RICHTLIJNEN VOOR HET PLAATSEN EN LATEN STAAN VAN RECLAMEBORDEN LANGS WEGEN IN BEHEER BIJ DE PROVINCIE GRONINGEN Groningen, december 1995 Deze richtlijnen zijn een uitwerking van het provinciaal beleid zoals vastgesteld bij besluit van gedeputeerde staten van 17 oktober 1995, nr. 95/17.173/42/A.15, BT. Doel van de regeling Tot 1993 waren reclameborden langs provinciale wegen niet toegestaan. In het algemeen is de vraag naar mogelijkheden voor reclame-uitingen de laatste jaren sterk toegenomen. De provincie wil hieraan tegemoet komen door bepaalde weggedeelten ter beschikking te stellen voor reclameborden. Deze moeten dan wel binnen een bepaalde vorm en bepaalde afmetingen blijven. Hieronder is beschreven aan welke voorwaarden nog meer moet worden voldaan. Met dit beleid heeft de provincie de mogelijkheid geopend om legaal langs provinciale wegen reclameborden te kunnen plaatsen. 1 Soorten borden a Onder deze Richtlijnen vallen borden die tot doel hebben reclame te maken voor bepaalde bedrijven, ondernemingen e.d.; de borden mogen, c.q. moeten een bewegwijzering bevatten (zie hoofdstuk 5). Hieronder worden niet verstaan: borden die qua model en beschrijving zijn opgenomen in het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) of in de nationale Richtlijnen Bewegwijzering deel II. Deze richtlijnen zijn opgesteld door het rijk en betreffen uitsluitend bewegwijzering door middel van symbolen voor verkeerskundige doeleinden naar restaurants, trekkershutten, zwembaden e.d. b In tweede instantie zijn deze Richtlijnen van toepassing op gemeentelijke objecten, die reclame voeren. c Borden ter aankondiging van tijdelijke evenementen blijven voor deze richtlijnen buiten beschouwing. (Dergelijke borden worden reeds met vergunning en ontheffing toegelaten.) 2 Doelgroep Voor het plaatsen van reclameborden/-objecten komen in aanmerking bedrijven en ondernemingen die gevestigd zijn in de provincie Groningen. Daarnaast kunnen ook gemeenten of ideële organisaties binnen de provincie belanghebbende zijn. Reclamebureaus, die zijn gevestigd in de provincie, komen als belanghebbende uitsluitend in aanmerking, voor zo ver zij reclame c.q. verwijzing willen hebben voor het eigen bureau. 3 Toetsingscriteria a Verkeerskundig: De provincie heeft tot taak voor de wegen die onder haar beheer vallen een zo optimaal mogelijke verkeersveiligheid te realiseren. In dit verband zal per bord moeten worden nagegaan of en in welke mate de aandacht van de weggebruiker in negatieve zin kan worden afgeleid. Zie ook artikel 2 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW). Daarbij wordt o.a. gelet op: - zichtbaarheid; - leesbaarheid van de tekst; 1
- kleur en vormgeving; - de duidelijkheid van de boodschap; - schrikeffecten door de aard van de afbeelding; een bord dat onverwacht opduikt; verlicht object op een verder niet verlichte weg; - een zekere mate van harmonie van een bord in het geheel van objecten die langs de weg staan. Verlichte borden worden op grond van verkeerskundige argumenten buiten bebouwde kommen niet toegestaan. b Beheerstechnisch: In verband met de wettelijke plicht tot het in goede staat houden van de provinciale wegen zal per aanvraag moeten worden getoetst of het wegbeheer in het gedrang komt (onderhoud bermen, bosschages, kabels en leidingen e.d.) c Landschapsschoon: De provincie heeft de zeggenschap bij regelgeving overgelaten aan de gemeenten, die zelfstandig voor hun beheersgebied regels kunnen stellen. Daarnaast bakent de provincie de trajecten waar verwijzings- en/of reclameborden zijn toegestaan af door - borden toe te laten alleen op die plaatsen, die qua aard en ligging al min of meer ingrijpen in het landschappelijk karakter van de provincie, te weten: binnen bebouwde kommen; buiten bebouwde kommen: nabij afslagen en bebouwde-kom-grenzen, en op picknick-, carpool-, parkeerplaatsen e.d.; - borden die uitsluitend reclame, maar geen verwijzing bevatten, alleen toe te laten nabij de bebouwde-kom-grenzen en op picknick-, carpool-, parkeerplaatsen e.d. - borden niet toe te laten langs wegen die volgens de nota Landschappelijke waardering van wegen van de provincie Groningen zijn aangemerkt als "wegen waarvan de landschappelijke waarde zeer groot tot groot is" (opname 1975), zoals nader aangegeven op de bij deze Richtlijnen behorende tekening, nr. 168c d.d. december 1992. Te allen tijde zal ook de betrokken gemeente toestemming moeten verlenen op grond van haar welstandsbeleid. Zowel van de provincie als van de gemeente is dus toestemming (in de vorm van een vergunning of ontheffing) vereist. 