Rijkswaterstaat Ministerie van Inftastructuur en Milieu
RWS ONGECLASSIFICEERD
beschikking 21SEP. 2075
Datum Nummer Onderwerp
RWS-2015/39324 1 Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid, Waterwet van Huntsman Holland BV met zaaknummer RWSV2O15-00003664
Inhoudsopgave
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Aanhef Besluit Voorschriften Aanvraag Beoordeling aanvraag Procedure Conclusie Ondertekening Mededelingen Bijlage
1.
Aanhef
De minister van Infrastructuur en Milieu beschikt op grond van de volgende overwegingen op de aanvraag om wijziging van de vergunning zoals bedoeld in artikel 6.26, tweede lid, van de Waterwet. De aanvraag is ingediend door Huntsman Holland BV (hierna: Huntsman), gevestigd aan de Merseyweg 10 te Rotterdam-Botlek. De aanvraag is ontvangen op 16 juli 2015 en geregistreerd onder zaaknummer RWSV2O15-00003664. De aanvraag heeft betrekking op een wijziging in waterbehandelingsmiddelen en het waterverwerkingsbeleid. De aanvraag is op 23 juli 2015 aangevuld met de rapportage over de proef met slibontwateringspolymeer (waterbehandelingsmiddelen). Op 4 augustus 2015 is een aanvulling ontvangen met een update van het waterverwerkingsbeleid en een verzoek tot aanpassing van de overstoftfrequentie.
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 1 van 11
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
2.
Besluit
Gelet op de bepalingen van de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Algemene wet bestuursrecht en de hieronder vermelde overwegingen besluit de minister van Infrastructuur en Milieu als volgt:
Nummer RWS-2015/39324 1
De wijziging, zoals deze in paragraaf 4.2 van dit besluit is beschreven, voldoet aan de in artikel 6.26, tweede lid, van de Waterwet gestelde eisen. De wijziging kan als zodanig worden vergund. Daarbij dienen de in hoofdstuk 3 genoemde voorschriften in acht te worden genomen. 3.
Voorschrïften voor het brengen van stoffen in een oppervlaktewaterlichaam
Voorschrift 1, lid 1 wordt vervangen door een nieuw voorschrift 1, lid 1 Voorschrift 1 Afvalwaterstromen 1. Het volgende afvalwater mag via de daarbij aangegeven lozingspunten worden geloosd. via lozingspunt 1 op het oppervlaktewater van de Brittanniëhaven: 1. via meetpunt 1 het eifluent van de AWZI, waarin alleen de volgende afvalwaterstromen mogen worden behandeld: o procesafvalwater afkomstig van diverse fabrieken; o procesafvalwater afkomstig van Lucite, Invista, Wilmar, Plant One; o spoel- en schrobwater, afkomstig van de verschillende fabrieken; o afvalwater afkomstig van drainages en bronbemalingen van civiele werkzaamheden op het fabrieksterrein; o afvalwater afkomstig van de bodemsanering onder de MDI-1 fabriek; o spui van de koeltorens van de MDI- 1/Polyolen en van Variantsfabrieken en van de NPP-fabriek van Invista; o afvalwater van werkplaatsen, magazijn en laboratoria; o mogelijk ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten verontreinigd hemelwater afkomstig van verharde terreingedeelten; o huishoudelijk en daarmee vergelijkbaar afvalwater van Huntsman, Air Liquide/Eurogen CV/Enecal, Lucite, Invista, Ducor, Wilmar, Evides Industriewater, ArboUnie West Nederland en de Gezamenlijke Brandweer; o spui van de scrubber van de zoutzuur opslagtanks; o regeneratiewater van de door Eurogen bedreven softwaterbereiding; o percolatiewater van de zeefbandpers; o proceswater dat gebruikt is voor spoelactiviteiten bij de ontwatering.
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 2 van 11
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
2. kalkspui afkomstig van de installatie van Evides voor bereiding van proceswater uit Brielse Meer water; 3. afvalwater van Eurogen (circa 200 m3/dag afloop neutralisatiebassin-1 en de waterfase van olie-afscheider 1, alsmede incidenteel niet-herbruikbaar stoomcondensaat); 4. niet verontreinigd hemelwater van een onbebouwd gedeelte van het terrein; 5. incidenteel (als gevolg van hevige of langdurige neerslag) een overstort van mogelijkerwijs ten gevolge van de bedrijfsvoering verontreinigd hemelwater en een deel van aanvoer 1 naar de AWZI.
RWS-2015/39324 1
Voorschrift 4 wordt vervangen door een nieuw voorschrift 4 Voorschrift 4 Watervetwerkingsbeleid 1. De vergunninghouder moet werken conform het Waterverwerkingsbeleid. 2. Wijzigingen in het vastgestelde Waterverwerkingsbeleid behoeft vooraf de schriftelijke goedkeuring van de waterbeheerder. Het besluit omtrent goedkeuring staat open voor bezwaar en beroep. Bij de wijziging wordt ten minste vermeld: a) de reden tot wijziging; b) de aard van de wijziging; c) de mogelijke gevolgen. 4.
Aanvraag
De aanvraag heeft betrekking op de watervergunning van 26 juni 2007, kenmerk ARE/2007.6068 1, laatstelijk gewijzigd bij beschikking van 1 oktober 2013 met kenmerk RWS-2013/49659 1. 4.1 Bedrijfssituatie Huntsman houdt zich bezig met de productie van: a. difenylmethaan-diisocyanaat in de MDI-1 en MDI-2 fabriek; b. basispolyolen in de Polyolenfabriek en formulaties; c. vloeibare halifabricaten (pre-polymers) in de Variantsfabriek.
