RISK REPORTER
Panama Country Risk Assessment
Panama 29/10/15
Export Transactions Political Risk (1 to 7)
Risicofactoren en vooruitzichten
Short Term
1
7
Panama kent een periode van fenomenale groei en geniet lage inflatie- en werkloosheidscijfers. Bovendien lijken de balansen van de begroting en de externe rekening gezond, vaart de macro-economische stabiliteit wel bij de volledige dollarisering van de
Medium/Long Term
1
economie, en wordt er geïnvesteerd in de verdere diversificatie van productieve activiteiten.
7 Special Transactions
1
Deze factoren, alsook het beperkte niveau van kortlopende buitenlandse schulden, zorgen voor een tempering van het liquiditeitsrisico gelinkt aan de vrij beperkte officiële deviezenreserves. Dit alles maakt dat Credendo Group het kortlopende politieke risico voor Panama als matig beoordeelt (categorie 3 op een schaal van 1 tot 7). Wat het risico op de langere termijn betreft, moet er rekening gehouden worden met de kwetsbaarheid voor ongunstige schokken in de olieprijzen, de wereldhandel of de internationale financieringsvoorwaarden. Doch aangezien de politieke stabiliteit in Panama naar verwachting zal voortduren, en omdat de buitenlandse schuldverplichtingen gunstig evolueren, is Credendo Group even positief over het politieke risico op middellange termijn (categorie 3).
7
Commercial Risk (A to C)
B
A
C
Direct investments (1 to 7) War Risk
1
7 Risk of expropriation and
De snelle economische groei, volledige dollarisering van de economie en de politieke consensus over liberale economische recepten zijn duidelijk positieve elementen van het zakenklimaat in Panama. Ook de aanwezigheid van een goed ontwikkeld bankenstelsel is een groot voordeel. Wel schort er nog veel aan de institutionele kwaliteit, met name op het vlak van het bestrijden van corruptie. Daarom plaatst Credendo Group het systemische commerciële risico voor Panama in de middelste categorie (B op een schaal van A tot C).
Feiten & cijfers
1 government action
7
Transfer risk
1
7
Pro's Liberaal economisch beleid Fenomenale groei Solide investeringsquote Internationaal vertrouwen
Cons Wijdverbreide corruptie Lage arbeidsproductiviteit Nood aan meer inclusieve groei Kwetsbaar voor schokken in wereldhandel
Staatshoofd en regeringsleider President Juan Carlos Varela
Kiesstelsel President: 5-jarige termijn, opeenvolgende termijnen niet toegestaan,laatste verkiezingen in mei 2014 Nationale Vergadering: 5-jarige termijn, laatste verkiezingen in mei 2014
Bevolking 3,9 miljoen
Inkomen per capita 10.970 USD
Inkomensgroep Hoger middeninkomen
Belangrijkste exportproducten Transportdiensten (21,0% van de ontvangsten op de lopende rekening), toerisme (16,6%), fabricaten (12,4%), financiële diensten (4,8%)
Landenstudie Turbulent verleden
Geografisch gezien ligt Panama op het smalste en meest zuidwestelijke gedeelte van de landcorridor tussen Noord- en Zuid-Amerika. Toch zijn het veeleer de relaties met Colombia die de politieke geschiedenis van het land hebben gevormd, en niet die met de CentraalAmerikaanse buurlanden. Toen het land in 1821 onafhankelijk werd verklaard van Spanje, koos Panama er inderdaad voor om zich niet bij de Centraal-Amerikaanse Federatie te voegen, maar wel bij Simon Bolivars Gran Colombia. En zelfs toen Venezuela en Ecuador zich in 1830 afscheurden van die unie, leefden de Panamezen nog zeventig jaar onder Colombiaans bewind. Uiteindelijk werd het land in 1903 onafhankelijk verklaard, slechts een paar maanden nadat de Amerikanen steun begonnen te verlenen aan de Panamese separatisten. Ze deden dat omdat het Colombiaanse parlement nagelaten had een verdrag te ratificeren dat de VS gunstige concessievoorwaarden zou verlenen om het transcontinentale kanaal dat in opbouw was, in eerste instantie af te werken en het nadien te beheren. Die strategie loonde de moeite; enkele dagen na de onafhankelijkheidsverklaring sloot de VS met succes het verhoopte verdrag met de Panamese overheid. Als deel van de overeenkomst verwierf de VS de soevereine rechten over een landstrook van acht kilometer lang aan weerszijden van het Kanaal. De Panamese heerschappij over dit territorium werd pas hersteld op 31 december 1999. En nog steeds behoudt de VS het recht om het Kanaal met militair geweld te beschermen indien nodig. Het voorval in 1903 was noch de eerste, noch de laatste keer dat de VS zich mengde in de interne keuken van Panama om zijn geopolitieke en economische belangen te beschermen. Het bekendste voorbeeld is de korte inval in Panama door de VS in 1989 om dictator Manuel Noriega af te zetten. Noriega was een militaire leider die nog een bondgenoot van de VS was geweest voordat hij op steeds controversiëlere manieren macht begon te vergaren. Zo was hij betrokken bij drugssmokkel en witwaspraktijken, manipuleerde hij schaamteloos verkiezingsuitslagen, en zou hij naar verluidt de verdwijningen van en moorden op verschillende politieke tegenstanders georganiseerd hebben.
