Notitie Traumaopvang De Lichtenvoorde
P.R. Stroeve, Arbocoördinator
1
Inhoud Inhoud ............................................................................................................................................. 2 1. Inleiding ...................................................................................................................................... 3 2. Doelen opvang ............................................................................................................................ 4 2.1 Preventie ................................................................................................................................ 4 2.2 Eerste opvang na een traumatische gebeurtenis.....................................................................4 2.3 Gestructureerde nazorg / opvang. .......................................................................................... 5 3. Randvoorwaarden voor realisatie goede opvang......................................................................... 6 3.1. Procedure na traumatische gebeurtenis. ............................................................................... 6 4. Uitwerking................................................................................................................................... 7
Bijlage 1 Stappenplan
9
Bijlage 2 Tips voor zelfhulp
10
Bijlage 3 Samenvatting traumahulp De Lichtenvoorde
11
2
1. Inleiding Ondanks preventieve inspanningen van De Lichtenvoorde kunnen nare situaties niet altijd voorkomen worden. Het plotseling overlijden van een cliënt of een collega, fysieke agressie die op medewerkers is gericht, verbale agressie of bedreigingen; een willekeurige opsomming van ingrijpende gebeurtenissen. De wijze waarop zo'n situatie wordt beleefd is verschillend en wordt bepaald door de persoon zelf, de sociale context en de wijze waarop anderen op de gebeurtenis reageren. Een groot deel van de medewerkers van De Lichtenvoorde kan te maken krijgen met één of meerdere ingrijpende gebeurtenissen. Wanneer men door een schokkende gebeurtenis ontregeld raakt spreekt men van een trauma*. Een traumatische ervaring/schokkende gebeurtenis is een gebeurtenis op het werk en/of in de privésituatie die het slachtoffer zodanig aangrijpt dat zijn of haar denken en doen er minimaal één of twee dagen door wordt beheerst. Kenmerken van een traumatische ervaring/schokkende gebeurtenis zijn met name veelvuldige herbeleving, het proberen te vermijden of weg te drukken van de herbeleving en verhoogde prikkelbaarheid. Wanneer de ontregeling langer duurt dan zes weken is er sprake van een posttraumatisch stresssyndroom (PTSS). Zowel vanuit menselijk als vanuit economisch oogpunt is het wenselijk in geval van een traumatische ervaring adequate nazorg te bieden. Hoe langer iemand PTSS heeft, des te moeilijker deze te behandelen is en des te groter de kans dat betrokkene daarnaast een andere psychiatrische stoornis ontwikkelt. Nadat medewerkers met een traumatische/schokkende gebeurtenis te maken hebben gekregen, zijn ze vaak bang en voelen zich onzeker en onveilig. In ernstige gevallen verzuimen ze (langdurig) wegens ziekte of raken zelfs arbeidsongeschikt. Het duurt vaak vele jaren om een trauma als gevolg van een schokkende gebeurtenis te verwerken. De praktijk wijst uit dat een onmiddellijke opvang van slachtoffers van een traumatische ervaring, bijvoorbeeld agressie en geweld, van zeer groot belang is. Dankzij een snelle en adequate opvang verloopt de reïntegratie van slachtoffers op het werk beter. Bepalingen in de Arbo-wet en de CAO schrijven dan ook: de werkgever draagt zorg voor een adequate opvang van medewerkers die een traumatische ervaring hebben gehad, die verband houdt met de uitoefening van de functie. Medewerkers kunnen ook buiten het werk in de privésfeer te maken krijgen met schokkende en of een traumatische ervaringen. Deze notitie zal ook in deze gevallen een leidraad kunnen zijn bij het ondersteunen van de betreffende medewerker.