Daarnaast beschikt het bedrijf over een laboratorium voor procesontwikkeling (het PUR&D-LAB) en een aantal zogenaamde site-utilities. Hieronder valt onder andere de biologische afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI). In de AWZI wordt naast afvalwater van Huntsman tevens afvalwater van een aantal andere bedrijven (rechtspersonen) welke op de locatie van Huntsman gevestigd zijn, verwerkt
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 3 van 11
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
4.2
Gewenste wijzigingen Nummer RWS-2015/39324 1
Wijziging hulpstoffen De aanvraag betreft een wijziging in de toe te passen chemicaliën bij de ontwatering van zuiveringsslib van de AWZI op de zeefbandpers. Op basis van uitgevoerde proeven wil Huntsman nu de mogelijkheid hebben om, afhankelijk van de slibcondities, één van de drie volgende waterbehandelingsmiddelen in te zetten: Core Shell ® 71309, Core Shell ® 71306 of Core Shell ® 71308. Core Shell ® 71309 wordt al langer toegepast. Voor Core Shell ® 71308 is al eerder vergunning verleend om dit middel in te zetten als vervanger van Core Shell ® 71309. Op basis van een goedkeuring RWS-2015/6852 d.d. 17 februari 2015 is een proef uitgevoerd waarin ook Core Shell ® 71306 is uitgetest. De resultaten van de proef zijn zodanig dat Huntsman nu verzoekt om alle drie deze middelen te kunnen inzetten, onder de voorwaarde dat slechts één middel tegelijkertijd wordt gebruikt en de dosering waar mogelijk wordt beperkt. Wijziging Waterverwerkingsbeleid Hoofdreden voor een aanpassing van het Waterverwerkingsbeleid is de verwerking van afvalwater afkomstig van het bedrijf Wilmar. Op 23 augustus 2015 eindigt de proefperiode waarbij gedurende 6 maanden het afvalwater van Wilmar is geloosd op de AWZI van Huntsman. Bij schrijven van 17 februari 2015, kenmerk RWS-2015/6922 is toestemming gegeven voor het uitvoeren van deze proef. De rapportage over de proef is door Huntsman per e-mail van 28 mei 2015 ingediend. Uit de proef blijkt dat acceptatie en verwerking van dit afvalwater in de AWZI geen significante veranderingen teweeg brengt op de effluentkwaliteit van de AWZI en daarmee op het ontvangende oppervlaktewater. Naast de aanpassing in verband met de aansluiting van Wilmar is het Waterverwerkingsbeleid op een aantal andere punten geactualiseerd. In de e-mail van 16 juli 2015 stelt aanvrager dat “Als gevolg is een actualisatie van het Waterverwerkingsbeleid afdoende om na de proefperiode het Wilmar afvalwater blijvend te mogen accepteren. Het reguliere meetregime bij Meetpunt 1 blijft hiermee tevens ongewijzigd.’ Aanpassing o verstortfrequen tie In voorschrift 1, lid 1 onder punt 5 van de vigerende watervergunning was bepaald dat “incidenteel (berekend max. 4,2 keer/jaar) een overstort van mogelijkerwijs ten gevolge van de bedrijfsvoering verontreinigd hemelwater en een deel van aanvoer 1 naar de AWZI” mag plaatsvinden. Huntsman verzoekt tot aanpassing van dit voorschrift omdat de berekening welke ten grondslag ligt aan de frequentie van 4,2 keet pet jaar gebaseerd is op verouderde gegevens en niet meer representatief is voor het huidige neerslagklimaat. Zeer zware buien met een grote hoeveelheid neerslag komen, zo is de ervaring van de laatste jaren, vaker voor. Hierdoor kan niet voldaan worden aan de genoemde frequentie.
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 4 van 11
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
Wel geeft de aanvrager aan dat het streven blijft het aantal overstorten zo laag mogelijk te houden. Hiervoor zijn ook een aantal maatregelen getroffen.
Nummer RWS-2015/39324 t
4.3 Overige wijzigingen In de vigerende vergunning was in voorschrift 1, lid 1 onder punt b de indirecte lozing van Huntsman via de riolering van DOMO (nu Ducor) vastgelegd. Aangezien deze lozing nu onder de bevoegdheid van de Wabo valt, is dit voorschrift bij dit besluit uit de vergunning gehaald. 5.
Beoordeling aanvraag
Wijziging hulpstoffen Toetsing heeft plaatsgevonden aan de hand van de Algemene Beoordeling Methodiek stoffen en preparaten (ABM). Huntsman geeft in de aanvraag aan dat de drie genoemde middelen eenzelfde ABM-classificering (7B) hebben en geen onderlinge verschillen met betrekking tot waterbezwaarlijkheid vertonen. In bovengenoemde brief RWS-2015/6852 is dit, op basis van de toen overlegde informatie van 13 februari 2015 ook aangegeven. In een eerder verzoek van 26 juni 2009 van Huntsman is echter aangegeven dat de ABM-indeling voor Core Shell ® 71308 en Core Shell ® 71309 bij nadere beschouwing uitkomt op saneringsinspanning A (giftig voor in water levende organismen; bevat stoffen die gevaarlijk zijn voor het aquatisch milieu). Dit in afwijking van dat wat vermeld is in de Veiligheidsinformatiebladen van de leverancier van de middelen. In het besluit van 10 juli 2009, kenmerk ARE/2009.4189 is dit ook overgenomen. Uit de nu overlegde informatie blijkt dat de samenstelling van Core Shell ® 71309 iets is gewijzigd. Een van de componenten is vervangen door eenzelfde soort component in iets lagere gehaltes. Voor de ABM-beoordeling van het waterbehandelingsmiddel maakt dit echter niet uit. Deze blijft dus saneringsinspanning A behouden. De verklaring voor deze zwaardere indeling is dat de component “alifatische koolwaterstof” (CAS-nr. 64742-47-8) in een gehalte tot 30 °h (w/w) voorkomt in alle drie de producten Core Shell. Dit betekent dus dat ook Core Shell ® 71306 de saneringsinspanning A behoort te hebben. Echter zoals ook al is aangegeven in mijn besluit van 10 juli 2009 is de wijze waarop door Huntsman invulling wordt gegeven aan de saneringsinspanning voor deze waterbehandelingsmiddelen afdoende. De AWZI (de Carrousel) en vervolgens de slibindikker zorgen met een juiste dosering voor een verantwoorde toepassing. Wijziging Waterverwerkingsbeleid De belangrijkste reden voor een wijziging van het Waterverwerkingsbeleid is een verandering in de lozingssituatie van Wilmar. Het afvalwater van Wilmar bleek naast methanol ook vetzuren, waaronder verschillende soorten fatty-alcoholen te bevatten. Om deze fatty-alcoholen voldoende te verwijderen heeft Wilmar een fysisch-chemische voorzuivering geplaatst, bestaande uit een vetvang installatie en een flotatie unit.
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 5 van 11
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
Met dit voorgezuiverde afvalwater zijn op de AWZI van Huntsman proeven uitgevoerd. Daaruit is gebleken dat dit voorgezuiverde afvalwater doelmatig behandeld kan worden in de AWZI. In het Waterverwerkingsbeleid is dit afvalwater nu ook omschreven. Tot op heden was het Waterverwerkingsbeleid nog niet vastgelegd in de watervergunning. Dat wordt in dit besluit alsnog gedaan.
