rijkdom en weelde
eindexamenKijkwijzer In samenwerking met het Mauritshuis
voortgezet onderwijs HAVO, niveau 2012 - 2013
hoe het werkt
plattegrond
Voor de leerling Deze eindexamenkijkwijzer leidt je langs kunstwerken uit verschillende tijden en windstreken in het Gemeentemuseum Den Haag. Stuk voor stuk hebben ze iets te maken met het examenthema RIJKDOM EN WEELDE.
17
Hoe ga je te werk
SHOP
begane grond
Een clipboard kun je bij de infobalie in de hal lenen. Je vindt bij ieder werk een afbeelding, een aanduiding waar je het kunt vinden, een tekst en enkele opdrachten. Je hoeft bij een werk niet met de tekst te beginnen. Ga rustig zitten op zaal, bekijk het werk, en begin met de vragen. Pas wanneer je aan meer informatie toe bent, kun je de introductie raadplegen. Op de plattegrond in je kijkwijzer kun je zien waar je bent.
16
H
e
tw
on
r de
va
n
D
el
ft
s
B
la
uw
M
on
dr
i
n aa
&
D
SHO P
GEMEENTE MUSEU M
M
au
t ri
sh
ui
s
O
nt
d
ek
he
1e verdieping
tm
26
36
AUL A
Neem om het museumbezoek goed te laten verlopen van te voren contact op met de afdeling Educatie, tel.: 070 – 3381 120.
2
ijl
MUSEU M ATELIER
19
voor de docent
© Gemeentemuseum Den Haag December 2012 Afdeling Educatie Tekst: Andrea Freckmann Vormgeving: Afdeling Foto & Vorm
St
MAURITSHUI S
We raden aan om voor deze kijkwijzer minimaal 1,5 uur de tijd te nemen of van te voren een selectie te maken. De inrichting van het museum is aan wisselingen onderhevig. De afdeling Educatie doet haar best deze eindexamenkijkwijzer up-to-date te houden, het kan echter voorkomen dat een kunstwerk van deze kijkwijzer tijdelijk niet te zien is.
De afdeling Educatie van het Gemeentemuseum Den Haag staat niet in voor de juistheid van de inhoud van de voor deze kijkwijzer als bron gebruikte websites en publicaties en neemt geen verantwoordelijkheid voor de gevolgen van eventuele fouten in deze kijkwijzer. Het antwoordmodel van deze examentour is uiteraard niet geplaatst op de website van het museum. Docenten kunnen deze telefonisch of per e-mail aanvragen bij de afdeling Educatie van maandag t/m vrijdag van 9.00 - 16.00 uur (tel. 070 - 33 81 120 of
[email protected]).
e
48
Gemeentemuseum Mauritshuis
3
e od
rn
e
25
24
tentoonstelling MAURITSHUIS
zaal 48, 1e verdieping
VAN ICOON NAAR EZELSCHILDERIJ QUINTEN MASSYS Je hoeft niet met onderstaande tekst te beginnen. Ga rustig zitten, bekijk het werk, en begin met de vragen. Pas wanneer je aan meer informatie toe bent, kun je deze introductie raadplegen. Wandelend door musea voor westerse kunstgeschiedenis kan het niemand ontgaan dat schilderijen van ruwweg 1450 er heel anders uitzien dan die van daarna. De belangrijkste reden daarvoor is bladgoud. De meeste schilderijen van voor 1450 zijn letterlijk vergulde panelen met gekleurde figuren, terwijl die van daarna op zijn hoogst zijn gevat in een omvangrijke vergulde lijst.
