NOTITIE “Ambulante jeugdhulpverlening” De Lichtenvoorde
Mei 2013 (Herziene versie maart 2013) Angelique Mostermans ,GZ Psycholoog Angela Scholten, Manager Oost-Gelre Jeroen Stevens, Teammanager Oost-Gelre Ellen Penterman, Teammanager Achterhoek Zuid West
Inhoud Ambulante jeugdhulpverlening, een kans voor ouders en organisatie Aanleiding .................................................................................................... 2 Inleiding ........................................................................................................ 2 Organisatie .................................................................................................... 2 Doelgroep ..................................................................................................... 3 Financiering .................................................................................................. 3 Problematiek ................................................................................................. 4 Wenselijke situatie ........................................................................................ 4 Methodiek Aanleiding voor herziening conceptnotitie maart 2013 ................................ 5 Sociaal competentiemodel ............................................................................ 5 Intensieve en complexe opvoedingsvragen .................................................. 6 Inzet behandeling .......................................................................................... 6 Triple P: Stepping Stones .............................................................................. 6 Slotwoord ...................................................................................................... 7
STATUS
Beleidsnotitie Auteur(s) Datum Advies/instemming Managementteam Centrale Verwantenraad Centrale Cliëntenraad Ondernemingsraad Voorgenomen besluit bestuurder Raad van Toezicht Vaststelling bestuurder
Ambulante jeugdhulpverlening A. Mostermans, A. Scholten, J. Stevens, E. Penterman Mei 2013
14 mei 2013
1
Aanleiding Binnen De Lichtenvoorde evalueren we met enige regelmaat onze dienstverlening. Belangrijk onderdeel van de evaluatie is de vraagsturing: sluit de dienstverlening nog voldoende aan bij de vraag van de cliënt? Ook wordt er stil gestaan bij het feit dat de overheid met enige regelmaat het beleid, en dus ook de financiering, aanpast. De AWBZ voorziet momenteel niet meer in alle vragen van cliënten en dus heeft dat direct gevolgen voor een organisatie als De Lichtenvoorde. Echter zijn wij van mening dat er door veranderingen ook weer kansen ontstaan. De komende ontwikkelingen binnen de transitie jeugdzorg vragen om een duidelijke visie en een vergrootte professionalisering met een theoretisch onderbouwde methodische werkwijze van onze dienstverlening. Tijdens de evaluatie van het product Vroeghulp hebben we een aantal vragen geformuleerd, te weten: - sluit het product nog wel aan bij de vraag? - is de deskundigheid voldoende om de vraag te beantwoorden? - zijn de inkomsten voldoende om de vraag te beantwoorden? Naar aanleiding van bovenstaande constateringen c.q. vragen zijn we van mening dat we een beleidsstuk moeten schrijven waarin we laten zien waar we in de toekomst naar toe willen, gericht op de vraag van jongeren (0-18) met een beperking en het systeem daaromheen.
Inleiding De Lichtenvoorde is in 1999 gestart met een project voor kinderen van 0 tot 4 jaar, met een mogelijke ontwikkelingsachterstand, verstandelijke beperking, ADHD of autistiforme stoornis. Aanleiding daartoe was de gesignaleerde behoefte van ouders die een jong kind met een verstandelijke beperking hadden, om ondersteuning en begeleiding in de thuissituatie. Er is in 1999 voor een projectvorm gekozen, omdat dat meer mogelijkheden geeft om uit te gaan van een globale opzet en deze al werkende bij te stellen. Dit alles met een tijdsduur van twee jaar. Tijdens de tussenrapportage, oktober 2000, werd het al duidelijk dat de leeftijdsgrens van 0 tot 4 jarigen te krap was, men ging uit van 0 tot 8 jarigen. Nog voor de eindrapportage van het project werd het duidelijk dat er ook vragen van ouders kwamen over de leeftijdsgroep 8 tot 18 jarigen. Met de projectvorm – dienstverlening Vroeghulp – zijn wij in 1999 gestart en anno 2012 ervaren wij dat het meer is dan Vroeghulp alleen. De behoefte en vraag naar snelle, praktische ondersteuning bij de leeftijdsgroep tot 18 jaar heeft zich bewezen en de ambulante jeugdhulpverlening lijkt een meer passende naam.
