Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

RWS ONGECLASSIFICEERD

beschikking 1 1 NOV. 2075

Datum Nummer Onderwerp

RWS-2015/47797 1 Watervergunning RWZI Houtrust te Den Haag met zaaknummer 028.0957.A.wtwl4S9l

Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Aanhef Besluit Voorschriften Aanvraag Toetsing van de aanvraag aan de doelstellingen van het waterbeheer Procedure Conclusie Ondertekening Mededelingen Bijlagen

1.

Aanhef

De minister van Infrastructuur en Milieu heeft op 24 september 2013 een aanvraag ontvangen van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Hoogheemraadschap) om een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet (Wtw) voor het verrichten van handelingen in een watersysteem. De aanvraag is geregistreerd onder zaaknummer 028.0957.A.wtwl4Sgl. De aanvraag betreft het vastleggen van het brengen van (gezuiverd) afvalwater in de Noordzee, afkomstig van rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Harnaschpolder, DSM Delft Permit B.V. en grondwater afkomstig van de Gemeenschappelijke Regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord via RWZI Houtrust gelegen aan de Houtrustweg 120, 2566 GJ in Den Haag.

RWS ONGECLASSIFXCEERD

Pagina 1 van 10

RWS ONGECLASSIFECEERD Datum

2.

Besluit

Nummer RWS-2015/47797 1

Gelet op de bepalingen van de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de Algemene wet bestuursrecht en de hieronder vermelde overwegingen besluit de minister van Infrastructuur en Milieu als volgt: 1.

De gevraagde vergunning als bedoeld in artikel 6.2 van de Waterwet aan het Hoogheemraadschap van Delfland te Delft te verlenen voor het brengen van afvalwater afkomstig van DSM Delft Permit B.V. en de Gemeenschappelijke Regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord via RWZI Houtrust gelegen aan de Houtrustweg 120, 2566 G] in Den Haag.

II.

Aan de vergunning het volgende voorschrift te verbinden met het oog op de in artikel 2.1 van de Waterwet genoemde doelstellingen.

Voor een toelichting op de in deze vergunning vermelde begrippen wordt verwezen naar bijlage 1 van deze vergunning. 3.

Voorschriften

3.1

Voorschriften voor het brengen van stoffen in een oppervlaktewaterlichaam Voorschrift 1 Aansluiting & Lozingspunt

De locatie van aansluiting op het werk van het Hoogheemraadschap en locatie van het lozingspunt is aangegeven op de tekening zoals is opgenomen als bijlage 2 behorende bij de vergunning. 4.

Aanvraag

4.1

Algemeen

4.1.1 Aanleiding Het Hoogheemraadschap is de eigenaar en beheerder van de pijp afkomstig van RWZI Houtrust. Via deze pijp wordt ook het eifluent van RWZI Harnaschpolder, het afvalwater van DSM Delft Permit B.V. (Hierna: DSM) en grondwater afkomstig van de Gemeenschappelijke Regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord (hierna GR) op de Noordzee geloosd.

Op 1 maart 2014 is het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) gewijzigd, waardoor de lozing van gezuiverd stedelijk afvalwater in een oppervlaktewaterlichaam onder het Activiteitenbesluit is komen te vallen. Het eifluent van RWZI Harnaschpolder en RWZI Houtrust valt volledig onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit en daarom wordt de lozing van RWZI Harnaschpolder niet in het besluit opgenomen. De lozing afkomstig van DSM en GR is een indirecte lozing en valt dus onder de werkingssfeer van de Wabo.


Pagina 2 van 10

RWS ONGECLASSIFICEERD Datum

Door de lozing afkomstig van DSM, GR, RWZI’s Harnaschpolder en Houtrust is er sprake van een samengestelde lozing. Voor de lozing van RWZI Houtrust is maatwerk aangevraagd voor de parameters totaal-fosfor en totaal stikstof. Dit maatwerkbesluit zal in een apart besluit worden behandeld en is verder in deze beschikking niet aan de orde. DSM beschikt over een Wabo-vergunning waarin de lozingseisen zijn opgenomen. Echter is nog niet door een watervergunning vastgelegd dat DSM en GR via RWZI Houtrust mogen lozen. Daar de lozing van RWZI Houtrust inmiddels onder het AB valt, wordt met de aanvraag in deze watervergunning de lozing afkomstig van Harnaschpolder, DSM en GR via het effluentgemaal van RWZI Houtrust behandeld.