kunstenaar / uitvoerder Quinten Massys titel Madonna en kind datering voor 1530 materiaal olieverf op paneel afmetingen 75 x 63 cm objectnummer 842 langdurig bruikleen van het Rijksmuseum aan het Mauritshuis
Oorspronkelijk werd het overvloedige gebruik van bladgoud in de schilderkunst overgenomen van de Byzantijnse schilderkunst. In Byzantium vervulden iconen een duidelijk afgebakende functie binnen de eredienst, vergulding was liturgisch voorschrift. In West-Europa ontbraken dergelijke richtlijnen. Als gevolg daarvan wedijverden religieuze instellingen en privépersonen om het mooiste en rijkste altaarstuk. Beschilderde altaarstukken waren vanaf de tweede helft van de 13e eeuw vooral in gebruik onder burgers in de steden, terwijl prinsen en edellieden vasthielden aan de veel kostbaarder goudsmeedkunst: tabernakels en schrijnen van goud, verguld met zilver. Schilderijen met bladgoud imiteerden de vormentaal van zulk edelsmeedwerk. De hoeveelheid bladgoud in de geschilderde voorstelling nam geleidelijk af gedurende de 15e eeuw en leidde uiteindelijk tot het zogenaamde ezelschilderij, zonder goud. Quinten Massys (I) (1466-1530) was een ZuidNederlands schilder, en wordt beschouwd als de laatste belangrijke vertegenwoordiger van de Vlaamse Primitieven. Vlaamse Primitieven is de
4
benaming van een groep kunstschilders uit de lage landen van de 15e en begin 16e eeuw, voor namelijk werkzaam rond de bloeiende steden Brugge en Gent. De werken van de Vlaamse primitieven worden gekenmerkt door hun levendige en gedetailleerde schildertechniek waarin op een naturalistische wijze de zichtbare wereld wordt afgebeeld. In de regel zijn hun werken uitgevoerd op duurzame eikenhouten panelen in een verfijnde olieverftechniek. Hoewel Jan van Eyck van oudsher werd aanzien als de ‘uitvinder’ van de olieverftechniek, heeft hij de techniek slechts verfijnd. Hij voerde de zogenaamde ‘glaceertechniek’ tot een ongezien meesterschap. Hierbij worden dunne en doorzichtige lagen olieverf op een gladde witte ondergrond over elkaar aangebracht. Doordat het licht door de verschillende kleurlagen kan dringen en door de witte ondergrond wordt weerkaatst, ontstaan bijzonder diepe kleuren in oneindig veel nuances.
Duccio, rucellai Madonna, 1285
Bronnen Eindexamen tehatex havo 2013: Rijkdom en Weelde (digischool) http://moodle.digischool.nl/ mod/resource/view.php?id=10867 www.wikipedia.com 5
tentoonstelling mauritshuis
zaal 48, 1e verdieping
opdrachten De Madonna van Duccio (in je kijkwijzer) is een voorbeeld van middeleeuwse schilderkunst. De Madonna met kind van Massys (hier op zaal) is een voorbeeld van een schilderij uit de Renaissance. Dat zie je in een oogopslag. Waaraan?
Beschrijf in trefwoorden de omgeving waarin Massys de Madonna plaatst.
Vergelijk de Madonna van Massys met de Madonna van Duccio. Ga in op aspecten van de voorstelling en de vormgeving die je belangrijk vindt.
De werken van de Vlaamse primitieven worden gekenmerkt door hun verfijnd gebruik van olieverf. Dankzij een nieuwe glaceertechniek konden ze bijzonder diepe kleuren in oneindig veel nuances schilderen. Quinten Massys (I) wordt beschouwd als de laatste belangrijke vertegenwoordiger van de Vlaamse Primitieven. Welk effect bereikte hij met het weergeven van de voorstelling in deze fijne schildertechniek?
Hoe creëert Massys ruimte-illusie in zijn schilderij? Vergelijk met het schilderij van Duccio. In West-Europa wedijverden religieuze instellingen en privépersonen om het mooiste en rijkste altaarstuk. Het verdwijnen van bladgoud als achtergrond maakte schilderijen niet goedkoper. Schilderijen werden hierdoor namelijk niet minder pronkvol. Leg dit uit aan de hand van dit voorbeeld.