Nummer
RWS-2015/39324 1
Wijziging overstortfrequentie In de vergunning ARE/2007.60681 was een maximale berekende overstortfrequentie opgenomen, omdat Huntsman in de jaren daarvoor de nodige maatregelen had getroffen om de overstortfrequentie omlaag te brengen. Zoals in de aanvraag is aangegeven is de berekeningswijze verouderd. Ten gevolge van klimaatontwikkelingen kunnen zeer zware buien met een grote hoeveelheid neerslag in korte tijd vaker gaan voorkomen. Het limiteren van een overstortfrequentie, zeker op basis van een berekening, is daarom onnodig beperkend. Mede gezien de samenstelling van het afvalwater dat via aanvoer 1 naar de AWZI wordt gevoerd en de inspanningen van Huntsman de overstortfrequentie zo laag mogelijk te houden, wordt tegemoet gekomen aan het verzoek in de aanvraag. —
—
5.1 Toetsing aan het beleid Beleid ten aanzien van stoffen en preparaten Voor een goede uitvoering van het Waterkwaliteitsbeleid is het noodzakelijk om inzicht te hebben in de mate waarin de te lozen grond- en hulpstoffen, tussen- en eindproducten een potentieel gevaar vormen voor het aquatisch milieu. In mei 2000 is hiervoor door de Commissie Integraal Waterbeheer (CIW) de Algemene Beoordelingsmethodiek voor stoffen en preparaten (hierna ABM) vastgesteld. De ABM hanteert de parameters en criteria uit de geldende Europese stoffen en preparaten regelgeving die worden geïmplementeerd in de Wet Milieugevaarlijke stoffen. De ABM deelt voor alle bedrijfstakken op een transparante en eenduidige wijze de te lozen stoffen en preparaten (hierna stof te noemen) in op grond van de eigenschappen. Daarbij geeft de methodiek aan welke saneringsinspanning (emissiebeperkende maatregel) bij een bepaalde stof, gezien de eigenschappen, wenselijk is. Uit de ABM volgt een aanduiding van de waterbezwaarlijkheid en een suggestie voor de saneringsinspanning (BBT, of waterkwaliteitsaanpak). De ABM is een hulpmiddel bij het vaststellen van de gewenste saneringsinspanning en gaat niet in op het wel of niet gebruiken van een stof, of het beoordelen van de restlozing. De ABM is beschreven in het CIW-rapport “Het beoordelen van stoffen en preparaten voor de uitvoering van het emissiebeleid van water”. De ABM is uitgewerkt voor directe en indirecte lozingen die vallen onder de Waterwet (Wtw) en voor indirecte lozingen die vallen onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Zij sluit aan bij de Europese regelgeving inzake het indelen, verpakken en kenmerken van stoffen en preparaten. Op basis van de ABM en de aanvullende overwegingen zoals weergegeven in de aanvraag is beoordeeld of de verwerking van de afvalwaterstroom voldoen aan de saneringsinspanning. Uit de toets blijkt dat de maatregelen ter beperking van de lozing van deze preparaten voldoen aan de gewenste saneringsinspanning mits de juiste dosering wordt gebruikt. Op basis hiervan kan het gebruik van de stoffen worden toegestaan.
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 6 van 11
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
Watervetwerkingsbeleid Nummer RWS-2015/39324 1
Algemeen De aanvrager behandelt afvalwaterstromen van derden. Het behandelen van de diverse afvalwaterstromen in de AWZI is vastgelegd in een zorgsysteem, het zogenoemde Waterverwerkingsbeleid. Op deze AWZI verwerkt de aanvrager afvalwater van de onder paragraaf 4.1 genoemde productiefabrieken en het afvalwater van derden. Het afvalwater van derden is afkomstig van de volgende bedrijven: Plant One Invista Lucite Ducor Air Liquide/Eurogen/Enecal Wilmar Evides Industriewater Arbo Unie West Nederland (uitsluitend huishoudelijk afvalwater) Gezamenlijke Brandweer (uitsluitend huishoudelijk afvalwater) Deze bedrijven zijn toeleverancier van afvalwaterstromen aan de verwerker Huntsman. Het vastgelegde Waterverwerkingsbeleid en de wijziging hierop geldt voor de eigen AWZI van Huntsman. -
-
-
-
-
-
-
-
-
De aanvrager heeft haar aanpak voor het verwerken van afvalwater van de verschillende toeleveranciers vastgelegd in een zogenaamd Waterverwerkingsbeleid. Dit wordt hieronder nader toegelicht. Het Waterverwerkingsbeleid is een zorgsysteem voor het beheersen van milieurisico’s voor het ontvangende oppervlaktewater bij het verwerken van afvalwater van de verschillende toeleveranciers op een waterzuivering (AWZI). Dit waterverwerkingsbeleid is gebaseerd op het verwerkingsbeleid dat voortkomt uit de CIW nota verwerking waterfractie gevaarlijke en niet gevaarlijke afvalstoffen dat is aangewezen als BBT document. Het Waterverwerkingsbeleid heeft de volgende doelen: Waarborgen dat alleen afvalwaterstromen op de waterzuivering worden verwerkt welke daar doelmatig (BBT) kunnen worden behandeld. Waarborgen dat het doelmatig functioneren van de AWZI niet wordt verstoord. Waarborgen dat de kwaliteit van het ontvangend oppervlaktewater niet in het geding is.
-
-
-
De aanvrager heeft in haar Waterverwerkingsbeleid beschreven wat het beleid is met betrekking tot het toelaten van waterstromen op de zuivering. Daarnaast is beschreven wat de mogelijke verwerkingsroutes zijn en onder welke voorwaarden waterstromen kunnen worden verwerkt zodat wordt voldaan aan bovengenoemde doelen. De aanvrager maakt hierover afspraken met de toeleveranciers. Deze afspraken kunnen worden vastgelegd in specificatiebladen voor het afvalwater. RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 7 van 11
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
Bij het bepalen of een waterstroom kan worden verwerkt op de waterzuivering wordt de stroom door de vergunninghouder zelf getoetst aan de negatieve stoffenhijst, ABM, Emissie-immissietoets en het Operatiewindow van de AWZI. Op deze wijze wordt door de vergunninghouder getoetst of een stroom conform BBT kan worden verwerkt op de AWZI, de afvalwaterstroom het functioneren van de AWZI niet verstoort en kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater niet in het geding is.
Nummer RwS-2015/39324
In het Waterverwerkingsbeleid is aangegeven welke procedures en werkinstructies relevant zijn en welke informatie tijdens het verwerkingsproces wordt geregistreerd. Het Waterverwerkingsbeleid is een zorgsysteem en vraagt om een systeemgerichte toetsing. De aanvrager voert daarom interne controle uit op de naleving van het Waterverwerkingsbeleid middels audits. Deze audits hebben tevens tot doel om verbetermogelijkheden te identificeren. Wet- en regelgeving Op de AWZI kan naast het eigen afvalwater ook afvalwater van derden (indirecte stromen) worden behandeld. Dit vraagt om extra aandacht van het bedrijf en van Rijkswaterstaat voor het toelaten en verwerken van waterstromen op de AWZI. Hierbij is van belang dat Rijkswaterstaat kan toetsen of het verwerken van de waterstromen doelmatig is, conform BBT is en de grondslag van de aanvraag niet wordt verlaten. Gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem De aangevraagde wijzigingen hebben geen gevolgen voor de kwaliteit van het watersysteem. 5.2
6.
