspecten, voorzieningen en vervuiling en overlast, stijgen elk licht: 0,2 en 0,1 punt. Het thema passende huisvesting komt in de kwetsbare zone, de overige thema’s scoren voldoende. In 2009 was er nog sprake van een behoorlijke stijging van de score voor het thema ontbreken van discriminatie. Meedoen Nog meer dan in 2009 (en 2008) is Rotterdam ‘kwetsbaar’ op het gebied van sociale contacten; op dit thema daalt de score in 2010 met 0,6 punt. De participatie op het gebied van werk en school en de sociale en culturele activiteiten zijn elk 0,1 gestegen en blijven voldoende scoren. Ook de mate waarin Rotterdammers vrijwillige inzet tonen voor anderen of voor hun wijk is voldoende, maar bij dit thema is sprake van 0,1 punt daling. In 2009 steeg de score op dit aspect van 5,9 naar 6,3. Dit was vooral te danken aan een toegenomen participatie op het gebied van werk en school.
Sociale binding Mutaties (een maat voor het aantal verhuizingen in Rotterdam) is met één tiende gestegen en is daarmee van kwetsbaar naar voldoende gegaan. De ervaren binding met de omgeving is sterk gedaald (-0,7 punt). Het thema is daarmee kwetsbaar geworden. Door die daling van de ervaren binding scoort Rotterdam op sociale binding 0,3 punt lager dan vorig jaar (5,8 in plaats van 6,1) en is daardoor van voldoende naar kwetsbaar gegaan. Rotterdammers hebben minder vertrouwen in het lokaal bestuur. Ze zijn minder bereid zich in te zetten voor hun wijk. De thema’s Bij de afzonderlijke thema’s zijn voor Rotterdam zowel stijgingen als dalingen (ten opzichte van 2009) te zien. De stijgingen (2010 ten opzichte van 2009): -- voldoende opleiding: +0,2 -- adequate voorzieningen: +0,2 -- weinig vervuiling en overlast: +0,1 -- werk en school: +0,1 -- soc. en culturele activiteiten: +0,1 -- mutaties: +0,1 Bij de stijgingen kan worden geconstateerd dat zij weliswaar niet groot zijn, maar met uitzondering van het thema mutaties, ook al in 2009 hebben plaatsgevonden. De dalingen vinden plaats bij de thema’s: --goede gezondheid: --voldoende inkomen: --voldoende taalbeheersing: --passende huisvesting: --ontbreken van discriminatie: --sociale contacten: --sociale inzet: --ervaren binding:
-0,4 -0,5 -0,4 -0,6 -0,3 -0,6 -0,1 -0,7
Met uitzondering van het thema ontbreken van discriminatie, duiken bovenstaande themascores in meer of mindere mate onder het niveau van 2008.
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
Bevindingen op deelgemeente- en wijkniveau Deze paragraaf beschrijft de resultaten voor de deelgemeenten en wijken, te beginnen bij de grootste stijgingen tussen 2009 en 2010, onderverdeeld naar index-, aspect- en themaniveau. Daarop volgend komen de negatieve uitschieters over dezelfde periode aan bod. Er zijn minder (extreem) positieve uitschieters dan (extreem) negatieve uitschieters. Grootste stijgingen tussen 2009 en 2010 Voor de deelgemeenten geldt dat er geen positieve uitschieters zijn op index- of aspectniveau, maar wel voor enkele thema’s. Het betreft dan de thema’s: voldoende opleiding, adequate voorzieningen, werk en school en sociale en culturele activiteiten. Gekeken naar de ontwikkeling in de wijken zijn er slechts drie beperkt positieve uitschieters op aspectniveau: capaciteiten: --Oud-Charlois: --Oud-IJsselmonde:
+0,6 +0,6
meedoen: --Vreewijk:
+0,6
Op themaniveau zijn de positieve uitschieters vooral te vinden bij voldoende opleiding, adequate voorzieningen, weinig vervuiling en overlast en werk en school. Grootste dalingen tussen 2009 en 2010 Indexniveau De grotere dalingen op indexniveau vinden we bij de deelgemeenten: Hillegersberg-Schiebroek, Hoek van Holland, Hoogvliet, IJsselmonde, Overschie en Prins Alexander. In 2010 zijn er voor de afzonderlijke wijken op indexniveau vijf grote(re) negatieve uitschieters; -1,0 punt voor de wijk Zevenkamp, en -0,8 punt voor Schiebroek en voor de wijken Beverwaard, GrootIJsselmonde-Noord en Het Lage Land: elk -0,5 punt. De aspecten De meeste en meest extreme negatieve uitschieters op aspectniveau zijn te constateren bij de aspecten capaciteiten en sociale binding, gevolgd door meedoen en leefomgeving.
Er zijn drie uitschieters op deelgemeenteniveau: capaciteiten: --Prins Alexander: --Overschie:
-0,6 -0,6
sociale binding: --Hoek van Holland:
-0,6
Op wijkniveau worden meer, en meer extreme uitschieters geconstateerd. Voor een compleet overzicht zie de tabel in de bijlagen. De grootste dalingen (>= -1,0 punt) zijn waar te nemen bij het aspect capaciteiten, in de volgende wijken: --Vreewijk: --Schiebroek: --Groot-IJsselmonde Noord: --De Esch: --Zevenkamp:
-1,0 -1,2 -1,1 -1,3 -1,7
De grootste verschillen tussen 2008 en 2010 Er zijn op indexniveau vier deelgemeenten die in 2010 gelijk scoren aan 2008, vier die stijgen en vijf dalers. De stijgingen zijn van iets geringere omvang (maximaal 0,2 punt voor Pernis) dan de dalingen (maximaal -0,3 punt voor Hillegersberg-Schiebroek). Opvallend is de stijging van 0,3 punt voor Charlois op het aspect capaciteiten. Deze wordt in zijn geheel veroorzaakt door een sterke stijging (0,9 punt) op het thema voldoende opleiding. Bij geen enkele andere deelgemeente is er tussen 2008 en 2010 op dit aspect sprake van een dergelijke stijging. Veruit de meeste stijgingen bij deelgemeenten (en geen dalingen) vinden we bij het aspect meedoen. De stijgingen variëren hier van 0,1 tot en met 0,5 punt (Feijenoord). Sterke dalingen tussen de eerste en derde meting zijn verder te constateren bij Hillegersberg-Schiebroek, IJsselmonde (beide -0,5 punt) en Prins Alexander (-0,3 punt) op het aspect capaciteiten. Leefomgeving daalt in deze periode 0,3 punt in Hillegersberg-Schiebroek. Bij sociale binding daalt de indexscore bij Hillegersberg-Schiebroek, Hoek van Holland, Overschie, Centrum (alle -0,3 punt) en bij Prins Alexander -0,4 punt. De deelgemeenten Charlois, Delfshaven en Feijenoord zijn, in de zin van weinig veranderingen in de scores (zowel aspect- en themaniveau), redelijk stabiel en dat niet alleen tussen 2008 en 2010, maar ook in de periode 2008-2009.
11
12
Pact op Zuid en WWI-wijken
Pact op Zuid De deelgemeenten Charlois, Feijenoord en IJsselmonde vallen onder Pact op Zuid. Zoals blijkt uit onderstaande tabel, scoren de drie deelgemeenten samen een 5,3 op de Sociale Index 2010, 5,4 in 2009 en 5,3 in 2008. De overige deelgemeenten (rest-Rotterdam) samen kennen een vergelijkbare stijging en daling: van 6,3 in 2008, naar 6,5 in 2009 en weer terug naar een 6,3 in 2010. Op alle aspecten en thema’s scoort het Pact op Zuid-gebied lager dan de rest van Rotterdam, zij het dat de verschillen niet overal even groot zijn.
In de gemeente Rotterdam nemen de Pact op Zuidwijken en de WWI-wijken een bijzondere plaats in. De twee volgende paragrafen beschrijven de scores op de drie metingen voor beide clusters in vergelijking met de ‘rest van Rotterdam’, waarbij de wijksamenstelling van de ‘rest’ natuurlijk afhangt van de wijken in betreffend cluster.
Sociale Index
Capaciteiten
Voldoende opleiding
Goede gezondheid
Voldoende Inkomen
Voldoende taalbeheersing
Leefomgeving
Ontbreken van discriminatie
Passende huisvesting
Adequate voorzieningen
Weinig vervuiling en overlast
Meedoen
Werk en school
Sociale contacten
Sociale en culturele activiteiten
Sociale inzet
Sociale binding
Mutaties
Ervaren binding
Tabel 5: Ontwikkeling Sociale Indexscores Pact op Zuid en rest-Rotterdam
Pact op Zuid
2010
5,3
4,5
5,5
4,3
3,9
4,3
5,7
5,4
5,3
6,0
6,0
5,6
5,3
4,9
6,0
6,3
5,4
6,0
4,9
2009
5,4
4,7
5,3
4,6
4,3
4,5
5,8
5,8
5,6
5,7
6,0
5,7
5,2
5,4
5,7
6,4
5,7
6,0
5,5
2008
5,3
4,6
4,9
4,5
4,3
4,7
5,7
5,5
5,6
5,7
6,0
5,2
4,1
5,1
5,6
6,2
5,6
6,1
5,1
rest Rotterdam
2010
6,3
5,9
6,9
5,4
5,3
5,9
6,5
6,5
6,3
6,2
6,9
6,3
6,3
5,5
7,0
6,6
6,2
6,4
6,1
2009
6,5
6,2
6,7
5,7
6,1
6,3
6,6
6,8
6,7
6,1
6,8
6,5
6,3
6,1
6,9
6,7
6,5
6,3
6,7
2008
6,3
6,0
6,4
5,8
6,0
5,9
6,5
6,6
6,6
5,9
6,8
6,4
5,9
6,0
6,8
6,6
6,5
6,5
6,4
Sociale Index
Capaciteiten
Voldoende opleiding
Goede gezondheid
Voldoende Inkomen
Voldoende taalbeheersing
Leefomgeving
Ontbreken van discriminatie
Passende huisvesting
Adequate voorzieningen
Weinig vervuiling en overlast
Meedoen
Werk en school
Sociale contacten
Sociale en culturele activiteiten
Sociale inzet
Sociale binding
Mutaties
Ervaren binding
Tabel 6: De 25 Rotterdamse WWI-wijken vergeleken met de rest van Rotterdam, 2008 t/m 2010.
WWI-wijken
2010
5,3
4,4
5,7
4,4
3,6
4,1
5,7
5,7
5,1
6,0
5,9
5,7
5,1
5,1
6,3
6,2
5,5
5,7
5,2
2009
5,4
4,6
5,6
4,7
3,8
4,5
5,7
6,1
5,3
5,8
5,7
5,8
5,0
5,7
6,2
6,1
5,6
5,7
5,6
2008
5,3
4,5
5,3
4,7
3,9
4,2
5,6
5,6
5,3
5,7
5,8
5,5
4,4
5,6
5,8
6,1
5,6
5,9
5,3
rest Rotterdam
2010
6,0
5,9
6,5
5,4
5,6
5,9
6,3
6,1
6,2
5,9
6,8
6,0
6,2
5,4
6,3
6,2
6,0
6,2
5,7
2009
6,2
6,1
6,3
5,6
6,3
6,3
6,4
6,4
6,7
5,8
6,7
6,2
6,2
5,8
6,3
6,4
6,2
6,2
6,3
2008
6,1
6,0
6,1
5,6
6,1
6,2
6,3
6,3
6,5
5,6
6,6
5,9
5,6
5,7
6,2
6,2
6,1
6,3
6,0
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
WWI-wijken (Wonen Wijken en Integratie) In Rotterdam zijn 25 WWI-wijken. Deze overlappen voor een deel de 22 Pact op Zuid-wijken: 15 van de 25 WWI-wijken bevinden zich in Rotterdam-Noord. In deelgemeente IJsselmonde zijn geen WWI-wijken. Opvallend zijn de grote overeenkomsten tussen de scores voor de Pact op Zuid- en de WWI-wijken. Het gaat dan niet alleen om de scores voor elk jaar apart, maar ook om de veranderingen tussen de jaren. Op Rotterdam-niveau scoren beide gebieden bij de drie metingen identiek.
Interpretatie van de resultaten in het licht van de economische crisis De Sociale Index is niet zo opgezet dat de invloed van een economische crisis op de uitkomsten rechtstreeks kan worden aangetoond. Desondanks kan, door het in samenhang brengen van de verschillende deeluitkomsten van de monitor, wel een duiding worden gegeven over de mate waarin de crisis de uitkomsten heeft beïnvloed, zeker na drie metingen. Wat denken we af te kunnen en mogen lezen uit de cijfers? Zoals in de rapportage van 2009 is voorspeld, lijkt de stijging in 2009 van 0,2 punt door de economische crisis teniet gedaan (Sociale Index 2009, p.6). De effecten van de economische crisis laten zich vooral zien in de daling van de scores op voldoende inkomen, passende huisvesting, sociale contacten en binding. De eerste secundaire analyse maakt duidelijk dat de Rotterdammers zich negatiever uiten op de belevings- en ervaringsvragen. Het gaat dan bijvoorbeeld om onderwerpen als ervaren gezondheid en tevredenheid met de woning. De Rotterdammers voelen zich in 2010 kennelijk over het algemeen ‘minder prettig’, wellicht mede als gevolg van de crisis, mogelijk ook door het karakter van de politieke debatten rondom de gemeenteraadsverkiezingen. Meer dan door de sociaal-economische achteruitgang (inkomen, het hebben van een betaalde baan) is de index gedaald door de persoonlijke beleving c.q. de ervaring van de verslechterde situatie.
