ROOKBELEID De Lichtenvoorde
Lichtenvoorde, februari 2004
P.R. Stroeve, adviseur personeelszaken
INHOUDSOPGAVE 1.
2.
INHOUDSOPGAVE ...................................................................................................................................... 2 ROOKBELEID DE LICHTENVOORDE............................................................................................................ 3 1.1 Algemeen ................................................................................................................................................. 3 1.2 Uitgangspunt De Lichtenvoorde .............................................................................................................. 3 ROOKVERBODEN .................................................................................................................................... 3 2.1 Tabakswet ................................................................................................................................................ 3 2.2 Uitvoering van het rookverbod ................................................................................................................ 3 2.3 Ruimten waar rookverboden gelden ........................................................................................................ 4 2.4 Afwijkingen van het rookverbod .............................................................................................................. 4 2.5 Kenbaar maken van het rookverbod ........................................................................................................ 4 2.6 Handhaven van het rookverbod ............................................................................................................... 4 2.7 Uitvoering van rookbeleid De Lichtenvoorde.......................................................................................... 5
4.
KLACHTEN ................................................................................................................................................ 6
BIJLAGE 1 ............................................................................................................................................................ 7 Korte beschrijving van relevante regelgeving ............................................................................................... 7 BIJLAGE 2 ............................................................................................................................................................ 9 Activiteiten ten aanzien van het rookbeleid ................................................................................................... 9 BIJLAGE 3 .......................................................................................................................................................... 10 Rookbeleid afsprakenformulier ................................................................................................................... 10
Rookbeleid De Lichtenvoorde - P&O/PS versie 4, 3 juni 2013
2
1.
Rookbeleid De Lichtenvoorde
1.1 Algemeen Blootstelling aan tabaksrook kan de gezondheid schaden. Ook kan hinder en overlast van tabaksrook gevolgen hebben voor het functioneren van medewerkers. Roken op de werkplek kan tevens ten grondslag liggen aan verzuim, ziekte of verminderde productiviteit. En dan is er ook de wetgever die de werkgever verplicht om te zorgen voor een veilige en gezonde werkplek1. Vanaf januari 2004 zal de Tabakswet wijzigen. De gewijzigde tabakswet verplicht de werkgever maatregelen te nemen dat werknemers in staat worden gesteld hun werkzaamheden te verrichten zonder dat zij daarbij hinder of overlast ondervinden van roken door anderen. Vanaf die datum heeft iedere werknemer in principe recht op een rookvrije werkplek. Er zijn wel een aantal uitzonderingen gemaakt voor „als privé aan te merken ruimten‟ en voor ruimten die speciaal voor het roken zijn aangewezen. Tot die uitzonderingen behoren ook de privé-woonruimtes van cliënten in de gehandicaptenzorg. Op grond van de AmvB (Algemene Maatregel van Bestuur) kunnen werknemers op dat punt geen rechten claimen. Het belang van de werknemer is daar ondergeschikt aan dat van de cliënt. Middels dit stuk zetten wij een aantal uitgangspunten uiteen hoe er bij De Lichtenvoorde omgegaan dient te worden met de nieuwe wet en regelgeving. 1.2 Uitgangspunt De Lichtenvoorde Uitgangspunt is dat medewerkers, cliënten en bezoekers geen hinder of overlast van roken door anderen ondervinden. Het roken in bijzijn van anderen mag niet meer vanzelfsprekend zijn. Van de roker wordt daarom verwacht dat deze rekening houdt met de wensen van zijn/haar omgeving. In principe moet elke werknemer zijn werkzaamheden kunnen verrichten in een rookvrije ruimte. Het rookbeleid van De Lichtenvoorde dient voor duidelijkheid en eenduidigheid te zorgen. Er moet worden bepaald en zichtbaar worden aangegeven waar wel en niet gerookt mag worden. Cliënten mogen in hun eigen appartementen en in daartoe aangewezen afgesloten recreatieruimten of kantine roken. Medewerkers zijn niet verplicht in een rookomgeving te werken.
2.