Procedure
Op grond van artikel 6.26, tweede lid heeft de voorbereiding van deze vergunning volgens het gestelde in artikelen 3.8 en 3.9, eerste lid, onderdeel a en tweede tot en met vierde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht plaatsgevonden. Aangezien de aanvraag tot wijziging van de vergunning voor het lozen van stoffen niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan, is volgens artikel 6.26 lid 2 Waterwet afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. Deze vergunning treedt in werking na de bekendmaking.
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 8 van 11
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
7.
Conclusie Nummer RWS-2015/39324 1
De ingediende aanvraag met de aanvullingen en de daarbij overgelegde gegevens voldoen aan de in artikel 6.26, tweede lid van de Waterwet gestelde eisen. De beoogde verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen dan volgens de geldende vergunning al zijn toegestaan. 8.
Ondertekening
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, hoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid c3 mevrouw A.H. Bos-Massop
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 9 van 11
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
9.
Mededelingen
Voor meer informatie over dit besluit kunt u terecht bij de in dit besluit genoemde contactpersoon. De contactgegevens staan in de begeleidende brief bij dit besluit. De contactpersoon kan uw vragen beantwoorden en het besluit met u doornemen.
Nummer RWS-2015/39324 1
Om te bepalen of u meet informatie wilt, kunnen de volgende vragen en aandachtspunten u helpen: Is de inhoud van het besluit duidelijk en is helder wat het concreet voor u betekent? Kunt u beoordelen of het besluit inhoudelijk juist is of niet? Of heeft u behoefte aan een toelichting? Kloppen de gegevens over u in het besluit en heeft u alle gegevens verstrekt? -
-
-
Ook wanneer u andere vragen heeft over het besluit of de procedure, of wanneer u zich op een of andere manier heeft gestoord aan de wijze waarop bij de besluitvorming met u of uw belangen is omgegaan, kunt u contact opnemen. Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken. U moet hiervoor wel belanghebbende bij het besluit zijn.
De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het maken van bezwaar: Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent? Welk doel wilt u met uw bezwaar tegen het besluit bereiken? Wat verwacht u van Rijkswaterstaat? Is het u voldoende duidelijk wat een bezwaarprocedure inhoudt en weet u of u met een bezwaar uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere, wellicht eenvoudigere wijze bereiken?
-
-
-
Wanneer u vragen heeft of wanneer u zich afvraagt of het indienen van een bezwaarschrift voor u de geschikte aanpak is, kunt u ook hiervoor contact opnemen met de bij het besluit vermelde contactpersoon. De contactpersoon kan met u overleggen over de te volgen procedure en u informeren over andere mogelijkheden die Rijkswaterstaat u eventueel biedt om tot een oplossing te komen. Hoe maakt u bezwaar? Om bezwaar te maken moet u, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar de minister van Infrastructuur en Milieu, p/a de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, afdeling Werkenpakket, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam.
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 10 van 11
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
In het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende staan: uw naam en adres, en liefst ook uw telefoonnummer; een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden of door een kopie mee te sturen); de reden waarom u bezwaar maakt; de datum en uw handtekening. -
Nummer
RWS-2015/39324 1
-
-
-
Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Dit doet u door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of organisatie een voorlopige voorziening aanvraagt kunt u een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de Organisatie 5 ingeschreven. De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening brengen. 10.
Bijlage
Waterverwerkingsbeleid
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 11 van 11
Waterverwerkingsbeleid Huntsman Holland voor cluster 5210
Revisie 1 Auteur: Erwin Smits 1 september 2015
1
t
Inhoud 1.
Achtergrond
.3
Achtergrondinformatie
4
1.1 2.
3.
2.1
AWZI Huntsman Holland B.V
4
2.2
Lozingsvergunning Huntsman Holland B.V
4
Wettelijk kader 3.1
Beleid
3.1.1
4.
.3
Inleiding
Categoriseren van afvalstoffen
6 6 6
3.2
Controle
9
3.3
Registratie
9
Aanvullende afspraken 4.1
Meldingen
10 10
2
1. Inleiding 1.1 Achtergrond Op de AWZI van Huntsman wordt naast het van Huntsman afkomstige afvalwater ook afvalwater van andere op de cluster 5210 gevestigde bedrijven verwerkt. Met de invoering van de Waterwet vallen deze indirecte lozingen niet langer onder het bevoegd gezag van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid (hierna RWS). Omdat het toelaten en verwerken van lozingen van derden een mogelijk nadelig effect op de effluentkwaliteit van Huntsman zou kunnen hebben, heeft RWS in het verleden aan Huntsman gevraagd een acceptatie- en verwerkingsbeleid op te stellen, inclusief administratieve organisatie en interne controle (AV/AOIC). Huntsman is niet aangewezen als afvalverwerker van gevaarlijke afvalstoffen noch als Haven Ontvangst Installatie. Met het waterverwerkingsbeleid kan worden geborgd dat: • De van derden afkomstige afvalwaterstromen doelmatig worden verwerkt en het doelmatig functioneren van de AWZI van Huntsman niet verstoren • RWS de gevraagde informatie van Huntsman ontvangt om deze activiteiten te toetsen en op te nemen in de lozingsvergunning • Huntsman van RWS toestemming krijgt tot het verwerken van afvalwater van derden
3
p
2. Achtergrondinformatie 2.1 AWZI Huntsman Holland B.V. De AWZI van Huntsman is een biologische afvalwaterzuivering waarvan het eifluent na meting en bemonstering op meetpunt 1 via lozingspunt 1 op de Brittanniëhaven wordt geloosd. Het inkomende water wordt in vijf deelstcomen (aanvoeren 1 Um 5) aangevoerd, gemengd en geneutraliseerd in het verdeelwerk. Indien afvalwater niet direct verwerkbaar is, staat een bufferbak van 900 m3 en een buffertank van 1050 m3 ter beschikking. De AWZI van Huntsman bevat een Carrousel van 8620 m3 inhoud waarbij de volgende processen simultaan optreden: biologische afbraak van afbreekbaar materiaal, nitrificatie, denitrificatie door de planmatige vorming van een anoxisch traject en als gevolg van dosering van ijzerchloride op de overloop van Carrousel naar nabezinktank chemische defosfatering, waarbij in de nabezinktank de niet opgeloste delen inclusief biomassa bezinken en geretourneerd worden naar de Carrousel. Via de slibindikker worden de vaste bestanddelen verwijderd uit het systeem en na ontwatering met behulp van een zeefbandpers als zuiveringsslib afgevoerd in gesloten containers voor verbranding bij HVC in Dordrecht of AVR in de Botlek.