Wel gesteld kan worden dat Rotterdam de juiste randvoorwaarden biedt voor de ontwikkeling van zijn inwoners; op de thema’s voldoende opleiding, adequate voorzieningen, werk en school en sociale en culturele activiteiten wordt overwegend voldoende en steeds beter gescoord. Kijken we naar de deelgemeenten dan kunnen we, min of meer, constateren dat zij in 2010 sterker dalen naarmate zij hoger scoren op de Sociale Index. Er lijkt hierbij een verband te zijn met de ontwikkeling van de scores op het thema voldoende inkomen. In verdere secundaire analyses zal uitgezocht worden of de middeninkomens, de overwegende inkomensklasse in de hoger scorende deelgemeenten, grotere gevolgen ondervinden van de economische crisis dan de andere inkomensgroepen. Het is de vraag hoe beleving en ervaring van de inwoners van hun sociale omgeving en het sociale contact tussen inwoners zich de komende tijd gaan ontwikkelen. De laatste meting heeft laten zien dat een verslechtering van het economisch klimaat gepaard gaat met een daling op deze indicatoren. Bij een lage, maar stabiel blijvende economische situatie kan sprake zijn van toenemende gewenning en kan verdere daling op dit deel van de Sociale Index uitblijven. De ‘tentatieve’ conclusie dat de daling van de Sociale Indexscore in 2010 ten opzichte van 2009 (deels) een gevolg is van de economische crisis kan de komende maanden door secundaire analyses op de data van de Sociale Index zelf mogelijk verder worden onderbouwd. Dit jaar zullen ook andere onderzoeken inzicht gaan bieden in de relatie tussen de verslechterde economische situatie en de beleving daarvan door de burger, en de invloeden op zijn gedrag en houding.
13
14
5
Situatie per deelgemeente
Centrum
ontbreken van discriminatie
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
voldoende taalbeheersing
passende huisvesting
voldoende inkomen goede gezondheid
adequate voorzieningen om
cap
ac
leef
vervuiling en overlast
g
bi nd
e me
do
ing
sociale index werk en school
voldoende opleiding
n ite ite
vin ge
ervaren binding
ale soci
en
sociale contacten
mutaties
sociale inzet
Stadsdriehoek en C.S. Kwartier
od
ing
vt
vi
ca p ac
leef
bi nd
e me
do
ing
sociale index
w+s sc
gg n ite
v+o
g
ite
om
av
vin ge
ale soci
en
sca si
m
ale soci
en
si
Oude Westen
ph
do
sca
m
si
leef
leef
bi nd
sc
vo
eb
gg n ite
sca
vi
ca p ac
sociale index
w+s eb
ale soci
en
v+o
e me
e me
sc
do
vo
vt
ite
w+s
av
g vin ge
ing
gg
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
n ite
v+o
ge
vt
ite
om
av
g vin
om
od
ph
Cool, Nieuwe Werk, Dijkzigt
bi nd
sociale en culturele activiteiten
m
vo
eb
Het Centrum scoort 6,1 op de Sociale Index: sociaal voldoende, twee tiende punt lager dan in 2009 en weer op het niveau van 2008. Wederom scoort Centrum 0,3 punt hoger dan het stedelijk gemiddelde. Drie van de vier aspecten – capaciteiten, leefomgeving en meedoen – scoren sociaal voldoende. Wat betreft sociale binding blijft Centrum kwetsbaar. Het Centrum blinkt uit op het gebied van opleiding en sociale en culturele activiteiten. Taalbeheersing is geen problematisch thema meer.
De Sociale Indexscore van Centrum is ten opzichte van 2009 gedaald. Dat geldt ook voor alle aspecten. Capaciteiten en leefomgeving zijn licht gedaald, maar meedoen en sociale binding laten de grootste daling zien (-0,4). De Sociale Indexscore van Centrum zit daarmee weer op het niveau van 2008. Capaciteiten en leefomgeving zijn ten opzichte van het eerste jaar gestegen, meedoen en (vooral) sociale binding zijn gedaald. Stadsdriehoek/C.S. Kwartier scoort sociaal voldoende (6,6). De wijk is sociaal sterk op capaciteiten en kwetsbaar op het gebied van sociale binding. Op de andere twee aspecten is de score sociaal voldoende. Stadsdriehoek/C.S. Kwartier scoort zeer hoog (9,0) op opleiding en sociale en culturele activiteiten. Nog steeds sociaal sterk, maar lager, scoort deze wijk op de thema’s gezondheid, inkomen, ontbreken van discriminatie en huisvesting. Mutaties is een probleem: in Stadsdriehoek/C.S. Kwartier wordt veel verhuisd. Ook de wijk Cool/Nieuwe Werk/Dijkzigt scoort sociaal voldoende (6,4). Het enige probleemthema van deze wijk is werk en school. Verder scoren alleen de thema’s inkomen, taalbeheersing en mutaties kwetsbaar. De Sociale Indexscore voor het Oude Westen krijgt het label kwetsbaar (5,3). Slechts één thema krijgt de kwalificatie ‘sociaal sterk’ en één sociaal voldoende, te weten de thema’s sociale en culturele activiteiten, respectievelijk sociale inzet. Alle andere thema’s en aspecten scoren sociaal onvoldoende tot en met sociaal zeer zwak, vooral de inkomenssituatie in deze wijk is sociaal zeer zwak.
15
Prins Alexander
ing
sca
w+s sc
do
eb
m
si
ervaren binding Kralingseveer
sc
do
ing
leef
ing
bi nd
om w+s sc
do
ing
bi nd
ale soci
en
sca si
m
v+o
vt
vi
ca p ac
leef
vo
sociale index
w+s eb sc
e me
e me
sc
av
g
do
gg n ite
w+s
do
gg
vin ge
ite
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
ing
vt
n ite
v+o
g
g
ite
om
av
in ev
Zevenkamp
om
od
ph
eb
m
si
Oosterflank
vo
ale soci
en
sca
m
si
gg n ite
sca
vi
ca p ac
sociale index
eb
ale soci
en
v+o
e me
e me
sc
do
vo
ge
vt
ite
w+s
av
g vin
ing
gg
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
bi nd
vt
n ite
v+o
Het Lage Land
ite
om
av
g vin ge
eb
m
si
leef
od
ph
vo
ale soci
en
sca
Ommoord
ing
leef
bi nd
w+s
m
si
gg n ite
sca
vi
ca p ac
sociale index
eb
ale soci
en
v+o
e me
e me
sc
vo
vt
ite
w+s
do
av
g vin ge
bi nd
gg
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
n ite
v+o
ge
vt
ite
om
av
g vin
om
od
ph
Prinsenland
leef
mutaties
leef
sociale inzet
vo
ale soci
en
sca
m
si
gg
sociale index
eb
ale soci
en
v+o
vi
ca p ac
ing
vo
ge
vt
bi nd
bi nd
do
sociale contacten sociale en culturele activiteiten
om
om leef
w+s
av
g vin
n ite
soci
sociale index
sc
ale
gg
e me
en
v+o
e me
e me
do
voldoende opleiding
od
ph
vi
ca p ac
ite
ac
vt
n ite
om
av
sociale index werk en school
g vin ge
ite
cap
n ite ite
g vin ge
od
ph
Nesselande
leef
goede gezondheid
adequate voorzieningen
vervuiling en overlast
‘s-Gravenland
voldoende inkomen
ing
passende huisvesting
bi nd
voldoende taalbeheersing
bi nd
ontbreken van discriminatie
leef
16
ale soci
en
sca si
m
vo
eb
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
Prins Alexander scoort in 2010 6,8 op de Sociale Index. Dit cijfer ligt een vol punt boven het stedelijk gemiddelde. De minste thema’s in deze deelgemeente zijn sociale contacten (5,3) en goede gezondheid (5,9).
De wijk Ommoord krijgt een totaalscore van 6,9. Het is daardoor een wijk in de categorie sociaal voldoende. De wijk is alleen sociaal kwetsbaar waar het gaat om sociale contacten (net als de deelgemeente), alle andere thema’s zijn minstens voldoende.
De Sociale Indexscore van Prins Alexander is ten opzichte van 2009 met drie tiende punt gedaald. Alle aspecten zijn gedaald. Leefomgeving en meedoen zijn licht gedaald, maar capaciteiten (-0,6) en sociale binding (-0,4) geven de sterkste daling te zien. De Sociale Indexscore 2010 van Prins Alexander ligt onder het niveau van 2008. Capaciteiten en sociale binding zijn gedaald, leefomgeving en meedoen zijn gelijk gebleven.
Het Lage Land met score 6,4 is op het aspect sociale binding kwetsbaar, in het bijzonder wat betreft het thema ervaren binding. De wijk is ook kwetsbaar in de sociale contacten. Alle andere thema’s zijn minstens voldoende; best scorende thema’s, en sociaal sterk, zijn opleiding en weinig vervuiling en overlast.
De score van ’s-Gravenland bedraagt 8,0. Alleen de thema’s adequate voorzieningen en sociale contacten scoren sociaal voldoende, de rest scoort 7,1 of (ruim) meer. Vooral inkomen (9,6) scoort uitermate hoog.
Oosterflank scoort in 2010 6,3. Het aspect capaciteiten is kwetsbaar, door het kwetsbare thema van de taalbeheersing maar vooral door de gezondheidsproblemen onder de bevolking. Ook sociale contacten vormen een probleem. Tot slot is de wijk kwetsbaar met betrekking tot de ervaren binding. Sociaal sterk scoren de thema’s ontbreken van discriminatie, ondernemen van sociale en culturele activiteiten en weinig verhuizingen.
De wijk Nesselande (7,7) scoort sociaal voldoende op het gebied van voorzieningen, sociale inzet en mutaties, en is op alle andere thema’s sociaal sterk. Dat geldt vooral voor de thema’s weinig vervuiling en overlast, werk en school en inkomen. Vooral het aspect capaciteiten scoort sociaal sterk in Nesselande. Ook Kralingseveer (7,6) scoort op alle aspecten en thema’s minstens sociaal voldoende. De wijk blinkt in het bijzonder uit op het aspect sociale binding en daarbinnen op het thema mutaties (8,8). Hoogscorende thema’s zijn verder weinig vervuiling en overlast, inkomen en taalbeheersing. Prinsenland scoort sociaal voldoende op de Sociale Index: 7,0. De wijk is sociaal sterk op drie aspecten, op het aspect meedoen scoort het voldoende. Op drie thema’s scoort Prinsenland sociaal kwetsbaar. Het gaat dan om gezondheid, sociale contacten en sociale en culturele activiteiten. Verder scoort de wijk voldoende tot ruim voldoende op alle andere thema’s. Opleiding en taalbeheersing zijn de best scorende thema’s (beide 8,3).
Zevenkamp heeft van alle wijken in Prins Alexander de laagste score: 6,0. De score ligt net boven het Rotterdams gemiddelde. Het is net sociaal voldoende op de grens van kwetsbaar. De wijk heeft twee problematische thema’s: gezondheid en inkomen. Daarnaast kent de wijk nog een aantal kwetsbare thema’s: discriminatie, huisvesting, sociale contacten en ervaren binding. Sociaal sterk zijn weinig vervuiling en overlast en weinig verhuizingen.
17
Pernis
ontbreken van discriminatie
voldoende taalbeheersing
passende huisvesting
voldoende inkomen goede gezondheid
adequate voorzieningen om
vervuiling en overlast
g
cap
ac
n ite ite
vin ge
leef
e me
werk en school
do
en
ale soci
sociale contacten sociale en culturele activiteiten
sociale inzet
voldoende opleiding
ing
sociale index
bi nd
18
mutaties
ervaren binding
Pernis scoort 7,4 op de Sociale Index. Pernis scoort sociaal sterk op alle aspecten. De deelgemeente is alleen kwetsbaar op het thema ontbreken van discriminatie. Sociaal voldoende wordt er in Pernis gescoord op de thema’s goede gezondheid, sociale contacten, en sociale en culturele activiteiten. Alle overige thema’s scoren sociaal sterk. Pernis kent de hoogste scores (8,2 of hoger) op de thema’s taalbeheersing, weinig vervuiling en overlast, werk en school en mutaties. De Sociale Indexscore van Pernis is ten opzichte van 2009 licht gedaald, maar blijft sociaal sterk. Capaciteiten en leefomgeving zijn gedaald, sociale binding is gelijk gebleven en meedoen is gestegen. Ten opzichte van 2008 ligt de Sociale Indexscore 2010 boven het niveau van 2008. Alle aspecten zijn na drie metingen gestegen, in het bijzonder meedoen. In Pernis zijn geen aparte wijken onderscheiden. Pernis laat alleen op het thema discriminatie een kwetsbaar niveau zien. Op alle andere thema’s en aspecten wordt sociaal voldoende, maar vooral sociaal sterk gescoord.