6
7
tentoonstelling mauritshuis
zaal 36, 1e verdieping
Stilleven in de 17e eeuw clara peeters Je hoeft niet met onderstaande tekst te beginnen. Ga rustig zitten, bekijk het werk, en begin met de vragen. Pas wanneer je aan meer informatie toe bent, kun je deze introductie raadplegen. De Antwerpse Clara Peeters (1589 - na 1621) is een van de weinige vrouwelijke schilders uit de 17e eeuw en één van de pioniers in de ontwikkeling van het stilleven als genre in de vroege 17e eeuw. Haar werk maakt deel uit van de Vlaamse barokschilderkunst. Ze had zich gespecialiseerd in stillevens met prachtige voorwerpen, heerlijke vruchten, exotische bloemen en kostbaar voedsel. Clara Peeters Stilleven met kazen, amandelen en krakelingen, ca. 1615
Peeters voegde soms miniatuurzelfportretten toe in het glanzende oppervlak van de kannen en de nauwgezette details van haar stillevens. Het zelfportret in miniatuur werd al in 1434 door Jan van Eyck toegepast in zijn portret van het echtpaar Arnolfini. Clara Peeters was één van de eersten die het in 17e-eeuwse stillevens gebruikte. Het ging bij haar niet om een enkel zelfportret, maar om soms wel vijf of zes zelfportretjes in een schilderij. De stillevens uit de Vlaams-Nederlandse schilderkunst uit de 17e eeuw zijn vooral beroemd om de stofuitdrukking, de weergave van het oppervlak van een voorwerp. In één stilleven laat de schilder zijn vaardigheid zien om tegelijkertijd bijvoorbeeld het karakter van een satijnen kleed, een droog brood, een mat ei, bedauwde druiven, een hard glanzend glas en een parelmoeren schelp weer te geven. Vaak gebruikten schilders hun geliefde objecten telkens opnieuw.
8
Er bestaan verschillende soorten stillevens, die in typen worden onderscheiden. Onderstaand vind je een kleine selectie. Stillevens lenen zich voor meervoudige interpretatie, omdat aan stillevens gewoonlijk geen verhaal ten grondslag ligt. Je kunt er dus meestal meer dan één betekenis in zoeken.
Soort stilleven
Voorwerpen
Symboliek
Pronkstilleven
Kostbaarheden en bijzondere vruchten
Rijkdom, weelde
Banketje
Voorwerpen en voedingsmiddelen horende bij een maaltijd
Mogelijk een aanmoediging tot matigheid, of een verwijzing naar het laatste avondmaal. Kan ook rijkdom weergeven
Vanitas
Schedels, gedoofde kaarsen, verwelkte bloemen, vergane boeken, omgevallen glazen
IJdelheid en zinloosheid van aards bezit, of het memento mori
Bloemstilleven
Allerhande verschillende bloemen, al dan niet bijzonder, soms omgeven door insecten zoals vlinders en torren.
Mogelijk vergankelijkheid, maar ook bewondering voor de schepping
Fruitstilleven
Allerhande vruchten
Overvloed en vruchtbaarheid
Jachtstuk
Dode fazanten, duiven, herten en ander wild
Bron www.wikipedia.com 9
tentoonstelling mauritshuis
zaal 36, 1e verdieping
opdrachten Beschrijf in trefwoorden wat de schilder heeft afgebeeld. Tot welke soort wordt dit stilleven gerekend, denk je? Zie hiervoor de soorten stillevens in de tabel van de introductie.
Met een zogenaamd pronkstilleven kan de rijkdom van de opdrachtgever van het schilderstuk worden gesymboliseerd. Valt het stilleven van Peeters onder deze noemer? Geef argumenten hiervoor of -tegen.
De stillevens uit de Vlaams-Nederlandse schilderkunst uit de 17e eeuw zijn vooral beroemd om de stofuitdrukking. Wat was er zo bijzonder aan? Leg uit aan de hand van dit schilderij. Peeters voegde soms miniatuurzelfportretten toe in het glanzende oppervlak van de kannen en de nauwgezette details van haar stillevens. Waarom, denk je?
Wie denkt aan barokschilderkunst (waarvan dit schilderij een voorbeeld is), denkt ook meteen aan de rol die het licht hierin speelt. Beschrijf de toepassing van het beeldaspect licht en de werking ervan. Waar bevindt zich de lichtbron?