2.2 Lozingsvergunning Huntsman Holland B.V. Het verwerken van afvalwater van derden in de AWZI van Huntsman is reeds opgenomen in de vigerende lozingsvergunning ARE!2007.6068 1. Op het terrein van Huntsman zijn een aantal andere bedrijven gevestigd die hun afvalwater geheel of gedeeltelijk lozen op het rioolstelsel van Huntsman. Dit betreft al het huishoudelijk afvalwater van die bedrijven en een deel van het procesafvalwater. Invista, Lucite, Ducor en Air Liquide beschikken elk over een eigen Wabo-vergunning omdat deze bedrijven voor hun afvalwaterlozing vergunningplichtig zijn. Het huishoudelijk afvalwater van de ArboUnie West Nederland en van de Gezamenlijke Brandweer wordt via de riolering van Huntsman naar de AWZI afgevoerd. Deze lozingen zijn niet vergunningplichtig op basis van genoemde Amvb. Ook zijn geen dagvrachten opgenomen voor deze twee partijen omdat deze vrachten verwaarloosbaar zijn. In de vergunningsaanvraag voor de lozingsvergunning is voor Invista, Lucite en Ducor een kwantitatieve beschrijving van het debiet en de algemene vervuilingsparameters opgenomen. Alle getallen zijn afgeleid als gemiddelde dagvrachten bij droog weer. Onderstaand is per aanbieder deze beschrijving weergegeven.
Evides Evides lndustriewater opereert twee plants op het haventerrein. De Process Water Plant (PWP) is een installatie welke onthard water levert (gedecarboniseerd water). De installatie verwerkt Brielsemeer water (BMw) vanuit pompstation Geervliet tot proceswater. Dit proceswater wordt geleverd aan Huntsman Holland BV als proceswater (voeding van de koeltorens) en aan Eurogen als ketelvoedingswater voor stoomproductie. De PWP heeft twee parallelle straten (waterplants). Straat 1 (WPI) gebouwd in 1971 en Straat 2 (WP2) met bouwjaar 1997. De installatie is door Evides waterbedrijf in 2009 in bedrijf genomen. Vanuit de PWP vindt incidenteel een overstort met kalkhoudend water plaats naar het Huntsman riool. Deze waarde is geschat op gemiddeld 360 m3/dag met een BZV vracht van 1 kg. De demi-water plant (DWP) staat op het terrein van Huntsman. De installatie levert demiwater en onthardwater. Het gedemineraliseerde water wordt via het bestaande destinet gedistribueerd onder de verbruikers, levens is er een directe levering aan een lokale afnemer (Air-Liquide). De demi-installatie onthardt en ontzout. Er wordt een extra deel onthard water geproduceerd, dat na ontgassing direct aan Huntsman wordt geleverd. Vanuit de DWP vindt een reguliere lozing plaats van hemelwater naar het riool.
Plant One Plant One faciliteert bedrijven die hun innovaties willen opschalen, testen of demonstreren. Plant One heeft een aansluiting op aanvoer 1, waar kleine hoeveelheden afvalwater geloosd worden. Incidenteel kan ook per as afvalwater worden aangeboden.
4
Invista Sinds 2004 is de naam Invista aanwezig op het terrein 5210. In de Nylon Polymeer fabriek wordt een nylon 6-6 zoutoplossing (hexamethyleendiadipaat), die per schip wordt aangevoerd, in een polycondensatiereactie omgezet tot polyamide granulaat. Restanten HMD komen hierbij in koeltoren 102 terecht. In het proces wordt als vulstof titaandioxide gebruikt, die voorzien kan zijn van een antimoonhoudende coating. Het rioolsysteem van Invista is gescheiden van het rioolsysteem van Huntsman en wordt via een meetput op aanvoer 1 van Huntsman geloosd, aangesloten op de AWZI. De spui van koeltoren 102 van Invista wordt via een separate leiding, aanvoer 5 naar de AWZI gevoerd.
Lucite International Holland BV De fabriek bestaat uit twee autoclaven voor de vervaardiging van spuitgiet poeder en twee extruders voor een gedeelte van het poeder wordt verwerkt tot granulaat, waaraan allerlei toeslagstoffen worden ingemengd. In de Diakon autoclaven wordt de monomeerfase (methylmethacrylaat met als comonomeer ethylacrylaat) gemengd met condensaat waaraan een anorganisch fosfaat is toegevoegd als emulgator en ADIB als katalysator. In een suspensiepolymerisatie proces wordt het mengsel verhit en goed geroerd. Als slurry in water wordt het polymeer gecentrifugeerd waarbij fosfaat wordt verwijderd uit het polymeer en afloopt naar riool. De resterende koek wordt gedroogd, gekoeld en gezeefd en afgelaten in zakken of IBC’s. Het gemengde afvalwater van deze fabriek wordt afgevoerd naar aanvoer 1 voor verwerking op de AWZI.
Ducor In de installatie wordt propeen onder invloed van katalysatoren omgezet in polypropyleen. Het polymeer wordt ontgast, gedeactiveerd, gewassen en gedroogd, waarna het wordt verpakt. Het grootste deel van het afvalwater van deze installatie wordt rechtstreeks op de Brittanniëhaven geloosd via lozingswerk II. Hiervoor beschikt DOMO over een eigen Wabo-vergunning. Een klein deel van het afvalwater (ca. 8 m3/dag) wordt naar de Carrousel geleid. Dit betreft het afvalwater van de sanitaire voorzieningen. Tevens is een chemisch riool aanwezig wat in geval van calamiteiten benut kan worden. Deze staat standaard afgesloten van de reguliere toevoer aan de carrousel. Air Liquide! Eurogen CV! Enecal Eurogen bedrijft een Wkc met twee aardgas gestookte gasturbinegeneratoren van elk ca 42 ton MW elektrisch en een productie van 65 ton/uur hoge druk stoom. Een identieke derde eenheid wordt bedreven door Enecal, een joint-venture van Eneco en Air Liquide. Air Liquide bedrijft de installaties van Eurogen en Enecal voor de productie van stoom en electriciteit. Daarnaast heeft Air Liquide nog installaties in productie voor de productie van waterstof, koolmonoxide en (vloeibare) kooldioxide. Air Liquide heeft een eigen lozingsvergunning maar de lozingen van Eurogen worden hierin niet genoemd en blijven derhalve onderdeel van de Huntsman-vergunning. Het spui (regeneratie softwater) van Eurogen wordt direct gelost op het circuit, wat een verwaarloosbare vracht BZV5, CZV en NKj bevat. Alle overige stromen gaan niet via de AWZI, maar via de putten naar de haven. Wilmar International Ltd Wilmar International Ltd is opgericht in 1991 en heeft haar hoofdkantoor in Singapore. Wilmars activiteiten bestaan uit het cultiveren van palmbomen op haar plantages, het produceren en raffineren van plantaardige oliën, productie en raffinage van suiker, productie van speciale kwaliteit plantaardige vetten: oleo-chemische producten en biodiesel, productie van kunstmest en het verwerken van granen. In Europa houdt Wilmar zich onder andere bezig met trading, verkoop en verwerking van ruwe en geraffineerde tropische oliën en vetten, biodiesel en oleochemische producten. De nieuwe fafty alcohol fabriek aan de Brittaniehaven is per 2014 operationeel. Het afvalwater wat richting de AWZI gaat komt Vrij uit drie te onderscheiden fabrieksdelen, namelijk het tankpark, de truckloading en de proces unit.