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
ontbreken van discriminatie
om
vin ge
g
cap
ac
leef
vervuiling en overlast
do
bi nd
werk en school
voldoende opleiding
ing
sociale index
ervaren binding
ale soci
en
sociale contacten sociale en culturele activiteiten
mutaties
sociale inzet
Overschie e.o.
sca si
m
v+o
vi
ca p ac
sociale index
w+s eb sc
do
gg
ing
ing
bi nd
ale soci
en
vo
e me
sc
av
vt
bi nd
leef
w+s
do
gg
g vin ge
n ite
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
ite
v+o
vt
n ite
om
av
g vin ge
Kleinpolder
om
od
ph
e me
Overschie en omstreken scoort met 6,9 sociaal voldoende. Het grote verschil tussen de indexscores van de twee wijken in deze deelgemeente is terug te voeren op lagere scores op alle aspecten. Het verschil is het grootst bij het aspect capaciteiten. Overschie e.o. heeft één kwetsbaar thema (op de grens van voldoende): sociale contacten. Verder kent het alleen voldoende of sociaal sterke thema’s. Het best scoort taalbeheersing (8,6).
goede gezondheid
adequate voorzieningen
ite
Kleinpolder scoort in 2010 kwetsbaar, indexscore 5,5. Vooral capaciteiten draagt daaraan bij met een score van 4,5 (sociaal zwak) en in iets mindere mate het aspect meedoen met 5,4 en sociale binding met 5,7. De thema’s gezondheid, inkomen en taalbeheersing scoren in Kleinpolder problematisch. Kleinpolder kent geen sociaal sterke thema’s.
voldoende inkomen
e me
De Sociale Indexscore 2010 van Overschie is ten opzichte van 2009 met drie tiende punt gedaald. Dat komt vooral door de sterke daling van capaciteiten (-0,6). Ook meedoen en sociale binding zijn (licht) gedaald. Leefomgeving is gestegen. De Sociale Indexscore 2010 van Overschie ligt (net) onder het niveau van 2008. Capaciteiten, leefomgeving en (vooral) sociale binding zijn gedaald, meedoen is gestegen.
passende huisvesting
n ite ite
Deelgemeente Overschie scoort 6,1 op de Sociale Index. Alleen capaciteiten scoort kwetsbaar, de overige aspecten scoren voldoende. Het meest positief scoren de thema’s weinig vervuiling en overlast en mutaties.
voldoende taalbeheersing
leef
Overschie
ale soci
en
sca si
m
vo
eb
19
20
Noord
Noord scoort net iets beter dan Rotterdam op de Sociale Index: 5,9. De deelgemeente wijkt op de meeste onderdelen van de Sociale Index weinig af van de stad als geheel. Twee aspecten scoren sociaal voldoende: leefomgeving en meedoen, de twee andere aspecten scoren kwetsbaar. Noord kent één probleemthema: inkomen. Bovendien is de wijk kwetsbaar als het gaat om gezondheid, taalbeheersing, passende huisvesting, werk en school, sociale contacten en mutaties (verhuizingen). Een positief kenmerk van de deelgemeente is dat inwoners veel sociale en culturele activiteiten ondernemen. De Sociale Indexscore 2010 van Noord is ten opzichte van 2009 licht gedaald. Dat geldt ook voor capaciteiten, meedoen en sociale binding. Leefomgeving is gelijk gebleven. De Sociale Indexscore van Noord komt terug op het niveau van 2008. Hetzelfde geldt voor capaciteiten, meedoen en sociale binding. Alleen leefomgeving is in twee jaar tijd gestegen. Blijdorp (7,2) behoort in veel opzichten tot de betere wijken van Rotterdam. De wijk is alleen kwetsbaar in de zin dat er relatief veel verhuisd wordt (mutaties), maar ook op de thema’s werk en school en sociale contacten. Daar staat tegenover dat het 7,5 of hoger scoort op acht van de veertien thema’s. Gezondheid, inkomen, ontbreken van discriminatie, huisvesting, weinig vervuiling en overlast en sociale en culturele activiteiten scoren alle hoger dan 8,0 in Blijdorp. De bevolking van het Liskwartier (6,3) is goed opgeleid, onderneemt veel sociale en culturele activiteiten. Er is weinig vervuiling en overlast. Wel is de wijk kwetsbaar wat betreft inkomen, taalbeheersing, passende huisvesting en sociale contacten. Bovendien wordt er in het Liskwartier tamelijk veel verhuisd.
Ook Bergpolder (6,2) kenmerkt zich door een hoog opleidingsniveau en voldoende participatie op het gebied van sociale en culturele activiteiten. Daarnaast scoort het goed op taalbeheersing en kent de wijk weinig discriminatie. De hoge mutatiegraad in Bergpolder is een probleem. Verder is de wijk kwetsbaar met betrekking tot gezondheid, inkomen, huisvesting, voorzieningen, sociale contacten en participatie op het gebied van werk en school. De Provenierswijk behaalt 5,9 op de Sociale Index. De capaciteiten van de bevolking worden als kwetsbaar gekwalificeerd. Hetzelfde geldt voor het aspect sociale binding en zijn twee thema’s. Op de aspecten leefomgeving en meedoen scoort de Provenierswijk voldoende. Inkomen en taalbeheersing zijn in de wijk probleemthema’s. Ook de participatie op het gebied van werk en school is problematisch. Daarnaast zijn de thema’s gezondheid, passende huisvesting en sociale contacten kwetsbaar. In positieve zin valt vooral op dat de inwoners zeer actief sociale en culturele activiteiten ondernemen. De Agniesebuurt (5,5) scoort op de meeste terreinen (negen van de veertien thema’s) (zwaar) onvoldoende. Omdat de bevolking gezondheids- en taalproblemen en weinig inkomen heeft (dit thema is sociaal zeer zwak) komt het aspect capaciteiten als (grootste) probleem naar voren. Daar staat tegenover dat het opleidingsniveau van de bevolking voldoende scoort. Ook op de thema’s voorzieningen, vervuiling en overlast, sociale en culturele activiteiten en sociale inzet scoort de Agniesebuurt voldoende. Het Oude Noorden (5,3) kent drie kwetsbare aspecten en één problematische (capaciteiten). De wijk scoort alleen op de thema’s voorzieningen, vervuiling en overlast, sociale en culturele activiteiten en sociale inzet voldoende. De bevolking kampt met weinig inkomen (zeer zwak) en gezondheids- en taalproblemen. Het thema voldoende opleiding is kwetsbaar en aanzienlijk lager dan in de andere wijken van de deelgemeente. Huisvesting, participatie op het gebied van werk en school en sociale contacten zijn in het Oude Noorden probleemthema’s.
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
ontbreken van discriminatie
voldoende taalbeheersing
passende huisvesting
voldoende inkomen goede gezondheid
adequate voorzieningen om
cap
ac
leef
vervuiling en overlast
g
en
bi nd
e me
do
ing
sociale index werk en school
voldoende opleiding
n ite ite
vin ge
soci
ervaren binding
ale
sociale contacten sociale en culturele activiteiten
mutaties
sociale inzet
Blijdorp
ing
om w+s
bi nd
sc
om
ing
bi nd
w+s sc
ing
bi nd
sca si
m
om v+o
vt
vi
ca p ac
sociale index
w+s eb sc
do
gg
ing
leef
ale soci
en
vo
g
e me
e me
sc
av
g
n ite
w+s
do
gg
in ev
ite
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
bi nd
vt
n ite
v+o
g
ite
om
av
vin ge
Oude Noorden
leef
od
ph
eb
m
si
Agniesebuurt
vo
ale soci
en
sca
m
si
do
ing
leef
sca
gg
sociale index
eb
ale soci
en
v+o
e me
e me
sc
do
vo
vi
ca p ac
n ite
sociale index
w+s
av
vt
bi nd
gg
g vin ge
ite
v+o
od
ph
vi
ca p ac
n ite
om
av
vt
ite
g vin ge
Provenierswijk
leef
od
ph
eb
m
si
Bergpolder
vo
ale soci
en
sca
m
si
do
ing
leef
sca
gg
sociale index
eb
ale soci
en
v+o
e me
e me
sc
do
vo
vi
ca p ac
n ite
sociale index
w+s
av
vt
bi nd
gg
g vin ge
ite
v+o
od
ph
vi
ca p ac
n ite
om
av
vt
ite
g vin ge
leef
od
ph
Liskwartier
ale soci
en
sca si
m
vo
eb
21
22
Kralingen-Crooswijk
Deelgemeente Kralingen-Crooswijk scoort iets hoger op de Sociale Index dan Rotterdam als geheel (5,9 in plaats van 5,8). De inwoners ondernemen opvallend veel sociale en culturele activiteiten. De bevolking van Kralingen-Crooswijk is bovendien vrij goed opgeleid, maar kwetsbaar wat betreft het aspect capaciteiten. Dat is het gevolg van de thema’s gezondheid en inkomen met een score in de categorie problematisch en het thema taalbeheersing dat kwetsbaar scoort. De kwaliteit van de leefomgeving is gemiddeld voor Rotterdam: voldoende. Het thema passende huisvesting scoort binnen dit aspect kwetsbaar. Meedoen scoort voldoende, hoewel de bevolking kwetsbaar scoort op werk en school en sociale contacten. Kralingen-Crooswijk is kwetsbaar in de zin dat er redelijk veel verhuisd wordt en men zich minder thuis voelt in de wijk. De Sociale Indexscore van Kralingen-Crooswijk is ten opzichte van 2009 gedaald. Dat geldt ook voor alle aspecten. Leefomgeving en meedoen zijn licht gedaald, capaciteiten (-0,4) en sociale binding laten de grootste daling zien. De Sociale Indexscore 2010 is in vergelijking met 2008 (licht) gestegen. Capaciteiten is gedaald, leefomgeving en meedoen zijn gestegen en sociale binding is gelijk gebleven.
De wijk Kralingen Oost/Kralingse Bos (7,4) krijgt voor vrijwel alle thema’s hoge scores. Uitblinkers (met een score van 8,5 of hoger) zijn voldoende opleiding, sociale en culturele activiteiten en voldoende inkomen. Kralingen Oost/Kralingse Bos is alleen kwetsbaar wat betreft mutaties. Struisenburg (6,7) scoort kwetsbaar op de thema’s mutaties, participatie in werk en school en de taalbeheersing. Voor het aspect meedoen leidt dit tot de score kwetsbaar. Op alle andere terreinen (aspecten en thema’s) scoort Struisenburg (ruim) boven het Rotterdams gemiddelde. Sociaal sterk scoort de wijk op opleiding, voldoende inkomen, huisvesting, vervuiling en overlast, sociale contacten en ondernemen van sociale en culturele activiteiten.
De Esch heeft een Sociale Index-score van 6,0. Inkomen en taalbeheersing zijn een probleem. Gevoegd bij een kwetsbare gezondheid levert dat een kwetsbaar aspect capaciteiten op. En dat terwijl de inwoners goed (7,2) zijn opgeleid. Ook ondernemen ze veel sociale en culturele activiteiten en tonen ze veel sociale inzet. In De Esch is het minder goed gesteld met de participatie in werk en school, sociale contacten en sociale binding. Sterkste punt van De Esch is de leefomgeving. In Kralingen-West (5,7) zijn inkomen en gezondheid probleemthema’s. Bovendien kent KralingenWest nog zeven kwetsbare thema’s verspreid over alle aspecten. Daar staat tegenover dat de bevolking relatief hoog is opgeleid en veel sociale en culturele activiteiten onderneemt. Mede hierdoor is meedoen in Kralingen-West het hoogst scorende aspect. Ook leefomgeving scoort (zij het krap) een voldoende. Capaciteiten en sociale binding zijn echter kwetsbare aspecten. Ook in Rubroek (5,7) zijn de bewoners zeer actief wat betreft deelname aan sociale en culturele activiteiten. Rubroek kent twee probleemthema’s, namelijk inkomen en gezondheid. De bewoners zijn voldoende opgeleid. Verder is de wijk kwetsbaar op een aantal uiteenlopende gebieden: taalbeheersing, discriminatie, vervuiling en overlast, participatie in werk en school, sociale contacten, sociale inzet en sociale binding. De bevolking van Nieuw Crooswijk (5,3) scoort sociaal zeer zwak (3,1) op inkomen. Vooral daardoor is capaciteiten een probleemaspect. Daarnaast kent de wijk vier problematische thema’s: taalbeheersing, vervuiling en overlast, weinig sociale binding en onvoldoende participatie van de inwoners in werk en school. Op andere terreinen van participatie – sociale contacten, sociale en culturele activiteiten en sociale inzet – scoort Nieuw Crooswijk wel voldoende. Dat geldt ook voor opleiding.
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
ontbreken van discriminatie
voldoende taalbeheersing
passende huisvesting
voldoende inkomen goede gezondheid
adequate voorzieningen om
vin ge
cap
ac
leef
vervuiling en overlast
g
en
bi nd
e me
do
ing
sociale index werk en school
voldoende opleiding
n ite ite
Ook in Oud Crooswijk (5,1) vormt capaciteiten het grootste probleem (en groter dan in Nieuw Crooswijk). De inwoners scoren sociaal zeer zwak op gezondheid en weinig inkomen. Op het laatste thema wordt slechts 2,8 gerealiseerd, een van de laagste scores in Rotterdam. Taalbeheersing scoort net problematisch (3,0). Verder ervaart de bevolking weinig sociale binding en scoren ze onvoldoende op werk en school. Opleiding is in deze wijk, als enige wijk in de deelgemeente, kwetsbaar (de andere wijken scoren hoger). Oud Crooswijk scoort voldoende op de thema’s voorzieningen, sociale en culturele activiteiten, sociale inzet en mutaties met dit laatste thema wordt de hoogste score in de deelgemeente bereikt.
soci
ervaren binding
ale
sociale contacten sociale en culturele activiteiten
si
m
sc
do
om gg
ale soci
en
sca si
m
vo
eb
gg
ing
bi nd
ing
bi nd
sociale index
w+s eb
leef
om om leef
om
sca
v+o
vi
ca p ac
bi nd
ing
bi nd
ing
leef
ale soci
en
vo
g
vt
ing
ing
ing
bi nd
leef
leef leef
bi nd
sc
do
av
g
ale soci
en
si
n ite
w+s eb
gg
in ev
do
sca
ite
m
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
sc
Oud Crooswijk
e me
si
vt
n ite
sca
v+o
e me
ale soci
en
vo
g
sociale index
w+s
m
si
v+o
eb
ale soci
en
sca
ite
om
av
vin ge
vo
vi
ca p ac
n ite
gg n ite
e me
sc
do
od
ph
vi
ca p ac
av
vt
ite
vt
sociale index
w+s
sc
do
Nieuw Crooswijk
ite
v+o
g
g
gg
g vin ge
e me
av
in ev
w+s
od
ph
vi
ca p ac
n ite
od
ph
vt
sociale index
m
si
Rubroek
v+o
eb
ale soci
en
sca
m
si
vo
ge
g vin
Kralingen West
ite
sc
do
av
e me
sca
gg n ite
w+s
od
ph
vi
ca p ac
sociale index
eb
ale soci
en
v+o
e me
e me
sc
do
vo
vt
ite
w+s
av
g vin ge
De Esch
bi nd
gg
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
n ite
v+o
ge
vt
ite
om
av
g vin
om
od
ph
Struisenburg
leef
Kralingen Oost/ Kralingse Bos
mutaties
sociale inzet
m
vo
eb
23
IJsselmonde
Oud IJsselmonde
om sc
do
sca
av
vin ge
vi
ca p ac
leef
do
ing
e me
sc
gg
ale soci
en
sca si
m
vo
eb
ing
gg
leef
bi nd
ing
vt
sociale index
w+s
mutaties
g
n ite
v+o
sociale inzet
bi nd
od
ph
om
ervaren binding
ite
sociale contacten sociale en culturele activiteiten
leef
om
e
ale soci
en
si
ing
al soci
do
sca
Beverwaard
bi nd
en
sc
voldoende opleiding
vi
ca p ac
sociale index
w+s eb
m
si
bi nd
om
sca
v+o
vt
n ite
e me
do
vo
ale soci
en
ac
sociale index werk en school
do
av
e me
cap
sc
e me
g
n ite ite
vin ge
sociale index
w+s
goede gezondheid
adequate voorzieningen
vervuiling en overlast
v+o
voldoende inkomen
gg
g vin ge
ite
passende huisvesting
od
ph
vi
ca p ac
n ite
voldoende taalbeheersing
ge
vt
ite
ontbreken van discriminatie
av
g vin
Lombardijen
om
od
ph
eb
m
si
Groot IJselmonde Zuid
vo
ale soci
en
ing
ing
bi nd
w+s
m
si
gg n ite
sca
vi
ca p ac
sociale index
eb
ale soci
en
v+o
e me
sc
do
vo
vt
ite
w+s
av
g vin ge
bi nd
gg
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
n ite
v+o
vt
ite
om
av
g vin ge
Groot IJsselmonde Noord
leef
od
ph
e me
De Sociale Indexscore van IJsselmonde is ten opzichte van 2009 met drie tiende punt gedaald. Alle aspecten zijn gedaald. Leefomgeving en meedoen zijn licht gedaald, maar capaciteiten en sociale binding laten de grootste daling zien (-0,5). In 2010 is IJsselmonde weer op het niveau van 2008. Capaciteiten (fors) en sociale binding zijn gedaald, leefomgeving is gelijk gebleven en meedoen is (fors) gestegen.