Nummer RwS2015/47797 T

4.1.2 Bedrijfssituatie Het eifluent van RWZI Houtrust wordt simultaan met het eifluent van RWZI Harnaschpolder en het afvalwater van DSM en GR via een 2,5 km lange leiding naar de Noordzee afgevoerd. 4.1.3 Activïteitenbesluit milieubeheer Op 1 maart 2014 is het Activiteitenbesluit van toepassing geworden op het lozen van gezuiverd stedelijk afvalwater in een oppervlaktewaterlichaam. In het Activiteitenbesluit zijn lozingsnormen opgenomen waar het gezuiverde stedelijke afvalwater aan dient te voldoen voordat het op een oppervlaktewaterlichaam geloosd wordt. Op grond van overgangsrecht in het Activiteitenbesluit blijven de lozingsnormen in de watervergunningen van RWZI Houtrust en RWZI Harnaschpolder die op 1 maart 2014 vigerend waren voor een periode van drie jaar als maatwerk van kracht. Voor RWZI Harnaschpolder heeft het Hoogheemraadschap verzocht om dit maatwerk in te trekken, omdat ze volledig onder het Activiteitenbesluit vallen en hieraan moeten voldoen. 4.2 Handelingen waarvoor vergunning wordt aangevraagd De aanvraag heeft betrekking op het brengen van gezuiverd afvalwater (stoffen) afkomstig van RWZI Harnaschpolder en DSM en grondwater van de GR via het werk van RWZI Houtrust op de Noordzee. 0p grond van artikel 6.2, lid 1 van de Waterwet is het verboden om stoffen in een oppervlaktewaterlichaam te brengen, tenzij: een daartoe strekkende vergunning is verleend door Onze Minister of, ten aanzien van regionale wateren, het bestuur van het betrokken waterschap; daarvoor vrijstelling is verleend bij of krachtens algemene maatregelen van bestuur. De lozing van DSM en GR vindt plaats via het werk van RWZI Houtrust. Het afvalwater van DSM bestaat uit eifluent van de afvalwaterzuivering, een bypas en grondkoelwater. Deze lozing is een indirecte lozing en valt onder de Wabo. Dit grondkoelwater is brak en werd tot een aantal jaar geleden gebruikt als koelwater. Door toepassing van een andere techniek heeft DSM nauwelijks meer koelwater nodig. Omdat het oppompen van grondwater niet gestopt kon worden, moet de lozing van dit water gecontinueerd worden. Dit wordt thans onder de vlag van de GR gedaan.


Pagina 3 van 10


4.2.1

Beschrijving van het oppervlaktewaterlichaam waarin de handelingen plaatsvinden De lozing vindt plaats in de Noordzee bij Scheveningen op circa 2,5 km uit de kust. Binnen het waterlichaam Hollandse kust, waartoe de Noordzee behoort, zijn de navolgende beschermde gebieden aangewezen:

Nummer

Rw52015/47797 1

Zwemwater Binnen het waterlichaam Hollandse kust liggen meerdere zwemlocaties. De dichtstbijzijnde locatie is Scheveningen. Natuurbeschermingswet 1998 In het waterlichaam Hollandse kust zijn op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 drie gebieden aangewezen die bijzondere bescherming nodig hebben om hun oppervlaktewater of grondwater te beschermen, of voor het behoud van habitats en rechtstreeks van water afhankelijke soorten. Het betreft: • De Noordzeekustzone; • De Noordzeekunstzone II; • De Voordelta. Het lozingspunt ligt niet in één van deze gebieden. Kaderrichthjn Water De activiteit vindt plaats in het KRW-waterlichaam Hollandse kust. Dit waterlichaam behoort tot de categorie kustwateren en wordt aangemerkt als een natuurlijk waterlichaam. 5.