5
3. Wettelijk kader In het Uitvoeringsbesluit verontreiniging tijkswateren (Uvr) is opgenomen welke gegevens overleg dienen te worden bij een aanvraag. Hierbij is een beschrijving nodig van de wijze waarop het water wordt behandeld in de waterzuivering. Voor het verwerken van waterstromen van derden is het noodzakelijk om te toetsen aan Beste Beschikbare Techniek, waarbij aangegeven wordt: • • •
Of de AWZI van Huntsman doelmatig is voor het verwerken van de diverse van derden afkomstige afvalwaterstromen Of de restiozing naar de Brittanniëhaven aanvaardbaar is Op welke wijze de risico’s als gevolg van de lozingen van derden beheerst worden
De aspecten van het waterverwerkingsbeleid worden onderscheiden in drie aandachtsvelden te weten: • • •
Beleid Registratie Controle
Achtereenvolgens worden deze aspecten toegelicht:
3.1 Beleid 3.1.1
Categoriseren van afvalstoffen
Uitgangspunt is dat het verwerken van van derden afkomstig afvalwater geen onaanvaardbare nadelige effecten mag hebben op de werking van de zuivering en dientengevolge op de effluentkwaliteit. Hiertoe wordt een administratieve toetsing uitgevoerd op de aanwezige stoffen in het door derden aangeboden afvalwater op basis van: • • •
• •
De reeds opgedane ervaring met het verwerken van deze stoffen in de AWZI van Huntsman Controle dat deze stoffen niet zijn opgenomen op de negatieve stoffenlijst De beoordeling van deze stoffen op basis van Algemene Beoordeling Methodiek (ABM) voor het bepalen van de waterbezwaarlijkheid en de inspanningvereisten om met aanvullende procesgeïntegreerde maatregelen of nageschakelde technieken de emissies te verminderen Zo nodig, te bepalen door Huntsman, het uitvoeren van een Emissie Immissie toets (El toets) Zekerstelling dat deze stoffen passen binnen het ‘operatie window’ van de AWZI, niet alleen kwalitatief, zoals te bepalen met ABM of El toets, maar ook kwantitatief, uitgedrukt als (dag)vcacht en hydraulische belasting. -
Op basis van deze gegevens wordt het afvalwater van derden beoordeeld en ingedeeld in een van de onderstaande categorieën: -
-
-
-
Categorie 1: Afvalwater dat uitsluitend reeds in de Wtw beschikking vergunde goed biologisch afbreekbare stoffen bevat. Categorie 2: Afvalwater, dat componenten bevat die in de Carrousel verwerkbaar zijn, die echter thans nog niet zijn vergund. Categorie 3: Afvalwater dat componenten bevat die niet in de Carrousel verwerkbaar zijn. Categorie 4: Afvalwater dat niet verwerkbaar is in de Carrousel, ook niet na voorbehandeling.
De categorieën van afvalwaterstromen en de bijbehorende wijze van verwerking worden onderstaand toegelicht:
6
Categorie 1 In de Wtw beschikking van Huntsman is de lozing van een groot aantal biologisch goed afbreekbare stoffen reeds vergund, zoals adipinezuur, formaldehyde, hexamethyleendiamine, nylon 6.6 zout, methanol, fenol, ethyleenglycol, 1 ,2-propaandiol, sorbitol, sucrose, wijnsteenzuur, ethylacrylaat, methylmethacrylaat ed. Voor deze stoffen zijn geen specifieke lozingseisen opgelegd. Met de algemene parameter CZV wordt de lozing gereg u leerd. Afvalwater dat biologisch afbreekbare stikstofhoudende verbindingen bevat wordt daarnaast gereguleerd met de lozingseis voor totaal stikstof. Van fosforhoudende stoffen is de vracht op de AWZI gelimiteerd in verband met de lozingseis voor fosfaat en de met RWS overeengekomen verdere aanscherping van de lozing van fosfaat op jaargemiddeld 4 mg/l (als P) na toepassing van de IPPC toets. Met inachtneming van het ‘operatie window’ kunnen deze stoffen geaccepteerd worden. Categorie 2 Afvalwater dat andere dan in categorie 1 genoemde goed biologisch afbreekbare stoffen bevat en waarvan de middels ABM toets vastgestelde waterbezwaarlijkheid 5, 7, 9, 11 of 12 is (met saneringsinspanning B of C) kan verwerkt worden in de Carrousel. Voor elk van deze stoffen moet rekening gehouden worden met de waterkwaliteitsdoelen. Hierdoor kan het in incidentele gevallen nodig zijn om een emissie-immissie toets uit te voeren. Daarbij kan een maximale dagvracht worden opgelegd uitgedrukt in algemene parameters. Indien uit de immissietoets blijkt dat aanvullende eisen aan de bron nodig zijn, wordt de stof niet langer ingedeeld in categorie 2, maar in categorie 3. Categorie 3 Voor niet biologisch afbreekbare stoffen is verwerking in de Carrousel in het algemeen niet doelmatig. In veel gevallen zal de stof onveranderd het systeem doorstromen en uiteindelijk geheel geloosd worden naar het oppervlaktewater. Ook kunnen stoffen een nadelig effect hebben op de goede werking van de biologische processen in de Carrousel. Deze stoffen kunnen niet geloosd worden op de AWZI van Huntsman. In een aantal gevallen kan de schadelijke werking worden weggenomen. De hierbij gebruikte techniek wordt gekozen op basis van de BREF afgas- en afvalwaterbehandeling en/of de branchespecifieke horizontale BREF’s. Ook het rendement waarmee de component wordt verwijderd moet voldoen aan de in de BREF’s gestelde eisen. Na accordering van de toegepaste techniek en beoordeling van de restlozing door de beheerder van de AWZI van Huntsman kan de lozing van de behandelde afvalwaterstroom toegestaan worden. Voor elk van deze stoffen moet rekening gehouden worden met de waterkwaliteitsdoelen. Hierdoor kan het nodig zijn om een emissie-immissie toets uit te voeten. Indien uit deze toets blijkt dat aanvullende eisen aan de bron nodig zijn, wordt de stof niet langer ingedeeld in categorie 3, maar in categorie 4. Categorie 4 Indien het afvalwater niet in de Carrousel wordt afgebroken, of nadelige effecten op het zuiveringsproces heeft, ook na voorbehandeling, kan het afvalwater niet geaccepteerd worden. Dit afvalwater moet apart worden ingezameld en worden afgevoerd naar een externe afvalverwerker. Aangezien deze categorie niet naar de AWZI wordt geloosd, wordt deze categorie in dit document niet nader toegelicht. De externe verwijdering van dit afvalwater moet door de betrokken derde partij uitgevoerd worden. De vigerende regelgeving met betrekking tot afvalstoffen laat niet toe dat Huntsman afvalwater van deze derde partij overneemt voor verwerking op een andere wijze dan via de eigen AWZI. Ook stoffen die op de negatieve stoffenlijst zijn opgenomen vallen in deze categorie. Hieronder vallen zwarte lijst stoffen, de meeste EPRTR stoffen, zware metalen, de meeste chloor- en broomhoudende verbindingen, en onkruidbestrijdingsmiddelen. Overigens wordt al het huishoudelijk afvalwater, afkomstig van alle toiletten van alle bedrijven op de cluster 5210 via septic tanks op de riolen afgevoerd naar de AWZI van Huntsman voor biologische zuivering. Deze lozingen worden niet apart bemonsterd. Incidenteel wordt de aanwezigheid van septic tanks bij de derde partijen gecontroleerd. lngeval een septic tank niet goed functioneert, kan de inhoud per gierwagen of vacuümwagen afgevoerd worden voor directe lozing in het verdeelwerk van de AWZI.