4 Waar zijn welke borden toegestaan? Borden kunnen worden geplaatst langs alle wegen, (uitgezonderd die, waarvoor een hoge landschappelijke waarde is aangegeven, zie hierboven), die in beheer zijn bij de provincie Groningen, en zoals nader aangegeven op de bij deze Richtlijnen behorende tekening, nr. 168c d.d. december 1992, volgens de hieronder volgende normen: a Binnen de bebouwde kommen: De provinciale zeggenschap is beperkt tot het provinciale beheersgebied en niet tot de volledige eigendom. (Trottoirs zijn doorgaans in beheer bij gemeenten). Borden mogen worden geplaatst: - langs 50-km wegen: onbeperkt; - langs 70-km wegen: wanneer het een kruispunt betreft van wegen zonder voorsorteervakken, maar wel met verkeerslichten, zijn borden toegestaan, maar niet dichter dan 25 tot 30 m voor de kruising, terwijl verwijzing alleen zichtbaar mag zijn vanaf de aanrijrichting; wanneer het een kruispunt betreft van wegen met voorsorteervakken, al dan niet voorzien van verkeerslichten, gelden de volgende regels: a verwijzing naar links moet worden aangegeven vóór de voorsorteervakken; b verwijzing naar rechts of rechtdoor kan worden geplaatst in de voorsorteervakken, mits op een afstand van 25 tot 30 m voor de kruising. 2
b Buiten de bebouwde kommen: 1 Binnen een afstand tot 500 m uit de grens van bebouwde kommen. 2 Binnen een afstand van 100 tot 500 m vanaf een afslag, voorsorteervak of kruispunt. (Een oversteek zonder mogelijkheden tot afslag is geen kruispunt). 3 Op picknick-, carpool-, parkeerplaatsen e.d. 5 Plaatsing, afmetingen en vormgeving borden Binnen bebouwde kommen langs 50-km-wegen zijn alle vormen en afmetingen toegestaan. Zolang de gemeente toestemming geeft op grond van haar welstandsbeleid (ook wel stads- of dorpsaanzicht genoemd), geeft de provincie vergunning en ontheffing. Voor alle overige weggedeelten geldt het volgende: Uitgegaan wordt van plaatsing van borden aan reeds bestaande fundamenten, zoals lichtmasten. Indien geen lichtmasten voorhanden zijn, worden palen geplaatst door storting en verankering in beton. De gebruikte materialen dienen van optimale kwaliteit en weersbestendig te zijn. De maten zijn, afhankelijk van de leesafstand, maximaal: - 0.80 bij 0.96 m, of - 1.00 bij 1.20 m (standaardafmetingen voor b.v. de Ringweg te Groningen), terwijl voor het buitengebied (het gebied dat ligt buiten de invloedssfeer van bebouwde kommen) de afmetingen 0.80 bij 0.96 m als maxima gelden. Borden die worden geplaatst binnen een afstand van 100 tot 500 m vanaf een afslag, voorsorteervak of kruispunt moeten zijn voorzien van bewegwijzering. Voor verwijzing zal zo veel mogelijk met identieke pijlsymbolen moeten worden gewerkt teneinde de herkenbaarheid voor het doorgaande verkeer te vergroten. De inhoud van de borden mag nooit leiden tot verwarring voor de weggebruiker. Pijlen die aangeven dat de tegenovergestelde richting moet worden gevolgd t.o.v. de richting waarin wordt gereden, zijn niet toegestaan. Borden van afwijkende vorm of afmetingen worden niet toegestaan. Dit komt ten goede aan de verkeersveiligheid (snelle herkenning door uniformiteit, gegarandeerde leesbaarheid, duidelijke verwijzing enz.). Daarnaast wordt de harmonie met de omgeving zo veel mogelijk gewaarborgd. 6 Prioriteit- en maximumstelling Binnen het traject van 400 m bij afslagen of kruispunten, hetzij 500 m nabij bebouwde-komgrenzen, waar borden zijn toegestaan, mogen maximaal 5 borden worden geplaatst. Dit maximum geldt zowel, indien de borden aan één zijde van de weg zijn geplaatst, als indien deze over beide zijden van de weg zijn verspreid. Indien meer dan het maximum aantal borden wordt gevraagd, geldt wie het eerst komt het eerst maalt.