Rookverboden
2.1 Tabakswet De Tabakswet stelt de overheid in staat maatregelen te nemen ter beperking van het tabaksgebruik. Deze wet legt een rookverbod en het verkoopverbod op in openbare gebouwen. Appartementen zijn privé-vertrekken en dus geen openbare ruimten. 2.2 Uitvoering van het rookverbod Binnen de locaties van De Lichtenvoorde worden op grond van de Tabakswet de volgende maatregelen getroffen: Instellen van het rookverbod. Kenbaar maken van het rookverbod. Handhaven van het rookverbod.
1
Zie bijlage I. Rookbeleid De Lichtenvoorde - P&O/PS versie 4, 3 juni 2013
3
2.3 Ruimten waar rookverboden gelden Het instellen van rookverboden is verplicht in de volgende soorten ruimten: ruimten met loketten wachtruimten hallen, gangen en trappen liften vergaderzalen toiletten kantines (en koffiecorners)huiskamers recreatie- en soortgelijke ruimten huiskamers overige ruimten (w.o. kantoren) die toegankelijk zijn voor het publiek. 2.4 Afwijkingen van het rookverbod Volgens de nieuwe wetgeving geldt in alle openbare gebouwen met bestemming gezondheidszorg een rookverbod. Om de rokers enigszins tegemoet te komen kan in beperkte mate afgeweken worden van het rookverbod. Er mag een uitzondering worden gemaakt op het rookverbod in recreatie- en soortgelijke ruimten, kantines en wachtruimten. Het maken van de uitzondering op het rookverbod is wel aan strikte regels gebonden. Dit kan alleen wanneer er van één soort ruimte meerdere op een verdieping zijn. Indien er bijvoorbeeld twee kantines op één verdieping zijn moet in de grootste kantine het roken worden verboden en mag in de kleinste het roken worden toegestaan. Maar als er slechts een kantine is, mag daar niet gerookt worden. In werkruimten en kantoren geldt eveneens een rookverbod. Het is immers nooit te garanderen dat een niet-roker geen gebruik hoeft te maken van het kantoor waar iemand graag zou willen roken. Daarnaast mag er ook gerookt worden in privé-woningen. Het gaat hier om woningen die door de cliënten zelf zijn gehuurd of die cliënten in eigendom hebben en waar De Lichtenvoorde via PGB of in natura zorg verleend aan cliënten. Scheiden wonen en zorg en individuele woningen (o.a. appartementen) die in het kader van kleinschaligheid, individueel bewoond worden, doch worden gehuurd door De Lichtenvoorde geldt volgens de tabakswet een rookverbod. In de uitvoering van het rookbeleid wordt hier verder op ingegaan. 2.5 Kenbaar maken van het rookverbod De Tabakswet bepaalt dat het rookverbod in ruimten waar dat geldt moet worden aangeduid met de goed leesbare tekst "roken verboden" of met een andere eenvoudig te begrijpen aanduiding (pictogram). De borden met "roken verboden" moeten in de betreffende ruimten goed zichtbaar zijn. Voor de duidelijkheid is het goed om bij de ingang aan te geven dat in het gebouw/ruimte een rookverbod geldt. 2.6 Handhaven van het rookverbod Het handhaven van het rookverbod is een taak van de bestuurder, manager service bureau en het clustermanagement in samenwerking met de medewerkers. Van hen wordt verwacht dat zij collega´s en cliënten erop aanspreken als zij roken op plaatsen waar dit niet is toegestaan.
Rookbeleid De Lichtenvoorde - P&O/PS versie 4, 3 juni 2013
4
2.7 Uitvoering van rookbeleid De Lichtenvoorde 1.
Service en directiebureau Deze locatie heeft naast een werkplekfunctie ook een instructie/lesfunctie. Een aantal interne trainingen wordt op deze locatie verzorgd. Er zal daarom één ruimte worden gecreëerd waar mag worden gerookt. Deze ruimte zal voldoen aan de daarvoor wettelijke vereisten. Om negatieve externe beeldvorming te voorkomen is het echter vanaf 1 februari 2004 niet meer toegestaan om onder het afdak of op de buitentrap aan de voorzijde van het pand te roken. Ook voor de clusterbureaus geldt een algeheel rookverbod.