Overgang naar liberale democratie De democratie in Panama werd hersteld na de afzetting van Noriega, en tussen 1990 en nu hebben alle verkozen presidenten hun termijn van vijf jaar uitgedaan. Er wordt verwacht dat deze politieke stabiliteit zal standhouden, zelfs al zijn er nog tal van twistpunten. Het binnenlandse debat draait tegenwoordig om de inclusiviteit van de economische groei, de strijd tegen corruptie, de milieu-impact van de toenemende mijnbouwactiviteiten en het beheer van het Kanaal en de sociale zekerheid. De huidige president van Panama is Juan Carlos Varela, van de conservatieve Partido Panameñista (PP). Hij won de verkiezingen in 2014 dankzij zijn felle oppositie tegen aftredend president Ricardo Martinelli van de centrumrechtse partij Cambio Democrático (CD). Varela veroordeelde onder andere de corruptie in de regering van Martinelli alsook diens vermeende verlangen naar de macht (kiezers waren er inderdaad niet mee opgezet dat Martinelli – die volgens de grondwet zelf niet mocht meedingen naar een tweede, consecutieve ambtstermijn – zijn vrouw promoveerde tot vicepresidentskandidaat voor de CD). Ondanks zijn retoriek, is Varela toch grotendeels trouw gebleven aan het beleid van zijn voorganger. Dit komt deels doordat de PP geen wetgevende meerderheid heeft behaald en bijgevolg moeite heeft om de campagnebeloften – nl. sociale integratie bevorderen en een einde maken aan corruptie – na te komen. Maar het is ook omdat Varela nooit de intentie had om de vrije markt af te zweren, aangezien die een grote rol heeft gespeeld in het aansporen van de groei en het aantrekken van buitenlandse investeerders naar Panama. Het diepgeworteld economisch liberalisme laat zich ook opmerken in de internationale
relaties van Panama. Het land heeft vrijhandelsakkoorden ondertekend met de Europese Unie en de VS, en beschikt over gelijkaardige overeenkomsten met omringende landen. Bovendien zou de economische integratie binnen Latijns-Amerika een extra boost krijgen mocht Panama beslissen om zich aan te sluiten bij de Pacifische Alliantie. Momenteel is het land kandidaat-lid van dit dynamisch handelsblok bestaande uit Mexico, Colombia, Peru en Chili.