3
7 Minimum onderlinge afstand tussen de borden De minimum afstand tussen de borden die langs de wegen worden geplaatst bedraagt 50 m. In gevallen waar de situatie aanleiding geeft tot grotere afstanden, b.v. bij aanwezigheid van bosschages die de leesbaarheid verkleinen, een bocht in de weg e.d., wordt de onderlinge afstand bepaald door de provinciale Dienst beheer Wegen en Kanalen. Overeenkomstig de aanwijzingen van deze dienst moet dan worden gehandeld. 8 Vereiste vergunningen, ontheffingen e.d. De provincie heeft de uitvoering van haar beleid grotendeels in handen gegeven van het Nationaal Publiciteits Bureau B.V. te Santpoort-Zuid (NPB). Het NPB biedt in haar servicepakket aan de vervaardiging, vormgeving, installering en onderhoud van borden overeenkomstig de eisen die de provincie daaraan stelt. Omdat gebruik wordt gemaakt van reeds bestaande lichtmasten voor bevestiging van de borden heeft het NPB een overeenkomst met het EGD, waarbij is bepaald dat het NPB bij uitsluiting van deze lichtmasten gebruik mag maken. Daarnaast int het NPB de vergoedingen, sluit verzekeringen af voor schades aan de reclame ontstaan door derden of door weersomstandigheden, zoals storm of zware ijsafzetting, en W.A. Het bureau heeft in de provincie twee vertegenwoordigers in dienst, die zowel adviserend kunnen optreden naar (potentiële) klanten, als ongewenste situaties kunnen constateren, zoals schades of illegale borden. Bedrijven en instellingen dienen hun aanvraag schriftelijk in bij: Nationaal Publiciteits Bureau B.V., Postbus 20, 2080 AA Santpoort-Zuid, tel. 023-5384844, fax 023-5385114. Met het NPB moet een pachtovereenkomst worden gesloten voor het hebben van een bord, waarbij de hiervoor genoemde diensten worden verricht tegen een bepaalde vergoeding. Zie: hoofdstuk 9. Het NPB vraagt alle benodigde vergunningen of ontheffingen aan, en wordt zelf houdster daarvan. De volgende beschikkingen zijn vereist: a Van de provincie Groningen (adres: Dienst beheer Wegen en Kanalen, Postbus 620, 9700 AP Groningen): - ontheffing op grond van het Wegenreglement der provincie Groningen van het verbod om palen of zuilen te plaatsen in de bermen van provinciale wegen; - vergunning van de provincie als eigenaresse van de ondergrond voor bijzonder gebruik van openbaar terrein. b Van de betreffende gemeente op grond van de welstandstoets (landschapsontsiering) vergunning, ontheffing of toestemming. c Van de eigenaar van in gebruik te nemen lichtmasten, voor zo ver het EGD daarvan geen eigenaar is, toestemming voor het gebruik van lichtmasten. Overheden dienen hun aanvraag schriftelijk in bij de provincie. De provincie behandelt de aanvraag rechtstreeks, zonder tussenkomst van het NPB. 9 Te betalen vergoeding Voor bedrijven, ondernemingen enz. geldt dat de duur van het contract met het NPB in onderling overleg wordt bepaald. De provincie geeft ontheffing en vergunning voor de duur van maximaal vijf jaar. Voor onverlichte borden bedraagt de vergoeding aan het NPB (behoudens prijswijzigingen in 1997 en volgende jaren): - voor het eerste jaar ca. f 2.200,--; - voor het tweede en volgende jaren jaarlijks f 1.200,--.