7
Overzicht afvalstoffen per aanbieder De ABM methodiek is toegepast op de afvalstoffen van de aanbieders inclusief een parameter om de aanwezigheid te bepalen. Deze informatie is weergegeven in de onderstaande tabel 1 en aangevuld door alle aanbieders. Deze tabel bedraagt hiermee de samenstelling van afvalwater onder een normale bedrijfsvoering. Uit deze tabel is de stof zinkchloride’ van Invista verwijderd doordat uiterlijk per 31 december 2012 het gebruik van Nalco Trasar 23201 gestopt diende te zijn. Tabel 1: Overzicht afvalstoffen per aanbieder Via aanvoer Samenstelling Aanbieder Av 1 nylon 66 zout: (HMD en piperazine) azijnzuur Av 1 Invista titaandioxide Av 1 HMD Av5 Av 5 * nylon low polymers (piperazine en MDEA) Av 1 acrylaten methylmethacrylaat Av 1 methanol Av 1 Lucite polymethacrylzuur Av 1 Av 1 (meth)acrylaat oligomeren dinatriumwaterstoffosfaat Av 1 Ducor Av2 ex regeneratie IX feurogen) Direct Euro en / Av 1 * MDENpiperazine Air Liquide kaliumcarbonaat Av 1 * Evides PWP Av 1 calciumcarbonaat / kalk Evides DWP Av 1 Methanol Av 1 Av 1 alcoholen, C6-24-, destillatieresiduen dodecaan-1-ol Av 1 Av 1 tetradecaan-1-ol Wilmar Av 1 hexadecaan-1-ol Av 1 octadecaan-1-ol Av 1 methyllauraat Av 1 methylmyristaat Av 1 methylpalmitaat -
.
.
-
ABM 9 S 9 8 11 S 95 11 B 7 B 9 5 11 S 11 S 11 S 11 B
Parameters N-Kj, SZV5, CZV BZV5, CZV,pH Ti,kleur N-Kj,BZV5,CZV N-Kj, CZV BZV5, CZV BZV5, CZV BZV5, CZV CZV CZV,TSS P
-
-
9 S 9 B 12 C 12 C 9 S 11 S
pH, chioride N-Kj CZV
11 S 55 55 55 55 55 115 55
-
TSS pH, chloride BZV5, CZV
Olie vluchtig (C6dO), en totaal olie (C10-C40) middels eigen GC
Av 1 * ntb Plant One * kan ook aangeleverd worden per vacuümwagen, voor lossing in buffertank. Lozingen van septic-tanks en bronneringswater (per vacuümwagen) kunnen tevens plaatsvinden op de AWZI waarbij wordt getoetst aan de relevante parameters. Voor verschillende aanbieders zijn in het verleden maximale vracht vastgesteld, namelijk: • Invista: max debiet van aanvoer 5: 350 m3/dag max dagvracht in aanvoer 5: 224 kg N-Kj en 2362 kg CZV Lucite: max dagvracht: 100 kg fosfaat uitgedrukt als P • • Plant One: max dagvracht: 5 kg P, 10 kg N-Kj, 5 kg aniline en 0,5 kg Zn Wilmar**: • max debiet: 72 m3/dag max dagvracht: 200 kg methanol uitgedrukt als 400 kg CZV, 10 kg olie <08, 0.1 kg olie C8-C18 en 10kg olie >018.1 Deze vrachten zijn vastgesteld tijdens de proefperiode van febr— aug 2075. Wijzigingen in de toekomst zijn voorbehouden. Het tiitgangspunt hierbij blijft een optimaal proces van de A WZI en daarmee de effluentkwaliteit. ‘Olie
018 zijn vastgesteld als ABM klasse 11 B. De 10 kg/dag betreft een cumulatieve dagvtacht voor deze
twee parameters. Binnen de groep 08-018 bevinden zich stoffen welke zijn vastgesteld als ABM klasse 5B en 11B. Omdat de ABM 5B stoffen niet worden gedifferentieerd van de ABM 11B stoffen wordt de gehele range C8-C18 gelimiteerd op 0,1 kg/dag.