10
Hoe vaak en waar precies heeft ze zich zelf hier afgebeeld?
11
tentoonstelling ontdek het moderne
zaal 25, 1e verdieping
goud in de 20e eeuw daan van golden
kunstenaar / uitvoerder Daan van Golden titel Relic
Je hoeft niet met onderstaande tekst te beginnen. Ga rustig zitten, bekijk het werk, en begin met de vragen. Pas wanneer je aan meer informatie toe bent, kun je deze introductie raadplegen.
datering 1964-1989 afmetingen 70,5 x 48 cm
Voor Daan van Golden (*1936) bestaat de scheiding tussen kunst en leven niet. De kunst staat dicht bij zijn leven. Zijn eigen wereld, dat wat hem persoonlijk bezig houdt, vormt het uitgangspunt van zijn kunst.
materiaal lakverf en goudverf op hout objectnummer 1039457
Onder invloed van zijn verblijf in Japan van 1962 tot 1964 veranderde zijn stijl radicaal. Het wild geschilderde werk liet hij achter zich, zijn nieuwe werk was beheerst en op de vorm gericht. Terwijl hij in zijn levensonderhoud voorzag met het geven van Engelse les en het spelen van bijrollen in Japanse gangsterfilms, begon hij de decoratieve patronen van stukken textiel en verpakkingspapier over te nemen op het doek. Het nieuwe werk ontstond, verklaarde hij later, om tot rust te komen. Ook was hij af van het probleem ‘wat’ en ‘hoe’ te schilderen in de nieuwe omgeving. Het overnemen van patronen bepaalde zijn werk voor de resterende anderhalf jaar die hij in Japan doorbracht. De schilderijen van Daan van Golden ontstaan uiterst langzaam. Als voorbeeld hiervan vertelt hij de volgende anekdote: Toen ik nog aan de lange haven in Schiedam woonde, waren ze in de omgeving aan het bouwen. Daar kon ik op uitkijken. In die periode was ik begonnen aan een schilderij. Er waren zestig woningen gebouwd, toen ik het schilderij af had. Het lijkt wel op monnikenwerk: de monotonie en discipline van het schilderen en de precieze uitvoering is voor hem een vorm van meditatie. Om zo scherp mogelijke contouren te krijgen, gebruikt Van Golden sjablonen en tape. Aanvankelijk schilderde hij met olieverf, maar al spoedig ging hij over naar Japanse lakverf, die als een dunne, gladde film over het doek gelegd kon worden. Het onpersoonlijke, bijna industriële uiterlijk dat zijn schilderijen op die manier kregen, beviel hem.
12
De werken van Daan van Golden hebben een bijna morele implicatie: het gaat erom dat we op integere
wijze met de dingen omgaan, dat we ze met respect behandelen. Het kunstenaarsschap, zei hij, is een houding ten opzichte van het leven. En dat omvat alles wat je doet. Elke daad moet goed zijn […]. Karel Schampers schreef over Daan van Golden: Dat is wat ik zo bewonder […]: de menselijkheid die er uit spreekt, de toewijding waarmee het gemaakt is. In dat menselijke, in die ogenschijnlijk simpele dingen zit een aandacht en liefde die het heel bijzonder maakt. En die het boven het alledaagse doet uitstijgen.
Bronnen Daan van Golden, The pencil of nature, © Museum Boijmans van Beuningen, Daan van Golden en de auteurs, 1999 Daan van Golden, 26 februari – 28 maart 1978, Stedelijk Museum Schiedam 13
tentoonstelling ontdek het moderne
zaal 25, 1e verdieping
opdrachten Maak een bondige beeldbeschrijving van het schilderij. Besteed hierbij ook aandacht aan: het kleurgebruik en de toets.
Wat is de betekenis van dit werk, denk je? Zou je bijvoorbeeld kunnen zeggen dat het een hedendaags icoon is? Verwerk hierbij je eigen associaties en/of raadpleeg de introductie in deze kijkwijzer.
