Rijkswaterstaat
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
RWS ONGECI..ASSIFICEERD
beschikking 27 SEP. 2075
Datum Nummer Onderwerp
RWS-2015/39020 M Maatwerkbesluit op grond van artikel 3.5, vijfde lid van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor Archer Daniëls Midland B.V. voor het lozen van huishoudelijk afvalwater op de Beneluxhaven met zaaknummer RWSV2O15-00004314
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Aanhef Besluit Voorschrift Overwegingen Conclusie Ondertekening Mededelingen
1.
Aanhef
De minister van Infrastructuur en Milieu heeft op 13 april 2015 een melding op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) ontvangen van Archer Daniëls Midland B.V., gevestigd aan de Elbeweg 125, 3198 LC Rotterdam-Europoort. De aanvraag betreft een verzoek om, op grond van artikel 3.5, vijfde lid van het Activiteitenbesluit, een maatwerkvoorschrift te verlenen voor het lozen van huishoudelijk afvalwater op de Beneluxhaven. De aanvraag is aangevuld op 18 augustus met twee e-mails. De aanvraag is geregistreerd onder nummer RWSV2O15-00004314. 2.
Besluit
Gelet op de Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Waterwet, het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling besluit de minister van Infrastructuur en Milieu als volgt: 1.
Op grond van artikel 3.5, vijfde lid van het Activiteitenbesluit worden de grenswaarden bedoeld in tabel 3.5 van artikel 3.5, eerste lid van het Activiteitenbesluit niet van toepassing verklaard en worden de in hoofdstuk 3 genoemde maatwerkvoorschriften gesteld aan het lozen van huishoudelijk afvalwater, afkomstig van het magazijn op de Bulkterminal van Archer Daniëls Midland B.V., gevestigd aan de Elbeweg 125, 3198 LC Rotterdam-Europoort op de Beneluxhaven.
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 1 van 5
RWS ONGECLASSIFXCEERD Datum
3.
Voorschrift
Nummer RWS-2015/39020 M
Voorschrift 1 Lozen huishoudelijk afvalwater 1. Het huishoudelijk afvalwater afkomstig van het magazijn op de Bulkterminal dient voor lozing op het oppervlaktewater van de Beneluxhaven door een septictank met een inhoud van 2,5 m3 te worden geleid. 2. De septictank dient zo vaak als voor een goede werking noodzakelijk is te worden geleegd doch minimaal 1 x per jaar. 4.
Overwegingen
4.1 Actïviteitenbesluit Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer in werking getreden, verder aangehaald als het “Activiteitenbesluit”. In het Activiteitenbesluit zijn voor verschillende activiteiten, die binnen inrichtingen plaats kunnen vinden, algemene voorschriften opgenomen. Met het Activiteitenbesluit wordt de vergunningplicht op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Waterwet (Wtw) voor een groot aantal inrichtingen opgeheven.
Het Activiteitenbesluit onderscheidt drie typen inrichtingen, typen A, B en C. Met de inwerkingtreding van de wijziging van het Activiteitenbesluit per 1 januari 2013 is het Activiteitenbesluit ook van toepassing op IPPC-installaties. IPPC-inrichtingen worden binnen het Activiteitenbesluit aangemerkt als type C-inrichtingen. De inrichting van Archer Daniëls Midland B.V. (verder te noemen ADM) is een type C-inrichting. Voor die inrichting is op grond van artikel 1.6 van het Activiteitenbesluit geen vergunning volgens de Waterwet noodzakelijk, voor zover het lozen betrekking heeft op de activiteiten genoemd in hoofdstuk 3. Bedrijfssituatie 4.2 ADM is een extractiebedrijf van oliezaden. Het productieproces betreft o.a. de raffinage van plantaardige oliën (sojabonen en raapzaad). ADM beschikt over twee productielijnen. Het afvalwater wordt verwerkt in een biologische zuiveringsinstallatie (AWZI). Hierin komt geen verandering. ADM beschikt over een watervergunning van 17 april 1997, AWU/97.6064 T, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 05 maart 2014, RWS-2014/10346 T voor het brengen van stoffen in de Beneluxhaven.
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 2 van 5
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
4.3
Reden maatwerkbesluit
Nummer RWS-2015/39020 M
4.3.1 Algemeen Het huishoudelijk afvalwater afkomstig van het magazijn op de Bulkterminal wordt via een septictank met een inhoud van circa 1 m3 afgevoerd naar het oppervlaktewater van de Beneluxhaven. Het magazijn wordt gebruikt door 1 personeelslid. De septic tank is defect geraakt en dient vervangen te worden. ADM verzoekt een septic tank met een inhoud van 2,5 m3 te mogen plaatsen.