*Definitie trauma: hevige aandoening, die psychisch letsel heeft veroorzaakt.
januari 2014 Arbocommissie Traumaopvang De Lichtenvoorde
3
2. Doelen opvang Goede opvang en begeleiding bij de verwerking van traumatische ervaringen zijn van groot belang. Deze opvang moet gericht zijn op preventie, eerste opvang, en gestructureerde nazorg. De primaire verantwoordelijkheid voor een goede procedurele opvang en begeleiding van de medewerker berust bij de direct leidinggevende. • Beperken van volgschade van incidenten voor medewerker en organisatie • Bieden van deskundige en effectieve opvang en begeleiding aan het potentiële slachtoffer. • Vroeg signalering van dreigende verwerkingsproblematiek en – zo nodig - doorverwijzing naar externe deskundigen. • Vergroten van gevoel van veiligheid en betrokkenheid. ‘Als mij iets overkomt is de organisatie er (ook) voor mij’.
2.1 Preventie De verwerking van een traumatische ervaring gebeurt in een aantal fasen. Deze worden door iedereen verschillend ingevuld. Het begint met een alarmreactie direct na de traumatische gebeurtenis. Daarna wisselen ontkenning en herbeleving elkaar af. Pas daarna kan de gebeurtenis écht worden verwerkt. Medewerkers die een traumatische gebeurtenis hebben meegemaakt, zijn vaak niet op de hoogte van deze verschillende fasen en weten dus niet hoe een traumatische gebeurtenis wordt verwerkt. Daarom is het belangrijk dat er altijd iemand in de omgeving is die dit wel weet en die ook weet welke hulp in de verschillende fasen moet worden geboden. In de omgeving van de werksituatie zijn dit de collega's die hiervan op de hoogte moeten zijn. Fasen van het verwerkingsproces:
Ontkenning Gebeurtenis → Alarmreactie →↕ ↕ ↕ ↕ ↕ ↕ ↕ → Emotioneel verwerken→Voltooiing Herbeleving
Het is van belang dat teamleden aan elkaar inzichtelijk kunnen maken hoe dit verwerkingsproces voor hen verloopt en welke hulp ze hierbij van collega’s nodig hebben. 2.2 Eerste opvang na een traumatische gebeurtenis Direct na de traumatische ervaring moet eerste opvang worden geboden. In een gesprek tussen alle bij de situatie of inhoud betrokkenen moeten emoties worden herbeleefd en moet de ruimte worden geboden om aan te geven wat de persoon heeft ervaren. Het luisteren naar emoties van elkaar kan helpen om gemakkelijker met de eigen emoties om te gaan. Ook de acceptatie van de eigen emoties verloopt gemakkelijker indien men bemerkt dat ook anderen deze emoties ervaren. Daarnaast zal uit de inbreng van alle betrokkenen een juiste beeldvorming over het voorval ontstaan. Dit is van groot belang omdat mensen die betrokken zijn geweest bij een traumatische gebeurtenis vaak denkbeelden ontwikkelen die niet overeenkomen met de werkelijkheid. Er moet een persoon zijn die functioneert als gespreksleider. Deze persoon mag niet direct bij de situatie zijn betrokken. Dit is of de eigen leidinggevende, de adviseur P&O of een externe deskundige of de eigen leidinggevende. januari 2014 Arbocommissie Traumaopvang De Lichtenvoorde
4
Eerste opvang dient in principe binnen het eigen team en liefst binnen 48 uur - en uiterlijk binnen 72 uur - plaats te vinden. 2.3 Gestructureerde nazorg / opvang Bij de verwerking van een traumatische gebeurtenis is het van belang later nog enkele keren stil te staan bij hoe de betrokkene de gebeurtenis heeft beleefd. Dit kan tijdens een aantal gesprekken. Deze persoon moet zich wel steeds afvragen of hij wel de juiste persoon is om dit te doen: hoe betrokken ben ik zelf bij de situatie, hoeveel ervaring heb ik met het voeren van dergelijke gesprekken en wat is mijn relatie met betrokken medewerker? Indien de direct leidinggevende besluit dat hij hiervoor niet de juiste persoon is, dan wel de betrokken medewerker het wenselijk acht, kan de leidinggevende een beroep doen op interne dan wel de externe deskundigen. Er dienen vervolggesprekken plaats te vinden waarbij als leidraad het volgende geldt: eerste vervolggesprek na bijvoorbeeld drie dagen, vervolgens na een week, daarna nogmaals na drie weken en tenslotte na zes weken. De gesprekken hebben een individueel karakter: alleen de persoon of personen die de traumatische ervaring hebben meegemaakt en de gespreksleider zijn aanwezig. De eerste opvang krijgt altijd een gestructureerd vervolg indien de persoon door de traumatische ervaring in zijn functioneren wordt geblokkeerd, door ziekte niet kan werken, (psychische) klachten heeft of zelf om een gesprek vraagt.