Toetsing van de aanvraag aan de doelstellingen van het waterbeheer

De lozing van DSM en de GR vindt plaats via het werk van RWZI Houtrust. In deze vergunning wordt de indirecte lozing van DSM en de GR op het werk van het Hoogheemraadschap administratief vastgelegd. Om voor verspreiding van het effluent in het zeewater te zorgen is de leiding aan het zee uiteinde voorzien van diffusoren. De diffusoren (350 mm doorsnede) zijn geplaatst met een onderlinge afstand van 5,6 meter over een lengte van 500 meter. Bij laag water, DWA en gunstige waterstanden wordt het eifluent onder vrij verval afgevoerd en bij hoog water wordt het eifluent door het effluentgemaal Houtrust verpompt. 6.

Procedure

6.1 Algemeen De Waterwet bepaalt dat op de voorbereiding van een beschikking tot het verlenen van een vergunning voor het brengen van stoffen in een oppervlaktewaterlichaam, de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Awb en afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer van toepassing zijn. In het Waterbesluit zijn hierop uitzonderingen gemaakt. Een dergelijke uitzondering is in dit geval niet van toepassing, zodat de reguliere voorbereidingsprocedure niet kan worden gevolgd.


Pagina 4 van 10


6.2 Behandeling van zienswijzen De aanvraag met bijbehorende stukken en de ontwerpvergunning hebben van 6 augustus 2015 tot en met 16 september 2015 voor het naar voren brengen van zienswijzen ter inzage gelegen. Over de ontwerpvergunning zijn schriftelijke zienswijzen naar voren gebracht door Surfrider Foundation Holland (Stichting 5FF Chapter Holland) bij brief van 13 september 2015.

Nummer RWS2015/47797 1

De zienswijzen kunnen als volgt worden samengevat: 1. Wordt de kwaliteit van het eifluent constant gemonitord? 2. In welke mate is het eifluent van de lozing belast met e. coli en aanverwante bacteriën en eventuele antibiotica resten en antibiotica resistente bacteriën? 3. Vallen risico’s als gevolg van verminderde waterkwaliteit als gevolg van de lozingen voor recreanten te allen tijden uit te sluiten? 4. Is er een totaal overzicht van impact van de lokaal aanwezige riooloverstorten in de haven (vanuit Duindorp), lozingen vanuit het gemaal Houtrust (aanvoer van door riooloverstorten verontreinigd water uit stedelijk gebied Den Haag) en via de eifluent lozingen van RWZI Houtrust in geval van hevige neerslag? Wat zijn de risicos voor watersport:ers in deze situatie? 5. Kunnen watersporters en/of de belangenorganisaties geïnformeerd worden over de risico’s langs de Nederlandse kust en de situaties waarin dit op treedt? Op welke wijze kan dit worden georganiseerd? Naar aanleiding van deze zienswijzen wordt het volgende opgemerkt: Met deze watervergunning worden de indirecte lozingen van DSM en GR op het effluentriool van de RWZI Houtrust van het Hoogheemraadschap van Delfiand vastgelegd. Het is een voortzetting van de bestaande activiteiten. De lozingen van een RWZI worden in het Activiteitenbesluit gereguleerd. Indirecte lozingen worden op grond van de Wabo gereguleerd in de omgevingsvergunning. Bovenstaande zienswijzen vallen hierdoor buiten de scope van deze watervergunning en vormen geen aanleiding voor wijziging. Rijkswaterstaat neemt de zorgen van de Surtrider Foundation serieus. Er heeft inmiddels een constructief overleg plaatsgevonden, waarbij bovenstaande zienswijzen zijn besproken.


Pagina 5 van 10


7.

Conclusie

Nummer RWS-2015/47797 1

De ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens voldoen aan de gestelde eisen in artikel 6.2 van de Watetwet. De beoogde beschikking leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen. 8.

Ondertekening

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, hoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid

mevrouw A.H. Bos-Massop

RWS ONGECLASSXFECEERD

Pagina 6 van 10


9.