De inwoners van Oud IJsselmonde (7,1) scoren sociaal zeer sterk op capaciteiten en dan met name op de thema’s inkomen en taalbeheersing. Zij doen voldoende mee binnen de samenleving. Ook de sociale binding in de wijk is voldoende, vooral doordat er relatief weinig wordt verhuisd. Leefomgeving kent binnen de wijk de thema’s met de hoogste en laagste score: weinig vervuiling en overlast scoort zeer sterk (8,6), terwijl de wijk kwetsbaar is op het gebied van voorzieningen (5,5).
leef
De totaalscore van IJsselmonde (5,8) is gelijk aan het stedelijk gemiddelde. IJsselmonde wijkt op één aspect negatief af van de stad: meedoen (de stad scoort voldoende, terwijl IJsselmonde kwetsbaar is). IJsselmonde kent drie probleemthema’s: gezondheid, inkomen en sociale contacten. De deelgemeente scoort het beste met betrekking tot vervuiling en overlast, participatie ten aanzien van werk en school en mutaties (in IJsselmonde wordt relatief weinig verhuisd). Bij het thema mutaties is het verschil met de stad het grootst (in positieve zin). Het grootste negatieve verschil met de stad betreft deelname aan sociale en culturele activiteiten: voldoende in de stad, kwetsbaar in IJsselmonde.
leef
24
m
vo
eb
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
Binnen de wijk Groot IJsselmonde onderscheidt de Sociale Index twee gebieden: Noord en Zuid. Alle twee scoren ze kwetsbaar (met 5,9 net geen voldoende). Groot IJsselmonde-Noord (5,9) scoort sociaal sterk op de thema’s weinig vervuiling en overlast en mutaties (dit laatste beter nog dan Oud IJsselmonde). Grootste probleem in Noord zijn capaciteiten. Het inkomensniveau is zeer zwak en de gezondheid scoort kwetsbaar. Ook is de participatie op het gebied van sociale en culturele activiteiten kwetsbaar en met 4,9 het laagste in de deelgemeente en nagenoeg het laagste in de stad. Groot IJsselmonde-Zuid (5,9) scoort op vrijwel alle thema’s sociaal voldoende of kwetsbaar. Alleen de thema’s gezondheid en inkomen vormen de uitzondering: zij kunnen als problematisch worden beschouwd. Capaciteiten is het enige kwetsbare aspect in Zuid (in Noord is het een probleem). De bevolking van Lombardijen (5,6) scoort kwetsbaar op het aspect capaciteiten. Gezondheid, inkomen en taalbeheersing zijn probleemthema’s. Dat geldt ook voor sociale contacten. Deelname van bewoners binnen de samenleving (behalve op het gebied van sociale inzet) is kwetsbaar. Ook sociale binding is een kwetsbaar aspect. Alleen de kwaliteit van de leefomgeving is voldoende. De Sociale Indexscore van Beverwaard is de laagste van de deelgemeente (5,2). Beverwaard kent drie kwetsbare aspecten en één problematische: capaciteiten. Beverwaard laat een sociaal zeer zwakke score zien op gezondheid en een sociaal problematische op inkomen en taalbeheersing. Kwetsbaar zijn ook sociale contacten, sociale inzet en de ervaren binding. Slechts twee thema’s scoren een voldoende: participatie in werk en school en mutaties.
25
Hoogvliet
goede gezondheid
adequate voorzieningen om
vin ge
g
cap
leef
vervuiling en overlast
ac
do
en
bi nd
werk en school
voldoende opleiding
ing
sociale index
al soci
ervaren binding
e
sociale contacten sociale en culturele activiteiten
mutaties
sociale inzet
Hoogvliet-Zuid
sca si
m
om v+o
vi
ca p ac
sociale index
w+s eb sc
do
gg
ing
vo
vt
bi nd
ing
bi nd
ale soci
en
av
e me
e me
sc
do
gg
g vin ge
n ite
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
ite
v+o
vt
n ite
om
av
g vin ge
Hoogvliet-Noord
leef
od
ph
w+s
Hoogvliet-Noord kent vijf kwetsbare thema’s, terwijl Hoogvliet-Zuid twee thema’s heeft die kwetsbaar zijn. In Hoogvliet-Noord zijn sociale contacten en ervaren binding problematische thema’s. Grootste verschil tussen de twee wijken vinden we op het aspect sociale binding: Noord scoort hierop voldoende (6,1), maar bijna anderhalf punt lager dan Zuid (7,5). Dat komt bijna volledig op het conto van de ervaren binding in Noord, die problematisch is, terwijl Zuid op dit gebied sociaal sterk is. Capaciteiten scoort in Noord kwetsbaar, ondanks de sociaal voldoende voor opleiding.
voldoende inkomen
ite
Hoogvliet-Zuid (6,9) komt 0,8 punt hoger uit dan Hoogvliet-Noord (6,1). Op alle aspecten en bijna alle thema’s scoort Zuid beter dan Noord. Opvallend is dat goede gezondheid in Hoogvliet-Zuid lager scoort dan in Hoogvliet-Noord. Goede gezondheid scoort zelfs problematisch, en is het enige probleemthema in Zuid.
passende huisvesting
e me
De Sociale Indexscore van Hoogvliet is ten opzichte van 2009 met drie tiende punt gedaald. Alle aspecten zijn gedaald. Capaciteiten en leefomgeving zijn licht gedaald, maar (vooral) meedoen (-0,4) en sociale binding (-0,3) laten de grootste daling zien. De Sociale Indexscore 2010 van Hoogvliet ligt (net) onder het niveau van 2008. Capaciteiten en meedoen zijn gedaald, leefomgeving en sociale binding zijn gelijk gebleven.
voldoende taalbeheersing
n ite ite
Deelgemeente Hoogvliet scoort op de Sociale Index bijna een punt hoger dan het Rotterdams gemiddelde: 6,6 in plaats van een 5,8. Drie thema’s zijn in Hoogvliet sociaal onvoldoende: goede gezondheid, sociale contacten en het ondernemen van sociale en culturele activiteiten. In Hoogvliet vinden weinig verhuizingen (mutaties) plaats en (wellicht daardoor) ervaren de inwoners veel sociale binding.
ontbreken van discriminatie
leef
26
ale soci
en
sca si
m
vo
eb
Hoek van Holland
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
ontbreken van discriminatie
Hoek van Holland is in de Sociale Index beschouwd als één wijk. Hoek van Holland scoort met 7,7 sociaal sterk. Sociaal sterk scoren zelfs alle thema’s, uitgezonderd het sociaal voldoende thema sociale en culturele activiteiten (7,0) en het kwetsbare thema gezondheid (5,7).
voldoende inkomen goede gezondheid
adequate voorzieningen om
vin ge
g
cap
ac
leef
vervuiling en overlast
do
en
bi nd
werk en school
soci
ale
sociale contacten sociale en culturele activiteiten
sociale inzet
voldoende opleiding
ing
sociale index
e me
De Sociale Indexscore van Hoek van Holland is ten opzichte van 2009 met vier tiende punt gedaald. Capaciteiten (-0,4), leefomgeving (-0,5) en sociale binding (-0,6) zijn gedaald, maar meedoen is licht (0,1) gestegen. De laatste Sociale Indexscore ligt (net) onder het niveau van 2008. Capaciteiten, leefomgeving en sociale binding zijn gedaald, meedoen is (fors) gestegen.
passende huisvesting
n ite ite
Hoek van Holland (7,7) heeft de hoogste Sociale Indexscore van alle deelgemeenten. De deelgemeente kan in alle opzichten, met uitzondering van de thema’s goede gezondheid en sociale en culturele activiteiten, als ‘sociaal sterk’ worden gekwalificeerd. De kwetsbare score 5,7 voor goede gezondheid is opvallend.
voldoende taalbeheersing
mutaties
ervaren binding
27
28
Hillegersberg-Schiebroek
Hillegersberg-Schiebroek (7,0) heeft net als in 2009, na Pernis en Hoek van Holland, de hoogste Sociale Indexscore van alle deelgemeenten. In tegenstelling tot 2009 heeft de deelgemeente nu wel een onvoldoende thema: sociale contacten: 5,8. Het hoogst scoort het thema weinig vervuiling en overlast: 8,1. De Sociale Indexscore van Hillegersberg-Schiebroek is ten opzichte van 2009 met drie tiende punt gedaald. Alle aspecten zijn gedaald. Leefomgeving en meedoen zijn minder sterk gedaald dan capaciteiten en sociale binding. De huidige Sociale Indexscore ligt onder het niveau van 2008. Capaciteiten (fors), leefomgeving en sociale binding zijn gedaald en meedoen is gelijk gebleven.
Terbregge (8,0) is de wijk met de hoogste indexscore in deze deelgemeente. Samen met de wijk ’s-Gravenland heeft het de hoogste score van alle wijken in Rotterdam. Terbregge is sociaal sterk op vrijwel alle terreinen. Inkomen en vervuiling en overlast zijn de hoogst scorende thema’s. Twee thema’s zijn niet sociaal sterk: sociale contacten (maar nog altijd sociaal voldoende) en adequate voorzieningen. Op dit laatste thema scoort Terbregge kwetsbaar. Molenlaankwartier (7,9) scoort op alle thema’s hoger dan de deelgemeente en is alleen voor de thema’s adequate voorzieningen en sociale contacten sociaal voldoende. De sterkste punten van het Molenlaankwartier zijn inkomen, participatie in werk en school en weinig vervuiling en overlast. Hillegersberg-Zuid (7,4) scoort op elf van de veertien thema’s sociaal sterk. De thema’s gezondheid, voldoende inkomen en voldoende taalbeheersing scoren hoger dan 8,0. Op drie thema’s scoort de wijk ‘slechts’ sociaal voldoende: adequate voorzieningen, sociale contacten en mutaties. Hillegersberg-Noord scoort, net als HillegersbergZuid 7,4. De wijk scoort op negen van de veertien thema’s sociaal sterk. De thema’s opleiding, taal-beheersing en weinig vervuiling en overlast scoren hoger dan 8,0. Op vijf thema’s scoort de wijk ‘slechts’ sociaal voldoende: gezondheid, inkomen, ontbreken van discriminatie, sociale contacten en mutaties. Schiebroek (6,0) heeft een aanzienlijk lagere Sociale Indexscore dan de andere wijken van de deelgemeente. Het kent één sociaal sterk thema: weinig vervuiling en overlast. Als enige wijk in de deelgemeente kent het twee probleemthema’s: gezondheid en inkomen. Hierdoor zijn capaciteiten in Schiebroek kwetsbaar. Daarnaast is Schiebroek kwetsbaar waar het gaat om discriminatie en sociale contacten.