Een icoon is een afbeelding van Christus, de Moeder Gods of heiligen. De Rucellai Madonna van Duccio (in je kijkwijzer) is er een voorbeeld van. Iconen zijn meestal geschilderd op een houten paneel. Bij het schilderen dient er rekening gehouden te worden met bepaalde regels. Deze regels zijn vervat in de schildersboeken (de zg. canon) en hebben de bedoeling voor zuiverheid en uniformiteit te zorgen en niet af te wijken van de leerstellingen van de kerk. Een icoon wordt in principe niet gesigneerd, omdat men ervan uitgaat dat het Gods hand is die het schilderen begeleidde. Daan van Golden refereert met dit werk naar de iconen uit de middeleeuwse schilderkunst. Hiermee wordt niet de voorstelling bedoeld, maar bepaalde aspecten van de vormgeving. Welke overeenkomsten zie je tussen dit werk en de Rucellai Madonna van Duccio?
14
Niet alleen de titel Relic en de vormgeving van het werk verwijzen naar de religieuze schilderkunst. De orthodoxie leert dat door een icoon te eren, de gelovige in verbinding treedt met God. Een gelovige vereert een icoon door het slaan van een kruis, door er voor te bidden, door het maken van buigingen en door de icoon eventueel te kussen. Probeer een verband te leggen tussen de manier waarop Daan van Golden werkt en de rituelen binnen de kerk. Raadpleeg hiervoor ook de introductie in je kijkwijzer.
15
tentoonstelling ontdek het moderne
zaal 24, 1e verdieping
borduurwerk en schilderkunst michael raedecker kunstenaar / uitvoerder Michael Raedecker titel The reflex datering 2003 materiaal olieverf, draad, garen objectnummer 1020398
Je hoeft niet met onderstaande tekst te beginnen. Ga rustig zitten, bekijk het werk, en begin met de vragen. Pas wanneer je aan meer informatie toe bent, kun je deze introductie raadplegen. Tot in de 19e eeuw werd het werkveld van kunst en kunstnijverheid bepaald door de organisatie van de gilden. Fraai borduurwerk in zijde voor de kleding van de welgestelde burgerij was bijvoorbeeld in de 17e eeuw het werk van professionele borduurders. In veel Nederlandse steden waren zij verenigd in hetzelfde Sint-Lucasgilde als de kunstschilders. Men sprak ook wel van ‘schilderen met de naald’. De voorbeeldboeken die de borduurders en schilders gebruikten, kwamen overeen. Maar ook bijvoorbeeld kostuumseries die werden gepubliceerd in boek- of prentvorm, werden zowel door kleermakers als door schilders bestudeerd. In de 18e eeuw leidde het verenigen van zowel de kunstenaar als de kunstambachten tot conflicten en uiteindelijk tot opheffing van het Sint-Lucasgilde. Er is sprake van een interessante overlap tussen borduurwerk en schilderkunst in een aantal fraaie Nederlandse stillevens die geheel zijn uitgevoerd in zijden borduurwerk. In het Fries Museum bevinden zich twee stillevens uit 1952, die grote verwantschap tonen met de geschilderde stillevens uit de 17e eeuw. 16
De Nederlandse kunstenaar Michael Raedecker (*1963) studeerde modeontwerpen voordat hij een vervolgstudie in de beeldende kunsten koos. Hij zet de oude traditie van ‘schilderen met de naald’ op een hedendaagse manier voort. Hij verwerkt stoffen en borduurt garens op een met acrylverf bewerkte ondergrond. Zijn kleurgebruik is vaak minimaal en de afbeeldingen zijn van alledaagse dingen, bijvoorbeeld een tafel met stoelen, wasgoed wapperend aan een waslijn en stillevens.