Niet enkel een kanaal Panama heeft een bevolking van nog geen vier miljoen mensen. Het is dan ook geen verrassing dat het gelijknamige Kanaal een cruciale rol heeft gespeeld in de economische ontwikkeling van het land. En dat doet het nog steeds. Nu, honderd jaar na de officiële opening, passeren er jaarlijks ongeveer 14.000 schepen door het Panamakanaal. Samen vervoeren ze meer dan 300 miljoen ton vrachtgoederen, ofwel zo’n 5% van de volledige wereldhandel. Bovendien wordt verwacht dat deze indrukwekkende cijfers nog meer zullen toenemen vanaf april 2016. Het uitbreidingsproject van het Kanaal, dat gestart werd in 2007, zal dan uiteindelijk voltooid worden (ongeveer achttien maanden later dan gepland). Dankzij de werken zullen er meer en grotere schepen de 82 kilometer lange waterweg kunnen gebruiken, wat de capaciteit zal verdubbelen. Het Kanaal genereert niet alleen tolopbrengsten, maar draagt ook onrechtstreeks zijn steentje bij aan de economische ontwikkeling. Dankzij het Kanaal heeft Panama zich bijvoorbeeld kunnen positioneren als regionale logistieke draaischijf: als aanvulling op de waterweg beschikt het land ook over een transcontinentale spoorweg en pijpleiding, en de Colónvrijhandelszone – gelegen vlakbij de Atlantische ingang van het Kanaal – is de tweede grootste vrijhaven ter wereld. Bovendien is Panama dankzij zijn centrale ligging in Amerika een populair zakencentrum geworden, met een bijhorende hotel- en vliegindustrie. Als Panama echter bekend is om iets anders dan het Kanaal, zijn het wel de offshore-banken. In de tijd van Noriega waren de financiële instellingen berucht om hun faciliterende rol bij drugssmokkel en witwaspraktijken, maar sindsdien hebben ze een lange weg afgelegd. Op heden oordeelt het IMF dat het bankenstelsel gezond is, met een goede activakwaliteit, een laag kredietrisico en aanzienlijke buffers op de balans. De gezonde uitbreiding van kredietverlening aan de privésector, en het relatief hoge niveau ervan, suggereren bovendien dat de sector de economische groei heeft bevorderd (zie grafiek).
De goede gezondheid van het bankenstelsel zou iets te maken kunnen hebben met het feit dat Panama geen centrale bank heeft. Behalve enkele symbolische muntstukken heeft het land inderdaad geen eigen valuta en gebruikt het de US dollar als wettig betaalmiddel. Het gebrek aan een ‘lender of last resort’ zorgt er mogelijk voor dat de banken voorzichtiger geleid worden. Er is immers niemand die een reddingsboei kan toewerpen als het de slechte kant op gaat met hun portefeuille. Toch houdt de Panamese ‘laissez faire’-aanpak ook risico’s in. Zo hebben vele landen hun financiële instellingen de opdracht gegeven om Panamese transacties grondig te controleren omdat de intergouvernementele Financial Action Task Force Panama heeft aangeduid als land met een gebrekkig strategisch kader voor het bestrijden van Witwaspraktijken en Terrorismefinanciering. Er worden hervormingen doorgevoerd om de financiële transparantie te verhogen, maar eventuele vertragingen zouden het investeerdersvertrouwen alsnog kunnen ondermijnen en de toegang tot internationale betalingssystemen en kapitaalmarkten belemmeren.
Niet enkel diensten Als draaischijf voor logistieke, bankgerelateerde en zakelijke diensten, vertoont Panama meer gelijkenissen met ‘Aziatische Tijger’ Singapore, dan met landen uit de regio. Toch is de economie relatief gediversifieerd. In de eerste plaats is er de toerisme-industrie die Panama sinds het midden van de jaren 1990 met succes heeft uitgebouwd. Binnen Centraal-Amerika (Mexico en de Caraïben niet meegerekend), weet enkel buurland Costa Rica – al sinds lang een favoriete bestemming voor ecotoeristen – een hoger aantal bezoekers aan te trekken. Deze evolutie verklaart deels waarom diensten meer dan 70% van het Panamese bbp vertegenwoordigen. Als we de primaire sectoren bekijken, wordt duidelijk dat het geografische voordeel van Panama veel meer inhoudt dan enkel de ligging op het smalste punt tussen de Atlantische en de Stille Oceaan. In de eerste plaats is er nog enorm veel ruimte voor groei in de visserij en in landbouwsectoren. Die zijn grotendeels onderontwikkeld gebleven, zelfs al waren bananen een primair exportproduct tot de EU vanaf de jaren 1990 quota’s oplegde en de industrie fors uitgedund werd. Bovendien is Panama rijk aan natuurlijke rijkdommen, met zijn aanzienlijke
voorraden goud, zilver, koper en steenkool. Ondanks de gerelateerde milieubekommernissen, is het land onlangs gestart met de ontginning. Het Canadese bedrijf First Quantum Minerals investeert zelfs meer dan 6 miljard USD in de opbouw van een nieuwe kopermijn. Dat is nog meer dan wat de Kanaaluitbreiding gekost heeft. Van zodra de ontginning er opgestart kan worden – naar verwachting in 2018 – zal de mijn voor een enorme boost zorgen in de Panamese export. Ten slotte herbergt Panama dankzij zijn ligging en geografie een enorm potentieel voor elektriciteitsopwekking uit water en warmte. De overheid heeft bijhorende investeringsplannen opgesteld die het land op termijn minder afhankelijk moeten maken van de olie-import. Wat de secundaire sectoren betreft, heeft de productie-industrie zich grotendeels beperkt tot activiteiten binnen de Colón-vrijhandelszone. De bouwsector is dynamischer, dankzij zowel de openbare infrastructuurinvesteringen (zoals de uitbreiding van het Kanaal en de aanleg van een metronetwerk in de hoofdstad) als de vraag vanuit de privésector (de skyline van Panama Stad wordt gedomineerd door wolkenkrabbers waar de regionale hoofdzetels van internationale bedrijven gevestigd zijn).