Bij de gesprekken moet rekening worden gehouden met de volgende punten: • Indien de persoon hiervoor kiest kan iemand uit zijn privé-situatie aanwezig zijn. Bijkomend voordeel is dan dat de opvang in de thuissituatie meer adequaat kan plaatsvinden. • Informeer naar de ervaringen sinds de traumatische ervaringen en het eerste gesprek: - Hoe is het gegaan? - Wat heeft de persoon achteraf ervaren? - Hoe reageert de omgeving, thuis, collega’s etc.? - Hoe kijkt de persoon nu tegen de gebeurtenis aan? • Herhaal de voorlichting over de mogelijke verschijnselen. • Geef informatie over de huidige gang van zaken. • Bespreek de praktische gang van zaken, onder andere wel of niet werken. • Maak afspraken over een vervolggesprek en sluit het gesprek af. Is de persoon weer aan het werk, dan dient naast de informatie die de gesprekken oplevert, altijd goed gelet te worden op signalen die de persoon uitstraalt. Zonodig wordt een gesprek eerder gehouden dan gepland. Indien blijkt dat de gestructureerde nazorg onvoldoende is om de ervaring te kunnen verwerken, is het noodzakelijk dat de persoon wordt verwezen naar gespecialiseerde hulpverlening zoals bijvoorbeeld een psycholoog, RIAGG, Bureau Slachtofferhulp. Primaire preventie van PTSS betekent het voorkomen van traumatische gebeurtenissen op de werkplek. Dit verdient de voorkeur voor zover dit voorkombare incidenten zijn. Traumatische gebeurtenissen zijn echter niet altijd te voorkomen, daarom wordt er geïnvesteerd in goede scholing afgestemd op de problematiek van de cliënten (agressie of intensieve zorg) zodat medewerkers goed toegerust zijn om met moeilijke omstandigheden om te gaan. Secundaire preventie kan worden ingezet om het ontwikkelen van PTSS na een traumatische gebeurtenis te voorkomen. Hiervoor worden medewerkers in contact gebracht met een A&O psycholoog voor een ( korte) cognitief-gedragstherapeutische interventie beginnend binnen drie maanden na een traumatische gebeurtenis hiermee kan chronische PTSS worden voorkomen januari 2014 Arbocommissie Traumaopvang De Lichtenvoorde
5
3. Randvoorwaarden voor realisatie goede opvang • • • •
Steun van de organisatie en onderdeel van Arbobeleid van De Lichtenvoorde. Sectormanagers en teammanagers hebben basiskennis over oorzaken, vroeg signalering, primaire opvang psychotrauma. Deze notitie dient jaarlijks in het team te worden besproken. Er is in de scholing voor medewerkers die cliënten begeleiden met moeilijk verstaanbaar gedrag aandacht voor opvang collega’s na een geweldsincident.