Organisatie Binnen De Lichtenvoorde werken we momenteel met twee teams Ambulante jeugdhulpverlening. Eén team werkt vanuit cluster Achterhoek Zuid West en de ander heeft als uitvalsbasis Cluster Oost-Gelre. Beide teams hebben een eigen teammanager en proberen samen het volledige gebied waarin De Lichtenvoorde opereert te bedienen. De teammanagers streven naar een optimale samenwerking door regelmatig contact met elkaar te hebben over mogelijkheden van inzet medewerkers. Tevens hebben we een cursus, specifiek voor medewerkers ambulante jeugdhulpverlening, georganiseerd voor beide teams met behulp van de collega`s van Pameyer uit Rotterdam. De begroting wordt voor beide teams individueel opgesteld en bijgevoegd aan de clusterbegroting van desbetreffende clusters. De beide managers van de clusters AZW en Oost-Gelre zijn eindverantwoordelijk. 2
Doelgroep De ambulante jeugdhulpverlening richt zich op het gezin en het kind en haar eigen omgeving. Ondersteuning aan het gezin en kind geeft verlichting van de problematiek zodat het kind zolang mogelijk in het eigen gezin kan opgroeien en onhoudbare situaties met mogelijk een vlucht in de semi- of intramurale zorg uitgesteld en/of voorkomen kan worden. Onderdeel van de ondersteuning is om de competenties van ouders zodanig te vergroten dat ze beter functioneren met betrekking tot ontwikkelingstaken die voor hen relevant zijn en ze, zo nodig met behulp van steun van derden, de ontwikkeling en veiligheid van hun kinderen beter kunnen waarborgen. Ambulante jeugdhulpverlening richt zich in eerste instantie op erkenning van de problematiek, zoals dat vaak als eerste door ouders uitgesproken wordt. Het kind heeft een vermoedelijke ontwikkelingsachterstand, waarvan in veel gevallen de diagnostiek niet helder omschreven is. Samen met de ouders en/of verzorgers wordt getracht onzekerheden om te zetten in helderheid. Ambulante jeugdhulpverlening biedt pedagogische begeleiding, ondersteunt ouders en/of verzorgers in de weg naar diagnostiek, indicatie en mogelijke andere hulpverleners. De eindverantwoordelijkheid is en blijft bij de ouders en/of verzorgers. De aandacht voor het jonge kind wordt gegeven vanuit het opvoedingsperspectief en het streven is een zo optimaal mogelijke leefomgeving
Financiering De financieringsvorm kan zowel PGB (Persoonsgebonden Budget) als ZIN (Zorg in Natura) zijn. Daarnaast bestaan er voor ouders nog andere mogelijkheden om extra ondersteuning te krijgen. Denk bv. aan “de rugzak” in het onderwijs De indicatie zoals tot nu toe afgegeven wordt door Bureau Jeugd Zorg (BJZ) of het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) is leidend voor de organisatie. Op basis van deze indicatie heeft een organisatie (lees: De Lichtenvoorde ) zorgplicht. De indicatie wordt afgegeven voor een bepaalde periode en is opgebouwd uit verschillende producten. Deze producten worden in zorgzwaarte afgegeven middels het indelen in klasses. De overheid heeft in een regeerakkoord aangegeven dat er een transitie zal plaats vinden van de jeugdzorg naar de WMO (gemeente). Hieronder een citaat uit de ‘voortgangsbrief stelselwijziging jeugd’ van de staatsecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: Samenhang met de overheveling begeleiding De functie extramurale begeleiding gaat vanaf 2014 over van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de Wmo en wordt onder de compensatieplicht van de Wmo gebracht. Dat geldt dus ook voor de groep licht verstandelijk beperkte jeugdigen en voor kinderen met jeugd GGZ problemen, die de begeleiding nu via de AWBZ krijgen. Gemeenten zullen bij het bieden van ondersteuning aan deze jeugdigen en het inrichten van het keukentafelgesprek vanaf 2014 op grond van de Wmo al rekening moeten houden met de wijze waarop zij vanaf 2015 op grond van het nieuwe wettelijke jeugdkader invulling willen geven aan deze onderdelen. Het Transitiebureau ‘begeleiding’ wijst gemeenten erop dat zij in overleg moeten treden met aanbieders en met cliënt en patiëntorganisaties en om gebruik te maken van expertise van organisaties zoals het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).