Groeikampioen Samen met het consumentenvertrouwen en het internationale investeerdersvertrouwen hebben de bloeiende openbare investeringen Panama tot de snelst groeiende economie in heel Amerika gemaakt (zie grafiek). Tussen 2004 en 2013 bedroeg de gemiddelde reële bbpgroei niet minder dan 8,6% per jaar. In 2014 werd de expansie ietwat getemperd door de moeilijke handelsbetrekkingen met Venezuela en een verminderde investeringsquote, maar het groeicijfer bedroeg wel nog steeds 6,2%. Dat lijkt in lijn te liggen met het potentieel op middellange termijn. Het IMF voorspelt voor de komende jaren dan ook een economische groei tussen 6 en 7%.
Ondanks de fenomenale groei en de historisch lage werkloosheidsgraad, is er nog heel wat maatschappelijke onvrede over de hoge armoedegraad en de grote ongelijkheid. Dat geeft duidelijk aan wat de belangrijkste uitdaging op middellange termijn is voor Panama: de hoge groeicijfers behouden en tegelijkertijd de inclusiviteit bevorderen. Volgens een optimistische visie vullen die twee doelstellingen elkaar aan: naarmate de publieke investeringen afnemen, zullen ze als groeimotor vervangen worden door stijgende arbeidsproductiviteit, wat gunstige
gevolgen zou hebben voor de tewerkgestelden. Voor de realisatie van dat scenario zal wel een actief beleid nodig zijn. Zo zal het menselijk kapitaal ondersteund moeten worden met investeringen in onderwijs en opleiding alsook in de gezondheidszorg. Daarnaast zal ook de toetreding van vrouwen tot de beroepsbevolking aangemoedigd moeten worden. En ook een update van het arbeidsmarktbeleid en een versterking van de instellingen kan de efficiëntie nog verhogen.
Geloofwaardig beheer van de overheidsfinanciën Al met al lijken de beleidsmakers in Panama goed uitgerust om de economische uitdagingen op middellange termijn aan te gaan. De enorme overheidsinvesteringen hebben dan wel aanzienlijke fiscale tekorten en overheidsschulden met zich meegebracht. Maar omdat ook het bbp sterk groeide, bleven de tekorten en schulden ten opzichte van de grootte van de economie goed onder controle. Eind 2014 bedroeg de overheidsschuld, inclusief verplichtingen van de Panama Canal Authority (PCA), 45,6% van het bbp. Historisch gezien is dat laag, ook al ligt het cijfer hoger dan in 2013. Bovendien voorspelt het IMF dat de overheidsschuld binnen een termijn van vijf jaar zal dalen tot ongeveer 40% van het bbp en dit dankzij de teruggeschroefde investeringen die naar verwachting de fiscale tekorten geleidelijk zullen verminderen – van 6,6% van het bbp in 2014 naar minder dan 2% vanaf 2017. De overheidsfinanciën worden dus duurzaam geacht. Dat impliceert dat er fiscale ruimte is om contracyclische maatregelen te nemen indien nodig, zoals in geval van ongunstige schokken in de wereldhandel of de internationale financieringsvoorwaarden. Samen met de volledige dollarisering van de Panamese economie – het financieren van overheidstekorten door geld bij te drukken is dus geen optie – zorgt dit voor vertrouwen in financiële markten. Dit werd duidelijk geïllustreerd door de eurobond-uitgifte in maart 2015 ter waarde van 1,25 miljard USD. De obligaties met een looptijd van tien jaar werden verkocht tegen een rendement van 3,89%. Dat betekent een historisch lage ‘spread’ – slechts 178 basispunten – ten opzicht van vergelijkbare Amerikaanse staatsobligaties. Dat gezegd zijnde, zijn er toch nog wat tekortkomingen wat betreft het beheer van de overheidsfinanciën op langere termijn. Eerst en vooral dient de ‘Social