2.
Voor woningen die De Lichtenvoorde huurt ten behoeve van cliënten of ter beschikking stelt aan cliënten geldt volgens de Tabakswet een rookverbod. De Lichtenvoorde heeft als uitgangspunt om niet-rokers te vrijwaren van de schadelijke gevolgen van het roken door anderen. Per locatie moet dus worden gekeken of het gaat om een soort “voorziening” waarbij cliënten een eigen kamer hebben maar waarbij er ook gemeenschappelijke ruimtes zijn, bijvoorbeeld de keuken, gezamenlijke woonkamer en dergelijke. Op dit soort locaties moet er naar de mogelijkheden worden gekeken om het roken op een daarvoor volgens de geldende wet geschikte omgeving mogelijk te maken. Als dit niet mogelijk is mag er alleen nog buiten worden gerookt dit geldt zowel voor medewerkers als cliënten.
3.
Situatie van zorg in natura , het gaat hierbij om woningen die door De Lichtenvoorde worden gehuurd en waarbij Cliënten een eigen woning hebben met eigen voordeur, keuken ed (o.a. Kareldoormanstraat en de Slingehof). Cliënten mogen hier in hun eigen woning roken. Met deze groep cliënten zullen er afspraken moeten worden gemaakt dat er op het moment dat de cliënt wordt begeleid er zowel door de cliënt als de medewerker niet wordt gerookt.
4.
Eigen woning In deze kan De Lichtenvoorde geen rookruimtes gaan inrichten of rookverbodstickers aanbrengen. Dit zou de autonomie van de cliënt op een onbehoorlijke manier schaden. De Lichtenvoorde zal daarom met deze cliënten afspraken moeten maken, waarbij de te maken afspraak in de kern inhoudt dat er op de momenten dat de cliënt wordt begeleid door medewerkers van De Lichtenvoorde er niet gerookt wordt door de cliënt en de medewerker.
Het instellen van rookverboden en het uitvoeren van het rookbeleid kunnen aanleiding geven om op locatie nadere (rookbeleid)afspraken te maken met de medewerkers. Daarom dient per team het „Rookbeleid afsprakenformulier‟ te worden ingevuld. Het clustermanagement zal voor alle teams in kaart moeten brengen om wat voor situatie het gaat (2,3 of 4) en welke maatregelen en afspraken er gemaakt zijn.
Rookbeleid De Lichtenvoorde - P&O/PS versie 4, 3 juni 2013
5
3.
Sancties/maatregelen
Indien rokers het rookverbod blijven negeren in het (openbare) gebouw moeten maatregelen worden genomen. Een rokende cliënt moet worden verzocht zijn gedrag te veranderen of de ruimte waar het rookverbod geldt te verlaten, omdat hij een overheidsregel overtreedt. Wanneer zich een situatie in een “voorziening”of eigen woning voordoet waarbij een cliënt niet bereid is om zich te houden aan de gemaakte afspraken zal dit er toe kunnen leiden dat deze cliënt de zorg/begeleiding op een andere plek moet regelen, waarbij te denken valt aan (gedwongen) verhuizing of het betrekken van de zorg/begeleiding van een andere organisatie. Indien werknemers regelmatig de Tabakswet overtreden, kunnen disciplinaire maatregelen genomen worden. Daarnaast zal indien een overtreding wordt beboet door een daarvoor aangestelde ambtenaar deze boete worden verhaald op de overtredende medewerker. De boete wordt ingehouden op het salaris, eventueel in termijnen, indien de medewerker zich willens en wetens niet aan de gelde wetgeving en regelgeving, het rookbeleid van De Lichtenvoorde en de gemaakte afspraken houdt.
4.