8
3.2 Controle Van alle inkomende afvalwaterstromen (aanvoer 1 Vm aanvoer 5) wordt dagelijks een (tijdproportioneel) etmaalmonster genomen en het dagdebiet gemeten. Omdat aanvoer 5 uitsluitend bestaat uit de spui van koeltoren CI 102 van Invista behoeft deze deelstroom geen aanvullende monitoring. Met betrekking tot de overige deelstromen van door derden aangevoerd afvalwater zijn alleen de fabriekslozingen vanuit Invista, Lucite en Wilmar, allen op aanvoer 1, van belang. Bij het in kracht gaan van dit waterverwerkingsbeleid mag periodiek eenmaal per maand op een willekeurig tijdstip een steekmonster worden genomen uit de meetgoot van Invista, Lucite en Wilmar waarbij overloop plaats vindt naar aanvoer 1. Deze monsters zullen geanalyseerd worden op de in tabel 1 genoemde parameters. Daarnaast behoudt Huntsman Holland BV. het recht om een dergelijke analyse ook bij andere aanbieders uit te voeren. Van de per vacuümwagen aangeleverde partijen afvalwater wordt de vracht betekend of geanalyseerd op de relevante parameters alvorens toestemming tot lossen in de buffertank wordt gegeven. Op basis van de analyseresultaten van de relevante parameters aniline, DADPM, MCB, CZV en N-Kj uit tabel 1 en de aanwezige Huntsman afvalstoffen in de buffertank wordt de dosering vanuit de buffertank naar het verdeelwerk van de Carrousel berekend en ingesteld. Hierbij is het uitgangspunt dat het proces in de AWZI niet nadelig wordt beïnvloed. Iedere werkdag Dagelijks wordt door Huntsman EHS de kwaliteit van het eifluent beoordeeld en getoetst en indien een van de lozingsparameters met meer dan 100% is overschreden, vindt maximaal binnen één uur van constatering melding plaats aan bevoegd gezag. Daarnaast vindt door Huntsman EHS aan het eind van iedere maand review plaats van de performance van de AWZI over de afgelopen maand met rapportage aan management. Aan het einde van ieder kwartaal wordt deze review uitgebreid met het opstellen en verzenden van het kwartaalrapport en eventuele melding van kleinere overschrijdingen aan bevoegde gezagen, toetsing aan lozingseisen, ed. Bij deze review zal ook de invloed van de geloosde vrachten van derde partijen op het gedrag in de Carrousel en de effluentkwaliteit worden beoordeeld en indien nodig maatregelen worden genomen. Aangetoonde overschrijdingen van de met derde partijen overeengekomen dagvrachten of dagdebieten zullen eveneens met de betrokken derde partij worden besproken. 3.3 Registratie Van alle inkomende afvalwaterstromen (aanvoer 1 tlm aanvoer 5) wordt dagelijks een (tijdproportioneel) etmaalmonster genomen en het dagdebiet gemeten. Van deze monsters worden 3 daagse, resp 4 daagse aliquot composietmonsters samengesteld en worden de algemene parameters BZV5, CZV, N-Kj en daarnaast chloride en pH bepaald. De parameters aniline, MCB en DADPM worden dagelijks op de etmaalmonsters met van MDI fabrieken afkomstig afvalwater bepaald. Alle hierbij gebruikte analysemethodes zijn dezelfde als die voor eifluent gebruikt worden. Van het eifluent wordt dagelijks een (debietproportioneel) etmaalmonster genomen en het dagdebiet gemeten. Op deze monsters worden dagelijks de parameters CZV, N-Kj, nitriet, nitraat, chloride en de specifieke stoffen aniline, DADPM en MCB bepaald. Eenmaal per week aangevuld met BZV5 en fosfaat en eenmaal per maand met olie en zink. Tenslotte nog eenmaal per kwartaal diverse zware metalen en fenol. Bovendien wordt op een altijd op vaste tijd genomen steekmonster eenmaal per week het TSS gehalte geanalyseerd. Alle analyseresultaten worden ter registratie vastgelegd. De met RWS in de Wtw vergunning overeengekomen set aan parameters voor toetsing van het eifluent is geschikt om ook de effecten van de huidige lozingen van derden te beoordelen op effluentkwaliteit. Indien echter nieuwe lozingen van derde partijen aanleiding geven tot aanvullende monitoring van influent en effluent zal het analysepakket met een of meer parameters worden uitgebreid, waarbij de analysefrequentie nog nader bepaald zal worden. De per vacuümwagen aangeleverde partijen afvalwater worden geregistreerd middels de VERAF procedure (Verwijdering Afvalwater) van Huntsman en zijn digitaal opgeslagen.
9
4. Aanvullende afspraken 4.1 Meldingen Verschillende afspraken met betrekking tot communicatie zijn vereist om te voldoen aan de verplichtingen van RWS, de (toekomstige) milieurisicoanalyse (MRA) en de Service-level agreement (SLA) met de operationele dienst van de AWZI. Daarnaast is communicatie, met name tijdens niet-reguliere lozingen, essentieel om de kwaliteit van het oppervlaktewater maximaal te waarborgen. Als sprake is van een (niet-reguliere) waterstroom met mogelijk negatieve effecten op het effluent en/of een verstoring aan het zuiverend vermogen van de AWZI dient Huntsman Holland BV. op de hoogte te worden gebracht door de betreffende partij. Hieronder vallen situaties die te beschrijven zijn als een “ongewone bedrijfsvoering” dan wel een calamiteit”. Voorbeelden kunnen zijn: Lozing van een stof die niet is opgenomen in tabel 1; • Afvalwater met een buitengewoon hoge of lage concentratie afvalstoffen; • • Fluctuaties in debieten (bijvoorbeeld bij fabrieksstops of verhoogde productie); • Een overschrijding van de maximale waarden opgenomen bij in tabel 1 2; Aanwezigheid van een blusmiddel in het aangeboden afvalwater; • • Een te hoge aflooptemperatuur (indien carrouseltemperatuur> 30”C, mag het aangeboden afvalwater niet bijdragen aan een verdere temperatuursverhoging) • Een situatie met mogelijk gevolgen voor de veiligheid operators AWZI; In dergelijke situaties dient zo snel mogelijk contact opgenomen te worden met Huntsman Holland B.V en de operationele dienst van de AWZI (hierna operationele dienst) om de situatie toe te lichten. Gedurende een calamiteit dienen de bovengenoemde partijen op de hoogte te worden gehouden van de situatie en eventuele mogelijke effecten voor de werking van de AWZI en de veiligheid van de operators. In gevallen van geplande wijzigingen met een mogelijke effect op de AWZI dient vooraf een melding plaats te vinden aan Huntsman Holland B.V. en de operationele dienst. Hierbij dient aangegeven te worden wat de mogelijke risico’s kunnen zijn voor het functioneren van de AWZI en het oppervlaktewater. Het vergroten van verhard oppervlak, waarbij een toename in het aanbod plaatsvindt, is hier een onderdeel van.
10
KENNISGEVING BESLUIT Waterwet De minister van Infrastructuur en Milieu maakt, ter voldoening aan artikel 6.26, tweede lid, van de Waterwet, het volgende bekend.
Op 21 september 2015 is door Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid een besluit genomen op de aanvraag tot wijziging van de watervergunning van Huntsman Holland BV, gevestigd aan de Merseyweg 10 te Rotterdam-Botlek. De aanvraag heeft betrekking op een wijziging in waterbehandelingsmiddelen en het waterverwerkingsbeleid. De beoogde verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen dan volgens de geldende vergunning reeds zijn toegestaan. Terinzagelegging Het besluit met bijbehorende stukken ligt vanaf 24 september 2015 tot en met 4 november 2015 ter inzage bij: Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, Boompjes 200, Rotterdam, op werkdagen van 09:00 uur tot 12:00 uur en van 13:00 uur tot 16:00 uur en buiten deze uren na een vooraf gemaakte afspraak (telefoon 06 46 24 55 28 of 06 11 05 53 44, fax 010 402 70 81). Bezwaar Belanghebbenden kunnen vanaf 22 september 2015 tot en met 2 november 2015 een bezwaarschrift indienen bij de minister van Infrastructuur en Milieu, p/a de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, ter attentie van afdeling Werkenpakket, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam.
Het besluit is in werking getreden op 21 september 2015. Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Indien tegen het besluit bezwaar is gemaakt en als onverwijlde spoed dat vereist kan de indiener van het bezwaarschrift een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats of vestiging heeft. Inlichtingen Voor nadere inlichtingen kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de afdeling Vergunningverlening van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, telefonisch bereikbaar onder de hierboven vermelde nummers.
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, hoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid mevrouw AH. Bos-Massop