3
Problematiek Bij start van de ambulante jeugdhulpverlening was de problematiek van de cliënten beperkt tot Autisme Spectrum Stoornis (ASS) Syndroom van Down en ontwikkelingsstoornissen. Nu, een aantal jaren verder, merken we dat de problematiek veel diverser is geworden. Syndroom van Down zien we niet of nauwelijks meer. ASS is een stoornis welke veelvuldig voorkomt. Daarnaast merken we de afgelopen jaren dat gedragsproblemen veelvuldig voorkomen. De problemen doen zich veelal voor binnen het gezinssysteem. In dit systeem zijn meerdere problemen (multi-problem) waardoor kinderen/jongeren beperkt worden in hun ontwikkelingsmogelijkheden. Samen met hun aanwezige beperking levert dit nogal wat vragen op. Wij concluderen dat de vraag veel expertise vraagt en vaak complex is. Medewerkers vragen steeds meer ondersteuning van deskundigen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zowel interne als externe deskundigen. We hebben een aantal samenwerkingspartners en collega instellingen die we omschrijven als onze “ketenpartners”. De huidige vraag van cliënten kan door verschillende oorzaken niet altijd alleen door onze organisatie beantwoord worden. We zoeken daarom ook steeds vaker de samenwerking met onze netwerkpartners. Hierin behouden we dan de regie (generalist) en zorgen ervoor dat de partners samen gaan werken binnen het gezinssysteem. Wenselijke situatie De Generalist Zoals eerder genoemd zijn we als organisatie in staat om de regie te nemen in een gezin. Dit doen we door een goede analyse te maken van de vragen binnen het gezin. Vervolgens gaan we in overleg bekijken welke expertise we nodig hebben. De orthopedagoog geeft desgewenst advies. Met dit advies gaat de medewerker vervolgens aan de slag. Als er alleen sprake is van een begeleidingsvraag dan kunnen we als organisatie direct aan de slag met het team ambulante jeugdhulpverlening. De grondslag van het werken binnen de gezinnen is gericht op het behalen van concrete doelen en ontwikkelingspunten op basis van het sterker maken van het kind, de ouder(s) en het netwerk. De doelen zijn gericht op de veranderwens van de ouders en het kind/de jongere. De doelen die we stellen hebben een directe link met de taken waar het gezin voor komt te staan of voor staat, om de vaardigheden die voor deze taken nodig zijn aan te leren en/of te versterken. Ook gaan we met ouders en jongere kijken of taken verlicht kunnen worden door het inzetten van het netwerk en de omgeving. Gezinnen dienen krachtig gemaakt te worden zodat ze zo spoedig mogelijk in staat zijn hun ondersteuningsvragen, eventueel met steun van derden, zelf op te lossen.