Klachten
Medewerkers, die ondanks de genomen maatregelen toch nog hinder ondervinden van de tabaksrook kunnen hun klacht indienen bij de clusterbegeleider. Leidt dit niet tot een bevredigende oplossing dan wordt de verantwoordelijke manager geraadpleegd en die zal zorgen voor een goede afhandeling van de klacht. Vindt de medewerker uiteindelijk dat de leidinggevende de klacht niet zorgvuldig heeft behandeld dan kan de medewerker een schriftelijke klacht indienen bij de klachtencommissie. Medewerkers: Het is medewerkers niet toegestaan te roken in woonlocaties van cliënten en op werkplekken, ongeacht hun functie. Daar waar in woonlocaties rookvoorzieningen zijn of worden getroffen voor cliënten, is het mogelijk dat deze ook door medewerkers worden gebruikt. In niet woongebonden gebouwen zullen met uitzondering van het Service- en Directiebureau, de Brink en Lindeboom werken geen voorzieningen en andere afspraken gemaakt en of getroffen worden. Cliënten: Met betrekking tot cliënten wordt beleid per locatie en per situatie vastgesteld onder de verantwoordelijkheid van de manager. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: - er wordt rekening gehouden met de autonomie en zelfbeschikking van de cliënt, - veiligheid gaat boven alles - er is een maximale inspanning om aan de wet te voldoen - de wet zal aan cliënten verduidelijkt worden - niet rokende cliënten en medewerkers worden beschermd. Samenvattend: 1. Het is medewerkers niet toegestaan te roken in de gebouwen, ongeacht hun functie. In niet woongebonden gebouwen zullen geen voorzieningen worden getroffen. 2. Met betrekking tot cliënten wordt beleid per locatie en per situatie vastgesteld (rookbeleid-afsprakenformulier). Hiervoor zullen clustermanagers de reeds ontwikkelde plannen toetsen aan de nieuwe wetgeving en ter vaststelling aan de directeur voorleggen. 3. De implementatie van dit geformuleerde beleid ligt in de lijn en is in die zin een opdracht voor het management van de organisatie. Rookbeleid De Lichtenvoorde - P&O/PS versie 4, 3 juni 2013
6
BIJLAGE 1 Korte beschrijving van relevante regelgeving Grondwet In de Grondwet is het recht op de onaantastbaarheid van het lichaam verankerd (artikel 11). Burgerlijk Wetboek (BW) Artikel 7:658 lid 1 BW verplicht de werkgever onder meer de werkruimten zo in te richten en te onderhouden, alsmede de nodige maatregelen te nemen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn functie schade lijdt. Artikel 7:660 BW bepaalt dat de werknemer verplicht is zich te houden aan, onder meer, de voorschriften van de werkgever die strekken ter bevordering van de goede orde in de onderneming. Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) Artikel 3 van de Arbowet regelt de algemene zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn in verband met de arbeid. Het artikel bepaalt dat de werkgever bij het organiseren van de arbeid, het inrichten van de arbeidsplaatsen en het bepalen van de productie en werkmethoden een aantal zaken in acht moet nemen in het kader van, onder meer, een zo goed mogelijke bescherming van de gezondheid en het bevorderen van het welzijn bij de arbeid. Onderdeel 'f' van artikel 3 van de Arbowet bevat nadere voorschriften met betrekking tot bescherming van de gezondheid van werknemers met een bepaalde lichamelijke gesteldheid. Het betreft hier 'speciaal toezicht' en 'andere doelmatige voorzieningen'. Artikel 4 van de Arbowet verplicht de ondernemer bij het voeren van zijn algemeen ondernemingsbeleid dit beleid mede te richten op, onder meer, een zo goed mogelijke bescherming van de gezondheid en het bevorderen van het welzijn van de werknemer binnen het bedrijf. Artikel 5 geeft voorschriften voor de inventarisatie en evaluatie van risico's in de sfeer van de arbeidsomstandigheden, de zogeheten risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). De ondernemingsraad heeft instemmingsrecht ten aanzien van de vaststelling en de wijze van uitvoering van de RI&E. Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) Artikel 4.9 van het Arbeidsomstandighedenbesluit schrijft voor dat doeltreffende maatregelen moeten worden genomen om te voorkomen dat werknemers bij hun arbeid kunnen worden blootgesteld aan stoffen in zodanige mate dat schade kan worden toegebracht aan hun gezondheid of aan de werknemers hinder kan worden veroorzaakt. De leden 2 en 3 van dit artikel geven nadere regels over de volgorde waarin de werkgever maatregelen moet nemen. Begonnen moet worden met onder meer organisatorische maatregelen die het gevaar bij de bron voorkomen. Pas indien dit niet doeltreffend is, kunnen andere maatregelen, bijvoorbeeld afvoer van verontreinigde lucht, aan de orde komen. Artikel 3.20 Arbobesluit verplicht de werkgever om in de ruimte die aan werknemers beschikbaar is gesteld om pauzes door te brengen, doeltreffende maatregelen te nemen ter bescherming van niet-rokers tegen hinder van tabaksrook.