Geborduurd schilderij, 1652 Zijde met borduurwerk in zijde, 15 x 23 cm Fries Museum Leeuwaarden
Bronnen T entoonstellingscatalogus Mode x Kunst. Een affaire, Gemeentemuseum Den Haag, © WBooks 20122 www.wikipedia.nl
17
tentoonstelling ontdek het moderne
zaal 24, 1e verdieping
Opdrachten Het geborduurde stilleven uit 1652 (in je kijkwijzer) toont grote verwantschap met de geschilderde stillevens uit de 17e eeuw. Licht deze uitspraak toe aan de hand van de voorstelling en aspecten van de vormgeving die je belangrijk vindt. Verwerk hierbij ook de informatie die je eerder in deze kijkwijzer bij het stilleven van Clara Peeters hebt gekregen.
Raedecker past het ‘schilderen met naald en draad’ op een hedendaagse manier toe. Vergelijk zijn werk met het geborduurde schilderij uit 1652. Noem overeenkomsten en verschillen die je belangrijk vindt.
In hoeverre past het materiaal van het geborduurde stilleven bij de voorstelling/de vormgeving?
Raedecker refereert niet alleen naar de techniek van een geborduurd stilleven, maar ook naar het stilleven als genre. Licht deze uitspraak toe. Wat is de betekenis van dit werk, denk je?
Zoals het Sint-Lucasgilde de kunstenaar en de kunstambachten onder één dak verenigde, zo brengt Michael Raedecker in zijn werk verschillende disciplines bij elkaar. Hoe?
18
19
tentoonstelling het wonder van delfts blauw
zaal 17, begane grond
Kunstvoorwerpen van uitzonderlijke waarde Zwart Delfts theebus Je hoeft niet met onderstaande tekst te beginnen. Ga rustig zitten, bekijk het werk, en begin met de vragen. Pas wanneer je aan meer informatie toe bent, kun je deze introductie raadplegen. Nog aan het einde van de 16e eeuw was de handel met Azië een gelegenheidsonderneming. Voor een handelsreis werden schepen gehuurd of gekocht en zeelieden geworven. Na de reis werd de balans opgemaakt, het schip verkocht en het personeel ontslagen. Om sterker in de markt te staan, werd in 1602 de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht. De VOC had eigen schepen en was een belangrijke factor voor de handel en de welvaart in de 17e eeuw. Met de VOC kwam ongeveer 400 jaar geleden Chinees porselein naar Nederland. Delfts blauw, het aardewerk met witte glazuur met blauwe beschildering, heeft zijn ontstaan te danken aan het blauwwitte Chinese exportporselein. Binnen een mum van tijd was dit verfijnde porselein zo populair dat de Delftse aardewerkfabrikanten de Chinese voorwerpen begonnen na te bootsen. Bij gebrek aan porseleinaarde konden zij echter alleen de vormen en decoratiemotieven imiteren.
kunstenaar / uitvoerder De Metaale Pot titel Theebus met schroefdop datering 1691-1724 materiaal keramiek, faience objectnummer 0400757
20
Porselein wordt gemaakt van een speciale kleisoort die wordt gebakken bij een temperatuur van rond 1400 º C. Porselein is wit en een beetje doorschijnend. De Delftse pottenbakkers probeerden het Chinese porselein na maken. Ze maakten aardewerk van gelige klei, gebakken bij een temperatuur van circa 1000 ºC. Met het glazuur konden ze alle kleuren geven aan het aardewerk. Wanneer porselein breekt, zijn de scherven door en door wit. Wanneer aardewerk breekt, zie je aan de binnenkant de kleur van gebakken klei. Het vroegste Delfts was, in navolging van het eerste blauwwitte Chinese exportporselein, blauwwit versierd met oosters geïnspireerde voorstellingen. Ook de modellen waren oosters. Toen aan het einde van de 17e eeuw veelkleurig oosters porselein op de markt kwam, waren de plateelbakkers er als de kippen bij om ook dit gekleurde goed na te bootsen.