Mededelingen

Nummer

RWS-2015/47797 1

Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht beroep indienen bij de bestuursrechter. Met deze procedure legt u de zaak aan de rechter voor om te bepalen of Rijkswaterstaat het juiste besluit heeft genomen. U moet hiervoor wel belanghebbende bij het besluit zijn. De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het opstellen van een beroepschrift: Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent? Welk doel wilt u met uw beroep bereiken? Is het u voldoende duidelijk wat een beroepsprocedure inhoudt en weet u of u met deze procedure uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere, wellicht eenvoudigere wijze bereiken? -

-

-

Hoe dient u beroep in? Om in beroep te gaan bij de bestuursrechter moet u binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een beroepschrift indienen. U kunt uw beroepschrift sturen naar de rechtbank in het gebied waar u woont. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of Organisatie een beroepschrift indient dan kunt u het beroepschrift sturen naar de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de Organisatie i5 ingeschreven. In het beroepschrift moet in ieder geval het volgende staan: uw naam en adres; een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u beroep instelt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden) en zo mogelijk een kopie van het besluit; de reden waarom u beroep instelt; de datum en uw handtekening. Voor de behandeling van een beroepschrift wordt een bedrag aan griffierecht in rekening gebracht. -

-

-

-

Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw beroep in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. U doet dit door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of Organisatie een voorlopige voorziening aanvraagt kunt u een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de organisatie is ingeschreven. De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening brengen. U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.


Pagina 7 van 10


10.

Bijlagen Bijlage 1, Begripsbepalingen Bijlage 2, Tekening aansluiting en lozingspunt


Nummer RWS-2015/47797 1

Pagina 8 van 10


Bijlage 1, Begrippenlijst

Nummer RWS-2015/47797 1

Behorende bij de vergunning van de minister van Infrastructuur en Milieu van heden, nummer RWS-2015/47797 1. In deze vergunning wordt verstaan onder: 1. ‘Aanvraag’: de aan deze vergunning ten grondslag liggende aanvraag is op 24 september 2013 binnengekomen bij Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid en geregistreerd onder zaaknummer 028.0957.A.wtw14891. 2. ‘Afvalwater’: water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. 3. ‘BPRW 2009-2015’: het Beheer- en Ontwikkelpian voor de Rijkswateren 2009-2015, zoals dat op 22 december 2009 in werking is getreden (te downloaden van www.rijkswaterstaat.nI). 4. ‘Bevoegd gezag’: de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid namens de minister van Infrastructuur en Milieu (pia Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, afdeling Vergunningverlening, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam). 5. ‘Eifluent’: afvalwater afkomstig uit een installatie waarin dit afvalwater een zuiveringstechnische behandeling heeft ondergaan. 6. ‘Kaderrichtlijn Water (KRW)’: richtlijn 2000/60/EG van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid. 7. ‘KRW-waterlichaam’: volgens artikel 2, lid 10, van de richtlijn 2000/60/EG is een KRW-waterlichaam een te onderscheiden oppervlaktewater van aanzienlijke omvang, zoals een meer, een waterbekken, een stroom, een rivier, een kanaal, een deel van een stroom, rivier of kanaal, een overgangswater of een strook kustwater. 8. ‘Lozingspunt’: een punt van waaruit afvalwater in het oppervlaktewaterlichaam wordt geloosd/gebracht. 9. ‘Ontvangstdatum aanvraag’: eerste datum dat de aanvraag ontvangen is bij een bestuursorgaan. 10. ‘Oppervlaktewaterlichaam’: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende bodem, oevers en, voor zover uitdrukkelijk aangewezen krachtens de Wtw, drogere oevergebieden, alsmede flora en fauna. 11. ‘Vergunninghouder’: diegene die krachtens deze vergunning handelingen verricht. 12. ‘Waterbeheerder’: de minister van Infrastructuur en Milieu, per adres de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid.


Pagina 9 van 10


Bijlage 2, Tekening aansluiting en lozingspunt

Nummer RWS-2015/47797 1

Behorende bij de vergunning van de minister van Infrastructuur en Milieu van heden, nummer RWS-2015/47797 1.


Pagina 10 van 10

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Recommend Documents