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
ontbreken van discriminatie
voldoende taalbeheersing
passende huisvesting
voldoende inkomen goede gezondheid
adequate voorzieningen om
cap
ac
leef
vervuiling en overlast
g
bi nd
e me
do
ing
sociale index werk en school
voldoende opleiding
n ite ite
vin ge
ervaren binding
ale soci
en
sociale contacten sociale en culturele activiteiten
mutaties
sociale inzet
Terbregge
om sc
od
si
vt
vi
ca p ac
leef
bi nd
e me
do
ing
sociale index
w+s sc
gg n ite
v+o
g
g
ite
om
av
in ev
ale soci
en
sca si
m
ale soci
en
sca
Schiebroek
ph
do
vo
eb
gg
bi nd
ing
bi nd
sc
m
si
leef
leef
sca
vi
ca p ac
sociale index
w+s eb
ale soci
en
v+o
vt
n ite
vo
e me
e me
sc
do
av
g vin ge
ite
w+s
ing
ing
gg
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
n ite
v+o
ge
Hillegersberg-Noord
ite
om
av
vt
eb
m
si
om
od
g vin
vo
ale soci
en
sca
Hillegersberg-Zuid
ph
do
ing
leef
bi nd
w+s
m
si
gg n ite
sca
vi
ca p ac
sociale index
eb
ale soci
en
v+o
e me
e me
sc
do
vo
vt
ite
w+s
ge
av
g vin
bi nd
gg
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
n ite
v+o
vt
ite
om
av
g vin ge
leef
od
ph
Molenlaankwartier
m
vo
eb
29
30
Feijenoord
Deelgemeente Feijenoord (5,2) heeft een lage Sociale Indexscore. Alleen deelgemeente Charlois scoort lager. De deelgemeente scoort zeer zwak op inkomen en taalbeheersing en problematisch op gezondheid. Hierdoor is de score op het aspect capaciteiten sociaal problematisch. Participatie op het gebied van werk en school en passende huisvesting zijn thema’s met problematische scores. Feijenoord scoort voldoende op het thema mutaties, wat duidt op weinig verhuizingen. Naast de voldoende score op mutaties zijn positieve kenmerken van Feijenoord dat de inwoners voldoende deelnemen aan sociale en culturele activiteiten en dat ze voldoende sociale inzet tonen. De Sociale Indexscore van Feijenoord is in 2010 niet veranderd ten opzichte van 2009. Capaciteiten, leefomgeving en sociale binding zijn licht gedaald, terwijl meedoen licht is gestegen. Vergeleken met 2008 is er sprake van een lichte stijging (0,1). Capaciteiten is gelijk gebleven, leefomgeving en sociale binding zijn gedaald en meedoen is (fors) gestegen.
Kop van Zuid-Entrepot (6,2) scoort op de Sociale Index precies een punt boven het gemiddelde van de deelgemeente. De aspecten tonen hetzelfde beeld als Noordereiland. Capaciteiten is kwetsbaar, vooral doordat taalbeheersing een probleem is (het enige probleemthema in deze wijk). De wijk is bovendien kwetsbaar met betrekking tot inkomen, discriminatie, voorzieningen en sociale contacten. Kop van Zuid-Entrepot is sociaal sterk waar het gaat om vervuiling en overlast, deelname aan sociale en culturele activiteiten en sociale inzet. In Katendrecht (5,9) zijn de scores op leefomgeving, participatie in de samenleving (vooral door sociale inzet) en de sociale binding sociaal voldoende. Capaciteiten laat een probleemscore zien. De bevolking scoort problematisch op inkomen en taalbeheersing. Bovendien zijn opleiding en gezondheid kwetsbare thema’s. Dat geldt ook huisvesting, voorzieningen, participatie op de arbeidsmarkt en in het onderwijs, sociale contacten, deelname aan sociale en culturele activiteiten en mutaties. Sociaal sterk is Katendrecht op het gebied van vervuiling en overlast.
Kop van Zuid (6,8) scoort op de Sociale Index ruim anderhalf punt boven het gemiddelde van de deelgemeente. De wijk scoort sociaal sterk op capaciteiten (alleen taalbeheersing is kwetsbaar) en participeert ruim voldoende in de samenleving (alleen sociale inzet laat te wensen over). De leefomgeving is van redelijk goede kwaliteit, echter de voorzieningen vallen met een problematische score (4,6) uit de toon vallen. De sociale binding is een kwetsbaar aspect.
Vreewijk (5,8) scoort in 2010 kwetsbaar. Ook in deze wijk is capaciteiten het grootste probleem. Inkomen scoort sociaal zeer zwak. Opleiding en taalbeheersing scoren in deze wijk kwetsbaar en gezondheid problematisch. Leefomgeving (thema discriminatie is een probleem) en meedoen zijn kwetsbare aspecten. Positieve uitschieter binnen meedoen aan de samenleving is sociale inzet; deze is sociaal sterk. Sociale binding is het sterkste aspect van Vreewijk.
Noordereiland (6,4) scoort ook ruim boven het deelgemeentelijke gemiddelde (en beter dan Rotterdam als geheel). Drie van de vier aspecten scoren in deze wijk voldoende, alleen capaciteiten scoort (net) geen voldoende. Dat komt vooral doordat het lage inkomensniveau een probleem is. Taalbeheersing is een kwetsbaar thema, net als adequate voorzieningen, deelname aan werk en school en sociale contacten. Daar staat tegenover dat de bevolking sterk scoort op sociale en culturele activiteiten. Er is weinig vervuiling en overlast en ook passende huisvesting scoort goed.
De wijk Feijenoord (4,9) is één van de zes sociale probleemwijken in Rotterdam. Het scoort op alle capaciteitenthema’s onder sociaal voldoende. Inkomen en taalbeheersing scoren sociaal zeer zwak. Daarnaast zijn opleiding, gezondheid, werk en school, discriminatie en passende huisvesting probleemthema’s. Slechts twee van de veertien thema’s krijgen een voldoende: voorzieningen en mutaties.
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
Kop van Zuid
om om
ing
bi nd
w+s eb sc
om
av
leef
ing
bi nd
vo
od
ph
sc
gg
ing
bi nd
bi nd
om e me
do
ale soci
en
sca si
mutaties
vi
ca p ac
sociale index
w+s sc
sociale inzet
vt
m
vo
eb
ing vi
ca p ac
ale soci
en
si
n ite
v+o
g
do
sca
m
vt
sociale index
w+s eb
ite
ing
av
vin ge
v+o
g vin ge
gg
ing
gg
leef
om
leef
voldoende opleiding
od
ph
vi
ca p ac
si
m
bi nd
vt
ale soci
en
eb
Afrikaanderwijk
e me
do
vo
ale soci
en
si
Bloemhof
sociale contacten
do
sca
m
sociale index
sca
ervaren binding
sociale index
n ite
v+o
gg
ite
om
av
vi
ca p ac
leef
od
g vin ge
ac
ale soci
v+o
vt
leef
leef
vo
n ite
en
leef
om
av
g vin ge
ing
gg
Hillesluis
ph
od
ph
vi
ca p ac
bi nd
vt
si
m
n ite
sca
eb
Feijenoord
ale soci
en
vo
ale soci
en
sca
ite
cap
do
sc
e me
sc
do
gg
bi nd
ing
bi nd
w+s
si
sociale index
w+s
vi
ca p ac
ite
v+o
vt
sociale index
eb
n ite
g
v+o
ite
om
av
g vin ge
ing
ing
bi nd
leef
od
ph
e me
e me
do
sociale en culturele activiteiten
vo
g vin ge
Vreewijk
e me
vin ge
sociale index werk en school
av
goede gezondheid
n ite ite
vervuiling en overlast
gg
m
si
od
ph
vi
ca p ac
n ite
sca
m
Katendrecht
ale soci
en
eb
ale soci
en
si
e me
e me
do
vo
ite
w+s
sc
adequate voorzieningen
do
sca
sociale index
voldoende inkomen
passende huisvesting
sc
n ite
v+o
ge
w+s
voldoende taalbeheersing
w+s eb
m
vt
gg
bi nd
leef
od
g vin
vi
ca p ac
sociale index
ite
om
av
sc
ontbreken van discriminatie
v+o
Kop van Zuid Entrepot
ph
vt
n ite
en
si
Bloemhof (4,7) is één van de zes sociale probleemwijken in Rotterdam. Wat capaciteiten betreft heeft het vrijwel dezelfde (lage) scores als Afrikaanderwijk en de wijk Feijenoord. Bloemhof is zeer zwak wat betreft inkomen en taalbeheersing. Opleiding en gezondheid zijn probleemthema’s. Ook leefomgeving (en dan in het bijzonder discriminatie en huisvesting) en sociale binding zijn problematisch. Meedoen scoort het ‘minst slecht’, hoewel ook daar participatie in werk en school en sociale contacten probleemthema’s zijn. Bloemhof scoort op geen enkel thema een voldoende.
vo
ale soci
sca
De Afrikaanderwijk (4,7) is één van de zes sociale probleemwijken in Rotterdam. In deze wijk is de situatie op het gebied van capaciteiten zeer problematisch, vooral ten aanzien van gezondheid, inkomen en taalbeheersing (laagste score in heel Rotterdam). Meedoen aan de samenleving is een probleemaspect. Passende huisvesting en discriminatie zijn probleemthema’s. Afrikaanderwijk scoort alleen voldoende op de thema’s voorzieningen en mutaties.
av
e me
e me
sc
do
g vin ge
ite
w+s
Hillesluis (4,8) scoort op de Sociale Index een vol punt onder het stedelijk gemiddelde. Ook deze wijk is één van de zes sociale probleemwijken in Rotterdam. Hillesluis kent geen enkel voldoende thema. Capaciteiten is het grootste probleem (3,9). De inwoners van Hillesluis scoren zeer zwak op inkomen en kennis van het Nederlands. Probleemthema’s zijn gezondheid, huisvesting, sociale en culturele activiteiten en ervaren binding.
gg
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
n ite
v+o
vt
ite
om
av
g vin ge
leef
od
ph
Noordereiland
m
vo
eb
31
Delfshaven
In de wijk Delfshaven (5,7) is de bevolking ruim voldoende – sociaal sterk – opgeleid. Ook ondernemen de inwoners veel sociale en culturele activiteiten. Leefomgeving en meedoen scoren een voldoende. Taalbeheersing en – vooral – inkomen zijn in Delfshaven de grote problemen. In Schiemond (5,6) is weinig vervuiling en overlast (hoogste score van de deelgemeente). Mede daardoor scoort leefomgeving een voldoende. De wijk scoort bovendien voldoende waar het gaat om discriminatie, sociale en culturele activiteiten en mutaties. Capaciteiten is het probleem. Het inkomens-
Middelland
e
ervaren binding
ing
bi nd
g
vt
om
vi
ca p ac
leef
sociale index
w+s sc
e me
mutaties
g
in ev
do
ale soci
en
sca si
m
leef
do
ale soci
en
si
gg n ite
om
av
sociale inzet
od
ph
v+o
sociale en culturele activiteiten
sc
ite
sociale contacten
w+s
Schiemond
vo
eb
vi
ca p ac
sociale index
sca
ing
al soci
v+o
eb
m
si
voldoende opleiding
ing
bi nd
en
leef
sca
ac
vo
ale soci
en
bi nd
om
e me
do
sc
do
av
vt
gg n ite
cap
gg
g vin ge
e me
g
n ite ite
vin ge
w+s
od
ph
vi
ca p ac
sociale index e me
goede gezondheid
sociale index werk en school
v+o
vt
ite
voldoende inkomen
adequate voorzieningen
vervuiling en overlast
om
av
g vin ge
n ite
passende huisvesting
od
ph
voldoende taalbeheersing
ite
ontbreken van discriminatie
Delfshaven
ing
Tussen 2009 en 2010 treedt een lichte daling op in Sociale Indexscore. Capaciteiten, meedoen en sociale binding zijn (licht) gedaald, terwijl leefomgeving gelijk is gebleven. In 2010 is de score gelijk aan dat van 2008. Capaciteiten en leefomgeving zijn in deze periode gedaald, meedoen en sociale binding zijn gestegen.
De inwoners van Middelland (5,7) ondernemen opvallend veel sociale en culturele activiteiten (hoogste score van de deelgemeente). Daarnaast scoort de wijk voldoende op de thema’s opleiding, discriminatie, sociale inzet en ervaren binding. Meedoen is het enige aspect dat een voldoende scoort, de andere drie aspecten zijn kwetsbaar. Inkomen, mutaties (er wordt meer verhuisd dan in de meeste andere wijken) en vooral taalbeheersing zijn in Middelland de grootste problemen.
bi nd
Deelgemeente Delfshaven (5,3) wordt aangeduid als een kwetsbaar gebied. Het is ook een redelijk homogeen gebied: alle wijken zijn als kwetsbaar aangeduid en kennen dezelfde sterkere en zwakkere kanten. Dat de deelgemeente een half punt onder het stedelijk gemiddelde scoort, komt vooral doordat het de inwoners aan capaciteiten ontbreekt; er is sprake van taalproblemen en zeer weinig inkomen. Daarnaast is de situatie op het gebied van gezondheid problematisch. Het opleidingsniveau is echter redelijk (score 5,8). Huisvesting is een probleemthema. Delfshaven scoort voldoende op drie thema’s: ontbreken van discriminatie, sociale inzet en sociale en culturele activiteiten. De deelname aan sociale en culturele activiteiten zit op het niveau van Rotterdam.
leef
32
m
vo
eb
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
ing
bi nd
od
sc
vi
ca p ac
leef
do
bi nd
sc
gg
ing
sociale index
w+s
ale soci
en
sca si
m
ale soci
en
si
n ite
v+o
do
sca
ite
om
av
vt
sociale index
w+s eb
Bospolder
g vin ge
v+o
vo
eb
vi
ca p ac
leef
leef
vo
vt
gg n ite
om
av
g vin ge
ing
gg
m
si
od
ph
vi
ca p ac
bi nd
vt
ite
sca
ing
ing
Tussendijken
ale soci
en
eb
m
si
e me
sc
do
vo
ale soci
en
sca
m
sociale index
w+s
bi nd
leef
bi nd
do
sc
n ite
v+o
e me
Voor Bospolder (5,0) geldt hetzelfde als voor de meeste wijken in deelgemeente Delfshaven: capaciteiten is het grootste probleem. Zeer lage inkomens en zeer grote taalproblemen zijn daarvan de oorzaak. Daarnaast zijn gezondheid, huisvesting en ervaren binding probleemthema’s. Bospolder scoort voldoendes voor sociale inzet, deelname van inwoners aan sociale en culturele activiteiten en mutaties.
w+s
ite
om
av
g vin ge
gg n ite
od
ph
vi
ca p ac
sociale index
Spangen
ph
Tussendijken (5,1) is één van de vier wijken in Rotterdam die zeer zwak scoren op capaciteiten (de andere drie wijken liggen in deelgemeente Feijenoord). Sociaal zeer zwakke inkomens en taalproblemen, naast een problematische gezondheid, zijn daarvoor verantwoordelijk. Verder is op het gebied van huisvesting, sociale contacten en sociale inzet de situatie problematisch. Tussendijken scoort voldoende op de thema’s adequate voorzieningen, vervuiling en overlast en ervaren binding.
v+o
eb
ale soci
en
si
e me
Spangen (5,1) scoort problematisch op het thema goede gezondheid en zeer zwak op de thema’s inkomen en taalbeheersing. Dat maakt dat capaciteiten het grootste probleem is in Spangen. Verder zijn huisvesting en ervaren binding probleemthema’s. De participatie op het gebied van sociale en culturele activiteiten is voldoende (het enige voldoende thema).
vo
e me
sc
do
ge
av
vt
g vin
ite
w+s
sca
In de wijk Oud/Nieuw Mathenesse/Witte Dorp (5,2) is sociale binding het grootste probleem, wat onder andere komt door het grote verloop van de bevolking (veel verhuizingen). Verder is er sprake van problematische scores op gezondheid, taalbeheersing en werk en school. Drie thema’s scoren in de wijk voldoende: opleiding, vervuiling en overlast en deelname aan sociale en culturele activiteiten. De wijk kent als enige in de deelgemeente geen zeer zwakke thema’s.
gg
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
n ite
v+o
vt
ite
om
av
g vin ge
Oud/NieuwMathenesse/Witte dorp
om
od
ph
e me
Het Nieuwe Westen (5,3) scoort voldoende op de thema’s ontbreken van discriminatie, sociale en culturele activiteiten en sociale inzet. Grootste probleem is capaciteiten. De inwoners hebben een zeer zwak inkomensniveau en een zeer zwakke taalbeheersing. Verder zijn gezondheid, passende huisvesting en sociale contacten problematisch.