4
Methodiek Aanleiding voor herziening conceptnotitie maart 2013 Er zijn een aantal programma’s onderzocht op inhoud, zoals Families First, Praktisch Pedagogische Gezinsbegeleiding (PPG), Intensief Orthopedagogische Gezinsbehandeling (IOG) en Multi Systeem Therapie (MST). Deze programma’s hebben goede theoretische uitgangspunten, maar komen op een aantal punten minder overeen met de manier van werken binnen De Lichtenvoorde of zijn met een specifieker doel opgezet. Zo is het doel van Families First het voorkomen van een uithuisplaatsing in een crisissituatie en MST is gericht op delinquent gedrag. PPG en IOG hebben veel overeenkomsten met het competentiegericht werken; deze komen qua doelstellingen wel overeen met de manier van werken binnen De Lichtenvoorde. Triple P biedt een duidelijk gestructureerde aanpak, een goede theoretische onderbouwing, gericht op de doelgroep van De Lichtenvoorde en de resultaten in Nederland zijn positief, waardoor dit programma de grootste meerwaarde biedt in het aanbod welke De Lichtenvoorde biedt. Triple P is een goed theoretisch en wetenschappelijk onderbouwd programma met heldere uitgangspunten (Blokland & Ritmeester, 2012). Een programma dat uitgebreid is onderzocht in binnen- en buitenland op zijn programmadoelstellingen: het versterken van competent ouderschap, het verminderen van risicofactoren en daarmee uiteindelijk het voorkomen of verminderen van emotionele en gedragsproblemen bij kinderen. Deze doelstellingen sluiten aan bij wat De Lichtenvoorde binnen de ambulante jeugdhulpverlening wil neerzetten.
Sociaal competentiemodel Het sociaal competentiemodel vormt de belangrijkste theoretische basis. Dit model biedt handvatten voor het analyseren van problemen en krachten in een gezin. Vaardigheden en sterke kanten van gezinsleden worden met behulp van dit model systematisch opgespoord en vervolgens ingezet. Bij het analyseren van problemen en aanleren van vaardigheden wordt ook gebruik gemaakt van principes uit leertheorie of systeemtheorie. De hulpverlener oefent met de ouders nieuw gedrag in bepaalde situaties en zet verschillende middelen in om het gedrag van het kind of de ouder te observeren en daarna te helpen verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn: - de competentieanalyse om het functioneren van het kind en het gezin in kaart te brengen; - video-opnames en een ABC-schema om het gedrag van het kind te analyseren; - een beloningsschema of een overzicht van de dagindeling met pictogrammen of foto's die de volgorde van bepaalde handelingen weergeven om het gedrag van het kind te ondersteunen; - motiverende gesprekvoering. De werkwijze binnen deze methodiek kent de volgende fasering: 1. Observatie- en informatiefase (6-8 weken) Tijdens deze fase vindt de kennismaking met het gezin plaats en wordt gestart met het verzamelen van informatie. Wensen van ouders worden geïnventariseerd en informatie over het hanteren van de dagelijkse routine wordt met behulp van de vragenlijst ‘dagelijkse routine’ in kaart gebracht. Deze fase wordt afgesloten met het vaststellen van de doelen, het maken van de competentieanalyse en het maken van een plan van aanpak voor de komende periode. In dit plan van aanpak worden ook prioriteiten gesteld.