Naast het oosters geïnspireerde productassortiment, begonnen de plateelbakkers ook eigen modellen en versieringen toe te passen. Het ruime aanbod van zowel oosters als westers Delfts stimuleerde de vraag naar oosters porselein met Europese vormen en decoraties. Dit porselein met westerse motieven is het zogenaamde Chine de commande. Het getuigt van de voortdurende wisselwerking tussen Oost en West. Het verzamelen en uitstallen van oosters porselein kent een lange traditie. Behalve aan het hof van de Oranjes, waren ook in de huizen van de Hollandse burgerij modieuze porseleinopstellingen al vroeg in de 17e eeuw te bewonderen. Al dan niet in combinatie met oosters porselein werd Delfts aardewerk te pronk gezet op consoles of richels langs de wand, in de haard of op de schouw en bovenop kasten die speciaal daarvoor uitkragende kappen hadden. Hieruit ontstond in de 18e eeuw de porseleinkast met glazen deuren. Voor dit type kast ontwikkelden de Delftse plateelbakkers het kaststel dat uit een oneven combinatie van bekervazen en dekselpotten bestaat.
Kamerscherm van Japans lakwerk, ca. 1700-1750, Kollenburg antiquairs, http://www.kollenburgantiquairs.com/nl
Bronnen Zaalteksten tentoonstelling Het wonder van Delfts Blauw Marion van Aken-Fehmers, Titus M. Eliëns, Suzanne M. R. Lambooy, Het Wonder van Delfts Blauw, Gemeentemuseum Den Haag, Waanders uitgevers 2012
21
tentoonstelling het wonder van delfts blauw
zaal 17, begane grond
Opdrachten Het verzamelen en uitstallen van oosters porselein kent een lange traditie. Behalve aan het hof van de Oranjes, werden ook in de huizen van de Hollandse burgerij porseleinopstellingen al vroeg in de 17e eeuw te pronk gezet. Dat zie je prima in het poppenhuis van koopmansvrouw Sara Rothé uit 1743. Het geeft een goed beeld van het dagelijks leven in een rijk woonhuis in die tijd. In welke kamers en op welke plekken zie je Delfts blauw/Chinees porselein? Voor de benaming van de kamers kijk op de waaier met de bijschriften. Kamer
Delfts blauw/Chinees porselein in/op…
Delfts blauw/Chinees porselein vind je in de meest uiteenlopende modellen (vormen) en met oosterse/ westerse of gecombineerde versiering. Kies drie modellen uit het poppenhuis van Sarah Rothé. Maak een tekening van de vorm en beschrijf de versiering. Wat voor voorwerp is het, denk je? Dit is een
Dit is een
Versiering
Versiering
22
Door naar de vorm en de versiering te kijken, kom je er niet achter of het serviesgoed in het poppenhuis een voorbeeld is van Delfts blauw of van Chinees porselein. Geef een verklaring hiervoor en betrek hierbij de introductie.
Bekijk de theebus (Zwart Delfts) in de vitrine. Wie goed kijkt ziet, dat dit theegoed geen Aziatisch porselein is. Waaraan kun je dat zien?
Theedrinken was een kostbare aangelegenheid en aanvankelijk aan een beperkte kring voorbehouden. Na 1680 werd het algemeen aanvaard en een geliefd tijdverdrijf. Men trachtte bij theegoed het exotische en kostbare karakter van het theedrinken te benadrukken. Hoe? Leg uit aan de hand van dit theebusje en betrek hierbij ook de afbeelding van het oosterse lakwerk in je kijkwijzer.
Dit is een
Versiering
Hier in de Stijlkamers zie je voorbeelden van bijzondere wanddecoraties uit oude herenhuizen. De meest kostbare manier om een vertrek vorm te geven was met goudleer - zoals je het ziet in zaal 16 hiernaast. Goudleer gebruikte men vooral in de formele vertrekken waar onder andere gasten werden ontvangen. Bij een verhuizing werd het uiteraard meegenomen. Bijna even waardevol zijn de geweven wandtapijten van deze zaal. Waar zie je dit soort wanddecoraties terug in het poppenhuis van Sara Rothé?