Nieuwe Westen
leef
niveau in Schiemond is zeer zwak. Daarnaast heeft de bevolking taal- en gezondheidsproblemen.
m
vo
eb
33
Charlois
De Sociale Indexscore van Charlois (5,1) is de laagste van alle deelgemeenten. Dat was ook het geval bij de vorige twee metingen. Dit komt vooral door een gebrek aan capaciteiten en weinig sociale binding van inwoners met elkaar en hun omgeving. De meeste wijken kampen met een zeer laag inkomensniveau, gezondheids- en taalproblemen. Laag scoort Charlois op de thema’s werk en school en sociale contacten. De deelgemeente scoort (net) voldoende op de thema’s voorzieningen, deelname aan sociale en culturele activiteiten en sociale inzet. De Sociale Indexscore van Charlois is ten opzichte van 2009 gelijk gebleven. Meedoen en sociale binding zijn gedaald, terwijl capaciteiten en leefomgeving licht zijn gestegen. Ten opzichte van 2008 is er sprake van een lichte stijging. Capaciteiten, leefomgeving en meedoen zijn gestegen, sociale binding is gedaald.
ontbreken van discriminatie passende huisvesting
voldoende inkomen goede gezondheid
adequate voorzieningen om
vervuiling en overlast
g
cap
ac
n ite ite
vin ge
do
en
bi nd
e me
werk en school
ale soci
sociale contacten sociale en culturele activiteiten
sociale inzet
voldoende opleiding
ing
sociale index
mutaties
De wijk Wielewaal (6,1) scoort voldoende op de Sociale Index dankzij de goede kwaliteit van de leefomgeving en de sterke sociale binding (beide aspecten zijn sociaal sterk) en voldoendes op de thema’s taalbeheersing en sociale inzet. Daar staat tegenover dat Wielewaal problematisch scoort op capaciteiten, vooral door een sociaal zeer zwak inkomen en een problematische gezondheid. Ook participatie in werk en school en sociale contacten zijn probleemthema’s. Zuiderpark/Zuidplein (6,1) scoort als enige wijk van Charlois sociaal voldoende op het aspect capaciteiten (sociaal sterk op taalbeheersing). Verder is ook hier de kwaliteit van de leefomgeving voldoende (met als sociaal sterke uitschieter passende huisvesting), net als meedoen aan de samenleving (uitgezonderd sociale contacten). De wijk kent als enige wijk in Charlois geen probleemthema’s. In Zuiderpark/Zuidwijk scoort sociale binding kwetsbaar. Heijplaat (5,8) scoort kwetsbaar op de Sociale Index. Leefomgeving is het enige aspect dat een voldoende krijgt en dat is mede te danken aan het thema huisvesting (het enige sociaal sterke thema van Heijplaat). Voldoende scoren ook de thema’s opleiding, taalbeheersing, weinig vervuiling en overlast, participatie op de arbeidsmarkt en in het onderwijs, sociale inzet en mutaties. Heijplaat kent drie probleemthema’s: gezondheid, inkomen en sociale contacten.
voldoende taalbeheersing
leef
34
ervaren binding
De inwoners van Zuidwijk (5,4) scoren problematisch op het aspect capaciteiten en het thema sociale contacten. Zeer zwak scoort gezondheid, problematisch inkomen en taalbeheersing. De wijk scoort voldoende op het aspect leefomgeving, vooral door goede voorzieningen en weinig vervuiling en overlast. Ook tonen de inwoners van Zuidwijk voldoende sociale inzet en kent het weinig mutaties. Oud-Charlois (5,4) is kwetsbaar op alle aspecten, waarbij vooral capaciteiten opvalt met drie probleemthema’s: gezondheid, taalbeheersing en inkomen. Ook het aantal sociale contacten laat te wensen over. Hier staan drie voldoende thema’s tegenover: voorzieningen, deelname aan sociale en culturele activiteiten en sociale inzet. Oud-Charlois kent geen sociaal zeer zwakke of sterke thema’s.
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
Wielewaal
om sc
do
ing
sca
om sc
do
ing
sca
ing
leef
leef
bi nd
w+s sc
do
ing
bi nd
sca si
m
om v+o
vt
vi
ca p ac
sociale index
w+s eb sc
do
gg
ing
leef
ale soci
en
vo
g
e me
e me
sc
av
g
n ite
w+s
do
gg
in ev
ite
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
bi nd
vt
n ite
v+o
g
ite
om
av
vin ge
Tarwewijk
leef
od
ph
eb
m
si
Carnisse
vo
ale soci
en
sca
m
si
gg n ite
sca
vi
ca p ac
sociale index
eb
ale soci
en
v+o
e me
e me
sc
vo
vt
ite
w+s
do
av
g vin ge
ing
gg
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
n ite
v+o
ge
vt
Pendrecht
ite
om
av
g vin
eb
m
si
om
od
ph
vo
ale soci
en
Oud-Charlois
ing
leef
bi nd
w+s
m
si
gg n ite
sca
vi
ca p ac
sociale index
eb
ale soci
en
v+o
e me
e me
sc
do
vo
vt
ite
w+s
av
g vin ge
bi nd
gg
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
bi nd
vt
n ite
v+o
Zuidwijk
ite
om
av
g vin ge
eb
m
si
leef
od
ph
vo
ale soci
en
Heijplaat
ing
leef
bi nd
w+s
m
si
gg n ite
sca
vi
ca p ac
sociale index
eb
ale soci
en
v+o
e me
e me
sc
do
vo
ge
vt
ite
w+s
av
g vin
bi nd
gg
sociale index
od
ph
vi
ca p ac
n ite
v+o
vt
ite
om
av
g vin ge
leef
od
ph
Zuiderpark/Zuidplein
ale soci
en
sca si
m
vo
eb
Pendrecht (5,1) kent één problematisch aspect: capaciteiten. Dat is vooral het gevolg van een sociaal zeer zwakke gezondheid en dito inkomen, terwijl taalbeheersing een probleem vormt. Daarbij komen nog drie probleemthema’s: participatie op het gebied van werk en school, sociale contacten en ervaren binding. Positief zijn voor Pendrecht een sociaal voldoende voor discriminatie en voorzieningen. Carnisse (4,9) is een probleemwijk. Grootste probleem vormt de sociale binding met een zeer zwakke score. De bevolking ervaart zeer weinig binding (weinig mensen voelen zich thuis in de wijk), mede wellicht omdat er veel wordt verhuisd. De wijk kent verder nog vijf probleemthema’s: gezondheid, taalbeheersing, discriminatie, huisvesting en participatie op het gebied van werk en school. Carnisse scoort voldoende op opleiding en deelname aan sociale en culturele activiteiten. Opvallend is dat het inkomensniveau in Carnisse niet problematisch scoort maar kwetsbaar. De Tarwewijk (4,6) heeft de laagste score van alle wijken in Rotterdam. De aspecten capaciteiten en sociale binding scoren beide problematisch. Capaciteiten kent twee zeer zwakke thema’s: inkomen en taalbeheersing, terwijl ook de gezondheid een probleem is. Zowel het aantal verhuizingen als de ervaren binding zorgen ervoor dat de score voor sociale binding in Tarwewijk problematisch is. Ook huisvesting en vervuiling en overlast vormen een probleem, net als participatie op het gebied van werk en school en sociale contacten. Tarwewijk kent geen voldoende thema’s; alleen voorzieningen en deelname aan sociale en culturele activiteiten komen (met een score van 5,8) in de buurt van een voldoende.
35
Rozenburg
Rozenburg scoort met 7,3 op de Sociale Index sociaal sterk en ruim boven de Rotterdamse score. In volgorde van afnemende score wordt dit cijfer bepaald door de volgende aspectscores: capaciteiten: 7,5, leefomgeving: 7,4, sociale binding: 7,3 en meedoen: 6,9. Relatief hoog scoren de thema’s: voldoende inkomen: 8,0, voldoende taalbeheersing: 8,3, ontbreken van discriminatie: 8,1, weinig vervuiling en overlast: 8,2, werk en school: 8,9, en tot slot: mutaties: 8,6. Relatief laag scoren de thema’s: goede gezondheid: 6,3, adequate voorzieningen: 6,2, sociale contacten: 5,5, sociale en culturele activiteiten: 6,0 en ervaren binding: 6,0. Voor de beeldvorming: Rozenburg lijkt met deze scores op de Sociale Index het sterkst op de deelgemeenten Hillegersberg-Schiebroek, Pernis en Hoek van Holland.
voldoende taalbeheersing
passende huisvesting
voldoende inkomen goede gezondheid
adequate voorzieningen om
vin ge
vervuiling en overlast
g
cap
ac
n ite ite
De scores op de Sociale Index voor Rozenburg zijn door het ontbreken van een aantal registraties niet 1 op 1 vergelijkbaar met die van Rotterdam. In onderstaande figuur wordt voor Rozenburg inzichtelijk gemaakt hoe de deelgemeente scoort op de aspecten en onderliggende thema’s.
ontbreken van discriminatie
do
en
bi nd
werk en school
soci
ale
sociale contacten sociale en culturele activiteiten
sociale inzet
voldoende opleiding
ing
sociale index
e me
De – voormalige – gemeente Rozenburg is per 18 maart 2010 deelgemeente geworden van de gemeente Rotterdam. Rozenburg heeft daarom deel uitgemaakt van de enquête. Omdat er voor Rozenburg minder registraties beschikbaar zijn dan voor alle andere deelgemeenten, en om de drie metingen voor Rotterdam onderling vergelijkbaar te kunnen houden, is er voor gekozen om Rozenburg dit jaar nog niet op te nemen in de Sociale Index maar alvast wel in deze rapportage. De vragenlijst voor Rozenburg wijkt op een beperkt aantal onderdelen af van de vragenlijst voor Rotterdam. Rozenburg is verder beschouwd als deelgemeente met één wijk, zoals ook het geval is voor Hoek van Holland en Pernis.
leef
36
mutaties
ervaren binding
Bijlage 1 Beschrijving van de begrippen
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
Aspect Persoonlijke capaciteiten Dit is een voorwaardenscheppend aspect. Het gaat om de persoonlijke voorwaarden die nodig zijn om in de samenleving te kunnen participeren. Hieronder vallen de volgende thema’s: voldoende taalbeheersing, voldoende inkomen, een goede gezondheid en voldoende opleiding. Voldoende taalbeheersing (vt) Negatief: percentage personen dat moeite heeft met Nederlands lezen, schrijven en/of spreken. Voldoende inkomen (vi) Negatief: aandeel van huishoudens met een inkomen onder 110 procent van het sociaal minimum, aandeel ontvangers van een bijstandsuitkering en aandeel huishoudens dat aangeeft moeilijk tot zeer moeilijk rond te kunnen komen. Goede gezondheid (gg) Aandeel bewoners dat hun gezondheid als goed ervaart, apart gemeten voor 15-35 jarigen, 35-65 jarigen, 65+. Weinig meldingen bij lokale zorgnetwerken en weinig meldingen huiselijk geweld. Voldoende opleiding (vo) Weinig voortijdig schoolverlaters, voldoende jongeren met een startkwalificatie, voldoende inwoners met een startkwalificatie of werk. Een startkwalificatie is een diploma van havo/vwo of niveau 2 van het mbo.
Adequate voorzieningen (av) Om te bepalen of de voorzieningen adequaat zijn, is de bewoners gevraagd naar: A. Tevredenheid met fysieke voorzieningen Dit betreft de tevredenheid over speelplaatsen, peuterspeelzalen/kinderdagverblijven, basisscholen, voorzieningen voor jongeren, voorzieningen voor ouderen, algemeen groen, recreatief groen, voorzieningen voor binnensport, voorzieningen voor buitensport, winkels, buurthuizen en cafés. B. Bekendheid sociale voorzieningen Dit betreft de bekendheid met de volgende sociale voorzieningen: thuiszorg, steunpunt mantelzorg, ouderenadviseurs, maatschappelijk werk, opvoedingsondersteuning, schuldhulpverlening en de vraagwijzer. Er is ook gevraagd naar het gebruik, maar deze antwoorden zijn niet gebruikt voor het bepalen van de Sociale Index. Ze kunnen wel gebruikt worden bij de nadere analyses van een wijk. Er is niet gevraagd naar de tevredenheid omdat er per wijk te weinig gebruikers zijn voor een score per wijk. Geen vervuiling of overlast (v+o) Negatief: rommel op straat, vuil naast de containers, vernieling straatmeubilair, gaten en verzakkingen, overlast van hard rijdend verkeer, geluidshinder door verkeer, lawaai van omwonenden, overlast van drugs, overlast van groepen jongeren.