Rookbeleid De Lichtenvoorde - P&O/PS versie 4, 3 juni 2013
7
Wet op de ondernemingsraden (WOR) Artikel 27, eerste lid onder d bepaalt dat de ondernemingsraad een instemmingsrecht heeft ten aanzien van een regeling op het gebied van de veiligheid, de gezondheid of het welzijn in verband met de arbeid. Ingevolge artikel 35c, derde lid, geldt dit ook voor de personeelsvertegenwoordiging. Artikel 28 regelt dat de ondernemingsraad de naleving bevordert van de voor de onderneming geldende voorschriften op, onder meer, het gebied van de gezondheid en het welzijn in verband met de arbeid van de in de onderneming werkzame personen.
Rookbeleid De Lichtenvoorde - P&O/PS versie 4, 3 juni 2013
8
BIJLAGE 2 Activiteiten ten aanzien van het rookbeleid
1. 2.
3. 4.
5.
6.
Activiteit Vaststellen concept-rookbeleid Goedkeuring OR/ cliëntenraad/-raden. Bespreek mogelijke problemen en weerstanden en maak (indien noodzakelijk) aanvullende afspraken binnen de grenzen van de tabakswet. Rookverboden instellen in de door de wet aangegeven ruimten en dit d.m.v. bordjes of stickers kenbaar maken. Communiceer het rookbeleid naar personeel bijv. door middel van het volgende. - Geef bij de invoering informatie over roken, meeroken, en gezondheid - Richt een plek in waar informatie te vinden is over roken, meeroken en het rookbeleid - Invoering rookbeleid bespreekbaar maken in werkoverleg en onder de aandacht brengen in de nieuwsbrief Communiceer het rookbeleid naar cliënten bijv. door middel van het volgende. - Rookverboden aangeven d.m.v. pictogrammen. - Aanspreken op gedrag. Een cultuur creëren waar mensen erop gewezen kunnen worden dat zij op plekken roken waar dat niet is toegestaan of anderen er hinder van ondervinden. Handhaven rookbeleid. Evalueer elk jaar of het rookbeleid wordt gehandhaafd en of er aanpassingen noodzakelijk zijn. Zijn aanpassingen noodzakelijk dan dienen deze zo spoedig mogelijk ingevoerd te worden. Geen klachten? Blijf het rookbeleid evalueren, ook als er geen klachten zijn. - Weet iedereen (nog) wat het rookbeleid inhoudt? - Breng het rookbeleid in als agendapunt bij werkoverleg, directieoverleg en andere relevante overlegsituaties. - Is het rookbeleid nog juist geformuleerd? - Is er behoefte aan aanscherping van het rookbeleid? - Kijk of uitbreiding/aanpassing noodzakelijk is.
Rookbeleid De Lichtenvoorde - P&O/PS versie 4, 3 juni 2013
9
Door wie? Bestuurder/MT Leden-OR/leden raden
cliënten-
Clustermanagement Clustermanagement i.s.m. medewerkers en cliënten
Clustermanagement i.s.m. medewerkers en cliënten Clustermanagement
Clustermanagement
BIJLAGE 3
Rookbeleid afsprakenformulier
Team: Aantal cliënten : Zijn er cliënten die roken?
Aantal medewerkers: Welke afspraken zijn er gemaakt?
Datum:
Handtekening teamvertegenwoordiger:
Handtekening clusterbegeleider:
Rookbeleid De Lichtenvoorde - P&O/PS versie 4, 3 juni 2013
10