3.1 Procedure na traumatische gebeurtenis
Zo nodig eerst veiligheid herstellen (bijvoorbeeld door verwijderen van cliënt). Verantwoordelijk: collega’s, leidinggevende. Bepalen of er bij een of meerdere medewerkers sprake is van slachtofferschap. Verantwoordelijk: leidinggevende. Overname van taken organiseren Verantwoordelijk: leidinggevende of zijn vervanger. Bij beider afwezigheid collega’s die dit nadien meldt aan leidinggevende. Medewerker apart nemen in een voor hem veilige ruimte voor eerste opvang (geen inkijk). Verantwoordelijk: leidinggevende. Leidinggevende laat slachtoffer weten dat collega komt praten en vraagt of hij/zij voorkeur heeft voor bepaalde collega. Indien ook maar enigszins mogelijk zal de voorkeur worden gehonoreerd. Tenzij slachtoffer anders wil, dient tussen hem en persoon die met hem komt praten geen hiërarchische verhouding te bestaan. Leidinggevende zorgt dat gewenste collega komt en laat het slachtoffer ondertussen niet alleen. Opvangende collega draagt zorg voor FOBO melding
januari 2014 Arbocommissie Traumaopvang De Lichtenvoorde
6
4. Uitwerking In het Team gericht praten over Agressie en Schokkende gebeurtenissen Minimaal eens per jaar vindt er een groepsgesprek plaats tussen collega's en hun direct leidinggevende als gespreksleider. Hierbij gaat het over (opvang na) agressie en andere schokkende gebeurtenissen en de veiligheid van de werkplek. Dit gesprek dient plaats te vinden in die teams waar agressie en/of andere schokkende gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Doelstelling van deze gesprekken is: • Praten over eigen ervaringen met agressie en andere schokkende gebeurtenissen • Mogelijkheid bieden tot uiten van emoties • Het doen toenemen van effectieve collegiale steun • Het verkennen van knelpunten, oorzaken en oplossingen: - rondom de opvang na agressie en schokkende gebeurtenissen - rondom de veiligheid van de werkplek, de preventie hiervan • Het nemen van maatregelen en het evalueren hiervan. Het gaat daarbij om collega's in staat te stellen op het werk met elkaar te praten over ervaringen. Hierdoor krijgen zij onder elkaar de gelegenheid om spanningen kwijt te raken en begrip voor elkaar te tonen. Het belang van het regelmatig voeren van deze gesprekken ligt erin dat het gewoon wordt om over de eigen ervaringen te spreken, steun te bieden aan een collega die iets heeft meegemaakt en zelf steun te ervaren van collega's. Alleen door het regelmatig voeren van deze groepsgesprekken kan die gewoonte ontstaan. Naast het bespreekbaar maken van agressie en schokkende gebeurtenissen zijn deze gesprekken gericht op het oplossen van knelpunten in de opvang en veiligheid. Gezamenlijk wordt een analyse gemaakt van de knelpunten en worden er oplossingen bedacht. De uitwerking hiervan is een teamverantwoordelijkheid en wordt aan enkele teamleden gedelegeerd. Zij komen vervolgens met een concreet voorstel voor te nemen maatregelen. Dit voorstel wordt voorgelegd aan het sectormanagement, het management beslist uiteindelijk of het voorstel en/of de maatregelen daadwerkelijk uitgevoerd worden. Het team gericht laten praten over agressie en schokkende gebeurtenissen bestaat uit de volgende onderdelen: Het bespreken van de eigen beleving van agressie en andere schokkende gebeurtenissen op het werk, waaronder het ventileren van emoties Het registreren van agressie en andere schokkende gebeurtenissen Het bespreken van de oorzaken van de knelpunten in de opvang van getroffen medewerkers Het bespreken van de oorzaken van knelpunten in de veiligheid Het bespreken van onderlinge normen en waarden rond agressie en andere schokkende gebeurtenissen op het werk Het brainstormen over oplossingen voor zowel knelpunten in de opvang als de veiligheid en het doen van oplossingsvoorstellen De genomen maatregelen en de effecten ervan evalueren.
januari 2014 Arbocommissie Traumaopvang De Lichtenvoorde
7
De uitgangspunten zijn:
Het Sectormanagement is procedureel verantwoordelijk voor de opvang en veiligheid De medewerkers zijn deskundig op het gebied van opvang en veilig werken Trauma’s ten gevolge van agressie worden erkend De collegiale steun is van groot belang.
januari 2014 Arbocommissie Traumaopvang De Lichtenvoorde
8
Bijlage 1 Stappenplan
1.
Bij een schokkende gebeurtenis overdag:
(a) Herstellen van veilige situatie (b) Slachtoffer niet alleen laten en apart nemen in veilige situatie (c) Leidinggevende waarschuwen (bereikbaarheidsdienst) (d) Organiseren van overname taken (e) Bij lichamelijk letsel: arts raadplegen 2.