4
Voor verlichte borden (alleen binnen de bebouwde kommen) wordt het bedrag aan vergoeding voor de klant verhoogd met ongeveer f 500,-- netto per jaar. Vervolgens draagt het NPB jaarlijks af aan de provincie f 500,-- voor een onverlicht bord en f 600,-- voor een verlicht bord. Voor overheden wordt door de provincie, analoog t.o.v. ondernemingen, in rekening gebracht: voor onverlichte borden/objecten: f 500,-- per jaar. voor verlichte borden/objecten: f 600,-- per jaar. Voor het hebben van gemeentelijke plattegronden, abri's, of vergelijkbare objecten, in beheer bij gemeenten, die als voorzieningen kunnen worden beschouwd, die rechtstreeks ten goede komen aan de weggebruiker, en waarbij daarop aangebrachte reclame dient als middel om deze objecten te kunnen financieren, vraagt de provincie geen vergoeding. De vergoedingen die de provincie in rekening brengt worden jaarlijks geïndexeerd op basis van het indexcijfer totale overheidsconsumptie, zoals dit wordt bekend gemaakt door het Centraal Bureau voor de Statistieken te Den Haag. Bijlagen behorende bij deze richtlijnen: - Tekening van de DWK, nr. 168c, d.d. december 1992 - Lijst van provinciale weggedeelten, die zijn uitgezonderd van het areaal waar reclame is toegestaan, zoals opgenomen in het rapport van de provincie Groningen "Landschappelijke waardering van wegen" d.d. 1975. (DWK/TBK/RICHTL95.REC)
5
Provinciale wegen, waarvan de landschappelijke waarde zeer groot tot groot is (Opname 1975 volgens het rapport van de provincie Groningen "Landschappelijke waardering van wegen") Te weten: oude(re) wegen, waarvan het oorspronkelijke tracé intact is, in visueel opzicht gaaf en de beplanting relatief oud en/of karakteristiek. N361
Winsum-Lauwersoog
km 15
t/m km 17.5
N981
Opende oost tot Friese grens
km 31
t/m km 33.540
N388
RW7 tot Boerakker (oude tracé)
km 0.7 t/m km 1.2
N979
Zevenhuizen tot Boerenstreek
km 5
N978
Noorderweg tot Enumatil
km 3.2 t/m km 7
N980
Faan - Niekerk
km 2
N983
Aduard noord tot de S2
km 1.9 t/m km 14.1
N982
Rond Zwijnshok - Oldehove
km 0.0 t/m km 1.350
N996
Winsum - Onderdendam Fraamklap - Middelstum Middelstum - Loppersum
km 0.0 t/m km 6.0 km 8.3 t/m km 9.2 km 11 t/m km 17
N994
Zuidwolde - Boterdiep
km 2.5 t/m km 4
N995
Bedum noord - Onderdendam
km 7.3 t/m km 10.5
N998
Middelstum - Kantens Boterdiep - Usquert
km 0.4 t/m km 1.2 km 3.8 t/m km 6.9
N986
Kolham - Scharmer
km 12
N865
Schildwolde - Ten Post
km 7.8 t/m km 10
N987
Siddeburen - Wagenborgen
km 14
N973
Geheel
km 43.062 t/m km 49.774
N976
Vlagtwedde - Ter Apel
km 15.5 t/m km 37.1
N365
Vlagtwedde - Duitse grens
km 27
N975
Onstwedde-Musselkanaal
km 1.2 t/m km 11.450
N974
Onstwedde - Veenhuizen
km 1.0 t/m km 2.5
t/m km 7
t/m km 4.5
t/m km 17
t/m km 16.654
t/m km 35.780
Het stukje provinciale weg parallelweg langs de N960 bij Waterhuizen.
6