23
tentoonstelling het wonder van delfts blauw
zaal 19, begane grond
etaleren van macht, rijkdom en succes piramidale bloemhouders Je hoeft niet met onderstaande tekst te beginnen. Ga rustig zitten, bekijk het werk, en begin met de vragen. Pas wanneer je aan meer informatie toe bent, kun je deze introductie raadplegen. Willem III, prins van Oranje, huwde in 1677 met de Engelse Mary Stuart. Gezegd wordt dat Mary II in Engeland de mode heeft geïntroduceerd om in kabinetten porselein en aardewerk uit te stallen. Als kind moet Mary al zijn gefascineerd door oosters porselein uit het bezit van haar vader en andere familieleden van het Engelse koningshuis. Het begerenswaardige porselein stond te pronk in kunstkabinetten in de paleizen van de Europese adel en werd als kostbaarheid ten geschenke gegeven aan vorsten en hun adellijke hovelingen.
Piramidale bloemhouder, ca. 1690, collectie Victoria & Albert Museum Londen
24
Tulpen werden in de westelijke wereld geïntroduceerd door de Weense ambassadeur in Turkije, die over de bloemen schreef die hij in 1551 in Turkije had gezien. Ottomaanse sultans droegen een tulp op hun tulband als symbool. De naam tulp is zo afkomstig van het Perzische woord ‘tulipan’, wat tulband betekent. De aankomst van een vracht tulpenbollen in 1562 in Antwerpen betekende het begin van de Europese tulpenteelt. In de 17e eeuw, 1630 - circa 1637, ontstond er in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden rond de tulpenbol een bizarre tulpenmanie, ook wel ‘tulpengekte’, ‘tulpomanie’ of ‘bollengekte’ genoemd: plotseling werden tulpenbollen speculatieve handelswaar. De gekte dreef de prijzen op tot exorbitante hoogte, zelfs tot de bol zijn gewicht in goud waard was. Deze rage was begin 1637 op zijn hoogtepunt.
Deze vaas is een verwijzing naar het stadhouderlijk paar Willem III en Mary Stuart. Als verzamelaar van Delfts had Mary een grote liefde voor de tulpenvaas, waarvan zij menig exemplaar heeft besteld. De tulpenvaas, ook vaas met tuiten genoemd, is het Delfts icoon bij uitsteek. Vazen met tuiten kennen tal van verschijningsvormen, waaronder imposante piramidevazen zoals deze, van soms wel twee meter hoog.
25
tentoonstelling het wonder van delfts blauw
zaal 19, begane grond
Opdrachten Je ziet het meteen - deze piramidale bloemhouder is niet gemaakt voor de Hollandse burgerij. Hij hoort thuis in een vorstelijk paleis. Maak een beknopte beschrijving van de bloemhouder en onderbouw deze uitspraak aan de hand van de vormgeving.
De grote belangstelling die hedendaagse ontwerpers voor Delfts blauw hebben, richt zich vooral op tulpenvazen. De ontwerpers Jurgen Bey, Studio Job, Hella Jongerius en Alexander van Slobbe lieten zich inspireren door de bloempiramide van Willem III en Mary Stuart. Hun ontwerpen zie je hiernaast. Kies een ontwerp dat je aanspreekt en maak een schets van het model (de vorm).
In hoeverre refereert de ontwerper naar de originele bloempiramide? Waarin liggen de verschillen? Denk aan de functie, de vorm en de versiering.
Ontwerper:
Ook tegenwoordig hoort een overdadig boeket bij een feestelijke ceremonie, een speciale gelegenheid en zeker bij een ontvangst in het Koninklijke Huis. De vaas met tuiten is echter uit de mode geraakt. Geeft een verklaring hiervoor.
26
De kamerbetimmering (1720 – 1770) van deze kamer is afkomstig uit het huis Buitenrust dat in de 19e eeuw bewoond werd door de koningin-weduwe Anna Paulowna. Het is een bijzonder voorbeeld van namaak en vermenging van elementen. De voorstellingen op de panelen van deze ruimte zijn ontleend aan illustraties uit China, en aan prenten met jachttaferelen en ambachten uit ‘Het Menselyk Bedryf’ van Jan Luyken. Het Gemeentemuseum noemt deze zaal echter ook wel eens de ‘Japanse Lakkamer’. Waarom, denk je?
27