3.
Bij een schokkende gebeurtenis ’s avonds en ’s nachts: zie punt a t/m e. Direct, of na afloop van de dienst, melden bij leidinggevende. Betrokken medewerk(st)er heeft na opgevangen te zijn door naaste collega zo snel mogelijk, c.q. direct een gesprek met de deskundige over de gebeurtenis en de toestand van de medewerker.
4.
Collega’s Leidinggevende/collega’s
Collega’s/slachtoffer
Deskundige (leidinggevende)/slachtoffer
In dit gesprek komen onder andere de volgende aspecten naar voren: (a) Voorlichting over de mogelijk te verwachten stressreactie (b) Een inschatting wordt gemaakt van de steun op de werkplek en thuis (c) Eventuele confrontatie met de veroorzaker (d) De afweging om al dan niet aangifte te doen en/of een klacht in te dienen bij de klachtencommissie (f) Zorgvuldige afhandeling van eventuele materiële schade (g) Invullen van FOBO-formulier
Deskundige (leidinggevende)
5.
Leidinggevende, team, slachtoffer
6.
De leidinggevende stelt de bestuurder en voorzitter van de FOBO-commissie op de hoogte: zo spoedig mogelijk na de gebeurtenis of op een later tijdstip, afhankelijk van de aard van de gebeurtenis, zodat deze verantwoording af kan leggen bij de arbeidsinspectie.
Leidinggevende
Leidinggevende/team, deskundige
In overleg leidinggevende last deskundige afhankelijk van de ernst van de situatie zo snel mogelijk overleg in.
januari 2014 Arbocommissie Traumaopvang De Lichtenvoorde
9
Bijlage 2 Tips voor zelfhulp: • • • • • • • •
• • • • • • • • • • •
• • • • •
Probeer het gebeurde onder ogen te zien en te erkennen. Neem de tijd voor het natuurlijke, langzame, zekere proces van herstel. Gun jezelf momenten van ontspanning en doe ook regelmatige routine werkzaamheden, met andere woorden: wissel confrontatie af met afleiding. Houd je gevoelens niet voor je, maar spreek ze uit. Laat ook je partner en kinderen delen in je emoties en verdriet. Vermijd niet om te praten over wat je hebt ervaren. Grijp elke mogelijkheid aan om het gebeurde nog eens de revue te laten passeren. Dat kan ook in je gedachten, alleen. Zoek zoveel mogelijk gezelschap op van mensen waarbij je je thuis voelt. Stel je kwetsbaar op een wees bereid om steun te aanvaarden. Verwacht niet dat de herinneringen snel zullen verdwijnen; de bijbehorende beelden en emoties zullen je nog een hele tijd vergezellen. Bezig zijn met bijvoorbeeld lichte karweitjes kan verlichtend werken. Overactiviteit is niet goed omdat daardoor de aandacht en de hulp die je zelf nodig hebt in de verdrukking komt. Neem voldoende tijd om te rusten, te slapen, te denken en bij je vrienden en familie te zijn. Soms heb je het nodig om alleen te zijn. Wees duidelijk en eerlijk tegenover familie, vrienden en collega's over je behoeften. Maak je wensen en verlangens kenbaar. Probeer als de allereerste fase van hevige emoties voorbij is, een zo normaal mogelijk leven te leiden. Lang thuis blijven helpt je niet. Probeer wel indringende of moeilijke situaties te vermijden. Probeer je emoties op papier te zetten of om te zetten in een schilderij, tekening of muziek. Rijd voorzichtiger als voorheen. Wees voorzichtig met (gevaarlijke) klusjes of activiteiten. Wees erop voorbereid dat niet iedereen begripvol en invoelend zal reageren op jouw verhaal. Bedenk dat de overweldigende emoties op den duur zullen verminderen. Bedenk dat het incident gevoelens van eerdere verliezen los kan maken. Neem als het kan geen belangrijke beslissingen. Dat kan later wel weer. Als je niet voldoende steun krijgt, vraag er dan om. Bedenk dat een relatie stabieler en steviger is naarmate het evenwicht tussen geven en nemen meer in balans is. Hoe moeilijk je het ook vindt en hoeveel moeite het je ook kost, praat niet alleen over jezelf. Maak er een gewoonte van te informeren naar het wel en wee van een ander. Bedenk dat gebrek aan reacties niet betekent dat mensen in je omgeving geen belangstelling voor je hebben of je niet willen helpen. Veel mensen willen je steunen, maar weten niet hoe ze dat moeten doen. Ga met lotgenoten geen wedstrijd aan wie er het slechtst aan toe is. Bedenk dat vergeving (door jezelf en anderen) een vitaal onderdeel is van het genezingsproces. Probeer zoveel mogelijk de structuur van de dag te handhaven, zoals die was voor de schokkende gebeurtenis. Wees voorzichtig met slaapmiddelen, antidepressiva en tranquillizers.