5
2. Veranderingsfase (3-12 maanden) Tijdens deze fase werkt de jeugdhulpverlener samen met de ouders aan de vastgestelde doelen. Hoe lang deze fase duurt en op welke manier wordt gewerkt aan de doelen hangt af van de hulpvraag van ouders en het samen opgestelde plan van aanpak. Doelen kunnen gericht zijn op het (probleem)gedrag van het kind (verminderen van vaardigheidstekorten, versterken van competent gedrag, versterken van sociale redzaamheid, zelfstandigheid en zelfvertrouwen), psycho-educatie aan de ouders, vergroten van de basisveiligheid binnen het gezin door middel van het bieden van grenzen en structuur, aanleren en versterken van vaardigheden, het voeren van regie, etc. Centraal binnen de veranderingsfase blijft de competentievergroting van ouders en het kind/de jongere. Om deze verandering te bereiken wordt onder andere gebruik gemaakt van motiverende gespreksvoering, observatieschema’s en videomateriaal, het vergroten en versterken van de vaardigheden en het inzetten van positieve omgevingsfactoren. 3. Afrondingsfase (6-8 weken) Tijdens deze fase staat de ondersteuning in het teken van afronding. De ondersteuning wordt afgebouwd in frequentie en intensiteit, de vaardigheden van het gezin worden waar nodig nog versterkt en indien nodig kan aanvullende hulp georganiseerd worden. Is de vraag meer complex dan gaan we in overleg bekijken welke expertise we nodig hebben. De regie bijft bij onze organisatie maar we houden er rekening mee dat we een beroep moeten gaan doen op netwerkpartners. Ons eigen expertise centrum ( Bureau Zorg Expertise) wordt dan direct toegevoegd aan deze casus. Intensieve en complexe opvoedingsvragen Wanneer in een gezin meerdere (problematische) factoren meespelen waardoor de aanmeldingsreden of de vraag van ouders complex is, kan extra ondersteuning geboden worden. Dit kan op twee manieren; de inzet van de gedragskundige of inzet van Triple P Stepping Stones. Inzet behandeling Wanneer een gezinssituatie zo complex is dat een jeugdhulpverlener en het gezin hier extra ondersteuning bij nodig hebben, kan behandeling worden ingezet. Dit betekent dat ondersteuning van een orthopedagoog ingezet kan worden voor diagnostiek en behandeling. Deze kan ondersteunen in het analyseren van de vaardigheden en problemen, het bieden van advies in de dagelijkse begeleiding binnen het gezin, indien wenselijk samen met de jeugdhulpverlener gesprekken met ouders voeren, psycho-educatie geven, etc. Ook kan aanvullende diagnostiek gedaan worden wanneer het beeld van de jongere niet compleet is of wanneer er vragen bestaan over bijvoorbeeld het cognitieve of emotionele niveau van het kind/de jongere. Triple P Stepping Stones Triple P is een effectief bewezen interventie voor opvoedingsondersteuning aan ouders met kinderen van 0 tot 16 jaar. De drie P’s staan voor Positief Pedagogisch Programma. Triple P richt zich op het voorkomen en verminderen van (ernstige) emotionele en gedragsproblemen bij kinderen door het versterken van kennis, vaardigheden en zelfvertrouwen van ouders. Triple P ‘Stepping Stones’ is gericht op gezinsinterventies aan ouders van kinderen van 0 - 12 jaar met een lichamelijke of geestelijke beperking, bijvoorbeeld een verstandelijke beperking, Downsyndroom, een stoornis binnen het autistisch spectrum of een meervoudige beperking. De kinderen hebben gedragsproblemen of lopen het risico om gedragsproblemen te ontwikkelen. Triple P Stepping Stones Standaard is een individueel programma van tien sessies van ± 60-90 minuten per keer. Stepping Stones beschrijft trainingsmethoden voor het opvoeden volgens de Triple P-principes en introduceert aanvullende strategieën uit de onderzoeksliteratuur over beperkingen. Het programma omvat een actieve vaardigheidstraining om ouders te helpen nieuwe kennis en vaardigheden op te doen, waarbij zelfregulering een belangrijke rol speelt. 6
Slotwoord De Projectgroep ambulante jeugdhulpverlening, bestaande uit Angela Scholten (manager Oost-Gelre), Angelique Mostermans (Gz/psycholoog) , Ellen Penterman (teammanager AZW) en Jeroen Stevens (teammanager Oost-Gelre) hoopt met deze uiteenzetting een eerste aanzet te maken naar verdere ontwikkeling van het product ambulante jeugdhulpverlening. De ervaring leert dat er behoefte is aan ambulante jeugdhulpverlening binnen onze regio. We hebben echter geconstateerd dat we op dit moment meer “moeten” dan dat we “kunnen”. Belangrijk om te vermelden vinden wij dat de overbruggings zorg, nazorg en doorstroming van cliënten J-LVG goed georganiseerd wordt. Deze dienstverlening moet ons inziens gegarandeerd zijn.
7