and Fiscal Responsibility Law’ onvoldoende als effectief beleidsanker op lange termijn. Dat komt omdat ze herhaaldelijk herzien wordt en omdat de erin vervatte veronderstellingen over de Kanaalopbrengsten te optimistisch zijn. Een wetswijziging dringt zich dus op. Bovendien moeten de fiscale buffers verstevigd worden. Bepaalde betalingsverplichtingen van de overheid zijn immers niet opgenomen in de officiële schuldstatistieken (met name de ongedekte pensioenverplichtingen die zo’n 24% van het bbp bedragen). Ten slotte vormen onvoldoende doelgerichte subsidies een risico voor de begroting en zouden ze dus geleidelijk moeten verdwijnen. Er is in dat opzicht al enige vooruitgang geboekt, onder meer door gebruik te maken van de lagere olieprijzen om de elektriciteitssubsidies terug te schroeven.
Solide externe liquiditeit en solvabiliteit De dollarisering van de economie heeft niet enkel aangespoord tot een voorzichtig bankbeheer en begrotingsbeleid, maar heeft doorheen de tijd ook de inflatie onder controle gehouden. Toch zijn de Panamese consumentenprijzen vanaf 2010 veel sneller gestegen dan die in de VS. Dat leidde tot stakingen om hogere lonen te eisen in verschillende sectoren van de economie, en de inflatie was een cruciaal thema in de verkiezingen van 2014. Zoals beloofd tijdens zijn campagne ging president Varela bij zijn indiensttreding over tot prijscontroles op voedingswaren. Hoewel die (samen met de lagere internationale grondstofprijzen dan) wel het probleem aanpakten, lokten de controles ook ongerustheid uit over toegenomen staatsinterventionisme. Maar die angst bleek onterecht, want Varela heeft
zich over het algemeen gehouden aan de liberale economische principes.
De instroom van buitenlandse directe investeringen (BDI) bleef sterk, deels een weerspiegeling van het constante pro-business-beleid. Als we rekening houden met de omvang van de economie, steekt de netto BDI-instroom van Panama ver boven die van de andere Latijns-Amerikaanse landen uit (zie grafiek).
De netto BDI-instroom heeft de hoge tekorten op de lopende rekening van Panama grotendeels gecompenseerd (zie grafiek). Dat tempert het risico dat gelinkt wordt aan dergelijke externe onevenwichtigheden omdat de instroom van BDI beschouwd wordt als een financieringsbron die niet tot schulden leidt. Ondanks recente tekorten op de lopende
rekening van 12% van het bbp – grotendeels verklaard door de import van kapitaal i.v.m. infrastructuurinvesteringen – is de afhankelijkheid van kortlopende kredieten beperkt en is de totale buitenlandse schuld (exclusief schuldverplichtingen van de Panamese banken) gedaald van meer dan 70% van het bbp eind 2010, tot minder dan 50% op heden. Voor de komende jaren wordt ook een gunstige buitenlandse dynamiek verwacht. Nu de investeringsprojecten op hun einde lopen en de activiteiten gaan starten, zal de groei van de import waarschijnlijk teruglopen terwijl de exportopbrengsten de hoogte in zullen gaan. Bijgevolg – niettegenstaande mogelijke ongunstige effecten van een sterke dollar op de Panamese concurrentiekracht – wordt verwacht dat het tekort op de lopende rekening vanaf 2017 onder de 10% van het bbp zal zakken. Hoewel dat nog een wezenlijk tekort is, wordt verwacht dat de aanhoudende krachtige BDI-instroom de buitenlandse schuldenlast stevig zal doen dalen. Dat zou zowel de liquiditeit als de solvabiliteit ondersteunen.
Credendo Group rue Montoyerstraat 3, 1000 Brussels, Belgium
Contact us: T +32 2 788 88 00 F +32 2 788 88 10 www.credendogroup.com