Het dichtstbijzijnde gemeentelijke vuilwaterriool ligt op circa 150 meter van het magazijn. De afstand tot de AWZI waar het huishoudelijk afvalwater van de overige kantoren en laboratorium van het bedrijf wordt gezuiverd bedraagt circa 350 meter. 4.3.2 Verzoek ADM verzoekt om in afwijking van de ministeriële regeling in artikel 3.3 lid a niet een septic tank te installeren met een inhoud van 6 m3, maar van slecht 2,5 m3 en dat op te nemen in een maatwerkvoorschrift. 4.4 Beoordeling aanvraag maatwerkvoorschrift Op basis van het aantal werknemers in het magazijn bedraagt de vervuilingswaarde van het huishoudelijk afvalwater, minder dan 1 inwonerequivalent. Op grond van artikel 3.4, eerste lid van het Activiteitenbesluit is het lozen van huishoudelijk afvalwater op oppervlaktewater toegestaan als de afstand tot de dichtstbijzijnde riolering meer dan 40 meter (bij < 10 i.e.) bedraagt. Omdat de lozing van huishoudelijk afvalwater al plaatsvond voor 1 maart 1997, wordt de afstand op grond van artikel 6.19 van het Activiteitenbesluit (overgangsrecht) berekend vanaf het gedeelte van het gebouw dat zich het dichtst bij een vuilwaterriool of een zuiveringstechnisch werk bevindt. Aangezien de minimale afstand vanaf het magazijn tot aan de gemeentelijke riolering circa 150 meter bedraagt en de afstand tot de zuivering (IBA) circa 350 meter, hoeft ADM niet aan te sluiten op de riolering c.q. de AWZI, maar mag het huishoudelijk afvalwater op oppervlaktewater worden geloosd, mits het behandeld wordt in een zuiveringstechnische voorziening (IBA).
Het magazijn beschikt over een septic tank van slechts 1 m3 waarop het toilet is aangesloten. Deze septic tank is defect geraakt en dient vervangen te worden. Een septic tank met een inhoud van tenminste 6 m3 wordt door ADM in deze situatie buitenproportioneel geacht. Daarom verzoekt ADM de septic tank te mogen vervangen door één met een inhoud van 2,5 m3 Met het verzoek kan worden ingestemd. Aan dit besluit liggen de volgende redenen ten grondslag. 1. Het huishoudelijk afvalwater wordt gezuiverd door middel van een septictank met een inhoud van circa 2,5 m3. Dit is voldoende om onopgeloste bestanddelen in het huishoudelijk afvalwater te laten bezinken mits de septictank goed wordt onderhouden, dat wil zeggen periodiek wordt geleegd. 2. Het oppervlaktewater van de Beneluxhaven is niet kwetsbaar waardoor een lozing van huishoudelijk afvalwater met een zeer beperkte omvang niet tot waterkwaliteitsproblemen zal leiden.
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 3 van 5
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
Gelet hierop wordt in het onderhavige besluit op grond van artikel 3.5, vijfde lid van het Activiteitenbesluit bij maatwerkvoorschrift bepaald dat: • Het te lozen huishoudelijk afvalwater niet hoeft te voldoen aan de grenswaarden zoals vermeld in tabel 3.5 van artikel 3.5, eerste lid. • Het huishoudelijk afvalwater door een septictank moet worden geleid met een inhoud van 1 m3. • De septictank zo vaak als voor een goede werking noodzakelijk is moet worden geleegd doch minimaal 1 x per jaar voor onderhoud.
Nummer
Rws2015/39020 M
4.5 Procedure Het maatwerkvoorschrift betreft een lozing die geen aanzienlijke gevolgen voor het milieu heeft. De procedure heeft daarom plaatsgevonden volgens het gestelde in het Activiteitenbesluit en afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht. 5.
Conclusie
Het in het besluit opgenomen voorschrift waarborgt dat de doelstellingen van het waterbeheer voldoende worden beschermd. Op grond van de overwegingen bestaan er daarom geen bezwaren tegen het verlenen van het gevraagde maatwerkvoorschrift. 6.
Ondertekening
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, hoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid
mevrouw A.H. Bos-Massop
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 4 van 5
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
7.
Mededelingen
Nummer
RWS-2015/39020 M
Voor meer informatie over dit besluit kunt u terecht bij de in dit besluit genoemde contactpersoon. De contactgegevens staan in de begeleidende brief bij dit besluit. De contactpersoon kan uw vragen beantwoorden en het besluit met u doornemen. Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken. U moet hiervoor wel belanghebbende bij het besluit zijn. De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het maken van bezwaar: Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent? Welk doel wilt u met uw bezwaar tegen het besluit bereiken? Wat verwacht u van Rijkswaterstaat? Is het u voldoende duidelijk wat een bezwaarprocedure inhoudt en weet u of u met een bezwaar uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere, wellicht eenvoudigere wijze bereiken?
-
-
-
Wanneer u vragen heeft of wanneer u zich afvraagt of het indienen van een bezwaarschrift voor u de geschikte aanpak is, kunt u ook hiervoor contact opnemen met de bij het besluit vermelde contactpersoon. De contactpersoon kan met u overleggen over de te volgen procedure en u informeren over andere mogelijkheden die Rijkswaterstaat u eventueel biedt om tot een oplossing te komen. Hoe maakt u bezwaar? Om bezwaar te maken moet u, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar de minister van Infrastructuur en Milieu, t.a.v. Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, afdeling Vergunningverlening, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam. In het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende staan: uw naam en adres, en liefst ook uw telefoonnummer; een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden of door een kopie mee te sturen); de reden waarom u bezwaar maakt; de datum en uw handtekening. -
-
-
-
Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om een voorlopige voorziening indienen. Dit doet u door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of Organisatie een voorlopige voorziening aanvraagt kunt u een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de Organisatie S ingeschreven. De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening brengen. RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 5 van S