Aspect Participatie (Meedoen) Aspect Leefomgeving Dit is een voorwaardenscheppend aspect. Het gaat om de vraag of de leefomgeving stimuleert tot meedoen of belemmerend werkt. Onder dit aspect vallen de volgende thema’s: ontbreken van discriminatie, passend zijn van de huisvesting, aanwezig zijn van adequate voorzieningen en het ontbreken van vervuiling en overlast. Ontbreken van discriminatie (od) Negatief: percentage mensen dat zich gediscrimineerd voelt. Het oordeel over het omgaan met elkaar van allochtonen en autochtonen. Passende huisvesting (pv) Geen sprake van overbewoning (cf. definitie buurtsignalering) en bewoners die tevreden zijn met hun woning.
Dit betreft de kern van de Sociale Index: het is belangrijk dat iedereen meedoet in de samenleving (gedragsaspect). Onder dit aspect vallen de volgende thema’s: werkzoekenden, schoolgaande jeugd, voldoende sociale contacten, deelname aan sociale en culturele activiteiten en sociaal maatschappelijke inzet. Werkzoekenden en Schoolgaande jeugd (w+s) A. Werkzoekenden: Aandeel werkzoekenden van de totale beroepsbevolking (15-65 jaar). B. Schoolgaande jeugd: Percentage jongeren van 16-22 jaar dat naar school gaat als percentage van het totale aantal jongeren zonder startkwalificatie.
37
38
Voldoende sociale contacten (sc) Percentage bewoners dat minimaal wekelijks contact heeft met vrienden en familie. Het contact kan bestaan uit een ontmoeting, een telefoontje of een e-mail. Daarnaast wordt apart meegerekend het percentage volwassenen dat behoefte heeft aan meer contacten en het percentage 65+ dat behoefte heeft aan meer contacten. Deelname aan sociale en culturele activiteiten (sca) Percentage bewoners dat minstens een keer per maand sport, uitgaat (café, disco of uit eten), naar een theatervoorstelling of concert gaat of minimaal een keer per maand een creatieve hobby beoefent. Sociaal maatschappelijke inzet (si) Percentage bewoners dat iemand helpt die langere tijd ziek of hulpbehoevend is (mantelzorg). Percentage bewoners dat onbetaald actief is in één of meer organisaties (vrijwilligerswerk). Percentage bewoners dat de afgelopen twaalf maanden een actieve bijdrage heeft geleverd aan de leefbaarheid van de buurt. Ook bekend is in welk type organisatie zij vrijwilligerswerk doen, maar dit is niet opgenomen in de Sociale Index.
Aspect Sociale binding Bij dit aspect gaat het om het gevoel van de bewoners bij hun buurt. Hieronder vallen de volgende thema’s: voelen bewoners zich thuis in hun buurt (ervaren binding) en wonen ze lang in de buurt (mutaties). Mutaties (m) Percentage verhuizingen. Percentage bewoners dat korter dan twee jaar in Nederland woont (nieuwkomers). Percentage bewoners dat langer dan tien jaar in dezelfde woning woont. (Bij nieuwbouwwoningen geldt het criterium 90 procent van de leeftijd van de woning). Ervaren binding (eb) Percentage bewoners dat zich thuis voelt in hun buurt en vindt dat buurtgenoten goed met elkaar omgaan (familiariteit). Percentage bewoners dat zich verantwoordelijk voelt voor de buurt en zich inzet voor de buurt. Percentage bewoners dat vertrouwen heeft in het (deel)gemeentebestuur.
Meer resultaten van de Sociale Index en een gebruikershandleiding zijn te vinden op www.cos.rotterdam.nl
Bijlage 2 Verantwoording
De wijze waarop scores worden berekend is uitgebreid beschreven in de handleiding van de Sociale Index (te vinden op http://www.cos.nl/sigt/).
Enquêtegegevens en registraties De berekeningen van indicatoren gebeuren aan de hand van enquêtegegevens en registraties (bijvoorbeeld het aantal geregistreerde niet-werkende werkzoekenden in een gebied). De hoogte van de totaalscores wordt voor 70 procent bepaald door de enquêteresultaten, en voor 30 procent door de registraties. Waar thema’s, bijvoorbeeld werk en school, volledig zijn gebaseerd op registraties, kan worden gesteld dat de uitschieters voor die onderdelen min of meer met de werkelijkheid overeen komen. De thema’s voldoende inkomen en goede gezondheid zijn deels gebaseerd op registraties. De toevoeging van enquêtegegevens vergroot het toevalseffect, waardoor de afwijkingen bij deze thema’s iets minder betrouwbaarder zijn dan die bij de eerstgenoemde thema’s. Bij voldoende taalbeheersing, dat slechts op één enquête-indicator is gebaseerd, is de kans op grote, toevallige afwijkingen het grootst.
Betrouwbaarheid van enquêtegegevens De enquête is uitgevoerd onder een representatieve steekproef van Rotterdammers van 15 jaar en ouder. Ook dit jaar hebben ongeveer 12.000 Rotterdammers deelgenomen. De vragenlijst kan daarbij op vier manieren zijn ingevuld: online (internet), schriftelijk (papieren vragenlijst), telefonisch en face-to-face. Omdat niet alle Rotterdammers zijn geënquêteerd, is het bij indicatoren die op enquêtegegevens zijn gebaseerd, per definitie, onzeker in welke mate ze de werkelijkheid weerspiegelen. Het kan immers zijn dat de geënquêteerde Rotterdammers anders denken over een bepaald onderwerp dan de Rotterdamse bevolking als geheel. De betrouwbaarheid van scores neemt toe met het aantal respondenten. Voor een afzonderlijke wijk of deelgemeente zijn alleen antwoorden van respondenten uit het betreffende gebied gebruikt. De scores van individuele wijken zijn dus minder betrouwbaar dan die van deelgemeenten, die op hun beurt weer minder betrouwbaar zijn dan de scores voor de stad.
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
Samengestelde scores zijn betrouwbaarder dan afzonderlijke scores: totaalscores zijn betrouwbaarder dan aspectscores, aspectscores zijn betrouwbaarder dan themascores en themascores zijn betrouwbaarder dan indicatorscores (dit laatste geldt niet voor het thema voldoende taalbeheersing, omdat het als enige thema uit slechts één indicator bestaat). De scores voor Rotterdam als geheel zijn in hoge mate betrouwbaar. Bij scores van deelgemeenten en zeker bij individuele wijken (waar de netto-steekproefomvang op enkele uitzonderingen na niet meer bedraagt dan +/-175 personen) dient men voorzichtiger te zijn bij de interpretatie van de uitkomsten.
Betrouwbaarheid van registraties Bij thema’s die alleen op registratie-indicatoren zijn gebaseerd komen ook uitschieters voor, maar hier is wel waarschijnlijk dat het om werkelijke veranderingen gaat (de meeste registraties hebben een redelijke mate van betrouwbaarheid). Een goed voorbeeld van een betrouwbare registratie is het thema werk en school. Dit bestaat uit twee registratie-indicatoren: aandeel niet-werkende werkzoekenden en aandeel schoolgaande jeugd. De registraties meldingen huiselijk geweld en lokale zorgnetwerken zijn indicatoren die meer afhankelijk zijn van de meldingsbereidheid van de Rotterdammers. Het is om die reden dat van deze twee indicatoren minder verwacht kan worden dat zij de werkelijkheid weerspiegelen.
39
40
Bijlage 3 Tabellen
Deze bijlage bevat drie tabellen. In de eerste tabel zijn van alle 65 wijken de Sociale Indexscores en de scores op de vier aspecten weergegeven. De tweede tabel geeft voor alle wijken de Sociale Indexscores van 2008, 2009 en 2010 weer. De derde tabel geeft van alle wijken de rangorde op de Sociale Index en de Veiligheidsindex weer. De berekening van de rangnummers is gebaseerd op de drie edities Sociale Index, en de laatste drie jaren Veiligheidsindex. De wijken zijn in eerste instantie in drie fasen gesorteerd op de score van de Sociale Index, te beginnen met de scores van 2010. Rangnummer 1 is gegeven aan de wijk die het best scoort van alle wijken op de Sociale Index. Hoe lager het rangnummer wordt, des te slechter de betreffende wijk scoort. Vervolgens is het zelfde gedaan met de scores op de Veiligheidsindex. Door op deze wijze de drie jaren samen te voegen, komt het zelden voor dat wijken een gelijk rangnummer krijgen. Dit is feitelijk alleen het geval bij de acht best scorende wijken van de Veiligheidsindex. Deze wijken krijgen een gemiddeld rangnummer (=4,5) toegekend. Het belangrijkste voordeel van het samen nemen van de drie metingen, is dat de jaarlijkse fluctuaties (o.a. op basis van steekproefafwijkingen) weg worden gefilterd.
De verschillen in rangordening tussen de Sociale Index en de Veiligheidsindex zijn onder te brengen in drie groepen: de rangnummers op beide indexen ontlopen elkaar niet of nauwelijks, de rangnummers voor de Sociale Index zijn hoger dan voor de Veiligheidsindex, of omgekeerd: wijken scoren beduidend hoger op de Veiligheidsindex dan op de Sociale Index. In de laatste kolom van de tabel staat het resultaat van deze indeling. Opvallend zijn de relatief lage rangnummers op de Sociale Index (ten opzichte van de Veiligheidsindex) voor de wijken van Delfshaven en de relatief hoge rangnummers op de Sociale Index voor de wijken in de belangrijkste winkel- en/of uitgaansgebieden Centrum, Zuidplein en Oosterflank.
Overzichtstabel Sociale Index 2010 Deelgemeente Centrum
Prins Alexander
Pernis Overschie
Noord
Kralingen-Crooswijk
IJsselmonde
Hoogvliet
Hoek van Holland Hillegersberg-Schiebroek
Feijenoord
Delfshaven
Charlois
Rotterdam