januari 2014 Arbocommissie Traumaopvang De Lichtenvoorde
10
Bijlage 3 Samenvatting traumaopvang De Lichtenvoorde Je kunt te maken krijgen met een ingrijpende gebeurtenis zowel in je werk als privé. Dit schema geeft in het kort de notitie Traumaopvang De Lichtenvoorde weer. De notitie heeft tot doel de negatieve gevolgen van een schokkende gebeurtenis zoveel mogelijk te beperken en medewerkers te ondersteunen bij de verwerking. De aanpak valt in drie onderdelen uiteen: 1. Preventie Verwerking van een traumatische ervaring gebeurt in fasen. Het begint met een alarmreactie daarna wisselen ontkenning en herbeleving elkaar af. Pas daarna kan de gebeurtenis echt worden verwerkt. 2. Eerste opvang Direct (binnen 48 uur en uiterlijk binnen 72 uur) na de traumatische gebeurtenis moet eerste opvang worden geboden. Dit is een gesprek tussen alle bij de situatie betrokkenen. De teammanager zal hierbij de gespreksleider zijn. 3. Gestructureerde nazorg/opvang Bij de verwerking van een traumatische gebeurtenis is het van belang later nog enkele keren stil te staan bij hoe de betrokkene de gebeurtenis heeft beleefd. Globaal moeten de vervolggesprekken plaatsvinden na drie dagen, vervolgens na een week, daarna nogmaals na drie weken en tenslotte na zes weken. De gesprekken hebben een individueel karakter, de gesprekken worden geleid door de teammanager.
Op de achterzijde staat in stroomschema aangegeven wat te doen bij schokkende gebeurtenis.
11 januari 2014 Arbocommissie Traumaopvang De Lichtenvoorde
Was er sprake van fysiek geweld
Ja
Nee
Was er sprake van een gevaarlijke situatie (brand, ongeval etc.)
Informeer leidinggevende (door wie: medewerker en/of collega’s)
Herstellen van veilige situatie door wie: leidinggevende
Gesprek voorlichting over “stress” reactie afweging wel of geen aangifte doen bij de politie invullen fobo en agressie formulier
Ja
Nee
Informeer leidinggevend (door wie: medewerker en/of collega’s)
Er is sprake van een anderszins traumatische ervaring
Herstellen van veilige situatie door wie: leidinggevende
Gesprek voorlichting over “stress” reactie
Afhankelijk van de ernst van de situatie zo snel mogelijk een teamoverleg in
De verdere begeleiding zal plaatsvinden conform de notitie Traumaopvang De Lichtenvoorde.
Gesprek voorlichting over “stress” reactie invullen fobo formulier
Afhankelijk van de ernst van de situatie zo snel mogelijk een teamoverleg in
januari 2014 Arbocommissie Traumaopvang De Lichtenvoorde
De verdere begeleiding zal plaatsvinden conform de notitie Traumaopvang De Lichtenvoorde
Afhankelijk van de ernst van de situatie zo snel mogelijk een teamoverleg in
De verdere begeleiding zal plaatsvinden conform de notitie Traumaopvang De Lichtenvoorde
12