Buurt dlgem Centrum Cool/Nieuwe Werk/Dijkzigt Oude Westen Stadsdriehoek/C.S. Kwartier dlgem Prins Alexander Het Lage Land Kralingseveer Nesselande Ommoord Oosterflank Prinsenland ‘s-Gravenland Zevenkamp dlgem Pernis dlgem Overschie Kleinpolder Overschie e.o. dlgem Noord Agniesebuurt Bergpolder Blijdorp Liskwartier Oude Noorden Provenierswijk dlgem Kralingen-Crooswijk De Esch Kralingen Oost/Kralingse Bos Kralingen-west Nieuw Crooswijk Oud Crooswijk Rubroek Struisenburg dlgem IJsselmonde Beverwaard Groot IJsselmonde-Noord Groot IJsselmonde-Zuid Lombardijen Oud IJsselmonde dlgem Hoogvliet Hoogvliet-noord Hoogvliet-zuid dlgem Hoek van Holland dlgem Hillegersberg-Schiebroek Hillegersberg-noord Hillegersberg-zuid Molenlaankwartier Schiebroek Terbregge dlgem Feijenoord Afrikaanderwijk Bloemhof Feijenoord Hillesluis Katendrecht Kop van Zuid Kop van Zuid-Entrepot Noordereiland Vreewijk dlgem Delfshaven Bospolder Delfshaven Middelland Nieuwe Westen Oud/Nieuw Mathenesse/Witte Dorp Schiemond Spangen Tussendijken dlgem Charlois Carnisse Heijplaat Oud-Charlois Pendrecht Tarwewijk Wielewaal Zuiderpark/Zuidplein Zuidwijk
Sociale index 6,1 6,4 5,3 6,6 6,8 6,4 7,6 7,7 6,9 6,3 7,0 8,0 6,0 7,4 6,1 5,5 6,9 5,9 5,5 6,2 7,2 6,3 5,3 5,9 5,9 6,0 7,4 5,7 5,3 5,2 5,7 6,7 5,8 5,2 5,9 5,9 5,6 7,1 6,6 6,1 6,9 7,7 7,0 7,4 7,4 7,9 6,0 8,0 5,2 4,7 4,7 4,9 4,8 5,9 6,8 6,2 6,4 5,8 5,3 5,0 5,7 5,7 5,3 5,2 5,6 5,1 5,1 5,1 4,9 5,8 5,4 5,1 4,6 6,1 6,1 5,4 5,8
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
Capaciteiten 6,1 6,5 4,1 7,7 6,7 6,7 7,8 8,2 6,8 5,7 7,3 8,8 5,3 7,4 5,6 4,5 7,3 5,4 4,8 6,5 8,0 5,8 4,3 5,3 5,3 5,3 8,4 5,2 4,7 3,9 5,2 7,3 5,0 4,5 4,8 5,3 4,8 7,8 6,3 5,8 6,6 7,3 7,0 7,6 8,2 8,6 5,3 8,4 4,1 3,2 3,7 3,6 3,9 4,7 7,8 5,7 5,9 4,7 4,4 3,9 5,0 5,2 4,3 5,2 4,5 4,3 3,7 4,5 5,0 5,4 5,0 4,2 4,2 4,9 6,8 4,4 5,1
Leefomgeving 6,3 6,7 5,3 6,9 7,0 7,0 7,3 7,7 7,1 6,8 7,3 7,6 6,3 7,1 6,3 6,3 6,5 6,3 5,7 6,3 7,8 6,5 5,7 6,3 6,2 6,7 7,1 6,0 5,4 5,6 6,1 7,0 6,2 5,6 6,4 6,4 6,3 6,8 6,8 6,4 7,2 8,0 7,1 7,4 7,3 7,9 6,4 7,4 5,4 5,1 4,8 5,0 5,0 6,5 7,0 6,3 6,7 5,9 5,6 5,3 6,0 5,9 5,5 5,5 6,2 5,4 5,6 5,6 5,0 6,0 5,6 5,9 5,0 7,1 6,4 6,3 6,1
Meedoen 6,4 6,6 5,9 6,6 6,6 6,1 6,7 7,6 6,4 6,3 6,3 7,9 6,2 7,2 6,1 5,4 6,6 6,2 6,1 6,5 6,6 6,8 5,6 6,3 6,3 6,3 7,5 6,2 6,0 5,8 6,0 7,0 5,9 5,1 5,9 6,0 5,8 6,9 6,2 6,1 6,3 7,7 6,9 7,4 7,1 7,8 6,0 7,9 5,6 4,7 5,2 5,2 5,1 6,0 7,3 6,7 6,5 5,9 5,7 5,6 6,3 6,4 5,9 5,6 5,7 5,6 5,1 5,4 5,5 5,9 5,7 5,2 5,0 5,1 6,0 5,4 6,2
Sociale binding 5,4 5,7 5,8 5,2 6,9 5,9 8,5 7,4 7,3 6,3 7,2 7,6 6,3 8,0 6,5 5,7 7,3 5,8 5,5 5,3 6,3 6,2 5,5 5,6 5,6 5,8 6,6 5,5 5,0 5,6 5,5 5,6 5,9 5,5 6,5 6,0 5,6 6,6 7,0 6,1 7,5 7,9 7,1 7,2 6,9 7,5 6,4 8,2 5,6 5,8 4,9 5,8 5,0 6,2 5,2 6,1 6,5 6,7 5,3 5,4 5,3 5,5 5,4 4,5 5,9 5,2 5,8 4,8 3,9 5,7 5,2 5,1 4,2 7,4 5,1 5,5 5,8
41
42
Sociale Indexscores 2008, 2009 en 2010 Gebiedsnaam Centrum Cool/Nieuwe Werk/Dijkzigt Oude Westen Stadsdriehoek/C.S. Kwartier Prins Alexander Het Lage Land Kralingseveer Nesselande Ommoord Oosterflank Prinsenland ‘s-Gravenland Zevenkamp Pernis Pernis Overschie Kleinpolder Overschie e.o. Noord Agniesebuurt Bergpolder Blijdorp Liskwartier Oude Noorden Provenierswijk Kralingen-Crooswijk De Esch Kralingen Oost/Kralingse Bos Kralingen West Nieuw Crooswijk Oud Crooswijk Rubroek Struisenburg IJsselmonde Beverwaard Groot IJsselmonde-Noord Groot IJsselmonde-Zuid Lombardijen Oud IJsselmonde Hoogvliet Hoogvliet-Noord Hoogvliet-Zuid Hoek van Holland Hoek van Holland Hillegersberg-Schiebroek Hillegersberg-Noord Hillegersberg-Zuid Molenlaankwartier Schiebroek Terbregge Feijenoord Afrikaanderwijk Bloemhof Feijenoord Hillesluis Katendrecht Kop van Zuid Kop van Zuid-Entrepot Noordereiland Vreewijk Delfshaven Bospolder Delfshaven Middelland Nieuwe Westen Oud/Nieuw Mathenesse/Witte Dorp Schiemond Spangen Tussendijken Charlois Carnisse Heijplaat Oud-Charlois Pendrecht Tarwewijk Wielewaal Zuiderpark/Zuidplein Zuidwijk Rotterdam
2010
2009
2008
6,1 6,4 5,3 6,6 6,8 6,4 7,6 7,7 6,9 6,3 7,0 8,0 6,0 7,4 7,4 6,1 5,5 6,9 5,9 5,5 6,2 7,2 6,3 5,3 5,9 5,9 6,0 7,4 5,7 5,3 5,2 5,7 6,7 5,8 5,2 5,9 5,9 5,6 7,1 6,6 6,1 6,9 7,7 7,7 7,0 7,4 7,4 7,9 6,0 8,0 5,2 4,7 4,7 4,9 4,8 5,9 6,8 6,2 6,4 5,8 5,3 5,0 5,7 5,7 5,3 5,2 5,6 5,1 5,1 5,1 4,9 5,8 5,4 5,1 4,6 6,1 6,1 5,4 5,8
6,3 6,5 5,5 6,8 7,1 6,9 7,8 7,7 7,1 6,5 7,2 7,9 7,0 7,5 7,5 6,4 5,5 7,1 6,0 5,5 6,2 7,4 6,4 5,3 6,0 6,1 6,4 7,6 6,0 5,3 5,1 6,0 6,8 6,1 5,7 6,4 6,3 5,8 6,9 6,9 6,3 7,2 8,1 8,1 7,3 7,3 7,5 8,1 6,8 7,8 5,2 4,9 4,8 4,8 5,0 5,6
6,1 6,5 5,3 6,5 7,0 6,8 7,5 7,8 7,1 6,4 7,0 7,7 6,6 7,2 7,2 6,2 5,8 6,7 5,9 5,5 5,9 7,5 6,4 5,1 6,1 5,8 6,4 7,5 5,6 5,0 5,2 5,7 6,7 5,8 5,9 6,0 5,8 5,5 7,0 6,7 6,4 6,8 7,8 7,8 7,3 7,2 7,5 8,0 6,8 7,8 5,1 4,7 4,6 4,9 4,7 5,3
6,4 6,1 6,1 5,4 5,2 5,4 5,7 5,5 5,2 5,6 5,3 5,1 5,1 5,1 6,2 5,1 4,9 4,8 6,5 6,2 5,7 6,0
5,8 6,2 6,3 5,3 5,2 5,3 5,7 5,4 5,3 5,5 5,3 5,0 5,0 4,9 6,0 5,3 4,6 4,5 5,8 6,1 5,5 5,8
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
Sociale index en veiligheidsindex vergeleken Gebiedsnaam ‘s-Gravenland Terbregge Molenlaankwartier Hoek van Holland Nesselande Kralingseveer Hillegersberg-zuid Hillegersberg-noord Kralingen Oost/Kralingse Bos Pernis Oud IJsselmonde Overschie e.o. Blijdorp Het Lage Land Prinsenland Schiebroek Ommoord Hoogvliet-zuid Noordereiland Hoogvliet-noord De Esch Struisenburg Wielewaal Heijplaat Schiemond Liskwartier Kop van Zuid-Entrepot Zevenkamp Kleinpolder Bergpolder Katendrecht Provenierswijk Oosterflank Oud/Nieuw Mathenesse/Witte Dorp Lombardijen Beverwaard Groot IJsselmonde-Noord Zuidwijk Vreewijk Kralingen-west Rubroek Delfshaven Oud-Charlois Spangen Tussendijken Bospolder Agniesebuurt Oud Crooswijk Carnisse Oude Noorden Stadsdriehoek/C.S. Kwartier Feijenoord Pendrecht Nieuwe Westen Afrikaanderwijk Nieuw Crooswijk Middelland Bloemhof Cool/Nieuwe Werk/Dijkzigt Zuiderpark/Zuidplein Hillesluis Oude Westen Tarwewijk Kop van Zuid Groot IJsselmonde-Zuid
2010 8,0 8,0 7,9 7,7 7,7 7,6 7,4 7,4 7,4 7,4 7,1 6,9 7,2 6,4 7,0 6,0 6,9 6,9 6,4 6,1 6,0 6,7 6,1 5,8 5,6 6,3 6,2 6,0 5,5 6,2 5,9 5,9 6,3 5,2 5,6 5,2 5,9 5,4 5,8 5,7 5,7 5,7 5,4 5,1 5,1 5,0 5,5 5,2 4,9 5,3 6,6 4,9 5,1 5,3 4,7 5,3 5,7 4,7 6,4 6,1 4,8 5,3 4,6 6,8 5,9
Sociale Index 2009 2008 7,9 7,7 7,8 7,8 8,1 8,0 8,1 7,8 7,7 7,8 7,8 7,5 7,5 7,5 7,3 7,2 7,6 7,5 7,5 7,2 6,9 7,0 7,1 6,7 7,4 7,5 6,9 6,8 7,2 7,0 6,8 6,8 7,1 7,1 7,2 6,8 6,1 6,2 6,3 6,4 6,4 6,4 6,8 6,7 6,5 5,8 6,2 6,0 5,6 5,5 6,4 6,4 6,4 5,8 7,0 6,6 5,5 5,8 6,2 5,9 5,6 5,3 6,0 6,1 6,5 6,4 5,2 5,3 5,8 5,5 5,7 5,9 6,4 6,0 5,7 5,5 6,1 6,3 6,0 5,6 6,0 5,7 5,4 5,3 5,1 5,3 5,3 5,3 5,1 5,0 5,2 5,2 5,5 5,5 5,1 5,2 5,1 4,9 5,3 5,1 6,8 6,5 4,8 4,9 4,9 4,6 5,5 5,4 4,9 4,7 5,3 5,0 5,7 5,7 4,8 4,6 6,5 6,5 6,2 6,1 5,0 4,7 5,5 5,3 4,8 4,5 6,3
5,8
rangnr 1 2 3 4 5 6 8 10 7 9 12 16 10 20 13 31 15 14 22 28 32 18 27 37 44 24 25 30 45 26 36 35 23 54 43 53 33 47 38 40 39 42 48 56 57 59 46 55 60 51 19 61 58 49 63 52 41 64 21 29 62 50 65 17 34
2009 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 9,4 9,0 9,0 9,0 8,8 8,8 8,6 8,6 8,5 8,4 8,3 8,3 8,2 8,2 8,0 7,9 7,9 7,8 7,7 7,7 7,6 7,5 7,4 7,3 7,3 7,2 7,1 7,0 6,8 6,8 6,8 6,7 6,4 6,3 6,2 6,0 5,7 5,7 5,6 5,6 5,5 5,4 5,4 5,3 5,1 5,0 5,0 4,8 4,7 4,4 4,3 4,1 3,9
Veiligheidsindex 2008 2007 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 9,9 10,0 9,4 9,5 9,6 8,9 9,2 9,3 9,0 8,8 8,9 8,3 9,3 8,8 8,7 8,7 8,1 8,1 8,0 8,9 8,3 8,9 8,2 8,4 8,2 7,8 7,9 8,9 9,9 10,0 9,1 9,4 8,0 7,6 8,1 7,7 7,7 7,9 8,0 6,8 8,2 8,1 7,3 7,4 7,1 7,1 7,3 7,6 7,5 6,8 7,4 7,9 7,0 6,8 6,3 6,5 6,6 7,0 6,2 6,7 7,6 7,0 6,3 7,0 5,7 6,2 5,6 6,4 5,9 6,3 6,3 7,0 6,2 6,9 6,4 6,5 6,0 6,0 5,4 7,0 6,2 5,7 5,2 6,0 5,1 5,1 5,7 6,3 5,5 5,4 4,8 6,2 5,5 5,7 5,8 6,1 5,2 5,3 5,3 5,1 5,2 5,4 5,1 4,7 4,6 4,9 3,5 4,0 4,6 4,6 nvt nvt
Verschil rangnrs. rangnr 1-8 1-8 1-8 1-8 1-8 1-8 1-8 1-8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63
-3,5 -2,5 -1,5 -0,5 0,5 1,5 3,5 5,5 -2,0 -1,0 1,0 4,0 -3,0 6,0 -2,0 15,0 -2,0 -4,0 3,0 8,0 11,0 -4,0 4,0 13,0 19,0 -2,0 -2,0 2,0 16,0 -4,0 5,0 3,0 -10,0 20,0 8,0 17,0 -4,0 9,0 -1,0 0,0 -2,0 0,0 5,0 12,0 12,0 13,0 -1,0 7,0 11,0 1,0 -32,0 9,0 5,0 -5,0 8,0 -4,0 -16,0 6,0 -38,0 -31,0 1,0 -12,0 2,0
Toelichting: De Sociale Index en de Veiligheidsindex zijn vergeleken door de beide indices afzonderlijk te rangordenen, waarbij rangnummer 1 is toegekend aan de het gebied met de hoogste score in 2010. Bij gelijke scores in 2010 is gekeken naar de hoogste score in 2009, enz. Alleen bij de Veiligheidsindex is een aantal gebieden gelijk geëindigd; dan is het toegekende rangnummer het gemiddelde voor die gebieden. De wijken staan, van boven naar beneden, gesorteerd op rangnummer van de Veiligheidsindex. De rangnummers voor de Veiligheidsindex zijn afgetrokken van de rangnummers van de Sociale Index. In de Sociale Index is sprake van 65 wijken (2010) en 64 (2009 en 2008). In de Veiligheidsindex is sprake van 63 wijken. Met de ‘verschuivingen’ in rangordening is geen rekening gehouden. grijs wit zwart
De wijk scoort, relatief ten opzichte van de andere wijken, slechter op de Sociale Index dan op de Veiligheidsindex Op de Sociale Index en de Veiligheidsindex neemt de wijk een relatief gelijke positie in. De wijk scoort, relatief ten opzichte van de andere wijken, beter op de Sociale Index dan op de Veiligheidsindex
43
44
Bijlage 4 Deelgemeente- en wijkindeling Rotterd
* Op deze kaart zijn behalve de 65 woonwijken ook de industriegebieden weergegeven.
Rotterdam sociaal gemeten, 3e meting Sociale Index
dam*
wijk
45
46
COLOFON PROGRAMMAMANAGER SOCIAAL Wim Vleugels PROJECTLEIDER SOCIALE INDEX Jorina van Gelder
UITVOERING 3E METING Tom van Doveren, Pieter Koppelaar, Cuneyt Ergun en Ludo van Dun (COS, gemeente Rotterdam) UITVOERING VELDWERK Mediad, Marieke Meij TEKSTEN COS Communicatiediensten VORMGEVING NXIX, Fred Sophie FOTOGRAFIE David Adams, www.davidadams.nl Dit is een uitgave van het Gemeente Rotterdam Gemeenschappelijk Management Team Sociaal p/a Jeugd, Onderwijs en Samenleving (JOS) Postbus 70014 3000 KS Rotterdam Telefoon: 010- 267 4591 www.rotterdam.nl Juni 2010
Dit is een uitgave van de Gemeente Rotterdam Gemeenschappelijk Management Team Sociaal